CR 400 DS
Nieuwe trend: zeilen met comfort Zijn we nu opeens allemaal zo verhangen aan comfort? Wordt de trend van het 10 m schip naar de 12 m verlegd? Weigeren we verder in een "kelder" te zitten en wordt nu een deksalon met ruime uitkijk en veel glas de norm? Wij gingen het na in Zweden, waar de crème van de Scandinavische jachtbouwers bij elkaar zit, op het eilandje Orust. We hadden een hartig gesprek op zijn CR-jachtwerf met Charles Rutgersson en zijn zoon Mathias. En deden een overtuigende testvaart met een CR 400 DS in grillige wind tussen de rotsige bergen van het Koljöfjord. Al elf jaar bestaat de CR-jachtwerf. Hun reeks loopt van 31 tot 46 voet. De 310, 371 en 390 zijn klassieke zeiljachten, de pas nieuwe 400 DS heeft een deksalon op de romp van de 390. Toen hij 16 was begon Charles Rutgersson (46) als botenbouwer bij Hallberg-Rassy, werd er servicemanager voor de hele wereldhandel en stichtte na 18 jaar zijn eigen survey-firma, voor onderhoud en herstelling van jachten. Zo kende hij niet enkel de Rassy's, maar kwam ook met Malö, Najad en andere Sweden Yachts in contact. Een belangrijke opdracht stelde hem in staat in 1990 zijn eigen werf te starten. Vorig jaar liepen 17 jachten van stapel. Hij vermoedt dit jaar dubbel zoveel. Vier stonden er in aanbouw. Charles R. heeft een gloeiende afkeer van gespoten polyester en zweert bij handlay-up. Hij maakt ze niet zelf, maar importeert de rompen naar zijn specificaties uit Denemarken. Al heeft hij wel een standaardversie, iedere CR is anders, elke eigenaar mag de inrichting wijzigen. Om die uit te voeren tekent zijn zoon Mathias het ontwerp op de computer. Alle houtwerk, en daar zijn ze meesters in, is hier cad-cam.
Uitzicht Met zijn verhouding van 3,55/12,05 is het een slank schip, met heel het voordek tot bij de mast ruim belegd met teak. De CR 400 DS weegt in deze versie wel 700 kg meer dan de vergelijkbare klassieke CR 390 die op dezelfde romp is gebouwd. Ten koste van het gangboord, dat heel smalletjes begint (15 cm) en pas naar het voorschip toe verbreedt (23 cm), werd alle ruimte gebruikt voor een zo breed mogelijke opbouw. Daarin zitten geen lichte aluminium ramen, maar degelijke in rvs, met gehard thermoglas.
De teakhouten voetreling omheen het ganse schip geeft een dure, scheepse aanblik. Een klassieke aluminium rail kan ook. Over de ankerrol met rvs boegbeslag maakt een teakhouten opstapje het gemakkelijk om aan boord te gaan. Van Furlex komt de 300S rolreefinrichting. De Seldèn-stowaway-steekmast is bijna van top (19/20) getuigd en opvallend hoog. Met zijn twee zalings reikt hij 19 m boven de waterlijn. Het Zweedse beslag, travellers en stoppers, komt van Rutgerson (met één "s"), de Andersen-schoot- en vallieren zijn Deens. Kuipvloer en banken zijn met teaklatten belegd. In grote bakskisten krijg je alles weg en zittend of staand achter het stuurwiel heb je gemakkelijk toegang tot de beide 52 ST schootlieren. Achter de kuip ligt een cabriotent die over alles heen kan. De spiegel met scoop biedt platform en trap voor zwemmers. Alles samen een flinke schuit die er zeer betrouwbaar en netjes uitziet, zonder vieze strepen op de romp, want zonder loosgaten wordt alle dekwater langs binnen afgevoerd.
Interieur Het succes van een decksaloon zit natuurlijk in het interieur. Zouden het niet de vrouwen van de zeilers zijn die ooit hun veto stelden en die het nu zo willen? Het comfort van motorjachten, de ergonomie van mobilhomes, de bewoonbaarheid van vakantiechalets, dat alles vinden we hier op deze zeilboot terug. Drie treden van 27 cm omlaag en we staan ermiddenin. Om voldoende hoofdruimte over te houden moeten we er wel meerdere pasverschillen bijnemen als we naar het vooronder gaan. Hier is onderdeks de eigenaarshut, voorzien van hangkast, zitbankje, douche en een dubbel bed (1,90 x 1,90 m, matrasdikte 10 cm). Vlak erachter zit aan bb de kombuis, niet enkel in U-vorm, maar ook om U tegen te zeggen. Alleen de laden, omdat die openschuiven in de dwarsrichting, kunnen ons minder bekoren. De scheepskok staat hier veilig, ook bij helling, vast omringd door werkvlakken in Corian. Hij kan keukenafval kwijt in het daarvoor voorziene bakje, kan alles opbergen, koele ingrediënten uit de Isotherm-frigo (80 l) halen, braadvlees op een uitschuifbare snijplank behandelen en smakelijke schotels serveren uit de halfcardanische Eno-gasoven met tweepitsvuur. Wie de kok bij zijn werkzaamheden wil gadeslaan, vindt ertegenover aan sb twee zitjes en een serveerblaadje. Weer verder naar achter, midscheeps aan bb, is de eigenlijke salon met een tafel (1,16 x 0,69 m) en een lange stoffen zitbank (2,05 m). Hier gezeten krijg je een grandioos uitzicht over de omgeving. Klap de rugleuning op en zo maak je een vijfde slaapplaats vrij. Het vakmanschap van het meubilair in donkere mahonie spreekt voor zich. Navigeren moet hier tegenover, rechtstaand aan sb. Daar is wel een goed bekeken stuurstoel, in de hoogte regelbaar. Achter de voorruit kun je er de automatische piloot van binnenuit bedienen met de knop van de afstandsbediening. Het achterschip geeft nog ruimte aan een schuin geprojecteerd dubbel bed zodat er aan bb-zij nog net een natte cel met wastafel en toilet vrijkomt. Wie hierop "troont", past met zijn hoofd juist in de daarvoor voorziene ovale nis. Hoogst origineel. Als een heiligenbeeld in een kloosterkerk!
