vakblad voor specialisten in groen, grond en infra
22 - KONIJN: LANGE-GIEKENSPECIALIST OP DE HOUTRIBDIJK 10 - BEDREIGD, WAT NU? 18 - DUNNINK KIEST VOOR VRACHTWAGENS 32 - BAUMA 2019: ELEKTRIFICATIE EN CONNECTIVITEIT 68 - KABELSCHADE MET DE SCHOP
4 2019
WI NS TPA KK ER
NIET TE MISSEN BIG BALER VOORRAADACTIE!
KOOP EEN NIEUWE BIGBALER PLUS VOOR 01/07/2019 EN BETAAL PAS VANAF 2020! • INTERESSANTE VOORRAADAANBIEDINGEN OP DE LAATSTE 2019 MODELLEN • FLEXBALE FINANCIERING • VANAF 0% OP 36 MAAND
Ga snel langs bij uw dealer voor de voorwaarden.
DE BESTE PERS. DE BESTE SNIJKWALITEIT. DE HOOGSTE CAPACITEIT. DE BESTE PAKVORM/VULLING.
Actie geldig tot 30 juni 2019.
Colofon Grondig is het vakblad, website en digitale nieuwsbrief voor de cumelasector, specialisten in groen, grond en infra. Grondig wordt uitgegeven door CUMELA Communicatie in opdracht van CUMELA Nederland. U kunt zich via grondig.com aanmelden voor de gratis nieuwsbrief Grondig actueel. Adres CUMELA Nederland Postbus 1156, 3860 BD Nijkerk tel. (033) 247 49 00, fax (033) 247 49 01 www.cumela.nl CUMELA Ondernemerslijn (033) 247 49 99 / ondernemerslijn@cumela.nl Grondig / CUMELA Communicatie tel. (033) 247 49 50 / www.grondig.com grondig@cumela.nl / @Grondig Bladmanager Michiel Pouwels Redactie Toon van der Stok (hoofdredacteur), Gert Vreemann, Marijke Dorresteijn, Herma van den Pol Ton Herbrink (eindredacteur) Vormgeving Practicum Print Management BV, Soest Voorplaat CUMELA Communicatie Advertentiewerving Lisette Kerkhof, lkerkhof@cumela.nl Druk SMGB, Doetinchem Abonnementen Een abonnement op Grondig kan op elk moment ingaan en loopt na de eerste periode van kalenderjaar tot kalenderjaar. Een opzegging van het abonnement dient schriftelijk, vóór 1 november door ons ontvangen te zijn. Kosten abonnement Nederland € 90,- per jaar / Buitenland € 125,- per jaar. Collectieve abonnementen: op aanvraag
REDACTIONEEL Huurschaamte Laatst kwam één van onze kinderen thuis met een rode Greenwheels, zo’n deelauto die vooral in de grote steden aan populariteit wint. Na aanmelding en daarna reservering kun je daar zo vaak gebruik van maken als je wilt. Betalen gaat per dag en per kilometer. Hij is populair omdat je in de stad geen zorgen meer hebt om het parkeren, je geen geld hoeft uit te geven om een auto te kopen en je geen verrassingen krijgt zoals een andere zoon meemaakte toen hij een lekker goedkoop blits autootje dacht te hebben gekocht. Die droom is inmiddels voorbij. We moesten er aan denken bij het verhaal in dit nummer over Matrent, de nieuwe verhuurorganisatie van Bia voor Komatsu. Dat bedrijf merkt dat er in de markt steeds meer vraag komt naar het voor kortere of langere tijd huren van machines. Niet dat dit iets bijzonders is, want Caterpillar heeft al veel langer een succesvolle verhuurorganisatie. Tot nu toe zijn het vooral de grotere bedrijven die gebruik maken van deze nieuwe vorm van machinedelen. Daar is het ingegeven door de wens om de balans kort te houden. Dat wil zeggen: zo min mogelijk geld steken in machines waarvoor je eerst geld moet lenen. Minder machines op de balans betekent dan meer omzet per euro geïnvesteerd vermogen, iets waar aandeelhouders dol op zijn. Het tweede voordeel is natuurlijk dat ze precies die machine kunnen huren die ze op een klus nodig hebben: van 25 of 30 ton, met of zonder 3D-GPS, met gewone of lange giek. En natuurlijk zijn de kosten per draaiuur vooraf precies bekend. Als je dat kunt doorrekenen, weet je precies wat je per uur kunt overhouden. Inmiddels beginnen ook steeds meer middelgrote bedrijven het voordeel van huur in te zien. Niet alleen in de bouw, ook in het agrarische werk hoor je dat bedrijven ervoor kiezen om die extra machine maar even bij te huren. Bijvoorbeeld die extra shovel voor op de kuil bij de eerste snede en bij de oogst van de maïs. Of de trekker in de hakseltrein die verder alleen te duur is voor het gewone werk. De stap lijkt vooral kleiner te worden nu steeds meer bedrijven machines leasen. Gecombineerd met een onderhoudscontract worden de kosten per maand dan heel helder. Natuurlijk, met het maken van veel uren of zuinig zijn en het krijgen van een hogere inruilwaarde kun je die kosten drukken, maar in de maand dat ze stilstaan, doet het wel pijn om die afschrijving van het leasebedrag te zien. Het helpt om anders naar het gebruik te gaan kijken. In de nieuwe economie is het gewoon om zaken te delen en kijken vooral jonge mensen er niet meer van op als iemand met een Greenwheels-auto voor komt rijden. Zover is het in onze sector nog niet, want niet voor niets staat de naam Matrent nog maar klein op de machine. Het is een soort verhuurschaamte waar we nog vanaf moeten. Om te beseffen dat delen van machines soms goedkoper is dan jarenlang bezig zijn om hem rendabel te maken.
© Stichting CUMELA Communicatie, Nijkerk Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit Grondig is toegestaan na toestemming van de uitgever. Uitgever en auteurs kunnen geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade door onjuiste berichtgeving. ISSN: 2210-3260 Lidmaatschap CUMELA Nederland Lid worden? Vraag het gratis infopakket op via info@cumela.nl. Wilt u het lidmaatschap van CUMELA Nederland beëindigen, dan dient u voor 1 oktober een schriftelijke opzegging te sturen naar het secretariaat van CUMELA Nederland te Nijkerk. Het lidmaatschap eindigt dan per 31 december van dat jaar. Bij opzegging na 1 oktober eindigt het lidmaatschap op 31 december van het volgende jaar.
Team Grondig Gert, Marijke,Toon, Herma en Lisette
GRONDIG 4 2019
3
SAVE THE DATE 27 JUNI 2019 Wat gaat de toekomst de grondverzetwereld bieden? Autonoom draaien met hybride of volledig electrisch? Wat doen grote merken als Volvo Construction Equipment en Sennebogen met dit vraagstuk, en hoe gaat SMT als dealer importeur hier mee om? Veel vraagstukken welke we graag willen toelichten op een bijzondere dag. Kom 27 juni naar SMT en stap in de toekomst! Scan onderstaande QR code voor gratis toegangskaarten.
INHOUD 3 6 9 10 14 18
Redactioneel In Actie: Huiskamp BV Commentaar Bedreigd en nu? Vent & Visie: Arjan van Gangelen, rental manager Matrent Sterk Werk: Dunnink Grondverzet BV
Ondernemen met mensen 22 26 30 32 40 42 46 48 51 51
Profileren: Niek Konijn BV Grondig.com Caterpillar lanceert D6 XE De trends van de Bauma 2019 Tebbe HS 320-universeel-breedstrooier Onkruid elektrocuteren Green Deal Sportvelden nadert de streefdatum Minder kosten ĂŠn minder milieubelasting Economie In kort bestek
52 53 54 58 59 60 61 64 66 68 71 72 74
Cumelaria Gekruid Rustpunt: Hanze Wetlands BV Cumela.nl Voorzitter Toolbox: veilig werken in een rioolsleuf CAO & ZO Tachograaf en code 95 Kwaliteitsnet Landbouwverkeer steeds nuttiger Wees ook zorgvuldig bij handmatig werken BBL’er in dienst? Flexibiliteit in inzet personeel gewenst Bedrijvig
Ondernemen met
vaktechniek
Ondernemen met
cumela
Grondig 5 ontvangt u op vrijdag 14 juni!
GRONDIG 4 2019
5
ondernemen met
mensen
6
GRONDIG 3 2019
BEDRIJF IN ACTIE
Spitten en zaaien in de mestrijen
Het gebeurt nog lang niet bij alle klanten, maar spitten en zaaien is de nieuwe ontwikkeling die Huiskamp in Winterswijk vooruitlopend op mogelijke nieuwe regelgeving heeft opgepakt. Op een aantal percelen rijdt hij de mest uit op GPS in stroken op 75 centimeter afstand, waarna hij precies boven die worst met mest later ook weer op GPS de maïs zaait. Daarvoor is achter een drie meter brede Imants 48WX300H-spitmachine een Lemken Azurit 9-precisiezaaimachine bevestigd. Vaste chauffeur Martin Abbink is tijdens ons bezoek aan het werk op een mooi egaal bewerkt stuk maïsland, waar de groenbemester al goed en egaal zonder stroken en bulten is ingewerkt. “Dan zie je in de droogte ook de sporen van de bemester niet meer, constateert hij. “Dat kom ik echter nogal eens heel anders tegen. Dan heeft spitten als voordeel dat je het nog wat egaliseert.” Door de mooie omstandigheden kan hij met circa 8 km/u spitten en zaaien. Daarbij houdt hij, afhankelijk van de omstandigheden, een werkdiepte van 20 tot 25 centimeter aan. Hij controleert dit met regelmaat met een meetpin. De extra woelpoten van de spitter zijn volgens hem een must omdat anders net onder het gespitte deel een te dichte laag komt. Het water wil dan niet goed weg, is de ervaring met eerder spitwerk zonder die woelpoten. Martin concentreert zich op het rijden op de Trimble, in de wetenschap dat de maïszaden dan precies boven de mestrij worden afgelegd, ook bij gerende percelen. Op de kopeinden kan de zaaimachine iets later worden ingezet en opgetrokken. Daarvoor is voldoende pendelweg over en is er een zweefstand voor de maïszaaimachine. Martin houdt bewust ruime kopakkers aan. Dan is er goed te werken met de lange combinatie achter de trekker. Wel moet de Massey Ferguson op de kopakkers alle hefkracht aanspreken en vraagt de drie meter brede combinatie zoveel vermogen dat er niet op eco-stand kan worden gewerkt. Op een lange werkdag werkt Huiskamp ongeveer vijftien hectare af, wat neerkomt op ruim één hectare per uur. De Massey Ferguson 7726 verbruikt door het aangesproken vermogen dan wel ongeveer 300 liter brandstof per dag. Huiskamp heeft de combinatie aangeschaft om in te spelen op de aangekondigde nieuwe regelgeving. Spitten is dan volgens hem noodzakelijk om de sporen van de bemester weg te werken. Om te onderzoeken of spitten een alternatief is, heeft hij in augustus vorig jaar samen met Gerard Abbink van Groeikracht een proef met wit zand gedaan. Daarvoor is een worst van wit zand in de grond gebracht op ongeveer vijftien centimeter diep. Daarna is de grond gespit en is er een profielkuil gegraven om te zien of de mest netjes in de strook blijft waar straks ook de maïs moet gaan groeien. Het resultaat was positief, stelt Abbink. “Je ziet duidelijk dat de mest alleen lichtjes door de laag waarin hij ligt wordt gemengd. Logisch, want spitten is een niet-kerende grondbewerking.” Huiskamp gaat ervan uit hiermee te kunnen voldoen aan de verplichting van rijenbemesting bij de teelt van maïs als die in 2021 van kracht wordt. Nu is het vooral een kwestie van ervaring opdoen. Voor de rijenbemesting is er nog niet veel animo, maar boeren hebben wel belangstelling omdat met het spitten de groenbemester mooi wordt ondergewerkt, terwijl je ook een mooi zaaibed in warme grond krijgt. “We kunnen nu drie methoden aanbieden. Mest uitrijden en gelijk zaaien zoals we al jaren doen, gewoon apart mest uitrijden, land klaar maken en zaaien en deze nieuwe methode. De klant kan kiezen en straks zal wel blijken wat het beste werkt. Wij hebben in elk geval ervaring.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Gert Vreemann, Huiskamp
GRONDIG 4 2019
7
Wij weten wat we verzekeren!
“Persoonlijke aandacht en afspraken nakomen staan bij ons centraal. Ik sta graag voor u klaar!” Tom Vermeulen, verzekeringsadviseur
De verzekeringsspecialist in de cumelasector Als onderdeel van brancheorganisatie CUMELA Nederland weten we als geen ander waar u als ondernemer mee te maken heeft, met welk materieel uw werkt en welke risico’s u daarbij loopt. Onze polisvoorwaarden zijn daar dan ook volledig op afgestemd.
Onze voordelen ü Persoonlijk contact met onze specialisten ü Gemak en uitgebreide service ü Kennis van de cumelasector ü Uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding ü Soepele afwikkeling bij schade
website: www.cumelaverzekeringen.nl | e-mail: verzekeringen@cumela.nl | telefoon: (033) 247 49 60
ondernemen met
mensen
COMMENTAAR Genieten… Medio april, een prachtige avond. Na een drukke week even met de hond het land op, genieten van het prachtige paarse tulpenveld met op de achtergrond de windmolens en de zonsondergang achter de dijk in het IJsselmeer. De hond poseert braaf voor een mooie foto van dit alles. Ik begrijp best dat er zoveel toeristen naar de polder komen om de tulpenvelden in vele kleuren te aanschouwen. Het is druk, maar lang niet zo druk als in de Keukenhof. Hier heb je nog de ruimte om prachtige foto’s van de tulpen te maken. Je ziet mensen met enorme camera’s, die liggend op de grond en als het even kan tussen de tulpenbedden de mooiste plaatjes proberen te schieten. Best bizar, omdat er de afgelopen maand in de media weer veel te doen was over gewasbeschermingsmiddelen. De horde toeristen lijkt zich daar niets van aan te trekken. In de discussie over gewasbeschermingsmiddelen worden veel onjuiste of halve feiten verspreid. De publieke opinie en de politiek worden daarmee enorm beïnvloed, zoals met zoveel maatschappelijke onderwerpen gebeurt. De juiste feiten komen in de media niet tot nauwelijks voor het voetlicht, hoe de betrokken sectoren en ondernemers hiervoor ook hun best doen. Het is in elk geval een actueel onderwerp. De onlangs door minister Schouten gepresenteerde Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 zal ook invloed hebben op onze agrarisch-loonwerksector. Ook in de cultuurtechnische sector, die zich onder meer bezig houdt met het onderhoud van sportvelden, is het onderwerp van gesprek binnen de Green Deal Sportvelden. Daar komt de uitwerking van het klimaatakkoord nog bij.
Janneke Wijnia-Lemstra Algemeen directeur
Kortom, zo lopend en genietend op het land, waar de tulpen bloeien, de bieten en uien zijn gezaaid, de aardappels zijn gepoot en de windmolens langs de dijk duurzame energie opwekken, is er ook het besef dat er nog veel te doen is. Als CUMELA pakken we daar ook zeker onze rol in. Dat past ook bij onze kerntaken en kernwaarden, waarover we in onze nieuwsbrief van 24 april hebben geschreven: “Cumelabedrijven verbinden, ondersteunen en ontzorgen én zorgen voor een gezonde sector, nu en in de toekomst!”
GRONDIG 4 2019
9
HOOFDARTIKEL Bedreigd en nu?
ondernemen met
mensen
Praktische tips Een werk is van start gegaan. De cumelaondernemer doet er alles aan om de afspraken na te komen en dan krijgt de ondernemer te maken met agressie. Bedreigingen in de vorm van vandalisme, negatieve berichten via social media, protesten en in het ergste geval dreigbrieven. Wat betekent het voor de ondernemer en wat kan hij dan doen?
Eind maart besloot een ondernemer uit de cumelasector na het ontvangen van dreigbrieven een aangenomen opdracht bij de voorbereiding van een windmolenpark terug te geven. Dat een ondernemer een werk besloot te stoppen na bedreigingen is voor zover bekend een unicum in onze sector en dat leidde dan ook tot grote ophef in lokale en landelijke media. Vanwege het zeer dreigende karakter werd zelfs het programma Opsporing verzocht ingeschakeld om sporen naar de verzenders van deze bedreiging te vinden.
Banden lek en roestvrijstalen staven De recente bedreigingen blijken niet op zichzelf te staan. Bij CUMELA Nederland zijn meerdere verhalen bekend, zoals een aannemer die werd bedreigd omdat hij bomen aan het kappen was in opdracht van de gemeente of een ondernemer van wie bij veertig trekkers een band werd lek gestoken, omdat hij een gebied ging herinrichten. Dan zijn er nog de gebieden waar roestvrijstalen staven en prikkeldraad in de mais worden gehangen. Waarschijnlijk niet vanwege
10
GRONDIG 4 2019
de cumelaondernemer die aan het werk is, maar vanwege de blijkbaar ongewenste maisteelt. Het teruggeven van werk, zoals dat onlangs gebeurde, markeert wel een nieuwe, treurige stap in agressie, zoals die zich tegen de uitvoerende bedrijven richt. Onacceptabel noemde CUMELA Nederland het in een persbericht dat bedrijven worden bedreigd en dat ze daardoor opdrachten terug moeten geven. De cumelasector komt als dienstverlener met veel verschillende projecten in aanraking. Doordat juist deze bedrijven de werkzaamheden verrichten, zijn ze meteen het meest zichtbaar voor het publiek. Het nadeel is dat de ondernemers ook te maken krijgen met de reacties van degene die tegen het project zijn. Dat kan gaan van aanspreken op wat je aan het doen bent tot aan vormen van vandalisme, bijvoorbeeld metalen pinnen die aan maĂŻsplanten gehangen worden.
Afhankelijk karakter
Wat doet het met een ondernemer die te maken krijgt met bedreigingen? “Het is niet te zeggen hoe iemand reageert in bepaalde situaties. Dat hangt af van veel verschillende factoren. Heeft hij bijvoorbeeld al eens eerder met heftige gebeurtenissen te maken gehad? Wat ben je voor een persoonlijkheid ”, zegt Ine Spee, senior crisisadviseur bij het Instituut voor Psychotrauma (IVP). Het IVP helpt organisaties om de gevolgen van schokkende gebeurtenissen te beperken. “De mate waarin je stress ervaart, is onder meer afhankelijk van karakter, waarnemingen (is het een uitdaging of een bedreiging) de stijl om ermee om te gaan en de interne en externe hulpbronnen”, aldus Spee. Dan is er ook nog dreiging zelf : Soms wordt de dreiging expliciet geuit, soms subtiel. Een voorbeeld van een expliciete dreiging is de opmerking “Ik zoek je op en maak je van kant”. De subtiele variant is: “Dan merk je zelf wel wat de gevolgen zijn.” Spee legt uit dat ook meespeelt hoe iemand de dreiging ervaart. “Er is een verschil tussen de objectieve ernst van een bedreiging en de subjectieve beleving ervan”, zegt ze. Dat houdt in dat wat de ene ondernemer als niet zo ernstig ervaart er bij de andere ondernemer voor kan zorgen dat hij nachten wakker ligt. Het is daarom volgens Spee belangrijk om te begrijpen dat iedereen anders is en dus ook anders met bedreiging of agressie omgaat en ook anders reageert. In het algemeen geldt dat na een week of twee tot drie de eventuele stress na bedreiging of agressie minder wordt. “Als na vier weken de stresssignalen nog even hoog zijn kunnen dat de eerste signalen zijn van een posttraumatische stressstoornis”, zegt Spee. Ontstaat er een situatie van permanente stress bij ondernemers, dan kan dat zich uiten in prikkelbaarheid, paniek, motorische onrust, slechte concentratie en opvliegend gedrag. “Wie daar last van kracht moet hulp zoeken”, adviseert Spee.
Aangifte doen Het is helder dat de emotionele impact van bedreigingen groot is. Krijgt een ondernemer hiermee te maken dan is het belangrijkste advies: aangifte doen bij de politie. Dat wordt door zowel Spee als Erna Berends, lid van het managementteam van CUMELA Nederland, aangeraden. Berends: “Gezien de impact van de zaak rond de windmolens is het ook goed
dat hier de publiciteit is gezocht. Dat laat zien dat de maatschappij het niet accepteert.” “Je hebt in dergelijke situaties de steun van de omgeving en ook de politie nodig”, zegt Spee. Bij directe bedreigingen bestaat er geen twijfel dat het op de ondernemer gericht is, maar bij vernielingen ligt dit anders. “Probeer bij vandalisme te achterhalen wat de oorzaak is.”, zegt Berends. ”Waardoor overkomt het mij? Hangjongeren leveren een andere emotie op dan wanneer er moedwillig zaken van jou kapot worden gemaakt. Neem dat ene lid waar asbest op zijn akker werd gestrooid. Dat raakt je. Opzettelijk proberen ze je emotioneel te raken. Het levert heel veel onbegrip op, ook omdat vandalisme dan uit de eigen omgeving komt, wat bij diefstal niet zo is. De vraag blijft dan wie dat zou kunnen doen?” Ook voor de praktische kant is het goed om aangifte te doen. “Schade door vandalisme kan enkel verhaald worden als tenminste een van de vandalen bekend is en dan nog ligt het in de praktijk vaak lastig”, zegt Herman Arissen, van CUMELA Verzekeringen. “Je kunt je ervoor verzekeren, maar dat kost geld en zeker bij opstal- en inventarisverzekeringen zijn er voorwaarden (zoals inbraakschade) aan verbonden.” Een dekking van Wettelijke Aansprakelijkheid (WA) voldoet hier niet voor. Het vinden van een dader heeft nog een functie, want vaak kan dan pas iets echt afgesloten worden. “Diefstal levert een gevoel van frustratie en machteloosheid op”, zegt Berends. “Dit omdat een ander aan hun spullen zit. Er wordt hard voor gewerkt. Het zijn ook grote bedragen waar het om gaat, marges zijn krap, de ondernemer wil op een goede manier werken en dan wordt een gedeelte van de investering ongedaan gemaakt. Wanneer er ook nog geen dader gevonden wordt blijft er een onafgesloten gevoel over.”
Maatregelen nemen om diefstal of vernielingen te voorkomen leveren ook al stress op.
Nazorg cruciaal Als het gaat over bedreigingen is het vinden van een dader nog belangrijker om ervoor te zorgen dat iemand zich weer veilig gaat voelen. Sowieso is het advies om gebruik te maken van de mogelijkheden voor nazorg. Berends: “Bij bedreiging speelt mee of je zelf bedreigd wordt of je gezin of medewerkers. Ondernemers voelen zich daar heel verantwoordelijk voor. Nazorg is daarin ook cruciaal. Praat
GRONDIG 4 2019
11
ondernemen met
mensen
over bedreigingen en kijk wie er verantwoordelijk is voor de nazorg. De reactie van de ondernemer is altijd dat hij zijn gezin en personeel niet in gevaar wil brengen. Het gaat vaak ook om lokaal personeel en dat maakt het zo ingrijpend.“ Vanuit CUMELA Nederland wordt die nazorg aangeboden via de Ondernemerslijn. “Wij luisteren en hebben aandacht voor de ondernemer en zijn situatie.” Anders zijn er ook de mogelijkheden om elkaar te ontmoeten en met elkaar in gesprek te gaan. Daarom is het ook zo belangrijk dat er voldoende netwerkbijeenkomsten zijn. Er kan dan met elkaar gesproken worden vanuit de situatie, met ondernemers die elkaar snappen. “ Iets anders waar CUMELA Nederland goede ervaringen mee heeft is slachtofferhulp. Dat is een instantie die begeleiding biedt op het emotionele vlak, maar ook kan helpen bij de praktische kant, wanneer bijvoorbeeld sprake is van een schadevergoeding. Dit is meteen een instantie waar de ondernemer terecht kan voor hulp aan het personeel, wanneer daar behoefte aan is.
Juridisch advies Maar wat nu als een werk stil komt te liggen omdat er te veel weerstand is en dat eerst moet worden opgelost? Of als de ondernemer toch besluit dat het werk niet opweegt tegen het risico? Vragen die nog niet heel eenvoudig te beantwoorden zijn, zo blijkt uit het antwoord van Geralde van de Bunt, Adviseur Juridische Zaken bij CUMELA Advies. “Juridisch gezien is vaak het uitgangspunt artikel 7:764 BW, namelijk dat alleen de opdrachtgever de aanneemovereenkomst mag beëindigen en niet de aannemer/opdrachtnemer. Dit is anders wanneer wordt gewerkt onder UAV 2012 (paragraaf 14) of UAV-GC 2005 (paragraaf 16). Dit zijn veelgebruikte algemene voorwaarden in de bouw. Onder die voorwaarden is ook de opdrachtnemer bevoegd om onder bepaalde omstandigheden de overeenkomst te beëindigen”, aldus Van de Bunt. “In dat geval zal een afrekening volgen op basis van de opdrachtwaarde minus de besparingen voor de aannemer. De reden waarom in beginsel alleen de opdrachtgever kan opzeggen, is dat het mogelijke belang van de opdrachtgever bij niet-voortzetting van het werk groter is dan het belang van de aannemer bij de voltooiing ervan, zolang de aannemer er maar niet financieel op achteruit gaat.” Van de Bunt gaat verder. “Verder zijn de gangbare wijzen van beëindigen van een overeenkomst lastig toe te passen, omdat er in dergelijke gevallen meestal weinig tot niets te verwijten valt aan de contractuele wederpartij. Het is immers de maatschappelijke onrust die maakt dat uitvoering van het contract problemen oplevert. Een derde en daarmee geen contractspartij.” “De wet biedt in uitzonderlijke gevallen een uitkomst met artikel 6:258 BW: ontbinding van de overeenkomst wegens onvoorziene omstandigheden", vervolgt Van de Bunt. “De rechter kan de overeenkomst beëindigen wanneer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de
12
GRONDIG 4 2019
aannemer verwacht kan worden dat de overeenkomst in stand blijft. Een gang naar de rechter is hiervoor noodzakelijk. Aan onvoorziene omstandigheden zitten wel voorwaarden verbonden, bijvoorbeeld of de maatschappelijke onrust al aanwezig was of te voorzien was op het moment van het afsluiten van het contract”, aldus Van de Bunt. Zaken die vallen onder vandalisme en bedreiging kunnen volgens haar helpen bij het onderbouwen van de onvoorziene omstandigheden.
Onrust al aanwezig? Van de Bunt stipt meteen een belangrijk punt aan. Was de maatschappelijk onrust al aanwezig? De vraag is ook welke rol de hoofdaannemer hierin speelt en welke rol de onderaannemer zou moeten innemen. Daar gaat Spee op in. “Het is goed dat mensen maximaal investeren in communicatie. Hier is het van belang emoties te erkennen die bij de tegenstanders bestaan. Tegelijkertijd hebben alle partijen zich in onze samenleving te houden aan de democratische besluitvorming en wetgeving”, zegt Spee. Vertaald naar de cumelabedrijven houdt dat in dat naast de technische kant van een bestek het goed is om ook inzicht te krijgen in de maatschappelijke kant. Iets wat vaak al gebeurde wanneer er bijvoorbeeld mogelijk overlast ontstaat door werkzaamheden, maar ook steeds actueler wordt bij projecten met veel weerstand, mede omdat de maatschappij zich steeds meer en op verschillende manieren laat gelden. Hier is het ook goed om te kijken hoe grotere aannemers dit contractueel geregeld hebben, omdat die vaak wel hebben geregeld wat er gebeurt als een project door weerstand van publiek wordt vertraagd. Het is voor CUMELA Nederland onacceptabel dat bedrijven worden bedreigd. Daarom is een oproep aan de politiek gedaan om op te treden tegen het soort ontwikkelingen, waardoor bedrijven schade leiden die alleen het werk uitvoeren. Berends vreest dat wanneer dit de norm wordt vele ondernemers in de cumelasector de dupe kunnen worden van dit soort bedreigingen. “Er zijn immers vele projecten met felle voor- en tegenstanders waarop de ondernemers actief zijn. Uiteindelijk doen ze niets anders dan het uitvoeren van werkzaamheden voor opdrachtgevers die projecten uitvoeren waaraan democratisch genomen besluiten ten grondslag liggen. Daar mogen zij en hun werknemers nooit de dupe van worden.” Voor meer informatie of een goed gesprek kan altijd contact opgenomen met de ondernemerslijn: 033 – 247 49 99 TEKST: Herma van den Pol FOTO’S: CUMELA Communicatie
ARION 510 v.a. € 62.950,-
Kies voor TREND voordeel Geveerde cabine De ARION heeft een zeer ruime en 4-punts geveerde cabine. COMFORT
Krachtige motor De 4-cilinder motor met dubbele turbolader levert 125 pk*.
