BÉNÉTEAU FIRST 40
Sportieve traditie Bénéteau heeft met zijn First-gamma een reputatie te verdedigen. Bij regatta's zijn deze race-uitvoeringen van de Franse werf al jaren geduchte tegenstrevers en van een nieuw model wordt dus verwacht dat het nog sneller of toch minstens even snel gaat. Dat geldt dus ook voor de 40-voets First die we vandaag in Marseille testen. Tegelijkertijd lonkt Bénéteau met de grotere modellen uit de First-reeks ook naar de sportievere toerzeiler die zich, met familie of vrienden aan boord, eens wil uitleven. Het is dan ook geen gemakkelijke opdracht om een boot te ontwerpen en te bouwen die aan al die vereisten kan voldoen.
Dat merk je al bij de eerste aanblik: er springen zowel sportieve elementen in het oog als toerkarakteristieken. Vrij veel ramen in de kajuit voor de gezelligheid en nog comfortabele, met teak beklede banken in de kuip, maar evengoed een immens stuurwiel achteraan. Het is zo groot - 1,60 m doormeter! - dat een diepe uitsparing in de kuipvloer is gemaakt om het een plaats te geven. Die kuip zal alvast in de smaak vallen van de racefanaten, want er is niet alleen het enorme stuurwiel met zijn dubbele spaken, op de kuipvloer bevindt zich een uit de kluiten gewassen overloop voor de grootschoot en de banken in de kuip zijn maar "halve" zitjes, zodat het achterste deel ervan helemaal vrij en vlak blijft voor de actieve bemanning. Echt racen doe je uiteraard niet alleen, en daarom staan de lieren voor de fok zowat een meter voor het stuurwiel, dicht bij de lieren voor het grootzeil. In totaal is deze kuip zes lieren rijk.
Racegerief Een toegeving aan de raceroeping is alvast dat er geen kuiptafel voorzien is voor deze 40-voeter, zelfs niet in optie. Tussen de langsgeplaatste banken zijn er wel stevige voetsteunen voorzien. Achteraan, waar de banken ophouden, zijn die er niet en dat is zonde, wat ook daar kan wat extra steun goed van pas komen voor wie op de kuiprand zit als de boot veel helling maakt. Nog racegerief: de motorgashendel van Spinlock, die kan verwijderd worden; linefeeders voor de aluminium lieren; rodrigging; beslag voor de spinnaker; een doorlopende Grand Prix "regatta"-mast (optie) van Sparcraft met drie paar zalings, een hol voorstag in kunststof en een hydraulische achterstagspanner van Navtec. Toegevingen aan de veiligheid en het comfort zijn dan weer: ruime plaats voor een reddingsvlot onder de kuipvloer en banken met veel bergruimte (en dus mogelijk gewicht) eronder en de uitklapbare zwemtrap achteraan. Een zwemplatform is er dan weer niet, tenzij je het smalle strookje polyester aan de spiegel zo zou willen noemen… Toch overheerst in de kuip het regattagevoel: de kuipvloer achteraan is compleet vlak en de opstelling van de bedieningselementen is op racen gericht. Dat geldt ook voor een deel van de instrumenten die in de schuine zijwanden van de kuip zitten verwerkt. Niet echt handig om af te lezen. Er staat natuurlijk nog een extra grote, duidelijk afleesbare set aan de mast, zoals het op een raceboot hoort. Bij het naar binnen gaan merken we nog een toegeving aan de raceambities: het door Bénéteau gepatenteerde schuifluik dat in een houder op het kajuitdak verdwijnt, is hier niet gebruikt. Het weegt zwaarder dan gewone insteekluikjes en gewicht is nu eenmaal vijand nummer één op een boot die snel moet gaan. Dat blijkt ook binnen in de kajuit: de salontafel in het midden kan naar beneden gelaten worden om het zwaartepunt te verlagen. Géén tafel is natuurlijk nog beter, maar welke racende vader krijgt vrouw en kroost nog mee op zo'n Spartaans verblijf zonder eettafel?
