BÉNÉTEAU OMBRINE 900
Een snelle Française Met een snuifje klassieke look wist Bénéteau de liefhebbers van een charmante snelle motorkruiser recht in het hart te treffen. Het moet dezer dagen niet gemakkelijk zijn om de platgetreden paden van het motorbootontwerp te mijden en met een frisse kop, en tegelijk oog voor de geldende trends, nog iets heel nieuws op het water te brengen. Wij stapten kritisch aan boord, wentelden ons in het aangeboden comfort om ruimte, snelheid, geluid en zeegedrag na te meten.
Watersport is misschien een mannenzaak, maar toch is het mevrouw Annette Roux die het geweldige Bénéteau-bedrijf runt. Een dame die haar mannetje kan staan. Al sinds 1982 maakte ze van Bénéteau veruit de grootste werf van plezierboten ter wereld. Dit jaar denkt ze met haar meer dan 900 werknemers zo' n 2.500 boten af te leveren. Tegen de zomer 2001 hoopt ze haar productie nog met 50 % op te voeren, door een fabriek bij te bouwen in de Vendée (Belleville-sur-Vie). En er zijn nu al vijf werven in Frankrijk en één in de VS. Het gamma bestaat uit 18 types zeilboten en 17 motorboten. Daarvan zeven modellen Antarès-dag/visboten, vijf Flyer-sportboten en vier open vedettes Ombrine. Wij voeren twee dagen kriskras in de baai van Palma met de nieuwste en de grootste Ombrine, de 900. Van boeg tot zwemtrap 9,40 m lang.
Doelgroep
Al is de intieme kajuit bedoeld om aan een jong gezin of aan twee bevriende paren sportieve geborgenheid te geven voor koken, eten en slapen, toch blijft watersport vrijelijk buitenleven. Zeker in het warme zuiden. De Ombrine is prima geschikt om te vissen, heeft daarom een grote open kuip. Wie met een flauw zonnetje moet toekomen, zal een optionele kap moeten aanslaan. Ook door de snelheid van deze halfglijder wordt op een jong koperspubliek gemikt. Een boot voor die categorie dertigers die we in een stagnerende watersportpopulatie hier te lande zo nodig hebben.
Buitenkant Er gaat iets markants, iets persoonlijk uit van dit bootje, vergeef ons het verkleinwoord. Want er zit alles aan wat we nodig hebben. Het is zo Frans als Marianne zelf, met zwierige heupen, zelfs als het stil aan de steiger ligt. Al heet onze versie dan nog "Nantucket" met een hoog agressief vrijboord, en die witdonkerblauwe romp die klassiek aandoet. Je ziet amper de twee Z-drives, half verscholen als ze zijn onder het teakbelegd zwemplatform met aan sb de kantelbare zwemtrap en aan bb het opendraaiend deurtje. Zodat we comfortabel op het achterdek stappen. Een reusachtige open teakhouten kuip (2,75 x 1,80 m) waar we kunnen zitten op een opklapbaar bankje tegen de spiegel. In de vloer, tevens motorluik, zijn houders voor de poot van een ovalen tafeltje. Het vloerluik is groot en zwaar, maar met de gasveer gaat het gemakkelijk omhoog. Hieronder zitten twee Volvo Penta-diesels van 170 pk elk. Het gangboord is wat smal met zijn 27 cm breedte, maar er loopt een rvs reling rondom, ook een handgreep op het kajuitdak. Zo kom je op het voordek waar een elektrische ankerlier zit, verticaal type (1.000 W, goed voor 8 mm ketting). Je hebt de keuze om het anker vooraan aan dek te voeren of weggemoffeld in de ankerbun. Stevenbeslag is in aluminium. Om vast te maken zijn voor en achter twee klampen, maar ook midscheeps. De opbouw is mooi laag, met aan elke zijde vier rampjes en bovenin twee vluchtluiken. Hier is ruimte om de optionele kussens te leggen voor de zonnebaders. De eigenlijke stuurhut (of zeggen we beter, de open stuurstand?) is omgeven met windschermen in gehard en getint glas. We hebben op onze testboot ook een blauwe kap, onmisbaar in onze contreien. Er wordt ons verteld dat er voor later ook een harde overdekking gepland wordt. De stuurman vindt aan sb de nodige instrumenten voor motorbewaking of navigatie, en een klein stuurwiel, type automobiel met drie spaken. Hij zit in een in de hoogte verstelbaar en draaibaar mahonie zeteltje. Aan bb is er nog zo eentje dat je kunt omkieperen. Zo krijg je een bank waarop je ofwel languit kunt liggen of met meerderen zitten. Mooi wordt het helemaal als je de boot met hoog opgerichte steven op zijn schuimzog ziet voorbijglijden.
Binnen
Drie stapjes en we staan in de salon. Verrassend ruim is nog te weinig gezegd. Van boord tot boord 2,80 m breed en helemaal 4,50 m lang. Daar moet wel aan sb de douche/toiletruimte af, maar het open keukentje aan bb is geïntegreerd in de ruimte. Die is helemaal ingenomen door een ovale tafel (1,30 x 0,84 m) met zetels rond. Gemakkelijk plaats voor zes om te eten, te borrelen of te zitten kletsen. Alles is hier met rondingen afgewerkt, nergens een rechte hoek. De blauw-wit gestreepte bekleding is scheeps, verzorgd houtwerk, gezellig, veel raampjes en die gaan allemaal open voor verse lucht. Als we de tafelpoten verwisselen voor kortere op zetelhoogte, houden we een ruim bed over. Veel mahoniehout rondom, we vinden dat toch wat donker. Maar de gustibus. Aan alle kanten bieden kleine kastjes opbergruimte, ook onder de banken kunnen we veel kwijt. We tellen een stuk of zeven halogeenspots. Voor ons, groot uit de kluiten gewassen als we zijn, is de stahoogte - toch nog 1,77 m - wat krap. Het rijk der vrouw (of van de scheepskok), het keukentje dus, bestaat uit een halfcardanisch tweepits Eno-gasvuur met oven (jawel, halfcardanisch en dit op een motorboot!). Verder een spoeltafel en een 12V koelkast van Coolmatic waarboven het 0,70 x 0,70 m werkblad. In één der onderkastjes werd het bakje voor keukenafval niet vergeten. Koud of warm water onder druk is beschikbaar uit de mengkraan. Al moet je die wel plat leggen om het achterliggend kastje open te krijgen. Al is het werkblad klein, het lijkt ons toch bruikbaar.
Technisch De Ombrine 900 wordt naar keuze aangedreven door een Z-drive van Volvo Penta KAD 32 of MerCruiser. Van 2 x 125 tot 2 x 150 kW. Wij hebben een Volvo. Al weegt de Ombrine 3.800 kg leeg, hij geeft met zwier meer dan 30 knopen speed af. Verbruik hebben we niet kunnen nameten. Met een kruiphoogte van 2,40 m en slechts 50 cm diepgang, kunnen wij op bijna alle wateren evolueren. Naar CE-categorie is de Ombrine goedgekeurd tot B8/C10. Zijn tanks zijn in roestvast staal, 420 l voor drinkwater, 160 l voor dieselolie, we hebben geen vuilwatertank.
Varen Over de Balearen waait het matig 3 tot 4 Beaufort (10 tot 12 knopen) in de baai van Palma als we losgooien van de steigers. Hier mag maar max. 8 knopen gevaren worden, dus zijn we uiterst voorzichtig met de beide gashendels. Maar we meten wel al het gebrom van de motoren met de decibelmeter bij dit lage toerental. Buiten de pieren drukken we hard topspeed vooruit om verder te meten. Als de snelheid opgedreven wordt tot 22 knopen, gaan we in plané. Pas dan komt de Ombrine tot leven, ze stijgt en gaat dan weer horizontaler liggen. Stil is anders, maar het blijft toch binnen de perken. Er staan golfjes van hooguit 0,5 m en we glijden daar vrij rustig door. Tot we vaststellen dat we vergeten hebben het anker te zekeren in het boegbeslag en dit gevaarlijk begint te wippen. We bergen het dan maar in de ankerkluis en laten de boot over de trekgolven van andere snellopers springen. Hij legt zich prachtig, neemt de bochten haarscherp zoals wij het willen. En we trekken de
snelheid op tot 32 knopen. Geen druppel spatwater krijgen we aan dek of op de voorruit. We schoren ons voor een noodstop uit kruissnelheid. Dat is hier 22 knopen. De boot valt, krijgt waterweerstand in plaats van luchtweerstand. De hekgolf loopt ons in en bespoelt het achterschip. Na drie à vier scheepslengten liggen we stil. Het ging zo snel dat we vergeten de stoptijd op te meten. We noteren wel de acceleratietijd. Om van 0 tot 22 knopen te maken drukken we 16 15/100 sec af. Leuk en behoorlijk. Als gewoonlijk meten we de draaicirkeldoormeters: over bb 1,5 scheepslengte, over sb iets meer. Maar met één motor vooruit en de andere achteruit spinnen we om de eigen as. Door de ver naar achteren staande schroeven van een Z-drive is ook het achteruitvaren gemakkelijk en nauwkeurig. Bij het aanleggen vereist het wel kennis om te weten hoe ver we van de kaaimuur moeten blijven om de schroeven niet te beschadigen. Hoeveel dieselolie de Volvo per uur uit de tank zuigt, konden we niet nameten. Wie jong is en wat wil, zal zeer gelukkig zijn met deze Ombrine 900. Niet voor zestigplussers, tenzij voor die uitzonderingen die als wij nooit volwassen zijn geraakt. Hij vaart voortreffelijk, droog en betrouwbaar. Al is hij vooreerst getekend voor het zuiden, ook in ons kouwe kikkerland kan hij goed ontvangen worden. Twee visbunnen met waterafvoer onder de kuipvloer maken hem ook voor de sportvisser begeerlijk. Die zullen er uiterst snel mee op hun visgrond zijn. En in de haven geeft hij totaalcomfort. Dat Bénéteau duizenden boten bouwt per jaar, is aan deze te zien. Aan de honderden doordachte details. Maar die moet u zelf ontdekken. Oh ja, nog dat verdomde prijskaartje: inclusief BTW kost de Ombrine 900 vanaf 3,5 miljoen BEF; met ruim een half miljoen opties hebben wij hem helemaal naar onze zin. Tekst en foto' s: Lieve en Joris Danckaers
Technische gegevens LOA: 9,40 m LWL: 7,46 m Breedte: 3,20 m Waterverplaatsing: 3,8 ton Diepgang: 0,50 m Kruiphoogte: 2,40 m
Geluids- en snelheidstabel toerental
geluid (dBA)
snelheid
(tpm)
salon
cockpit
(knopen)
1.000
62
69
5,1
1.500
74
78
7,7
2.000
79
83
9,2
4.000
85
88
32
Importeur Ship Shop, Watersportlaan 7, 8620 Nieuwpoort, tel. 058/23.50.32, fax 058/23.93.98.