Efficiënte transmissie 40 km/u automatische ECO transmissie voor brandstof besparing.
POWER
EFFICIËNT
Dat is TREND voordeel. Dat is CLAAS.
kampsdewild.nl Bovenstaande prijs is excl. afleveringskosten en btw, afhankelijk van de uitvoering. Actieprijs geldig t/m 30-06-2019. Uitvoeringen kunnen afwijken van bovenstaande afbeeldingen. Drukfouten onder voorbehoud.
Vraag uw CLAAS dealer voor meer informatie m.b.t. de gunstige financieringsmogelijkheden. *Vermogen aangegeven volgens max. vermogen (ECE R 120).
MEKOS MACHINEBOUW BRENGT U OP VOORSPRONG!
Unieke egaliseer machines welke voor u per stuk op maat gebouwd worden van klein tot onbeperkt groot: de Mekos Kilver en de Mekos Transport Dozer voorzien van een bodemplaat met hierop een hydraulisch schuifbord.
Partners:
Mekos Schagerbrug BV Tel. 0224-571555 www.mekos.net
ondernemen met
mensen
VENT & VISIE
Half april maakte Matrent Nederland bekend dat het, onder leiding van Arjan van Gangelen, de verhuurmarkt gaat betreden. Het is onderdeel van de plannen van Bia om van Komatsu een top-drie-marktspeler te maken op de Nederlandse markt. Aan Van Gangelen de taak om de verhuurtak succesvol te maken. Dat doet hij vol vertrouwen, want de verhuurmarkt is booming.
“Honderd procent aandacht voor Nederland” Arjan van Gangelen, rental manager Matrent Wat gaf de doorslag om voor BIA te gaan werken? “Ik heb een lange periode bij Caterpillar gewerkt. Toen ik werd benaderd, voelde dat als een uitdaging, want wereldwijd is Komatsu de nummer twee in grondverzetmachines. Dan stel je jezelf de vraag: hoe kan het dat dit bedrijf het in Nederland veel minder goed doet? Natuurlijk er is een historie van verschillende strategieën, maar de positie op de markt doet geen recht aan de kwaliteit van het merk. Het is een basis om op verder te bouwen. Nu moet het nog een gezicht gaan krijgen. Alle ingrediënten die nodig zijn om Komatsu succesvol te maken, zijn er. Het is belangrijk om nu slimme dingen te gaan doen. Ik wilde aan dit succes graag een bijdrage leveren.”
Matrent België bestaat al. Waarom is de keus gemaakt om voor Nederland een eigen verhuur onderdeel op te zetten? “We verstaan elkaar, maar spreken niet elkaars taal. Dat is een probleem dat veel bedrijven kennen die in België en Nederland werken. Het is één van de punten die ik zie als voordeel van Matrent Nederland. Hier is honderd procent aandacht voor de Nederlandse markt. Dat geeft de mogelijkheid om in te spelen op specifieke Nederlandse wensen, zoals machines met een lange giek. Nederlandse ondernemers stellen immers andere eisen dan Belgische en daar kunnen wij op inspelen. Er heerst bijvoorbeeld in Nederland nog een beetje ‘verhuurschaamte’. Daarom heb ik ervoor gekozen de reclame op het materieel iets te minderen. Zo wordt rekening gehouden met het eergevoel van de Nederlandse ondernemer.”
Wat zijn de andere voordelen van Matrent Nederland? “In de verhuur streven we naar directe beschikbaarheid. Korte en lange verhuur worden mogelijk, oftewel alleen betalen voor gebruik. De service en garantie worden door Bia verzorgd. We hebben de beschikking over de best uitgeruste machines. Het volgende voordeel is dat we de beschikking krijgen over jong gebruikt materieel. Door verhuur kan de kop van de prijs worden afgehaald. Ons materieel is niet
14
GRONDIG 4 2019
ouder dan twee jaar. Hierdoor kunnen we het zogenaamde RUN-model aanbieden, Rental, Used en New. Het vergroot verder de zichtbaarheid van het merk in het veld. Uiteraard zullen we ook onze hybride machines in de vloot opnemen, zodat bedrijven die op maat voor een project kunnen huren en kennis kunnen maken met de techniek.”
Is er veel vraag naar hybride materieel? “Verhuur van hybride graafmachines is nog lastig. Toch is dit iets wat in de toekomst meer en meer gaat spelen. Ik denk dat we in de toekomst zullen worden belast voor het uitstoten van CO2. Dan heeft een hybride duidelijk een enorm voordeel. Dat zien we nu al in ons Komtrax-systeem, waarin we de prestaties van onze machines volgen.
“Er wordt rekening gehouden met het eergevoel van de Nederlandse ondernemer” Of er ook alternatieven voor diesel komen? Op zeer korte termijn zitten hier nog veel uitdagingen aan. Wil je voldoende energie meenemen via een accu, dan is dat veel te duur. Wat we de laatste jaren wel hebben gezien, is dat er door efficiënter werken met behulp van GPS grote stappen zijn gemaakt op het gebied van de efficiency van de machine. Dat levert een bijdrage aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid. Door veel nauwkeuriger af te werken en geen onnodige grond te verplaatsen, is veel brandstof bespaard en dus ook de CO2-uitstoot verminderd. Feitelijk is een 3D-GPS-gestuurde machines inmiddels een standaard bij Matrent. Daarom zit dat er bij alle verhuurmachines erop of is de voorbereiding aanwezig zodat de klant zijn eigen apparatuur kan aanhaken. Gelukkig gaat dat tegenwoordig goed. We merken dat de verschillende merken inmiddels hun systemen veel meer op elkaar hebben afgestemd. De vertaalslag tussen de diverse merken gaat steeds beter.”
Waarmee gaat het verschil gemaakt worden in de huurmarkt? “Wij gaan voor het leveren van kwaliteit. Bij Matrent Nederland is afspraak ook afspraak. Geen dozen schuiven, maar maatwerk. Wij ontzorgen en zorgen voor de juiste machines op de juiste plek en de klant mag zeggen hoe hij het hebben wil. Samen met de machines die bij Matrent België beschikbaar zijn, hebben we nu al 150 machines operationeel en dat aantal zal de komende jaren groeien. We kunnen dus aan elke vraag voldoen. Machines zullen daarbij worden geleverd vanaf onze nieuwe locatie in Apeldoorn, die in 2020 operationeel wordt, en vanaf een locatie en in het westen van Nederland, die we binnenkort beschikbaar hebben. Daardoor zitten we altijd dicht bij de klanten. Daarbij zijn wij 24 uur per dag, zeven dagen per week beschikbaar. We proberen ons zo flexibel mogelijk naar de klant toe op te stellen en gaan daar ver in. Alles voor de klanttevredenheid. Het gaat dan om extra uren, maar bijvoorbeeld ook over stilstaan tijdens feestdagen. Als de klant iets wil en het is er niet, maar er is wel een markt voor, dan kom ik hem tegemoet. Wij hopen langdurige relaties op te bouwen.”
“We willen geen dozen schuiven, maar maatwerk leveren” Welke potentie bezit de huurmarkt?
Van Gangelen kent al een lange loopbaan in de techniek. Zo werkte hij vanaf 2007 voor Pon en bij grote wereldwijde verhuurders van zwaar materieel, waarbij hij verantwoordelijk was voor het uitbreiden van de commerciële activiteiten en het aantrekken van nieuwe klanten. Ook wereldwijde service was daar onderdeel van. Vervolgens koos hij ervoor om de uitdaging aan te gaan en de leiding te nemen bij Matrent Nederland. In de combinatie Bia en Komatsu en verhuur ziet hij een grote potentie die hij er hoopt uit te halen. “Alles is er, nu moeten we slimme dingen gaan doen.”
“Wij verwachten dat deze flink zal groeien. Bedrijven kiezen steeds meer voor een oplossing op maat en huren maakt je veel flexibeler. In verschillende segmenten zien we nu al dat vijftig procent huur is. Deze bedrijven willen minder machines op de balans om hun financiële positie te versterken. Die scherpte zie je nu echter ook bij kleinere bedrijven ontstaan. Allemaal rekenen ze naar de kosten per maand. Dat kan met lease en een onderhoudscontract, maar dan zit je er wel langere tijd aan vast. Met huur weet je veel meer waar je aan toe bent, want feitelijk kun je de machine dan op elk moment teruggeven en ben je van de kosten af. Dat maakt je als bedrijf flexibel. Het enige is dat bedrijven hun verhuurschaamte moeten overwinnen. Het gaat namelijk niet om het eigendom, maar om het rendement.” TEKST & FOTO: Herma van der Pol,
GRONDIG 4 2019
15
Ontdek De nieuwe koers voor onkruidbestrijding in mais • Zeer brede werking tegen grassen en breedbladige onkruiden in mais • Ideale basis voor iedere tankmix • Uniek tegen kamille en zwaluwtong, nevenwerking tegen haagwinde • Ingebouwd resistentiemanagement
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
Klepel
ATTENTIE!
KVERNELAND 010146/020146 (153031) Breedte 90 / Dikte 12 mm. 2 gaten Ø17 / hoh 50 / L=280 : e
Voorkom fouten bij bestelling en controleert u éérst de maten van uw haken met de tekening hiernaast!
LELY (435002) Cilindrisch (oude Roterra) draad M20x1,5 / L=335 mm.
: e
LELY (435001) Conisch Normaal zonder druppel draad M20x1,5 / L=330 mm.
: e
LELY (435013) Conisch Normaal met druppel draad M20x1,5 / L=330 mm.
: e
® Klepel
• Standaard 750 mm wikkelfolie • Extra zuurstofbarrière • Extra bescherming rond de baal • Minimale baalgroei70% stretch • 30% foliebesparing • Alle handelingen op stahoogte • De beste silage!
Klepel OPLAS-
LELY (435004) Conisch Lang zonder druppel draad M20x1,5 / L=370 mm.
: e
LELY (435012) Conisch Lang met druppel draad M20x1,5 / L=370 mm.
: e
LELY (435007) Mesmodel (Links/Rechts!) draad M20x1,5 / L=375 mm. (398000)
: e
LELY (435123) Mesmodel met zijbevestiging Links/Rechts / L=340 mm.
: e
AMAC
nameten. (801525)
Dé KUHN oplossing
LELY Normale druppeltand met zijbevestiging. Lengte 230mm. Gatextra 18 mm. voordeel ATTENTIE: Nu Orig. nr. 1.1699.0127.0. (435128) L/R : e
FAE (900177)
LELY (435010) L/R Normale druppeltand met zijbevestiging / L=340 mm. L/R
sinds LELY (435125) L/R
: e
1990
Extra-lange druppeltand met zijbevestiging “Aardappeltand” Lengte=380 mm.! L/R
AVR (900268) HERDER: e BOUT / MOER voor montage
Wisselen tussen folie- en netbinding
van tanden met zijbevestiging
Lengte 70 mm. e A =Bout 50 M20x2,5 Bzelfborgende = 12 Cmoer = 80 E = ::263 Speciale e F =LEMKEN Ø12 / Zircon Ø16 7 (436002)
REESINK Agri
3377022/33 Breedte 115 / Dikte 15 mm. 2 gaten Ø17 / hoh 72 / L=320 : e
S20 LEMKEN Zircon (436080) L/R
Mestand / Br. 60 / Dikte 10 Bekijk ons volledige assortiment op onze website. 1 gat Ø17 mm. / L=315 mm. BASELIER (900237) Ontvang 5% extra korting op het netto goederenbedrag, Brutoprijzen tenzij anders vermeld
S8 via onze website. bij uw eerste bestelling
prodina.nl
LEMKEN Zircon 9 (436001) 3377012/3 (L/R) Breed 115 / Dikte 18 mm. / 2 gaten Ø21 / hoh 73 mm. / L=320 : e
: e
Interesse? Neem contact op met uw dealer of productspecialist Paul Ferket via 06-20396535 of paul.ferket@reesinkagri.com www.reesinkagri.com Volg ons ook op social media
Oosterwijzend 50 | 1616 LD Hoogkarspel | 0228 56 29 82 | info@prodina.nl
BESPAAR BRANDSTOF MET DE NIEUWE KROON-OIL AGRI ULTRA LIJN AGRISYNTH LSP ULTRA | AGRIFLUID | SP GEAR LS
DE NIEUWSTE GENERATIE LANDBOUW EN GRONDVERZET SMEERMIDDELEN VAN KROON-OIL »
Brandstof- en kostenbesparend
»
Levensduurverlengend
»
Volledig Euro 6 en Tier 4 normen compatibel
uw partner in agribusiness
STERK WERK Vrachtwagens vergroten markt en werkgebied
ondernemen met
mensen
Grondverzetbedrijf Dunnink BV, Staphorst Twee jaar geleden stapte Harm Dunnink van een trekker met drieasser over op een 10x8-vrachtwagen. Met succes, want het vergrootte zijn werkgebied en het aanbod aan werk. Bovendien is het financieel gezien een gunstiger oplossing. Dunnink heeft nu zes vrachtwagen volop draaien, waaronder twee 10x8-zandauto’s en drie kiptrailercombinaties.
Als je op de website van Dunnink Grondverzet BV in Staphorst kijkt, verschijnt de unieke trekker met drieassige kipper nog prominent in beeld. Te begrijpen, want het was bepaald geen half werk. Dunnink zette de drieasser als één van de eersten op Vredestein Flotation Tracs in de maat 750/60R30.5 en was de eerste die in Nederland met de New Holland T 8.420 rond reed op extra grote 900/65R46- en 710/65R38-banden. Nog prominent op de site staan artikelen uit Grondig over draagkrachtvergelijking en insporing op de in die streek aanwezige gronden met een laag draagvermogen. Harm Dunnink heeft er geen spijt van. “We hebben een goede periode gehad met deze oplossing, maar de tijd gaat door en het speelveld verandert. Daar moet je als ondernemer op inspelen. Dat hebben we gedaan.”
18
GRONDIG 4 2019
Veranderen gedrag Harm Dunnink is in 1993 naast de ouderlijke boerderij begonnen met het uitvoeren van grondwerken voor de agrarische sector in de omgeving. “We kennen de omstandigheden en de wensen van de boeren”, vertelt Harm. “Daar hebben we toen op geïnvesteerd en dat heeft prima gewerkt”, aldus de ondernemer. In de loop der jaren ontwikkelde het bedrijf zich en nam Harm steeds meer werken aan buiten de agrarische sector en leverde Dunnink diensten op huurbasis. “Dan maak je ook meer meters op de weg”, vertelt hij. Tegelijk merkte hij de laatste jaren een verschuiving onder de agrarische klanten. “Steeds meer agrarische klanten hebben zelf een graafmachine of shovel en hebben vaak wel een kipper. In plaats van dat ze ons
Dunnink Grondverzet BV Harm Dunnink leidt het gespecialiseerde grondverzetbedrijf Dunnink Grondverzet in Staphorst. Het bedrijf is gespecialiseerd in het uitvoeren van werkzaamheden voor de bouw en infrastructurele werkzaamheden voor de infra en leidingbouw. Dunnink Grondverzet neemt complete werken aan en werkt op regiebasis. De grondbank is een belangrijke activiteit geworden. Het bedrijf heeft acht vaste medewerkers in dienst en huurt vaak een veelvoud aan medewerkers in. De onderneming is VCA*-gecertificeerd. Meer informatie: www.dunninkgrondverzet.nl.
vragen op de plek in het land te lossen, krijgen we vaker te horen dat we het wel op de verharding mogen lossen en dat ze het zelf wel verwerken.” Buiten de landbouw zag Dunnink steeds minder redenen om met de trekker met kipper te komen. “Steeds vaker zijn er rijplaten, puinbanen of oplossingen om een vrachtwagen te kunnen laden en lossen”, legt hij uit. Daarbij merkte hij dat hij steeds vaker de inzet van de landbouwtrekker met drieasser moest verdedigen. Dat zette hem aan het denken, zeker toen hij twee jaar geleden een goede deal kon maken om de combinatie in te ruilen. Niet inruilen voor een nieuwe drieasser, maar voor een 10x8-zandvrachtwagen. Dat was de bekende wide-spread-oplossing van MAN en Wierda Voertuig Techniek met - mede vanwege de genoemde inruil - een Jan Veenhuis-kipperopbouw.
Grootgrondverzetter Te begrijpen, want als we afgelopen maand arriveren, ligt er naar schatting zo’n 33.000 kuub in opslag bij het bedrijf. Dunnink Grondverzet heeft zich ontwikkeld tot een gespecialiseerd grondverzetbedrijf voor de bouwbranche en voert infrastructurele werkzaamheden uit voor de sectoren infra en leidingbouw. De grondbankfunctie is daar een belangrijk onderdeel van geworden. “Grond genereert werk, werk dat goed in te plannen is en ons ligt”, stelt Harm vast. Na de aanschaf van de eerste, tweeënhalf jaar geleden, is de vloot uitgebreid tot zes vrachtwagens, waaronder twee MAN-10x8-zandauto’s met 24-kuubs bak en drie MANtrekkers met twee gestuurde Bulthuis-kipperopleggers met een inhoud van 29 kuub en een 27 kuubs Schmitzkippertrailer met starre assen. “Je moet toch setjes hebben”, zegt Harm daarover. De 10x8 zet hij vooral in op het kortere werk, de opleggers op de langere ritten. Allemaal hebben ze geïsoleerde wanden om er ook asfalt mee te kunnen rijden. De 10x8-zandauto’s zijn wat de inhoud betreft direct te vergelijken met de tractor met drieassige kipper. Hij heeft nog een New Holland T6.180 met een tweeassige kipper draaien voor het veldwerk en voor hand- en spandiensten op bouwlocaties. “Die kan ik niet missen, maar een drieasser is er niet meer gekomen.”
Voors en tegens afwegen Met het wegvallen van de noodzaak om het veld in te gaan, viel ook de noodzaak van trekkerbanden weg. Dat maakte de keuze voor de vrachtwagen gemakkelijk voor Dunnink. “Daar zit ook de grootste pijn bij de trekker met drieasser. Onze ervaring is dat je op basis van circa 1600 draaiuren op jaarbasis een setje trekkerbanden van zo’n € 15.000,- zo ver verslijt dat je ze moet vervangen”, licht de ondernemer toe. Helemaal oprijden gaat volgens hem niet. “Omdat je de drieasser moet trekken en vooral ook achteruit moet drukken, heb je een bepaald percentage van de nokhoogte nodig.” Een lichtere trekker was voor hem geen optie. “Je hebt massa en pk’s nodig om verantwoord en stabiel te kunnen werken. Voor de kipper zijn de bandenkosten lager, maar ook hier tellen die door. Rondom toch zo’n € 13.000,- in circa drie tot vier jaar afschijven is ook € 4000,- per jaar. Opgeteld geeft dat ruim € 11,50 per draaiuur. Zet daar eens vrachtwagenbanden tegenover. Die kosten ongeveer € 1,-per draaiuur.” Daar bovenop komt nog het plaatje van aanschaf en onderhoud. “Een 10x8 met kipperopbouw is met circa € 250.000,- toch € 50.000,- goedkoper dan een trekker met drieasser. Daarbij zijn de onderhoudskosten lager en zijn vrachtwagens flink zuiniger”, aldus Dunnink. Hij geeft aan dat de trekker met drieasser zo’n 330 liter per dag verbruikte, tegenover de 10x8-vrachtwagens zo rond de 190 liter bij een volledige werkdag. En last but not least is er nog het gewicht van de gehele combinatie.
De veel lagere bandenkosten van een truck ten opzichte van de landbouwtrekker met drieassige kipper vormden voor Dunnink een belangrijke reden om over te stappen.
GRONDIG 4 2019
19
ondernemen met
mensen
Grondbank De grondbank op het terrein van Dunnink is een belangrijk onderdeel in de bedrijfsvoering geworden. Dunnink regelt de aan- en afvoer van grond, variërend van vulzand, menggranulaat, teeltaarde, grind of welk mengsel een afnemer ook wil. De grondbank is niet alleen voor eigen gebruik. Zo heeft hij bijvoorbeeld de opslag van grond voor de NV Gasunie en is het tijdens ons bezoek een komen en gaan van kippers van klanten uit de regio.
je met een vrachtwagen komt, eerder het tegendeel. Ze vragen erom”, stelt Dunnink vast. Hij gaat hierin nog een stap verder. “Onze ervaring is dat we juist meer werk hebben gekregen omdat we nu vrachtwagens hebben. We worden gevraagd en ingehuurd voor het lossen van schepen, voor de aan- en afvoer van grondstromen en het rijden van asfalt. Veel van die vragen hadden we niet gehad als we waren blijven doorrijden met de trekker-drieassercombinatie”, aldus de ondernemer. Dunnink ging dan uit van gelijke capaciteit, maar stelde de afgelopen jaren vast dat je met een vrachtwagen toch meer ritten per dag haalt bij vergelijkbare klussen.
De grondbank wordt ook ingezet voor derden en dus komen er ook regelmatig andere cumelabedrijven grond halen.
“Een dergelijke grote trekker weegt toch vijftien, zestien ton. Pak je de drieasser erbij, dan heb je toch elf ton minder laadcapaciteit als je je aan wettelijke aslasten houdt. En dat zal moeten als je de weg opgaat.”
Bekwame chauffeurs Ten slotte spelen de belangrijke factoren chauffeurs en acceptatie. “Goede trekkerchauffeurs krijgen is steeds lastiger. Zeker nu ze het trekkerrijbewijs moeten halen, is het voor velen blijkbaar aantrekkelijker om wat meer geld uit te geven voor het vrachtwagenrijbewijs”, zegt Dunnink. Hij geeft aan dat hij gemakkelijker geschikte vrachtwagenchauffeurs kan krijgen. Daarin speelt mee dat Dunnink bewust zoekt naar bekwame chauffeurs. “We zetten op zo’n trekker met drieasser ook bewust geen onervaren kracht van onder de achttien jaar. Niet dat er geen capabele jongeren zijn, maar het is toch een hele verantwoording om met zo’n grote combinatie te rijden.” Ten slotte is er nog het argument acceptatie. Voor Harm Dunnink is dat de afgelopen jaren een belangrijk argument gebleken. “Je hoeft opdrachtgevers niet uit te leggen dat
Dunnink heeft twee setjes 10x8zandauto’s en trekkers met gestuurde opleggers, omdat deze trucks vaak als setje worden ingezet.
20
GRONDIG 4 2019
Sterke verbreding Dat verklaart de sterke verbreding die het bedrijf de afgelopen twee jaar heeft meegemaakt. “We worden in een veel grotere straal gevraagd. Zo leveren we voor de NV Gasunie grond richting Twente, de Veluwe, de Achterhoek en in de noordelijke provincies, maar hebben we afgelopen weekeinde ook volop asfalt gereden”, vertelt Harm. Hij geeft aan dat de grote voorraad grond in de grondbank de afgelopen twee maanden is aangevoerd. “Het kan over een maand weer grotendeels weg zijn. Op dit moment hebben we werk genoeg voor onze vrachtwagens.” Of hij meer vrachtwagens gaat aanschaffen, is een open vraag. “Je moet als onderneming altijd vooruit kijken. Daarom hebben we nu deze grondbank en deze vrachtwagens rijden. Het plaatje kan over een aantal jaren wel weer anders zijn. Voorlopig doen we het goed met onze grondactiviteiten en hebben we bepaald geen spijt van onze overstap op de vrachtwagens.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Vreemann, Michel Velderman
DE SERIE 9. MET ZEKERHEID DE VEILIGSTE IN DE MARKT.
60 km/u transmissie met unieke uitrusting. Met de 9 Serie (295 pk / 217 kW - 336 pk / 247 kW) heeft DEUTZ-FAHR een moderne, zeer intelligente tractor ontwikkeld voor grote landbouwbedrijven en loonbedrijven. De 9 Serie minimaliseert de werkbelasting en maximaliseert het resultaat. Of het efficiÍnt veldwerk is of snel transport – met geen andere grote tractor onderkent de bestuurder kritieke situaties beter dan met de 9 serie. Alle modellen zijn standaard uitgerust met het DEUTZ-FAHR Powerbrakesysteem, voor meer remvermogen met minder pedaaldruk. Grote externe, droge remmen (optioneel) aan de vooras voor extra veiligheid. 50% van de remkracht bevindt zich op de vooras. Superioriteit garandeerd ook de geveerde vooras. Het innovatieve frame rond de vooras garandeert een hoge stabiliteit bij het duw- en trekwerkzaamheden. Constant grondcontact in alle omstandigheden brengt extra veiligheid. Als het gaat om maximale resultaten met de minste hoeveelheid werk, is de 9 Serie zeker de beste keuze. Ga voor meer informatie naar www.deutz-fahr.com
DEUTZ-FAHR is een merk van
ondernemen met
vaktechniek
PROFILEREN
De juiste mensen inzetten Niek Konijn BV werkt mee aan de versterking van de Houtribdijk
Als verhuurders aan het werk gaan bij een groots en prestigieus project als het versterken van de Houtribdijk kan dit alleen slagen als je er vakmensen op zet. Niek Konijn BV maakt het dankzij de inzet van vakbekwame mensen waar. En dus heeft hij er continu gedraaid en is hij in beeld voor vervolgprojecten.
22
GRONDIG 4 2019
Project: versterken Houtribdijk Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Aannemer: Combinatie Houtribdijk (aannemers Boskalis en Van Oord) Aanneemsom: circa 90 miljoen euro Looptijd: 2017-2020 Werkzaamheden: verwerken tien miljoen kuub zand, 1.200.000 ton breuksteen en 100.000 ton gietasfalt, realiseren 270 hectare natuurgebied Trintelzand en nieuw wind- en kitesurfstrand bij Lelystad Werkzaamheden Niek Konijn BV: met twee graafmachines op het vijftien kilometer lange dijktraject Lelystad-Tintelhaven aan beide zijden voorbereidende werkzaamheden en aanbrengen van breuksteen en gietasfalt, volledig op huurbasis, plus bijkomende incidentele opdrachten.
Het is één van de grotere klussen om Nederland droog te houden bij extreem weer: het versterken van de Houtribdijk, beter bekend als de dijk EnkhuizenLelystad. Rijkswaterstaat werkt aan deze dijk omdat hij niet meer voldoet aan de veiligheidsnorm van de Waterwet. Daarom wordt de dijk met zand en steen versterkt zodat deze in de toekomst weer bestand is tegen extreem weer (stormen). Een belangrijke klus, omdat de dijk bescherming biedt aan het gehele achterland rondom het Markermeer. Er is een plan ontwikkeld om de ruim 25 kilometer lange dijk niet alleen te verhogen en te versterken, maar daar ook natuurelementen aan toe te voegen, om zo meer kansen te bieden aan natuur en recreatie. Een deel van de versterking wordt uitgevoerd door het aanbrengen van brede, zandige oevers, waaronder het nieuw te ontwikkelen natuurgebied Trintelzand. Hiervoor wordt heel veel zand opgespoten, dat in de buurt uit zandputten in het Markermeer wordt gewonnen. In totaal leggen de baggeraars zo’n tien miljoen kuub zand tegen de dijk tussen Enkhuizen en Trintelhaven, halverwege de dijk. Een ander deel wordt versterkt met breuksteen. In totaal komt er 1.200.000 ton breuksteen tussen Trintelhaven en Lelystad samen met 100.000 ton gietasfalt. Een megaklus, waar je als lokaal loon- en verhuurbedrijf niet op inschrijft. Vooral loon- en verhuurbedrijf Niek Konijn BV niet, omdat deze zich bewust beperkt tot de verhuur, om zo zijn opdrachtgevers niet in de wielen te rijden. Het bedrijf was hier in de onderverhuur nog niet in beeld, maar zag wel kansen omdat het als bedrijf in de verhuuractiviteiten sterk denkt aan het geheel ontzorgen van de opdrachtgevers. Meedoen aan zo’n prestigieus project leek het cumelabedrijf een goede kans zich verder te profileren als sterke partner.
