9 minute read

Altijd een vakantiegevoel aan

ALTIJD EEN VAKANTIEGEVOEL

AAN DE WESTEINDERPLASSEN!

Advertisement

De Westeinderplassen: veel water, veel groen, veel eilandjes — honderden —, met daarboven fraaie Hollandse luchten. Kortom, een waterparadijs voor zeilers, surfers, fietsers, wandelaars en dagjesmensen. Het leven is goed rond de plassen van Aalsmeer en Kudelstaart, parels aan de Grote en Kleine Poel.

Wat een puik idee destijds, zo’n 1.100 jaar geleden, om de schop in het veen te zetten. Hoewel de daardoor ontstane, maar gaandeweg losgezongen Westeinderplassen in de loop der eeuwen steeds meer grond wegvraten, blijkt anno 2021 vanaf een praam de oevers en het water bekijken amusant tijdverdrijf. Als het maar droog blijft. Want vanaf de Noordzee schuift langzaam maar zeker de volgende grijze massa deze kant op.

Zo’n 200 jaar geleden kent het volk andere zorgen. De waterwolf, de bijnaam van het alsmaar uitdijende Haarlemmermeer, nadert — door zware stormen aangejaagd — de plassen en het dorp Aalsmeer. Een onmetelijk grote watervlakte dreigt te ontstaan tussen Leiden en Amsterdam. Besloten wordt het meer droog te leggen. Mannen, gewapend met slechts een schop — zo wil de overlevering —, graven een 60 kilometer lange ringvaart van maar liefst 3 meter diep en 20 meter breed, waarna nieuwe stoomgemalen het water uit het meer gaan pompen.

VRUCHTBAAR SLIB

Waarom worden de Westeinderplassen ook niet drooggelegd? Vanaf de 10e eeuw beginnen mensen hier met graven, later ook tot onder de waterlijn zodat eilandjes ontstaan. Uit het ondiepe meer is eenvoudig vruchtbaar dan wel brandbaar slib te baggeren, het zwarte goud van de plassen. Van het veen maken mensen turfbroodjes, een brandstof die zij verkopen aan Amsterdammers en Haarlemmers. In de loop der eeuwen gaan mensen met het slib op de veengronden kweken, onder meer laanbomen voor de kastelen, vruchtbomen en aardbeien. De laatste teelt is eind 19e eeuw zo belangrijk dat de Aalsmeerse vlag de kleuren van de aardbei krijgt: het zwart van de grond, het groen van het loof en het rood van de vruchten. Nog een eerbetoon: de Aardbeiensloot. Ondertussen komen sierbloemen steeds meer in zwang. Deze teelt verdringt uiteindelijk de aardbeien. Kwekers stappen over op de snijbloementeelt in verwarmde kassen op het vasteland, de eilanden van de Westeinderplassen verweesd achterlatend. Het blijkt een goede zet. De bloemenveiling van Aalsmeer groeit uit tot dé draaischijf van de mondiale bloemenhandel, inmiddels ook online.

KOLENHAVEN

Met de toename van de welvaart ontdekken steeds meer Nederlanders de pleziervaart en de zeilsport. Van deze populariteit profiteren de 1,5 meter diepe plassen en de eilanden bij Aalsmeer en Kudelstaart. Een bescheiden vorm van pleziervaart is de rondvaart over de Westeinderplassen. Uiteraard in een omgebouwde praam, het type platbodem dat de laatste overgebleven eilandkwekers nog steeds gebruiken om planten te vervoeren van en naar de kassen, zoals sneeuwballen, seringen en Ilex, hulst met rode besjes, die het goed doen rond de kerst.

De praam met gids vertrekt vanaf de kade van de Historische Tuin, hartje Aalsmeer. Een opvallend gemengd publiek, jong en oud, vult de twee boten. In de eerste sloot die we aandoen, vaart de praam langs een voormalige kleine kolenhaven waar de kwekers ooit hun brandstof ophaalden om de kassen mee te verwarmen. Hier lagen de ‘sloppenwijken’ van Aalsmeer, aldus de schipper, want niemand met een beetje geld wilde destijds dicht bij het water wonen. De armsten leefden aan de oevers in plaggenhutten, waar zij veel last hadden van muggen, ratten en stormen.

