REFLECT NL#34 - Sterker ondernemen in Europa

Page 1


VBO FEB

STERKER ONDERNEMEN IN EUROPA REFLECT

Inspirerende publicatie van het Verbond van Belgische Ondernemingen

WERKGEVERS OVER EUROPA

PIETER TIMMERMANS feat. MARKUS BEYRER P 26

IMPACT EUROPA

OP UW BUSINESS P 8

innoveren of stagneren?

THINK AND ACT EUROPE , BECAUSE IT MATTERS!

Europese initiatieven en beslissingen hebben een zeer concrete impact op de dagelijkse activiteiten van onze bedrijven, ongeacht hun grootte of sector. Die realiteit tekent zich steeds duidelijker af. De verwachtingen ten opzichte van het Europese niveau zijn dan ook hoog en worden door de vele economische en geopolitieke onzekerheden nog versterkt.

In die context, en in de nasleep van de Europese verkiezingen van afgelopen juni, wil het VBO met deze editie van REFLECT ondernemers meer inzicht bieden in Europese dossiers, maar ook in de rollen en de werking van de EU-instellingen.

De timing lijkt perfect, aangezien we op Europees niveau op een cruciaal moment zitten. Deze zomer bekrachtigde het nieuwe Europees Parlement de herverkiezing van Ursula von der Leyen als voorzitter van de Europese Commissie. De kandidaat-commissarissen die door de lidstaten werden voorgedragen, bespreken hun toekomstige prioriteiten met de Europarlementsleden, met het oog op hun benoeming eind november. Ook België bevindt zich op een scharniermoment, en het stemt me tevreden dat Europese kwesties een prominente plaats innemen in de prioriteiten van de nieuwe regeringen die onlangs zijn geïnstalleerd of in onderhandeling zijn.

Ons pleidooi om de uitvoering van de Green Deal aan te vullen met een echt concurrentiepact, ten gunste van de industrie en de dienstensector, lijkt eindelijk door te dringen op Europees niveau. Daarom durf ik hopen dat de tweede ambtstermijn van mevrouw von der Leyen zal worden gekenmerkt door concretere initiatieven om het internationale concurrentievermogen van onze bedrijven te versterken en nieuwe investeringen in Europa aantrekkelijker te maken. Dat is dringend nodig

omwille van de hevige internationale concurrentie, maar ook vanwege de vloedgolf aan regels, verplichtingen en administratieve lasten die de aftredende Europese Commissie de afgelopen jaren aan onze bedrijven oplegde.

EEN STERKE, COHERENTE BELGISCHE STEM

De Europese economie koolstofvrij maken zonder te de-industrialiseren, het leven voor onze bedrijven vereenvoudigen, de vrije en eerlijke handel in Europa en met de rest van de wereld behouden en de rechtsstaat versterken moeten allemaal vlaggenschipprojecten van de toekomstige Europese Commissie worden. De Belgische spelers binnen de nieuwe federale en regionale overheden en het nieuwe Europees Parlement moeten daaraan bijdragen door een luide en samenhangende Belgische stem te laten horen.

Voor een open economie als de onze, en met het oog op de vele uitdagingen waar ons land en onze bedrijven voor staan, is het van cruciaal belang dat de Europese Unie efficiënt functioneert en concrete oplossingen biedt. Maar dat kan niet in een vacuüm gebeuren. Precies daarom is het belangrijk dat het bedrijfsleven de uitdagingen en de werking van Europa kent en ze zich eigen maakt, en dat hun belangen worden verdedigd.

Ondernemers kunnen bij de start van deze nieuwe Europese legislatuur op het VBO en zijn sectorfederaties rekenen om de aandacht van de Belgische en Europese beleidsmakers te vestigen op hun prioriteiten, verwachtingen, suggesties en bezorgdheden, en op de impact van EU-initiatieven op het dagelijkse reilen en zeilen binnen hun ondernemingen.

Veel leesplezier!

“DE EU MOET ERVOOR ZORGEN DAT HET BEDRIJFSLEVEN DE UITDAGINGEN EN DE WERKING VAN EUROPA KENT EN ZE ZICH EIGEN MAAKT. ”

EXECUTIVE INSIGHT

04

BELGIË MOET STERKER

WEGEN IN EN OP EUROPA

Olivier Joris, VBO FEB: “Onze overheden moeten systematisch de actoren in het werkveld raadplegen om een beter overzicht te krijgen van hun prioriteiten en bezorgdheden met betrekking tot Europese dossiers”

EUROPESE VERKIEZINGEN

IMPACT EU OP UW BUSINESS

EUROPESE LOBBY

NIEUWE EVENWICHTEN, NIEUWE ACCENTEN

De politieke verschuiving naar rechts betekent wellicht meer steun voor industrie en landbouw

TOP VIJF EU-BEVOEGDHEDEN Economische veiligheid wint aan belang

12

LAAT UW STEM HOREN

Op welke knop drukt u best en wanneer?

REFLECT DECEMBER 2024

... focust op het thema innovatie & internationalisering in België, een essentiële bron van groei en concurrentievermogen voor ons land. Belgische bedrijven investeren steeds meer in O&O. In 2023 waren die investeringen goed voor bijna 3,5% van ons bbp. Daarmee behoren we tot de koplopers in Europa. In het decembernummer verkennen we de verschillende facetten van innovatie in België, zoals de trends, de verschillende samenwerkingen (nationaal en internationaal), net als de moeilijkheden, uitdagingen en kansen voor de toekomst.

EUROPA IN 2030?

FINANCIËLE HEFBOMEN

PIETER TIMMERMANS feat. MARKUS J. BEYRER

16

DRIE VRAGEN AAN …

• Susan Danger

CEO AmCham EU

• Esther Lynch

General Secretary ETUC

• Ilham Kadri

CEO SYENSQO

• Karel Lannoo

CEO CEPS

• Thomas Leysen

Chairman Mediahuis

22

WELKE EUROPESE

FINANCIERING PAST BIJ

UW ONDERNEMING?

Wordt u een van de 200.000 bedrijven die de EU jaarlijks steunt?

26

EUROPA 2024-2029

“In het meest positieve scenario kan Europa instaan voor 10% van zijn noodzakelijke grondstoffen.”

34

Een selectie van dossiers waarop onze experts vandaag actief zijn.

48

52

Olivier Joris, Benoit Monteyne en Thomas Julien van het Competentiecentrum Europa & Internationaal verzorgden de redactionele inhoud van dit nieuwe REFLECT-nummer.

Olivier Joris

Executive Manager van het competentiecentrum Europa & Internationaal

BELGIË MOET ZICH MEER LATEN GELDEN OP HET EUROPESE TONEEL

De Europese interne markt is voor onze bedrijven de belangrijkste afzetmarkt en leverancier geworden. Bovendien worden hun dagelijkse activiteiten gereguleerd of beïnvloed door een veelheid aan Europese wetten en verplichtingen. Om die twee redenen is het essentieel dat ons land zijn belangen op Europees niveau nog beter kan verdedigen. Hoe kunnen we de rol van België in het Europese besluitvormingsproces versterken en omgekeerd?

Hoe ziet u de rol van België op Europees niveau?

“Als stichtend lid van de EU en zetel van vele Europese instellingen heeft België een bevoorrechte positie, maar ook een specifieke verantwoordelijkheid. Ons land is sterk pro-Europees. Sinds de oprichting van wat later de EU zou worden, hebben een aantal vooraanstaande Belgische politici hoge Europese functies bekleed. Maar ons land mag niet op zijn lauweren rusten. Door de opeenvolgende uitbreidingen van de Unie en de Brexit zijn het machtsevenwicht en de zwaartepunten verschoven. Ook staatshervormingen en de gevolgen ervan op de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende entiteiten van ons land hadden een impact op de manier waarop Europese dossiers worden behandeld. Het gebeurt dat ons land zich moet onthouden van een stemming op Europees niveau omdat er geen Belgische consensus is. Het is daarom belangrijk om onze invloed op Europese dossiers en de manier waarop onze verschillende overheden ze beheren voortdurend in vraag te stellen. Dat heeft ons ertoe aangezet om concrete aanbevelingen te doen daaromtrent (zie inzet).”

“ONZE OVERHEDEN MOETEN SYSTEMATISCH

DE ACTOREN IN HET WERKVELD RAADPLEGEN

OM EEN BETER OVERZICHT

TE KRIJGEN VAN HUN

PRIORITEITEN EN BEZORGDHEDEN MET BETREKKING TOT EUROPESE DOSSIERS”

Laten we bij het begin beginnen, met het bepalen van de Belgische standpunten over Europese kwesties. Hoe kunnen we die fase verbeteren?

“Het zou goed zijn mochten onze overheden meer rekening houden met de feitelijke en cumulatieve impact van Europese beslissingen op het bedrijfsleven. Dat zou België in staat stellen om een duidelijker en beter onderbouwd standpunt in te nemen. Maar ook om zich te verzetten tegen een Europees voorstel wanneer de gevolgen ervan te negatief zouden zijn. Concreet zou België in elk Europees dossier zijn offensieve en defensieve belangen moeten definiëren. Door onze belangen op die manier in kaart te brengen, kunnen we ze beter verdedigen doorheen het besluitvormingsproces.

We zijn van mening dat onze autoriteiten, om dat te bereiken, systematisch de actoren op het terrein, zoals het VBO en de aangesloten federaties, moeten raadplegen om een beter overzicht te krijgen van hun prioriteiten, bezorgdheden en aandachtspunten met betrekking tot Europese dossiers. In ruil zouden de standpunten die België

in de Raad verdedigt transparanter worden, wat zou helpen om ze te rechtvaardigen tegenover de geraadpleegde stakeholders.

Bovendien zou het van gezond verstand getuigen om af te zien van nationale initiatieven als er op Europees niveau al een voorstel wordt uitgewerkt. Het tegenovergestelde staat synoniem met rechtsonzekerheid en fragmentatie van de interne markt.”

Als we tot een Belgisch standpunt zijn gekomen, hoe kunnen we dat dan beter verdedigen op Europees niveau?

“We moeten situaties vermijden waarin ons land zich door een gebrek aan interne consensus moet onthouden van Europese debatten. Dan kunnen we immers niet wegen op de debatten en bovendien is het slecht voor ons imago. Daarom stellen we voor om het Overlegcomité dat de federale overheid en de gefedereerde entiteiten samenbrengt, systematischer in te schakelen om meningsverschillen te beslechten en het mogelijk te maken om een duidelijk en verdedigbaar Belgisch standpunt te bepalen.

Ten tweede lijkt het ons een goed idee om het overleg met gelijkgestemde landen uit de 27 lidstaten te versterken. Op die manier kunnen we coalities smeden rond gedeelde prioriteiten of bezorgheden en ‘boven ons gewicht boksen’. Aangezien Brussel beschouwd wordt als de administratieve hoofdstad van de EU, zouden de informele contacten tussen Belgen die actief zijn in de ‘Europese bubbel’, zowel in de privésector als in Belgische en Europese administraties en instellingen, versterkt kunnen worden. Dat lijkt ons de logica zelve. Dat zou de uitwisseling van informatie en informele interactie aanmoedigen, met respect voor ieders rol. Veel lidstaten hebben zeer goed werkende ‘nationale netwerken’ in Brussel, er zijn dus opportuniteiten genoeg!”

En tot slot, hoe kunnen we in ons land beter gevolg geven aan beslissingen op Europees niveau?

“Idealiter zou in alle bevoegde parlementen, op federaal en gefedereerd niveau, de basis moeten worden gelegd voor een ‘Europese cultuur’ die bevorderlijk is voor een betere opvolging van het Europese beleid en een betere kennis van concrete dossiers. Dat zou het bovendien makkelijker maken om de subsidiariteit te controleren (m.a.w. wanneer het Europese, nationale of regionale niveau bevoegd is).

We moeten ook de manier verbeteren waarop Europese regelgeving wordt omgezet in Belgisch recht. Dat wil zeggen: ze binnen de vastgestelde termijn omzetten, en dat zonder aan ‘gold-plating’ te doen, dus zonder verder te gaan dan wat in de Europese tekst werd bepaald. Via gold-plating leggen we onze bedrijven strengere verplichtingen op dan hun concurrenten elders in Europa, en dat fragmenteert de interne markt. Die praktijk komt maar al te vaak voor, vooral in dossiers over consumenten- of milieubescherming. In dezelfde geest stel ik vast dat de Europese Commissie heel wat inbreukprocedures tegen ons land heeft ingesteld (meer dan het Europese gemiddelde). Dat probleem moet zo snel mogelijk worden aangepakt.

Een ander aandachtspunt – dat we steeds vaker zien opduiken – is het feit dat dezelfde Europese basistekst niet op dezelfde manier wordt omgezet in onze drie gewesten. Dat druist in tegen het principe van een intra-Belgisch level playing field en zadelt onze bedrijven die actief zijn in verschillende gewesten op met enorme administratieve lasten. We vragen daarom om een uniforme omzetting in heel België.”

BELGIË STERKER IN EUROPA 12 AANBEVELINGEN

Om meer te wegen op het Europese besluitvormingsproces, schuift het VBO 12 concrete aanbevelingen naar voren. Die aanbevelingen focussen niet op de inhoud van het Europese beleid, maar wel op de verschillende stappen in het besluitvormingsproces, op zowel Belgisch als Europees niveau, zonder het proces nodeloos complexer te maken of te vertragen.

Download ons manifest ‘België sterker in Europa12 aanbevelingen’ www.vbo.be > publicaties.

NIEUWE EVENWICHTEN LEGGEN NIEUWE ACCENTEN

De recente Europese verkiezingen (juni 2024) duidden 720 leden voor het Europees Parlement aan. Ze vertegenwoordigen de meer dan 450 miljoen burgers uit de 27 lidstaten van de Europese Unie. De verkiezingen luiden de nieuwe Europese legislatuur 2024-2029 in, met nieuwe politieke leiders en een nieuwe strategische agenda voor de komende vijf jaar.

Het Europees Parlement verbindt de Europese burgers met de twee andere grote instellingen: de Europese Commissie, de uitvoerende macht van de EU, en de Raad van de Europese Unie, waar ministers van de lidstaten wetsvoorstellen en internationale EU-overeenkomsten bespreken. De leden van het Europees Parlement houden toezicht op het werk van de Commissie en de Raad. Zij delen de wetgevende bevoegdheid met de Raad voor het opstellen van wetten, die op initiatief van de Europese Commissie werden voorgesteld (lees ook het artikel ‘Hoe kunnen ondernemingen hun stem laten horen?’, p. 12 voor meer informatie over de werking van de Europese instellingen).

De voorbije vijf jaar, tijdens de legislatuur 20192024, regeerde een meerderheid van drie fracties het Europees Parlement: de centrumrechtse Europese Volkspartij (EVP), de centrumlinkse socialisten en democraten (S&D) en de liberalen en centristen van Renew Europe. Samen stuurden ze het Europees beleid en behandelden ze grote dossiers, zoals de Green Deal, en delicate onderwerpen, zoals de reactie van de EU op de inval van Rusland in Oekraïne of de EU-richtlijn over due diligence.

“MET DE ‘CLEAN INDUSTRIAL DEAL’ KOPPELT VON DER LEYEN EXPLICIET HET CONCURRENTIEVERMOGEN EN DE KLIMAATAMBITIES.”

Bij de jongste stembusgang, zetten de kiezers uit de 27 lidstaten een duidelijke verschuiving naar rechts in gang. De centrumrechtse Europese volkspartij verstevigde haar status als grootste fractie en de rechtse en nationalistische fracties kregen er ook zetels bij. De Groenen en de liberale fractie krompen. Ondanks die verschuivingen hebben de drie traditionele fracties opnieuw een meerderheid.

De meeste leden van het Europees Parlement vormen fracties op basis van hun politieke voorkeur. Een fractie moet ten minste uit 23 leden uit zeven EU-landen bestaan. Het huidige parlement telt

acht fracties, een fractie meer dan tijdens de vorige legislatuur. Een fractie verdween en ging op in de nieuwe rechtse alliantie ‘Patriots for Europe’, een initiatief van de Hongaarse premier Viktor Orbán en het Franse ‘Rassemblement National’, en er kwam een extreemrechtse groep bij, ‘Europa van Soevereine Naties’.

Hoewel de drie traditionele politieke families opnieuw de meerderheid halen, zij het kleiner dan voorheen, zal de politieke verschuiving naar rechts de komende vijf jaar vermoedelijk tot uiting komen in het beleid. Zo wordt een beweging verwacht naar meer steun voor de industrie en de landbouw, een grotere focus op defensie en een hardere houding ten aanzien van migratie.

NIEUWE PRIORITEITEN EN CASTING

Op 27 juni 2024, enkele dagen na de Europese verkiezingen, kwamen de leden van de Europese Raad bijeen voor een cruciale Europese top. De Europese Raad is de instelling die de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten van de Europese Unie bepaalt en bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten. Tijdens die topbijeenkomst nam de Europese Raad twee belangrijke besluiten voor de nieuwe Europese legislatuur 2024-2029: een beslissing over de politieke prioriteiten van de EU voor de komende vijf jaar en een over het politieke leiderschap.

Overeenkomstig het Europees Verdrag keurden de EU-leiders de strategische agenda 2024-2029 goed. In het licht van een nieuwe geopolitieke realiteit, moet die agenda Europa soevereiner maken en beter uitrusten voor toekomstige uitdagingen. Ze steunt op drie grote pijlers: 1. een vrij en democratisch Europa; 2. een sterk en veilig Europa; 3. een welvarend en concurrerend Europa.

De leiders van de Europese Unie gingen ook akkoord om de Duitse Ursula von der Leyen te benoemen voor een tweede termijn van vijf jaar als voorzitter van de Europese Commissie, het

machtige uitvoerende orgaan van de EU. De 27 nationale leiders van de Unie kozen de voormalige Portugese premier Antonio Costa als de toekomstige voorzitter van hun Europese Raad. De Estse premier Kaja Kallas wordt de volgende hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de zgn. ‘EU-minister voor Buitenlandse Zaken’.

“ONDANKS DE POLITIEKE VERSCHUIVINGEN BEHOUDEN DE DRIE TRADITIONELE FRACTIES EEN MEERDERHEID IN HET EUROPEES PARLEMENT”

De deal over de topjobs is zowel geografisch als politiek in evenwicht, waarbij pro-EU-fracties uit het centrum de topposities hebben behouden, ondanks de rechtse golf bij de Europese verkiezingen. Von der Leyen komt uit de centrumrechtse Europese volkspartij, Costa uit de sociaaldemocratische familie en Kallas uit de liberale partij.

Zoals in het verleden, steunden niet alle EU-leiders de kandidaten. De Hongaarse premier Viktor Orbán steunde het akkoord niet en de Italiaanse premier Giorgia Meloni onthield zich bij de stemming omdat haar politieke familie, de Europese Conservatieven en Hervormers (ECH), werd uitgesloten bij het selectieproces.

Het nieuw samengestelde Europees Parlement rondde het benoemingsproces van de topjobs af tijdens de eerste plenaire vergadering van de nieuwe legislatuur in juli. Tijdens die zitting kreeg de Maltese Roberta Metsola een tweede termijn toegekend als voorzitter van het Europees Parlement. Na het fiat van de regeringsleiders in juni, schaarde ook een meerderheid van 401 Europarlementsleden zich achter een tweede termijn voor Ursula von der Leyen.

COMMISSIE VON DER LEYEN II

Voorafgaand aan de stemming in het Europees Parlement presenteerde Ursula von der Leyen haar prioriteiten voor de komende vijf jaar. Die politieke beleidslijnen vormen de leidraad van de von der Leyen II-commissie. Ze beloofde om tijdens de volgende EU-legislatuur werk te maken van de versterking van de Europese industriële basis, met de nadruk op een klimaatneutrale economie en digitale innovaties voor wereldwijde concurrentiekracht, terwijl er ook meer aandacht zal gaan naar een reeks sociale prioriteiten en defensie.

Von der Leyen deelt haar politieke beleidslijnen op in zeven hoofdstukken:

1. Een nieuw plan voor duurzame welvaart en concurrentievermogen in Europa;

2. Een nieuw tijdperk voor Europese defensie en veiligheid;

3. Mensen ondersteunen, onze samenlevingen en ons sociaal model versterken;

4. Onze levenskwaliteit behouden: voedselzekerheid, water en natuur;

5. Onze democratie en waarden beschermen;

6. Een wereldwijd Europa: onze macht en partnerschappen benutten;

7. Samen resultaten boeken en onze Unie voorbereiden op de toekomst.

TOP VIJF EU-BEVOEGDHEDEN

De Europese Unie (EU) is het meest succesvolle proces van economische integratie in de geschiedenis. Het resultaat is een interne markt voor de handel in goederen, diensten, investeringen en vrij verkeer van werknemers. Strenge concurrentieregels vrijwaren daarbij de eerlijke concurrentievoorwaarden. Bovendien beschikt de EU over een eenheidsmunt, de euro, en spreekt ze met één stem over onderwerpen die van vitaal belang zijn voor onze economie, zoals internationale handel.

Die economische integratie heeft verschillende voordelen voor ondernemingen: een grote markt, economische stabiliteit, efficiëntiewinst op Europees niveau en concurrentiekracht op internationaal niveau. Het Europese apparaat brengt echter ook ingewikkelde regelgeving, administratieve lasten en bureaucratische vertragingen met zich mee. Een overzicht van de vijf belangrijkste Europese bevoegdheden die een impact hebben op uw onderneming.

1. DE INTERNE MARKT

De eengemaakte markt is sinds 1993 de gemeenschappelijke ruimte tussen de 27 EU-lidstaten waarin goederen, diensten, kapitaal en personen vrij kunnen circuleren en vormt zo, met de eurozone, de kern van de economische samenwerking. Voor Belgische ondernemingen is die grote markt uitgegroeid tot de belangrijkste afzetmarkt en leverancier.

Vier fundamentele vrijheden

De interne markt wordt onder meer gekenmerkt door een douane-unie. Dat betekent dat het voor lidstaten verboden is om douanerechten te heffen of kwantitatieve handelsbeperkingen op te leggen. Producten circuleren vrij door heel Europa, op voorwaarde dat ze voldoen aan bepaalde conformiteitscriteria, die soms moeilijk na te leven zijn. Het vrije verkeer van

goederen is mogelijk dankzij markttoezicht en conformiteitsbeoordelingen voor elk product.

In theorie kunnen dienstverleners hun activiteiten in elke EU-lidstaat uitvoeren zonder te worden gediscrimineerd. In de praktijk zijn er echter nog een aantal nationale obstakels, zoals de erkenning van kwalificaties.

Werknemers uit de EU hebben ook het recht om een jobaanbieding in een ander EU-land te aanvaarden, om zich vrij in het land te verplaatsen, om er omwille van een job te verblijven en om er vervolgens onder bepaalde voorwaarden te blijven.

Tot slot stelt het vrije verkeer van kapitaal ondernemingen in staat om financiële transacties uit te voeren onder dezelfde voorwaarden in alle 27 lidstaten. Afgezien van dat principe is de kapitaalmarktenunie een project dat al geruime tijd de creatie van één enkele kapitaalmarkt nastreeft. Het doel is om geld – investeringen en spaargeld –door de hele EU te laten circuleren, ten behoeve van consumenten, investeerders en ondernemingen, waar ze ook gevestigd zijn. Die kapitaalmarktenunie moet ondernemingen een ruimere keuze aan financiering tegen lagere kosten bieden.

De eurozone

Voor de 20 Europese landen die de euro hebben ingevoerd, verloopt het verkeer binnen de interne markt dankzij de economische en monetaire unie nog gemakkelijker. De economische stabiliteit die daaruit voortvloeit vermindert de onzekerheid bij ondernemingen en moedigt investeringen aan. De euro maakt het daarnaast makkelijker om in de eurozone, op een volledig veilige manier, te kopen en te verkopen en onderling handel te drijven doordat de kosten in verband met wisselkoersschommelingen wegvallen.

2. MEDEDINGINGSBELEID

De voltooiing van de interne markt gaat hand in hand met gemeenschappelijke mededingingsregels. Het mededingingsbeleid moedigt ondernemingen aan om consumenten goederen en diensten aan te bieden tegen de meest gunstige voorwaarden. Het stimuleert efficiëntie en innovatie en verlaagt de prijzen door erop toe te zien dat ondernemingen onafhankelijk van elkaar en onder druk van hun concurrenten handelen.

De Europese Commissie verbiedt over het algemeen staatssteun, tenzij die gerechtvaardigd is om redenen van algemene economische ontwikkeling. Naast die strenge voorschriften controleert de Europese uitvoerende macht ook fusies en overnames van een bepaalde omvang om nadelige gevolgen voor de vrije concurrentie te voorkomen.

“DE EU-STRATEGIE IS GERICHT OP HET VERMINDEREN VAN EXTERNE (NIET-EUROPESE)
AFHANKELIJKHEDEN IN SECTOREN

DIE ESSENTIEEL ZIJN VOOR

DE EUROPESE VEILIGHEID

EN GROEI”

Sinds juli 2023 kan de Europese Commissie dankzij een specifieke verordening de verstoringen als gevolg van buitenlandse subsidies verhelpen en het level playing field in stand houden voor alle ondernemingen die op de interne markt actief zijn. Zij kunnen daarbij steeds handel blijven drijven en investeringen doen. Buitenlandse subsidies, vooral uit China, dreigen de binnenlandse markt te verstoren door hun begunstigden een oneerlijk voordeel te geven bij een mogelijke overname of het verkrijgen van overheidsopdrachten.

3. INDUSTRIEEL BELEID

De Europese Unie werkt volop aan een reactie op de Amerikaanse Inflation Reduction Act en het staatskapitalisme in China, dat zijn strategische industriële sectoren actief financiert. De EU wil het concurrentievermogen van de Europese industrie versterken en bouwen aan een duurzamere, veerkrachtigere en meer gedigitaliseerde economie die jobs creëert, binnen een kader van strategische autonomie.

De EU wil met haar strategie de externe (niet- Europese) afhankelijkheden verminderen in sectoren die essentieel zijn voor de Europese veiligheid en groei. De Commissie ondersteunt daarom gediversifieerde internationale partnerschappen die bijdragen aan de versterking van de economische veerkracht door middel van investeringen en handel. Ze ondersteunt ook nieuwe industriële

allianties op strategische gebieden die particuliere investeerders aantrekken en jobs helpen creëren.

Zo zal de recente goedkeuring van de verordening inzake kritieke grondstoffen (CRMA) ervoor zorgen dat de EU op een veilige en duurzame manier kritieke grondstoffen kan aanvoeren. De bedoeling is om alle stadia van de waardeketen voor die essentiële productiefactoren te versterken, de invoer van de EU te diversifiëren, de EU beter in staat te stellen om de risico's op verstoring van de bevoorrading te monitoren en te beperken, en de circulariteit en duurzaamheid van die grondstoffen te verbeteren.

“IN DE AFGELOPEN JAREN MAAKTE DE TRADITIONELE DOELSTELLING VAN HANDELSBEVORDERING EN MARKTTOEGANG PLAATS VOOR BEPERKENDE MAATREGELEN

IN NAAM VAN DE ECONOMISCHE VEILIGHEID”

De verordening voor een nettonulindustrie (NZIA) heeft tot doel de Europese productiecapaciteit voor groene technologieën en hun belangrijkste componenten te versterken door belemmeringen voor een grotere productie in Europa weg te nemen. Ze is erop gericht tegen 2030 over een nettoproductiecapaciteit te beschikken die ten minste 40% van de jaarlijkse implementatiebehoeften moet dekken, wat producenten en investeerders voorspelbaarheid biedt.

4. INTERNATIONALE HANDEL

EN DOUANE

De Europese Unie beheert namens de 27 lidstaten de handelsbetrekkingen met derde landen, grotendeels door middel van handelsakkoorden. Die akkoorden creëren betere zakelijke kansen en nemen handelsbelemmeringen voor ondernemingen weg. Dankzij bijvoorbeeld het handelsakkoord met Japan vallen douanerechten en andere handelsbelemmeringen weg en wordt een platform voor samenwerking tussen Europese en Japanse ondernemingen gecreëerd.

In de afgelopen jaren maakte de traditionele doelstelling van handelsbevordering en markttoegang echter plaats voor beperkende maatregelen in naam van de economische veiligheid.

Dat nieuwe concept, waarrond in juni 2023 een Europese strategie werd voorgesteld, stelt een gemeenschappelijk kader vast om de veiligheid en het concurrentievermogen van de EU te waarborgen in een tijd van toenemende geopolitieke spanningen en ingrijpende technologische veranderingen. De grondbeginselen van evenredigheid en nauwkeurigheid vormen in theorie de leidraad voor economische veiligheidsmaatregelen. De verordening buitenlandse directe investeringen (BDI) moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat de EU risico's voor de veiligheid of de openbare orde als gevolg van buitenlandse investeringen in gevoelige sectoren kan identificeren, beoordelen en beperken.

5. DUURZAAMHEID

In het kader van het klimaatakkoord van Parijs (2015) verbonden de EU-landen zich ertoe om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. De Green Deal is Europa's strategie om die ambitieuze doelstelling te halen.

De Europese Commissie zorgt voor samenhang tussen industrie-, milieu-, klimaat- en energiebeleid om een optimaal ondernemingsklimaat te creëren voor duurzame groei, jobcreatie en innovatie.

De EU-regeling voor handel in broeikasgasemissierechten (ETS) stelt een plafond vast voor de totale hoeveelheid broeikasgassen die mag worden uitgestoten door de installaties en exploitanten in de verschillende Europese sectoren die onder de regeling vallen. Het plafond wordt elk jaar verlaagd in overeenstemming met de klimaatdoelstelling van de EU, waardoor de uitstoot in de loop van de tijd moet afnemen.

Ook het ESG-concept (Environmental, Social, Governance) won op Europees niveau aan belang. Overheden spelen een belangrijke rol bij het ondersteunen en aanmoedigen van ondernemingen om verantwoord te ondernemen. Zo keurde de EU onlangs de richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (CS3D) goed om duurzaam en verantwoord gedrag door ondernemingen te bevorderen bij hun activiteiten en in hun wereldwijde waardeketens. De toepassing van die richtlijn zal zware administratieve lasten veroorzaken voor de betrokken ondernemingen.

IS UW BEDRIJFSMODEL KLAAR VOOR EEN DUURZAME VERANDERING?

LAAT U HIERVOOR BEGELEIDEN!

SHIFT MY ENTERPRISE : CALL TO ACTION !

In tijden van ecologische en sociale crisis krijgen u en uw bedrijf af te rekenen met tal van uitdagingen. En als dit nu eens de gelegenheid is om uw model stap voor stap om te denken?

Al sinds 2020 hebben bedrijven hun transitie aangevat met de steun van het Gewest. Het gaat met name om e-farmz, Kazidomi, les Savonneries Bruxelloises, Oxfam, Democo, Decathlon Belgium, bpost, Exki, Krëfel, Valens, TCO Service, Sodexo en vele anderen.

In 2024 werd Shift my enterprise gelanceerd, een nieuw begeleidingsaanbod om Brusselse zko’s en kmo’s te helpen in de transitie te stappen. Shift my enterprise is een gezamenlijk initiatief van Brussel Economie en Werkgelegenheid, Leefmilieu Brussel en hub.brussels en is bedoeld voor zko’s en kmo’s die al minstens 3 jaar actief zijn in het Brusselse Gewest.

Onstabiele bevoorradingsketens, verhoogde prijzen voor grondstoffen, de druk van de concurrentie op wereldniveau, moeilijkheden om goede profielen aan te werven … https://shiftingeconomy.brussels/shift-my-enterprise

Concreet biedt Shift my enterprise u:

• degelijke en uitgebreide gratis begeleiding door experten (het equivalent van een subsidie van € 16.000), die bestaat uit het samen uitwerken van een actieplan en/of begeleiding bij de uitvoering ervan;

• een kans om contacten aan te knopen en vereenvoudigde toegang tot de gewestelijke steunregelingen;

• promotie voor uw project;

• voordelige voorwaarden om uw intrek te nemen in de gebouwen van Greenbizz.brussels, de gewestelijke incubator voor duurzame projecten;

• hogere premies en steun voor economische ontwikkeling als “voorbeeldige” onderneming.

Het selectieproces blijft doorlopen tot in november 2024, of tot de budgetten voor de begeleiding op zijn

> Raadpleeg het reglement

> Stel u kandidaat on-line

> Laat u inspireren door de bedrijven die al in transitie zijn

> Aarzel dan niet om contact op te nemen met ons team: info@shiftmyenterprise.brussels

HOE KUNNEN ONDERNEMINGEN HUN STEM LATEN HOREN?

You might not care about European politics but European politics cares about you!

Met andere woorden: Europa heeft een rechtstreekse impact op de activiteiten van ondernemingen. Toch kunnen ondernemingen in alle belangrijke fasen van het Europese besluitvormingsproces hun stem laten horen.

De afgelopen jaren worden ondernemingen geconfronteerd met een veelheid aan Europese regelgeving. Of het nu op milieu-, handels-, sociaal, digitaal of financieel gebied is, en of er nu een goede of minder goede reden voor is, de Europese Unie legt de privésector steeds meer verplichtingen op. Die regels leiden tot bijkomende kosten, administratieve lasten en een herverdeling van middelen.

Uitgerust met een goede lobbystrategie, is een ondernemer echter veel meer dan een passieve toeschouwer en kan hij een invloedrijke speler worden in het besluitvormingsproces. Als stakeholder kan een onderneming beleidsmakers op objectieve wijze informeren over de gevolgen of kansen van toekomstige wetgeving. Spelers op het terrein kunnen raadplegen is voor politici een grote troef.

TIPS VOOR EEN

DOELTREFFENDE

PUBLIC AFFAIRS-STRATEGIE

Voor bedrijven en organisaties, net zoals voor alle belanghebbenden bij een overheidsbeslissing, is het zaak om met een doeltreffende methodologie resultaat te boeken in het besluitvormingsproces. Een public affairs-strategie gaat uit van een constructieve dialoog en samenwerking met beleidsmakers om tot de best mogelijke beslissing te komen die rekening houdt met de belangen van alle betrokkenen. Op die manier draagt belangenbehartiging – een ander woord voor public affairs – bij tot betere besluitvorming in een democratisch proces.

FOCUS OP WIE BEVOEGD IS VOOR EEN BESLISSING

Een grondige analyse van de besluitvormingsprocedure die van toepassing is op een dossier, reveleert de mogelijkheden om boodschappen over te brengen en identificeert bij wie die moeten aankomen. Breng de stakeholders in kaart. Timing is cruciaal. Wie vroeg in het proces instapt, wanneer ideeën rijpen en gedachten gevormd worden, maakt veel meer kans om te overtuigen. Kom op tijd!

GELOOFWAARDIGHEID

SCHEPT VERTROUWEN

Je wint vertrouwen, ook bij wie je standpunt aanvankelijk niet deelt, door betrouwbare en consistente informatie en data te delen. Je gesprekspartners spreken ook met elkaar en tegenstrijdige mededelingen vernietigen je geloofwaardigheid. Breng je boodschappen in een formaat dat nuttig is voor wie het aanbelangt. Korter is gewoonlijk beter. Helder geschreven tekst versterkt je invloed, honderden pagina’s Excel-bestanden blijven ongeopend in de inbox slapen. Overweeg nuttige grafieken, leerzame illustraties, deelbare infographics. Maak je huiswerk. Zorg dat je argumenten juridisch steekhouden. Onderbouw je economische en wetenschappelijke argumenten met gerespecteerde bronnen. Maar bovenal: schat de politieke haalbaarheid van wat je wenst te bereiken goed in.

“NEEN”

IS GEEN AMENDEMENT

Hét geheim van doeltreffende public affairs bestaat erin om oplossingen voor te stellen voor het probleem waarmee beleidsmakers geconfronteerd worden. Enkel “neen” zeggen, zonder constructieve suggesties, werkt niet.

© Dann

Thomas Tindemans Voorzitter Europese werkgroep BBE van het VBO Chairman Burson (voorheen Hill & Knowlton)

DE BESLUITVORMINGS-CYCLUS BEÏNVLOEDEN IN VIJF BELANGRIJKE STAPPEN

Om het eenvoudig te houden, beschrijven we hieronder de vijf belangrijkste stappen van de gewone wetgevingsprocedure, met andere woorden de procedure die de Europese Unie toepast om nieuwe wetgeving op te stellen en aan te nemen. In elke fase heeft een onderneming of een groep van ondernemingen binnen een federatie zoals het VBO, de mogelijkheid om haar belangen succesvol voor te stellen.

EUROPESE COMMISSIE

EUROPESE COMMISSIE

De eerste belangrijke fase betreft de werkzaamheden van de Europese Commissie. Die instelling is het uitvoerend orgaan van de Europese Unie. Ze werkt in het algemeen belang door wetgeving voor te stellen en te handhaven. Het initiatiefrecht ligt dus bij de Commissie.

In het algemeen stelt de Europese Commissie twee soorten wetgeving op:

De verordening: verordeningen zijn bindende wetgevingshandelingen. Ze moeten direct en volledig worden geïmplementeerd in de hele Europese Unie.

De richtlijn: richtlijnen zijn wetgevingshandelingen waarin doelstellingen worden vastgesteld voor de EU-landen. Elke lidstaat is echter vrij om zijn eigen maatregelen uit te werken om die te bereiken.

Om aan het begin van de cyclus impact te hebben, moet een onderneming de tekst beïnvloeden voordat die binnen de Commissie wordt afgewerkt. Elk jaar publiceert de Commissie haar werkprogramma voor de komende twaalf maanden. Dat biedt stakeholders de kans om meer te weten te komen over toekomstige wetgeving die op hen van invloed kan zijn. Het is op dat moment raadzaam om contact op te nemen met de redacteurs die verantwoordelijk zijn voor de eerste teksten binnen het bevoegde directoraat-generaal.

Daarnaast wil de Commissie vaak de meningen van ondernemingen verzamelen

voor de publicatie van haar Roadmap en Inception Impact Assessment. Het wordt sterk aangeraden om deel te nemen aan die openbare raadplegingen, die gemiddeld tussen de vier en twaalf weken duren. Werkgeversorganisaties helpen hun leden vaak bij het formuleren van een gezamenlijke reactie op die raadplegingen, waardoor ze een zeker gewicht krijgen.

Zodra het wetgevingsvoorstel is gepubliceerd, wordt het naar de medewetgevers, het Europees Parlement en de Raad, gestuurd, die samen beslissen over de goedkeuring ervan. Het voorstel is dan dus niet langer in handen van de Commissie.

EUROPEES PARLEMENT

Het Europees Parlement bestaat uit 720 democratisch verkozen vertegenwoordigers uit alle lidstaten van de Europese Unie. Leden van het Europees Parlement zetelen niet op basis van hun nationaliteit, maar op basis van hun politieke overtuiging in een fractie.

Het Europees Parlement is traditioneel de meest transparante instantie. Het is overigens alleen mogelijk voor stakeholders die officieel in het transparantieregister zijn ingeschreven om parlementsleden en hun assistenten te ontmoeten.

Het Europees Parlement speelde de afgelopen jaren een steeds belangrijkere rol. Om tot een goede public affairs-strategie te komen moeten ondernemingen dus rekening houden met de politieke dynamieken in het parlement, die ze dagelijks moeten opvolgen.

Allereerst is het essentieel om de leden van het Europees Parlement die verantwoordelijk zijn voor het relevante wetgevingsdossier en de bevoegde parlementaire commissie, te identificeren. Contacten met de rapporteur (de persoon die verantwoordelijk is voor het opstellen van het standpunt van de vergadering) en de ‘shadow’-rapporteurs (Europarlementsleden van andere fracties die het dossier zullen volgen, evenals hun assistenten) vormen de basis van een bewustmakingscampagne ten aanzien van het Europees Parlement. Het is van belang om daartoe de agenda van de parlementaire werkzaamheden nauwlettend in de gaten te houden zodat geen enkele fase wordt gemist. Het secretariaat van de parlementaire commissie is de beste bondgenoot om de procedure te begrijpen en toegang te krijgen tot officiële documentatie.

De leden van het Europees Parlement zijn vaak geen experts in het onderwerp dat ze behandelen. Sommigen onder hen zullen (in)formele raadplegingen organiseren met stakeholders op het terrein om te beoordelen wat er in een voorstel van de Commissie moet worden aangepast, toegevoegd of geschrapt.

RAAD

Lobbyen bij de Raad1 betekent in gesprek gaan met de 27 nationale hoofdsteden van de EU. Elke lidstaat vaardigt vertegenwoordigers af, van technische experts tot de verantwoordelijke minister. Het innemen van een standpunt binnen de Raad is sterk afhankelijk van de nationale en zelfs regionale politieke context. Dat kan leiden tot complexe situaties.

EUROPEES PARLEMENT

RAAD

Een uitstekende toegangspoort tot dat politieke labyrint is de permanente vertegenwoordiging van de lidstaten bij de Europese Unie in Brussel. Contact met de diplomaat die verantwoordelijk is voor het dossier kan ondernemingen helpen om te weten te komen hoe ver de wetgeving gevorderd is en om een overzicht te krijgen van de nationale experts die de technische werkzaamheden opvolgen.

De institutionele complexiteit van België maakt het lobbywerk er niet eenvoudiger op. Het Belgische standpunt, dat verdedigd zal worden in de Raad, wordt gecoördineerd door de directie-generaal Europese Zaken (DGE) van de FOD Buitenlandse Zaken. De DGE coördineert dus de belangen van de federale en gefedereerde entiteiten zodat ons land die met één stem kan verdedigen op het Europese toneel.

Om doeltreffend te kunnen lobbyen, is het noodzakelijk om te achterhalen welke thematische samenstelling van de Raad verantwoordelijk is voor het dossier en hoe de agenda van de werkzaamheden eruitziet. Vervolgens moet de onderneming, of de federatie van ondernemingen, contact opnemen met de nationale overheid om haar standpunten te presenteren en om te proberen het standpunt van de Raad, de zogenaamde algemene oriëntatie, te beïnvloeden. Vooral de permanente vertegenwoordiging van het land dat het roulerende voorzitterschap van de Europese Unie bekleedt (dat om de zes maanden wisselt) kan waardevolle hulp bieden om op de

POSTPUBLICATIE

TRIALOGEN

hoogte te blijven van de laatste politieke vooruitgang of koerswijzigingen, en van de agenda van de besprekingen.

TRIALOGEN

Trialogen, vaak omschreven als de ‘zwarte doos’ van de wetgevingsprocedure, zijn interinstitutionele onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de Raad, waarbij ook de Commissie betrokken is. Die onderhandelingen worden niet formeel omschreven in de Europese verdragen maar zijn een manier om tijd te besparen door eindeloos overleg tussen de instellingen, die op zoek zijn naar een akkoord over een definitieve tekst, te vermijden. Trialogen zijn een essentieel onderdeel van het wetgevingsproces geworden.

De uitdaging voor stakeholders bij trialogen bestaat erin om te weten te komen wanneer en hoe vaak ze zullen plaatsvinden. Het is een context van intensieve onderhandelingen waarbij de uiteindelijke beslissingen vaak in de vroege uurtjes worden genomen, soms met grote concessies. De belangrijkste spelers zijn de ambassadeur van het roulerende voorzitterschap en zijn sherpa voor de Raad, evenals de rapporteur voor het dossier en de voorzitter van de bevoegde commissie voor het Europees Parlement.

Ondernemingen moeten onderzoeken bij welke spelers rond de tafel de kans het grootst is dat ze een gevoelig artikel zullen wijzigen of blokkeren. De ruimte om de uiteindelijke tekst te beïnvloeden is echter vrij klein. De procedure is op dat moment bijna afgerond en de standpunten zijn grotendeels aangenomen.

POSTPUBLICATIE

Het is echter steeds vaker zo dat het wetgevende werk niet stopt nadat de tekst is aangenomen door de Raad en het Europees Parlement en werd gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie.

Een richtlijn moet namelijk nog worden omgezet in nationale wetgeving in alle 27 lidstaten. De nationale omzettingswet waarover in het bevoegde parlement zal worden gestemd, kan in zijn verplichtingen dus verder gaan dan de Europese bepalingen. Dat noemen we ‘gold-plating’. Het is zaak om waakzaam te zijn en ervoor te zorgen dat er geen ongunstige bepalingen worden opgenomen.

Een Europese wet kan ook worden aangevuld door secundaire wetgeving, met zogenaamde gedelegeerde of uitvoeringshandelingen. De medewetgevers delegeren de verantwoordelijkheid voor bepaalde technische details aan de Commissie. Naar schatting zijn meer dan 85% van de handelingen die door de Europese Unie worden aangenomen gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen.

Die wetteksten vereisen uitgebreide technische expertise. Vooral als er een openbare raadpleging plaatsvindt. Ondernemingen moeten in dat geval een beroep doen op externe partijen, zoals hun sectorfederaties.

1 De Raad van Europese ministers bestaat uit een of soms meerdere vertegenwoordigers van elke regering van de EUlidstaten. Die vertegenwoordigers verschillen naargelang de behandelde onderwerpen. Vindt de Raad bijvoorbeeld plaats in de vorm van de ‘Raad Economische en Financiële Zaken’ (Ecofin), dan worden alle ministers verantwoordelijk voor economie en financiën van de lidstaten bijeengebracht.

VIJF ERVARINGSDESKUNDIGEN OVER DE

EUROPESE UITDAGINGEN

Gezien de recente wereldwijde economische en geopolitieke ontwikkelingen moet de Europese Unie (EU) meer dan ooit het internationale concurrentievermogen van Belgische en Europese bedrijven versterken, om de positie van de EU als vruchtbare grond voor ondernemerschap, innovatie en investeringen te behouden.

In deze editie over het belang van de EU voor Belgische bedrijven vonden we het daarom essentieel om de standpunten van een divers panel te presenteren over de belangrijkste uitdagingen waarmee Europese bedrijven momenteel te maken hebben.

1. WAT MOET DE EU DOEN OM DE INTERNATIONALE CONCURRENTIEKRACHT VAN ONZE BEDRIJVEN TE VERSTERKEN?

Wereldwijde onzekerheid, zware regeldruk, protectionistische trends en trage groei hebben een moeilijk klimaat gecreëerd voor bedrijven in Europa. De EU-agenda moet worden hertekend om de regio aantrekkelijker te maken. Dat begint met een hernieuwde nadruk op een competitieve, digitale en duurzame interne markt en een open benadering van de handel. De EU moet het bedrijven gemakkelijker maken en hen genoeg redenen geven om in de regio te investeren.

Er is behoefte aan een robuust Europees industriebeleid voor kwaliteitsjobs met aanzienlijke investeringen en sterke sociale voorwaarden (zie onze resolutie op www.etuc.org).

Europa moet concurrerend zijn door de beste te zijn, niet de goedkoopste, en dat betekent investering, niet deregulering. Kwalitatieve jobs, degelijke arbeidsomstandigheden en sociale dialoog en collectieve onderhandelingen vormen de kern van het concurrentievermogen. Waar die elementen sterk aanwezig zijn, presteren economieën beter.

Concurrentievermogen serieus nemen betekent serieus werk maken van robuuste overheidsdiensten en -administraties, sociale bescherming, huisvesting, vervoer en kinderopvang. Dat zijn allemaal cruciale elementen voor een competitieve economie.

We bevinden ons op een cruciaal moment om het concurrentievermogen van de industrie centraal te stellen in Europa. Alle Europese bedrijven hebben, naast een ongekend concurrentieklimaat, te maken met de kosten van de energietransitie. Het succes van de Green Deal hangt grotendeels af van de chemische industrie, want het is de chemie die de transitie mogelijk maakt.

Meer dan 1.200 bedrijven, verenigingen en vakbonden in heel Europa ondertekenden de Verklaring van Antwerpen1, waarin ze pleiten voor een ‘European Industrial Deal’ als aanvulling op de Green Deal. Die oproep aan de Europese leiders omvat 10 acties gericht op het garanderen van de ecologische transitie in een veerkrachtige en duurzame Europese industrie.

Het recept om de concurrentiekracht van Europese bedrijven te versterken, is welbekend en werd de voorbije maanden al uitvoerig besproken: meer Europa. De uitkomst van de Europese verkiezingen met een groter aandeel voor extreemrechtse en anti-EU-partijen, wijst er echter op dat dit moeilijker wordt dan voordien.

De EU heeft nog weinig een echte interne markt, zoals Enrico Letta in zijn rapport stelde, maar te veel nationale markten. Met te veel verschillen in toepassing van Europese regelgeving, en te veel toezichthouders.

Het is tragisch dat de EU daar al meer dan 30 jaar mee worstelt, en dat een algemeen besef van het verlies van Europa’s wereldwijde economische slagkracht ertoe moet leiden dat daar dringend aan moet worden gesleuteld. Lidstaten passen nog te weinig de principes van de interne markt toe, dat zijn wederzijdse erkenning van regelgeving en vrij verkeer van goederen, diensten en personen. Concreet betekent dit dat bedrijven vrij in de interne markt moeten kunnen bewegen, consolideren, groeien.

Helaas blijkt dat in praktijk nog veel te moeilijk.

Ten eerste moet de eengemaakte markt worden vervolledigd. Het recente rapport van Enrico Letta is daarbij de belangrijkste leidraad. Maar er ligt ook een belangrijke verantwoordelijkheid bij de lidstaten: eindelijk komaf maken met het toevoegen aan of verstrengen van de Europese regels, het zogenaamde ‘gold-plating’. De EU moet ook meer met verordeningen werken, in plaats van met richtlijnen die nog voor interpretatie vatbaar zijn in elke lidstaat.

Ten tweede moet het mededingingsbeleid op bepaalde punten worden herdacht. We moeten meer Europese ‘champions’ toelaten. Hoe willen (en kunnen) we bijvoorbeeld nog globaal meetellen in de telecomwereld als Europa nog tientallen afzonderlijke operatoren telt, en de VS maar drie en China twee?

Ten derde moet Europa bepaalde regelgevingen tegen het licht houden. Ik ben een grote voorstander van de Europese Green Deal, en die moet zeker worden gehandhaafd. Maar andere richtlijnen zoals de CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence) dreigen zo’n administratieve rompslomp met zich mee te brengen dat ze Europese bedrijven met een echt competitief nadeel opzadelen.

Susan Danger CEO, American Chamber of Commerce to the EU (AmCham EU)
Esther Lynch General Secretary, European Trade Union Confederation (ETUC)
Ilham Kadri CEO, SYENSQO
Karel Lannoo CEO, Centre for European Policy Studies (CEPS)
Thomas Leysen Chairman Mediahuis & voormalig voorzitter, VBO FEB
© Bernal Revert BR&U, 2022 © Fred Debrock
© Fred Merz / Lundi13 / Syensqo © Lenoir Photography
© AmCham EU

2. HOE KAN DE EU DE GEOPOLITIEKE

RISICO’S DIE EEN NEGATIEF EFFECT

HEBBEN OP DE ECONOMIE EN DE INTERNATIONALE HANDEL AANPAKKEN?

Susan

CEO American Chamber of Commerce to the EU (AmCham EU)

De EU moet een voortrekkersrol blijven spelen op het internationale toneel. Samenwerking met partners die de waarden van de EU delen, zoals de Verenigde Staten, moet een cruciaal onderdeel zijn van de buitenlandse agenda. De EU moet ernaar streven de veerkracht van wereldwijde toeleveringsketens te versterken door middel van een ambitieus netwerk van vrijhandelsovereenkomsten. Het vinden van een evenwicht tussen een assertieve houding en een naar buiten gericht beleid zal essentieel zijn om de negatieve gevolgen van het onstabiele klimaat op het wereldtoneel te verzachten.

Esther Lynch

Secretary, European Trade Union Confederation (ETUC)

Om de positie van Europa te versterken en kwaliteitsjobs te beschermen en te creëren, is er dringend behoefte aan een sterk Europees industriebeleid voor kwaliteitsjobs dat alle sectoren en alle transities bestrijkt (zie onze resolutie).

Wij roepen op tot de invoering van een permanent investeringsinstrument op EU-niveau om de nodige middelen te voorzien in alle sectoren, lidstaten en regio's.

Investeringen voor bedrijven moeten worden gekoppeld aan het succes van de beroepsbevolking. Dat betekent garanties voor de betrokkenheid van vakbonden, gekoppeld aan rechten voor een rechtvaardige transitie voor werknemers, zoals het recht op opleiding.

Het is ook van groot belang ervoor te zorgen dat het handelsbeleid van de EU het industriebeleid ondersteunt en een echt gelijk speelveld oplevert.

3. WAT IS UW BELANGRIJKSTE BOODSCHAP

AAN DE NIEUWE VOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE?

Amerikaanse bedrijven kijken al jaren naar Europa als een topbestemming voor investeringen. Belangrijke pijlers voor investeren in Europa zijn: stabiliteit, toegang tot een grote interne markt van meer dan 400 miljoen consumenten, universiteiten en onderzoeksinstellingen van wereldklasse en hoogopgeleide en productieve arbeidskrachten. Dat mogen we niet langer als vanzelfsprekend beschouwen. We hebben leiderschap nodig om het Europese concurrentievermogen op te krikken.

We moeten onthouden dat het aantrekken van investeringen geen doel op zich is. Economisch succes leidt tot welvaart en veiligheid. Het creëert de voorwaarden voor bloeiende gemeenschappen en het welzijn van burgers. Het bedrijfsleven heeft een sleutelrol te spelen om dat te verwezenlijken, maar daarvoor hebben we een gunstig regelgevingsklimaat nodig.

De Europese instellingen moeten dringend actie ondernemen om een oplossing te vinden voor de onzekerheid die aan de basis ligt van de groeiende woede en angst in onze samenleving. Alle democratische krachten moeten zich scharen achter een hoopvol project om kwaliteitsjobs en betere werk- en leefomstandigheden te creëren.

We roepen de nieuwe voorzitter van de Europese Commissie (zie ons EU-verkiezingsmanifest op www.etuc.org) op om:

• Initiatieven te nemen om in elke sector en regio kwaliteitsjobs te creëren en concrete initiatieven voor te stellen om bedrijven te ondersteunen bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden.

• Investeringen en rechten in te voeren voor een rechtvaardige transitie en voor onze sociale doelstellingen.

• Een sterk industrieel beleid te ontwikkelen voor kwaliteitsjobs en te zorgen voor openbare diensten van hoge kwaliteit.

• Vakbonden, sociale dialoog, collectieve onderhandelingen en democratie op het werk te ondersteunen.

• Elke poging om achteruit te gaan op het gebied van rechten en normen af te wijzen.

• De extreemrechtse agenda niet te steunen en er niet bij betrokken te raken.

Vandaag de dag verliest de Europese industrie terrein. Als we concurrerend willen blijven met andere spelers op de wereldmarkt, hebben we nood aan een gunstig kader voor investeringen in de Europese industrie. We vragen onder andere dat er een inventaris wordt opgemaakt van de beschikbare beleidsinstrumenten om oneerlijke concurrentie van buiten de EU tegen te gaan en dat er een eerste vicevoorzitter wordt aangesteld die verantwoordelijk is voor de uitvoering van die European Industrial Deal.

Een bijkomende reden voor meer Europa zijn de stijgende spanningen in de wereld. Dat vergt één buitenlands beleid, één defensie, één handelsbeleid. Ook dat is al lang besproken, maar in praktijk moeilijk haalbaar. De Russische dreiging maakte dat duidelijk, maar de vooruitgang is na meer dan twee jaar oorlog in Oekraïne nog te klein en te traag. Voor het handelsbeleid moet Europa meer wederkerigheid realiseren in de toegang tot andere markten.

Thomas Leysen

Chairman Mediahuis & voormalig voorzitter, VBO FEB

Dat zal niet gemakkelijk zijn. Zeker als Donald Trump wordt verkozen zal Europa relatief eenzaam in de wereld staan. Of we het willen of niet, het antwoord zal meer Europa moeten zijn als we niet geklemd willen worden tussen de VS en China. Ook zal er een grotere defensie-inspanning noodzakelijk zijn, gezien de dreiging van het ‘Poetin’-Rusland die wellicht nog een lange tijd zal blijven wegen. We moeten blijven ijveren voor een zo vrij mogelijke handel, maar er tegelijk wel voor zorgen dat we milieuoverwegingen laten meespelen (bijvoorbeeld met mechanismen zoals het CBAM - Carbon Border Adjustment Mechanism).

