1
FRIS EN ON BEL EGEN
0
TO BE (A)(P)ART
JAAR
August Vermeylen
De kunst van het alleen zijn
De Nieuwe Gemeenschap – driemaandelijks tijdschrift van het August Vermeylenfonds maart - mei 2022 – AFGIFTEKANTOOR GENT X erkenningsnummer P 309 575 – vu: Willem Debeuckelaere - p/a V.F. Tolhuislaan 88, 9000 Gent
PB- PP
BELGIE(N) - BELGIQUE
INHOUD 03-05/2022 03 Eyecatcher 04 Standpunten 04-06 PEN Vlaanderen 07-08 Taal 09-11 Literatuur
12 August Vermeylen op weg naar een betere wereld 13 Recensent en Boeken 16 Patrick Keulemans 18 Vermeylen Beïnvloed(t) 19 Goed nieuws 20 Agenda - Verslag 24 BV ¬ Hind Eljadid
26 -28 Column ¬ Peter Benoy
De gist van ons ‘koekebrood’: August Vermeylen
Toen de VI’s over Antwerpen en Brussel scheerden, schreef August Vermeylen ‘De Taak’. De eerste notities maakte hij op oudejaarsavond 1944 bij het licht dat de kaarsen van de kerstboom wierpen. Tien dagen later stierf hij plots aan een hartverlamming. Het land kwam net uit de bezetting. Hijzelf was weer in ere gesteld, nadat de Duitsers hem het uitoefenen van elk ambt hadden verboden. Hij mocht weer senator zijn, lesgeven in kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Gent en al zijn bestuursfuncties opnieuw opnemen. Een
¬ Anita
30 Gedicht
COLOFON DE NIEUWE GEMEENSCHAP driemaandelijks ledenblad van het August Vermeylenfonds vzw; verschijnt op 15 maart, 15 juni, 15 september en 15 december. REDACTIE Peter Benoy, Tom Cools, Willem Debeuckelaere, Chantal De Cock, Caroline De Neve, Fatih Devos, Robert Huygens, Sarah Mistiaen, Johan Notte, Kristel Gijbels, Nico Pattyn, Tinus Sioen, Eliane Van Alboom, Judy Vanden Thoren, Hans Vandevoorde, Anita Van Huffel , Arne Vlaeminck, en Anne Van De Genachte (+ vormgeving) ALGEMEEN SECRETARIAAT Tolhuislaan 88, 9000 Gent, t. 09 223 02 88 - e-mail: info@vermeylenfonds.be - website: www. vermeylenfonds.be - openingsuren: 9u - 12u en van 13u tot 17u ABONNEMENT 15 euro (4 nummers) LIDMAATSCHAPSBIJDRAGE 15 euro per individu. U kunt lid worden door aan te sluiten bij een plaatselijke afdeling of door overschrijving op rek.nr. BE50 0011 2745 2218 van het Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Leden ontvangen gratis De Nieuwe Gemeenschap. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Willem Debeuckelaere, p/a Tolhuislaan 88, 9000 Gent AUTEURSRECHTEN personen die we niet hebben kunnen bereiken i.v.m. eventuele auteursrechten kunnen de redactie contacteren. STEUN HET VERMEYLENFONDS Giften vanaf 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar. Reknr. BE50 0011 2745 2218, Vermeylenfonds, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Om reden van milieuvriendelijkheid wordt dit tijdschrift op chloorvrij recycleerbaar papier gedrukt.
nieuw tijdschrift stond in de steigers; voor de redactie had hij twee socialisten en twee katholieken uitgenodigd. Na zijn dood zou dat Het Nieuw Vlaams Tijdschrift worden, dat zich op zijn figuur beriep maar uitdrukkelijk vrijzinnig was en dus in feite nog weinig van doen had met Vermeylens oorspronkelijke ideeën. Een van die ideeën was dus om, net zoals de Belgische regering in Londen, andersgezinden samen te brengen. Een gemeenschappelijk doel was de ontvoogding, de emancipatie van het lezerspubliek in Vlaanderen. De grondidee in ‘De Taak’ is een humanistisch ideaal van de zelfstandig denkende mens, een Erziehung zur Mündigkeit (opvoeding tot mondigheid) op zijn Vlaams. Doel is om los te komen van het bevoogdend denken, van de onmondigheid, die uitloopt in cultuurloosheid en blijvende sociale achterstand. De vrijheden van zulke zelfstandige individuen worden volgens Vermeylen bijeengehouden door de belangen van de gemeenschap. Voor de Vlaamse Beweging, waar hij zich in ‘De Taak’ in het bijzonder op richt, betekent dit dat de gemeenschap (‘ons volk’) een gemeenschap
van individuen moet worden die ‘alles zijn wat ze worden kunnen’. Het is wonderlijk om te zien hoe gelijk de opvattingen zijn gebleven tussen ‘De Taak’ en zijn beruchte ‘Kritiek der Vlaamsche Beweging’ van vijftig jaar eerder. In deze vehement geschreven, opruiende tekst en in het bijna even bekende ‘Europeesche en Vlaamsche beweging’ probeerde Vermeylen als een van de eersten aan de taalstrijd een andere, een ethische en sociale dimensie te geven. Centraal stond toen al het begrip ‘zelfstandigheid’: ‘Zelfstandigheid is kracht om zijn zedelijke wereld te scheppen, en elk dezer woorden is vol betekenis’. Doel is: ‘Vlaanderen in staat stellen álles te worden wat het zijn kán.’ ‘De Taak’ herhaalt nog eens de kritiek op het taalflamingantisme maar vormt in de eerste plaats een programma en een geloofsbelijdenis. Dit geloof is echter niet uitgekomen. Het individualisme, kapitalisme en liberalisme zijn niet weggezonken, zoals hij voorspelde; België is een federale staat geworden waarin nog weinigen een poging doen om één natie te vormen; een deel van de Vlaamse Beweging heeft zijn oude, mottige kleren van ras-fetisjisme en taalflamingantisme nog niet voorgoed in de kast gehangen; het universitair onderwijs wordt verengelst en het meertalige Brussel wordt verder verfranst ondanks alle beleden idealen van veeltaligheid. Bovenal schiet het zelfstandig denken dat Vermeylen wenste, er nu bij in, ook al lijkt het alsof iedereen die vandaag columns en opiniestukken, blog- en facebook-meningetjes kan verspreiden, zelfstandig kan denken. Maar waar het ons aan ontbreekt, is dat werkelijke zelfstandige denken in de geest van Vermeylen dat de belangen van de gemeenschap in het oog houdt, ruimer dan de belangen van de eigen straat, het eigen dorp, het eigen land, het eigen werelddeel. Voor al of niet universitair geschoolden: ruimer dan de eigen discipline; voor arbeiders, bedienden en bedrijfsleiders: ruimer dan de eigen corporatie; voor cultuurmensen: ruimer dan de eigen cultuur. ‘Onze cultuur is nog niet wat ze zijn moet’, constateerde Vermeylen in ‘De Taak’. We hebben nog geen ‘stijl’, volgens hem. Om die te verwerven zijn zelfdiscipline en ambitie nodig. En dus, vertalen we, moet er meer dan ooit tegen de zelfgenoegzaamheid opgekomen worden, net als tegen het stijgen van de zeespiegel, met de moed der wanhoop. Vermeylens teksten roepen ons steeds weer op tot engagement in die zin. Hij citeert aan het
Twitter in mijn hoofd, klei, 2014 © Patrick Keulemans
Serveersuggestie Literatuur hoeft geen rol te spelen zolang zij anders is. De woorden moeten enkel zijn. Woorden die in holtes van hersenen geluidloos klinken, en die dan tot je nemen. Zij gingen reeds door een fijne zeef. Dus gooi er geen verhullend filter overheen en nooit onnodig uitspreken op een virtueel toneel. Laat ze je in het donker gerust weghouden van de slaap want ze putten je nimmer uit zoals algoritmes en blauw licht dat doen. Literatuur is geen bewegende beelden noch het vervliegend commentaar daarbij. Het is verbeelding die ritmisch rammelend raakt aan de realiteit en daar mooie krassen achterlaat. Het is
einde van de ‘De Taak’ Eedje Anseele: gij zijt uitstekend deeg maar ‘weest gij de gist om er een heerlijk koekebrood van te maken!’ Vermeylens ideeën weer actueel willen maken op een wijze die ze niet beoogden, is niet de goede weg om de man na honderdvijftig jaar in ere te houden. Zijn humanistische ethiek en rationaliteit in de praktijk brengen is echter wat we met zoveel weldenkenden nog steeds kunnen proberen doen. We kunnen ons daarbij spiegelen aan zijn figuur: aan zijn poging om consequent te zijn, niet op te geven, genuanceerd te blijven, kortom: om zelfstandig na te denken. HV 3 EYECATCHER
geen onbelemmerd door een trechter consumeren maar een suggestie van een vriend. Ze verstilt tijd en ruimte zodat jij tussen de regels door kunt dwalen en je eigen weg steeds vindt. Het zijn zinnen die generaties doorleven of op zijn minst langduriger dan slechts heel even. Jochem Schoofs Deze pagina is een coproductie tussen het Vermeylenfonds en Creatief Schrijven vzw. tekst werd geoogst op het platform Azertyfactor, een vrijhaven waar pennenvoerders hun vruchten publiceren.
Vlaanderen
Het is dit jaar 100 jaar geleden dat PEN België, later PEN Vlaanderen, werd opgericht. August Vermeylen had daarin een belangrijk aandeel. Wij vroegen ons af wat de rol en betekenis van Vermeylen hierbij was, en hoe PEN heden ten dage relevant is. We spraken hierover met Erik Vlaminck, schrijver en voorzitter van PEN Vlaanderen.
August Vermeylen stond mee aan de wieg van PEN Vlaanderen, waar u voorzitter van bent. Kunt u ons wat meer vertellen over de beginjaren en de rol van Ver meylen daarbij? Erik Vlaeminck: “PEN International is
opgericht in 1921 in Londen, in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Het was een organisatie door schrijvers, voor schrijvers, om elkaar beter te leren kennen, elkaars werk uit te wisselen en de internationale vrede te bevorderen. In 1922 is er een Belgische afdeling opgericht. Onder de Vlaamse stichtende leden bevond zich August Vermeylen. In die eerste jaren ontstonden een aantal discussies binnen PEN International. In 1923 vroegen ze de Duitse toneelschrijver en Nobelprijswinnaar Gerhart Hauptmann te spreken op het eerste PEN-congres. De Belgische PEN protesteerde, want Hauptmann had in 1914 de open brief Aufruf an die Kulturwelt ondertekend waarin de Duitse verantwoordelijkheid voor de oorlog en de vernietiging van cultuurgoederen in België ontkend werd. Dat protest stond dan weer dwars op de oprichtingsakte van PEN, waarin stond dat alle schrijvers onder elkaar bijeen komen wat de vrede bevordert. Een jaar later stelden de Belgische en Franse PEN een resolutie op om de Spaanse schrijver Miguel de Unanumo, die door dictator Miguel Primo de Rivera was verbannen, te steunen. Pen International vond dit soort politieke acties niet hun taak. In 1927 was België gastland voor het internationale PEN-congres. De meningsverschillen over Gerard Hauptmann en Miguel de Unanumo werden er bediscussieerd, en leidden tot het eerste PEN-charter. Daar is de focus op vrije meningsuiting ontstaan. August Vermeylen was daar een van de voorvechters van. Hij heeft er ook gevraagd of een Vlaamse PENafdeling kon worden opgericht. Dat kon niet, de statuten van PEN International bepaalden dat er slechts één PEN-club per land kon zijn.” Er werd in die tijd een duidelijke nood gevoeld om een Vlaamse afdeling op te richten?
“Er waren in die periode toch wat spanningen tussen de Franstalige en de Nederlandstalige leden van de Belgische PEN. De meeste Franstalige leden kenden geen Nederlands en wanneer Nederlandstalige lezingen werden georganiseerd kwamen zij niet. Een ander discussiepunt ging over het lidmaatschap. Aan de Vlaamse kant zag men de ‘gerenommeerde’
schrijvers als het doelpubliek, terwijl men aan Franstalige zijde de deur open zette voor zowat iedereen die lid wilde worden. Men besloot afwisselend een Nederlandstalige en Franstalige voorzitter te kiezen, en zo is August Vermeylen de eerste Nederlandstalige voorzitter van PEN België geworden. Op het internationale PEN-congres van 1931 werd de Vlaamse PEN-afdeling, die in 1930 was opgericht onder impuls van vooral Vermeylen en Toussaint van Boelaere, officieel erkend. In de jaren dertig had de Vlaamse PEN had een veertigtal leden, mannen (helaas geen vrouwen) met grote faam, de elite onder de schrijvers. Er werden chique banketten opgezet, waar de gerenommeerde leden lezingen kwamen geven. Met de ogen van nu bekeken was dat allemaal nogal elitair. Het kostte veel geld om er aan deel te nemen. De dames betaalden trouwens minder, omdat de heren sigaren kregen na de maaltijd en de dames niet.
Het is de censuur van de vrije markt, en als PEN Vlaanderen hebben we een rol te spelen om daar tegenin te gaan.
PEN Vlaanderen is, zeker tot 1980, zeer apolitiek gebleven. Zij hielden zich vooral bezig met het promoten van Vlaamse literatuur op internationale fora. Pas vanaf de jaren ’80, toen Monika Van Paemel voorzitter was, werd de focus van de Vlaamse PEN meer op de strijd voor de vrije meningsuiting gelegd, tegen censuur van schrijvers. Dit zijn nog altijd de hoofdaccenten.” Wat is de huidige werking van PEN Vlaanderen?
“We blijven in eerste instantie een schrijversvereniging. PEN International stuurt de afdelingen aan voor een aantal dingen, zij maken dossiers over landen waar er problemen zijn rond de vrije meningsuiting en auteurs die vervolgd worden. Elke PENafdeling pikt daar naar eigen keuze zaken uit. 5 STANDPUNTEN
Wat we veel doen zijn lege stoelmomenten, een lege stoel die symbool staat voor een schrijver die in de gevangenis is beland omwille van wat hij of zij geschreven heeft.