ZES NULLEN

“Wie nu een huis aan deze oevers wil kopen, heeft geluk als voor de zes nullen een één staat en niet een twee of een drie”, zo weet de schipper. Zijn boot glijdt langs een lommerrijk etablissement met terras dat onderdeel is van Jachthaven Dragt, gesticht in 1910 en daarmee de oudste van de Westeinderplassen. De haven is een initiatief van Amsterdamse ondernemers die mogelijkheden in en rond de plassen zien dankzij de opening van de treinverbinding met de hoofdstad. Veel rijke Amsterdammers hebben inmiddels tijd over om te recreëren, een nieuw fenomeen. Bij Dragt bouwen de ondernemers ook een pand waar eigenaren hun boot overdekt kunnen stallen. De jachthaven van nu is in grote lijnen dezelfde als die van 111 jaar geleden.

BOVENLANDEN

Na Dragt vaart de praam langs nog een paar jachthavens. Een van de opvarenden wil weten waarom de meeste kwekerijen op de bovenlanden, het lint van landtongetjes en honderden eilanden rond de Kleine Poel, verdwenen. In de jaren 70 stegen de gasprijzen flink, zodat vele kleine kwekers met hun kassen het financieel niet meer konden bolwerken, zo vertelt de schipper. Uitbreiden is geen optie vanwege de vele plassen en sloten. Dus bouwen kwekers een nieuw bestaan op door van hun bedrijven jachthavens te maken.

WONEN IN WESTEINDERHAGE

‘Om de hoek’ van de Westeinderplassen ontwikkelt Van Omme & De Groot de nieuwe woonwijk Wonen in Westeinderhage. Deze wijk wordt circa 270 woningen groot en door de diversiteit aan woningen een wijk voor iedere levensgenieter! Van jong tot oud en van single tot gezin. In Westeinderhage komen appartementen, beneden- en bovenwoningen, rijwoningen, twee-onder-een-kapwoningen en vrijstaande woningen, zowel koop als huur.

Status: In ontwikkeling Verwachte start verkoop fase I: 1e kwartaal 2022

SCHUILHUISJES

De bovenlanden vormen een fascinerend eilandenrijk van paradijsjes, waar eigenaren en pachters in hun schuilhuisjes van maximaal 3 bij 4 meter van de rust genieten. Permanente bewoning is niet toegestaan. De maat geldt ook voor tenten op de kampeerlandjes. Maar daarbij is niet gedacht aan de inventieve Hollander, die met een op rails uitschuifbare binnentent zijn leefoppervlakte verdubbelt. Het schip vaart langs een paar eilandjes die nog als kwekerij dienstdoen. Mede dankzij de Stichting De Bovenlanden Aalsmeer, die zich inspant voor een aantrekkelijke mix van afwisselende, unieke natuur- en cultuurlandschappen. Deze aanpak trekt inmiddels krakeenden, zilverreigers en roofvogels. De aangelegde rieteilanden, de rietzuddes, kunnen het water zuiveren. Hier schuilt de zeldzame Europese meerval. “Loerissen die ’s nachts jagen”, zo weet de schipper. ’s Nachts naaktzwemmen door mannen raadt hij af, of alleen op de rug. De meervallen eten vooral wormen, vandaar.

Tevens het vermelden waard hier aan de plas: de boulevard met strand in aanleg en het surfstrand Vrouwentroost, vernoemd naar de gelijknamige buurtschap, die ooit de plek was waar door Napoleon opgeroepen mannen afscheid namen van hun geliefden. Maar wie moest nu wie destijds troosten? Etablissement On The Rock biedt als troostrijk uitzicht de zeil- en surflessen voor kids op de Grote Poel. Tijd om via de ringvaart de thuishaven op te zoeken. Maar eerst varen we nog langs vier openbare eilanden waar je vrij mag aanleggen en 48 uur mag verblijven.

VROUWENTROOST

Het schip kiest koers naar de Grote Poel, met als belangrijkste blikvanger de 51 meter hoge watertoren in art-decostijl, een rijksmonument gebouwd in 1928 door dé watertorenarchitect van Nederland, Hendrik Sangster. Check de website voor de spaarzame openstellingen. Een kostbare manier om in de toren te komen: trouwen. Daar staat de torenbeheerder voor open. Direct achter de toren bevinden zich betonnen voormalige waterreservoirs, waarin het charmante Art Flower Museum bezoekers verwelkomt. De exposities van hedendaagse kunst hebben altijd bloemen, planten en natuur als thema. Dit najaar verwacht het museum een expositie met keramiek van Inge Bečka, bekend om haar SaggarStack, een tulpenstapel-vaas. Ook is er magisch realistisch beeld van bloemen te zien, gemaakt door Rob de Heer.

HISTORISCHE TUIN

De rondvaartboot glijdt vanuit de ringvaart de sloot in die het Praamplein en de kade van de Historische Tuin scheidt. Nog even bukken. “Want anders hebben we straks twee fotografen”, weet een van de opvarenden. “Of twee camera’s”, zo verwacht de reisleider. Iedereen lachen. Eenmaal op de kade eerst wat eten op het terras van Het Tuinhuis — “biologisch, streekgebonden en uit eigen tuin!” — en dan duiken we de Historische Tuin in. Daar kijk je na zo’n vaart anders tegenaan, dankzij de audiotoer. Je kunt ook een rondleiding boeken of op eigen houtje ervaren hoe de Aalsmeerse tuinbouw opbloeide vanaf 1700 tot aan 1960. Alle bomen, planten, heesters en bloemen die in deze streek ooit uit de grond schoten, staan op de tuin, een mekka voor de groenliefhebbers. Planten, bloemen, fruit en groenten kopen behoort tot de mogelijkheden, ook via een miniveiling. Op de tuin treft de bezoeker tevens doorgeschoten groenten aan als sla, voor het zaad. Met reden: de Historische Tuin werkt mee aan een project om oude groenten en fruitrassen te beschrijven en in stand te houden.

“PALING BOTST MET JUDO”

Tip van een kenner: een palinkje pakken bij Dirk en Anneke Eveleens in Burgerveen. Ook hier fraai uitzicht op de plas en de ringvaart. Bij binnenkomst valt het op de muur bevestigde krantenbericht “Paling botst met judo” op. Lang verhaal kort: in 1971 besluit Dirk Eveleens, een begenadigd judoka, getraind door Anton Geesink, te kiezen voor zijn palingrokerij. Van vervangers kon geen sprake zijn, want weinig mensen hadden (en hebben) verstand van de rooktechniek. Die luistert nauw. Dirks zoon baat inmiddels het eethuis met rokerij samen met Anneke uit. Zelden zo gastvrij ontvangen. Ondanks dat we onaangekondigd binnenstappen, mogen we niet alleen de rokerij bezichtigen, maar volgt ook een spoedcursus paling schoonmaken. Paling moet zwemmen, dus trekt Dirk een fles Elzasser pinot gris — wijntip van de Amsterdamse kok Julius Jaspers — open. De wijn combineert perfect met de diepe, haast fruitige, subtiele rooksmaak van de volvette paling. Met dank aan het roken boven oud eikenhout. Vakwerk.

RONDJE WESTEINDERPLASSEN

De vaartocht en de tuin blijken de moeite waard. Ook aanbevelenswaardig: een rondje Westeinderplassen, met de fiets of met de auto. Je kunt aanmeren bij vele horecagelegenheden met terras, zoals Joseph Aan de Poel, Oevers, Brasserie Nieuwe Meer en Brasserie De Haven, en natuurlijk bij de winkel met terras van palingrokers Dirk en Anneke Eveleens in Burgerveen. Bezoek tijdens het rondje ook de twee forten. Dat van Aalsmeer huisvest CRASH Luchtoorlog & Verzetsmuseum, gerund door vrijwilligers. Kudelstaart bezit het fraaie Fort Kudelstaart, dat wellicht van een familiejachthaven zal uitgroeien tot Nautisch Centrum Zeilfort. We verlaten de plassen en weten inmiddels dat het hier goed wonen is.

This article is from: