vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
22 - SLIMME BOUWCOMBINATIE 10 - CO2 BESPAREN LOONT OP ELK BEDRIJF 32 - BAUMA-SPECIAL OVER ALTERNATIEF AANDRIJVEN 48 - THEMA ONKRUIDBESTRIJDING 72 - ONDERNEMERSLIJN: DE VRAAG ACHTER DE VRAAG
3 2019
Munich, April 8th – 14th
Bezoek ons op de Bauma 2019 Maak deel uit van de Bauma 2019 - Daar waar wij onze laatste ontwikkelingen en de techniek van morgen aan u presenteren. Bezoek onze Liebherr stand en laat u informeren over deze nieuwste innovaties uit eerste hand. Together. Now & Tomorrow. 8 t/m 14 April, Messe MĂźnchen Buitenterrein, stand 809-813 Liebherr components, Hal A4, stand 326 Liebherr attachments, Hal B5, stand 439 Liebherr training, THINK BIG! ICM Foyer, stand 308
Meer ervaren op: www.liebherr-bauma.com
Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA Ondernemerslijn (033) 247 49 99 / ondernemerslijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Herma van den Pol Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Print Management BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn.
REDACTIONEEL Hybride kronkels Onlangs zagen we op een bouwplaats een opmerkelijk fenomeen. Buiten stond een hybride generator te draaien. Zwaarder dan nodig, omdat hij tegelijk de batterij oplaadt, zodat de motor daarna een tijdje uit kan. Of het veel CO2 bespaart ten opzichte van een gewone met de juiste capaciteit is maar de vraag. Hij stond er als een groene hybrideoplossing te scoren. Waar gebeurd en kenmerkend voor de tijd waarin we opereren. Opdrachtgevers zijn gefocust op duurzaamheid en circulair werken en iedereen die daarmee voor de dag komt, heeft een streepje voor. Nog niet alles is helder, wel dat we CO2 willen besparen en dat we in steden af willen van dieseluitstoot en geluidsproductie. Vooral Nederlandse leveranciers van grondverzetmaterieel herkennen deze vraag, maar ook de fabrikanten daarvan. Daarom zal op de komende Bauma meer elektrisch of deels elektrisch aangedreven materieel te zien zijn. Dat is vooral het geval bij de lichtere machines, want daarbij is het uitvoerbaar. Bij zwaarder materieel kom je eerder uit op hybride, omdat het accupakket anders wel erg groot, zwaar en duur wordt. Het aanbod is nog wel beperkt, omdat internationaal de vraag nog lang niet zo sterk is als in Nederland. Er zal eerst een flinke slag moeten worden gemaakt om batterijen compacter, lichter en krachtiger te maken, een langere levensduur te geven en betaalbaarder te maken. Reken maar dat dat gaat gebeuren. In dit verband is de waterstofmotor van Deutz-Keyou als alternatief voor het zwaardere materieel muziek in de oren. Een gewone motor op waterstof, waarom is dit niet eerder gedaan? Los van beschikbaarheid en distributiehobbels speelt de efficiëntie een rol. Met stroom waterstof opwekken is net als dat hybride aggregaat minder efficiënt dan direct elektriciteit benutten. Voor het uit aardgas halen van waterstof geldt dat het efficiënter is om dit gas meteen in de motor te stoppen. Voor u telt wat opdrachtgevers willen. Als die erom vragen - en dat gebeurt in Nederland in stedelijke gebieden zeker - zullen de investeringen lonen. Gezien de snelheid waarop met name batterijtechniek zich ontwikkelt, is het wel zaak goede afspraken te maken over verwachte prestaties, afschrijving en levensduur. Er komt veel, er kan veel, maar het is ook bekend dat veel zich nog moet bewijzen. Aan elkaar voor de gek houden, heb je niets. Ook al kan dat in het geval van een hybride generator lonend zijn...
Kosten abonnement Nederland € 90,- per jaar / Buitenland € 125,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag © Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
Team Grondig Gert, Marijke,Toon, Herma en Lisette
GRONDIG 3 2019
3
DE SERIE 9. MET ZEKERHEID DE VEILIGSTE IN DE MARKT.
60 km/u transmissie met unieke uitrusting. Met de 9 Serie (295 pk / 217 kW - 336 pk / 247 kW) heeft DEUTZ-FAHR een moderne, zeer intelligente tractor ontwikkeld voor grote landbouwbedrijven en loonbedrijven. De 9 Serie minimaliseert de werkbelasting en maximaliseert het resultaat. Of het efficiÍnt veldwerk is of snel transport – met geen andere grote tractor onderkent de bestuurder kritieke situaties beter dan met de 9 serie. Alle modellen zijn standaard uitgerust met het DEUTZ-FAHR Powerbrakesysteem, voor meer remvermogen met minder pedaaldruk. Grote externe, droge remmen (optioneel) aan de vooras voor extra veiligheid. 50% van de remkracht bevindt zich op de vooras. Superioriteit garandeerd ook de geveerde vooras. Het innovatieve frame rond de vooras garandeert een hoge stabiliteit bij het duw- en trekwerkzaamheden. Constant grondcontact in alle omstandigheden brengt extra veiligheid. Als het gaat om maximale resultaten met de minste hoeveelheid werk, is de 9 Serie zeker de beste keuze. Ga voor meer informatie naar www.deutz-fahr.com
DEUTZ-FAHR is een merk van
INHOUD 3 Redactioneel 6 In Actie: onderhoud van sportvelden en golfbanen 9 Commentaar 10 Positieve effecten van de CO2-Prestatieladder niet onderschatten 14 Vrouw & Visie: Stans van de Wetering, directeur Fendt binnen de Mechan Groep 18 Sterk Werk: Loon- & Grondverzetbedrijf Koonstra 21 Grondig volgt groenbemesters in maïs
Ondernemen met mensen 22 Profileren: Hoornstra-Ophof Infra BV 28 Grondig.com 32 Deutz-Keyou-waterstofmotor 36 Al vraag naar elektrische trucks voor de bouw 38 Tobroco lanceert elektrische Giant G2200E-wielladers 40 Bobcat lanceert volledig elektrische E10e-ZTS-binnendraaier 44 Eerste ervaringen met de hybride Kobelco SK210HLC 46 Strengere milieuregels voor trekkers? 48 Keuzestress door nieuwe teeltregels maïs 52 Kuhn maakt spuitmachine traploos 56 Doordachte pompunit 58 Combinaties voor het onderwerken van een vanggewas 61 Economie 61 In kort bestek 64 68 69 70 72 74 76 77 80 82
Rustpunt: Loonbedrijf Knoppers in Baarlo Cumela.nl Voorzitter Toolbox: verantwoord omgaan met de mobiele telefoon Infolijn is nu CUMELA Ondernemerslijn Met één certificaat toegang tot alle bouwplaatsen Terugvorderen van studiekosten CAO & Zo Arbeidskosten en arbeidsbenutting Bedrijvig
Grondig 4 ontvangt u op vrijdag 10 mei!
Ondernemen met
vaktechniek
Ondernemen met
cumela
GRONDIG 3 2019
5
ondernemen met
mensen
6
GRONDIG 3 2019
BEDRIJF IN ACTIE
Van papier naar praktijk Brancheorganisaties en onderwijsinstellingen hebben met de lesmodule ‘Onderhoud van sportvelden en golfbanen’ voor het eerst gezamenlijk een keuzedeel ontwikkeld. Dick Klop, beleidsadviseur scholing CUMELA Nederland: “Door deze unieke samenwerking is het keuzedeel een compleet en op de praktijk gericht pakket van lesmateriaal en praktijkkennis geworden. Na het afronden van het keuzedeel en de opleiding kunnen de leerlingen gelijk aan het werk als greenkeeper of terreinmeester.” Het is de reden waarom er op 22 maart een groep enthousiaste leerlingen afreisde naar aannemersbedrijf Van Wijlen BV uit SprangCapelle. Daar konden ze na een informatieve ochtend over het bedrijf en de actualiteiten in de sector, waaronder de discussie over kunstgras en veiligheid, aan de slag met het onderhoud van de velden. Hier ging het om kunstgras van een voetbalveld en halfverharding, waar softbal zal worden gespeeld. “Een groep serieuze jongeren met interesse in het vak”, zo blikt Gertjan de Vet, projectleider bij Van Wijlen BV, terug op de derde praktijkdag. “Dat bleek ook uit de vragen die door de cursisten werden gesteld.” Eerder maakten de studenten al kennis met de vloeren en ondergronden van het grote sportcentrum in Papendal en was er een praktijkdag in het teken van de grasmat en de groeiplaats. Bij Van Wijlen BV leerden de cursisten alles over regulier onderhoud. Dat is na de winter nodig om de sportvelden weer klaar voor gebruik te maken. Zo gingen ze met het kunstgras aan de slag: borstelen, de infill reinigen en decompacteren. Dit werd afgesloten met het uitvoeren van een inspectie. Bij de halfverharding waren er weer andere werkzaamheden. Daar moest de verharding worden losgemaakt, verdeeld en geëgaliseerd. Daarna moesten de onkruiden verwijderd worden en de randen gecontroleerd. In totaal zijn er zes praktijkdagen, waar de cursisten aan mee mogen doen wanneer ze een e-learning hebben gevolgd en een voldoende hebben gehaald voor de toets waarmee deze e-learning wordt afgesloten. Het keuzedeel is voor iedereen op een AOC te volgen, waarmee de studenten de kans krijgen om zich in dit vakgebied te specialiseren. Doordat dit keuzedeel landelijk wordt aangeboden, lukt het ook om voldoende leerlingen te vinden die dit gaan volgen. In de laatste week van maart doen de cursisten Barenbrug (een producent van graszaad) aan, wat weer een heel ander bedrijf is dan Van Wijlen BV. Het vinden van bedrijven die hieraan mee willen werken, blijkt dan ook geen probleem te zijn. “Voor de bedrijven is dit een kans om te laten zien wat de sector te bieden heeft. Iedereen is zich bewust van het collectief belang”, zegt Jeroen Zijlmans, van de VHG. “Tegelijk krijgen ze een groep van enthousiaste jongeren om mee te werken.” In totaal werkten tien organisaties mee aan het tot stand komen van de lesmodule. TEKST: Herma van den Pol FOTO’S: KEUZEDEEL SPORT & GOLF
GRONDIG 3 2019
7
Wij weten wat we verzekeren! De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als onderdeel van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel u werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Onze polisvoorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.
“Bij schade bewijs ik u graag onze toegevoegde waarde.” Jon Kalsbeek, schadebehandelaar
Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade
website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60
ondernemen met
mensen
COMMENTAAR Onacceptabel Vorige week is een lidbedrijf geconfronteerd met een zeer bijzondere en zeer trieste primeur. Voor het eerst heeft een bedrijf in onze sector een werk teruggegeven na zeer ernstige bedreigingen. Het bedrijf was in onderaanneming bezig met de aanleg van het terrein waarop in Drenthe een aantal windmolens komen. Molens die daar komen na een democratisch genomen besluit en na de soms lange procedures die er in Nederland zijn om bezwaar aan te tekenen tegen de voorgenomen bouw van bijvoorbeeld wegen, woningen of in dit geval windmolens. Het zijn procedures waar we soms van balen, maar die horen bij onze zorgvuldig opgebouwde rechtsstaat. Iedere burger heeft de mogelijkheid om persoonlijk zijn stem te laten horen. Bij die rechtsstaat hoort ook dat je, als de procedures zijn doorlopen, je neerlegt bij het genomen besluit, hoe vervelend dat voor jou persoonlijk ook kan zijn. Uiteindelijk is het in het samenleven een kwestie van geven en nemen. Helaas willen de tegenstanders van dit windmolenproject zich niet neerleggen bij de genomen besluiten. Met het storten van asbest op het terrein waar wordt gewerkt, maar veel erger nog met het bedreigen van de ondernemer die het werk heeft aangenomen. In dit geval betreft het zelfs een lokale ondernemer die staat voor het inkomen van meer dan 150 mensen die ook in dit gebied leven en werken.
Erna Berends-Dijk MT-lid
De aard van de bedreigingen was voor de ondernemer reden om uiteindelijk het werk terug te geven. Voor hem persoonlijk een besluit dat we begrijpen, maar voor CUMELA Nederland is het onacceptabel dat iemand wordt gedwongen een dergelijk besluit te nemen. Het mag niet zo zijn dat een onderneming en de werknemers de dupe worden van tegenstanders die anoniem ernstige bedreigingen uiten. Wanneer dit de norm wordt, kunnen vele cumelaondernemers de dupe worden van dit soort bedreigingen, want er zijn vele projecten met felle voor- en tegenstanders waarbij deze ondernemers actief zijn. Die niets anders doen dan het uitvoeren van werkzaamheden voor opdrachtgevers die projecten uitvoeren waaraan democratisch genomen besluiten ten grondslag liggen. Wat er nu gebeurt, is voor ons als organisatie en voor ons als samenleving onacceptabel. We kunnen niet accepteren dat anonieme tegenstanders ons bedreigen en een lokale samenleving ontwrichten. Wat ons betreft blijft het bij deze trieste primeur en stellen we ons als organisatie en samenleving krachtig teweer tegen dit soort ontwikkelingen. Wij staan voor een eerlijke sector waarin we naar eer en geweten met elkaar samenwerken en steunen politie en politiek in het overwinnen van deze bedreigingen.
In verband met familieomstandigheden is de directiecolumn in dit nummer geschreven door MTlid Erna Berends-Dijk
GRONDIG 2 2019
9
HOOFDARTIKEL Niet alleen voor aanbestedingen
ondernemen met
mensen
Onderschat de positieve effecten van de CO2-Prestatieladder niet Wat is er voor een loonbedrijf te winnen met de CO2-Prestatieladder? Vaak ligt de aanleiding in eisen bij aanbestedingen. Het komt soms over als een ‘moetje’, maar bedrijven moeten niet onderschatten wat de positieve effecten voor cumelabedrijven kunnen zijn, vindt bedrijfskundig adviseur Ad Karelse. “Ook bedrijven die zich niet richten op aanbestedingen kunnen voordeel hebben van de systematiek.”
Het aanleggen van een platenbaan is ook een manier om CO2 te besparen.
10
GRONDIG 3 2019
Meer dan honderd lidbedrijven van CUMELA Nederland hebben inmiddels het certificaat CO2-Prestatieladder behaald. In veel gevallen hebben ze hiervoor gekozen om geen kansen te verspelen bij aanbestedingen. Niet gecertificeerd zijn kan immers betekenen dat een bedrijf niet mag inschrijven. Bij sommige aanbestedingen kan een fictieve korting worden verdiend met behulp van het certificaat CO2-Prestatieladder. Deze ontwikkeling heeft een aantal bedrijven in het verleden veel opgeleverd, weet bedrijfskundig adviseur
Ad Karelse van CUMELA Nederland. “Daarbij moeten we wel opmerken dat nu het aantal gecertificeerde bedrijven toeneemt het onderscheidend voordeel begint af te nemen”, zegt hij. Verder merkt hij dat niet iedereen even enthousiast meer is over de mate waarin opdrachtgevers het certificaat opnemen in de inschrijvingsvereisten. “De werkelijke toegevoegde waarde moet dan ook niet worden gezocht in dit onderdeel, maar vooral in het bedrijf zelf. Daar is door een CO2-Prestatieladder ook veel voordeel te behalen.”
Opzet managementsysteem Bij de CO2-Prestatieladder gaat het volgens Karelse niet om het ‘papiertje’, maar om het werk dat eraan voorafgaat om stapjes te zetten naar het verlagen van het brandstofverbruik en de manier waarop dit in de bedrijfsvoering wordt geïntegreerd. Wie stappen op de CO2-Prestatieladder wil zetten, moet een managementsysteem opzetten waarin structureel aandacht wordt besteed aan de volgende aspecten: • Het verkrijgen van inzicht in het energieverbruik en de daarvan afgeleid de CO2-emissie (footprint). • Het formuleren van reductiedoelstellingen en het plannen en uitvoeren van maatregelen om dat te halen. • Transparantie en communicatie met belanghebbenden. • Actieve deelname aan initiatieven. Het halen van een certificaat is mooi, maar dat zorgt niet voor CO2-reductie, benadrukt Karelse. “Het gaat om het consequent aandacht besteden aan de genoemde vier managementaspecten. Het certificaat is alleen een bewijs voor derden en opdrachtgevers dat aantoont dat het bedrijf werkt aan een verlaging van de CO2-uitstoot”, zegt hij. Bedrijven die het certificaat niet nodig hebben voor opdrachtgevers kunnen zich volgens hem de kosten en moeite van de verplichte audits besparen. “Dan bespaar je op kosten en werk, maar incasseer je door wel te werken aan de CO2-Prestatieladder wel de voordelen van een goed werkend managementsysteem, met vaak ook een duidelijke bespring op de kosten.”
Wat heeft het gebracht? Bedrijven die een managementsysteem hebben opgezet dat op CO2-reductie is gericht, hebben gemerkt dat de energiekosten terugliepen, weet Karelse. “Door het energieverbruik in kaart te brengen, ontstaat meer inzicht in het verbruik van gas, elektriciteit en als belangrijkste de brandstoffen diesel en benzine. Door na te denken over mogelijke reductie mogelijkheden en maatregelen te nemen, hebben veel bedrijven een flinke daling van het gebruik gerealiseerd. Er zijn bedrijven die tot tien procent minder dieselverbruik scoorden met bepaalde machines”, aldus Karelse. Voorbeelden van maatregelen waarmee bedrijven een besparing realiseerden, zijn een regelmatige controle van de bandenspanning, de introductie van start-stopsystemen, het volgen van de cursus Het Nieuwe Draaien, het gebruik van rijplaten et cetera. Karelse merkt dat bij bedrijven door samen met medewerkers na te denken over reductiemogelijkheden meer draagvlak ontstaat voor het nemen van maatrelen en er ook spontaan ideeën naar boven komen. “De chauffeur of machinist heeft nu eenmaal de belangrijkste invloed op het brandstofverbruik. Hoe beter hij inspeelt op de omstandigheden en de mogelijkheden benut, des te meer er kan worden bespaard. Van belang is wel dat hij het nut ervan inziet en wordt gesteund vanuit de bedrijfsleiding.” Om in te spelen op het verplichte onderdeel ‘Actieve deel name aan initiatieven’ heeft CUMELA in het verleden het sectorinitiatief ‘Sturen op CO2’ opgezet. Dit is een soort studieclub in vier regio’s in het land die drie keer per jaar bijeenkomt. Inmiddels nemen hier al meer dan honderd bedrijven uit de sector aan deel. Op de bijeenkomsten wordt informa-
Martijn Korver LOON- EN VERHUURBEDRIJF OUT BV “Bij ons is bedrijfsbreed de discussie over het brandstofgebruik op gang gekomen”, zegt Martijn Korver van Out BV. Het bedrijf is ondertussen gecertificeerd voor CO2Prestatieladder niveau 3. “Wij waren op zoek naar een bruikbaar meetinstrument voor het brandstofverbruik in de praktijk. Toen bleek echter dat er via de huidige handvatten slecht op te sturen is. Zo is het verbruik bijvoorbeeld afhankelijk van de werkzaamheden en de hoeveelheid stationair draaien. Wij hebben nu de focus gelegd op het verlagen van de hoeveelheid stationair draaien. Daardoor is het brandstofverbruik per uur omhoog gegaan, maar wordt de brandstof wel effectiever gebruikt. De machinisten stonden hier eerst sceptisch tegenover, maar werkten er wel aan mee. Er kan bedrijfsbreed echter nog meer worden gedaan. Denk bijvoorbeeld aan een halve dag werk dat door een achttonner kan worden gedaan, maar nu door een twintigtonner wordt gedaan, omdat die er toch al staat. Het levert een aantal nieuwe praktische vragen op. Hoe boek je die besparing in. Opvallend is dat er op een enkele opdrachtgever na bij het bedrijf niet naar het certificaat gevraagd.”
tie gegeven over de CO2-Prestatieladder en er wordt met elkaar nagedacht over mogelijkheden om tot besparingen te komen. Ook knelpunten waarmee bedrijven worstelen, komen aan de orde. Kortom, het is halen en brengen van informatie, waar eigenlijk iedereen wijzer van wordt. Met de kennis die daarbij werd opgedaan, hebben deelnemers binnen hun bedrijven al diverse verbetermaatregelen uitgevoerd. Kortom, door regelmatig aandacht aan de vier aspecten van het managementsysteem te besteden, hebben bedrijven vooral een kostenreductie bereikt en ideeën opgedaan voor hun bedrijfsvoering.
Andere voordelen Het bijzondere dat Karelse opvalt als hij de resultaten bij de deelnemende bedrijven analyseert, is dat niet alleen op de brandstofkosten wordt bespaard. “Ook de kosten voor bijvoorbeeld filters, remmen en banden kunnen afnemen. Als een kraan met gebruik van het start-stopsysteem tien procent minder uren draait, zijn er ook minder filters per jaar nodig en heeft de machine bij inruil tien procent minder draaiuren. Dat zijn mooie extra financiële voordelen.” Hij concludeert dat je door samen met de medewerkers te focussen op brandstofbesparing, door efficiënter te werken en door gerichte aandacht voor het optimale gebruik van machines veel meer bereikt dan alleen brandstofbesparing. “Ook het aantal gewerkte uren kan verminderen, doordat medewerkers meer oog hebben voor efficiëntie en meer nadenken over slimme werkwijzen en zelfstandiger worden.”
GRONDIG 3 2019
11
ondernemen met
mensen
Belangrijk is volgens hem ook dat medewerkers een veel betere ambassadeur worden van het bedrijf. “Goed geïnformeerde medewerkers, die uitstralen dat het bedrijf bewust omgaat met schaarse middelen, helpen mee aan een goed imago van het bedrijf.” Niet alles draait immers om kosten en opbrengsten, stelt hij. “Ook de beeldvorming is van belang. Een toenemend aantal opdrachtgevers vindt het belangrijk dat de partijen die zij inschakelen bewust omgaan met energiebronnen. Wanneer je kunt laten zien wat je footprint is en op welke manieren je aandacht aan CO2-reductie besteedt, kan dit de ‘gunfactor’ positief beïnvloeden. Naast het tarief en de kostprijs kan ook het imago grote invloed hebben op de marktkansen voor een bedrijf.”
Verwachte ontwikkelingen
Louis Claessens VOLKERINK HEINO, AGRI GROENONDERHOUD EN GRONDWERK BV “Al voor ik de cursus ‘Sturen op brandstofbesparing’ ging doen, waren we op het bedrijf bezig met meten hoeveel brandstof door welke machine wordt gebruikt”, zegt Louis Claesens. Veel cursisten moesten hier nog mee beginnen, waardoor Claessens een voorsprong had op de mede-cursisten. “Het was voor ons wel een goede gelegenheid om onze niet zo voor de hand liggende conclusie neer te leggen, namelijk dat de machinist niet veel invloed heeft op het brandstofverbruik. Op de verharde weg, met een volle vracht, heeft de machinist invloed op het brandstofverbruik, maar bij ons werk, dat veelal offroad gebeurt, gaat dat niet op. Een ton vracht meer of minder bleek een veel grotere invloed te hebben. Ook geldt dat 10 pk meer een liter extra brandstof kost. Een andere ondernemer bleek ook tot dezelfde conclusie te zijn gekomen”, aldus Claessens. Hoewel hij geen certificaat CO2-Prestatieladder heeft, probeert hij het bedrijf zo duurzaam mogelijk in te kleden. “Ondertussen weten we dat fatsoenlijk plannen ook een grote bijdrage levert aan een CO2-reductie, net zoals het juiste materieel inzetten en Traxx-diesel gebruiken helpen om een reductie te behalen. We halen pas een certificaat als de klant daarom vraagt.”
De aandacht in de samenleving voor duurzaamheid en meer specifiek CO2-reductie is inmiddels sectorbreed actueel. Het gaat niet alleen meer om eisen bij aanbestedingen en punten die kunnen worden gescoord in plannen van aanpak. Ook in het agrarische werk komt het aan de orde. De zuivel fabrikanten vragen de melkveehouders naar hun CO2-emissie. Niemand zal vreemd opkijken als de komende tijd ook andere agrarische industrieën gaan vragen naar de footprint in de keten, waartoe ook de loonbedrijven horen.
Deskundige ondersteuning Een managementsysteem gericht op CO2-reductie kan voor veel cumelabedrijven nuttig zijn. De vraag is: hoe zet je zo’n managementsysteem op en hoe hou je het praktisch en passend bij het individuele bedrijf? Inmiddels zijn er vele deskundige adviseurs die de bedrijven op deskundige wijze op weg kunnen helpen. CUMELA Advies kent volgens Karelse de specifieke aspecten van de cumelasector en is goed in staat om op dit gebied advies op maat te leveren. “Samen met u kunnen we bereiken dat niet alleen hard werken, maar ook slim werken resultaat oplevert.” TEKST & FOTO’S: CUMELA Communicatie
Jan-Nico Reimink LOONBEDRIJF REIMINK GROENVOORZIENING EN GRONDVERZET Reimink is bezig om het certificaat CO2-Prestatieladder te behalen nu hij merkt dat opdrachtgevers er weer vaker om vragen. “In de praktijk kiezen aanbesteders hier meestal nog steeds voor de laagste prijs. Het certificaat behalen kost tijd en geld en het moet ook wat opleveren. Ondertussen zijn we al sinds 2012 bezig om te besparen op het brandstofverbruik. Dat begon met de installatie van een tankregistratiesysteem in 2012. Toen zijn we het verbruik gaan monitoren, waarna we grote stappen konden zetten. Belangrijk hierin zijn ook de chauffeurs. Wij merken dat je constant alles moet blijven herhalen, anders vervallen ze weer in het oude systeem. Zo vermindert het verbruik door de machine te laten rollen voor een drempel in plaats van vol op de rem trappen en kan de machine zo worden afgesteld dat deze rustiger opkomt. Dit jaar willen we ook meer bezig gaan met het stationair draaien. Er wordt heel veel stationair gedraaid. Dat zien we dan ook terug in de cijfers. Als het brandstofverbruik teruggaat van twaalf liter per uur naar vijf liter per uur weet je dat dit gebeurt. We hadden nog veel meer kunnen besparen. Het is vooral belangrijk dat het personeel hier inzicht in krijgt.”
12
GRONDIG 3 2019
Onkruidbestrijding in grasland Als loonwerker maak je het verschil!
Bestaand grasland 2 l/ha Cirran® + 1,25 l/ha Tapir® (of 1,5 l/ha Primstar®) Bestaand grasland met veel ridderzuring 1,5 l/ha Jepolinex® Pro + 1,5 l/ha Tapir® (of 1,9 l/ha Primstar®)
“Het wordt steeds belangrijker om je eigen ruwvoeropbrengsten te verhogen en de ruwvoerkwaliteit te ver-
Eerstejaars grasland
beteren, zo kunnen de aankoopkosten van krachtvoer
1,5 l/ha Jepolinex® Pro + 1,25 l/ha Tapir®
worden verlaagd. Tijdig onkruiden bestrijden is daarom
(of 1,5 l/ha Primstar®)
een economische en een duurzame keuze.” Gerard Weda, loonspuiter bij Volker BV
Adviezen onkruidbestrijding 2019
Klavergrasland 4,0 tot 4,5 l/ha Buttress®
Wees er vroeg bij. Maart en april zijn vaak de beste
Meer informatie
maanden voor een onkruidbestrijding. Het is snel
Neem voor technische informatie en adviezen contact
rendabel en levert melkveehouders honderden euro’s
op met uw adviseur van gewasbeschermingsmiddelen.
aan extra ruwvoer op. Hiernaast onze adviezen:
Kijk ook op onze website meergrasmeermelk.nl.
Cirran®, Jepolinex® Pro en Buttress® zijn gedeponeerde handelsmerken van Nufarm. Primstar® en Tapir® zijn geregistreerde handelsmerken van Dow AgroSciences. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
ondernemen met
mensen
VROUW & VISIE
Fendt streeft ernaar dat dealers in 2020 full-line-Fendt-dealer zijn. Het betekent andere merken aan de kant of die elders in de organisatie onderbrengen. Het past in de nieuwe strategie van Mechan om het merk Fendt sterk uit te bouwen. Fendt-directeur Stans van de Wetering over twee jaar in een nieuwe wereld en vooral loyaliteit en met de dealers samen werken aan meer marktaandeel.
“2020 is geen harde datum voor Fendt-full-line” Stans van de Wetering, directeur Fendt binnen de Mechan Groep Wat was de grootste verrassing na het aantreden als directeur?
Wat als niet alle dealers overstappen op Fendtfull-line?
“Dat was dat er twee importeurs van Fendt bleken te zijn. Toen ik werd benaderd, had ik nooit bedacht dat dit ook zou kunnen. Inmiddels weet ik daar alles van. Nu ken ik ook de verschillen. Wij zijn echt een importeur met dealers die als zelfstandig ondernemer hun werkgebied bedienen. Abemec is veel meer een heel grote dealer die ook trekkers importeert. Dat verschil wordt groter nu wij ons verder willen ontwikkelen in de lijn die Agco voorstaat. Wij vragen dus van de dealers dat ze zich doorontwikkelen als full-line-dealer voor Fendt. De dealer moet kiezen voor het complete arsenaal aan producten en diensten van Fendt. Dat ligt ook ten grondslag aan ons conflict bij de overname van Van Arendonk door Abemec. Dat wilde die koers niet varen en koos een andere weg. Dat paste niet bij onze filosofie en die van Agco, dus konden we niet met dit bedrijf verder. Dat zou namelijk niet fair zijn naar de andere dealers, van wie we nadrukkelijk wel eisen dat ze voldoen aan de voorwaarden die wij aan hen stellen.”
“Tot nog toe is er één dealer die heeft aangegeven dat hij hier waarschijnlijk niet in meegaat. Dan is er een groep die hier meteen positief tegenover staat en een groep die hier nog over nadenkt. Het is echter ook meteen een kans voor dealers om naar het bedrijf te kijken. Zo kan het best zijn dat in een rayon twee dealers dicht bij elkaar Fendt aanbieden, maar daarin niet elkaars concurrenten zijn. Dat zijn ze vaak wel met andere merken. Het zou dan goed zijn om samen te gaan werken, waarbij er één bijvoorbeeld de hoofddealer in Fendt wordt. De ander kan dan de andere merken aanbieden, maar bij dit alles zijn ze dan niet meer elkaars concurrenten. Gelukkig hebben we dan in eigen huis meerdere merken waarmee ze misschien verder kunnen.”
Moeten alle dealers in 2020 overgestapt zijn op Fendt-full-line? “Het streven is om dit te realiseren in de looptijd van ons nieuwe vijfjarige contract met Fendt, dat op 1 april is ingegaan. 2020 is echter geen harde datum voor het complete Fendt-full-line-programma, als de dealers er maar wel mee beginnen. Ik begrijp dat ze tijd nodig hebben om over een dergelijke keus na te denken, ook omdat ze hier stappen voor moeten zetten. Zo kan het bijvoorbeeld dat een bedrijf ook graag andere merken wil blijven aanbieden, maar dat zou dan in de toekomst via een andere besloten vennootschap moeten gebeuren. Ik ga daarover met hen in gesprek en respecteer het bedrijf, ook omdat bedrijven vaak al een lange geschiedenis hebben en veel ervaring. Toch bewees de grote opkomst deze zomer tijdens de Fendtastic Tour dat er veel belangstelling is voor het full-line-programma.”
14
GRONDIG 3 2019
“Ik had me niet gerealiseerd dat dealers ook vergroeid zijn met andere merken” Wat zijn andere veranderingen bij Fendt? “Afgelopen jaar hebben we 25 machines via Fendt Rent een plaats gegeven. Dit is het huren van een machine voor 500 uur, ongeveer een half jaar. Dit gebeurt via onze dealers. De vraag hiernaar kwam vanuit de dealers, hoewel die eigenlijk vroegen om een instapmodel. Dat hebben wij niet, maar door trekkerhuur aan te bieden tegen een aantrekkelijk bedrag, namelijk alleen de afschrijvingskosten, geven we klanten de kans om relatief goedkoop kennis te maken met het merk.”
