Grondig 2 - 2019

Page 1

vakblad voor specialisten in groen, grond en infra

32 - OVERZICHT DRAAGVERMOGEN DUMPERBANDEN 10 - TEVREDEN GEBRUIKERS TREKKERBUMPER 52 - CATS SLIMME JOYSTICK 68 - INVESTEER IN BEDRIJFSFILM 71 - WERKBEZOEK MONA KEIJZER

2 2019


Supersnel grasherstel tegen lage kosten HAVERA 3,

KRACHTIGE DOORZAAI MET 100% TETRAPLOID GRAS Het vroege voorjaar is de ideale periode om je grasland weer op te peppen. Dat is hard nodig na het droogtejaar 2018, want doorzaai is afgelopen herfst lang niet op alle plaatsen gelukt. Beoordeel nu je percelen en ga �jdig tot ac�e over! Met HAVERA 3 supersnel grasherstel is de zode er in een mum van �jd bovenop tegen lage kosten. Je profiteert van de enorme concurren�ekracht van 100% tetraploïd raaigras én van de groeis�mulerende Headstart GOLD-coa�ng. Daarmee stuur je aan op een substan�ële opbrengstverhoging en kwaliteitsverbetering!

www.graslandadvies.nl


Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA-infolijn (033) 247 49 99 / infolijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Herma van den Pol Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Print Management BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn. Kosten abonnement Nederland € 90,- per jaar / Buitenland € 125,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag

REDACTIONEEL Binnen bandbreedtes Je hebt weinig keus als je het veld in moet om een greppel te graven om de plassen van de lage gedeelten te krijgen. De maat van je voet bepaalt je draagvlak en hoever je wegzakt in de blubber. En dan is het maar te hopen dat de laarzen niet te oud zijn en je nog wat profiel hebt, zodat je niet op je tetter gaat. Je staat dan wel te kijken als je op hetzelfde moment combinaties het veld in ziet gaan voor het uitrijden van mest. Dankzij de huidige brede en sterkere banden op een lage spanning is de voetafdruk wel groot, maar zijn de sporen beperkter dan je eigen laarsindruk. Toch klinken er in de groeiende aandacht voor bodembescherming steeds sterkere tegensignalen. Op de sociale media zien we discussies over het materieel dat het land op gaat. De loonwerker met de driepoot, de vierwieler en de trekker met immense tank worden tegen elkaar uitgespeeld. Groot staat daar gelijk met slecht voor de bodem. Daar sta je dan je met je investeringen in dure banden en grote, efficiënte voertuigen om de kostprijs voor de boer binnen bandbreedtes te houden. In de discussie wordt echter vergeten dat het noodgedwongen is. De boer is, gedwongen door consumenten die een lage prijs willen, ook gedwongen scherp bij u in te kopen. En dan is er ook nog het verhaal van just in time. Nu de hoeveelheden en uitrijdtijden zo sterk aan banden zijn gelegd, wordt bemesten op het juiste moment namelijk steeds belangrijker om elk mineraaltje te benutten. Dat betekent weer een must voor het werken met capaciteitsmachine en capaciteit staat nu eenmaal gelijk aan groot. De laatste jaren lijkt bij zelfrijders aan die ontwikkeling overigens een eind gekomen. Door de strengere eisen voor toelating op de weg is er geen ruimte voor groter schoeisel en het huidige schoeisel zit aan zijn grenzen om nog grotere tanks te kunnen monteren. Het voertuig ligt letterlijk aan (de beperking van de) banden. De huidige ontwikkeling van de nieuwe generatie IF- en VF-banden die breed doorzetten voor hogere draagkrachten, zoals de nieuwe zelfrijderband van Michelin, is goed nieuws. Het geeft rek die we kunnen gebruiken om de bandenspanning bij de huidige combinaties te laten zakken. Dan moeten we alleen nog wel even vertellen dat die betere band alleen uit kan als het tarief omhoog gaat, want de bodem beschermen kost wel wat. Komt die meerprijs er niet, dan is die band alleen rendabel als de capaciteit en dus de grootte weer omhoog gaat. Het is dus aan de boer en indirect de consument om bodemvriendelijker werken mogelijk te maken. Dat pleidooi voor betalen voor betere banden zal dit voorjaar niet meevallen. Boeren hebben het zwaar en we hebben een prachtige droge start van het mestseizoen. Met twee voordelen: ook met de huidige apparatuur zijn nergens sporen te zien. En wij hebben nog nergens een greppeltje hoeven te graven.

© Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.

Team Grondig Gert, Marijke,Toon, Herma en Lisette

GRONDIG 2 2019

3


De vooruitgang ervaren.

Bezoek ons op de

Munich, April 8th –14th Meer ervaren op: www.liebherr-bauma.com

De mobiele graafmachines van Liebherr Meest efficiĂŤnte machines door innovatieve technologie Betrouwbare machines met maximale productiviteit en levensduur Hoogwaardige Liebherr componenten, eigen ontwerp uit eigen productie Veel aandacht voor ergonomie en goed zicht op het werk

Wynmalen & Hausmann Import N.V. Ressenerbroek 7 6666 MP Heteren Tel.: +31 26 47 90 531 E-mail: info@wynmalenhausmann.nl www.facebook.com/LiebherrConstruction www.wynmalenhausmann.nl


INHOUD 3 6 9 10 14 18

Redactioneel In Actie: Loonbedrijf A. Geerlings, Noordwijkerhout Commentaar Gebruikers tevreden over effect trekkerbumper, Ondernemerslessen: Jan Berndsen, loonbedrijf Agri Works Sterk Werk: Loonbedrijf en Machineverhuur Brak

Ondernemen met mensen 22 Profileren: Loon- en Grondverzetbedrijf M. de Bie 28 Grondig.com 32 Overzicht banden voor grondkippers 36 Michelin lanceert nieuwe FloatXbib-band 40 Vent & Visie: Klaas Smid, Holland Tyre 44 Nieuwe Vredestein Traxion Optimall 48 `BKT wil groeien met rupsen en grondverzetbanden 52 Cat verandert functie van joystick 54 De bouw van BIA 57 Economie 57 In kort bestek

58 Cumelaria 60 Rustpunt: Tini Schoenmaker en Rita Buiting over vrije tijd 62 CAO & Zo 64 Cumela.nl 65 Voorzitter 66 Toolbox: afstappen van machines 68 Een goede bedrijfsfilm 71 Mona Keijzer op werkbezoek in cumelasector 72 Bodemdruk aan banden 76 Wet arbeidsmarkt in balans 80 Opvolgingsproces binnen het familiebedrijf 82 Bedrijvig

Ondernemen met

vaktechniek

Ondernemen met

cumela

Grondig 3 ontvangt u vrijdag 5 april

GRONDIG 2 2019

5


ondernemen met

mensen

6

GRONDIG 2 2019

BEDRIJF IN ACTIE


180 meter per uur Veel hectares maken de rooimachines van loonbedrijf A. Geerlings uit Noordwijkerhout niet. Uren des te meer. Het rooien van vaste planten, waarvoor deze machines zijn ontwikkeld, gaat namelijk in een slakkengang van 180 tot 300 meter per uur, waarbij de bedden ook nog niet breder zijn dan 1,45 meter. Toch kruipt hier een heuse primeur over het veld, want de rooimachine waarmee Geerlings hier werkt, is afgelopen zomer nieuw ontwikkeld door Basrijs. Het bedrijf, gespecialiseerd in het ontwikkelen van machines voor aardbeienplanten, ontwierp samen met Geerlings deze nieuwe rooier. Meest opvallend is het frame waarin de rooier hangt. Dat frame heeft alles te maken met de nieuwe Machinerichtlijn, waarbij het niet meer toegestaan is om een getrokken voertuig in de hef te hangen. Dat was bij de oude rooier, die op hetzelfde veld nog aan het werk is, wel het geval, want met de hef wordt de rooidiepte geregeld. Nu dat niet meer kan, zijn alle graafmatten opgehangen in het frame en kan de werkdiepte van de voorste hydraulisch worden geregeld. Deze is wel aan de trekkerhydrauliek gekoppeld om voor de bediening eenvoudig gebruik te maken van de aanwezige ventielen. Op de nieuwe rooier is gekozen voor drie graafmatten in plaats van de twee in de oude. Dit geeft meer mogelijkheden om planten te scheiden en zoveel mogelijk grond van de planten te kloppen. De aandrijving van de matten gebeurt met een eigen hydraulisch systeem op de rooier. De draagbalken fungeren daarbij ook als oliereservoir. Het voordeel is dat er geen koeling nodig is en dat de olie niet wordt vermengd met de hydrauliekolie van de trekker. Alleen de zaken die direct vanaf de trekker moeten worden bediend, zoals de werkdiepte en de drukwielen om de losse grond wat aan te duwen, worden vanaf de trekkerhydrauliek aangestuurd. Het rooien van de vaste planten is echt maatwerk en gebeurt deels op bestelling. In de cabine is daarvoor een complete computerset met internetverbinding aanwezig. Daarop krijgt de chauffeur direct door wat er moet worden gerooid, met daarbij zelfs op welk deel van het veld de planten staan. Tijdens het rooien print de chauffeur direct een label dat op de kist wordt geplakt. Dat past bij het kostenintensieve karakter van de teelt, vertelt Geerlings. “De bollen die hier in kisten van het veld gaan, kunnen wel één euro per stuk waard zijn. Daarom kan het ook uit om nog met twee personen achterop te staan om de boel na te reinigen.” Voor de nieuwe rooier er was, pendelde de oude rooier in een strak schema tussen Limburg en de Bollenstreek. “Dan was het twee dagen hier rooien, ’s nachts op de dieplader en dan weer drie dagen Limburg en daarna weer terug. Die transportkosten zijn we nu kwijt en we zijn veel flexibeler en bedrijfszekerder. Dat is ons en de kweker veel waard. En“, lacht Geerlings, “we werken met twee rooiers twee keer zo snel. Al blijft het kruipen.” TEKST EN FOTO'S: Toon van der Stok

GRONDIG 2 2019

7


Wij weten wat we verzekeren!

“Niet alleen, de premie maar vooral ook de voorwaarden en het persoonlijk contact zijn belangrijk!” Willem van Duivenboden, verzekeringsadviseur

De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als onderdeel van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Onze polisvoorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.

Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade

website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60


ondernemen met

mensen

COMMENTAAR Krapte op de arbeidsmarkt Net als in veel andere sectoren merkt de cumelasector ook de krapte op de arbeidsmarkt. Goede, gekwalificeerde medewerkers zijn de bodem voor het goed functioneren van cumelabedrijven, maar zijn lastig te vinden. Werkgevers wringen zich in allerlei bochten om de juiste mensen te vinden en zijn uiterst creatief als het gaat om de manier van werven. Steeds meer dringt het besef door dat we ons best moeten doen mensen al op jonge leeftijd te interesseren voor onze sector. Kinderen op de lagere school al laten kennismaken met cumelabedrijven kan mede hun beslissing voor het voortgezet onderwijs bepalen. En betrek vooral ook de ouders bij zo’n kennismaking, want die hebben een belangrijke rol in de beslissing over de richting die hun kind op gaat. Er zijn al een aantal voorbeelden waar dit goed wordt opgepakt, zoals bij machinistenkampioenschappen of trekkertrekwedstrijden, waarbij speciaal ook voor de jongere jeugd activiteiten worden georganiseerd. In het kader van de Groene Helden Challenge is een filmpje gemaakt waarbij kinderen van cumelaondernemers vertellen over wat ze allemaal doen en waarbij uiteindelijk de vraag wordt gesteld: “Wat zou je ervan merken als alle bedrijven uit de cumelasector een jaar op vakantie gaan?” Het zou goed zijn als daar eens over wordt nagedacht. Je weet immers pas wat je mist als het er niet meer is.

Janneke Wijnia-Lemstra Algemeen directeur

Naast het aantrekkelijk maken van de sector voor nieuwe studenten is het belangrijk dat de kwaliteit van het onderwijs goed is. Hierover bestaat in een aantal regio’s best wel zorg. Als bedrijfsleven blijven we ons inspannen om er mede voor te zorgen dat de kwaliteit op niveau blijft. Zo werken we samen met het onderwijs aan goed digitaal lesmateriaal, zoals de E-learning Bodem, bemesting en teelt. Overigens is dit lesmateriaal ook te gebruiken om de kennis van medewerkers op peil te houden. Als het uiteindelijk lukt goed gekwalificeerde medewerkers aan te trekken, is het een uitdaging deze ook te behouden. Wat dat betreft vissen onze leden allemaal in dezelfde vijver met relatief weinig vissen. Het is wel eens lastig als een medewerker overstapt naar een concullega. De verwachtingen van de nieuwe en oude werkgever over hoe er moet worden gecommuniceerd, lopen soms behoorlijk uiteen. Het zou in elk geval goed zijn met de solliciterende werknemer bespreekbaar te maken hoe en wanneer je als nieuwe werkgever contact kunt opnemen met de oude werkgever. Een belletje of een kop koffie kan vaak al een hoop kou uit te lucht halen.

GRONDIG 2 2019

9


ondernemen met

mensen

Gebruikers tevreden over effect Sector investeert ruim één miljoen euro in trekkerbumpers voor verkeersveiligheid Een trekkerbumper maakt de trekker beter zichtbaar in het verkeer en dat helpt om aanrijdingen te voorkomen. Dit is het belangrijkste argument voor cumelaondernemers om een trekkerbumper aan te schaffen. Dat blijkt uit de enquête die is gehouden onder de gebruikers van een gesubsidieerde bumper. Die subsidie was onderdeel van de trekkerbumpercampagne van CUMELA Nederland.

De ‘multifunctionele veiligheidsvoorziening’ of in de volksmond de trekkerbumper duikt steeds vaker op in het straatbeeld, iets waaraan de CUMELA-subsidie een belangrijke bijdrage heeft geleverd. Zo geven de ondernemers die meededen aan de enquête aan dat de campagne de bekendheid van de bumper heeft vergroot. Ook is het onderwerp verkeersveiligheid bij ondernemers prominenter op de agenda gezet. Marije van Beurden, projecteider van de campagne bij CUMELA Nederland, kijkt met grote tevredenheid terug op de campagne. “Met de subsidie hebben we de doelgroep weten te bereiken die zich echt wil inzetten voor veilig landbouwverkeer”, vertelt ze. De verwachting was dat het langer zou duren voordat de subsidiepot leeg zou zijn, maar een onverwachte run op de subsidie resulteerde erin dat half ­januari voor de laatste keer subsidie kon worden verleend. “Wij hebben helaas ook nee moeten zeggen tegen een aantal ondernemers.” Directeur Janneke Wijnia van CUMELA Nederland is trots dat deze campagne om het landbouwverkeer veiliger te maken zo succesvol is verlopen. “Het bewijst dat het de onder­ nemers in onze sector ernst is met de verkeersveiligheid. Ze beseffen hoe belangrijk de weg is voor hun werk en willen investeren in zichtbaarheid om hun positie letterlijk en

10

GRONDIG 2 2019

f­iguurlijk te markeren. Het is mooi dat de bedrijven mede dankzij onze subsidie al meer dan een miljoen euro hebben geïnvesteerd in verkeersveiligheid.”

Laatste gesubsidieerde bumper De belangrijkste reden om over te gaan tot de aanschaf van de bumper was voor de meeste ondernemers om zo een bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid, zegt Van Beurden. Ook voor Marcel Krol van Loon- en Verhuurbedrijf De West was dat de reden om de bumpers aan te schaffen. Het bedrijf kocht er twee aan en wist daarmee beslag te leggen op de laatste van de 500 bumpers die met subsidie konden worden aangekocht. Dat houdt in dat het bedrijf per bumper een ­tegemoetkoming krijgt van € 500,-. Een unieke subsidie, ­omdat de sector deze regeling zelf heeft opgetuigd. Krol kan de bumper iedereen aanraden. “Je merkt aan andere ­weggebruikers dat ze erop reageren. Zo val je door de verlichting aan de buitenkant veel beter op en wordt ook duidelijk hoe breed het voertuig is. Anders keek je tegen donkere banden aan.” Daarmee ligt de mening van Krol grotendeels in lijn met de mening van de respondenten die meededen aan de enquête rondom de trekkerbumper. In die enquête gaven bijna alle


De drie meest gekochte bumpers? 1. Tractorbumper

2 Agribumper

3 Sauter

Resultaten van de enquête: Ervaringen met trekkerbumpe

In dit document vindt u de uitkomsten die na afloop van de campagne ron Resultaten van de enquête: Ervaringen met trekkerbumper gehouden.

In dit document vindt u de uitkomsten die na afloop van de campagne rond Hoeveel trekkerbumpers heeft u aangekocht? gehouden.

ondernemers aan de bumper te hebben aangeschaft om een bijdrage te leveren aan de verkeersveiligheid, iets wat bij meer dan de helft van de ondernemers complimenten opleverde vanuit de omgeving. Lang niet altijd begrepen medeweggebruikers direct dat de trekkerbumper is bedoeld om de veiligheid op de weg te vergroten. Zo gaf een ondernemer in de enquête aan dat pas nadat hij er uitleg over had gegeven op Facebook er veel likes binnenkwamen. Weer een ander legde in een filmpje uit waarvoor de bumper was bedoeld. Dat filmpje werd vaak bekeken.

3% Hoeveel trekkerbumpers heeft u aangekocht? gaat doen”, vertelt ze. Ook zien de respondenten Hoeveel trekkerbumpers de bumper als bescherming van de medeweggeheeft u aangekocht? 8% 3% bruiker bij een aanrijding. De verkeersveiligheid neemt toe, maar het eist 39% 8% ook meer van de bestuurder. Er steekt immers iets uit aan de voorkant. “Je moet ermee leren rijden”, 39% zegt Krol. Hij staat daarin niet alleen, want ruim de 45% helft van de respondenten geeft ook aan dat het gevolgen heeft voor het rijden met de trekker. 45% Vooral in kleinere ruimtes is het met een bumper voorop extra opletten. Van Beurden herkent dit. “Vooral bij het achteruitrijden wordt nog weleens 1 2 3 4 5 of meer vergeten dat de bumper aan de voorkant zit.

Veel complimenten

Wat was de reden voor de aankoop? Wat was de reden voor de aankoop? Verwacht u in de toekomst, zonder subsidiemogelijkheden, meer tre

Meer algemeen kregen de ondernemers veel complimenten vanuit de omgeving voor het gebruik van de bumper. Een kleinere groep kreeg een duim omhoog. De reacties uit de omgeving bewijzen vooral dat de bumper doet wat hij hoort te doen: de trekker beter zichtbaar maken. Net als Krol hebben de respondenten ervaren dat de bumper andere weggebruikers duidelijk maakt hoe breed het voertuig is en dat voorkomt veel ongelukken. “Vooral bij slecht zicht”, zegt Van Beurden. “Door de breedtemarkeringen worden de medeweggebruikers zich ervan bewust hoe veel ruimte de trekker heeft om uit te wijken. Dat bepaalt uiteindelijk wat de medeweggebruiker

1

2

3

4

5 of meer

schaffen? Verwacht u in de toekomst, zonder subsidiemogelijkheden, meer trek Wat was de reden van de aankoop?* Procenten schaffen?

Bijdrage aan verkeersveiligheid 70% 70% Betere zichtbaarheid 60%

Imago van de sector 60%

94 58%

75

58%

50%

42%

50% Subsidie op de aanschaf

42%

40%

46 20

40% Handig voor gewichten en opbergmogelijkheden

Anders

65

30%

5

30% 20% *Meerdere antwoorden mogelijk 20%

10% De drie meest gekochte bumpers? 10% 0%

0% 1. Tractorbumper 2. Agribumper 3. Sauter

Wel of niet aanschaffen? Wel of niet aanschaffen? Ja Ja Nee Nee

Krijgt u reacties vanuit de omgeving?

Voor specialisten in groen, grond en infra Voor specialisten in groen, grond en infra

Nijverheidsstraat 13 • Postbus 1156 • 3860 BD Nijkerk • T (033) 247 49 00 • F (033)247 49 01 • i Nijverheidsstraat 13 • Postbus 1156 • 3860 BD Nijkerk • T (033) 247 49 00 • F (033)247 49 01 • inf Krijgt u uit de omgeving reacties op het gebruik? * Procenten IBAN NL08 RABO 0364 2084 30 • BIC RABONL2U • KvKnr. 40477842 • BTW-nr. NL0 IBAN NL08 RABO 0364 2084 30 • BIC RABONL2U • KvKnr. 40477842 • BTW-nr. NL

Nee

24

Duim omhoog van andere weggebruikers

20

Complimenten voor bijdrage aan verkeersveiligheid

61

Men vraagt zich af waarom ik zo'n ding op de trekker heb

24

Anders *Meerdere antwoorden mogelijk

5 GRONDIG 2 2019

11


ondernemen met

mensen

Steeds meer aanbieders

Loon- en Verhuurbedrijf De West uit West-Beemster was de koper van 500ste gesub­ sidieerde trekker­ bumper.

Zonder bumper past het dan net met de voorwielen, maar met bumper past het niet meer. Het vraagt om oplettendheid.” Om de bumpers aantrekkelijker te maken, hebben fabrikanten getracht de bumper multifunctioneel te maken. Dat houdt in dat er ruimte is voor een gereedschapskist en er de mogelijkheid is om meer gewicht te monteren. Gemiddeld wordt dan gekozen voor 600 tot 800 kilo, zo blijkt uit de ­enquête, hoewel de range begint bij 170 en oploopt tot 1500 kilo. Dat heeft verder geen weerslag op de veiligheid. “De gewichten zitten tussen de trekker en bumper ingebouwd, wat geen gevaar oplevert. Wat we niet goedkeuren, is bijvoorbeeld wikkelfolie voorop. Dat is geen bumper meer, maar een magazijn.”

In totaal keurde CUMELA vijftien bumpers goed, wat inhoudt dat ze eruit zien als onderrijbeveiliging, ze verkeersveilig zijn en breedtemarkeringen en verlichting hebben. Ze moeten optische veiligheid bieden en een kleurstelling hebben die bijdraagt aan herkenning en zichtbaarheid. Er zijn echter meer bumpers op de markt. Het grote aanbod is ook iets wat wordt toegeschreven aan de CUMELA-subsidie. Toen de subsidie in de markt werd gezet, waren er drie bumpers op de markt, maar nu zijn dat er veel meer dan de vijftien die door CUMELA zijn goedgekeurd. Dat de trekkerbestuurders graag meer willen doen om de verkeersveiligheid te vergroten, blijkt uit het feit dat meer dan de helft van de respondenten aangeeft ook zonder subsidie de bumper aan te gaan schaffen. Deze bedrijven v­ ragen tevens om meer maatregelen die de verkeersveiligheid kunnen vergroten. Van Beurden reageert daar positief op. “Wij kijken graag naar mogelijkheden voor een verkeersveilige maatschappij met landbouwverkeer voor elke generatie”, zegt ze daarover. CUMELA Nederland blijft dan ook kijken naar manieren om landbouwvoertuigen nog veiliger en zichtbaarder te maken. TEKST: Herma van den Pol FOTO’S: CUMELA Nederland

Trekker in de stad veiliger maken Verreweg de meest kopers van trekkerbumpers kochten er een of twee aan, maar ongeveer 15% ging over tot de aanschaf van meer bumpers. Van de respondenten bleek 5 procent vijf bumpers of meer aangekocht te hebben. Een van de bedrijven die vijf bumpers aankocht is Loonen verhuurbedrijf Glijnis uit Zoetermeer. “Vijf van onze veertien trekkers zijn van een bumper voorzien”, zegt Marcel Glijnis. Twee bumpers werden aangekocht met subsidie maar de andere bumpers met een waarde van ongeveer tweeduizend euro kocht het bedrijf zonder ondersteuning aan. “Wij werken veel in de stad en hiermee dragen we bij aan de veiligheid.” Glijnis raadt de andere ondernemers de aanschaf van de bumpers ten behoeve van de veiligheid van harte aan. Een pluspunt voor hem is het ook dat de bumper als frontgewicht ingezet kan worden en dat je er een gereedschapskist in kwijt kunt.

12

GRONDIG 2 2019


Calaris , het vertrouwde middel waarmee Kees zo klaar is ®

Calaris, hét basismiddel tegen onkruiden in maïs. • Flexibel en gemakkelijk • Veilig Veilig te gebruike • Snel en breedwerkend n bij onderzaa • Lange duurwerking i van een vanggew as

www.calariskees.nl

Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, www.syngenta.nl. Syngenta biedt diverse oplossingen die telers helpen hun bedrijfsvoering verantwoord te optimaliseren. Zie www.syngenta.nl/stewardship Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.


ONDERNEMERSLESSEN “Wij plannen alles”

ondernemen met

mensen

Jan Berndsen, loonbedrijf Agri Works Bij Jan Berndsen en zijn bedrijf Agri Works staat de teelt voorop. Daar worden werkzaamheden en machines op aangepast. Een verschil met veel andere ondernemers, meent hij. “Die zijn vooral bezig om machines aan de gang te houden en passen de teelt daarop aan”, aldus Jan. Daarbij is administreren zijn passie, dus weet hij precies wat er nodig is om machines rendabel te maken.

LES 1 We verliezen teelten door regionalisme “Ooit waren we in de winter hartstikke druk met het rooien van schorseneren. Op het hoogtepunt rooiden we daar 250 hectare van. Daar waren we tot half april mee bezig. Langzaam nam dat echter af tot slechts 30 hectare. Twee jaar geleden zijn we daarom helemaal gestopt. Niet omdat we geen telers meer hadden, maar omdat onze afnemer andere eisen ging stellen. De schorseneren waren voor een Franse verwerker, maar die kreeg te maken met afnemers die echte Franse schorseneren wilden. Een vervelende ontwikkeling, want wij hebben de grond en de omstandigheden. Door het regionalisme verliezen wij die teelt. Niet echt een Europese gedachte.”

LES 2 Duidelijkheid is een groot iets “Voor ons is het verlies van de schorseneren gelukkig niet zo erg, omdat de andere teelt waarin we gespecialiseerd zijn, de waspeen, wel flink is gegroeid. Komend jaar gaat dat zelfs van 300 naar 400 hectare. Dat is voldoende om het wegvallen van de schorseneren op te vangen. Deze weken ben ik druk met het bezoeken van nieuwe telers en overleg ik met de vertegenwoordiger van de fabriek over de invulling van de contracten. Samen bespreken we de grondkeuze, het zaaimoment en de ligging van het perceel. In de wintermaanden zijn er wekelijks enkele contacten met elkaar om het complete teeltplan zo goed mogelijk in te vullen. Daarnaast spreken we duidelijk door hoe we werken. Dat we als teeltadviseur bepalen wat er moet gebeuren en wanneer. Dat wordt allemaal in het contract vastgelegd, want duidelijkheid is een groot iets. Dan weet de teler waar hij aan toe is en kunnen we daarna, als het tijd is om te zaaien, ook goede afspraken maken, waarbij wij zoveel mogelijk bepalen wat er gebeurt.”

LES 3 Alles kan, als je maar praat “Het grote verschil tussen ons bedrijf en veel andere loonbedrijven is dat wij alles plannen. Om de teelt zo goed en efficiënt mogelijk te laten verlopen, ben ik altijd bezig met plannen. Laat ik je een voorbeeld geven: als in het voorjaar

14

GRONDIG 2 2019

de grond bekwaam begint te worden om te zaaien, begin ik een week van tevoren al te plannen. Dan bel ik de teler om te vragen hoe de grond erbij ligt en dat we bijvoorbeeld op donderdag willen zaaien en of hij dan kan zorgen dat de grond klaar ligt. Is die afspraak gemaakt, dan bel ik twee of drie dagen van tevoren nog een keer om zeker te weten dat alles goed loopt. Ik probeer dan ook zaken voor het vervolgtraject te plannen. Zo weet ik bijvoorbeeld wie bij een teler spuit. Bij alle telers van dat loonbedrijf probeer ik het zaaien dan in dezelfde week te plannen. Dan kan de spuiter, als het zover is, alle klanten in één keer afwerken. Dat scheelt hem werk met schoonmaken en verkleint de kans op fouten. Mijn ervaring is dat er heel veel kan, als je maar praat. Dan gaan telers wel met je mee en kun je zelf je werkzaamheden plannen. Op die manier zorg je dat je zelf de regie houdt. Dat is het verschil met veel andere bedrijven. Als je niet over de planning praat, kan er ook niets. Dan ben je alleen bezig om alles op afroep ingepland te krijgen en ben je alleen maar bezig problemen op te lossen.”

LES 4 Telers krijgen alleen betaald als onze rekening is voldaan “Zie je deze regel in het contract? Hier is vastgelegd dat telers alleen uitbetaald krijgen als de rekening van de loonwerker is voldaan. Dat heb ik toen we in 1992 begonnen al laten opnemen en daar heb ik al veel plezier van gehad. Nu kunnen ze mij namelijk niet meer als drukmiddel gebruiken. Anders krijg je toch dat als ze het niet eens zijn met de fabriek ze mij niet betalen, omdat ik het maar moet oplossen. En dat terwijl ik geen partij ben. Door deze regel moeten zij mij altijd betalen om geld op hun rekening te krijgen. Daarvoor sta ik in nauw contact met de fabriek. Of ik nooit problemen heb met telers die niet kunnen betalen? Dat gebeurt wel eens, maar daar vinden we altijd een oplossing voor. De fabriek betaalt dan bijvoorbeeld een voorschot dat ongeveer gelijk is aan mijn rekening. Dat moet een teler dan eerst weer overmaken voor hij zelf de rest krijgt. Of ik laat me rechtstreeks uitbetalen door de fabriek. Ook dat is een kwestie van overleg. Daar komen we altijd uit.”


LES 5 Het bijhouden van gegevens is mijn grootste hobby “Het belangrijkste voor mij als loonwerker en teeltbegeleider is het bijhouden van gegevens. Daarom heb ik door een oudmedewerker een eigen administratiesysteem laten maken. Hier staat alles in, van het perceel en de GPS-coördinaten tot de tijd dat we aan het werk geweest zijn, maar ook de informatie die voor de teelt belangrijk is. Kijk maar, hier staat bijvoorbeeld hoe het perceel er bij het zaaien bij lag. Of het vlak was, of er nog natte plekken waren en alles wat je later kan helpen om verschillen te bepalen. Daar ben ik ook niet flauw in. Als het slecht is, dan is het slecht. Dat krijg ik wel eens terug van de boeren, want alles wat ik vastleg, wordt direct doorgemaild naar de teler en naar de fabriek. Maar als het slecht is, dan is het slecht en dat schrijf ik op. Dat kunnen we later gebruiken als we een perceel beoordelen. Dan kun je een natte plek nog een keer extra bekijken. Feitelijk is het bijhouden van die gegevens mijn grootste hobby. Niet alleen omdat ik voor elk perceel wil weten wat er is gebeurd, maar ook voor mezelf. Zo registreer ik namelijk ook de machinetijd. Met aparte velden voor reistijd, tijd op het veld en bijvoorbeeld wachttijd. Allemaal gegevens die ik aan het eind van het seizoen gebruik om de kostprijs te bepalen. Het helpt me bij de discussie met de fabriek over de tarieven, gewoon omdat ik precies kan laten zien hoe veel uur we per hectare bezig zijn, hoe veel tijd we moeten wachten en zelfs hoe veel brandstof we verbruiken. Juist omdat je dat weet, heb je harde gegevens waarmee je de fabriek kunt overtuigen. Door dit systeem hebben we ook

Wie is Jan Berndsen Samen met zijn zwager Gerrit van Schaayk runt Jan Berendsen het bedrijf Agri Works in Bergeijk. Dat is gespecialiseerd in de teelt van waspeen en verzorgt voor afnemer Verduyn het zaaien en oogsten van de peen. Daarnaast werkt Berendsen als teeltbegeleider voor Verduyn. Tijdens het zaaien en het oogsten in de periode van juli tot eind oktober zijn er mensen aan het werk, vaak zzp’ers. In de winter doet het bedrijf onderhoud aan de eigen machines en als dat klaar is voor andere bedrijven. Ook verhuren de mannen zichzelf, met of zonder machine.

alles rond voedselveiligheid altijd geregeld. We kunnen bijvoorbeeld precies zijn waar Vydate is gebruikt en of er op het perceel bijzonderheden waren. Zelfs het gevolgde reinigingsprotocol van de rooier ligt vast.”

LES 6 Controle stopt alles in hokjes Tegenwoordig krijg ik wel vier tot vijf keer per jaar controle, deze week nog voor de voedselveiligheid. Dan trekt de controleur vier uur uit om ons te controleren, terwijl ik in een half uurtje alles kan laten zien. Meer is er ook niet te zien. En wat dan nog, want wat hij ziet, is een papieren werkelijkheid. Wat ik doe, weet hij niet, hij ziet alleen wat ik heb genoteerd. Dat erkent hij ook, maar door het te doen, is hij en zijn wij gewaarborgd. Het zegt eigenlijk niets. Het enige wat er gebeurt, is dat we allemaal in ons eigen hokje de boel controleren en de verantwoordelijkheid afschuiven. Er verandert echter niets, we voegen alleen maar kosten toe.”

GRONDIG 2 2019

15


ondernemen met

mensen

In de contrac­ ten is een belangrijke bepaling opgenomen. De fabriek betaalt pas uit, als de rekening van de loonwerker is voldaan.

LES 7 De grond bepaalt, niet de kalender

LES 8 Ik mis de samenwerking

“Voor een goede opbrengst is de grond de grootste zorg. Dat begint met de pH die in orde moet zijn. Daarom adviseer ik telers altijd voldoende monsters te laten nemen, ook om de aaltjestoestand te bepalen. Daarbij moeten ze ook rekening houden met de historie, vooral als ze weten dat er in het verleden percelen zijn samengevoegd. Daar kunnen grote verschillen door optreden. Als telers grond huren om peen te telen, adviseer ik steeds meer om te kiezen voor een vorm van samenwerking. Als de verhuurder van grond participeert, krijg je namelijk een veel betere inzet en wil die verhuurder ook meedenken. Dan krijg je soms een andere perceelskeuze, omdat hij dan kiest voor het perceel met het beste te verwachten resultaat. Dat hoeft helemaal niet moeilijk te zijn, want je spreekt wat af voor de inbreng van de grond, voor de inzet van machines en dergelijke en maakt dan afspraken over de verdeling van de opbrengst. Dat werkt altijd. Dat werkt voor ons ook prettig, want dan heeft iedereen hetzelfde doel, namelijk: hoe halen we met z’n allen de beste opbrengst. Dan merk je dat de grond en de geschiktheid daarvan het moment van werken bepalen en niet de kalender.”

“Net als voor de telers is binnen ons bedrijf rendement belangrijk. Daarom mis ik de samenwerking met andere loonbedrijven, want onze piek qua werk ligt heel anders dan bij veel traditionele bedrijven. Ik heb het wel geprobeerd, maar ik mis de bereidheid om daar werk van te maken. Volgens mij is er namelijk veel te halen door mensen en machines uit te wisselen. Machines worden rendabeler en je krijgt meer mogelijkheden om mensen in vaste dienst te nemen. Nu creëer je een zzp-cultuur, omdat iedereen ze maar voor een paar maanden inhuurt. Het risico is dat je ze kwijt bent als ze wel een goede vaste baan vinden. Het is jammer dat het ons als sector niet lukt om daar stappen in te zetten, want uiteindelijk willen we toch allemaal hetzelfde: met de inzet van onze mensen en machines een zo goed mogelijk rendement halen.”

TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Toon van der Stok en Ben Saanen

advertentie

Europa’s specialist in zadeldak hallen, stallen & loodsen • In 30 min. uw eigen ontwerp & bouwtekening • Unieke staalconstructie & ontwerpmethodiek voor de beste prijs/kwaliteit verhouding • Energie neutraal dus klaar voor de toekomst

Ontdek al uw voordelen en/of scherpe offerte op: www.conexx.nl

16

GRONDIG 2 2019


VOOR ALLES EEN MASSEY FERGUSON

FOR A NEW GENERATION FROM MASSEY FERGUSON

Kijk voor alles op www.masseyferguson.nl


STERK WERK Onderzoek geeft onverwachte inzichten

ondernemen met

mensen

Loonbedrijf en Machineverhuur Brak, Aldeboarn Bodembeheer wordt op meer en meer plaatsen een steeds belangrijker onderwerp, maar Anthony Brak van Loonbedrijf en Machineverhuur Brak houdt zich daar alweer veel langer meer bezig. Hij is een echte pionier. Ook is hij betrokken bij diverse onderzoeken, iets wat hij mede doet om zelf ook nieuwe inzichten te krijgen.

Voor het uitrijden van mest met de sleepslang beschikt Loonbedrijf Brak over een sleepslang van acht meter en over een van twaalf meter.

18

GRONDIG 2 2019

Het uitrijdseizoen voor mest is weer van start gegaan en daarmee dient zich ook weer de jaarlijkse puzzel aan. Hoe kun je op een zo goed mogelijke manier de mest op het land uitrijden en de bodemstructuur intact laten? Bij Brak in de omgeving hebben ze ook nog eens te maken met een groot aandeel veengrond. “Wij zijn altijd aan het puzzelen”, zegt Anthony Brak. Speciaal hiervoor werd in 2018, naast een twaalf meter brede Tjalma-sleepvoetbemester, een acht ­meter brede bemester aangeschaft. Die is bedoeld om onder natte omstandigheden met een lichtere combinatie het veld in te kunnen. Voor hetzelfde doel om de bodemdruk te beperken, werden er ook betere en bredere banden aan­geschaft.

Brak houdt zich al veel langer bezig met de bodem, maar ziet nu ook om hem heen dat het bij iedereen de aandacht heeft. Dat kan via technische ingrepen, maar ook door de strategie aan te passen. “Wij doen dat bijvoorbeeld door bij het rijden rekening te houden met natte plekken. Bij veen geldt dan dat je zo leeg mogelijk langs de greppels moet rijden.”

Maïs en veengrond Het loonbedrijf uit Oldeboarn wordt gezien als een koploper, onder andere omdat het bedrijf aan veel projecten meedoet, waarvan er één is gericht op bodemverdichting. Daarnaast lagen bij het bedrijf afgelopen jaar diverse proefvelden, waarop onder meer onderzoek werd gedaan naar de stro-


Loonbedrijf en Machineverhuur Brak Op het terrein van Loonbedrijf en Machineverhuur Brak, eigendom van Anthony Brak, bevindt zich ook de melkveehouderij van zijn broer Gerrit. Oorspronkelijk was het alleen een melkveehouderij, opgericht door de vader de broers en hun oom. In 1978 verhuisde het bedrijf naar Aldeboarn. Toen hun oom in de jaren tachtig stopte, gingen Anthony en Gerrit, destijds achttien en zestien jaar, aan de slag in het bedrijf. Anthony heeft echter nooit de liefde voor koeien gevoeld die zijn broer wel bezit. Hij zag meer in machines en langzaam kwamen er meer en meer. Uiteindelijk kwam zo het loonbedrijf tot stand.

kenteelt van maïs en de teelt van sorghum. Brak ziet de proe­ ven als een manier om bij te leren. “Soms levert het echter ook verrassende uitkomsten op”, zegt de ondernemer. Hier geldt dat de alertheid bij veengrond groter is dan bij andere grondsoorten. Zo wordt het tegengaan van de inklinking van veengrond ook gezien als een manier om de uitstoot van CO2 tegen te gaan. “Om dat te bereiken, moeten we kijken naar een andere manier van grondbewerking en omgang met de bodem.” Dat was ook de uitkomst uit het onderzoek naar de stroken­ teelt van maïs. “Maïs en veengrond worden niet gezien als een goede combinatie. Ik had hierbij al wel het idee dat het probleem niet bij het plantje lag, maar bij de bewerking. Als je de grond loshaalt, gaat de oxidatie sneller dan wanneer de grond onberoerd wordt gelaten.” In de proef werd gekeken naar de inzet van verschillende machines. “Zo waren er verschillende strokenfrezen en een strokenploeg. De strokenfrezen lieten een ongeveer gelijk­ waardig beeld zien, maar de strokenploeg, een nieuwe ont­ wikkeling van Pol, liet een wat slechter beeld zien. Dat komt volgens Brak doordat die de grond iets meer breekt. “Hij licht de zode iets op en dan komt er van beide kanten wat grond naar het midden, waardoor je een soort ruggetje krijgt. De opkomst van de maïs laat er een iets minder goed beeld zien”, aldus Anthony. Hij hoopt wel dat de strokenploeg nog zal worden doorontwikkeld. Bij het onderzoek werd ook gekeken naar de vochtonttrek­ king door maïs en gras. Die van maïs bleek veel lager dan die van gras. “Begin mei heeft gras al veel meer vocht onttrok­ ken dan maïs. Als je puur naar het plantje kijkt, is maïs een veel betere vrucht voor de grond dan gras, omdat deze min­ der vocht onttrekt”, vertelt Anthony. Ook tijdens de droogte ging de ontwikkeling van maïs beter door dan op andere gronden. “Ook het gras bleef echter groener, maar toen het begon te regenen, bleef het gras hier achter, omdat de grond het water niet kon opnemen”, aldus de ondernemer. Daar­ mee verliep de proef opnieuw in een extreem jaar, na het zeer natte 2017. Dat maakt het moeilijk om aan de proeven al goede conclusies te verbinden.

Niet succesvol Ook het onderzoek naar sorghum vond plaats in het kader van het tegengaan van veenoxidatie. Deze proef was echter niet echt succesvol, zegt Anthony. “Ze waren van plan met zo min mogelijk grondbewerking de sorghum te zaaien. Dat houdt in dat de grond met de strokenfrees moest worden klaargemaakt. We hebben dubbele banen gefreesd, want de rijen sorghum mogen dichter bij elkaar staan dan die van maïs en er moest met een pijpenzaaimachine worden in­ gezaaid. Met een maïszaaimachine lukte dat niet. Dat was eigenlijk niet de juiste manier van zaaien en toen het ook nog heel droog bleef, viel het kiemen tegen.” Begin juli deden ze nog een poging, maar toen werd daarna de grond wel natgemaakt. “Toen was het echter eigenlijk al te laat in het seizoen. Sorghum kan zich in vrij korte tijd ont­ wikkelen, maar moet wel in mei de grond in om begin sep­ tember te kunnen worden geoogst. Wij hadden achteraf denk ik beter eerst op een traditionele manier kunnen zaai­ en”, zegt hij. Het was geen daverend succes. Het beetje sorghum dat er kon worden geoogst, viel bij de koeien wel goed in de smaak. Begin februari werd gekeken of de proef met sorghum ook dit jaar nog zal plaatsvinden. “Op zich is het voor de bodem een mooi gewas, want je hoeft maar een keer met Roundup te spuiten en dan te h ­ akselen.”

Dit is een van de twee nieuwe John Deere trekkers die beschikt over de mogelijkheid om lucht uit de banden te laten lopen via een kraan. Zo kan ervaring opgedaan worden met een wisselende bandenspanning.

GRONDIG 2 2019

19


ondernemen met

mensen

Bodem sparen Als het gaat over de bodem kijkt de ondernemer naar alle manieren om de bodem te sparen. Zo wordt bijvoorbeeld bij de aanschaf van een trekker gekozen voor de maximale breedte van de banden. “Het spul wordt wel groot, wat ook gevolgen heeft voor de degene die het besturen. Je zet niet meer zomaar iemand op de trekker.” Als voorbeeld noemt Anthony de twee nieuwe John Deere R6215- en een R6175-trekkers. “Die hebben banden van ­Trelleborg van 900 millimeter breed en met de maximale hoogtemaat die onder de spatborden past, waarmee ze het loopvlak maximaal kunnen uitrekken. Op beide trekkers kan een drukwisselsysteem, maar dat zit er nog niet op. Wel hebben we in de trekkers een compressor en op beide banden zitten kraantjes, zodat we straks bij het sleepslangen een tussenoplossing hebben”, aldus Anthony. Bij het oprijden van het perceel wordt er lucht uit de banden gelaten en bij het oprijden van de weg kan er weer lucht worden bijgedaan. Dit werkt omdat het sleepslangen vrijwel de hele dag in beslag neemt. Het geeft Brak ook de kans om ervaring op te doen met het systeem en het kostenplaatje was lager. Ondertussen helpt het ook dat Anthony dankzij de sleepslangbemester van acht meter met minder gewicht het land in kan. Hierbij vraagt hij zich hardop af op er op termijn een grens komt aan het groter worden van machines. “Misschien dat we met nog bredere banden een nog iets grotere tank kunnen inzetten, maar in zijn algemeenheid zijn er nieuwe ontwikkelingen nodig om grotere machines inzetbaar te maken.” Iets wat Brak in dat kader graag zou zien, is een soort flexibele rups. “Bijvoorbeeld een tandemasser met een rupsstel dat je kunt gebruiken als je in het land bent”, vertelt hij. Uiteindelijk zal het van de innovaties gaan afhangen welke kant het op gaat in de ontwikkeling van machines, want dat de zorg om de bodem steeds belangrijk wordt, staat vast. Of het nu gaat om behoud van de opbrengstgevendheid van de bodem of tegen het tegengaan van de CO2-uitstoot, de bodem speelt de hoofdrol en veengrond neemt het voortouw. TEKST: Herma van den Pol FOTO’S: LOONBEDRIJF BRAK

Van rups naar flexibiliteit Het oogsten van maïs wil nog wel eens een uitdaging worden, vooral in natte ­omstandigheden. ”Wij zijn altijd al met de maïs in gevecht geweest”, zegt Anthony Brak. Daarom besloot hij op een bepaald moment over te gaan op rupsen. Diverse Caterpillar-rupstrekkers volgden. Op een bepaald moment werd er een Kemper-hakselaar achter gehangen voor de extreme omstandigheden. De zelfrijder was er voor de meer normale omstandigheden. Toen bleek dat de Kemper amper werd gebruikt, werd bij de inruil van de zelfrijder de keus gemaakt om over te gaan op een hakselaar met rupsbanden. De keus viel op een New Holland, waar je rups­banden op kunt zetten en als tussenoplossing ook nog voor dubbellucht kunt ­kiezen. Het voordeel van dit systeem ten opzichte van het oude systeem is dat hier een achtrijige maïsbek voor hangt, wat positief is voor het uur- en hectaretarief.

20

GRONDIG 2 2019


BERGMANN

Universeel-low-bed strooier TSW 2140 E Met de 480/95 R50 bandenmaat met zeer grote voetprint bij een lage bandenspanning voorkomt u schadelijke bodemverdichting

48 cm

120 cm

• Bandenmaat: 480/95 R50 • Conische laadbak • Rechte wanden • Plaatsspecifiek strooien • Cardan-aandrijving • ISOBUS-bediening • Weeginrichting

Zeer grote voetprint

REESINK Agri

uw partner in agribusiness

Meer informatie? www.reesinkagri.com of bel/app met productspecialist Rik Massier – 06 - 83 80 29 58 Volg ons ook op social media

SQ Auto Connection systeem

Snelwisselen in seconden Hogere flow – Meer rendement Makkelijker te servicen! Uitwisselbaar met Oilquick

AU

ST

ON

CONNECTI TO

STAND: FN 1115/3 E E LW R I S T

Jürgen Dietrich +43 (660) 4463493

Jürgen Dietrich +43 (660) 4463493

Tom van Baars +31 6 53 12 25 17 tom.vanbaars@steelwrist.com

www.steelwrist.com


ondernemen met

vaktechniek

PROFILEREN

Altijd wat achter de hand Loon- en Grondverzetbedrijf M. de Bie werkt in onderverhuur aan bedrijventerrein in Waalwijk

Omdat er druk op de ketel zit om het bedrijventerrein te realiseren, is het zaak snel te anticiperen op de wensen van de aannemers. Loon- en Grondverzetbedrijf M. de Bie realiseert dat omdat het bedrijf bewust materieel achter de hand heeft en zijn mensen multifunctioneel inzet. Desondanks blijft De Bie continu scherp om aan de bal te blijven bij dit prestigieuze project.

22

GRONDIG 2 2019


Project: bouwrijp maken circa vijftien hectare bedrijventerrein Haven 8 West, Waalwijk Opdrachtgever: gemeente Waalwijk Aanneemsom: voor De Bie uurtje factuurtje. Jaarrond werk voor gemiddeld circa drie combinaties Looptijd: deelproject Haven 8 West september 2018 tot juli 2019. Werkzaamheden: grond saneren, terrein circa één meter ophogen en bouwrijp maken, aanleg wegen, watergangen en waterberging.

Marinus de Bie: “Meewerken aan zo’n prestigieus project zet je als bedrijf beter op de kaart. Het vergroot je netwerk en levert een prima referentie dichtbij op.”

Bol.com is één van de bedrijven die al zijn gevestigd op het eerste plandeel van bedrijventerrein Haven 8 in Waalwijk. Het gaat zijn vestiging vergroten met 50.000 vierkante meter. Daardoor is het een project dat letterlijk onder de schijnwerpers van de landelijke media is komen te liggen. Het storten van het eerste beton voor de uitbreiding van Bol.com werd afgelopen maand feestelijk gevierd en dat nieuws werd wijd verspreid door de media. Het bestemmingsplan van de gemeente Waalwijk voorziet hier in een bedrijfsbestemming voor grootschalige logistiek. Het wordt gefaseerd uitgegeven, waarbij de uitbreiding van vijftien hectare Haven 8 West nu in volle gang is. Bol.com is het eerste bedrijf dat gebruik maakt van de uitbreiding van het deelplan Haven 8 West. Daarna wordt er nog een insteekhaven gerealiseerd vanaf de Maas, komt er een energiepark en is er de potentie om Haven 8 op termijn verder te vergroten.

Druk op de ketel “Morgen een extra kraan met Leica-3D-GPS? Kan ik regelen, maar is even niet gemakkelijk. Kan het niet anders worden opgelost? Onvoldoende ontvangst bij het andere 3D-GPS-systeem is de reden? Helder, ik regel dat er morgenvroeg een kraan van ons staat.” Marinus de Bie excuseert zich voor de telefoontjes die even tussendoor moeten als we in de namiddag samen met hem op het project Haven 8 West rondkijken. Hij is echter wel even blij met zijn keuze voor Leica, dat daar wel een goede ontvangst heeft. Het bouwrijp maken van het vijftien hectare grote deelproject West is al sinds de bouwvak van 2018 in volle gang en schiet flink op. Een paar telefoongesprekken verder geeft Marinus aan dat hier nu letterlijk druk op de ketel staat, omdat alle percelen al zijn verkocht. “We zijn hier nu actief met een rupsgraafmachine, drie trekker-dumpercombinaties en een waterwagen. Het is elke dag weer anders, weer of geen weer, het gaat door.” De Bie werkt voor onderaannemers die deelbestekken hebben aangenomen van de gemeente Waalwijk. “We draaien nu voor Van den Elshout & De Bont in Waalwijk, die het terrein bouwrijp maakt, en willen dit graag blijven doen.”

Eerst saneren Het terrein is van vroeger uit vervuild met zware metalen die daar destijds vanuit de leerindustrie zijn terechtgekomen. De gemeente Waalwijk reserveerde voor deze sanering alleen al 7,5 miljoen euro. De Bie kwam in beeld bij de aannemer aan wie de grondsanering was gegund. Circa 40.000 kubieke meter verontreinigde grond moest er op dit deelproject worden afgegraven en op depot worden gezet. Daarvoor was materieel nodig dat was voorzien van overdrukcabines. “Wij hebben op al onze trekkers, graafmachines en wielladers overdruksystemen gemonteerd”, vertelt De Bie. “We hadden al relaties met de aannemer en zo kwamen wij in beeld.” De Bie profiteerde bovendien van zijn kennis van de voormalige agrarische gronden daar. “Wij kennen het terrein, weten waar gedempte sloten en poelen zitten en waar veenachtige plekken zijn. Wij sturen daar omheen en blijven zo continu

GRONDIG 2 2019

23


1 Je letterlijk in de kijker ondernemen met werken met het op 3D-GPS graven van deze watergang. Voor De Bie levert het een belangrijk referentiewerk dichtbij op.

vaktechniek

2 De machines van De Bie zijn standaard uitgerust met Leica 3D-GPS. Op dit werk leverde dat een voordeel op, omdat andere systemen niet allemaal een goede ontvangst hadden.

1

2

3 Een belangrijk deel van het werk was het saneren van vervuilde grond. 40.000 kuub ervan is in depot gereden. Dat heeft De Bie veel werk opgeleverd. Verderop, bij de windmolen, komt op termijn een energiepark. 4 Een belangrijke troef van De Bie is dat het personeel allround kan worden ingezet. De trekkerchauffeur kan ook op de graafmachine draaien en snapt zo ook beter wat de machinist van hem vraagt.

3

capaciteit leveren. Dat zien de uitvoerders en dan mag je blijven”, aldus de ondernemer. De Bie rijdt met twee- en drieassige gronddumpers. “Mensen kijken eerst wel even wat tegen de drieassers aan, maar als ze dan in de praktijk het capaciteitsvoordeel zien, valt het kwartje snel.”

Kennis is belangrijk Die kennis van de bodem en de omgeving is volgens De Bie belangrijk. “Niet iedereen kent de omstandigheden van het natte kleigebied. Dat betekent ook dat we daar een adviserende rol in kunnen spelen”, aldus de ondernemer. Een sprekend voorbeeld is het zeven van een grote partij te saneren grond. “Ze wilden dat met conventionele zeven doen, maar dat werkt niet in natte klei. Wij hebben toen een Allu-zeefbak geregeld en met onze rupsgraafmachine laten zien hoeveel sneller en beter dat gaat. Daarna hebben we tussen kerst en oud en nieuw continu volop gedraaid om de achterstand weg te werken.” Op het moment van ons bezoek staat er een graafmachine van de aannemer zelf te draaien met een Allu, maar daar zit De Bie niet mee.

24

GRONDIG 2 2019

4 “Je weet dat ze hun eigen materieel volplannen, dat is logisch”, zegt hij. De Bie geeft aan dat in het verlengde hiervan, als het erg droog is, aannemers ook zo overschakelen op vrachtwagens als ze dat als goedkoper inschatten. “Dan liggen wij eruit. Dat weet je bij dergelijk werk. Daar moet je tegen kunnen.” We staan op dat moment te kijken naar de Hitachi ZX280 van De Bie, die met behulp van Leica 3D-GPS één van de watergangen trekt voor de nodige waterbuffering in het gebied. Marinus de Bie is daar blij mee. “We staan er nu wel tussen en we hebben goede machinisten. Dat is wel de manier om te laten zien wat we kunnen om zo te werken aan een vervolg.”

Multifunctioneel inzetbaar Die machinist zit bij De Bie niet vast op de graafmachine. “Wij hebben ons personeel zo opgeleid dat ze multifunctioneel inzetbaar zijn. Dan kan ik als het nodig is extra transportcapaciteit of extra graafcapaciteit inzetten”, zegt De Bie. In het geval van het belletje van net heeft hij door het inzetten van een extra graafmachine en machinist elders een


5 Een troef van De Bie is ook het achter de hand hebben van extra materieel om zo snel te kunnen inspelen op wensen. Zo is deze Neuson ingezet voor het leggen van stelconplaten bij de biomassacentrale.

5

6 De Bie zet bewust drieassers in, omdat dat voor de opdrachtgever een hoger rendement oplevert. Het kost even tijd, maar als die het heeft ontdekt, worden ze volgens De Bie graag ingezet.

6

7 Sprekend voorbeeld van meedenken is het inzetten van deze Allu-bak om de zware kleigronden met hoge capaciteit te verwerken. Het leverde De Bie veel extra uren inzet op.

7

8

8 Onverwacht veel werk voor de water­wagen. Deze wordt nu ingezet om de ergste nattigheid af te zuigen om door te kunnen werken.

Ook eigen werk

bedrijf”, aldus De Bie. Bovendien levert het in de directe omgeving extra werk op. “Je bent er en ze zien je”, legt hij uit. Als voorbeeld heeft hij net bij de biogasinstallatie die bij Haven 8 is gevestigd stelconplaten gelegd. De wiellader en de mobiele graafmachine staan er nog. “Het kan zo zijn dat ze morgen op Haven 8 of op een ander project nodig zijn.” De Bie werkt standaard in de onderverhuur, maar neemt ook zelf wel projecten aan. Dat is voor hem het laatste stuk om de puzzel passend te krijgen. “Op een eigen werk kun je gemakkelijker tijdelijk iemand wegtrekken of extra plaatsen om zo de puzzel op projecten als Haven 8 rond te houden. Dat is namelijk een noodzaak. Het gaat om veel geld en de druk is groot. Als je dan niet goed aan de bal bent, mag je vertrekken. Er zijn kapers genoeg op de kust die hier ook graag werken. Dat weet je en dat hoort bij deze business. We blijven dus scherp, zo ook met die extra 3D-GPS-graafmachine voor morgen. Linksom of rechtsom, ik ga dat regelen.”

Project Haven 8 is voor De Bie niet het enige project, maar wel belangrijk. “Het is voor Waalwijk een prestigieus project, waar veel naar wordt gekeken. Bovendien doe je veel nieuwe contacten op. Dat is belangrijk voor ons

TEKST: Gert Vreemann FOTO’S Airpro-Waalwijk (openingsfoto), De Bie, Vreemann

probleem op te lossen. “Het kan goed zijn dat we bijvoorbeeld morgen hier of op een ander werk met een transportcombinatie minder kunnen draaien, want dan kan ik die trekkerchauffeur op een graafmachine zetten”, legt hij uit. Daarom heeft De Bie extra materieel achter de hand. De kosten van stilstand van dat extra materieel wegen volgens hem niet op tegen de voordelen van het aan de bal blijven. Even verderop is een combinatie net gebroken puin aan het lossen en nog iets verderop is de waterwagen druk bezig water weg te pompen op de natte stukken. “Het is eigenlijk te nat, dat geeft beperkingen, maar ze willen door”, zegt de ondernemer. Voor De Bie weer extra werk. “Afgelopen jaar profiteerden we van de droogte. Toen moesten de waterwagens vanwege de grondvervuiling wekenlang het terrein stofvrij houden.”

GRONDIG 2 2019

25


,99%* vanaf 1 aarden g in r ie c rw Finan eer naar de voo * inform

VAN ALPEN NAAR DE REST VAN DE WERELD: ALLES WAT U NODIG HEEFT ALS PROFESSIONELE LOONWERKER. Techniek van LEMKEN is onderscheidend, niet alleen door de blauwe kleur, maar vooral door kwaliteit, veelzijdigheid en doordachte techniek. Wij kunnen dit leveren door technologisch leiderschap. Wereldwijd werken meer dan 1.400 medewerkers voortdurend aan oplossingen om te kunnen voldoen aan de specifieke wensen van onze klanten.

lemken.com

Geld sparen – Kemper fahren nt! Vroeg beslissen loo

Wereldwijd de nr. 1 bij maïsbekken

Maak nu gebruik van de voorverkoop korting: Fred van der Eijk | Telefoon: +31 610 93 43 53 info@kemper-stadtlohn.de

VARIABELE PERS (V-SERIE)

VASTE PERSKAMER (F-SERIE)

BEN TÙ VO AL KLA OR HET AR NIE SEI U WE ZOE N?

Archimedesstraat 9 7701 SG Dedemsvaart

Regio NOORD Regio MIDDEN Regio ZUID

: Arie Dunnewind : Gerrit Baan : Eltje Brand

T. 06 2904 3366 T. 06 4602 1917 T. 06 2970 0083

www.duport.nl


Onkruidbestrijding in grasland Als loonwerker maak je het verschil!

Bestaand grasland 2 l/ha Cirran® + 1,25 l/ha Tapir® (of 1,5 l/ha Primstar®) Bestaand grasland met veel ridderzuring 1,5 l/ha Jepolinex® Pro + 1,5 l/ha Tapir® (of 1,9 l/ha Primstar®)

“Bij een lage melkprijs wordt een onkruidbestrijding vaker uitgesteld. Met alle gevolgen voor de kwaliteit

Eerstejaars grasland

van het grasland. Deze ‘besparingen’ kosten uiteindelijk

1,5 l/ha Jepolinex® Pro + 1,25 l/ha Tapir®

geld. Mijn advies is dan ook: blijf de onkruidbestrijding

(of 1,5 l/ha Primstar®)

onder alle omstandigheden serieus nemen.” Pieter Sonnemans, loonspuiter in Someren

Adviezen onkruidbestrijding 2019

Klavergrasland 4,0 tot 4,5 l/ha Buttress®

Wees er vroeg bij. Maart en april zijn vaak de beste

Meer informatie

maanden voor een onkruidbestrijding. Het is snel

Neem voor technische informatie en adviezen contact

rendabel en levert melkveehouders honderden euro’s

op met uw adviseur van gewasbeschermingsmiddelen.

aan extra ruwvoer op. Hiernaast onze adviezen:

Kijk ook op onze website meergrasmeermelk.nl.

Cirran®, Jepolinex® Pro en Buttress® zijn gedeponeerde handelsmerken van Nufarm. Primstar® en Tapir® zijn geregistreerde handelsmerken van Dow AgroSciences. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


ondernemen met

vaktechniek

GRONDIG.COM

SLEUVEN FREZEN MET MINIGRAVER

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

60 naar 45 centimeter te gaan, kan de sleuvenfrees worden ingezet als alternatief voor de minigraver met banaanbak. Atsa werkt samen met de TU Delft aan de integratie van een bodemcamera in de sleuvenfrees.

FOLIEBINDING VOOR VICON FASTBALE

stop-persproces. De lengte van de lengte wordt automatisch berekend voor een minimum van folie tussen het binnenkomende gewas en de baal. Dankzij het non-stop-concept van de FastBale is stilstand bij foliebinding niet nodig. De gebruiker kan kiezen tussen het gebruik van folie of net, zonder dat daarvoor mechanische aanpassingen nodig zijn.