Voor dit en volgend jaar ligt bij ons de focus op de problemen in Belarus/Wit-Rusland. Wat we veel doen zijn lege stoelmomenten. Op zoveel mogelijk literaire podia laten we de activiteit beginnen met een lege stoel die symbool staat voor een schrijver die in de gevangenis is beland omwille van wat hij of zij geschreven heeft. Iemand van ons staat naast die stoel en leest dan iets voor uit het werk van die schrijver. Vorig jaar hebben we dat op een veertigtal podia kunnen realiseren. We hebben de indruk dat dit een heel goed actiemiddel is. Tegelijk voeren we ook briefschrijfacties. We schrijven brieven naar overheden om dingen aan te klagen, wat heel weinig effect heeft. Maar we schrijven ook naar collegaschrijvers in de gevangenis. Dat kan gewoon om verjaardagswensen gaan. Ik heb de indruk dat dit meer resultaat oplevert, gewoon door de morele ondersteuning. Ik heb al gehoord van mensen die weer vrij zijn dat dit voor hen veel betekend heeft. Een schrijver uit Afrika vertelde dat hij op zijn verjaardag een paar tientallen brieven kreeg en opeens een VIP werd, een Very Important Prisoner, en een betere behandeling kreeg. Een ander belangrijk iets is de PEN-flat, waar we collega’s opvangen die vervolgd worden omwille van wat ze schrijven en daarom op de vlucht zijn. Ik stel vast dat die mensen stuk voor stuk zwaar gehavend zijn. Ze werden gefolterd, hebben eenzame opsluiting achter de rug, hadden enige faam in hun land en zijn hier een nobody, blijven zich zorgen maken over hun achtergebleven familie. Die problematiek gaat onze kleine vrijwilligerswerking te boven, we hebben nood aan samenwerking met een professionele
omkadering op medisch en psychologisch vlak. Wij proberen ook gevluchte schrijvers wegwijs te maken in de literaire wereld in Vlaanderen. Voorts geven we veel lezingen, bv. in scholen. We willen ook in gevangenissen lezingen geven. We willen er praten over de vrijheid van meningsuiting en met de mensen in de gevangenis het gesprek aangaan. Er zijn onwaarschijnlijke wantoestanden in onze gevangenissen, en de gevangenen zelf hebben geen kans om dit naar buiten te brengen. In zekere zin worden zij ook gecensureerd. Wat we ook graag doen is in bepaalde middenveldorganisaties lezingen geven over PEN – dit kan een uitnodiging zijn ten aanzien van afdelingen van het Vermeylenfonds.
Je ziet daar iets van de initiële PEN-geest, waar schrijvers samen komen en over hun literatuur praten. © Philippe Swiggers
Er zijn ook actuele problemen waar we onze weg in zoeken, zoals de hate speech op internet en hoe dat leidt tot censuur. Nogal wat schrijvers en journalisten kunnen of durven zaken niet meer zeggen, omdat ze dan overspoeld worden door hate speech. Bepaalde dingen die ontstaan door de woke beweging leiden ook tot censuur. Ik zet mij niet af tegen de woke beweging -integendeel, want daar worden terecht schanddaden aangeklaagd-, maar wel tegen uitwassen waarbij sommige uitgevers manuscripten laten controleren op te mijden woorden. Wij kunnen dat als PEN niet oplossen, maar we willen er wel het debat rond voeren. We kunnen daarrond samenwerken met andere organisaties, zoals het Vermeylenfonds. We willen geen controverse zoeken, wel het gesprek voeren om uit wij-zij discussies te geraken." In het PEN-charter las ik dat men zich verzet “tegen de uitwassen van een vrije pers, zoals leugenachtige artikels, opzettelijk valse verklaringen en de verdraaiing van feiten teneinde er politiek of persoonlijk voordeel mee te halen.” Ik veronderstel dat dit een vrij actuele toevoeging is?
“Aan dat charter wordt op bijna elk internationaal PEN-congres gesleuteld. Dan gaan soms je ogen open. Wij zouden dan bv. zeggen dat men op bepaalde uitwassen van internet zoals fake news en hate speech een rem moet zetten, terwijl collega’s uit andere landen vragen om absoluut geen beperkingen te eisen rond internet. Het is soms het enige kanaal voor vrije meningsuiting dat ze hebben, en censuur op internet dreigt meningen monddood te maken.”
De goede verstandhouding en het wederzijds respect tussen naties is een uitdrukkelijke doelstelling. PEN International neemt resoluties aan, bv. over het gebruik van het Wit-Russisch of Belarussisch. Er zijn verschillende versies van die taal, je zit al vlug in een wespennest wanneer je daar standpunten rond inneemt. Blijft dit geen moeilijke zaak voor PEN?
BIO Erik Vlaminck werd in 1954 te Kapellen geboren. Hij is bekend als schrijver, o.a. van romans als Quatertemperdagen en Suikerspin. Zijn oeuvre omvat ook gedichten en theaterteksten. Anderen kennen hem van zijn rubriek ‘Brieven van Dikke Freddy’ in De Standaard. Sedert 2018 is hij voorzitter van PEN Vlaanderen.
“Je belandt inderdaad al vlug in een wespennest. Sommigen willen bv. dat WitRusland als naam gebruikt wordt, sommigen Belarus. Wij slagen er ook niet of zeer moeilijk in om een aantal van de problemen van onze collega’s in de pers te krijgen. Supriti Dhar, een schrijfster uit Bangladesh, verbleef bij ons in een PEN-flat toen er een internationaal aanhoudingsbevel tegen haar werd uitgevaardigd. En dat enkel omdat ze op een website opkomt voor vrouwenrechten. 6 STANDPUNTEN
We zijn met deze casus naar de pers gestapt, ze wou daaromtrent een interview geven, maar er was nergens interesse. Ook dat is een vorm van censuur. Onze media zijn zo gericht op kijk-, lees- en klikcijfers dat bepaalde nieuwsgaring niet gebracht wordt. Het is de censuur van de vrije markt, en als PEN Vlaanderen hebben we een rol te spelen om daar tegenin te gaan.” Zijn er al momenten geweest dat internationale spanningen zich uiten binnen PEN International? Pakweg de Duitse en Griekse leden tijdens de Griekse schuldencrisis anno 2015?
“In een verder verleden is er behoorlijk wat ruzie geweest rond Zuid-Afrika. PENNederland en PEN-Vlaanderen reageerden daar anders op, de taalband met de Afrikaanse gemeenschap speelde daarbij een rol. Maar ik heb op internationale ontmoetingen gemerkt hoe schrijvers van landen in conflict als fijne collega’s naast elkaar kunnen zitten. Je ziet daar iets van de initiële PEN-geest, waar schrijvers samen komen en over hun literatuur praten. Schrijvers met diepe politieke meningsverschillen staan samen op een podium met heel veel interesse naar elkaars werk te luisteren en voeren daarover gesprekken. Dat overstijgt politieke verschillen. Soms denk ik dat we veel meer van dat soort gemeenschappelijke dingen zouden moeten hebben.” Iets anders om af te sluiten. U bent bezig aan een roman. Kan u al een tipje van de sluier lichten?
“Ik heb in de coronaperiode negen maanden aan een roman gewerkt waarna ik die heb weggegooid. Ik had het gevoel dat ik een boek schreef om een boek te schrijven. Ik wil alleen maar boeken schrijven als ik het gevoel heb dat daar een drive, een noodzaak achter zit. Ik dacht, er komt mij wel iets nieuws aanwaaien. Een paar weken later is dat inderdaad gebeurd. Ik heb lang in de psychiatrie gewerkt en dat heeft mij geïnspireerd. Het is uiteraard een fictieverhaal, maar wel over de psychiatrie in de jaren ‘70.” Ik veronderstel dat deze opvatting over het schrijven van romans niet de enige is bij PEN?
“Uiteraard, en het is ieders goed recht om daar een andere mening rond te hebben. Ik vind het belangrijk, niet alleen bij PEN maar overal, dat je in vrede en vriendschap over verschillende meningen kunt praten.” Van harte bedankt voor dit gesprek. Nico Pattyn
Vermeylenfonds zet de kracht van taal, geletterdheid en culturele expressie in om de inclusieve samenleving te versterken. Jij vertelt in je introductiefilmpje dat taal jou ook beweegt, is dat altijd zo geweest? Esohe Weyden: “Ik ben altijd gefascineerd geweest door taal. Ik
was een boekenwurm als kind en verslond vooral romans. Met de inspiratie die ik uit romans haalde, schreef ik kleine tekstjes: gedichten. Dat voelde juister aan voor mij: puzzelen aan kleine mooie brokjes taal, stukjes poëzie, eerder dan een volledige roman schrijven. Ik heb altijd in dichtvorm gewerkt. Toen ik 16 was, leerde ik via een workshop van Yannick Moyson op school spoken word kennen. Dat was echt een eye-opener want toen bleek dat ik ook iets kon doen met die schrijfsels. Alles leek te kloppen: ik kon mijn poëzie nu ook op een podium brengen. Niemand wist dat ik schreef. Ik vertelde dat niet rond, gedichten schrijven was niet cool. Voor mij was het meer zoals een dagboek, waarin ik observaties schreef. De spoken word wereld was er één die ik nog niet kende. Maar blijkbaar stond die wereld wel open voor iets wat ik in de privacy van mijn kamer deed. Nu was ik op school altijd al een podiumbeest. Ik was zeer actief tijdens culturele activiteiten. Als er iets te doen was, was ik er gegarandeerd bij. Ik heb nooit podiumvrees gehad. Het klopte dus wel, die combinatie van dichten en performen. Die introductie heeft grote impact gehad. Ik schrijf graag, ik perform graag. Alles kwam samen, het voelde alsof ik mezelf plots kon benoemen. Ik ben dan begonnen met open mics, heb het veld wat leren kennen, heb naam gemaakt en nu maak ik er mijn beroep van.” Je bent ook nog student. Hoe komt het dat je gekozen hebt om Rechten te studeren en niet bijvoorbeeld Taal - en letterkunde, zoals je zou verwachten?
“Tijdens het middelbaar volgde ik de richting Latijn-Wetenschappen. Via het Latijn ben ik terecht gekomen bij Romeins Recht, wat ik zeer interessant vond. Ik was erg goed in wetenschappen en ook wiskunde vond ik heel fijn. Ik hou ervan te denken binnen een vast kader. Bij wiskunde zijn er regels die je moet volgen en die je kan verifiëren. Het klopt of het klopt niet. Recht gaf me dat gevoel ook. Er zijn bepaalde kaders, waarbinnen je moet denken. Je hebt tools en handvaten. Er is een stappenplan dat je bijna als een automatisme doorloopt. Ik vond het op die manier een beetje vergelijkbaar met wiskunde. Uiteraard niet zo exact, of één op één zoals in wiskunde, maar ik vond wel een bepaalde rust in regels, in die helderheid.
©Jonathan Ramael
BIO Esohe Weyden is een dichteres met een grote liefde voor spoken word. Ze is de campusdichter van Universiteit Antwerpen, waar ze tevens masterstudente rechten is. Ze presenteert verschillende literaire evenementen, waaronder ‘Mensen zeggen dingen’ in Antwerpen en Gent, en werkt ook als stadsreporter voor ATV. In 2019 werd ze verkozen tot Laureaat van de Kunst en sleepte ze een van de Cultuurprijzen voor verdienstelijke Deurnenaars in de wacht. Ze bracht haar poëzie al op de meest uiteenlopende planken, van klassieke podia als Arenberg en Vooruit tot festivals als de Gentse Feesten en Pukkelpop. In 2021 opende ze het burgerlijk defilé van de Nationale Feestdag met een gedicht en was ze een van de ambassadeurs van de Jeugdboekenmaand. In februari 2022 debuteerde ze met haar dichtbundel Tussentaal bij Uitgeverij Vrijdag.
7 STANDPUNTEN
Tussentaal verwijst ook naar die grijsruimte, ik ben een tusseninnetje Het lijkt me gewoon zeer leuk om tijdens de week bezig te zijn met de strakke regels en het zeer gespecifieerde vakjargon van het recht en in het weekend helemaal los te gaan in de creativiteit van slam poetry. Er is geen kader, spoken word is heel vrij. Het is niet zoals een sonnet waarbij je aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. Die wisselwerking lijkt me heel gezond. De combinatie van die twee uitersten is voor mij heel logisch. Ik voel me heel comfortabel om niet tot één discipline of een hokje te behoren.” Rechten en Dichten, je navigeert graag tussen hokjes?
“Mensen denken dat je maar één interesse of zelfs maar één passie kan hebben, maar ik vind dat je perfect verschillende interesses naast elkaar leggen. Het is een hele leuke combo om mezelf enerzijds te kunnen verdiepen in het recht en anderzijds heel creatief bezig te zijn met taal, dat vervolgens om te zetten in poëzie en naar een podium te brengen. Zelf zie ik liever geen hokjes, ik denk niet in afgelijnde identiteiten. Ik hou van het concept van de homo universalis, van alles een beetje proeven. Het voelt voor mij ook heel natuurlijk aan om met verschillende dingen bezig te zijn. Ik doe al heel mijn leven niet anders. Ik heb een Belgische papa en een Nigeriaanse mama, dus heb ik nooit iets anders geweten dan dat ik navigeer tussen verschillende werelden.” Haal je daar inspiratie uit?
“Die hele zoektocht is zeker een thema in mijn poëzie. Ik schrijf om mezelf uit te drukken en dat is nu eenmaal een deel van wie ik ben. Ik ben er sterk van overtuigd dat je identiteit uit verschillende lagen bestaat. Je kan Vlaming én Belg zijn en hoeft geen tegenstrijdigheid te zijn. Vlaming zijn wordt vaak geassocieerd met een exclusief nationalisme maar het hoeft niet noodzakelijk dat te betekenen. Ik voel me in de eerste plaats stedeling, Antwerpenaar. Daar schrijf ik heel vaak over. Hier ben ik een local. Ik woon hier al heel mijn leven, mijn netwerk, mijn sociale leven speelt zich hier af. Je zal in mijn poëzie heel vaak referenties naar Antwerpen vinden. Het fijne aan het leven in een stad is dat er geen norm is, dat iedereen er kan zijn. Het abnormale wordt het normale. Iedereen kan zich thuis voelen in een stad. Ik stel me voor dat dat minder het geval is in een dorp onder de kerktoren, waar er meer eenvormigheid is. Ik denk dat stedelingen, of ze nu uit Gent, Antwerpen of Brussel komen die ervaring delen. Ik hou niet van hokjes, mensen willen graag hokjes omdat dat gemakkelijk is. Ik ga net op zoek naar tegenstellingen en nuance. En dat is dan mijn bijdrage aan inclusie en verbinding.”
is niet om de lezer tot iets aan te zetten. Het is een standpunt, het kan zijn dat het je in beweging brengt, maar voor hetzelfde geld leg je het naast je neer. Verhalen kunnen heel nuttig zijn, je kan er iets van leren, zonder dat dit de bedoeling is. Hetzelfde met representatie. Gewoon jezelf zijn kan al inspirerend zijn voor iemand die zich in jou herkent.” Je bent heel bescheiden, heeft dat te maken met je karakter of kan dat toch iets met je gelaagde identiteit te maken hebben?
“Ik heb daar nog niet op die manier over nagedacht, of toch niet op een heel bewust niveau geanalyseerd. Ik heb wel de neiging om alles wat ik doe te minimaliseren. Door wie ik ben, door mijn verschillende identiteiten en leefwerelden ben ik eerder iemand die het compromis opzoekt dan dat ik de grote meningen ga verkondigen. Sommige mensen hebben een hele grote persoonlijkheid en dat vertaalt zich dan in zeer uitgesproken standpunten. Dat is bij mij niet het geval. Dat zoeken naar nuance zit zo diep in mij dat dat op een heel natuurlijke manier gebeurt. Ik volg gewoon mijn gevoel en zet in de wereld wat ik te bieden hebt.” Bescheiden of niet: je bent 22 en je eerste dichtbundel komt uit. Proficiat. De titel is Tussentaal. Kan je de keuze voor de titel toelichten?
“Ik ben spoken word dichter maar ik speelde al langer met het idee om mijn teksten te bundelen en ze op papier te zetten. Pas sinds een anderhalf jaar voel ik de nood om dat echt te gaan doen omdat ik besef dat mensen graag iets meenemen of een aandenken hebben aan de avond. Anderzijds wil ik mensen die eerder poëzie in boekvorm consumeren ertoe aanzetten om naar een spoken word avond te komen, hen prikkelen om poëzie op een andere manier te leren kennen. Ik schrijf mijn poëzie in het Algemeen Nederlands maar ik breng het in tussentaal omdat ik in de flow van het optreden mijn Antwerpse tongval niet kan of wil verbergen. Tussentaal verwijst ook naar die grijsruimte, ik ben een tusseninnetje als dochter van ouders met een andere achtergrond, opgegroeid tussen verschillende ideologieën, tussen verschillende wereldbeelden. Tenslotte verwijst tussentaal naar ruimtes tussen de taal die bij het brengen van poëzie zeer belangrijk zijn. De stiltes, de pauzes. Ook dat zijn grijszones, ruimtes waar iets in kan gebeuren.” Leve de grijszone en bedankt voor het gesprek. Het boek is uitgekomen in februari bij uitgeverij Vrijdag. Judy Vanden Thoren
Alles kwam samen, het voelde alsof ik mezelf plots kon benoemen
Zie jij jezelf als een bruggenbouwer?
“(lacht) Dat zou ik niet durven zeggen. Bruggenbouwers zijn voor mij sociale werkers, mensen die in het veld staan en actief de wereld proberen te veranderen. Ik druk mezelf uit, ik ben niet bezig met de grote thema’s. Ik ben wel altijd op zoek naar de grijszones en naar verbinding maar het blijft op het persoonlijke niveau. Ik ben uiteraard niet blind voor bepaalde dynamieken, en schrijf ook over zaken die ik heb meegemaakt en die op een of andere manier verbonden zijn met de grote thema’s. Een bruggenbouwer is te veel eer. Mijn bedoeling 8 STANDPUNTEN
LITERAT
R
Wanneer is de schrijversvonk bij jou overgeslagen? Sien Volders: “De liefde voor schrijven was er altijd al. In de lagere
school stond er soms als commentaar bij mijn opstellen ‘Jij wordt later schrijfster’. Later werden dat brieven, mails en kortverhalen. Vaak waren dat extreme kortverhalen, verhalen waarin ontzettend veel gebeurde op minder dan een pagina. ’s Avonds als de kinderen sliepen, schreef ik die kortverhalen en stuurde ze dan vol schroom naar de betreurde De Morgen-columnist Patrick De Witte. Die verhalen zijn nooit op de wereld losgelaten, maar ik heb toen wel veel van hem geleerd over plot, spanningsopbouw, het schetsen van geloofwaardige personages en vooral over hoe je zo uitgepuurd mogelijk een groot verhaal op papier kan zetten. Toch heb ik nooit gedacht dat ik ook echt een boek zou schrijven. Het idee alleen al leek me pretentieus en bovendien heb ik een heel wispelturig hoofd dat zich niet lang kan focussen op een en hetzelfde. Maar dat veranderde toen ik een vriendin bezocht, die naar Yukon, een gebied Als je als auteur in het noordwesten van Canada, een forum krijgt, was verhuisd. Ik kwam er terecht in een voormalig goudzoekersstadje dan is het een en gewoon door op die prachtige uitgelezen kans plek te vertoeven, groeide Noord in mijn hoofd, een verhaal dat zich om te schrijven niet zomaar in 2500 tekens liet over zaken die vatten. Plots was ik een boek aan het schrijven.” je ziet verkeerd
lopen.
© Lieve Blanquaert
150 jaar geleden zag August Vermeylen het levenslicht. Als hoogleraar literatuur, rector aan de Gentse universiteit en medeoprichter van het literaire tijdschrift Van Nu en Straks geloofde hij sterk in de rol van literatuur in de maatschappij. Ook het Vermeylenfonds zet voluit in op de verbindende kracht van taal en literatuur. Is er vandaag de dag nog een rol weggelegd voor literatuur in de maatschappij? We vroegen het aan Sien Volders (1983), schrijfster, brugfiguur voor daklozen en bijwijlen columniste bij De Standaard en De Morgen. In 2017 debuteerde ze met Noord, dat overal op lovende kritieken werd onthaald. Haar tweede roman Oogst verscheen in 2020 en schopte het zelfs tot op de longlist van de Libris Literatuurprijs 2021. Het werd een fijn zoomgesprek over geëngageerd schrijverschap, het plezier van lezen en de kracht van boeken en literatuur.
In beide romans vertel je het verhaal van mensen die in harde omstandigheden een bestaan proberen uit te bouwen, maar uit Oogst spreekt een duidelijk sociaal-kritisch standpunt. De Roemeense Alina trekt samen met haar zoontje Lucian naar Sicilië om daar loodzwaar werk te verrichten in de tomatenplantages. Was het een verhaal dat door jou moest verteld worden?
“Ik ben sowieso wel gevoelig voor verhalen. Ik las in The Guardian een artikel over Roemeense vrouwen die in de tomatenteelt op Sicilië tewerkgesteld en uitgebuit werden. Dat artikel bleef als klittenkruid aan me kleven en deed me nadenken over intra-Europese arbeidsmigratie en de lelijke kanten ervan. Het artikel beschreef een wereld die zo grauw en donker was, maar tegelijkertijd ook zo’n wezenlijk deel uitmaakt van onze wereld, van onze manier van leven en werken dat het een verhaal werd dat ik moest vertellen. Ik geloof niet dat literatuur of boeken de wereld kunnen veranderen, maar ik geloof wel dat boeken dingen zichtbaarder kunnen maken. Het verhaal van Alina en al die andere Roemeense vrouwen op Sicilië, dat draait om deels legale arbeid, maar om hoeveel arbeidsmigranten het in de informele arbeid precies gaat, dat is en blijft een dark number. Arbeidsmigratie doet de wereld draaien, maar kent ook een heel grote schaduwzijde. In het verleden hebben mensen hun leven gegeven voor de arbeidsrechten die wij nu hebben. Het EU-label op onze tomatenblikken staat 9 STANDPUNTEN
Ik geloof niet dat literatuur of boeken de wereld kunnen veranderen, maar ik geloof wel dat boeken dingen zichtbaarder kunnen maken.
woongebrek aan te kaarten. Als je als auteur een forum krijgt, dan is het een uitgelezen kans om te schrijven over zaken die je ziet verkeerd lopen en waar je dan toevallig wel iets over weet. Hoe meer iets van verschillenden kanten wordt belicht, hoe meer kans op verandering dat sowieso biedt. Ik zal nooit iets met de voeten vooruit tackelen, daarvoor zoek ik te graag de nuance op, maar aan de andere kant moet je soms ook de boel durven afbranden. Anders schuift er nooit iets.”
zogezegd symbool voor die rechten, maar uit verhalen als die van Alina blijkt hoe hol die verworven rechten voor velen zijn. Dat pijnlijke besef doorprikte mijn eerder geromantiseerd beeld van Europa als werelddeel waar het allemaal wel meevalt met die rechten. De laatste jaren is er een kwetsbare jobcategorie bij ontstaan, die we niet uit het oog mogen verliezen, namelijk die van de pakjesbezorger die tegen moeilijke arbeidsomstandigheden onze manier van leven en werken mogelijk maakt. Ik denk nu wel twee keer na vooraleer ik een pakje of take-away bestel. Pas op, het gaat alsmaar beter met onze maatschappij, er is meer gelijkheid en bewustwording, denk maar aan de Zweed Hans Rosling en zijn Gapmindr Foundation. En ook onlangs nog zag ik in de metro van St Pancras affiches met een duidelijke oproep om melding te maken van louche situaties waar migranten uitgebuit lijken te worden. Dergelijke initiatieven stemmen me hoopvol. Tegelijkertijd wou ik met het verhaal van Alina een verhaal brengen over menselijke veerkracht. Hoe slaag je er in om in brute, beestachtige omstandigheden toch mens te blijven, hoe geef je je kind mee dat er grenzen zijn en dat bepaalde situaties nooit kunnen of mogen genormaliseerd worden. Alina moet overleven in een mensonwaardige omgeving en heeft tegelijkertijd de verpletterende verantwoordelijkheid om de juiste morele bakens uit te zetten voor haar zoon.”
Het Vermeylenfonds zet taal en literatuur in voor een socialere samenleving. Literatuur zou tolerantie en inclusie bevorderen. De ontlezing bij jongeren neemt echter met rasse schreden toe. Buiten de boeken op de verplichte leeslijst zouden jongeren weinig tot geen grote literaire werken meer lezen. Netflix en andere streamingdiensten vervangen steeds meer het boek. Denk je dat er meer zou moeten ingezet worden op literatuuronderwijs in scholen of zie je dit niet echt als een probleem?
Je bewijst jongeren geen dienst met het wegsteken of verzachten van moeilijke geschiedenis.
“Voor mij staat het leesplezier voorop. De focus moet liggen op hoe fijn lezen wel niet is. Ik geloof niet in verplichte leeslijsten, laat jongeren lezen wat ze willen, zelfs al is dat de grootste pulp. Lezen wordt pas leuk als er vaart en snelheid in zit. Daarom ben ik mijn vader ook eeuwig dankbaar. Hij was een notoir stripboekenlezer. We haalden thuis ook alle boeken met Gouden en Zilveren Griffel uit de bib, maar er werd nooit neerbuigend gedaan over het lezen van strips. Zo hadden we alle Thorgals. Ik heb daar zoveel uitgeleerd, over hoe je een verhaallijn opbouwt of hoe je iets vanuit verschillende standpunten kan belichten. Ik ga dus nooit mijn kinderen opleggen wat ze moeten lezen, als ze maar graag lezen. Eenmaal dat plezier er is, kan je voorzichtig beginnen sturen en suggereren. Ik heb het wel moeilijk met de trend van ‘pajamafication’. In Tennessee schrapte een school de graphic novel Maus over de Holocaust-horror van de leeslijst. Het taalgebruik zou te grof zijn voor 13-jarigen en er kwam teveel naakt in voor. Je bewijst jongeren geen dienst met het wegsteken of verzachten van moeilijke geschiedenis. Ja, The Boy in The Striped Pajamas is een lief en onschuldig boek, maar het mist alle pijn, bruutheid en gelaagdheid van een werk als Maus. Maus is niet mooi, is niet fijn, maar juist dat maakt het een ijzersterk werk. Achteraf gezien was het een geniale zet. Wat gebeurde er? Het boek werd instant een bestseller op Amazon. Pubers zijn van nature enorm geïnteresseerd in wat ze niet mogen lezen. Verbied boeken en de bibliotheken gaan loos. Ik heb er dus wel vertrouwen in dat het wel losloopt met de lezende jongeren. Ik zie ook geen graten in het grote aanbod aan films of series op Netflix of andere streamingdiensten. Er bestaat nu gewoon naast boeken nog een ander interessant en kwalitatief aanbod.
In het jaar 2006 hield Joost Zwagerman een lezing Tegen de literaire quarantaine. Daarmee gaf hij kritiek op schrijvers die een soort smetvrees toonden tegenover de actualiteit. Vind jij dat schrijvers vandaag maatschappelijk betrokken moeten zijn en de taak hebben zich op een meer genuanceerde manier af te zetten tegenover pakweg de sociale media?