Technisch Een Yanmar-diesel 3JH2 E, watergekoelde saildrive SD31, goed voor 40 pk bij 3.600 tpm, drijft een tweebladsklapschroef aan (Volvo Penta kan ook). Om te starten volstaat één 12 V accu van 75 Ah, maar er zijn zo nog drie identieke voor licht en verbruik. Zo schitteren de vele halogeenspotjes die je voor de gezelligheid nog kunt dimmen. Alles wordt bewaakt door 15 stroomkringen met zekering. Er is ook een 220 V-leiding voor walstroom, met een acculader van 25 A. Voor drinkwater is er één tank van 300 l, voor brandstof één van 200 l, voor zwart water 80 l, allemaal in rvs. Warm water wacht in de 30 l boiler. Eén elektrische en één manuele pomp kunnen het schip lens houden. Wij hadden zeilen van Hood, een grootzeil van 40 m² dat in de standaard geleverde stowawaymast wegrolt, en een 120 % rolgenua die even groot was.
Varen Als immer laten we de boot rustig de haven van de werkplaats in Henan uitvaren. Plaatselijk zijn we niet bekend, en een stuurfout loopt hier met al die rotsen om ons heen zeker faliekant af. Voorzichtig als we zijn, hebben we daarom Mathias aan boord. Maar de CR 400 DS laat zich gemakkelijk sturen, de doormeter van het stuurwiel is behoorlijk groot, het Plastimo-kompas staat leesbaar voor en de gashendel logisch rechts op de Whitlock-stuurstand. Spijtig dat de toerenteller enkel binnen is af te lezen. Bij de acceleratieproef zitten we na 12 seconden al bij 5,5 knopen (volgens de Raytheon-log). De daaropvolgende noodstop legt ons stil na 20 seconden op ongeveer één scheepslengte. Onze Yanmar houdt zich rustig. Buiten en binnen nagemeten, in het bereik van 1.000 tot 2.000 tpm minder dan 70 dBA. Daarmee liepen we al ruim 5 knopen. Bij 3.000 tpm loggen we 7,2 knopen en zelfs op de top van 3.600 tpm met 8,9 knopenvaart meten we nooit meer dan 80 dBA. We meten de draaicirkel en varen cirkeltjes met een scheepslengte doormeter over bb. Later doen we het over sb en hebben daar een ietsje meer voor nodig. Dan gaan de zeilen op. Met een gezonde loefgierigheid laat de CR zich sturen op alle koershoeken. Snelheid en koerstabiliteit voldoen ons zeer. Er staat een bries van 3 Beaufort die geleidelijk aanwakkert tot 4. Soms hebben we haast geen wind, onder lij van de rotsige bergen. Krijgt de zuidwester tussen de fjorden vrij spel, hellen we soms meer dan 30°. Al loeft de boot dan erger, nooit dreigt hij uit zijn roer te lopen, ook niet bij het scherpste opkruisen. We meten even 8,5 knopen topspeed op de Raytheon-log. Tijd om te reven. Ook dan loopt de CR 400 DS met halve wind constant 7,5 knopen. De enige minpunten noteren we nu. De klamp om de genuareeflijn vast te zetten staat te veel naar buiten en is een ondermaatse klem. Maar de onwil van het grootzeil is erger. Na veel trammelant wil het voorlijk eindelijk in de gleuf van de mast en kan het inrollen beginnen. De CR 400 DS is een evenknie van de grote gerenommeerde Zweedse jachtbouwers, degelijk gebouwd met een ruw klimaat in mind. De boot zet behoorlijke zeilprestaties neer voor mijnheer, de ruime salon en keuken zullen zeker de vrouwelijke cliëntèle verleiden. Het prijskaartje is navenant. Onze testboot, voorzien van maar enkele opties, kost 9,8 miljoen BEF excl. BTW (mei 2001). Hij is daarvoor instapklaar en de kapiteinse slaakt beslist vele oh's en ha's
voor haar standaard bijgeleverde design bestekken, haar complete pottencarrĂŠ, haar Brits porseleinen borden of haar uniek Zweeds kristal. Testteam: Lieve Aerts, Bart Burman, Joris Danckaers Tekst en foto's: Joris Danckaers
Technische gegevens Lengte: 12,05 m Breedte: 3,55 m Diepgang: 1,80 m Waterverpl.: 7.800 kg Ballast: 3.300 kg Masthoogte: 19,00 m Zeilopp.: 80 m² Motor: Yanmar 3 JH2
Woordje van de importeur Een boot is altijd een compromis. De invulling van de ene wens kan weer geweld doen aan een andere wens. CR Yachts Orust AB luistert naar de individuele wensen van haar klanten en is in staat om door een zeer uitgebreide kennis en ervaring zeer vergaand aan deze wensen te voldoen. CR Yachts Orust AB voorziet in de behoefte aan kwalitatief hoogwaardige jachten in een marktsegment waarin het aanbod van snelle zeiljachten ontbreekt. G. Blankenburgh, Michiel de Ruijterhaven, Ruijterplein 1, NL-4381 BZ Vlissingen, tel. 00-31/118414498, fax 00-31/118416505, www.cr-yachts.nl .