Boottest
Tekst: Frank Maes Foto’s: concertpix en Fontaine Pajot
Ver en comfortabel varen met een trawlercatamaran
Fountaine Pajot Summerland 40 Fountaine-Pajot, de Franse werf uit La Rochelle, is een buitenbeentje. Dit bedrijf, dat al meer dan 30 jaar bestaat, is één van de weinige die zich hebben gespecialiseerd in catamarans. Zowel zeil- als motorcats. Een uitnodiging om een cat-motorjacht te testen valt dan ook niet alle dagen in onze bus. De Summerland 40 is bovendien een zgn. ‘trawlercatamaran’ met uitstekende zeegaande eigenschappen. Tenminste: volgens de folder. Wij testten voor u op de Noordzee voor Nieuwpoort of dat ook in de werkelijkheid klopt.
Technische gegevens L.O.A.:
11,98 m
Breedte:
5,45 m
Diepgang:
1,07 m
Waterverplaatsing:
9800 kg
Actieradius:
1000 mijl aan 7,5 knopen
Inhoud brandstoftanks: 2 x 700 l Inhoud drinkwatertanks: ca. 600 l Motoren:
2 x Volvo 190 pk
Prijs testboot:
440.000 EUR incl. BTW
Dealer: www.passion.be tel 02/660.46.06
26 • mei 2010 • VAREN
VAREN • mei 2010 • 27
Boottest
H
et is ook voor ons een primeur, want met zo’n trawlercat hebben we nog nooit gevaren. Wat deze boot alvast gemeen heeft met àlle catamarans ter wereld, is zijn gulle breedte: bijna 5,5 meter voor een lengte van net geen 12 meter. Dat zorgt voor een onvergelijkbaar ruimtegevoel aan boord. De kuip is een balzaal, met een immense bank boven de spiegel, massa’s bergruimte in diverse kastjes en luiken én twee gangboorden van zo’n halve meter breed. Heel veilig dus. Dat moet ook wel, want de werf claimt dat deze boten ‘oceangoing’ zijn en dus zijn ze op zwaar weer voorzien. Bovendien zijn het ‘trawlers’: treilers, bedoeld om lange tochten mee te maken op open water.
De zeer ruime commandopost benedendeks.
Een kleine bijboot aan de davits.
Zuinig
Privacy voor de schipper, met een aparte badkamer.
28 • mei 2010 • VAREN
Die roeping uit zich in het concept: een catamaran als deze is geen glijder, maar een waterverplaatser. Al is ook dat begrip in dit geval relatief, want de ranke twee rompen verplaatsen heel weinig water. Nuttig gevolg: deze cats zijn zuinig met brandstof. Volgens de tabel van de werf zouden twee volle tanks - het zijn er inderdaad twee op deze boot - moeten volstaan voor een autonomie van 1000 mijl! Het verbruik is dan zo’n 5,3 liter per uur, en per motor. Er moet dan wel worden gevaren aan de zuinigste snelheid, en die bedraagt ongeveer 7,5 knopen. Het tempo van een treiler dus. Toch kunnen deze cats ook snel, als je ze de sporen geeft, dat zal straks blijken als we het open sop kiezen. 20 knopen, staat er in de tabel van de werf. Benieuwd of dat klopt. Al jagen de motoren er dan wel 40 liter per uur door. Per motor.
doet vreemd aan. Het immense zonnedek vooraan is vrij van obstakels, wat het ruimte-effect nog vergroot. Achteraan zien we de schroeven, en volgens het plan dat we hebben gekregen, zijn die opgehangen achter een stevige vin, die droogvallen mogelijk maakt. As en schroef zijn perfect beschermd. Net als de vrij kleine roeren.
Schroeven ver uit elkaar
Betrouwbare oplossingen
Twee motoren, die helemaal gescheiden van elkaar staan opgesteld. Dàt is het wat deze boot zo anders maakt dan ‘gewone’ motorboten. In elke vlotter zit namelijk een motor, compleet met eigen brandstoftank, aandrijving en randapparatuur. Ze staan dus ver uit elkaar, net als de twee schroeven, aangedreven door vaste assen. We zijn uiteraard heel benieuwd naar het manoeuvreergedrag van deze opstelling. Met twee schroeven, die bijna 5 meter uit elkaar staan, zal dat allicht ‘speciaal’ zijn. Of niet? Maar eerst kijken we even verder naar het concept. Een rondgang buiten leert ons dat de vorm van de twee rompen vooraan zo is uitgekiend dat er minder buiswater ontstaat: er zit onderaan een knik in de boeg die daar moet voor zorgen. De reclame in de folder beweert dat er zo zelfs nooit spray op de flybridge belandt. Afwachten!
Naar binnen dan voor een rondblik. In de salon worden we opnieuw overweldigd door de breedte: dit is een bijna vierkante ruimte, ingedeeld in twee compartimenten: één voor keuken en zithoek en één voor de stuurpositie. De keuken is aan stuurboord en is heel compleet, met een ijskast van 130 liter, een enkele afwasbak, een roestvrijstalen vierpits gasvuur en een vuilbakje met toegangsluikje in het werkblad. Verlichting met halogeenlampjes en verluchting via een patrijspoort boven het vuur. Klassiek maar degelijk. Dat zullen we trouwens overal op deze boot noteren: Fountaine Pajot kiest voor betrouwbare oplossingen, die hun nut al lang bewezen hebben. Hier dus geen kwetsbare zonneblinden op minuscule railtjes voor de luiken, maar een handig gordijntje dat je met drukknoppen kan vastmaken. Systemen die de eigenaar overleven, zeg maar.
Golven splijten
Grote kuis
Tussen de twee rompen zien we vooraan ook een soort middenkieltje, dat niet in het water hangt, maar er boven zweeft. Dat is bedoeld om grote golven in tweeën te splijten, zodat ze geen al te zware klap kunnen veroorzaken op de voor de rest vlakke onderkant van de cat. Er is inderdaad aan zwaar weer gedacht. Het vrijboord is ook hoog, maar instappen kan gemakkelijk achteraan, aan twee kanten via de cockpit. Een rondgang aan dek brengt ons naar de voorplecht, die voor een unieke cat-ervaring zorgt: geen punt hier vooraan, maar een rechte lijn. Dat
Aan bakboord is dan de uitnodigende salon, met een bank in een soort U-vorm, maar dan met stompe hoeken. Heel gemakkelijk om aan te schuiven aan de grote tafel, die met een mooi ingelegd logo verfraaid werd. De tafel kan van kortere poten worden voorzien, zodat ze samen met de banken een slaapplaats kan vormen. Overal in de keuken en de salon bulkt het van de bergruimte in talloze kastjes. Wie op deze boot plaats te kort komt voor zijn spullen, moet dringend grote kuis houden. Het licht stroomt in deze ruimte genereus naar binnen via lange ramen. Dat de
Ook de flybridge biedt bijzonder veel ruimte en een prachtig panorama.
patrijspoorten in die ramen zijn verwerkt, moeten we er dan maar bijnemen. Trouwe lezers van de testverslagen in Varen weten dat ik daar geen fan van ben, omdat ik mijn twijfels heb over de waterdichtheid van deze constructie op lange termijn.
Panoramisch zicht Een statie verder naar voren bevindt zich dan de stuurpositie. Die troont, als een altaar, in het midden van de boot, met de stuurmanszetel uitnodigend erachter. Rechts van de stuurman is een grote console, links een zitplaats met uitzicht op… de stuurman. Al heb je op deze boot natuurlijk bijna overal ook uitzicht op zee, want de grote voorruit loopt elegant door tot ver in de flanken. Is het dan nog wel een voorruit? Hoe dan ook, vanop de stuurpositie is er een prachtig zicht rondom. De enige dode hoek bevindt zich zo’n 100 à 120° naar achter, omdat er nu eenmaal een middenstijl moet zijn die de flybridge schraagt. De stuurstand is, naar hedendaagse normen, vrij sober gehouden. Op onze testboot dan toch: eenvoudige gps, dieptemeter annex log, marifoon, stuurautomaat en motorinstrumenten. Er is nog plaats zat voor een plotter. De besturing kan uiteraard ook overgenomen worden op de fly.
Privacy Nog een uniek voordeel van een cat als deze is de indeling van het slaapgedeelte: de eigenaar die dat niet wil, hoeft tijdens de nacht zijn vier gasten niet tegen het lijf te lopen. Zijn ‘master bedroom’ is namelijk volledig gescheiden, aan stuurboord. De ruime slaapkamer is dwars op de lengterichting ingebouwd, met stahoogte rondom en een bed dat langs alle kanten bereikbaar is, behalve het hoofdeinde. Veel bergruimte in kasten - met deurtjes, geen schuiven!- onder het bed en elders, en ook nog plaats voor een kaptafel. Uiteraard hoort hier een ruime badkamer bij, met douche en toilet. Van dit alles kan de
Het eigenaarshut is bijzonder fraai.
schipper gebruik maken in alle privacy, want de andere twee slaapkajuiten bevinden zich helemaal aan bakboord, in de vlotter aan die zijde.