“Mijn gevoel daarover is heel dubbel. Oogst is misschien mijn meest geëngageerde boek, maar tegelijkertijd zie ik mezelf even goed in staat om een ‘onnozele’ liefdesnovelle los te laten op de wereld. Literatuur hoeft wat mij betreft helemaal niets, maar tegelijkertijd heb ik de indruk dat er een soort realisme in de literatuur en de kunsten binnensluipt. Sociaal realisme is natuurlijk geen nieuw gegeven, maar soms heb ik de perceptie, ik weet niet of die ook gegrond is, dat dat terug wat meer leeft. Ik denk bijvoorbeeld aan Jaap Robben die in Zwijgmannen schrijft over hoe je je moet verhouden tot mensen met wie je niet dezelfde taal deelt, of aan toneelregisseur Milo Rau die met The new Gospel een passiespel maakte met Afrikaanse migranten. Ook filmmaker Moon Blaisse haalt in haar documentaire The miracle of Almeria dezelfde problematiek aan als in mijn boek Oogst. En zo zijn er nog tal van andere geëngageerde Nederlandstalige schrijvers op te noemen, Mira Feticu, Eric Vlaminck, Jeroen Olyslaegers, Stefan Hertmans, … Zelf durf ik ook in mijn colums voor De Standaard en De Morgen de situatie van dakloosheid en het 10
ik niet wat ik aan het doen was en schreef ik hoofdzakelijk kladversies in het weekend met een huis vol kinderen. Met Oogst was dat anders, ik had een uitgever, een contract, een schrijfplek en ik wist dat ik gepubliceerd zou worden. Nu ben ik wat stomweg in een job terechtgekomen, een heel fijne job overigens, die echter wel wat tijd van me vergt waardoor er weinig tot geen ruisvrije tijd meer is. Ik ben er een weekje alleen op uitgetrokken en in een hutje van een bevriend schrijver in de bergen gaan zitten om te onderzoeken wat er speelde als er geen ruis was. Verhalen komen nu eenmaal sneller als er wat luwte is. Gelukkig ontdekte ik dat er nog heel veel ideeën waren en intussen beginnen de scènes ook echt te leven in mijn hoofd. Ik heb gewoon een lange aanlooptijd nodig en moet nog in the zone raken, maar die derde roman, die komt er wel.”
Op een lezing hoorde ik Mircea Cărtărescu vertellen hoe onder het Ceaucescu-regime Roemenen alleen maar klassieke literaire werken konden lezen, omdat er amper nieuw werk gepubliceerd werd. Daarbuiten was er geen muziek, waren er geen films. Dat is van de ene kant verenigend (zowel de boeren als de intellectuele elite lazen dezelfde boeken), maar die eenzijdigheid lijkt me ook culturele armoede. Sommige films hebben een onuitwisbare indruk op mij nagelaten, en idealiter zie je die op groot scherm, ja. Netflix is dan een goeie tweede optie. En ook, als het beluisteren van podcasts of voorleesboeken een opstapje vormt voor moeilijk lezende jongeren, dan kan ik dat alleen maar toejuichen. Zelf hou ik enorm van papieren boeken, maar tijdens vervelende klusjes of lange autoritten kan ik ook enorm genieten van een app als Storytel. Zo proef je de taal nog beter. Over de ontlezing maak ik me dus niet zozeer zorgen. Maar als het gaat over jezelf al lezend te informeren over de wereld, dan ben ik wel bezorgd. Onze kinderen komen niet langer via kranten of radio, maar via sociale media aan nieuws. En dat is geen objectieve kennis, maar kennis die zwaar gekleurd is door een klikverslavend AI-algoritme dat erachter zit. Daar valt volgens mij nog heel wat winst te rapen. In lerarenopleidingen wordt daar gelukkig al meer op ingezet, maar we zijn daar toch nog heel zoekend in.”
Merci voor het interview en heel veel succes met het schrijven van je derde roman. Kristel Gijbels
Nog even terug naar jou. Mogen we binnenkort een derde roman verwachten?
“Er leeft wel een verhaal in mijn hoofd. Toen ik Noord aan het schrijven was, zaten we in verbouwingen, had ik geen uitgever, wist
Laat je verwonderen door De Bijloke Ontdek de vele concerten van seizoen 21 | 22 op bijloke.be
Ledenvoordelen Vermeylenfonds 20% korting op een selectie van concerten. Info & tickets via vermeylenfonds.be
11
AUGUST VERMEYLEN
over de weg naar een betere wereld August Vermeylen sprak niet vaak op politieke meetings. Hij was geen spreker die de luisteraars kon opzwepen, maar af en toe gaf hij wel een toespraak. Dat deed hij wanneer hij de nood hoog achtte: voor de vernederlandsing van de universiteit Gent bijvoorbeeld, of tegen het fascisme. Tijdens de crisis van de jaren dertig begon hij vaker het woord te nemen, zoals op 20 mei 1936 in Lier, op een verkiezingsmeeting van de Belgische Werkliedenpartij (de socialistische partij van nu). Hij hield toen een redevoering waarvan de thema’s zonder veel moeite te transponeren zijn naar vandaag: verbitterde mensen die foeteren op de politiek, maar die tegelijkertijd zelf te beklagen zijn; de inzet voor een actief humanistisch socialisme, dat aan ieder mens een menswaardig bestaan wil verzekeren; de nationalisten van Rex of aan Vlaamse zijde, die zich zuiver negatief uitlaten, zonder enige opbouwende gedachte. Hier volgen enkele sprekende fragmenten uit de toespraak. (HV)
Toen ik daar straks in den trein zat, trof ik er een oud-kameraad van mij, dien ik al lang niet meer gezien had. Hij keek verwonderd op, toen hij vernam dat ik te Lier op een meeting kwam spreken. Hij zei me: Waarom blijft ge in uw studeerkamer niet zitten? Gij die een intellectueel zijt, ge zoudt toch boven de politiek moeten staan! Ik voelde op dat ogenblik zulk een medelijden met hem, dat ik geen lust had daar veel op te antwoorden. Maar hij ging dan zelf aan het foeteren tegen alle partijen, waardoor hij alleen maar bewees: 1° dat hij evenmin als ik boven den politieken strijd stond, en 2° dat het grote verschil tussen hem en mij dan was, dat hij in zijn hoofd geen enkel klaar idee droeg. Hij was alleen maar verbitterd. Maar hoe wilt ge een politiek bouwen op verbittering alleen, zonder daarbij een klaar idee van hetgeen er gedaan moet worden? Dat is het geval met al die mannen, die geloven dat ze boven de politiek kunnen staan. Ik beklaag ze, want ze zijn ook slachtoffers van de crisis van dezen tijd, en slachtoffers die zich zelf tot onmacht doemen. Ze weten niet, wat een geluk het is, zich een te voelen met den drang van een massa, die zich geheel vrij vechten wil. Zij weten niet, wat een geluk het is, met duizenden en duizenden op te gaan in een grote gedachte, die ruimer is dan ons voorbijgaand persoontje. Een mens verdort anders. (…) Eenieder heeft een plicht tegenover de gemeenschap. En al wie werkt, degenen die werken met hun hersens en degenen die werken met hun handen, hebben er hetzelfde belang bij, dat in de maatschappij orde zou heersen en gerechtigheid. Echte, duurzame orde kan alleen op gerechtigheid gebouwd 1 2 AV 150 JAAR
zijn. En er is geen gerechtigheid, er is geen orde mogelijk zolang niet eenieder economisch vrij is, zolang zijn materieel leven niet verzekerd is, zolang de ene mens den anderen mag uitbuiten en hem de vruchten van zijn arbeid ontnemen. Dat geldt voor de zogenaamde intellectuelen zowel als voor de arbeiders. (…) En nu durf ik beweren, dat de socialistische partij daartoe de beste kansen biedt. (… ) Ik moet lachen, als ik daartegenover het armzalig gewroet zie van Rex. Rex teert alleen op enkele geldschandalen, die de socialisten trouwens al aankloegen toen Rex nog in de wieg lag. Maar Rex is zuiver negatief. In datgene wat Rex zijn programma durft noemen is er geen enkele opbouwende gedachte. Waar zijn daar de mannen met ervaring, met kennis van zaken, die tegen de enorme taak van dezen tijd opgewassen zouden zijn? Ik vrees ze in de Kamer niet: ze zullen er duidelijk laten blijken hoe onmachtig ze staan tegenover de grote vraagstukken, onmachtig om iets te construeren. Ze zullen alleen kunnen schreeuwen, herrie schoppen en wanorde stichten. Het is waarlijk dat niet, wat het land nodig heeft! Achter het masker van den wreker zien we het echte gezicht van Rex grijnzen: het lelijk gezicht van klerikale reactie, en het lelijk gezicht van fascisme en dictatuur. (…) En nu nog een laatste woord. Och! er staat zo oneindig veel op het spel! Bedenkt wel, dat al onze woorden morgen kunnen gesmoord worden onder den oorlog. Die duistere wolk hangt over ons. Beseft ge wel, dat morgen Europa in één groot slachthuis kan veranderd worden, hele bevolkingen door gifgas uitgemoord, en de beschaving, het werk van eeuwen, ten onder gebracht en vernietigd? Nu, dit zijn feiten: overal draagt het fascisme in zich het gevaar van oorlog, overal is het socialisme het hechte bolwerk van den vrede. Alleen het socialisme kan de eerlijke verstandhouding, de verzoening onder de volkeren tot stand brengen. De macht van het socialisme versterken, dat is den vrede versterken. Daar kan en daar moet ieder het zijne toe bijdragen. Een stembiljet is zo weinig,- maar vergeet het niet: met dat stembiljet kunt ge de wegen vereffenen tot een betere wereld. Mochten we Zondag een groten stap verder op dien weg geraken! Dat is het geluk dat ik ons allen toewens. De volledige toespraak van Vermeylen is te lezen op onze website.
EXCLUSIEF VOOR AVF-LEDEN! GENIET VAN 20 % KORTING OP OP DEZE BOEKEN. SURF NAAR
www.epo.be/nl/12-boekenportaal
BESTEL HET BOEK EN GEBRUIK DE KORTINGSCODE DNG202201 IN JE WINKELMANDJE.
LITERATUUR VAN DE MODERNE TIJD NEDERLANDSE EN VLAAMSE LETTERKUNDE IN DE 19E EN 20E EEUW
De moderne literatuur is nog altijd een belangrijk onderdeel van de studie Nederlands in het hoger onderwijs, en daarnaast een onderwerp waarvoor veel algemene belangstelling bestaat. Dit boek biedt studenten en andere geïnteresseerden een helder, chronologisch overzicht van de letterkunde in Nederland en Vlaanderen vanaf de romantiek tot op heden. De auteurs bespreken niet alleen literaire teksten, stromingen en auteurs, maar besteden ook ruim aandacht aan de politieke, maatschappelijke en culturele context waarbinnen de literatuur kan worden geplaatst. Het boek bevat veel voorbeelden en illustraties, en uitgebreide registers. Daardoor is het ook geschikt als naslagwerk. Erica van Boven doceert literatuurgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en is tevens auteur van Literair mechaniek. Referentie:9789062834945 VAN TEKST NAAR TEXT TAAL- EN VERTAALVAARDIGHEID ENGELS
Van tekst naar text is een vertaalboek dat veel meer biedt dan alleen vertalingen. Met dit boek bevorderen studenten via vertalen de vertaalvaardigheid, taalvaardigheid, het taalbewustzijn én het taalgevoel van het Engels. Specifieke moeilijkheden van verschillende soorten teksten komen aan bod, met aandacht voor culturele verschillen. De duidelijke opbouw van het boek biedt studenten houvast bij het maken van een eindvertaling. Van tekst naar text bestaat uit 8 hoofdstukken die elk een tekstsoort centraal stellen, zoals nieuwsberichten, reclameteksten, academische teksten, formele correspondentie en recensies. De auteurs bespreken verschillende mogelijkheden voor een vertaling, in plaats van één juiste
oplossing te geven. Aan de hand van de eigenschappen van de tekstsoort worden zowel problemen op het gebied van lexicogrammar als problemen met betrekking tot specifieke tekstkenmerken besproken. Daarnaast biedt het boek in elk hoofdstuk concrete oefeningen en handige tekstkaders met aanvullende aandachtspunten. Referentie: 9789046904046 VAN ROMANTIEK TOT POSTMODERNISME OPVATTINGEN OVER NEDERLANDSE LITERATUUR
Een overzichtelijke literatuurgeschiedenis met het accent op de rol van literatuuropvattingen. Aan de orde komen de stromingen romantiek, realisme, naturalisme, symbolisme, modernisme & avant-garde en postmodernisme. Niet alleen de literatuur heeft een geschiedenis, maar ook de bestudering ervan. Van romantiek tot postmodernisme is een literatuurgeschiedenis waarin het accent ligt op de rol van literatuuropvattingen. Het boek laat schrijvers en critici aan het woord die het literaire gezicht van Nederland bepaalden vanaf de romantiek tot op heden en beschrijft hoe auteurs erin slaagden hun ideeën ingang te doen vinden via allerlei instituties, zoals tijdschriften, uitgevers en de literaire kritiek. Aan de orde komen de stromingen romantiek, realisme, naturalisme, symbolisme, modernisme & avant-garde en postmodernisme. In de behandeling van deze stromingen ligt de nadruk steeds op de rol van poëticas of literatuuropvattingen van zowel auteurs als critici. Die opvattingen worden in een Europees-literaire context geplaatst en verbonden met ontwikkelingen binnen het literaire veld. Na elk hoofdstuk volgt een uitvoerige bibliografie. Door zijn overzichtelijke indeling is Van romantiek tot postmodernisme, naast een 13 BOEKEN
prettig studieboek, ook een uitstekend naslagwerk. Deze uitgave is een volledige herziening van Twee eeuwen literatuurgeschiedenis Poëticale opvattingen in de Nederlandse literatuur. Referentie: 9789046901977 IN HET LICHT VAN DE WERELDLITERATUUR EEN HUMANISTISCHE BLOEMLEZING
Een bloemlezing met 100 teksten als bron van bezinning en bezieling voor humanisten. Voor mensen, door mensen en voor een zinvol bestaan. Humanisten krijgen soms te horen dat zij toch wel heel veel moeten missen, omdat zij nu eenmaal niet kunnen beschikken over een 'eigen boek'. Inderdaad, humanisten hebben geen bijbel, geen koran, geen enkel heilig boek. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat zij geen behoefte hebben aan teksten waardoor zij zich kunnen laten inspireren, zich verbonden kunnen voelen, richting kunnen vinden. Of aan teksten waaraan zij hun overtuigingen kunnen toetsen, waaraan zij inspiratie, troost of hoop kunnen ontlenen. Maar gelukkig: zij hebben daarvoor de wereldliteratuur! "Het menselijk bestaan is niet bij voorbaat zinloos of zinvol. Wij kunnen er wel zin aan geven. Een bloemlezing met 100 teksten als in dit boek kan daarbij dienen als bron van bezinning en bezieling. Voor mensen, door mensen. En voor een zinvol bestaan: humanistischer kan een boek moeilijk zijn!" - Rob Tielman, oud-voorzitter van het Humanistisch Verbond en het Humanistisch Historisch Centrum. Referentie: 9789067283007
Zijn sterke band met België had veel te maken met zijn nauwe vriendschap met dichter, toneelschrijver en essayist Emile Verhaeren (1855-1916), bij wie hij dikwijls te gast was. Zopas verscheen van Zweig Het land tussen de talen, Reportages uit België (Van Oorschot, 2022, vertaald door Els Snick, 95 p.): zeven literaire reportages over Belgische steden. Het aantrekkelijke van deze uitgave heeft ook te maken met de illustraties die Koen Broucke ervoor tekende of schilderde. Broucke is niet alleen een veelzijdig beeldend kunstenaar, maar ook historicus en pianist. Hij zoekt dikwijls het boek op als bondgenoot. ‘Het land tussen de talen’ sluit aan bij een tentoonstelling van zijn werk,‘La ville abandonnée’, in het Emile Verhaerenmuseum te Puurs-SintAmands, die loopt tot 22 mei 2022 (www. emileverhaeren.be).
STEFAN ZWEIG
Een van de belangrijkste Duitstalige schrijvers uit de eerste helft van vorige eeuw is ongetwijfeld de Oostenrijker Stefan Zweig (1881-1942). Hij komt uit een Weense bourgeoisfamilie van Joodse origine, hoewel niet religieus. Naast romans, toneel, essays en reportages, schreef hij vooral geromanceerde biografieën, o.m. van Marie-Antoinette, Erasmus, Maria Stuart en Maggelaan. Zijn humanistische en pacifistische signatuur brachten hem in conflict met het opkomend nazisme, dat zich ook in Oostenrijk snel ontwikkelde; hij emigreerde in 1934 en verbleef o.m. in Oostende, Londen, New York, Argentinië, om uiteindelijk in 1942 in Brazilië samen met zijn vrouw een einde te maken aan zijn leven. Vanaf 1936 werden zijn boeken door de nazi’s verboden en vernietigd tijdens de gekende boekverbrandingen.
*
*
BRAND FOTO EXPO VERBODEN BOEKEN
BRAND
03|03|2022 > 31|03|2022
03|03|2022 > 31|03|2022
KAPEL ONZE -LIEVE -VROUW TE STOEPE
KAPEL ONZE -LIEVE -VROUW TE STOEPE
FOTO EXPO VERBODEN BOEKEN
RECEPTIE
RECEPTIE
4 MAART 2022
4 MAART 2022
19:00
19:00
FOTO
©
FOTO
TE TE N N T T OO OO N “““““““““““ N “““““““““““ S TE S TE LI LL IN L N Vermeylenfonds G G
“
Heinrich Heine
“
Wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen Heinrich Heine
©
©
*ERTVELDE > GRATIS INKOM VAN 09:00 TOT 17:00
*ERTVELDE > GRATIS INKOM VAN 09:00 TOT 17:00
Vermeylenfonds verbinden verbreden verdiepen
Vermeylenf( )nds verbinden verbreden verdiepen
“
“
Wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen
verbinden verbreden verdiepen
V
Vermeylenfonds verbinden verbreden verdiepen
1 4 G O E D N I E UVermeylenf( WS
)nds
Vermeylenf( )ndsVe verbinden verbreden verdiepen
COMING SOON! MEER INFO BINNENKORT OP WWW.VERMEYLENFONDS.BE
1 0
FRIS EN ON BEL EGEN
jaar August Vermeylen
12 mei Viering verjaardag Vermeylen! Docu-release binnenkort.
1 5 GOED NIEUWS
BIO Patrick Keulemans °1958, Kumtich-breisem | De Haan (b). Studeerde aan de Stedelijke Academie in Mechelen en de Sint-Lukas Hogeschool in Brussel. Gaf les van 1988 tot 2018 aan Luca school of arts Brussel. Bestudeert beeldcommunicatie, is beeldend vertaler en ontwikkelt designobjecten.
‘Beeldend kunstenaar Patrick Keulemans - hijzelf vindt “beeldend vertaler” een meer accurate benoeming van het artistieke wat hij creëert - zet talige begrippen, tekens, gevoelens en evoluties om in beeldende metaforen. De manier waarop hij dit doet is verrassend, bijzonder en authentiek. Keulemans communiceert op een onnavolgbare manier. Met taal en tekens betreurt hij de teloorgang van de “kleine moedertalen” en daarmee gepaard gaand het onherroepelijke verlies aan culturele waarden. Vergetelheid als lot.’ Johan Debruyne
Linkerpagina van boven naar onder: à la recherche du temps perdu, 2019 origineel boek, multiplex populier, acrylplaat, computer gestuurde technologie.
‘Patrick Keulemans is pas in 2009 zogenaamd ‘vrij werk’ gaan maken. Het heeft quasi altijd met taal te maken. Een aantal jaren geleden had hij aan de computer een black out en hij was te rade gegaan bij een neuroloog. Die stelde vast dat hij dyslectisch is. Moeilijkheden kunnen interessante uitdagingen vormen. Bij Keulemans stimuleren ze hem tot allerlei associatieve gedachten en redeneringen, tot een overvloed aan denkpistes die hij zonder schroom kan bewandelen. En die gedachtegangen blijven niet zonder enig plastisch gevolg. Ze vinden hun weg in een onafgebroken stroom van werken. Hij is kritisch, hij stelt vragen, hij geeft commentaar, maar hij doet dat op een geheel eigenzinnige en zeer visuele manier.’ Daan Rau
Rechterpagina van boven naar onder: Opgetekend, 2022 bewerkt bot, acrylverf
Expo ‘VERBINDEN’ groepstentoonstelling De Melkerij, Kerkstraat 22a, 3020 VeltemBeisem april-mei 2022
‘GOLD’ solotentoonstelling Pand 00x, Blekerstraat 1, 8500 Kortrijk juni 2022 Meer info www.patrickkeulemans.be
De kracht van geschreven taal, 2022 gevonden speelgoed, tekenpennen, goudverf. iPads, 2017 mdf, karton, lijm, beits, schoenpoets, kleurpigmenten.
Uitgevlooide tekst, 2015 kunststof, afwrijfletters Thuis in mijn moedertaal, 2014 inhoud woordenboek, hout, lijm, leisteen, touw Writer’s block, 2018 lege inktvullingen, lijm
Vermeylen beïnvloed(t) Tinus Sioen maakt een keuze uit kunstenaars, schrijvers, denkers, die Vermeylen leuk vond. Grote en invloedrijke namen, maar ook personen die wat op de achtergrond verzeild zijn geraakt of ondertussen volledig vergeten. Wat vast staat is dat Vermeylen hen belangrijk genoeg achtte om er zijn tijd en woorden aan te schenken. Ze veardienen dus ook een plekje in De Nieuwe Gemeenschap.
Vrijheid is niet afwezigheid van dwang, vrijheid is macht om zichzelf te zijn. Ik houd van den mens die is wat hij is; die geheel is, wat hij in den grond is. Hebben die lui iets dat ge cultuur moogt noemen? Neen, cultuur is niet het bezitten van een beetje kennis; echte cultuur is een zeker evenwicht van al de krachten van den mens, een zeker evenwicht ook met de krachten die zijn omgeving uitmaken; cultuur is een innerlijke eenheid, en daar de mens toch nooit alleen staat en zelfs niet alleen kàn staan: innerlijke eenheid aangepast aan zijn wereld, in overeenstemming met de wereld waarin hij werken moet. (August Vermeylen, 1912, Verzameld Werk 4, p. 91) Vrijheid is niet alleen afwezigheid van dwang: de echte, positieve vrijheid is ook: macht tot handelen. En Vrijheid, die macht tot
handelen is, die heeft nu een dubbel uitzicht: vrijheid naar buiten, dat is sociale democratie, het breken van drukkende economische banden, die de persoonlijkheid beknellen; (August Vermeylen, 1937, Verzameld Werk 4, p. 142) Wat de intellectuelen het nauwst aan het hart ligt, is hun vrijheid, en in 't bijzonder de vrijheid van de gedachte. Maar hoe kan de vrijheid gewaarborgd blijven in zulk een stelsel, waar de meesten in economisch opzicht aan handen en voeten gebonden zijn? De stellige vrijheid is macht van handelen: ik ben het vrijst in de omgeving die het best mijn daad bevordert. De echte vrijheid is die van den mens die zich op zijn plaats voelt, veilig, in evenwicht met zijn omgeving. (August Vermeylen, 1936, Verzameld Werk 4, p. 57)
1 8 VERMEYLEN BEINVLOED(T)
Goed nieuws In deze rubriek leggen we nadruk op het positieve in onze kleine en grote wereld. We brengen enkel goed nieuws met veel zwarte en witte humor, cadeautjes, weggeefacties, twitteroptimisten, facebookclowns en nog veel meer… Heeft u ook heugelijk nieuws te melden, mail dan naar sarah@vermeylenfonds.be want “Optimism is a moral duty!”
NIEUW REDACTIELID
‘I know pretty much what I like and dislike; but please, don’t ask me who I am. A passionate, fragmentary girl, maybe?’ (Sylvia Plath, The Unabridged Journals) Ik was een romantisch en gevoelig kind. Snel geraakt en ontroerd. Zot van taal, boeken, kunst en mensen. Verliefd op de wereld in al haar brute schoonheid. Dat gevoel is nooit meer overgegaan. Als leerkracht Latijn en filosofie tracht ik die liefde ook aan te wakkeren bij mijn studenten, ‘hun wereld te openen’ zoals filosofe Hannah Arendt het zo mooi wist uit te drukken. Net als Martha Nussbaum, één van mijn andere heldinnen, geloof ik sterk in opvoeding tot kritisch burgerschap en actief pluralisme. Ik hou ervan jongeren via literatuur kritisch te laten nadenken over hete maatschappelijke hangijzers, maar evenzeer laat ik me zelf inspireren door hun verhalen en door hun frisse kijk op het leven van alledag. Ik geloof niet in het grote gelijk of in zwart-wit-denken, maar tracht de wereld steeds als ‘nieuw’ tegemoet te treden en met de ander in dialoog te gaan. Ik denk dat mijn levensfilosofie in die zin goed aansluit bij de visie van het August Vermeylenfonds.
NIEUWE STAGIAIRE
Hallo leden van het Vermeylenfonds. Laat ik me even voorstellen: Ik ben de spiksplinternieuwe stagiaire van het Vermeylenfonds in Gent. Mijn naam is Tamara en ik studeer sinds kort SociaalCultureel Werk aan de Artvelde Hogeschool, een driejarige graduaatsopleiding die me voorbereidt op een hopelijk boeiende carrière. Ik ben geen jonkie meer: geboren in het jaar waarop de Vietnamoorlog eindigde (goeie quizvraag, zoek het op) en was/ben, voordat ik de openbaring kreeg om sociaal-cultureel werk te studeren, 22 jaar freelance vertaler van het Nederlands naar het Engels én voiceover. Specialisatie: cultuur (duh!) Nu de kinders pubers zijn, en het verstandig is om best zoveel mogelijk uit hun buurt te blijven, is het moment eindelijk aangebroken
1 9 GOED NIEUWS
Daarnaast ben ik actief in een literair salon en heb ik een paar jaar geleden samen met enkele buurtbewoners ‘Literure’ opgericht, een leesgroep die bekende en minder bekende werken toegankelijk wil maken voor liefhebbers. En sinds kort heb ik ook een blog (https://eenleveninsnippers.wordpress.com) waar ik in de gestolen uurtjes schrijf over grote en kleine mensen, over dingen die (nooit) voorbijgaan. Ik woon in Sint-Amandsberg met mijn man (medisch fysicus), drie kinderen en twee katten.
om eens wat op mijn eigen leven te focussen en zo halverwege mijn professionele leven een hele nieuwe start te maken. De stage zou weleens drie jaar kunnen duren dus zullen jullie nog wel van me horen... Ik heb er erg veel zin in om mij te gooien op allerhande projecten in de context van verbindende cultuur. Ik ben te bereiken op maandag en woensdag op tamara@vermeylenfonds.be Laters!
Agenda UITNODIGING A l g e m e n e Ve rg a d e r i n g 19.03.2022
Van onder de radar
Van onder de radar is een project van het Vermeylenfonds Aarschot i.s.m. cc Het Gasthuis, dat mensen, die op één of andere manier onder de radar zitten, een positief, kritisch en creatief platform wil geven om hun verhaal te doen. Het medium dat we gebruiken is BEELD: schilderen, tekenen, animatie, fotografie, het geschreven woord … Er wordt geëxposeerd op speciale plaatsen: café, winkel, rusthuis, jeugdhuis, park, wijken, straat, de Demerkant, leegstaand pand, …. Zo bereiken we een groter, meer divers publiek en brengen we kunst naar de mensen. Op die manier vergroten we de goesting ook om zélf beginnen te creëren.
DE GR( )TE VERBINDING
Expo: 1 april t.e.m. 30 april 2022. Meer info op onze website. Bezoek boekentoren Gent
We bezoeken met ons atelier de vers gerenoveerde modernistische parel van Henri Van De Velde. Een gids toont ons alle hoeken en kanten van het gebouw. Inschrijven kan via kruy3atelier@ gmail.com Datum: 7/4/2022 Locatie: Boekentoren Gent, Rozier, 9000 GENT Georganiseerd door: Kruy3 Atelier in Beeld
Tijdens het weekend van 13 tot 15 mei 2022 kunt u in ons atelier terecht voor "Atelier in Beeld". Kom gerust eens langs terwijl we aan het werk zijn of om eens kennis te maken met onze activiteiten. Locatie: Atelier in Beeld, Kruyersweg, 9980 SINT-LAUREINS Datum: 13/5/2022 - 15/5/2022 Georganiseerd door: Kruy3
Wie is Miguel Hernández door Elvis Peeters en Wilderman.
Iedereen kent Federico García Lorca, een van de grootste Spaanse dichters van vorige eeuw. Enkel de Spanjaarden kennen zijn jongere tijdgenoot Miguel Hernández die een niet minder artistiek, geëngageerd en tragisch leven had. Miguel was de zoon van een herder, werd dichter, streed in de Spaanse Burgeroorlog aan de zijde van de republikeinen tegen Franco, kreeg de doodstraf, maar stierf uiteindelijk in de gevangenis, nauwelijks 32 jaar oud. Hij liet een weduwe achter en een zoontje van drie, nadat een eerste kind eerder in de wieg was
© Miguel Hernandez
gestorven. Ondanks zijn korte leven liet hij een belangwekkend oeuvre na. "Wie is MIGUEL HERNÁNDEZ?" is een pittige productie die put uit leven en werk van deze intrigerende jonge man. In een scherpe literair-muzikale voorstelling wordt hij voor het voetlicht gebracht door het stomende viertal van Wilderman. In een poëtische vertelling volgen we de passies en engagementen van de dichter, doorweven met songs gebaseerd op zijn gedichten.
Datum: 19/5/ 2022 in La Barraca, Noordstraat 156 in Roeselare Locatie:La Barraca, Noordstraat 156, 8800 ROESELARE Info: vermeylenfonds.rsl@hotmail.com Georganiseerd door: Roeselare In the motion
Op basis van de Open Call startte met de steun van Vermeylenfonds het traject 'In The Motion'! 17 woensdagen lang wordt er gewerkt aan onze Stop motion animatie die we zullen vertonen op het filmfestival Night Of The Scum op 4 juni 2022 in TRIX. Een oproep voor kunstenaars van alle leeftijden in de kunstdiscipline audiovisuele filmtechnieken. Men kan tot 4 mei 2022 een zelf geregisseerde short film opnemen, monteren en doorsturen naar info@scumstudios.be Meer info op vermeylenfonds.be.
2 0 AGENDA
Het Vermeylenf( )nds nodigt je van harte uit op de Algemene Vergadering in het strategisch en centraal gelegen Leuven. We nemen je mee doorheen de krachtlijnen van het nieuwe jaarplan. Samen luisteren we naar enkele inspirerende projecten - waarvan de ziel ook een slam interpretatie krijgt - en ronden af met een intrigerende try-out van het immer stomende Wilderman quartet. (Begeleid door stem, contrabas, elektrische basgitaar, baritonsaxofoon en drums kruipen we in het hoofd en werk van Miguel Hernandez) De vergadering en het namiddagprogramma worden met een lichte lunch & receptie van elkaar gescheiden. Wij verwelkomen jou met open armen! Registratie verplicht! (Online op vermeylenfonds.be)
Uw lente in onze Studio 4!
-25% korting voor leden van het vermeylenfonds
11.03
17.03
25.03
Toine Thys Overseas Quintet
Jakob Bro, Jorge Rossy & Arve Henriksen
Vilde Frang,
Mix van jazz, Arabische, klassieke en Braziliaanse muziek
Een intimistisch trio met gitaar, trompet en drums
Een inspirerend samenspel tussen viool en piano
28.03
26.04
Alexandre Kantorow
Estiévenart, Ponseele & Il Gardellino ft. Romaniuk
De sterpianist interpreteert Liszt, Scriabin en Schumann
Een ontmoeting tussen barok en jazz rond Bach
19|03|2022 ELVIS PEETERS & WILDERMAN WIE IS MIGUEL HERNANDEZ ?
28.04
Vox Luminis Prachtige barokmuziek voor koor o.l.v. Lionel Meunier
© PASACAL DUCOURANT | JAKOB BRO | MARCO BORGGREVE | SASHA GUSOV | ESTIÉVENART, PONSEEL, IL GARDELLINO & ROMANIUK | TOM BLATON
©
VRIJZINNIGE TREFDAG
Herbert Schuch
Vermeylenfonds verbinden verbreden verdiepen
Vermeylenf( )nds verbinden verbreden verdiepen
© Lore Van Loock Affiche-Uitnodiging - Vrijzinnige Trefdag 2022 (Leuven) Instagram.indd 1
16/02/2022 12:27:45
2 1 AGENDA
Verslag
Haikuwandeling © Jean-Pierre Drubbels
Op 17 oktober 2021 bracht Geert De Kockere tijdens een wandeling in het Bellebargiebos Haiku’s. Het werd een mooie wandeling georganiseerd door Vermeylenfonds Lievegem (Waarschoot), waarbij Geert de wandelaars onderweg een aantal keren aan de hand van haikusequensen een andere kijk gaf op de dingen die
ze wel kennen, maar misschien nog nooit op die manier zagen. “Af en toe pauzeren, even stilstaan bij iets moois, iets kleins, iets bijzonders, iets van niets, iets dat je anders doet kijken, het is heilzaam voor de geest en bevorderlijk voor lijf en leden.” (GdK).
In onze superdiverse samenleving - die Vlaanderen en Brussel zijn - is meertaligheid een realiteit. Het is uiterst belangrijk dat we investeren in Nederlands als gemeenschappelijke onderwijstaal en dat andere thuistalen van leerlingen mee kunnen worden ingezet om tot leren te komen. Internationale Moedertaaldag was een geslaagd online event.
2 2 VERSLAG
Na een bijzonder sfeervolle avond in De Centrale zijn de eerste vijf finalisten van het Gents Slampioenschap 2022 bekend. Bek Veg Ter, Gert Vanlerberghe, Emma Acke, Nassira Llo en El-Nasr strijden op 17 mei voor de titel van Gents Slampioen 2022! De tweede voorronde heeft op 15/03/2022 plaats in een steeds kolkende Missy Sippy ... Het Gents Slampioenschap is een initiatief van Podium Panache en Slam Aleikum m et de steu n van Voem, Vermeylenfonds, Poëziecentrum, Cultuur Gent en Literatuur Vlaanderen.
‘k ben al zo lang op weg geweest’ Huldeconcert Walter De Buck, Minard Gent, 21 November 2021. Een samenwerking van Vermeylenfonds Gent, Minard en Trefpunt (© Gunter Vanderbeken)
2 3 VERSLAG
BV
Hind Eljadid Woordkunstenaar
Sinds eind vorig jaar organiseert het Vermeylenfonds het Belgisch kampioenschap slam poetry en die organisatie is één van de taken van de nieuwe project-coördinator/artistiek coördinator van het Vermeylenfonds, Hind Eljadid. Als woordkunstenaar heeft Hind al enige bekendheid. In 2017 ontving ze immers de Van Dale Spoken award. Vorig jaar verscheen haar literair debuut ‘Kruimeldief ’*, een aangrijpend autobiografisch werk over haar moeilijke kinderjaren. Het boek eindigt met een ontroerende brief aan haar overleden moeder. Haar zus Fatima-Zahra zorgde voor de unieke illustraties.
“Mijn moeder was een Vlaamse vrouw uit Sint-Niklaas wiens kinderjaren en jeugd niet over rozen liep. Om die moeilijke situatie te ontvluchten is ze heel jong gehuwd met een Marokkaanse man, mijn vader. Dat was helaas geen goede relatie met veel problemen en agressie. Een scheiding was onvermijdelijk en we verhuisden naar De Dam in Antwerpen. Ik was toen drie jaar. We leefden daar in vrij armoedige omstandigheden. Mijn moeder werd ongeneeslijk ziek, we moesten leven van haar uitkering wat veel te weinig was om rond te komen. Ondanks de erge pijn ging ze toch nog bijklussen als poetsvrouw. Maar eigenlijk kon ze dat niet meer. Als kind gingen mijn zus en ik dikwijls mee om haar te helpen.” Ook na een scheiding is een vader wettelijk verplicht om zeker de kinderen financieel te ondersteunen. Meestal wordt via de rechtbank een regeling uitgewerkt en heeft hij ook bezoekrecht.
“Voor zover ik het me herinner heeft mijn vader eenmaal bezoekrecht gehad, een ontmoeting in de zoo van Antwerpen. Ik heb die omstandigheden beschreven in het boek. Pas veel later heb ik hem nog eens gezien, ik was toen al 14 jaar. Ik ben met hem een koffie gaan drinken. Vermoedelijk heeft men hem zijn bezoekrecht ontnomen omdat er aanwijzingen waren dat het zijn bedoeling was om zijn kinderen, mijn zus en ik, mee te nemen naar Marokko. Mijn vader leeft nog steeds in Antwerpen en af en toe belt hij nog wel eens maar een hechte band heb ik er niet mee. Ik mis hem niet ook. Als moslim kan hij moeilijk aanvaarden dat ik gay ben.” Je moeder was Vlaams. Heeft zij zich onder druk van je vader bekeerd tot de islam?
“Nee, nog vóór mijn moeder mijn vader leerde kennen had ze al interesse voor de islam. Het huwelijk met mijn vader zal wel een duwtje in de rug geweest zijn om zich te bekeren tot de islam. Ze heeft een tijdje een hoofddoek gedragen en is begraven op het Schoonselhof, een islamitische begraafplaats.”
Je bent dus islamitisch opgevoed.
“Ja, maar ik ben geen praktiserende moslim. Ik ben wel gelovig, niet in een god want ik weet niet of er een god is. Ik zie geloof als iets spiritueels, energie waardoor je voelt dat er iets groter is dan jezelf. Die zit in mij en daar heeft niemand anders zich mee te moeien. Geloof heeft voor mij dus niets te maken met het boek de koran. De koran is religie, een leidraad die regels voorschrijft van hoe je moet leven en dat ligt heel moeilijk voor mij alhoewel ik ook goeie voorschriften uit de islam heb meegenomen in mijn leven. Wat ik bijvoorbeeld heel
fijn vind in de islam is dat men iemands gedrag beoordeelt vanuit de intentie en als die goed is dan veroordeelt men het gedrag niet.” We hebben het er daarnet al even over gehad, je bent in armoedige omstandigheden opgegroeid. Eens men daarin belandt is het moeilijk om daaruit te geraken. Generatiearmoede is een algemeen bekend fenomeen dat heel dikwijls voorkomt. Daar ben je blijkbaar toch aan ontsnapt.
“Door heel hard te werken soms dag en nacht, vooral in de horeca en zelfs in racistische cafés waar ik mijn Marokkaanse voornaam niet mocht gebruiken. Van in mijn kindertijd had ik interesse voor taal en kunst zoals schrijven, lezen, acteren. Kunst is ook in moeilijke tijden altijd mijn houvast geweest samen met mijn zus. Als ik vandaag ben wie ik ben dan is dat hoofdzakelijk aan mijn zus maar ook aan de kunst te danken. Ik ben niet meer arm, heb alles wat ik nodig heb maar ik zit nog niet op het niveau van wat men de middenklasse noemt want ik ben begonnen met een achterstand. Ik heb ouders noch grootouders waar ik bij tegenslag kan op terugvallen en kunstenaar zijn is nu ook niet de slimste manier om uit de armoede te geraken. Mijn kinderen wil ik kunnen blijven geven wat ik niet heb gehad. Ik weet immers hoe men sjofel geklede kinderen behandelt, hoe ik als arm kind bekeken werd en hoe ik me minderwaardig voelde.” Je bent nu bekend als woordkunstenaar en schrijver. Heb je daarvoor een opleiding gevolgd?
“Nee, ik heb zelfs geen diploma middelbaar onderwijs. Ik ben wel enkele jaren naar het SISA geweest maar heb die opleiding niet afgemaakt. Mijn zus heeft wel haar opleidingen afgemaakt en heeft twee diploma’s. Ze kon wel nergens een stageplaats vinden omdat 2 4 BV
ze een hoofddoek wilde dragen. Wat voor een onzin is dat. Het is toch niet omdat je een stukje stof op je hoofd draagt dat je minder competenties hebt.” Bij discussies over het al of niet toelaten van het dragen van een hoofddoek, hoor je dikwijls bij de tegenstanders het argument dat het hoofddoek het symbool is van de onderdrukking van de vrouw. Het is de machocultuur van de islam die de vrouwen verplicht tot het dragen van een hoofddoek.
“Hoe onderdrukkend is het voor een vrouw om bepaalde kledingstukken niet te mogen dragen? Hoe onderdrukkend is het dat men daardoor een opleiding niet mag afmaken? Alle vrouwen die ik ken en die een hoofddoek dragen, dragen dat uit vrije wil. Ongetwijfeld zijn er vrouwen die daartoe verplicht worden maar dat is zeer zeker een heel kleine minderheid. In de joodse cultuur zijn er vrouwen die verplicht worden hun haar af te scheren en een pruik te dragen. Dat is pas onderdrukking. Maar hierover wordt niet gepraat.” Je bent nu halftijds in dienst van het Vermeylenfonds om onder meer het Belgisch kampioenschap slam poetry te organiseren. Het begrip heb ik al geregeld gehoord maar ik kan er me niet altijd bij voorstellen wat slam poetry effectief inhoudt.
In het vorige nummer van dit tijdschrift las ik dat je samen met Ellee Mihajlovich naar Budapest bent geweest om er te filmen voor een project rond de LGBTQiA+gemeenschap**. Waarom in Budapest?
“Eigenlijk was dat eerder toevallig. Door de coronapandemie kon er geen boekenvoorstelling georganiseerd worden voor mijn boek ‘Kruimeldief ’ en we zijn die bestellingen zelf gaan leveren. Toevallig was er ook een bestelling van Belgen in Hongarije en om het boekenproject af te sluiten zijn we met de steun van het Vermeylenfonds en Victoria Delux de bestelling in Budapest zelf gaan leveren. Dat had ook een bedoeling. In Hongarije was er immers op voorstel van president Orban een wet goedgekeurd dat koppels van hetzelfde geslacht geen kinderen meer mochten adopteren. We hebben van die week dat we daar waren gebruik gemaakt om naast onze deelname aan de ‘Budapest Pride’ ook vele activisten en internationale politici van het Europese parlement te ontmoeten. Die ontmoetingen en de interviews hebben we gefilmd. Ellee is immers cineaste zodat we ons eigen productieteam zijn. De bedoeling is om de film in afleveringen te vertonen. Er zijn al twee delen klaar, een derde deel wordt opgenomen in Macedonië waar de acties tegen homohaat ondergronds moeten gebeuren. De opbrengst van de filmvoorstellingen gaat voor een groot stuk naar de LGBTQ-campagnes in Budapest. Hongarije was vóór Orban aan de macht kwam, één van de meest progressieve landen wat verdraagzaamheid tegenover de LGBTQ gemeenschap betreft. Sensibilisatie is dus meer dan ooit nodig, ook bij ons. De moord op David Polfliet in Beveren is alleszins een signaal dat de onverdraagzaamheid tegenover homo’s toeneemt. Niet alleen bij ons in België. Zie maar wat in Spanje aan het gebeuren is.” Interview: Johan Notte Foto: David Degelein *Eljadid, Hind, Kruimeldief, Antwerpen, Epo, 2021, 149 p
“Eigenlijk is slam poetry niets meer dan de wedstrijdvorm van spoken word. Spoken word, ‘gesproken woord’ dus is de discipline, slam poetry de wedstrijdvorm van die discipline. In spoken word onderscheidt men dan nog vijf sub-disciplines: storytelling, comedy, gospel, lyrics en poetry. Dat is ook het grote verschil met pure poëzie nl. dat het veel verschillende stijlen heeft en minder afgebakend is. Soms speelt performance een belangrijke rol maar het kan ook theater zijn of literatuur. De nadruk ligt op creatief gebruik van taal in het algemeen. Maar om het goed te begrijpen zou je eens naar het Belgisch kampioenschap moeten komen dat het Vermeylenfonds dus mee organiseert. Eind dit jaar zal het plaatshebben in Brussel omdat we daar waarschijnlijk beter de Franstaligen kunnen bereiken. Het is een Belgisch kampioenschap dus zijn er ook inschrijvingen van Franstaligen.
Treed je zelf nog op als ‘spoken word’ performer?
“Ik ben ook halftijds zelfstandige in bijberoep. Ik organiseer workshops, verzorg intermezzo’s bij politieke meetings, boekvoorstellingen of congressen allerhande. Ik werk ook mee met Reveil, een organisatie die werkt rond rouwcultuur in Vlaanderen waarmee ik een theaterproductie maak. Samen met mijn zus ben ik mijn boek ‘Kruimeldief ’ aan het bewerken tot een theaterstuk waarin zowel mijn zus als ik gaan acteren. Als moeder van drie kinderen zijn mijn dagen dus goed gevuld.”
**LGBTQIA+ is een van oorsprong Engelse afkorting die staat voor lesbian (lesbisch), gay (homoseksueel), bisexual (biseksueel), transgender, queer, intersex (interseksueel) en asexual (aseksueel). + staat voor alle andere seksuele oriëntaties, genders en geslachten die niet onder de andere letters vallen.
2 5 BV
Column De onvoltooid verleden tijd – Peter Benoy
MOLIÈRE EN DE ‘GUERRE COMIQUE’ zoveel mist rond een historische theatermaker hangt, dan komt de verbeelding op gang. Wat we wel hebben zijn de stukken die tijdens zijn leven zijn gedrukt en getuigenissen van vrienden en vijanden, waarvan ongetwijfeld die laatste groep een meerderheid vormt en zeker niet betrouwbaar is als informant.
Molière, Nicolas Mignard
‘Ik moet tot mijn verbazing nu wel vaststellen dat er vijf vrouwen zijn, die (belangeloos!) me bekennen, dat ze me zeer liefhebben: Simonne, Gabrielle, Annie, Maria en Mayou!’ noteert de 67-jarige August Vermeylen op 4 augustus 1939 in zijn dagboek. Vier dagen later herleest hij L’Ecole des Femmes van Molière en een dag later diens Dom Juan. Tracht hij door die lectuur de vrouwelijke ziel te doorgronden en een verklaring te vinden voor zijn aantrekkingskracht? Wie weet?
helder concept van Vitez werden onderlinge verbanden voor het publiek duidelijk zonder enige toelichting. Hij liet in zekere zin de stukken onderling dialogeren. Een unieke ervaring en een magistrale theaterles. Hier vindt mijn meer dan gewone belangstelling voor Molière zijn oorsprong.
Enkele dagen later leest hij Le Misanthrope en Tartuffe. De keuze is opmerkelijk; het zijn uit het oeuvre van de 17de eeuwse Franse theatermaker/toneelschrijver niet alleen de stukken die de komedie op een hoger niveau tilden, maar ook het conservatisme bestreden, de hypocrisie van zijn tijd bespotten en de strijd aangingen met de ultra-devoten van de Compagnie du Saint Sacrement.
400 jaar geleden werd Molière (1622- 1673) te Parijs geboren. De Fransen zullen het geweten hebben! Hoewel hij nooit afwezig is gebleven op de Franse theateraffiches zal het publiek nu, net als in 1822 en in 1922, de gelegenheid krijgen om diverse ensceneringen van de meeste van zijn 32 toneelstukken te zien. Daarnaast zal een indrukwekkende stapel nieuwe studies en biografieën haar weg naar de boekhandels vinden. Die herdenking kan probleemloos doorlopen naar 2023, want dan herdenken we de 350ste verjaardag van zijn dood.
Tijdens het Festival van Avignon in 1978 regisseerde Antoine Vitez, een van de grote Franse regisseurs, uitgerekend de hogergenoemde komedies die vier opeenvolgende avonden als één voorstelling werden gespeeld. Een groep van twaalf jonge acteurs vertolkte de 40 rollen van deze stukken in eenzelfde sober decor met een minimum aan rekwisieten en in kostuums die de sfeer van de 17de eeuw opriepen. In dit
De erfenis van de grote Franse acteur, toneelschrijver en theaterdirecteur zit vol mysteries. Buiten wat handtekeningen onder kwitanties en andere documenten, is niet één van zijn manuscripten bewaard gebleven en ook geen brieven of andere geschreven teksten van zijn hand. Het lijkt wel of na zijn dood pogingen zijn gedaan om al zijn sporen uit te wissen. Een ramp voor wie over hem wil schrijven. Als er 2 6 COLUMN
Molière (pseud. van Jean-Baptiste Poquelin) richtte in 1643 samen met de acteursfamilie Béjart (Madeleine, Joseph en Geneviève) het Illustre Théâtre op, dat twee jaar later door schulden de deuren moest sluiten. Daarna vervoegden ze een rondtrekkend gezelschap. Gedurende 14 jaar speelden ze vooral in de steden van de Rhonevallei, van de Languedoc en ook van de Loire en omstreken. Tijdens de jaren dat Molière de provincie doorkruiste werd hij geconfronteerd met de ellendige levensomstandigheden op het platteland: mislukte oogsten, hongersnoden, epidemies, opstanden en bloedige repressie van elk teken van verzet. Tijdens dit zwervend bestaan schreef hij enkele farcen en kleine komedies die met succes werden gespeeld. In 1658 besliste Molière, intussen artistiek leider van het gezelschap, opnieuw zijn kans te wagen in Parijs. Dankzij de bescherming van ‘Monsieur’, de broer van Louis XIV, kan hij beschikken over de theaterzaal van het Palais Royal. Tussen 1659 en 1673, het jaar van zijn dood, schreef hij 28 komedies en komedie- ballet’s – die laatste vooral in opdracht van de koning. Louis XIV was weliswaar sedert zijn kinderjaren koning, maar pas in 1661 kon hij, na de dood van Mazarin, de werkelijke macht uitoefenen. Zelf danser zijnde, was hij bijzonder geïnteresseerd in de wereld van de kunsten. Vooral tijdens het eerste decennium van zijn regering traden met zijn steun vernieuwende artistieke talenten als Molière, Lully en Racine op de voorgrond. Binnen deze gunstige historische context kon Molière de komedie, ondanks de tegenstanders en de veroordeling ervan door de kerk, op een hoger niveau tillen en ontwikkelen tot een volwaardig onderdeel van de klassieke dramaturgie. Denis Diderot (1713-1784) noemde hem le premier philosophe des Lumières. Eind 1662 ging L’Ecole des Femmes van Molière in première, zijn eerste ‘grande comédie’ in 5 bedrijven en in verzen, maar toch nog aanleunend bij de farce. Wierp hij zich hiermee
op tot een voorloper van het feminisme? Ongetwijfeld wat sommige aspecten betreft.
La femme est en effet le potage de l’homme;
Arnolphe, een bourgeois in de middenleeftijd, voedt de minderjarige Agnes op om haar te huwen als de tijd er rijp voor is; hij houdt haar zo veel mogelijk binnenshuis en ver weg van het werkelijke leven. Tegen een vriend pocht hij over haar naïviteit:
Qui veulent dans sa soupe aller tremper leur doigt,
Elle était fort en peine, et me vint demander, Avec une innocence à nulle part pareille, Si les enfants qu’on fait, se faisaient par l’oreille. Tegen Agnes zet hij duidelijk zijn opvatting over beide sexen uiteen: Votre sexe n’est là que pour la dépendance: Du côté de la barbe est la toute-puissance. Bien qu’on soit deux moitiés de la société, Ces deux moitiés pourtant n’ont point d’égalité: L’une est moitié suprême et l’autre subalterne: L’une en tout est soumise à l’autre qui gouverne (…) N’approche point encor de la docilité, Et de l’obéissance, et de l’humilité, Et du profond respect où la femme doit être Pour son mari, son chef, son seigneur et son maître. Lorsqu’il jette sur elle un regard sérieux, Son devoir aussitôt est de baisser les yeux. De satire van de man, die zijn vrouw ziet als iemand die aan zijn wil is onderworpen, komt meermaals voor in de komedies van Molière. Agnes is te onmondig om hierop te reageren, maar in zijn Georges Dandin (1668) repliceert Angélique des te sterker: "Je vous déclare que mon dessein n’est pas de renoncer au monde, et de m’enterrer toute vive dans un mari." Vrouwen werden in veel gevallen op jonge leeftijd en zonder enige inspraak uitgehuwelijkt aan oudere mannen die hen als een persoonlijk bezit beschouwden. De vrees voor ‘cocuage’ was dan ook de grootste bedreiging in hun ogen, een thema dat niet alleen in het oeuvre van Molière aanwezig is, maar ook een maatschappelijke realiteit was. Hij schilderde hen als liefdeloze egoïsten die in termen van bezit dachten. Alain, een knecht van Arnolphe, legt het beeldend uit:
Et quand un homme voit d’autres hommes parfois,
Il en montre aussitôt une colère extrême. Arnolphe zal, na nogal wat theatrale wendingen, uiteindelijk in de put vallen die hij zelf gegraven heeft en Agnes zal trouwen met de man van haar keuze. Molière staat altijd ondubbelzinnig aan de kant van de jeugd en is voorstander van een vrije keuze van huwelijkspartner. Ondanks het succes van het stuk bij het Parijse publiek (inkomsten tot recordbedragen van1460 livres per dag), bij de koning en het hof,werd er door de theaterwereld en de ultra-devoten heftig en vijandig gereageerd. Misschien was het wel het eerste grote theaterschandaal in Frankrijk van een lange reeks, zoals ‘Cromwell’ van Hugo, ‘Ubu Roi’ van Jarry, ‘Le Sacre du printemps’ van Stravinsky, ‘Les Mamelles de Tiresias’ van Apollinaire,... Molière werd obsceniteiten en godslastering verweten. Vooral zijn kritiek op de situatie van de vrouw en op de door de kerk opgelegde huwelijksmoraal werden hem zwaar aangerekend. Verder, dat hij de bestaande regels van de dramatische kunst en van de komedie negeerde en zondigde tegen de versmaat. Een half jaar later gaat zijn nieuwe komedie in première: La Critique de L’Ecole des femmes waarin hij bij monde van het personage Dorante repliceert op zijn critici en o.m. zegt dat komedie in waardigheid gelijk is aan tragedie – een historische uitspraak. Hierdoor wordt een ‘guerre comique’ ontketend, een uniek gebeuren in de theatergeschiedenis. Zo verschijnt in augustus 1663 een komedie van de journalist Donneau de Visé, Zélinde ou la Véritable Critique de ‘L’Ecole des Femmes. Een maand later gaat Le Portrait du Peintre ou la Contrecritique de l’Ecole des Femmes in première in het ‘Hôtel de Bourgogne’ het andere grote Parijse theater. 19 oktober 1663: Molière repliceert, o.m. op de aanvallen op zijn privé-leven met L’Impromptu de Versailles, waarin hij in geestige dialogen een repetitie van zijn gezelschap als een metatheater op de scene zet. In november speelt het ‘Hôtel de Bourgogne’ La Vengeance des Marquis en in december L’impromptu de l’Hôtel de 2 7 COLUMN
Condé van Montfleury fils. Tenslotte wordt de komische oorlog begin 1664 afgesloten met La Guerre comique ou la Défense de l’Ecole des Femmes van Philippe de La Croix, die aan het einde zegt: pour plaire aujourd’hui il faut être Molière, ou faire comme lui. Een oorlog die in zeven toneelstukken wordt uitgevochten; kon dat maar in alle ernstige conflicten. Wanneer op 11 december 1663 de duc d’Enghien in het huwelijk treedt met Anne de Bavière worden tijdens de feesten vier van deze stukken gespeeld: twee van Molière en twee van zijn tegenstanders. Wie zei het ooit, ‘theater is een feest’?