Extra materieel Konijn had al relaties met Boskalis en had vernomen dat er nog behoefte was aan extra materieel. Zo kwam Nick Konijn uiteindelijk vorige winter in gesprek met de uitvoerders. Het project was al opgestart en er bleek belangstelling voor een extra graafmachine voor het aanbrengen van breuksteen. De vraag had vooral betrekking op een goede machinist, die met grote precisie de breuksteenlaag aanbrengt. “Daar zat het vooral op vast”, zegt Konijn. Hij realiseerde zich tegelijk dat het ging om een klus waar je heel lang aan werkt. Het is een traject van zo’n vijftien kilometer dijk, waarbij beide zijden worden overlaagd met gepenetreerde breuksteen. Daarbij zijn de laagdiktes, 0,30 tot 0,35 meter, nauw omschreven en wordt er gewerkt met een breuksteenfractie van vijf tot veertig kilo. De klus wordt uiteraard met 3D-GPS uitgevoerd en gemonitord om alles vast te leggen ter verantwoording. De teenconstructie van de dijkdelen wordt met een zwaardere sortering van 60 tot 300 kilo breuksteen in meerdere lagen versterkt. Bij Konijn ging het eerst vooral om de overlaging met de fijnere breuksteenfractie. Ook werd Konijn daarbij incidenteel ingezet voor het afwerken van de onderlaag. Nick Konijn is, voordat hij op de aanbieding inging, eerst met zijn manschappen om tafel gegaan om dit door te spreken. “Als we de klus aangaan, willen we ook
GRONDIG 4 2019
23
1 In totaal is er circa ondernemen met 1.200.000 ton breuksteen verwerkt. Kees Dol was met de Doosan 225 één van degenen die hier ongeveer een jaar aan heeft meegewerkt
vaktechniek
2 Het precies vleien van de breuksteen vergt veel van de bak. Om de slijtage te ondervangen, heeft Niek Konijn de onderkant van de bak voorzien van slijtvaster taai staal. 3 In het gehele project werd er uiteraard op 3D-GPS gewerkt. Kees Dol is daarbij ook ingezet voor bijkomende werkzaamheden, zoal hier het afwerken van de onderlaag.
1
2
4 Een deel van het gietasfalt en de breuksteen zijn per schip aangevoerd. Dat vergt ook een goed samenwerkende keten.
3 zo goed mogelijk aftikken dat we het waar gaan maken. De machinist moet niet alleen de juiste capaciteiten hebben, maar hij moet het ook zien zitten om zo lang op zo’n klus aan het werk te zijn”, aldus Nick.”Het is relatief eentonig werk, waarbij de machinist lange dagen, week in, week uit, nagenoeg hetzelfde precisie werk doet.” Machinist Kees Dol zag het wel zitten. Ervaring met breuksteen aanbrengen had hij niet, maar hij werkt veel in het leiding- en rioolwerk en is iemand die bewezen heeft precisie bewezen in de vingers te hebben. En dus ging Konijn in de loop van maart 2018 het avontuur aan. Met succes, want Dol had het ‘kunstje’ snel in de vingers.
Vakwerk leveren Het is zaak met de puinbak de breuksteen zo goed mogelijk aanliggend uit te vleien om de juiste laagdikte te krijgen en om de breuksteen zo goed en compact mogelijk te laten aansluiten. Dat doet de machinist door het materiaal gedoseerd in te vleien, waarbij het werken met de onderkant van de bak een belangrijk onderdeel. Als dit goed gebeurt,
24
GRONDIG 4 2019
4 is er namelijk minder gietasfalt nodig om de afdeklaag goed af te dichten en te stabiliseren. Helemaal alleen stond Dol er niet voor, want er draaiden meerdere graafmachines. Hierbij werd er aan de IJsselmeerzijde vanaf het fietspad gewerkt en werd aan de andere zijde alles vanaf het water aangevoerd. Hij maakte onderdeel uit van een keten die ook moest kloppen. De Doosan 225 bleek prima geschikt voor deze klus. Al doende stelde Konijn natuurlijk wel vast dat de puinbak met name aan de onderkant sterk sleet. Dat werd opgelost door zeer slijtvast (taai) staal op te lassen. Verder liep het allemaal naar wens. Dit alles had als gevolg dat Nick Konijn al snel werd gevraagd of het bedrijf een extra graafmachine kon leveren voor het aanbrengen van het gietasfalt. Machinist Erwin de Dood zag dit wel zitten en mocht hiervoor met de Hitachi 350 met achttien meter giek aan de slag. Dit lijkt een gemakkelijker klus, maar ook hier ging het om een vast omschreven laagdikte, door middel van 3D-GPS worden met de kraan de punten ingemeten. Aan de hand van die gegevens kunnen ze berekenen hoeveel vierkante meter asfalt er aangebracht moet worden
5 Het ingieten vormde een belangrijk werk om de breuksteenlaag goed te stabiliseren. Ook dit is met 3D-GPS gemonitord om de kwaliteit vast te leggen. 6 Niek Konijn hield er uiteraard een ‘teerbak’ aan over, maar dat hoort bij dit werk en valt weg tegen de vele specifieke uren inzet.
5
6
7 De machinisten van Niek Konijn stonden er bepaald niet alleen voor. Er werd veel samengewerkt, ook met andere cumelabedrijven, als onderdeel van een nauw sluitende keten. 8 Er is maar liefst tien miljoen kuub zand verwerkt voor het realiseren van met name het 270 hectare natuurgebied Trintelzand.
7
8 om de juiste hoeveelheid aan te houden. De asfaltvrachtwagens losten het warme asfalt in een tussencontainer, van waaruit Erwin het asfalt verwerkte. De lange giek kwam hier goed van pas om in één keer vanuit de container het traject te kunnen afwerken. Beide klussen zijn april 2019 succesvol afgerond. De Doosan 225 draait nu nog op het project voor incidenteel werk. Het project zelf wordt medio 2020 opgeleverd.
Verder profileren Voor Niek Konijn BV was het meer dan een mooi project om ook dit stukje vaardigheid te laten zien. “Voor onze bedrijfsvoering is het voordeel van dit soort werkzaamheden dat de combinatie hele weken continu op dezelfde klus zit. Dat geeft een maximaal aandeel factureerbare uren en scheelt ons aan de kostenkant planning en transport.” Nick kijkt nu vooral verder. “Het is een project dat veel belangstelling heeft. Omdat onze graafmachines een jaar rond continu aan de slag zijn geweest, hebben heel veel mensen deze machines gezien. Dat hebben we gemerkt in reacties en berichtgeving op sociale media. Daar hebben
we eigenlijk niets voor hoeven te doen.” Het gaat nog verder, want bij presentaties van opdrachtgevers over het project en de voortgang kwamen de machines van Niek Konijn regelmatig in beeld. “Potentiële opdrachtgevers zien ons dan en dat zet ons natuurlijk op de kaart”, aldus Nick. Of dat direct extra werk gaat opleveren, is natuurlijk altijd afwachten, maar toch zijn de eerste stappen gezet. “We zijn al uitgenodigd om vervolgprojecten met betrekking tot andere dijken die in het totale plan nog moeten worden versterkt. Of we daar aan de slag mogen, is nog afwachten, maar we zijn er wel bij.” Nick Konijn heeft geen spijt dat hij destijds het gesprek met Boskalis is aangegaan. “We hebben ons als bedrijf zo verder geprofileerd als serieuze partner bij dit soort werken. We gaan zien waartoe dit in de toekomst gaat leiden.” TEKST: Gert Vreemann FOTO’S: Peter Leenen i.o.v. Combinatie Houtribdijk, Vreemann, Niek Konijn
GRONDIG 4 2019
25
GRONDIG.COM
ondernemen met
vaktechniek
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Grondig.com zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Grondig.com. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
EIGEN VSG DRIVE OP VERVAET HYDRO TRIKE
NIEUWE DWARSAFVOERBANDEN VOOR KRONE-TRIPLEMAAIERS
De echte binnenkomer van Vervaet voor het volgende seizoen is de nieuwe, zelf ontwikkelde, traploze transmissie, de VSG Drive. Na twee jaar testen in het veld wordt deze standaard op de nieuwe Hydro Trikes. De nieuwe transmissie is een traploos automatisch schakelende bak met twee hydromotoren. De VSG Drive maakt het mogelijk om met 1200 motortoeren een snelheid van 40 km/u op de weg te bereiken. Het voorwiel wordt nog steeds traploos hydraulisch aangedreven. Een combinatie van puur mechanisch met puur hydraulisch bleek in het verleden volgens Vervaet onvoldoende te werken in het veld.
Voor de maaierseries EasyCut B 870 CV/CR Collect en EC B 1000 CV/CR Collect biedt Krone vanaf nu een nieuwe dwarsafvoerband aan. De 910 millimeter brede dwarsafvoerband heeft bandrollen met een 25 procent grotere diameter. Daardoor zijn bij grote hoeveelheden nog hogere bandsnelheden mogelijk bij een goede zwadafleg. De EasyCut heeft een instelbare geleideplaat voor de gewasstroom en zwadafleg. De zwadbreedte is met een pen-gatverbinding in het frame in te stellen. De frameloze band is lichter en beter toegankelijk dan de vorige versie.
VICON ANDEX 1304 PRO MET ISOBUS Vicon introduceert de Vicon Andex 1304 Pro met nieuwe functionaliteiten, zoals Isobus-bediening met extra functies. Dat betreft onder meer individueel uitheffen per rotor, in- en uitklappen met één druk op de knop, elektrische hoogteverstelling van de rotors, eenvoudig met de terminal instelbare werkbreedte, een opslagfunctie van de zwadbreedte en verschillende kopakkermogelijkheden. Alle machinefuncties worden aangestuurd via het Load Sense-systeem en zijn te bedienen via het Isobus-scherm, de IsoMatch Tellus Go, de IsoMatch Tellus Pro of via het bestaande Isobus-scherm van de trekker. advertentie
COMMITMENT TO
EFFICIENCY SQ Auto Connection systeem
Snelwisselen in seconden Hogere flow – Meer rendement Makkelijker te servicen! Uitwisselbaar met Oilquick
AU
ST
ON
CONNECTI TO
E E LW R I S T
Tom van Baars +31 6 53 12 25 17 tom.vanbaars@steelwrist.com
www.steelwrist.com
26
GRONDIG 4 2019
VANTAGE AGROMETIUS IMPORTEUR MÜLLER ELEKTRONIK
MEILLER-ASFALTKIPPERS MET BLUETOOTH Transportoplossingen.com BV levert de Meiller-asfaltkippers nu standaard met de laatste Bluetooth-technologie van Meiller. Per minuut worden de temperaturen gemeten, die via een telematicasysteem kunnen worden gevolgd, maar ook via Bluetooth met de Meiller-app op de smartphone worden uitgelezen. Bij de thermogeïsoleerde asfaltkippers van Meiller is de stalen halfpipeopbouw als basis gebruikt. Meettechniek bewaakt op vijf punten de temperatuur in de kipperopbouw. De sensoren worden tegen de hoeken van de zijwanden (vier keer) en in de bodem geïnstalleerd. De gemiddelde temperatuur van alle sensoren kan op het Meiller Smartboard worden afgelezen.
NIEUWE LIJNEN LEMKEN-SLIJTDELEN
Vantage Agrometius wordt per 1 juli 2019 de importeur van Müller Elektronik voor het werkgebied Benelux en Duitsland. Na de overname van Müller in 2017 zijn Müller en Trimble de afgelopen periode het distributiekanaal van Müller gaan herstructureren en integreren. Vantage Agrometius gaat zich vooral richten op Isobus-oplossingen voor bestaande machines en machinefabrikanten in de Benelux. Müller heeft ook een uitgebreid pakket aan mogelijkheden om bestaande machines te voorzien van Isobus-aansturing. De oplossingen van Trimble en Müller vormen daarin samen een mooie combinatie.
Lemken levert de reserveonderdelen voor grondbewerkingsmachines nu in twee lijnen: Dural voor een standaard levensduur en DuraMaxx voor de hoogste eisen. Met de Duralploegristers werd medio jaren tachtig een eerste generatie slijtdelen onder eigen naam ingevoerd. Zo’n tien jaar geleden volgden hierop de DuraMaxx-risters van extra gehard staal voor een 150 procent langere standtijd. Sindsdien heeft Lemken het aanbod aan extra geharde onderdelen uitgebreid met een programma voor stoppelbewerking. Daarom stapt Lemken over op de verzamelnamen Dural en DuraMaxx.
advertentie
Celli biedt de oplossing! Klepelmaaiers Gemini 305
Hydraulische side-shift. Zware hamerklepels. Werkbreedtes tot 7 meter. Star en hydraulisch opklapbaar. Zowel voor- als achterop montage.
Overtop frees In één keer onderwerken van oude graszode Hydraulisch verstelbaar pennenrek. Hydraulische klepverstelling. Resultaat een mooi zaaibed.
Lothar 305
Bieslook 15
gerard.zweers@argi.nl
www.argi.nl
6942 SG DIDAM
06-53236180
like ons op facebook
GRONDIG 4 2019
27
ABEMEC IMPORTEUR VAN AGROINTELLI
EERSTE CATERPILLAR GLOBAL OPERATOR CHALLENGE Een zware competitie om ‘s werelds beste machinisten te vinden, dat is de Caterpillar nieuwe Global Operator Challenge-competitie 2019-2020. U kunt zich nu melden bij uw Catdealer voor de regionale voorrondes. De winnaars van de regionale halve finales doen mee aan de wereldwijde finales, die plaatsvinden tijdens de Conexpo-Con/Agg in maart 2020 in Las Vegas. De uiteindelijke kampioen wint een volledig betaalde vip-trip voor twee personen naar een Caterpillar-fabriek van zijn of haar keuze. Voor meer informatie over de Caterpillar Global Operator Challenge neemt u contact op met de lokale Cat-dealer of kijkt u op www. catglobaloperatorchallenge.com.
Na positieve reacties op de Abemec Smart Farming en Robotics Dag op 22 maart is besloten dat Abemec met directe ingang importeur van AgroIntelli in Nederland wordt. Het bedrijf zal onder andere de producten leveren op het gebied van cameratechnieken, automatisering en navigatie, Bij cameratechnieken gaat het om WeedMaps en CloverCam. Bij de automatisering gaat het om de dieselhydraulische autonome werktuigendrager van Robotti. Het navigatiedeel komt voor rekening van Intellipaths, een e-app voor smartphone of tablet die helpt bij het optimaliseren van de rijroute op het veld.
FLIEGL LANCEERT ACHTTIENKUUBS VASTE-MESTSTROOIER
Fliegl lanceert de nieuwe ADS 160-vaste-meststrooier. Deze heeft een inhoud van achttien kuub en een laadvermogen van zestien ton, ook op een enkele as. Fliegl bouwt in de ADS-serie al vaste-meststrooiers met inhouden van zes, negen en veertien kuub. De nieuwe ADS 150 is voorzien van een zware BPW-as en een zwaardere viertons dissel. Verder is de meststrooier voorzien van twee verticale walsen in combinatie met onderaan een schotel met wegklapbare strooischoepen. Voor het strooien van korte producten, zoals compost of kippenmest, kan optioneel een extra achterdeur worden gebruikt. Fliegl gebruikt ook hier zijn afschuifsysteem voor het naar achteren brengen van de mest in plaats van de traditionele kettingbodem.
advertentie
Importeur voor de Benelux
EUROSTEEL BV VAN HEEMSKERCKWEG 10 5928 LL VENLO NEDERLAND WWW.EUROSTEEL.NL
28
GRONDIG 4 2019
UNIEKE KOBELCO-RUPSKROL VOOR STRUKTON
VEMATRACK LANCEERT NIEUWE WEBSITE
Deze Kobelco-rupskrol is een unieke verschijning in het machinepark van Strukton. Van Tetering BV uit Steenbergen is producent en constructeur van deze railoplossing met uitschuifbare rupsen in combinatie met een opdruk- en zwenkmogelijkheid in de onderwagen. Hiermee kan de machine in en uit het spoor worden gezet zonder beschadiging van tracks, spoorrails en bestrating. Door de rupsaandrijving is er een minimale beschadiging van het ballastbed en kan er over gelegd spoor buiten de dwarsliggers worden gereden. Door het apart uitschuiven van deze rupsen kan ook worden gewerkt naast een perron.
Onlangs is de nieuwe website van VemaTrack voor de Benelux live gegaan. Deze bevat enorm veel productkennis en laat zien dat VemaTrack rijwerkonderdelen aanbiedt voor alle merken en typen machines. Op deze site is
NIEUWE PANTERA 4503 MET COMFORTPAKKET
veel informatie te vinden over de verschillende VemaTrack-rijwerkonderdelen. Hierbij kun je denken aan: waar bevindt het rijwerkdeel zich in het complete rijwerk en hoe werkt het met andere onderdelen samen? Hoe vindt het productieproces van dit rijwerkdeel plaats? Wat zijn (na verloop van tijd) bekende slijtpatronen en hoe kan ik deze voorkomen? Meer informatie vindt u op www.vematrack.com.
De Amazone Pantera 4503 beschikt over vernieuwingen als de Super L2-spuitboom, de nieuwe Super L3-spuitboom in combinatie met de nieuwe actieve spuitboomgeleiding ContourControl en de nieuwe Flex-bediening voor veertig procent sneller in- en uitklappen. ContourControl kan ook naar beneden neigen met de spuitboom, waardoor de afstand tot het gewas constant blijft. Verder zijn er nog het actieve-zwiepdempingssysteem SwingStop en de Comfortpakketten 1 en 2 voor het vullen en reinigen. Ook beschikt de Pantera 4503 over stofdichte opbergvakken bij de opstap en nieuwe led-achterlichten.
advertentie
www.forrez.nl Forrez Nederland is officiële importeur van Nokian Heavy Tyres. Continue innovaties en vernieuwingen maken van Nokian dé bandenspecialist voor alle landbouw- en industrie toepassingen. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer: +31(0)416 69 33 55 of per email: nederland@forrez.com.
ct
excavator
UW
IE
N Forrez Nederland • Middelkampseweg 7 • 5311 PC Gameren T +31(0)416 69 33 55 • F +31(0)416 34 72 72 • nederland@forrez.com
GRONDIG 4 2019
29
ondernemen met
vaktechniek
Nog even geduld Caterpillar lanceert dieselelektrisch aangedreven D6 XE Eigenlijk werd hij al eerder verwacht na de succesvolle lancering van de Cat D7E met dieselelektrische aandrijving, maar nu komt hij er dan definitief: de D6 XE met dieselelektrische aandrijving als alternatief naast de D6. U moet echter nog even wachten. Eén troost: de D6 met powershiftbak is ook flink vernieuwd. Er valt dus wat te kiezen. Dat was even wat toen Caterpillar op de Conexpo in 2009 de dieselelektrisch aangedreven D7E introduceerde. Productmanager en Caterpillar-specialist Keith Haier zag destijds de grootste winst in het benutten van de hoge efficiëntie van een puur elektrische aandrijflijn. Haier gaf destijds aan dat het niet de eenvoudigste oplossing was, maar wel de beste voor de toekomst. Praktijktesten gaven de D7E destijds al een zet in de rug. Daar waar een normale D7R met 176 kW (240 pk) krachtbron en drietraps powershift in acht uur zo’n 1800 kuub verzette bij een brandstofverbruik van 230 liter noteerde de D7E met 173 kW (235 pk) sterke Cat een capaciteit van 2000 kuub bij een brandstofverbruik van 190 liter. Omgerekend per ton verzet product gaf dat een brandstofbesparing van circa 25 procent. Daarbij voelde de nieuwe D7E dankzij het hogere koppel van de elektromotoren krachtiger aan. Het aanrijkoppel bij de D7E was met 47 ton maar liefst vijf ton hoger dan dat van de D7R. Daar bovenop komen nog een stillere cabine - 73 dB(A) tegenover 78 dB(A) - en een vijftig procent snellere respons plus een geringere onderhoudsbehoefte in combinatie met veel minder onderdelen. Caterpillar geeft aan dat de markt voor de D7E zich positief heeft ontwikkeld, maar dat de D7E mede vanwege het grote prijsverschil de R niet heeft kunnen verdringen. De machine is twee keer in Nederland verkocht.
30
GRONDIG 4 2019
Nu voor ons D6-land Nederland was niet zo in beeld en dus zal de nieuwe D6 XE voor velen een nieuwe ontwikkeling zijn om over na te denken. Dat bleek ook op de Bauma. Het liep storm en Caterpillar noteerde naar eigen zeggen een overweldigende serieuze belangstelling. In feite heeft Caterpillar met de introductie van de D6 XE hetzelfde gedaan als destijds bij de D7E. Direct achter de motor is een generator geplaatst, die direct 715-volt-stroom levert aan de elektromotor. De D7E was een lage-sprocket-machine met aan elk eind aandrijvingen met een elektromotor. De D6XE is weer gewoon een hoge-sprocket-machine, maar die heeft één elektromotor op de plaats van de transmissie. Daarbij is de machine zo gebouwd dat de motor met een lager nominaal motortoerental van 1700 toeren werkt, tegenover 2100 toeren voor de D6 met powershiftbak. De nieuwe D6, met 161 kW (219 pk) Cat-Stage Vkrachtbron, heeft een bedrijfsgewicht van circa 22 tot 24 ton. Volgens Cat biedt de XE een tot 35 procent lager brandstofverbruik en een grotere wendbaarheid vergeleken met het vorige model, de D6T. Cat geeft aan dat dankzij de extra productiviteit en de lagere brandstofkosten van de D6 XE de extra investering vergeleken met de D6T in standaardbouwtoepassingen op basis van 1500 uur per jaar in nog geen twee jaar terug te verdienen is. Prijzen geeft Cat nog niet af.
D6 met powershift verbeterd Daar staat nu wel een nieuwe D6-variant met dezelfde motor en een nieuwe, automatisch schakelende viertraps powershift tegenover. Deze geeft volgens Cat een hogere productiviteit en een tot twintig procent lager brandstofverbruik dan zijn voorganger met drie versnellingen. Dit verschil is er vooral doordat de tijdelijke onderbrekingen in de aandrijving tijdens het schakelen zijn verdwenen. Daarnaast kan de machine schakelen met ingeschakelde lock-up. De technici van Caterpillar ontwierpen de Autoshift voor het volledige werkbereik. Dit is mede bereikt door een extra versnelling tussen de eerste en tweede te plaatsen, zodat de schakeltrappen in het werkbereik kleiner zijn. Dat geeft de mechanische full-powershift-oplossing weer een flinke boost. Verder heeft Caterpillar de D6 en D6 XE op vele punten gemoderniseerd (zie kader).
Vernieuwingen D6-serie De nieuwe cabine heeft standaard een bredere luchtgeveerde stoel, waarbij de armleuning onafhankelijk van de zitting kan worden aangepast. Overal in de cabine zijn extra opbergruimten toegevoegd. Verder zijn de cabinetemperatuurregelingen verbeterd en heeft de cabine vijftien procent meer glasoppervlak. Het zicht is verbeterd doordat de ROPS-constructie nu is geïntegreerd in de cabine, waardoor een losse ROPS-beugel niet meer nodig is. Het nieuwe tien-inch-touchscreen heeft een intuïtievere interface, die net zo werkt als een smartphone. Er zijn Cat Connect-Grade-technologieën leverbaar, van standaard hellingindicatie tot volledig in de fabriek geïntegreerde Cat Grade-3D-GPS-systemen. Het systeem maakt gebruik van traagheidsmeeteenheden (IMU’s oftewel inertial measurement units), die zonder cilinders met standdetectie een hogere snelheid en een grotere nauwkeurigheid bieden. AutoCarry is toegevoegd aan Grade met 3D om het heffen van het blad te automatiseren. Cat Slope Indicate is standaard. Cat Grade met Slope Assist biedt een basishulpfunctie voor het instellen van de bladpositie zonder dat er extra hardware of een GPS-signaal is vereist.
Tijdens de Bauma bleek er al veel serieuze interesse voor de nieuwe D6 en dan met name ook voor de D6 XE. Caterpillar stelt wel nadrukkelijk dat de XE pas begin volgend jaar in Europa wordt uitgeleverd. De D6 met powershift komt waarschijnlijk al wel komend najaar. Cat geeft aan dat dit mede wordt veroorzaakt door de grote internationale belangstelling voor de nieuwe D6 en D6 XE. Overweegt u nu of voor het volgend seizoen een nieuwe D6 aan te schaffen, dan is het in beide gevallen dus zaak om nu actie te ondernemen. Al was het alleen maar ook hoger op de bestellijst te komen om zo de machine op tijd op de dam te hebben staan.
De in de fabriek geïnstalleerde Attachment Ready Option (ARO) maakt het eenvoudiger om elk willekeurig merk nivelleersysteem te installeren. De positie van het hoofddisplay en het nivelleersysteemdisplay kunnen worden verwisseld. De VPAT-dozer heeft nu een ander chassis dan de push-arm-versie, waardoor de balans in de machine is verbeterd en er geen contragewicht meer nodig is. Door het nieuwe chassis kunnen nu ook bredere rupsplaten zonder offset worden gemonteerd. Hierdoor is de gronddruk verlaagd naar 35 kPa De nieuwe, zwaar uitgevoerde Extended Life-onderwagen is voorzien van rupspennen met positieve borging en een verbeterde koppeling voor een tot twintig procent langere levensduur van de afdichting. De nieuwe optionele onderwagen voor fijnnivellering heeft tien rollen. Aangepaste onderdelen, langere onderhoudsintervallen en minder geplande onderhoudstaken geven volgens Cat twaalf procent lagere onderhoudskosten. De onderhoudspunten en de punten voor standaardonderhoud zijn gemakkelijk toegankelijk gegroepeerd.
De nieuwe cabine met vijftien procent meer glas, een betere stoel, een tien-inch-touchscreen, een betere
TEKST: Gert Vreemann FOTO'S: Caterpillar
klimaatregeling en meer opbergvakken.
GRONDIG 4 2019
31
ondernemen met
vaktechniek
Elektrisch verbonden De trends van de Bauma 2019 Elektrische machines en de verbinding van machines met de computer op het bureau waren de hoofdthema’s van de afgelopen Bauma. Ze tonen twee ontwikkelingen die de manier van werken in de bouwsector de komende jaren zullen veranderen. Tegelijkertijd blijft de oude trouwe diesel de komende jaren echter gewoon doordraaien, want hoe krijg je anders voldoende energie op de bouwplaats.
32
GRONDIG 4 2019
Van Hyundai tot Komatsu en van Giant tot Mecalac, allemaal pakten ze op de Bauma uit met een elektrische machine. Die ontwikkeling werd de afgelopen jaren ingezet door Wacker Neuson als één van de pioniers. Deze fabrikant was drie jaar geleden op de Bauma al nadrukkelijk aanwezig met een serie elektrische machines en dat aantal was dit jaar fors groter. Volgens directeur Martin Lehner toont de groei aan dat het bedrijf jaren geleden al de goede weg heeft gekozen. “We merken nu dat de ontwikkelingen steeds sneller gaan. We leren steeds meer hoe we de energie uit onze batterijen beter kunnen benutten”, aldus Lehner. Zeer tevreden is hij dat het bedrijf nog steeds kan werken met de techniek die al drie jaar geleden is geïntroduceerd. “We hebben nog steeds hetzelfde type batterij, al zijn de prestaties veel beter, maar kunnen daarmee ook bestaande machines opwaarderen.”
had elke grote fabrikant wel een elektrische minigraafmachine of minishovel op de stand staan. We noemen Komatsu, Hyundai, Bobcat, Doosan, Yanmar, Takeuchi, Kobelco en Giant, waarover u al in de vorige Grondig kon lezen. Volvo ging bij de presentatie van zijn modellen zelfs nog een stapje verder. Het merk kondigde in de aanloop naar de Bauma al aan dat het vanaf volgend jaar bij de compacte machines de ontwikkelcapaciteit alleen nog inzet op elektrisch aangedreven. Dieselaangedreven compacte machines worden dan nog wel gebouwd, maar niet meer doorontwikkeld. Op de Bauma werd het resultaat van de eerste ontwikkelsessie onthuld, al was er niet veel bijzonders aan te zien. In uitvoering verandert er namelijk verder niet veel. Alleen de opschriften, de stekkeraansluiting en het ontbreken van een uitlaat verraden dat hier andere machines staan.
Het succes van Wacker Neuson is ook af te lezen aan de grote schare navolgers die op deze Bauma verschenen. Feitelijk
Opvallend is de snelle ontwikkeling bij Mecalac. Nog maar een jaar geleden verraste de fabrikant op de Intermat met
een elektrische versie van de 12 MTX, toen nog een stilstaand studieobject. Nu reed de E 12 volop mee in de Bauma-show en draaide hij even makkelijk het programma als zijn dieselzusje. De ontwikkelingen gaan hier zo snel dat Mecalac verwacht dat de machine eind dit jaar op de markt kan komen. De batterijen zijn voldoende om bij gemiddeld gebruik een hele achturige dag met de machine te werken.
Deutz en Manitou Dat de weg naar grotere machines is ingezet, lieten ook Deutz en Manitou zien. Voor Deutz is dit onderdeel van de ontwikkeling van het bedrijf. Nu alle aandacht uitgaat naar het verminderen van de CO2-emissie zoekt het bedrijf naar mogelijkheden om in alle segmenten actief te kunnen blijven. Daarbij wordt er de komende jaren veel verwacht van de hybride motor. Dat is een motor met daarachter direct een generator om stroom op te wekken. Die is dan zo gebouwd dat de combinatie past op de plaats van een grotere dieselmotor. Dat geeft fabrikanten de mogelijkheid om in bestaande machines over te schakelen naar hybride systemen zonder dat de hele bouw moet worden aangepast. Het voordeel voor de machinefabrikant is dat hij dezelfde machine met een veel kleinere dieselmotor uitrust en dus een veel lagere CO2-emissie per kilowatt heeft.