VOLLEDIG ELEKTRISCH AANGEDREVEN TORO Om het graven van sleuven te versnellen, heeft Verhoeven samen met kabellegger Atsa Infra Tel een sleuvenfrees op de minigraafmachine getest. Die test verliep succesvol, want de combinatie haalde, inclusief het omzeilen van obstakels, een snelheid van ongeveer twee meter per minuut. Dit was inclusief oponthoud door puin en boomwortels. De gebruikte sleuvenfrees is ontwikkeld door Auger Torque en is gemaakt voor het gebruik op minigraafmachines. Door van

Toro komt met de Greensmaster eTriFlex, een volledig elektrisch aangedreven greenmaaier die is gebouwd op het Toro TriFlex-platform. Toro

Foliebinding is voor het komende grasseizoen volop leverbaar op de Vicon FastBale-non-stopperswikkelcombinatie. De FastBale heeft daarbij het voordeel dat de gewasstroom automatisch wordt geregeld als onderdeel van het ­ nonadvertentie

Importeur voor de Benelux

EUROSTEEL BV VAN HEEMSKERCKWEG 10 5928 LL VENLO NEDERLAND WWW.EUROSTEEL.NL

28

GRONDIG 2 2019


gaat hem in twee uitvoeringen brengen, namelijk de 3360 met Kawasaki-benzinemotor met aggregaat en de 3370 met lithium-ionaccupakket van Samsung. De Toro Greensmaster eTriFlex 3360 wordt eind dit jaar verwacht. De eTriflex 3370 met lithium-ionbatterij zal naar verwachting begin 2020 leverbaar zijn.

INNOVATIEF DEUTZ-KEYOUWATERSTOFMOTORPROJECT

op basis van gevestigde dieselmotortechniek. De standaard dieselmotor is voorzien van een nieuwe cilinderkop en een ontstekingssysteem.

handgedragen lans met tweehandsbediening en wordt geleverd inclusief een set veiligheidslaarzen en een veiligheidsinstructie.

ROOTWAVE VOOR HANDMATIG ELEKTRISCH ONKRUID BESTRIJDEN

GEÜPDATETE TEBBE HS240 GESPOT

Ramm importeert de elektrische onkruid­ bestrijdings­ machines van Rootwave, gemaakt door de Engelse fabrikant Ubiqutek. De Rootwave doodt onkruid met een elektrische lading van binnenuit. Door de plant met de lans aan te raken, stuurt de Rootwave elektrische lading door de stengel en de wortel van de plant, waarbij door de vrijkomende warmte de wortels worden gekookt. De elektrische onkruidbestrijder bestaat uit een

Deutz toont op beurzen een eerste prototype van een 180 kW (245 pk) Deutz-Keyou TCD-7,8-literwaterstofmotor. Keyou in München werkt samen met Deutz aan deze oplossing. Deutz en Keyou zien in deze variant goede toekomstmogelijkheden om aan de eisen van zero-emissie te voldoen met behoud van de brandstofinfrastructuur en

Op de komende Agritechnica wordt hij officieel geïntroduceerd, deze geüpdatete versie van de Tebbe HS 240-universeel-precisiebreedstrooier. De bak is zeven centimeter tapser gemaakt om plakkende mest en compost gemakkelijker te lossen. Tebbe heeft de bevestigingspunten van de zes weegstaven voor de weeginstallatie en de afgiftecomputer op het chassis gevlakt om ze exact even hoog te krijgen. Ten slotte is er een nieuwe ‘optionele’ cardanaandrijving voor de walsen. Deze is extra zwaar uitgevoerd om onderhoud te besparen ten opzichte van kettingaandrijving en lichtere cardanversies.

advertentie

DELVANO veldspuiten

Gemaakt vóór en door professionals Bel ons voor de dichtstbijzijnde dealer.

NV-SA

Informeer ook naar ons ruime aanbod gebruikte veldspuiten!

Zelfrijdende, getrokken en gedragen veldspuiten

Zuidweg 13-15 • 4413 NL Krabbendijke • T 0113 - 50 26 10 I www.gebrweststrate.nl • E info@gebrweststrate.nl Verkopers: Ko Smalheer, 06 - 53 24 90 27 Arjan Weststrate, 06 - 46 32 20 64

GRONDIG 2 2019

29


BOBCAT LANCEERT EERSTE ELEKTRISCHE EENTONS MINIGRAAFMACHINE Op de komende Bauma 2019 lanceert Bobcat de nieuwe elektrische E10e-minigraafmachine, naar eigen zeggen de eerste commercieel verkrijgbare, volledig elektrische eentons zerotail-swing-minigraafmachine. De nieuwe E10e heeft hetzelfde zero-tail-swing-profiel en dezelfde buitenafmetingen als de standaard E10/E10z en biedt gelijkwaardige prestaties. Door het gebruik van alleen laagspanning is er geen speciale vergunning nodig om aan de E10e te werken. De machine kan volgens Bobcat een volle werkdag van acht uur werken in combinatie met een optionele externe Bobcat-superlader.

SEPP KNÜSEL ONTWIKKELT ELEKTRISCHE RIGITRAC

De Zwitserse trekkerfabrikant Sepp Knüsel heeft een volledig elektrische RIgitrac SKE 50 ontwikkeld. Hij heeft een vermogen van 50 kW (68 pk) en is voorzien van een 80 kWh lithium-ionaccu. Knüsel heeft gekozen voor vijf elektromotoren voor afzonderlijke aandrijving van de achterwielaandrijving, voorwielaandrijving, aftakas, frontaftakas en hydrauliekpomp. De SKE 50 heeft een warmtemanagement geïntegreerd en ook wordt er bij het afremmen energie teruggewonnen. Knüsel verwacht dat je er circa vijf uur mee kunt werken op één acculading.

NIEUWE PERFECT TRIGANTKLEPELMAAIER VOOR BIG M 450 Voor de Krone Big M 450 heeft Perfect Van Wamel BV in samenwerking met Krone Maschinenfabrik GmbH een serie versterkte klepelmaaiers ontwikkeld. Krone en Van Wamel claimen met deze 9,30 meter brede combinatie op basis van een praktijkproef een hogere capaciteit en een betere efficiëntie dan een trekkertriplemaaiercombinatie. De combinatie bestaat uit een Krone Big M 450 in combinatie met een nieuwe Perfect-frontklepelmaaier van 3,13 meter en Perfect-zijklepelmaaiers van elk 3,20 meter. De ombouw van de Krone- naar TriGant-maaiers kost volgens Van Wamel ongeveer twee uur.

advertentie

OMDAT DE BODEM EEN VERHAAL VAN UITDAGINGEN IS !

DE BODEM IS HET KAPITAAL VAN DE LANDBOUWER. Daarom moeten wij er zorgvuldig mee omspringen. Met MICHELIN Ultraflex technologie heeft u die zekerheid!

Voor meer informatie, ga naar landbouw.michelin.nl

MIC-XXXXXX-AD Ultraflex-200x134.indd 1

30

GRONDIG 2 2019

A BETTER WAY FORWARD

20/02/18 14:16


GROENOORD TOONT GATOR MET BRANDSTOFCEL

STIHL START ACCUPRODUCTIELIJN

GVG WERKT AAN AUTONOOM TANKCONCEPT

De Stihl Groep start een eigen productielijn voor accu’s. In een nieuwe productiefaciliteit in Waiblingen zullen ruggedragen accu’s voor professionele toepassingen worden geproduceerd. Het merk lanceerde in 2009 een lijn accuproducten voor professioneel gebruik. De accuproductielijn zelf werd de afgelopen achttien maanden gebouwd in het nieuwe gebouw in Waiblingen-Hegnach. De eerste intern geproduceerde accu’s worden in de herfst van 2019 op de markt verwacht. Een volledig autonoom tanksysteem, geschikt voor herwinbare ecodiesel en op termijn misschien wel voor waterstof en dat overal op locatie in te zetten is. GVG Oliehandel BV presenteerde onlangs zijn visie over hoe we in de toekomst onze machines tanken, gericht op kleinverbruikers in met name de groensector. Het gaat om een tanksysteem met 208-litervaten en een accupakket dat wordt gevoed door geïntegreerde zonnepanelen. De bevoorrading is geautomatiseerd via een sensor die in digitale verbinding staat met GVG en met de gebruiker.

In samenwerking met Holthausen Clean Technology en de gemeente Groningen heeft John Deere-dealer GroeNoord een John Deere Gator XUV 865 M omgebouwd tot een voertuig met elektrische aandrijving in combinatie met brandstofceltechniek. De Gator is voorzien van een 15 kW brandstofcel in combinatie met een twee kilogram waterstof bevattende hogedruktank en een 40 kW elektromotor. Deze combinatie moet in de praktijk circa acht uur kunnen draaien op een tankvulling. advertentie

www.vicon.nl

FASTBALE NON-STOP PERSEN

Denk anders, denk vooruit De Vicon Profi lijn is net even anders dan u verwacht. Door anders te denken, bieden wij oplossingen op onze kunstmeststrooiers, triple schijvenmaaiers, 4-rotor harken en FastBale ronde balenpersen die de grasoogst efficiënt, plezierig en succesvol maken. Bel onze grasoogst specialist voor meer informatie: +31 (0)321 387123

GRONDIG 2 2019

31


OVERZICHT GRONDKIPPERBANDEN Cumelabedrijven kiezen gerichter en op zeker

ondernemen met

vaktechniek

Uit een inventarisatieronde onder kipperfabrikanten blijkt dat veel cumelaondernemers op zeker spelen en gerichter hun b ­ anden kiezen. Mede hierdoor is de bekende Michelin 24-R20.5 XS nog steeds een hardloper. Er is tegenwoordig echter meer dat goed gaat, zodat ondernemers ook bewust andere banden kiezen. De hoofdmoot van de afzet blijft echter beperkt tot een select ­gezelschap heavy duty-banden.

Kipperleveranciers adviseren kopers een select aantal banden, omdat ze liever geen claims willen.

32

GRONDIG 2 2019

Een stapel banden bij kipperfabrikant Jan Veenhuis M ­ achines in Raalte geeft al aan waar het om draait. De Michelins 24-R20.5 overheersen, hoewel er ook verschillende andere merken liggen. “De meeste klanten kiezen voor zeker, want ze rijden er al op, kunnen zo gemakkelijk wisselen en weten dat dit probleemloze banden zijn”, legt Marc Veenhuis de keuze voor de Michelins uit. Hij voegt eraan toe dat ze dat zelf als fabrikant ook graag zo hebben. “Wij zijn geen bandenverkoper, wij zijn kipperbouwer. We hebben wel graag dat het goed gaat met de banden en adviseren de klanten daarom wel. Er zijn meerdere goede banden te koop. Ons maakt het niet uit, maar we waarschuwen vooraf wel op signalen die we vanuit de markt binnenkrijgen. Dan komt de koper daarna geen verrassingen tegen en kan hij in elk geval bij ons geen verhaal halen.”

Dit wordt door de fabrikanten Alasco, Beco, Van Ginkel en Krampe bevestigd. Ze geven allemaal nadrukkelijk aan dat de klant koning is, maar dat ze wel sterk adviseren op basis van bandentabellen en ervaringen die ze van gebruikers teruggekoppeld krijgen. Dan blijven er weinig geschikte ­ banden over als het om echt volle belasting gaat. Wie met verstand anticipeert in belading en transport heeft wel een bredere keuze in merken en types.

Loadspeedindex 176 De grondkipperleveranciers die we spraken, vinden een loadspeedindex van 176D (7,1 ton per band, 28 ton op het tandemstel) een veilig vertrekpunt voor de bandenkeuze, wel altijd in relatie met de snelheidsaanduiding. D staat al voor 65 km/u en F voor 80 km/u, al is deze voor Nederland


Van der Weijde gaat op zeker Een opvallende bandenkeuze is te vinden onder deze combinatie van cumelabedrijf C.H. van der Weijde in Dordrecht. Om op zeker te kunnen rijden met een ingeschatte lange levensduur zet het bedrijf zijn Alasco op deze Windpower-750/65R25-banden met een loadspeedindex van maar liefst 190B en 44 millimeter profieldiepte. Die kosten wel even wat meer (bijna het dubbele), maar ze hebben na drie jaar zware inzet geen problemen en weinig slijtage. Ze blijven dankzij het grovere profiel ook goed rollen in het veld, vindt Van der Weide. Dergelijke banden, die zijn ontwikkeld voor knikdumpers, zijn er ook in de maat 650/65R25.

minder belangrijk, omdat we ons hier (als het goed is) beper­ ken tot 40 km/u. Gezien de aslasten bij tandemgrondkippers in de praktijk is de belasting bij een volle lading zandgrond met zo’n 28 ton op de tandem passend om mee te rekenen. Zit je in puin of zware klei, dan kan dit doorschieten naar 32 ton of zelfs hoger in stilstand. Bij het nemen van bochten, deinen en drempels mag je hier gerust een flinke factor bij optellen. Bij een star tandemstel moet je daar dan nog een wringingsfactor aan toevoegen. Daarvoor geldt de vuistregel dat je dan maar met de draagkracht van drie banden mag rekenen. Dat is ook de reden dat de gronddumperfabrikan­ ten unaniem aangeven dat je bij die loadspeedindex van 176D bij hoge belading met beleid en verstand moet rijden en de bandenspanning op orde moet houden. Dat wil beide in de praktijk in alle drukte wel eens ‘niet lukken’ en dat is wel een reden waarom er wat mis kan gaan met banden die heel zouden moeten blijven op grond van hun draagvermogen en reputatie. Het niet op orde houden van de bandenspanning is volgens de kipperbouwers zelfs één van de grote redenen van bandenproblemen.

Snelheid en spanning Dat brengt ons bij de belangrijke relativering van snelheid en spanning. Het is wel zaak je niet blind te staren op de load­ indexwaarden, maar de banden te beoordelen op de aange­ houden praktijkspanning bij de aangehouden snelheid. Daarom hebben we in de tabel de waarden van 40 km/u bij 4,0 bar weergegeven. Je ziet dan een ander beeld dan als je puur en alleen naar de loadspeedindex kijkt. Er zijn banden­ merken die de maximale belasting bij 4,0 bar opgeven, maar ook die naar 6,0 bar of zelfs hoger gaan. Een band die de maximale waarde bij 6,0 bar haalt, zal dus bij 4,0 bar minder draagkracht hebben. Dat is in de tabel goed te zien aan het verschil tussen de Michelin XS en de andere 24-R20.5-kandi­ daten. Een belangrijke nuance voor de praktijk, want veel bedrijven rijden op 4,0 bar, omdat dit in het terrein even ­fijner is en zonder lading een minder ‘stuiterende’ kipper geeft dan een bandenspanning van 6,0 bar. De leveranciers voegen hier wel aan toe dat er genoeg be­ drijven zijn waar het prima blijkt te functioneren met een loadspeedindex van 169/170, omdat die de spelregels in acht nemen en rekening houden met de wettelijke aslasten,

Banden voor grondkippers MERK

MAAT

PROFIEL

LS-INDEX

DRAAGKRACHT IN KG BIJ 40 KM/U 4,0 bar

6,0 bar

Michelin

24R20.5

XS

176F

8194**

n.t.*

Alliance

24R20.5

390/392 HD

176F

6440

8170

Aeolus

24R20.5

AE 77

176F

6110

8165

Techking

24R20.5

DK20/22

176F

7260

9030***

Magna/Obo

24R20.5

AG23/AG24

178D

6410

8165

Alliance

650/55R26.5

380 HD

177D

8950

9930

BKT

650/55R26.5

FL630 super HD

178D

9080

10.200

Mitas

650/55R26.5

Agriterra 2

169D

7888

n.t.

Nokian

650/55R26.5

CT BAS

177D

7900

9950

Michelin

650/55R26.5

CargoXbib

165D

7000

n.t.

Trelleborg

680/55R26.5

Twin Radial

171D

7000

n.t.

Vredestein

650/55R26.5

Flotation Trac

169D

7890

n.t.

* Niet toegelaten volgens bandenspanningstabel. ** In de praktijk vaak tot 5,0 bar gereden, dan geldt dezelfde draagkracht. De officiële tabel stopt bij 40 km/u tot 4,0 bar. *** Maximale draagkracht 10.100 kg bij 6,9 bar en 40 km/uur.

GRONDIG 2 2019

33


ondernemen met

vaktechniek

TRENDS BIJ GRONDKIPPERFABRIKANTEN

In het kort wat enkele grondkipperfabrikanten opmerken over de keuze van banden onder gronddumpers. Alasco Alasco merkt dat gebruikers die het meest op de weg rijden toch weer voor de Michelin XS kiezen. Bij dumpers die meer het veld ingaan, gaat het bij Alasco vooral om banden in de maten 650/55R26.5 en 650/60R26.5 van BKT en Mitas. De­ ­fabrikant hoort goede ervaringen met de Nokian CT BAS, die met zijn maten heel goed aansluit op de maximale breedte van 2,55 meter.

Jan Veenhuis Jan Veenhuis ziet dat de Michelin XS nog onveranderd ­populair blijft, zeker voor bedrijven die veel op de verharde weg rijden. Het gaat nog steeds richting de vijftig procent. Naast de Michelin XS vindt bij Veenhuis vooral de Alliance 380 HD aftrek. De Nokian CT BAS komt sterk opzetten als sterke, slijtvaste en stabiele band. Veenhuis heeft ook succesvol afgeleverd op vrachtwagenbanden.

Beco Beco ziet dat veel kopers op zeker gaan met de Michelin XS. Op jaarbasis is deze band (bij tandemassers) nog altijd goed voor bijna de helft van de montages. De fabrikant verkoopt bij de 600- en 650-banden vooral BKT en Alliance. Daar waar gebruikers beducht zijn voor inrijding blijkt steeds vaker de Nokian CT BAS een alternatief te zijn voor de 24R20.5. Drieassige kippers worden ook bij Beco vaker op 30.5-inch-banden gezet.

Krampe Krampe ziet een sterkere segmentering naar inzet. In gebieden met harde (rots)ondergrond wordt meestal gekozen voor de Nokian CT BAS. De Michelin XM is niet langer de hardloper. Krampe ziet een groeiende voorkeur voor de CargoXbib van hetzelfde merk. In zijn algemeenheid doet BKT het goed en is de Alliance HD ook een veelverkochte band. High speed met 65 of 80 km/u is in Duitsland wel een item.

VGM Bij de tweeassige dumpers gaat het bij van Ginkel Machines (VGM) voornamelijk om 26.5-banden. De Michelin XS wordt nog wel verkocht, maar is geen hardloper meer. De meeste dumpers gaan bij VGM weg op Mitas 650/55R26.5-banden. Van Ginkel ziet een tweedeling tussen twee- en drieassige dumpers. De drieassige dumpers worden geregeld op hogere 30.5-inchbanden besteld.

34

GRONDIG 2 2019


snelheid en bandendruk. Uit Duitsland en België komen er ook minder klachten over kapotte banden omdat gebruikers daar meer geneigd zijn zich aan de wettelijke aslasten te houden. Er zijn er zelfs die met de flotation-banden zonder stalen karkas ook prima transporteren. Die gaan dus echter niet ‘tot het gaatje’.

Select aantal banden De hoge loadspeedindex voor het zware gronddumperwerk en de wens dat de banden goed bestand moeten zijn tegen inrijdingen (stalen gordel in loopvlak) brengen ons bij een select aantal banden waarop deze grondkippers worden afgeleverd. De vijf kipperfabrikanten noemen dezelfde merken en typen banden: Michelin XS, Alliance 380 HD, BKT FL 693M, Nokian CT BAS en Mitas Agriterra 2. De Michelin XS wordt nog steeds het meest verkocht, omdat de ervaringen daarmee heel goed zijn en deze een volledig stalen karkas heeft, ook in de zijwangen. Ook al wordt het niet de meest slijtvaste genoemd, je kunt hem wel meerdere malen coveren en kunt doorgaan op die maat velgen. Dan is het met uitwisselen ook gemakkelijk. De kipperfabrikanten zien dat de meeste klanten niet voor de circa dertig procent goedkopere andere merken met 24R20.5-varianten kiezen, ook al zijn er met enkele daarvan best goede ervaringen. Er zijn er ook die te hard slijten en problemen geven. We hebben te weinig input om daar namen aan te plakken. We hebben voor de beeldvorming de Aeolus, de Techking en de Magna (voorheen Obo) in de tabel opgenomen. Het zijn juist de 650/55R26.5-banden met een grover trekkerprofiel aan de buitenkant en een nokprofiel aan de binnenkant voor transport die een flink deel van de markt hebben ingenomen vanwege hun betere (rol)eigenschappen in het veld. Deze banden hebben een grover profiel. Dat is fijn in het veld en lost beter, maar op de weg zijn ze luidruchtiger en hebben ze mogelijk wat meer weerstand, al is hier geen ­getalsmatige onderbouwing beschikbaar. De merken die de grondkipperleveranciers hier noemen, zijn Alliance, BKT en Mitas. Alliance is hier met de HD-reeks al jaren een alternatief, met name voor het 380-profiel. Deze rolt goed door in het veld en blijkt slijtvast te zijn. Een merk dat vooral in Duitsland en tegenwoordig ook in Nederland sterk is komen opzetten, is BKT. Dat heeft met de 630 super HD-variant met een vrij grof profiel de hoogste loadspeedindexwaarde van 178D. In Nederland wordt FL693 met een wat fijner profiel ook vaak verkocht. Deze heeft net als de standaard 630 een loadspeedindex van 169D. Mitas is er ook bij gekomen als een (goed­ koper) alternatief, maar hier wel met het advies vanwege de loadspeedindex van 169D de belasting in de gaten te ­houden.

Transporters en floaters Naast het veldwerk zijn een harde, scherpe ondergrond en een flink aandeel wegtransport ook een aandachtspunt bij de bandenkeuze. Vanuit dit oogpunt zijn er velen die dus

toch weer de Michelin XS kiezen. Daarnaast blijkt Nokian met zijn CT BAS een serieus alternatief te zijn. Deze heeft een ­extra stalen gordel ten opzichte van de concurrenten (met ook stalen gordels in het loopvlak) en heeft veel rubber. Als ­nadeel wordt genoemd dat de band meer ‘snijdt’ dan andere flotation-banden. In Duitsland is die band vanwege zijn ­robuustheid en slijtvastheid al een hardloper geworden in steenachtige gebieden. Ten slotte zijn er natuurlijk nog de flotation-banden zonder stalen karkas in het loopvlak met hun fijnere profiel. Het zijn banden die primair zijn ontworpen als floaters voor bodemsparing. Er zijn er die daarvoor kiezen en het meer smeren op de weg voor lief nemen. In Duitsland vormen die banden ook een argument, omdat ze stiller zijn bij transport. Vanuit dit oogpunt doet de Michelin CargoXbib het in Duitsland juist goed en deze komt volgens een leverancier ook in Nederland weer meer opzetten. Met de nieuwe serie CargoXbib lijkt ­Michelin de minder sterke punten te hebben aangepakt. We hebben in de tabel naast de CargoXbib ook dergelijke ­flotations zonder stalen karkas van Trelleborg en Vredestein toegevoegd om de verhoudingen weer te geven. Deze zijn vanwege het ontbreken van een stalen karkas primair niet geschikt voor de inzet bij zware grondkippers. Dat geven de bandenmerken zelf ook aan.

Drieassers hoger Onder de tweeassige dumpers is nu vooral de circa 135 centimeter hoge 650-band op 26,5 inch-velgen de hardloper, samen met de Michelin XS. Er gaan ook wel kippers op 150 centimeter hoge banden weg op eventueel 30.5-inchvelgen. Die passen er zonder aanpassingen aan het onderstel nog (net) op (of net niet). Er zijn wel incidenteel kippers met nog hogere 650/65R30.5-banden verkocht vanwege minder rolweerstand en betere veldeigenschappen. Dat zet niet echt door, omdat ze hoger en dus instabieler zijn, ze in het verkeer toch dreigender overkomen en het onderling uitwisselen van banden een item is. Het merendeel is 650 millimeter breed. Er zijn er ook die 600-banden kiezen en in streken met minder draagkrachtige gronden zien we ook 710-varianten (in combinatie met even brede of bredere trekkerbanden). Bij de drieassers zien de leveranciers wel een trend richting hogere maten. Die kippers worden alom steeds vaker verkocht op tot 150 centimeter hoge 30.5-inch-banden, vaak 650 of 600 millimeter breed. Een enkeling koopt voor heel veel of uitsluitend wegwerk (vaak haakarm) ook wel vrachtwagen-(offroad)banden. Alle kipperleveranciers waarschuwen dat geld altijd belangrijk is, maar dat banden bepaald geen sluitpost mogen vormen in verband de hoge belasting en het belang van doorrijden. We hebben in een tabel de 24R20.5-band naast enkele populaire 650/55R26.5-banden gezet. Succes met uw keuze.

TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Michel Velderman, leveranciers, Vreemann

GRONDIG 2 2019

35


TECHNIEK Grote stap voorwaarts

ondernemen met

vaktechniek

Michelin lanceert nieuwe IF 1000/55R32 CFO FloatXbib-banden voor zelfrijders De DeLuTa-beurs had de voorintroductie en op de Sima introduceerde Michelin officieel de nieuwe FloatXbib-band voor zelf­rijders en oogstmachines. Deze op de CereXbib gebaseerde band met IF Ultraflex heeft hogere draagkracht en een zoden­ vriendelijker en slijtvaster profiel gekregen. Het waarom en de ervaringen van de cumelabedrijven Lettink BV in Westendorp en Hoftijzer Lochem BV.

Officieel is hij na het afsluiten van deze uitgave op de Sima gepresenteerd, de nieuwe Michelin FloatXbib IF 1000/55R32 CFO-band met een loadspeedindex van maar liefst 191D/188E. We zagen hem echter al in december op de DeLuTa-beurs in Bremen. Daar vertelde de vertegenwoordiger van Michelin op de stand ons dat het merk de nieuwkomer vooral als een graslandband ziet en dan meer voor het vlakke Nederland dan voor de bergachtige streken in Duitsland, omdat dit geen profiel is voor een hoge trekkracht en veel houvast op de hellingen. Hij refereerde meteen aan de be-

36

GRONDIG 2 2019

kendere CereXbib-band met het normale trekkerprofiel in dezelfde maat, waarbij de nieuwe band op basis van dat IFkarkas is ontwikkeld. Het profiel is wel duidelijk anders, met dikke, gebogen nokken en bij de schouders tussennokken, omdat de bekende MegaXbib-banden bij zelfrijders bij veel bochtenwerk op de zijkanten harder kunnen slijten dan op het midden van het loopvlak. Extra rubber compenseert dat dan, is de logische gedachte. Verder is de nok in het midden wat doorgetrokken en zit er meer rubber voor betere transporteigenschappen.


VERGELIJKING MICHELIN FLOATXBIB, CEREXBIB EN MEGAXBIB Band

FloatXbib

CereXbib

MegaXbib T2

MegaXbib 2

Maat

1000/55R32 CFO

1000/55R32 CFO

1050/50R32

1050/50R32

Profiel

float

trekker

trekker

trekker

Loadspeedindex

191D

188A8

184A8

178A8/172D

Breedte

1042 mm

1040 mm

1040 mm

1055 mm

Hoogte

1877 mm

1931 mm

1856 mm

1858 mm

DRAAGLAST Veld

15 km/u (cyclisch)

10 km/uur cyclisch

1,2 bar

9765 kg

9765 kg

7820 kg

n.v.t.*

1,4 bar

10.890 kg

10.890 kg

8840 kg

n.v.t.*

1,6 bar

12.013 kg

12.015 kg

9860 kg

9860 kg

2,4 bar

14.338 kg

14.340 kg

11.985 kg

12.070 kg

3,2 bar

16.895 kg

n.v.t.*

14.035 kg

n.v.t.*

2,0 bar

8500 kg

8500 kg

6900 kg

6900 kg

2,2 bar

8875 kg

8875 kg

7200 kg

7200 kg

2,6 bar

9625 kg

9625 kg

7875 kg

n.v.t.*

2,8 bar

10.000 kg

10.000 kg

8250 kg

n.v.t *

3,2 bar

10.900 kg

n.v.t*

9000 kg

n.v.t. *

TRANSPORT 40 KM/U**

* Niet van toepassing: spanning is volgens de bandentabel niet toegelaten ** Bij 2,8 bar maximaal opgegeven waarde

Het zijn dus bepaald niet de scherpe hoge nokken van de CereXbib IF 1000/55R32-band die we al kennen voor oogstmachines. De CereXbib is specifiek voor het trekwerk van oogstmachines gemaakt en met zijn hoge, scherpe nokken primair niet geschikt voor grasland en dus ook niet ontworpen voor (mest)zelfrijders zoals die bij ons worden ingezet. Verder wijst de Michelin-man op de aanduiding CFO. Dat wil zeggen dat deze band voor cyclisch trekwerk hogere waarden heeft dan een band zonder deze aanduiding. Bij lagere spanningen kan deze bij 15 km/u bij zelfrijders tot 55 procent meer belasting aan. Een belangrijke nuance. Op de DeLuTabeurs werd een draagvermogen opgegeven van veertien ton tot 30 km/u bij cyclische belasting in het veld. Daarmee zijn ze ook prima geschikt voor het met hoge snelheden strooien van mest op de grote Duitse vlaktes.

Flink lager in druk Even googelen en je komt uit bij de bandentabellen van de CereXib IF 1000/55R32 CFO en bij de tabellen voor de bekende MegaXbib 1050/50R32-banden. Daar is de CereXbib opgegeven voor een loadspeedindex van 188A8, dezelfde waarde die we op de testbanden van Lettink terugvinden (zie kader). Michelin heeft de band (daarna) toch specifiek doorontwikkeld naar de nog hogere waarden van 191D. Het merk heeft naderhand ook die getallen vrijgegeven. We hebben de waarden van de nieuwe FloatXbib naast die van de CereXbib gezet plus de vergelijking gemaakt met de bekende MegaXbib-banden met een loadspeedindex van 184A8 en 178A8 zoals we die nu tegenkomen onder zelfrijdende mestmachines. De tabel laat duidelijk zien dat de FloatXbib en de CereXbib dankzij IF-techniek hogere aslasten aankunnen.

Daarbij hebben de IF-banden ook nog eens een andere draagkarakteristiek dan de MegaXbib-banden. De draagkracht is bij de IF-banden spanninggerelateerd. Dat wil zeggen dat de draagkracht bij toenemende transportsnelheid niet terugloopt. Bij de MegaXbib-banden gebeurt dat zoals u weet wel. Bij aslasten van 20 tot 24 ton in het veld (volle bemester) kan de nieuwkomer net als de CereXbib in het veld bij 15 km/u cyclisch op zo’n 1,2 tot 1,6 bar worden gezet, tegenover 1,6 tot 2,4 bar voor de MegaXbib T2 (184A8). Dat is een forse winst. Transport, met geheven bemester in de praktijk toch goed voor circa 22 tot 26 ton aslast achter, blijft een knelpunt. De huidige MegaXbib-banden komen bij volle vracht en geheven bemester met 9,0 ton te kort om 40 km/u te rijden, zeker als je het deinen meerekent. De FloatXbib scoren met 10,9 ton aanmerkelijk beter. Het blijft echter oppassen en met beleid rijden om de banden heel te houden als u (toch) met volle tank transporteert.

Flinke stap De band is op de Sima gelanceerd en was daar ook al te zien onder een Vervaet. Michelin Nederland voegt eraan toe dat uit testervaringen blijkt dat de FloatXbib voldoende trekkracht levert op gras- en bouwland en dat de trekkracht pas achterblijft als de omstandigheden zodanig (nat) zijn dat je je moet afvragen of je dan moet rijden. Los van deze discussie is duidelijk dat Michelin met de nieuwe FloatXbib ten opzichte van de MegaXbib-banden een grote stap voorwaarts maakt in draagkracht. Als we die ruimte dan niet inpikken door er nog grotere tanks op te leggen, gaan we er flink op vooruit. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann

GRONDIG 2 2019

37


ondernemen met

vaktechniek

Gebruikerservaringen Michelin FloatXbib Cumelabedrijven Lettink BV in Westendorp en Hoftijzer Lochem BV draaien al lange tijd met prototypen van de FloatXbibbanden. Hun ervaringen onder een Vervaet Hydro Trike en een Vredo VT3936.

LETTINK BV, WESTENDORP “Ze houden zich goed” Loonbedrijf Lettink in Westendorp draaide de afgelopen drie ­seizoenen rond de 2500 uren met de testbanden onder zijn Vervaet. Na 2500 uur zijn de banden al wel wat gesleten, maar niet over­ matig en mooi regelmatig. Er is geen extra slijtage aan de zijkanten te zien, er zijn geen scheuren en barsten bij de nokken en geen pro­ blemen bij de hielen. Lettink werkt met tussencontainers en trans­ porteert zo weinig mogelijk vol over de weg. In het veld staan de nieuwe FloatXbib-banden op 1,6 bar. “We zien dit als een waarde waarbij de banden het goed doen en de zode voldoende wordt ge­ spaard”, aldus Jeroen en René Rougoor. Op de weg houden ze 2,5 bar aan. Het bedrijf is tevreden over het slijtagebeeld en het gedrag van de band in het land. “Ze zijn beter dan de MegaXbib 2-banden. We hebben beide versies, de 184A8 en de 178A8. Daarvan bevallen de 178A8-banden ons beter, omdat deze soepeler zijn.” De discussie zit bij Rougoor vooral vast op het nieuwe profiel. “Dat biedt minder trekkracht en daarmee zijn ze minder geschikt voor bouwlandbemesten dan de MegaXbib-banden met het traditione­ le trekkerprofiel”, aldus de broers Rougoor. Ze gaan hierin nog een stap verder. “We hebben in het verleden al gezien dat banden met dikkere nokken en gladdere banden, ook al heb je minder scherpe nokkenindrukken, meer grasland kunnen versmeren dan banden met trekkernokken. De scherpe indrukken van de nokken zijn er ­natuurlijk bij het trekkerprofiel, maar daartussen wordt de grasmat meer gespaard.” Ze geven aan dat de Vredo hier vanwege een betere gewichtsver­ deling en vierwielbesturing minder last van heeft. Bij de Vredo ­slijten de MegaXbib-banden wat sterker op de flanken. En dus zijn ze er wel uit. “Prima band, maar we willen dan toch liever een versie met het traditionele trekkerprofiel.” Het setje FloatXbib gaat nu op de Vredo om te ervaren hoe de ­banden het daar doen.

38

GRONDIG 2 2019

HOFTIJZER LOCHEM BV “Slijtvaster bij transport, lagere spanning in het veld” Hoftijzer Lochem BV heeft in twee seizoenen circa 1400 uur gedraaid met de nieuwe FloatXbib-banden rondom op zijn Vredo VT3936. Hoftijzer zet de Vredo ook gerust in voor kort transportwerk, om­ dat je hiermee tijd en kosten van een extra transportcombinatie en ­tussencontainer bespaart. Vanwege de goede gewichtsverdeling en de negentienkuubs tank gaat dat prima, is de ervaring. Dat betekent dat de banden dus ook worden beproefd op slijtage bij de schou­ ders. Volgens vaste chauffeur Marco Kappert houden de banden zich goed. “We hebben in de afgelopen 1500 uur geen overmatige slijtage ­kunnen vaststellen. De banden slijten mooi gelijkmatig over het hele loopvlak en houden zich goed.” Bij Hoftijzer zijn ze goed te spreken over de extra tussennok en de brede nokken. “We reden altijd al met MegaXbibs met Obo-tussen­ nokken. We weten dat dit ten koste gaat van de trekkracht, maar op grasland zijn de banden vriendelijker en ze zijn slijtvaster. Dat is voor ons belangrijk.” Marco geeft aan dat de banden onder natte omstandigheden inder­ daad duidelijk minder trekkracht leveren dan banden met trekker­ profiel, maar bij Hoftijzer zien ze het niet als een probleem en ervaren ze de trekkracht ook niet als te laag. “Pas als het echt te nat wordt en je letterlijk door de modder rijdt, loopt de trekkracht te ver terug”, is het oordeel. Hoftijzer houdt een bandenspanning in het veld aan van rond de 2,0 bar. “Onze ervaring is dat de banden ongeveer een halve bar lager in spanning kunnen dan de voorgaande MechaXbibbanden en dat ze voor transport slijtvaster zijn en ook regelmatiger slijten.”


Alstublieft, opgeruimd staat netjes!

Tegen grassen en moeilijke breedbladige onkruiden in maïs

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


ondernemen met

vaktechniek

VENT & VISIE

Na 45 jaar neemt eigenaar en bedrijfsleider Klaas Smid van Holland Tyre geleidelijk afscheid. Smid heeft al die jaren een vaste koers gevaren, waarin helderheid en duurzame relaties samen met vooruitdenken in kansen de rode draad vormen. We zochten Smid op om de sterke parallellen van zijn bedrijfsvoering aan die van onze sector te bespreken.

“Wees een betrouwbare innovatieve adviespartner” Klaas Smid, Holland Tyre, over banden en ondernemen Een beetje cumelabedrijf met liefde voor techniek, dat graag denkt in speciale oplossingen waarmee je het verschil maakt, zal met een glimlach het verhaal van de gletsjertruck op de website van Holland Tyre, Assen lezen. Het bedrijf adviseerde niet alleen de banden, maar bedacht een totaaloplossing met banden en velgen voor ondernemer Ástvaldur Óskarsson, die dagelijks met groepen toeristen over de Vatnajökullgletsjer op IJsland rijdt. Hij kwam bij Holland Tyre terecht en klopte aan voor een advies hoe hij een hogere snelheid met zijn nieuwe bus, een speciaal omgebouwde MAN-8x8-truck, zou kunnen realiseren.

Een publieke webshop past niet in de service ­filosofie

Holland Tyre zette de bus op speciale 35.5LR32(900/65R32) banden met speciale velgen met Beadlockers. Ástvaldur Óskarsson kan met 25 km/u vijf maal z­ oveel ritten per dag organiseren.

Persoonlijk contact blijft doorslaggevend

Goed advies is doorslaggevend Klaas Smid ziet dat voor elke ondernemer als doorslag­ gevend. “Klanten willen niet alleen banden, ze willen dat hun probleem gegarandeerd goed wordt opgelost en dat ze daar altijd op kunnen terugvallen. Die meerwaarde is klanten wat waard en daarmee doe je niet mee in de laagste-prijzenjacht. Daarom hebben we ons altijd op die meerwaarde gefocust. Óskarsson laat nu een tweede truck bouwen en wij mogen weer de wielen leveren.”

Daar hoort afbakening van klanten bij Holland Tyre beperkt zich bewust tot het leveren aan machine­fabrikanten voor eerste montage en aan banden­ bedrijven. Smid vindt het belangrijk om goed af te bakenen. “Het kan verleidelijk zijn om direct aan eindklanten te leveren, maar je moet je daar niet toe laten verleiden. Je schaadt daarmee de band die je hebt opgebouwd met je belangrijkste klanten. Vertrouwen is daarin altijd doorslaggevend. Als dat in orde is, kloppen ze weer bij je aan. Deze afbakening is ­belangrijk voor de continuïteit van elke onderneming.”

40

GRONDIG 2 2019

“Webshop is snelle handel zonder advies. Het gaat dan ­alleen om prijs zonder randvoorwaarden. Klanten zijn gebaat bij goede afspraken en goede adviezen, service en nazorg. Vele hits of views op snelle media brengen ook niet veel. Je kunt beter hebben dat klanten over je vertellen en je weer bellen. Een goede internetsite is wel belangrijk, omdat klanten dan direct kunnen acteren en bestellen via de webshop achter de log-in functie. We kunnen ze dan nabellen om de zaken goed door te spreken.”

Persoonlijk contact is altijd de rode draad geweest bij Smid. Hij heeft een tijd in Amerika gewerkt om daar het vak anders te leren en heeft veel tijd gestoken in het bezoeken van relaties. Ook in deze vluchtige tijd vindt hij dat nog altijd van doorslaggevend belang. “Voordat wij met bandenfabrikanten en klanten in zee gaan, bezoeken we ze en nodigen we ze uit om bij ons te kijken. Bij persoonlijk contact versterk je de onderlinge band en bovendien zie en hoor je meer. Dat is ­nodig om kennis en kunde door te ontwikkelen, vertrouwen op te bouwen en het gesprek bij klanten en leveranciers beter aan te gaan. Dat geeft lange werkdagen en vergt veel, maar het is de enige manier.”

Goede relaties onderhouden en scherp blijven Bij duurzame relaties hoort volgens Smid ook keuzes maken in partners. In zijn geval partners die mee willen in een duurzame aanpak van via de bandenhandel op kennis gebaseerd leveren. Voor Holland Tyre is Alliance daar het meest ­sprekende voorbeeld van. Smid heeft in het verleden Alliance geholpen met de modernisering van de fabriek en de ­fabrikant op het spoor gezet van flotationbanden en rowcrop-banden en Alliance is altijd bij Holland Tyre gebleven. “Er zijn momenteel honderden potentiële leveranciers, met name uit China. Leveren willen ze allemaal en veel fabrikan-


ten kunnen best ­goede banden maken. Meegaan in duurzame relaties waar ook wisselwerking in innovatie, vertrouwen en een passende garantie(afhandeling) bij horen, is echter een ander verhaal. Daarom beperken we ons tot partners die bij ons passen. Alliance is vanuit dit oogpunt al 40 jaar ­dezelfde betrouwbare partner gebleven. CEAT is een jong merk uit India met dezelfde genen dat nu in rap tempo een breed assortiment voor de landbouw op de markt zet. Bestaande relaties aanhouden en goed ­onderhouden is belangrijk, maar je moet tegelijk scherp blijven, v­ ooruitdenken en blijven selecteren en vernieuwen, anders word je ­gepasseerd.”

Klein blijven maakt je sterker? “Kennis is kracht, banden kun je overal kopen. Binnen onze kennis- en servicegedachte past dat we een kleine, platte organisatie met korte ­lijnen hebben, waarbij alle medewerkers goed weten waar ze het over hebben. We hadden groter gekund, maar als dat niet bij je organisatie past, moet je die verleiding kunnen weerstaan. Je staat zelfs sterker als je kunt selecteren om de juiste fabrikanten en klanten aan je te binden. Daar hoort nee zeggen bij om altijd ja te kunnen zeggen tegen de ­leveranciers en klanten die wel bij je passen.”

Je moet wat achter de hand hebben Als je rondloopt in de 15.000 m2 hallen van Holland Tyre in Assen zie je behoorlijke voorraden banden en velgen, meer dan je zou verwachten op basis van het aantal mensen dat er werkt. Smid wijst met klem op de noodzaak hiervan om snel kunnen acteren. “Snelheid is voor elke ­onderneming van levensbelang. Daarom hebben we ruime voorraden. Je bent vooral een sterke partner als je direct kunt leveren als het erom gaat. Dan lever je immers meerwaarde door de klant ‘uit de brand’ te helpen. Wij zijn daar fel op. Dat compenseert de kosten van het op voorraad houden/hebben van in ons geval banden en velgen en in uw geval materieel ruimschoots.”

Voor een goede service moet de keten kloppen Naast voorraden zorgt Holland Tyre zelf voor de montage van de banden op de velgen en verzorgt het bedrijf het transport. Toch gaat er hier ook wel eens iets mis. Net als bij ieder ander stelt Smid. “Maar als iets niet klopt moet je dat oplossen. Belangrijk is ook dat onze leveranciers ­fabrieksgaranties van gemiddeld 5 tot zelfs 10 jaar geven op banden. Dat zijn belangrijke argumenten, die tellen als de keten klopt. Dat is dan weer onze verantwoording. Juist daar moet de klant op kunnen ­rekenen.”

De bedrijfsfilosofie bij overdracht in stand houden Smid runt het bedrijf al 45 jaar en is het gezicht. Een groot deel van de medewerkers is al tientallen jaren in dienst en weet precies wat er speelt. Inmiddels is Eef Brinks ingetreden om de taken steeds meer over te ­nemen. Smid ziet een overdracht vergelijkbaar aan die bij cumelabe­ drijven. “Dat is altijd moeilijk. Daarom neem ik ook geleidelijk afscheid en werken we rustig en beheerst naar een nieuwe situatie toe waarbij ik volledig afscheid kan nemen. Dat is de werkwijze die past in onze sector en nodig is om onze bedrijfsfilosofie in stand te houden. Het is belangrijk dat je een goede bedrijfsfilosofie op orde houdt, ook al zal de ­opvolger het altijd net even anders doen.” TEKST & FOTO: Gert Vreemann

GRONDIG 2 2019

41


Eindstand deelnemers 500

R E P M U B R E TREKK

VEILIG

(land)bouwverkeer

De breedtemarkering en de extra verlichting maakt pas echt duidelijk wat voor een voertuig er aan komt! J. Davelaar & Zn, Nijkerkerveen De verbeterde zichtbaarheid zorgt voor meer ruimte op de weg, wat de veiligheid vergroot en de kans op schade vermindert! Elco Sport & Cultuurtechniek, Elsendorp Van groot tot klein, alle trekkers horen veilig te zijn! J. Glijnis, Zoetermeer Zichtbaarheid is de sleutel tot betere verkeersveiligheid! Loonbedrijf Reimink, Den Ham Ook wij gaan voor veiligheid op de weg! Van Oostrum Westbroek BV, Westbroek Andere weggebruikers zien ons eerder aankomen, remmen eerder af of gaan even stilstaan. Zo kunnen we elkaar veilig passeren. Chris Schilder Ook wij gaan voor veiliger landbouwverkeer! Van Sambeeck, Bladel Veiligheid boven alles! Gebr. Eugenlink, Laag-Keppel De breedtemarkering en de extra verlichting maakt pas echt duidelijk wat voor een voertuig er aan komt. Loonbedrijf Verdurmen, Hulst Met een trekkerbumper ben ik beter zichtbaar op de weg! Gert Davelaar Grondwerken

en landschapsonderhoud, Zwartebroek

Professioneel en veilig op weg! C. Wit & Zn BV, Blokker Op veiligheid moet niet worden bezuinigd! Loonbedrijf Hendrix & Smits BV, Castenray Veiligheid voor klein, groot, jong en oud! VOF loonbedrijf Kiesels, Duiven Een nieuwe trekker met bumper zorgt voor veiligheid en een tevreden opdrachtgever! Loon- en Grondverzetbedrijf Riphagen en Zn BV, Oene

500 ste

bumper


! P O R O O V D I RS: VEILIGHE is gesubsidieerd!


ondernemen met

vaktechniek

Sterker voor meer contact Nieuwe Vredestein Traxion Optimall VF 710/75R42 scoort goed in DLG-test Een extra groot contactoppervlak dankzij nieuwe VF-technieken in combinatie met een hoge loadspeedindex. Dat is de troef van de nieuwe Vredestein Traxion Optimall. Hiervoor moet de band wel op een paar tienden lagere druk worden gezet. Het waarom, het DLG-testrapport en enkele cumelaondernemers over deze nieuwe band. Heel treffend liet Vredestein op de DeLuTa-beurs in Bremen zien waarin de kracht van de nieuwe Traxion Optimall schuilt. Bij een praktijklast van 5,3 ton met een bijpassende lage bandenspanning van 0,65 bar bleven er altijd vier nokken in contact met de grond. Dat wel gerelateerd aan een snelheid van 10 km/u. In de praktijk lopen de achterasdrukken bij trekkers van rond de 221 kW (300 pk) geregeld op tot vijftien ton. Bij deze vijftien ton aslast bij 10 km/u heb je het bij de Traxion Optimall nog over een toegestane bandenspanning van 1,4 bar bij 10 km/u en 1,6 bar bij 40 km/u. Ter vergelijking: bij vijftien ton aslast is de Vredestein XXL opgegeven voor 2,0 bar bij 10 km/u zwaar trekwerk en 2,4 bar bij 40 km/u. Eigenlijk zou het merk bij zo’n demonstratie de nieuwe Optimall naast dezelfde maat Traxion XXL moeten laten zien. In het veld bij lage snelheid kan het bij gelijke aslast een nok contact met de bodem schelen. Dat kun je als gebruiker vastpak-

44

GRONDIG 2 2019

ken. Vredestein geeft zelf als vuistregel in vergelijking tot IFen VF-banden van concurrerende Europese premiummerken een vijftien procent grotere voetprint bij dezelfde belasting, een zeven procent hogere productiviteit, zeven procent brandstofbesparing en door een hoger rubberaandeel (dikkere nokken) en meer contactoppervlak in combinatie met een tien procent hogere radiale stijfheid een dertig procent langere levensduur. Dat is ambitieus te noemen.

Hogere loadspeedindex De winst zit in de binnenkant. Het nieuwe, sterkere karkas geeft de VF-eigenschappen. Je ziet dat terug aan de hogere loadspeedindexgetallen voor de Optimall-serie. In de maat VF 710/75R42 is de loadspeedindex van de nieuwe Optimall 184D, wat staat voor een draagkracht van 9000 kilo bij 65 km/u op een bandenspanning van 2,0 bar. De 710/75R42


Vergelijkende DLG-test Het Duitse testinstituut DLG heeft in opdracht van Vredestein de nieuwe Optimall getest en die daarbij vergeleken met twee referentiebanden, een IF en een VF in dezelfde maat van andere premiummerken in deze klasse. Het ging hierbij om de maat 710/75R42. Daarbij zijn met de banden op een perceel met zwarte aarde (löss) met een vochtigheidspercentage van 21 procent trekkrachtmetingen uitgevoerd, waarbij ook het slippercentage is gemeten. De DLG heeft de bandenspanning op de in de bandentabel van de desbetreffende banden voorgeschreven waarde gezet, afgestemd op de aslast (afgerond elf ton achter en zeven ton voor) van de testmachine. Vredestein scoorde overall de beste waarden en kreeg dus dubbelplus op alle beoordelingspunten. Bij de trekkracht scoorde de Vredestein over het gehele slippercentagebereik (0-40 procent slip) de hoogste trekkrachtwaarde. De grootste winst zat in het deel met weinig slip (0-15 procent slip.) De DLG berekende dat de Optimall overall in rendement zeven procent beter scoorde dan de IF-band en 1,7 procent beter dan de concurrerende VF-band. Ook hier zie je dat de Vredestein Optimall de waarden vooral dankt aan de hoogste loadspeedindex: 184D voor de Optimall tegenover 181D van de andere VF-band en 176D voor de IF-band. Dezelfde verhoudingen gelden voor de voorban-

Traxion XXL heeft een loadspeedindex van 175D (6700 kilo bij 65 km/u en 2,4 bar bandenspanning). Daarbij heeft Vredestein bij de ontwikkeling voortgeborduurd op het verhaal dat het ook altijd bij de Traxions heeft verteld, namelijk dat de banden relatief breed (de loopvlakbreedte klopt met de maat) zijn en zodanig zijn geconstrueerd dat ze bij lage bandenspanning een mooie egale drukverdeling bij de voetprint geven. Anders gezegd: niet meer ‘op de wangen gaan lopen’. Tot de komst van de Optimall verweerde Vredestein zich altijd tegen IF-concurrenten door aan te geven dat zijn ‘gewone’ Traxion beter, breder en egaler afplat en daardoor niet onderdoet voor IF-concurrenten. Bij deze nieuw VF Optimallband claimt Vredestein dezelfde karaktereigenschappen door het karkas zo op te bouwen dat er een zogenaamde ronde voorspanning in de band zit. Dat houdt de druk bij afplatten bij lage bandenspanning egaler. Daarbij zijn de zijwangen dankzij het VF-karkas extra soepel. Tegelijk heeft Vredestein de band wel voorzien van F+ Technology. Deze techniek geeft extra stabilisatie in de schouders en de hielen om ze naar eigen zeggen tien procent stabieler te maken. Om toch de benodigde flexibiliteit in de wangen te hebben, sluiten die verstevigingen niet op elkaar aan.

den. Je ziet dat direct terug aan de bandenspanningen in de DLG-veldtests. De Optimall is op 0,65 bar gereden, tegenover 0,85 bar voor de andere VF en 1,1 bar voor de IF. Daarmee is het verschil grotendeels verklaard. De DLG vermeldt in zijn conclusie dat de VF-technologie bij de Vredestein Optimall duidelijk voordelen laat zien voor veldwerk, met daarbij de belangrijke slotzin dat de bandenspanning dan wel altijd moet worden aangepast aan de aslasten. De DLG heeft geen vergelijkende voetprints gemaakt. De DLG-resultaten zijn op te vragen bij de DLG. Vredestein heeft een Nederlandse vertaling,

lagere slijtage. Dat zal zich moeten bewijzen. De bovengenoemde trekkracht-veldeigenschappen zijn in een onafhankelijke DLG-test (zie kader) bewezen. Daar kan Vredestein mee voor de dag komen. Blijft een feit dat u de voordelen pas benut als u de banden voor veldwerk dan ook op die lagere mogelijke bandenspanning zet. Een drukwisselsysteem is dan een must, temeer omdat een gebruiker een dergelijke trekker in de praktijk bij transport op minimaal 2,0 bar zal willen zetten, anders kom je uit op een compromisspanning. Wie uit voorzorg met het oog op het vele transportwerk dan rond de 1,6 bar achter blijft rijden, zal minder verschil merken dan de band kan waarmaken in het veld, ook al pak je dan ook nog altijd een paar tienden in het voordeel van de voorgangers. Al met al heeft Vredestein afgaande op de getallen en de eerste gebruikerservaringen met de Traxion Optimall letterlijk een sterke band neergezet. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Vredestein, gebruikers

Onafhankelijke test Daarbij houdt Vredestein vast aan de gebogen nokvorm, al zijn die nokken aanzienlijk minder extreem gebogen dan de eerste Traxion+ en zijn ze aanmerkelijk dikker geworden. Het verschil in nokvorm met andere merken is flink kleiner geworden. Dat zie je goed als je de oude en de nieuwe naast elkaar zet. Vredestein geeft aan dat het wel nagenoeg dezelfde slijtvaste rubbercompounds gebruikt om de banden de slijtvaste eigenschappen te geven die ze voorheen ook hadden. Vanwege het (bij rijden met een lagere bandenspanning) grotere aantal nokken op de harde ondergrond en vanwege de dikkere nokken meer rubber claimt het merk een

GRONDIG 2 2019

45


ondernemen met

vaktechniek

Gebruikerservaringen We hebben drie cumelabedrijven die de nieuwe banden het afgelopen jaar op verschillende manieren hebben ingezet gevraagd naar hun ervaringen. We hebben die hieronder in het kort samengevat.

Van der Woerd BV, Zoelen “Hoge trekkracht bij het ploegen” Van der Woerd heeft afgelopen jaar met een set 710/75R42-banden gedraaid op zijn New Holland T7.315. Deze is uitgerust met een bandendrukwisselsysteem en wordt onder andere ingezet voor het bovenover ploegen met een zesscharige Lemken Vario Opal 9-ploeg. Gijs van de Woerd is daar zeer over te spreken. “We durfden met de XXLbanden niet onder de 1,0 bar te gaan. Met de nieuwe Optimall ploegen we rond de 0,65 bar. Het verschil in trekkracht bij het ploegen is groot, in het voordeel van de Optimall, en ze houden zich goed. We wegen de combinatie altijd vooraf om zo de bandenspanning af te stemmen op de asdrukken.”

geen klachten gehad over het weggedrag en de banden zijn na een jaar amper gesleten. In het veld doen ze het ook goed. We zouden ze weer kopen”, zegt Hoekstra, die tot dusver geen ervaring met Vredesteins had.

De Weer, Bornerbroek “Stabieler voor de spitter”

Van der Woerd geeft aan dat de nieuwe Optimalls voor zwaar transport op 2,0 bar worden gezet. “Ze zijn dan stabiel en houden zich tot dusver goed”, zegt hij. Het bedrijf heeft voor zijn nieuwste aanwinst, een New Holland T7.315, weer geïnvesteerd in Vredestein Optimallbanden in combinatie met een drukwisselsysteem, dit keer de 800/70R42 met een loadspeedindex van 189D. Dat kan wel eens de Vredestein Traxion Optimall-band worden voor deze pk-klasse.

Mts. Hoekstra, Hantumhuizen “We zouden ze weer kopen” Mts. Hoekstra heeft afgelopen voorjaar een set Vredestein Optimall VF 710/75R42- en VF 650/65R34-banden aangeschaft voor zijn nieuwe 190 kW (260 pk) McCormick T8.660. De trekker heeft het afgelopen seizoen ruim 1000 uur gedraaid, onder andere voor de drieassige mesttransport­ combinatie, de drieassige opraapwagens en de silagewagens. Hoekstra rijdt op circa 1,5 bar bandenspanning, wat als een veilige compromis-spanning wordt gezien. “De spanning zou theoretisch iets lager kunnen, maar dat doen we liever niet, want de 1,5 bar is in de praktijk laag genoeg”, aldus Jan Hoekstra. Hij is tot dusver tevreden over de banden. “De banden houden zich goed. Ik heb van de jongens

46

GRONDIG 2 2019

De Weer heeft het afgelopen seizoen met 710/70R42-Optimals gedraaid op zijn New Holland T7.290. Deze heeft hoofdzakelijk voor een zware Farmax-spitcombinatie gestaan. Walter Wilmink: “Je hebt het dan over een extra zware combinatie, die in het veld trekkracht en stabiliteit vraagt. Dat levert deze band dankzij zijn hoge draagvermogen en goede stabiliteit al bij 1,2 tot 1,4 bar. Met de Vredestein XXL’s werkten we met deze spitter op 2,0 bar. Onze T.7290 is uitgerust met een drukwisselsysteem. Op de weg houden we standaard de 2,0 bar aan. De band gedraagt zich in het veld bij het spitten en met zijn hoge aslast op de weg stabiel.” De Weer heeft voor zijn T7.290 voor de drieassige mestcombinatie onlangs de nieuwe Vredestein Optimall VF 900/60R42 NRO met een loadspeedindex van 189D aangeschaft.


Mekos 3D leveler: 3-Dimensionaal profileren van zand en korrelbanen met een total station.

Mekos levelers: Volautomatisch werkende machine’ s, ook met traploos instelbare ronding. Voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. (op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)

Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net

Partners:

Celli biedt de oplossing!

Gemini

Lothar 305

Overtopfrees

Hydraulisch verstelbaar pennenrek In één keer onderwerken van oude graszode Resultaat een mooi zaaibed

Bieslook 15 6942 SG DIDAM

advertentie.indd 1

Klepelmaaiers

Hydraulische side-shift Werkbreedtes tot 7 meter, star en hydr. opklapbaar Zowel voor- als achterop de trekker te gebruiken

gerard.zweers@argi.nl 06 - 53 23 61 80

www.argi.nl like ons op Facebook

18-02-19 14:05


ondernemen met

vaktechniek

Forse investeringen op alle fronten BKT wil groeien met rupsen en grondverzetbanden De banden van Balkrishna Tyres (BKT) wisten, met name dankzij de gunstige prijzen, de laatste jaren op de Nederlandse markt een flink marktaandeel zeker te stellen. Nu wil het bedrijf trendsetter worden en daarmee verder doorgroeien. Tegelijk dwingt ook de schaarste van rubber het bedrijf tot het nemen van stappen.

Om zijn markt­ aandeel uit te breiden kijkt het bedrijf naar andere sectoren, waar­ onder mijnbouw. Daar zijn dergelijk grote banden voor nodig.

48

GRONDIG 2 2019

De agrarische sector heeft de afgelopen jaren de banden van BKT omarmd. In eerste instantie vanwege de gunstige prijs, maar ook steeds meer vanwege de kwaliteit. Dat de Indiase producent van banden een serieuze producent is geworden, wordt volgens Hans Helms, directeur van Bohnenkamp ­Benelux BV, onderstreept doordat dealers aan kopers vandaag de dag ook BKT-banden aanbieden. De enige importeur van deze banden in Nederland kan de groei van BKT maar net bij­ houden. “Wij gaan op korte termijn plannen voor nieuwbouw realiseren, waar het oppervlakte opnieuw verdriedubbelt ten opzichte van de huidige locatie in Veenendaal. En wij hadden nog wel verwacht hier nog een tijdje door te kunnen...”

Het is tekenend voor de groei die het Indiase bedrijf weet neer te zetten. Zo tikte de omzet in 2017 de 900 miljoen Amerikaanse dollar aan. Het betekent echter niet dat de ambities zijn afgenomen. Die zijn juist nog groter dan in het verleden. “En het merk heeft tot nu bewezen dat het doet wat het ­belooft”, zegt Helms. Zo wil BKT in 2020 270.000 ton afzet hebben en in 2025 tien procent van het wereldwijde marktaandeel voor banden in handen hebben, aldus Arvind Poddar, voorzitter en uit­voerend directeur van BKT. Het beursgenoteerde familiebedrijf heeft een duidelijk plan om dit te bereiken, maar wel steeds met een schuin oog naar de omgeving en de maatschappij.


Te grote vraag naar rubber

Van rupsen tot luchtdrukwisselsysteem

De vraag naar rubber groeit veel harder dan het aanbod. Zo schat BKT in dat het tegen 2025 zeventien miljoen ton rubber nodig zal hebben. Daar is te weinig grondstof voor en dat maakt de zoektocht naar alternatieven voor natuurlijk en synthetisch rubber nog belangrijker. Het was voor BKT het argument om samen te gaan werken met het Amerikaanse Kultevat. Begin oktober 2019 hoopt BKT voor het eerst één miljoen ton TKS-rubber te ontvangen. Dat is rubber gemaakt van Russische paardenbloemen.

Het onderwerp duurzaamheid en bodem­ beheer staat ook bij BKT prominent op de agenda. Liever dan wachten op regelgeving neemt het merk zelf het voortouw door daar in de R&D op te focussen, zegt Rajiv Poddar, zoon van de huidige directeur en tevens uitvoerend ­d irecteur van BKT. “Dat doen we door ons in het onderzoek te focussen op de VF- en IF-banden. Tegen het eind van 2019 wordt, als het goed gaat, ook begonnen met de productie van rupsen”, aldus Poddar. En hoe kijkt BKT naar het luchtdrukwisselsysteem? “Het zit nog in de box”, reageert Poddar en meer wil hij er niet over zeggen.

Een onderdeel van het plan is ook om in andere bandensegmenten een groter marktaandeel te gaan veroveren. Met dat idee in het achterhoofd is op de Sima, die eind februari plaatsvond, ook de grootste band tot nog toe gepresenteerd: een meer dan drie meter hoge band, bestemd voor onder meer mijnbouwmachines. “Voor de Nederlandse en Europese markt heeft BKT een jaar eerder al een 65-serie radiaalbanden EM gepresenteerd”, zegt Helms. Ook in het grondverzet wil BKT namelijk zijn markt­aandeel gaan uitbreiden.

Groeien in grondverzet Een uitdaging, zo stelt de directeur van Bohnenkamp Benelux. “We missen de naam nog die een Michelin en Bridgestone al hebben. De ondernemers die naast grondverzet ook actief zijn in het agrarische loonwerk kennen de banden al, maar wanneer dat niet zo is, moeten we ons bij wijze van s­ preken de blaren op de tong praten”, zegt Helms. Hij hoopt dat, na grotere ondernemingen in het grondverzet, steeds meer bedrijven de banden als een goed alternatief voor de gevestigde merken gaan zien. Ondertussen bevindt het grootste marktaandeel zich nog steeds in het agrarische segment. BKT weet zich daar te onderscheiden door het hele assortiment aan banden aan te bieden. Daar werden in 2016 de IF (Increased Flexion) en de VF (Very Increased Flexion) aan toegevoegd. “Met deze banden kunnen we de bodem meer ontzien”, vertelt Rajiv Poddar, zoon van de huidige directeur en tevens uitvoerend directeur van BKT. “In de R&D-afdeling werken we er hard aan om de banden nog beter te maken.” Poddar stelt dat BKT door het introduceren van betere banden met een hogere draagkracht ook iets wil teruggeven aan de maatschappij. Ook ziet de bandenfabrikant liever dat het een oplossing heeft voordat er waar dan ook ter wereld ­regelgeving komt omtrent de bodem. Een ander onderwerp dat ook bij duurzaamheid hoort, is het imago van de bandenindustrie. Poddar stelt dat BKT daar de komende vijf tot zeven jaar aan wil werken. Daar profiteert uiteindelijk de eindgebruiker ook van. Een onderdeel daarvan is het vinden van goede alternatieven voor natuurlijk en synthetisch rubber. Hier snijdt

het mes echter aan twee kanten. “Er komt schaarste aan rubber”, zegt Helms. “Ook daarom is het een goede zaak dat er naar alternatieven wordt gezocht. Krapte aan een product betekent automatisch dat het ook gevolgen heeft voor de prijs van zaken die ervan worden gemaakt”, aldus Helms. Het is één van de redenen waarom BKT is gaan samenwerken met het Amerikaanse Kultevat, waarmee veel onderzoek wordt gedaan. Nanotechnologie is dan één van de technologieën waar naar wordt gekeken om de componenten van banden nog beter te maken. Het is ook een technologie die kan helpen om van plantaardige oliën een grondstof voor banden te maken. Dankzij de groei die BKT de laatste jaren doormaakte, loont het ook steeds meer om andere onderdelen van de bandenproductie zelf te gaan doen. Zo wordt er gebouwd aan een fabriek die carbon black gaat produceren, maar er zijn meer ontwikkelingen. Zo komt er een vestiging in de Verenigde ­Staten en vinden er diverse grote investeringen in India plaats. Voor de Nederlandse markt is de meest interessante ontwikkeling misschien wel dat een lang gekoesterde wens van BKT bijna in vervulling gaat. Dan gaat het over de productie van rupsen of tracks. Dat liet Dilip Vaidya, directeur technologie bij BKT, zich tijdens een persconferentie in India al ontvallen en wordt door Helms bevestigd. “Tegen het einde van het jaar moet dat gaan gebeuren, de fabriek is in aanbouw”, vertelt Helms. Hij zegt dat BKT al heel wat jaren bezig is met marktonderzoek en dat het nu echt gaat gebeuren. “Ik wilde weten wat voor rupsen, agrarisch of industrieel, BKT gaat ­produceren, maar daar wil niemand een antwoord op geven. Mijn indruk is dat het een compleet aanbod zal worden, want de capaciteit komt er wel voor.” Wanneer dat gaat gebeuren, kan BKT het aanbod nog completer maken. Het bedrijf probeert op verschillende manieren zijn positie verder uit te breiden en weet daarin handig gebruik te maken van de marketing. Dat alle ontwikkelingen zullen inhouden dat de banden langzaam duurder worden, beaamt Poddar, maar BKT zal zich inspannen om niet de duurste te worden. TEKST EN FOTO'S: Herma van den Pol

GRONDIG 2 2019

49


(Advertorial)

Verplichte teelt vanggewas maakt verschillende aanpak van onkruiden noodzakelijk

Elke strategie een eigen middelenmix In het vorige nummer van Grondig zijn we ingegaan op het verplicht telen van een vanggewas na de teelt van maïs op zand- en lössgrond en wat daarbij komt kijken qua planning en overleg met de telers. Dit om alle (oogst)werkzaamheden geregeld te krijgen. Ook de onkruidbestrijding vraagt echter om een geheel nieuwe strategie: om de groenbemester groen te houden en het onkruid geen kans te geven.

De verplichte teelt van een vanggewas in maïs heeft niet alleen effect op de planning en het oogsttijdstip. Ook de onkruidbestrijding moet anders, afhankelijk van de gekozen teeltmethode. Elke methode vraagt om een aangepaste aanpak van de onkruidbestrijding. In dit artikel gaan we dieper in op de mogelijkheden, de problemen en de risico’s van de onkruidbestrijding in combinatie met onderzaai. We doen dit per teeltsituatie en houden meteen ook rekening met de beschikbare middelen. Ook hier is namelijk het één en ander gewijzigd rondom de bodemherbiciden. Zo mag Gardo Gold niet meer worden ingezet op zandgronden en is Akris helemaal niet meer toegelaten.

Terbutylazine noodzakelijk In praktijk werd in de afgelopen jaren op elk perceel de stof terbutylazine ingezet. Die zorgt voor een goede, brede en snelle werking op onkruiden. Ook tegen ooievaarsbek en op kiemend straatgras en ter versterking op gladvingergras is terbutylazine noodzakelijk. Met de beperkingen van Gardo Gold (niet op zandgronden) en het wegvallen van Akris is alleen Calaris nog maar aanwezig als bron van terbutylazine. Nog meer dan in het verleden zal dus Calaris moeten worden ingezet of worden toegevoegd aan de mix.

Geen vanggewas nodig Op zavel- en kleigronden of als er op zand of löss direct na de maïs een nieuwe teelt wordt ingezaaid (bijvoorbeeld wintertarwe), hoeft er geen vanggewas te worden geteeld. De onkruidbestrijding op deze percelen wordt het eenvoudigst en kan in veel gevallen blijven zoals u die altijd al deed. In deze situatie liggen twee opties voor de hand als het gaat om een volledige onkruidbestrijding: óf Gardo Gold in combinatie met bij-

Grote verschillen tussen verschillende middelen. Bodemherbiciden hebben het kiemende gras bestreden. Calaris is veilig voor raaigras en rietzwenk

50

GRONDIG 2 2019

voorbeeld Callisto en Milagro 40, óf Calaris in combinatie met Frontier Optima en Milagro 40. De stof terbutylazine wordt hier verkregen vanuit óf Calaris óf Gardo Gold, die nog wel op zavel en klei mag worden ingezet. Uiteraard kan aan de middelenmix nog een specifiek middel tegen lastige breedbladigen worden toegevoegd, bijvoorbeeld Peak tegen kamille of Banvel of Casper tegen haagwinde.

Vanggewas zaaien na de oogst Als wordt gekozen voor het zaaien van het vanggewas na de oogst (dus snijmaïs oogsten voor 1 oktober, wat vraagt om de keuze van een vroeg maïsras) kan voor een robuuste onkruidbestrijding worden gekozen. Houd hier in overleg met de teler rekening mee qua perceelskeuze. De percelen met de hoogste onkruiddruk en de lastigste probleemonkruiden komen hier als eerste voor in aanmerking. Als basis kan voor deze percelen voor een mix met 1,0 tot 1,5 liter Calaris, 1,0 liter Frontier Optima en 0,6 liter Milagro 40 per hectare worden gekozen. Calaris zorgt ook hier weer voor de levering van de stof terbutylazine tegen onder meer ooievaarsbek en voor een versterking op gladvingergras. Als wordt verwacht dat er een nateelt van bieten of groenten komt, halveer dan de Calaris-dosering om mogelijke risico’s met nateelten te beperken en compenseer dit door een middel op basis van tembotrione toe te voegen. Voor lastige breedbladigen kan uiteraard nog een extra middel worden toegevoegd, bijvoorbeeld Banvel, Peak of Casper tegen haagwinde.

Vanggewas zaaien tegelijk met de maïs Het vanggewas (bijvoorbeeld rietzwenk) zaaien tegelijk met de maïs lijkt aantrekkelijk. Het kan in één werkgang, dus het is gemakkelijk en

Voor een goede bestrijding van ooievaarsbek is terbutylazine noodzakelijk.


kostenbesparend. De maïs kan dan na 1 oktober worden geoogst. Als het gras zich goed en snel ontwikkelt, geeft dit concurrentie met de maïs, wat opbrengst kost. Als het om de onkruidbestrijding gaat, kleven er echter ook risico’s en nadelen aan deze methode. Het gebruik van specifieke grassenmiddelen en bodemherbiciden moet worden ontraden, want deze kunnen funest zijn voor het gezaaide gras. Wat dan praktisch overblijft voor de onkruidbestrijding is Calaris met een toevoegmiddel tegen breedbladige onkruiden. Met een dergelijke simpele mix is er een flinke kans op een zwakke onkruidbestrijding. Ook kunnen er veel nakiemers komen door het ontbreken van een bodemherbicide. Gebruik in dit geval altijd een maximale dosering van Calaris (1,5 liter per hectare) voor de beste werking en de meeste nawerking. Bij vruchtopvolging kunt u de Calaris-dosering halveren en aanvullen met tembotrione. Uiteraard wordt de mix hier niet sterker van, omdat er zo minder terbutylazine wordt gegeven. Hoewel de keuze voor late rassen (na 1 oktober oogsten) aantrekkelijk leek uit het oogpunt van een iets zekerder, hogere opbrengst en het in één werkgang zaaien van de maïs en het vanggewas kan een slechte onkruidbestrijding roet in het eten gooien en zorgen voor een tegenvallende opbrengst. Onkruiden nemen zoals u beslist weet veel water en voedingsstoffen weg van de maïs. Overleg als loonwerker deze risico’s vooraf duidelijk met uw telers, zodat ze hiervan op de hoogte zijn. De meest schone percelen, dus die met een lage onkruiddruk, lenen zich het beste voor het zaaien van een vanggewas tegelijk met de maïs.

Beslisboom De verplichting van een vanggewas en het wegvallen van middelen maken de onkruidbestrijding voor 2019 er niet gemakkelijk op. Door Syngenta is een overzichtelijke folder met een beslisboom gemaakt. Deze geeft schematisch per situatie de mogelijkheden, adviezen en risico’s weer. Als u deze beslisboom nog niet heeft ontvangen, kun u deze per e-mail aanvragen bij maïs.info@syngenta. com. Vermeld hierbij wel uw adresgegevens, zodat u de beslisboom per post kunt ontvangen. Beslisboom onkruidbestrijdingsmiddelen in maïs

in combinatie met het inzaaien van gras als vanggewas op diverse momenten

VANGGEWAS GRAS

NEE Zand en (tarwe)teelt er na

Klei

Calaris 1 + Milagro 40 0,6 + Frontier Optima* 1 + toevoegmiddel of Callisto 0,75-1 + Milagro 40 0,6 + Gardo Gold 2 + toevoegmiddel

Calaris 1-1,5 + Milagro 40 0,6 + Frontier Optima 1 + toevoegmiddel

Algemene adviezen: • Gebruik maximale doseringen triketones (Calaris 1,5 l/ha of Calaris 0,75 l/ha + tembotrione) bij hoge onkruiddruk of indien geen bodemmiddelen worden toegepast in verband met het vanggewas

Midden en Zuid Nederland

JA

Noord Nederland (vroeg maïsras geen optie)

Vanggewas zaaien na oogst, voor 1 oktober

Onderzaai gras tegelijk met maïs

Doorzaai gras bij kniehoogte maïs

Vruchtopvolging bieten/groenten:

Vruchtopvolging bieten/groenten:

Vruchtopvolging bieten/groenten:

Vruchtopvolging bieten/groenten:

Vruchtopvolging bieten/groenten:

Vruchtopvolging bieten/groenten:

NEE

JA

NEE

JA

NEE

JA

Calaris 1-1,5 + Milagro 40 0,6 + Frontier Optima 1 + toevoegmiddel

Calaris 0,5-0,75 + tembotrione + Milagro 40 0,6 + Frontier Optima 1 + toevoegmiddel

Calaris 1,5 + toevoegmiddel

Calaris 0,75 + tembotrione + toevoegmiddel

Calaris 1,5 + Milagro 40 0,75 + toevoegmiddel

Calaris 0,75 + tembotrione + Milagro 40 0,75 + toevoegmiddel

• Toevoegmiddelen zijn o.a. Peak 20 gram/ha, Casper 300 gram/ha en Banvel 0,3 l/ha • Casper en Peak mogen 1 x per 3 jaar op hetzelfde perceel worden ingezet • Voer bij vruchtopvolging van bieten of groenten na maïs altijd een kerende grondbewerking uit.

Opmerkingen bij de diverse adviezen:

Voorkeursadvies:

geeft een goede onkruidbestrijding voor een zekere maïsteelt.

Risico op zwakke onkruidbestrijding en nakiemers van onkruiden door het ontbreken van bodemherbiciden en grassenmiddel. Zet daarom hoge doseringen van de overige middelen in.

Risico op nakiemers van onkruiden door het ontbreken van bodemherbicide. Zet daarom hoge doseringen van de overige middelen in.

(*Frontier Optima is een geregistreerd handelsmerk van BASF)

Doorzaaien als de maïs op kniehoogte is De derde methode om een vanggewas te verkrijgen, is het doorzaaien van het gras als de maïs op kniehoogte is. Ook deze methode kent de nodige beperkingen en risico’s. Het is arbeidsintensief, dus als loonwerker zult u hiermee maar een beperkt deel van het areaal kunnen doen. Ook dient u de kosten (een extra werkgang) te overleggen met uw telers. De onkruidbestrijding is bij deze methode ook niet gemakkelijk. Hoewel het gras pas enkele weken na de onkruidbespuiting wordt gezaaid, blijkt uit onderzoek toch dat het gebruik van bodemherbiciden niet mogelijk is. Deze middelen worden ingezet om het gewas langdurig schoon te houden en geven dus nog veel nawerking op het kiemende gras. Een specifiek grassenmiddel (Milagro 40) kan wel worden ingezet, omdat dit alleen contactwerking heeft en geen bodemwerking. Het onkruidbestrijdingsadvies en de waarschuwingen voor het doorzaaien als de maïs op kniehoogte is, zijn vrijwel dezelfde als bij het zaaien van

het vanggewas tegelijk met de maïs. Het belangrijkste verschil is dat bij doorzaai als de maïs op kniehoogte is wel Milagro 40 kan worden ­ingezet.

Administreren noodzakelijk Alles overziend maakt de verplichting van een vanggewas op zand- en lössgronden de maïsteelt en de onkruidbestrijding niet gemakkelijker. Tot vorig jaar kon vaak met één middelenmix het hele areaal worden gespoten. Dit jaar zal dat niet meer kunnen, omdat onderzaai of doorzaai beperkingen geeft in de te gebruiken middelen of omdat anders het vanggewas niet zal kiemen of zal worden bestreden. Om te voorkomen dat u klachten krijgt dat het vanggewas niet is gekiemd of is doodgespoten, zult u een goede administratie moeten bijhouden. U weet zo wat waar is gebeurd, dus welke percelen met welke middelenmix kunnen worden behandeld en in overleg met uw telers welke teeltmethode het best op welk perceel kan plaatsvinden. Om uw eigen spuit- en oogstwerkzamheden te plannen, doet u er goed aan hen ook te wijzen op de beperkingen die onderzaai of doorzaai met zich meebrengen qua onkruidbestrijding. Zeker bij percelen met een hoge onkruiddruk is een goede onkruidbestrijding in combinatie met grasonderzaai namelijk niet gegarandeerd.

Veiligheid

Vroeg en goed ontwikkeld raaigras geeft veel concurrentie met de maïs en kost dus opbrengst.

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ­Frontier Optima is een geregistreerd handelsmerk van Basf. Calaris, Callisto, Milagro 40, Banvel, Peak en Casper zijn geregi­streerde handelsmerken van de Syngenta Group.

GRONDIG 2 2019

51


ondernemen met

vaktechniek

Cat verandert functie joystick Proefdraaien op nieuwe serie Joysticks die kunnen fungeren als rijhendel, tot op het kleinste model een cabine met airco en op elke machine een ledscherm. De terugkeer van Caterpillar als bouwer van compacte machines gaat gepaard met een aantal voor dit segment unieke ontwikkelingen. Wij namen dus plaats in de eerste cabine met airco in dit segment en gingen aan de slag met Stick Steer. De afgelopen maand kon de pers op het test- en democentrum van Caterpillar in Malaga kennismaken met de nieuwe range compacte machines van deze fabrikant. Het zijn de eerste zelf ontwikkelde machines na de beĂŤindiging van de samenwerking met Wacker Neuson. In eerste instantie komt Cat nu met eigen modellen in de klasse van ĂŠĂŠn tot drie ton en die van zeven tot tien ton.

Uniformiteit Het eerste wat opvalt, is de nieuw ontworpen cabine. Cat kiest daarbij voor uniformiteit in de hele machinelijn, dus is het knoppenpalet rechts naast de stoel identiek aan dat van de nieuwste generatie rupsgraafmachines. Alle machines hebben draaiknoppen om de belangrijkste functies te bedienen en een led-kleurenscherm. Dat is geen touchscreen, maar het is uitgevoerd met zes knoppen om daarmee door het menu te manoeuvreren. Die zes blijken voldoende om heel gemakkelijk door het Nederlandstalige menu te navigeren. Wie dat doet, vindt algauw nog een unieke voorziening voor dit type machine. Je kunt namelijk de gevoeligheid van alle bewegingen instellen, zowel in de hydrauliek als in de joystick. Dat is mogelijk doordat is overgestapt op elektrische bediening. Het resultaat is prettig. Afhankelijk van het type werk kun je

In Nederland ligt de focus op de 301.8 die de 301.7 vervangt. De machine is iets zwaarder en heeft volgens Cat een 20 procent hogere productiviteit.

52

GRONDIG 2 2019

kiezen voor een heel gevoelige bediening of juist voor capaciteit en snelheid. Daarbij is elke combinatie mogelijk, bijvoorbeeld agressief draaien en een heel rustige bakbediening. Door de introductie van het nieuwe elektronisch gestuurde ventielenblok zijn de prestaties van deze machine volgens Cat flink toegenomen. Bij de kleinste serie zijn deze twintig procent hoger dan bij de voorgaande modellen, bij de modellen van acht tot tien ton zijn ze ongeveer vijftien procent hoger dan bij hun voorgangers.

Stick Steer Op de nieuwe serie worden de mogelijkheden van de elektrische besturing van de joystick maximaal gebruikt. Zo is er op de linker joystick de gele knop waarmee je de functie kunt veranderen van machinebediening naar rijhendel, een prachtige voorziening die Cat Stick Steer noemt en waar je heel snel aan went. Daarmee worden de rijhendels en pedalen feitelijk overbodig. Je kunt de machine ook zonder bestellen, maar Cat heeft geleerd van bedrijven die te snel iets lieten vervallen wat voor het gevoel onmisbaar is. Standaard staan ze er dus in, maar wij raden aan om even proef te draaien. Wie gewend is aan het systeem zal deze pedalen en hendels namelijk direct laten vervallen, met als extra meer zicht en beenruimte.


Samen met de mogelijkheid om de rechter joystick om te zetten van besturing van de giek naar het dozerblad geeft dit een heel nieuw bedieningsconcept. Met beide joysticks omgezet werk je dan hetzelfde als met een skidsteer, ideaal voor bijvoorbeeld het afvlakken van sleuven. Nog zo’n handigheid is de cruisecontrol. Eén druk op de knop en je kunt zonder je handen op de joystick een afstand overbruggen. Deze functie kan ook worden gebruikt als je bijvoorbeeld met een heggenknipper aan het werk bent. Daarbij is het zelfs mogelijk om met de draaiknop voor het motortoerental de rijsnelheid aan te passen. Wie denkt dat hij daarmee de bediening van zijn giek kwijt is, rekent buiten de ingenieurs van Cat. Boven op de joystick zit nu namelijk een draaiknop waarmee je de giekbediening en het draaien van de bovenwagen kunt overnemen. Met rechts de mogelijkheid om de bak te blijven besturen, kun je de machine nog volledig bedienen met je handen op de joystick.

Alle hydrauliek­ leidingen zijn aan beide uiteinden met gekleurde bandjes gemarkeerd. Onderhoud aan de motor is eenvoudig door de opklapbare cabine. (links)

De joystick met gele knop voor het veranderen van de functie en de draaiknop waarmee

Eenvoud

de bediening van

Aan de buitenkant van de machine heeft Caterpillar juist gekozen voor eenvoud. Dat vertaalt zich bijvoorbeeld in alleen maar rechte ruiten, om zo de productie en vervangingsonderdelen betaalbaar te houden. Aan de achterkant is het benodigde contragewicht in de buitenzijde van de machine verwerkt. Geen plaatwerk op de hoeken dus, maar een dikke metalen ombouw, waardoor de machine veel minder kwetsbaar is. Tussen die metalen ombouw zijn er weer rechte deuren die toegang geven tot het motorcompartiment en de ruimte waar de filters zich bevinden. Wie bij de kleinste machines aan de motor moet sleutelen of bij de accu moet zijn, hoeft niet te vrezen voor een te kleine werkruimte. Omdat de onderhoudskosten en vooral het verlagen daarvan de laatste jaren het stokpaardje van Cat zijn, is de cabine scharnierend bevestigd en simpel omhoog te klappen. Daardoor is de Perkins-driecilindermotor altijd eenvoudig en goed bereikbaar. Cat claimt dat door deze voorzieningen en langere onderhoudsintervallen de onderhoudskosten op 3000 uur nu € 1200,- lager zijn. Door gebruik te maken van meer gemeenschappelijke onderdelen en een eenvoudiger uitvoering worden ook de kosten voor vervanging lager. Een mandje met 65 onderdelen is nu volgens Cat twintig procent goedkoper dan die van de huidige machines. De machines zullen op de Bauma worden voorgesteld en op dat moment worden ook de eerste exemplaren voor de Nederlandse markt verwacht. Hoewel de exacte prijzen nog niet bekend zijn, is de voorspelling van Cat dat deze, ondanks het grote aantal innovaties, nauwelijks duurder zullen zijn dan de huidige modellen. In de zeer competitieve markt van de minigraafmachines betekent dit dat Cat een serieuze poging doet om aantallen te winnen. In uitvoering en gemak is deze machine voorlopig namelijk duidelijk koploper.

de giek kan worden overgenomen.

Ook op de machines van zeven tot tien ton is veel gewicht in het frame verwerkt en zijn de deuren vlak om ze goed­ koop te houden.

Nettoprijzen Om meer succes te krijgen bij de verkoop van compacte machines is Pon twee jaar geleden gestart met een nieuwe verkoopstrategie. Basis is de verkoop via internet, waarbij de klant online een machine kan samenstellen en bestellen. In Vuren is daarvoor een apart verkoopcentrum, waar de machines op voorraad staan. Klanten kunnen kiezen uit een beperkt aantal configuraties en opties. Het voordeel is dat machines zeer snel op klantenwens klaar te maken en uit te leve­ ren zijn. Opmerkelijk is dat de website ook de exacte prijzen vermeldt. Daarmee is Cat de enige die nettoprijzen voor zijn machines publiceert en feitelijk prijszet­ ter is in de markt. Het geeft kopers namelijk altijd de mogelijkheid om hun aan­ bod van een concurrerende machine te vergelijken met dat van Cat. De strategie heeft succes, zo zegt marketingdirecteur Bastiaan Snick. “Het afge­ lopen jaar hebben we zelfs al een aantal machines direct via internet verkocht. De belangrijkste winst is echter dat we nu een eigen verkoopteam hebben dat zich alleen met deze machines bezighoudt, waardoor we ook snel kunnen scha­ kelen en zaken kunnen doen met klanten.”

TEKST EN FOTO’S: Toon van der Stok

GRONDIG 2 2019

53


ondernemen met

vaktechniek

De bouw van Bia Nieuwbouw markeert nieuwe start Komatsu Na enkele jaren intern bouwen aan de organisatie vindt Bia het nu tijd om te gaan werken aan de klanten, met de bouw van een nieuwe thuisbasis, de opzet van een Nederlandse vestiging van het verhuurbedrijf Matrent en een versterkte verkoop en serviceorganisatie. Doel is om Komatsu in Nederland de plaats te geven die past bij de wereldwijde positie van het merk.

Binnenkort start Bia met de bouw van dit nieuwe hoofdkantoor en werkplaats in Apeldoorn.

54

GRONDIG 2 2019

Wereldwijd is Komatsu de nummer twee op het gebied van graafmachines, een positie die in Nederland bij lange na niet wordt gehaald. Verder dan plaats vijf of zes, net hoe je de markt benoemt, komt het bedrijf niet. Dat ligt zeker niet aan de machines, denkt Bernhard Zoutewelle, de net aangestelde verkoopmanager voor Nederland bij Bia. “De producten zijn goed, alleen is er voor 2017 te veel misgegaan met de ver­ kooporganisatie. “Eerst door het faillissement van Doornbos, wat natuurlijk al een historie heeft in de jaren voor dat mo­ ment. Daarna nam Bia het over, maar is er weinig consistentie geweest. Ook was er nog een tijdelijke samenwerking met Hans van Driel, waardoor de organisatie zijn eigen ­gezicht kwijtraakte.”

Nederlandse organisatie Na de breuk met Hans van Driel is dat veranderd en is er een nieuwe organisatie neergezet. “Vanaf dat moment heeft Bia duidelijk gekozen voor de Nederlandse organisatie en zijn we gaan werken aan een goede en betrouwbare service­ organisatie, vertelt Patrick Schothuis, verantwoordelijk voor de Benelux-organisatie. “Dat hebben we echter niet gedaan door grote verhalen te vertellen. We zijn ons eerst intern gaan orga­ niseren, zodat we bij de bestaande klanten onze belofte waar konden maken: snel en tijdig een goede service.” Die organisatie staat er nu, vindt hij. “In onze Benelux-organi­ satie werken nu 150 mensen, onder wie 75 voor het verlenen van service. Daarmee hebben we een organisatie zoals je die


van een premiummerk mag verwachten. Ons probleem is ­misschien dat we nog iets te bescheiden zijn en dat niet aan onze klanten en potentiële klanten vertellen.” Nu de verkooporganisatie staat, is het tijd om die bescheidenheid los te laten, vindt Zoutewelle. Hij kent de markt, want voor het tussenjaar bij Beco was hij acht jaar verantwoordelijk voor de verkooporganisatie van SMT. “We hebben inmiddels ons salesteam verdubbeld en dat geeft ruimte om meer klanten te bezoeken en goed te kunnen adviseren over de best ­passende oplossing voor hun werk. Die uitbreiding is belangrijk, want mensen kopen van mensen”, zegt hij. Tegelijk wordt ook het servicenetwerk nog verder uitgebreid. “We w ­ illen ­binnen enkele jaren minimaal vijftig servicemonteurs op de weg hebben.”

Naar Apeldoorn-Noord Nu de organisatie staat, vindt Schothuis het net als Komatsu tijd om dat ook aan de Nederlandse markt duidelijk te maken. Daarin past de al lang geplande nieuwbouw, die eerder door marktomstandigheden werd uitgesteld. “Nu de markt op volle toeren draait en wij de mensen hebben die daarbij passen, is het ook tijd om naar een nieuwe vestiging te gaan. Al was het maar om duidelijk te maken dat er een heel nieuw bedrijf staat. We merken nu nog steeds dat bedrijven die al lang bij ons zijn Zutphen nog steeds associëren met Doornbos en het daar ook over hebben. Daar willen we van af en de nieuwbouw geeft ons de kans om een nieuwe start te maken.” Voor de nieuwbouw is in Apeldoorn-Noord een nieuw stuk ­industriegrond aangekocht, waar het bedrijf het kantoor en de werkplaats vestigt. “Ideaal vlak bij het knooppunt van de A1 en A50 en optimaal bereikbaar. Heel wat anders dan het huidige terrein aan een doodlopende straat in Zutphen, met wegen die niet ingericht zijn op diepladers, die dus het terrein maar moeilijk kunnen bereiken.”

Matrent Nederland De derde stap in het bewerken van de Nederlandse markt is het opstarten van een eigen Nederlandse vestiging van Matrent, het verhuurbedrijf van Bia. Dit bedrijf zal zich gaan bezighouden met de verhuur van machines van veertien ton en zwaarder. Om dat bedrijf een vliegende start te geven, wordt er vanaf dit jaar een vloot van ongeveer 130 machines ingericht. Deze kunnen worden gehuurd van één dag tot vijf jaar. Met Matrent wil Bia inspelen op de nog steeds groeiende markt van huurmachines. Het past volgens Schothuis bij de trend dat bedrijven veel meer op zoek zijn naar een oplossing voor een probleem. “Bedrijven kiezen een machine die past bij het werk dat ze hebben. Met huren kun je dat heel precies calculeren. Daar willen we op inspelen door een ruime vloot machines die continu beschikbaar zijn. Bovendien kan het ook voor de verkoop een stimulans zijn, want veel van deze machines komen na één tot twee jaar als jong gebruikt op de markt.” In totaal investeert Bia het komend jaar tien miljoen euro in de Nederlandse markt: de helft in de nieuwbouw en de andere helft in de huurvloot en de extra mensen. Het bewijst volgens Schothuis dat het Bia ernst is om grip te krijgen op de Nederlandse markt, zodat Komatsu ook in Nederland de plek krijgt die het merk verdient.

Bia start met een eigen Nederlandse ­vestiging van het verhuurbedrijf Matrent

TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Komatsu

Bia inclusief kleine dealers Bia heeft in de verkoop een duidelijke scheiding aangebracht tussen de kleine en grote machines. De grens ligt hierbij op de machines van rond de dertien ton. Alle zwaardere machines gaan via het landelijke verkoop- en servicenetwerk van Bia. Alles wat onder deze gewichtsklasse zit, wordt verkocht door de negen zogenaamde utility-partners. Dit zijn lokale dealerbedrijven die alle kranen en shovels van minder dan dertien ton verkopen en ook onderhouden. Voor deze verkoop zijn de volgende bedrijven verantwoordelijk. • Lecoba, Wintelre • Jan Vreugdenhil Onderhoud en ­Reparatie, De Lier • Metzo Machinery, Nieuw-Vennep • Green Rent XL, Assendelft • 4ME, Nijkerk

• DTH Mechanisatie, Hendrik-Ido-Ambacht • Mulder Mechanisatie, Gasselternijveen • Wopa, Zieuwent • Ebbers, Winterswijk-Huppel

Vier merken Bia is momenteel in Nederland naast Komatsu verantwoordelijk voor drie ­andere merken. Dit is allereerst Metso, wereldwijd de nummer één in het verwerken van stenig materiaal. Deze fabrikant maakt machines voor het breken, verpulveren, zeven, zuiveren en sorteren van steen en puin. Van Portefill levert en onderhoudt Bia een compleet assortiment mobiele zeefinstallaties voor allerlei soorten producten. Van Technogen komt ten slotte nog een complete lijn generatoren en lichtmasten voor op bouwplaatsen en andere terreinen.

Vestiging gezocht Voor de Nederlandse vestiging van Matrent zoekt Bia nog een tweede vestigingslocatie in het westen van het land. Volgens Schothuis is dat noodzakelijk om machines overal snel bij de klant te kunnen krijgen. Het bedrijf zoekt daarvoor in de Randstad een terrein waar het machines kan stallen en een gebouw om klein onderhoud te kunnen doen. Cumelabedrijven die ruimte over hebben, al dan niet door aankoop of overname van een bedrijf, mogen zich altijd melden.

GRONDIG 2 2019

55


Klepel

ATTENTIE!

KVERNELAND 010146/020146 (153031) Breedte 90 / Dikte 12 mm. 2 gaten Ø17 / hoh 50 / L=280 : e

Voorkom fouten bij bestelling en controleert u éérst de maten van uw haken met de tekening hiernaast!

LELY (435002) Cilindrisch (oude Roterra) draad M20x1,5 / L=335 mm.

: e

LELY (435001) Conisch Normaal zonder druppel draad M20x1,5 / L=330 mm.

: e

LELY (435013) Conisch Normaal met druppel draad M20x1,5 / L=330 mm.

: e

® Klepel

Klepel OPLAS-

LELY (435004) Conisch Lang zonder druppel draad M20x1,5 / L=370 mm.

: e

LELY (435012) Conisch Lang met druppel draad M20x1,5 / L=370 mm.

: e

LELY (435007) Mesmodel (Links/Rechts!)

nameten.

draad M20x1,5 / L=375 mm. AMAC (398000)

(801525)

LELY (435123) Mesmodel met zijbevestiging Links/Rechts / L=340 mm.

Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.

: e

: e

LELY Normale druppeltand met zijbevestiging. Lengte 230mm. Gatextra 18 mm. voordeel ATTENTIE: Nu Orig. nr. 1.1699.0127.0. (435128) L/R : e

FAE (900177)

LELY (435010) L/R Normale druppeltand met zijbevestiging / L=340 mm. L/R

sinds LELY (435125) L/R

1990

: e

Extra-lange druppeltand met zijbevestiging “Aardappeltand” Lengte=380 mm.! L/R

AVR (900268) HERDER: e BOUT / MOER voor montage van tanden met zijbevestiging

 

Lengte 70 mm. e A =Bout 50 M20x2,5 Bzelfborgende = 12 Cmoer = 80 E = ::263 Speciale e F =LEMKEN Ø12 / Zircon Ø16 7 (436002) 3377022/33 Breedte 115 / Dikte 15 mm. 2 gaten Ø17 / hoh 72 / L=320 : e

uw specialisT in bewaringen en loodsen Kistenbewaring

bulkopslag

Hout en beton

S20 LEMKEN Zircon (436080) L/R

/ Br. 60 / Dikte 10 Bekijk ons volledige assortiment op onzeMestand website. 1 gat Ø17 mm. / L=315 mm. BASELIER (900237) Ontvang 5% extra korting op het netto goederenbedrag, Brutoprijzen tenzij anders vermeld

bij uw eerste bestellingS8via onze website.

prodina.nl

LEMKEN Zircon 9 (436001) 3377012/3 (L/R) Breed 115 / Dikte 18 mm. / 2 gaten Ø21 / hoh 73 mm. / L=320 : e

: e

Oosterwijzend 50 | 1616 LD Hoogkarspel | 0228 56 29 82 | info@prodina.nl

T 073-503 25 27 info@steenbergen-bouw.nl

www.sTeenbergen-bouw.nl

Nederland

Nokian CT: Een overwinning op elk gebied Sterke constructie De constructie van de band die meerdere karkaslagen bevat zorgt voor een sterke stabiliteit die hogere lasten aankan.

Zelfreinigend De groeven zijn hoekig en speciaal ontworpen voor een goede zelfreiniging.

Hoge bescherming tegen lekrijden De meerdere staalgordels versterken het loopvlak, dit biedt een grote bescherming tegen lekrijden. Voor informatie over onze filialen raadpleeg onze website: Beperkt afrolgeluid Het asymmetrisch profiel van de band verlaagt het geluidsniveau tijdens transport over de weg.

www.forrez.nl


ondernemen met

vaktechniek

ECONOMIE

CUMELA Kompas Analyse: huisvestingskosten vier procent Een relatief klein onderdeel van de bedrijfskosten zijn de huisvestingskosten. Op een gemiddeld bedrijf bedragen deze inclusief rentekosten vier procent van de bruto marge. In geld uitgedrukt betekent dit dat een bedrijf met een omzet van 1,7 miljoen euro ongeveer € 70.000,- per jaar kwijt is aan huisvestingskosten. Dit zijn de kosten voor afschrijvingen, eventuele huur, energie, onderhoud en rente. Opvallend is dat deze bedragen nauwelijks verschillen tussen de bedrijfstypen die worden onderscheiden in CUMELA Kompas Analyse. Of het nu gaat om grondverzetbedrijven, gemengde of agrarische loonbedrijven, de huisvestingskosten zijn gemiddeld gelijk. Op het gemiddelde bedrijf is de boekwaarde van het onroerend goed € 528.827,-. Dit is 30,5 procent van de bruto marge en gemiddeld € 33.899,- per fte. Opvallend is dat de afschrijvingskosten met € 15.000,- relatief laag zijn. Bedrijfseconomisch deskundige Dieuwer Heins verklaart dit uit de relatief grote hoeveelheid afgeschreven gebouwen waarin cumelabedrijven werken. “Het zijn gebouwen die voor weinig geld op de balans staan. Daardoor stijgen op dat soort bedrijven de kosten sterk als ze een nieuw kantoor, werkplaats of machineberging bouwen.” Gemiddeld zijn de huisvestingskosten nu dus € 40.000,- voor energie en onderhoud, € 15.000,- voor afschrijving en € 14.000,- voor rente van 2,7 procent over de boekwaarde. Dat verandert vaak als er wordt gekozen voor nieuwbouw, weet Heins. “Dan praat je algauw over een investering van één miljoen euro als je kantoor, werkplaats en berging opnieuw opricht. Moet je dat bedrag bij de bank lenen, dan stijgen de kosten flink. De afschrijving gaat dan naar € 30.000,- bij een afschrijving in 30 jaar en een restwaarde van € 100.000,-. Dat is al een verdubbeling ten opzichte van het gemiddelde in de sector.” Daar komen dan nog flink hogere rentekosten bij, waarschuwt Heins. “Vooral de eerste jaren lopen die kosten op naar meer dan € 30.000,- bij een rente van 3,0 procent. De kosten voor afschrijving en rente zijn dan al € 45.000,-. Tel je daar de kosten voor onderhoud en energie bij op, dan eindig je flink hoger. Wel kun je waarschijnlijk besparen op onderhoud en energie doordat de gebouwen nieuw en energiezuinig zijn en er mogelijk efficiënter kan worden gewerkt.” Een addertje onder het gras zijn nog de aflossingsverplichtingen waarmee je te maken krijgt. Veel banken financieren dergelijke investeringen nog maar op twintig jaar. In dat geval moet dus al € 50.000,- per jaar worden afgelost. Dat is fors meer dan de afschrijving en doet dus een extra beroep op de liquiditeit. Er is minder financiële ruimte voor investeringen in materieel in de jaren erna.

Bruto marge Huisvestingskosten Afschrijvingen huisvesting Totale huisvestingskosten Rentekosten huisvesting Totale huisvestingskosten, incl. rente Boekwaarde onroerend goed (31-12-2017) Huisvestingskosten per fte Huisvestingskosten, incl. rente per fte Boekwaarde onroerend goed per fte Onroerend goed t.o.v. vaste activa Onroerend goed t.o.v. totale activa

Gemiddeld cumelabedrijf Euro % bruto marge 1.734.251 100,0% 40.212 2,3% 15.845 0,9% 56.057 3,2% 13.825 0,8% 69.882 4,0% 528.827 30,5% 3.593 4.480 33.899 29,0% 21,1%

Wilt u weten hoe uw kengetallen 2018 zijn, doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op via de ondernemerslijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.

IN KORT BESTEK Een merk voorschrijven, mag dat? Beste Nico, In een werk dat wij hebben aangenomen, schrijft de gemeente een product voor van een specifiek merk. Wij willen gebruik maken van een ander, goedkoper merk met exact dezelfde technische specificaties. In de nota van inlichtingen zijn hierover geen vragen gesteld. De gemeente zegt hier niet mee akkoord te gaan, omdat ze altijd dat merk gebruikt. Mag de gemeente dit weigeren?

Beste aannemer, Op grond van artikel 2.76 van de Aanbestedingswet 2012 is het noemen van merken in de technische specificaties slechts toegestaan als een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving niet mogelijk is, waarbij deze melding vergezeld dient te gaan van de woorden ‘of gelijkwaardig’. Van het product dat u dient te leveren, zijn, naar ik van u begrijp, meerdere merken verkrijgbaar met dezelfde technische specificaties. In het kader van mededinging is een verwijzing naar één product of leverancier daarom niet toegestaan. In dit geval had de gemeente in elk geval als toevoeging aan de merknaam ‘of gelijkwaardig’ moeten opnemen. Als de gemeente materiaal van een specifiek merk had willen toepassen, had zij dat in dit geval alleen legitiem kunnen oplossen door er een directielevering van te maken. U en uw collega-aannemers hebben er geen van allen een vraag over gesteld in de nota van inlichtingen, wellicht om anderen niet op het idee te brengen. Toch raad ik u aan hierover in het vervolg vooraf een vraag te stellen. U staat in uw recht om een ander merk te leveren. Wel is het aan u om aan te tonen dat het product aan gelijkwaardige technische specificaties voldoet. Mijn advies: voer een open en informatief gesprek met de gemeente over het product dat u wilt leveren. Wijs haar alleen als het écht nodig is op het artikel in de Aanbestedingswet of op adviezen die de commissie van aanbestedingsexperts hierover eerder hebben gegeven. Neem eventueel de leverancier van uw product mee om de technische specificaties te onderbouwen. Meer info vindt u op www.commissievanaanbestedingsexperts.nl (zoek op ‘merk’).

Nico Willemsen Beleidsmedewerker GWW

GRONDIG 2 2019

57


ondernemen met

cumela

CUMELARIA

VAN DE FLIER GROEP NEEMT BUS VOL STUDENTEN MEE NAAR INFRA RELATIEDAGEN “We gaan als Van der Flier niet zitten wachten tot de jeugd bij ons komt, we komen ze halen!” Op 5 februari stapten zeventig studenten van het AOC Terra en het Alfa College op initiatief van de Van der Flier Groep en in samenwerking met Syntera in de bus met als bestemming de Infra Relatiedagen in Hardenberg. Het beursthema was dit jaar ‘Route naar de toekomst – personeel en innovatie’. Door middel van deze actie wilde de Van der Flier Groep de medewerkers van de toekomst kennis laten maken met bedrijven in de GWW-sector. De studenten moesten een formulier invullen met hun interesses en toekomstige carrièrewensen. Aan het einde moesten ze beloven dat als ze afgestudeerd zijn bij Van der Flier langs komen om hun carrièrewensen te bespreken. U begrijpt dat het een prachtige dag was voor de leerlingen en voor Van der Flier, dat zich zo sterk profileerde.

STUDIECLUB LAND VAN CUIJK EN MAASDUINEN BEZOEKT VAN KESSEL OLIE Op maandag 14 januari bracht de studieclub Land van Cuijk en Maasduinen een bezoek aan Van Kessel Olie in Milheeze. Deze olieleverancier komt bij vele leden van de studieclub op het erf, maar slechts weinigen waren ooit op de thuislocatie van dit bedrijf, waar onlangs een nieuwe distributiehal in gebruik werd genomen. Van Kessel Olie nam de aanwezigen mee in de ontwikkeling van diesel en vervangende brandstoffen van de laatste decennia. Van Kessel levert onder andere Traxx-dieselolie en Traxx Zero, een klimaatneutrale dieselolie. Daarnaast kregen de aanwezigen een rondleiding over de terreinen en door de magazijnen.

CUMELABEDRIJVEN BIJ DOETINCHEM ON STAGE ‘Alles mag je worden, behalve ongelukkig, beloofd?’ Onder deze leus oriënteerden 900 vmbo-leerlingen zich 12 februari in schouwburg Amphion tijden Doetinchem on Stage op hun vervolgopleiding. Hiervoor bezoeken ze bedrijven die werkzaam zijn in de mogelijke studierichting Drie CUMELA-leden, Hofmeijer loonwerkbedrijf, Loonbedrijf Kriesels en Meiland Azewijn, namen deel. Ze spraken samen met Gerwin Otten (CUMELA Nederland) veel leerlingen en nodigden ze uit om cumelabedrijven te bezoeken tijdens de Doe Dag op 14 maart. Een mooi initiatief om zo leerlingen kennis te laten maken met de sector waarin ze willen werken.

MEER DAN VIJFTIG JAAR IN DIENST Gebroeders Vereijken uit Lieshout vierde vorig jaar het zestigjarig bedrijfsjubileum. Daarnaast was medewerker Ari Schrama meer dan vijftig jaar in dienst. Uiteraard ging dit jubileum niet ongemerkt voorbij. Ook andere medewerkers van het bedrijf konden bogen op langdurige dienstverbanden. Het bedrijf mag zeker trots zijn op zijn team van medewerkers en op deze mijlpalen. Namens CUMELA Nederland werd een bloemstuk en een gouden pen aangeboden.

58

GRONDIG 2 2019


KRING SCHAGEN PRAAT OVER ARBEIDSRECHT, CO2, KLIMAAT EN WEER Bijna vijftig belangstellenden kwamen woensdag 16 januari 2019 naar de studieclubdag van Kring Schagen. Tijdens de jaarvergadering vond er een bestuurswisseling plaats. Gerard Jimmink en Nils de Wit traden af en werden bedankt voor hun inzet. Marco Houtenbos en Wim Zwaan nemen het stokje over. Marie-José Lamers praatte de aanwezige CUMELA-leden bij over arbeidsrecht en -wetgeving. De loonkosten per uur kwamen aan de orde en ook hoe om te gaan met ontslag met wederzijds goedvinden en de transitievergoeding. Na de pauze hield Lajos Bax de aanwezige leden wakker met een interessant betoog over CO2 en het klimaatakkoord. Het middagprogramma werd afgesloten door Robert de Vries, weerman uit Flevoland. Robert vertelde over het weer en het klimaat. Na afloop van de studieclub dag was er voldoende tijd en stof tot napraten in café ’t Geveltje.

GEKRUID Sneeuwpret Eindelijk was het dan weer eens zover en konden we eind januari weer een keertje los in de sneeuw! Wat is er namelijk mooier dan op een koud winters moment bezig te zijn in de sneeuw. Dat vinden onze medewerkers ook. De voorpret begint al zodra de landelijke en met name de lokale weermensen winters weer beginnen te voorspellen. Dan worden alle sneeuwbezems en schuivers uit de schuur gehaald en alvast klaargezet, want wanneer vanwege het winterse weer dan toch alle andere werkzaamheden stil komen te liggen, is het prachtig om bezig te zijn met het sneeuwschuiven. Diverse bedrijven plegen alvast een telefoontje om er zeker van te zijn dat, mocht het nodig zijn, wij hun bedrijfsterreinen sneeuwvrij maken. Ook verschillende medewerkers melden zich alvast even “Wanneer het zover is, kun je me altijd bellen, ook al is het midden in de nacht”, zeggen ze. Met de telefoon in de aanslag op het nachtkastje liggen we allemaal met spanning in bed te wachten op het opdrachttelefoontje van gemeente en bedrijven.

COLLEGE BRONCKHORST OP BEDRIJFSBEZOEK Wat doen cumelabedrijven nu precies? Het voltallige college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst ging dinsdag 29 januari op pad om Groot Enzerink en Hobelman Halle te bezoeken. Een oprecht geïnteresseerd college maakte kennis met de activiteiten van deze leden en de cumelasector in het bijzonder. Met de ondernemers en CUMELA Nederland werd er gesproken over het heden en de toekomst van de sector en de individuele bedrijven. Het college gaf aan onder de indruk te zijn van de prestaties van de individuele ondernemers. Tot slot poseerde het gezelschap voor een staatsieportret tussen de in aanbouw zijnde Hooby’s bij Hobelman.

Onze jongste zoon lag zo jaren geleden op dit soort avonden met warme trui, trainingsbroek en liefst met zijn schoenen al aan in bed. Zo kon hij namelijk te allen tijde in één spurt mee op de trekker als dit nodig mocht zijn. De keren dat dit echt gebeurde, zijn op één hand te tellen, maar juist dat maakt het waarschijnlijk ook zo bijzonder. Ondanks het ongemak ziet de wereld er namelijk wel prachtig uit met al die sneeuw. Zeker ’s nachts en ’s morgens vroeg, wanneer de sneeuw nog onaangeroerd is en als een witte deken alles bedekt. Vaak wordt er door manlief en de medewerkers meer geschoven dan wat er qua route op papier staat. De achterafweggetjes die vaak als laatste aan de beurt zijn, worden ook even als service naar onze klanten toe meegenomen. Dat is ook voor de melkwagens wel zo fijn, want die zijn ook met dit weer 24/7 onderweg. Zo is de sfeer tijdens zulke dagen vaak heel prettig en zijn de mensen allemaal behulpzaam en saamhorig. Wat zou het mooi zijn als we dit gevoel gedurende de rest van het jaar vast zouden kunnen houden.

Gretha Toering Toering Loon- en Grondverzetbedrijf

GRONDIG 2 2019

59


ondernemen met

cumela

RUSTPUNT

Burn-outs komen steeds vaker voor. Vrije tijd, ontspanning en rust worden daardoor steeds belangrijkere aandachtspunten op de agenda. Niet alleen naast, maar ook tijdens het werk. In deze serie laten we cumelaondernemers aan het woord die bewust de ontspanning opzoeken in de hectiek van alle dag. Misschien kunt u er nog wat van leren.

“We moeten vrije tijd in onze samenleving belangrijker maken” Werk je om te leven of leef je om te werken? Vrije tijd is van cruciaal belang om ook op langere termijn plezier in het werk te houden. Maar hoe maak je vrije tijd en wat is vrije tijd eigenlijk? Tini Schoenmaker en Rita Buiting, trainsters op de CUMELA Vrouwendagen, geven hun kijk op dit fenomeen. Werk je om te leven of leef je om te werken? Vrije tijd is van cruciaal belang om ook op langere termijn plezier in het werk te houden. Maar hoe maak je vrije tijd en wat is vrije tijd eigenlijk? Tini Schoenmaker en Rita Buiting, trainsters op de CUMELA Vrouwendagen, geven hun kijk op dit fenomeen. De cumelasector staat bekend om hard werken. Met name bij familiebedrijven is hard werken de norm. De ouders en grootouders deden het ook, dus jij ook. Als je vier keer per jaar op vakantie gaat, vinden mensen daar wat van. Als je elke dag een wandelingetje gaat maken, vinden de buren daar wat van. Werken om te werken is ook een cultuurding. Als je kunt zeggen dat je het druk hebt, hoor je ergens bij. Veel werk maakt je belangrijk, geeft prestige en status. Maar is het ook gezond? Houd je hierdoor het werk op langere termijn wel vol? Blijft het werk dan nog leuk? Burnouts liggen op de loer, zo blijkt. “Uit onderzoek is gebleken dat wie altijd gefocust is minder productief is. Je kunt harder gaan werken om een probleem op te lossen, maar het blijkt dat als je heel druk bent het creatieve deel van je hersenen niet wordt gebruikt”, zegt Rita Buiting. “Vrije tijd is dus nodig om dat deel van de hersenen de ruimte te geven. Creativiteit zorgt ervoor dat je oplossingen kunt verzinnen, dat je kunt ontspannen, dat je beter kunt omgaan met stress. Als je dat niet doet, jaag je jezelf over de kop en word je ziek. We moeten vrije tijd in onze samenleving belangrijker maken.” Toch lijkt het erop dat de waarde van vrije tijd al is doorgedrongen in de cumelasector. Uit de enquête ‘Vrije tijd’, die CUMELA Nederland onlangs de deur uit deed, blijkt dat maar liefst 96 procent van de respondenten ruimte maakt voor vrije tijd. De helft plant het in, 37 procent heeft soms vrije tijd en negen procent ziet vakantie als vrije tijd. Slechts vier procent zegt geen tijd te hebben voor vrije tijd. Hebben cumelaondernemers het dan zo goed op orde? Zijn zij goed in staat om de balans tussen werk en vrije tijd te behouden? “Dat zou je op het eerste gezicht kunnen zeggen,” stelt Tini Schoenmaker, “maar de vraag is: wie hebben de

60

GRONDIG 2 2019


Vakantie

enquête ingevuld? Het zou best kunnen dat ondernemers die te druk zijn geen tijd hebben om deze vragenlijst in te vullen, terwijl ondernemers die al letten op de balans hiervoor wel de tijd hebben genomen.”

Kwaliteit van leven De term ‘vrije tijd’ is discutabel. Schoenmaker vindt het geen goede term. “Vrije tijd impliceert een grens tussen gebonden tijd - werk - en de tijd daarbuiten - vrije tijd - maar ook in die gebonden tijd is het belangrijk om de tijd optimaal te gebruiken, zodat je je werktijd als positief blijft ervaren. Dat betekent dat je je werk op een goede manier moet hebben geregeld. Denk aan voldoende pauzes, goede relaties met werknemers en klanten, een fijne sfeer en duidelijke afspraken. Werktijd is ook leef-tijd. Het draait niet om vrije tijd, maar om de kwaliteit van leven.”

Vakantie is een onderwerp apart. Ruim de helft van de respondenten gaat één keer per jaar op vakantie en ruim een derde gaat zelfs twee keer. “Dat klinkt goed, maar is vakantie ook echt vrije tijd?”, vraagt Rita Buiting zich af. “Ik ken ook heel wat mensen die vakantie ervaren als stress. Dus ik zou zeggen: doe wat goed voor je voelt. Als een dagje weg je meer rust geeft dan drie weken weg, doe dat dan.” Wat ook uit de enquête naar voren kwam, is dat maar negen procent van de respondenten op vakantie niet bereikbaar is. De rest heeft toch in enige vorm contact met het thuisfront. “Ik kan me voorstellen dat ze hiervoor kiezen”, zegt Schoenmaker. “Aan de ene kant onderbreekt het wel het vakantiegevoel voor de anderen die mee zijn. Aan de andere kant kan het ook rust geven als je weet dat alles goed gaat op het bedrijf.”

Buiting vult aan. “Het is een goede oefening: stel je voor dat je nog maar één dag te leven hebt, hoe kijk je dan terug op je leven? Ben je nu tevreden over de balans tussen werk, familie, vrienden en gezondheid? Veel mensen hoor ik toch op latere leeftijd zeggen: ‘Had ik maar meer tijd met mijn kinderen doorgebracht of had ik maar meer tijd aan mijn familie besteed.’ Als je dat denkt, is het nu tijd om voorwaarts te denken: hoe kan ik mijn werkende leven zo inrichten dat ik meer in balans kom?” Dat hoeft niet te betekenen dat je op een luchtbedje op het strand moet liggen, benadrukt ze. “Vrije tijd moet je zien als actief herstel. Je mag bewegen, alleen op een andere frequentie: ontspannen met iets bezig zijn. Zo ga ik elke dag even een stukje wandelen in mijn eentje om rust in mijn hoofd te krijgen. Anderen nemen misschien een dag in de maand vrij en gaan naar de sauna om over dingen na te denken. Dat komt het ondernemerschap alleen maar ten goede. Je leert je daardoor minder te laten leiden door de waan van de dag.”

Werken vanuit ontspanning Hoe gemakkelijk het misschien allemaal klinkt, toch weten veel mensen niet de balans te houden. “In de cumelasector werken mensen vaak te veel, te lang en op onregelmatige tijden. Dat komt ten eerste omdat het gaat om zelfstandig ondernemerschap. Onregelmatigheid is een aspect dat daarbij hoort. Daarnaast zijn het veelal familiebedrijven, die door het gezin worden gedragen. De aandacht gaat dus sterk naar het bedrijf toe. Het moet altijd beter gaan en je moet altijd je concurrenten voor blijven. Dat maakt de loonwerksector tot een soort werk met een enorme zuigkracht”, zegt Schoenmaker. “Natuurlijk geeft het je ook veel: zelfstandigheid, je hebt met mensen te maken, je bent buiten, je kunt je eigen planning maken en je kunt je bezig houden met de ontwikkeling van machines. Dat is enorm

Geluk komt van aandacht voor kleine dingen. Ongeluk van het verwaarlozen ervan.

Xiang Xu

aantrekkelijk, maar het is belangrijk dat je zelf wel op maximale kracht blijft. Je moet je werk dus zo organiseren dat je plezier in je werk blijft houden.” Buiting noemt het werken vanuit ontspanning. “Het mooiste is als dat lukt. Het begint met weten hoe je je werk wilt doen, wat belangrijk is en je grenzen blijven aangeven”, zegt ze. Hoe haalbaar is dat echter in de piekperiodes? “Ook in de periodes dat je moet knallen, is het belangrijk om ontspannen te blijven. Neem bijvoorbeeld geen verantwoordelijkheden over die niet bij jou horen. Dat geeft stress. Als een klant te laat belt, heeft hij het probleem in wezen zelf veroorzaakt. Je kunt proberen zijn probleem als een gek te gaan oplossen, maar je kunt ook afspreken: oké, je belt wat laat, maar ik ga kijken wat er mogelijk is. Dat geeft een heel andere dimensie aan het probleem.”

GRONDIG 2 2019

61


ADVIESPRAKTIJK

ondernemen met

vaktechniek

Verder somt ze op: “Doe waar je goed in bent en bewaak je planning. Houd je alleen maar bezig met dingen waarop jij invloed hebt. Als je dat niet doet, ga je je druk maken over zaken waar je niets aan kunt veranderen. Dat levert alleen maar stress op.”

Lege tijd Moeten we echter altijd wat doen in die vrije tijd? “We zijn over het algemeen te veel gericht op doen”, zegt Schoenmaker. “Dat bleek ook uit de vraagstelling van de enquête, want op de vraag ‘Wat doe je in je vrije tijd?’ ontbraken antwoorden als ‘meditatie’ of ‘rustig zitten in de kerk’. Lege tijd is zo belangrijk”, benadrukt ze. “Neem tijd om stil te staan. Wat vind ik van mijn leven? Wil ik zo mijn tijd gebruiken? Uit de enquête blijkt dat mensen het gezin van groot belang vinden, het hebben van hobby’s, sport en vakantie. Dat is allemaal goed, maar het verstilde en het creatieve kwamen nauwelijks voor.” Uiteindelijk draait het dus niet om het aanbrengen van een strikte scheidslijn tussen werk en vrije tijd. Het gaat juist om de balans. “Het zijn vaak niet de vrijetijdsbestedingen, maar juist de momenten tussendoor die rust geven”, zegt Schoenmaker. “Kleine dingen waar je blij van wordt, zoals natuur, muziek, een compliment. Dat is vrije tijd en dat bereik je niet alleen met een week vakantie.” TEKST: Marjolein van Woerkom FOTO: CUMELA COMMUNICATIE

Mogelijke inspiratiebronnen Natuur Gedichten Muziek Iets maken Goed gezelschap Je geloof Informatie Stilte Iets betekenen voor iemand Kunst Een kind Spelen Een preek, lezing of toespraak Compliment Goede raad Yoga Een voorbeeldpersoon Goed boek Vast moment voor jezelf Reizen Dierbare spullen om je heen Bidden Meditatie Opleiding Gesprek met een situatiegenoot Liedje Therapie Televisieprogramma Met aandacht dingen doen Lijfspreuk Bewegen (dansen, wandelen, fietsen) Humor Lijfelijkheid De zee

Boilerplate-clausules Vraag de jurist om de hoek of hij weet wat een boilerplateclausule is en ik vermoed dat hij het antwoord schuldig moet blijven. Een boilerplate-clausule is een standaardbepaling in een overeenkomst, die soms voor onplezierige verrassingen kan zorgen. Boilerplates zijn ijzeren platen die werden gebruikt voor het drukken van persberichten. Omdat deze platen zouden lijken op platen voor stoomketels (‘boilers’) worden ze ook wel ‘boilerplates’ genoemd. Juristen gebruiken deze term voor bepalingen die vrij standaard in een overeenkomst worden ‘gedrukt’. Meestal onder het kopje ‘overig’ of ‘standaardbepaling’. In veel overeenkomsten staan boilerplate-clausules. Het zijn de slotbepalingen waar bijna niemand naar kijkt. Vaak klakkeloos overgenomen uit andere contracten, zonder dat de partijen daadwerkelijk stilstaan bij de gevolgen. Copy-paste, lekker gemakkelijk. En omdat ze zo standaard zijn, zullen ze wel goed zijn, toch? Veel boilerplate-clausules komen voort uit het Engelse recht. Zo is er bijvoorbeeld de ‘no oral modification clause’, die bepaalt dat partijen alleen gebonden zijn aan de schriftelijke en ondertekende overeenkomst. Mondelinge afspraken of e-mailverkeer over de uitwerking van de overeenkomst gelden volgens deze clausule niet. Met name als u ook met buitenlandse partijen zaken doet, is het verstandig om hierop te letten. In Nederland heeft deze clausule minder kracht, omdat de rechter ook moet kijken naar de bedoeling van partijen. Maar wilt u dan nog wel zo’n bepaling? Een andere boilerplate-clausule is de nietigheidsbepaling. Dit betekent dat als een bepaling uit de overeenkomst niet rechtsgeldig (nietig) zou blijken, de rest van de overeenkomst blijft bestaan en dat de nietige bepaling wordt vervangen door één die daar zoveel mogelijk op lijkt, maar wel rechtsgeldig is. Het is belangrijk om daar goed op te letten, want wat nu als de nietige bepaling juist de kern van de overeenkomst raakt? Is dan de algehele nietigheid van de overeenkomst niet wenselijker? Nog eentje dan. Een bekende boilerplate-clausule is de ‘evergreen-clausule’. Dit zijn bepalingen die ook na de overeenkomst blijven doorwerken. Denk aan geheimhoudings­ clausules of clausules met betrekking tot het intellectueel eigendomsrecht. Is dat wenselijk? En wat gebeurt er als de overeenkomst tussentijds wordt beëindigd? Kijk dus in de overeenkomst niet alleen naar voor de hand liggende zaken als prijs, uitvoeringsdatum, aansprakelijkheid, enzovoort. Ook bepalingen die zijn weggestopt onder kopjes als ‘overig’, ‘slot’ of ‘algemeen’ verdienen aandacht.