Europa heeft de afgelopen jaren zijn positie als 's werelds grootste producent van chemische producten verloren aan China, waar de export exponentieel groeit, waardoor strategische waardeketens in Europa in gevaar komen. Maar ik blijf optimistisch over Europa. Dit is het continent van industrie, innovatie en talent. Ik ben ervan overtuigd dat er nog steeds marge is voor industrieel herstel, om het concurrentievermogen op peil te houden en gelijke tred te houden met de andere grote economieën. Maar we hebben geen tijd te verliezen.

Voor de nieuwe EU-Commissievoorzitter, en de commissarissen, is de boodschap duidelijk: versterk de positie van de EU intern door een correcte toepassing van EU-wetgeving, en extern via één Europese defensie en één stem in de wereld. Veel palavers kunnen we ons niet meer veroorloven.

Blijf inzetten op de Green Deal, blijf inzetten op innovatie, ijver voor meer eigen inkomsten voor de EU, hervorm de beslissingsprocessen in de EU (zeker in het licht van een mogelijke verdere uitbreiding) en reduceer consequent de administratieve belemmeringen die onze bedrijven een concurrentienadeel opleveren.

Diversificatie is altijd een juist antwoord

De ‘lessons learnt’-dynamiek maakt deel uit van Ageas’ businessmodel

Technologie en data evolueren zo snel dat Ben Coumans zich afvraagt of we ons überhaupt waterdicht kunnen beschermen tegen misbruik ervan.

“Zakendoen in verschillende delen van de wereld is een enorm voordeel.”
BEN COUMANS Managing Director Europe

Volgens de Managing Director Europe bij Ageas is regelgeving nuttig, “op voorwaarde dat ze snel en pertinent is”. Daarnaast zijn leren, delen en diversifiëren krachtige hefbomen om vandaag als bedrijf veilig en succesvol zaken te doen.

Welke trends bepalen ons ondernemen in Europa? “ Trends zijn zelden geografisch begrensd, ze werken maatschappij- en cultuuroverschrijdend”, stuurt Ben Coumans de vraag bij. Hij herkent er drie die voor elke ondernemer waar ook ter wereld actief, vandaag relevant zijn. “ De accumulatie van data gecombineerd met de exponentiële groei van de computerrekenkracht opent een scala aan kansen binnen alle schakels van de businessketen. En versnelt de evolutie van businessmodellen tegen een ongezien tempo. In het kielzog van die technologische vooruitgangsrace neemt het risico op misbruik en cybercriminaliteit toe. Ten slotte verbruiken we als maatschappij wereldwijd steeds

meer grondstoffen, waardoor de druk van klanten, beleidsmakers enz. om op een duurzame manier te ondernemen almaar groter wordt.”

Vraag is op welke manier de Europese Unie een regulerende rol moet of kan spelen. De verzekeringssector is als een streng gereguleerde sector wel al wat gewoon. Tegelijk creëert die onafhankelijke ‘controle’ ook vertrouwen bij klanten en stakeholders. “ Zolang de regulering op een gezonde, efficiënte manier de activiteiten stuurt, heeft een onderneming, en in casu de verzekeraar die op de lange termijn focust, er baat bij. Want vertrouwen is fundamenteel voor de kern van onze activiteit. Jammer genoeg durft de regelgeving af en toe overlappen of botsen, zeker wanneer je zoals Ageas in verschillende delen van de wereld actief bent. Denk aan de GDPR die niet overal even stringent wordt vereist, laat staan toegepast.” Als Europa een leidende regulator wil zijn, dan moet het erover waken dat het level playing field met de rest van de wereld onder controle blijft. “ Wie met de vlag de voorhoede wil leiden terwijl niemand volgt, schiet in eigen voet.” Bovendien riskeer je bij een te trage, sterke regeldrift dat je altijd achterophinkt op de snel veranderende realiteit. “ Wil Europa een pertinente rol spelen, dan is het aangewezen voldoende snel en pragmatisch over de regelgeving na te denken.”

Checks-and-balances

Kijk naar wat generatieve artificiële intelligentie (GenAI) vandaag in beweging zet. De integratie van die ‘nieuwe’ technologie brengt nieuwe uitdagingen, kansen en risico’s met zich mee op het vlak van privacy, intellectuele eigendom, ethisch gebruik van data e.d. “Ageas is vragende partij voor gezonde checks-and-balances. Ook al beseffen we dat elke nieuwe Europese regelgeving extra processen vereist, de toepassing van technologie kan vertragen en … ook extra kosten met zich meebrengt. Maar die handicap ten opzichte van andere regio’s in de wereld kunnen we erbij nemen op voorwaarde dat die regels zich op lange termijn niet beperken tot Europa en al onze stakeholders wereldwijd ten goede komen.”

Hoopvol is dat Europa in het verleden vaak vooropliep in regulering en de rest van de wereld uiteindelijk volgde.

Die ‘lessons learnt’-dynamiek maakt deel uit van Ageas’ businessmodel. “Bijvoorbeeld: als in Azië onze solvabiliteitsregimes door lokale regelgevers complexer worden gemaakt, dan kunnen we meestal putten uit onze ervaring en kennis die we daarrond in Europa al hebben opgebouwd. Op die manier wordt wat initieel een uitdaging was, omgebogen tot een voordeel. Zelfde verhaal voor alles wat vandaag gebeurt op het vlak van duurzaam ondernemen en ESG-rapportage.”

Leren en delen

Hoe overbrug je de kloof tussen die twee snelheden?

Ben Coumans is voor wat de verzekeringssector betreft 100% overtuigd dat zakendoen in verschillende delen van de wereld een enorm voordeel is. “Je kunt veel sneller nieuwe trends assimileren in je businessmodel. Leren van en delen met elkaar is een essentieel fundament van onze cultuur.”

Tot geopolitieke spanningen of crises de normale gang van zaken doorkruisen. “Mensen zijn slim en zullen vaak creatieve oplossingen vinden om daar mee om te gaan.” Ageas gaat de wereld niet naar zijn hand zetten, maar probeert dankzij diversificatie het hoofd te bieden aan onverwachte, ingrijpende gebeurtenissen. “ Diversificatie van onze aanwezigheid in deze snel veranderende wereld is een groot voordeel als je het delen van best practices op een goede manier kunt faciliteren en flexibel kunt aanpassen aan de lokale realiteit.”

Coumans maakt zich meer zorgen over de evolutiesnelheid van de technologie die zal leiden tot meer ongelijkheid in de wereld tussen de haves en havenots. “Opnieuw, dankzij onze gediversifieerde portefeuille en onze aanwezigheid en activiteit in de meest uiteenlopende markten en segmenten

wapenen we ons tegen mogelijke doemscenario’s. Diversificatie is altijd een juist antwoord. Ik ben allerminst voorstander om al je eieren in één mand te leggen.”

Snelheid en relevantie

Cybercriminaliteit, fake news … zijn geen trends, wel een realiteit. In die mate dat alles wat je vandaag als individu of bedrijf hoort, leest of ziet niet langer vanzelfsprekend als waar(heid) kunt aanvaarden. “Recent nog werd een deepfake-foto van een aanslag op het Pentagon gepost waardoor de Amerikaanse beurs een forse knik naar beneden maakte. Kortom, blijf uitermate kritisch, blijf onaflatend investeren in de meest moderne technologieën om je optimaal te beschermen tegen cyberrisico’s en werk met businesspartners die dat ook doen. Daar kun je geen compromissen over sluiten. Ook Europa en andere regelgevers niet. Maar wel met een aandachtspunt dat de regulering focust op snelheid en relevantie.”

MET 50.000 BIJ AGEAS GROUP

Internationale verzekeringsgroep (levens- en niet-levensverzekeringen en herverzekeringen)

200 jaar

vakkennis en ervaring

Actief in 13 landen (4 in Europa en 9 in Azië)

Behoort tot de marktleiders in Europa

Belangrijkste verzekeraar in België +/- 50.000 werknemers

Premie-inkomen in 2023: zo’n 17,1 miljard euro

WELKE EUROPESE FINANCIERING PAST BIJ UW ONDERNEMING?

Volgens de Europese Commissie financiert de EU jaarlijks rechtstreeks meer dan 200.000 grote en kleine ondernemingen uit alle sectoren. Die initiatieven zijn van essentieel belang voor bedrijven die willen innoveren, groeien of gewoon competitief blijven op de wereldmarkt. In dit artikel lichten we enkele mogelijkheden toe om aanspraak te maken op die ondersteuning.

De Europese Unie (EU) vult op verschillende domeinen de werking van de lidstaten aan. Dat geldt ook voor de financiële ondersteuning via verschillende programma’s, zoals de cohesiefondsen of de aan de EU-begroting gekoppelde overheidsgaranties, die worden uitgevoerd en verdeeld via de federale en regionale overheden. Maar de EU wil ook op andere vlakken rechtstreekse financiële ondersteuning bieden aan ondernemingen die in Europa actief zijn.

RECHTSTREEKSE

ONDERSTEUNING VAN DE EU VOOR UW PROJECTEN

Verschillende subsidies en projectoproepen zijn gericht aan ondernemingen in uiteenlopende sectoren die aansluiting vinden bij de Europese duurzaamheidsdoelstellingen, zoals schone technologie, hernieuwbare energie, e-health, ecologisch verantwoorde voedselproductie en groene mobiliteit.

Om op die steun aanspraak te kunnen maken moeten ondernemingen op het EU Funding & Tenders Portal van de Europese Commissie (www.ec.europa.eu) de programma’s opzoeken die aansluiten bij hun activiteiten en nagaan of ze in aanmerking komen aan de hand van de specifieke richtlijnen voor elk fonds. Om in aanmerking te komen moeten ondernemingen, algemeen gesproken, de belangen van de EU onderschrijven, supranationale (intra- Europese) partnerships aangaan en de specifieke reglementen van het beoogde programma naleven (www.commission.europa.eu).

Tot de strategische doelstellingen en prioriteiten van de EU behoren onder meer de bevordering van innovatie, de groene transitie en de digitale transformatie (www.commission.europa.eu). De afstemming op de Europese beleidslijnen zorgt ervoor dat de fondsen zo worden ingezet dat ze de voordelen voor de volledige Unie maximaliseren en haar helpen de grote beleidslijnen uit te voeren.

Alvorens zich kandidaat te stellen is het essentieel om een solide dossier voor te bereiden, inbegrepen een gedetailleerde beschrijving van het project, een duidelijk financieel plan en steunbrieven van partners.

HORIZON EUROPE: GEEF INNOVATIE EEN STEVIGE ZET

Met een budget van 95,5 miljard euro is Horizon Europe het speerpuntprogramma voor de stimulering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Bent u onder meer actief op het vlak van groene technologie, gezondheid of digitalisering? Dan zou dit programma wel eens uw gedroomde bondgenoot kunnen zijn. Ondernemingen kunnen hun aanvraag tot financiering indienen via de portals Calls for Proposals en Call for Tenders (www.ec.europa.eu).

Horizon Europe kan worden gecombineerd met andere daarbij aansluitende Europese initiatieven zoals InvestEU, dat eveneens investeringen in onderzoek, innovatie en duurzame infrastructuur ondersteunt (www.investeu.europa.eu), en Strategic Technologies for Europe Platform (STEP), dat meer specifiek gericht is op ondersteuning van de ontwikkeling van strategische technologieën in verschillende vitale sectoren, zoals digitale technologie en biotechnologie (www.strategic-technologies.europa.eu). Door hun krachten te bundelen creëren STEP, InvestEU en Horizon Europe een geïntegreerd ecosysteem voor innovatie en investeringen in Europa, waardoor projecten bij elke stap in hun ontwikkeling een volledige financiële ondersteuning kunnen genieten.

Daarnaast zijn er nog een reeks thematische fondsen beschikbaar, zoals EU4Health voor de gezondheidssector, Connecting Europe Facility voor transport en mobiliteit en European Defence Fund voor de defensie- en veiligheidssector.

PROGRAMMA VOOR DE EENGEMAAKTE MARKT: STEUN AAN KMO’S

Het Single Market Programme, met een budget van 4,2 miljard euro, heeft tot doel het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen in alle sectoren te versterken. Bedrijven die willen toetreden moeten aantonen dat ze kunnen bijdragen aan het concurrentievermogen en de economische integratie van de EU, hun projecten afstemmen op de EU - doelstellingen en de reglementaire en ethische criteria van het programma naleven. Bezoek de portals Calls for Proposals, Call for Tenders en SMEs Executive Agency (www.commission.europa.eu).

Ook andere thematische programma’s richten zich tot kmo’s, in sectoren zoals energie, transport, digitale netwerken en landbouw. Ontdek ze via https://commission.europa.eu

DE EUROPESE

INVESTERINGSBANK

(EIB) FINANCIERT UW

DUURZAME PROJECTEN

Naast haar klassieke activiteiten op het vlak van cofinanciering van overheidsprojecten (onder meer in infrastructuur), biedt de EIB ook een breed gamma van financiële producten voor grote en kleine ondernemingen in verschillende stadia. Zo biedt ze leningen van 50 tot 500 miljoen euro met looptijden van 7 tot 10 jaar tegen aantrekkelijke en flexibele voorwaarden.

Over een tijdspanne van 50 jaar heeft de EIB in België bijna 40 miljard euro aan financiering beschikbaar gemaakt voor investeringen die aansluiten bij de beleidsdoelen van de EU, meer bepaald in de sector

van materiaaltechnologie, geneesmiddelen, energie en bouw. Bekijk alle projecten van de EIB in België via www.eib.org/en/projects/country/belgium

Voor projecten onder de 25 miljoen euro worden EIB-leningen verstrekt via private banken, zoals ING Belgium en KBC, of via de SRIW (Société Régionale d'Investissement de Wallonie).

Voor projecten van grotere omvang is het aangewezen dat ondernemingen die mogelijk in aanmerking komen, rechtstreeks contact opnemen met de EIB op de zetel in Luxemburg, of via haar Permanente Vertegenwoordiging in Brussel (brussels@eib.org).

Verder verstrekt de EIB ook risicokredieten voor innoverende ondernemingen, onder meer in biotechnologie en life sciences. (https://www.eib.org/ en/products/equity/venture-debt/index.htm).

UW AANSPREEKPUNTEN IN BELGIË

Bovenstaand overzicht van programma’s en instellingen is ver van volledig. Daarom moedigen we ondernemingen die meer willen weten over rechtstreekse en onrechtstreekse steunmogelijkheden van de EU aan om de Nationale Contactpunten (NCP) aan te spreken, die gespecialiseerd advies en ondersteuning op maat bieden:

• Voor Brussel: www.ncp.brussels

• Voor Vlaanderen: www.ncpflanders.be

• Voor Wallonië: www.ncpwallonie.be

Die gratis diensten vormen een brug tussen uw onderneming en de Europese instellingen. Naast de NCP’s kunt u voor bijstand bij uw formaliteiten ook terecht bij agentschappen zoals het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap ( VLEVA) en WALMEET, van de Fédération Wallonie - Bruxelles, of agentschappen voor innoveren zoals VLAIO, Innoviris en Wallonie Entreprendre, die u eveneens kunnen helpen bij verdere stappen.

Goed om te weten is dat niet alleen op het niveau van de EU, maar ook op regionaal niveau Europese fondsen worden beheerd.

Meer informatie daarover op www.europeinbelgium.be

BESTEMMING GEKEND RECYCLAGE VERZEKERD

Valipac is de eerste Europese organisatie die erin geslaagd is de bestemming van het bedrijfsmatig plastic verpakkingsafval in kaart te brengen en de recycleurs te controleren. Een initiatief dat de effectieve recyclage van jouw verpakkingsafval verzekert. Goed voor jou en de planeet!

Meer info op valipac.be

EUROPA 2024-2029

De wereld zoals die 15 jaar geleden bestond, heeft het Europese doel perfect gediend. Maar die tijden zijn veranderd. Europa heeft het vandaag niet onder de markt en moet zijn strategie aanpassen. Hoe? Markus J. Beyrer (Director General BusinessEurope) en Pieter Timmermans (CEO VBO FEB) kijken vijf jaar vooruit.

De titels van de memoranda van het VBO (‘Europa sterker in de wereld’) en de Europese werkgeversfederatie BusinessEurope (‘Reboot Europe’) spreken boekdelen: Europa verliest terrein ten opzichte van de Verenigde Staten en China, zowel op het vlak van groei en investeringen als in innovatiekracht. De cijfers liegen niet: in 2023 groeide het bbp van de EU met slechts 0,5% tegenover 3,1% voor de VS en 5,2% voor China. In de periode 2019-2021 daalden de directe buitenlandse investeringen met 68% in de EU tegenover een stijging met 63% in de VS.

Jaarlijks mag de EU dan wel zo’n 330 miljard euro investeren in onderzoek en innovatie (goed voor 2,2% van het Europese bbp in 2021), het blijft nog altijd aanzienlijk minder dan de VS (3,4%). Intussen haalde ook China (2,4%) Europa in.

Groei bbp in 2023

“MIJN DROOM? EEN COMPETITIVITEITSCHECK VAN HET VOLLEDIGE EUROPESE
REGELARSENAAL”
Markus J. Beyrer

Evolutie DBI
“85% VAN DE ECONOMISCHE GROEI ZAL DE KOMENDE JAREN BUITEN DE EU WORDEN GEGENEREERD”

RAPPORT ‘VON DER LEYEN I’

Laat ons ondanks die ‘rode’ cijfers beginnen met een positieve noot: Europa leverde de afgelopen  jaren ook goed werk?

Pieter Timmermans (PT): “In vergelijking met andere werelddelen kreeg Europa de covidcrisis behoorlijk onder controle zonder al te veel schade voor de interne markt. Ook de eenstemmige en standvastige strategie in het conflict Oekraïne-Rusland bewijst dat Europa zich niet buitenspel laat zetten. Noodzakelijke sancties tegen Rusland afdwingen, ook al doen ze onze ondernemingen pijn, getuigt van leiderschap.”

Markus J. Beyrer (MB): “De covidaanpak toonde ook dat een democratisch beslissingsproces niet per se tot complexe procedures leidt zolang je het maar efficiënt doet. Het feit dat Europa, ondanks die ingewikkelde en uitgebalanceerde processen, beter uit de gezondheidscrisis kwam, stemt hoopvol.”

Minder hoopvol is dan weer …

MB: “… dat Europa de voorbije vijf jaar aan economische slagkracht moest inboeten. Toegegeven, de Oekraïense crisis trof Europa harder dan andere delen van de wereld. Maar tegelijk spelen de overregulering, instabiele en dure energie, langdurige vergunningsprocedures en tekorten aan vaardigheden en arbeidskrachten niet in ons voordeel.”

De afgelopen vijf jaar vormde de Green Deal een hoeksteen van de Commissie von der Leyen. Maar de kritiek groeit. Terecht?

PT: “Het bedrijfsleven steunt de groene transitie en kiest er resoluut voor om een deel van de oplossing te zijn. Maar de Green Deal is geen groeimotor. De Commissie had te weinig aandacht voor de competitiviteit, tot de Amerikaanse ‘Inflation Reduction Act’ (IRA) er kwam – die naast propere energie, ook expliciet jobcreatie en herstel van het concurrentievermogen beoogde – en een veel aantrekkelijker investeringskader bood voor bedrijven. De reactie van de EU op de IRA was onder meer het (tijdelijk) versoepelen van de staatssteunregels. Frankrijk en Duitsland, samen goed voor nagenoeg driekwart van alle staatssteun in de EU, zagen het graag gebeuren. En kunnen nu de kleinere, minder kapitaalkrachtige landen overklassen. Hoe dan ook, de Green Deal heeft pas echt kans op slagen als ze wordt geflankeerd door een minstens evenwaardige Europese ‘Industrial’ of ‘Competitiveness Deal’ om de kloof tussen de Unie en haar internationale partners te dichten.”

MB: “Wij vragen al van bij de conceptfase van de Green Deal naar een flankerende Industrial Deal, zoals andere economische blokken die hebben. Doelen stellen is mooi, maar ze moeten realistisch en op feiten gebaseerd onderbouwd worden, zodat we niet in eigen voet schieten. Bovendien moet Europa zijn technologiestrategie flexibeler kunnen bijsturen in functie van de snel veranderende wereld. De Europese autoriteiten neigen te veel naar micromanagement van de bedrijven. Dat remt flexibiliteit. Geef de ondernemingen een kader en doelen en laat ze daarna de vrijheid om te handelen en te innoveren binnen dat raamwerk.”

Naast kritiek op de Green Deal was er ook weerstand tegen de Europese regeldrift en de administratieve overlast die daarmee gepaard gaat.

MB: “De tsunami aan nieuwe ‘Green Deal’-regels betekende maar liefst bijna twee miljard euro aan extra administratieve lasten, aldus de jaarlijkse ‘Burden Survey’ (2022)1 van de Commissie. In het kielzog van alle nieuwe regels volgt een overkill aan rapportagevereisten. Waardoor, zo hoor ik bij tal van bedrijven, ingenieurs meer tijd investeren in het maken van rapporten dan in onderzoek en ontwikkeling om de duurzame transitie mogelijk te maken – en dat bij een nijpend tekort aan ingenieurs.”

PT: “De ESG-rapportage zadelt bedrijven op met een berg administratie – versta me niet verkeerd, de bedrijven zijn voorstander van duurzaam ondernemen –, maar zelfs ‘red tape’2 heeft zijn limieten. De administratieve last wordt in België nog verzwaard door de geregionaliseerde beleidsstructuur. Die overdosis aan administratie weegt zwaar op het concurrentievermogen van onze bedrijven,

“JE VERWERFT GEEN CONCURRENTIEVERMOGEN UITSLUITEND OP BASIS VAN OVERHEIDSSUBSIDIES”

en dus van ons land, en moet ergens stoppen. De Commissie kwam met goede ideeën om de regeldruk te verminderen, maar concrete resultaten ontbreken, zoals het ‘one-in and one-out-principe’ of het verminderen van de rapportagevereisten met 25%. Zelfs dan. Wat betekent min 25% als je eerst 25% of meer hebt toegevoegd? Of wat bereik je door een ‘regel factor 10’ te vervangen door een factor 30?”

MB: “We vragen Europa om echt werk te maken van een soort ‘competitiviteits-fitnesstest’. Naar analogie met de Antwerp Declaration3 stelden we de Commissie voor om een omnibusvoorstel uit te werken waarmee alle relevante bestaande EU-regels worden gefilterd en gezuiverd van regels die de competitiviteit in de weg staan.”

PT: “Bij elk nieuw initiatief zou de Commissie zich moeten afvragen: ‘Is het echt nodig dat we dit reguleren?’ en ‘Wat is de echte impact van de regel op de dagdagelijkse business van een onderneming?’ Het negeren van de regeldruk zorgt er immers voor dat bedrijven en investeringen het continent verlaten en schaadt Europa’s reputatie als vestigingsplaats.”

MB: “Jammer genoeg wordt zelfs een onafhankelijke analyse van voorgestelde besluiten vaak om politieke redenen verwaarloosd en volgt de Commissie niet altijd het negatief advies van de onafhankelijke Raad voor regelgevingstoetsing4 . Of wordt er vanwege politieke urgentie geen tijd genomen voor zo’n assessment. Het zou alvast een goede zaak zijn mocht de administratie van de Raad worden versterkt. Ook al kan ze geen politieke knopen doorhakken, ze voedt de politici met relevante, accurate en transparante

data noodzakelijk voor geïnformeerde besluitvorming en onafhankelijk toezicht op de regelgeving.”

Het summum zou zijn …

MB: “… een competitiviteitscheck van het volledige Europese regelarsenaal. Op basis van een haalbare set van indicatoren. Geen 20 of 30 waarin elke lidstaat zich wil terugvinden. Maar hooguit vijf. Vijf die er echt toe doen en berekend aantonen of we als unie aan concurrentiekracht winnen of niet.”

PT: “Gedaan met de lasagne van laag regels op laag regels op laag regels. Vergeet trouwens de cumulatieve impact van al die verschillende lagen niet. Elke regel afzonderlijk mag dan wel verdedigbaar zijn, maar tel ze samen en je staat als bedrijf voor een dijk van obstakels.”

PRIORITEITEN ‘VON DER LEYEN

II’

Concurrentiekracht is deel geworden van het Europese narratief. Klinkt dat niet als muziek in de oren?

MB: “Een ‘welvarend en concurrerend Europa’ is een van de drie pijlers van de Strategische agenda die de Europese Raad in juni ll. goedkeurde (lees ook ‘Nieuwe evenwichten leggen nieuwe accenten’, p. 6). Een ‘vrij en democratisch Europa’ en een ‘sterk en veilig Europa’ zijn de twee andere. Mijns inziens kun je democratie en veiligheid op lange termijn onmogelijk borgen zonder een welvarend en concurrerend Europa. Kijk naar wat gebeurt bij verkiezingen, als het economisch slecht gaat, dan komt de democratie onder druk.”

PT: “Rekening houdend met de tanende concurrentiekracht en de geopolitieke situatie kan

1 https://commission.europa. eu/publications/annualburden-survey_en

2 De term ‘red tape’ dateert uit de zestiende eeuw, toen Europese koninkrijken rode linten om hun meest belangrijke administratieve dossiers bonden in een poging om orde te scheppen in hun enorme administratie. Vandaag staat hij voor een buitensporige hoeveelheid administratie, regelgeving of bureaucratie.

3 Op 20 februari 2024 overhandigden 73 bedrijfsleiders uit 17 sectoren de ‘Antwerp Declaration for a European Industrial Deal’ aan Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. De verklaring roept op tot een European Industrial Deal als aanvulling op de EU Green Deal en om kwaliteitsbanen in Europa te behouden. Vandaag steunen meer dan 1.000 organisaties uit 25 sectoren de verklaring.

4 De Raad voor regelgevingstoetsing is een onafhankelijk raadgevend orgaan dat het college van commissarissen adviseert. Het zorgt voor centrale kwaliteitscontrole en ondersteunt de Commissie met effectbeoordelingen en evaluaties in de eerste fases van het wetgevingsproces.

Bozar Membership

Listen to Your Art

Great art needs great people

Join our community of patrons and enjoy exceptional concerts, exhibitions, films, talks, performances and other premium events.

Make your choice between our 5 exclusive memberships

You wish to join?

For more information, contact: maecenasrelations@bozar.be www.bozar.be

Bozar Experience A SmArt Choice

Let art be part of your event

Art is an inexhaustible source of inspiration and emotion. Share a unique and magical experience with your clients or colleagues at a concert or a private visit to one of our exhibitions.

Discover our Corporate Hospitality programme

For more information, contact: helene.fraipont@bozar.be or 0494 573 578 www.bozar.be

“DE

EU ZAL ECONOMISCH EN POLITIEK NIET STERKER WORDEN DOOR DE WERELD DE RUG TOE TE KEREN”

Europa niet anders dan volop inzetten op het versterken van het internationale concurrentievermogen van Belgische en Europese ondernemingen. Het VBO stelt in zijn manifest ‘Europa sterker in de wereld’ 12 hefbomen voor om die concurrentiekracht te versterken. Een daarvan is de interne markt verdiepen en versterken (zie inzet ‘Naar een sterker Europees concurrentievermogen’, p. 33). Meer dan 43% van het Belgische bbp hangt af van de intra-Europese handel in goederen. Dat is veel meer dan het Europese gemiddelde van 20% en maakt van ons land een van de sterkst geïntegreerde economieën in die interne markt. Neem de nog bestaande belemmeringen weg en die winst voor de EU kan tegen eind 2029 oplopen tot liefst 713 miljard euro, berekende de Europese Commissie. Dat kan via meer wederzijdse erkenning van nationale wetgevingen, door de invoering van industriegedreven standaarden en, waar nodig, door de harmonisering van regels. Geef toe, het is niet meer van deze tijd dat Europa nog altijd 27 btw-stelsels telt.”

MB: “De energiekosten bedwingen is nog zo’n hefboom. Onze recente studie over de evolutie van de energiemarkt in Europa toont aan dat, zonder nieuwe doortastende maatregelen, onze energie tussen nu en 2050 minstens 50% duurder zal blijven dan die van onze grootste concurrenten in de wereld. Dat wordt onhoudbaar. Er is dus meer actie nodig om dat kostenverschil te overbruggen zodat we het beeld kunnen bijsturen dat het zinvol is om in Europa te investeren. Daarnaast moeten we, hoe contradictorisch het misschien wel klinkt, een succes maken van de Green Deal. En dat zal niet lukken als het zeven jaar duurt vooraleer je de toelating krijgt om een windturbine te bouwen.”

Kan de EU het zich veroorloven om op zichzelf terug te plooien?

PT: “Ondenkbaar. We tellen voor amper 6% van de wereldbevolking en 85% van de economische groei zal de komende jaren buiten de EU worden gegenereerd. Onze economie is zeer open en bijzonder geïntegreerd in de internationale waardeketen. Ook voor onze jobs is handel belangrijk: in 2022 was 1 job op 5 in België gelinkt aan de uitvoer buiten de EU. Wie dat weet, beseft dat ons land niet kan zonder de landen buiten Europa. De toegang tot derde markten moet dus worden gegarandeerd en gefaciliteerd.”

MB: “De EU moet zich verzetten tegen protectionisme. Vergeet immers niet dat 38 miljoen jobs rechtstreeks afhankelijk zijn van export buiten de EU. Om haar economische zekerheid te garanderen, moet de EU haar bevoorradingsbronnen diversifiëren, maar die bedrijven ook nieuwe exportmogelijkheden bieden. Een voorbeeld: in het meest optimistische scenario zou de EU tegen 2030 10% van de strategische grondstoffen die ze nodig heeft, moeten winnen. Tegelijk moeten

we ook onze bevoorradingsbronnen diversifiëren. We kunnen niet voor 91% afhankelijk blijven van China voor ons magnesium of voor 71% van Zuid-Afrika voor platina. Strategische autonomie mag niet alleen betekenen: meer dingen zelf produceren. Invoer is het noodzakelijke complement van die eigen productie.”

Met andere woorden: vrijhandelsakkoorden sluiten?

MB: “Klopt. Maar de recente oogst is mager. Akkoorden met Chili, Kenia, Nieuw-Zeeland zijn belangrijk maar hebben niet het gewicht van een Mercosurvrijhandelsakkoord (n.v.d.r.: met Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay). Goed wetende dat ook China zijn oog heeft laten vallen op die regio en vandaag al zijn voornaamste handelspartner is. En wat met India en de ASEAN-landen (Associatie van tien Zuidoost-Aziatische Naties)? En hoe evolueert onze relatie met China en de VS? De geopolitieke risico's nemen toe en we moeten onze handelsrelaties diversifiëren en stabieler maken. Tegelijk moeten we ons ook beter aanpassen aan de realiteit en de behoeften van onze handelspartners. De wereld zoals die 15 jaar geleden bestond, heeft ons doel perfect gediend. Maar die tijden zijn veranderd. En dus moet ook Europa zijn strategie aanpassen.”

PT: “De onderhandelingen met Australië, nochtans een historische bondgenoot, draaiden op niets uit. En op Belgisch niveau gaat het niet echt veel beter. Liefst acht handelsakkoorden wachten hier nog op ratificatie door alle bevoegde parlementen. Waarom moet dat jaren duren? Herinner het CETA-debacle van 2016, toen één politieke partij in België het vrijhandelsakkoord met Canada kon torpederen. Het verdrag is nog altijd niet 100% geratificeerd, maar iedereen plukt vandaag al ruimschoots de vruchten van de versie zoals die voorlopig wordt toegepast.”

MB: “Europa heeft nood aan een moderner ratificatieproces voor handelsakkoorden, zoals dat werd

ontwikkeld voor het vrijhandelsverdrag met Mexico. De handelspijler, waarvan de inhoud onder de exclusieve Europese bevoegdheid valt, moet op Europees niveau geratificeerd worden en de implementatie moet volgen. De pijler die onder gemengde bevoegdheid valt, moet een parallel traject volgen (d.w.z. ratificatie op Europees niveau en ook door nationale en regionale parlementen in het geval van België) waardoor de implementatie natuurlijk langer kan duren."

EUROPA IN DE WERELD

De politieke verschuiving naar rechts in het Europees Parlement betekent wellicht meer steun voor de industrie en landbouw?

MB: “De structureel linkse meerderheid in het parlement is er niet meer. De coalitie van het ‘centrum’ – met de centrumrechtse Europese Volkspartij (EVP), de centrumlinkse socialisten en democraten (S&D) en de liberalen van Renew Europe – staat minder sterk. Maar zonder de EVP is geen meerderheid mogelijk. Is dat in het voordeel van het bedrijfsleven? Veel hangt af van de houding van de EVP, dossier per dossier, en van haar vermogen om compromissen te vinden. Ik denk dat ‘sociale’ thema’s minstens even complex zullen blijven als voorheen. Ook een meerderheid vinden voor internationale vrijhandelsakkoorden wordt minder evident.”

PT: “Binnen België hoop ik dat de verschuiving naar centrumrechts de economische thema’s hoger op de agenda zal plaatsen. Met dien verstande dat we niet in de val mogen trappen van ‘protectionisme’ en open moeten blijven voor de hele wereld.”

Europa is niet langer het centrum van de wereld?

PT: “Geopolitieke schokken hebben een enorme impact op de wereldhandel. Dat is slecht nieuws voor een open economie als de Belgische. Het (Europese) beleid moet daarom alles op alles zetten om te voorkomen dat geopolitiek leidt tot economische fragmentatie. Zo werd Europa het slachtoffer van de Amerikaanse tariefmaatregelen op de invoer van Europees staal en aluminium, onder het mom van Amerika’s nationale veiligheid. Laat ons een kat een kat noemen: president Biden is even protectionistisch als voormalig president Trump. De ‘Buy American Act’ werd versterkt en ook de IRA is nefast voor Europa. Maar dat betekent allerminst dat Europa zich mag laten verleiden door de subsidierace waardoor we elkaar steeds meer vliegen afvangen.”

MB: “Je verwerft geen concurrentievermogen uitsluitend op basis van overheidssubsidies. Anderzijds moet Europa zijn industrie steunen en zijn concurrentiekracht versterken met respect voor de internationale regels en het multilaterale handelssysteem. Het is zoeken naar het juiste evenwicht. Concurrentie en eigenbelang sluiten samenwerking niet uit. Zo lang we maar vermijden dat we de interne markt disrupteren en ervoor zorgen dat we als één stem spreken.”

Intussen probeert China een wig te drijven tussen Europa en de VS?

MB: “China speelt het ‘verdeel en heers’-spel ook briljant onder de EU-lidstaten. Maar ook al zitten de VS en Europa vandaag in een stevige competitie, we blijven gelijkgezinde partners. We moeten alleen duidelijk stellen dat samenwerking niet betekent dat Europa kopieert wat de Amerikanen doen. We moeten eigen antwoorden formuleren in functie van onze eigen belangen. En ontkoppeling hoort daar niet bij.”

PT: “Het VBO steunt de Europese ‘de-risking’-benadering van onze waardeketens waar er effectief een probleem zou bestaan voor onze veiligheid. Zo steunden we de oprichting van het Belgische screeningsmechanisme voor buitenlandse investeringen. Maar potentiële maatregelen moeten gebaseerd zijn op feiten en in nauw overleg met de privésector worden genomen. Externe afhankelijkheid is niet per definitie problematisch. Zo blijft de economische relatie met China belangrijk. Hun markt biedt tal van opportuniteiten in verscheidene sectoren. De handelsrelatie is echter wel asymmetrisch. Het is niet eenvoudig om zich in China te vestigen of bepaalde diensten te verlenen zonder Chinese partner. Tegelijk worden de strategische sectoren van de Chinese economie nog altijd zwaar gesubsidieerd. Dat vormt oneerlijke concurrentie.”

MB: “Europa is voor China een belangrijke afzetmarkt en omgekeerd. Die wederzijdse afhankelijkheid moet meer in evenwicht komen.”

Vallen de vele miljarden niet te verdienen in India en de opkomende landen?

MB: “De grote groeikansen liggen inderdaad in de opkomende landen, zelfs voor traditionele sectoren. Niet in het minst ook in het zuiden van de wereld. Mochten de landen van de G7 enkel handeldrijven en investeren onder elkaar, dan sluiten ze een groot deel van de wereld uit. Dat is contraproductief, zowel economisch als geopolitiek.”

Lieten we Afrika in Chinese handen?

MB: “De Europese investeringen in Afrika overtreffen vandaag nog altijd de Chinese en Amerikaanse. Maar we moeten opletten dat we het voordeel van onze historische voorsprong niet verkwanselen. Als Europa enkel naar derde landen trekt met eisen, zonder aantrekkelijke voorstellen, dan zullen die landen aanleunen bij mogendheden die beters te bieden hebben. Dat is het risico voor Europa. Kijk naar de groeiende Chinese invloed in de Mercosur-landen.”

PT: “Afrika verwijt ons neokolonialisme, maar laat de Russen of Chinezen over hen heen walsen. Het is een delicate oefening, maar we moeten een passend antwoord vinden, echte toegevoegde waarde op tafel leggen. En tegelijk een rechtschapen oplossing aanreiken voor de migratiestromen. Europa moet duidelijk stellen dat het niet het beloofde land is.”

NAAR EEN STERKER EUROPEES CONCURRENTIEVERMOGEN

• ‘Europa sterker in de wereld’ Om het Europees concurrentievermogen te versterken stelt het VBO 12 hefbomen voor als prioriteiten voor de Europese legislatuur 2024-2029. Lees het manifest op www.vbo.be > publicaties

• In ‘Reboot Europe’ roept BusinessEurope op tot een REBOOT van het Europese beleid, voortbouwend op de verwezenlijkingen van de EU, met gerichte acties om de structurele zwakheden aan te pakken. Lees het manifest op rebooteurope.eu

THEMA'S

Beste lezer,

Graag houden we voor u in REFLECT ook de vinger aan de pols van de actualiteit. In elke uitgave krijgt u een overzicht van voor het bedrijfsleven belangrijke thema’s die onze experts nauw en secuur aansturen, onderhandelen en opvolgen op zowel economische, sociale, juridische als fiscale domeinen.

In de nu volgende bladzijden van REFLECT vindt u een selectie van dossiers waarop onze experts vandaag actief zijn om de belangen van onze lidfederaties en de aangesloten bedrijven maximaal te behartigen, dit zowel op federaal, Europees als internationaal niveau.

Per thema krijgt u een status van het dossier, de positionering van het VBO en lichten we ook de ‘next steps’ toe. Op die manier hebt u een 360°-kijk op dossiers met een mogelijke belangrijke impact op uw business.

Een totaaloverzicht van alle dossiers en thema’s die onze experts opvolgen, vindt u op www.vbo.be (Actiedomeinen).

Wordt europa’s energiekloof alleen maar erger?

Een europees wettelijk kader voor het gebruik van artificiële intelligentie

Rentabiliteit van belgische bedrijven steeds meer onder druk 42

Dringend nood aan meer tijd ... en duidelijkheid!

Na het europese wettelijke kader nu ook een concrete visie?

Startsein op 1 januari 2026

Zijn ze compatibel?

Richting nieuwe zorgvuldigheidsverplichtingen

WORDT EUROPA’S ENERGIEKLOOF ALLEEN MAAR ERGER?

De recente energiecrisis toonde aan hoe kwetsbaar de Europese economie is voor schokken op de energiemarkt en in de bevoorradingszekerheid en energieprijzen. Waar staan we vandaag? En wat zijn de potentiële toekomstige ontwikkelingen van het Europees energiesysteem?

BusinessEurope, de koepel van Europese werkgeversfederaties, presenteerde samen met consultant Compass Lexecon en de nationale werkgeversfederaties een studie die het Europees energiesysteem tot 2050 modelleert. De studie maakt het mogelijk om de bevoorradingszekerheid en prijsvoorspellingen te beoordelen, de concurrentiepositie van de EU te onderzoeken en het EU-energie- en klimaatbeleid te evalueren. De modellering steunt op twee scenario's:

• de ‘managed transition’ (MT), met gunstig Europees beleid,

• en de ‘frustrated transition’ (FT), met beleid dat de noodzakelijke investeringen vertraagt.

Wat tonen de resultaten?

Zonder dringende actie zullen de Europese energieprijzen waarschijnlijk aanzienlijk hoger blijven dan die van de internationale concurrenten. Andere opvallende resultaten zijn:

• Energievraag

Elektrificatie zal de grootste energiedrager in 2050 zijn, maar de energiemix blijft ook afhankelijk van waterstof, biomassa, biomethaan en andere energiebronnen.

• Bevoorradingszekerheid

De EU-productie van gedecarboniseerde brandstoffen, zoals waterstof en biomethaan, zal onvoldoende zijn om de energievraag te dekken.

• Energieprijzen

Het ‘managed transition’-scenario leidt tot 30% lagere systeemkosten dan het ‘frustrated transition’-scenario dankzij snellere ontwikkeling van energiebronnen, infrastructuur, flexibele capaciteit en marktintegratie.

• Energieprijskloof

Zelfs in het beste scenario kunnen de energieprijzen tussen de EU en de VS, China en India tot wel 50% verschillen. In het nadeel van Europa welteverstaan.

BusinessEurope formuleerde zeven concrete actiepunten voor beleidsmakers om tijdens de volgende ambtstermijn aan te pakken. Deze aanbevelingen zijn bedoeld om de ‘managed transition’ te verbeteren en de energiekostenkloof te verkleinen.

Het VBO verwelkomt de studie en aanbevelingen, die de noodzaak van een geïntegreerd energiesysteem en industrieel beleid benadrukken. Alleen met het juiste beleid kan de concurrentiepositie van onze bedrijven gewaarborgd blijven, een boodschap voor zowel Europees als Belgisch beleid.

Contact Jill Koch

Competentiecentrum

Energie, Klimaat & Mobiliteit jk@vbo-feb.be

ZOEKEN OP VBO.BE 'Energieprijskloof'

Download de studie op https://rebooteurope.eu > Energy study

1 NT+ is het referentie-scenario volgens beste schattingen van nationale transmissienetbeheerders.

ZONDER DRINGENDE ACTIE IS DE KANS GROOT DAT DE EUROPESE ENERGIEPRIJZEN AANZIENLIJK HOGER BLIJVEN IN VERGELIJKING MET ONZE INTERNATIONALE CONCURRENTEN.

Bron: BusinessEurope

Steenkool Olie en derivaten Natuurlijk gas Warmte Elektriciteit Biomethaan Biomassa Waterstof & Ammoniak

UW EVENEMENT, VERGADERING OF CONFERENTIE IN HARTJE BRUSSEL

Studio webcast

Greenkey van 10 meter

9 ZALEN AFGESTEMD OP UW BEHOEFTEN

(Video)conferentie, webinar, vergadering, webcast, raad van bestuur of businesscocktail

BEGELEIDING OP MAAT

Uw eventcoach begeleidt u van a tot z

CATERING OP MAAT

Verschillende cateringformules voor alle soorten evenementen

UNIEKE EN GEMAKKELIJK BEREIKBARE LOCATIE

Bereikbaar met de trein (op 200 m van het station Brussel-Centraal), metro (Centraal Station) en auto (parking in de buurt)

EEN EUROPEES WETTELIJK KADER VOOR HET GEBRUIK

VAN  ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE

De Artificial Intelligence Act of AI Act, de eerste wet ter wereld die het gebruik van artificiële intelligentie (AI) op uitgebreide wijze reguleert, werd op 1 augustus 2024 van kracht.

De huidige ontwikkeling van AI stelt organisaties in staat om efficiënter te worden door bepaalde taken te automatiseren en grote hoeveelheden gegevens te analyseren. Die vooruitgang brengt echter risico's met zich mee. De AI Act van de EU moet daarom een kader bieden voor de ontwikkeling, het op de markt brengen en het gebruik van AI-systemen die risico's kunnen inhouden voor de gezondheid, de veiligheid of de grondrechten.

Een risicogebaseerde aanpak De AI Act volgt een risicogebaseerde aanpak. Voor risicovollere AI-systemen gelden dus strengere regels. De AI Act onderscheidt vier risiconiveaus.

Bepaalde praktijken die in strijd zijn met de waarden en grondrechten van de EU zijn simpelweg verboden: de AI Act verbiedt bijvoorbeeld AI-systemen die kunnen worden gebruikt voor cognitieve gedragsmanipulatie, voorspellend politiewerk op basis van profilering, emotieherkenning op het werk …

De AI Act identificeert daarnaast AI-systemen met een hoog risico die de veiligheid of de grondrechten van personen kunnen aantasten, wat het rechtvaardigt om voor de ontwikkeling van die systemen strengere eisen op te leggen.

een AI-bureau dat verantwoordelijk is voor de handhaving van gemeenschappelijke regels in de hele EU en een AI-comité dat verantwoordelijk is voor het adviseren en bijstaan van de Commissie en de lidstaten bij de consistente en doeltreffende toepassing van de AI-wetgeving.

Op nationaal niveau voorziet de AI Act in de aanwijzing van een of meer autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de markt. De Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) zal in België een van de bevoegde autoriteiten zijn.

De AI Act, die op 12 juli 2024 in het Publicatieblad van de EU werd gepubliceerd, trad op 1 augustus 2024 in werking en zal tussen februari 2025 en augustus 2027 gefaseerd van toepassing worden.

De verordening geldt niet alleen voor operatoren van AI-systemen (leveranciers en gebruikers) die binnen de EU zijn ontworpen, maar ook op elke operator van buiten de EU die op de Europese markt actief is.

Financiële sancties voor niet-naleving kunnen oplopen tot 30 miljoen euro of 7% van de geconsolideerde jaaromzet.

Het is belangrijk dat organisaties anticiperen op de toepassing van de AI Act en belang hechten aan het naleven ervan bij de ontwikkeling en het gebruik van hun AI-systemen.

Het gebruik van AI-modellen voor algemene doeleinden brengt transparantieverplichtingen met zich mee, vooral met betrekking tot de gebruikte gegevens.

Ten slotte houdt de overgrote meerderheid van de AI-systemen die momenteel in de EU worden gebruikt of wellicht in de EU zullen worden gebruikt, slechts een minimaal risico in. Die systemen worden dus niet aan specifieke verplichtingen onderworpen.

AI governance

Om een effectieve implementatie te waarborgen, voorziet de AI Act in de oprichting van een aantal organen waaronder, binnen de Commissie,

Contact Nathalie Ragheno Eerste adviseur Competentiecentrum Recht & Onderneming nr@vbo-feb.be

ZOEKEN OP VBO.BE 'AI Act'

DE OVERGROTE MEERDERHEID VAN

DE AI-SYSTEMEN DIE MOMENTEEL IN DE EU

WORDEN GEBRUIKT

OF WELLICHT IN DE EU ZULLEN

ZULLEN WORDEN GEBRUIKT, HOUDT SLECHTS EEN MINIMAAL RISICO IN.

NA HET EUROPESE WETTELIJKE KADER NU OOK

EEN  CONCRETE VISIE?

Er gaat geen dag voorbij zonder dat de pers het heeft over artificiële intelligentie. Toekomstige AI-collega’s, ‘digitale klonen’1, de AI-bubbel, de AI Act (zie ook ‘Een Europees wettelijk kader voor het gebruik van artificiële intelligentie’ in deze rubriek) en ga zo maar door. Kortom, AI gaat vlot over de tongen.

Na de goedkeuring van de AI Act lijkt Europa op een strategisch kruispunt te staan. Hoe ziet Europa de toekomst en de impact van artificiële intelligentie op werk en werkgelegenheid in het bijzonder? Het antwoord daarop lijkt te schommelen tussen ‘als een kans’, ‘als een uitdaging’ en ‘als een bedreiging’. Europa is zeker bezig met de wetgeving rond AI, maar als je bedenkt dat het slechts 4% van de wereldwijde infrastructuur in handen heeft voor het versnellen van artificiële intelligentie2 , is er dringend behoefte aan een duidelijke strategie om de kansen en uitdagingen van die voortdurend evoluerende technologie te grijpen en aan te gaan.

Van zijn kant zal de Nationale Arbeidsraad (NAR) dit najaar, met de hulp van experts, de impact van AI op de werkplek onderzoeken, om daarna een coherente strategie aan te nemen.

Kansen en uitdagingen: het belang van een proactieve visie en de sociale dialoog Hoewel het natuurlijk belangrijk is om ervoor te zorgen dat AI-systemen en -oplossingen de betrokkenheid en professionele capaciteiten van werknemers niet op het spel zetten, bieden die intelligente systemen wel degelijk waardevolle mogelijkheden om de productiviteit van bedrijven en het welzijn van werknemers te verhogen en om taken beter te verdelen (tussen werknemers, tussen afdelingen of tussen mensen en machines).

Strategie en innovatie staan ook centraal in de aanbevelingen van de Internationale Werkgeversorganisatie (IOE), zo lezen we in ‘The Impact of AI on Work and Employment 3 Daarin wordt benadrukt dat bedrijven AI moeten gebruiken om concurrerend te blijven. In de publicatie doet de IOE ook aanbevelingen om bedrijven te sensibiliseren rond de implementatie van AI.

De (digitale) rechten van werknemers, net als hun gezondheid en opleiding, worden ook behandeld in de gezamenlijke verklaring over AI-gerelateerde aspecten van werk, die de Europese sociale partners in de banksector4 gezamenlijk ondertekenden. Daarin hameren ze op het belang van de sociale dialoog om de impact van nieuwe technologieën op de werkplek op te vangen en om het gebruik ervan in goede banen te leiden. Een weloverwogen standpunt!

Maar om dat potentieel ten volle te benutten, moet Europa in elk geval de juridische en administratieve muren tussen de verschillende lidstaten verlagen en de nodige middelen vrijmaken om te delen in die technologische ontwikkeling.

Contact Marie-Lise Pottier

Competentiecentrum Werk & Sociale zekerheid mlp@vbo-feb.be

ZOEKEN OP VBO.BE 'Artificiële intelligentie en werk'

1 Le Pain quotidien mise sur le jumeau numérique de son fondateur pour son futur | L’Echo 8/08/2024 (lecho.be)

2 AI Datacenter Energy Dilemma - Race for AI Datacenter Space (semianalysis.com)

3 https://www.ioe-emp.org/index.php?eID=dumpFile&t=f&f=160463&token=8a7078c15874881a559cd18ae85a0b9283afd5db#:~:text=The%20key%20 impacts%20of%20AI,intelligence%20 (WEF%2C%202023a).

4 https://www.ebf.eu/wp-content/uploads/2024/05/Signed-Joint-Declaration-on-Employment-Aspects-of-Artificial-Intelligence.pdf

INTELLIGENTE SYSTEMEN BIEDEN WAARDEVOLLE

BEDRIJFSPRODUCTIVITEIT EN HET WELZIJN VAN WERKNEMERS TE VERHOGEN.

MOGELIJKHEDEN OM DE

ZIJN ZE COMPATIBEL?

Volgens het woordenboek is het concurrentievermogen het vermogen om de concurrentie op de markt te weerstaan. Belgische ondernemingen hebben het geluk te kunnen functioneren binnen een grote eengemaakte Europese markt, die wordt gekenmerkt door volledige mededinging en eerbiediging van de belangrijkste ‘vrijheden’ uit de Europese verdragen: vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal.

Fiscaliteit is een van de componenten van dat concurrentievermogen, net zoals de energieen grondstoffenprijzen. Er zijn fiscale lasten op het niveau van de onderneming zelf, met natuurlijk de vennootschapsbelasting, en met nog een hele reeks andere taksen en heffingen die vaak worden opgelegd om politieke en budgettaire redenen. Maar er is ook een grote belastingdruk op arbeid. En dat terwijl de loonkosten voor heel wat ondernemingen de grootste kostenpost zijn.

Tot dusver worden de inkomstenbelastingen voornamelijk op nationaal niveau geregeld. Alleen de btw, douanerechten en andere fundamentele fiscale principes in verband met de eengemaakte markt worden door de Unie geregeld. Het resultaat is dat, de ‘eengemaakte’ markt op fiscaal gebied paradoxaal genoeg grotendeels gefragmenteerd blijft. Is dat een probleem? Nee, niet als elk land een evenwichtige belastingmix toepast die, binnen de eengemaakte markt, een redelijk kader biedt.

Nog veel werk voor de boeg

De recente evolutie op het vlak van fiscaliteit in ons land gaat niet de goede richting uit.

Als het gaat om arbeidskosten, prijkt ons land al lange tijd bovenaan in de internationale klassementen. Dat heeft een directe negatieve impact op het behoud van werkgelegenheid, die vooral acuut is in arbeidsintensieve sectoren zoals bepaalde industrieën. De recente inflatie heeft dat probleem alleen maar verergerd door de verschillen die er al waren, vooral met de omringende landen, verder te accentueren.

Wat de vennootschapsbelasting betreft, is met pijler 2 een eerste vorm van uniformering tot stand aan het komen, waarbij een minimaal belastingtarief van 10%,

maar ook enorme compliancelasten worden opgelegd aan de meeste ondernemingen die al veel meer betalen dan die drempel van 10%. In een context waarin de grootste economieën ter wereld buiten het toepassingsgebied van pijler 2 blijven, moet Europa zich absoluut afvragen welke doelstellingen het nastreeft om de eerlijke concurrentie tussen ondernemingen te waarborgen, niet alleen binnen Europa, maar ook met de rest van de wereld.

Er is dus nog veel werk om de economische activiteit en werkgelegenheid duurzaam in ons land te verankeren, met name door het concurrentievermogen van onze ondernemingen te ondersteunen. Fiscaliteit moet zoveel mogelijk een troef worden en mag geen rem zijn op de ontwikkeling van lokale economische activiteiten.

Binnen een context van transities, waarin steeds meer goederen en diensten op afstand worden aangeboden, en aan de vooravond van de installatie van een nieuwe federale regering, is het van cruciaal belang om onze ondernemingen in staat te stellen om te blijven investeren en lokale activiteiten en werkgelegenheid te behouden.

Contact Rodolphe de Pierpont

Executive Manager

Competentiecentrum

Fiscaliteit & Investeringen rdp@vbo-feb.be

ZOEKEN OP VBO.BE 'Fiscaal beleid’

PARADOXAAL GENOEG STAAN BEPAALDE NATIONALE BIJZONDERHEDEN OP FISCAAL GEBIED DE GOEDE WERKING VAN DE EENGEMAAKTE MARKT NIET IN DE WEG, ZOLANG DE LASTEN OVER HET ALGEMEEN IN EVENWICHT BLIJVEN.

RENTABILITEIT VAN

BELGISCHE BEDRIJVEN

STEEDS MEER ONDER DRUK

Al bijna twee jaar melden onze sectorfederaties een scherpe daling van de winstgevendheid van de bedrijven. De resultaten van de halfjaarlijkse enquête die het VBO in mei 2024 onder zijn federaties hield, bevestigen die trend en tonen aan dat de druk zelfs nog is toegenomen.

In vergelijking met vorige conjunctuurenquêtes meldt geen enkele economische sector nu een toename van de rentabiliteit, terwijl in november 2023 nog drie economische sectoren (de metaalindustrie, de transportsector en de banksector) een licht herstel of een verbetering rapporteerden.

In het algemeen melden verschillende sectoren ook een daling van hun rentabiliteit na elke economische schok of crisis, en stellen ze vast dat ze die terugvallen steeds moeilijker kunnen opvangen. Begin 2024 meldde ongeveer twee derde van onze federaties dat de winstgevendheid in hun sector lager lag dan normaal.

Stijgende kosten ondermijnen de rentabiliteit van bedrijven

Om de evolutie van de rentabiliteit vanuit een historisch perspectief te begrijpen, kunnen we vertrouwen op de nationale rekeningen. Aan de hand daarvan kunnen we een indicator voor nettorentabiliteit van niet-financiële bedrijven berekenen in procent van hun toegevoegde waarde (zie grafiek).

In de kwartalen na de heropening van de economie na de COVID-19-crisis kenden de Belgische bedrijven een stijging van de gezamenlijke winstgevendheid door het sterke vraaggedreven economische herstel. Vanaf midden 2021 werden ze echter geconfronteerd met aanzienlijke kostenstijgingen. Eerst van transportkosten en vanaf eind 2021 van de energie- (vooral gas en elektriciteit) en grondstoffenkosten. Uit de decompositie van de ontwikkeling van de nettorentabiliteit blijkt inderdaad dat de toename van de winstgevendheid al midden 2021 stagneerde. Dat de nettorentabiliteit toch verder steeg tot en met begin 2022 kwam voornamelijk omdat de bedrijfsinvesteringen in de loop van 2021 fors daalden (aangezien er in de lockdownperiodes minder investeringen gepland werden).

Na de Russische inval in Oekraïne eind februari 2022 explodeerden de energieprijzen, wat de inflatie deed ontsporen (12% in oktober 2022) en via de automatische loonindexering ook een zeer snelle en uitgesproken toename van de loonkosten veroorzaakte. Die kostenstijgingen konden bedrijven slechts in beperkte mate doorrekenen, waardoor de nettorentabiliteit vanaf begin 2022 sterk begon te dalen. Die daling werd nog verder versterkt omdat bedrijven onder impuls van de groene en digitale transitie opnieuw fors meer investeerden in nieuwe, innovatieve producten en energiezuinigere productieprocessen. De nettorentabiliteit is daardoor nu op een peil beland dat lager ligt dan het gemiddelde van de voorbije twintig jaar. In het licht van die situatie trekt het VBO aan de alarmbel en roept het op tot een breed plan om de rentabiliteit van de ondernemingen te herstellen en het concurrentievermogen van België op te krikken.

ANALYSE VAN DE RENTABILITEITSONTWIKKELINGEN OP BASIS VAN DE NATIONALE REKENINGEN (6-MAANDS VOORTSCHRIJDEND GEMIDDELDE - MA)

Contact Christophe Ernaelsteen

Competentiecentrum

Economie & Conjunctuur ce@vbo-feb.be

ZOEKEN OP VBO.BE 'Focus Conjunctuur25 juni 2024' Focus Conjunctuur –Conjuncturele lichtpuntjes, maar gestegen kosten wegen op herstel VBO FEB

Bron: Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR), seizoensgezuiverd

DE NETTORENTABILITEIT VAN DE BEDRIJVEN LIGT LAGER DAN HET GEMIDDELDE VAN DE VOORBIJE TWINTIG JAAR.

DRINGEND NOOD AAN MEER TIJD ...

EN DUIDELIJKHEID!

De verplichtingen met betrekking tot de ‘ontbossingsverordening’ moeten tegen eind dit jaar in werking treden. De betrokken ondernemingen lijden echter onder een gebrek aan duidelijke ondersteuning en richtlijnen en hebben bitter weinig tijd om zich aan te passen.

Op 9 juni 2023 publiceerde de Europese Unie (EU) officieel de zeer controversiële verordening inzake geïmporteerde ontbossing (EU Deforestation Regulation - EUDR).

Het doel van die tekst is om vanaf 2025 een einde te maken aan de invoer op het Europese continent van producten die afkomstig zijn van ontbossing. Het gaat daarbij om cacao, koffie, soja, palmolie, hout, rundsvlees en rubber, evenals een aantal gerelateerde materialen (leer, meubels, bedrukt papier, houtskool, banden, cosmetica enz.).

Meer specifiek zullen, op grond van een zorgplicht over de hele toeleveringsketen, alleen producten waarvan ondernemingen kunnen bewijzen dat ze na 31 december 2020 niet hebben bijgedragen aan de ontbossing of de aantasting van bossen, waar ook ter wereld, op de Europese markt mogen worden gebracht of vanuit de EU mogen worden geëxporteerd.

De verordening zal een grote impact hebben op ondernemingen in verschillende belangrijke sectoren van de Belgische en Europese economie. Het is daarom essentieel dat de overheden maximale duidelijkheid verschaffen over de praktische uitvoering van die verplichtingen.

Dat is voorlopig nog niet het geval.

Belangrijkste bezorgdheden Het VBO ondersteunt uiteraard de hoofddoelstellingen van de verordening om de ontbossing te stoppen.

We zijn echter van mening dat de verordening veel te weinig duidelijkheid biedt over de praktische uitvoering van een reeks verplichtingen.

Die situatie maakt het voor de betrokken sectoren vrijwel onmogelijk om zich goed en tijdig voor te bereiden. Vooral wanneer ze een groot aantal

producten aanbieden die binnen het toepassingsgebied van de verordening vallen. De toeleveringsketens binnen en buiten de EU zullen daardoor ernstig verstoord worden. Met gevolgen voor zowel producenten, consumenten als handelspartners.

We maken ons daarnaast grote zorgen over het niveau van paraatheid van de essentiële instrumenten voor de uitvoering van de EUDR. Vooral wat de IT-systemen betreft, moeten er uitgebreide tests en trainingen gebeuren voordat ze in de bedrijfsprocessen kunnen worden geïntegreerd. De tijd tikt echter ongenadig verder.

Gezien die problemen vragen de overheden van verschillende EU- en WTO-lidstaten, waaronder de Verenigde Staten, bepaalde leden van het Europees Parlement en een groot aantal organisaties uit het maatschappelijk middenveld om meer tijd voordat de tekst wordt toegepast.

Het VBO acht het noodzakelijk om een gemeenschappelijke en langere overgangsperiode te eisen voor alle ondernemingen, met een inwerkingtreding vanaf ten vroegste juni 2025, in plaats van december 2024.

Contact

Rodolphe Mouriau

Competentiecentrum

Sustainability & Circulaire economie

rm@vbo-feb.be

ZOEKEN OP VBO.BE 'Ontbossingsverordening' implementatie van die baanbrekende verordening

verschaft en voorziet in een verdere vereenvoudiging

Het is dan ook van cruciaal belang voor België om nu al te pleiten voor een oplossing op Europees niveau die de nodige tijd en ondersteuning biedt om de implementatie van die baanbrekende verordening voor te bereiden, die de nodige juridische duidelijkheid verschaft en voorziet in een verdere vereenvoudiging van de regels om een praktische, efficiënte en effectieve toepassing mogelijk te maken.

HET VBO ACHT HET NOODZAKELIJK OM EEN GEMEENSCHAPPELIJKE EN LANGERE OVERGANGSPERIODE TE EISEN VOOR ALLE ONDERNEMINGEN, MET EEN INWERKINGTREDING VANAF TEN VROEGSTE JUNI 2025, IN PLAATS VAN DECEMBER 2024.

Ook na de vakantie gaat de PMD-zak weer aan de slag.

Elke werkvloer verdient een hardwerkende PMD-zak

Nog geen blauwe zak in dienst? Sluit dan snel een PMD-contract af met een aangesloten afvalophaler en ontvang een welkomstpremie. Zo kom je de verplichting na om PMD te sorteren op je werkplek en draag je samen met je bedrijf bij aan de circulaire economie.

Meer info en gratis communicatiemateriaal op sorterenophetwerk.be

Samen goed sorteren, beter recycleren

STARTSEIN E-FACTURATIE OP 1 JANUARI 2026

Vanaf 1 januari 2026 moeten alle Belgische btw-plichtige bedrijven gestructureerde elektronische facturen gebruiken voor hun b2b-transacties. Het doel van die verplichting, die al sinds begin 2024 van kracht is voor transacties met overheidsinstanties (b2g), is om alle uitwisselingen te standaardiseren en te beveiligen. Gestructureerde elektronische facturen zullen papieren facturen en eenvoudige pdf-, Excelof Word-bijlages in e-mails dus vervangen.

Wat is gestructureerde elektronische facturatie?

Bij gestructureerde elektronische facturatie worden facturen uitgewisseld in een gestandaardiseerd digitaal formaat dat automatisch kan worden verwerkt. In tegenstelling tot een eenvoudige pdf-, Excel- of Word-factuur die per e-mail wordt verzonden, wordt een gestructureerde elektronische factuur rechtstreeks tussen bedrijfssoftware verstuurd via het zogenaamde Peppol-netwerk. Dat netwerk zorgt ervoor dat de gegevensoverdracht op een veilige en gestructureerde manier gebeurt.

Informatiekanalen

De website ‘e-factuur’ (https://efactuur.belgium.be) wordt tegen oktober 2024 volledig bijgewerkt. U vindt er een lijst van software compatibel met Peppol en duidelijke aanwijzingen over de relevantie van die oplossingen voor kmo’s of specifieke sectoren. Die lijst is een waardevol hulpmiddel voor bedrijven die met een externe partner willen samenwerken.

Op 11 juli 2024 publiceerde de FOD Financiën op zijn

Communicatie en bewustmaking

Er lopen verschillende initiatieven om bedrijven bij die verandering te ondersteunen. Verschillende federaties zullen informatiesessies organiseren om hun sectoren te informeren. Ook enkele externe partners organiseren evenementen rond e-facturatie, zoals de Heliview-conferenties in oktober 2024 en februari 2025. Die evenementen stellen bedrijven in staat om een beter inzicht te krijgen in de nieuwe vereisten en na te gaan welke softwareoplossingen het best aansluiten bij hun behoeften.

Bereid u nu al voor!

Het is essentieel dat bedrijven zich vanaf nu voorbereiden op die nieuwe realiteit. Wacht niet tot het laatste moment om uw systemen bij te werken en uw teams op te leiden. De overgang naar gestructureerde elektronische facturatie is niet alleen een wettelijke verplichting, het is ook een kans om uw financiële processen te moderniseren en de efficiëntie van uw bedrijf te optimaliseren.

Contact Pauline de Marcken

Competentiecentrum Digitaal & Innovatief ondernemen pdm@vbo-feb.be

ZOEKEN OP VBO.BE 'Digitale economie'

Op 11 juli 2024 publiceerde de FOD Financiën op zijn website een nieuwsbericht om bedrijven bewust te maken van die nakende verplichting. In dat bericht wordt uitgelegd wat elektronische facturatie precies is en welke softwareoplossingen en ondersteunende maatregelen worden aangeboden. Alle nuttige informatie wordt er dus gebundeld, met links naar onder meer een FAQ-sectie en de website ‘e-factuur’ (https://efactuur. belgium.be), waar wordt gewezen op de vele voordelen van elektronische facturatie, zoals de automatisering van de betalingsverwerking en de daling van het aantal foutieve facturen.

maatregelen worden aangeboden. Alle nuttige informatie

TE WERKEN EN UW TEAMS OP TE LEIDEN VERPLICHTE E-FACTURATIE

FOD Financiën: https://financien.belgium.be/nl/ actueel/gestructureerdeelektronische-facturen-tussenondernemingen-verplicht-vanaf-2026

Gestructureerde elektronische facturen tussen ondernemingen verplicht vanaf 2026 | FOD Financiën (belgium.be)

WACHT NIET TOT HET LAATSTE MOMENT

RICHTING NIEUWE ZORGVULDIGHEIDSVERPLICHTINGEN

Na maanden onderhandelen en onder impuls van het Belgische voorzitterschap van de Raad werd er eindelijk een akkoord bereikt over de richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid. Die tekst werd op 5 juli gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. De lidstaten hebben nu twee jaar tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten.

De richtlijn zal in verschillende fases van kracht worden voor ondernemingen met meer dan 1.000 werknemers en een jaarlijkse omzet van meer dan 450 miljoen euro (te beginnen in 2027 met ondernemingen die meer dan 5.000 werknemers tewerkstellen en een omzet van meer dan 1,5 miljard euro halen).

De richtlijn zal ondernemingen verschillende verplichtingen opleggen om de mogelijke negatieve gevolgen van hun activiteiten voor het milieu en de mensenrechten te beperken.

Elke betrokken onderneming zal een zorgplichtsysteem moeten opzetten over de hele activiteitenketen om die negatieve gevolgen te voorkomen, op te sporen, te beëindigen en te herstellen. Dat zal ook een domino-effect hebben op de leveranciers van die ondernemingen (inclusief kmo’s), die niet-financiële informatie zullen moeten verstrekken over die mogelijke gevolgen. Ook bepaalde downstreamactiviteiten, zoals distributie, vervoer en opslag, worden geviseerd.

Als die verplichtingen niet worden nageleefd, kunnen de bevoegde nationale autoriteiten sancties (waaronder boetes) opleggen. De richtlijn introduceert ook de mogelijkheid voor derden (zoals ngo’s of vakbonden) om klachten in te dienen tegen ondernemingen die actief zijn in de EU.

De richtlijn zal dus een enorme impact hebben op veel ondernemingen en hun leveranciers en toeleveranciers in Europa en daarbuiten. Temeer omdat al heel wat andere recente EU-initiatieven verplichtingen met zich meebrengen, zoals de CSRD en de recente verordening betreffende het verbod op met dwangarbeid vervaardigde producten op de markt van de Unie. Al die wetgeving doet de administratieve lasten van onze ondernemingen aanzienlijk toenemen, en zorgt ervoor dat ze aan nieuwe risico's worden blootgesteld.

Het is voor de betrokken bedrijven dus van cruciaal belang om nu al in te schatten welke gevolgen de richtlijn zal hebben op hun activiteiten en passende actieplannen op te stellen. Om hen daarbij te helpen, heeft het VBO een reeks initiatieven gelanceerd om hen te informeren over de nieuwe verplichtingen waaraan zij rechtstreeks of onrechtstreeks zullen worden onderworpen. In het verlengde van het webinar van juli organiseert het VBO op 7 november 2024 een seminar waarop experts de praktische gevolgen van de richtlijn zullen uiteenzetten. Ze zullen er ook toelichten aan welke klachten en sancties ondernemingen kunnen worden blootgesteld in geval van niet-naleving.

Tegelijkertijd zal het VBO er bijzonder nauwlettend op toezien dat de Belgische wetgever bij de omzetting van de richtlijn niet aan ‘gold-plating’ doet, en dus niet verder gaat dan wat de Europese tekst voorschrijft. Belgische ondernemingen zouden anders strengere verplichtingen moeten naleven dan andere lidstaten, wat bijdraagt tot de fragmentatie van de interne markt. Het VBO zal er eveneens op toezien dat de ingevoerde verplichtingen haalbaar blijven en de rechtszekerheid voor ondernemingen gewaarborgd wordt, met name ingeval van ongegronde klachten.

Contact

Olivier Joris

Executive Manager

Competentiecentrum

Europa & Internationaal oj@vbo-feb.be

ZOEKEN OP VBO.BE

Event - Seminars ESG-rapportage VBO 2024 'CS3D-richtlijn ‘passende zorgvuldigheid’

ONDERNEMINGEN

MOETEN NU AL PROBEREN IN TE SCHATTEN WELKE GEVOLGEN DE CS3D-RICHTLIJN ZAL HEBBEN OP HUN ACTIVITEITEN.

SELECTIE VAN UITGEGEVEN

EN NIET-UITGEGEVEN RECHTSPRAAK VAN ARBEIDSGERECHTEN

EN -HOVEN

SOCIALE ZEKERHEID

A1 verklaring – Onjuiste elementen –Dialoog-en bemiddelingsprocedure Een orgaan dat een A1-verklaring heeft afgegeven en dat naar aanleiding van een ambtshalve verrichte heroverweging van de elementen waarop de afgifte van deze verklaring berust, vaststelt dat deze elementen onjuist zijn, kan die verklaring intrekken zonder eerst de dialoog-en bemiddelingsprocedure met de bevoegde lidstaten in te leiden om vast te stellen welke nationale wetgeving van toepassing is.

Europese Hof van Justitie, 16 november 2023, JTT, 2024, 118

SOCIALE DOCUMENTEN

Dimona aangifteplicht – Werkgevers zonder effectieve en duurzame vestiging in België De gerechten van een lidstaat waarbij een gerechtelijke procedure is ingeleid tegen een werkgever wegens feiten die kunnen wijzen op frauduleuze verkrijging of frauduleus gebruik van E 101-documenten (thans A1-documenten) afgegeven aan werknemers die hun werkzaamheden in deze lidstaten uitoefenen, kunnen het bestaan van fraude slechts vaststellen en deze verklaringen dientengevolge slechts buiten beschouwing laten na zich ervan te hebben vergewist: (i) ten eerste dat de procedure van artikel 84bis, lid 3 Verordening nr 1408/71 (thans artikel 76, lid 6, Verordening nr. 883/2004) onverwijld werd ingeleid en het bevoegde orgaan van de lidstaat van afgifte dus in staat was gesteld de gegrondheid van de afgifte van de documenten opnieuw te onderzoeken in het licht van de door het bevoegde orgaan van de lidstaat van ontvangst verstrekte concrete gegevens, die erop duiden dat die documenten op frauduleuze wijze zijn verkregen of ingeroepen, en (ii) ten tweede dat het bevoegde orgaan van de lidstaat van afgifte heeft nagelaten een dergelijke heroverweging te verrichten alsmede binnen een redelijke termijn een standpunt in te nemen over deze gegevens en de betrokken documenten in voorkomend geval nietig

te verklaren of in te trekken; de rechter oordeelt of is voldaan aan de uit deze rechtspraak voortvloeiende voorwaarden om aan het bindend karakter van een E 101-document, thans A1-document, voorbij te gaan.

De Dimona-aangifteplicht beperkt zich niet tot de tewerkstelling in België van werknemers door ondernemingen die alleen in België een werkelijke en duurzame vestiging hebben.

Het feit dat een vennootschap een communautaire vergunning voor het wegvervoer bezit die is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat vormt niet het onweerlegbare bewijs dat zij met het oog op de bepaling van de toepasselijke nationale wettelijke regeling inzak sociale zekerheid overeenkomstig artikel 13, lid 1 onder b), i), Verordening nr. 883/2004 haar maatschappelijke zetel in deze lidstaat heeft.

Om het land van de gewoonlijke tewerkstelling (artikel 8 Rome I-Verordening) te bepalen, moet de rechter nagaan welk het land is waar of van waaruit de werknemer, rekening houdend met alle elementen die deze werkzaamheid kenmerken, het belangrijkste deel van zijn verplichtingen tegenover de werkgever vervult. Hof van Cassatie, 27 juni 2023, JTT, 2023, 558

ONTSLAG

Vastheid van betrekking – Bankensector –Discriminatie – Kennelijk onredelijk – Variabel loon Dat het toepassingsgebied van de cao van de bankensector inzake vastheid van betrekking beperkt is tot gebaremiseerde werknemers is niet discriminatoir.

Het onderscheid berust op een objectief en redelijk criterium, vermits de uitsluiting van niet-gebaremiseerde werknemers gerechtvaardigd is door het feit dat zij een hoger loon ontvangen en hoger gekwalificeerd zijn. Men moet een onderscheid maken tussen de redenen die aan de werkgever bekend zijn op het moment dat hij de beslissing treft om tot ontslag over te gaan en die aan de basis liggen van de ontslagbeslissing, en de redenen die geen rol gespeeld hebben bij de ontslagbeslissing anderzijds.

Ook al werden de ontslagredenen spontaan meegedeeld, toch is het niet geloofwaardig dat bij het nemen van de ontslagbeslissing andere redenen hebben meegespeeld dan deze die vermeld werden in het antwoord op de brief van de raadsman van de werknemer.

Het ontslag van een werkneemster die goede evaluaties kreeg is kennelijk onredelijk.

Dat in die evaluaties melding wordt gemaakt van punten die vatbaar zijn verbetering doet niet af van die goede evaluatie; dat laatste hoort namelijk bij het evaluatieproces en wil niet zeggen dat de werkgever ontevreden was over het geleverde werk.

De voorwaarde dat de werknemer op het moment van de betaling van het variabel loon in de onderneming aanwezig moet zijn, is geen zuiver potestatieve voorwaarde.

Arbeidshof Brussel, 3 mei 2023, JTT, 2024, 11

ONTSLAG

Misbruik – Cumul van vergoedingen

Een werkgever maakt misbruik van zijn ontslagrecht wanneer hij het uitoefent op een wijze die kennelijk afwijkt van de wijze waarop een voorzichtige en bedachtzame werkgever dit recht zou uitoefenen.

Dat is het geval wanneer een werkgever de eerbaarheid van de werknemer aantast door hem ten onrechte van diefstal te beschuldigen en zelfs de politie laat komen om klacht neer te leggen wegens diefstal met inbraak.

De afzonderlijke schade die het gevolg is van de omstandigheden waaronder het ontslag plaatsvond, moet worden vergoed, ook indien de ontslagredenen reeds vergoed werden door middel van een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

Arbeidshof Luik, afdeling Namen, 25 mei 2023, JTT, 2024, 90

WELZIJN OP HET WERK

Ontslagbescherming – Bewijslast Geniet geen bescherming tegen ontslag, de werknemer die een verzoek tot formele psychosociale interventie met een hoofdzakelijk individueel karakter indient. Om de bescherming te genieten moet het verzoek tot psychosociale interventie betrekking hebben op feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.

De bewijslast inzake pesterijen wordt omgekeerd op voorwaarde dat het vermeende slachtoffer feiten aanvoert die het bestaan van geweld of pesterijen doen vermoeden.

Gedragingen die zich situeren binnen de normale gezagsuitoefening vallen niet onder het begrip pestgedrag.

Arbeidshof Antwerpen, afdeling Antwerpen, 11 januari 2023, JTT, 2024, 45

AANWERVING

Discriminatie – Neutraliteitsbeleid

Er is geen sprake van directe discriminatie wanneer een gemeentelijke overheid een aanwervingsprocedure voor een sollicitante onderbreekt omdat zij, als moslima, weigert zonder sluier te werken, om te voldoen aan het neutraliteitsbeleid van de lokale overheid.

De maatregel, die een indirect onderscheid maakt op grond van godsdienst, vormt geen indirecte discriminatie omdat hij gerechtvaardigd is.

Met de maatregel wordt het legitieme doel nagestreefd om het beginsel van neutraliteit van overheidsinstanties toe te passen, dat de vorm kan aannemen van exclusieve neutraliteit, waarbij elk politiek, religieus of filosofisch teken wordt verboden.

De maatregel is geschikt om dit doel te bereiken. Het behoudt ook een billijk evenwicht tussen het individuele recht van de kandidaat om zijn godsdienst te belijden en het door de gemeente nagestreefde collectieve belang, met name het verzoenen van de belangen van verschillende groepen en het verzekeren van respect voor ieders overtuiging en de gelijkheid van burgers.

Arbeidshof Brussel, 15 februari 2024, JLMB, 2024, 20

AANVULLEND PENSIOEN

Discriminatie op grond van burgerlijke staat –Verjaring

De verjaringstermijn van vijf jaar bepaald in artikel 55 Wet Aanvullende Pensioenen, waarop de schorsingsgronden van artikel 2257 Oud B.W. van toepassing zijn, begint te lopen op het ogenblik dat de pensioenprestatie opeisbaar wordt. Het aanvullend pensioenplan dat bepaalt dat voor de berekening van het aanvullend pensioen het wettelijk gezinspensioen wordt afgetrokken, wanneer de werknemer gehuwd is, ook al ontvangt hij een pensioen van alleenstaande, terwijl voor de ongehuwde werknemer het wettelijk pensioen voor alleenstaande wordt afgetrokken, is niet discriminerend. Dit onderscheid in behandeling is geoorloofd omdat het aanvullend pensioenplan voor de gehuwde werknemer niet alleen voorziet in een opbouw van een aanvullend rustpensioen maar ook in een overlevingspensioen voor de echtgenoot.

Arbeidshof Brussel, 7 februari 2023, JTT, 2024, 26

Contact

Antoine Vanden Abeele Geassocieerd advocaat, IUXTA Legal avandenabeele@iuxta.legal www.iuxta.legal

HET VBO ONDERNEEMT

28 MEI 2024

RONDETAFELGESPREK BIJ DE KONING

Het slotevenement van het ‘Business Uniting Talents 2030 (BUT2030)’project vond plaats in het Koninklijk Paleis. Een rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van 30 Belgische bedrijven en 9 werkgeversfederaties, in aanwezigheid van koning Filip, was de ideale gelegenheid om de balans op te maken van dat project dat erop gericht is de ongelijkheden in toegang tot werkgelegenheidskansen op de Belgische arbeidsmarkt te verminderen.

17

APRIL 2024

HOOG BEZOEK UIT LUXEMBURG

Van 16 tot 18 april 2024 brachten de groothertog en groothertogin van Luxemburg op uitnodiging van ons koningspaar een staatsbezoek aan België. Op 17 april openden de koning en de groothertog het Economisch Forum in het Egmontpaleis in Brussel, met de steun van het VBO. Pieter Timmermans, CEO van het VBO, nam er het woord en wees op de sterke banden tussen onze beide landen.

18 APRIL 2024

EUROPEES LIJSTTREKKERSDEBAT:

“AMERIKA INNOVEERT, CHINA

REPLICEERT EN EUROPA REGULEERT”

Op 18 april 2024 brachten het VBO en technologiefederatie Agoria, gesteund door verschillende andere lidfederaties van het VBO, de lijsttrekkers en kandidaten van de verschillende Belgische partijen voor de Europese verkiezingen samen voor een levendig debat over de Europese Unie en de gevolgen van haar beleid voor burgers en bedrijven.

MET UW BEDRIJF IN ACTIE KOMEN

ZODAT HET LEVEN DE STRIJD TEGEN KANKER WINT

Kanker raakt ons allemaal. Helaas kent iedereen wel iemand die kanker heeft of heeft gehad: een broer, een vriend, een collega... Elk jaar krijgen meer dan 76.000 mensen in België deze ziekte. Van hen zijn meer dan 26.000 professioneel actief. Met andere woorden, elke dag krijgen ongeveer 73 werkende mensen een kankerdiagnose.

Meer dan ooit zet Stichting tegen Kanker zich in voor hen. Zodat zij kunnen blijven leven en opnieuw aan het werk kunnen gaan. Wij ondernemen actie op verschillende fronten en laten we meteen duidelijk zijn: dit zou onmogelijk zijn zonder de steun en vrijgevigheid van onze donateurs en partners.

Financiering van wetenschappelijk kankeronderzoek

De voornaamste missie van Stichting tegen Kanker is de financiering van wetenschappelijk kankeronderzoek Dit gebeurt niet willekeurig: elke twee jaar nodigen we onderzoekers in België uit om financiering aan te vragen voor hun projecten. Een jury van Belgische en internationale experts beoordeelt deze aanvragen en selecteert de meest innovatieve en veelbelovende projecten

De resultaten spreken voor zich, gezien de geboekte vooruitgang in kankerbehandeling. Immunotherapie, een van de belangrijkste doorbraken van de afgelopen 30 jaar, is hier een mooi voorbeeld van. Belgische onderzoekers, ondersteund door Stichting tegen Kanker, hebben een cruciale rol gespeeld in de ontwikkeling ervan.

De resultaten zijn ook zichtbaar in termen van geredde levens. Dankzij de geboekte vooruitgang en vroege diagnoses is het overlevingspercentage na vijf jaar nu ongeveer 70%

Onze partners maken het verschil

Verschillende bedrijven steunen Stichting tegen Kanker al vele jaren. Belfius en het Candriam Institute financieren gezamenlijk het wetenschappelijk kankeronderzoek door hun steun aan Stichting tegen Kanker.

AG Insurance organiseert evenementen voor Stichting tegen Kanker en ondersteunt, net als MSD en Johnson & Johnson, het project Reconnect dat de terugkeer naar het werk tijdens of na kanker vergemakkelijkt. Elk jaar beklimmen sommige medewerkers van AG Insurance bergen om geld in te zamelen tijdens het ‘Move 4 Cancer’-evenement.

Ook de betrokkenheid van BNP Paribas Fortis is veelzijdig, zoals Frans Zwaenepoel toelicht: “BNP Paribas Fortis positioneert zich als een betrouwbare financiële partner van Stichting tegen Kanker, niet alleen door een structurele financiële bijdrage, maar ook en vooral door eigen medewerkers aan te moedigen om geld in te zamelen. Dat kan via sportieve en collectieve activiteiten – zowel nationaal als regionaal - zoals via de Levensloop-evenementen.”

MET UW BEDRIJF IN ACTIE KOMEN

Wilt u ook een maatschappelijk verantwoord project ondersteunen en tegelijkertijd de strijd tegen kanker aangaan? Dat kan!

● Doe een gift op rekeningnummer BE56 0000 0000 8888 van Stichting tegen Kanker, en geef zo de strijd tegen kanker alle kansen.

● Moedig uw relaties, klanten of medewerkers aan om in teamverband deel te nemen aan de Levensloopevenementen of een andere activiteit die is gewijd aan de strijd tegen kanker.

● Word partner van Stichting tegen Kanker: help onze boodschappen te verspreiden, sponsor een evenement of project, of organiseer een inzamelactie met uw klanten...

Samen zetten we Hoop om in Overwinning. Meer informatie op www.kanker.be

De steun aan de missies van Stichting tegen Kanker, is een geweldige manier voor bedrijven om hun maatschappelijke betrokkenheid concreet vorm te geven. Elk bedrijf kan deelnemen op basis van zijn profiel of mogelijkheden en een essentiële bijdrage leveren aan de strijd tegen kanker.

Bernard Buntinx, Corporate fundraising manager bbuntinx@stichtingtegenkanker.be

16-19 JUNI 2024

BELGISCHE ECONOMISCHE MISSIE NAAR NOORWEGEN

Meer dan 200 bedrijven namen deel aan de Belgische economische missie naar Noorwegen, onder het voorzitterschap van Prinses Astrid. Het VBO, dat ook deel uitmaakte van de delegatie, organiseerde een aantal activiteiten om de internationalisering van de Belgische bedrijven te faciliteren.

20 JUNI 2024 EUROPESE AVOND VBO

Het VBO organiseerde naar goede gewoonte zijn Europese avond. Het doel van die avond is om het Belgische netwerk in de Europese bubbel te versterken, zowel in de publieke als in de privésector, door informele uitwisselingen van ideeën en informatie te bevorderen. Herman Van Rompuy wierp er zijn licht op de resultaten en gevolgen van de Europese verkiezingen van 9 juni. Zijn analyse werd gevolgd door een debat over de Belgische invloed in Europa.

20 JUNI 2024

UITREIKING VAN DE TIENDE

‘HERMAN VAN ROMPUY SCHOLARSHIP’

De Europese avond werd voorafgegaan door de uitreiking van de tiende ‘Herman Van Rompuy Scholarship’, in aanwezigheid van Herman Van Rompuy en de vorige laureaten van de beurs, die in 2014 in het leven werd geroepen. Dit jaar werd de beurs toegekend aan Margaux Clément (4de van links).

Tijdens het ‘Success Stories Breakfast’ van het VBO zetten Belgische ondernemers hun succesverhaal op de Noorse markt in de kijker.
René Branders, voorzitter van het VBO, sloot het debat af en wees daarbij op het proactieve werk van de VBO-teams en hun bijdrage aan de Europese debatten.

3-14 JUNI 2024

112 DE INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTIE

Het VBO nam, samen met meer dan 4.000 vertegenwoordigers van regeringen, werkgevers en vakbonden uit de 187 lidstaten, deel aan≈de meest recente IAO-conferentie.

3 JULI 2024

VBO EN BUSINESSEUROPE ONTMOETEN HONGAARS VOORZITTERSCHAP VAN DE RAAD VAN DE EU

René Branders en Pieter Timmermans, respectievelijk voorzitter en CEO van het VBO, namen in Budapest deel aan de Raad van voorzitters van de nationale lidfederaties van BusinessEurope (COPRES). Ze ontmoetten er de Hongaarse autoriteiten, die sinds 1 juli het roulerende voorzitterschap van de Raad van de EU bekleden.

René Branders

9 AUGUSTUS 2024

HET VBO OP DE OLYMPISCHE

SPELEN IN PARIJS

Een VBO-delegatie kreeg de kans om een reeks finales bij te wonen in het Stade de France en was daar met name getuige van de indrukwekkende prestaties van Nafissatou Thiam en Noor Vidts in de zevenkamp. Het VBO, dat al jarenlang een structurele partner is van het BOIC, werkt samen met Team Belgium aan een passende omkadering voor de sportieve prestaties van onze topatleten.

(voorzitter VBO), Fredrik Persson (voorzitter BusinessEurope), Markus Beyrer (directeur-generaal BusinessEurope) en Pieter Timmermans (CEO VBO).
La délégation de la FEB était composée de Kris De Meester, Annick Hellebuyck, Ineke De Bisschop, Marie-Lise Pottier, Jan Denys (Randstad) et Michael De Gols (Unisoc).
© Kris De Meester

VBO AGENDA

Meer info: www.vbo.be > Events

SEMINARS ESG-RAPPORTAGE VBO 2024

7 OKTOBER 2024 - 9 DECEMBER 2024

Rapportagestandaarden, transitieplannen, interactie met de financiële sector… Het zijn stuk voor stuk cruciale uitdagingen waarvoor de bedrijfswereld op zoek is naar transparante richtlijnen en eenduidige antwoorden. Om aan die vraag tegemoet te komen, organiseert het VBO vier informatiesessies van een halve dag voor grote bedrijven. En één sessie van een halve dag speciaal voor kmo’s.

Sessies grote bedrijven:

Sessie 1: Maandag 7 oktober 2024(namiddag)

Sessie 2: Donderdag 17 oktober 2024 (namiddag)

Sessie 3: Donderdag 7 november 2024 (namiddag)

Sessie 4: Donderdag 5 december 2024 (namiddag)

Sessie KMO’s:

Sessie 1: Maandag 9 december 2024 (namiddag – tijden te bevestigen)

Plaats: Brussel

Info: MARIE VAN GOETHEM, T 02 515 09 50 events@VBO-FEB.be

Meer info: www.vbo-feb.be > Seminars ESG

innoveren of stagneren?

REFLECT Trimestriële uitgave van het Verbond van Belgische Ondernemingen

Redactie Olivier Joris, Thomas Julien, Benoit Monteyne, Johan Van Praet Redactie thema’s Pauline de Marcken, Rodolphe de Pierpont, Christophe Ernaelsteen, Olivier Joris, Jill Koch, Rodolphe Mouriau, Marie-Lise Pottier, Nathalie Ragheno Redactie Sociale Rechtspraak Antoine Vanden Abeele Eindredactie Hilde De Brandt, Anne Michiels Vertaling  Vertaaldienst VBO FEB Publicatieverantwoordelijke Stefan Maes Opmaak Landmarks Fotografie AmCham EU, Bernal Revert BR&U, Fred Debrock, Fred Merz, Lenoir Photography, Jean-Jacques De Neyer (Triptyque), Studio Dann voor Burson, Federal Public Service Foreign Affairs, Monarchie.be Illustraties Peter Willems (Vec-star) Druk Graphius Verantwoordelijke uitgever Stefan Maes, Ravensteinstraat 4, 1000 Brussel Reclameregie ADeMar, Graaf de Fienneslaan 21, 2650 Edegem (Antwerpen), Contact: Nele Brauers, Tel. 03 448 07 57, nele.brauers@ademaronline.com Publicatiedatum september 2024

Cette publication est également disponible en français Deze publicatie kunt u ook lezen op www.vbo.be > Publicaties > REFLECT ISSN: 2684-1851

Vraag over uw abonnement, (adres)wijzigingen doorgeven, nummer niet ontvangen? Stuur een mail naar reflect@vbo-feb.be

Have more impact with our webcast solutions

The Federation of Enterprises in Belgium (FEB) presents a unique, state-of-the-art webcast studio in the heart of Europe

How we can make all the di erence for you

• Webinars, live streams and webcasts from our professional studio in Brussels with full technical, audiovisual and content support

• Personalised coaching to help you prepare and present your live webinar, keynote video or vlog recording

• Time-efficient video productions and live webinars with a clear return on investment

• Facilitating hybrid events in collaboration with BeVenue, the FEB conference center in central Brussels

• Professionals ready to design your slides, visuals, graphical videos and animations if you don’t have the time

• Client-focused approach

• Fair and affordable rates

• GDPR-compliant streaming platforms

Interested?

We would be delighted to tell you more about our customised and integrated solutions!

Pierre Seghers bevenue@vbo-feb.be

BeVenue

Rue Ravensteinstraat 4 - 1000 Brussels

Tel. 00 32 2 515 09 64

Brought to you by:

Bestewerkgevers, rekruteren jullie?

Actiris

Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling

Brusseleir

Sterrenkundelaan 14, 1210 Brussel

werkgevers@actiris.be actiris.brussels/werkgevers

02 505 79 15

Contacteer ons!

Nederlands Français English

Curriculum Vitae

Sinds 1989 speel ik een essentiële rol op de Brusselse arbeidsmarkt. Ik begeleid zowel werkgevers als werkzoekenden in hun zoektocht.

Werkervaring

Van 1989 tot nu: Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling

Al 35 jaar ten dienste van werkgevers en werkzoekenden

Ik sta garant voor een kwalitatieve begeleiding om de tewerkstellingsgraad in Brussel te verhogen

Vaardigheden

• Hulp bij rekrutering

• Tips & info

• Samenwerking voor opleidingen

• Advies bij de ontwikkeling van diversiteitsplannen

• Sociale vaardigheden

Sociale vaardigheden

• Het succes van Brusselse werkgevers en werkzoekenden stimuleren

• De Brusselse diversiteit bij ondernemers promoten

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.