ETAP 28S
Een volgroeide 28i Als ik de nieuwe Etap 28s voor het eerst aan de steiger zie liggen, doet het grote oog opzij me onmiddellijk denken aan zijn net iets oudere maar veel grotere broer, de prestigieuze 46DS. Bij nader toezien zijn het drie kleinere spleetogen die kosmetisch zijn opgenomen in het grote oog.
De boot ligt toevallig naast een Etap 32s, die er eigenlijk niet zo veel groter uitziet. En dan komt de bekentenis van de werf: hun jongste spruit is een overmaatse 28, maar omwille van de uiterst positieve naambekendheid en het grote succes van de voorganger 28i, k贸n men niet anders dan de typebenaming weerhouden. Hoog is hij ook, een beetje bol. Onwillekeurig moet ik dan weer denken aan de lijn van de moderne auto's. Tenslotte moet men met zijn tijd mee en bovendien brengt die hoogte hoofdzakelijk voordelen met zich mee: ver van het natte en koude water buiten, veel ruimte en stahoogte binnen. Opvallend zijn ook de afgeronde, bol staande zijdekken van de kuip: nog niet zo vaak gezien, maar wel logisch bij een boot die als sportieve toerboot mag worden bekeken. Sturen met de joystick is van hier uit uren vol te houden. Meteen zijn we aanbeland bij de filosofie die Etap Yachting bij dit ontwerp overigens niet toevallig bij huisarchitect von Ahlen gegroeid - voor ogen had: een snelle en sportief zeilende boot met toerkarakter, met veel ruimte voor een koppel en voor occasionele gast-opstappers.
Luchtig interieur
Laten we beginnen met de ruimte. Ook hier is er plaats voor verrassingen: een origineel, luchtig en licht interieur verwelkomt de bemanning. Voor de originaliteit tekent opnieuw Stile Bertone. De samenwerking en de geslaagde uitvoering in het geval van de 46DS is blijkbaar zo goed bevallen en slaat zo goed aan bij de kopers, dat ook hier het studiebureel zich mocht laten gaan. Weliswaar fysiek beperkter door de kleinere afmetingen, maar toch even gedurfd. Luchtig omwille van o.a. de gebruikte materialen van lichte kleur en door de indeling. Het salon loopt ongehinderd door tot het vooronder, via een origineel ontworpen en gedeeltelijk wegneembaar tussenschot, wat een slaapplaats meer creëert. Dat interieur biedt, net als bij de moderne monovolumes, heel veel variatiemogelijkheden, hier dan wel specifiek gericht op het slapen. En wanneer je de mogelijkheden uitzet op het grondplan, blijken er toch ofwel drie volwassenen, ofwel twee volwassenen en twee kinderen mee te kunnen. Bovendien er is ook nog de eigenaarshut die zich achteraan dwars over het schip uitstrekt. Dit uitstrekken is wel letterlijk te nemen, want er is ruimte zat voor twee personen. Met één speciaal kenmerk dan wel: je slaapt dwars. Een slaaprichting die voor langere afstanden onder zeil en over één bepaalde boeg wel goed kan zijn voor de bloedsomloop richting hoofd of voeten, maar die niet zo lang vol te houden is. Hier komt dan echter weer de werffilosofie naar boven, die ervan uitgaat dat de meeste toerjachten de nacht in een comfortabele haven of voor anker doorbrengen. Voor echt lange tochten zijn de banken in de hoofdkajuit beter bruikbaar, en eventueel is er ook nog de langsscheepse ruimte in het langste gedeelte van de achterhut. Vooraan is er voldoende hoogte om zichzelf slaapklaar te maken en een kast levert ruimte voor kleren. Achteraan treffen we een "technische" ruimte aan, waar verwarming of generator kunnen worden geïnstalleerd. Onder een paneel vooraan zit ook de toegang tot het achterste gedeelte van de motor, waarbij het staartstuk van de saildrive toegankelijk is voor het eventueel wisselen van de staartolie.
