DE MAXI 1050

Page 1

DE MAXI 1050

Zweed met hoge Y-factor Heel Vlaanderen weet inmiddels wat de X-factor is, dankzij een paar duizend pipo's die denken dat ze kunnen zingen en zich met die misvatting onsterfelijk belachelijk hebben gemaakt op tv. Het zal u dus misschien verrassen dat bij een edel, van iedere onnozelheid verstoken object als een fraai gelijnd zeiljacht ook sprake kan zijn van een X-factor. Of laten we het maar een Y-factor noemen voor één keer, want de letter X heeft al een betekenis, als we het over ranke Skandinavische dames hebben. De Y-factor dus, in ruime mate aanwezig bij de Maxi 1050, van goede Zweedse komaf, zoals door uw dienaar tijdens een opwindende test aan den lijve ondervonden.

Net zoals de X-factor bij onze kwelende medemens is ook de Y-factor bij een boot moeilijk voor één gat te vangen. Is het de lijn? Het gevoel aan het stuurwiel? De impressie van betrouwbaarheid? Wie zal het zeggen. Feit is: de Maxi 1050 hééft het en wij weten het direct, als we 'm in Bruinisse zien liggen. Daar hebben we afgesproken met Marnix Hameeteman, de baas van Nova Yachting, de importeur die Hallberg Rassy in de Benelux invoert, en sinds kort (juli 2004) dus ook de Maxi's. Al zit het merk nog maar pril in de portefeuille van Nova, toch is de heer Hameeteman een wandelende encyclopedie als het op productkennis van zijn nieuwe telg aankomt, zo blijkt al dadelijk. "Maxi bestaat al van voor de jaren '70," legt Marnix uit, "het was vroeger wat Bavaria vandaag is: ze bouwden toen 10 boten per dag, allemaal Pelle Petterson-ontwerpen. En die staat vandaag nog altijd aan de tekentafel voor het Zweedse merk." Nu


komen er echter minder boten uit de fabriek in Zweden: zo'n 40 per jaar. Maxi behoort inmiddels ook tot een groot concern, De Viamare Group, die niet alleen boten maakt - Nimbus, Storebro en Ryds o.a. - maar die ook jachthavens, hotels, radiostations en een ferrylijn uitbaat en daarbij nog zeilkleding maakt: Helly Hansen, om precies te zijn. Het Maxi-gamma is in die nieuwe context bewust beperkt gehouden: er bestond al een 1100, nu is er sinds kort de 1050, die wij vandaag zullen testen, en de 1250 is zo goed als klaar voor de lancering, die in 2005 moet plaatsvinden. Marnix leidt ons, via een presentatie op de computer, door het productieproces in de fabriek. "In die fabriek wordt alles in huis gemaakt," legt Marnix uit, "niet alleen is er een eigen polyesterfaciliteit, maar ook de interieurs worden er vervaardigd. Veel aandacht wordt besteed aan de mallen: die zijn superglad en strak, zodat ook de rompen van de boten geen foutje vertonen." Dat kunnen we vaststellen als we buiten een 1100 zien liggen, in delicaat donkerblauw: zelfs als je er met je oog tegen de romp langsheen kijkt, vind je geen bultjes, putjes of andere onregelmatigheden. De gelcoat is trouwens in de massa blauw gekleurd - geen laagje verf dus - waardoor een kras niet direct grote gevolgen heeft. Onder het blauw zit immers… nog meer blauw. Ook ons testexemplaar dat onder een staalblauwe Zeeland-hemel licht te schitteren, heeft die elegante donkerblauwe romp. Bij het aan boord stappen merken we al direct een typisch kenmerk van alle Maxi's: de opstaande rand bij de kuip. "Op die manier wordt boegwater naar opzij afgevoerd en blijf je lekker droog in de kuip, ook bij zwaar weer", zegt Marnix Hameeteman. We zullen die dag ruim de kans krijgen om dat te ondervinden, want er staat op het Grevelingenmeer een stevig briesje van om en rond de 5 Beaufort.

Doordacht Eerst even in de rust van de haven een rondgang en fotosessie doen, dus. De kuip is ruim, met opstaande randen waar je nog écht kunt tegen leunen, met de hele lengte van je rug. Niet die lage toestanden, waar je al na een kwartier rugpijn van krijgt, en die je spijtig genoeg op almaar meer boten vindt. Niet bij deze Maxi dus. De Y-factor waar we het over hadden, komt al direct tot uiting: veel in hoogglans afgewerkt rvs, bijvoorbeeld voor de ramen en de kikkers, wat een luxueuze uitstraling geeft. De buiskap met handgreep in daim - ook al zo'n detail dat een zekere klasse verraadt. De grote, diepe bakskisten met gasveren, om geplette vingers te vermijden; de opening aan het hek, die in een handomdraai kan worden dichtgemaakt, het praktische zitje naast het stuurwiel, met voldoende voetensteun aan beide kanten, de walstroomaansluiting in een veilig "zwaluwnestje" in de kuip, de goed geventileerde gasbun… het wijst allemaal direct op betrouwbaarheid en een doordacht ontwerp. Die doordachtheid gaat ook door onderhuids, waar je ze niet direct ziet: romp en dek in sandwichconstructie, een stevig polyester frame dat van aan de kiel doorloopt tot vér in de romp, een honingraatstructuur in de bilges voor extra stevigheid… Deze Zweedse kan tegen een stootje, dat is wel duidelijk. Wat wij hier "storm" noemen, doen de Zweden dan ook af als "een heerlijk zeilweertje". In de kajuit is de standaarduitrusting indrukwekkend: mahonie betimmering, teak vloer, alcantara bekleding voor de salon, een breed bed aan bakboord achteraan, koelkast, rvs gasvuur met oven, … Bij veel merken zitten we hier al lang op de optielijst aan te vinken. Goed gevonden is ook de handige natte cel, net achter de wc met douche aan stuurboord. Die is ook vanuit de kuip te bereiken is, en je moet dus niet eerst met je kletsnatte pakken door je luxueuze interieur zeulen om in die cel te geraken. Cel, die trouwens ook wordt verwarmd door een extra


