UIT BETON GROETJES SCHEREN MANNELIJKE GEVANGENEN NOG STEEDS HUN KOPPEN? Ik vind het warm water niet uit, dacht hij, maar laat ik toch maar beginnen met de stelling dat gevangenen in België weggestoken worden en zo verstoken blijven van veel, zo veel, dat ik mezelf niet de moeite getroost aan een opsomming te beginnen. Ze blijven verstoken van dingen die nodig zijn om te voorkomen dat die gevangenen, eens ze exgevangenen zijn, al snel opnieuw belanden waar ze vandaan komen (de gevangenis). Gevangenen, op veel plaatsen ter wereld, maar ook, zelfs, in België, wordt niet altijd even menselijke omstandigheden gegund. Op die manier maken we het ex-gevangenen heel moeilijk om
niet buiten de boordstenen van het pad der rechtschapenheid te gaan dwalen. Recidive in België scheert hoge toppen, om het met een gefingeerde krantenkop te stellen. Scheren mannelijke gevangenen nog steeds hun koppen? We weten absurd weinig van wat er binnen de gevangenismuren gebeurt. Binnenin zijn eigen vier veilige wanden denkt hij terug aan dat ene huisbezoek in die ene straat met zo’n klinkende naam en dat huis dat zich tegen de achtermuur van de Gentse gevangenis aan vlijde en waarvan de hoogste kamer door een opengetrokken Velux raam op de koer vol hangende gevangenen uitkeek. Ja, dat doen ze wel vaker, als ze zien dat iemand kijkt. Ze moeten hun daar toch echt vervelen, hé jong. De immovrouw kijkt niet op van fluitende of wuivende boefjes. Voor de jonge huizenjager voelt het wrang, en misschien verbaast hij zich over het aantal vingers aan de opgestoken gevangenhanden: het zijn er vijf (dus niet die ene vinger in het midden). Verdacht vriendelijk om schurken te zijn. Dat is wat ze zijn, toch? Dief, aanrander, drugdealer, moordenaar?
1 2 STANDPUNTEN
BIO Arne Vlaeminck is afkomstig uit Melle. Respectievelijk 6 en 4 jaar actief in jeugdhuis en jeugdvereniging Laatstejaarsstudent Vergelijkende Moderne Letterkunde
Een paar honderd jaar geleden hadden misdadigers misschien geen handen meer om mee te zwaaien. We hebben als samenleving vast enkele stappen richting menselijkheid gezet. Maar, dankbaar gebruik makend van woorden van die ene acteur die zijn hervonden hobby inzette ter bewustmaking, “onze gevangenissen zijn 19de-eeuws”. Weinig natuurlijk licht, een absoluut gebrek aan zinvolle tijdsbesteding, veel te krappe cellen, kleurloosheid en afvlakkende uniformiteit. We horen het vaak: de Scandinaviërs pakken het beter aan. Daar zou een mentaliteit van ziekte en genezing vigeren, in tegenstelling tot onze cultuur van schuld en boete. Wanneer ook de minister van Justitie zich op het einde van het artikel onder dat standpunt schaart, ontwaart de krantenlezer bij zichzelf een hoopvolle glimhartlach. Denk eens terug aan het moment in je leven waarop je je het meest opgesloten voelde. Je sloot jezelf als kleuter per ongeluk op in de kleerkast van je ouders, kreeg twee weken huisarrest op je puberboterham, vond jezelf op een dag in het verkeerde lichaam, of dacht onder invloed van hallucinogene middelen in het midden van een rotonde dat de cirkelende wagens bewakers waren.