Keukenblok Even terug naar de huishoudolie echter, want in het midden vinden we aan bakboord een mooi keukenblok. Een tweepitsgasvuur met grill en oven staat naast een diepe koelruimte. Onder een hoek van 90° volgen dan een werkvlak en een gootsteen, die warm en koud water kan krijgen via een eenhendelkraan. Nu heb ik persoonlijk iets tegen dergelijke kranen aan boord: meestal leg ik in de gootsteen, met een handdoek errond, mijn foto-uitrusting: direct bereikbaar, schokvrij en valveilig. Die eenhendelkranen zijn echter zo gevoelig, dat de minste aanraking ze opent en… Nu begrijp ik wel dat niet iedereen zijn fototoestel op die manier te week legt, maar ook bij gewoon gebruik kan ons meestal schaarse drinkwater zo onvoorzien weglopen. Het keukengeheel wordt mooi afgesloten met de klassieke halve boog, waarin een ruime vuilnisbak is ondergebracht. Een stevige rvs handreling zorgt voor het nodige houvast. Opvallend is trouwens de aanwezigheid van dergelijke doordacht aangebrachte handgrepen over heel de boot, zowel binnen als buiten. Verdere bergruimte zit in het geheel verwerkt. Aan de overzijde aan stuurboord wacht het toiletblok. Ruim, licht, makkelijk te onderhouden en met plaats voor het drogen van natte spullen. Jammer dat een vuilwatertank niet tot de standaarduitrusting behoort. De kaartentafel stelt niet veel voor, maar ze ís er. Kleine plaats voor instrumenten, plaats voor kleine kaarten. Maar met de moderne instrumenten
van tegenwoordig kan het volstaan. Wel nog even de overvloedige hoofdruimte in de hele kajuit vermelden. Enkel in het voorste deel is ze beperkt, maar ook minder noodzakelijk omdat daar enkel de eet- en slaapruimte te vinden is.
Onzinkbaar, vanzelfsprekend Terug naar buiten nu, want tenslotte dient een boot om mee te varen. Onzinkbaarheid, zo Etap-vanzelfsprekend dat ik het haast vergat, geeft vanzelf al een veilig gevoel. De kuip is ruim, met een goed antislip-kurkdek (meerprijs). Naar voren gaan we via een met TBS-antislip ingelegd zijdek. Opvallend: nog steeds de typische, stevige Etap-voetreling, voldoende klampen en verder de noodzakelijke handrelingen. Het tuig is wel iets bijzonders: waar de meeste boten een gewone fok hebben, heeft deze zoals reeds gezegd, standaard een rolkeerfok. Maar dat is niet alles: hij heeft een Seldén-mast met Bergström-verstaging, d.w.z. geen achterstag en zeer ver naar buiten staande en naar achter wijzende zalings. De verstaging zelf loopt zó dat de mast degelijk gesteund wordt. Op dit prototype hebben wij dit op alle koersen en bij toch behoorlijk harde wind kunnen uitproberen. Spelen met de trim via het achterstag is er dus niet meer bij, maar op de meeste, ook sportieve toerboten, wordt dit in de praktijk zelden toegepast. Waar dan wel snelheid mee gewonnen wordt, is het feit dat het achterlijk van het grootzeil veel boller kan en dus het zeiloppervlak efficiënt vergroot. De twee bovenste, volledig doorlopende zeillatten helpen daarbij. Een kiel die tot 1,75 m in het water steekt, houdt het geheel behoorlijk stijf rechtop in samenwerking met de vrij grote aanvangsstabiliteit. Een alternatieve kielvorm is de tandem-uitvoering, die de prestaties niet al te zeer compromitteert en die de diepgang drastisch