Wordt het in de toekomst ook mogelijk om trekkers en werktuigen kort te huren? Die mogelijkheden komen er zeker, maar daar kan ik nog niet veel over vertellen, want dat gaat vanuit de Mechan Groep. Het is dan ook niet zo dat we de trekkers en machines hier
klaar hebben staan. We denken meer aan een platform waarop dealers en klanten hun materieel aanbieden en het zo beter rendabel maken. Het past ook in de ontwikkeling waarbij we meer gaan naar het betalen voor het gebruik van de machine dan voor het bezit ervan.”
Zijn er nog meer plannen om Fendt nog zichtbaarder te maken? “Dankzij de overname van de Lely-hooibouwmachines kunnen we nog meer aanbieden, maar wij zijn nog steeds nieuw in het segment. Daarom kiezen we ervoor om op het moment dat het seizoen begint bij alle dealers een maaimachine, schudder en hark neer te zetten. Die kunnen zij ter beschikking stellen aan hun klanten. Als vervanging als een machine stuk is of bijvoorbeeld voor verhuur op piekmomenten. Wij dragen hierin het financiële risico. Wij hopen dat er zo meer Fendt in het veld komt. De ondernemer kan dan ervaren hoe de machines werken, maar het levert ook mond-tot-mondreclame op. Het is voor ons een manier om zichtbaarder te worden nu er dit jaar waarschijnlijk minder vervangingsinvesteringen zijn, doordat er vorig jaar door de droogte weinig met de machines is gewerkt en vervangingen een jaar wordt uitgesteld.”
“Ook in onze sector gaan we meer naar betalen voor gebruik dan voor bezit” Is loyaliteit vanuit de dealers vanzelfsprekend?
Ongeveer twee jaar geleden volgde Stans van de Wetering Merijn Aldewereld op als directeur van Fendt binnen de Mechan Groep. Een importeur die met heel andere dealers te maken bleek te hebben dan ze bij Mercedes-Benz gewend was. “Daar was ik manager van de Utrechtse dealervestiging en dan ga je helemaal voor één merk. Ik had me nooit gerealiseerd dat onze dealers zeker hart voor Fendt hebben, maar dat ze ook nog vergroeid zijn met vele andere merken. Dat ze net zo veel van Krone, Kuhn of Pöttinger houden. Vaak zorgvuldig gekozen merken die passen bij hun statuur en de wensen van de klanten in het gebied.” Vooral die loyaliteit van dealers en hun verdienmodel maakt het lastig om hen mee te nemen in een veranderproces, merkt ze. Werken aan een nieuw verdienpotentieel, waarin Fendt als full-liner centraal staat.
“Dat hoop je wel, maar soms sta je toch voor verrassingen. Dat bleek recent bij de verkoop van Van Arendonk Mechanisatie. We waren verrast dat het bedrijf plotseling was verkocht, terwijl wij daar regelmatig aan tafel zaten en over de toekomststrategie hebben gesproken. Dat doen we overal, omdat we er als Mechan Groep naar streven om met meerdere dealers een participatie te krijgen. Dat het bedrijf dan is verkocht zonder dat je daarvan in kennis bent gesteld, is dan gelijk het dieptepunt van mijn eerste twee jaar. Het leverde veel onrust op in het Fendt-netwerk en dat is niet goed. Ook praktisch gezien levert het uitdagingen op voor klanten, maar daarover gaan we met de dealers in gesprek en komen we tot mooie inzichten. Voor ons en de dealers zijn de klanten namelijk het belangrijkste. Die mogen nooit de dupe worden van dit soort veranderingen. Daarom zorgen we samen met onze dealers en desnoods de eigen technische dienst voor een oplossing die past bij onze filosofie. Ook dat is onze verantwoordelijkheid naar Fendtklanten.” TEKST: Herma van der Pol, Toon van der Stok FOTO: Toon van der Stok
GRONDIG 3 2019
15
Veelzijdig.
Een machine - diversen toepassingen.
REESINK Agri
uw partner in agribusiness Meer informatie? www.reesinkagri.com of bel/app met productspecialist Christiaan Borkus - 06-52 46 62 26 Volg ons ook op social media
Klepel
: e
LELY (435001) Conisch Normaal zonder druppel draad M20x1,5 / L=330 mm.
: e
LELY (435013) Conisch Normaal met druppel draad M20x1,5 / L=330 mm.
: e
® Klepel
Klepel OPLAS-
LELY (435004) Conisch Lang zonder druppel draad M20x1,5 / L=370 mm.
: e
LELY (435012) Conisch Lang met druppel draad M20x1,5 / L=370 mm.
: e
LELY (435007) Mesmodel (Links/Rechts!) draad M20x1,5 / L=375 mm. (398000)
: e
LELY (435123) Mesmodel met zijbevestiging Links/Rechts / L=340 mm.
: e
AMAC
nameten. (801525)
LELY Normale druppeltand met zijbevestiging. Lengte 230mm. Gatextra 18 mm. voordeel ATTENTIE: Nu Orig. nr. 1.1699.0127.0. (435128) L/R : e
∙ Mais ∙ CCM ∙ Luzerne ∙ Bietenpulp ∙ Mengvoer / Gemixt product ∙ Gras ∙ Graan Product ∙ Diverse Produkten
FAE (900177)
LELY (435010) L/R Normale druppeltand met zijbevestiging / L=340 mm. L/R
sinds LELY (435125) L/R
1990
AVR (900268) HERDER: e BOUT / MOER voor montage
UW CONTACTPERSOON
van tanden met zijbevestiging
Lengte 70 mm. e A =Bout 50 M20x2,5 Bzelfborgende = 12 Cmoer = 80 E = ::263 Speciale e F =LEMKEN Ø12 / Zircon Ø16 7 (436002)
Frank Eugelink | Mobil: +31(0)6 270 430 53 E-Mail: frank.eugelink@goeweil.com
3377022/33 Breedte 115 / Dikte 15 mm. 2 gaten Ø17 / hoh 72 / L=320 : e
LEMKEN Zircon 9 (436001) 3377012/3 (L/R) Breed 115 / Dikte 18 mm. / 2 gaten Ø21 / hoh 73 mm. / L=320 : e
S20 LEMKEN Zircon (436080) L/R
/ Br. 60 / Dikte 10 Bekijk ons volledige assortiment op onzeMestand website. 1 gat Ø17 mm. / L=315 mm. BASELIER (900237) Ontvang 5% extra korting op het netto goederenbedrag, Brutoprijzen tenzij anders vermeld
www.goeweil.com
: e
Extra-lange druppeltand met zijbevestiging “Aardappeltand” Lengte=380 mm.! L/R
bij uw eerste bestellingS8via onze website.
prodina.nl
Persbare materialen
LELY (435002) Cilindrisch (oude Roterra) draad M20x1,5 / L=335 mm.
• Kuilvoerbalen voor kwalitatieve bewaring • Hoge verdichting • Instelbare baaldiameter
LT-Master
Voorkom fouten bij bestelling en controleert u éérst de maten van uw haken met de tekening hiernaast!
Pers-wikkelcombinatie
ATTENTIE!
KVERNELAND 010146/020146 (153031) Breedte 90 / Dikte 12 mm. 2 gaten Ø17 / hoh 50 / L=280 : e
: e
Oosterwijzend 50 | 1616 LD Hoogkarspel | 0228 56 29 82 | info@prodina.nl
Ontdek De nieuwe koers voor onkruidbestrijding in mais • Zeer brede werking tegen grassen en breedbladige onkruiden in mais • Ideale basis voor iedere tankmix • Uniek tegen kamille en zwaluwtong, nevenwerking tegen haagwinde • Ingebouwd resistentiemanagement
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
STERK WERK Gras onder maïs loont
ondernemen met
mensen
Loon- & Grondverzetbedrijf Koonstra, Balkbrug Al ruim 25 jaar zaait Harry Koonstra gras onder maïs. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. “Jammer dat er veel koud watervrees is, want onderzaai heeft vele voordelen”, zegt de cumelaondernemer uit Balkbrug. Ook op andere fronten probeert het bedrijf voorop te lopen in teeltontwikkelingen.
Tijdens het intakegesprek voor het nieuwe maïsseizoen is grasonderzaai één van de keuze mogelijkheden op het maïs opgaveformulier van Koonstra. Zo kan hij de werkzaamheden vroeg inplannen.
18
GRONDIG 3 2019
Als er in het noordoosten van Nederland iets te doen is rond de teelt van gras onder mais, dan valt bijna automatisch de naam Koonstra. Met meer dan 25 jaar ervaring op zak kent de methode dan ook weinig geheimen voor Harry Koonstra. In een wijde cirkel rond het bedrijf weten klanten hem te vinden en hij zaaide diverse demo’s voor het project Grondig Boeren met Maïs. Het onderzaaien begon op het ouderlijk melkveebedrijf, dat nu wordt gerund door zijn broer. Begin jaren negentig kwam er subsidie beschikbaar voor mechanische onkruidbestrij ding in maïs, bedoeld om de inzet van gewasbeschermings middelen te verminderen. “We hebben toen een gewas geleide schoffel gekocht”, vertelt Koonstra. “Op mooie percelen ging dat prima, maar in het loonwerk was het een drama, want we werden vooral ingehuurd op het moment dat alles al onder het onkruid was gelopen. Daar kan zo’n machine niet mee overweg. Met de rolschoffel, die we ook
nog hadden, ging dat wel. Die krijgt alles weg. De stimulans om tegelijkertijd Italiaans raaigras mee te zaaien, kwam toen je met ruimere mestnormen mocht rekenen. We zagen eerst vooral voordelen van gras onder CCM en MKS. Zodra de maïs begint af te sterven, valt er licht op de grond en begint het gras meteen te groeien. Vanaf dan gaat het gras vocht ont trekken aan de bodem en dat geeft samen met de zode meer draagkracht bij de oogst.”
Rolschoffel Technisch is meezaaien niet ingewikkeld en zelfs afgelopen jaar sloeg het gras goed aan. “Dat verbaasde mij trouwens ook, gezien de droge zomer. Ik kan eigenlijk maar één jaar bedenken dat de onderzaai mislukt is. Dat was in 2016. Toen is het zaad wel gekiemd, maar daarna verdroogd. Verder hebben we wel eens wat percelen overgeslagen, omdat we de kans niet kregen, maar voor mij heeft de techniek zich
Loon- & Grondverzetbedrijf Koonstra Loon- & Grondverzetbedrijf Koonstra in Balkbrug is ontstaan vanuit het gecombineerde loonbedrijf en melkveebedrijf van Henk Koonstra. In 2009 namen Harry Koonstra en zijn vrouw Anita de loonwerktak over en vestigde zijn broer Pieter zich met de melkveehouderij op een andere locatie. Vanaf dat moment groeide het loonbedrijf in fasen uit tot de huidige omvang van achttien medewerkers. De nadruk ligt nog altijd op het agrarische werk, goed voor 85 tot 90 procent van de omzet. Overig werk bestaat uit grondverzet en cultuurtechniek. Ook heeft het bedrijf vrij veel werk met het slopen van agrarische gebouwen.
ewezen. Daarom snap ik de scepsis in de sector niet zo b goed, behalve dan dat het verplicht wordt gesteld. Dat hoeft van mij ook niet. Jammer dat er veel koudwatervrees is, want onderzaai heeft vele voordelen. Een vroeg maïsras zaaien, vind ik zonde van de opbrengst.” De zelf samengestelde achtrijige rolschoffel heeft er inmiddels heel wat hectares op zitten en dat geldt ook voor de ganzenvoetschoffel die Koonstra gebruikt. “Die is bedoeld voor percelen waar wat minder onkruid staat en heeft een wat minder aanaardend effect. Dan kun je wat vroeger beginnen.” De rolschoffel blijft cruciaal voor de wat vuilere percelen. Omdat ze niet meer nieuw leverbaar waren, ging Koonstra samen met Landkracht uit Hellendoorn op zoek naar een soortgelijke machine. Die vond hij, op de Agritechnica. Koonstra heeft er inmiddels een seizoen op zitten met de nieuwe schoffel, van het Hongaarse merk Busa. Op zijn smartphone laat Koonstra een filmpje zien waar de machine op een sterk veronkruid perceel de grond tussen de maïsrijen weer zwart maakt. “Er wordt wel gezegd dat je op onkruidrijke percelen niet aan onderzaai moet beginnen, maar soms moet je wat. De rolschoffel kan heel veel aan.” Met de aanvullende chemische bestrijding blijft Koonstra puzzelen. “We proberen om geen bodemherbicide te gebruiken. Als het moet, dan in een lage dosering, anders komt er niets van het gras terecht. Verder zitten we er met de contactmiddelen gewoon goed bovenop.” In het zaaien van rietzwenkgras tegelijk met het zaaien van de maïs ziet hij niks. “We hebben het één keer geprobeerd en dat gaf veel te veel concurrentie met de maïs. Je zult het gras dan flink moeten plagen met chemie. Los van de vraag of dat lukt, ben ik er geen voorstander van. De trend is dat het met minder chemie moet.”
zaaien van gras en een keur aan bemestingsmogelijkheden, inclusief drijfmest met behulp van GPS onder de rij, een mogelijkheid die Koonstra sinds 2010 aanbiedt. “Hoe wil je het hebben? Granulaat, korrel, vloeibaar, GPS-drijfmest: zeg het maar. Door op tijd over die keuzes na te denken, weten de klant en ik allebei waar we aan toe zijn.” Omdat de man op de spuit weet waar straks gras wordt gezaaid, kan hij daar van meet af aan rekening mee houden en een bodemherbicide achterwege laten. Bovendien kan Koonstra als het moet alvast extra mensen regelen. “Vaak zitten we volop in de tweede snede als er moet worden geschoffeld in de maïs. Je kunt daar niet mee wachten.” Voor percelen op afstand adviseert Koonstra een teelt systeem van CCM of MKS met grasonderzaai. “We weten allemaal dat de continuteelt van maïs onder vuur ligt, maar om economisch begrijpelijke redenen zie ik dat nog niet zo snel veranderen. Met een combinatie van veel gewasresten en een geslaagde onderzaai kun je ervoor zorgen dat je organische-stofbalans op zulke percelen op peil blijft.”
Maïsteelt als keuzemenu Volgens Koonstra wordt een goede planning van de teelt steeds belangrijker. “Laten we eerlijk zijn: maïs telen is op zich niet zo moeilijk, maar je moet wel alles van begin af aan goed doen. Daarom bereiden we de teelt zo goed mogelijk voor.” Hij laat een voorbeeld zien van het formulier waarmee hij op dit moment zijn klanten bezoekt. Hij schotelt ze een keuzemenu voor, met verschillende rassen, het al dan niet onder-
Gras zaaien onder maïs doet Koonstra al meer dan 25 jaar. Zijn streven is om dit teeltseizoen de helft van zijn klanten mee te krijgen.
GRONDIG 3 2019
19
ondernemen met
mensen
Een dieseltank midden op het erf is normaal gesproken niet bepaald een sieraad. Koonstra bewijst dat het anders kan, met twee fraaie foto’s van Koonstra senior op de zijkanten. Een mooi stukje zichtbare historie.
Extra kilveropdrachten waren afgelopen jaar zeer welkom om het omzetverlies in de voederwinning, als gevolg van de droogte, een beetje te verzachten.
Samenwerken in precisielandbouw Koonstra zet volop in op precisielandbouw, een ontwikkeling die het bedrijf ziet doorzetten. Eén van de diensten is het maken van bodemscans met een Verisbodemscanner. Verder beschikt Koonstra over apparatuur voor plaatsspecifiek strooien en mest uitrijden. Voor het maken van spectraalbeelden huurt het bedrijf de hulp in van dronewerkers, net zoals het ook zelf wordt ingehuurd voor het maken van bodemscans bij andere loonbedrijven. Harry Koonstra denkt dat er meer van dat soort dwarsverbanden gaan ontstaan. “Alleen door samen te werken en aanvullende expertise in te huren, kunnen we klanten straks een compleet pakket aanbieden.”
In de voederwinning werkt Koonstra ook met een landbouwvrachtwagen voor vervoer over afstand.
20
GRONDIG 3 2019
Teelt optimaliseren De teelt optimaliseren voor de klant en het werk optimaliseren voor zichzelf, dat zijn twee dingen die Koonstra continu bij elkaar probeert te brengen. Zo doet hij op dit moment mee aan een project op het gebied van data delen van automatiseerder Dacom, in samenwerking met studenten van de Aeres Hogeschool Dronten. Daarmee kunnen klanten straks digitaal opdrachten versturen, inclusief perceelskaarten en taakkaarten. De chauffeur op de trekker weet daarmee precies waar hij moet zijn en wat hij moet doen, waardoor er zo min mogelijk tijd verloren gaat. “We werken al met plaatsspecifieke toepassingen, dus dit is de volgende stap. In de organisatie zie ik voordelen. De oude garde weet vaak precies waar welk perceel ligt, maar straks kan iedereen met een druk op de knop naar de juiste dam rijden, waardoor er zo min mogelijk tijd verloren gaat.” Een ander project waar Koonstra in meedraait, is ‘Lonend werken’. Daarbij wordt gekeken of veehouders in plaats van per uur of per hectare kunnen betalen naar de toegevoegde waarde van de loonwerker. Koonstra gaat daarvoor drie jaar lang een dubbele administratie bijhouden, waaruit straks de kosten en baten duidelijk moeten worden. “We worden daarbij ondersteund door een bodemkundige. Als wij de juiste dingen voor de bodem doen, dan levert dat meer en beter voer op. Wij willen als loonwerker die meerwaarde bieden, eventueel aangevuld met een onafhankelijke derde partij. Op dit moment is de voerleverancier degene die vertelt hoe het moet, maar je kunt je afvragen of die wel op de juiste loonlijst staat.” Terug naar de onderzaai. Hoeveel klanten krijgt hij eigenlijk mee? Koonstra schat dat de afgelopen jaren ongeveer een kwart van zijn klanten gras lieten onderzaaien. Dat moeten er aankomend groeiseizoen meer worden. “Ik reken op vijftig procent”, zegt hij. We zullen het later dit jaar nog van hem horen. Koonstra is één van de bedrijven waar Grondig dit jaar meekijkt bij het telen van gras onder maïs, van de zaai tot het uiteindelijke resultaat.
TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S: Egbert Jonkheer, Koonstra
ondernemen met
mensen
Grondig volgt groenbemesters in maïs Maïstelers op zand- en lössgrond hebben vanaf 1 oktober te maken met de groenbemesterplicht. Het onderzaaien van gras neemt hierdoor plotseling een grote vlucht. Grondig volgt dit jaar bij drie cumelabedrijven hoe dat uitpakt in de praktijk en bericht er regelmatig over. Koonstra stelden we al voor op pagina 18 tot 20 van dit nummer. Groeikracht en Ploegmakers zijn de andere twee.
“Grootste groep gaat voor onderzaai”
“Lang geaarzeld over keuze”
Gerard Abbink, Groeikracht Oost-Nederland Bij Groeikracht Oost-Nederland, de ruwvoeradviespoot van de samenwerkende loonbedrijven Huiskamp (Winterswijk), Westerveld (Breedenbroek), Wopa (Zieuwent) en Hoftijzer (Lochem), laat adviseur Gerard Abbink er geen misverstand over bestaan: “Als je maximaal maïs wilt voeren - en dat willen de meesten - is onderzaai de beste optie. Oogst je de maïs namelijk veertien dagen eerder, dan laat je algauw een paar ton zetmeelopbrengst liggen. Dat is omgerekend zo’n € 500,- per hectare”, rekent hij voor. Hij schat dat twee derde van de veehouders in het klantenbestand voor onderzaai kiest. “Dat zeg ik op basis van onze winterronde, al heeft niet iedereen een keuze gemaakt”, zegt Abbink. Klanten die bewust kiezen voor een vroeg oogstmoment hebben zich op tijd gemeld en al hakseldagen gereserveerd. Het gaat daarbij vooral om klanten die na de maïs nieuw grasland willen inzaaien. In de afgelopen jaren koos nog geen tien procent van de klanten voor onderzaai. “Dat waren vooral klanten die op nattere percelen zitten en die het vooral te doen was om een grotere draagkracht. Ook zaten er deelnemers aan kringloopprojecten bij. Niet iedereen is meteen enthousiast. Het moet wennen. Gras in onderzaai heeft in principe een voorsprong, als de maïs eraf is. Toch zijn het niet de eerste percelen die groen kleuren. Sterker nog, hoe beter de maïs, hoe langer het duurt voordat het groen is. De voorsprong zit hem in de massa die ondergronds is ontwikkeld. Nieuw ingezaaid gras vormt meteen een bovengronds sprietje, dus dat lijkt meteen groen.” De loonwerkers zaaien het gras in rond het zesbladstadium. Rietzwenkgras meezaaien tegelijk met het zaaien van de maïs vindt Abbink te riskant. “Op de wat nattere percelen of in een koud voorjaar gaat dat snel fout. Onderzaaien is het meest bedrijfszeker. Gaat het een keer fout, dan heeft de maïs er in elk geval niet onder te lijden”, stelt Abbink vast. De loonbedrijven zijn niet van plan om een bodemherbicide in te zetten.
Willem de bruin, Ploegmakers Groep, De Rips (N-Br.) In het zuiden van het land is nog relatief weinig ervaring met onderzaai in maïs. Er wordt door klanten dan ook lang getwijfeld over de keuze tussen onderzaai en een vroeg ras, laat Willem de Bruin weten. Hij is bij Ploegmakers verantwoordelijk voor het akkerbouwgedeelte. Zijn inschatting is dat de helft van de klanten zal kiezen voor onderzaai en de andere helft voor een vroeg ras. Hij snapt de aarzeling wel. “Voor 1 oktober oogsten betekent in een gemiddeld jaar dat je concessies doet aan de opbrengst. Dat doen klanten liever niet. Aan de andere kant hebben we wisselende resultaten gezien van onderzaai, bijvoorbeeld binnen het project Grondig Boeren met Maïs op de proefboerderij in Vredepeel. De omstandigheden waren er wisselend. In 2017 stonden de velden eerst onder water, gevolgd door zware, dichte maïsgewassen. Dat nam alle licht weg voor de onderzaai. In 2018 is een deel verdroogd. Dat boezemt nog geen vertrouwen in.” Samen met een collega-loonbedrijf investeerde Ploegmakers in een Zocon Greenseeder, een lichte zaaimachine voorzien van wiedegtanden. Zelf investeren ging hen een stap te ver, omdat ze inschatten dat de verplichting geen stand zal houden. “We hebben al eerder wetgeving gehad voor maïs eggen. Dat hield maar een paar jaar stand, omdat de regels niet duidelijk waren.” Over de onkruidbestrijding maakt De Bruin zich niet veel zorgen. “Het vraagt wat meer organisatie, omdat je je spuitschema moet aanpassen. We laten de bodemherbiciden niet compleet weg, maar beginnen met een lage dosering.”
TEKST: Egbert Jonkheer FOTO’S: Bedrijven
GRONDIG 3 2019
21
ondernemen met
vaktechniek
PROFILEREN
Krachten efficiĂŤnt bundelen Hoornstra-Ophof Infra BV legt Crescentplas Harderwijk aan
Door samen met VIC Activating Landscapes slim in te schrijven op het bestek voor de inrichting van de Crescentplas kan Hoornstra Ophof Infra dat gehele werk uitvoeren. Samen met oplossingen als efficiĂŤnt binnen het project grondstromen verwerken en de inzet van emissievrij elektrisch materieel kreeg Hoornstra-Ophof dit gehele prestigieuze project gegund.
22
GRONDIG 3 2019
Project: aanleg en inrichting Crescentplas Harderwijk Opdrachtgever: gemeente Harderwijk Aanneemsom: € 2.567.000,Looptijd: augustus 2018 - augustus 2019 Werkzaamheden: aanleg Crescentplas: ophogen circa één kilometer geluidswal A28, saneren arseenhoudende grond en grondverzet van circa 150.000 kuub grond, aanleg van waterberging en watergangen, ophogen van eiland en gronden. Inrichting Crescentplas: de aanleg van wegen en paden, voorbereiding voor het aanbrengen van groeninplant, waterwerken en recreatieve attracties. In samenwerking met VIC Activating Landscapes inrichten van Crescentplas met groen, waterwerken en attracties voor de wijken Drielanden en Harderheide.
Marc Winkel (l.), Erik Harmelink (m.) en Victor Dijkshoorn (r.): “Door de inrichting te bundelen met de aanleg hebben we een enorme efficiëntieslag gerealiseerd. Daarin trekken we hecht samen op om on the go zaken efficiënt bij te sturen.”
Misschien heeft u het gezien toen u over de A28 Harderwijk passeerde. De vijf meter hoge geluidswal aldaar wordt afgegraven en daarna opnieuw verhoogd aangelegd. Dat is geen dubbel werk, maar een doordachte aanpak van de grondstromen bij de aanleg van de achterliggende waterberging Crescentplas bij Harderwijk. Met dat deel is Hoornstra-Ophof Infra BV uit Apeldoorn nu druk bezig. De circa duizend meter lange nieuwe geluidswal is voor het grootste deel gerealiseerd. Het bedrijf is de waterberging als onderdeel van de Crescentplas aan het realiseren en is samen met VIC Activating Landscapes begonnen met de inrichting.
Brede aanpak De Crescentplas is de noodzakelijke waterberging voor de achterliggende nieuw bouwwijken Drielanden en Harderweide. De gemeente Harderwijk heeft voor de waterberging samen met de bewoners een plan ontwikkeld om de omgeving in te richten als een wandel- en doepark, met tal van met extra recreatieve voorzieningen. Verder gaat het om de sanering van gronden met een in dergelijke kwelgebieden van nature voorkomende te hoge concentratie arseen en de verhoging van de geluidswal met meer dan drie meter plus vier meter hoge geluidsschermen. Daarnaast is er het aparte bestek voor de inrichting van de Crescentplas met groen en extra recreatieve voorzieningen. Ook hier heeft de gemeente met de bewoners en het waterschap de contouren en de wensen helder aangegeven, waarbij ze inzet op een hoog kwaliteitsniveau. In de aanbesteding van dit bestek triggerde de gemeente de inschrijvers haar te verrassen. Projectleider Erik Harmelink van de gemeente Harderwijk is daar helder over. “We daagden de inschrijvende bedrijven bij de aanbesteding uit ons te verrassen met een aanpak om zaken beter, mooier en efficiënter te doen”, zegt hij. Harmelink geeft aan dat voor het bestek van de waterberging bijvoorbeeld alleen de CO2-Prestatieladder niet voldoende is. “Wij willen dat je creatief bent een aantoont hoe je dingen beter doet.”
Bundelen Hoornsta-Ophof had al de projecten het bouwrijp en woonrijp maken van de wijk Harderweide gegund gekregen en afgelopen najaar kwam daar dus de aanleg van de geluidswal en het ontgraven van de Crescentplas bij. Het bedrijf kent de gemeente Harderwijk en kent het terrein en de streek. Om ook de inrichting van de geluidswal en inrichting Crescentplas te kunnen maken, is er gekozen om samen met VIC Activating Landscapes als combinatie in te schrijven. Deze samenwerking paste in het plaatje om de gemeente aangenaam te verrassen. Projectleider Marc Winkel geeft aan dat door deze samenwerking het grondwerk in één keer op maat wordt gerealiseerd voor de inrichting met groen en elementen. Dat scheelt een tweede ronde voor het aanpassen van de grondwerk door de groeninrichter. De ruimte die hierdoor binnen het aanbestedingsbudget ontstond, gaf de combinatie extra mogelijkheden om zich te onderscheiden met de inrichting. Denk aan korte en langere trajecten voor recreanten tot duursporters, met zelfs de mogelijkheid van een
GRONDIG 3 2019
23
1 Hoornsta-Ophof heeft ondernemen met de bestaande vijf meter hoge geluidswal afgegraven en een nieuwe acht meter hoge wal gerealiseerd om zo meer arseenhoudende en industriegrond te kunnen bergen. Deze wordt geïsoleerd en afgedekt met een laag schone grond.
vaktechniek
2 Hoewel de te saneren arseenhoudende grond in de geluidswal kon worden verwerkt, moest er toch nog zo’n 150.000 kuub grond worden verzet. 3 Hoornsta-Ophof zet op het project onder andere deze hybride graafmachine in om zo te voldoen aan de gewenste CO2-reductie. Het bedrijf draait echter ook met gewone graafmachines. Uiteraard wordt het hele project in 3D-GPS uitgevoerd.
1
2
4 Bij de waterberging zal het waterpeil afhankelijk zijn van de hoeveelheid regen en de temperatuur, waarbij dus ondiepe delen droogvallen of overstromen. Hierdoor veranderen de spelmogelijkheden in het park per seizoen.
3 mudrun en het toepassen van extra duurzame houtsoorten. Belangrijk onderdeel van het plan is dat alle bewoners een plek krijgen, dus ook natuurlijke bewoners. Hiervoor worden onder andere een oeverzwaluwen ijsvogelwand gerealiseerd. Het beplantingsplan voorziet ook in een ruime biodiversiteit met bloeiende en besdragende planten voor de bijen en de vogels. VIC ontwikkelde een animatiefilm voor de presentatie om zo de gemeente letterlijk al te verrassen tijdens de aanbesteding.
Efficiëntere grondstromen Hoornstra-Ophof maakte bij de aanbestedingen een flinke efficiëntie slag in grondstromen. Het terrein bevat van nature een hoog natuurlijk arseengehalte en moest worden afgegraven. Het plan was om dit voor een deel te verwerken in de ophoging van de bestaande geluidswal en verder per as af te voeren. Voor de Crescentplas zou weer teeltaarde moeten worden aangevoerd. Hoornstra-Ophof kwam met de oplossing om de geluidswal, opgebouwd uit schone teelaarde, in zijn geheel af te graven om deze te verwerken in het project Crescentplas. De vrijkomende
24
GRONDIG 3 2019
4 arseenhoudende grond kon zo mooi in de gehele geluidswal worden verwerkt. Ook is er samen met de gemeente voor gekozen om de overige klassen industriegronden, die her en der in de gemeente lagen, ook toe te passen in de wal. Hoornstra-Ophof zet gedeeltelijk hybride graafmachines in, maar kwam samen met VIC met het voorstel om de gehele nieuwe lijn elektrische machines van Wacker Neuson in te zetten bij de aanleg van de groeninrichting. Samen met Wacker Neuson is al een plan uitgewerkt om de machines komend voorjaar in te zetten. Daarbij is direct een link gelegd naar het Soma College, om dit zo leerlingen kennis te laten maken met deze nieuwe technieken.
Explosievenonderzoek In het oorspronkelijke plan zou de waterberging al eind vorig jaar zijn afgerond. Dit voorjaar was ingepland voor de aanleg van de groenen recreatievoorzieningen. Als we begin maart te gast zijn, zijn de graafmachines nog druk bezig met de realisatie van de waterberging. De groenaanleg is net gestart met het planten van enkele bomen
5 Inzet van eigen mensen is bij Hoornstra-Ophof een uitgangspunt, omdat eigen mensen de filosofie van het bedrijf - goed meedenken en daarnaar handelen - kennen. Er worden wel derden ingehuurd, maar dan altijd in balans met het aandeel eigen mensen.
5
6 Hier het centrum van de Crescentplas met veel recreatieve voorzieningen, zoals een twaalf meter hoge uitkijktoren, wat pompen, maar ook een gestrand schip, een trekboot en diverse routes en attracties voor recreanten en sportievere bezoekers en een gerichte inrichting voor bijen, vogels en vissen.
6
7 Hoewel de aanleg van de waterberging nog lang niet gereed is, is VIC Activating Landscapes samen met Hoornsta al begonnen met de aanleg en inplant van het terrein om zo komende zomer de eerste recreatieve voorzieningen al klaar te hebben.