Waterdichte compartimenten Ook die kamers bieden veel berg- en staruimte, al zijn ze beduidend smaller dan de eigenaarscabine. Opvallend: in elke kajuit is er zicht op zee, ook vanuit het bed. Zowel in de voorste bezoekerskajuit als in de master bedroom krijgen we, na het openen van een deurtje, een zicht op één van de belangrijke veiligheidstroeven van deze grote catamaran: de punten van de vlotters aan beide kanten zijn uitgevoerd als waterdicht afgesloten caissons. Bij een aanvaring waarbij een gat in de neus wordt geslagen, lopen deze compartimenten onder water, maar daar blijft het dan ook bij. De gasten delen één badkamer, maar die is even compleet als die van de schipper. Er is wel maar beperkte bergruimte en beide badkamers zijn vrij eenvoudig ingericht, in vergelijking met sommige andere 40-voeters. Maar ook dat kadert in de filosofie van de werf: geen ingewikkelde fantasietjes. Deze boot moet ver en probleemloos kunnen reizen.
“De kuip is een balzaal, met een immense bank boven de spiegel, massa’s bergruimte in diverse kastjes en luiken.” Feestfly Om aan die opdracht te kunnen voldoen, zijn er steeds volgens de folder -nog meer voorzieningen getroffen. We meldden al de grote actieradius, maar ook de stabiliteit is van belang bij lange zeereizen, en het motorgeluid moet binnen de perken blijven. Stuk voor stuk argumenten die we zo dadelijk aan de praktijk zullen toetsen. Varen maar! We klimmen via de brede trap naar de flybridge, omdat manoeuvreVAREN • mei 2010 • 29
Boottest pk-Volvo’s is indrukwekkend. In no-time koersen we aan een knoop of 7 de havengeul uit. Wat daarbij opvalt is de traagheid in de besturing: je moet met deze cat ruim op voorhand anticiperen of het loopt mis. Ik had ooit het genoegen een uurtje een Flandria van pakweg 50 meter op de Schelde te besturen, en het roergedrag van deze cat herinnert me aan die ervaring. Ik wou dat ik hier ook een bochtenaanwijzer had, net als op die grote rivierboot.
Rondtollen Het lijkt dus alsof je met een veel grotere boot onderweg bent, en dat is even wennen. Allicht heeft het te maken met de vrij kleine roeren en het onderwaterschip met zijn beperkte diepgang. Ik leg de boot even stil en probeer het manoeuvreren op de motoren, vanuit stilstand en zonder gebruik van de roeren. Dat werkt natuurlijk prima, met schroeven die zo ver uit mekaar staan. De ene motor in zijn vooruit en de andere in zijn achteruit en we draaien als een tol rond onze eigen as. Zonder het typische gedaver, dat daar bij gewone monohulls meestal komt bij kijken. We tuffen rustig de geul uit en zien in de verte dat het nogal spookt op onze Noordzee. Inmiddels is de wind tot 6 bft aangetrokken richting noordoost. Witte kopjes à volonté, we zullen de beloften van zeewaardigheid dus zeker kunnen testen.
Stabiel
Panoramisch zicht vanuit het salon.
Motorcatamarans - pro en contra Na deze eerste ervaring met een motorcat leek het ons nuttig de voor- en nadelen van dit boottype - en dan meer specifiek van deze Trawlerversie - op een rij te zetten. Hier gaan we: Voordelen: - Zeer ruim, want bijna eens zo breed dan een ‘gewone’ boot - Zuinig met brandstof, want weinig wrijving met het water - Grote actieradius - Weinig stampen en rollen in woelig water - Veel privacy voor eigenaar en gasten - Hoge veiligheid dankzij waterdichte schotten vooraan in de vlotters - Twee motoren met volledig gescheiden tanks en toevoeren: veilig - Droogvallen mogelijk dankzij vinnen voor de schroeven - Stil dankzij motoren ver van de woonruimten - Nauwkeurig manoeuvreren met de motoren, dankzij schroeven ver uit elkaar Nadelen: - Veel breder dan monohull, dus bij vingersteigers hoog liggeld - Traag reageren op stuurcorrecties bij lage snelheid - Omvangrijk en dus ingewikkeld om uit het water te halen - Moeilijk te transporteren over de weg (daarom zijn er ook zelden cats te zien op indoorbeurzen) - Veel windvang en ondiep onderwaterschip: daardoor veel drift - Geen glijder, dus geen zeer hoge topsnelheden mogelijk
30 • mei 2010 • VAREN
ren van daaruit altijd prettiger is. Die fly biedt - verbaast het u nog?- ook een zee aan ruimte, genoeg om een uitgebreide receptie te geven voor 15 vrienden. Achteraan de fly kan een zitbank worden omgevormd tot een luxueus ligbed, waarop de gastvrouw dan daarna van haar verdiende rust kan genieten.