reduceert tot 1,10 m. Aanvankelijk zijn we er dus met vol tuig tegenaan gegaan, probleemloos en snel. Enkel toen er een stevige bui over ons heen kwam, wilde de boot wel eens op eigen houtje de wind opzoeken, maar nooit abrupt of kwaadaardig. De Etap 28s zeilt evenwichtig en makkelijk bedienbaar, vooral ook dankzij de rolkeerfok. Dit bleek achteraf heel duidelijk toen we foto´s van de varende boot wilden maken en Jan Van Speybroeck van de werf helemaal alleen de 28s buitenvoer en er een paar demonstratierondjes mee zeilde. De bediening van de grootschoot achteraan vraagt wel enige gewenning, maar beter is het te gaan spelen met de overloop. De fok is perfect regelbaar en hoeft, eenmaal de juiste stand van achter- en onderlijk gevonden, geen verstelling meer. Dit verstellen kan gebeuren m.b.v. een regelplaatje aan de schoothoek. De helmstok is wat aan de lage kant, maar dit wordt op de volgende boten gewijzigd. Met de joystick is het trouwens lekker comfortabel sturen van op het afgeronde zijdek. Het geheel stuurt licht en levert net genoeg roerdruk op om met "Fingerspitzengefühl" te kunnen varen. We lopen vrij hoog aan de (forse) wind, tot zo'n 30° en het bliksemsnelle overstagmanoeuvre - waarbij onze dank aan de keerfok - gebeurt onder een hoek van 75°. Vóór de wind moet er wel wat ingeleverd worden. Enerzijds door het feit dat met de vrij ver naar achter staande verstaging het grootzeil niet echt helemaal kan worden uitgevierd, anderzijds door de keerfok die moeilijk aan de andere kant te krijgen is. Gennaker of spinnaker moeten hier de oplossing brengen. Onder de gegeven omstandigheden geen echte aanrader, en toch hielden we nog minimaal een dikke 5 knoop op de log. Ons maximum lag op 8,3 knopen en ook hoog aan de wind zaten we boven de 6. De motor, een driecilinder 19 pk diesel van de nieuwste Volvo Penta-generatie,
zit goed geïsoleerd onder de kajuittrap. Hij is zowel voor- als achteraan goed te bereiken. De toch belangrijke oliepeilstok vormt echter jammer genoeg een uitzondering. De motor doet zijn werk via een saildrive. Uitgebreid hebben we hem zelf niet aan de tand gevoeld, maar de werf geeft een kruissnelheid aan van 6 knopen en een top van 7,5 knopen. Bij het vooruitvaren moet men de helmstok in het oog houden: het balansroer durft wel eens dwars gaan staan. Besluit: na enige buiten- en binnengewenning heb je het gevoel met een grotere boot onderweg te zijn. Dit rechtvaardigt zeer zeker de niet onaanzienlijke basisprijs van 75.000 EUR excl. BTW. Voor dit geld krijg je dan ook een origineel, mooi afgewerkt, prettig zeilend en veilig schip. Tekst: Paul Van den Keybus Foto´s: Paul Van den Keybus en Etap Yachting
Technische gegevens LOA0
8,98 m
LWL
8,45 m
Breedte
3,36 m
Diepgang
1,10/1,76 m
Gewicht
3.670/3.550 kg
Ballast
1.290/1.170 kg
Grootzeil
25,8 m²
Fok
15 m²
Genua
19 m²
Motor
Volvo Penta D1-20
Diesel
65 l
Water
115 l
CE-categorie
B4/C6
Snelheidstabel Hoek (graden
Wind (knopen)
Snelheid (knopen)
30
+20
6
45
20
7,3
60
19,8
7,5
75
17
7,7
90
14
6,4
120
13,6
6,6
135
13,5
5,6
180
12,1
5,4
Info: Etap Yachting, Steenovenstraat 2, 2390 Malle, tel. 03/312.44.61, e-mail info@etapyachting.com, website www.etapyachting.com.
Verschenen in varen juli / augustus 2006