7
8 en de aanleg van de brug naar het eiland. De vertraging komt mede doordat het bedrijf onverwacht op enkele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog stuitte met daarna het explosievenonderzoek. Ook stuitten medewerkers op resten van een Duitse radarpost ‘Stellung Haase’. “Onze mensen zijn gewend om actief mee te denken”, zegt Winkel. “Die zijn toen gestopt en in overleg met de gemeente is de watergang aangepast om dit element te sparen.” Winkel wijst in dit verband nadrukkelijk op de keuze voor het inzetten van een hoog aandeel eigen mensen en machines. “Onze mensen hebben onze bedrijfsfilosofie van actief meedenken. Ze sturen daarbij ingehuurde krachten aan. Dat moet altijd in balans blijven.”
Heldere einddoelen Tijdens ons bezoek half maart worden in het wekelijkse voortgangsoverleg van Marc Winkel met Erik Harmelink en Victor Dijkshoorn van VIC de aanpassingen doorgesproken die noodzakelijk zijn. Een onderdeel daarvan is het winnende buurtinitiatief, een hondenspeelstrand
8 Hoornsta-Ophof werd ook al het grond- en infrawerk van het bouwrijp en opleveren van de aangrenzende wijken gegund. Het bedrijf kent het gebied daardoor goed en kon hier bij de inschrijving goed op inspelen.
met attributen. Daarvoor zijn ze alle drie aanwezig geweest op een inloopavond, begin maart. Het betrekken van de wijkbewoners is een belangrijk onderdeel van het project. Erik Harmelink: “Het is een project waarbij we verwachten dat de uitvoerders meedenken in eventuele aanpassingen en er ruimte moet zijn om planningen aan te passen. Ons doel is nu dat de komende zomer de paden en de eerste attracties zijn gerealiseerd. De laatste inplant zal in het najaar plaatsvinden.” En zelfs dan is het nog niet gedaan. Samen met VIC gaan de gemeente en Hoornstra-Ophof nog enkele kennismakings- en oefendagen organiseren voor de wijkbewoners om de mogelijkheden van dit park te ontdekken. Als het zover is, heeft de gemeente Harderwijk er een waardevolle adventure-waterberging bij en Hoornstra-Ophof een pracht van een referentie. Waarbij de mannen ook zelf in sportieve outfit de uitdaging mogen aangaan. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S Michel Geven, Hoornstra-Ophof
GRONDIG 3 2019
25
DUPORT BIGFOOT
DUPORT BEMESTERS
BEN
VO
TÙ
AL KLA HET AR N IEU SEI WE ZOE N?
OR
Regio NOORD Regio MIDDEN Regio ZUID
Archimedesstraat 9 7701 SG Dedemsvaart
: Arie Dunnewind : Gerrit Baan : Eltje Brand
T. 06 2904 3366 T. 06 4602 1917 T. 06 2970 0083
www.duport.nl
Instelbare opzetschotten Geniet van onze voordelige prijzen op onze serieproductie...
Hydtro-tridem vering met voorliftas
Afvoerband Banden 650/55R26,5 Mitas
Gedwongen stuurassen
DRAKKAR advantage series : Het duwt niet; het kipt niet; het vervoert!
joskin.com
W W W . L M C G E N N E P. N L
www.lmcgennep.nl Locatie: Landtech te Veghel
Corridor 9 • 5466 RB Veghel • T: 0413 - 211733
na-opkomst herbicide in maïs
Kracht en Betrouwbaarheid
www.belchim.nl
Snelle aanvangswerking Booster in de mix Veilig in alle systemen Beste grassenbestrijder
ondernemen met
vaktechniek
GRONDIG.COM
TIGO MET HYDRAULISCH AANGEDREVEN PICK-UP
Fendt heeft aanpassingen doorgevoerd aan de Tigo-opraapwagen. Dankzij de hydraulische aandrijving van de pick-up is deze iets breder geworden. De tanden staan niet meer in één rij, maar in vier verschillende posities. Centraal staan twee rijen tanden die links en rechts van het midden verspringen. Aan de buitenzijde staan twee tanden die iets nalopen. Dit heeft volgens Fendt het voordeel dat in de bochten de buitenste plukken beter mee naar binnen worden getrokken. Nieuw is ook de typegoedkeuring affabriek.
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
NIEUWE GÜTTLER GREENMASTER Door de droogte van 2018 is het dit voorjaar belangrijk om het weiland aan te pakken. Hiervoor levert Güttler nu de nieuwste GreenMaster. Deze heeft twee rijen met lange, in agressiviteit verstelbare twaalf millimeter dikke tanden met een werkafstand van zeven centimeter. Daarvoor zit een ripperboard dat ook verstelbare twaalf millimeter dikke tanden heeft, die precies tussen de lange wiedegtanden doorlopen, waardoor de graszode elke 3,5 centimeter wordt aangepakt. Met deze wiedeg
kan in dezelfde werkgang volvelds nieuw graszaad worden ingezaaid, dat vervolgens met de prismawals in de bodem wordt gedrukt.
KVERNELAND TURBO T I-TILLER SMART FARMING-CULTIVATOR De nieuwe Kverneland Turbo T i-Tiller is een intelligente cultivator met Smart Farmingtechnologie. Bij deze cultivator worden de diepte- en egalisatie-instellingen direct vanuit de trekkercabine geregeld door middel van de Isobus-terminal. Afhankelijk van de bodemgesteldheid kan de diepte aan de voor- en achterkant op elk moment en tijdens
advertentie
Tekort?
de juiste spoorelementen op het juiste moment borium
Bortrac 150
zink
Zintrac 700
fosfor
Hydrophos
Online bemestingsadvies op basis van uw bodemanalyse op www.spoorelementen.farm
28
GRONDIG 3 2019
SPOOR
het rijden worden aangepast. De diepteinstelling is gekoppeld aan On-The-Go Dynamic Traction Control om brandstof te besparen. Een automatische overbelastingsbeveiliging beschermt het frame van de machine.
meter, terwijl de transportbreedte onder de drie meter blijft.
KOMATSU PC490HRD-11-HIGHREACH-SLOOPGRAAFMACHINE
Traxx introduceert twee nieuwe varianten op basis van de fossielvrije dieselsoort HVO. Traxx HVO100 is een hernieuwbare synthetische diesel met honderd procent HVO. Onder de naam Traxx HVOmix is ook een variant beschikbaar die deels uit HVO (tot 25 procent) en deels uit Traxx Diesel bestaat. Daarnaast bevatten alle Traxx-brandstoffen een nieuwe Clean4forcereinigingstechnologie. Deze toevoeging verwijdert sneller vuilafzettingen op de injectoren, beschermt tegen schadelijke biodieselafzettingen en optimaliseert de brandstofinspuiting.
De nieuwe Komatsu PC490HRD-11 heeft het grootste bereik van alle machines van 60 ton en kan met zes verschillende configuraties werken. De nieuwkomer brengt een sloopwerktuig van twee ton tot een hoogte van 32 meter, een werktuig van 3,34 ton tot 28 meter en een werktuig van vijf ton tot 17,4 meter. Het bedrijfsgewicht ligt tussen 55.200 en 73.400 kilo. Een nieuwe variabele onderwagen is standaard op de graafmachine geïnstalleerd. In het werk heeft de machine een breedte van bijna vier
HOLARAS STEGO NU MET KANTENVERDICHTER
TRAXX VERNIEUWT ZIJN DIESELBRANDSTOF EN KOMT MET HVO-VARIANTEN
De Holaras Stego-verdichtingswalsen kunnen worden geleverd met een kantenverdichter aan één of twee kanten. De hydraulisch beweegbare zijarm kan traploos instelbaar tot maximaal 50 graden werken. Door de constante hydraulische druk wordt de zijkant gedwongen verdicht. Afhankelijk van de kuilomstandigheden kan deze druk worden gevarieerd. De kantenverdeler heeft zes banden met een diameter van 52 centimeter. De werkbreedte bedraagt horizontaal 95 centimeter. De arm heeft één hydraulische cilinder met terugslagklep.
advertentie
DELVANO veldspuiten
Gemaakt vóór en door professionals Bel ons voor de dichtstbijzijnde dealer.
NV-SA
Informeer ook naar ons ruime aanbod gebruikte veldspuiten!
Zelfrijdende, getrokken en gedragen veldspuiten
Zuidweg 13-15 • 4413 NL Krabbendijke • T 0113 - 50 26 10 I www.gebrweststrate.nl • E info@gebrweststrate.nl Verkopers: Ko Smalheer, 06 - 53 24 90 27 Arjan Weststrate, 06 - 46 32 20 64
GRONDIG 3 2019
29
VOLVO CE NEEMT SPECIAALBOUWER CEDE OVER
STERKERE ROTAR RSP-VERGRUIZERS
Volvo Construction Equipment heeft speciaalbouwer CeDe overgenomen. Deze overname stelt Volvo in staat het productaanbod uit te breiden met specials af-fabriek met CEkeur. Anderzijds vormt Volvo voor CeDe een springplank om internationaal sterker te worden. CeDe zal als zelfstandig onderdeel van Volvo Construction Equipment ook producten blijven bouwen voor andere merken. De CeDe Group in Malmรถ is actief in de speciaalbouw voor graafmachines en wielladers in alle sectoren.
Rotar introduceert twee nieuwe vergruizers, de RSP 20S voor machines van 16 tot en met 25 ton en de RSP 40S voor machines van 32 tot 50 ton. Het is een uitbreiding op de bestaande RSP 25S en 32S. Grotere breekkrachten, snelle cyclustijden en eenvoudig wisselbare slijtdelen vormden de inzet bij de ontwikkeling van de nieuwe Rotar RSP-vergruizers. Met deze RSP-serie is beton te vergruizen en tegelijk alle betonijzer relatief schoon te verwijderen. Kenmerkend zijn de wisselbare en omkeerbare brekertanden, een centrale middentand en het standaard aanwezige speed-ventiel.
60.000 LIEBHERR-GRAAFMACHINES Groot feest afgelopen maand in de Liebherrfabriek in Colmar in Frankrijk. Daar liep de 60.000e rupsgraafmachine van de band. Een bijzonder exemplaar, want hij werd beschilderd door de Franse kunstenaar Jean Linhoff, een project waarmee hij zes dagen bezig was. De jubileummachine is een R 922, een rupsgraafmachine van de nieuwste generatie. Voor het bouwen van 60.000 machines in deze fabriek had Liebherr 58 jaar nodig. De eerste rolde namelijk al in 1961 uit deze destijds nieuwe fabriek. advertentie
Maak van uw wiellader een motorgrader
Mekos dozerbladen: volautomatisch werkende profileer machines, voorzien van automatisering door middel van laser techniek, total station of gps. De Mekos machines zijn uniek, sterk en duurzaam, geschikt voor zand en korrelbanen. Werkbreedte tot 4 mtr.
(op getoonde producten zijn individueel patenten van toepassing)
Partners:
30
GRONDIG 3 2019
Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net
FLINK DOORONTWIKKELDE ROBOCUT-SERIE
HOGERE WAARDEN MICHELIN CARGXBIB In het overzicht van grondkipperbanden in de vorige editie van Grondig zijn per abuis de waarden van de Michelin Cargoxbib 600/55R26.5 opgenomen in plaats van de waarden van de genoemde Cargoxbib 650/55R26.5. De 650/55R26.5 heeft een loadindex van 169D en dus niet de opgegeven 165D van de 600/55R26.5. De draagkracht bij 40 km/u en 4,0 bar bandenspanning is met 7890 kilo dus ook hoger dan de opgegeven 7000 kilo van de 600/55R26.5.
NIEUWE ALMAC JIBBI 1250 EVO-CRAWLER
Importeur Dabekausen introduceert de nieuwe McConnel Robocut RC56 en RC75, twee op afstand bestuurde klepelmaaiers. De nieuwe Hatz-motoren van 41 en 55 kW (56 of 75 pk) leveren volgens Robocut tot wel 75 procent hogere prestaties, waarbij het brandstofverbruik met twintig procent is verminderd. Nieuw is ook dat de Robocut-modellen zijn uitgerust met GPS-zelfsturing met een nauwkeurigheid tot 2,5 centimeter op een afstand van maximaal 150 meter. Naast de 1,30 meter maairotors kunnen ze ook worden uitgerust met rotors van 1,60 of 1,90 meter.
De nieuwe Almac Jibbi 1250 Evo heeft een zelfnivellerende krans, waardoor de machine zichzelf op een schuine helling waterpas zet. De Jibbi heeft een maximale werkhoogte van 12,30 meter en een zijdelings werkbereik van 6,97 meter en is geschikt voor hellingen tot vijftien procent. Ook nieuw is de Hinowa-spinhoogwerker Lightlift 33.17 Performance IIIS met een werkhoogte van 32,60 meter en tussen twee en negentien meter werkhoogte een zijdelings werkbereik van 16,50 meter en een draagvermogen van 230 kilo. advertentie
www.vicon.nl
FASTBALE NON-STOP PERSEN
Denk anders, denk vooruit De Vicon Profi lijn is net even anders dan u verwacht. Door anders te denken, bieden wij oplossingen op onze kunstmeststrooiers, triple schijvenmaaiers, 4-rotor harken en FastBale ronde balenpersen die de grasoogst efficiĂŤnt, plezierig en succesvol maken. Bel onze grasoogst specialist voor meer informatie: +31 (0)321 387123
GRONDIG 3 2019
31
ondernemen met
vaktechniek
Revolutionizing Power Deutz-Keyou-waterstofmotor staat op de Bauma Eén van de aandachttrekkers op de Deutz-stand op de Bauma zal de Deutz-Keyou TCD 7,8-waterstofmotor zijn. Ontwikkelaar Keyou mikt vooral op zwaardere inzet, waar batterijen hun grenzen hebben. Onder de leus ‘Revolutionizing Power’ heeft Deutz onlangs gemeld hier serieus mee door te gaan en al verder te denken. Hoe zijn de kansen van deze motortechniek ten opzichte van diesel en elektrisch? Stel je even voor dat je een groot werk hebt aangenomen waarin CO2-reductie wordt geëist en de wens is emissievrij te werken. Je komt dan ‘gewoon’ met een bouwtruck of zelfs een zware rupsgraafmachine met een Deutz-Keyou-waterstofmotor. De dieselolietank heeft plaatsgemaakt voor hogedruk-waterstoftanks (350 bar). Je kunt deze waterstoftanks op het eigen bedrijf vullen en het is denkbaar dat er op het werk waterstof-vulunits komen. Daarna ga je aan het werk alsof je met een gewone diesel draait. Als de tank leeg is, is het tanken, vergelijkbaar met het tanken van lng/cng-gas, en weer gaan. Dat is even anders dan de dieselmotor vervangen door batterijpakket dat een vermogen kost, waar dan een snellader en bij zware machines eventueel een aggregaat en een batterijcontainer nodig zijn om te kunnen doorwerken.
32
GRONDIG 2 2019
Dit is wat de ontwikkelaars van Keyou voor ogen hebben met hun nieuwe waterstofmotor. Die is volledig gebaseerd op de bestaande diesel- en benzinemotortechniek en heeft geen schaarse grondstoffen nodig zoals bij brandstofceltechniek en geen dure batterijen met alle beperkingen.
Ervaring opgedaan Tom Korn, oprichter en CEO van Keyou in München, weet waar hij het over heeft. Hij heeft als ingenieur tien jaar in de ontwikkelingsafdeling van BMW gewerkt aan alternatieve aandrijfsystemen en brandstofsystemen, met onder andere waterstofprojecten voor Noord-Amerika. In 2015 heeft Korn vanuit de drang de waterstofmotor door te zetten samen met enkele ontwikkelaars Keyou opgericht. Korn ziet met
Thomas Korn, oprichter en CEO van Keyou, tijdens de introductie op de
De nieuwe kop zoals Keyou die ontwikkelde voor de Deutz-motor, met duidelijk zichtbaar de
IAA. Korn bespeurde onder eindgebruikers serieuze interesse.
centraal geplaatste ontsteking.
name kansen bij zwaardere motoren, vooral in vrachtwagens en bussen, waar voor langdurige inzet alternatieven als Âbatterijtechniek en een eventuele brandstofcel serieuze beperkingen hebben. Motorenbouwer Deutz haakte aan als ontwikkelingspartner en stelde hiervoor de bekende 7,8-liter-TCD-motor beschikbaar. Deze is door Keyou succesvol aangepakt en ontwikkeld als pure 180 kW (245 pk) waterstofkrachtbron. Daarbij geeft Keyou aan de motor inmiddels op een rendementsniveau van 42 procent te hebben, waarmee hij in dit opzicht redelijk gelijkwaardig presteert als een moderne dieselmotor (circa 45 procent rendement). Daarbij liggen de emissiewaarden ver onder Euro 6-norm en is er geen CO2- en fijn(roet)stofproductie.
De verbranding Dat het even heeft geduurd voordat de motor was ontwikkeld, heeft er alles mee te maken dat het niet even aanpassen van een bestaande motor is. Waterstof is een zeer explosieve brandstof met een andere verbrandingskarakteristiek dan die van dieselolie of benzine. De ontstekingstemperatuur van waterstof ligt met 560 graden Celsius hoger dan bij benzine en diesel, maar ook is een mengsel van waterstofgas en lucht ontvlambaar bij een lucht-brandstofverhouding die tussen de 4 en 96 volumeprocenten ligt. De verhouding tussen zuurstof en waterstof komt dus bij lange na niet zo nauw als bij een benzine- of dieselmotor. Door deze grote bandbreedte is echter de kans op pingelen en de invloed op vol- en deellastwaarden en op NOx-waarden veel groter dan bij dieselolie. Dat stelt hoge eisen aan de brandstofregeling. Waterstof bevat per kilogram ongeveer drie maal zoveel energie als dieselolie, maar is (ook gecomprimeerd op 350 bar) vele malen lichter. En dus heb je in liters veel meer nodig per kilowatt dan bij dieselolie. Dat vergt dus ook een grotere aanvoer en grotere inspuithoeveelheden en dus ook ruimere inlaatsystemen. Bovendien heb je een ontsteking nodig. Op al die punten moest de motor worden doorontwikkeld.
Nieuwe delen Keyou heeft de motor voorzien van een nieuwe eigen cilinderkop met injectiesysteem en ontsteking en het benodigde vergrote inlaat- en inspuitsysteem voor de waterstof. Het was
De Deutz-Keyou-motor, waarbij het rode gedeelte het standaard Deutz-motorblok is, met de zwarte Keyou-kop en in het blauw de Keyou-componenten.
even een ding om de grotere aanvoer in volume van brandstof te realiseren, waarbij de warmtehuishouding op orde moest blijven. De waterstof wordt namelijk in dampvorm (dus niet als vloeistof ingespoten, zoals bij een diesel via de verstuivers). Het inlaatsysteem mag niet te veel worden opgewarmd. Verder zit er een andere turbo op, is de compressieverhouding verlaagd om de verbranding goed te regelen en zijn er nieuwe zuigers met een aangepaste zuigervorm en nieuwe cilindervoeringen en ook zijn er andere toleranties toegepast om de verbranding en de NOx-productie in de hand te houden. Keyou geeft aan dat de motor nu in vol- en deellast (koppelkromme, getest) nagenoeg gelijkwaardig aan een dieselmotor presteert en dat de NOx-waarden met behulp van een speciale H2-SCR-katalysator onder de Euro 6-normen liggen. Daarbij is geen AdBlue nodig. Keyou heeft het project zo aangepakt dat er gebruik kan worden gemaakt van het standaard Deutz-diesel-onderblok om zo de ombouw puur via componenten mogelijk te maken, ook bij bestaande motoren. Keyou stelt dat in principe gelijkwaardige smeerolie toereikend is. Samen met Shell wordt onderzocht of er eventueel aanvullende smeerolie-eisen nodig zijn. Hier verwacht Keyou geen knelpunten of beperkingen.
GRONDIG 3 2019
33
ondernemen met
vaktechniek
Heldere argumenten
Vergelijking achttientons trucks Om de verschillen zichtbaar te maken een vergelijking van op diesel, elektrisch en op waterstof rijdende achttientons distributietrucks. We baseren ons daarbij op de gegevens van Keyou en die over de elektrische en dieseltruck. Het gaat dus om een beeld van de verhoudingen, waarbij er in de praktijk een grote spreiding is. De brandstofcel hebben we buiten beschouwing gelaten, omdat dit in feite ook een waterstofoplossing is, waarbij het brandstofverbruik, het gewicht en de grootte van de tank redelijk vergelijkbaar zijn met die van de Keyou-oplossing.
Systeemvergelijking achttientons trucks Type
Diesel
Elektrisch
Waterstof
dieselmotor
lithium-ion
waterstofmotor
Prijs
€ 70.000,-
€ 250.000,-
€ 180.000,-
Levensduur
12 jaar
5-8 jaar (batterij)
12 jaar
Inhoud tank/batterij
200-300 liter
200-300 kW
41 kg
Gewicht tank/batterij
200-300 kg
2000-3000 kg
615 kg
Volume tank/batterij
-
1200-1800 liter
820 liter
Vullen/opladen
5 minuten
60-100/10 uur
8-10 minuten
Brandstofverbruik per 100 km 20-25 liter
80-120 kWh
6,8 kg
Prijs brandstof
€ 1,10 - € 1,20/liter
€ 0,10 - € 0,20/kWh
€ 5,- - € 6,-/kg
Bereik gem.
800-1500 km
170-375 km
ca. 600 km
Opmerkingen en kanttekeningen Bij de achttientons trucks kan 300 Ah aan batterijen worden gemonteerd. In de praktijk wordt vaak gekozen voor 200 Ah, omdat dat toereikend is voor distributie-inzet. Distributietrucks worden immers ook niet altijd met de grootst mogelijke dieseltank aangeschaft. Het verbruik hangt sterk af van het gebruik. Van de Keyou hebben we alleen een gemiddelde waarde doorgekregen. De brandstofprijzen hangen sterk af van de inkoop van de ondernemer. De verwachting is dat diesel op termijn duurder gaat worden. Bij stroom wordt gerekend met een grote spreiding, waarbij er al fleetowners zijn die deze voor minder dan € 0,10 per kilowattuur inkopen. Voor de prijs van waterstof wordt gerekend met bedragen van € 5,- tot € 10,- per kilo. De verwachting is dat bij grootschalige afname deze onder de € 5,- zal komen. Voor de levensduur wordt voor batterijen algemeen circa vijf jaar gegarandeerd, maar er zijn fabrikanten die acht jaar opgeven. De verwachting is dat de batterijtechniek zich flink zal doorontwikkelen en dat erop het vlak van de hoeveelheid energie per kilo en mogelijk ook de levensduur dus nog vooruitgang zal worden geboekt en dat de prijzen mogelijk nog zullen dalen. Keyou geeft aan nu te rekenen op € 180.000,- als richtbedrag, maar dat de motor, als deze echt in serieproductie gaat, even duur of zelfs goedkoper zal worden dan een conventionele dieselmotor.
Keyou vergelijkt zijn waterstofmotor vooral met de elektrische lithium-ionbatterij-oplossingen voor stadsbussen en distributietrucks (zie kader). In onze grondverzetsector zijn echter ook mogelijkheden. In vergelijking met het volume en gewicht van een pakket lithium-ionbatterijen zijn er kleinere en lichtere tanks, is deze oplossing vele malen goedkoper dan batterijen en gaat de motor net zo lang mee als een dieselmotor. De andere tegenspeler in dit verhaal is natuurlijk de brandstofcel. Deze heeft volgens Keyou als nadeel dat hiervoor schaarse grondstoffen nodig zijn en dat deze zwaarder en veel duurder is dan de oplossing van Keyou. Verder is de levensduur van een brandstofcel korter dan die van de dieselmotor. Bij de brandstofcel kom je op elektrische aandrijving uit. Bij de Keyou-oplossing kun je de bestaande mechanische aandrijflijn desgewenst onveranderd handhaven. Pijnpunt ten opzichte van diesel zijn het transport en de opslag van waterstof. Keyou mikt in eerste instantie op trucks voor distributieverkeer en op stadsbussen, die daarvoor naar vaste waterstoftankstations kunnen. Keyou wijst op een geplande bouw van honderd nieuwe publieke waterstofvulstations voor 2020 alleen al in Duitsland. In Nederland is dit ook in gang gezet. Wie het nieuws over de ambities op dit gebied van Groningen heeft gevolgd, weet dat hier ook het één en ander gaande is. Aftanken op uw eigen- en op werklocatie is nog wel een ding dat moet worden opgelost.
Deutz pakt het op Inmiddels heeft Keyou, samen met Deutz, de waterstofmotor afgelopen najaar en winter al op diverse beurzen laten zien, waaronder de Bauma in China en de IAA in Hannover. Afgelopen maand heeft Deutz officieel een overeenkomst getekend met Keyou om door te gaan met de waterstofmotor. Deutz geeft aan dat het nu met Keyou begin 2020 enkele prototypen van bussen en trucks op de weg wil krijgen. De motorbouwer streeft ernaar om met Keyou de techniek in 2021-2022 serierijp te hebben en geeft al aan verder te denken door deze motor te combineren met zijn hybridetechniek. Inmiddels heeft Keyou van eindgebruikers al serieuze belangstelling, ook vanuit Nederland. De uiteindelijke prijs zal sterk worden bepaald door de schaalgrootte van de productie. Keyou stelt dat de kostprijs vergelijkbaar of zelfs lager kan zijn dan die van een moderne dieselmotor, omdat complexe emissietechnieken minder nodig zijn. Enkel EGR in combinatie met een H2-SCR-katalysator volstaat. Keyou mikt daarbij uiteraard in eerste instantie op stadsbussen en distributietrucks. Ook onze sector is, inspelend op wensen en eisen op het gebied van CO2-reductie en emissiearm werken in stedelijke gebieden, een belangrijke kandidaat en dus staat de motor op de Bauma. Een interessante ontwikkeling voor wie met het dieselmotorconcept graag emissiearm door wil. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Deutz, Keyou
34
GRONDIG 3 2019
Calaris , het vertrouwde middel waarmee Kees zo klaar is ®
Calaris, hét basismiddel tegen onkruiden in maïs. • Flexibel en gemakkelijk • Veilig Veilig te gebruike • Snel en breedwerkend n bij onderzaa • Lange duurwerking i van een vanggew as
www.calariskees.nl
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, www.syngenta.nl. Syngenta biedt diverse oplossingen die telers helpen hun bedrijfsvoering verantwoord te optimaliseren. Zie www.syngenta.nl/stewardship Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
ondernemen met
vaktechniek
Belangstelling groot, introductie geleidelijk Al vraag naar elektrische trucks voor de bouw
Volvo Trucks heeft vorig jaar de volledig elektrische zestientons FL- en FE-trucks voor stadswerk ge誰ntroduceerd. De Zweedse 足fabrikant zet deze komend najaar beperkt en geleidelijk in de Europese markt. Mercedes-Benz werkt hard aan onder andere de eActros. We vroegen naar de stand van zaken om een beeld te krijgen hoe het ervoor staat en hoe de elektrische truck zich ontwikkelt.
Vergelijken met een diesel doen ze het liever niet bij Volvo. Tegen een tank met een inhoud van 300 liter, goed voor een actieradius van circa 1200 tot 1500 kilometer voor een zestien- tot achttientons distributietruck, kan geen volledig elektrische truck op. Dat beseft Volvo ook wel, maar de vraag naar zero emissie in steden is zo groot dat truckfabrikanten en dus ook Volvo - hiervoor elektrische trucks gaan leveren. Bij Volvo beperkt het zich voorlopig tot de zestientons FL Electric voor onder andere stedelijke distributie en een
36
GRONDIG 3 2019
FE Electric 6x2 voor de afvalinzameling. De verkoop en de 足serieproductie van het nieuwe model gaan dit jaar in Europa van start. De eerste modellen worden dit najaar beperkt in Nederland uitgeleverd. Volvo in Beesd geeft aan dat de vraag nu al vele malen groter is. Sterker nog, het bedrijf ondervindt ook uit onze sector al belangstelling voor varianten voor bouwactiviteiten in stedelijke gebieden. Denk bijvoorbeeld aan een FMX-versie met laadkraan van de FL Electric en de足 FE Electric.
Eerst service op orde Belangrijk daarin is dat Volvo aangeeft dat de dienstverlening achter het product ook goed moet zijn geregeld. Elektrische aandrijving vergt een ander soort monteur, die daarvoor moet zijn gediplomeerd en in een gecertificeerde werkomgeving moet werken. Dat moet dan allemaal wel eerst geregeld zijn. Hetzelfde geldt voor de onderdelenvoorziening. Hoewel elektrische voertuigen in principe weinig onderhoud nodig hebben, zal toch ook hiervoor de onderdelenvoorziening op orde moeten zijn in het totale logistieke proces. Nieuw is het allemaal niet, want Volvo heeft al wel ervaring met elektrisch. Het aanbod van Volvo Trucks wordt ondersteund door de gezamenlijke expertise van de Volvo Group op het gebied van elektrische transportoplossingen. Zusterbedrijf Volvo Bus heeft sinds 2010 al meer dan 4000 elektrische bussen verkocht. De technologie voor de aandrijving en de energieopslag die wordt toegepast in de FL Electric en FE Electric is vanaf het allereerste begin grondig beproefd en getest. Volvo kijkt verder dan de inbouw en service. Om te zorgen dat grondstoffen voor de accu’s op een verantwoorde wijze worden gewonnen, werkt de Volvo Group met het Drive Sustainably-netwerk. De Volvo Group is ook betrokken bij verschillende projecten waarbij accu’s van zware elek trische voertuigen een tweede leven krijgen en worden gebruikt voor energieopslag.
De truck De FL Electric, die een GVW van zestien ton heeft, is uitgerust met een elektromotor met een maximum vermogen van 185 kW en een continu vermogen van 130 kW. De truck is uitgerust met een versnellingsbak met twee versnellingen. De maximale snelheid is afgeregeld op 90 km/u. Het batterijpakket bestaat uit naar keuze twee tot zes lithium-ionaccu’s van elk 50 kWh. Met zes accu’s is de totale actieradius maximaal circa 300 kilometer. Voor een distributierit is een actieradius van 200 kilometer voldoende en daarmee volstaan vier accu’s. De uiteindelijke keuze wordt echter door meerdere factoren bepaald in overleg met de eindgebruiker. De accupakketten zijn omvangrijk. Bij zes accu’s gaat het om een totaalgewicht van circa 3000 kilo. Volvo heeft ze keurig weten te integreren (zie tekening). De fabrikant geeft aan dat je daar één accu van kunt aftrekken omdat deze kan worden weggestreept tegen de dieselmotor met uitlaatsysteem en brandstoftanks (diesel en AdBlue). Volvo heeft al een verbruik van circa 0,8 tot 1,2 kW/km gemonitord voor zo’n truck bij distributiewerk, waarbij je moet rekenen dat het verbruik bij dit werk behoorlijk kan verschillen. Voor het laden gaat Volvo Trucks ervan uit dat fleetowners stroom goed (groot) inkopen. Dan heb je het over circa € 0,06 tot € 0,12 per kilowattuur. De levensduur hangt vooral af van het aantal keren opladen. Volvo gaat ervan uit dat je in principe één keer per werkdag laadt. Dan moet zo’n batterij zo’n acht jaar kunnen meegaan. Het opladen kan met een AC-oplader tot 22 kW of via DC snelladen tot maximaal 150 kW met een CCS/Combo2-stekker. Geheel lege accu’s zijn met de snellader in één tot twee uur opgeladen. Voor via AC opladen moet je rekenen op zo’n tien uur oplaadtijd. Dit AC opladen vraagt wel een speciale aansluiting op het krachtstroomnet (380V).