mond van de Eberspächer (in optie). Eén en ander maakt duidelijk met wat voor soort van boot we hier te maken hebben: een ruim en comfortabel toerjacht. En dus niet al te snel? Dat willen we nu gaan uittesten want volgens de reclamefolder is de Maxi 1050 dat nu net wél.

Bloedstollend Nova Yachting heeft voor uitgelezen gezelschap gezorgd, voor het geval we alles uit de Maxi 1050 willen halen: Sander De Kok was o.a. Belgisch kampioen op 490. Bovendien zeilt hij bijna constant over en weer met Halberg Rassy's en Maxi's. Zo is hij de dag voor onze ontmoeting tot twee keer toe van de natte Hiswa naar Bruinisse gezeild om boten van die tentoonstelling terug te brengen. Geen wonder dus dat hij de testboot bijna blindelings de jachthaven uit manoeuvreert. Buitengaats geeft hij het grote stuurwiel aan uw dienaar over. Het ligt prettig in de hand, en alhoewel we een scherpe koers varen richting Herkingen, stuurt de Maxi met zijn 10,50 m en zijn ruimbemeten roerblad als het kleine Etapje van krap 7 m waar ik vroeger al eens mee zeilde. Vederlicht en met een uiterst precies gevoel in het roer. Toch weegt deze Maxi om en bij de 5 ton. En het gaat meteen hard: in no-time lopen we 6,5 à 7 knopen met een ware wind die rond de 20 knopen schommelt. Het volledig doorgelatte grootzeil en de 100%-fok doen hun werk dus prima. We zijn ook niet overzeild, zelfs niet bij deze wind en zonder enige reef. Dit exemplaar heeft ze nog niet, maar standaard zullen de volgende Maxi's met North Sails worden geleverd. De Seldén-mast met dubbele zalings is verjongd (2,5 m) en de masttop heeft een uitstekende (op twee manieren te interpreteren) verlenging die toelaat het aangrijppunt van het achterstag naar achter te verplaatsen. Zo kan het grootzeil, dat in het midden met een uitstulpende kromming is gesneden, toch vlot de verstaging passeren. Ook voor het aangrijppunt aan de masttop is deze verlenging van belang. In de kuip zit de overloop vlak voor het immense Whitlock-stuurwiel, en om de grootschoot te bedienen zit je dan best op de zijrand van de kuip. Van achter het stuurwiel is het namelijk nogal onhandig omgaan met de schoot. Bij ons testexemplaar staat de Lewmar-fokkenlier wat verder naar voren geplaatst, om bij wedstrijden alle ruimte te geven aan de fokkenmaat, maar de gebruikelijke plaats van die lieren is ook vlakbij de overloop en het stuurwiel, zodat deze boot vanuit de kuip door één man is te varen. Inmiddels zit het eerste rak, dankzij de preciese en efficiënte trim van Sander, er snel op en gaan we overstag. Ook dat gaat heel vlot. Te vlot zelfs, vindt Sander, die me vraagt het de volgende keer wat kalmer aan te doen. Gelijk heeft hij: de Maxi 1050 laat zien wat de uitdrukking "over een andere boeg gooien" betekent: de boot "gooit" zich echt. Heel wat anders dan het trage manoeuvre dat mijn eigen, goeie ouwe langkieler van tien ton - altijd een beetje tegen haar zin - uitvoert als je het roer omgooit. Ook op ruime en halfwindse rakken halen we het onderste uit de kan: bij 16 à 18 knopen wind loggen we vlot 7,4 knopen. Gemeten met de GPS over grond, dus zeker nauwkeurig op dit stromingvrij water. "In Zweden hebben ze er, met een wedstrijdbemanning, al 14 knopen uitgehaald", beweert Sander, en we hebben geen reden om 'm niet te geloven, want deze Maxi 1050 is niet alleen comfortabel en luxueus afgewerkt, maar ook écht snel. Ze volgt daarmee de recent doorzettende trend, die het spartaanse aspect van rappe boten voorgoed naar de mottenbollen verwijst. En ondanks de snelle rompvorm, met relatief diepstekende (1,90 m) vinkiel in gietijzer en met geïntegreerde bulb, krijg je geen klappen te verwerken van golven. Natuurlijk zijn die op de Grevelingen niet echt hoog bij 5 Beaufort, maar je voelt in ieder geval aan dat deze Maxi door het