Doosan heeft de eerste machine van de nieuwe generatie klaar. Deze 30-tons machine komt eind dit jaar op de markt en heeft vernieuwde hydrauliek en een Stage V-motor.
Van Prinorth komt deze veertientons rupsdumper met Cat-motor. Deze van oorsprong Italiaanse firma levert vooral in Amerika, maar zoekt nu ook de Europese markt. Deze T 14R heeft nu nog een Stage IV-motor, maar komt binnenkort ook als Stage V.
GRONDIG 3 2019
33
ondernemen met
vaktechniek
Project Tetra, de methaangas-wiellader De meest opvallende machine in vormgeving was onmiskenbaar het prototype van een nieuwe wiellader van Case. Die heeft een opvallende vormgeving om te benadrukken dat het om een nieuw concept gaat, met het gebruik van methaangas als brandstof. De keuze voor methaangas is gemaakt omdat dit de mogelijkheid geeft om gas te gebruiken dat is geproduceerd in een vergister. Dit geeft volgens CNH de mogelijkheid om de machine compleet CO2- neutraal in te zetten. Case profiteert daarbij van de ontwikkeling die CNH heeft ingezet voor de agrarische sector, waar het ook werkt aan door methaangas aangedreven trekkers. De motor die FPT hiervoor heeft ontwikkeld, dient nu als basis voor de nieuwe wiellader. Overigens is dat voor FPT niets bijzonders, want het bedrijf heeft al meer dan 40.000 gasmotoren gebouwd. Methaangas heeft volgens Case het grote voordeel dat het gemakkelijk te produceren is, eenvoudig is op te slaan en dat je ook in staat bent voldoende mee te nemen op de machine voor een hele dag werken. In vergelijking met een dieselmotor geeft deze motor 95 procent minder emissie van CO2, 90 procent minder stikstofoxiden (NOx) en een reductie van de uitstoot van roetdeeltjes van 99 procent. De wiellader die in het kader van het project Tetra op de Bauma werd gepresenteerd, heeft een vermogen van 169 kW (230 pk). Hij is daarmee te vergelijken met de Case 821G-wiellader. In de rest van het ontwerp is die echter
34
GRONDIG 4 2019
niet te herkennen, want de wiellader is compleet nieuw ontworpen. Opvallend is de voorruit die schuin naar binnen staat. Dit geeft een beter zicht op het werk, met toch nog voldoende beenruimte. In totaal heeft de cabine een zestien procent groter glasoppervlak gekregen dan een vergelijkbare wiellader uit deze klasse. In plaats van spiegels zijn er nu camera’s om de omgeving achter en naast de machine te bewaken. Wat daar gebeurt, is te zien op de rechterstijl van de voorruit. Opvallend zijn de joysticks in vorm en uitvoering. Ze staan op de armleuning en bewegen mee met de stoel. Die stoel is niet meer op de vloer bevestigd, maar hangt aan de achterzijde. Daardoor ontstaat onder de stoel extra opslagruimte. Speciaal is ook de geautomatiseerde vering. Bij stilstand veert de stoel helemaal in, waardoor je gemakkelijker kunt instappen. Zodra de machinist plaatsneemt, gaat deze terug naar de ingestelde positie. Voor de banden van deze wiellader heeft Case de samenwerking gezocht met Michelin. Dat heeft een band ontwikkeld met een honingraatstructuur van rubber en een kunststofcomposiet. Dankzij de structuur blijft de band veren, ondanks het ontbreken van lucht in de band. Door de opbouw is de band lichter dan een traditionele band met toch een groot contactoppervlak. De verwachting van Case is dat de definitieve uitvoering binnen twee tot drie jaar op de markt kan komen.
Deutz verwacht dat in het compacte segment en bij licht belaste voertuigen, zoals heftrucks en schaarliften, de omschakeling naar volledig elektrisch snel mogelijk zal zijn. Aan de andere kant van het spectrum zitten de machines die zoveel energie vragen dat het voorlopig niet te verwachten is dat ze afscheid kunnen nemen van de diesel. Denk aan trekkers die zwaar werk doen of grotere graafmachines of dumptrucks.
Lange termijn Tussen die twee uitersten ligt dan een groot segment met machines die naar hybride systemen kunnen. Met diesel en elektrisch om de motor efficiënter te maken of met andere brandstoffen zoals aardgas of lng om de CO2-emissie te beperken. Ook waterstof zou dan een alternatief kunnen zijn, maar dat is nog veel verder weg, denkt directeur Frank Hiller van Deutz. “Op de korte termijn zullen we zien dat klanten kiezen voor elektrisch of gas, omdat daarvoor de infrastructuur aanwezig is.” Om ook in de toekomst als motorenleverancier in beeld te blijven, werkt het bedrijf hard aan de ontwikkeling van aandrijfconcepten voor elektrische grondverzetmachines, waarbij het volgens directeur Frank Hiller het slimste is om te kiezen voor minimaal twee motoren. “Om een maximale efficiëntie te halen, moet je kiezen voor een aparte motor voor de rijaandrijving en een tweede voor de bediening van de machines”, zegt hij. Het zijn concepten die inmiddels met vele fabrikanten worden getest. Op de Bauma waren een aantal voorbeelden te zien, zoals de verreiker van Manitou, die net onder de selfietoren zijn rondjes draaide, met het bekende jankende geluid van elektromotoren. Stiller dan een diesel, maar met voldoende geluid om de machine niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Het zal de komende jaren wennen worden aan dat elektrische geweld.
Het nieuwe elektrische duo van Volvo werd onder grote publieke belangstelling onthuld. Vanaf volgend jaar komen ze op de markt en dan stopt Volvo ook met de ontwikkeling van de dieselaangedreven compacte machines.
Deutz is samen met verschillende bedrijven bezig om te kijken hoe elektrische aandrijving efficiënter kan. Dit is een testopstelling met een Liebherr-verreiker.
Breed verbonden Het tweede overduidelijke thema op de Bauma was connectiviteit, maar dat is dan nu wel in de breedste zin van het woord, want opeens gaat het veel verder dan de verbinding tussen machine en klant, dealer of fabriek die er al jaren is. Wellicht dat dit voor bedrijven die de machines gebruiken, de stimulans is om meer gebruik te gaan maken van de mogelijkheden om machine en machinist te volgen. Tot nu toe wordt van die mogelijkheid namelijk maar weinig gebruik gemaakt, zo is de ervaring van veel fabrikanten en bijvoorbeeld ook medewerkers van CUMELA Nederland. Terwijl dit de mogelijkheid geeft om te kijken of een machine niet onnodig stationair draait, of er voor de juiste instelling wordt gekozen en of er bijvoorbeeld wel voldoende uren worden gemaakt. Liebherr verraste op de beurs met een eigen planningssysteem, gebaseerd op zijn Intusimachinevolgsysteem, met als opvallende kenmerk de
In Japan is dit uitrustingsstuk al jaren in gebruik. Op de Bauma was deze supermagneet van Ueda om rijplaten op te pakken voor het eerst te zien. Daarmee kun je snel en eenvoudig rijplaten verplaatsen. Hij kost ongeveer € 13.000,-.
GRONDIG 4 2019
35
ondernemen met
vaktechniek
openheid. Gebruikers moeten hierin zonder problemen machines van andere merken kunnen opnemen. Volgens Liebherr zijn hierover met de verschillende fabrikanten onderling ook afspraken gemaakt, waarbij iedereen gegevens op eenzelfde manier opslaat en daardoor uitleesbaar maakt. Een demo op de beurs liet zien hoe in de toekomst een ondernemer zijn machines en personeel op een simpele manier kan plannen door ze aan een project te koppelen. Daarbij heeft elke machinist op het scherm in de cabine weer de mogelijkheid om mee te kijken in de planning van het project. Hij kan zien wie er nog meer aan het werk is en welke opdrachten er zijn. Een ontwikkeling waarmee Liebherr ook op het terrein van de werkplanning komt. Op grote schermen liet Liebherr zien hoe het de toekomst van het plannen en organiseren van het werk via een touchscreen ziet. Met een systeem waarop machines van verschillende merken kunnen worden uitgelezen en aangestuurd.
Niet elke nieuwe machine was elektrisch. Neem bijvoorbeeld deze compleet nieuwe 8,5tons machine van Hyundai. Die heeft een grotere en bredere cabine en een duidelijk ander uiterlijk.
Hitachi zocht het bij de elektrische machines in het wat grotere segment. Deze 8,5-tons machine heeft een accucapaciteit voor vier uur werken. Dat zou in veel gevallen voldoende moeten zijn om een dag vol te maken, omdat de machine ook veel stil staat.
36
GRONDIG 4 2019
Storingvrije uren Inmiddels zijn veel fabrikanten bezig om het machinevolgsysteem veel breder te gaan gebruiken om de machine efficiënter in te zetten en te zorgen voor meer storingvrije uren. Om dat te bereiken, willen de leveranciers veel meer actief gaan reageren op de machinestatus., met de mogelijkheid om alle gegevens die de machine zelf produceert veel breder te gebruiken. Een voorbeeld is de oliekwaliteitssensor die Hitachi nu inbouwt. Daarmee kun je continu de olie monitoren. Dat geeft de mogelijkheid om bij plotseling optredende vervuiling snel te handelen en in te grijpen voordat een onderdeel in de soep draait. Een mooie voorziening, waar vooral verhuurbedrijven graag gebruik van willen maken, weet onderhoudsmanager Tom van Wijnanda. “Bij verhuurde machines kan de eigenaar continu blijven volgen hoe de machine presteert en of er geen waarschuwingen worden genegeerd.
Onderdelen uit de printer De komende jaren zal de markt voor onderdelen sterk veranderen, voorspelde Martin Lehner van Wacker Neuson. Hij constateert dat het nu soms al goedkoper is om onderdelen in een 3D-printer te laten maken dan ze uit een magazijn te halen waar ze op voorraad liggen. De komende jaren zullen die mogelijkheden alleen maar toenemen, meent hij. “We zien dat de mogelijkheden steeds groter worden en dat de ontwikkeling naar 3D-printers voor metaal heel snel gaat. Tegelijk worden ze sneller en daalt de prijs.” Het gevolg zal volgens hem zijn dat er veel meer lokale bedrijven komen die op bestelling onderdelen maken. “Dat betekent dat we veel minder op voorraad hoeven te leggen en we veel minder hoeven te transporteren. Dat zal de markt dus flink veranderen”, aldus Lehner. Hij merkt dat bedrijven daar ook op inspelen. “Weet je bijvoorbeeld welk bedrijf de grootste 3D-printer ter wereld is? Dat is Fedex, de pakjesvervoerder. Die is zich dus duidelijk aan het voorbereiden op een nieuwe toekomst en hoe het bedrijf daarin een verdienmodel kan houden.”
Een systeem dat nog niet perfect is, maar al in enkele gevallen tot oplossing van een schade heeft geleid in situaties waarin een huurder een stopsignaal negeerde.”
Samenwerking met Trimble Een hulp bij het aan de gang houden van de machine is ook de opname in het digitale netwerk van een bouwplaats. Daar kan met behulp van de GPS-coördinaten bijvoorbeeld precies worden gevolgd waar een machine zich bevindt. Handig als er twee heen en weer rijden in een mijn of op een zandbaan. Veel verder gaat het bij een ontwikkeling die Hyundai toonde. Die fabrikant heeft net voor de Bauma een overeenkomst getekend met Trimble, zodat die de aansturing van de machine standaard gaat inbouwen. Met Trimble wordt nu ook gewerkt aan de integratie van nieuwe ontwikkelingen, zoals het begrenzen van het werkvlak waarin de machine kan werken. Zoiets werd vorig jaar al door Caterpillar geïntroduceerd en zal de komende jaren ook op de nieuwe Hyundai-machines komen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de herkenning van personen die zich binnen het machinebereik bevinden, waarna er automatisch een fictief scherm om wordt geplaatst. Iets van die ontwikkeling was bij het bedrijf al te zien in de vorm van een achteruitrijradar op de laadschop. Groot voordeel is dat deze ook in het donker een persoon kan detecteren. Daarmee gaat het net iets verder dan de 360-gradencamera die het bedrijf al heeft. Die heeft echter als nadeel dat hij in het donker niet werkt. Een andere mogelijkheid die de komende jaren aan die verbonden machines wordt toegevoegd, is een uitgebreide storingsdiagnose die vanaf de boordcomputer op de tablet van een monteur wordt getoond. Op die manier kan ook een minder ervaren monteur veel sneller de storing vinden. Nog een stap verder toonde Hyundai ook. Nu in Korea een 5G-netwerk actief is, wil het bedrijf hoge-resolutievideo’s ontwikkelen die naar de monteur kunnen worden gezonden over hoe hij de storing kan oplossen. Andersom kunnen deze monteurs via dit netwerk ook direct meekijken via een camera naar mogelijke oorzaken. Bij de huidige verbindingen via bijvoorbeeld WhatsApp is het beeld nog onvoldoende om kleine zaken te onderscheiden. Wanneer het 5G-netwerk ook in andere landen is uitgerold, ontstaat de mogelijkheid om vanaf elke plaats in de wereld mee te kijken met een monteur en hem door een specialist instructies te geven. Op termijn kan dat helpen om ook met minder ervaren monteurs een probleem op te lossen.
Binding verdwijnt Al deze ontwikkelingen waarbij de fabrikant de machine blijft volgen en direct kan ondersteunen bij de service past volgens Tom van Wijnand van Hitachi in de ontwikkeling dat bedrijven veel meer kiezen voor huur of operational lease van machines. “Het gaat ze dan niet meer om het bezit van de machine en die rendabel maken, het gaat om een oplossing
Bij Komatsu kreeg de nieuwe wiellader een prominente plaats. Alleen na registratie mocht je in de cabine plaatsnemen. De 24-tons machine heeft een CVT-aandrijving en draait als test op verschillende Europese bedrijven.
Puur elektrisch is deze E12 van Mecalac, vorig jaar voor het eerst getoond op de Intermat in Parijs en nu bijna praktijkrijp. Dankzij nieuwe batterijtechniek moet deze straks acht uur kunnen werken op een lading. De verwachting bij Mecalac is dat deze eind dit jaar leverbaar is.
voor een probleem of werk dat ze moeten uitvoeren. Door de mogelijkheden die nu ontstaan om de machine op afstand te volgen, kun je daar als fabrikant veel beter aan tegemoetkomen. Je ziet namelijk precies wat er gebeurt en kunt ingrijpen als de machine onjuist wordt ingezet of slecht wordt onderhouden.” Die ontwikkeling maakt dat fabrikanten de tijd rijp achten voor verhuur of operational lease. Vroeger was dat ondenkbaar. Het risico was te groot, omdat je niet zag wat er in het veld gebeurde. Nu iedereen door de verbonden machines gewoon mee kan kijken, zijn dat risico’s die worden uitgesloten. Ongetwijfeld zal dat gaan betekenen dat er uiteindelijk veel minder machines in de schuur zullen staan. Wie geen werk meer heeft, stuurt hem namelijk gewoon terug. Het resultaat is dat de machine verbonden blijft met de fabrikant en de verbinding met de gebruiker verdwijnt. TEKST EN FOTO’S: Toon van der Stok
GRONDIG 4 2019
37
Wij kennen de eisen, beheersen de systemen en zorgen voor de beste opslag voor uw producten.
uw specialisT in bewaringen en loodsen Kistenbewaring
bulkopslag
Hout en beton
T 073-503 25 27 info@steenbergen-bouw.nl
www.sTeenbergen-bouw.nl
Die wil alleen maar maaien
www.krone-nederland.nl
KRONE schijvenmaaiers
Rondom gelaste maaibalk: robuust en levensduur gesmeerd SafeCut: maaischijfbeveiliging DuoGrip: ophanging in het zwaartepunt met dubbele parallel geleiding voor alle achtermaaiers Intensief kneuzer met op grip staande stalen klepels voor een intensieve kneuzing van het gewas
Zuid-Nederland: Ad van den Hurk 0653-241918
Noord-Nederland: Marc Berghuis 0651-346841
• ruim 450 merken op 125.000 m2 beursterrein • groot aanbod exposities én demonstraties van machines en gereedschappen • op centrale locatie, goed bereikbaar en dichtbij parkeren
ondernemen met
vaktechniek
Sturen in hondengang Tebbe HS 320-universeel-breedstrooier met elektro-hydraulische VSE-besturing Deze Tebbe HS 320-strooier is op speciale wens van loonbedrijf Kuijlen in Halsteren uitgerust voor het professioneel strooien van compost en vaste mest. Meest opvallend is de VSE-besturing waarmee in hondengang uit het trekkerspoor kan worden gewerkt, maar waarbij de wielen blijven sturen bij geren en wendingen. We reden even mee met deze full-prof-strooicombinatie. Zwaar en representatief zijn de omstandigheden niet tijdens ons bezoek, met een gortdroog zandgrondperceel en droge, lichte compost. Vaste chauffeur en machinist Jordy geeft aan dat de hondengang nu eigenlijk niet nodig is en dat het strooien met de spreekwoordelijke twee vingers in de neus gaat, zonder dat er concessies worden gedaan aan de precisie. In dit geval wordt er een continue gift op GPS gereden. Met een gift van 65 ton per hectare en een oppervlakte van circa vier hectare is de klus in vier uur geklaard. De weegcomputer, een geijkt klasse 3-weegsysteem dat door Tebbe zelf is gemonteerd, bevestigt ons vermoeden. Er zit vijftien ton in de 32-kuubs bak als deze door Jordy met de Liebherr goed vol is geladen. “We gaan nog opzetschotten met afdeksysteem monteren”, vertelt hij. Jordy geeft aan dat er in gangbare (nattere) compost en vaste mest doorgaans tot circa 25 ton wordt geladen. “Als de compost direct bij het perceel is gestort, rij ik ongeveer 100 ton per uur uit.”
40
GRONDIG 4 2019
Stap voorwaarts Jeroen Kuijlen heeft met de Tebbe HS 320 VSE een nieuwe professionele strooicombinatie, waarmee hij bijna het jaar rond actief is. Jordy is de vaste chauffeur en heeft al vele jaren ervaring. Kuijlen heeft de vorige na vijf jaar ingeruild om zich verder te profileren als professionele compost- en vaste-meststrooier. Die vorige Tebbe, een HS 240 met tandemstel zonder hondengang, had er toen zo’n 10.000 draaiuren op zitten. Die HS 240 had dezelfde bakinhoud, was hoger en korter, had iets bredere banden en asdrukken van circa zestien ton. Op de bredere banden ging de strooier net over de drie meter breedte heen. Kuijlen besprak zijn wensenpakket met Tebbe-importeur LMC Gennep en daar kwam deze drieasser met VSE-besturing uit. LMC Gennep regelde het traject met Krude en VSE. Met de huidige drieasser tikte hij alleen voor de VSE-besturing inclusief één extra bestuurde as wel circa € 25.000,- extra af ten opzichte van een tridemstel zonder hondengang. Kuijlen geeft
aan dat de meerprijs van deze strooier ten opzichte van de vorige niet door te berekenen is in het tarief, maar dat het hem wel een hogere capaciteit en meer werkbare uren oplevert. Ook kan hij vanwege de bodemvriendelijkheid beter inspelen op de steeds hogere eisen die akkerbouwklanten daaraan stellen. Aan de bal blijven is ook winst. Ook wilde hij binnen de drie meter transportbreedte blijven. Wellicht kan het onderstel ook nog een tweede bakleven mee.
Ten opzichte van de Tebbe HS 240 met tandemstel heeft de bak van de HS 320 dezelfde inhoud, maar is deze lager en langer. Op drie gestuurde BPW-assen met 750/60R30.5banden blijft de combinatie binnen de drie meter breedte.
Uit het spoor Bij 25 ton laden heb je het bij de nieuwe strooier over circa 35 ton totaalgewicht, waarvan circa vier ton op de dissel drukt. Dan hou je ruim tien ton per as over. De Tebbe staat op 750/60R30.5banden, die in het veld via het drukwisselsysteem op 1,0 bar kunnen worden gezet. Daar rijdt Jordy in het veld op. De Fendt 927 is uitgerust met een Variogrip-luchtdrukwisselsysteem. In het veld staan deze ook op 1,0 bar voor en achter. De Tebbe heeft drie identieke BPW-stuurassen met hydraulische ophanging. Vrijwel altijd rijdt de Tebbe in beperkte hondengang met negen graden stuuruitslag. Dit wordt geregeld via een draaischakelaar in de cabine. De strooier heeft een VSE-regelkast waarmee via een hoekopnemer en een stuurstang en ook gekoppeld aan de rijsnelheid de hydraulische gedwongen besturing wordt geregeld. Hiervoor zijn speciale zware (gecertificeerd voor 80 km/u) hydraulische stuurcilinders gemonteerd. Bij de beperkte standaard hondengang rijden de drie wielen van de strooier precies uit het trekkerspoor. Ze overlappen onderling wel, maar dat is in de praktijk geen beperking. Dankzij de beperkte hondengang hou je een goed strooibeeld. De Tebbe heeft een Krude-luchtdrukwisselsysteem met drie compressors. Jordi: ”Voordat je de weg opgaat, haal je achter eventuele resten weg om te voorkomen dat je morst. Tegen die tijd zit de bandenspanning op de 2,4 bar voor leeg transportwerk en al bijna op 4,0 bar voor transport met volle bak.”
Kuijlen heeft er bewust voor gekozen de schermen van Fendt, Tebbe en Trimble niet te integreren voor een beter overzicht. Met Trimble GFX kan Kuijlen direct taakkaarten inlezen en communiceren vanaf kantoor. Desgewenst print Jordy een weegbrief uit. VSE tekent voor de besturing. Naast de beperkte hondengang met behoud van de besturing bij geren is de combinatie uitgerust met deze handige afstandsbediening om de Tebbe bij lastige bochten en hoeken handmatig bij te sturen.
Stuurautomatiek Bij werksnelheiden rond de 15 km/u blijft de hondengang intact en sturen de assen voldoende bij wendingen. Bij het (op de kopakker) overschrijden van de maximale stuurhoek en boven de 20 km/u schakelt de hondengang automatisch gedoseerd rustig uit. “Normaal gesproken schakel ik met de draaiknop op de kopakker de hondengang uit, want je moet bij aansluitend rijden toch switchen”, aldus Jordy. Hij rijdt hier in hondengang zonder dat dat bij een leeg wordende bak tractieproblemen oplevert. Jordy geeft aan dat dit bij minder gunstige omstandigheden op klei ook zo gaat. “Een kwestie van de voorste liftas een paar centimeter optrekken om de disseldruk te handhaven en toch de voorste as mee te laten doen”, legt hij uit. Hij geeft aan dat de drieasser voor zijn gevoel niet zwaarder trekt dan de vorige tandemasser in het trekkerspoor. “Theoretisch trekt hondengang zwaarder, maar wij rijden nu op 1,0 bar, dus is de insporing ook minder. Ik merk het niet in trekkrachtbehoefte en brandstofverbruik”, zegt hij. Voor het bereiken van lastige plekken is met de VSE-afstandsbediening in de cabine de Tebbe handmatig te sturen. Een kleinigheid die bij het bereiken van lastige hopen of krappe inritten erg handig kan zijn. Bij transport boven de 20 km/u is hondengang uit veiligheidsoogpunt niet mogelijk, dus stuurt de combinatie dan als een normale
drieasser. Boven de 35 km/u schakelt ook deze besturing gedoseerd uit, zodat de Tebbe dan stabieler achter de trekker loopt.
Trimble GFX De combinatie is uitgerust met Trimble GFX, zodat Kuijlen vanaf kantoor de taakkaarten kan inladen voor plaatsspecifieke bemesting, kan meekijken en kan communiceren met Jordi en de klanten. Voor wie het wil, kan Jordi direct een print maken van de totaal gestrooide hoeveelheden. Op het eind heeft Jordi nog even overleg met de boer waar het laatste restje moet worden uitgestrooid en dan op naar de volgende klant. Met trekkerbumper en keurig binnen de drie meter snel verder. TEKST & FOTO’S: Gert Vreemann
GRONDIG 4 2019
41
ondernemen met
vaktechniek
Onkruid elektrocuteren Nieuwe techniek lijkt kansrijk Een nieuwe, kansrijke ontwikkeling in het bestrijden van onkruid lijkt het elektrocuteren daarvan. De Duitse fabrikant Zasso ontwikkelde op basis van Braziliaanse technologie een machine die met elektrische stroom de onkruidplantjes tot in de wortel raakt. CNH brengt deze Xpower op de markt. De machine lijkt mogelijkheden te hebben in bijvoorbeeld de biologische teelt en in de openbare ruimte.
Het concept van elektrisch wieden is niet nieuw. Bij eerdere toepassingen gingen zeer hoge elektrische spanningen over in het onkruid, waardoor het groene deel van de planten werd gekookt en afstierf. Het probleem was dat bepaalde onkruiden opnieuw uitliepen, omdat de wortel te weinig werd geraakt. Onder de naam Xpower heeft Zasso een machine ontwikkeld die, in plaats van het onkruid te laten koken door hoge temperaturen, een pulserende elektriciteitsstoot met een bepaalde frequentie door de plant stuurt (zie figuur 1). Tijdens deze korte puls worden de vaatbundels van de plant (cellen die water en voedingsstoffen transporteren) vernietigd. Elke applicator (sleper of zapper) aan de machine kan maximaal 7000 volt doorgeven en laat zo de plantencellen openspringen. Wat de machine uniek maakt, is dat deze door de pulserende werking doordringt tot in de wortels van de plant. Daarmee onderscheidt deze techniek zich ook van andere niet-chemische bestrijdingsmethoden zoals branders en warmtebehandelingen met infrarood, warm water of hete lucht, omdat deze maar tot het grondoppervlak werken. Het concept van Zasso komt volgens New Holland dicht in de buurt van een systemische herbicidebehandeling, zoals met glyfosaat. Tijdens een recente demonstratie van de Xpower in ItaliĂŤ was op een warme en zonnige dag na tien tot vijftien minuten het onkruid al verwelkt, dus de respons op de behandeling is erg snel. Tijdens een demo half december in het West-Vlaamse Oedelem duurde het een dag voordat het effect zichtbaar was. Hier was het gras ook erg vochtig, wat de werking duidelijk beĂŻnvloedde.
42
GRONDIG 4 2019
De machine De Xpower wordt nu nog aangeboden in werkbreedtes van 1,50 tot 3,00 meter, maar er wordt gekeken naar bredere uitvoeringen en bijvoorbeeld een uitvoering voor het behandelen in stroken. De generator voor het opwekken van de stroom hangt in de hefinrichting van de trekker en wordt aangedreven via de aftakas (zie figuur 2). Zo wordt mechanische energie (2) omgezet in elektriciteit (3) met een hoge spanning (7000 volt) en een hoge frequentie (tot 30 kHz). De energie wordt via goed beveiligde kabels naar de onkruidstrijker gebracht, die vooraan aan de trekker hangt. De positieve stroom wordt naar de twee voorste rijen strijkers (applicators) geleid (4). Deze zappers strijken over het gewas (of de bodem) over de volledige werkbreedte. Een rij strijkers wordt gevormd door verschillende lamellen die elk ongeveer tien Ă vijftien centimeter breed zijn. Deze bestaan uit een buigzame metalen flap die onmiddellijk wordt gevolgd door een kunststof flap die als steun en isolator dient. De metalen flap (5) strijkt over de bodem en geeft de positieve stroom door aan de groene delen van de plant. De stroom gaat via de wortels (6) verder door de bodem (7). Op een afstand van ongeveer een meter staat de derde rij flappen (8), die een negatieve stroomlading hebben. De stroom loopt dus van plus naar min, met als weerstand de wortel en de bodem (7).
Figuur 1. Werking in de plant en de bodem Voor de combinatie is een trekker van rond de 132 kW (180 pk) nodig.
Wat zijn de voordelen? Het resultaat van de chemische onkruidbestrijding is sterk afhankelijk van het weer en van het groeistadium van de plant. Met veel niet-chemische onkruidbestrijdingstechnieken zoals hete lucht of stoom is dat ook het geval. Dat is niet zo voor deze elektrische aanpak: zelfs resistente onkruiden worden vernietigd en dit bij hoge of lage omgevingstemperaturen. De temperatuur heeft wel een invloed op de snelheid waarmee het gewas afsterft. Bij hoge temperaturen kan het verwelken al zichtbaar zijn na vijftien minuten. Wat de invloed is van de sapstroom en de vochtigheid van de bodem zal nog verder in kaart worden gebracht door het onderzoek. Ten opzichte van schoffelen heeft dit systeem een bijkomend voordeel: de bodem blijft onaangeroerd en op hellende terreinen kan dit erosie voorkomen. We kunnen wel de vraag stellen wat de impact is op het bodemleven. Uit proeven die zijn verricht door Zasso blijkt dat de invloed op regenwormen en springstaarten er wel is, maar vrij beperkt blijft. Volgens de gegevens van de fabrikant zal een grondbewerking meer effect hebben op het bodemleven dan deze stroomstoot. Onafhankelijk onderzoek over meerdere jaren zal moeten uitmaken hoe groot het effect op het globale bodemleven precies is.