Sober en licht Die familie van de door snelheid bezeten huisvader zal zich overigens prima thuis voelen op deze boot, want alles wat je op een toerboot vindt, is hier ook, zij het soms in wat beperktere vorm. Het interieur is sober en licht, ondanks de drie vrij kleine patrijspoorten in de zijkanten. Die worden bijgestaan door een groot luik met zonneblinden. Voor de betimmering is een zeer lichtgetinte fineersoort gebruikt, wat een strak en modern effect oplevert. Geen fantasietjes, alles rechttoe rechtaan in de inmiddels klassieke opstelling: banken in de lengterichting, keukentje in L-vorm aan bakboord, kaartentafel met zitje aan stuurboord. Ook dat zitje kan trouwens naar beneden worden geklapt om het zwaartepunt te verlagen. Eigenlijk mogen we van kaartentafels, in het meervoud, gewagen, want het betreft ook hier een L-vormig meubel met ook nog een genereuze werkruimte aan de wandzijde. Beide werkvlakken klappen omhoog en bieden daaronder plaats voor kaarten en schrijfgerief. Boven de kaartentafel bevinden zich de plotter en het elektrapaneel. Dat laatste met multifunctionele elektronische en dus plaatsbesparende uitlezing zoals tegenwoordig gebruikelijk. De keuken aan bakboord is sober, maar compleet: tweepitsvuur met oventje, één afwasbak met een schuif eronder, een ingebouwd vuilnisbakje en een koelkist. Geen keuken om gastronomische zesgangenmaaltijden te voorschijn te toveren, maar voldoende om voor een
gezin - of de racemakkers - iets eenvoudigs klaar te stomen. Eenvoudig, dat is meteen ook het ordewoord geweest voor de ontwerpers van dit interieur: sobere zitbanken bekleed met een stof die goed tegen nat kan; een eenvoudige tafel op een stevige houten sokkel; strakke kastjes aan de wanden. Strak is modern, maar het oogt ook gauw een beetje cheap. En het is natuurlijk ook wel goedkoper om een recht stuk betimmering te maken dan één met een ingewikkelde gebogen vorm.
Infusieromp Dit is geen boot met een luxueus, warm aandoend interieur, maar dat zal de doelgroep worst wezen. Het liefst hebben diehard-racers immers een lege cocon met hangmatten. Dat er hier al banken en een tafel staan, is voor hen een vloek. Gelukkig zitten er onder die banken watertanks, die voor meer ballast onderaan kunnen zorgen. Hier dus ook geen fraai "ingepakte" mast, maar een doorlopend exemplaar in zijn blote vorm, met de verstaging en spanners duidelijk zichtbaar. Geen veren of stangen aan de kastdeurtjes in de zijwanden, maar lichte koordjes. Geen dikke laag isolatie voor het ruim van de Yanmar-motor met zijn 40 paardjes, maar een vrij dunne gewafelde bekleding. We mogen dus ook geen spectaculair stille metingen verwachten, straks als we de decibelmeter bovenhalen. Als we de platen van de kajuitvloer opheffen - wat niet zonder moeite gaat, want ze klemmen muurvast tegen mekaar in deze vroege-productieboot - krijgen we de romp te zien, die via het infusiesysteem is geproduceerd. Dat is uitzonderlijk, want de meeste werven gebruiken deze ingewikkelde spuittechniek alleen voor de dekken en onderdelen als kuipdeksels e.d. Het is een vrij dure techniek die toelaat de onderdelen minder zwaar te maken, en dus is er op deze raceboot voor gekozen ook de romp via infusie te maken. De structurele stijfheid van de romp komt van een ingelamineerde tegenmal. Het geheel vormt uiteindelijk een stevige sandwich van glasvezel, balsahout en polyester. De kiel is met rvs bouten aan een eveneens inox plaat vastgezet. Die kiel is op onze testboot een extra diep exemplaar van 2,45 m, maar standaard wordt er een ondiepere versie van 1,95 m gemonteerd.