Mercedes-Benz Urban eTruck Eind 2017 werd het concept van de Mercedes-Benz Urban eTruck voor het eerst in een test opgenomen in Duitsland. Het voertuig is het afgelopen jaar in tientallen eenheden door verschillende klanten in Duitsland gebruikt en wordt later ook in de rest van Europa ingezet. In 2020 wil Mercedes-Benz de Urban eTruck op de markt brengen voor een breed publiek. Deze draait nog niet in Nederland, maar de nieuwe volledige elektrische 25-tons eActros al wel. Daimler heeft deze uitgerust met een 250kWh-batterij. Daimler is deze ook uitgebreid aan het testen, onder andere op een 186 kilometer lang traject bij de fabriek in Gaggenau. De gestelde actieradius van circa 200 kilometer lijkt goed haalbaar en er zijn al trucks die 30.000 testkilometers hebben gereden. Daimler wijst erop dat er aan het rondzetten van een goede infrastructuur - het laden dus - nog het één en ander moet worden gedaan. Daimler verwacht dat dit rond 2021 rond zal zijn, zodat ook de eActros los kan. Daimler Trucks verwacht dat de kosten voor de accu’s van een volledige elektrische truck flink gaan dalen, tot wel € 300,- per kilowattuur lager in vergelijking met 1997. Ook verwacht Mercedes dat de energiecapaciteit van diezelfde batterijen nog flink zal stijgen tot 200 wattuur per kilogram in 2025. Daimler Nederland maakt graag een vergelijking met de elektrische 7,5-tons Fuso eCanter, waarvan er al wel twaalf in Nederland rijden. Deze eCanter beschikt over zes lithium-ionaccu’s van 13,8 kWh en 100 kilogram per stuk, goed voor een actieradius van circa 100 kilometer. Het verbruik komt op circa 1,5 km/kWh.
De prijzen zijn nog niet bekend, maar de accu’s zijn duur. Het kan zo zijn dat zo’n truck drie of vier maal de aanschafprijs van een normale Volvo-truck met een GVW van zestien ton gaat kosten. TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Volvo Trucks, Mercedes-Benz
Hier de realisatie van vier batterijen van elk 50 kWh op de elektrische Volvo FL-truck, goed voor een actieradius van circa 200 kilometer. Achter het wielstel is nog plek voor nog eens twee van dergelijke batterijen.
GRONDIG 3 2019
37
ondernemen met
vaktechniek
Grote belangstelling verwacht Tobroco lanceert op de Bauma elektrische Giant G2200E-wielladers Tijdens de Bauma presenteert Tobroco-Giant de eerste volledig elektrische Giant-wielladers, de 2,2-tons G2200E en G2200E X-tra. Die zijn hiervoor voorzien van al jaren beproefde lithium-ionbatterijen en aandrijftechniek van Jungheinrich. De fabrikant verwacht dat elektrische wielladers snel een flink marktaandeel zullen veroveren. Hij zal vooraan op het demoterrein van de Tobroco-Giantstand op de Bauma gaan draaien, de nieuwe G2200E X-tra met laag frame, zoals deze meestal in onze sector voor de bouw en infra wordt ingezet. De 2,2-tons G2200E is de evenknie van de bekende D337T X-tra, die is uitgerust met een 24 kW (33 pk) Kubota-driecilindermotor. Die machine zal uiteraard ook op de Bauma staan en blijft gewoon leverbaar. Nu heeft die nog een Stage IIIa-motor, maar volgend jaar wordt die voorzien van een Stage V-diesel van Kubota. Binnen toont Tobroco de G2200E, een volledig elektrische wiellader in normale uitvoering. Daarmee wordt op de Bauma door Tobroco de officiële aftrap gegeven van een nieuwe reeks elektrische wielladers. De fabrikant wil in de nabije toekomst zijn hele programma in diesel- en elektrische uitvoering kunnen leveren.
Prototypen draaien Tobroco is al jaren bezig met elektrische aandrijving. Zo heeft de fabrikant op de Agritechnica 2015 al de eerste elektrische skidsteer gepresenteerd met een loodzuuraccu van Jung heinrich. Die loodzuuraccu bleek niet de juiste weg vanwege de beperkte(re) capaciteit, maar met name de stabiliteit was een heikel punt. Daarna is de fabrikant wederom rond de tafel gaan zitten met Jungheinrich en hebben de engineers van Tobroco samen met de heftruckfabrikant in Duitsland een nieuw aandrijfconcept ontwikkeld. Tobroco nam de nieuw te ontwikkelen as met een aangepaste overbrenging,
38
GRONDIG 3 2019
de software voor de werkhydrauliek en het complete chassis voor zijn rekening en Jungheinrich leverde de elektromotoren en de batterij aan Tobroco. Doordat Jungheinrich de componenten al produceerde voor de heftrucks kon deze snel schakelen richting Tobroco. Om de machine goed te laten werken, heeft Tobroco zelf de software geschreven. Omdat elektromotoren een andere (koppel)karakteristiek hebben dan een dieselmotor zat met name daar voor Tobroco de ontwikkelingsstap. Vanwege de kennis en ervaring van Jungheinrich konden deze stappen snel worden gezet. Hierdoor kwam de ontwikkeling het laatste jaar in een stroomversnelling en hebben de eerste modellen al meteen succesvol proefgedraaid. Begin dit jaar ging bij Tobroco het sein op groen voor een lancering op de Bauma.
Conventionele aandrijflijn
Tobroco gaat snel uitbreiden
Tobroco heeft vrij letterlijk de Kubota-krachtbron vervangen door een batterijpakket en twee elektromotoren: een 6,5 kW elektromotor voor de aandrijving van de aandrijflijn en een 11,5 kW elektromotor voor de aandrijving van de werk hydrauliek, met voor beide uiteraard een aan de elektro motoren aangepaste overbrenging. De bestaande assen en hydrauliekuitrusting werden dus gehandhaafd. De beide elektromotoren zijn onderin gemonteerd, onder de zitplek. Het batterijpakket, een 125Ah-batterij en een 40A/230V- onboard-lader ligt achterin. Daarnaast zijn er drie optionele accu’s leverbaar: 250 Ah, 375 Ah en 500 Ah, alle 48-voltsystemen. Het standaardpakket is dermate bescheiden van gewicht (circa 1000 kilo) en omvang dat het gemakkelijk onder de bestaande kap past. Ook is er voldoende ruimte (over) voor de grotere accupakketten die beschikbaar zijn. Daar boven zit een standaard een 40A- of optioneel een 60A- normaallader om de standaardaccu in ongeveer een halve dag op te laden via een op 24 ampère afgezekerde 230Vlichtnetaansluiting. Volgens berekeningen moet zo onder normale omstandigheden circa zes uur kunnen worden gewerkt zonder bijladen. Uit de praktijktest bij onder andere een bomenteler - een hele dag laden en verzetten van b omen - blijkt dat de nieuwe standaard 125Ah-batterij na een achturige werkdag in de regel niet leeg is. Belangrijk hierbij is dat de Giant energie terugwint bij het afremmen en daarmee de batterij ook laadt. Dat kan volgens opgave van Jungheinrich wel rond de twintig procent energie besparen.
Voor Tobroco betekent de lancering van de Giant G2200E op de Bauma een serieus grote stap in het leveren van de elektrische varianten. De fabrikant verwacht dat elektrische aandrijving met de huidige generatie batterijen heel snel terrein zal winnen in dit marktsegment, ook al zal zo’n wiellader naar schatting circa 25 procent duurder worden dan de huidige Stage IIIa-dieselvariant. Dat gat zal in de praktijk iets kleiner zijn, omdat dergelijke machines waarschijnlijk onder de Mia- en Vamilregeling zullen vallen. Met de intrede van Stage V-dieselmotoren, volgend jaar, zal het prijsverschil kleiner worden, omdat die krachtbronnen naar verwachting flink duurder zullen worden. Tobroco schat voorzichtig in dat het aandeel elektrisch in zijn marktsegment snel zal oplopen tot 20 tot 40 procent. De reacties die Tobroco na de vooraankondiging al heeft binnengekregen uit het eigen dealernet versterken het voornemen om de range snel te verbreden en de productie zo snel mogelijk op te starten. De Giant G2200E-machines gaan in oktober in productie, dus die maand worden ook de eerste machines uitgeleverd. Op de Bauma kunt u alvast onder de motorkap kijken.
Snellader en vijf jaar garantie De standaard 125Ah-accu is primair bedoeld voor gebruikers die de machine vrij incidenteel gebruiken en dan daarna bijladen met de gemonteerde 40A/230V-lader. De zwaardere accu’s zijn bedoeld voor professionele inzet. Tobroco verwacht dat het gros van onze sector met het 250Ah-accu pakket prima een dag uit de voeten kan, zeker in combinatie met tussentijds bijladen met een snellader. De 40A- en 60A-onboard-laders (230V) geven voor de 250Ah een halve dag laadtijd en voor de 375Ah en 500Ah langer. Daarom ziet Tobroco een snellader voor onze sector als een aanrader. Tobroco levert 150A- en 300A-snelladervarianten. Met de laatste is de standaardaccu van 125 Ah in ongeveer een half uur vol. Anders gezegd: in de praktijk na een halve dag werken in de pauze bijladen met de snellader en je hebt voor de middag de batterij weer opgeladen. De accu zelf is beschermd door een accubeheersysteem, dat zorgt dat de laadtijd en de temperatuurontwikkeling automatisch binnen de gestelde bandbreedtes blijven, zodat de levensduur van de batterij niet wordt aangetast. Daarbij geeft Jungheinrich een om gevingstemperatuurbereik van min 20 tot 55 graden Celsius op om in te werken. Voor het laden moet de minimumtemperatuur wel nul graden zijn. Jungheinrich en dus ook Tobroco geven vijf jaar garantie op het accupakket en de elektromotoren. Voor de rest van de machine gelden de normale garanties. Jungheinrich geeft zelf aan dat zijn lithium-ionaccu geschikt is voor 3000 cycli, tegenover circa 900 tot 1200 cycli voor de conventionele loodzuuraccu. Dat wil zeggen dat de capaciteit na deze tijd nog ten minste 65 procent is.
Onder de 65 procent is de accu aan vervanging toe. Aangezien het aantal laadcycli bepalend is door de levensduur is het vanuit dit oogpunt verstandig een wat grotere batterij te kiezen, zodat zeker een dag zonder bijladen kan worden gewerkt. Daarbij kan een accu tegen een stootje en heeft een keer op zijn kant gaan geen desastreuze gevolgen voor de stroombron. TEKST: Gert Vreemann FOTO: Tobroco
Tobroco verwacht dat cumelaondernemers zo’n 150- of 300-ampère-snellader aanschaffen om in de middagpauze snel de accu weer op te laden.
GRONDIG 3 2019
39
ondernemen met
vaktechniek
Het heeft tijd nodig Bobcat lanceert volledig elektrische E10e-ZTS-binnendraaier Tijdens de Bauma lanceert Bobcat officieel deze nieuwe elektrische minigraver, de E10e ZTS. Importeur Inter-Techno heeft al veel klandizie voor de nieuwkomer, maar moet nog op de rem, trappen, omdat de nieuwkomer de komende maanden beperkt in de markt wordt gezet. Dat de omschakeling op elektrisch in deze klasse versneld doorzet, staat volgens de importeur vast. Drie jaar geleden stond het prototype van de volledig elektrische Bobcat E10e al te pronken op de Bauma. Niet alleen om aandacht te trekken, want het was toen al het eerste tastbare resultaat van een ontwikkeling die in het Bobcat Innovation Center in Dobris in Tsjechië in gang is gezet. Die ontwikkeling is doorgezet en leidt op de komende Bauma tot de definitieve introductie van de eerste productierijpe volledig elektrische Bobcat E10e ZTS. Bobcat claimt daarmee de eerste fabrikant te zijn die een elektrische graafmachine in dit marktsegment productierijp en verkoopklaar heeft.
Bobcat heeft ondanks het moeten inbouwen van een flink accupakket de omvang dusdanig weten te beperken dat het een echte binnendraaier blijft, met dezelfde compacte afmetingen als zijn evenknie, de bestaande E10 ZTS. De nieuwe E10e heeft zelfs hetzelfde ZTS-profiel en dezelfde buitenafmetingen als de standaard E10 ZTS. De machine is met ingetrokken rijwerk dus ook slechts 71 centimeter breed en is in (servo)bediening en uitvoering geheel gelijkwaardig. De E10e heeft verder een zeer laag geluidsniveau, met een opgegeven geluidsdruk van slechts 64 dB(A), tegenover 80 dB(A) voor de standaard-E10. Bobcat heeft de machine uitgerust met een gepatenteerd eigen elektro-hydraulisch aandrijfsysteem. Daarbij zijn alle elektrische aandrijf componenten volledig afgedicht. Ze komt Bobcat eveneens tegemoet aan de eisen voor robuustheid van bouwmachines, zo stelt de fabrikant uitdrukkelijk in zijn persbericht. Bobcat stelt zelfs dat de prestaties beter zullen zijn.
Hele dag werken Bobcat geeft de accucapaciteit en het vermogen van de elektromotor nog niet vrij, maar geeft wel aan dat de E10e een volledige werkdag van acht uur inzetbaar is in combinatie met tussendoor bijladen met een optionele externe Bobcat-snellader. Daarmee kan de accu in de middagpauze in een uur voldoende worden bijgeladen om de middag vol te maken. Een lege batterij is met de snellader in circa anderhalf uur van leeg helemaal op te laden en in een uur tot tachtig procent. Door het gebruik van alleen laagspanning is er geen speciale vergunning nodig om aan de E10e te werken. Omdat de nieuwe machine ook is ontwikkeld voor slooptoepassingen
40
GRONDIG 3 2019
Bobcat E10-hybride op termijn overbodig
in gebouwen beschikt de E10e standaard over extra hydrauliekcapaciteit met een vergroot koelsysteem. Bobcat heeft zo met de E10e een af-fabriek-oplossing met CE-keur voor sloopwerk. Dat scheelt handmatig werk of werken met minder effectieve gereedschappen of machineaanpassingen door derden die vaak niet aan de verplichte CE-normen voldoen. Maar zeker zo belangrijk: bij renovatiesloopwerken in gebouwen is de uitstoot van fijnstof inmiddels ook not done.
Zoals wellicht bekend heeft Inter-Techno in eigen huis al de Bobcat E10-hybrideoplossing ontwikkeld om elektrisch te werken met een E10. Hiervoor is er een extra 7,5 kW elektromotor gemonteerd achter de dieselmotor. De elektromotor werkt via een verlengsnoer op een met 32 ampère afgezekerde krachtstroomaansluiting. De machinist kan via een knop op het dashboard overschakelen van diesel op elektrisch. De originele motorkap en bumper zijn hiervoor doorgetrokken. De machine is daardoor 25 centimeter langer en 145 kilo zwaarder geworden. Inter-Techno verwacht dat deze optie met de komst van de E10e op termijn kan komen te ver vallen. Zolang de nieuwe E10e beperkt leverbaar is, blijft Inter-Techno dit alternatief leveren.
Batterij bewust beperkt Bertus Boer van Bobcat-importeur Inter-Techno wijst met klem op de noodzaak om lang te kunnen doorwerken, ook bij zwaar sloopwerk. “Ondernemers willen minimaal een halve dag kunnen doorwerken en dan met opladen in de pauze de middag ook vol kunnen maken. Dat is een must voor onze klanten in zowel de verkoop als in de verhuur. Bobcat stelt dat het dat gaat waarmaken. Dat is waar het om gaat en dat zal zich moeten gaan bewijzen.” Boer geeft aan dat Bobcat veel energie heeft gestoken om dit voor elkaar te krijgen. “Wat we wel weten, is dat het een flinke toer voor Bobcat is geweest om voldoende batterijcapaciteit in te bouwen met behoud van het compacte van de E10 ZTS, zowel in vermogen als in omvang”, zegt hij daarover. Die ruimte is onder in de bovenwagen gevonden. Het hoge gewicht van de lithium-ionbatterijen is ook beperkend en die zaken verklaren waarom Bobcat inzet op tussentijds bijladen. De machine beschikt over een uitgebreid batterijmanagement en batterijtemperatuurmanagement. Met name de temperatuurhuishouding luistert nauw. De lithium-ionbatterijen bij de E10e zijn volgens de informatie die de importeur heeft gekregen voorzien van extra koeling om ze onder alle omstandigheden voldoende koel te houden. Loodaccu-oplossingen zijn volgens Boer bij Bobcat niet (meer) in beeld, omdat daarmee de gestelde doelen van een dag werken binnen de voertuigeisen niet haalbaar zijn en ze te kort meegaan.
Verhuur en verkoop Inter-Techno heeft al voor de introductie serieuze vraag van klanten, voor zowel de verkoop als de verhuur. Boer stelt dat met name in de verhuur de echte belangstelling duidelijk zal worden, omdat mensen dan direct betalen voor de meerwaarde. Hij wijst erop dat de elektrische E10e met name door de hoge kosten van het batterijpakket en een snellere afschrijving van het accupakket mogelijk het dubbele gaat kosten. “We hebben nog geen prijzen doorgekregen, maar reken maar dat zo’n graafmachine ongeveer het dubbele gaat kosten en dat de verhuurprijs ook op ongeveer het dubbele zal uitkomen. De klanten die echt de meerwaarde willen benutten, zullen hem dan huren.” Boer geeft aan dat er vanuit de markt al veel belangstelling is. “Ondernemers die inschrijven op emissie-arm en geluidsarm
of onderaannemers die voor dergelijke opdrachtgevers werken, hebben bij ons al aangegeven ongezien de nieuwe te willen kopen”, aldus de importeur. Het betekent tegelijk dat Inter-Techno eerst nog op de rem moet trappen. Boer is daar ook helder in. “Bobcat zet eerst een beperkte serie uit. Daarvan gaat een groot deel naar Nederland. Daar moeten we al blij mee zijn, maar ik weet nu al dat ik lang niet alle geïnteresseerde klanten kan bedienen”, vertelt hij. Die eerste serie zal deze zomer worden uitgezet en door de fabriek door een ingebouwd voertuigvolgsysteem uitgebreid worden gemonitord. “Afhankelijk van die resultaten zal Bobcat komend jaar gaan opschalen”, zegt Boer. Hij is niet bang dat dat lang op zich laat wachten. “Bobcat is al een lange periode bezig met deze ontwikkeling en we verwachten dat de fabrikant de machine goed op orde heeft”, schetst hij. Boer kijkt liever verder. Hij verwacht dat de ontwikkeling zich met name in het lichte segment in de gehele breedte versneld zal doorzetten naar alles elektrisch. “De markt is er rijp voor. Laat maar komen.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Bobcat, Inter-Techno
GRONDIG 3 2019
41
Nederland
Nokian CT: Een overwinning op elk gebied Sterke constructie De constructie van de band die meerdere karkaslagen bevat zorgt voor een sterke stabiliteit die hogere lasten aankan.
Zelfreinigend De groeven zijn hoekig en speciaal ontworpen voor een goede zelfreiniging.
Hoge bescherming tegen lekrijden De meerdere staalgordels versterken het loopvlak, dit biedt een grote bescherming tegen lekrijden. Voor informatie over onze filialen raadpleeg onze website: Beperkt afrolgeluid Het asymmetrisch profiel van de band verlaagt het geluidsniveau tijdens transport over de weg.
www.forrez.nl
Importeur voor de Benelux
EUROSTEEL BV VAN HEEMSKERCKWEG 10 5928 LL VENLO NEDERLAND WWW.EUROSTEEL.NL
DE DIGITALE REVOLUTIE GRATIS IPAD EN 5 JAAR JDLINK CONNECT ABONNEMENT BIJ AANKOOP VAN EEN NIEUWE 6R, 7R, 8R of 9R TRACTOR* Met JDLinkTM bent u altijd op de hoogte van de exacte locatie van uw machine en kunt u de instellingen en taakgegevens bekijken. Met JDLinkTM connect kunt u belangrijke instellingen en documentatiegegevens draadloos uitwisselen tussen het Operations Center en de machines in het veld. Is uw interesse gewekt? Neem dan vandaag nog contact op met uw dealer voor meer informatie over deze aanbieding. *Deze actie is geldig van 1 februari tot 31 juli 2019. Bij aankoop van een 6R, 7R, 8R of 9R tractor met ultimate connectivity pakket.
NOTHING RUNS LIKE A DEERE
ondernemen met
vaktechniek
Toekomstgerichte investering Eerste ervaringen met de hybride Kobelco SK210H LC Met het oog op de toekomst heeft Loon- en Kraanverhuurbedrijf De Bruijn in Lopik bewust deze hybride Kobelco aangeschaft. Die keuze past in de tendens van een gestaag groeiend aandeel hybrides in deze klasse die importeur Kemp in De Meern vaststelt. In vogelvlucht de eerste ervaringen van De Bruijn en de marktanalyse van de importeur. Een mooie kavel bouwrijp maken in Leusden is voor De Bruijn één van de vele klussen die hij zelf aanneemt. Het bedrijf neemt het hele werk aan en ontzorgt zo de opdrachtgever volledig. Bij dat soort projecten wordt De Bruijn nog niet geconfronteerd met wensen en eisen om CO2-neutraler te werken en wordt ook niet gevraagd naar de CO2-Prestatieladder.
De Kato 820 van De Bruijn was na tien jaar en circa 16.000 uur aan vervanging toe. Het bedrijf is vaste klant van Kemp, vooral ook omdat dit bedrijf volgens De Bruijn met name qua service altijd goed werk levert. Dat past bij de bedrijfsvoering van De Bruijn en dus kwam het bedrijf automatisch op Kobelco uit. Het werd de hybride SK210H LC, ook al is deze in aanschaf ongeveer € 25.000,- duurder dan de gewone Kobelco SK210 LC.
Niet alleen Vamil-Mia Anton de Bruijn is vrij helder over zijn keuze. “Dankzij de Vamil-Mia-regeling kunnen we de hybride graafmachine versneld afschrijven en daarmee is het prijsverschil al grotendeels weggewerkt”, vertelt hij daarover. Hij geeft aan dat hij tegelijk verder kijkt. “Je ziet de landelijke tendens dat er steeds meer nadruk wordt gelegd op CO2-beperkende oplossingen. Dat speelt nu misschien nog niet direct bij ons, maar we achten de kans groot dat in de komende jaren de wensen en eisen op dit gebied zullen toenemen. De nieuwe moet weer tien jaar mee. Zo staan we over een paar jaar niet voor een lastiger keuze”, aldus De Bruijn. Hij geeft aan dat het verantwoord doorgeven van de aarde aan de volgende generatie voor hem ook belangrijk is en dus ook meespeelt in de afweging.
44
GRONDIG 3 2019
Meer bewustwording Folkert Smeets, directeur van importeur Kemp Groep, geeft aan dat de Kobelco-hybrides goed scoren. “Wij zien een blijvende marktgroei, waarbij nu bij de 210-modellen ongeveer twee op de vijf machines een hybride zijn”, vertelt hij. Smeets geeft aan dat in het verleden de Vamil-Mia-regeling het belangrijkste argument was, maar dat hij nu ook een verschuiving ziet naar ondernemers die met de hybride punten willen scoren bij inschrijvingen en die vanuit hun bedrijfsfilosofie ook willen bijdragen aan de energietransitie. Hij geeft aan dat Kobelco sterk staat, omdat het met de motor van Hino (een dochterbedrijf van Toyota) al heel veel en lang ervaring heeft met hybride systemen. “Kobelco heeft er een echte hybride van gemaakt, waarbij de accu continu wordt geladen en wordt gebruikt om het graafwerk te ondersteunen”, zegt Smeets. Dat er nog niet meer typen Kobelco-hybrides zijn, is volgens hem een kwestie van vraag op de wereldmarkt. “Nederland loopt voorop, maar er zal wereldwijd eerst een sterkere vraag moeten komen.” Smeets geeft aan dat het monitoren veel informatie oplevert, maar dat je
dat dan wel goed moet interpreteren afhankelijk van de inzet en wel of geen start-stopsysteem. “Daarom geven we geen absolute brandstofverbruikscijfers af”, zegt hij. De directeur baseert zich op de testcijfers die de fabrikant afgeeft. “Kobelco geeft op dat de hybride in S-mode 16,7 procent, in H-mode 13,9 procent en in Eco-mode 12,1 procent zuiniger is dan de gewone Stage IV-generatie van de SK210 LC. Hij benadrukt dat de moderne Stage IV- en Stage V-machines ook veel zuiniger zijn dan vorige generaties.
Een andere factor in de keuze is de brandstofbesparing die importeur Kemp in het vooruitzicht stelde. “Na de versnelde afschrijving pak ik elk jaar zo’n € 3000,- aan brandstofbesparing. Daarmee verdien ik de extra investering op termijn terug.”
legt hij uit. Verder heeft hij er niets mee van doen. Daarmee is het voor hem klaar. Hij werkt met zijn nieuwe graafmachine alsof hij in een gewone machine zit.
Eerste ervaringen De nieuwkomer draait inmiddels twee maanden volop. Vaste machinist Leo Zomer is afkomstig van de vorige Kato 820 en is inmiddels vertrouwd met de machine. Hij heeft na wat egalisatie- en overslagwerk op dit project net de smalle bak aangekoppeld om de fundatiesleuven op de laser te trekken. Leo geeft aan dat in de machinebediening niet te merken is dat je met een hybride graafmachine werkt. De Kobelco reageert zoals het moet en voelt aan als een gewone, conventionele graafmachine. Het enige wat hij merkt, is dat de motor met een wat lager toerental draait en minder reageert op piekbelastingen. Leo heeft met de graafmachine al in diverse omstandigheden gedraaid, variërend van zwaar omslagwerk in de klei tot precisiesleuven trekken of licht afwerken. Hij werkt meestal in S-mode. Bij het laden schakelt hij vaak over op H-mode, omdat je dan “toch even sneller laadt”. De Eco-mode gebruikt hij weinig. Hij wijst in de cabine op het extra hybride-schermpje. “Hier kun je zien wat de laadtoestand is en wat het hybridegedeelte doet”,
Bij piekbelastingen werkt de dynamo achter de motor als elektromotor. Dat maakt het mogelijk dat dezelfde krachtbron 300 toeren minder draait dan in de conventionele SK210 LC en daarbij minder reageert op belastingpieken.
Brandstofbesparing is er De Bruijn monitort de machine volgens het Kobelco Komexs-voertuigvolgsysteem. De machine draait door elkaar genomen zo’n zeven liter per uur zuiniger dan de vorige Kato Stage II-machine. Leo geeft wel aan dat de Kato bij zwaar werk en transport een slokje lustte. “Dan ging deze over de twintig liter per uur heen, maar bij deze houdt het rond de vijftien liter per uur op. Op de uitdraai van De Bruijn is dat terug te zien: met een actief start-stopsysteem de meeste dagen rond of onder de tien liter per uur, met incidentele uitschieters naar circa vijftien liter per uur. Tot nu toe maakt de machine voor De Bruijn de gestelde brandstof besparing meer dan waar. “Nu natuurlijk afwachten hoe hij zich gaat houden. We willen er tien jaar mee gaan draaien en Kobelco geeft officieel vijf jaar of 10.000 uur garantie op het hybridegedeelte. We gaan ervan uit dat het hybridegedeelte langer meegaat.”
TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
Vaste machinist Leo Zomer geeft aan dat in de machinebediening niet te merken is dat je met een hybride graafmachine werkt.
GRONDIG 3 2019
45
ondernemen met
vaktechniek
SIMA
Strengere milieuregels voor trekkers? Emissie van CO2 moet bij vrachtwagens verder omlaag Zware voertuigen krijgen te maken met nieuwe, strengere regels voor de CO2-emissie. De ervaring leert echter dat wat in eerste instantie alleen geldt voor de transportsector in een latere fase ook gaat gelden voor landbouw- en bouwmachines. Een bedreiging of kans voor de landbouwmechanisatie? Op de Sima, de internationale vakbeurs in Parijs, kon de tussenstand worden opgemaakt. Zware transportvoertuigen die in of na 2019 worden geproduceerd, krijgen te maken met de nieuwe EU-regelgeving voor de CO2-emissie. Die regels houden in dat in 2025 ten opzichte van 2019 vijftien procent minder mag worden uitgestoten en vanaf 2030 moet de emissie zelfs met dertig procent worden verminderd. In het verleden gebeurde het al vaker dat de regelgeving in de transportsector het voorland bleek te zijn voor land- en bouwmachines. Alle reden dus om op de Sima de huidige stand van zaken op te nemen.
Transportsector inspireert Eén van de partijen die daar meteen mee te maken krijgt, is CNH. Met Iveco heeft het concern een directe lijn naar de transportsector. Het is dan ook niet meer dan logisch dat de ontwikkelaars van New Holland en Case kijken naar de innovaties in de transportsector om inspiratie te vinden voor CO2-reductie bij trekkers. Iveco vervult daarin de voortrekkersrol en heeft op steeds meer plaatsen in Europa elektrische bussen rijden, maar heeft ook succes met vrachtwagens die rijden op gas. “De technieken die nu al in de transportsector worden gebruikt, wil CNH ook gaan benutten voor de trekkers”, zegt Thierry Panadero, vice-president van Case IH en Steyr voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika. “Iveco
Thierry Panadero stelt dat de CNH Groep koploper kan worden in de CO2-transformatie.
46
GRONDIG 3 2019
heeft succes met gas in vrachtauto’s en daarom wordt ook gekeken naar de mogelijkheden voor gas in trekkers”, vertelt hij. Het voordeel daarvan is volgens Panadero dat de basis van de motor hetzelfde is. “We ontwikkelen nu prototypen om gas in de trekker te krijgen.” Hoewel het klinkt alsof er al op korte termijn trekkers op gas kunnen rijden, is de vice-president daar minder zeker van. “De techniek kan snel worden ontwikkeld, maar de klant moet ook bereid zijn om die aan te schaffen. Je hebt de infrastructuur daarvoor nodig en het politieke frame. De biogasinstallaties worden bijvoorbeeld zwaar gesubsidieerd, maar alleen als gas wordt verkocht, niet wanneer het zelf wordt gebruikt. Dat ontmoedigt het gebruik van gas.”
Er is meer dan gas Gas is niet de enige alternatieve brandstof waar naar wordt gekeken, zo blijkt. De ontwikkeling van trekkers die rijden op alternatieve brandstoffen is voor één van de grootste producenten van dieselmotoren één van de drie pijlers in de ontwikkeling van zuiniger trekkers. De andere twee zijn automatisering, waaronder de autonoom rijdende trekker, en andere werkwijzen die ook invloed hebben op het brandstofgebruik. “Wij zien dat het gebruik van diesel steeds meer onder druk
De Case Versum CVXDrive.
komt te staan. Daarom investeert de CNH-groep grote sommen geld in gas, elektriciteit, hybride-technieken en brandstofcellen in combinatie met waterstof”, vertelt Panadero. Het betekent dat er naar alle bekende vormen van alternatieve brandstof wordt gekeken. “Ook buigt de hele groep zich over de ontwikkeling van brandstofcellen. Dat gebeurt niet alleen voor de trekkers, maar in eerste instantie juist voor Iveco.” Een belangrijk element in de ontwikkeling van nieuwe technieken is de kostprijs van het product. Dat stipt de topman meerdere malen aan wanneer hij het over de ontwikkelingen in de mechanisatie heeft. “Als het niet betaalbaar is, gaat niemand het namelijk gebruiken”, aldus Panadero, die vaststelt dat dit door de lagere marges vooral een belangrijke rol speelt in de agrarische sector.
