2 minute read

COLUMN ONNO KLEYN

Next Article
MASCA DEL TACCO

MASCA DEL TACCO

CCHAMPAGNE ALS CONTEMPLATIE

Je kunt in een tank gaan liggen met warme drijfvloeistof, in het donker, helemaal stil om je heen, om tot jezelf te komen. Dat is niet om je tot bekentenissen te dwingen – dat was mijn eerste gedachte – maar om tot jezelf te komen, begrijp ik. Om te peinzen of juist helemaal niet. Mindful. Vandaar dat het veel geld kost.

Ik moet er niet aan denken. Mijn lijf en daardoor mijn geest hebben juist regelmatig prikkeling nodig, iets om ze eraan te herinneren dat ze nog bestaan, dat ik nog besta. Noem het kietelen. Dat mag verbaal, maar ook fysiek en een van de aardigste vormen daarvan is champagne drinken. Mousserende wijn, laat ik het ruimer nemen. Die tintelt binnenin mijn mond en dus mijn lijf, hij verheldert en versluiert tegelijk op een aangename manier het wrede, kale bestaan. En wat nou het opvallendste is: de kwaliteit ervan doet ertoe. Dat klinkt misschien gek na die stoere woorden, wreed, kaal, maar het ene belletje is het andere niet. Democratisch bruiswerk als Prosecco is fijn, vooral als de situatie en het gezelschap de aandacht opeisen. Mijn vervanging van de drijftank is echter de wijn die in de fles een hergisting heeft beleefd, zoals champagne. Men heeft er een paar eeuwen over gedaan om het uit te knobbelen, maar die methode levert de fijnste wijn op.

Kijk, waar gaat het om: bruiswijn is wijn met koolzuur. Die kun je tegenwoordig maken door bij de botteling gas in te spuiten. Dat gebeurt. Het resultaat is echter suf. De bellen hebben niks met de vloeistof te maken, zoiets. Het wordt veel prettiger als de drank de koolzuur zelf produceert. Het principe is simpel: je voegt aan wijn een beetje suiker en gist toe en hup, daar begint de zaak te fermenteren. Nu is het slechts zaak om het gas niet te laten ontsnappen. Een druktank werkt heel goed, daarin wordt bijvoorbeeld Prosecco gemaakt. Nog veel verfijnder is het om die hergisting in de fles zelf te organiseren en die na de pakweg zes of acht weken dat dat proces duurt, nog eens maandenlang of zelfs jaren te laten liggen in de donkere koelte van een kelder. Zo maken ze champagne, maar ook crémants, cava en veel spumantes en sekts. Het doet ze goed, maakt ze nobeler, geeft ze diepe lagen in de smaak.

Ik kan dus stellen dat ik dat gedoe in de drijftank heb uitbesteed. Niet Kleyn gaat de zin van het leven liggen overdenken in de duisternis, maar de wijn van Ayala, Bollinger en Langlois-Château. Voorzichtig openmaken, niet laten knallen natuurlijk en dan behoedzaam in het glas laten schuimen. Het tweede glas smaakt alweer anders dan het eerste. Pure contemplatie in vloeibare vorm. Ik drink, dus ik besta.

‘Pure contemplatie in vloeibare vorm. Ik drink, dus ik besta’

Culinair journalist Onno Kleyn

This article is from: