BENETEAU ANTARES 11
Klassiek, ruime en comfortabel Bénéteau heeft een reputatie die in deze crisistijden kan meetellen: ze levert veel boot voor relatief weinig geld. Op persvoorstellingen van de Franse werf komt dus altijd veel en internationaal volk af. We zijn dus niet alleen als we in Marseille bij de plaatselijke jachtclub aankomen. Journalisten uit alle hoeken van de wereld willen weten hoe het merk de recessie pareert. De Antarès 11 die wij vandaag testen is slechts één van de vele nieuwe modellen die het merk door deze moeilijke tijden moet loodsen. We zijn dus extra benieuwd.
Het is maar guur weer in Zuid-Frankrijk, en er staat een stevige wind over de Middellandse Zee, die er dus hobbelig bij ligt. Gisteren, toen we met de fotoboot rondtoerden om van alle testboten opnamen te maken, was het nog veel rustiger. Da’s meteen de reden waarom u op de foto’s hierbij niet de ruwe omstandigheden van de test ziet. Hoe dan ook, deze omstandigheden zijn ideaal om te testen, want het is een weertje waarbij de gemiddelde toervaarder al twee keer nadenkt alvorens zee te kiezen. Een boot van 11 m moet tegen een stootje kunnen, dus wij zien er geen graten in. De boot ziét er ook best zeewaardig uit als we ‘m aan de kade ontdekken, al zijn de raampartijen allicht wat te groot om grote overslaande brekers te trotseren. Maar zo gortig wordt het vandaag zeker niet.
Scheeps
De lijn is klassiek voor een boot met een flybridge, en daarmee is de filosofie van Bénéteau meteen samengevat: geen extravaganza in het ontwerp, geen fiorituren die ophef maken, maar vasthouden aan vaste waarden. Zoals een romp met diepe V en gewelfde achterkant, een relatief kleine kuip om veel ruimte binnenin te creëren, een groot zonnedek vooraan. Met haar Antarès-reeks loopt Bénéteau bewust niet mee met modegrillen zoals garages voor de dinghy, grote ramen in de romp en een superstrak designinterieur. Bénéteau is en blijft immers met de “B” van Boot. Scheeps dus, met donker getinte betimmering, een klassieke indeling, vaste assen, … Kortom: vertrouwd gerief. Er is ook aan alle soorten gebruikers gedacht. Dat blijkt al meteen als we in de kuip stappen, en aan iedere kant een houder voor hengelstokken zien. Op een trendy Sunseeker of een flashy Sessa kunnen we ons dit niet meteen voorstellen. Verder is de kuip vrij sober en compact gehouden, met een enkel L-vormig zitbankje aan bakboord achteraan en een polyester deurtje naar het zwemplatform. Er is nog wel plaats om heerlijke relax-vouwstoelen te zetten voor wie zou verkiezen hier te zitten in plaats van op de flybridge-troon. In de kuipvloer is een groot luik dat toegang verleent tot de kunststof dieseltanks. In die grote onderdekse ruimte is ook nog plaats voor airco of een generator, of beide. De doorgang naar de salon gebeurt via een immense schuifdeur over de hele breedte van de boot, in zwart gelakt aluminium. Uiteraard voorzien van veilige stoppers in open toestand. Binnen ziet het er sober, maar compleet uit. Het oogt er ook groot, dankzij de immense ramen en de witte gelcoat die is gecombineerd met beige zitkussens. Licht en luchtig. Het overdadige wit van de naakte gelcoat en de witte wandpanelen doet bij een eerste indruk wel wat kaal en koel aan. Maar dit is dan ook een testboot, een eigenaar zal dit interieur allicht opfleuren met kleurrijke kussens en accessoires.
Rondreizende kubussen Aan stuurboord bevindt zich de stuurpositie met daarachter een grote, L-vormige bank. Daar hoort een rechthoekige rechttoe rechtaan tafel bij, op twee poten. Aan de vrije kant van de tafel kunnen nog twee aparte, kubusvormig zitjes worden bijgeschoven, die nu nog op hun gebruikelijke plaats aan bakboord staan, waar ze samen een zitbankje vormen. Goed gezien. Alleen mag het niet te wild worden op het water, of deze kubusjes beginnen aan een solotrip door de salon. Het is goed zitten aan de grote tafel, behalve aan de kopse kant achter de stuurzetel. Daar hangt het uitklappend deel van de tafel flink in de weg en er is geen enkele manier om het te bevestigen. Bij nader inzien blijkt dat onze tafel gewoon verkeerd is gemonteerd: het opklappend stuk moet eigenlijk aan de kant zitten waar geen bank is. Allicht heeft een journalist die gisteren op de boot is geweest, het tafelblad eraf gehad en verkeerd teruggeplaatst. In de overtuiging dat wij dat niet zouden merken. Dat dacht hij maar, de snoodaard! Opvallend: er zijn nergens handgrepen te bespeuren in de salon.
De zitbank aan de stuurpositie is in de diepte verstelbaar, en de zit is gedeeltelijk opklapbaar, zodat de stuurman altijd een correcte positie aan het dashboard kan vinden. Die boordplank zelf is heel sober, maar voorzien van alle gebruikelijke metertjes, die netjes symmetrisch in een aluminium console huizen. Onze testboot is tevens voorzien van een Raymarine kaartplotter een optie. Rechts ervan de elektronische gashendels, de joystick van de boegschroef en het bedieningspaneeltje van het Volvo EVC-systeem
(Electronic Vessel Control). Dat is een tripcomputer, die o.a. de motorgegevens kan doorgeven aan een kaartplotter, en waarmee je elektronisch kunt schakelen en gas geven. Het systeem heeft bovendien veiligheidsfuncties die de motor beschermen en het onderhoud vergemakkelijken. Het zijraam boven al die paneeltjes schuift volledig open, zodat de stuurman en zijn bijzitter frisse lucht kunnen happen.
Boeing-Boeing Recht tegenover de stuurstand, aan bakboord, bevindt zich de L-vormige keuken. In het donkergrijs kunststof werkblad zijn een dubbelpits gasvuur, een enkele spoelbak en een opening voor een vuilnisbakje ingewerkt. Onder het blad zit een ijskast met een inhoud van 80 l, die uiteraard zowel op 220 als op 12 V werkt. Onder het kookvuur is er ook een ruime oven. De hoek tussen het werkvlak en de opstaande wand wordt ingenomen door een ingenieus ontworpen, maar kwetsbaar uitziend klapluikje dat toegang beidt tot een diepe bergruimte. De keuken is afgeschermd van de zitbank erachter door middel van een glazen spatpaneel. Boven de zitbank hangt de inmiddels obligate flatscreentv. Zoals reeds gemeld bestaat deze zitbank eigenlijk uit twee kubusvormige zitjes, die ook als bijschuifstoelen voor de eettafel dienst doen. Vooraan in het midden is de doorgang naar het onderdekse: het trapje af en je komt op een soort mini-overloop terecht, met aan bakboord de toegang tot de badkamer, vooraan de slaapkamer voor de eigenaar en aan stuurboord de gastenkamer. Het overloopje leent zich prima tot Boeing-Boeing-toestanden met slaande deuren, maar het is ook heel plaatsbesparend. De ene badkamer die twee slaapkamers moet bedienen, is alweer sober, maar compleet: spiegel, wasbak, douche boven het toilet, patrijspoort, bergruimte, … alles is er, al is het afwerkingsniveau in vergelijking met veel boten van tegenwoordig wel echt heel sober. Maar als je een lage instapprijs wil aanhouden, dan moet er natuurlijk érgens bespaard worden, en Bénéteau zal zeker nooit op zeewaardigheid of nautische uitrusting besparen. Een badkamer behoort daarentegen wel tot de kandidaten voor de “bespaarlijst”. Basic maar functioneel, dat is nog de beste omschrijving.
Sober Hetzelfde geldt voor de gastenkajuit aan stuurboord, die onder het dashboard doorloopt. Die is ook heel sober, maar ze biedt wel een bed van 1,55 m breed, een hangkast voor kledij en twee patrijspoorten voor de nodige verluchting. Stahoogte is er alleen aan de ingang. De eigenaarskamer helemaal in de punt is uiteraard groter en luxueuzer, al is het bed hier 5 cm smaller dan dat van de gasten. Maar nog altijd breed genoeg, als je goed overeenkomt. Ook hier twee patrijspoorten, nog aangevuld met een dekluik, dat meteen voorzien is van een muggenhor. Onder het bed de gebruikelijke schuiven met veel bergplaats. Aan stuurboord een hangkast en aan bakboord een kleiner legkastje, dat bovenaan een luikje heeft dat een kapspiegel wordt als je het openklapt. Dat is dan meteen de enige extra luxe die deze slaapkamer te bieden heeft. Buiten het zachte bed, uiteraard. En de gezellige leeslampjes. Genoeg binnengezeten. We gaan het in hogere regionen zoeken, op de flybridge.
De troon van de trotse eigenaar-schipper, met aan stuurboord een tweede stuurpositie en aan bakboord een uitgebreide zit-ligplaats rond een tafel geschurkt. Het zicht van hierboven is zoals gewoonlijk prima, ideaal om te manoeuvreren in havens of sluizen als je heel de boot wil kunnen overschouwen. Achteraan de fly bevindt zich de polyester radarboog, waarop buiten de radarantenne natuurlijk ook VHF-sprieten en eventuele satellietantennes passen. Ik gruw altijd een beetje bij het zien van een radarantenne op ooghoogte zoals hier, want tenslotte zendt dit onschuldig ogend koekendoosje gepulste straling uit van een paar kilowatt en met een zeer hoge frequentie, gelijk aan die van een microgolfoven. Ik kan het dus niet vaak genoeg herhalen: sta niet te lang in de bundel van zo’n antenne. Radar aan? Beneden sturen.
Verhuis Langs de steile ladder zakken we terug af naar het niveau lager want we willen nog even de motoren bezien voor we gaan varen. Die zitten onder de salon, dus dat wordt verhuizen. De lijst van weg te nemen elementen om in het motorruim te geraken, is lang: tafelblad, tafelpoten, losse stoeltjes, tapijt, luik… Niet iets dat je vaak wil doen in een noodgeval op ruwe zee. Goed preventief onderhoud is dus van groot belang. In het ruim huizen de twee Volvo Penta D4’s van 260 pk ieder. We zien ook waterscheidingsfilters voor de dieselbrandstof, twee automatische brandblussers, een dieseltank in kunststof maar met rvs vulopening, en de vaste assen. Die drijven ieder een vierbladsschroef aan die in een halve tunnel is opgehangen. Betrouwbare systemen, die hun waarde al lang hebben bewezen en die Bénéteau dus graag toepast. Eens zien hoe dat in de vaart zijn waarde bewijst. We manoeuvreren de haven van Marseille uit en kiezen het ruime sop, dat er grijs en nogal hobbelig bij ligt. Golfhoogte ca. 50 cm, wind zo’n 4 Beaufort en duidelijk regen op komst. We sturen dus voor alle zekerheid maar binnen. Daar doen we meteen onze gebruikelijke geluidsmetingen: bij 1.000 toeren geeft onze decibelmeter in de salon 69 dB aan, met de deur naar de kuip gesloten. We lopen 6 knopen. Bij 2.000 tpm wordt dat respectievelijk 77 dB en 10,3 knopen, bij 3.000 tpm resp. 85 dB en 22,8 knopen, en bij vol regime - zo’n 3.400 tpm - meten we 87,5 dB en halen we 26 knopen. Geen supersportieve prestaties, maar wel vrij stil en de boot vaart rustig.
Ruime bocht Ik neem zelf het stuur in handen en we beginnen aan het ruwere werk. Gashendels tot tegen de aanslag en idem dito voor het stuur, naar stuurboord. De boot helt opmerkelijk weinig bij deze snel genomen bocht, en ook de drift blijft redelijk. Toch is de bocht ruim te noemen, scherp draaien zit er bij topsnelheid niet in. We hebben ruwweg geschat 4 bootlengtes nodig om een compleet rondje te draaien Bij het uitkijken of er geen obstakels in de weg zijn, valt me op dat er een belangrijke dode hoek schuin achteraan is. Even vaart minderen dus, en tot stilliggen komen om eens grondig rond te speuren. Alles OK. Dan vol gas en de versnelling voelen: ook hier geen sportieve hoogvliegerij, de boot trekt vrij langzaam op. Maar op een koers schuin tegen de golven in toont hij zijn sterke kant: tegen 20 knopen snijden we nog zeer rustig door de nijdige mediterrane golven en de romp slaat nooit hard op het wateroppervlak. De hydraulische besturing is ook op veiligheid ingesteld: er zijn veel
stuuromwentelingen nodig om resultaat te bereiken, wild en onbezonnen manoeuvreren is dus niet zomaar mogelijk. Als we toch een zigzagkoers uitproberen, blijft de stabiliteit van het rompontwerp zich bewijzen. De boot is dan ook vrij breed in vergelijking met zijn lengte, en veel rollen is er niet bij, ook niet als we trager gaan varen. “Comfortabel” en “veilig”, dat zijn duidelijk de ordewoorden die de ontwerpers van Bénéteau gekregen hebben. “Sportief” en “snedig” stonden lager op de lijst, of misschien helemaal niet. Dit is dan ook een toerboot voor families met kinderen, die met een goede kruissnelheid toch ook wel eens een langere tocht willen ondernemen. Als ze daarbij door wat zwaarder weer worden verrast, mogen ze gerust zijn: deze Antarès 11 brengt hen heelhuids naar de thuishaven.
Veel plaats Genoeg rondgerausd, er pakken zich zware regenwolken samen boven zee. Havenwaarts dus. Het manoeuvreren in de haven gaat bij deze boot met zijn grote stuuroverbrenging nog beter als je de twee gashendels gebruikt om draaimoment te creëren. Samen met de boegschroef kan je er dan “Bénéteau” mee in het water schrijven. Zonder de accenten weliswaar. Aan de wal komen nog een paar fotografen aan boord om beelden van het interieur te schieten, zodat we op een bepaald moment met zijn zevenen op de boot zitten. Toch lopen we mekaar ook dan nog niet in de weg, wat veelbetekenend is voor de ruimte die deze 37-voeter biedt. Bénéteau mikt met haar nieuwe telg dan ook op een eerder traditioneel ingesteld familiepubliek, en daarom liggen de accenten op ruimte, comfort en leefbaarheid, en niet zozeer op sportieve prestaties of blitse snufjes. Een no-nonsense boot. Voor no-nonsense geld.
Technische gegevens -
LOA: 11,35 m Breedte: 3,80 m Diepgang: 1,00 m Waterverpl.: 6.540 kg Dieseltanks: 640 l Watertanks: 320 l Max. motorisatie: 2 x Volvo Penta D4 260 pk CE-Categorie B Prijs: 175.500 EUR excl. btw
Info Gaseauline, Bisdomkaai 25, 9000 Gent, tel. 09/224.40.66, e-mail info@gaseauline.be, www.gaseauline.be, www.beneteau.fr. Verschenen in Varen juli/augustus 2009