Waar in te zetten? De machine lijkt in de toekomst goede mogelijkheden te bieden voor de onkruidbestrijding op verhardingen waar nu geen chemie meer is toegestaan. Ongetwijfeld zullen ook de biologische land- en tuinbouwbedrijven sterk geïnteresseerd zijn. Voor hen is het een aanvulling op bestaande technieken, die bovendien weersonafhankelijk werkt. Gezien de prijs van de machine zal dit waarschijnlijk door cumelabedrijven moeten gebeuren. Andere alternatieven zijn het gebruik van de Xpower voor het vernietigen van aardappelloof. Dat vergt wel enige nauwkeurigheid bij het instellen om te voorkomen dat ook de cellen van de knol worden aangetast. Uit eerste proeven blijkt dit gebruik mogelijk, maar er moet zeker nog verder onderzoek gebeuren, want afhankelijk van de omstandigheden (onder andere het vochtgehalte) bleek de aardappel ook geraakt en dus verloren. Het zou kunnen dat loofdoding een twee-fasebehandeling moet krijgen, waarbij de plant zachter wordt aangepakt. Dat onderzoek gaat dit jaar verder.
Verdere ontwikkeling De rijsnelheid ligt bij een niet te grote onkruidbezetting tussen de vier en de zes kilometer per uur. Bij een werkbreedte van drie meter komt de capaciteit dan op één tot maximaal twee hectare per uur. Uiteraard is dit niet te vergelijken met de capaciteit van een spuitmachine, maar er kan wel een
Figuur 2. Werkingsschema complete machine
Zasso heeft ook een theoretisch model uitgewerkt waarbij er met de gebruiker wordt afgerekend op basis van het ‘verbruik’.
behoorlijke oppervlakte mee worden afgewerkt, omdat de techniek weinig weersafhankelijk is. Voor een gebruiker zal het noodzakelijk zijn om flinke oppervlakte te doen, want aan de machine hangt nog een fors prijskaartje. De huidige kostprijs is voor de drie meter brede uitvoering al rond de € 180.000,-. Daarbij komt dat er een flinke trekker van circa 132 kW (180 pk) nodig is die de nodige brandstof lust en je hebt ook nog een chauffeur nodig. De prijs per hectare loopt dan algauw op. Het hele project kan lukken als gebruikers willen betalen voor het vermijden van chemische onkruidbestrijding. Wat de uur- of hectareprijs is, valt nu nog moeilijk te bepalen, omdat nog onbekend is hoeveel uur je ermee kunt werken. Met een afschrijving van € 25.000,- per jaar en 1000 uren zit je al op € 25,- per uur. Tel daarbij het arbeidsloon, de kosten van de trekker en de brandstof op en de prijs gaat snel richting de € 100,- per uur. Zasso onderzoekt momenteel ook nog een ander model, waarbij de gebruiker afrekent per hectare. Dat voorkomt dat een teler of loonwerker veel moet investeren. Door een dergelijke huurkoopconstructie houdt Zasso ook de mogelijkheid om snel updates door te voeren. Die kosten lijken voor de eerste investeerders nog geen probleem te zijn. De nulserie die voor dit jaar is gebouwd, was zeer snel uitverkocht. Pas volgend jaar komen er nieuwe kansen. TEKST: Toon van der Stok, Maarten Huijbrechts FOTO’S & EN ILLUSTRATIES: Toon van der Stok, New Holland
GRONDIG 4 2019
43
ARION 660 v.a. € 99.950,-
Gulden tijden herbeleven 2019 is het jaar van de historie van Kamps de Wild. Tijd om oude begrippen nieuw leven in te blazen: ƒ1.000,- / pk
Profiteer van een moderne CLAAS voor nog geen € 500,- / pk. Traploze CMATIC transmissie, 205 pk*, hoog comfort niveau, excellente gewichtsverdeling en een opgeruimde bediening.
Dat is oude tijden opnieuw beleven. Dat is CLAAS.
kampsdewild.nl Bovenstaande prijs is excl. afleveringskosten en btw, afhankelijk van de uitvoering. Actieprijs geldig t/m 30-06-2019. Uitvoeringen kunnen afwijken van bovenstaande afbeeldingen. Drukfouten onder voorbehoud.
Tekort?
Vraag uw CLAAS dealer voor meer informatie m.b.t. de gunstige financieringsmogelijkheden. *Vermogen aangegeven volgens max. vermogen (ECE R 120), incl. CLAAS CPM.
de juiste spoorelementen op het juiste moment borium
Bortrac 150
zink
Zintrac 700
fosfor
Hydrophos
Online bemestingsadvies op basis van uw bodemanalyse op www.spoorelementen.farm
SPOORE
De vooruitgang ervaren.
Liebherr wielladers L 550 XPower® - L 586 XPower® Brandstofbesparing tot 30 % door Liebherr-XPower aandrijflijn met Liebherr-Power-Efficiency (LPE) Maximale efficiëntie bij alle toepassingen dankzij seriematige combinatie van hydrostatische en mechanische aandrijflijn Comfortabel en veilig werken dankzij ontwerp van cabine en motorkap voor optimaal zicht Wynmalen & Hausmann Import N.V. Ressenerbroek 7 6666 MP Heteren Tel.: +31 26 47 90 531 E-mail: info@wynmalenhausmann.nl www.facebook.com/LiebherrConstruction www.wynmalenhausmann.nl
ondernemen met
vaktechniek
Zorgen over haalbaarheid chemievrij beheer Green Deal Sportvelden nadert de streefdatum De Green Deal Sportvelden nadert in snel tempo de streefdatum, 1 januari 2020. Vanaf dat moment zou het beheer van sportvelden zoveel mogelijk zonder gewasbeschermingsmiddelen en biociden moeten plaatsvinden. De deelnemende partijen maken zich echter grote zorgen. Zij constateren dat er nog onvoldoende mogelijkheden zijn om daaraan te voldoen. Om problemen te voorkomen, pleiten ze voor mogelijkheden om in noodsituaties toch te mogen spuiten.
Het droog en schraal houden van het oppervlak is noodzaak voor zowel chemievrij beheer, klimaatadaptatie als hoogwaardige sportkwaliteit.
Sportvelden zijn er in allerlei maten en kwaliteiten en liggen op veel verschillende ondergronden. Allemaal hebben ze daarom feitelijk een andere handleiding voor het onderhoud. Nu de streefdatum van de Green Deal Sportvelden dichterbij komt, blijken die unieke kenmerken en eigenschappen een te grote uitdaging. Neem bijvoorbeeld de golfgreens, die kwetsbaar zijn voor schimmelziekten als gevolg van de korte lengte van het gras, terwijl voetbalvelden zonder chemie moeilijk onkruidvrij te houden zijn. Naast de uitdagingen als gevolg van de grote verschillen in de sportvelden speelt er op de achtergrond nog iets anders, zo bleek op de landelijke dag Green Deal Sportvelden, die begin april werd gehouden bij de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. Zo worstelen sportverenigingen met minder vrijwilligers en krappere marges. Daardoor is er minder geld voor het intensievere onderhoud dat nodig is bij chemievrij beheer. Een probleem dat ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport erkende. Dat heeft via het National Sportakkoord 240 miljoen euro vrij gemaakt om de clubs te ondersteunen, waarvan een deel is bedoeld voor duurzaam beheer.
Innovatiecall Ook voor de Green Deal Sportvelden is dat goed nieuws. Zo kan er via de zogenaamde innovatiecall tot en met 20 mei een beroep worden gedaan op een subsidie voor innovaties om zonder gewasbeschermingsmiddelen sportvelden te kunnen beheren. “Het kan een mooi vervolg zijn op de Green Deal”, aldus CUMELA Nederland. Een subsidie die welkom is, want terreinbeheerders hebben absoluut nog behoefte aan hulp vanuit de techniek, stelt de BSNC, de branchevereniging voor Sport en Cultuurtechniek. “Er is nog een gebrek aan goede cultuurtechnische maatregelen om onkruiden, ziekten (schimmels) en plagen (emelten) zonder chemie aan te pakken.” Jan Vrij, van A.H. Vrij Groen, Grond en Infra, werkt al met de technieken die er al zijn. “Er bestaan diverse technieken voor het beluchten van sportvelden”, zegt hij. Niet alleen de Verti Drain, meer ook andere technieken, zoals verticuteren en scalperen. “Een droge toplaag is belangrijk voor de bespeelbaarheid en remt de vestiging van onkruiden”, vult Ernst Bos van het Praktijkcentrum Sport & Golf aan. “Net als op de golfbaan worden met de Verti Drain gaten geprikt en volgesleept met zand om de drainage te verbeteren. Ook wordt steeds vaker de bovenste laag met vilt en vettige, humeuze grond verwijderd met bijvoorbeeld een Fieldtopmaker of een Amazone of door intensief verticuteren.” Bos werkt aan een handleiding voor het beheer van sportvelden met zo min mogelijk chemie en biociden. Hij is kritisch over het scalperen. “Het is vaak wel een effectieve, maar ook dure maatregel. Waar mogelijk vind ik regelmatig wiedeggen een beter alternatief, maar je moet het per veld bekijken.”
Kijken naar andere sectoren Mogelijkheden ziet Vrij ook in technieken die in andere sectoren al worden gebruikt, maar nog niet voor het beheer van sportvelden. “Om nog beter te kunnen sturen op bemesting kunnen we naar de landbouw kijken. Daar wordt al veel meer gebruik gemaakt van precisiebemesting in samenhang met een bodemscan. Door hierop te sturen, kunnen we de onkruiddruk verminderen.”
46
GRONDIG 4 2019
Licht en ventilatie belangrijk Uit de woorden van Bos komt naar dat voren dat er voor de bestrijding van plagen geen pasklaar antwoord is. Hoewel als advies wordt gegeven de omgeving van sportvelden zo in te richten dat natuurlijke predatoren van plagen zich kunnen vestigen, is het geen garantie dat de plaag wegblijft. Bos is geen voorstander van hoge bomen, omdat zo de kwaliteit van gras juist in gevaar komt. “Licht is essentieel voor de
Bos onderstreept dit. “De hardnekkige overblijvende onkruidsoorten houden van vochtige en voedselrijke grond. Ze krijgen het moeilijker als je de toplaag schraal houdt en op de juiste wijze bemest en beregent. Daarnaast kun je de reserves van deze onkruiden uitputten door ze terugkerend intensief te beschadigen of te ontbladeren. Dit kan op verschillende manieren”, aldus Bos. Vrij ziet ook hier goede kansen voor de scantechnologie. Bos zegt dat een terrein honderd procent vrij van ziekten en onkruiden houden zonder middelen onmogelijk is. “Als er structureel goed cultuurtechnisch onderhoud plaatsvindt, is een reductie van 80 tot 90 procent in de schimmels haalbaar en kan de onkruiddruk met 75 tot 85 procent worden verminderd”, zegt hij, waarbij hij er tussen haakjes aan toevoegt dat de (semi-)rough op de golfbaan een uitdaging blijft.
Vaker kijken Om goed beheer tot stand te brengen, is het belangrijk om zelf te gaan kijken en te beoordelen wat er moet gebeuren, zegt Vrij. “Iets wat wel gebeurt bij prestatiebestekken. Dan is de opdrachtnemer proactief en denkt vanuit het wij, ook omdat de technische en financiële risico’s bij hem liggen. Dat is heel anders dan bij een RAW-bestek. Daar is de opdrachtnemer alleen verantwoordelijk voor het uitvoeren van de werkzaamheden en niet voor het nut van de werkzaamheden.” Dat Vrij daarmee een belangrijk punt aanstipt, blijkt wel wanneer Bos op de landelijk dag van de Green Deal met het advies komt om twee tot drie keer per week het gras te maaien. “Gemiddeld moet je niet meer dan een derde van de bladmassa afnemen en bij stress in het gras nog minder. Daarom moet je korter gras vaker maaien. Je voorkomt dan tegelijk dat er te veel maaisel tussen het gras komt te liggen, wat weer andere nadelige gevolgen heeft.” Daarmee geeft hij nogmaals aan dat chemievrij beheer maatwerk vereist. Daar is doorgaans in de bestekken geen ruimte voor, maar voor beheer zonder of met minder gewasbeschermingsmiddelen is het noodzakelijk om de werkzaamheden aan te passen aan de grasmat.
Integrated Pest Management Nu blijkt dat chemievrij feitelijk nog onhaalbaar is als je de kwaliteit van de velden wilt handhaven, pleiten de verschillende sportbonden voor de mogelijkheid om selectief nog chemie in te zetten. “Alles begint met preventie”, zegt Bos. “Monitoring is belangrijk voor een vroege diagnose. Pas dan, indien nodig, vindt bestrijding plaats. Biologie gaat hierbij voor chemie en als er chemie wordt toegepast, gebeurt dit selectief en pleksgewijs”, aldus Bos. Zo gaat het volgens het Integrated Pest Ma-
fotosynthese en daarmee voor groei, herstel en een goede ontwikkeling van het wortelstelstel. Je kunt cultuurtechnisch alles perfect doen, maar te weinig licht en te weinig ventilatie ondermijnen de kwaliteit en de gezondheid van elke grasmat. Vooral aan de oost- en zuidzijde moet je niet te veel hoge bomen hebben. Struiken van een paar meter hoog hebben veel minder nadelen.”
nagement (IPM), dat de basis voor de Europese regelgeving en ook voor de Green Deal Sportvelden is. Binnen het IPM is de inzet van chemische middelen op beperkte schaal mogelijk. Op sportvelden en golfbanen blijft vooral het chemievrij bestrijden van plagen nog een uitdaging.
Laatste redmiddel In het moderne sportveldbeheer met IPM ligt de nadruk op preventie. “Een zo goed mogelijk natuurlijk evenwicht in grasmat en toplaag wordt hierbij steeds belangrijker”, aldus Bos. “Daarna komen de mechanische en biologische bestrijdingsmethoden. Chemische bestrijding is echt het laatste redmiddel”, stelt hij vast. Deze volgorde komt ook terug in de IPM-piramide. Het probleem nu is dat de regels voor het werken volgens een IPM-protocol nog moeten worden opgesteld. Een lijst met middelen en voor welke onkruiden, plagen en ziekten die mogen worden ingezet, ontbreekt nog. Hierbij stelt Lukas Florijn van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dat er net zoals bij de uitzondering in het kader van de bescherming van het milieu er een regelmatige evaluatie moet plaatsvinden om te kijken of er aanpassingen nodig zijn. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met invasieve exoten. Hoewel de Green Deal Sportvelden in 2015 van start ging, moeten er nu de deadline in zicht komt nog veel praktische zaken worden geregeld. Alle betrokken partijen moeten gaan streven naar zoveel mogelijk chemievrij beheer, iets waar onder meer Vrij pleitbezorger van is. “Je ziet nu in het Westland al de trend dat er steeds strenger moet worden gestuurd op nitraat. Straks moeten we het in 2027 door de Kaderrichtlijn water ook doen zonder kunstmest. Dat zal nog grotere problemen opleveren dan nu serieus aan de slag gaan met chemievrij beheer.” TEKST: Herma van den Pol FOTO: Ernst Bos, Praktijkcentrum Sport & Golf
Green Deal-partners willen duidelijkheid Begin april riepen de Green Deal-partners de overheid op om duidelijkheid te geven over de afschaffing van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op sportvelden. De partners zijn CUMELA Nederland, BSNC en VHG. In oktober 2015 tekenden deze partners samen met de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, NOC*NSF, de Nederlandse Golf Associatie (NGA) en de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) de Green Deal voor chemievrij beheer. Dat gaf de mogelijkheid om nog tot 1 januari 2020 gebruik te maken van gewasbeschermingsmiddelen, terwijl dat verder buiten de landbouw al was verboden. De inzet was toen om per 1 januari 2020 het gebruik ook op sportvelden te stoppen. De haalbaarheid daarvan wordt nu ernstig betwijfeld.
GRONDIG 4 2019
47
ondernemen met
vaktechniek
Minder kosten én minder milieubelasting Onderzoek toont mogelijkheden voor minder en andere gewasbeschermingsmiddelen Tussen loonbedrijven zijn er grote verschillen in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zowel in dosering als in middelenkeuze. Uit een project van CLM en acht loonbedrijven blijkt dat de dosering vaak best omlaag kan, vooral als het loonbedrijf zelf meer regie krijgt over de uitvoering van de onkruidbestrijding.
De pilot voor het zoeken naar verschillende verdienmodellen bij de onkruidbestrijding ging van start in april 2017 en werd georganiseerd door CLM in samenwerking met CUMELA Nederland. Acht loonbedrijven uit vier verschillende waterschapsgebieden deden met groot enthousiasme mee om te kijken of het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen misschien ‘nog wat minder kan’ zonder dat de gewaskwaliteit en de opbrengst daaronder lijden.
Initiatief
Het aantal bespuitingen om onkruid te bestrijden, is te verminderen door het inzetten van de Ecoridger.
48
GRONDIG 4 2019
De pilot is opgezet naar aanleiding van een bijeenkomst waarin CLM, CUMELA en enkele loonbedrijven praktijkervaringen bespraken. Hierin werd duidelijk dat het verdienmodel dat wordt gekozen door loonbedrijven grote invloed kan hebben op het middelengebruik en de soort middelen. Veelal wordt op afroep gespoten, waarbij de effectiviteit van de bespuiting maximaal moet zijn. Daarbij wordt in veel gevallen maar beperkt gekeken naar de milieubelasting van verschillende middelen, terwijl dit een belangrijke factor is in duurzame gewasbescherming. Wel pasten loonbedrijven soms al lagere doseringen toe dan de etiketdosering. Vanuit de klant lijkt in veel gevallen te worden gestuurd op de zekerheid dat de bespuiting succesvol is. Daarbij wordt minder middel vaak negatief gewaardeerd door
de akkerbouwer of veehouder, omdat in hun beeld het risico bestaat dat een extra bespuiting nodig is. Dat zou uiteindelijk resulteren in hogere kosten. Dit is het omgekeerde beeld van wat CLM en de deelnemende loonbedrijven graag willen zien, namelijk een effectieve bespuiting met minder milieubelasting.
Alternatieve verdienmodellen Met de uitgevoerde pilot wilden loonbedrijven testen of alternatieve verdienmodellen ook werken. In deze verdienmodellen is aandacht voor minder milieubelastende middelen, lagere doseringen of het meer toepassen van Integrated Pest Management (IPM). Het idee achter deze nieuwe aanpak is dat minder middelengebruik leidt tot lagere middelkosten. Dit uitgespaarde budget biedt eventueel ruimte voor extra arbeid van de loonbedrijven, zonder dat de totaalprijs hoger wordt. Het totaalplaatje is dat door deze aanpak ook de milieubelasting omlaag gaat. De loonwerker bepaalt zelf wanneer hij een bespuiting uitvoert. Zo ontstaat bovendien meer ruimte in de werkplanning.
De pilot In de pilot werden een standaardbehandeling en een alternatieve behandeling toegepast op verschillende percelen. In
Ervaringen Erik van Wesemael de standaardbehandeling werd gewerkt volgens de huidige LOONBEDRIJF E. VAN WESEMAEL VOF, NIEUW-NAMEN praktijk, terwijl de alternatieve behandeling focuste op minder “Ik wilde graag leren van collega’s, dat was de reden om me te melden als deel bespuitingen, een lagere dosering of het toepassen van IPM. nemer. In 2017 zijn we in de aardappelteelt gestart met de inzet van een Ecoridger. Zo werd bijvoorbeeld op een pilotperceel aardappelen voor Deze machine bestrijdt en pakt de onkruiden mechanisch aan op aardappelrug het poten gespit. Dat leverde weliswaar een extra kostenpost gen. Ook afgelopen zomer, na het project dus, zijn we deze machine blijven in van € 117,- per hectare op, maar in de bespuitingen werd gezetten. Vanwege de uitzonderlijke droogte zijn we toch op een gegeven moment durende het seizoen € 217,- per hectare bespaard, waarmee gestopt, omdat we vreesden toch te veel schade te veroorzaken aan de wortels in de per saldo € 100,- minder in rekening werd gebracht. Op het rug. Komend seizoen blijven we de machine inzetten, omdat we als bedrijf moeten pilotperceel daalde de milieubelasting voor het waterleven van inspelen op een middelenpakket dat onder druk staat. Het blijft een kunst om de 153 naar 102 milieubelastingspunten, voor het bodemleven klant mee te krijgen, omdat deze vooral zekerheid wil. Het zou helpen als middelen daalde het aantal milieubelastingspunten van 325 naar 211. leveranciers niet-chemische methoden meer meenemen in hun advisering.” In de pilot zijn ook beperkingen naar boven gekomen. Zo zijn de weersomstandigheden In totaal werden er zestien pilotvelden aangelegd met voorbepalend. De pilotperiode kende een droog voorjaar. Dat zorgde ervoor dat er op enkele namelijk maïs, maar ook aardappelen, tarwe en bieten. Naast percelen niet kon worden geschoffeld (te droog), maar ook dat het effect van schoffelen op een drietal bijeenkomsten waarin tips en ideeën werden uit- duurder geen probleem. “Als het maar goed gebeurt, is duurenkele andere percelen juist heel goed was. Ook zijn knelpunten aan het licht gekomen gewisseld, konden de deelnemers telefonisch ondersteuning zaamheid ook veel waard”, was zijn opvatting. Het algemene in het proces krijgen van CLM. De deelnemende loonbedrijven beeld is dat een lagere milieubelasting zeker mogelijk is. In de tussen wat beter is voor het milieu en wat is toegestaan. Soms is het bijvoorbeeld op basis hebben geheel vrijwillig en zonder vergoeding geëxperimen- pilot zijn ook beperkingen naar boven gekomen. Zo zijn de van het wettelijk gebruiksvoorschrift niet toegestaan om meerdere keren te spuiten met teerd. Een aantal loonbedrijven heeft ook op eigen percelen weersomstandigheden bepalend. De pilotperiode kende een een lagere dosering, terwijl dit minder milieubelastend is dan eenmaal spuiten met de geëxperimenteerd, om discussie met klanten te voorkomen. droog voorjaar. Dat zorgde ervoor dat er op enkele percelen etiketdosering. Daarnaast zou het loonbedrijf meer met de klant in gesprek kunnen gaan. De klanten waar wel alternatieven zijn geprobeerd, zijn vooraf niet kon worden geschoffeld (te droog), maar ook dat het effect op de hoogte gebracht door de loonbedrijven. Vooraf aan de van schoffelen op enkele andere percelen juist heel goed was. Daarbij is één van de boodschappen dat minder middel ook net zo goed kan zijn. Dat brengt pilot zijn de mogelijkheden voor een andere aanpak doorge- Ook zijn knelpunten aan het licht gekomen tussen wat beter is namelijk minder schade toe aan het gewas zelf. sproken. Hieruit kwam naar voren dat een aantal maatregelen voor het milieu en wat is toegestaan. Soms is het bijvoorbeeld niet haalbaar leek. Zo is het voor een loonbedrijf in veel geval- op basis van het wettelijk gebruiksvoorschrift niet toegestaan Doorkijk naar de toekomst len niet haalbaar om volledig zelfstandig een perceel van een om meerdere keren te spuiten met een lagere dosering, terwijl Klanten kwamen na het experiment met de volgende boodschap: graag in toekomst verder klant te onderhouden zonder signalen van de klant te krijgen dit minder milieubelastend is dan eenmaal spuiten met de etiover bijvoorbeeld de onkruiddruk. Dat is een beperking voor ketdosering. Daarnaast zou het loonbedrijf meer met de klant met deze aanpak. Er is aan beide kanten een wens om op deze ingeslagen weg verder te bijvoorbeeld spuiten op het optimale moment. Wel zouden in gesprek kunnen gaan. Daarbij is één van de boodschappen gaan. Toch moet de knop bij veel klanten waarschijnlijk eerst nog om. Dit blijkt bij loonbedrijven meer kunnen doen in bijvoorbeeld mechani- dat minder middel ook net zo goed kan zijn. Dat brengt nameakkerbouwers lastiger dan bij melkveehouders, die de regie sneller overdragen aan het lijk minder schade toe aan het gewas zelf. sche onkruidbestrijding, scouting of bodembewerking.
loonbedrijf. Resultaten en ervaringen Doorkijk naar de toekomst Bij loonbedrijven is de wens naar voren gekomen om meer inzicht te krijgen in alternatieve De pilot liet zien dat verschillende maatregelen inderdaad tot Klanten kwamen na het experiment met de volgende boodstoffen met een lagere milieubelasting. Stoffen met een lagere milieubelasting zijn namelijk een lagere emissie kunnen leiden. In de maïs kon bijvoorbeeld schap: graag in toekomst verder met deze aanpak. Er is aan een gemakkelijke aanpassing in de goede richting, maar de kennis ontbreekt vaak. De ’s nachts worden gespoten, wanneer de luchtvochtigheid op- beide kanten een wens om op deze ingeslagen weg verder te volgende stap zou daarom moeten zijn om zowel het loonbedrijf als de klant meer te timaal is voor middelwerking, met een lagere middeldosering. gaan. Toch moet de knop bij veel klanten waarschijnlijk eerst informeren over alternatieve behandelingen. Verschillen in de aardappel-, tarwe- en bietenteelt waren las- nog om. Dit blijkt bij akkerbouwers lastiger dan bij melkveetig te bepalen door het kleine aantal percelen in de pilot. Toch houders, die de regie sneller overdragen aan het loonbedrijf. bleken de eerste resultaten ook in deze teelten positief. Zo is Bij loonbedrijven is de wens naar voren gekomen om meer in[auteur] bijvoorbeeld meer mogelijk dan waarmee nu is geëxperimen- zicht te krijgen in alternatieve stoffen met een lagere milieuTekst Erik van Well en Inge van der Wiel, CLM Onderzoek en Advies, Culemborg teerd. In de aardappelteelt, bijvoorbeeld, worden vaak beslis- belasting. Stoffen met een lagere milieubelasting zijn namelijk Foto: CUMELA Communicatie singsondersteunende systemen gebruikt voor de bestrijding een gemakkelijke aanpassing in de goede richting, maar de van Phytophthora, maar niet tegen Alternaria. Hier liggen nog kennis ontbreekt vaak. De volgende stap zou daarom moeten kansen. Vanuit zowel loonbedrijf als klant kwam naar voren zijn om zowel het loonbedrijf als de klant meer te informeren [Bijschrift:] dat de nieuwe aanpak in de meeste gevallen positief uitpakte, over alternatieve behandelingen. Het aantal bespuitingen om onkruid te bestrijden, is te verminderen door het inzetten van zowel voor de portemonnee als voor het beeld naar buiten. de Ecoridger. Daarnaast werd aangegeven dat het op zich niet eens per se TEKST: ERIK VAN WELL, CLM goedkoper hoeft. Een klant noemde zelfs een paar tientjes FOTO: CUMELA Communicatie Voorbeeldbespuiting pilot (vier hectare standaard en vier hectare alternatief)
Ervaringen Erik van Wesemael
Voorbeeld bespuiting pilot (vier hectare standaard en vier hectare alternatief)
GRONDIG 4 2019
49
Ontdek het Laudis effect:
krachtig, snel en veilig!
ar a b s a p e o t Veilig rzaaie d n o e l l a in systemen!
Zeer krachtig maïsherbicide Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
• breed werkingsspectrum • gewasveilig • snelle werking • snel regenvast
ondernemen met
vaktechniek
ECONOMIE
IN KORT BESTEK Bouwkundige vooropname en CAR-verzekering
CUMELA Kompas Analyse: verbetering arbeidsbenutting in het grondverzet
Beste Nico,
Arbeidskosten per bruto marge in 2017 en 2018 (%)
Ik wil inschrijven op een werk voor een gemeente waarbij machinale werkzaamheden nabij kwetsbare bebouwing plaatsvinden. In het bestek is niets opgenomen over een bouwkundige vooropname of een CAR-verzekering. Wiens verantwoordelijkheid is dat?
