BAVARIA 33 SPORT
Ruimtewonder van 33 voet De Duitse werf Bavaria is een unicum in de botenbusiness. Per jaar verlaten zo'n 3.300 boten de fabriek in Beieren. Ruwweg 2.500 daarvan zijn zeiljachten, de andere 800 zijn motorboten. Ook dat laatste is opmerkelijk: Bavaria bouwt al boten sinds 1979, maar is pas eind vorige eeuw begonnen met het maken van motorjachten. Dat ze in die korte tijdspanne een niet te onderschatten speler zijn geworden op deze heel competitieve markt, is zonder meer een prestatie. DĂŠ slagkracht van het merk zit 'm vooral in de prijs-kwaliteitverhouding. Bavaria levert namelijk veel boot voor relatief weinig geld. Een huzarenstukje, want op sommige bootonderdelen kan nu eenmaal niet worden bespaard. We zijn dus telkens benieuwd als er een nieuw model motorboot van het Beierse merk te testen valt. En zo rijden we naar het Nederlandse Port ZĂŠlande, waar de nieuwste 33-voeter op ons wacht, met hooggespannen verwachtingen.
We testen vandaag de 33S, waarbij de "S" staat voor "Sport". Die bestaat ook in een HT "hardtop"-uitvoering met groot schuifdak, maar onze testboot is dus de volledig open versie. Zoals dikwijls bij testboten is ook deze 33 Sport al verkocht, en de klant vaart er al een paar weken mee. Schoentjes uit dus, als we aan boord gaan. Zo zou ik het zelf ook willen op mijn boot - als hij spiksplinternieuw was, tenminste. Wat dadelijk opvalt als we via het brede zwemplatform
instappen, is de ronduit immense cockpit. Het lijkt wel of meer dan de helft van deze boot uit "kuip" bestaat, al zal straks blijken dat we ons hier danig in vergissen. Er is de grote U-vormige salon aan bakboord, met daarachter nog eens een ruimbemeten zonnebed, en ervoor nog een ruime zitbank naast de bestuurderszetel. Het zonnebed kan worden omgetoverd in nog eens een zitbank als de leuning wordt opgeklapt. Mocht ik een weddenschap aangaan dat ik hier meer dan 10 man kwijt kan, dan zou ik die op mijn sokken winnen. Aan stuurboord is dan nog plaats voor de tegenwoordig gebruikelijke buitenkitchenette, compleet met ijskast, elektrische grill en wastafel. Alle apparaten zijn in hoogwaardig rvs, en het geheel is afgedekt met een werkblad met springveer. Wel opletten: de ijskast en de grill zijn opties. Voor dit keukenblokje bevindt zich het heilige der heiligen op een motorboot: de stuurstand. Het dashboard is heel compleet, met grote toerentellers, temperatuur- en drukmeters, tot zelfs de aanduiding van de staartlift toe. Deze 33S is namelijk uitgerust met Z-drives van Volvo.
Zeer compleet Op dat dashboard behoort alles wat we zien tot de standaarduitvoering, behalve de plotter: een RC435i van Raymarine. Het instrumentenpaneel oogt sportief, dankzij achtergrondmateriaal dat je ook in snelle bolides op de weg vindt. Rechts is de bediening van de trimtabs - het bekende QL-systeem van Volvo Penta - de bediening van de staartstukken zit in de gashendels en links vinden we de drukknoppen voor de boegschroef en het elektrapaneel. Daarop staan onder andere de schakelaars voor alle buitenlichten, de ankerlier, de ruitenwissers, het elektrisch bediend deksel van het motorcompartiment en de sunroof. Die we hier dus niet hebben. Maar voor de rest is het allemaal zeer compleet. We vervolledigen onze rondgang in de cockpit, terwijl onze gastheer van importeur Jansma de kap eraf haalt. Het is mooi weer en voor de foto-opnamen van de varende boot straks is het mooier zonder kap: de vloeiende lijn van de boot komt pas tot uiting als de blauwe afdekzeilen verwijderd zijn. Dan komt de radarboog, die zoals dat de laatste jaren gebruikelijk is, naar voren is gericht, beter tot zijn recht. Alleen het bovenste deel, dat als bimini dient, laten we erop want de zon schijnt ongenadig hier aan het Grevelingenmeer, vlak bij de Noordzee.