Sander van Meer, teamleider Advies en Arbeidsmarkt

62

GRONDIG 2 2019


DE DIGITALE REVOLUTIE GRATIS IPAD EN 5 JAAR JDLINK CONNECT ABONNEMENT BIJ AANKOOP VAN EEN NIEUWE 6R, 7R, 8R of 9R TRACTOR* Met JDLinkTM bent u altijd op de hoogte van de exacte locatie van uw machine en kunt u de instellingen en taakgegevens bekijken. Met JDLinkTM connect kunt u belangrijke instellingen en documentatiegegevens draadloos uitwisselen tussen het Operations Center en de machines in het veld. Is uw interesse gewekt? Neem dan vandaag nog contact op met uw dealer voor meer informatie over deze aanbieding. *Deze actie is geldig van 1 februari tot 31 juli 2019. Bij aankoop van een 6R, 7R, 8R of 9R tractor met ultimate connectivity pakket.

NOTHING RUNS LIKE A DEERE


ondernemen met

cumela

CUMELA.NL

Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.

Contactdagen 2019 Elk jaar vinden in de twaalf provincies de Contactdagen plaats. In de huishoudelijke vergadering wordt verantwoording voor het beleid van afgelopen jaar afgelegd, worden bestuursleden herkozen, nieuwe bestuursleden benoemd en aftredende bestuursleden bedankt voor hun inzet. Hiernaast vinden er interessante presentaties plaats en worden er bedrijven bezocht. Hieronder een korte terugblik op de dagen.

Contactdag Limburg

te gaan, maar tijdig onveilige situaties herkennen, erkennen en keren, dus bij onveilige situaties niet doorgaan, maar maatregelen nemen.

Contactdag Overijssel

Tijdens de Contactdag Limburg werd duidelijk op welke manier de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum bijdraagt aan de oplossing voor de hoogwaterproblematiek. Vanuit de dubbeldekkerbus was goed zichtbaar hoe de diverse typen dijken in het veld worden gerealiseerd. Een enkel voertuig was aan het werk om de vier miljoen kubieke meter grond te transporteren. De zeventien kilometer gelegde rijplaten kwamen hierbij goed van pas. Uiteindelijk wordt er 340 hectare nieuwe natuur gerealiseerd.

CUMELA Nederland. Vergunningverlening, toezicht en handhaving, de organisatie van de Omgevingsdienst, wat rol en aanpak van de dienst is en hoe toekomstige ontwikkelingen eruit zien, werd door vier man sterk van de RUD Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) besproken en leverde genoeg gespreksstof op. Eén van de belangrijkste opmerkingen was dat de handhaving met name dient plaats te vinden bij de bedrijven die niet melden. De bedrijven die melden, zijn al goed bezig.

Contactdag Groningen

Contactdag Noord-Holland

55 Overijsselse ondernemers in groen, grond en infra waren de eerste tien minuten toch verbaasd over het feit dat een handhaver ook meedenkt over de veranderende voertuigeisen voor landbouwverkeer en hierover het gesprek aan durft te gaan met de sector. Dit naar aanleiding van de presentatie die Erik Bouman van de politie OostBrabant gaf over de veranderende eisen voor het landbouwverkeer.

Contactdag Friesland

Max en Stefan Holthausen van De Holthausen Groep BV hielden een boeiend betoog over de toekomst en het rijden op waterstof. “Dat gaat veel harder dan we ons ooit voor konden stellen. Onze voorspelling is dat er over vijf jaar een aanzienlijk deel van het vervoer op waterstof rijdt, dus ook machines in de cumelasector. Als voorbeeld noemen we de vlucht van de smartphone. Vijf jaar geleden wisten we ook nog niet waar we nu uiteindelijk al staan.”

Contactdag Brabant De wet- en regelgeving rondom grondstromen is complex. De handhaving neemt toe en veel leden stellen daar regelmatig vragen over bij

64

GRONDIG 2 2019

De ruim honderd aanwezigen gingen na de huishoudelijke vergadering in vier roulerende groepen op pad voor vier actieve excursies. Met rondleiders van Gebr. Van ’t Hek ging het door de loodsen en over het erf, waar een aantal heimachines te bewonderen waren. Vervolgens gaf Ruud van ’t Hek een presentatie over het familiebedrijf. Een mooi verhaal over de aandacht voor veiligheid. In het jaar 2013 heeft het bedrijf het H.E.K.-principe bedacht. De afkorting staat voor Herkennen Erkennen Keren. De medewerkers zijn uitgebreid meegenomen in het proces om het aantal ongevallen te verminderen, waarbij tijd en geld niet het argument moeten zijn om door

Vice-voorzitter Jan Roelof Betten van bestuur Friesland gaf als dossierhouder Scholing aan dat er zich voor het aankomende schooljaar dertig leerlingen (22 voor mbo niveau 3 en acht voor mbo niveau 4) bij het Nordwin College afdeling Loonwerk hebben aangemeld. Dit komt mede doordat de CUMELA-leden zich zichtbaar opstellen en hier werk van maken, stelde hij vast. De bedrijven zijn aanwezig op open dagen en organiseren praktijkdagen. Het resultaat is een mooie stijging van het aantal studenten in vergelijking met de vorige jaren.


28 MAART: PRESTEER OPTIMAAL, GA (VERDER) DIGITAAL Betaalt u hoge kosten voor uw softwarepakket, maar maakt u alleen gebruik van de basismogelijkheden? Of wilt u over naar een digitale werkbon, maar u weet niet hoe? Kom dan 28 maart naar de digitaliseringsmarkt en de ALV van CUMELA Nederland. Hierin zullen collega-bedrijven u laten zien wat de mogelijkheden zijn en wat dit hen heeft gebracht. Digitalisering kan u helpen overbodig werk te automatiseren, waardoor uw medewerker andere dingen kan doen. Uw administratieprogramma kan u inzicht geven in waar u winst en verlies maakt. Maar hoe? CUMELA neemt u mee in de stappen die u kunt zetten om (nog) beter gebruik te maken van uw laptop, smartphone en online-applicaties. Diverse leveranciers en gebruikers uit onze sector vertellen hun verhaal. U meldt zich aan via het agenda-item op Cumela.nl.

ARTIKELEN VAN DE WEEK LEEST U OP CUMELA.NL • Laatste jaar SDE+ in huidige vorm • Kostenstijgingen 2018-2019. Volg de ontwikkelingen • Kwaliteitsnet landbouwverkeer steeds nuttiger • Is de PO-scan wat voor u? CUMELABEDRIJVEN WINNEN Zowel de vak- als de publieksprijs van de Stigas Gezond & Vitaal Werken Prijs is gewonnen door cumelabedrijven! Kloosterman uit Kapelle won de vakprijs. Het bedrijf won omdat het een werkwijze hanteert die praktisch toepasbaar is voor het overgrote deel van de agrarische en groene sector. Kloosterman heeft ervoor gekozen niet alleen de functioneringsgesprekken, maar ook het gesprek over ‘Wie zijn wij?’ te voeren. Onderwerpen die het bedrijf praktisch en laagdrempelig oppakt. Kloosterman heeft nagedacht over wat het betekent voor de medewerkers en hoe het bedrijf hierover met hen in gesprek gaat. K.A. van Daalen en Zn. uit Pijnacker kreeg de meeste likes op Facebook en won hierdoor de publieksprijs.

OOK OP CUMELA.NL • Agri Works eerste deelnemer CUMELA Kompas Analyse 2018 • Besteed aandacht aan uw certificeringen! • Colland Arbeidsmarkt betaalt uw bedrijfstraining Klare Taal • Aftermovie Inspiratiedagen • Tip uw klant: verdund mest uitrijden eerst melden • Bijscholing praktijkopleider door Volandis verplicht? • Vanaf 1 april gaat de Generieke Poortinstructie gelden VEELGESTELDE VRAGEN • Een hoofdaannemer laat tijdelijk zijn mensen één uur per dag langer werken. Hoe kan hij dat regelen? Leden lezen het antwoord op cumela.nl. • Is een heftruckcertificaat altijd verplicht? • Mag ik grondverzetmachines zelf keuren? • Hoe herken ik phishing- en andere nepmails?

VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de voorzitters van CUMELA Nederland. Deze editie Wim van Mourik, voorzitter CUMELA Nederland.

Inwerken in Den Haag Met heel veel plezier ben ik de afgelopen elf jaar bestuurder geweest van de sectie Mestdistributie. Een mooie periode om ervaring op te doen, kennis te verzamelen en beleid naar buiten te brengen. Genoeg om na een stemronde in het bestuur te worden gekozen tot voorzitter van de sectie. Op 19 december 2018, tijdens de ledenvergadering, was het zover en werd ik benoemd. Ik had zelf nog geen verwachtingen met betrekking tot het voorzitterschap. Natuurlijk heb ik de afgelopen jaren gezien hoe de vorige voorzitter bepaalde taken uitvoerde en wat hij in diverse vergaderingen naar voren bracht, maar als je het zelf moet doen, is het toch anders. Wat voor mij totaal nieuw is, zijn de overleggen in Den Haag en die met andere standsorganisaties. Politieke ervaring heb ik niet, dus is het best spannend als je de eerste keer naar Den Haag mag voor een overleg met de minister. Je vraagt je toch bepaalde dingen af, zoals: hoe verloopt een overleg, krijg je de tijd om je mening te geven en weet de minister waar ze het over heeft? Oftewel is er dossierkennis en hoe gaat de communicatie tussen de diverse standsorganisaties? Ik heb de afgelopen maanden veel kennis mogen opdoen en ook gemerkt dat er zowel bij de minister en ambtenaren als bij de diverse standsorganisaties een goede dossierkennis is. Ook heb ik gemerkt dat er wel degelijk besluiten worden genomen. Veel zaken zijn complex en het is niet altijd zwart-wit. Ik vind het zelf belangrijk om eerst ervaring op te doen en de juiste mensen te leren kennen. Er komt de komende tijd veel op ons af op het gebied van mest, zoals de onafhankelijke monsternemer, de veranderde regelgeving op het gebied van het wegen van mest, KeurMest, de kringlooplandbouw, de certificering van de mestketen en de NIR-sensortechnologie. En komt er een nieuw of aangepast mestbeleid? Het zijn allemaal zaken waar wij in onze sector in de toekomst mee te maken krijgen. Mijn doelstelling is dan ook om onze sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen en ervoor te zorgen dat onze sector een goed en professioneel imago krijgt, waarin op een eerlijke manier een boterham te verdienen is.

Johan Mostert Voorzitter

GRONDIG 2 2019

65


ondernemen met

cumela

TOOLBOX Afstappen van machines Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting

Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl

Regelmatig raken werknemers geblesseerd omdat ze van een machine zijn gesprongen en ongelukkig zijn neergekomen of zijn uitgegleden. Het lijkt een open deur om te zeggen dat je voorzichtig van een machine moet afstappen, maar door gewoonte en haast is springen verleidelijk. Op ongelijke ondergrond verzwik je gemakkelijk een enkel. De kans op verzwikken wordt heel veel groter bij het dragen van klompen. Ook je rug en knieën krijgen onnodig een dreun.

WAAROM SPRINGEN? Uit een machine springen lijkt voor je gevoel véél sneller dan stap voor stap het trapje af. Zou je het tijdsverschil opnemen, dan zal dat niet in de minuten lopen. Als je moet bijkomen van een verkeerde sprong is de tijdwinst alweer verdwenen. Ben je eenmaal gewend om te springen, dan leer je dat niet zomaar af. Gewoonten zijn hardnekkig en lastig te veranderen. Het is ook niet altijd mogelijk om stap voor stap op de grond te belanden, zoals bij het zekeren van een machine op de dieplader.

HOE SPRINGEN? Een lichaam kan prima tegen springen, maar het moet wel zo zijn dat je lichaamsgewicht op de juiste manier wordt opgevangen. Hoe groter de afstand tussen jou en de grond, hoe meer krachten er op je lijf komen. Hoe meer je weegt, hoe meer je gewrichten worden belast. Voor een veilige sprong heb je een harde, vlakke en stroeve ondergrond nodig. Bepaal welke plaats geschikt is om te landen. Zolen van werkschoenen/klompen zijn hard. Spring je op een ongelijke ondergrond, dan zal je zool scheef gaan. De knik die dan ontstaat, wordt opgevangen door je enkels, knieën en rug. Als je bent geland, sta je in een skihouding. Beide knieën staan recht naar voren gebogen en je rug is naar voren gebogen in de heupen (je rug heeft een rechte lijn). Hiervoor moeten buik- en bilspieren aangespannen zijn. Nog een voorwaarde om veilig te springen, is dat je spieren ‘warm’ moeten zijn.

Heb je net uren gezeten en spring je dan uit de kraan, dan is het vragen om problemen. Als je springt, spring dan gecontroleerd, rustig en beheerst.

OF TOCH MAAR NIET SPRINGEN? Als aan het bovenstaande niet kan worden voldaan, is het beter om niet te springen. Als de ondergrond nat, zacht of glibberig is, is het niet verstandig. Pas ook op als er een kluit aan je schoenen plakt. Achterstevoren de trap af is het veiligst. Andersom kan ook. Maak van de rupsen een traptrede. Probeer bij het afstappen van de dieplader van het laagste gedeelte af te stappen en gebruik te maken van het chassis, als dat mogelijk is.

Alle toolboxen zijn ook digitaal te gebruiken via de Veilig Vakwerk-dienst. Ga voor meer informatie naar www.veiligvakwerk.nl.

66

GRONDIG 2 2019


Springen met werkklompen aan is vragen om problemen

Gebruik bij het uitstappen altijd de aanwezige hulpmiddelen. $

WERKSCHOENEN OF WERKKLOMPEN? In de cumelasector zijn over het algemeen een hoog ­model veiligheidsschoenen met een S3-zool het meest geschikt. Een laag model is alleen geschikt voor mensen die veel m ­ oeten knielen. De kans op verzwikken van de enkel op ongelijke ondergrond is groot. Daarom moet de enkel ­beschermd worden. Het is wel mogelijk om een lage werkschoen te combineren met speciale enkelbanden die k­ unnen worden verbonden aan de schoen.

TIPS EN VUISTREGELS 1. Zorg ervoor dat de veters van je schoenen gestrikt zijn. 2. Controleer of het profiel van je werkschoenen goed is en maak het regelmatig schoon. 3. Zorg dat tredes en op- en afstapjes schoon zijn. 4. Gebruik de aanwezige hulpmiddelen. 5. Door een vochtige ondergrond, regen, sneeuw, ijzel of blaadjes worden trapjes, rupsen, rijplaten, taluds et ­cetera glad. Houd hier rekening mee. 6. Ook het morsen van vloeistoffen kan ervoor zorgen dat de ondergrond glibberig is. 7. Zet de machine zo neer dat je de rupsen kunt gebruiken om uit te stappen. 8. Loop van de trap af. Meestal is het springen van de laatste tree niet nodig. 9. Spring alleen als het niet anders kan. Zorg dan voor een zo gunstig mogelijke situatie. 10. Bespreek met elkaar in welke situaties je niet goed kunt uitstappen. Bespreek ook wat hiervoor een oplossing zou kunnen zijn. Denk aan het maken van een extra ­(uitklapbare) trede of een handgreep.

$

TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo FOTO’S: Peter Bredius (Stigas) en Fa Rasenberg Wagenberg

GRONDIG 2 2019

67


ondernemen met

cumela

Een goede bedrijfsfilm Externe hulp bij de productie is onontbeerlijk voor een goed resultaat Een jubileum blijkt voor cumelabedrijven bij uitstek een reden te zijn om een bedrijfsfilm te maken. Zo ook voor Welvreugd Drilling BV, de winnaar het bedrijfsfilmfestival van CUMELA. Kraanverhuur en Grondverzet G.M. Damsteegt koos juist voor een film als middel om het bedrijf op beurzen te introduceren. Alle films in de top-drie hebben één ding gemeen: ze zijn alle gemaakt door een extern bureau. Is dit dan het geheim van een goede bedrijfsfilm?

Bedrijfsfilm van Loon- en Verhuurbedrijf Tuytel

68

GRONDIG 2 2019

Professioneel en veelzijdig, dat waren de woorden waarmee de bedrijven werden omschreven die meededen aan het bedrijfsfilmfestival dat op de CUMELA Inspiratiedagen plaatsvond. Die veelzijdigheid was ook terug te zien in de inzendingen, maar er waren er drie die met kop en schouders boven de rest uitstaken. Iets wat ze mede konden realiseren met hulp van een bureau dat ze ondersteunde. “De voorbereidingen voor het vijftigjarig jubileum waren in volle gang toen de bedrijfsfilm ter sprake kwam”, zegt Kees Vreugdenhil, directeur bij Welvreugd,. Via de cateraar kwam zijn bedrijf uit bij een relatief nieuw bureau, Pixelx. Ook Loon- en Verhuurbedrijf Tuytel uit Oud-Alblas kwam via een andere partij uit bij het bureau Visser Media & Design uit Alblasserdam, die de bedrijfsfilm produceerde. Die film leverde het bedrijf de derde plaats op. “Wij waren bezig met het ontwikkelen van een nieuwe website. Toen bleek dat we voor de landingspagina iets nodig hadden wat opvalt. Dat werd de bedrijfsfilm. Die was halverwege 2018 klaar, maar de website moet nog steeds worden opgeleverd”, zegt Mark den Boer, medewerker bij Tuytel. Het cumelabedrijf koos ervoor om voor een lokaal bedrijf te gaan dat bekend is met de sector. Het voordeel van een bedrijf dat bekend is met de werkzaamheden is dat er beter kan worden meegedacht over de inhoud van de film. Het wordt dan ook gemakkelijker voor het bureau om advies te geven.

Bij G.M. Damsteegt werd heel bewust gekozen voor het bureau Fact and Fable. “Onze bedrijfsfilm was verouderd en degenen die op de beurs staan, wilden graag een film hebben die kon laten zien wat Damsteegt doet”, zegt Lydia Damsteegt. “Het moest echter wel een tijdloze film worden. Wij waren op zoek naar een nieuwe, frisse film”, vertelt ze. Het resulteerde in een bedrijfsfilm die in 2016 werd opgeleverd en hoge ogen gooide bij het publiek op de Inspiratiedagen.

Alles tonen of keuzes maken? De eerste stap bij het maken van een bedrijfsfilm is bepalen wat het doel is. “De bedrijfsfilm heeft het doel om inzicht te geven in G.M. Damsteegt, zijn activiteiten en zijn machinepark. De beursvideo is bedoeld om bezoekers te verleiden de beursstand van G.M. Damsteegt te betreden. Daarnaast moet het een beeld geven van het bedrijf”, zo luidt de formulering van het doel van de film voor Damsteegt. Ook bij Tuytel werd de keus gemaakt om alle aspecten van het bedrijf in de film te vatten. “Om daarin orde aan te brengen, werd gekozen om een onderverdeling te maken in de werkzaamheden. Dat resulteerde in vier groepen: grondverzet, transport, recycling en Zuig- en Veegtechniek”, zegt Den Boer. In minder dan anderhalve minuut wordt zo een compleet beeld van Tuytel neergezet. Dat het een korte film is geworden, is mede te danken aan de inbreng van het bureau. “Wij wilden een langere


film”, bekent Den Boer. “Dat werd ons afgeraden, omdat het publiek snel is afgeleid”, zegt hij. Achteraf is het bedrijf echter blij dat het bij een korte film gebleven is. Het is een gemene deler in de films, want Vreugdenhil heeft met één minuut en 46 seconden de langste film en dat is nog steeds veel korter dan de gemiddelde bedrijfsfilm van een cumelabedrijf.

Medewerkers centraal De bedrijfsfilm van Welvreugd, specialist in gestuurd boren, valt ook nog door een andere reden op Het bedrijf doet namelijk meer dan de film laat zien. Een bewuste keuze? “Ik had liever meer laten zien”, zegt Vreugdenhil. Hoewel de directeur er dus niet helemaal tevreden mee is, is hij wel trots op het beeld dat van het personeel wordt gegeven. “Lof is er voor de passie en trots van de medewerkers die centraal staan in de film, ze praten met trots over hun vakmanschap”, zo omschreef de vakjury het. Het draait volgens de ondernemer ook om het personeel. “Met materieel werken zonder mensen gaat niet. Daarvan zijn we ons heel erg bewust. Het is belangrijk om daar goed mee om te gaan”, aldus Vreugdenhil. In de bedrijfsfilm wordt het personeel als heel stoer neergezet. Een beeld dat volgens hem helemaal klopt. Alle drie de bedrijven zijn het erover eens dat het personeel een heel belangrijke rol speelt. Damsteegt zegt dat de medewerkers trots zijn op wat ze doen. “Je film heb je ook samen gedaan.”

heel anders over. “Wij betaalden ruim drieduizend euro voor de film en dat is het waard”, stelt Damsteegt vast. “Het is een tijdloze film geworden, die wordt ingezet op Facebook en LinkedIn en bij spreekbeurten en presentaties.” Wanneer het nodig is, stelt Damsteegt dat er weer een nieuwe film zal worden gemaakt. “Verbeterpunten zijn er altijd. Het is een leerproces”, zegt zij. Bij Tuytel willen ze er ook meer mee gaan doen. “Wij gaan met het bureau kijken naar een film gericht op de recycling. Dat gaan we opnieuw met dit bureau doen. Wat dat heeft gedaan met camera’s en het materiaal dat het heeft gebruikt om de film te maken, dat hebben wij zelf niet”, legt hij uit. De ongeveer vijfduizend euro die ervoor werd betaald, ziet Tuytel dan ook als een investering.

Bedrijfsfilm van Kraanverhuur en Grondverzet G.M. Damsteegt

Tips voor collega’s

Winst van de bedrijfsfilm

Voor de andere ondernemers hebben de bedrijven ook nog wel een paar adviezen. Zo drukt Damsteegt de ondernemers op het hart “Maak de film zo dat het klopt. Waarmee ik bedoel dat de film een beeld laat zien wat bij je past”. Den Boer raadt aan om een bureau te gebruiken voor het maken van een film. “Die mensen hebben camera’s op de machine gezet, werken met een drone en hebben beelden gemaakt die anders niet zouden zijn gemaakt. Ze zijn er ook diverse keren voor naar een locatie gegaan”, aldus Den Boer. Dat is ook in de film van Welvreugd terug te zien. Daar zijn camera’s in leidingen gestopt en meer van dit soort bijzondere shots, die allemaal hebben geholpen om de bedrijfsfilm tot een winnaar te maken.

Over de winst van een bedrijfsfilm zijn de bedrijven het niet eens. Vreugdenhil is er heel stellig in dat hij niet gelooft dat je de film ooit terugverdient. Bij Damsteegt denken ze daar

TEKST: Herma van den Pol FOTO: Youtube

Bedrijfsfilm van Welvreugd Drilling B.V.

GRONDIG 2 2019

69


LIVE THE LAND FEEL THE FREEDOM. EXPERIENCE THE PERFORMANCE. DE NEXT-GENERATION VF-BAND 7% verhoogde productiviteit en 7% verlaagd brandstofverbruik 15% grotere footprint voor minder bodemverdichting en een hogere opbrengst Optimale stabiliteit bij zwaar transportwerk 30% langere levensduur Data gebaseerd op DLG test rapport 6800 en op testgegevens van Vredestein R&D. Meer informatie op : www.vredestein.nl


ondernemen met

Werk aan Beter Aanbesteden

cumela

Staatssecretaris Mona Keijzer op werkbezoek in cumelasector Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat moet zorgen dat de uitwerking van de actieagenda Beter Aanbesteden breed onder de aandacht komt van en wordt opgepakt door gemeenten en andere aanbestedende lagere overheden. Deze boodschap kreeg staatssecretaris Mona Keijzer mee tijdens een werkbezoek aan AH Vrij in Wateringen.

De staatssecretaris was op uitnodiging van CUMELA Nederland op bezoek bij cumelabedrijf AH Vrij. Eigenaar Jan Vrij liet de staatssecretaris zien hoe het bedrijf dankzij een houtgestookte kachel al los is van het aardgas en met zonnepanelen de helft van het eigen stroomverbruik opwekt. Voor Vrij is het hout stoken echt circulair werken, omdat hij zelf hout verzamelt en verwerkt dat vrijkomt bij snoeiwerkzaamheden. Het belangrijkste doel van het bezoek was met de staatssecretaris in gesprek gaan over de problemen waar ondernemers op stuiten bij het aannemen van werk. Daarvoor was op het bedrijf van Vrij een rondetafelgesprek georganiseerd met verschillende ondernemers en partijen die met het aanbesteden te maken hebben. Tijdens het gesprek kwamen verschillende problemen ter tafel waar de ondernemers in de praktijk tegenaan lopen. Eén daarvan is het clusteren van werk, waardoor ondernemers te maken krijgen met veel grotere projecten, waar soms ook allerlei extra opdrachten aan worden gekoppeld. Ongunstig voor MKB-bedrijven, want als het bedrijf het al aan kan, legt een project daardoor een te groot beslag op de capaciteit van het bedrijf. Het gevolg kan zijn dat andere opdrachten niet worden aangenomen en het bedrijf kwetsbaarder wordt omdat het van minder opdrachtgevers afhankelijk is.

Onvoldoende kennis Een ander probleem dat op tafel kwam, is het gebrek aan kennis om voldoende MKB-vriendelijk aan te besteden. De bedrijven merken dat er bij lagere overheden onvoldoende kennis is van procedurele aanbestedingsmogelijkheden én van het vakgebied. Bedrijven zien de ontmoetingen of marktconsultaties al als een vooruitgang, maar merken op dat dit nog meer navolging mag krijgen. Tijdens het gesprek werd ook een pleidooi gehouden om vaker na te denken over het werken met bouwteams bij grotere projecten om de kennis van de markt te benutten. In een bouwteam, waarin architect of ingenieursbureau en opdrachtgever en opdrachtnemer samenwerken, kan veel meer gebruik worden gemaakt van de aanwezige kennis. Alle aanwezigen vroegen bij de staatssecretaris aandacht voor het stimuleren van het werken volgens de actieagenda Beter Aanbesteden. Ze vinden dat gemeenten en lagere overheden veel meer de mogelijkheden uit de Aanbestedingswet

moeten gebruiken en niet alles volgens een dichtgetimmerd protocol in de markt moeten zetten. Het zou volgens de ondernemers goed zijn als de staatssecretaris dit bij deze partijen onder de aandacht blijft brengen en stimuleert dat deze ook op lagere niveaus wordt nageleefd.

Interesse Staatssecretaris Mona Keijzer hoorde de voorbeelden met interesse aan en beloofde te kijken hoe ze met de aanjager van het actieprogramma Beter Aanbesteden kan komen tot een betere naleving van de regels en vooral een beter gebruik van de ruimte die de regels bieden. Niet om zaken dicht te timmeren, maar om te komen tot de best mogelijke uitvoering, waarbij publiek geld zo efficiënt mogelijk wordt ingezet. TEKST & FOTO’S: Toon van der Stok

In een rondetafelgesprek maakten verschillende ondernemers de staatssecretaris duidelijk waar het mis gaat in het aanbesteden.

GRONDIG 2 2019

71


ondernemen met

cumela

Bodemdruk aan banden Bandentechnieken helpen bij duurzaam bodembeheer Gestaag oplopende wiellasten leveren de vraag op of het gewicht en de omvang van landbouwmachines hun maximum hebben bereikt? Een vraag die door het streven naar een gezonde bodem steeds vaker wordt gesteld. Zijn kleinere machines de oplossing of is het antwoord veel minder zwart-wit?

Collega Toon van der Stok vertelde mij pas geleden een verhaal ‘uit de oude doos’. Vele jaren geleden vond de introductie plaats van een nieuwe zelfrijdende eenfase-bietenrooier van een bekend merk. Het was een voor die tijd indrukwekkend grote machine en tijdens een demonstratie voor de verzamelde pers en genodigden waren de omstandigheden in het veld ronduit slecht. De toeschouwers hielden hun hart vast. Wat zou er met de rooier gebeuren als de eerste baan in het veld zou worden ingezet? Tot verbazing van veel toeschouwers gebeurde er echter niet veel. De rooier liep mooi over het veld en de grote lagedrukbanden lieten relatief weinig indruk achter op het veld en des te meer bij de toeschouwers. De kipwagen met smalle ouderwetse diagonaalbanden die later

achter de rooimachine aanreed, liet wel diepe sporen na in het veld. De moraal van het verhaal: een grote machine is niet per definitie slecht voor de bodem wanneer de bodemdruk van die machine laag genoeg is.

De grens bereikt? Ontwikkelingen in betere, bredere banden met een grotere draagkracht hebben in de afgelopen tientallen jaren gelijke tred gehouden met de toename in omvang en massa van landbouwmachines. Arbeid is vervangen door machines en fabrikanten ontwikkelden zwaardere werktuigen met een grotere capaciteit vanwege de vraag vanuit de markt. Fabrikanten zochten oplossingen in het aantal assen, wielen en bredere banden, maar desondanks werden de wiellasten veel hoger. Hebben we inmiddels de grens bereikt? Voor de omstandigheden in ons deel van Europa waarschijnlijk wel. Uit het oogpunt van vervoer over de openbare weg zijn de limieten in lengte, breedte, hoogte en aslast bereikt. Het is nu in veel landen in West-Europa al een uitdaging om met een grote (oogst)machine van A naar B te rijden vanwege de verkeerssituatie. Dat is ook de reden voor fabrikanten om bij de grote combines en hakselaars rupsen toe te passen, om zo binnen de maximaal toegestane breedte op de weg te blijven. Minstens zo belangrijk zijn de zorgen over de bodemstructuur als gevolg van (te) zware machines in het veld. Hiervoor is steeds meer aandacht en steeds meer boeren en loonwerkers stellen eisen aan een lagere bodemdruk.

Wat is het beleid? Al bij de eerste serie zelfrijders was duidelijk dat niet de grote bietenrooiers de probleemveroorzakers waren. Zie het verschil in banden tussen de rooier en de trekker en kipwagen.

72

GRONDIG 2 2019

CUMELA is al een aantal jaren betrokken bij initiatieven op het gebied van duurzaam bodembeheer. Vanwege klimaatverandering en het streven naar een gezonde bodem willen beleidsmakers bij de overheden en waterschappen graag maatregelen stimuleren die duurzaam bodembeheer mogelijk maken. Deze beleidsmakers zien in dat de cumelasector hierin een belangrijke rol speelt en wij denken hierin graag mee. Wat echter regelmatig in de voorstellen van die beleidsmakers terugkomt, is de vraag naar kleinere, lichtere machines. Daarbij hebben sommige mensen een toekomstbeeld voor ogen


Vanaf het begin waren grote en brede banden het kenmerk van de zelfrijders.

waarbij zwermen van kleine robotjes autonoom gewassen planten, verzorgen en oogsten. Dit futuristische vergezicht zou best waarheid kunnen worden. De techniek staat immers voor niets. De komende jaren is het echter nog lang niet zo ver. Ook de terugkeer naar kleinere machines met een geringere capaciteit is niet de oplossing vanwege de belasting op arbeid en de geringe beschikbaarheid daarvan, want wie gaan die machines bemannen en wat doet dit met de kostprijs? Wel zie je dat een aantal machinefabrikanten binnen de huidige technische mogelijkheden een lichtere machine construeren om het totaalgewicht naar beneden te brengen. Waar het in de hoofden van beleidsmakers gaat om lichtere en kleinere machines benadrukt CUMELA dat het uiteindelijk draait om een lagere bodemdruk, ongeacht hoe je dit bereikt.

Wat is er mogelijk? Als we vaststellen dat de omvang van machines een maximum heeft bereikt, kunnen we nieuwe ontwikkelingen in bandentechniek juist benutten om de bodembelasting naar beneden te brengen. Veelbelovende technieken als Ultraflexbanden, de Pneutrac en verbeterde rupstechnologie zorgen voor een groter contactoppervlak en bij een gelijkblijvende wiellast voor een lagere druk op de bodem. Bandenfabrikanten zijn steeds beter in staat een optimaal compromis te ontwikkelen tussen draagkracht en bodemvriendelijkheid. Bandendrukwisselsystemen worden steeds geavanceerder en machinefabrikanten leveren deze systemen steeds vaker affabriek. Bijkomende voordelen zijn minder insporing en een lager brandstofgebruik. Ter indicatie: ĂŠĂŠn centimeter minder insporing geeft een brandstofreductie van ongeveer tien procent. Bovendien bewerkt een niet verdichte grond lichter, wat ook brandstof bespaart. Bij toekomstige investeringen in nieuwe machines is het dus van belang om ook een afgewogen beslissing te maken in de juiste bandenuitrusting, met een lage bodemdruk als uitgangspunt. Wel is duidelijk dat wiellasten boven de tien ton altijd te hoog zijn, ongeacht de bandenuitrusting.

Bodemmanagement De cumelasector is als geen ander in staat om vooruitgang in bandentechniek te omarmen en toe te passen. Op het gebied van management zijn er echter ook nog verbeteringen mogelijk. Wanneer de grond verzadigd is met water, is alle belasting immers te veel. Werkzaamheden in een te nat veld

zijn soms overmacht, maar vaak toch te voorkomen. Overleg en een goede planning zijn essentieel om onder goede omstandigheden te kunnen werken. Een ander voorbeeld van ander management is bovenover ploegen in plaats van rijden door de voor bij het ploegen. Dat laatste is een beruchte veroorzaker van verdichting in de ondergrond. Bovenover ploegen of alternatieve grondbewerkingen kunnen bijdragen aan een oplossing. Samen met uw opdrachtgever werken aan een goede bodemconditie resulteert in een bodem met weerstand en herstellingsvermogen. Werken aan een goede bodemstructuur en bodemtextuur is aan de cumelasector wel toevertrouwd, maar ook nog een uitdaging. Dit vraagt kennis en inzicht om hierover een goed advies aan uw klant te kunnen geven en hem duidelijk te maken dat uw investering in bodemmanagement uiteindelijk een investering is in zijn bodemstructuur.

Een grote machine is niet per definitie slecht voor de bodem Buiten de landbouw Wat voor de landbouwgrond geldt, gaat ook op voor veel (grond)werkzaamheden in grondverzet en cultuurtechniek. Bij werkzaamheden in bermen en natuurterreinen en bij grondverzetprojecten komt meer besef dat de bodem moet worden ontzien. Waar de kostprijs vaak een belangrijke doelstelling van opdrachtgevers is geweest, krijgen terreinbeheerders meer oog voor duurzaam bodembeheer, al dan niet opgelegd door maatschappelijke druk. Wel geldt dit nog altijd meer voor wetlands en natuurgebieden dan voor het bouwrijp maken van terreinen. Ondernemers uit de cumelasector kunnen zorgen voor oplossingen en opdrachtgevers ontzorgen. Zoek samen naar oplossingen voor knelpunten, zoals de uitvoering van grondwerk in natte perioden, waardoor goed werk leveren lastig wordt. Benut als bodembewuste cumelaondernemer uw sterke punten en uw meerwaarde is overduidelijk aangetoond.

TEKST: Gerben Zijlstra FOTO'S: Vervaet en Cumela Communicatie

GRONDIG 2 2019

73


Veelzijdig.

Een machine - diversen materialen. redo aar bij V

krijgb gen ver g e t n o r rs f

Eve

Vredo dag 1

Vredo dag 14

Vredo dag 42

Het eggen van grasland is de ideale doorzaai voorbewerking die zorgt voor het verwijderen van slechte grassen zoals ruwbeemd en het uitkammen van dode grassen. Dit maakt een Evers fronteg tot ideale voorloper voor een Vredo doorzaaimachine. In één werkgang wordt het gras optimaal verzorgd. Vredo doorzaaien is een kosten-effectieve manier van grasland verjonging. een hogere opbrengst van kwalitatief beter gras! Bedrijven welke hun koeien kunnen voeren met eigen kwaliteitsgras, scoren bedrijfseconomisch vaak beter.

+31 (0) 488 411 254 info@vredo.com www.vredo.nl

De beste in het veld

Pers-wikkelcombinatie LT-Master

• Kuivoerbalen voor een diversiteit aan produkten. • Hoge verdichting van het produkt. Persbare materialen

∙ Mais ∙ CCM ∙ Luzerne ∙ Bietenpulp ∙ Mengvoer / Gemixt product ∙ Gras ∙ Graan Product-GPS ∙ Diversen Produkten

Adverteren in Vakblad Grondig?

UW CONTACTPERSOON Frank Eugelink | Mobil: +31(0)6 270 430 53 E-Mail: frank.eugelink@goeweil.com

www.goeweil.com

Voor meer informatie: Lisette Kerkhof T 033 - 247 49 50 E lkerkhof@cumela.nl

Adverteren in Grondig is scoren, met hét best gewaardeerde vakblad in de cumelasector!


Ontdek De nieuwe koers voor onkruidbestrijding in mais • Zeer brede werking tegen grassen en breedbladige onkruiden in mais • Ideale basis voor iedere tankmix • Uniek tegen kamille en zwaluwtong, nevenwerking tegen haagwinde • Ingebouwd resistentiemanagement

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.


ondernemen met

cumela

Wet arbeidsmarkt in balans komt er zo uit te zien Ruimte voor werk door jongeren CUMELA Nederland is overwegend positief over de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). In de cumelasector zijn de werk­ nemers voor negentig procent voor onbepaalde tijd in dienst. In 2019 betalen werkgevers 3,6 procent werkloosheidspremie en 0,58 procent wachtgeldpremie. Dit is gezamenlijk 4,18 procent. De verwachting is dat dit voor 2020 daalt naar 2,78 procent. De arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, dus ook jaarcontracten, worden daarentegen duurder.

Met de campagne ”Zo werkt het niet” probeerden werk­ gevers te voorkomen dat contracten voor bepaalde tijd duur­ der zouden worden. Dat kon echter niet voorkomen dat er een forse verhoging is doorgevoerd. “We moeten kijken op welke wijze we hiervoor een oplossing kunnen vinden.” De premie voor 2020 is voorzien op 7,78 procent, terwijl werk­ gevers daarvoor nu 6,18 procent betalen. De transitievergoeding vanaf de eerste dag gaat door en ­betekent een lastenverzwaring voor werkgevers, maar hier tegenover staat een verlaging van de vergoeding bij dienst­ verbanden langer dan tien jaar. Positief is het ook dat de scholings­kosten voor een andere functie bij de eigen werk­ gever in mindering kunnen worden gebracht op de te be­ talen transitievergoeding. Voor werkgevers is het dus van belang om dit goed vast te leggen voordat de werknemer met de (om)scholing begint.

• Vanaf dag 1 • 1/3 maandsalaris per dienstjaar • Aftrekmogelijkheid scholingskosten andere baan bij eigen werkgever • Compensatieregeling kleine werkgever bij staking wegens pensionering, overlijden of ziekte • Criteria overbruggingsregeling aangepast

• Payroll werknemer krijgt zelfde arbeidsvoorwaarden inclusief pensioen als nietpayrollcollega • Max termijn ketenbepaling wordt 36 maanden • Verduidelijking oproepovereenkomst

76

GRONDIG 2 2019

transitievergoeding

flexibele arbeid

Premiedifferentiatie

ontslag

• Hoge premie voor arbeidsovereenkomsten bepaalde tijd • Uitzondering voor BBL • Uitzondering voor werknemer jonger dan 21 jaar en max 12 uur per week (48 per 4 weken/52 per maand) • Lage premie voor arbeidsovereenkomsten onbepaalde tijd

• Cummulatiegrond waarbij de rechter 50 procent extra transitievergoeding kan toekennen.

Het is mooi dat kleine werkgevers die hun bedrijfsvoering moeten staken wegens pensionering, overlijden of ziekte de door hen te betalen transitievergoeding kunnen declareren bij het UWV. Het is nu nog niet exact bekend wanneer deze declaratiemogelijkheid ingaat. Dit is afhankelijk van de ­mogelijkheid van het UWV om dit uit te voeren. De toegezegde gelden voor loonkosten voor BBL’ers en MKBbedrijven kunnen voor een verlaging van de werkgevers­ lasten zorgen. We zullen u de komende maanden informeren over de ­nadere regelgeving, als ook de Eerste Kamer zijn fiat aan deze wet heeft gegeven. De senaat bespreekt op 19 februari de proce­ dure voor dit wetsvoorstel. De wet die naar de Eerste Kamer gegaan is ziet er als volgt uit:

Flexibele arbeid Ketenbepaling • De maximumtermijn voor arbeidsovereenkomsten voor ­bepaalde tijd gaat weer van twee naar drie jaar. • Er is een mogelijkheid om in een cao een uitzondering op te nemen voor werk dat terugkerend is, zodat de tussenpoos drie maanden is in plaats van zes. • Er komt een uitzondering op de ketenbepaling voor in­ valkrachten in het onderwijs bij vervanging wegens ziekte. Oproepovereenkomsten • Er komt een definitie voor de ‘oproepovereenkomst’, zodat duidelijk is wanneer hiervan er sprake is voor de toepassing van de premiedifferentiatie in de WW, de wijzigingen op de loonstrook en het recht op loon voor minimaal drie uur loon per oproep. • Als de werkgever de werknemer minimaal vier dagen te­ voren persoonlijk oproept, is de werknemer gehouden aan de oproep gehoor te geven. Als de oproep binnen vier ­dagen ten dele of geheel wordt ingetrokken of de tijdstippen ver­ anderen, heeft de werknemer recht op loonbetaling over de periode waarvoor hij was opgeroepen. Als de werkgever de


werknemer oproept, bijvoorbeeld een dag voordat het werk moet worden uitgevoerd, kan de werknemer dus weigeren. • Na twaalf maanden, dus in de dertiende maand, moet de werkgever een aanbod doen aan de oproepkracht voor een vaste omvang van de arbeidsovereenkomst. De omvang is dan het gemiddeld aantal gewerkte uren over die twaalf maanden. Doet de werkgever dat aanbod niet, dan heeft de werknemer recht op niet-genoten loon vanaf de datum waarop de werkgever dat aanbod had moeten doen • De opzegtermijn voor de werknemer wordt gekoppeld aan de oproeptermijn voor de werkgever. Dit is dan een opzegtermijn van vier dagen. Payroll • Payroll als ‘ontzorgmiddel’ blijft, maar mag niet leiden tot andere arbeidsvoorwaarden voor de werknemer. Niet alleen het loon, de vergoedingen en het pensioen worden gelijkgetrokken, ook het ontslagsysteem verandert. Het vereenvoudigde ontslagsysteem voor uitzendkrachten vervalt.

Ontslagrecht • Er wordt een nieuwe ontslaggrond geïntroduceerd, de ­‘i-grond’. Dit is een cumulatiegrond. Dit houdt - kort gezegd - in dat een werkgever verschillende in de persoon gelegen gronden kan combineren om toch tot een voldragen ontslaggrond te komen. De cumulatiegrond is derhalve bedoeld voor een ­situatie waarin zich verschillende ontslaggronden voordoen die op zichzelf staand onvoldoende zijn om een redelijke grond te vormen. Als van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten, kan in een dergelijk geval de arbeidsovereenkomst toch worden ontbonden op de i-grond. De i-grond is een grond voor in de persoon gelegen redenen en werkt dus niet in geval van bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid. • De rechter kan de transitievergoeding bij deze grond vijftig procent hoger vaststellen.

Transitievergoeding • Recht op transitievergoeding van één derde maand per dienstjaar, geen uitzonderingen meer. • Recht op transitievergoeding vanaf dag één. • Er komt een compensatieregeling voor werkgevers (minder dan 25 werknemers) die hun bedrijf moeten staken wegens pensionering, ziekte of overlijden. • Ook scholingskosten die worden gemaakt voor scholing naar een andere functie bij de eigen werkgever komen voor aftrek op de transitievergoeding in aanmerking.

De criteria voor werkgevers (minder dan 25 werknemers) om voor de overbruggingsregeling van de transitievergoeding in aanmerking te komen, worden verruimd, zodat meer werkgevers hiervoor in aanmerking komen. Deze regeling geldt alleen nog in 2019. De regeling houdt in dat dienstjaren vóór 2013 niet meetellen voor de berekening van de vergoeding

Premiedifferentiatie WW • De WW-premie is verdeeld over twee premies, wachtgelden werkloosheidsfonds. De wachtgeldpremie wordt opgeheven. Er komt onderscheid in de premie voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. De premie voor 2020 wordt 2,78 procent voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd en 7,78 procent voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. • De BBL-overeenkomsten vallen onder de lage premie, ook al zijn dit arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Oproepcontracten vallen onder de hoge premie. • Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd met een jaarurennorm vallen onder de lage premie. • Perioden waarin jongeren onder de 21 jaar maximaal 48 uur per vier weken of 52 uur per maand werken, vallen onder de lage premie. • Er worden regels opgesteld wanneer met terugwerkende kracht de hoge premie van toepassing is. • Werkgevers moeten op de loonstrook vermelden wat voor een soort arbeidsovereenkomst de werknemer heeft. • In een cao kunnen ten aanzien van in de cao genoemde functies die als gevolg van klimatologische of natuurlijke omstandigheden gedurende een periode van maximaal negen maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend afspraken worden gemaakt over het niet van toepassing zijn van: - de vier-dagenperiode;- de verplichting loon te betalen als de te werken tijdstippen veranderen; - de verplichting van de werkgever om een aanbod te doen voor een arbeidsovereenkomst van het gemiddeld aantal gewerkte uren; - de opzegtermijn voor een oproepkracht blijft vier dagen.

TEKST: J acqueline Tuinenga FOTO: Campagne ‘Zo werkt het niet’

GRONDIG 2 2019

77


W W W . L M C G E N N E P. N L

www.lmcgennep.nl Locatie: Landtech te Veghel

Corridor 9 • 5466 RB Veghel • T: 0413 - 211733

• ISOBUS FRONTTANK VOOR VLOEIBAREOF VASTE KUNSTMEST TOEPASSING • GEEN VERSPILLING VAN ZAAD EN KUNSTMEST

• E-DRIVE ZAAIRIJEN MET GEOCONTROL SECTIE AANSTURING • AUTOMATISCH IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE RIJEN • 37.5, 50 OF 75CM RIJ-AFSTAND IS MOGELIJK

WHEN FARMING MEANS BUSINESS kverneland.nl

Kverneland Optima precies wat u zoekt!


NIEUW: C9306. HECTARE NA HECTARE WINSTGEVENDER.

Comfortabeler, nauwkeuriger en sneller oogsten. Met de nieuwe C9306 heeft DEUTZ-FAHR de unieke productieve C9000 maaidorser noch productiever gemaakt. De CommanderCab VI werd naar de laatste ergonomie-criteria ingericht, de bediening en de nieuwe commanderstick is in de armleuning van de XL-stoel geïntegreerd. Het managen van het dorsproces gebeurt met de nieuwe 7“ iMonitor - per touchscreen of MMS. De meest moderne precisielandbouw systemen met extra 12“ iMonitor, geven een 2,5 cm nauwkeurige precisie en de meest precieze opbrengstbewaking. Nieuw: de hydrostatische aandrijving wordt electronisch – en daarmee nog nauwkeuriger – aangestuurd. De graantank heeft een inhoud van 10.500 liter. De lossnelheid werd met 30% verhoogd naar 120 l/s. Een 20 cm langer strokanaal optimaliseert de afleg van het stro. Het bewezen Easycut II maaiwerk, het MaxiCrop dorssysteem, grote afscheidingsvlakken, een ventilator met hoge windopbrengst en de tweezijdige graanretour garanderen de hoogste capaciteit in alle te dorsen producten. Conclusie: met de nieuwe C9306 (395 pk/290 kW) oogst u nu economischer dan ooit tevoren. Hectare na hectare. Voor meer informatie, bezoek deutz-fahr.com.

DEUTZ-FAHR is een merk van


ondernemen met

cumela

Start tijdig met het opvolgings­ proces binnen uw familiebedrijf Project CUMELA Nederland en Hogeschool Windesheim over verantwoord aandeelhouderschap ‘Samen financieren, samen ondernemen? Eigendom en besluitvorming in het MKB-familiebedrijf’, zo heet het project waarin CUMELA Nederland en het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim kijken naar de bedrijfs­ overdracht. Het doel is een groter percentage succesvolle bedrijfsopvolgingen.

Het overgrote deel van de cumelaondernemingen zijn familiebedrijven, vermoedelijk ook uw bedrijf. Wist u dat de gemiddelde levensduur van familiebedrijven drie generaties is en dat maar twaalf procent van de bedrijven daarin slaagt? Uw kansen op succes nemen behoorlijk toe als u de opvolging tijdig en zorgvuldig bespreekbaar maakt met iedereen om u heen die daar belang bij heeft. In 2018 is door CUMELA Nederland en het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim een uniek onderzoekstraject gestart. Het project heeft als titel ‘Samen financieren, samen ondernemen? Eigendom en besluitvorming in het MKBfamiliebedrijf’. Acht CUMELA-lidbedrijven nemen deel aan het onderzoek, hand in hand met het overdrachtstraject op deze bedrijven. Een goede voorbereiding om binnen uw bedrijf zaken rond de opvolging te regelen, is van groot belang. Bij u als ondernemer breekt op een gegeven moment de periode aan waarin u moet gaan beslissen hoe u de opvolging van het bedrijf wilt

Bedrijfsoverdracht is een zaak van lange adem, waarbij twee generaties vaak langer ­moeten samenwerken en verantwoordelijkheden overdragen.

80

GRONDIG 2 2019

regelen. Een ondernemer heeft daarbij de keuze uit een aantal mogelijkheden. Zijn er familieleden die kunnen of willen opvolgen? Zo niet, zijn er eventueel (ervaren) medewerkers geïnteresseerd? Of is verkoop aan een derde partij eventueel toch niet zo vreemd? Daarbij komen er veel vragen op hem af, zoals ‘Hoe staat het met mijn pensioen?’, ‘Welke waarde heeft mijn onderneming’ en ‘Kan mijn opvolger binnen de familie dit wel financieren?’. Het erbij betrekken van uw mogelijke opvolgers kan niet te vroeg beginnen.

‘Mannenzaak’ of eigentijds? De praktijk van opvolging is soms nog een uitvoering van traditie in combinatie met ongeschreven wensen. De oudste zoon wordt de opvolger, soms aangevuld met één of meer jongere broers. Worden dochters toegelaten in het bedrijf, dan graag op de administratie. Kunnen die ook mooi het lastige VCA-handboek bijhouden. Bij een keukentafelgesprek met een ondernemer vroeg ik terloops of hij naast zijn twee


aanwezige zoons nog meer kinderen had. Uit zijn afwijzende armgebaar bij het noemen van zijn dochters bleek mij al nonverbaal dat zij niet betrokken waren bij het bedrijf. Gaat het in uw bedrijfspraktijk anders? Gelukkig, dan behoort u tot de groeiende groep eigentijdsen in onze sector. Stel altijd het volgende centraal: doe wat je goed kunt en doe wat je leuk vindt! In de NPO-serie De Opvolgers runt bij één van de geportretteerde ondernemingen de schoondochter (de koude kant, jazeker) het bedrijf. Haar echtgenoot en vennoot werkt in het facilitair bedrijf, tot en met het schoonmaken van de toiletgroepen. Mannen maken nu eenmaal beter schoon, toch? Of is dit ook een aanname?

Verantwoord aandeelhouderschap Bij het in de zomer van 2018 gestarte project van CUMELA en Hogeschool Windesheim staat ‘samen financieren en samen besluiten’ centraal. Acht CUMELA-familiebedrijven worden gefaseerd begeleid bij hun overdrachtsproces. Naast het algemene deel wordt individuele begeleiding door adviseurs van CUMELA Advies bijgeschakeld. Belangrijk is om ervoor te zorgen dat álle familieleden vanaf het begin zo goed mogelijk bij de onderneming worden betrokken. Vervolgens wordt de familie aan de hand van een stappenplan begeleid bij de ontwikkeling naar verantwoordelijk aandeelhouderschap. Hoe kom je met elkaar in gesprek over de veronderstellingen en verwachtingen die er wel zijn, maar niet worden uitgesproken? Een belangrijke onderdeel van het overdrachtsproces is om samen na te denken over de kernwaarden die bij iedereen spelen over het bedrijf. Wat houdt je bij elkaar als (aandeelhouders van een) familiebedrijf? Hoe brengen we onze kinderen de liefde voor het familiebedrijf over? Welke rol zien we voor de aangetrouwde familieleden? Dit zijn allemaal vragen waarop met elkaar een breed gedragen antwoord moet worden gevonden.

Sector van aanpakkers De harde kant van een organisatie bestaat uit cijfers, prestatieindicatoren, roosters en handboeken met procedures. Communicatie, hoe je met elkaar omgaat en de stijl van leiding geven, schijnt de zachte kant te zijn, volgens de literatuur. Als adviseur familiebedrijven bij CUMELA Advies word ik soms gevraagd te bemiddelen als persoonlijke verbindingen tussen leden van het familiebedrijf zijn aangebrand. Na ruim acht jaar ervaring op dit terrein heb ik de term ‘zachte kant’ definitief ingeruild voor ‘harde kant’. Wat begint met een

Informatie Meer algemene informatie over opvolging? • NPO-serie De Opvolgers: www.npostart.nl/de-opvolgers. • Hogeschool Windesheim, Landelijk Expertisecentrum ­Familiebedrijven: https://bit.ly/2TLQK39.

Bent u ondernemer, rond de vijftig en wilt u meer weten over bedrijfsopvolging? De adviseurs van CUMELA Advies staan voor u klaar voor: • een oriënterend gesprek over opvolging; • de CUMELA Opvolgingsscan; • het in kaart brengen van de familiebelangen op uw bedrijf. Stuur een e-mail naar advies@cumela.nl of bel de CUMELA-ondernemerslijn: (033) 247 49 99. kleine aanvaring over een planningsprobleem kan uitgroeien tot soms een jarenlange onderlinge vete. Mensen die elkaars naasten zijn, gaan elkaar uiteindelijk voor rotte vis uitmaken, publiekelijk belasteren of bedreigen en gaan soms zelfs over tot fysiek geweld. Het regelmatig met elkaar delen van ‘Waar staan we, hoe vind jij dat het gaat en wat kan er anders?’ is ontzettend belangrijk, maar schiet er vaak bij in. Wij zijn nu eenmaal de sector van aanpakkers. Als ik ’s ochtends om zeven uur de provinciale weg bij Zutphen opdraai richting het kantoor in Nijkerk heeft een cumelabedrijf uit de buurt allang gestrooid. Het af en toe met elkaar stilstaan bij zaken is maar een klein onderdeel van onze bedrijfscultuur. Sommige ondernemers willen graag ‘s avonds afspreken voor familieberaad of managementoverleg. “Overdag hebben we geen tijd, dan moeten we werken.”

Familieleden bekennen kleur In het onderzoeksproject van Windesheim en CUMELA wordt bestaande kennis gekoppeld aan nieuwe inzichten die uit het begeleidingsproces komen. Centraal staan de mogelijkheden voor zelffinanciering en besluitvorming binnen de familiebedrijven. Doel is onder andere om het handelingsvermogen van eigenaren en directieleden te vergroten en zelffinanciering als mogelijke financieringsbron effectiever maken. Daarnaast worden er afspraken gemaakt over rechten en plichten van eigenaren. Ook worden er instrumenten ingezet als het opstellen van een eigenaarsplan of een familiestatuut. Dit statuut gaat niet alleen over dividendbeleid en aandeelhouderschap. Een familiestatuut gaat ook over de kernwaarden als familie, wat we belangrijk vinden en hoe we met elkaar en het bedrijf omgaan. Het document is natuurlijk geen doel op zich. Om tot gedragen afspraken te komen, wordt de familie uitgedaagd om te praten over de verwachtingen en veronderstellingen die eerder vaak niet op tafel kwamen. Een zeer waardevol en leerzaam proces voor alle betrokkenen. Na deze fase wordt het stappenplan van de overdracht verder uitgewerkt, mede aan de hand van de CUMELA Opvolgingsscan. De komende maanden worden de resultaten van het proces bij de acht CUMELA-lidbedrijven in praktijk gebracht. Tijdens het overdrachtsproces van de bedrijven komen de onderzoeksbevindingen ter beschikking van het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim. Wij houden u op de hoogte van het vervolg.

TEKST: Lajos Bax, Projectcoördinator familiebedrijven CUMELA Nederland FOTO: CUMELA Nederland

GRONDIG 2 2019

81


ondernemen met

cumela

BEDRIJVIG

De vraag aan de Ondernemerslijn “Ik heb net mijn btw-percentages voor alle diensten aangepast van zes naar negen procent. Nu hoor ik dat ik over 2018 voor dienstverlening, dus ook de agrarische, al 21 procent had moeten berekenen. Is dit waar?” Vincent Tijms, bedrijvenadviseur binnendienst: “Ja dat is waar. Over uw loonwerkactiviteiten dient u 21 procent btw te berekenen. Ik heb dit lid door­ verbonden met mijn collega’s van CUMELA Advies. Zij hebben hem verder geholpen met zijn boek­ houding van afgelopen jaar.”

Heeft u ook een vraag? Stel uw vraag aan de medewerkers van de CUMELA Ondernemerslijn via telefoonnummer: 033 - 247 49 99 of e-mailadres: ondernemerslijn@cumela.nl.

NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben eenentwintig bedrijven zich inge­ schreven als lid van CUMELA Nederland.

• Baatje Grondverzet Rijnwoude V.O.F. HAZERSWOUDE DORP • Reijnders GBB HEIJNINGEN • Groeneveldt Rietteelt WOERDEN • Leanbedriuw Boonstra & Dijkstra ROTTUM • CNC Grondstoffen GENNEP • Culterra Holland WORKUM • Fleuren Fourage en Transport BERGHAREN • Melspring International VELP • St. Mestverwerking Gelderland ARNHEM • Hubun Bodemvoeding BUNSCHOTEN • K OMECO DRONTEN • Loonbedrijf Oosterveld BLESDIJKE • Brouwers Groenprojecten VINKEL • John Wijnen Loon- en Hovenierswerk GOUDA • Grondverzet Richard Palmen NEDERWEERT-EIND • Loonbedrijf Bram Kalkman SCHIPLUIDEN • Grondverzetbedrijf E. Wielink KAMPERVEEN • Niessen Machineverhuur REUVER • Sluijsmans Landscaping ECKELRADE • Van der Ploeg Kraanverhuur BV SCHAGERBRUG • Pelleboer GWW IJSSELMUIDEN

De jeugd heeft de toekomst! Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Een alom bekende spreuk die op de cumelasector ook van toepassing is. Waar gaat het immers heen als er geen toestroom van jeugd is? Nu de technologie zo snel gaat, is het voor menig ondernemer niet bij te houden wat we nu met alle nieuwe technieken kun­ nen. Bij elk bezoek aan een gerenommeerde beurs is er weer iets nieuws te zien en tijdens mijn bedrijfsbezoeken in Oost-Nederland sta ik er soms ver­ steld van wat de cumelaondernemers nu weer hebben bedacht. En de jeugd? Die moet er zo snel mogelijk mee aan de slag. In Oost-Nederland is het agrarisch onderwijs daarom gestart met het vierja­ rige project ‘Educating People for the Future of Smart Farming’. Het project is niet alleen gestart om met deze nieuwe technieken aan de slag te gaan, maar ook om meer en betere jonge beroepsbeoefenaars op te leiden. Ge­ lukkig hoeft het agrarisch onderwijs dit project niet alleen te draaien. Uit het agrarische bedrijfsleven zijn verschillende bedrijven betrokken bij het project, zo ook het ministerie. De veevoederfabrikant, de varkenshouder, de accountant, de veehouder, het uitzendbureau en de cumelaonderne­ mer, allemaal helpen ze mee. Een gezamenlijk project, waar de cumelaon­

82

GRONDIG 2 2019

dernemer uit eigen initiatief zijn tijd en energie in steekt. Hij doet dat omdat hij het onderwijs een warm hart toedraagt en omdat het onderwijs nog kan verbeteren. Ik juich dit alleen maar toe. Met z’n allen hopen wij op genoeg goede, jonge werknemers en ondernemers, met een gedegen basiskennis waarmee zij na de opleiding zo snel mogelijk aan de slag kunnen. De jeugd moet echter wel de kennis krijgen om dit op een goede manier te leren. Op welke plek kunnen zij dit beter leren dan in de praktijk? Juist, nodig eens een klas uit voor een praktijkdag bij u op het bedrijf. Overleg met de school wat u het beste kunt doen. GPS? Bodemkunde? Een profielkuil graven? Een ploeg afstellen? Heeft u nog geen idee, overleg dan eens met uw bedrijven­ adviseur. Hij of zij helpt u graag verder. Wat u kunt bieden, is van meer­ waarde, daar ben ik van overtuigd. En weet: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst!

Thijs Veneklaas Slots, bedrijvenadviseur


Voor op de weg Stalen gordels Uitstekende zelfreinigende eigenschappen Economisch brandstofverbruik Hoge snelheid

FL 693M

IMPORTEUR VOOR NEDERLAND

Bohnenkamp Benelux B.V. Storkstraat 25 - 3905 KX VEENENDAAL Tel: +31 (0) 318 - 588588 Email: info@bohnenkamp-benelux.com www.bohnenkamp-benelux.com


De praktijk spreekt... 1

EKER Z % 0 0 1 D I E OOGSTBAARH PBRENGST O E D R A A W R DE Nr. 1 in VOE NGST E R B P O L E R R Nr. 1 in KO KERHEID/ E Z T S G O O n Nr. 1 i EID LEGERVASTH GERING E L L E T R O W GEEN

vroegtot mi d den vroegrij p FAO 2 30

GENIALIS         

FAO 230

Silomaïs / Korrelmaïs / CCM / Geplette maïs / MKS Top oogstzekerheid / legervastheid Vroeg- tot middenvroeg rijp Top korrel (= zetmeel) opbrengst Als silomaïs: - Top zetmeelopbrengst - Top voederwaardeopbrengst Goede stay-green Goede oogstzekerheid Zeer goede resistentie tegen bladvlekkenziekte Goede kopbrandresistentie

Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 30 003 www.kwsbenelux.com

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.