Column Anita
Voor Nu en Straks: ‘Voortschrijdend inzicht’
van de huppelende politici van korte duur, daardoor werd Covid 19 de hofnar van het parlement. Eens te meer werd duidelijk hoe belangrijk taal en communicatie is in crisistijden. Het ferm uitgesproken, volkse ‘blijf in uw kot’ werd snel verstaan en goed opgevolgd. Het ongelukkig geformuleerde ‘Rijk der Vrijheid’ daarentegen, werd opgepikt als een belofte en bewees eens te meer dat men niet mag overdrijven met het sprookjesjargon. Toen een TV coryfee ons bij haar afscheid minzaam toesprak met ‘alles komt goed’ (wat eigenlijk een dooddoener van jewelste is), kregen we pas hoop en vertrouwen. Als burger van de federale staat en spreker van één van de drie landstalen, meen ik niet te mogen klagen over de verstrekte uitleg van experten, journalisten en gezondheidsdiensten. Integendeel, ik voelde mij goed geïnformeerd én verzorgd. Al vroeg ik mij af of iedereen bereikt werd in onze superdiverse samenleving, waar een veelheid aan talen gesproken wordt door mensen die onze taal niet of niet voldoende machtig zijn? Ik ken trouwens genoeg ’eigen’ mensen die noch kranten lezen, noch naar 2 8 COLUMN
Op zoek naar woorden, Patrick keulemans
Taal is prachtig, maar je hebt er een woordenboek bij nodig, zeg ik tegen mijn kleinkinderen. Dat horen ze niet graag. Nu halen ze hun literatuur nog bij ‘Jommeke’. Straks zullen ze begrijpen dat ‘lezen’ ook beelden vormt. Eigenlijk zie ik hen nu al gretiger lezen dan aandachtig kijken naar dat beeldverhaal. Zo snel werkt hun eigen verbeelding. Als ziek kind waren boeken mijn beste vrienden. Ik bleef graag haperen aan woorden, nog voor ik benieuwd was naar het verhaal. ‘Schrijden’ was zo’n woord dat mij aan het dromen zette. Nu is het wat oubollig, het refereert aan plechtig stappen. Ik vraag mij af of kinderen het nog begrijpen? Straks verdwijnt het uit hun woordenschat… Koningen en gezagsdragers schreden door troonzaal en paleis in lange gewaden, las ik in de sprookjes. Men kon er niet mee lopen want dan was de kans op vallen groot. Dat besefte ik door het uit te proberen in mijn nachtpon. Vestimentaire waardigheid zien we vandaag nog terug bij ‘Hoogwaardigheids- bekleders’: (soms) bij koningen, koninginnen en professoren; bij kerkelijke leiders; rechters; en… bruiden. Traditie mag nu nog betekenis en beeld geven aan de geschiedenis, straks is het cinema. Tijdens de coronapandemie hoorde ik het begrip ‘voortschrijdend inzicht’ voor het eerst bij een viroloog. Het trof mij in zijn talige schoonheid, wat ik niet meteen verwachtte uit de mond van een biomedisch wetenschapper in een trui. ‘Inzicht’, gaat in mijn grote-mensen verbeelding over in-kijk, daarvoor zijn sleutels nodig. De wetenschappelijke sleutels van nu zijn: cijfers, statistieken, formules, percentages…. Straks komen de resultaten. ‘Voortschrijdend inzicht’ is bij nader toezien: vooruitgang in kennis opdoen, met vallen en opstaan, met geduld. Politici schrijden meestal niet, daar hebben ze de tijd niet voor. Achternagezeten door de media en uiteraard ook door de stembuspeilingen, gaan ze gewoon door; stappen ze op; lopen ze over of rennen ze weg. Men zou zelfs zweren dat sommigen huppelen… Tijdens de coronacrisis was vooral het geduld
de nieuwsberichten luisteren. Er komen nieuwe diverse uitdagingen op ons af. We hebben geen glazen bol, maar de tekens zijn er, de klimaatcrisis is er slechts één van. Opnieuw zullen we de wetenschap nodig hebben. Onze politici staan dan voor een zware communicatie opdracht. Nu rijst de vraag, in welke taal, langs welk kanaal en hoe, zal het beleid straks iedere inwoner bereiken? Huppelend?
ver wan de
De wandeling Gent 60- 80 staat voor de jaren 60 tot en met de jaren 80 de welke voor Gent onmiskenbaar uitzonderlijk boeiende en kleurrijke tijden waren. istieke en sociale leven van de stad. De tijdsgeest was op zijn minst opwindend en explosief te noemen. Een nieuwe generatie waaronder veel studenten, jonge arbeiders en kunstenaars wilden af van het verstikkend conservatisme van de vooroorlogse generatie. Dat uitte zich niet alleen in de politieke en sociale contestatie maar ook op alle terreinen van de kunst - en muziek wereld. Een wandeling doorheen het vrijdenkend Gent van weleer met de oud academiestudent Dirk Van Opdenbosch.
Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds Vermeylenf( )nds lidkaart_2020.indd 3
len
@Gent
Ontdek deze digitale wandeling 'Vrijdenkend Gent' via de izi. TRAVEL app.
28/02/2020 16:47
2 9 WANDELINGEN
Samengestelling: Dirk Van Opdenbosch Stem: Dirk Van Opdenbosch Vormgeving: Anne Van De Genachte
Paul Celan Een van de topevenementen van het Parijse tentoonstellingsseizoen was Anselm Kiefer pour Paul Celan in het Grand Palais Ephémère (de immense vervangruimte van Grand Palais in restauratie). Dat een beeldend kunstenaar van wereldniveau zo’n prachtige hommage brengt aan een dichter is zeer uitzonderlijk. Celan wordt beschouwd als een van de belangrijkste dichters van de tweede helft van de 20 ste eeuw. Anselm Kiefer zoekt al decennia inspiratie in zijn verzen, die hij dikwijls breeduit op zijn monumentale werken schildert. Een eerste belangrijke publicatie hierover verscheen in 2006: Anselm Kiefer et la Poesie de Paul Celan’ van Andrea Lauterwein. Celan (1920-1970) is het pseudoniem van Paul Antschel, geboren in Cernauti (Roemenië, maar nu Oekraïne) als enig kind van een Duitstalig Joods gezin. In het Roemeens werd zijn naam Ancel geschreven; hoe hij tot zijn pseudoniem kwam is duidelijk. In 1942 werden zijn ouders, terwijl Paul afwezig was, opgepakt door de nazi’s en naar een interneringskamp gebracht, waar zijn vader stierf aan tyfus en zijn moeder werd dood geschoten. Die tragedie zal hem voor zijn verder leven tekenen en zal in zijn gedichten blijven nagalmen. Hijzelf werd naar een werkkamp gedeporteerd en kwam in februari 1944 vrij door de opmars van het Rode Leger. Na de oorlog gaat hij naar Boekarest, waar hij werkt bij een uitgever en in contact komt met surrealisten als Gherasim Luca en Dolfi Trost; het surrealisme en de daaraan rakende ‘écriture automatique’ zullen hem in zijn ontwikkeling als dichter sterk beïnvloeden. Zijn gedichten maken spoedig indruk in de literaire salons. In 1947 verschijnt één van zijn bekendste gedichten, Todesfuge, vertaald in het Roemeens. Een jaar later verhuist hij, na een tijd in Wenen te hebben gewoond, naar Parijs. De publicatie van zijn eerste bundel, Der Sand aus den Urnen’ (1948) bij een Weense uitgever situeert zich in die periode. In Wenen ontmoet hij ook de Oostenrijkse dichteres Ingeborg Bachmann met wie hij een passionele relatie heeft, maar die ook daarna een goede vriendin zal blijven; hun intense briefwisseling getuigt daarvan. In 1952 volgt de publicatie van Mohn und Gedächtnis, waarin o.m. Todesfuge (‘der Tod ist ein Meister aus Deutschland sein Auge ist blau er trifft dich mit bleierner Kugel er trifft dich genau’) en het hiernaast geplaatste Corona worden opgenomen. De keuze van dit gedicht heeft overigens niets te maken met de huidige pandemie. In datzelfde jaar huwt hij Gisèle Lestrange. Tijdens zijn leven publiceert hij nog zes bundels, waaronder Von Schwelle zu Schwelle (1955) en Die Niemandsrose (1963). Zijn poëzie wordt stilaan hermetischer. Herinnering en roes zijn sleutelbegrippen in zijn werk; niet toevallig komen ze
voor in de titel van zijn bundel uit 1952, als een predestinatie van zijn totale oeuvre. Daarnaast vertaalt hij talloze dichters: Apollinaire, Artaud, Baudelaire, Eluard, Maeterlinck, Pessoa, Jesenin, Khlebnikov,… en ook romans van Simenon. In 1962 wordt hij voor het eerst opgenomen voor een psychiatrische behandeling. In de loop van de volgende jaren nemen de depressies en de spanningen met Gisèle toe. Hij valt haar aan met een mes en wordt opnieuw opgenomen. Op 30 januari 1967 onderneemt hij een zelfmoordpoging, maar dankzij de koelbloedigheid van zijn vrouw overleeft hij. Ze besluiten voortaan gescheiden te leven. Op 4 mei 1970 schrijft Gisèle aan Ingeborg Bachmann: Paul heeft zich in de Seine gestort. Hij heeft de meest anonieme en eenzame dood gekozen. Wat kan ik verder zeggen, Ingeborg. Ik heb hem niet kunnen helpen zoals ik had gewild. Hoogstwaarschijnlijk is Celan van de Pont Mirabeau gesprongen. Heeft hij toen nog gedacht aan Le Pont Mirabeau van Apollinaire, een van zijn geliefde dichters? In een recent interview zegt Kiefer: “Dans les poèmes de Celan, il est impossible de comprendre certaines métaphores. Il y a derrière chaque mot l'incarnation de son traumatisme, de sa douleur et pour cette raison le poète détruit les mots, la langue, jusqu'à arriver à un point aveugle.” Wie kan het beter formuleren dan deze schilder die met verf in de verzen van Celan is doorgedrongen? De verzamelde gedichten van Paul Celan werden in 2003 in een Duits/Nederlandse versie gepubliceerd in een mooi vormgegeven boek, uitstekend vertaald door Ton Naaijkens, (Meulenhoff, 862 p). Ook zijn briefwisseling met Ingeborg Bachmann werd naar het Nederlands vertaald door Paul Beers (Ingeborg Bachmann Paul Celan, een dramatische liefde, Meulenhoff,2010, 336 p).
Keuze gedicht en tekst: Peter Benoy
30 IM
Corona De herfst vreet zijn blad uit mijn hand: we zijn vrienden. We kraken de tijd uit de noten en leren hem lopen: de tijd keert terug in de dop. In de spiegel is het zondag, in de droom wordt geslapen, de mond spreekt waar. Mijn oog daalt af naar mijn geliefdes geslacht: we kijken elkaar aan, we wisselen duistere woorden, we beminnen elkaar als roes en memorie, we slapen als wijn in de schelpen, als de zee in de bloedstraal van de maan. Omstrengeld staan we in het raam, op de straat kijkt men toe: het is tijd voor besef! Het is tijd dat de steen zo goed is te bloeien, dat het hart van de onrust gaat kloppen. Het is tijd dat het tijd wordt. Het is tijd. Paul Celan Vertaling Ton Naaijkens
Corona Aus der Hand frißt der Herbst mir sein Blatt: wir sind Freunde. Wir schälen die Zeit aus den Nüssen und lehren sie gehn: die Zeit kehrt zurück in die Schale. Im Spiegel ist Sonntag, im Traum wird geschlafen, der Mund redet wahr. Mein Aug steigt hinab zum Geschlecht der Geliebten: wir sehen uns an, wir sagen uns Dunkles, wir lieben einander wie Mohn und Gedächtnis, wir schlafen wie Wein in den Muscheln, wie das Meer im Blutstrahl des Mondes. Wir stehen umschlungen im Fenster, sie sehen uns zu von der Straße: es ist Zeit, daß man weiß! Es ist Zeit, daß der Stein sich zu blühen bequemt, daß der Unrast ein Herz schlägt. Es ist Zeit, daß es Zeit wird. Es ist Zeit. © Bart Pluym
Wij zijn er voor jou! Bij deMens.nu staat de mens centraal. Mensen hebben mensen nodig. En mensen willen verbonden zijn met elkaar. Daarom vind je overal in Vlaanderen en Brussel een huisvandeMens in je buurt. In een huisvandeMens kan je terecht voor: Informatie Bij ons vind je informatie over levensbeschouwelijke onderwerpen, over het vrijzinnig humanisme en zijn waarden, en over ethische en maatschappelijke thema’s zoals euthanasie, abortus, mensenrechten … Vrijzinnig humanistische plechtigheden Wil je graag stilstaan bij een belangrijke gebeurtenis in je leven? Wij helpen je bij de organisatie van een vrijzinnig humanistische plechtigheid bij een geboorte of adoptie, een huwelijk of relatieviering, een overlijden of afscheid … Gesprekken Bij ons kan je terecht voor gesprekken omtrent levensvragen en zelfbeschikking, levensbeschouwing en zingeving. Waardig levenseinde Wij bieden informatie over euthanasie, patiëntenrechten, palliatieve zorg … en helpen je met het opstellen van een wilsverklaring. Gemeenschapsvorming Een huisvandeMens werkt als vrijzinnig humanistische draaischijf en geeft ondersteuning aan onze lidverenigingen. In een huisvandeMens vind je informatie over initiatieven en activiteiten van de lokale vrijzinnig humanistische verenigingen en ontmoetingscentra. Vrijwilligerswerk Heb je zin om het vrijzinnig humanistische netwerk te versterken? Vrijwilligers zijn bij ons meer dan welkom. Wij zorgen voor begeleiding en geven je alle kansen. Zo kan je onder meer plechtigheden verzorgen of meewerken aan gemeenschapsvormende activiteiten. De huizenvandeMens zijn een initiatief van deMens.nu
Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw
deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel
deMens.nu Magazine Zoomt in op mensen en maatschappelijke tendensen vanuit een vrijzinnig humanistisch perspectief. Verschijnt viermaal per jaar. Gratis proefnummer of gratis abonnement? Mail naar info@deMens.nu Of schrijf naar deMens.nu-UVV vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Of telefoneer naar 02 735 81 92
32