Rationalisatie Na een rondgang buiten, in en rond de cockpit, valt al op hoeveel er op deze boot "standaard" wordt aangeboden: boegschroef, elektrische ankerlier, walstroomaansluiting, teak op het zwemplatform, boiler, windscherm in rvs, in hoogte verstelbaar stuurwiel in carbon-design, schuifdeur naar de kajuit in gerookt glas, halogeenverlichting in de cockpit, douche met warm en koud water op het zwemplatform, middenkikkers, ‌ Dit is typisch Bavaria: de optielijst wordt betrekkelijk kort gehouden, zodat iedere boot zoveel mogelijk identiek kan worden gebouwd, zonder dat de productielijn wordt opgehouden om opties te voorzien. "Rationalisatie" is namelijk het codewoord bij de werf: de boten liggen er bovendien zij aan zij in de grote productiehallen, niet kop aan kont, zoals op de meeste andere werven. WÊl belangrijk is de modulariteit: diverse onderdelen kunnen voor verschillende modellen van boten dienen. De aanpassingen gebeuren door oordeelkundig gebruik van de siliconenspuit. Daar zullen we
straks, binnen, een paar staaltjes van zien. Maar voor we naar binnen gaan, werpen we nog even een blik in het motorruim. Dat is op dit nieuwe model heel compact gehouden, zodat er meer woonruimte is vrijgekomen. Dat betekent, volgens de importeur, meteen dat de grootste Volvo Penta die er in de lengte in past een 5-cilinder is. In onze testversie zitten twee D3-190 diesel-exemplaren, goed voor 182 pk ieder. Als het luik zich elektrisch opent, zien we de twee krachtbronnen zitten, samen met de inox brandstoftank die voorzien is van elektrische afsluiters. De batterijbank omvat maar liefst 4 kleppers van ieder 140 Ah en ook het automatisch brandblussysteem ontbreekt niet. De apparatuur die in het motorruim huist, is van de hoogste kwaliteit, de afwerking is wat minder: hier en daar nog blote randen polyester, soms wat rommelig aandoende bevestiging van slangen en kabels… het zijn schoonheidsfoutjes die niets met de werking van de boot te maken hebben. Maar die natuurlijk des te meer met de gunstige prijs-kwaliteitverhouding van doen hebben. Bij Bavaria wordt geen geld uitgegeven aan het opsmukken van delen van de boot die de eigenaar maar heel zelden te zien krijgt, en zijn gasten al helemaal niet. Om aan zulke competitieve prijzen te geraken, moet er ergens op bespaard worden, maar de werf zal dat nooit bewust doen op elementen die met veiligheid of betrouwbaarheid te maken hebben. Wel op cosmetische details, zoals we in dit motorruim zien. Qua gebruikte materialen moet deze boot echter niet onderdoen voor eender welke andere: duoprops, grondig afgeschermde elektronica van Bosch, dubbele stroomonderbrekers, rvs brandstoftank, oliewaterscheidingsfilters per motor… voor al die essentiële onderdelen is duidelijk niet op een euro gekeken.