water snijdt als een mes door de boter. Ook binnen in de kajuit blijft het opvallend rustig: geen enkel gekraak of ander onaangenaam geluid valt er waar te nemen: alleen het ruisen van het snel passerende water. Wél voelen we een lichte vibratie. Op mijn vraag of dat misschien de klapschroef is, die niet volledig is ingeklapt en toch nog meedraait, antwoordt Sander ontkennend. "We hebben dit al gehoord toen we de boot van en naar de Hiswa voeren. Het is de kiel die vibreert. Dit is één van de eerste exemplaren van een kiel, die door een andere leverancier is gemaakt, en aan de achterkant is hij onvoldoende afgeschuind. Het passerende water brengt daardoor de kiel aan het trillen bij hoge snelheid", legt Sander uit. Volgens hem is een kleine correctie aan het kielprofiel de oplossing. "Bij de volgende exemplaren zal die aanpassing al gebeurd zijn."

Pertje precies Inmiddels is het tijd geworden om naar de haven terug te keren. Dat gaat "voor het lapje", en zelfs daar klokt de Maxi 1050 - met de gewone 100%-fok, en niet eens uitgeboomd - nog 6 knopen af. Als we het iets minder ruim nemen (130° ware wind) dan loopt dat al snel op tot 6,6 knopen. Met een halfwinder erop moet dit sensationeel zijn. We draaien het kopje in de wind en soepel komt het grootzeil naar beneden. De rolfok gaat ook dicht en de motor - een Volvo MD2020 driecilinder met saildrive voorzien van een tweeblads klapschroef - gaat terug aan. Ook dan blijft het geluid in de kuip binnen de perken, net als in de kajuit. De motor onder de trap is dan ook zwaar geïsoleerd, met extra aluminiumbekleding. Op de motor varen we nog wat rondjes voor de haveningang: de draaicirkel is nauwelijks meer dan een bootlengte en de besturing is dankzij het gebalanceerd roer uiterst precies, ook op motor. Achteruitvaren gaat ook prima, zonder dat je al te veel gas moet geven. De klapschroef "pakt" direct. Sander legt de 1050 centimeter precies op zijn plaats en we dalen nog even af in de kajuit om een laatste blik te werpen. De ruime salon oogt gezellig met de alcantara-bekleding op de zitbanken. Die laatste zijn heel modulair: aan bakboord kan, zonder extra planken te moeten aanzeulen, zo een tweepersoonsbed te voorschijn worden getoverd. De tafel in het midden kan in een handomdraai helemaal weg om plaats te maken voor zeilen, wat de raceroeping van dit jacht nog maar eens beklemtoont. Als de eigenaar dat wilt, natuurlijk. Die zal dan ook de in de lengte-as verplaatsbare mastvoet appreciëren, om het onderste uit de race-kan te halen. Verder rondkijkend op de de vloer ontdekken we nog een detail dat prijsgeeft met welke "Pietjes Precies" (Per-tjes Precies zal dat allicht zijn, in Zweden) we op deze werf te maken hebben: de uitneembare houten luikjes in de vloer zijn aan de randen omkleed met stof, zodat ze nooit kunnen gaan rammelen of schuiven. En zo kunnen we nog een paar pagina's doorgaan: de overvloedig aanwezige handgrepen, het elektrisch paneel in zijn scharnierend luikje, de uitgebreide bergruimte, de rvs dieseltank van 78 l, … kortom: de Y-factor. Deze boot straalt gezond verstand uit, maar dan verrijkt met een stevige portie emotie vanaf het moment dat het begint te waaien. En dààr doen we het voor, of niet soms? Maar het beste moet nog komen: de prijs. 123.165 EUR is, voor een boot met dit comfort, deze afwerking en zo'n race-potentieel, hoegenaamd niet duur. Zelfs met enkele kostbare opties, zoals teak op het dek, in de kuip en op het zwemplatform (samen een dikke 11.000 EUR), en het Whitlock-stuurwiel (standaard komt de 1050 met een helmstok) blijft de prijs, BTW inclusief, onder de 140.000 EUR en dan heb je véél boot, raceplezier en comfort voor dat geld. En nu zijn we wel héél benieuwd naar de 1250…


Tekst: Frank Maes Foto's: www.concertpix.be

Technische gegevens LOA: 10,55 m LWL: 9,38 m Breedte: 3,25 m Diepgang: 1,87 m/1,50 m Waterverpl.: 4.950 kg/5.130 kg Ballast: 1.770 kg/1.950 kg Grootzeil: 33 m² Gennaker: 73 m² Motor: Volvo Penta MD 2020 14 kW Water: 120 l Fuel: 80 l

De importeur Nova Yachting Brokerage BV, Jachthaven Bruinisse, PB 15, NL-4310 AA Bruinisse, tel. 00-31/111481810, www.novayachting.nl.

Verschenen in Varen oktober 2004


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.