CO2-emissie verlagen? De ontwikkeling bij CNH is duidelijk verder - in elk geval in wat het laat zien - dan bij andere fabrikanten. Daar gaat het als het om milieuvriendelijkheid gaat nog vooral om de Stage V-motoren. Zo presenteerden grote merken als Massey Ferguson en Fendt met trots trekkers met Stage V-motoren. Ook John Deere toonde een serie Stage V-motoren. Kubota maakte bekend op de Agritechnica een eigen Stage V-motor te onthullen. Andere fabrikanten, zoals Lindner, McCormick en Landini, zijn zover nog niet en komen niet verder dan Stage IV. Voor veel fabrikanten is het wel noodzakelijk om de stap naar Stage V snel te zetten, want sinds 1 januari 2019 moeten in Europa het grootste deel van de offroadmachines voldoen aan Stage V. Voor de categorie 0-56 kW ( 0-68 pk) en boven de 130 kW (157 pk) is de ingangsdatum 1 januari 2019. De ingangsdatum voor de categorie 56-130 kW (68-157 pk) is januari 2020. Dat er nog fabrikanten zijn zonder deze motoren is te danken aan de regel dat Stage IV-motoren nog mogen worden ingebouwd als ze voor 1 januari zijn gemaakt. Daar is massaal gebruik van gemaakt, waardoor nu nog veel machines met oudere motoren op de markt komen. Volgens Panadero is door de overstap naar Stage V wel de nodige winst te behalen. “Dat betekent namelijk dat we het brandstofverbruik en daardoor de CO2-emissie drastisch weten te verlagen. Dit geldt vooral voor de twee trekkers die aan de Stage V-norm voldoen”, zegt hij. Bij de CNH-groep zien
Voor de volgende stap na stage V is nog minimaal 5 jaar nodig, zo schat Agco.
ze de mogelijk nieuwe eisen als een kans om zich te onderscheiden, wat blijkt uit de woorden van Panadero. “Wij kunnen de leider worden in de CO2-transformatie met nieuwe brandstoftechnieken”, zegt hij. Hoe het zich verder gaat ontwikkelen, hangt volgens hem echter af van de vraag uit de markt en de evolutie van de regelgeving.
Regels niet aanscherpen Dat die regelgeving voorlopig beter niet kan worden aangescherpt, blijkt onder meer uit gesprekken bij Fendt en Massey Ferguson. “Meer dan Stage V hebben we voorlopig niet”, zegt Guillaume Boutin, business manager van Massey Ferguson voor ERD, Centraal-Europa en de Noordse landen. “Er komt weliswaar een kleinere volledige elektrische trekker aan, de Fendt E100, maar voor het zware werk is dat geen oplossing. Het probleem is dat je met elektriciteit niet de energie kunt meenemen die nodig is voor het zware werk dat landbouwvoertuigen moeten verzetten. Voor een verdere verlaging van de emissie zal daarom naar het management van de trekker moeten worden gekeken.” In die visie staat hij niet alleen, want ook bij JCB is dat het spoor dat wordt gevolgd. Het voordeel van efficiënter met brandstof omgaan, is volgens het Britse merk ook dat een ondernemer dat meteen terugziet in de portemonnee. Ook bandendruk wordt in de die context door JCB genoemd. Niet alleen als het gaat om de juiste spanning, maar ook door het gewicht anders te verdelen. Ook dat kan volgens JCB een rol spelen in het verminderen van het brandstofverbruik. Toch lijken alle fabrikanten er wel enigszins rekening mee te houden dat er regelgeving komt om de CO2-uitstoot te verminderen. In eerste instantie door het gebruik van andere brandstoffen, zoals gas of in de verdere toekomst waterstof. Een hybride vorm met gebruik van elektriciteit zou ook op de korte termijn wat vermindering kunnen geven. Om machines echt minder CO2 te laten uitstoten, is nog veel tijd nodig en is 2025 toch al een nieuw ijkpunt. Zowel Agco als Same Deutz-Fahr meldt namelijk wel dat er nog minimaal vijf jaar nodig is om de CO2-uitstoot bij landbouwmachines te reduceren. Tot die tijd zal het vooral van zuiniger motoren en een efficiënter gebruik moeten komen. TEKST & FOTO: Herma van den Pol
GRONDIG 3 2019
47
ondernemen met
vaktechniek
Eind aan de allround-mix Keuzestress door nieuwe teeltregels maïs Dit jaar is het voorbij met de allround-basismix voor de onkruidbestrijding in maïs. Door het verplichte vanggewas zullen er op het zand grofweg drie verschillende teeltwijzen ontstaan. Voeg daarbij de teelt op andere gronden, zoals klei, en dus zullen er vier basismixen nodig zijn en is het opletten wat je waar kunt spuiten. Globaal zal de teelt van maïs op zand en löss door de verplichte zaai van een vanggewas voor 1 oktober in drie strategieën uiteenvallen. De grootste groep lijkt volgens recent marktonderzoek te kiezen voor de teelt van vroege maïs en gaat proberen voor 1 oktober te hakselen en dan een vanggewas te zaaien. De andere groep kiest voor onderzaai van een vanggewas in het groeiseizoen. Deze groep is weer te verdelen in twee groepen. De eerste kiest voor het zaaien van een vanggewas tijdens het zaaien van de maïs, de zogenaamde gelijkzaaiers. Veelal zal dit gaan om rietzwenkgras. Het andere deel zal kiezen voor de onderzaai. Dit betekent als de maïs kniehoog is een rondje schoffelen en dan gelijk gras onderzaaien. Veelal zal dit Italiaans raaigras betreffen, al is een mengsel ook nog een mogelijkheid. Bij elk van deze
48
GRONDIG 3 2019
teeltwijzen hoort komend jaar een aangepaste strategie voor de onkruidbestrijding, waarbij deze ook nog kan worden aangepast als de rietzwenk te hard groeit. Een bijkomend probleem dit jaar is het verdwijnen van een aantal producten. De middelen Gardo Gold en Dual Gold van Syngenta mogen niet meer worden ingezet op zandgronden en in grondwaterbeschermingsgebieden. De reden hiervoor is dat hiermee wordt geprobeerd de registratie van de stof smetolachloor te behouden voor andere teelten en op andere gronden. Bij Basf is Akris verdwenen, omdat de toelating niet is verlengd. Daarmee zijn de mogelijkheden in de maïsteelt flink kleiner geworden. Wie nog wat terbuthylazine wil inzetten, kan alleen nog terecht bij Calaris van Syngenta.
Mogelijke mixen in de verschillende systemen
Vanggewas na de oogst
Kijken wat gebeurt De aangepaste teelt en de beperkte inzetbaarheid van middelen betekent volgens teeltadviseur en maïsspecialist Sander Uwland van Bayer een grote verandering in de manier van werken. “Vroeger had je een vaste mix, waarbij je alleen keek naar hoe je middelen zo kon combineren dat je altijd een honderd procent werking had als je maar op het juiste moment spoot of de dosering iets varieerde. Nu moet je kijken wat er gebeurt, wat er groeit en wat er kan als je bepaalde middelen bij elkaar voegt, waarbij het onkruid moet verdwijnen en dat gewas bij onderzaai in elk geval groen de zomer in gaat.” De onkruiden die de meeste keuzestress zullen geven, zijn gladvingergras, ooievaarsbek en haagwinde, drie onkruiden waarvan het voorkomen de strategie bepaalt, omdat het lastig te bestrijden onkruiden zijn. Dat wordt dit jaar alleen maar lastiger. Daarbij zijn vooral voor gladvingergras de problemen veel groter. Tot twee jaar geleden was Clio daarvoor het middel, maar dat is sinds 2017 verleden tijd. Vorig jaar lag de oplossing nog in het opgebruiken van Akris of het gebruik van Gardo Gold op zand in combinatie met Laudis of in Frontier in combinatie met Calaris. Dit moest dan in een vroeg stadium om voldoende werking te krijgen. Nu zowel Akris als Gardo Gold niet meer zijn toegestaan of niet breed inzetbaar zijn, is de aanpak van gladvingergras een nog grotere uitdaging.
Zonder gladvingergras *1,0 l/ha Calaris + 0,6 l/ha Milagro/Samson + 1,0 l/ha Frontier + 0,7 l/ha Kart 1,5-2,25 l/ha Laudis + 0,2 l/ha nicosulfuron + 0,7 l/ha Kart + 1,0 l/ha Frontier Optima 0,2 l/ha Capreno + 0,1 l/ha nicosulfuron + 1,0 l/ha Frontier Optima + 1,0 2,0 l/ ha Robbester (olie) 0,33-0,5 kg/ha Laudis WG + 0,75 l/ha Monsoon Active + 1,0 l/ha Frontier Optima + 0,5 l/ha Robbester *M et vruchtopvolging groenten of bieten 1,5 l/ha Laudis met maximaal 0,5 tot 0,75 l/ha Calaris.
Met gladvingergras 1,5 l/ha Calaris+ 1,0 l/ha Frontier Optima + evt. nicosulfuron + evt. Kart o.i.d. 2,25 l/ha Laudis + 1,0 l/ha Frontier Optima + evt. nicosulfuron + evt. Kart o.i.d. 1,5-2,25 l/ha Laudis + 0,5-1,0 l/ha Calaris + 1,0 l/ha Frontier Optima + evt. nicosulfuron + evt. Kart o.i.d. Bij deze combinatie zijn vooropkomst- en split-up-toepassingen mogelijk Vanggewas als gelijkzaai 1,5 l/ha Calaris* + toevoegmiddel 1,5- 2,25 l/ha Laudis + toevoegmiddel * Met vruchtopvolging groenten of bieten 1,5 l/ha Laudis met 0,5 tot 0,75 l/ha Calaris.
Nazaai vanggewas 1,5 l/ha Calaris* + 0,75 l/ha Milagro + toevoegmiddel 1,5-2,25 l/ha Laudis + 0,5 l/ha Milagro/Samson + 0,7 l/ha Kart (of ander toevoegmiddel) *M et vruchtopvolging groenten of bieten 1,5 l/ha Laudis met maximaal 0,75 l/ha Calaris
Teelt op klei en veen Alle combinaties mogelijk, omdat hier geen vanggewas moet worden ingezaaid, inclusief die met Dual Gold en Gardo Gold.
Bij gladvingergras geen onderzaai Voor wie weet dat een perceel een grote gladvingergrasdruk heeft, is de eerste oplossing in elk geval kiezen voor een vroeg maïsras en geen onderzaai. Dat geeft de mogelijkheid om een bodemherbicide (Frontier) te gebruiken en ook nakiemers weg te houden. Sowieso verandert er in de aanpak bij de keuze voor een vroeg ras en het zaaien van een vanggewas na de oogst niet zo veel. Het enige verschil is dat je feitelijk nog maar voor één mix kunt kiezen als je terbuthylazine in de mix wilt hebben. Waar je vorig jaar nog de LaudisAkris-mix had, is er nu feitelijk alleen nog de mix met Calaris over, ook als je een terbuthylazine bevattend middel wilt toevoegen aan Laudis. Dat betekent dat wat jaren geleden de basismix was nu weer het uitgangspunt is. Dat wil zeggen een combinatie van 1,0 liter Calaris, 1,0 liter Frontier, 0,6 liter Samsung/Milagro en bijvoorbeeld 0,5 liter Kart. Wanneer de maïs in vruchtopvolging staat, met een nateelt van bieten of groenten, adviseert Syngenta om te kiezen voor ongeveer 0,5 tot 0,75 liter Calaris met daarbij 1,0 liter Laudis.
Versterken In de situatie dat er een gladvingergrasprobleem op een perceel is te vinden, is het advies van Syngenta en Bayer om te kiezen voor een combinatie van twee triketonen, ofwel voor de mix van Calaris en Laudis. Deze twee versterken elkaar en dat geeft een grotere kans op succes, aangezien er dan terbuthylazine in de mix zit. Wel geldt daarbij dat je zeker op tijd moet zijn, wil je succes hebben. Dit betekent spuiten als de maïs in het twee- tot driebladstadium is. Gladvingergras kun je in ook in deze combinatie alleen bestrijden als je voor het einde van de uitstoeling bent!
GRONDIG 3 2019
49
ondernemen met
vaktechniek
Zandzoeker en adviesmodule Gardo Gold en Dual Gold mogen niet meer op zandgronden en in grondwaterbeschermingsgebieden worden ingezet. Op de website www.zandzoeker.nl of in de Zandzoeker-app in de Apple App Store of Google Play Store kunt u zien waar u deze middelen wel of niet meer mag gebruiken. In deze app
De overige twee probleemonkruiden zijn ooievaarsbek en haagwinde. Voor haagwinde blijft het advies ongewijzigd: naspuiten en middelen zoals bijvoorbeeld Kart of Peak. Voor ooievaarsbek geldt dat hiervoor het inzetten van terbuthylazine in een vroeg stadium noodzakelijk is, met andere woorden Calaris inzetten voordat de ooievaarsbek een penwortel heeft gevormd.
om die met de nicosulfuron (Samson/Milagro) stil te zetten. Dit is echter gevoelswerk, met veel kans op missers, stelt Sander Uwland. “In een pottenproef afgelopen winter zagen we hoe gevoelig rietzwenk is. Een klein beetje te veel en je bent hem kwijt. Hij denkt dat een dosering van 0,2 liter Samson/ Milagro in dat geval het maximum is. “Maar ik geef geen garantie dat het dan niet fout gaat.”
Allard Jukema van Corteva, (het vroegere Dow) adviseert om in alle gevallen wel een goede, intensieve grondbewerking te doen voor het inzaaien van het vanggewas eind september. “De afgelopen jaren hebben we gezien dat de bodemherbicides soms nog een echte nawerking hadden op het vanggewas. Wil je de kans op mislukken voorkomen, dan moet je een goede grondbewerking doen. Dat is natuurlijk sowieso het beste als je succesvol wilt telen.”
Onderzaai
Heb je een vroeg ras en weinig onkruiddruk, dan zijn er ook nog andere combinaties mogelijk met bijvoorbeeld Laudis en Capreno (zie kader).
Gelijkzaai Wie ervoor kiest om gelijk met de maïs een groenbemester in te zaaien, beperkt zich enorm in de mogelijkheden voor de onkruidbestrijding. In dat geval is een grassenmiddel als Milagro/Samson uit den boze en kun je alleen de breedbladige en veelknopige onkruiden aanpakken. Daarbij moet je bedenken dat er ook geen bodemwerking is, omdat bodemmiddelen de kieming van het vanggewas tegengaan. Kiemt het gras slecht of groeit het niet, dan is de kans groot dat er toch nog veel nakiemers komen. Feitelijk kun je in deze situatie alleen nog kiezen voor 1,5 liter Calaris (deze verhoogde dosering is veilig voor het vanggewas en geeft redelijk wat bodemwerking om kiemende onkruiden te voorkomen) met een toevoegmiddel als Kart of voor een combinatie van 1,5 tot 2,25 liter Laudis met een toevoegmiddel (Kart, Peak, Casper). Dit jaar is er bij de toevoegmiddelen Peak en Casper nog een beperking bij gekomen. Deze mogen maximaal één keer per drie jaar worden gebruikt. Bij een nateelt van bieten of groenten is het advies van Syngenta om maximaal 0,75 liter Calaris te gebruiken en dit aan te vullen met ongeveer 1,0 liter Laudis. Alleen wanneer de rietzwenk te hard groeit, is het mogelijk
50
GRONDIG 3 2019
vindt u tevens een adviesmodule (de knop Beslisboom), waar u het Syngenta-advies voor onkruidbestrijding in maïs vindt. Dit advies houdt niet alleen rekening met de grondsoort, maar ook met het tijdstip van het zaaien van het vanggewas en het al dan niet telen van bieten of groenten als volggewas.
Een flinke groep telers lijkt te gaan voor de onderzaai als de maïs ongeveer kniehoog is. Dit geeft minder kans op opbrengstschade in de maïs als het vanggewas zich te snel ontwikkelt. Ook is er wat meer ruimte voor een goede onkruidbestrijding. Dit kan met zowel Laudis als Calaris in combinatie met 0,5 liter Samson/Milagro en een toevoegmiddel. Een alternatief voor deze combinatie kan zijn Capreno met Monsoon Active. In deze combinaties mogen in elk geval geen bodemherbicides worden ingezet. Ook in deze situatie geldt dat er bij een nateelt van bieten of groente maximaal 0,75 liter Calaris wordt geadviseerd. In alle gevallen waar op een perceel ook zachte ooievaarsbek wordt aangetroffen, is het volgens Marcel d’Hondt van Syngenta noodzakelijk om in elk geval Calaris te gebruiken. “Om ooievaarsbek te bestrijden, heb je terbuthylazine nodig in de hoogst mogelijke dosering. Daarmee houden we het onder de duim, maar wij verwachten dat dit de komende jaren een groter probleem gaat worden nu er zo scherp moet worden gespoten”, zegt hij. Een alternatief is het gebruik van Capreno of Monsoon Active. De thiëncarbazonemethyl uit deze middelen heeft ook een werking op zachte ooievaarsbek.
Kleigronden Op kleigronden resteren dit jaar meer alternatieven. Daar is de beperking dat alleen Akris is verdwenen. Naast de standaardcombinatie van Calaris, Samson, Frontier en een toevoegmiddel is het daar mogelijk om ook nog met Gardo Gold te werken. Dat geeft mogelijkheden voor combinaties met Callisto of Laudis.
Advies zonder verantwoordelijkheid Wat bij alle adviseurs blijft hangen, is de grote onzekerheid over de kans op succes. Zeker in combinatie met onderzaai is de onkruidbestrijding een lastige. Vooral door het niet
Drukmeter verplicht Vanaf 1 januari dit jaar is het verplicht een druklogger op de spuit te hebben als je spuit met een druk tussen de twee en drie bar. Onder de twee bar zijn alleen doppen toegestaan die bij een hogere druk voldoende driftreductie geven. Dit jaar is overigens nog een overgangsjaar, waarbij het wel verplicht is, maar overtreders niet worden beboet. Dit omdat pas vroeg dit voorjaar duidelijk werd dat de maatregel echt zou ingaan.
Aanpassingen in middelenpakket grasland Voor de onkruidbestrijding op grasland zijn er dit jaar weinig wijzigingen. Er vallen geen middelen weg en er komt met Spitfire één middel bij. Dit middel is een combinatie van de werkzame stoffen uit Primus en Starane. Het komt overeen met 100 cc Primus met 0,3 liter Starane Top of 1,0 liter Primstar met 50 cc Primus. Het is dus alleen een nieuwe combinatie en geen nieuw middel. Volgens het huidige etiket is het middel alleen in het voorjaar toegelaten. Toelatinghouder Corteva heeft echter al aangegeven dit eerst te willen aanpassen en wacht daarom nog even met de verkoop. De overige wijzigingen betreffen aanpassingen van het etiket. Bij Primstar is nu de beperking opgenomen voor grasland jonger dan één jaar dat er maximaal één liter per hectare mag worden gebruikt. Voor het gebruik op ouder grasland geldt een aangepaste norm voor de driftreductie. Bij een dosering tot 1,5 liter per hectare geldt dat de DRT minimaal 75 procent is. Bij een dosering van 1,6 liter per hectare moet deze 90 procent zijn en bij een dosering van 1,7 tot 1,9 liter per hectare zelfs 95 procent. Een attentiepunt de komende jaren is de toename van het gebruik van zogenaamd kruidenrijk grasland, een eis die de melkafnemers stellen aan hun leveranciers. Op deze percelen is spuiten feitelijk uitgesloten, stelt Jukema. “Er zijn geen middelen om bijvoorbeeld muur of zuring weg te kunnen spuiten en tegelijkertijd de kruiden te sparen. Het enige kruid dat kan worden gespaard, is de klaver en misschien de cichorei”, aldus Jukema. In kruidenrijk grasland kun je alleen door beheersmaatregelen zoals wiedeggen wat (on)kruiden aanpakken, al is het risico groot dat je ook de gewenste kruiden verwijdert.”
kunnen inzetten van de bodemherbicide bij onderzaai is de kans op nakiemers en dus een onbedoeld vanggewas groot. Marcel d’Hondt raadt de loonwerkers die spuiten aan om dat goed duidelijk te maken aan de klanten. “Ze zijn gewend dat het altijd lukt en goed komt. Dat is zeker bij de onderzaai niet meer het geval. Wij raden iedereen daarom aan om wel een duidelijk advies te geven, te overleggen en te kijken wat de maïsteler wil. Vanuit de markt komt ook het advies om geen verantwoordelijkheid te nemen voor het eindresultaat van
De nieuwe regel betekent dat een groot aantal doppen in Nederland officieel niet meer mogen worden gebruikt. Feitelijk zijn alleen nog doppen toegestaan die bij een druk van minimaal twee bar ook minimaal 75 procent driftreductie geven. Dat lijkt nog overkomelijk, omdat er nog ongeveer vijftig doppen over blijven die binnen deze grens vallen. Lastiger wordt het als het verplicht is te werken met doppen die minimaal 90 of zelfs 95 procent driftreducerend zijn. Dan blijven er maar enkele over. Alternatieven zijn ook nog het gebruik van driftreducerende systemen, zoals luchtondersteuning, het sleepdoek of het MagGrow-systeem of het werken met een dopafstand van 25 centimeter, waardoor je de spuitboomhoogte boven het gewas kunt verlagen. Informatie over de toegelaten doppen is te vinden op www. helpdeskwater.nl. Meer informatie over de regeling is ook te vinden op www.cumela.nl.
niet-complete mixen als gevolg van onderzaai, want ook het weer zal grote invloed hebben.” Datzelfde geldt overigens ook voor het advies van een vroeg ras in combinatie met het zaaien van een vanggewas na de oogst. Ook of dat slaagt, zal afhangen van het weer in het najaar. Ook dat is dus een advies met beperkingen. TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: CUMELA communicatie, fabrikanten
GRONDIG 3 2019
51
ondernemen met
vaktechniek
CVT voor spuiten Kuhn maakt spuitmachine traploos Kuhn is een relatief onbekende speler in de markt voor spuitmachines. Toch won het bedrijf op de Sima een zilveren medaille voor zijn Autospray, een nieuwe ontwikkeling waarmee je de druppelgrootte, de hoeveelheid en de plaats waar je spuit kunt variëren. Tijd voor een kennismaking. Precies tien jaar geleden begon Kuhn na de overname van Blanchard aan de productie van spuiten onder zijn eigen naam. Vijf jaar geleden was de fabrikant met de doorontwikkeling zo ver dat de machines kwalitatief ook interessant zijn voor de Nederlandse markt, stelt productmanager Christiaan Borkus van Kuhn-importeur Reesink Agri. “Dat blijkt wel uit de noviteitenprijs die we op de Sima wonnen met onze Autospray. Die is gebaseerd op een nieuwe manier van spuiten waarbij elke dop apart wordt aangestuurd en twintig keer per seconde open en dicht gaat. Dat geeft de mogelijkheid om plaatsspecifiek te spuiten en de dosering te variëren.”
Pulserend spuiten
Om druk schommelingen te voorkomen gaan de doppen om en om open.
52
GRONDIG 3 2019
Basis van de nieuwe techniek is een spuitdop met een elektrische klep die twintig keer per seconde open en dicht gaat. De tijd dat de dop open is, varieert daarbij afhankelijk van de rijsnelheid en de gewenste afgifte. Is de snelheid hoger, dan gaat de dop een paar milliseconden langer open. Op deze manier kan bij eenzelfde spuitdruk toch de hoeveelheid worden gevarieerd en krijgt de gebruiker altijd de gewenste druppelgrootte op zijn gewas. Borkus vergelijkt dit spuiten met het werken met een continu variabele transmissie (CVT). “De machine zorgt bij elke snelheid automatisch voor de juiste instelling en het optimale resultaat, met altijd dezelfde druppel-
grootte, of er nu 80 of 250 liter per hectare wordt gedoseerd. Door de aansturing per dop heb je ook de mogelijkheid om met de Autospray plaatsspecifiek te werken. Zo kun je bij de loofdoding van aardappelen op basis van de bladmassa de dosering aanpassen. Ook kun in de toekomst alleen daar spuiten waar je in een maïsveld of een perceel grasland onkruid detecteert
Variabele druk Het bijzondere aan de spuit is de andere manier van werken ten opzichte van de huidige systemen. De computer past daarbij de druk aan de gewenste druppelgrootte en hoeveelheid aan. Dit gebeurt vanaf het Isobus-beeldscherm, waarop je eerst kiest voor de gewenste druppelgrootte. Gecombineerd met de aanwezige doppen bepaalt de computer dan de druk om de juiste instelling te bereiken. Is een zeer fijne of juist grove druppel bij de aanwezig dop niet mogelijk, dan is deze stand in de computer geblokkeerd. Door de mogelijkheid om de dop kortere of langere tijd per seconde te openen, kun je ook bij een relatief grove dop in combinatie met een hoge druk toch een fijne druppel krijgen. Om drukschommelingen en een mindere bedekking te voorkomen, zijn de doppen zo geschakeld dat ze om en om open en dicht gaan. Dus niet per sectie, maar gewoon om en om over de hele lengte.
Met Autospray kan de vloeistofafgifte worden aangepast aan de hoeveelheid bladmassa.
De mogelijkheid om zo een fijnere druppel te creëren komt goed nu veel standaard doppen dreigen te verdwijnen in verband met de nieuwe regelgeving. Met deze techniek ontstaan weer nieuwe mogelijkheden in de doppenkeuze, stelt Borkus. “In veel gevallen kun je nu zelfs met een druk boven de drie bar spuiten als de dop daarvoor is toegestaan en toch een voldoende fijne druppel krijgen. Dan is drukregistratie zelfs niet meer nodig. Al is dat voor ons geen probleem, want wij kunnen dat heel eenvoudig inbouwen in onze CCI-terminal.” Een andere mogelijkheid die de techniek biedt en waarvoor Kuhn nu werkt aan de software is de mogelijkheid om in de bochten de dosering aan te passen. De dop in de buitenbocht kan langer open dan de dop in de binnenbocht, zodat een overof onderdosering niet meer voorkomt. Hierdoor krijg je een egalere bedekking en minder kans op ziekten of gewasschade. Een bijkomend voordeel van het werken met het Autospraysysteem waar Borkus graag aandacht voor heeft, is de mogelijkheid om met veel grovere doppen te werken. “In Nederland belangrijk omdat we veel oppervlaktewater gebruiken om te spuiten. Dan heb je snel vervuiling in het systeem met zeker bij fijnere doppen kans op verstopping. Kun je werken met grovere doppen, dan heb je daar veel minder last van.”
Lichte spuit Naast de spuittechniek is ook aan andere zaken te zien dat Kuhn heeft gewerkt aan een moderne spuit. Kenmerkend is dat het relatief lichte spuiten zijn. Door een slank frame, een polyester tank die lichter is dan de veelgebruikte polyethyleen exemplaren en aluminium spuitbomen. Dat levert bij elkaar een gewichtsbesparing op van 500 tot 1000 kilogram ten opzichte van veel andere merken. Omgekeerd kun je zeggen dat je met de Kuhn flink meer water mee kunt nemen bij dezelfde bodemdruk. De bomen op de spuit hangen in een geveerd parallellogram met accumulators om de bewegingen te dempen. Daarbij zijn beide boomhelften volledig onafhankelijk opgehangen. Per boomhelft is er ook demping met stikstofbollen om het zwiepen tegen te gaan. De onafhankelijke ophanging voorkomt dat bewegingen van links naar rechts niet worden doorgegeven. Op wens is elke spuitboom met drie sensoren uit te rusten om de boom op de juiste hoogte boven het gewas te houden. Deze sensoren, afkomstig van Norac (een merk van Topcon), meten daarbij niet alleen de afstand tot het gewas, maar ook de afstand naar de grond.
Om emissies te voorkomen, loopt de vulleiding onder de fustreiniger door. Dankzij de venturiwerking ontstaat onderdruk en is de kans op verwaaien van druppels nihil.
Doordacht Het doordachte is ook op andere plaatsen te vinden. Bijvoorbeeld in een vulleiding die onder de vultrechter doorloopt en zo via de venturiwerking een vacuüm in de trechter veroorzaakt. Het voorkomt dat middelen ronddwarrelen en in het milieu verdwijnen. Voor het vullen en spoelen kan een klant verschillende opties kiezen, van volledig handmatig tot automatisch, waarbij de hoeveelheid precies kan worden ingesteld. Een andere optie is het volledig geautomatiseerde reinigingsprogramma E-SET. Andere opvallende zaken aan de getrokken spuit zijn de combinatie van dissel- en achterasvering om alle bewegingen zoveel mogelijk te dempen. De machine heeft een fuseegestuurde as met automatische spoorvolging en een spoorbreedte-instelling van 1,80 tot 2,25 meter. Er zijn echter ook spuiten leverbaar op 1,50 meter. Ze hebben boombreedtes tot 48 meter, afhankelijk van de uitvoering. Opvallend vindt Borkus overigens de groeiende markt voor gedragen spuiten. “Vooral door de toegenomen mogelijkheden in boombreedte zie je dat bedrijven het zien als alternatief voor een dure zelfrijder. Het alternatief, een gedragen spuit met extra fronttank en trekker, komt op minder dan de helft van de investering. Dat is vaak toch wel een afweging als de spuitboombreedte niet het allerbelangrijkste is. Al moeten wij dan nog wel een stapje zetten, want met maximaal 24 meter komen we dan te kort. Als we net als Amazone echter naar dertig meter of breder gaan, is het zeker een alternatief en kunnen we nog meer markten bedienen met een lichte en moderne spuit.” TEKST: Toon van der Stok FOTO’S: Kuhn
GRONDIG 3 2019
53
(Advertorial)
Wat er voor u verandert in de maïsteelt 2019 Vanaf 2019 is na de teelt van maïs op zand- en lössgrond een vanggewas verplicht. Vaak zal voor gras als vanggewas worden gekozen. Het moment van inzaai en het type gras kan grote invloed hebben op de teelt en de maïsopbrengst. Ook zijn er risico’s ten aanzien van de onkruid- bestrijding. Syngenta heeft hier uitgebreid onderzoek naar gedaan. In dit artikel kunt u de bevindingen lezen. Daarnaast zijn enkele zeer veel gebruikte bodemherbiciden in 2019 niet meer toegelaten, waardoor opnieuw over de onkruidbestrijding moet worden nagedacht. Alles overziend moet we concluderen dat grasonderzaai tijdens het zaaien van de maïs diverse risico’s en beperkingen geeft en daarom geen voor de hand liggende optie is. 2. Gras doorzaaien, als de maïs op kniehoogte staat. Deze methode vergt een extra werkgang en is daardoor relatief duur en kan schade aan de maïs geven. Ook is het de vraag of loonwerkers over voldoende capaciteit beschikken om dit uit te voeren. De ervaringen uit proeven in 2018 leren ons twee zaken: als gevolg van droogte na het zaaien kiemt het gras soms slecht tot niet. Het gebruik van bodemherbiciden in combinatie met gras past ook hier niet. Bodemherbiciden worden immers ingezet om de maïs langdurig onkruidvrij te houden. Het achterwege laten van deze middelen zal tot problemen met de onkruidbestrijding leiden. Dus ook aan het inzaaien van gras na opkomst van de maïs kleven grote nadelen en risico’s.
Bij onderzaai neemt gras water en voedingsstoffen weg, waardoor er een forse opbrengstderving in maïs optreedt. Vanggewas: voor komend seizoen zijn er drie opties. Om na de teelt van snijmaïs vóór 1 oktober gras als vanggewas te hebben, zijn er drie opties. Alle opties kennen specifieke problemen en beperkingen waarmee u rekening moet houden bij uw keuze, de onkruidbestrijding en de werkzaamheden. 1. Tegelijk met de maïs raaigras of rietzwenk zaaien. Arbeidstechnisch is dit makkelijk en goedkoop. Maar bij een goede ontwikkeling van het gras treedt veel concurrentie op met de maïs. Het gevolg: een forse opbrengstderving doordat het gras water en voedingsstoffen van de maïs wegneemt. Daarnaast geeft gras tegelijk gezaaid met de maïs een sterke beperking van de mogelijkheden voor onkruidbestrijding. Dit houdt twee risico’s in: bij een normale onkruidbestrijding kan het ingezaaide gras worden doodgespoten. Bij een aangepaste onkruidbestrijding, die het gras spaart, kan een slechte onkruidbestrijding worden verkregen. Het gevolg hiervan: klachten en een forse gewasdrukking én opbrengstderving door onkruiden. Uit onderzoek in 2018 is gebleken dat de middelen Calaris® en Callisto® voldoende selectief zijn om in te zetten bij onderzaai van raaigras en rietzwenk. Echter, het gebruik van bodemherbiciden moet worden ontraden, terwijl ook het inzetten specifieke grassenmiddelen niet mogelijk lijkt. Het nadeel van grasonderzaai is dus kans op een slechte onkruidbestrijding. Raaigras ontwikkelt zich wat forser en sneller dan rietzwenk. Dit heeft voor- en nadelen: het lijkt iets beter tegen onkruidbestrijdingsmiddelen te kunnen, maar het geeft ook meer kans op gewascompetitie met de maïs, dus op opbrengstderving.