44,2% 44,0% 43,8% 43,6%
Beste aannemer,
43,4% 43,2% 43,0% 42,8%
2017
2018
Uit de eerste cijfers van de bedrijfseconomische resultaten over 2018 blijkt dat de omzet in de sector met gemiddeld zes procent is gestegen. Dit resulteert met
name in de grondverzetsector in een betere arbeidsbenutting. Het resultaat zijn uiteindelijk lagere arbeidskosten per bruto marge. Omgerekend zijn de kosten voor arbeid per € 100,- bruto marge gedaald van € 44,10 naar € 43,30. Dit ondanks duidelijk hogere loonkosten per fte. De resultaten van de eerste veertig bedrijven waarvan de cijfers zijn verwerkt, laten zien dat de arbeidskosten op de bedrijven met gemiddeld 4,2 procent zijn gestegen. Dat de arbeidskosten per euro omzet toch zijn gedaald, is volgens bedrijfskundig adviseur Dieuwer Heins te danken aan een forse omzetstijging. “Uiteindelijk resulteert dit toch in een verbetering van de arbeidsefficiëntie.” De gestegen arbeidskosten zijn vooral een gevolg van de gestegen lonen door aanpassing van de CAO-LEO en toegenomen werkgeverslasten. “In de voorlopige cijfers komt dit tot uitdrukking in de arbeidskosten per fte. Deze zijn in 2918 met 2,1 procent gestegen naar € 46.488,- per fte. Tegelijk heeft het goede werkaanbod ervoor gezorgd dat bedrijven extra mensen in dienst moesten nemen. Het gemiddelde aantal arbeidskrachten is bij de eerste veertig deelnemers gestegen van 16,5 fte in 2017 naar 16,9 fte in 2018. Heins merkt wel dat er een groot verschil is tussen de bedrijven. “Duiken we dieper in de cijfers van deze veertig bedrijven, dan zien we dat er een duidelijk verschil is te zien tussen de grondverzetbedrijven en de agrarische loonbedrijven. De bruto marge van de agrarische loonbedrijven steeg met slechts 1,7 procent, terwijl deze bij de grondverzetbedrijven met maar liefst 13,5 procent is gestegen. We zien dit ook terug als we kijken naar de arbeidskosten in verhouding tot de bruto marge. Bij de grondverzetbedrijven verbetert deze met 1,7 procentpunt naar 48,1 procent, terwijl deze bij de agrarische loonbedrijven met slechts 0,1 procentpunt groeit en uitkomt op 39,9 procent.
De constructie-allriskverzekering (CAR) is onmisbaar voor projecten waar u als aannemer optreedt. Hierin worden risico’s gedekt die op een normale aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven niet zijn gedekt. Deze verzekering kan zowel door de aannemer als door de opdrachtgever worden gesloten. Samen met de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en de verzekering van uw machines heeft u een complete dekking voor aangenomen werken. In paragraaf 43b van de UAV 2012 is bepaald dat de aannemer deze verzekering dient aan te gaan, tenzij het bestek anders bepaalt. Ook staat daar vermeld dat als de opdrachtgever hiervoor zelf verzekerd is, de condities en bepalingen hiervan aan het bestek gehecht moeten zijn. Veel gemeenten hebben vaak zelf een doorlopende CAR-verzekering. Als een bouwkundige vooropname nodig wordt geacht, is het vaak de opdrachtgever die dat regelt. In een CAR-verzekering kan echter zijn bepaald dat de aannemer dat moet doen. In de praktijk komt het vaak voor dat een vooropname als meerwerk wordt opgegeven. Omdat dit getuigt van zorgvuldig handelen wordt het door opdrachtgevers niet vaak geweigerd. Er is echter geen wettelijke bepaling die stelt wie verantwoordelijk is voor het doen van de vooropname. Mijn advies: als u regelmatig werken aanneemt, kies dan voor een doorlopende CAR-verzekering. Als u incidenteel projecten aanneemt, bepaal dan in overleg met uw verzekeraar of een tijdelijke CAR-verzekering verstandig is. Vraag in dat geval ook aan de opdrachtgever of die een CAR-verzekering heeft, of u meeverzekerd bent en wat daarmee is verzekerd. Bepaal in overleg met de opdrachtgever ook of er een bouwkundige vooropname nodig is en zo ja wie die doet en wie daarvoor betaalt.
Aanleveren jaarrekening 2018! Zodra van meer bedrijven de cijfers zijn verwerkt, zal een uitgebreider artikel worden gepubliceerd. Heeft u de jaarrekening 2018 gereed? Doe dan mee aan de kengetallenvergelijking CUMELA Kompas Analyse 2018 en stuur een e-mail met de jaarrekening naar kengetallen@cumela.nl. Uiteraard kunt u ook e-mailen als u vragen heeft.
Nico Willemsen beleidsmedewerker GWW
GRONDIG 4 2019
51
ondernemen met
cumela
CUMELARIA
FEESTELIJKE OVERNAME BIJ H. KUIJPERS Op 6 en 7 april stond bij H. Kuijpers BV uit Sint-Oedenrode alles in het teken van het feest ter ere van de overname van het bedrijf door de broers Harm en Koen Kuijpers. In mei 1991 zette vader Harrie Kuijpers na ruim twintig jaar dienstverband bij Loonbedrijf Verschuiten het bedrijf voort onder de naam H.R.M. Kuijpers BV. Toen Harrie in 1992 onverwacht stierf, werd het bedrijf door de medewerkers - Gerard Smits in het bijzonder - samen met Joke Kuijpers voortgezet. Daar zijn Harm en Koen heel dankbaar voor, want nu konden zij zelf de beslissing nemen om het bedrijf samen voort te zetten. In de jaren die voorbij gingen, zijn de werkzaamheden veranderd en heeft het agrarisch loonwerk plaatsgemaakt voor grond- en sloopwerkzaamheden. Om de overname te vieren, werden op zondag 7 april de deuren geopend voor het publiek en was er sprake van een zonnige, gezellige en zeer geslaagde open dag.
LEERZAME VOMOL-TRAINING BIJ VAN STIPDONK Dinsdag 2 april heeft Van Stipdonk Landschapsinrichting in Geldrop meegeholpen aan de training Veilig Omgaan Met Opvallend Landbouwverkeer (VOMOL) voor leerlingen van zeven basisscholen oftewel tien klassen uit Geldrop. Veilig Omgaan Met Opvallend Landbouwverkeer is van origine een lesprogramma waarbij meerdere partijen betrokken zijn die met landbouwvoertuigen te maken hebben. Basisschoolleerlingen, AOC-leerlingen, loonwerkers en landbouwers leren vanuit hun eigen perspectief hoe ze veilig moeten omgaan met landbouwvoertuigen op de weg. Van Stipdonk werkte hier graag aan mee en ervoer deze editie weer als een geslaagde en leerzame dag.
35-JARIG JUBILEUM RONALD BOS Loonbedrijf Ronald Bos uit Hoornsterzwaag bestaat dit jaar 25 jaar. Dit jubileum werd gevierd met een goed bezochte open dag op zondag 31 maart. Ronald Bos startte zijn bedrijf in 1994 en de werkzaamheden bestonden in die tijd uit maaien en voer mengen. Loonbedrijf Ronald Bos is hiermee de langst voerende loonwerker van Nederland. Door de jaren heen is Loonbedrijf Ronald Bos een allround agrarisch loonbedrijf geworden. Eigenaar Ronald Bos pioniert graag en schroomt niet om nieuwe machines te testen. Zo had hij de wereldprimeur met de Claas Cougar. Samen met zijn vrouw Gretha en hun drie dochters (Lianne, de oudste dochter werkt al binnen het bedrijf) heeft Ronald na 25 jaar een mooi bedrijf. Hij kreeg voor het 25-jarig jubileum de zilveren speld van CUMELA Nederland.
52
GRONDIG 4 2019
JUBILEUM EN JUBILARISSEN BIJ DERKS HAPS In het weekend van 8, 9 en 10 maart vierde Loon- en Grondverzetbedrijf Derks zijn 85-jarig bestaan. Naast het 85-jarig jubileum waren er ook drie jubilarissen: Jan Robben, Ronnie Lange en John Hermsen, die al heel lang werkzaam zijn voor het bedrijf. Zij ontvingen een gouden of een zilveren CUMELA-speld. Ook eigenaar Rob Derks is al dertig jaar werkzaam in het bedrijf, waarvan twintig jaar als eigenaar. Hiervoor ontving Rob een gouden CUMELA-speld. Ten slotte werd zoon Rick Derks per 1 januari 2019 mede-eigenaar van Derks Haps. De familie Derks en de medewerkers kijken dankbaar terug op een geweldig feest.
VEILIGHEIDSSCHOENEN VERSUS ZERE TEEN Het zijn van die persberichten die je niet elke dag tegenkomt, maar het is gelijk een treffende waarschuwing om altijd aandacht te houden voor het dragen van het juiste schoeisel. Een klapband op topsnelheid leverde een hachelijk moment op voor de Rainbow-equipe van Gerrit van Werven in de tweede etappe van de Morocco Desert Challenge. Toen de band zich niet zonder slag of stoot liet wisselen, probeerde Van Werven hem los te krijgen door er een flinke schop tegen te geven. “Gewoonlijk draag ik schoenen met stalen neuzen. Ik was even vergeten dat ik nu raceschoentjes aan had. Nu doet mijn grote teen zoveel pijn dat ik zo maar even langs de dokter ga”, aldus Gerrit. Het team overwon de problemen en wist door defensief te rijden veilig het bivak te halen.
GEKRUID Investeringscrisis Gelukkig is het allemaal weer goed gekomen en zijn alle keuzes met betrekking tot de investeringen weer gedaan. Inmiddels staan verschillende van deze machines ook al bij ons in de schuur. Maar wat is het soms een toestand om de puzzel weer compleet te krijgen. Het lijkt wel of het steeds ingewikkelder wordt. Of heeft dit met leeftijd te maken? Het begint meestal zo ergens in oktober. Dan beginnen de plannen en ideeën voor het komende seizoen zich weer te ontwikkelen. Welke machines zijn aan vervanging toe of waar is behoefte aan? Kortom, waarin gaan we investeren? Het wensenlijstje wordt opgesteld, maar er zijn vele wegen die naar Rome leiden. Zo wil het dan ook wel gebeuren dat dit lijstje nogal eens verandert gedurende dit proces. Er speelt namelijk nog een punt: welke machines gaan we hierop inruilen? Dealers lopen af en aan, inventariseren al luisterend Peters wensen en presenteren vervolgens hun offertes. De prijs is echter niet allesbepalend. Het plaatje van de inruil moet ook kloppen. En dan de vervolgvraag: hoe wordt het allemaal gefinancierd? Ja, de raderen draaien volop in kantoor. Er worden vele kostprijsberekeningen gemaakt. Hele kladblokken en Excelbestanden worden er weggeschreven.
EEN KOKEND JAARFEEST Op zaterdagavond 9 februari organiseerde de studieclub NoordoostBrabant haar jaarfeest. Een mooi aantal leden ging die avond koken in culinair centrum Aarle-Rixtel. Gezamenlijk werd een mooie maaltijd voor elkaar klaargemaakt, met als ingrediënt in de meeste gerechten bier. Zelfs de keukenprinsen van bedenkelijke kwaliteit brachten het er die avond prima van af. Het was gezellig en lekker in een ongedwongen sfeer. Voor iedereen was er wel iets te doen wat bij zijn of haar kookkwaliteiten en interesses paste.
Ook worden de medewerkers zoveel mogelijk betrokken bij de besluitvorming. Er volgen onderling tussen de medewerkers soms felle discussies over de voor- en nadelen van bepaalde keuzes. Ja, dan gaat het er soms hard aan toe in de kantine, maar uiteindelijk is het Peter zelf die de knopen doorhakt. Dagen, avonden, zo niet wekenlang wordt er gewikt en gewogen. We denken, filosoferen en rekenen wat af. En dan ineens zien we het ideale plaatje. Ja, zo gaan we het doen. Dit past van alle kanten het beste. De investeringscrisis is weer bezworen! Het voorjaar is inmiddels aangebroken en we zijn weer volop aan het werk. Gedurende het jaar zullen we weten of we de juiste beslissingen hebben genomen.
Gretha Toering Toering Loon- en Grondverzetbedrijf
GRONDIG 4 2019
53
ondernemen met
cumela
RUSTPUNT
“Het komt altijd goed” Marcel Oomen van cumelabedrijf Hanze Wetlands in Appingedam zoekt zijn rust niet zozeer buiten het werk als wel tijdens dat werk. “Ik kan goed met stress omgaan. We kunnen gewoon niet meer doen dan ons best.”
dag. “Dan is het echt hard werken, maar ook dan is er ruimte voor pauze”, zegt Oomen. “We werken in de natuur. We zitten op de allermooiste plekken. Als het dan koffietijd is, zoek ik een idyllisch plekje, zet dat lawaaierige apparaat uit en dan is er alle rust. Binnen een minuut krioelt het van de beestjes om me heen. Dat is genieten.” Oomen kwam begin jaren negentig in dienst en is sinds 1 januari 2013 eigenaar van Hanze Wetlands, een bedrijf dat bestaat uit drie takken: loonbedrijf, techniek en consultancy. Het loonbedrijf voert gespecialiseerd werk uit in kwetsbare natuurgebieden. Er wordt gewerkt met (rups)machines met een lage bodemdruk van gemiddeld minder dan 60 gram per vierkante centimeter. Hanze Wetlands Techniek doet het onderhoud aan machines en ontwikkelt en bouwt nieuwe (rups) machines, die grote dragende oppervlakten hebben en licht van gewicht zijn. De consultancy-tak geeft advies over het gebruik van biomassa.
Twaalf uur stipt zitten alle aanwezige medewerkers in de kantine, een containerunit die geparkeerd staat voor de loods. De één haalt zijn broodtrommel tevoorschijn, de ander eet een bakje opgewarmde bami leeg. De pauzes zijn voor het cumelabedrijf van groot belang. “Dit is echt een rustpunt op de dag. We bespreken werk- en wereldzaken en ook techniek en planning komen voorbij”, somt eigenaar Marcel Oomen op. “Ik vind het belangrijk om zo even bij elkaar te zitten.” In deze tijd van het jaar kan dat. Van december tot juli zijn de meesten in de werkplaats te vinden, waar het onderhoud van machines plaatsvindt en waar nieuwe machines worden uitgedacht en gebouwd. Van augustus tot november is iedereen druk met veldwerk voor natuurbeheerorganisaties en waterschappen. In twee ploegen draaien ze dan zestien uur op een
Stress is er regelmatig: werk dat voor een bepaalde datum moet worden uitgevoerd en nieuwe machines die al klaar hadden moeten zijn. Zo staat er nu een rietmaaibek in de werkplaats die onderdeel moet worden van een veelzijdige miscanthusoogstmachine, die kan oogsten, schoonmaken, verzamelen, bosjes met dubbel lint kan fabriceren en deze automatisch kan stapelen in de bunker. Een grote uitdaging. Alleen de rietmaaibek is bestaande kennis en kunde. De rest wordt momenteel uitgedacht en gefabriceerd. “Het gaat hierbij niet om de grove miscanthus die wij kennen, maar om een miscanthussoort met een fijnere stengel, die daardoor erg kwetsbaar is. Elke beschadigde stengel is afval. Alle techniek en software komt dus zeer nauw”, legt de cumelaondernemer uit. “Theoretisch had de machine al klaar moeten zijn”, stelt hij vast. Toch raakt hij er niet van in de stress. “We doen ons werk en ons best, meer kunnen we niet doen.”
Aantal burn-outs neemt toe Burn-outs komen steeds vaker voor. Vrije tijd, ontspanning en rust worden daardoor steeds belangrijkere aandachtspunten op de agenda, niet alleen naast, maar ook tijdens het werk. In deze serie laten we cumelaondernemers aan het woord die bewust de ontspanning opzoeken in de hectiek van alle dag. Misschien kunt u er nog wat van leren.
54
GRONDIG 3 2019
Een hechte ploeg Het aantal werknemers varieert van drie tot acht. Oomen werkt voornamelijk samen met een vaste ploeg zzp’ers. “Het is een fijn slag volk om mee te werken. Omdat ze eigen baas zijn, hebben ze de wil en de drive om ervoor te gaan. Ze willen graag werken. Samen vormen we een hechte ploeg. Hoe druk het ook is, we staan er voor elkaar.” Die gedachte geeft hem rust. “Ik kan van hen op aan. Als ze in ploegen werken, bijvoorbeeld, regelen ze zelf wanneer ze worden overgenomen. Als er één eerder weg moet, regelt hij dat zelf met zijn collega. Dat gaat vaak buiten mij om.” Een ander voorbeeld: “Zelf begin ik elke dag om acht uur, want ik wil elke ochtend met mijn vrouw samen ontbijten. Daarna maken we een wandelingetje door de tuin en pas dan ga ik naar mijn werk. Dat is gewoon even samen de dag beginnen. Dat vind ik fijn. Een andere collega wil echter altijd om zeven uur al aan de slag. Dat vind ik prima. Hij weet waar de sleutel hangt”, zegt Oomen. “Het klinkt misschien een beetje onnozel. Misschien moet ik scherper op de uren zijn, maar bij ons werkt het. De jongens komen graag. Die vrijheid die ik hen geef, zorgt voor binding.”
Gestopt met riet maaien Zijn schoonvader begon het bedrijf in 1966 als traditioneel loonbedrijf met een trekker, een pers en een ploeg. Niet veel later kwam daar de rietoogst bij. Het groeide uit tot specialisme. Het bedrijf ontwikkelde zijn eigen machines voor het oogsten van dakdekkersriet. Hoewel de rietoogst altijd een belangrijke tak is geweest, heeft Oomen er drie jaar geleden afscheid van genomen. “Riet maaien deden we altijd van eind november tot eind april, maar het klimaat verandert wel degelijk. Je kunt niet meer in november met riet maaien beginnen, want dan is het te nat. Riet maaien kan alleen als het droog is. Daarnaast zijn er in de winter nauwelijks mooie droge vorstperiodes meer. Het kwam steeds vaker voor dat iedereen hier ‘s ochtends klaar stond en het ineens begon te regenen. Dan moesten we de klus afblazen. Of je zat van drie uur ’s middags tot tien uur ’s avonds op de maaier. Dat zijn ook geen fijne werktijden. Daarnaast stelde Brussel ineens dat het werk nog maar mocht tot 15 maart vanwege het broedseizoen. We redden het gewoon niet meer in die periode. Om alle stress daaromheen uit te bannen, zijn we dus met die werkzaamheden gestopt.”
gelgeving die telkens verandert en niet bij te houden is, de financiën en achterstallige betalingen en het aanbestedingsbeleid, dat hem te veel papierwerk geeft. “Ik ben een nuchtere Groninger. Ik zeg hoe ik het doe en klaar, maar wat je allemaal moet invullen bij een aanbesteding, dat gaat soms mijn pet te boven.” Stress voelt hij ook als het niet goed gaat. Vorig jaar had hij zes weken de tijd om een bepaald maaiwerk af te krijgen. Tijdens het werk vloog de grasopraper in brand. Een grote domper. “Het kost tijd en geld en je zit met een deadline”, vertelt hij. Toch heeft hij zijn medewerkers aangemoedigd er filmpjes van te maken. “Over een jaar kunnen we er weer om lachen en kijken we ze graag terug.” Leveranciers van onderdelen zijn ook een stressfactor. “Misschien komt het omdat de economie beter draait, maar ik krijg mijn spullen slecht geleverd en de werknemers daar lijken ongeïnteresseerd. Ik krijg spullen niet op tijd of totaal verkeerde onderdelen geleverd. Dan denk je het geregeld te hebben en dan loopt het niet. Daar kan ik slecht tegen.”
Rustdag
Stress
Hobby’s heeft hij wel - motorrijden, miniatuur-landbouwmachines verzamelen, lezen van thrillers, techniekfilmpjes kijken op YouTube - maar hij komt er nauwelijks aan toe. Op vakantie gaat hij nooit, wel soms een weekendje weg. “Ik vind de rust tijdens mijn werk en op zondag. Ik werk zes dagen in de week, maar die zevende dag heb ik echt nodig als rustdag. Ik ga naar de kerk en overdenk mijn werkzaamheden. Zonder die dag zou mijn bedrijf niet draaien.” Toch blijft de vraag hoe hij de rust ook in stressvolle periodes weet te bewaren. Hij moet erover nadenken. “Het is hoe ik ben. Ik heb een groot plezier in mijn werk, maar het is niet altijd leuk. Dat accepteer ik. Dat hoort er nu eenmaal bij.” Daarnaast heeft hij een groot vertrouwen dat het altijd weer goed komt. “Het klinkt gek, maar door ervaringen in het verleden weet ik dat het altijd goed komt. Er wordt voor ons gezorgd. Dat weet ik zeker. Ik ben God daar dankbaar voor en Hij geeft mij veel vertrouwen. De gedachte dat het altijd goed komt, geeft rust.”
Hoewel Oomen zelf goed met stress kan omgaan, betekent het niet dat hij helemaal geen stress kent. Hij noemt de re-
TEKST & FOTO’S: Marjolein van Woerkom
GRONDIG 4 2019
55
Graslandverbetering - Evers Grass Profi
Vier bewerkingen in één werkgang: -
egaliseren eggen zaaien rollen
T 0546 644866
www.eversagro.nl
Europa’s specialist in zadeldak hallen, stallen & loodsen • In 30 min. uw eigen ontwerp & bouwtekening • Unieke staalconstructie & ontwerpmethodiek voor de beste prijs/kwaliteit verhouding • Energie neutraal dus klaar voor de toekomst
Ontdek al uw voordelen en/of scherpe offerte op: www.conexx.nl
W W W . L M C G E N N E P. N L
www.lmcgennep.nl Locatie: Landtech te Veghel
Corridor 9 • 5466 RB Veghel • T: 0413 - 211733
FINS GENOT
óók na werktijd...
ACTIE: GRATIS HOT TUB bij aankoop van een nieuwe Valtra uit voorraad
Informeer bij uw Valtra dealer naar de actievoorwaarden of kijk op de website.
WWW.FINSGENOT.NL
ondernemen met
cumela
CUMELA.NL
Op deze pagina’s samenvattingen van berichten die eerder op Cumela.nl zijn geplaatst. Wilt u op de hoogte blijven van het actuele nieuws? Ga naar Cumela.nl. Daar publiceert de redactie dagelijks nieuws van en voor de cumelasector.
CUMELA SKILLS TOONT VAKMANSCHAP STUDENTEN Tien studenten van vier locaties van het Zone.college gingen onlangs de strijd met elkaar aan op de eerste CUMELA Skills-kampioenschappen. Met deze beroepenwedstrijd wordt het vakmanschap van de studenten in groen, grond en infra in de schijnwerpers gezet. De deelnemers moesten in één dag uiteenlopende opdrachten worden uitgevoerd. Ze hebben een sloot uitgezet en uitgegraven, de grond geëgaliseerd en het perceel ingezaaid. Het was een uitdagende wedstrijd onder schitterende zomerse omstandigheden, waarbij Rik en Gerwin van Zone.college Doetinchem er met de eerste prijs vandoor gingen. De CUMELA Skills-kampioenschappen zijn dit jaar als pilot georganiseerd. Door de goede eerste ervaringen krijgt dit project volgend jaar zeker een vervolg!
DIGITALISERINGSMARKT GEEFT STOF TOT NADENKEN Overzichtelijk, praktisch en flexibel, dat is wat de bezoekers van de Digitaliseringsmarkt van hun systeem verwachten. Tijdens de Digitaliseringsmarkt in maart hebben ruim 200 leden kennis gemaakt met de mogelijkheden, de te zetten stappen en het ruime aanbod rondom digitalisering. De informatiemarkt met vijftien aanbieders van digitale oplossingen werd aangevuld met een algemene inleidende presentatie. Sabine Zweverink, bedrijfskundig adviseur en specialist digitalisering bij CUMELA Advies, liet zien dat digitalisering een middel moet zijn om de onderneming te verbeteren en geen doel op zich. De leveranciers lieten vervolgens in een pitch horen wat zij hiervoor te bieden hebben. Na het gebruikerspanel, waarin diverse ondernemers hun ervaringen met digitalisering deelden, werden er nog veel vragen gesteld. Bij het napraten maakten leveranciers en ondernemers verder kennis met elkaar en met de beschikbare producten. Er werd nog lang nagepraat, een teken dat er veel te doen is rondom digitalisering. Het onderwerp krijgt onder meer in dit vakblad een vervolg.
ARTIKELEN VAN DE WEEK LEEST U OP CUMELA.NL
• Minder kans op fraude. Nieuwe regels voor wegen mesttransport • Demonstratie inwerken groenbemesters • Sorghumdemonstratie • BBL’ers in dienst: wat moet ik regelen? • Wat zijn nu eigenlijk atv-dagen?
Foto: VisionAir.nu
OOK OP CUMELA.NL
• Nieuwe btw-nummers voor eenmanszaken • Omzetstijging gerealiseerd in 2018 • Partners Green Deal Sportvelden vragen Tweede Kamer om duidelijkheid • Jeugdjournaal toont verkeerslessen CUMELA • Kostprijsberekening, handleiding en indexen 2019
WETSVOORSTEL REGISTRATIE EN SNELHEIDS VERHOGING (LAND)BOUWVOERTUIGEN NAAR TWEEDE KAMER Het nieuwe wetsvoorstel voor de registratie van en snelheidsverhoging voor (land)bouwvoertuigen is op 11 april naar de Tweede Kamer gestuurd. Alle bestaande landbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid moeten voor 20 mei 2020 zijn geregistreerd bij de RDW. Nieuw verkochte (land)bouwvoertuigen krijgen vanaf de invoeringsdatum van de wet direct een kentekenplaat. De Tweede Kamer zal binnenkort het wetsvoorstel behandelen en hierover stemmen. Als het wetsvoorstel door de Tweede Kamer wordt aangenomen, moet dat vervolgens nog door de Eerste Kamer. De inwerkingtreding van de wet is voorzien in het najaar van 2019. De periode waarbinnen bestaande (land)bouwvoertuigen moeten worden geregistreerd, is wel kort. Voor 20 mei 2020 moet dit zijn afgerond. De belangrijkste zaken die in het wetsvoorstel staan, leest u op Cumela.nl.
VERKEERSCAMPAGNE ‘WIJ RIJDEN HIER MET ÉN VOOR U’ Met de campagne ‘Wij rijden hier met én voor u’ wordt de bewustwording van alle weggebruikers in Schagen gestimuleerd en worden zij aangespoord om rekening met elkaar te houden in het verkeer. Landbouw- en transportverkeer maken gebruik van dezelfde wegen als personenauto’s, fietsers, wandelaars en scholieren. De bestuurders van landbouw- en transportvoertuigen zijn opgeleid en worden geïnstrueerd met als doel ongevallen in het verkeer te voorkomen. Daarnaast worden weggebruikers gewezen op gladde wegen door modder in het oogstseizoen, de blinde hoek en het gevaar van het uitzwenken van voertuigen en machines. De campagne is door CUMELA Nederland samen met de gemeente Schagen, Ondernemers Federatie Schagen, LTO Noord, Fietsersbond afdeling Noordkop en de dorpsraden van de gemeente Schagen opgezet.
58
GRONDIG 4 2019
DAMESDAGEN SCOREN! Jaarlijks worden de landelijke CUMELA Vrouwen VIP-dagen georganiseerd. Door te praten en te horen over allerlei zaken die samenhangen met het bedrijf blijken de vrouwen algauw niet de enige te zijn! De dagen bieden inspiratie, maar ook een steuntje in de rug. Naast dit landelijke tweedaagse evenement vinden er ook damesdagen in de regio plaats. De afgelopen weken vonden er damesdagen plaats in de regio’s Limburg, Oost en Zeeland/West-Brabant. Stuk voor stuk dagen waar kennis en ervaringen werden gedeeld door de tientallen vrouwen in workshops en met gezellige activiteiten.
DIEFSTALPREVENTIETIPS GPS-SYSTEMEN GPS-systemen in trekkers zijn in trek bij dieven. De afgelopen weken was het raak in verschillende delen van ons land. Hieronder praktische tips om de kans op diefstal te verkleinen. Doe hier uw voordeel mee! • Stal werktuigen in een afgesloten ruimte of op afgesloten terrein. • Maak op locatie gebruik van mogelijkheden als bouwplaatsbeveiliging. • Haal indien mogelijk onderdelen van het GPS-systeem van het werktuig af en berg die op een veilige plaats op. • Een inbraakalarmsysteem installeren kan preventief werken. • Maak gebruik van videobewaking op afstand (beveiligingsoplossingen worden steeds toegankelijker). • Goede verlichting van uw terrein, gecombineerd met bewegingsmelders en camera’s, verkleint de kans dat dieven toeslaan.
VEELGESTELDE VRAGEN
• Onze chauffeurs die drijfmest en rioolwater rijden, gebruiken nu halfgelaatsmaskers met een filter A1B1E1K1 (ABEK1P3). Is dit filter het maximaal haalbare qua bescherming of zijn er betere? • Tot wanneer kan ik mijn jaarcijfers inleveren voor deelname aan CUMELA Kompas Analyse? • Waaraan besteedt CUMELA mijn contributiegeld? • Elk jaar vraagt CUMELA Nederland aan haar leden naar hun omzet van het voorgaande jaar. Waarom is deze omzetopgave belangrijk? • Moet ik bij onderaanneming een mandagenregister aanleveren?
VOORZITTER Maandelijks op deze plaats een column van één van de voorzitters van CUMELA Nederland. Deze editie Jan Vrij, voorzitter sectie Grondverzet & Cultuurtechniek.
Uitdagingen in het grondverzet Grondverzet, het overgrote deel van de ondernemingen in de cumelasector houdt zich ermee bezig. Het is goed voor het merendeel van de omzet en ik hoop ook voor een deel van de winst. Wat zijn en worden echter de grootste uitdagingen voor de komende jaren? Is dat de grote hoeveelheid werk in combinatie met het beschikbare personeel? Of is het juist te weinig werk? In onze sectievergaderingen bespreken we altijd ‘de stand van zaken in de sector’. Hier zie je een duidelijke trend: in het zuidwesten is er voldoende werk, maar meer naar het midden van het land wordt het al wat minder en zeker in het noordoosten is er minder werk dan in het zuidwesten. Dit heeft ook zijn weerslag op de prijzen, die vaak nog te veel onder druk staan. Een heel andere uitdaging is de discussie over PFOA-PFOSbodemverontreinigingen. Voor wie het niet weet: dit is een verontreiniging afkomstig van blusmiddelen en de-icing-middelen (bijproduct van anti-aanbaklaag). De-icing-middelen worden gebruikt om de vleugels en kleppen van een vliegtuig ijsvrij te maken. Je kunt je voorstellen dat het materiaal van de vleugels afwaait wanneer het vliegtuig opstijgt. Het probleem met deze vervuiling is dat deze nog relatief nieuw is en er nu nog geen waarde bekend is. Wanneer is er geen vervuiling en wanneer wel? Hiervoor is de overheid aan zet. Ook is er nog geen manier om de grond te reinigen, dus worden er werken nog niet uitgevoerd of ontstaan er grote bergen met verontreinigde grond die wachten op reiniging. De volgende uitdaging is de DLP-R (Geregistreerd Deskundige Leidinggevende Projecten). Veel bedrijven hebben zelf een DLP’er laten opleiden en willen nu de opstap maken naar een DLP-R, maar dat valt niet altijd mee. De opleiding voor een DLP-R is erg zwaar en - terecht of niet - de DLP-R moet wel worden ingezet bij de zwaardere verontreinigingen met een groter risico voor de mens. En dan als laatste, maar zeker niet de minste, is er de uitdaging van de Japanse duizendknoop. Dit is een woekerplant die overal groeit en waarvan de bestrijding niet eenvoudig is. Onze uitdaging is om verspreiding te voorkomen. Probeer dus, als u grond verplaatst, te achterhalen of de grond vrij is van duizendknoop. Kortom, ook in het grondverzet zijn er meer dan genoeg uitdagingen. Zorg echter bovenal dat u het werk leuk blijft vinden!
Jan Vrij, Voorzitter sectie Grondverzet & Cultuurtechniek
GRONDIG 4 2019
59
ondernemen met
cumela
Voor meer info over veilig werken, kijk op www.agroarbo.nl
TOOLBOX Veilig werken in een rioolsleuf Tips en vuistregels voor de toolboxmeeting Het werk in een (riool)sleuf is niet zonder risico’s. Zorg dat je weet wat je moet doen en stel je eigen veiligheid en die van anderen voorop. Zorg dat je altijd kunt vluchten uit een sleuf en doe er alles aan om te voorkomen dat de sleuf instort. Een goede voorbereiding is hierbij belangrijk, maar ook tijdens het werk moet je continu beoordelen of het veilig is.
VOORBEREIDING
•G a nooit aan het werk zonder Klic-melding. •D e steilheid van het talud wordt bepaald door de grondsoort en de samenstelling van de grond. De breedte van de sleuf is afhankelijk van de diepte. Op de webpagina https://agroarbo. nl/catalogus/werken-in-putten-en-sleuven wordt beschreven welke breedte en steilte moet worden gehanteerd.
MAAK EEN VEILIGE WERKPLEK
• Z org ervoor dat de weg is afgezet volgens CROW 96 B. Maak de afzetting zo dat het verkeer geen risico vormt voor de mensen die aan het werk zijn. Een goede afzetting kan het lawaai en de uitlaatgassen voor jou en je collega’s sterk verminderen. • V oorkom dat tijdens werkzaamheden derden of voertuigen in de sleuf terecht komen door afzettingen, waarschuwingsborden, verkeersbarrières of een doorstekende damwand. Breng een markering aan op ruime afstand van de ontgraving.
• B eoordeel ook of sleufbekisting of damwanden nodig zijn. Dit moet als er dieper wordt gegraven dan één meter en als er niet onder een veilig talud kan worden gegraven. • B eoordeel of bronbemaling nodig is om de kans op inzakken te verkleinen.
• Z org
voor ten minste twee uitgangen oftewel ontsnappingsmogelijkheden door ladders te plaatsen. Let erop dat ze stabiel staan en hoog genoeg zijn. • V oorkom elektrocutie. Zorg ervoor dat kabelhaspels niet in de sleuf kunnen vallen door ze evenwijdig aan de sleuf te plaatsen. • V oorkom instortgevaar door bronbemaling, door (schuivende) sleufbekisting of door onder een veilig talud te werken. • V oorkom inkalven van het talud: houd voor het plaatsen van materiaal en machines een minimale afstand van vijftig centimeter aan tot aan de rand van de ontgraving.
VEILIG HIJSEN
GASSEN EN DAMPEN
Bekijk hiervoor de toolbox over hijsen of bekijk op https://agroarbo.nl/catalogus/hijswerkzaamheden de arbocatalogus over hijsen. Gebruik geleidetouwen of speciaal hijsgereedschap bij het plaatsen van rioolbuizen en kolken. Gebruik alleen hijshaken die zijn voorzien van een veiligheidsklep. Hijs nooit boven personen en werk nooit onder lasten.
In een put of sleuf kunnen zich door lekkages gassen en dampen ophopen die zwaarder zijn dan lucht. Dat maakt dat het werken in putten en sleuven soms wordt beschouwd als het werken in een besloten ruimte. Dit vraagt extra maatregelen, bijvoorbeeld continu meten! Om te voorkomen dat een besloten ruimte ontstaat, kan de sleuf worden verbreed door de wanden schuin af te graven in plaats van recht. Daarnaast kan de toegankelijkheid worden vergroot. Neem je rare geuren waar, verlaat dan de sleuf en neem contact op met je leidinggevende.
Alle toolboxen zijn ook digitaal te gebruiken via de Veilig Vakwerk-dienst. Ga voor meer informatie naar www.veiligvakwerk.nl.
60
GRONDIG 4 2019
CAO & ZO Slapende dienstverbanden laten slapen? Na twee jaar ziekte geldt er geen opzegverbod meer, er is dan een mogelijkheid om het dienstverband te beëindigen. Soms wordt er bewust of onbewust voor gekozen om een dienstverband slapend te houden.
PERSOONLIJKE BESCHERMING Zorg ervoor dat persoonlijke beschermingsmiddelen je beschermen. Veiligheidsschoenen, handschoenen en een helm zijn noodzakelijk. Als er aan een bestaande riolering moet worden gewerkt, zorg er dan voor dat je niet ziek wordt van eventuele ziekteverwekkers door waterdichte bescherming. Houd water en zeep in de buurt.
TIPS EN VUISTREGELS
•G raaf nooit zonder Klic-melding. Je moet weten waar eventuele kabels en leidingen liggen.
• Z org van tevoren voor de juiste gereedschappen en materialen. •G ebruik bronbemaling als dat nodig is. •W erk je op een meter diepte of dieper? Zorg dan voor een veilig talud, bekisting, damwanden of een grondkerende constructie.
•M aak de sleuf breed genoeg en haal voldoende wegverharding weg. Zorg ervoor dat er een vrije strook van ten minste vijftig centimeter naast de sleuf is om inkalven te voorkomen. • Z org voor goede vluchtmogelijkheden. • B escherm jezelf tegen de weersomstandigheden. Maak gebruik van een tent of zeil tegen regen, sneeuw, hagel of zon. • R ook niet tijdens werkzaamheden in sleuven. Dit kan brand of een explosie veroorzaken. •G ebruik een veilige loopplank bij het oversteken van een lange, brede sleuf. • I s het te gevaarlijk voor jezelf of anderen? Neem contact op met je werkgever en stop het werk.
Bij ontslag op initiatief van de werkgever heeft een werknemer recht op een transitievergoeding. Dit geldt ook als de werknemer de laatste twee jaar ziek is geweest. Deze transitievergoeding wordt vaak beschouwd als een zware financiële last, omdat het loon ook al 104 weken is doorbetaald en de re-integratiekosten voor rekening van de werkgever komen. De loonbetaling stopt na 104 weken, maar als een werkgever geen actie onderneemt blijft het dienstverband bestaan (slapend dienstverband). Dit is niet altijd bekend bij werkgevers, vandaar dat ook onbewust dienstverbanden in stand blijven. Maar soms vindt een werkgever het ook niet eerlijk dat hij nog een transitievergoeding moet meegeven aan zijn werknemer. Dan kan de werkgever er bewust voor kiezen om het dienstverband in stand te laten. De vraag die ons allen bezig houdt is: kan een werknemer een werkgever dwingen om het dienstverband te beëindigen? In de wet is daar nu niets over te vinden. Toch proberen werknemers, via een gang naar de rechter, om de werkgever hiertoe aan te zetten. Eerder al gaf een kantonrechter een werknemer geen gelijk. Er is sindsdien echter wel iets veranderd. Immers in de Staatscourant is een regeling gepubliceerd die maakt dat een werkgever een betaalde transitievergoeding na 104 weken ziekte kan declareren bij het UWV. Maakt dat de uitslag van een rechtszaak anders? Inmiddels ligt er een uitspraak van een rechter die vond dat een terminale patiënt recht had op de transitievergoeding op grond van goed werkgeverschap. Onlangs meldde zich een werknemer bij de rechtbank Limburg met het verzoek om zijn dienstverband te beëindigen en een transitievergoeding toe te kennen. De rechter in Limburg heeft aan de Hoge Raad gevraagd hier nu een oordeel over te vellen. Wanneer deze een uitspraak doet is niet bekend. Laat u dus niet te snel overhalen om een transitievergoeding te betalen en al helemaal niet “omdat het in de wet staat”, want daar zijn de meningen dus nog over verdeeld.
Chaira Klein, juridisch medewerker TEKST: Corina van Zoest-Meester, adviseur arbo FOTO: Stigas
arbeidsmarkt CUMELA Advies
GRONDIG 4 2019
61
Adverteren in Vakblad Grondig? Voor meer informatie: Lisette Kerkhof T 033 - 247 49 50 E lkerkhof@cumela.nl
Adverteren in Grondig is scoren, met hĂŠt best gewaardeerde vakblad in de cumelasector!
NIEUWE IMPORTEUR NEDERLAND Oplossingen voor probleemloos landschapsonderhoud
EfficiĂŤnt toolboxen en werkplekinspecties uitvoeren Veilig Vakwerk maakt het uitvoeren van werkplekinspecties en toolboxen veel eenvoudiger. Medewerkers ontvangen de juiste informatie op hun telefoon en kunnen direct aan de slag. Dit kan volledig digitaal, maar het is ook mogelijk om de geprinte versie te bewaren. Veilig vakwerk zorgt voor tijdsbesparing en verbetering van het veiligheidsbewustzijn bij medewerkers. rd Gereducee r o o v f Probeer Veilig Vakwerk een maand gratis: e ri ta A L CUME ederland N https://veiligvakwerk.nl/aanvragen-maand-gratis leden
In samenwerking met CUMELA Nederland, bedrijven uit de sector en Stigas.
NEDERLAND
BEL VOOR MEER INFORMATIE Hoofdkantoor: 0475-487 021 Hans biemans: 06 23 91 79 11
NIEUW
Nu in de store s beschikbaar
Direct toepasbaar, overal beschikbaar
Digitale werkplekinspectie Dashbord op de pc met overzicht van uitgestuurde toolboxen en werkplekinspecties Automatisch archief en Rapportage
Calaris , het vertrouwde middel waarmee Kees zo klaar is ®
Calaris, hét basismiddel tegen onkruiden in maïs. • Flexibel en gemakkelijk • Veilig Veilig te gebruike • Snel en breedwerkend n bij onderzaa • Lange duurwerking i van een vanggew as
www.calariskees.nl
Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, www.syngenta.nl. Syngenta biedt diverse oplossingen die telers helpen hun bedrijfsvoering verantwoord te optimaliseren. Zie www.syngenta.nl/stewardship Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.
ondernemen met
cumela
Tachograaf en code 95 Twaalf vragen en antwoorden Regelmatig komen er bij de Ondernemerslijn vragen binnen over de tachograaf en code 95. De eisen en vrijstellingen blijken niet altijd even duidelijk en worden soms door elkaar gehaald. De antwoorden op veel voorkomende vragen staan in dit artikel.
TACHOGRAAF 1. Wanneer moet mijn voertuig een (digitale) tachograaf hebben? Algemeen geldt dat de (digitale) tachograaf verplicht is voor voertuigen of voertuigcombinaties met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kilo die zijn ingericht voor het vervoer van goederen. De tachograafplicht geldt dus ook voor bestelauto’s met aanhangwagens als de toegestane maximummassa van de combinatie boven de 3500 kilo uitkomt. Wel zijn er vrijstellingen voor de tachograafplicht. Na invoering van het kenteken zijn trekkers die sneller kunnen rijden dan 40 km/u en waarmee vervoer van goederen wordt verricht ook tachograafplichtig.
64
GRONDIG 4 2019
2. Welke vrijstellingen zijn er voor de tachograafplicht? Er zijn diverse vrijstellingen voor de tachograaf. Een belangrijke vrijstelling is die voor voertuigen of voertuigcombinaties met een toegestane maximummassa van niet meer dan 7500 kilo die worden gebruikt voor het vervoer van materieel of uitrusting die de bestuurder nodig heeft voor de uitoefening van zijn beroep en die enkel binnen een straal van 100 kilometer rond de vestigingsplaats van de onderneming worden gebruikt. Voorwaarde is wel dat het besturen van het voertuig niet de hoofdactiviteit van de bestuurder is. Geen hoofdactiviteit betekent dat het voertuig niet meer dan twaalf uur per week wordt bestuurd.
Het eigen vervoer met een bestelauto met aanhangwagen is dus niet tachograafplichtig. Veel BE-combinaties zijn echter zwaarder dan 7500 kilo en moeten dus wel een tachograaf hebben.
3. M oet ik nog wat doen als mijn voertuig is vrijgesteld van de tachograafplicht? Wanneer het voertuig niet tachograafplichtig is, moet de bestuurder wel door registratie aantonen, dat er niet meer dan twaalf uur per week met het voertuig wordt gereden. Deze registratie is ‘vormvrij’. Registratie van de naam van de bestuurder, de datum, het tijdstip van het begin van de rijtijd, de beginstand van de kilometerteller, het tijdstip van het einde van de rijtijd en de eindstand van de kilometerteller volstaat.
4. Moeten landbouwtrekkers waarmee vervoer wordt verricht ook een tachograaf hebben? Dat hangt af van de maximumconstructiesnelheid. Voertuigen waarvan de toegestane maximumsnelheid niet meer dan 40 km/u per uur bedraagt, zijn vrijgesteld van tachograafplicht. Nu kan er niet op de maximumconstructiesnelheid worden gecontroleerd door het ontbreken van een kentekenbewijs waarop dat vermeld staat. Landbouwtrekkers met een maximumconstructiesnelheid van maximaal
40 km/u worden straks dan ook niet tachograafplichtig. Snellere landbouwtrekkers waarmee transportwerkzaamheden worden uitgevoerd, moeten na invoering van de registratieen kentekenplicht wel een tachograaf hebben.
5. Klopt het dat er straks een nieuwe generatie digitale tachograaf komt? Ja, vanaf 15 juni 2019 moeten nieuwe bedrijfsvoertuigen zijn voorzien van een digitale tachograaf van de tweede generatie. Deze wordt ook wel de slimme of smart tachograaf genoemd. Via satellietnavigatie legt de tachograaf automatisch vast waar de werktijd begint en eindigt. Verder kan de slimme tachograaf op afstand door handhavers worden uitgelezen. Ook komen er tachograafkaarten van de tweede generatie. Kaarten van de eerste generatie kunnen wel in de nieuwe slimme tachograaf worden gebruikt en omgekeerd. Bestuurders- en bedrijfskaarten hoeven niet direct te worden vervangen, maar werkplaatskaarten moeten wel van de tweede generatie zijn.
6. Wat zijn de sancties als de tachograaf niet of niet correct wordt gebruikt? Op overtredingen bij het onjuiste gebruik van de tachograaf staan forse sancties. Het gaat namelijk om een economisch delict met hoge boetes. Op het ten onrechte niet gebruiken van de tachograaf staat een boete van € 4400,- voor de werkgever of zelfstandige. Op het gebruik van een defecte of verlopen bestuurderskaart staat een boete van € 4400,- voor de werkgever en een boete van € 1500,- voor de chauffeur. Een niet tijdig gekeurde tachograaf kost € 200,-.
CODE 95 7. Wie moeten de code 95 op hun rijbewijs hebben? Beroepschauffeurs die een C1,-, C-, D1 of D-rijbewijs hebben, al dan niet met E (aanhangwagen), moeten de code 95 op hun rijbewijs hebben. De code 95 is het bewijs van vakbekwaamheid en is vijf jaar geldig. Chauffeurs met een C-rijbewijs moesten de code 95 uiterlijk op 10 september 2016 hebben bijgeschreven. De einddatum van de geldigheid staat vermeld achter de code 95 op het rijbewijs. Voor de einddatum van de code 95 moet er 35 uur nascholing zijn gevolgd. Zonder geldige code 95 mag er niet beroepsmatig worden gereden.
8. Ik heb mijn C-rijbewijs behaald voor 10 september 2009 en heb geen code 95. Kan ik de code 95 alsnog laten bijschrijven? Ja, dat kan. Chauffeurs die voor 10 september 2009 hun C-rijbewijs hebben behaald, zijn vrijgesteld van het halen van de basiskwalificatie. Het volgen van de 35 uur nascholing volstaat en dat kan ook na 10 september 2016 nog. Zodra u de 35 uur nascholing hebt gevolgd én de code 95 is bijgeschreven op het rijbewijs, mag u weer beroepsmatig met een vrachtauto rijden. De nascholingsuren zijn maximaal vijf jaar geldig.
9. Z ijn er vrijstellingen voor de code 95? Er zijn diverse vrijstellingen voor de code 95. Een belangrijke vrijstelling is er voor bestuurders van voertuigen voor het vervoer van materieel of uitrusting waarmee de bestuurder zijn werk uitvoert, mits het besturen van het voertuig niet de voornaamste activiteit van de bestuurder is. De vrijstelling geldt alleen als de chauffeur niet meer dan twaalf uur per week eigen vervoer verricht. Net als bij de tachograafvrijstelling moeten de rijtijden worden geregistreerd (zie vraag 3). Een chauffeur die alleen maar eigen materieel verplaatst, maar de machine vervolgens niet op het werk gaat bedienen, valt niet onder de vrijstelling.
10. Moeten chauffeurs die zijn geboren voor 1 juli 1955 straks toch de 35 uur nascholing volgen? Dat klopt. Chauffeurs geboren voor 1 juli 1955 waren vrijgesteld van het halen van het chauffeursdiploma. Bij de invoering van de code 95 kregen zij bij verlenging van het rijbewijs de code 95 gewoon bijgeschreven, zonder de 35 uur nascholing. Naderhand bleek dat dit van Europa niet mocht. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt nu een wetsvoorstel voor waarbij de code 95 van deze oudere chauffeurs alsnog vervalt. Het wetsvoorstel treedt naar verwachting in januari 2020 in werking. Om de code 95 te krijgen, moeten chauffeurs die zijn geboren voor 1 juli 1955 nu alsnog zo snel mogelijk de 35 uur nascholing volgen.
11. M oeten bestuurders van landbouwtrekkers waarmee beroepsvervoer wordt verricht straks ook de code 95 halen? Nee, dat is niet nodig. De code 95 is alleen verplicht voor bestuurders die een C- of D-rijbewijs nodig hebben. Voor het besturen van een landbouwtrekker of een motorrijtuig met beperkte snelheid volstaat een T-rijbewijs of een B-rijbewijs afgegeven voor 1 juli 2015. Met een C-rijbewijs mag een (land)bouwvoertuig worden bestuurd, maar noodzakelijk is dat niet. Daar komt bij dat de code 95 niet verplicht is voor bestuurders van voertuigen met een toegelaten maximumsnelheid van ten hoogste 45 km/u.
12. Wat is de boete voor het rijden zonder geldige code 95? De boete bedraagt € 800,- voor het rijden zonder geldige code 95. Het gevolg is ook dat de chauffeur niet verder mag rijden. Daar komt bij dat het C-rijbewijs niet meer geldig is zonder geldige code 95. Dit kan tot gevolg hebben dat de verzekering geen dekking geeft bij een eventueel ongeval. Alleen het volgen van de 35 uur nascholing volstaat niet. De code 95 moet zijn bijgeschreven op het rijbewijs.
TEKST & FOTO: Hero Dijkema, beleidsmedewerker (land)bouwverkeer en vervoer
GRONDIG 4 2019
65
ondernemen met
cumela
Kwaliteitsnet landbouw verkeer steeds nuttiger Door een kwaliteitsnet landbouwverkeer wordt het voor landbouwverkeer mogelijk zich vlot en veilig over grotere afstanden te verplaatsen, via een aaneengesloten net van wegen. Het draagt zo bij aan de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Knelpunten worden continu geïnventariseerd en met voorrang opgelost. Elk landbouwperceel moet immers bereikbaar zijn. Landbouwverkeer is (relatief) onveilig, want landbouwvoertuigen worden gemaakt voor het verrichten van werkzaamheden op het land, maar moeten zich wel verplaatsen via de openbare weg. Veel wegen waarvan landbouwers en loonwerkers intensief gebruik maken, zijn niet geschikt voor een veilige afwikkeling van het landbouwverkeer. Dat geldt zeker voor de drukkere landbouwroutes waarop ook veel fietsers rijden. Wegbeheerders vinden landbouwverkeer vaak een probleem. Gemeenten hebben liever geen landbouwverkeer in hun woonkernen. Waterschappen hebben liever geen landbouwverkeer op hun smallere 60-kilometerwegen. Provincies en Rijkswaterstaat hebben landbouwverkeer liever niet op hun 80-kilometerwegen en ook niet op hun smallere parallelwegen, waar vaak veel (groepen) fietsers rijden. Wegbeheerders zien dus het liefst dat landbouwverkeer op de wegen van collega-wegbeheerders gaat rijden. Dat is natuurlijk geen oplossing en vraagt om actie. Feestelijke opening van de eerste landbouwverkeersweg in Zeeland.
66
GRONDIG 4 2019
Kwaliteitsnetwerk Op 8 juli 2011 hebben Provinciale Staten van Zeeland het Kwaliteitsnetwerk Landbouwverkeer Zeeland ingesteld. Dit netwerk is nu dus bijna acht jaar in gebruik. Ook buiten de provincie Zeeland zijn inmiddels een aantal landbouwnetwerken ontwikkeld. Landbouwverkeer afwikkelen met behulp van een kwaliteitsnetwerk heeft een paar belangrijke voordelen: • Door tijdens de opzet en na ingebruikname van het netwerk input te blijven vragen van de belanghebbenden creëer je draagvlak en begrip.
• Vanwege het intensieve contact worden zienswijzen in een vroeg stadium besproken, wat leidt tot minder vertraging in de procedures. • Door er regelmatig samen naar te kijken, ontstaat er structuur in de aanpak en grip op de knelpunten. Dit is een uitermate efficiënte manier van werken. In Zeeland rijdt veel agrarisch verkeer, omdat het een agrarische provincie is. De komende jaren gaat de hoeveelheid landbouwverkeer nog verder toenemen, zo is de verwachting. Twee ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: de schaalvergroting in de landbouw en de tendens naar specialisatie en nieuwe producten. Tegelijkertijd groeit, met name in de zomer, het auto- en fietsverkeer op het platteland, dit vanwege het toenemende aantal toeristen dat Zeeland bezoekt.
Aanpak Begeleid door een verkeerskundig adviesbureau hebben vertegenwoordigers van de betrokken wegbeheerders en van CUMELA Nederland en ZLTO het netwerk van landbouwroutes in kaart gebracht. Per eiland is met de kaart op tafel door loonwerkers en landbouwers op de kaart ingetekend waar ze knelpunten en verkeersonveilige situaties ervaren. Hierbij is ook zoveel mogelijk rekening gehouden met verkeersintensiteiten en toekomstige ontwikkelingen (bijvoorbeeld de bouw van een graanontvangstpunt). In aparte bijeenkomsten is ook afstemming gezocht met zaken als ruimtelijke ordening, landschap, milieu, economie, recreatie en toerisme.
Bij een dergelijke aanpak is het belangrijk om los te komen van de eigen belangen en te stoppen met denken in termen van eigen wegen. Centraal staan de belangen van de weggebruikers en de inwoners (woonkernen). Dat houdt in: gezamenlijk problemen inventariseren, die vervolgens ook gezamenlijk analyseren en gezamenlijk gebiedsgewijs zoeken naar de beste oplossing. Het overleg vond hier plaats op basis van een zogenaamd poldermodel. Een belangrijk voordeel van deze manier van aanpakken is dat er een breed draagvlak voor de resultaten ontstaat.
Knelpuntenlijst Binnen het vastgestelde netwerk zijn vervolgens de belangrijkste probleempunten vastgesteld. Op basis van objectieve criteria is een nadere prioritering aangebracht en is bepaald welke knelpunten als eerste zouden kunnen worden opgepakt. Dit leidt tot een knelpuntenlijst. Om ervoor te zorgen dat deze knelpuntenlijst up-to-date blijft, is het belangrijk om deze met enige regelmaat te bespreken. In Zeeland is daarvoor de coördinatiegroep logistieke landbouwroutes opgericht. Deze groep bestaat uit de drie grootste wegbeheerders (Waterschap Scheldestromen, provincie Zeeland en Rijkswaterstaat) plus een vertegenwoordiger van zowel CUMELA Nederland als ZLTO. Deze groep overlegt twee tot drie keer per jaar, waardoor nieuwe knelpunten aan de lijst kunnen worden toegevoegd en opgeloste knelpunten worden afgevoerd.
“De hoeveelheid landbouwverkeer gaat verder toenemen”
Vooruitzichten Half april stuurde de regering het wetsvoorstel voor registratie en kentekening van (land)bouwvoertuigen naar de Tweede Kamer. Wat inhoudt dat deze behandeld kan gaan worden. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, heeft dat een paar zeer positieve gevolgen voor het landbouwverkeer. De maximumsnelheid voor gekentekende (land)bouwvoertuigen wordt dan formeel verhoogd naar 40 kilometer per uur. Dat betekent dat er meer wegen kunnen worden opgesteld voor het landbouwverkeer. Meer gebruik door landbouwverkeer van rondwegen rond woonkernen verbetert de verkeersveiligheid en leefbaarheid in die plaatsen. In een landbouwnetwerk zijn eventuele wijzigingen natuurlijk prima in te passen. Met de komst van het kenteken gaat daarnaast de afgifte van breedteontheffingen centraal gebeuren door de RDW (afdeling Ontheffingen). Het is natuurlijk nuttig dat de wegen waarop een vrijstelling voor de breedte is afgegeven ook netjes op elkaar aansluiten. Ook hier kan een netwerk voor brede landbouwvoertuigen handig zijn.
POP3-regeling Het oplossen van knelpunten in een wegennet kost geld. Dat staat los van het feit of de knelpunten zich in een netwerk bevinden. Een netwerk kan echter leiden tot de verbetering van de leefbaarheid op het platteland. Om de leefbaarheid te bevorderen, zijn door de Europese Unie zogenaamde POP3gelden beschikbaar gesteld. Sommige provincies overwegen om deze gelden (deels) te gebruiken voor het verbeteren van het landbouwnetwerk. Daarmee los je meer en sneller knelpunten op en verklein je het concurrentievervalsende effect van de POP3-regeling, want van een landbouwnetwerk kunnen zowel agrariërs als loonwerkers gebruik maken.