Handgrepen gevraagd De constructie van de bouten en de plaat krijgen we te zien als de hele tafelvoet openscharniert. Ook de zijkanten van de tafel scharnieren, maar dan omhoog, zodat er een groter blad ontstaat waaraan het gemakkelijk zitten is om te eten. Een beetje onlogisch op een boot als deze, met race-ambities, is het ontbreken van handgrepen aan de zoldering. Er is wel één lange, rvs handgreep over de volle lengte van de zijwand van de salon, maar bij zwaar weer is dat behelpen. Wel toe te juichen is het feit dat, om gewicht te besparen, er hier niet is gekozen voor de "raam-in-raam" oplossing die je tegenwoordig overal aantreft. In de zijramen zit dan nog een apart openklappend raampje, en ik heb altijd mijn bedenkingen bij de waterdichtheid op lange termijn van zo'n fantasietjes. Maar hier zijn het dus gewone patrijspoorten die hun betrouwbaarheid over de jaren bewezen hebben. Hier en daar zijn er wat details die beter kunnen, en die allicht in de latere productie zullen worden aangepast: zo komen de stroomkabels voor de navigatielichten en de antennes onderaan uit de mast, en ze lopen dan bloot
door naar een gat in de tafelvoet. Niet echt elegant. Ook onderdeks is de bekabeling soms wat slordig. En over de klemmende vloerplaten hadden we het al. Kinderziektes. Ook is hier en daar wat onzorgvuldig omgesprongen met de siliconenpomp bij het aanspuiten van wanden en zoldering. Al zijn zo'n details voor regattazeilers van totaal ondergeschikt belang: als het maar vooruit gaat. Dat er drie slaapkamers op deze boot zijn - twee achteraan, één vooraan - zal hen wél een doorn in het oog zijn. De achterste twee zijn weliswaar sober ingericht, met ieder een dubbel bed van 2 bij 1,5 m, een hangkast en een handschoenkastje. Licht en lucht komen hier van een patrijspoort in de kuipwand en er is ook nog een raampje in de romp,dat echter niet open kan.
Aanschuiven De bevestigingsbouten en -moeren van het beslag in de kuip zijn duidelijk zichtbaar in de achterste slaapkamers, wat nog maar eens het race-accent versterkt. Geen onnodig gewicht voor paneeltjes of ombouw, een eenvoudig plastic afdekkapje moet volstaan. Ook geen overtollige bekleding aan wanden en plafond, maar fineer en gelcoat. Sober en gemaakt om te slapen, niet om knus een boekje te lezen. Daar heeft Bénéteau een andere reeks boten voor. Sober is ook de enige badkamer aan boord, vooraan aan stuurboord, tussen de salon en de voorste slaapkamer. Die badkamer bedient dus drie slaapkamers met - indien de kamers volzet zijn - zes opvarenden. Dat kan al wel eens aanschuiven worden. Ze is compleet, met een kleine lavabo, twee kastjes met spiegeldeurtjes, een vuilnisbakje, een toilet en een douche. Voor verluchting zorgt een luik met blinden. Achter de spiegeldeur van de verticale kast zit geen bergruimte verborgen, wél de vuilwatertank. De slaapkamer vooraan is wat minder Spartaans dan de kooien achteraan: dit is duidelijk de "master bedroom", met een bed van 2,05 op 1,60 m, leeslampjes, een spiegel op het schot vooraan, twee dekluiken met blinden, twee vaste raampjes in de wanden en een grote hangkast. Tussen die hangkast en het bed is nog een zitbankje; al bij al een comfortabele slaapkamer. Maar nu tijd om te varen! De zee ligt er vrij woelig bij, want er staat nog een zwel van de dag ervoor en er blaast een windje van zo'n 4 Beaufort. We varen op motor buiten en maken van die gelegenheid gebruik om de geluidniveaus te meten. Die zijn, zoals te verwachten was, niet spectaculair stil, maar toch ook niet oorverdovend: bij 1.000 toeren meten we 71, 60 en 68 decibel, respectievelijk in de salon, de voor- en de achterslaapkamer. Bij 2.000 omwentelingen worden die cijfers 80, 66 en 77 en bij 3.000 tpm lezen we 83, 70 en 81 af. Bij kruissnelheid op motor is het in de slaapkamers dus nog best rustig te noemen.