Bij inzaaien van gras op kniehoogte van de maïs is er kans op schade door zaaien en schoffelen. 3. Na de oogst zaaien van het vanggewas. Met alle complicaties en risico’s van bovengenoemde twee methoden, lijkt het zaaien van een vanggewas na de oogst van de maïs de beste optie. Er kan dan een normale onkruidbestrijding worden uitgevoerd zonder de eerder genoemde risico’s en beperkingen. Maar bij zaai na de oogst moet dan wel de snijmaïs op tijd geoogst zijn, zodat vóór 1 oktober het vanggewas gezaaid kan worden. Dit betekent dat er bij de rassenkeuze voor vroegere rassen moet worden gekozen. Deze beperking lijkt nog altijd op te wegen tegen de beperkingen en mogelijke opbrengstverliezen van de eerder genoemde scenario’s.
Beste optie: na de oogst zaaien van het vanggewas • • • • • • •
Normale, goede onkruidbestrijding mogelijk Geen invloed middelen op gras Goede maïsopbrengst (geen last van onkruid of gras) Makkelijk, geen grote wijzigingen nodig Nadeel tijdsdruk (oogsten en meteen zaaien) In Noord Nederland kan het zelfs bij vroege rassen lastig zijn deze voor 1 oktober geoogst te hebben Zaaien in een nat en laat najaar mogelijk lastig
Onkruidbestrijding
Voor komend seizoen krijgt u te maken met forse veranderingen in het gebruik van bodemherbiciden in maïs. Gardo®Gold en Dual Gold® zijn niet meer toegelaten op zandgronden en in grondwaterbeschermingsgebieden. Ook Akris is niet meer toegelaten. De basis voor de onkruidbestrijding in de maïs wordt gevormd door de triketone-middelen (bv Calaris, Callisto) omdat deze breed werken tegen diverse grassen en breedbladigen. In de praktijk worden deze gecombineerd met een bodemherbicide om werking te versterken, maar ook om nakiemers te bestrijden. In deze combinatie wordt in praktijk gebruik gemaakt van de stof terbutylazine, die in de middelen Calaris, Gardo Gold en Akris zit.
Advies onkruidbestrijding
Kies zoveel mogelijk voor Calaris als basismiddel (1 l/ha of bij gladvingergras 1,5 l/ha met vroege inzet), waardoor u gebruik blijft maken van een betrouwbare, snelle en brede onkruidbestrijding. Calaris kan veilig worden ingezet indien als vanggewas raaigras of rietzwenk worden gezaaid bij de zaai van maïs of bij doorzaaien op kniehoogte. Indien u niet voor de Calaris kiest als basismiddel, bijvoorbeeld in verband met mogelijke risico’s bij vruchtopvolging (o.a. nateelt van bieten of groenten ), voeg dan komend seizoen een lagere dosering Calaris (0,75 l/ha) toe aan uw middelenmix. Zo maakt u toch gebruik van de voordelen van terbutylazine en vermindert u het risico op problemen met vruchtopvolging aanzienlijk. Uiteraard geldt hierbij dat na de teelt een kerende grondbewerking moet worden uitgevoerd. Spuit algemeen vroeg, dit maakt de onkruidbestrijding makkelijker en zet bij gladvingergras in op maximale doseringen. En let er op - zoals hierboven uitgelegd – dat u geen specifieke grassenmiddelen of bodemherbiciden gebruikt op percelen waar gras als vanggewas is ingezaaid.
Terbutylazine
Terbutylazine is essentieel voor een goede onkruidbestrijding, want het zorgt voor een betere en snellere werking van de triketones (synergie), geeft een langere duurwerking en het is hét aangewezen middel tegen ooievaarsbek en kiemend straatgras. Met de beperkingen op Gardo Gold het wegvallen van Akris zijn twee van de drie gebruikte middelen die terbutylazine bevatten niet of niet breed meer inzetbaar. Alleen Calaris is nog over. Hoe nu te handelen in 2019?
Voor een goede werking op ooievaarsbek is Calaris het aangewezen middel.
Conclusie Komend seizoenzijn er veel veranderingen en uitdagingen in de maïsteelt. Het gebruik van bodemmiddelen geeft grote risico’s bij de onderzaai of doorzaai van gras. Zonder deze bodemmiddelen is een goede, langdurige bestrijding van onkruiden (o.a. hanepoot, gladvingergras) vaak niet goed mogelijk. Wel kunnen de triketones (Calaris, Callisto) worden ingezet en kan de dosering worden verhoogd naar 1,5 l/ha om gedeeltelijk de bodemmiddelen te compenseren. Om een gewone gangbare onkruidbestrijding te kunnen blijven uitvoeren, zeker daar waar de onkruiddruk hoog is, adviseren we gebruik te maken van een vroeg maïsras en er voor te kiezen om voor 1 oktober te hakselen en een vanggewas in te zaaien. In de onkruidbestrijding in maïs levert de werkzame stof terbutylazine een grote bijdrage, o.a. op snelheid en onkruidspectrum (essentieel tegen bijvoorbeeld ooievaarsbek). Met het wegvallen van of de beperking op diverse bodemmiddelen, is van de drie meest gebuikte middelen alleen Calaris nog over als terbutylazine bevattend middel. Pas hier uw adviezen op aan door om te schakelen naar Calaris, of door dit middel in een lagere dosering (0,75 l/ha) toe te voegen aan uw gebruikelijke middelenmix. Zo blijft u optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die er nog zijn voor de onkruidbestrijding. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik het etiket en de productinformatie. ®/™ Registered Trademark of a Syngenta Group Company. Syngenta biedt diverse oplossingen die telers helpen hun bedrijfsvoering verantwoord te optimaliseren: www.syngenta.nl/stewardship.
ondernemen met
vaktechniek
Doordachte pompunit Eigen pompsysteem van Rosier Greidanus Mechanisatiebedrijf Rosier Greidanus in het Friese Winsum ontwierp en bouwde een pompunit voor het sleepslangbemesten die de man bij de pomp overbodig maakt. We zagen de pomp aan het werk bij Loonbedrijf Brandsma in Wolsum, tijdens één van de eerste dagen dat de pomp draaide. Tijdens het sleepslangbemesten heeft de man bij de pomp niet veel te doen. Als deze man kan worden uitgespaard, verloopt het sleepslangbemesten een stuk efficiënter. Dan moet er uit het oogpunt van transport echter ook geen derde trekker nodig zijn, dus een pompunit met eigen motor. Met die opdracht zette mechanisatiebedrijf Rosier Greidanus uit het Friese Winsum een hts-student aan het werk om een machine te bedenken. Het prototype draait inmiddels. De student, Jelmer Faber, leverde goed werk. Het prototype werkte direct vanuit de werkplaats en dat gebeurt zelfs bij grote fabrikanten niet altijd.
Complete uitvoering De pompunit is heel compleet uitgevoerd. Het begint bij de 6,8-liter-John Deere-motor, die goed is voor ongeveer 202 kW (275 pk). De motor voldoet aan de Stage IIIb-emissienorm en dat hield toen voor John Deere in dat het nog geen AdBlue gebruikte. Achter de motor staat een tandwielkast, die op wens van Rosier Greidanus door ADS van Stigt is gemaakt. Hierop zit de Cornell-centrifugaalpomp. Rosier Greidanus koos voor deze pomp omdat deze een grote waaier heeft en dus op een laag toerental kan draaien. Bij de eerste werkdagen was het nog een beetje zoeken naar het optimale toerental, maar de pomp draaide meestal op 1800 toeren per minuut. Dit is gelijk aan het motortoerental, omdat de overbrenging in de tandwielkast 1 op 1 is. Bij 2000 toeren heeft de pomp een theoretisch maximale opbrengst van 450 kubieke meter per minuut, maar daar is wel veel vermogen voor nodig, meer dan de John Deere op de unit van Rosier Greidanus kan leveren. De eerste indruk van het brandstofverbruik is dat dit zeker niet hoger ligt dan bij een trekker voor een pomp bij een gelijke capaciteit. De tweede flens op de tandwielkast is gereserveerd voor de loadsensing-oliepomp, met daaraan gekoppeld een tandwielpomp. De loadsensingpomp voorziet de kraanarm en de turbovuller van de nodige olie. De tandwielpomp is er voor de olie voor de stempels en de afsluiters. De stempels zijn ervoor om de pompunit stand-alone te kunnen laten werken. Ze vergemakkelijken het afkoppelen van de trekker. Op de derde flens zit een Rotorcomp-schroefcompressor om de slangen met lucht door te kunnen blazen. Om voor het schoonblazen de slangen door te kunnen spoelen, heeft de pompunit drie kubieke meter water aan boord. Dit is vernuftig weggewerkt in het frame. Zowel de pomp als de compressor is op afstand in en uit te schakelen dankzij hydraulisch bediende koppelingen. Een terugslagklep bij de pomp voorkomt dat bij het schoonblazen van de slangen de lucht via de pomp ontsnapt. Achter op de machine staat de zuigarm, met op het eind een turbovuller. Vlak voor de turbovuller kan water worden toegevoegd. De zuigarm heeft een eigen afstandsbediening, maar kan ook met een ventielenblok op de machine worden bediend.
56
GRONDIG 3 2019
1 De Amerikaanse Cornell-centrifugaalpomp heeft een theoretische capaciteit van ruim 450 kubieke meter per uur.
1
2 Via een lange zuigarm is nagenoeg elke put bereikbaar. Vlak voor de turbovuller kan water worden toegevoegd.
Om de machine mee te kunnen nemen achter de haspeltrekker heeft hij een extra lange dissel. Luchtvering onder de tandemas zorgt ervoor dat de machine heel stabiel op de weg ligt, ondanks het vrij hoge zwaartepunt.
Canadese afstandsbediening De derde man wordt overbodig gemaakt door de pompunit te bedienen vanaf de bemestertrekker. Dat gebeurt met de Broadcaster 2-afstandsbediening van Sunova Worx. Dit is een bedrijf van de in Canada wonende Nederlander John van Lierop. Broadcaster 2 is de onlangs geïntroduceerde opvolger van het Broadcaster 1-systeem, dat in 2010 op de markt kwam. Dat draait al vele jaren tot volle tevredenheid, ook in Nederland. Het systeem werkt standaard met een radiofrequentie van 900 Hz, maar kan ook communiceren via de telefoon of via satellieten. Het grijpt in op het CAN-bussysteem van de pompunit. De chauffeur van de bemestertrekker bedient het via een tablet in de cabine. Op deze tablet kan hij het hele systeem bedienen en controleren. Zo kan hij de turbovuller in- of uitschakelen of de hoofdpomp. Hij kan ook het toerental van de motor regelen. Dat kan via twee zelfgekozen toerentallen in het geheugen van het systeem, maar het kan ook afhankelijk van de pompdruk. Die blijft dan constant, terwijl het motortoerental varieert. Deze Auto Cruise-functie wordt vooral gebruikt als er meerdere pompen in serie staan en dat is in Nederland eigenlijk nooit het geval. De chauffeur kan zelf kiezen welke parameters hij in beeld wil hebben. Meestal zijn dat de ingaande en uitgaande druk van de pomp, de oliedruk en de motortemperatuur en de gegevens van de flowmeters van zowel mest als water. De chauffeur kan de kleppen elektro-hydraulisch bedienen. Via een internetverbinding kan ook op afstand worden meegekeken naar de gegevens die de chauffeur op zijn tablet heeft. Zoals gezegd functioneerde het prototype vanaf dag één. Natuurlijk is het een kwestie van uitproberen en testen. Bij loonbedrijf Brandsma ging dat naar tevredenheid. Als het lekker draait, dan ligt de capaciteit boven de 300 kubieke meter per uur. Dat wil niet zeggen dat er geen zaken meer hoeven te worden veranderd. De kalibratie van de doorstroommeter was nog niet optimaal en de chauffeur van de bemester krijgt via een eenvoudige software-aanpassing ook de mogelijkheid zelf de schuimrubber bal door de slang te sturen na het bemesten. Rosier Greidanus heeft met deze pompunit echter een doordachte unit uitgedacht, die voor veel bedrijven interessant is bij het sleepslangen.
2
3 De unit kan op afstand worden bestuurd via de Sunova Worx Broadcaster 2-afstandsbediening. 4 Krachtbron is een 6,8-liter-John Deere-motor. Links daarvan de afstandsbediening van de zuigarm.
3
5 De tablet in de trekker van de bemester is het bedienings- en controlepaneel van de pompunit.
4
5
TEKST & FOTO’S: Arend Jan Blomsma
GRONDIG 3 2019
57
ondernemen met
vaktechniek
Meerdere mogelijkheden Combinaties voor het onderwerken van een vanggewas De verplichte teelt van een vanggewas op zand- en lössgrond betekent dat er ook meer vanggewas komt dat in het voorjaar moet worden ondergewerkt. Een uitdaging, want een goed geslaagd gewas laat zich niet zomaar onder de grond stoppen. Afgelopen maand waren er twee demonstraties, waarbij vijf combinaties toonden wat ze kunnen.
58
GRONDIG 3 2019
De eerste keer dat cumelaondernemers vanaf dit jaar werk hebben met een vanggewas is als ze het voor 1 oktober moeten hebben gezaaid. Dit jaar is er immers voor het eerst de verplichting dat er na maïs op zand- en lössgrond voor 1 oktober een vanggewas moet zijn gezaaid. Het moet de stikstof uit late nalevering door de trage mineralisatie uit mest vasthouden in de bodem. Een tweede voordeel is dat het vanggewas organische stof toevoegt aan de bodem. De tweede keer werk komt er als het vanggewas na 1 februari weer mag worden vernietigd. Als er weer maïs op het perceel komt, is het zaak dit voor 1 april te doen, mits de omstandigheden het toelaten natuurlijk. Tussen het moment van vernietigen en het vrijkomen van de stikstof uit het vanggewas zit, door een trage mineralisatie, zeker drie maanden tijd. Als het vanggewas na 1 april wordt vernietigd, komt de stikstof niet meer ten goede aan het maïsgewas. Begin maart organiseerden de projecten Grondig Boeren met Water en Grondig Boeren met Maïs samen met LTO Noord en DLV Advies twee demonstraties rond het onderwerken van vanggewassen. Op beide demonstraties toonden vijf combinaties wat ze konden.
Bovengrondse delen kapot maken
De Kuhn-hakenfrees levert heel mooi werk. Hij snijdt alles goed los en werkt het mooi door de bodem. De keerzijde is dat door de lage rijsnelheid de capaciteit laag is. Bovendien komt de grond behoorlijk fijn te liggen, wat een nadeel is op slempgevoelige grond.
De Pöttinger Terradisc-schijveneg werkte zonder voorafgaande verkleining van het gewas. Dat ging in deze rogge behoorlijk goed. Dankzij de grote schijven, met een diameter van 58 centimeter, snijdt hij alles mooi los. Met een rijsnelheid van 10-12 km/u is de capaciteit ook goed.
De meest eenvoudige manier van vernietigen van het vanggewas is de spuitmachine met Roundup, maar dat ligt maatschappelijk nogal gevoelig. Daarom verdienen andere methoden de aandacht. Bij een massaal vanggewas is het zaak dat de bovengrondse delen goed kapot worden gemaakt, om te voorkomen dat het gewas als een storende laag wordt ingekuild. Bovendien moeten de wortels goed worden losgesneden, omdat anders hergroei op de loer ligt. Vooral Italiaans raaigras geeft een snelle hergroei, maar ook rietzwenk is een taaie rakker. Op beide demonstraties, eerst in Midlaren in een gewas Italiaans raaigras en later in Havelterberg in een perceel rogge, werden machines of combinaties van machines getoond die in één werkgang de bovengrondse delen verkleinen en het gewas inwerken. Een overzicht van de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende systemen.
TEKST & FOTO’S: Arend Jan Blomsma
De Zocon Greencutter is vooral geschikt voor het verkleinen van de bovengrondse delen. De rol heeft een diameter van 85 centimeter, inclusief de in Vvorm geplaatste messen. Het leeggewicht is 1800 kilo, maar met water gevuld komt het gewicht op 2600 kilo.
Het sologebruik viel op de demonstratie tegen, ook omdat het gewas aan de korte kant was. Maar met een schijveneg was het werk goed, al bleven er wel wat pollen achter. Dankzij een rijsnelheid van ongeveer 10-12 km/u is de capaciteit hoog.
De Zocon Greencutter werkte in combinatie met een Kverneland Qualidisc Proschijveneg. Deze heeft grote schijven, met een diameter van 62 centimeter. Het tandenrek achter de tweede rol voorkomt dat het organische materiaal in de aandrukrol wordt gegooid.
De Pรถttinger Synkro-vleugelschaarcultivator werkte in combinatie met een Fox-schijveneg. Deze heeft vrij kleine schijven, waardoor hij in sologebruik niet tot zijn recht kwam. In deze combinatie leverden ze goed werk, al vroeg het wel behoorlijk wat vermogen.
De Teknos-klepelmaaier doet uiteraard niets aan de ondergrondse delen, maar de bovengrondse delen worden wel heel goed versnipperd. De machine werkte hier in combinatie met een Rabe-vleugelschaarcultivator.
De vleugels aan de scharen moeten ervoor zorgen dat de grond volledig door wordt gesneden. De indruk bestond dat tijdens de demo de beide vleugelschaarcultivators wat diep werkten, waardoor pollen achterbleven, die opnieuw kunnen uitlopen.
Het beeld dat de Zocon Greencutter in combinatie met de Kverneland-schijveneg achterliet. Het beeld lijkt wat grof, maar de Kverneland sneed wel veel los. De rol drukt de grond weer aan en dat is gemakkelijk bij het ploegen.
Van links naar rechts de Teknos-klepelmaaier met Rabe-vleugelschaarcultivator, de Pรถttinger-frontschijveneg met Pรถttinger-vleugelschaarcultivator, de Pรถttinger-schijveneg en de Kuhn-frees met haakse messen.
GRONDIG 3 2019
59
FINS GENOT
óók na werktijd...
ACTIE: GRATIS HOT TUB bij aankoop van een nieuwe Valtra uit voorraad
Informeer bij uw Valtra dealer naar de actievoorwaarden of kijk op de website.
WWW.FINSGENOT.NL
ondernemen met
vaktechniek
ECONOMIE
IN KORT BESTEK Verandering van rechtsvorm
Omzet per medewerker bepaalt rendement
Beste Nico, Ik heb net een werk aangenomen met een looptijd van vijf jaar. Gezien de groei van onze onderneming veranderen we de rechtsvorm van vennootschap onder firma naar be sloten vennootschap. Ik ben echter bang dat ik dan het werk kwijt raak en dat het opnieuw wordt aanbesteed. Is mijn zorg terecht?
Bruto marge en arbeidskosten per fte (euro’s) bij bedrijven met een hoog, gemiddeld en laag rendement. 120.000
110.825
107.167
116.591
100.000 80.000 60.000
Beste aannemer, 45.437
46.849
46.470
40.000 20.000
Laag Bruto marge per fte
Gemiddeld
Hoog
Arbeidskosten per fte
Ieder jaar laat de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse zien dat bij hoog renderende bedrijven de omzet per medewerker duidelijk hoger is dan bij gemiddeld of laag renderende bedrijven. Het verschil in arbeidskosten per mede werker is duidelijk kleiner. Dieuwer Heins, adviseur bedrijfskundige zaken binnen CUMELA Advies, consta teert dat de omzet per werknemer dus een maat is voor het rendement van een bedrijf. “De hoogst renderende bedrijven in de cumelasector behalen per mede werker een bruto marge van € 116.591,-. De bruto marge van een gemiddeld cu melabedrijf ligt ruim € 5700,- lager. Bij de laag renderende bedrijven is dit zelfs € 9400,- lager per arbeidskracht”, stelt hij vast. Opvallend noemt hij het dat de ar beidskosten amper verschillen. Het maakt nauwelijks uit of je een hoog, laag of gemiddeld rendement hebt. De arbeidskosten liggen rond de € 46.000,- per jaar per arbeidskracht. De vraag nu is wat je eraan kunt doen om de bruto marge per fte te verhogen. Heins heeft hiervoor wel een aantal tips. “Het begint natuurlijk met een goed tarief of een aangenomen werk met voldoende marge”, stelt Heins vast, ook al lijkt dat een dooddoener. “Maar”, rekent hij voor, “wanneer een medewerker op jaarbasis 1200 factureerbare uren heeft, scheelt een € 2,- hoger uurtarief ruim € 2400,- op jaarbasis. Voor een gemiddeld cumelabedrijf met vijftien arbeidskrachten gaat het dan al om € 36.000,- per jaar.” Een andere heel belangrijke factor is volgens de specialist het realiseren van vol doende factureerbare uren op een dag. Wanneer een werknemer acht uur op een dag aan het werk is, heb je het liefst ook acht factuurbare uren. Heins geeft een voorbeeld. “Stel, een werknemer schrijft elke dag een kwartier te weinig op naam van de klant. Dat is dan bij een achturige werkdag ruim drie procent. De gemid delde bruto marge van een cumelabedrijf is € 107.000,-. Hier drie procent van is ruim € 3200,- op jaarbasis. Voor een bedrijf met vijftien arbeidskrachten gaat het dan om meer dan € 48.000,- per jaar. Dit zijn forse bedragen. Neem je die twee zaken samen, dan heb je per fte al € 5600,- te pakken. Dat is bijna twee derde van het verschil tussen laag en hoog renderende bedrijven.” Wilt u weten hoe uw kengetallen 2018 zijn, doe dan mee aan de kengetallenver gelijking CUMELA Kompas Analyse. Neem hiervoor contact op via de CUMELA On dernemerslijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar kengetallen@cumela.nl.
Het is goed dat u zichzelf afvraagt hoe hiermee om te gaan. Zonder medewerking van de tegenpartij gaat de overeen komst die de VOF is aangegaan niet zonder meer over op de BV. In artikel 2.163f sub b (vervanging opdrachtnemer) van de Aanbestedingswet leest u dat dit kan zonder nieuwe aanbestedingsprocedure, omdat er in uw geval sprake is van een herstructurering c.q. overname. Voorwaarde is wel dat de nieuwe BV, zoals in uw geval aan de orde is, voldoet aan de vastgestelde eisen voor het werk. In artikel 6:159 BW leest u dat een partij bij een overeenkomst zijn rechtsverhouding tot de wederpartij met medewerking van deze laatste kan overdragen aan een derde bij een tussen haar en de derde opgemaakte akte. Oftewel, als de opdracht gever hiermee akkoord is, moet dat wel schriftelijk formeel worden vastgelegd. Er is echter wel een belangrijk aandachtspunt. Bij een VOF zijn de natuurlijke personen hoofdelijk aansprakelijk. In een BV is sprake van een ‘afgescheiden (privé)vermogen’. Voor de opdrachtgever is dat dus niet zonder risico, omdat hij bij een eventueel faillissement minder financiële zekerheid heeft. Wellicht zal er ook een nieuwe bankgarantie moeten worden afgegeven. Ik adviseer u met de opdrachtgever in gesprek te gaan en uw voornemens toe te lichten. Als deze bereid is hieraan mede werking te verlenen, dient u dit gezamenlijk schriftelijk over een te komen. Mocht u twijfelen en willen voorkomen dat er onnodige gerechtelijke procedures van andere aannemers volgen, dan kunt u overwegen de VOF aan te houden voor de looptijd van het werk en alle overige activiteiten in te bren gen in de nieuwe BV. Strikt genomen is dat echter niet nood zakelijk.
Nico Willemsen beleidsmedewerker GWW
GRONDIG 3 2019
61
ondernemen met
cumela
CUMELARIA
CONTACTDAG NOORD-HOLLAND: KIJKJE BIJ GEBR. VAN ‘T HEK Zaterdag 9 februari vond de Contactdag Noord-Holland plaats in Zuidoostbeemster op de locatie van Funderingstechnieken Gebr. Van ‘t Hek. Meer dan honderd leden volgden met belangstelling de vergadering van het CUMELA-bestuur Noord-Holland. Daarna volgde een rondleiding, waarbij een aantal heimachines te bewonderen waren. Een mooi verhaal was er over de aandacht voor veiligheid. In het jaar 2013 heeft het bedrijf het HEK-principe (Herkennen Erkennen Keren) bedacht. De medewerkers zijn uitgebreid meegenomen in het proces om het aantal ongevallen te verminderen, waarbij tijd en geld niet het argument moeten zijn om toch door te gaan als zich onveilige sitaties voordoen. Daarna volgde nog een heerlijk diner en werd er nog lang in een gezellige sfeer nagepraat over Van ‘t Hek en HEK.
KRING UTRECHT BIJGEPRAAT OVER VEILINGEN
Donderdag 24 januari was de studieclub Kring Utrecht te gast bij Den Hartog Bouwmaterieel in Montfoort. Onderwerp van de avond was het veilen van materieel. Stef Hooimans van BVA-Troostwijk Auctions legde in een uitgebreide presentatie uit hoe dat in zijn werk gaat. Wat gaat er vooraf aan een veiling? Hoe kun je machines inbrengen? Hoe loopt zo’n veiling? En wat gebeurt er met de spullen als ze zijn verkocht? Dat het een interessant onderwerp is, was wel te zien aan de tot de nok toe gevulde zaal. Gert den Hartog was deze avond een perfecte gastheer. Alles was tot in de puntjes geregeld en hij liet trots zijn bedrijf zien aan alle aanwezigen.
INKRIMPEN IS OOK ONDERNEMEN: DOEN WAAR JE GOED IN BENT VEERTIG JAAR VAN DER HELM BEDRIJVEN Op 1 februari 2019 was het precies veertig jaar geleden dat Kees van der Helm zijn eigen bedrijf startte: Kees van der Helm Loonbedrijf. Veertig jaar later dat uitgegroeid tot een onderneming met meer dan honderd medewerkers. Het jubileum werd op 8 februari samen met zo’n 350 gasten gevierd. Van der Helm Bedrijven bracht ter ere van het jubileum een prachtig magazine uit, waarin het heden, het verleden en de toekomst vanuit de verschillende onderdelen van het bedrijf worden belicht. Denk aan de opstart, de crisis in de jaren tachtig en de omschakeling in het midden van de jaren negentig vanwege nieuwe woonwijken. Diverse collega’s, projecten, werkzaamheden en opdrachtgevers komen aan bod in dit magazine. Een waardevol document.
62
GRONDIG 3 2019
De studieclub Limburg was op 21 februari op bezoek bij Theo en Renate de Bruyn in Beek. Samen met André de Swart, adviseur bedrijfskundige zaken van CUMELA Advies, werd gekeken naar de ontwikkelingen in de cumelasector. Bedrijven groeien fors en een andere ondernemersvaardigheid is dan van belang. De druk met betrekking tot personeel en financiële, technische en organisatorische zaken wordt groter. De ondernemer dient meer en efficiënter te gaan communiceren. Er wordt meer van hem of haar gevraagd. Dit konden Theo en Renate de Bruyn wel beamen. Vanuit het familiebedrijf - bestaande uit meerdere BV’s met bij elkaar meer dan honderd medewerkers - dat ze samen met zijn vader en zus runden, maakten ze de keuze om met z’n tweeën verder te gaan met een eigen bedrijf met twaalf medewerkers.
VERHOEVEN GEWASVERZORGING VERZORGT TOOLBOX VOOR WATERSCHAP Het Waterschap Aa en Maas is door Verhoeven Gewasverzorging uit Erp op 28 februari in de werkplaats op het eigen bedrijf uitgenodigd voor een toolbox over de regels voor het werken naast de sloot. Tien medewerkers werden in een uur bijgepraat over praktijksituaties en regelgeving. Het Waterschap Aa en Maas vindt het belangrijk dat er niet alleen toezicht en handhaving is, maar vooral ook preventie door middel van voorlichting en advies om uit te leggen waarom de regels er zijn en wat de consequenties zijn. Verhoevens reactie is dat de bewustwording een stuk sneller groeit als een derde deze materie onder de aandacht brengt. Hij nodigt daarom collega’s uit om op eenzelfde manier het onderwerp samen met het regionale waterschap te bespreken.
JAARLIJKSE BIJEENKOMST STUDIECLUB LAND VAN CUIJK EN MAASDUINEN Op maandag 11 februari organiseerde de studieclub Land van Cuijk en Maasduinen de jaarlijkse bijeenkomst met personeel. Naast de lidbedrijven worden dan ook alle personeelsleden uitgenodigd. Gastspreker Jan van der Zee ging in gesprek over het managen van verwachtingen. “Weten jullie als medewerkers wat de werkgever van jullie verwacht? En werkgever, gaat u er niet te snel van uit dat alles wel duidelijk is? Hoe kun je samen voorkomen dat er ruis op de lijn komt?” Daarnaast was er natuurlijk tijd voor een informeel samenzijn met een hapje en een drankje, waarbij de frietwagen werd gesponsord door Landbouw Mechanisatie Ottersum en Landtech Zuid. advertentie
Klaar voor professionals! Opklapbare rotorkopeg Grote aandrijfkasten Volledig gelaste tandwielbakken 2 overbemeten kopeggen gemonteerd Walterscheid aandrijfassen
Energy-P/600
Opklapbare frees Freesdelen zonder tussenruimte Hefcilinders op het zwaartepunt Zware tussen-versnellingskasten Ook in overtop uitvoering
Tiger-450P/600
Bieslook 15
gerard.zweers@argi.nl
www.argi.nl
6942 SG DIDAM
06-53236180
like ons op facebook
GRONDIG 3 2019
63
ondernemen met
cumela
RUSTPUNT
“Ik vind het belangrijk om rust in te plannen” Vooral tussen mei en november zijn het piektijden voor loonbedrijf Knoppers in Baarlo, maar mede-eigenaar Arjan van der Heide weet ook dan de rust te bewaren. “Je kunt altijd wel aan de gang blijven.” Elke dag na het werk loopt hij er even langs. De achterdeur uit, de hoek om, naar de stal. Om te kijken hoe het met ze gaat, om ze bij te voeren, een beetje biks en wat aardappelen, die hij in een oude molen klein hakt. Vooral die aardappelen vinden ze “verschrikkelijk lekker”, stelt loonwerker Arjan van der Heide vast. Zijn zestien Suffolk-fokooien staan momenteel op stal met hun
lammeren. Later dit jaar zullen ze weer naar buiten gaan. Dan rijdt hij ’s avonds op zijn quad langs de dijk om de afrastering te controleren, maakt hij een praatje met een voorbijrijdende fietser en geniet hij van ‘gewoon even helemaal wat anders’. “Dat is zo fijn met die dieren”, vertelt hij. “Je bent echt even bezig voor jezelf. Het heeft helemaal niets met het werk te maken.”
Burn-outs nemen toe Burn-outs komen steeds vaker voor. Vrije tijd, ontspanning en rust worden daardoor steeds belangrijkere aandachtspunten op de agenda. Niet alleen naast, maar ook tijdens het werk. In deze serie laten we cumelaondernemers aan het woord die bewust de ontspanning opzoeken in de hectiek van alle dag. Misschien kunt u er nog wat van leren.
64
GRONDIG 3 2019
Van der Heide is mede-eigenaar van loonbedrijf Knoppers in het Overijsselse Baarlo, aan de rand van de Noordoostpolder. Het bedrijf heeft zich gespecialiseerd in het schonen van sloten, het bermonderhoud en het reinigen van drainage. “We zitten hier in een infiltratiegebied. Het waterschap wil dat we drie keer per jaar de sloten schonen. Op 15 juli, 15 augustus en 15 november wordt er geschouwd. Voor die data moet de klus geklaard zijn. Dat zijn hectische tijden. We werken dan met acht tot negen man zo’n tien uur per dag. Dat geeft soms stress. Dan ben je volop aan het maaikorven en komt er toch nog een kraanklusje tussendoor, of er gaat iets kapot. Er is altijd wel iets waardoor de druk oploopt.”
Rustmomenten tijdens het werk Toch weet Van der Heide goed de rust te bewaren. “Je kunt het zo druk maken als je zelf wilt. Ik ben ondernemer en met een eigen bedrijf is er altijd wel wat, maar ik vind het belangrijk om de rust in te plannen. Je kunt altijd wel aan de gang blijven.” Zo hebben ze sinds een paar jaar besloten om op zaterdag tot vier uur ’s middags te werken. “Voorheen gingen we soms wel door tot twaalf uur ’s nachts. Dat is geen doen, ook voor die jongens niet”, zegt Van der Heide. Als er op zaterdag om half vijf nog voor een klus wordt gebeld, gaan ze daar ’s zomers nog achteraan. In de winter niet, tenzij het echt noodzakelijk is. “Als je ’s zomers zo’n klusje van half vijf niet meteen oppakt, loop je de rest van de week achter de feiten aan, dus dat kun je dan maar beter meteen doen. Een goede planning geeft ook rust.” Misschien is dat namelijk nog wel belangrijker: de rustmo menten tijdens het werk. “Wanneer het druk is, is het druk, maar iedereen mag een uur pauze per dag inplannen. Een opdrachtgever als het waterschap wil ook dat we dat doen. Het is aan jezelf of je het doet, veelal werken we ook alleen, maar het mag. Meestal houd ik zelf een kwartiertje in de ochtend, voor de lunch een half uur en later op de dag nog een kwartier. Ik ga dan ook echt even wat anders doen. Even mijn privémail checken of ik loop een rondje om de trekker of ik zet mijn stoel een half uur achterover en kijk wat filmpjes.”
Balans tussen werk en privé Hij begon 28 jaar geleden als medewerker en zit nu voor het vierde jaar in een vennootschap onder firma met de eigenaar en diens zoon. “Ik moet zeggen dat ik vroeger ook geen rust nam. Dan wilde ik gewoon werken. Zeker toen we nog niet aan de overkant van de straat woonden, maar in Nijeveen, een half uurtje verderop. Ik was altijd vroeg weg en laat thuis. Van
de eerste jaren van mijn oudste dochter heb ik eerlijk gezegd niet heel veel meegekregen. Pas toen we verhuisden naar hier kwam er een betere balans tussen privé en werk. Nu kunnen we gewoon samen eten met het gezin (hij heeft drie dochters, van twintig, zeventien en twaalf jaar oud; MvW). Als ik daarna nog werk heb, steek ik zo de weg weer over.” Hij stelt dat hij ongeveer net zoveel tijd op het werk als bij zijn vrouw en kinderen doorbrengt. “Natuurlijk schommelt het de ene keer de ene kant op en de andere keer de andere kant op. ’s Winters is het rustiger, dus dan ben ik op tijd thuis. In de zomer ben ik wat later. De kinderen weten ook niet beter dan dat het bij ons zo werkt. Zij hebben trouwens ook hun paarden hier staan, dus als ik hier aan het werk ben, kom ik er altijd wel eentje tegen.”
Zestien Suffolkfokooien zorgen voor afleiding wat niets met het werk te maken heeft
Touwtrekken Op woensdagavond is hij zelf nooit op het bedrijf. “Dat weten ze. Dat is de avond dat ik ga touwtrekken. Dat is hier nog een hele sport. Mijn vrouw en één van mijn dochters doen het ook. Er zijn NK’s en WK’s, indoor en outdoor. We hebben zelfs een jeugdafdeling. Om het weekend hebben we een wedstrijd. Dat is voor mij echt een stukje ontspanning. Je hoort nog eens andere dingen daar. Hier op het bedrijf gaat het al maar over werk, maar tijdens zo’n avondje touwtrekken spreek je een advocaat of een bakker. Dan praat je meteen over heel andere zaken. De gezelligheid staat voorop. Elke keer is het gespreksonderwerp weer anders.” Uiteindelijk zorgt al die ontspanning voor een betere focus op het werk, stelt hij. “Door genoeg te ontspannen, heb je tijdens je werk je hoofd er beter bij. Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt, dus dat doe ik met plezier. Dat wil ik echter wel zo houden. Een beetje stress is ook echt niet erg. Het geeft juist een goed gevoel als je dingen zo kunt regelen dat het toch allemaal op tijd klaar is. Dat is de leuke uitdaging van het werk, maar rustmomentjes zijn wel nodig om dat plezierige gevoel te houden.” TEKST & FOTO’S: Marjolein van Woerkom
GRONDIG 3 2019
65
Europa’s specialist in zadeldak hallen, stallen & loodsen • In 30 min. uw eigen ontwerp & bouwtekening • Unieke staalconstructie & ontwerpmethodiek voor de beste prijs/kwaliteit verhouding • Energie neutraal dus klaar voor de toekomst
Ontdek al uw voordelen en/of scherpe offerte op: www.conexx.nl
Vredo Dodewaard B.V. gaat de komende maanden “on tour” De Vredo zelfrijder VT4556 met de combinatie van een laag eigengewicht, de beste gewichtsverdeling en de vier grote aangedreven wielen, zorgen voor een unieke rijervaring en optimale prestaties in het veld. Wij bieden u de mogelijkheid om een Vredo Trac en zodenbemester te ervaren bij u in de buurt of op uw bedrijf!
Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.
uw specialisT in bewaringen en loodsen Kistenbewaring
bulkopslag
Hout en beton
Bel voor een afspraak met: André de Waard Tel: 06-53437311 +31 (0) 488 411 254 verkoop@vredo.com
www.vredo.com
Vredo ontwikkelt, produceert en verkoopt:
T 073-503 25 27 info@steenbergen-bouw.nl
www.sTeenbergen-bouw.nl
De beste in het veld MestTracs
Zodenbemesters
Adverteren in Vakblad Grondig? Voor meer informatie: Lisette Kerkhof T 033 - 247 49 50 E lkerkhof@cumela.nl
Adverteren in Grondig is scoren, met hét best gewaardeerde vakblad in de cumelasector!
Snijfilters
Doorzaaimachines
Ontdek het Laudis effect:
krachtig, snel en veilig!
ar a b s a p e o t Veilig rzaaie d n o e l l a in systemen!
Zeer krachtig maïsherbicide Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
• breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast
ondernemen met
cumela
CUMELA.NL
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
Contactdagen 2019 Elk jaar vinden in de twaalf provincies de Contactdagen plaats. In de huishoudelijke vergadering wordt verantwoording voor het beleid van afgelopen jaar afgelegd, worden bestuursleden herkozen, nieuwe bestuursleden benoemd en aftredende bestuursleden bedankt voor hun inzet. Hiernaast vinden er interessante presentaties plaats en worden er bedrijven bezocht. Hieronder een korte terugblik op de dagen..
Contactdag Zuid-Holland
Contactdag Flevoland
Contactdag Utrecht
In huiselijke sfeer en onder de glazen kappen brachten de aanwezigen een waardevolle en gezellige middag en avond met elkaar door in De Tuinderij in De Lier. Tijdens de algemene ledenvergadering gaven de leden duidelijk aan dat ze verwachten dat CUMELA zich onverminderd blijft inzetten op het dossier Scholing & Opleiding. Iedereen was het erover eens dat het aantrekken van nieuw personeel in de branche essentieel en op lange termijn van levensbelang is. De vraag is dus wat de sector gaat doen om nóg aantrekkelijker te worden voor leerlingen en starters op de arbeidsmarkt. Gezamenlijk zal er hard moeten worden gewerkt aan dit d ossier, maar dat harde werken kan de sector als de beste!
Op Internationale Vrouwendag vond de Contactdag voor Flevoland plaats in de bloemrijke omgeving van Luttelgeest. De bijeenkomst over de regionale en algemene actualiteiten van CUMELA werd gehouden voorafgaand aan de uitleg van René Halsema over de themagroep duurzame mobiliteit van Netwerk Noordoostpolder Energieneutraal en de uitleg van Oene Venema over de EML/EEDinformatieplicht, die per 1 juli 2019 zal gaan gelden. Op de vergadering werd afscheid genomen van bestuurslid Kees van Dun. Hij en zijn vrouw Adrienne werden bedankt en toegesproken door Janneke Wijnia voor 22 jaren als bestuurder van de secties Agrarisch loonwerk en Mestdistributie en bestuurslid en voorzitter van de afdeling Flevoland. Aansluitend was er een excursie bij de Orchideeënhoeve door de verschillende kassen en tropische tuinen met heel veel bloemen en planten, maar ook koikarpers, papegaaien, vlinders, schildpadden, aapjes en meer.
Tijdens de Contactdag Utrecht waren de leden te gast bij Groeneveldt Grijpers in Groot- Ammers. De metaalwerkplaats van het bedrijf werd omgetoverd tot vergaderruimte en buffetrestaurant. Voorafgaand aan de jaarvergadering werden de aanwezigen getrakteerd op een rondleiding door de fabriek van Groeneveldt, waar door de enthousiaste medewerkers van Johan Groeneveldt diverse demonstratieopstellingen werden getoond. Aansluitend nam Vincent Tijms van CUMELA Advies de aanwezigen mee in de regelgeving omtrent grondstromen en hoe je als ondernemer omgaat met de dagelijkse praktijk van deze grondstromen.
OOK OP CUMELA.NL
VEELGESTELDE VRAGEN
• Vanaf 1 april 2019 kan een VDM alleen nog digitaal naar RVO worden verstuurd • Lever uw jaarcijfers 2018 aan voor de C UMELA Kompas Analyse! • Subsidie voor jonge Overijsselse bedrijfs opvolgers • Boetes voor niet naleven Arbowet omhoog • Belangrijkste eisen Groenkeur op een rij • Infographic nieuwe teeltregels snijmaïs geactualiseerd
68
GRONDIG 3 2019
• Mag ik personen laten meerijden op een aanhangwagen achter een trekker?
• In welke gevallen moet ik btw verleggen en waarom? • Bij een klus in onderaanneming doe ik ook transportwerk. Geldt voor dat transportwerk dan ook de btw-verleggingsregeling? • Wanneer moet ik een bedrijfsongeval melden bij de Inspectie SZW?
ARTIKELEN VAN DE WEEK LEEST U OP CUMELA.NL
• Kosten
voor asbestsanering stijgen fors. rijstelling voor asbestdakbedekking helpt V amper. • Flink hogere boetes. Het ontbreken van een RI&E wordt strenger bestraft. • Toolbox: gordel om!
BESTUUR WATERSCHAP LIMBURG TE GAST In februari brachten dijkgraaf Patrick van der Broeck, dagelijksbestuurslid Har Frenken en beleidsmedewerker Gabriël Zwart van Waterschap Limburg een werkbezoek aan het afdelingsbestuur Limburg. Het gesprek vond plaats bij afdelingsvoorzitter John Jenniskens in Horst. Gesproken is onder andere over de activiteiten van cumelabedrijven in Limburg, het werken aan de waterkwaliteit, een eerlijke mestketen én de samenwerking met het waterschap. De waterschapsbestuurders gaven aan dat ze graag meer in contact willen treden en samenwerken met de Limburgse cumelabedrijven. Een aanbod waaraan het afdelingsbestuur graag invulling wil geven.
LMRA: AFTAKTUSSENAS Werknemers moeten bewust worden gemaakt van de complexiteit van hun werkomgeving en de daarbij horende risico’s, zodat zij zich aan de voorschriften houden. Om werknemers in de cumelasector te helpen, heeft CUMELA Nederland daarom een Laatste Minuut Risico-Analyse (LMRA) voor de aftaktussenas ontwikkeld. LMRA is een korte risicobeoordeling die door uw medewerkers wordt uitgevoerd direct voor aanvang van de werkzaamheden. Download deze LMRA van de CUMELA-website en stuur die naar uw personeelsleden of stel dit onderdeel aan de orde in uw toolboxbijeenkomst.
ACTIE BIJ EERSTE KAMER TEGEN HOGE PREMIE VOOR TIJDELIJK WERK “Let op de jongeren”, zei Carolien van Vliet van Loonbedrijf Van Vliet. “Door een nulurenovereenkomst kun je ervaren wat het werk met je handen mooi maakt”, aldus Van Vliet. Zij zei dit bij de overhandiging van het manifest ‘Zo werkt het niet’ aan de vaste Kamercommissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Eerste Kamer. Het was een laatste poging om een forse premieverhoging voor tijdelijke contracten te voorkomen. “De romantiek van ons werk is dat je het buitenleven proeft”, zei Van Vliet. Door een nulurenovereenkomst wordt aan anderen van buiten de sector, onder wie ook jongeren, de mogelijkheid geboden om dit ook te ervaren. “Zo kun je ze een proefplaatsing aanbieden”, verduidelijkte Van Vliet. Jan Vrij, van AH Vrij Groen, Grond en Infra, en Van Vliet reisden daarom op dinsdag 12 maart af naar Den Haag om een manifest te overhandigen. Dit gebeurde samen met VNO-NCW, MKB Nederland en andere belangenbehartigers van werkgevers die veel te maken hebben met piekwerkzaamheden en/of seizoenswerk. Ondertussen kon het eerste deel van de campagne, gericht op de Tweede Kamer, er al voor zorgen dat de WW-boete voor scholieren en studenten kwam te vervallen.
VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de voorzitters van CUMELA Nederland. Deze editie Corné Vinke, voorzitter sectie Agrarisch loonwerk.
En nu? Als ik deze column schrijf, is het 21 maart om zes uur in de ochtend. Ik heb via de digitale kranten de overwinningen van zowel Forum voor Democratie als die van GroenLinks tot mij genomen. Ik probeer bij mezelf te ontdekken of ik hier nu blij mee moet zijn, want een overwinning op zowel links áls rechts geeft niet duidelijker aan hoe verdeeld we zijn in Nederland. En zelfs de kaart van Nederland is verdeeld. De rechterkant van Nederland is groen van het CDA en de linkerkant is grijs van Forum. Ik stond in het stemhokje en wist niet op wie ik moest stemmen. Je kijkt naar partijen en mensen die iets voor je kunnen betekenen op zowel zakelijk als persoonlijk gebied. Zowel bij de VVD, bij het CDA als bij de SGP zaten mensen die ik op deze beide terreinen hoog inschat. En het kleine beetje dat ik van Forum voor Democratie heb meegekregen over de landbouw tijdens het televisiedebat stemde mij gerust, omdat daar de Nederlandse landbouw nog op waarde werd geschat en het belang van het gezinsbedrijf werd benadrukt. Maar welke partij kan er nu nog echt iets betekenen voor mij? Eigenlijk schaam ik mij vanbinnen voor de manier waarop op televisie politiek wordt bedreven. Het lijkt wel alsof angst de drijfveer is om zieltjes te winnen: angst voor het klimaat, angst voor buitenlanders, angst voor multinationals, angst voor vlees, angst voor één Europa en angst voor géén Europa. Volwassen mannen die kampioen zijn in elkaar de les lezen, in ontwijkende antwoorden geven en die achter elke zin een ‘maar’ of ‘echter’ of ‘tenzij’ kunnen laten horen. Dan denk ik aan onze sector, waar die drie woorden maar zelden voorkomen, want bij ons is een belofte gewoon een belofte. Wij doen wat we zeggen. Wij, dé cumelabedrijven van Nederland, hebben voortdurend te maken met een overheid die regels bedenkt, die proefballonnetjes oplaat, die voorstellen doet en die zich niet realiseert dat het implementeren van wetgeving in techniek tijd vraagt. Toch slagen wij er steeds in een oplossing te bedenken voor dit soms grillige beleid. Wij zijn namelijk praktisch, innovatief, realistisch én wij doen wat we zeggen. Lef en trots… Kan CUMELA niet meedoen aan de komende verkiezingen?
Corné Vinke Voorzitter sectie Agrarisch loonwerk
GRONDIG 3 2019
69
ondernemen met
cumela
Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl
TOOLBOX Verantwoord omgaan met de mobiele telefoon Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting Taken waarover we moeten nadenken, kunnen we niet tegelijkertijd uitvoeren. Om iets goed te doen, kunnen we ons dus beter focussen op wat belangrijk is. Krijg je een belangrijk telefoontje en moet dat gesprek voorrang hebben? Staak de rest en laat het gesprek voorgaan. Kan het wachten? Werk dan door en bekijk je berichten op het moment dat je niet werkt. Veiligheid gaat voor alles.
WAAROM IS DE TELEFOON ZO VERSLAVEND? Even het weerbericht checken of een appje sturen, kijken of iemand heeft gereageerd. Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders tussen de tien en twintig keer per uur naar hun mobiele telefoon grijpen. Ook willen we steeds worden beloond, een antwoord op een berichtje krijgen of een like. We willen niets missen, maar kunnen heel veel missen. Het is namelijk o nmogelijk om alles bij te houden. Ook willen we altijd bereikbaar zijn, maar is dat echt nodig?
MULTITASKEN Hersenen schakelen razendsnel van de ene opdracht naar de andere. Als jij tijdens het rijden op je mobiel kijkt, kijk je niet op de weg. En als je tijdens het rijden een gesprek voert, gaat je aandacht naar het gesprek en in fragmenten naar wat er om je heen gebeurt. Meerdere taken tegelijk uitvoeren, is slecht voor de kwaliteit van denken en werken. Hierdoor zijn taken niet (goed) af en ook in je hoofd wordt het onrustig. Dit is vergelijkbaar met ADHD. Je ervaart meer stress en werkdruk. Zorg dus dat je telefoon geen stoorzender kan zijn als het niet nodig is.
HET GROTE GEHEEL Om over na te denken: wat voor een persoon wil je zijn? Wanneer ben je een goede werknemer? Wanneer werk je het veiligst? Hoe zou je je voelen als je iemand hebt aangereden omdat jouw aandacht niet bij je werk was? Past jouw telefoongedrag bij de antwoorden op deze vragen?
ALTIJD BEREIKBAAR IS ALTIJD AFGELEID TNO heeft onderzocht dat als je tijdens het rijden heel even op je telefoon kijkt, de kans 23 keer zo groot is dat je in een gevaarlijke verkeerssituatie terechtkomt. Daarnaast is het zo dat je vaak langer kijkt dan eigenlijk de bedoeling is. Een mobiel eist telkens weer je aandacht op door alle notificaties en (push-)berichten. Meestal zijn ze niet zo belangrijk dat ze direct aandacht nodig hebben. Door constant afgeleid te zijn, verliezen we langzaam maar zeker het vermogen om onze aandacht ergens lang op te richten. En telkens is weer tijd nodig om je aandacht er weer bij te krijgen. Zet je notificaties en pushberichten uit. Ook kun je je telefoon op ‘niet storen’ zetten en instellen wie jou wel kan bereiken.
NIET OPNEMEN EN NIET BEANTWOORDEN Het is niet verboden om je telefoon niet op te nemen of een bericht niet direct te beantwoorden. Je bent zelf degene die de keuze maakt om dat wel of niet te doen. En jij bent ook zelf verantwoordelijk voor de gevolgen. Daarentegen is het juist verboden om berichten te versturen of niet-handsfree te bellen tijdens het rijden. Toch wordt daar door veel mensen voor gekozen.
Veel slachtoffers Jaarlijks vallen er circa 600 slachtoffers (doden en ziekenhuisgewonden) in het verkeer door bellen tijdens het rijden.
Alle toolboxen zijn ook digitaal te gebruiken via de Veilig Vakwerk-dienst. Ga voor meer informatie naar www.veiligvakwerk.nl.
70
GRONDIG 3 2019
Een gesprek met je collega onderbreek je niet voor een rinkelende telefoon. Als iemand een gesprek met je wil starten, moet hij tenslotte ook wachten tot je met een ander bent uitgepraat.
TIPS EN VUISTREGELS • Als je werkt, is het de bedoeling dat je werkt en je niet laat afleiden door je mobiele telefoon. • Als je fietst en appt, word je beboet. Appen of bellen en rijden met trekker of kraan is echt onverantwoord als je bedenkt hoeveel meer schade je kunt veroorzaken dan alleen een fietser zou kunnen. Nooit doen! Als het mis gaat, heb je weinig aan “Sorry, het was niet mijn bedoeling”. Het is onverantwoord en niet meer ongedaan te maken. • Als je onder werktijd toch moet bellen of appen, zet dan je machine stil, met de bak op de grond. Dat geldt ook als de uitvoerder of je werkgever belt. Je belt terug als het veilig is. Privételefoontjes die niet dringend zijn, pleeg je buiten werktijd. • Beperk privégesprekken of -berichten tot het hoogst noodzakelijke. Als jij iemand per uur moet betalen, bijvoorbeeld de monteur voor de wasmachine, kun je het ook niet waarderen dat je een bepaald aantal euro’s voor privé bellen betaalt omdat hij belt terwijl hij voor jou bezig is.
Rijden en bellen gaan niet samen. Bel pas als de trekker stilstaat.
• Zorg dat jouw telefoongedrag niet tot irritaties leidt bij anderen, bijvoorbeeld door je appjes te bekijken terwijl je in gesprek bent met iemand of door de hele pauze op je telefoon te turen en niets tegen je collega’s te zeggen. Luidruchtig bellen waar anderen bij zijn, is één van de grootste telefoonirritaties. • Verspreid foto’s of berichten die over het werk gaan niet via social media. Dit kan grote gevolgen hebben voor het imago van het bedrijf. Het imago van het bedrijf kan ook worden beïnvloed door jouw belgedrag. • Spreek elkaar beleefd aan op asociaal of onverantwoord telefoongedrag.
Handfree bellen Ook bij handsfree bellen is de aandacht niet bij de weg en op het moment dat jouw brein schakelt, is je aandacht niet bij het gesprek.
TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo FOTO’S: CUMELA Communicatie
GRONDIG 3 2019
71
ondernemen met
cumela
“Wat is de vraag achter de vraag?” Infolijn is nu CUMELA Ondernemerslijn Sinds 1 april is de infolijn vervangen door de CUMELA Ondernemerslijn. De naamsverandering luidt een aantal veranderingen in. Uiteraard kunnen ondernemers er nog steeds terecht om antwoorden op hun vragen te vinden, maar de service gaat verder. Zo is er ook ruimte om van gedachten te wisselen over onderwerpen, te sparren of gewoon een goed gesprek te voeren.
Vincent Tijms neemt vier dagen per week de telefoon op.
72
GRONDIG 3 2019
De telefoon gaat. “Met de CUMELA Ondernemerslijn, Vincent Tijms, goedemorgen”, zegt Vincent Tijms met een rustige stem wanneer hij de telefoon opneemt. Op het moment dat de telefoon gaat, laat hij datgene waarmee hij bezig was voor wat het is en gaat alle aandacht naar het telefoongesprek. Sinds 1 april wordt de telefoon vier dagen per week opgenomen door Tijms. “Een groot verschil ten opzichte van de infolijn”, zegt Tijms. “Toen werd de telefoon bij toerbeurt opgenomen door één van de bedrijvenadviseurs.”
Kwaliteit verbeteren De naamsverandering van deze service, die er speciaal is voor leden van CUMELA Nederland, staat symbool voor het verder verbeteren van de kwaliteit. Dat is iets wat Tijms moet gaan waarmaken. Een uitdaging die hij graag aan wilde gaan toen hij hoorde van de plannen om de kwaliteit van de Ondernemerslijn te verbeteren door te kiezen voor een vrijwel consequente bemanning door één persoon. “Ik was tot januari juridisch adviseur omgevingsrecht”, zegt Tijms.
“Veel ondernemers kennen mij daardoor ook al. Ik heb ze wel eens van advies voorzien of op een andere manier geholpen”, vertelt hij. De ervaringen die hij in die rol opdeed, gebruikt hij nu weer om ondernemers nog beter te helpen wanneer ze bellen naar de CUMELA Ondernemerslijn. “Wij denken na over de vraag achter de vraag. Dat wil ik weten”, aldus Tijms. Een opmerking die hij verder uitlegt. “Iemand belt op met een vraag. Dat kan heel breed zijn, maar vaak komt de vraag voort uit andere vragen die op de achtergrond spelen”, geeft hij aan. Tijms probeert dan door middel van doorvragen of gewoon door het gesprek aan te gaan te achterhalen wat er nog meer speelt. “Ik probeer een ondernemer verder te helpen.”
Goed beeld van de situatie Tijms houdt van de grote verscheidenheid aan vragen waarmee hij via de Ondernemerslijn te maken krijgt. “Er is geen draaiboek en ik leer alles gaandeweg”, vertelt hij. Ook de contacten met de ondernemers waardeert hij, maar het mooiste aan zijn werk vindt hij het dat hij kan helpen. “Je probeert te achterhalen of er meer speelt en door de vraag heen te prikken. Net dat stapje extra wil ik bieden.” Iets wat Tijms bijvoorbeeld tegenkomt, is een ondernemer die een vraag krijgt van een personeelslid over zijn rechten. “Die heeft bijvoorbeeld op een verjaardag vernomen dat hij ergens recht op zou hebben. Hij legt de vraag bij de ondernemer neer. Die weet het niet en belt met ons, maar vervolgens blijken er meer zaken op personeelsgebied niet op orde te zijn, omdat de ondernemer het niet weet. Ik kan hem dan een PO-scan aanbieden en hem op die manier verder helpen.” Een heel concreet voorbeeld dat Tijms aanhaalt, is het 40-urige arbeidscontract onder de CAO-LEO. “Dat kan echter helemaal niet. De arbeidsduur is vastgesteld op maximaal 38 uur en toch kom ik de 40-urige contracten tegen”, vertelt Tijms. Doordat hij sinds 1 januari vier dagen per week de telefoon opneemt, kan hij op veel vragen al een antwoord geven. “Kan ik dat niet, dan weet ik precies wie ik moet activeren.”
bovenaan”, vertelt Tijms. Hij stopt met praten als de telefoon gaat. “Met de CUMELA Ondernemerslijn, Vincent Tijms, goedemorgen.” De volgende ondernemer eist zijn aandacht op. “Was de medewerker nog een student? Is hij begonnen toen hij nog een BBL’er was?” Het trekkerrijbewijs levert nog steeds veel vragen op.
Meedenken met de ondernemer “In deze casus wilde de ondernemer weten of zijn medewerker recht heeft op een vergoeding van het T-rijbewijs”, vertelt Tijms. Hij kan dan op basis van de ervaring die hij via eerdere vragen heeft opgedaan het juiste advies geven. De vragen gaan alle kanten op en ook de hoeveelheid vragen per e-mail of telefoon laten grote verschillen zien. “Het gaat van vragen over waar je goedkoop kunt tanken tot aan het meedenken over het wel of niet in dienst nemen van personeel”, zegt Tijms. Want, zo benadrukt hij, de Ondernemerslijn is er niet alleen voor antwoorden, maar ook om mee te denken, te sparren of gewoon te luisteren. “Ondernemers krijgen elke dag met veel verschillende zaken te maken. Of het nu grote of kleine bedrijven zijn, ze komen elke dag weer nieuwe situaties tegen. De CUMELA Ondernemerslijn is er om te luisteren of om te helpen het antwoord te vinden. Het kan gaan over bestekken, een overname, certificering, vergunningen en personeel of om gewoon de bevestiging te krijgen dat je het als ondernemer goed doet.” Het grote voordeel is ook dat nu Tijms er meerdere dagen per week zit hij ook kan kijken wat er beter moet en waaraan er behoefte is. “Als je ziet dat er onderwerpen zijn die veel vragen oproepen of dat er zaken zijn die heel erg leven, kan ik daar anderen weer op attenderen. Die kunnen het dan oppakken en zo ook de service vanuit CUMELA vergroten.” Het gebruik van de Ondernemerslijn is onderdeel van het lidmaatschap, waarmee het een waardevolle toevoeging is van lid zijn van CUMELA Nederland. “Wij zijn er voor de ondernemers”, eindigt Tijms. TEKST & FOTO: Herma van den Pol
Ook via e-mail Het werk gaat echter verder dan de telefoon opnemen, want zodra de telefoon niet gaat, houdt Tijms de e-mail nauwlettend in de gaten. “Ook op die manier komen vragen binnen. Ik probeer dan zo snel mogelijk een antwoord te geven. Het kan zijn dat ik het antwoord weet, maar het kan ook zijn dat ik de e-mail doorzet naar een collega van CUMELA Advies die het antwoord weet en geef in dat geval aan wanneer er een antwoord kan worden verwacht.” Het streven is dan ook om elke ondernemer te helpen. “Deze dienst is er speciaal voor ondernemers die lid zijn. Ook bij ingewikkelde kwesties zoeken we net zo lang totdat de ondernemer weer verder kan. Klantvriendelijkheid staat
Vragen die veel gesteld worden aan de CUMELA Ondernemerslijn: • Hoe werken de vergoedingen voor overwerk in het weekend? • Wanneer komt mijn werknemer in aanmerking voor zorgverlof? • Welke formulieren moet ik gebruiken en welke meldingen moet ik gedaan hebben bij het transporteren en toepassen van grond? • Wilt u met mij meedenken over het aannemen van grondwerk in Duitsland? • Welke wijzigingen zijn er van kracht met betrekking tot het wegen van mest? De antwoorden krijgt u door contact op te nemen met de Ondernemerslijn: 033 - 247 49 99 of ondernemerslijn@cumela.nl.
GRONDIG 3 2019
73
ondernemen met
cumela
Met een certificaat toegang tot alle bouwplaatsen Generieke Poortinstructie is op 1 april 2019 ingegaan Op 1 april 2019 wordt op veel bouwplaatsen in Nederland de Generieke Poortinstructie (GPI) verplicht. Het is een initiatief van de deelnemers aan de Governance Code Veiligheid in de bouw. De voorlichting over veiligheid in de bouw wordt op deze manier geüniformeerd. Het doel is dat iemand met dit veiligheidscertificaat toegang krijgt tot alle bouwplaatsen in Nederland.
Het doel van de GPI is om te voorkomen dat bouwplaatsmedewerkers zich voor elke bouwplaats of verkeersafzetting afzonderlijk moeten voorbereiden, met een aparte poortinstructie. Met de GPI is er nu één uniforme poortinstructie, waarvoor bouwplaatsmedewerkers zich jaarlijks dienen te certificeren.
De GPI geldt op alle bouwplaatsen van bedrijven aangesloten bij de Governance Code Veiligheid in de bouw.
74
GRONDIG 3 2019
Waar geldt de GPI? De GPI geldt op alle bouwplaatsen bij de bedrijven die zijn aangesloten bij de Governance Code Veiligheid in de bouw. Dit zijn bedrijven zoals Ballast Nedam, BAM, Besix, Dura Vermeer, Heijmans, Strukton, TBI, Unica, Van den Herik en
Hoe behaal je het GPI-certificaat? VolkerWessels, maar ook opdrachtgevers als Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf, ProRail en andere diensten hebben zich aangesloten. Op dit moment doen ruim 120 organisaties mee.
1. Ga naar de GPI-website, www.gpi.nu. 2. Gebruik de door je werkgever gekochte inlogcode om de instructie te volgen en de toets te maken. 3. V olg de instructie en maak de toets. 4. Download het certificaat, bewaar het op je mobiel of druk het af. 5. D raag het certificaat altijd bij je!
De aangesloten bedrijven en organisaties verwachten dat alle onderaannemers, zzp’ers en leveranciers die een bouwplaats of verkeersafzetting betreden vanaf 1 april 2019 in het bezit zijn van een GPI-certificaat. Zonder geldige GPI-registratie wordt de toegang ontzegd. De GPI vervangt alle losse algemene veiligheidsintroducties op bouwplaatsen van de aangesloten bedrijven en organisaties.
op: óók een geldig legitimatiebewijs is verplicht voor toegang op de bouwplaats (paspoort of identiteitsbewijs, géén rijbewijs). Ook als iemand al in het bezit is van een (VOL) VCA-certificaat of Digitaal Veiligheids Paspoort (DVP) moet hij de GPI volgen.
Drie modules
Positief gestemd
In de bouw wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende GPI-modules. De GPI die moet worden gevolgd, hangt af van de aard van de werkzaamheden en de bouwplaats. • GPI B&U (voor burgerlijke en utiliteitsbouw). • GPI Infra (voor grond-, weg-, rail- en waterbouw). • GPI Installatie (voor monteurs en installateurs die zowel voor B&U, Infra als op projecten voor bestaande bouw komen). Alle aannemers die deelnemen aan de Governance Code Veiligheid in de bouw informeren hun onderaannemers over het behalen van de GPI vóór 1 april 2019 en/of hebben het opgenomen in hun inkoopvoorwaarden. De kosten voor de GPI komen voor rekening van de werkgever en bedragen 8,75 euro exclusief btw. Het certificaat is één jaar geldig. De medewerker volgt via internet een instructie en doet aansluitend een toets, vóórdat hij of zij naar de bouwplaats komt. Dit duurt ongeveer 25 minuten. De instructie is in zes talen te volgen en de toets is in zeventien talen te maken. Als de toets succesvol is afgelegd, wordt dit vermeld in het Register GPI en ontvangt de medewerker een certificaat (in pdf) dat één jaar geldig is. Vanaf 1 april 2019 is dit certificaat, in combinatie met vermelding in het Register GPI, verplicht voor toegang op bouwplaatsen bij bedrijven die zijn aangesloten bij de Governance Code Veiligheid in de bouw. Iemand dient het certificaat altijd bij zich te dragen. Ook een digitaal exemplaar op de mobiele telefoon volstaat. Let
CUMELA Nederland is positief gestemd over de GPI. Ervan uitgaande dat dit initiatief draagvlak krijgt in heel Nederland zal het de kosten verlagen en de veiligheid en efficiency verhogen. Al in 2017 nodigde CUMELA Nederland een afvaardiging van de Governance Code Veiligheid in de bouw uit in Nijkerk. Aanleiding waren toen de twee veiligheidsinstructies ‘Aanrijdbeveiliging’ en ‘Verplaatsen van graafbakken’. Ook nu blijft goed overleg met de Governance Code relevant. Veel van de veiligheidsvoorschriften die binnen de Governance Code door grote aannemers worden afgesproken, hebben rechtstreeks invloed op de te nemen maatregelen voor o nderaannemers en ingehuurde bedrijven. Het is van groot belang dat ook die maatregelen door de deelnemende partijen uniform, realistisch, haalbaar en betaalbaar worden uitgelegd. Voor dit overleg slaat CUMELA Nederland de handen ineen met collega-brancheorganisaties, zoals Bouwend N ederland en TLN. Zie voor meer informatie www.gpi.nu
TEKST: Nico Willemsen, beleidsmedewerker Grondverzet en Cultuurtechniek FOTO: CUMELA Communicatie
Wie en wanneer? DOEL
SITUATIE
GPI
Werken op de bouwplaats of verkeersafzetting
werken op de bouwplaats
Ja
inhuur
Ja
onderaanneming
Ja
eigen medewerker niet werkzaam op bouwplaats
nee, alleen bezoekers GPI
Bezoek bouwkeet
niet van toepassing
nee, alleen bezoekers GPI
Leveren op bouwplaats of verkeersafzetting (achter bord met veiligheidsinstructie)
niet van toepassing
ja
Bezoek bouwplaats onder begeleiding
niet van toepassing
nee, alleen bezoekers GPI
Afgifte buiten bouwplaats
niet van toepassing
nee
GRONDIG 3 2019
75
ondernemen met
cumela
Terugvorderen van studiekosten Wat als een werknemer na een dure studie vertrekt? Er zijn goede argumenten om door middel van een opleiding te investeren in werknemers, maar wat nu als een werknemer na een dure opleiding vertrekt? Geralde van de Bunt, adviseur juridische zaken bij CUMELA Advies, legt u uit wat vooraf moet worden gedaan om een deel van de studiekosten te kunnen terugvorderen.
Neem het studie kostenbeding op in de arbeids overeenkomst]
Studiekostenbeding U mag met uw werknemer afspreken dat hij (een deel van) de kosten voor een opleiding terugbetaalt wanneer hij b innen een bepaalde tijd na afronding van de opleiding op eigen initiatief vertrekt. Dit kan door middel van een zogenaamd studiekostenbeding, dat u met de werknemer overeenkomt voordat de opleiding start. In de wet komt het studiekosten beding niet voor, dus moeten we kijken naar de rechtspraak. De Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan in Nederland, heeft de kaders van het studiekostenbeding bepaald en stelde de volgende criteria vast voor het studiekostenbeding: • Het beding benoemt de periode waarin de werkgever baat heeft van de door de werknemer opgedane kennis of vaardigheden. • Het beding bepaalt uitdrukkelijk dat er studiekosten moe ten worden terugbetaald aan de werkgever als de dienstbe trekking tijdens of onmiddellijk na afloop van de studie periode eindigt. • De terugbetalingsverplichting vermindert naar evenredig heid van het verloop van die periode. Naast de drie voorgaande criteria stelde de Hoge Raad nog een aantal andere bijkomende voorwaarden. Zo mag het salaris van de werknemer door de terugbetaling van de
76
GRONDIG 3 2019
studiekosten nooit lager uitkomen dan het wettelijk mini mumloon. Ook moeten de ernstige consequenties voor de werknemer duidelijk aan hem worden uitgelegd voordat het studiekostenbeding wordt overeengekomen. Ten slotte kun nen redelijkheid en billijkheid onder omstandigheden met zich meebrengen dat de werkgever de studiekosten toch niet kan terugvorderen, bijvoorbeeld wanneer de werkgever het initiatief neemt tot de beëindiging van de arbeidsovereen komst of wanneer de situatie op het werk onzeker is, waar door de werknemer een andere baan zoekt en zelf ontslag neemt. Dat geldt ook wanneer de opleidingskosten vallen onder de normale bedrijfsinvesteringen (bijvoorbeeld VCA). Rechters stellen werknemers geregeld in het gelijk wanneer zij zich beroepen op goed werkgeverschap om hun studie kosten niet terug te hoeven betalen.
Contract voor bepaalde tijd In 2017 oordeelde een Amsterdamse rechter dat een werk nemer met een contract voor bepaalde tijd extra wordt ge troffen door een studiekostenbeding. Als zijn contract afloopt, is hij niet alleen zijn baan kwijt, maar moet hij ook nog eens de studiekosten terugbetalen. Vanwege dat dubbele nadeel worden er nog zwaardere eisen gesteld aan het studiekosten beding bij een contract voor bepaalde tijd:
CAO & ZO Concurrentiebeding is een lastig ding • Voorafgaand aan de arbeidsovereenkomst moet de werkgever de werknemer uitdrukkelijk wijzen op de gevolgen daarvan. • Bij het aangaan van de studiekosten moet hij de werknemer er nogmaals expliciet op wijzen dat het volgen van de opleiding tot een terugbetalingsverplichting kan leiden. •D e precieze kosten moeten worden besproken (bedragen noemen). • De kans op voortzetting van de arbeidsovereenkomst moet worden besproken. De rechter oordeelde in deze zaak dat het voor de werknemer niet voldoende duidelijk was dat van ‘beëindiging van het dienstverband op verzoek van de werknemer’ ook sprake is wanneer de werknemer het contract voor bepaalde tijd niet wil voortzetten. Deze onduidelijkheid komt voor risico van de werkgever, met als gevolg dat de werknemer de studiekosten niet hoeft terug te betalen. Een duidelijke formulering is dus belangrijk! Op de transitievergoeding mogen - onder meer - die studiekosten die zijn gemaakt ter verbetering van de arbeidsmarkt positie van de werknemer in mindering worden gebracht. Dit moet wel vooraf zijn vastgelegd. Dit betekent echter dat opleidingskosten die zijn gemaakt om de kennis en vaardigheden te vergroten die de werknemer nodig heeft voor zijn eigen functie of een andere functie binnen de onderneming van de werkgever niet op de transitievergoeding in mindering kunnen worden gebracht.
Opnemen in arbeidsovereenkomst Een belangrijke tip is om in elk geval het studiekostenbeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst. In de modelovereenkomsten van CUMELA Nederland is het studiekostenbeding al opgenomen, maar mogelijk geldt dat niet voor alle (oudere) arbeidsovereenkomsten die u heeft gesloten met uw werknemers. Wees u er ook van bewust dat er extra voorwaarden worden gesteld aan regelingen met werknemers die een tijdelijk contract hebben. Voor de zekerheid kunt u, voordat uw werknemer daadwerkelijk een opleiding gaat doen, de afspraken bevestigen in een afzonderlijke overeenkomst door middel van een studiekostenformulier. De overeenkomst en de gevolgen hiervan bespreekt u vervolgens mondeling met uw werknemer. Heeft u vragen over het opstellen van een passend studiekostenbeding? Of heeft een werknemer zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en wilt u weten of u studiekosten in mindering kunt brengen op de eind afrekening? Neem gerust contact op!
TEKST: Geralde van de Bunt, adviseur juridische zaken CUMELA Advies FOTO: CUMELA Communicatie
Op 6 februari 2019 deed de Rechtbank Midden-Nederland in verschillende z aken uitspraak over de geldigheid van een concurrentiebeding. In alle zaken oordeelde de rechter dat het concurrentiebeding geen stand kon houden. Is dat toeval of is het concurrentiebeding verleden tijd? Het eerste geval heeft betrekking op een manager die voor negen maanden in dienst treedt bij een bedrijf dat zich bezig houdt met verpakkingsmaterialen. Daarin is een concurrentiebeding van een jaar opgenomen. Onderdeel van dat beding is een uitgebreide schriftelijke toelichting waarom er sprake zou zijn van een zwaarwegend bedrijfsbelang. In die toelichting wordt uiteengezet dat de werk nemer toegang heeft tot knowhow, relaties en andere concurrentie gevoelige informatie. De rechter overweegt dat een concurrentiebeding volgens de wet niet mag, tenzij de werknemer in een specifieke functie werkzaam is en dan moeten een specifieke afweging en motivering volgen. Dat was hier niet het geval. In de m otivering beperkt de werkgever zich tot algemeenheden die voor tal van werkgevers en werknemers kunnen gelden. Bovendien bleek ter zitting dat hetzelfde concurrentiebeding ook aan andere managers werd opgelegd. Ten slotte laat de rechter meewegen dat het concurrentiebeding eenzijdig is opgelegd, waardoor er dus geen afweging van belangen heeft plaatsgevonden. In een tweede zaak treedt een werknemer na zijn stage in dienst bij een bedrijf dat werknemers detacheert. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding voor de duur van een jaar overeengekomen. De rechter weegt het belang van de werkgever tot bescherming van zijn bedrijf af tegen het belang van de werknemer op een vrije arbeidskeuze. Daarbij overweegt de rechter dat er s prake is van iemand die kort daarvoor een schoolverlater was, nauwelijks zijn interne training had afgerond, nooit gedetacheerd is geweest en van wie het niet aannemelijk is dat hij over bedrijfsgevoelige informatie beschikt. Onder die omstandigheden wordt de werknemer onevenredig benadeeld en onevenredig beperkt in zijn recht op een vrije arbeidskeuze. Blijkbaar wil de rechtbank op 6 februari 2019 het signaal afgeven dat een werkgever er nog niet is met het standaard opnemen van een concurrentiebeding. Zo’n beding is een zwaar instrument. Het beperkt de werknemer immers in zijn mogelijke toekomstige werkzaamheden. Een concurrentiebeding kan gerechtvaardigd zijn, maar de veel voorkomende praktijk dat een dergelijk beding min of meer standaard in een arbeidsovereenkomst wordt opgenomen, werd hier hard afgestraft.
Sander van Meer teamleider Advies en Arbeidsmarkt
GRONDIG 3 2019
77
DE NIEUWE GENERATIE ROBOCUT
Oplossingen voor probleemloos landschapsonderhoud
Bel voor een demo: 0031-475 487 021
Geld sparen – Kemper fahren nt! Vroeg beslissen loo
Maak nu gebruik van de voorverkoop korting:
Wereldwijd de nr. 1 bij maïsbekken
Fred van der Eijk | Telefoon: +31 610 93 43 53 info@kemper-stadtlohn.de
ZAND- OF GRONDPRODUCTEN NODIG? UW AFVAL WEGBRENGEN WANNEER HET U UITKOMT? AFVALZORG BIEDT DE OPLOSSING Afhalen van ■ Straatzand ■ Vulzand ■ Metselzand ■ Brekerzand ■ Teelaarde ■ Bomengrond ■ Zwarte grond ■ Compost ■ Menggranulaat
Brengen van ■ Restafval ■ Hout ■ Grond ■ Puin ■ Groen ■ Bouw- en sloopafval
Zes dagen geopend, ook tijdens vakanties
Pinautomaat aanwezig
Gemakkelijk bereikbaar
Zonder afspraak en zonder wachttijden
AFVALZORG GRONDSTROMEN LIMBURG Locatie Belvédère Maastricht Industrieweg 4 6219 NR Maastricht T 088 - 801 07 72
E maastricht@afvalzorg.nl
www.afvalzorg.nl
Volg ons op Twitter: www.twitter.com/afvalzorg
Vanggewas in de maïs U BESLIST
Het gras vóór of tijdens de maïs inzaaien
Rietz we kgras
nk Onde
r zaai
Gelijk me t inzaai m aïs of
voor het • Houd sluiten v t zich st an het ge aande o gewas m n der scha was • Ontw aïs staat d u w wanne • Zorg ikkelt zich vlot e r er een v t vo do ol minder vor ex tra opbouwor na de maïsoo gst organisc • Bij ge erlies van n h stof in utr lijktijdige de bode inzaai is iënten m, dus het in éé n werkg ang uit t e voeren
Maïs On de
Italiaans raaigras &
r zaaiMix
Engels r aaigras
Voor slu iten van h
et gew
as Snelle k ie m in g gee en t • Ont n overlast onde rage ontwikkeli ng, waar w ik • Vee kelt zich vlo rvindt door de l massa t door na maïs in d het voor e maïso snede a o ja f g t a s e r, dus m • Goe ogelijkh t de bewohalen eid om e r teling, d en extra us mind er verlie s van nu triënten . •
MaïsGra s
Kropaar
& Engels
raaigras
Voor slu iten van h
et
gewas • Trage beginon twikkeli over ng, dus d • Houdlast van e maïs o t zich st ndervind a ande on gewas m t hier ge der scha en • Ontw aïs staat d u w ik w anneer e • Goed kelt zich prim r een vol e droogt a etoleran na de maïsoog st tie
DLF BV • Postbus 1 • 4420 AA Kapelle • Tel. +31 (0)113 347 911 • www.dlf.nl • info@dlf.nl DLF • H. van Veldekesingel 150 - bus 30 • 3500 Hasselt • Tel. +32 (0)11/32.13.65 • www.dlf.be • info@dlf.be
Aan deze advertentie kunnen geen rechten worden ontleent.
Rietzwe n
ondernemen met
cumela
Werknemer kost € 30,- tot € 50,- per uur Arbeidsbenutting heeft grote invloed Uit het bedrijfsvergelijkende onderzoek CUMELA Kompas Analyse blijkt dat goede en betrokken medewerkers, voldoende marge en de productiviteit belangrijker zijn voor een goed rendement dan de kostprijs van uw arbeidskrachten. Toch is het belangrijk om de kosten van arbeid goed in beeld te hebben. De arbeidskosten bedragen op een gemiddeld cumelabedrijf immers ruim 44 procent van de kosten.
De personeelskosten zijn op de cumelabedrijven een belangrijk onderdeel van de kostprijs. Deze kosten zijn veel meer dan alleen het loon dat de werknemer krijgt, want naast loon krijgt hij ook kleding, reiskostenvergoeding of een auto en extra attenties en zijn er ook kosten voor cursussen. Ook deze kosten moeten worden terugverdiend in de uren dat de werknemer aan het werk is. Helaas moet hij niet alleen de kosten voor zichzelf verdienen. Op een bedrijf zijn er ook nog mensen aan het werk, zoals een planner, het secretariaat en een ondernemer, die moeten worden betaald uit de opbrengsten per gewerkt uur. Ook die kosten worden daarom toegerekend aan de uurkosten van een werknemer. De kunst is om al die extra kosten in beeld te brengen en op de juiste wijze in het uurtarief door te berekenen. Op basis van de CAO LEO en CUMELA Kompas Analyse maken we een voorbeeld voor een gemiddeld bedrijf.
Personeelskosten per uur De belangrijkste component in de uurkosten is het loon van de werknemer. Als basis voor dit voorbeeld nemen we allround medewerker (groep D7) in de CAO LEO. De kosten hiervoor komen op jaarbasis uit op € 42.207,- voor dienstverbanden langer dan een jaar en € 42.837,- voor dienstverbanden korter dan een jaar. Dit zijn de kosten voor bruto lonen en werkgeverslasten, waaronder premies sociale lasten en belastingen. Een werknemer zelf houdt hier netto € 25.033 van over. In 2019 heeft een medewerker bij een fulltime dienstverband 1569 uur beschikbaar om zijn werkzaamheden uit te voeren. De kosten per gewerkt uur zijn dan € 26,89. Dit is exclusief overige directe personeelskosten, zoals werkkleding, opleidingen en cursussen, een kerstpakket, representatiever goedingen, een verzuimverzekering, arbokosten, personeelsuitjes, uitkering van ziektegeld, subsidies et cetera.
80
GRONDIG 3 2019
Overige personeelskosten Om de uurkosten te berekenen, is het noodzakelijk om de overige personeelskosten te kennen. Een indicatie daarvoor kunnen we afleiden uit de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse. Hier worden de arbeidskosten vastgelegd inclusief overige personeelskosten. In 2017 kwamen de betaalde arbeidskosten uit op € 46.817 per fte. Dit is € 6797 hoger dan de toen geldende loonkosten volgens de CAO LEO van € 40.020,- per jaar (ruim € 2000,- lager dan in 2019!). Uitgaande van het aantal beschikbare uren in dat jaar betekent het dat de overige personeelskosten bij benadering uitkomen op € 4,32 per uur. Natuurlijk kun je kanttekeningen plaatsen bij deze benadering, omdat bijvoorbeeld niet iedereen wordt beloond in D7, er sprake is van uitbetaling van overuren en er ook andere cao’s worden toegepast. Het maakt duidelijk dat naast de loonkosten en werkgeverslasten het belangrijk is om ook te kijken naar de overige arbeidskosten. In de praktijk zullen deze kosten waarschijnlijk iets lager liggen, zo rond de € 2,- à € 3,- per uur.
Factureerbare uren De uurprijs die tot nu toe is berekend, is gebaseerd op 1569 gewerkte uren. Helaas zijn er maar weinig personeelsleden die honderd procent factureerbare uren halen. In de cumelasector heeft het uitvoerend personeel ook tijd nodig voor transport, aan- en aflooptijd (aankoppelen, schoonmaken, aftanken), reparatie, onderhoud, storingen en wachttijd. Stel dat de uren van een werknemer voor 90 procent door te belasten zijn aan de klant, dan komt dit neer op 1412 factureerbare uren per jaar. In die uren moet het loon van de werknemer worden terugverdiend. Op basis van het genoemde jaarloon volgens de CAO LEO van € 42.207,- komt dit neer op een kostprijs van € 29,88 per uur. We weten dat het aantal factureerbare uren in het grondverzet hoger ligt dan in het agrarisch loonwerk. Hoe de getallen exact liggen, is bij de meeste
bedrijven echter niet bekend, terwijl het voor het vaststellen van de kostprijs juist ook van belang is om te weten hoe hoog de productiviteit is. In tabel 1 is weergegeven wat de kostprijs is van een uitvoerend medewerker bij verschillende productiviteitspercentages. In de tabel is te zien dat de kosten per uur bij een productiviteit van 65 procent een stuk hoger uitkomen dan bij een genoemde productiviteit van 90 procent. De kosten komen dan uit op € 41,37 per uur. In beide gevallen hebben we geen rekening gehouden met de overige personeelskosten. Doen we dit wel, dan komt er nog ruim € 4,- overheen. In de tabel hebben we hiervoor de totale arbeidskosten uit CUMELA Kompas Analyse genomen. Bij een productiviteit van 90 en 65 procent komen de kosten dan uit op respectievelijk € 33,07 en € 45,78 per uur.
Tabel 1. O verzicht arbeidskosten per uur, rekening houdend met het percentage factureerbare uren. Brutoloon en werkgeverslasten CAO LEO 2019
Totale arbeidskosten CUMELA Kompas Analyse 2017*
50%
53,79
59,52
55%
48,90
54,11
60%
44,82
49,60
65%
41,37
45,78
70%
38,42
42,51
Kostprijs op basis van percentage factureerbare uren:
75%
35,86
39,68
80%
33,62
37,20
85%
31,64
35,01
90%
29,88
33,07
95%
28,31
31,33
100%
26,89
29,76
* Inclusief berekende vergoeding niet-betaalde ondernemer.
De uurkosten zijn berekend op de loonkosten van € 42.207,voor het cao-loon en de kosten per fte van € 46.817,- zoals deze uit CUMELA Kompas Analyse naar voren komen.
Oplopende loonkosten Gemiddeld stegen de lonen in de afgelopen tien jaar met 1,79 procent. Onderstaande grafiek laat dit zien. In 2010 kostte een werknemer nog bijna € 36.000,- per jaar, maar inmiddels is dit gestegen naar ruim € 42.200,- per jaar.
Toelichting bij Grafiek 1: het aantal uren per jaar wisselt iets doordat sommige jaren meer werkbare dagen hebben of feestdagen die in het weekend vallen.
Gemiddeld aantal beschikbare uren Aantal werkdagen in 2019 261 x 7,6 uur = 1983,6 Vakantiedagen 26 x 7,6 uur = 197,6 Atv-dagen 13 x 7,6 uur = 98,8 Feestdagen 6 x 7,6 uur = 45,6 Rouw, trouw, dienstverbanddagen, senioren 3 x 7,6 uur = 22,8 Ziektedagen 6,5 x 7,6 uur = 49,4 - Aantal beschikbare uren voor arbeid
414,2 1569,4
Meer inzicht in de kostprijs? Wilt u weten hoe de kostprijs van arbeid is in uw onderneming? Ga dan in gesprek met één van de adviseurs bedrijfskundige zaken. Bel hiervoor naar de CUMELA Ondernemerslijn op (033) 247 49 99 of stuur een e-mail naar ondernemerslijn@cumela.nl. CUMELA Advies wil de komende maanden ook een studieclub starten om be drijven te helpen heel precies de uurkosten in beeld te brengen. Heeft u daarvoor belangstelling en voldoende cijfermateriaal, dan kunt u zich op hetzelfde nummer aanmelden.
Voldoende verdienen In deze berekeningen is nog geen rekening gehouden met de overheadkosten van een bedrijf, van de administratieve kracht voor een aantal uren per week tot een planner en werkvoorbereider op grotere bedrijven. Hoe je die kunt doorberekenen, belichten we in een volgend artikel. Voor een eerste indruk van de eigen kosten is het vooral belangrijk om een indicatie te hebben van de productiviteit van de werknemers. Tel je al die uren op en weet je de totale personeelskosten, dan heb je al een indicatie van de uurkosten op het eigen bedrijf. Het zal vaak variëren € 30,- tot op sommige bedrijven richting de € 50,- per uur. Natuurlijk kan op een trekker met kipper een werknemer zitten met lage arbeidskosten, maar bedenk dan wel waar die beter betaalde werknemer zit. Alleen als die per uur voldoende verdient, is het bedrijf rendabel.
Totale loonkosten In de berekening van de totale loonkosten is met de volgende zaken gerekend: • Inclusief vakantietoeslag. • Exclusief SAZAS c.q. premie verzuimverzekering/pluspakket. • Exclusief levensloop en auto van de zaak. • Toepassing van gemiddelde gedifferentieerde premie WGA kleine werkgever.
TEKST: Dieuwer Heins, Adviseur bedrijfskundige zaken
GRONDIG 3 2019
81
ondernemen met
cumela
BEDRIJVIG
De vraag aan de Ondernemerslijn “Mijn personeel heeft roostervrije dagen (atv-dagen) opgespaard, tot wel tien jaar terug. Moet ik deze nu allemaal gaan uitbetalen?” Vincent Tijms, bedrijvenadviseur binnendienst: “Uw fulltime (38 uur per week) werknemer bouwt dertien roostervrije dagen per jaar op. Als werkgever stelt, u in onderling overleg met uw werknemer, deze dagen schriftelijk vast. Als een werknemer op een schriftelijk vastgestelde roostervrije dag arbeidsongeschikt is door ziekte of zwangerschaps- en bevallingsverlof vervalt het recht op deze roostervrije dag. Bij ziekte worden ook geen roostervrije dagen opgebouwd. Roostervrije dagen die op 1 april in het jaar volgend op het jaar dat ze zijn opgebouwd niet zijn opge nomen, worden uitbetaald. Dit gebeurt op basis van 130 procent. Terugkomend op de vraag: het kan dus niet zo zijn dat roostervrije dagen worden gespaard.”
Heeft u ook een vraag? Stel uw vraag aan de medewerkers van de CUMELA Ondernemerslijn via telefoonnummer (033) 247 49 99 of e-mailadres: ondernemerslijn@cumela.nl.
NIEUWE LEDEN De afgelopen periode hebben zes bedrijven zich ingeschreven als lid van CUMELA Nederland.
• Leijten VOF • Deenen BV • Lankveld Grond, Weg & Waterbouw BV • De Beimerhof • Grondverzetbedrijf A. de Bruin • Biemond & Zonen BV
SOMEREN REUSEL BOEKEL ELLECOM OPHEMERT ZWIJNDRECHT
Gun je opvolger zijn of haar fouten Als bedrijvenadviseur kom je met regelmaat bij de bedrijven aan tafel. Het leeuwendeel van deze bedrijven zijn familiebedrijven. Daar heb je te maken met verschillende generaties die samen in het bedrijf werken. Opa, vader en zoon. Of dochter, dat zien we steeds meer. Verschil in generatie geeft vaak ook verschil in inzicht en werkwijze én verschillen van mening. Opa had zijn werkwijze, vader heeft deze over genomen en geperfectioneerd en wil die nu leren aan de volgende generatie. Die generatie heeft ook zijn of haar eigen ideeën over hoe je zaken aanpakt, ingegeven door de tijdsgeest, opleiding, netwerk enzovoort. Bedrijven waar er goed wordt geluisterd naar de verschillende inzichten en argumenten komen niet zelden tot het inzicht dat er meer wegen zijn die naar Rome leiden. Open staan voor nieuwe ideeën en inzichten helpt een bedrijf verder. De markt staat tenslotte ook niet stil. Goed de voors en tegens afwegen, inzichten delen en motiveren en durven, zijn onderdeel van het ondernemerschap. Met name de laatste jaren is de markt enorm in beweging. Opa en vader zullen zeggen dat dit iets van alle tijden is, maar zeker in de richting van
82
GRONDIG 3 2019
regelgeving, procedures en certificeringen is er de laatste jaren heel wat gaande. Als de jongste generatie al wat meer de lange lijn krijgt van vader of moeder kunnen er mooie ontwikkelingen ontstaan binnen het bedrijf. De nieuwste generatie heeft ook het recht op het maken van fouten. Opa en vader hebben die ook mogen maken toch? Het is dan goed dat er altijd een stevige achtervang is, bestaande uit ervaring en begrip. De bedrijvenadviseur van CUMELA staat hier vaak tussenin. Wij zijn adviseur en sparringpartner voor alle generaties, want meer dan 90 procent van onze leden zijn familiebedrijven. Maak gebruik van onze ervaring als sparringpartner. De kennis is aanwezig. Samen zorgen we voor toekomstbestendige sterke bedrijven in de cumelasector.
Wilco Emons, bedrijvenadviseur
De praktijk spreekt... 1
EKER Z % 0 0 1 D I E OOGSTBAARH PBRENGST O E D R A A W R DE Nr. 1 in VOE NGST E R B P O L E R R Nr. 1 in KO KERHEID/ E Z T S G O O n Nr. 1 i EID LEGERVASTH GERING E L L E T R O W GEEN
vroegtot mi d den vroegrij p FAO 2 30
GENIALIS
FAO 230
Silomaïs / Korrelmaïs / CCM / Geplette maïs / MKS Top oogstzekerheid / legervastheid Vroeg- tot middenvroeg rijp Top korrel (= zetmeel) opbrengst Als silomaïs: - Top zetmeelopbrengst - Top voederwaardeopbrengst Goede stay-green Goede oogstzekerheid Zeer goede resistentie tegen bladvlekkenziekte Goede kopbrandresistentie
Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 30 003 www.kwsbenelux.com
SEEDING THE FUTURE SINCE 1856
BEDANKT VOOR UW KOMST!
Ale Heavylift Amerongen Tr. A.N.B. Vloeren Van Antwerpen Van Antwerpen Jan Bakker Bakx Beekmans Tr. Bertholet J. v/d Brand Broers Afbouw Buijs Van de Camp C-E-Rent C-E-Rent Van den Boomen Van Boxtel G.J. Crienen G.M. Damsteegt De Bruijn W.B. v/d Donk W.B. v/d Donk W.B. v/d Donk C-Infra Elshout De Bont Engelen Groen
Breda Bunschoten Berghem Den Bosch Den Bosch Oldenbroek Roosendaal Erp Kerkrade Teeffelen Berghem Leerdam Oss Groenekan Groenekan Liempde Heeswijk Dinther Baarlo Oud-Alblas Oudewater Vinkel Vinkel Vinkel Dongen Waalwijk Uden
8x4 8x2 6x2 10x4 6x4 10x8 10x8 8x4 10x4 10x4 6x2 8x8 10x4 10x4 10x8 8x4 6x2 10x4 8x4 10x8 10x8 10x4 8x4 8x4 6x6 8x4
(2x)
(2x)
(9x) (2x)
(4x) (2x) (5x) (6x)
Van Ettikhoven Geldof Gomes A. van Grunsven A. van Grunsven Hagen Gebr. v/d Heijden Geelkerken H&S H4A Jack den Olde JVV Transport Kalk Van Kessel Kooijman Leenaerts Luijendijk v/d Wal Meuva Maessen Mus Transport D. van Muilwijk Van Mensfoort Milieu Serv. Br. Mobach Tr. Bram Oskam Otte infra
Alphen ad Rijn Hoek Schiphol Uden Uden Weesp Eemnes Nistelrode Oldenzaal Sas van Gent Sint Jans Klooster Oudewater Kolham Buren Vianen Born Zuidland Berkel Venray Herwijnen Rhoon Veghel Boxtel Sluiskil Moordrecht Odijk
10x8 8x8 10x4 8x2 (2x) 10x4 (2x) 10x4 (4x) 10x4 (2x) 10x4 10x4 8x4 6x6 10x4 8x6 6x6 8x8 6x2 10x4 8x2/8x4 10x8 (2x) 10x4 8x4 8x4 4x2 8x4 10x4 (2x) 10x4
Den Ouden Cees Rasenberg Cees Rasenberg R&W Transport Reijm Ron Monsuur Royackers Remmink Rikkers Roos Rowill Cor van Schaik Schotgroep Selten Tiemissen Veeg & Infra serv. Verberne VGB-Asfalt Van Vliet Wassenberg Wensink Westdijk Wetering Z.N. Bronbem. Z.V.T.M. Zwammerdam
Schijndel Wagenberg Wagenberg Harderwijk Nieuwerkerk Badhoevedorp Milheeze Den Ham Hardinxveld Zuidland Millingen Nistelrode Heerjansdam Uden Lithooien Dirkshorn Neerkant Uden Sliedrecht Volkel Zwolle Alphen ad Rijn Heesch Langeweg Hoek Bodegraven
10x4 10x8 (2x) 8x4 (3x) 6x4 6x2 10x4 8x4 8x8 10x4 8x8 4x2/6x4 10x4 (3x) 6x6 8x8 10x4 4x2 8x4 8x2 10x4 8x4 10x4 (2x) 10x8 (2x) 10x4 6x2 8x8 10x4