Niet het enige meer Het Zeeuwse netwerk was het eerste, maar inmiddels al lang niet meer het enige landbouwnetwerk. Ook zeventien gemeenten in West- en Midden-Brabant hebben gezamenlijk de knelpunten voor het landbouwverkeer in kaart gebracht. Het begeleidende verkeersbureau heeft geadviseerd om gezamenlijk een netwerk voor landbouwverkeer op te zetten en periodiek regionaal overleg (twee keer per jaar) met de diverse belanghebbende partijen ter bespreking van knelpunten en oplossingen te organiseren. Deze aanpak is inmiddels ook bestuurlijk besproken en vastgesteld. Wanneer blijkt dat ook in West- en Midden-Brabant het instellen van een landbouwnetwerk nuttig is, kan de rest van de provincie volgen. En dat is een heel mooi vooruitzicht. Een kwaliteitsnetwerk landbouwverkeer functioneert als een prima hulpmiddel om structuur aan te brengen en grip te krijgen op verkeerszaken. Bovendien bevordert het de verkeersveiligheid. Het is de investering in tijd en geld daarmee meer dan waard.
TEKST: John Augustijn, bedrijvenadviseur FOTO: CUMELA Nederland
GRONDIG 4 2019
67
ondernemen met
cumela
Wees ook zorgvuldig bij handmatig werken Van een cumelabedrijf wordt meer gevraagd om graafschades te voorkomen Hoewel het minder vaak voorkomt, kan er ook met een schop, bij het steken van pinnen of tijdens het plaatsen van een verkeersbord schade aan ondergrondse netten worden veroorzaakt. “Aan een cumelabedrijf worden hogere eisen gesteld om dergelijke schades te voorkomen”, zegt Herman Arissen van CUMELA Verzekeringen. Hij legt uit wanneer een ondernemer aansprakelijk is en wanneer niet.
Handmatige werkzaamheden in de ondergrond zijn bewust buiten de wetgeving en de Richtlijn zorgvuldig grondroeren gehouden. Daarin staat: “Graafwerkzaamheden die met een schop worden uitgevoerd, vallen buiten deze definitie. In het algemeen geschiedt dit type werkzaamheden met een te geringe kracht om schade te veroorzaken. Bovendien is het overgrote deel van de kabels en leidingen bestand tegen de kracht die bij het graven met een schop wordt uitgeoefend.” Dat betekent echter nog niet dat een ondernemer nooit voor de schade hoeft op te draaien. Ook voor schade aan netten toegebracht met de hand kan hij aansprakelijk worden gehouden. De vraag is of er een onrechtmatige daad is gepleegd, of eenvoudig gezegd: is er op de één of andere manier onzorgvuldig gehandeld ten opzichte van een ander en is daardoor schade ontstaan? Welke vragen zijn daarbij van belang?
Is schade te verwachten? Met gereedschap dat met de hand wordt bediend, komt iemand over het algemeen minder diep de grond in en oefent hij minder kracht uit, waardoor de kans op schade aan netten kleiner is. Zoals netbeheerder Stedin het zegt: “De kabel moet opgewassen zijn tegen de botte belasting van een schop.” Als er een proefsleuf wordt gemaakt of wordt voorgestoken en er een net wordt beschadigd, kan een netbeheerder de schade niet snel verhalen. Dit wordt anders zodra iemand met scherpe voorwerpen de grond in gaat, zoals een prikstok, grondpin of gepunte paal. Ook door het gebruik van hamers of ander materiaal waarmee meer kracht wordt uitgeoefend in de ondergrond, zoals grondboren, wordt de kans op schade groter. Dat kan al zo zijn als spierkracht onvoorzichtig wordt ingezet, zoals toen een grondwerker een kluwen restmateriaal en stukjes kabel wilde verwijderen uit de proefsleuf en daarbij een schade van bijna € 9000 ,- toebracht aan een in werking zijnde glasvezelkabel.
68
GRONDIG 4 2019
Daarnaast moet rekening worden gehouden met het soort, de kwaliteit en de eigenschappen van netten, voor zover dat bekend is of had moeten zijn. Dergelijke informatie kan worden gehaald uit Klic-tekeningen, maar kan ook op andere wijze van netbeheerders of anderen worden verkregen. De combinatie van de kracht die wordt gebruikt in de ondergrond, de eventueel gebruikte hulpmiddelen en de gevoeligheid van de netten bepaalt de kans op schade en dus hoeveel er moet worden gedaan om schade te voorkomen.
Is alle informatie goed gebruikt? Zijn Klic-tekeningen ook bij handmatig graven vereist? Die moeten aanwezig zijn als er een behoorlijk risico bestaat op beschadiging van netten. Het kan zijn dat er al Klic-tekeningen aanwezig zijn of dat ze beschikbaar zouden moeten zijn, omdat er in de loop van het project met een machine de grond in moet worden gegaan. In beide gevallen moeten niet alleen de Klic-tekeningen voorhanden zijn, maar moeten ook de netten worden gelokaliseerd en voor het overige moet zorgvuldig worden gewerkt, ook als er handmatig in de grond wordt gegaan. Zo werd een hovenier door de rechter aansprakelijk gehouden voor het beschadigen van een kabel door handmatig werken. Het argument was dat de hovenier voorafgaande aan het handmatig werken in een proefsleuf een middenspanningskabel vond op een diepte van 70 centimeter. Daarna drukte hij twee meter verderop, zonder extra controle, een pin van 45 centimeter de grond in en beschadigde de kabel. Er is daardoor onzorgvuldig gehandeld. Ook door andere aanwijzingen kan worden voorkomen dat er schade wordt veroorzaakt. De nabijheid van woningen, verdeelstations en -kasten of lantaarnpalen wijst op de aanwezigheid van netten, ook als ze niet of niet goed op de tekeningen staan. Denk ook aan de aanwezigheid van (zinker) borden met aanwijzingen of een mededeling die iemand doet over de ligging van netten.
Een gepunte paal is met de hand een meter de grond ingedrukt en daarbij gestuit op een middenspanningskabel van Enexis. Het resultaat: een schade van bijna € 25.000,-. In dit geval was bekend dat de kabel ter plaatse zou liggen en had deze moeten worden gelokaliseerd, hoe lastig de omstandigheden ook zijn.
Hogere eisen aan cumelabedrijf Een cumelabedrijf is een specialist in groen, grond en infra. Het betekent dat er hogere eisen worden gesteld, omdat het bedrijf wordt gezien als een professionele en deskundige partij. Eisen die door rechters niet worden opgelegd aan een willekeurig ander bedrijf of een particulier. Een cumelabedrijf kent de ondergrond en wat daar allemaal in ligt en de daarbij horende risico’s. Het is bekend welke gevolgen het werken in de ondergrond heeft of kan hebben. Het cumelabedrijf weet hoe informatie over de ondergrond kan worden verkregen en hoe daarmee moet worden omgegaan. In geval van schade zal ook dit worden meegewogen.
Samen oplossen Vraag ook bij handmatige werkzaamheden welke risico’s er zijn om ondergrondse netten te beschadigen. Handmatig werken is immers geen middel om onder de aansprakelijkheid voor schade aan netten uit te komen. Dit geldt zeker als
dit gebeurt in het kader van een project waarin ook mechanisch wordt gewerkt of gaat worden. Daarom de volgende aanbevelingen: • Maak gebruik van alle informatie die er is en vraag het na als deze onvolledig of onduidelijk is. • Zorg voor een goede werkinstructie voor alle betrokken mensen en blijf met elkaar in contact. • Nodig eventueel de preventiemedewerker van de netbeheerder uit. • Toon betrokkenheid en neem de verantwoordelijkheid: wijs niet naar een ander. • Ga bij twijfel niet verder, ook niet als dat ‘heel voorzichtig’ gebeurt!
TEKST: Herman Arissen, CUMELA Verzekeringen FOTO: CUMELA Verzekeringen
Schade na het overrijden van een net Een verzekerde reed met een mobiele graafmachine over een werkterrein, gleed enigszins weg in de modder en bracht daarbij schade toe aan een laagspanningskabel op zo’n dertig centimeter diepte. Hij was ingehuurd om werkzaamheden op het terrein uit te voeren. Er was een Klic-melding gedaan en de verzekerde (of tenminste zijn opdrachtgever) beschikte over de liggingsgegevens van de beschadigde kabel. Het terrein was modderig en dus viel het wegzakken van machines te verwachten. Het leggen van rijplaten was een gemakkelijke en relatief goedkope manier om de schade te voorkomen. Dat alles maakte dat de schade moest worden vergoed. Weeg in dit soort gevallen de risico’s af aan aan de hand van een aantal factoren en bepaal dan de actie: • De zwaarte en andere kenmerken van de machine. • De plaats waar wordt gereden, de toestand van de ondergrond en de verdere situatie ter plaatse. • De aanwezigheid van Klic-tekeningen en/of de plicht om toch al te lokaliseren. • Andere aanwijzingen voor de aanwezigheid van netten. • Een mogelijke (zeer) ondiepe ligging van netten. • Als er geen maatregelen mogelijk zijn om schade te voorkomen, ga dan niet aan het werk, maar treed in overleg met de opdrachtgever of de netbeheerder.
GRONDIG 4 2019
69
ULTIEME PRODUCTIVITEIT MET DIGITALE OPLOSSINGEN VAN JOHN DEERE Wilt u een betere inzetbaarheid van uw machines? Profiteer dan van maximale productiviteit met de digitale oplossingen van John Deere. Naast MyJohnDeere.com, JDLinkTM, Remote Display Access en Service ADVISORTM Remote hebben we nu twee nieuwe tools:
NIEUW
Expert Alerts - Preventief vroegtijdig storingen detecteren op basis van algoritmes Machine Dashboard - Machine conditie online monitoren Vraag uw dealer naar meer informatie over deze digitale oplossingen.
NOTHING RUNS LIKE A DEERE
ondernemen met
BBL’er in dienst? Hou hier rekening mee
cumela
Met welke zaken moet een ondernemer rekening houden als hij een BBL’er in dienst heeft? Uitgaande van de CAO-LEO zijn een aantal zaken op een rijtje gezet. Voor BBL’ers, leerlingen die de beroepsbegeleidende leerweg volgen, heeft CUMELA Nederland een speciale voorbeeldarbeidsovereenkomst opgesteld: de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd BBL. Het is belangrijk om de arbeidsovereenkomst te laten vallen binnen de data van de beroepspraktijkvorming. In dat geval telt de overeenkomst namelijk niet mee voor de ketenregeling. Na afronding van de opleiding kunnen dan alsnog drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met de werknemer worden aangegaan (binnen maximaal 24 maanden).
Loonberekening Er is zijn twee mogelijkheden om het salaris van een BBL’er te berekenen, namelijk volgens artikel 43, lid 3, (methode 1) en volgens artikel 43, lid 5, (methode 2).
Artikel 43, lid 3, methode 1 Het salaris van een BBL’er wordt berekend door rekening te houden met drie percentages. Een BBL’er wordt op basis van artikel 43, lid 4, ingedeeld in een functiegroep met een daarbij afgesproken percentage van het loon bij die functiegroep. In functiegroep D is dat bijvoorbeeld 90 procent, waarmee het loon uitkomt op € 1906,38 bruto per maand in plaats van € 2118,20 bruto per maand. Het tweede percentage is het parttime-percentage. De omvang van het dienstverband kan maximaal 80 procent zijn, dat is 30,4 uur. Dat laat het loon dalen naar € 1525,10 bruto per maand. Het derde is het percentage behorend bij de leeftijd. Dat is voor een achttienjarige 70 procent en dan komt het salaris uit op € 1067,57 bruto per maand.
Artikel 43, lid 5, methode 2 De werknemer wordt beloond conform het wettelijk minimumjeugdloon tot maximaal 130 procent. De werknemer ontvangt bij 100 procent € 767,50 bruto per maand. De BBL’er gaat één dag in de week naar school en werkt vier dagen, dus 30,4 uur. Er wordt dan 80 procent berekend, dat is € 614,- bruto per maand. Als de werkgever het minimumloon betaalt, tot maximaal 130 procent, heeft de werknemer na afronding van zijn opleiding recht op een diplomatoeslag. De hoogte van de diplomatoeslag wordt berekend door het verschil tussen methode 1 en methode 2. Dit kan gedurende opleiding oplopen tot een hoog bedrag. Dit kan een motivatie zijn om de opleiding af te ronden.
Vakantiedagen en atv-dagen Een BBL’er wordt wettelijk gezien als een normale werknemer en bouwt hiermee rechten op voor vakantiedagen en atvdagen conform de CAO-LEO. Deze dagen worden naar rato berekend op basis van het parttime-percentage in de arbeidsovereenkomst. Omdat een BBL’er over het algemeen jong is, krijgt hij extra vakantiedagen in verband met de leeftijd (indien onder de achttien jaar).
RVO-subsidie Voor het opleiden van een BBL’er kan subsidie worden aangevraagd. Dat moet gebeuren vóór september na de afronding van het schooljaar. Erkende leerbedrijven en een praktijkleerplaats of werkleerplaats kunnen deze subsidie aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het bedrijf ontvangt subsidie naar verhouding van de periode waarin er begeleiding is verzorgd. Hiervoor is een juiste tijdsregistratie belangrijk. De werkgever hoeft geen volledig jaar begeleiding te geven om subsidie te kunnen aanvragen. De maximale hoogte van de subsidie is € 2700,-.
Colland-subsidie Er zijn voor de bedrijven die de CAO-LEO toepassen twee soorten Colland-subsidies. Allereerst is er de subsidie voor noodzakelijke praktijktrainingen voor BBL’ers in de cumelasector. Volgt een werknemer een BBL-opleiding op niveau 2 of 3 én volgt hij of zij hiervoor een noodzakelijke extra praktijktraining, dan komt het bedrijf in aanmerking voor een bijdrage van 50 procent van de kosten, met een maximum van € 1500,- per werknemer per jaar. Ten tweede is er de subsidie praktijktrainingen BBL-opleiding Machinist Grondverzet SOMA College. Als een werknemer in de cumelasector de BBL-opleiding Machinist Grondverzet bij het Soma College volgt, is er sinds 1 augustus 2017 een extra subsidie mogelijk van € 1200,- per jaar. Deze subsidie bestaat naast de al genoemde subsidie voor noodzakelijke praktijktrainingen. Een bedrijf kan dus gebruik maken van beide subsidies. De subsidie kan worden aangevraagd vanaf het moment dat de werknemer met de opleiding is begonnen en de benodigde documenten aanwezig zijn.
TEKST: Chaira Klein, juridisch medewerker arbeidsmarkt CUMELA Advies
GRONDIG 4 2019
71
ondernemen met
cumela
Flexibiliteit in inzet personeel gewenst Opvangen van pieken en dalen in het werkaanbod De cumelasector kent door de invloed van weersomstandigheden en seizoenschommelingen pieken en dalen in het werkaanbod. De ene keer komt een ondernemer handen te kort en een andere keer lopen er net iets te veel werknemers in de schuur. Gelukkig biedt de CAO LEO mogelijkheden om in te spelen op dit wisselende werkaanbod. In een tweedelige reeks worden die uitgelegd aan de hand van voorbeelden. Dit keer: hoe werkt arbeidstijdverschuiving? Arbeidstijdverschuiving is één van de methoden uit de CAO LEO om flexibel in te spelen op drukke en minder drukke tijden in de dagelijkse werkpraktijk. Hierdoor wordt het mogelijk om de werktijden aan te passen aan seizoenschommelingen die het werkaanbod beïnvloeden. Werktijden kunnen ‘op maat’ worden gemaakt voor het bedrijf door gebruik te maken van artikel 24 van de CAO LEO. De normale arbeidstijd volgens de CAO LEO is 7,6 uur per dag en 38 uur per week. Dat betekent dat de werknemer met een voltijds dienstverband 7,6 uur per dag en 38 uur per week moet werken om recht te hebben op zijn vaste loon plus dertien atv-dagen en 26 (of meer, afhankelijk van de leeftijd en de duur van het dienstverband) vakantiedagen. Werkt de werknemer langer dan 7,6 uur per dag en 38 uur per week, dan maakt de werknemer overuren. Overuren dienen te worden vergoed in tijd of in geld tegen het geldende overwerkpercentage. In het tweede artikel in deze reeks gaan we in op het toepassen van overuren in tijd voor tijd.
Voordeel arbeidstijdverschuiving De CAO LEO staat toe dat een werkgever, na overleg met het personeel, mag afwijken van de normale arbeidstijd door middel van het toepassen van arbeidstijdverschuiving. Het grootste voordeel van arbeidstijdverschuiving is dat de werknemers langer door kunnen werken, voor hun normale vaste loon, in perioden waarin er structureel méér werk is. Ze
De regels conform artikel 24 van de CAO LEO Artikel 24 van de CAO LEO geeft de regels aan voor toepassing van arbeidstijdverschuiving. Voor werknemers met een vast dienstverband zonder overbrugging geldt; • De verschoven arbeidstijd moet vallen binnen een periode van twaalf maanden. • Het maximum aantal uren per week mag 45 uur zijn, waarvan het maximum van negen uur per dag gedurende hooguit vijftien weken is toegestaan (hoeft niet aaneengesloten). • Het minimum per week mag 32 uur zijn en dat mag gedurende hooguit acht weken per twaalf maanden.
72
GRONDIG 4 2019
beginnen in dat geval namelijk pas later met het maken van overuren en dit betekent lagere werkgeverslasten. Daar staat tegenover dat de werknemers minder moeten werken in perioden waarin de ondernemer verwacht dat er minder werk is. Op jaarbasis dient het aantal uren namelijk met langere werkweken en kortere werkweken uiteindelijk weer uit te komen op 52 weken maal 38 uur is 1976 uur. Arbeidstijdverschuiving is dus alleen maar zinvol als een werknemers een zekere periode in het jaar korter kan werken dan 38 uur per week. De loonbetaling blijft in alle weken gelijk, namelijk gebaseerd op 38 uur per week.
Toepassing van arbeidstijdverschuiving Er zijn een aantal spelregels in de cao opgenomen die gaan gelden wanneer er gebruik wordt gemaakt van arbeidstijdverschuiving. Aan de hand van een dienstverband voor onbepaalde tijd, zonder overbrugging (normale vaste contracten), wordt het gebruik van arbeidstijdverschuiving toegelicht. Dit omdat hier arbeidstijdverschuiving het meest wordt toegepast. Hoofdregel blijft dat de gemiddelde werkweek (kortere en langere werkweken samen) op 38 uur per week dient uit te komen. Bij arbeidstijdverschuiving mogen er maximaal vijftien weken van 45 uur per week worden ingepland, wat concreet inhoudt dat er 105 overuren (45 uur min 38 uur maal vijftien weken) in een minder drukke periode kunnen worden ingepland. Dit kan aanzienlijk besparen op de loonkosten. De voorbeelden laten zien hoe arbeidstijdverschuiving werkt.
Inzichtelijk maken voor werknemers Verschuiving van de arbeidstijden kan niet zomaar worden toegepast. Zo moet het systeem van verschoven arbeidstijden vooraf in een schema van twaalf maanden schriftelijk worden vastgelegd. Hierin staan dan alle korte en alle langere arbeidstijden (piek- en dalweken). Dit kan bijvoorbeeld worden opgenomen in een arbeidsreglement, maar het schema kan bijvoorbeeld ook in de kantine worden opgehangen, zodat het voor iedereen zichtbaar is, of via een e-mail worden gedeeld. De wijzigingen van de arbeidstijden moeten in elk geval vooraf aan de werknemers worden medegedeeld. Formeel is er geen instemming van de werknemers voor de in-
voering van arbeidstijdverschuiving nodig, maar het spreekt voor zich dat hun medewerking van belang is voor een goede werking van het systeem. Weersomstandigheden zijn niet altijd te overzien. Mocht tussentijds het schema aangepast of verschoven moeten worden, dan is dit niet direct een probleem. Het belangrijkste is dat de som uiteindelijk uit blijft komen op 1976 uur per jaar.
Urenregistratie Het systeem brengt de nodige organisatie en administratie met zich mee. Dit is een aspect waarvoor een goede afweging moet worden gemaakt bij het nemen van de beslissing tot invoering van arbeidstijdverschuiving. De verschoven arbeidstijden hebben namelijk gevolgen voor de urenregistratie. Zo geldt normaal dat de overuren worden bepaald door dagelijks 7,6 uur van de gewerkte uren af te halen. In de weken dat er arbeidstijdverschuiving plaatsvindt, gebeurt dit met het aangepaste aantal uren, zoals in bijgaand voorbeeld (kader 3, urenregistratie zonder of met arbeidstijdverschuiving). Let op: voor de registratie van vrije dagen dient altijd te worden uitgegaan van een normale werkdag (7,6 uur). Ook bij ziekte dient in de registratie en in de uitbetaling te worden uitgegaan van een normale werkdag. Het verschuiven van overuren in tijd voor tijd is een andere manier om flexibel te worden. Het belangrijkste verschil tussen beide methoden is dat bij arbeidstijdverschuiving een overuur
één tegen één (tegen honderd procent) kan worden doorgeschoven naar een minder drukke periode onder de voorwaarde dat de som op jaarbasis uitkomt op 1976 uur. Bij het inzetten van overuren in tijd voor tijd dient dit echter altijd tegen het geldende overwerkpercentage te gebeuren. Er zijn wel meer vrijheden om dit naar eigen inzicht in te plannen. Overigens kunnen beide methoden naast elkaar worden toegepast. Zijn er vragen over beide methoden en hoe dit voor het bedrijf het beste kan worden ingezet, neem dan contact op met de Ondernemerslijn of met één de adviseurs van Arbeidsmarkt.
TEKST & FOTO’S: Marie-José Lamers, Adviseur personeels management
Voorbeeld urenregistratie zonder toepassing arbeidstijdverschuiving
Voorbeeld urenregistratie met toepassing arbeidstijdverschuiving
Gewerkt
Normale arbeidstijd
Overuren
Loonbetaling op basis van
week 10
38
38
0
38
week 11
38
38
0
week 12
38
38
week 13
38
week 14
Gewerkt
Arbeidstijd verschoven
Overuren
Loonbetaling op basis van
week 10
35
35
0
38
38
week 11
35
35
0
38
0
38
week 12
35
35
0
38
38
0
38
week 13
35
35
0
38
45
38
7
38
week 14
45
45
0
38
week 15
45
38
7
38
week 15
45
45
0
38
week 16
45
38
7
38
week 16
45
45
0
38
week 17
46
38
8
38
week 17
46
45
1
38
29
te vergoeden
1
te vergoeden
saldo overuren
saldo overuren
GRONDIG 4 2019
73
ondernemen met
cumela
BEDRIJVIG
De vraag aan de Ondernemerslijn Geldt er een minimum profieldiepte voor banden van agrarische voertuigen? Voor motorrijtuigen met beperkte snelheid en landbouwaanhangwagens, zowel kippers als werktuigen, is er geen minimum profieldiepte voorgeschreven. Alleen voor landbouwtrekkers is dit minimaal 1,6 millimeter. Voor alle voertuigen geldt wel dat de banden geen beschadigingen mogen vertonen waarbij het karkas zichtbaar is en de banden mogen geen uitstulpingen vertonen.”
Heeft u ook een vraag? Stel uw vraag aan de medewerkers van de CUMELA Ondernemerslijn via telefoonnummer (033) 247 49 99 of het e-mailadres ondernemerslijn@cumela.nl.
NIEUWE LEDEN De afgelopen periode zijn acht bedrijven ingeschreven als lid van CUMELA Nederland.
• Mertens Loon- en Aannemingsbedrijf • Frans van der Zanden BV • Bart Broeders Grondwerken • Fa. S. Danenberg & Zn. • VOF Loonbedrijf Kort • Boomrooierij Arkema • Huizinga Loon & Recycle BV • Laarakker Groenteverwerking BV
KAATSHEUVEL ASTEN AMERICA HEERHUGOWAARD DEDEMSVAART PIETERBUREN STITSWERD WELL (LB.)
10.000 wetten en regels Het aantal wetten en regels is in Nederland de afgelopen tien jaar fors toegenomen. Per 1 januari 2019 bedroeg het totaal aantal 9834. Dat zijn er ruim duizend meer dan in 2009. In principe dient elke Nederlander bekend te zijn met de inhoud van al deze wetten en regels. Wanneer u wordt bekeurd, kunt u zich niet beroepen op het feit dat u niet wist dat de desbetreffende wet bestond. Dat is logisch, maar ook lastig, want u heeft meer te doen dan het volgen van alle wet- en regelgeving. Het is dan ook een veelbesproken onderwerp tijdens bedrijfsbezoeken, waarbij een aantal aspecten vaak aan de orde komen. Ten eerste heeft de invoering van een wet of regeling een doel. Om dat doel te bereiken, is een grondige kennis van het onderwerp noodzakelijk. Omdat Nederland een drukbevolkt land is, vol mondige inwoners, zie je steeds vaker dat ook politieke aspecten een rol spelen bij het maken van nieuwe regelingen. Dat kan ten koste gaan van de doelmatigheid van een nieuwe wet en dat genereert dan weer economische en technische motieven om van de wet af te wijken. Ten tweede zijn wetteksten vaak ingewikkeld en voor een leek lastig te begrijpen. Ook zijn ze ondanks die ingewikkelde teksten soms ook nog op meer manieren uit te leggen. Wetten en regels worden door diverse instanties en op diverse plaatsen gemaakt, bijvoorbeeld op Europees, landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Als die wetten niet goed op elkaar worden afgestemd, kunnen ze elkaar tegenspreken. Dat veroorzaakt lastige situaties.
74
GRONDIG 3 2019
Het is daardoor soms moeilijk om voor bepaalde wetten een breed draagvlak te vinden. Dat kan tot spanning leiden met het uitgangspunt van CUMELA Nederland, namelijk dat wetten en regels er zijn om te worden gevolgd. Hier ligt een uitdaging voor de organisatie, die daar als volgt invulling aan geeft: • We sluiten zoveel mogelijk aan bij beleidsbepalers voor en tijdens het ontwikkelen van nieuwe wet- en regelgeving, zodat we onze kennis en visie kunnen inbrengen. • We publiceren over nieuwe regelingen. Dat doen we zoveel mogelijk in niet-juridische termen, zodat ook een niet-jurist kan begrijpen wat er wordt bedoeld. • We hebben een aantal middelen ontwikkeld waardoor met een minimale inspanning toch netjes kan worden voldaan aan de wetgeving. • We hebben hulpmiddelen om op bedrijfsniveau na te gaan of regelgeving op de juiste manier wordt geïmplementeerd, zoals de Mestscan en de P&O-scan. Wilt u meer weten over relevante wet- en regelgeving en nagaan of uw bedrijf op dat vlak op orde is, neem dan contact op met uw bedrijven adviseur of met de Ondernemerslijn via (033) 247 49 99 of ondernemerslijn@cumela.nl.
John Augustijn bedrijvenadviseur
GROOT AANBOD JONG GEBRUIKTE MACHINES EEN WEEK NA AANKOOP AL DIRECT TE GEBRUIKEN
KOPEN IS VEILIG JIJ BEPAALT DE PRIJS EUROPA’S NR. 1 ONLINE VEILINGHUIS “BERGMANN” (2017), 180 KW
VEILING: Materieel veiling Agrarische, groen-, grondverzet- en GWW (infra) sector KIJKDAG: geen kijkdag - video’s op onze website SLUITING: woensdag 15 mei
GA VOOR MEER INFORMATIE NAAR:
WWW.TROOSTWIJKAUCTIONS.COM
“FIAT-HITACHI”
VEILING: Tuinbouw-, bouw-, intern transport en grondverzetmaterieel KIJKDAG: zaterdag 11 mei in Waddinxveen SLUITING: donderdag 16 mei
“DEUTZ FAHR” (2016), MET PLANTDAK
VEILING: Bloembollenkwekerij Salm Flora B.V. KIJKDAG: 15 en 18 mei in Sint Maartensvlotbrug SLUITING: woensdag 22 mei
introductie op Reinigings Demo Dagen OPRIJ CLIXTAR - oprijhoek 12ยบ - oprijhoogte 52 cm - 3,7 ton laadvermogen
VELDHUIZEN heeft de OPRIJ CLIXTAR ontwikkeld als bestelauto met hoog laadvermogen. Om een lage laadvloer te realiseren, is het ontwerp gemaakt op een Mercedes Sprinter met een verlaagd chassis. Zo ontstaat een laadvloerhoogte van 80 cm en een oprijhoogte vanaf 52 cm. De trekker oplegger combinatie is ontwikkeld voor 7.000 kg totaal gewicht en mag gereden worden met rijbewijs B+E.
5+6 juni 2019 www.reinigingsdemodagen.nl
0 stand 3.2
Groenekan T. 0346 25 96 00 | Zwolle T. 0529 46 94 00 |
www.veldhuizen.nl
| info@veldhuizen.nl