Flandria Voor we losgooien, bestuderen we grondig de omgeving, want er staat een nijdig noordoostenwindje in Nieuwpoort, en we liggen aan lagerwal. We laten het liever aan de schipper over om deze gloednieuwe boot van de langssteiger weg te varen. Dat gaat echter prima, zonder al te veel motorgeweld en met een achterspring zwaait de stuurboordkant netjes van de steiger weg, tegen de wind in en wég zijn we. Ik neem het stuur over en krijg een eerste verrassing te verwerken. Een dotje gas en de boot schiét gewoon naar voren. Het optrekvermogen van de twee 190 Keuken is erg compleet.
Buiten de koppen gaan de elektronische gashendels van Volvo een eind vooruit, terwijl ik een koers schuin op de golven kies. De meest gunstige dus. We halen al gauw 16 knopen en het vaargedrag is opvallend rustig. De boot steigert natuurlijk wel als er een golf van een meter onderdoor passeert, maar er vallen geen harde klappen te noteren. Ook de rolbewegingen zijn veel gemoedelijker dan op een gewone motorboot. Van deze vrij rustige koers profiteer ik dan maar om het gas helemaal open te draaien. Het log klimt gezwind naar 25 knopen! De stabiliteit verbetert nog en we snijden heel comfortabel door de woelige zee. Van zodra ik de snelheid terug minder en dwars op de golven ga varen, neemt het wiebelen uiteraard toe: de breedte van de cat speelt hier wat in zijn nadeel.
Geen spray? Dan de meeste ruige koers: tegen de wind in. Nog altijd geen klappen of stoten, al moet ik de snelheid wel wat minderen om het comfortabel te houden. De ruitenwissers hebben hun werk, want massa’s spray spuiten tot boven de flybride, wat in tegenspraak is met de reclame in de folder. Die claimt dat de fly altijd droog blijft. Nuja, die reclamejongens varen wellicht ook niet tegen deze snelheid door zulke steile Noordzeeputten. In ieder geval mag worden gesteld dat het stabieler varen is dan met een monohull van gelijke lengte, en dat is voor lange tochten een niet te onderschatten voordeel. Ook het motorgeluid blijft zeer aanvaardbaar, zodat ook dat niet voor vermoeidheid kan zorgen. Deze boot is inderdaad geschikt om er langere tochten op volle zee - of oceaan - mee te maken. In dat laatste geval zou ik wel extra perspex beveiliging voorzien voor de grote ramen. Je mag er niet aan denken dat een zware, zijdelingse breker er één kapotbeukt…
Geen kurkentrekker Met de golven schuin achteropkomend varen we terug de haven aan. Ook de typische, misselijkmakende kurkentrekkerbeweging waar de meeste motorboten op zo’n koers aan lijden, blijft hier grotendeels achterwege. Het aanmeren blijkt een klus, die bij deze zijwind best met geduld en veel aandacht wordt aangepakt, want de hoge opbouw en het beperkte onderwatergedeelte zorgen natuurlijk voor sterk verlijeren. Maar het adagio ‘no speed, do damage’ indachtig krijgen we de boot met korte gasstootjes mooi terug op zijn plaats. Een ervaring rijker, die vooral heeft geleerd dat een motorcat als deze synoniem is voor ‘veel plaats’ en ‘stabiel varen’. En dat zullen veel schippers met een familie maar al te graag horen. z
MINDER CO2 MET EEN GLIMLACH! Booteigenaren, de pers en bootbouwers zijn allemaal vol lof over de prestaties, de eenvoudige bediening en het uitzonderlijk hoge comfort aan boord. En wat het echt uniek maakt, is dat Volvo Penta IPS hier allemaal voor zorgt terwijl gelijktijdig de CO2 emissie met 30% wordt gereduceerd in vergelijking met traditionele inboards met schroefas.
VOLVO PENTA IPS WEDEROM EEN VOORBEELD VAN DE VOLVO PENTA GREEN COMMITMENT