Italiaanse crew Eens buiten de haveningang gaat de bemanning dadelijk in de weer om alles klaar te maken om te spinnakeren. Het team bestaat vandaag uit Italiaanse journalisten die alleen over racerij schrijven, in tegenstelling tot uw dienaar die zowel race-, toer- als motorboten test. Ze hebben dus veel meer ervaring in het regattazeilen en ik kijk dan ook met plezier toe. Eerst even een koers varen scherp aan de wind terwijl ik aan het roer sta. We halen bij vol zeil - met een gewone fok, geen genua - al snel 7,3 knopen op het log bij een ware wind van ca. 14 knopen. De schipper van Bénéteau die mee is, wijst er echter op dat het
log nog niet geijkt is. Het kan dus ook wat meer zijn… De wind is nogal vlagerig en in die vlagen loeft de boot scherp op, maar dat is snel te herstellen door de grootschoot even te vieren. We kiezen een ruimere koers en de spinnaker gaat erop. Ik geef het roer in handen van één van de Italianen, want ik wil zien wat dit ervaren team, dat goed op mekaar is ingespeeld, uit de boot kan halen. De wind waait nog altijd een vrij rustige 13 à 14 knopen en mijn Italiaanse vrienden hebben inmiddels de symmetrische spi opgetuigd. Het log geeft zo'n 9 knopen aan, soms net erover. Dit is genieten, we halen het onderste uit de kan. De boot stuurt ook onder deze zeilvoering uiterst soepel, dankzij het immens stuurwiel, en de besturing met kabels is precies. Dit is dan ook waar deze boot voor bedoeld is: met een gedreven bemanning van snelheidsfreaks er tegenaan gaan. Dan blijkt ook dadelijk dat alles in de kuip op de juiste plaats staat, en dat de juiste materialen zijn gekozen. Daarbij moet wel worden vermeld dat onze testboot is uitgerust met het "regatta pack" dat een hoop sportieve opties omvat. Ik mag terug sturen en de achterstagspanner bedienen, mijn "crew" doet de rest. Maar ook zonder racebemanning, gewoon met vrouw en kinderen, valt uit deze 40-voeter veel plezier te puren, dat blijkt uit de koers die we daarna nemen, op halve wind en zonder spi. De boot ligt goed in de hand en voelt altijd veilig aan. En dat zijn voor familiaal zeilen belangrijke kwaliteiten. Bij het binnenvaren loop ik nog even rond aan dek en noteer de brede gangboorden zonder hinderlijke obstakels, 10 lieren in totaal, 6 kikkers, een aparte gasbun in de kuip aan bakboord en diepe bakskisten. Kortom: dit is een zeer compleet uitgeruste boot, die omwille van het gewicht en zijn race-ambities bewust sober is gehouden, maar die toch nog genoeg comfort en veiligheid biedt om ook de familie van die rappe jongens nog veel plezier op het water te garanderen. Het zal ook een geduchte tegenstander zijn in regatta's en daarmee zal deze First 40 de sportieve traditie van het Franse merk beslist in ere weten te houden. Tekst: Frank Maes Foto's: Concertpix
Technische gegevens -
LOA: 12,58 m Breedte: 3,89 m Diepgang: 1,95 / 2,45 m Ballast: 3.342 / 2.998 kg Waterverplaatsing: 7.900 kg Water: 200 l Brandstof: 130 l Motor: 40 pk Zeiloppervlak: 98 m² Spi: 128 m² CE-cat.: A
Info : Ship Shop, Watersportlaan 7, 8620 Nieuwpoort, tel. 058/23.50.32, e-mail info@shipshop.be , www.shipshop.be , www.beneteau.fr .
Verschenen in Varen juni 2009