Warme tinten We gaan nu een kijkje nemen in de kajuit via de fraaie, 90° gebogen inkomdeur. Die buiging zorgt ervoor dat in de salon ook van bovenuit veel licht invalt. Het interieur oogt nog scheeps, en daarmee bedoelen we: het is niet té strak, en de warme hout- en vernistinten die we van de Bavaria-zeiljachten gewoon zijn, vinden we hier terug. Ik vind meestal dat de vernislaag bij Bavaria iets té hard glanst terwijl het toch net geen hoogglans is, maar dat is een kwestie van smaak en in ieder geval heel gemakkelijk voor het onderhoud. De L-vormige keuken aan stuurboord is supercompleet, met als eerste opvallende onderdeel: een tweepitsvuur dat zowel op elektriciteit als op alcohol kan werken. Heel handig als er geen walstroom is. Die heb je natuurlijk wél nodig als je de microgolfoven wilt gebruiken, die schuin boven het vuur in de wand is ingebouwd. Daaronder zit de ijskast, met vriesvak. Dat maakt de overige inhoud niet echt overbemeten, maar er is ook nog de tweede ijskast buiten uiteraard. En die heeft ook een vriesvak. Links, in het korte been van de L, zit de enkele spoelbak. Het deurtje in de keukenkast herbergt een afvalemmer met automatische opening. Handig gezien van de Bavaria-ontwerpers: de kastjes in de wand lopen door onder het gangboord, waardoor ze zeer diep en dus extra ruim zijn. Naast die twee kastjes bevindt zich het tweede elektrapaneel, met de zekeringen en de bediening voor de airco (een optie), licht en geluid en de inverter. Daglicht in de keuken komt van een patrijspoort boven het kookvuur én een halfrond luik boven het hoofd van de kok(kin). In totaal zijn er daarmee maar liefst vijf natuurlijke lichtbronnen in deze salon-annex-keuken: twee patrijspoorten en drie luiken! Aan bakboord in de salon bevindt zich een U-vormige zitcombinatie, en het is een "U" met een kort en een lang been. De tafel in het midden van de "U" is met een fraaie Bavaria-windroos versierd en staat vast op een dito voet. Er kan dus
geen extra slaapplaats worden gecreëerd in deze salon. Tenzij er één - geen al te grote - gast op het lange eind van de bank zou willen maffen. Bergruimte is hier in overvloed: onder de banken, onder de vloer, in kastjes onder het keukenblad… Ook boven de tafel stroomt daglicht binnen door twee halfronde luiken, die net als dat boven de keuken, voorzien zijn van zonneblinden. Er kan ook een hor worden ingezet. De zoldering is gedeeltelijk bekleed met kunststof en de overige delen zijn "naakte" gelcoat, wat een beetje koel aandoet, maar er is licht in overvloed en dat maakt deze salon toch best gezellig. De houten wanden zijn aan het dak aangewerkt met een strip siliconenpasta. Veel werven doen dat zo, maar bij Bavaria is de speling soms wat groter en de strip dus wat breder. Het zijn schoonheidsfoutjes die aan de totale kwaliteit niets afdoen. En die kwaliteit blijkt ook uit de handige oplossingen die Bavaria altijd weer weet te vinden: zo is het dashboard van binnenuit bereikbaar via een snel te verwijderen polyester plaatje in het salondak. Of de opstapjes in de slaapkamers: die zijn afgewerkt met een aluminium stootlat. Op zulke details, die ervoor zorgen dat de boot er na jaren nog fris en ongeschonden uitziet, wordt bij de Beierse werf niet bespaard.
Uitgekiende balans Vooraan in de punt is de grote slaapkamer, en het bed dat zich daar bevindt, is voor een boot van deze afmetingen heel ruim. Het neemt dan ook de hele breedte van de voorkajuit in beslag, al is er aan de wanden nog plaats gevonden voor "hangende" kastjes die aan de zoldering zijn bevestigd. Aan het voeteneind is er ook nog een flinke hang- en legkast voor kledij. Het opstapje daar naartoe is ook van een aluminium stootstrip voorzien, zodat de fraaie houten vloer lang intact kan blijven. Onder het bed is er de gebruikelijke schuif met nog meer bergruimte. Licht komt in deze "master bedroom" van ingebouwde halogeenspotjes, patrijspoorten en een groot rond luik in het dak. Aan de wand tegenover het bed hangt de tegenwoordig obligate flatscreen-tv. Die kan, naar keuze van de eigenaar, ook in de salon worden gemonteerd. Onder het bed zit de tank met de watervoorraad, voor de balans zo ver mogelijk van de motoren weg. Onder de matras vinden we voor één keer eens geen lattenbodem, maar wel een geventileerde plank. Omdat er maar één badkamer is in deze 33-voeter, heeft deze slaapkamer geen andere deuren dan de inkomdeur. De badkamer bevindt zich naar achteren toe, naast de keuken. Hier overheerst clean wit, en een grote spiegel aan de zijwand zorgt voor het ruimtelijk effect. De hoeklavabo zit in een werkblad van Corian - of een gelijkaardig materiaal - en in het muurkastje zit de 220 V-contactdoos veilig weggestopt voor spatwater. De douche is namelijk van het "uittrekbare type": de slang komt uit het lavabomeubel en tijdens het douchen krijgt dus de hele badkamer een beurt. Deze boot is voorzien van een opvangtank voor zwart water, en via afsluiters kan worden gekozen of er in die tank of rechtstreeks naar buiten wordt geloosd. Vreemd is dat de deur naar binnen opengaat (om het drupwater na het douchen binnen te houden), maar dat vergemakkelijkt het instappen hoegenaamd niet en bovendien stoot de deur tegen het lavabomeubel. Een plastic stootkussentje behoedt het voor krassen. Deze badkamer is trouwens de enige plaats op de boot waar de siliconen-wizard wat heeft geknoeid: in één van de hoeken aan de zoldering is de afwerking nogal slordig. Het is wel één van de lichtste badkamers die we ooit hebben gezien: de halve zoldering wordt ingenomen door een immens luik, waardoor het zonlicht gul binnenstroomt. Heerlijk.
Tweede slaapkamer Maar de grootste verrassing moet nog komen: het ruimtewonder. Dat is de enige term waarmee we de tweede slaapkamer kunnen beschrijven. Die bevindt zich onder de cockpitvloer en herbergt niet alleen twee flinke eenpersoonsbedden, maar ook nog een ruime zitbank en een massa kast- en aflegruimte. Als je dit ziet is het bijna niet te geloven dat je je op een 33-voets-jacht bevindt! Boven de zitbank aan bakboord zijn dan nog eens hangende kastjes voorzien. Mocht ik koper van deze boot zijn, dan zou ik zeker twijfelen of ik deze slaapkamer niet tot "master bedroom" zou bevorderen. Stahoogte is er tot aan de bank, en om in de bedden te geraken moet je natuurlijk bukken, maar dan lig je ook heel knus. Zeker als je weet dat van de twee aparte bedden één groot kan worden gemaakt. De zitbank is ook nog lang genoeg om er op te liggen lezen, en dat zal allicht veel worden gedaan. Onder de bedden is er een zee aan bergruimte, op onze testboot wordt een deel daarvan ingenomen door de airco-installatie. Ook hier weer meer dan licht genoeg dankzij de patrijspoort en een halfrond luik. Wat me voor het eerst opvalt bij het naar buitengaan, is de rubber montagedichting rond de deur: om de speling in de productie op te vangen, is voor deze oplossing gekozen. Die dichting valt me nu pas op omdat de rubberstrook in exact de zelfde kleur is als de houten bekleding. Handig gevonden.
Horizontaal op het water Genoeg rondgestruind, tijd om te varen. Met de boegschroef en de twee Z-drives is uit de ligplaats manoeuvreren een koud kunstje. We koersen aan lage snelheid de haven uit, vlakbij is gelukkig één van de weinige snelvaartstroken die het Grevelingenmeer rijk (of arm) is. Bij het traag varen blijkt dadelijk hoe stabiel deze boot zijn koers aanhoudt, allicht mede dankzij de prima gewichtsverdeling zowel voor-achter als links-rechts. Ook een meevaller: bij 12 knopen - zowat de maximumsnelheid op kanalen - ligt de boot nog perfect horizontaal op het water. Dat komt omdat de hele constructie in verhouding tot het gewicht van de motoren, vrij zwaar is. De boot hangt dus niet met zijn kont naar beneden. Daaruit volgt natuurlijk ook dat het zicht vooruit perfect blijft. Wie dus met deze 33-voeter rustig op de kanalen wil rondtuffen, zit op rozen. Maar hoe gaat het als we er de zweep opleggen? De gashendels gaan vooruit en we versnellen tot kruissnelheid. Ik ben vergeten te trimmen en daarom duurt het nogal lang voor de boot in plané gaat: zo'n 15 seconden. Mét correcte trim breng ik dat terug naar amper 10 seconden. Mooi zo. Bij gas terugnemen merk ik dat de boot nog altijd planeert bij 22 km/u of 1.800 toeren per minuut. Een tweede test leert dat we al in plané gaan vanaf ca. 19 km/u. Spijtig genoeg is dit voor de motoren nu net een heel lawaaierig regime: onze decibelmeter in de cockpit wijst 90 dB aan! Dus liever iéts harder of iets trager, dan is het weer rustiger aan boord. In zijn vrijloop meten we 62 dB in de voorkajuit, 65 in de salon en 66 in de achterste slaapkamer. Wie het nog rustiger wil, kan ook op één motor varen. Het feit dat de twee motoren vrij dicht bij mekaar staan opgesteld, heeft namelijk een zeer aangenaam gevolg: op één motor varen gaat bijna zonder stuurcorrecties, dankzij de concentratie van het grootste gewicht in het midden van de romp. We gaan nog even volgas - er komt wat spierkracht aan te pas, want de gashendels zijn mechanisch, met kabels - en klokken als topsnelheid af op 35 knopen. Bij zulke hoge toerentallen is deze Bavaria niet echt discreet te noemen: in de
achterkajuit meten we bij 3.500 tpm 86 dB en in de salon zelfs iets meer: 90 dB. De isolatie kan duidelijk nog beter. Het bochtenwerk gaat vlot, en de boot voelt nooit onbetrouwbaar aan. Hij blijft voorspelbaar, ook als we de eigen hekgolf bij volle snelheid kruisen.
Kostenbewust Bij het binnenvaren lopen we nog even buiten rond. Het gangboord is breed en veilig, de elektrische ankerlier is onderdeks opgesteld, zodat niets het immense zonnedek op de punt verstoort. Tijdens het aanmeren maken we de balans op. Deze nieuwe telg van de grote Bavaria-clan is niets meer of minder dan een ruimtewonder. Die ruime achterste slaapkamer is wat mij betreft de opvallendste van de vele troeven die deze boot biedt. Als andere sommen we even op: het perfect stabiele gedrag ook bij rustige vaart, de goed uitgekiende voor-achterbalans, waardoor hij heel lang mooi horizontaal blijft varen, de talloze ramen en luiken die de boot heel licht en gezellig maken, de vrij uitgebreide basisuitrusting en de gebruikte materialen, en natuurlijk: de prijs-kwaliteitverhouding. Waarmee meteen ook de enkele minpuntjes verklaard zijn, want die hebben stuk voor stuk te maken met de kostenbewuste manier van produceren: in plaats van tijdrovend aanpassen van panelen en onderdelen, wordt al eens vaker naar de siliconenspuit gegrepen of een quasi onzichtbaar deel van de binnenromp onbewerkt gelaten. En misschien kan de isolatie van het motorruim nog wat genereuzer, maar de algemene conclusie luidt: dit is een echte Bavaria, enorm veel boot en vaargenot voor je geld. Tekst: Frank Maes Foto's: Concertpix
Technische gegevens -
L.O.A.: 10,40 m Breedte: 3,45 m Diepgang: 0,90 m Doorvaarthoogte: 3,05 m Gewicht: 5.800 kg Motor: 2 x Volvo Penta D3-190 Brandstoftank: 520 l Drinkwatertank: 120 l Prijs: 170.732 EUR incl. btw
Info: Jansma Jacht BV, Zwolsmanweg 24-28, NL-8606 KC Sneek, tel. 0031/515433390, fax 00-31/515433009, www.jansmajacht.nl , www.bavariayachtbau.com . Verschenen in Varen september 2008