GAXEX jaargang 32, editie 5

Page 1

VESTING Magazine - Jaargang 32 - Editie 5 - Juni/Juli 2009

Master Thesis Het genereren van een OK sessieplanning met een gereguleerde klinische patiëntenstroom

‘Mooie dag, goede lunch’ Sfeerverslag van het eerste VESTING Congres ooit!

Hoofdsponsor:

Co-sponsoren:

GAXEX 5.indd 1

Stop de Publieke Omroep!

18/08/2009 19:56:42


GAXEX 5.indd 2

18/08/2009 19:56:43


Voorwoord

Vakantie! Het collegejaar is ten einde; even verlost van de universiteit. Tenminste als je niet keihard hoeft te leren voor je her’s of werkt aan je scriptie. Waarschijnlijk ga je nog op een welverdiende vakantie in een subtropisch oord; of op rondreis in een gammele auto. Het moment om de studieboeken op zij te schuiven en een spannend boek te lezen. Géén sigma-algebra’s, differentiaalvergelijkingen of lineare regressies; maar een Dan Brown, Harry Potter of Donald Duck Pocket. Boeken waarbij je op het einde niet afvraagt: wat heb ik nu eigenlijk gelezen? Indien je nog op vakantie gaat en nog geen geschikt boek hebt gevonden, kan ik je de volgende boeken aanraden: The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy van Douglas Adams, leuke plotwendingen en droge Britse humor; De naam van de wind van Patrick Rothfuss, voor wie van fantasy houdt; en deze GAXEX natuurlijk.

En waarom je de GAXEX mee zou moeten nemen op vakantie? Vanwege het geringe gewicht; een Dan Brown weegt toch al snel 300 gram. Maar bovenal vanwege de leuke artikelen en verslagen. De coverstory die gaat over het “nut” van de publieke omroep; de verslagen van het allereerste VESTING Congres en de Nacht van Eindhoven. Wat je ook gaat doen deze zomer, maak er een leuke tijd van. Dat gaan wij in ieder geval wel doen, zodat we volgend jaar weer fris en fruitig kunnen beginnen aan een aantal nieuwe GAXICES. Bon voyage, auf wiedersehen en een fijne vakantie gewenst!

Fred Arne Wolters BjörnHeijnen Wijbenga GAXEX Hoofdredacteur Voorzitter VESTING Voorzitter

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 3

3

18/08/2009 19:56:44


GAXEX 5.indd 4

18/08/2009 19:56:44


Stop de Publieke Omproep! De Nederlandse Publieke Omroep is sinds het begin van de vorige eeuw uitgegroeid tot een commercieel, marktverstorend, geldverspillend, zich niet aan regels houdend en verre van objectief kuddedier.

06 ORTEC ontwikkelt CO2-model in samenwerking met het VIL ORTEC heeft in samenwerking met het VIL een model ontwikkeld om de CO2-uitstoot van wegtransport- en distributienetwerken te berekenen.

18 Nacht van Eindhoven In de nacht van 13 op 14 mei was het weer zover, de vierde editie van de Nacht van Eindhoven vond plaats. Dit is een wedstrijd op het gebied van toegepaste statistiek, operations research en optimalisatie en wordt georganiseerd door CQM.

32

12 Kort door de bocht

30 Geachte heer Wilders

14 Alumnus Martijn van Hasselt

31 VESTING Pagina

16 Zoeken naar antwoorden

34 ‘Mooie dag, goede lunch’

22 Een OK planningsmodel

36 Column VESTING Voorzitter

28 Kort door de bocht (2)

38 Colofon

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 5

5

18/08/2009 19:56:47


COVERSTORY

Tekst: Bram de Jonge

Stop de Publieke Omroep! De Nederlandse Publieke Omroep is sinds het begin van de vorige eeuw uitgegroeid tot een commercieel, marktverstorend, geldverspillend, zich niet aan regels houdend en verre van objectief kuddedier. Hervormingen zijn vereist, al is opheffing een betere optie. De geschiedenis van de Nederlandse Publieke Omroep, afgekort NPO, begint in 1919. De televisie bestond toen nog niet en de omroep richtte zich alleen op het maken van radioprogramma’s. Enkele jaren later beginnen de protestanten een eigen radio-omroep, de Nederlandsche Christelijke Radio Vereniging, tegenwoordig beter bekend als de NCRV. Al snel volgen ook de katholieken met de Katholieke Radio Omroep, kortweg KRO. Nog geen maand later volgen de socialisten met de omroep die tegenwoordig VARA genoemd wordt, de Vereniging Arbeiders Radio Amateurs. In 1926 richt de Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme de VPRO op, de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep. Al deze omroepen zonden destijds uit op de zender van de Hilversumsche Draadlooze Omroep (HDO). Wanneer de HDO in 1928 probeert van de verschillende omroepen een gezamelijke omroep te maken mislukt dit. De omroepen hechtten teveel waarde aan hun eigen geluid. In datzelfde jaar gaat de HDO over in de AVRO, de Algemeene Vereeniging Radio Omroep. Er is een verzuild omroepbestel ontstaan.

6

GAXEX 5.indd 6

Tot de Tweede Wereldoorlog bestaat er nog geen luistergeld en worden de omroepen nog niet gefinancierd door de overheid. De omroepen zijn voor hun inkomsten volledig afhankelijk van lidmaatschapsgelden en collectes. Tijdens deze zelfde oorlog gaan er voor de tweede keer stemmen op voor één Nederlandse omroep. De toenmalig verantwoordelijke minister besluit echter de verschillende omroeporganisaties niet op te heffen. Wel moeten de omroepen meer gaan samenwerken. De Nederlandse Radio Unie (NRU) wordt opgericht en houdt zich onder andere bezig met het beheer van de facilitaire instellingen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de luisterbijdrage ingevoerd, die blijft gehandhaafd. Gedurende de jaren vijftig groeien de omroepen in een snel tempo. In 1951 wordt er voor het eerst een televisieprogramma uitgezonden. De omroepen hebben dan al de Nederlandsche Televisie Stichting (NTS) opgericht en beschouwen de ether als hun territorium. Pas in 1956 wordt officieel besloten dat de NTS een zendmachtiging krijgt om de programma’s namens de omroepen te verzorgen.

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:56:48


Aan het begin van het daaropvolgende decennium is het gedaan met de monopoliepositie van de omroepen. Radio Veronica begint dan namelijk met uitzenden vanaf een schip dat buiten de territoriale wateren ligt. De radiozender gaat horizontaal programmeren, elke dag hetzelfde programma op dezelfde tijd, en introduceert de uit Amerika afkomstige hitparade in Nederland. Radio Veronica wordt snel populair en de omroepen komen met een antwoord in de vorm van wat tegenwoordig bekend staat als 3 FM, een derde Hilversumse radiozender die alleen maar popmuziek uitzendt. Een paar jaar later komt de mogelijkheid van een tweede televisiezender in beeld. Er ontstaat een discussie of deze zender misschien commercieel moet worden. Uiteindelijk wordt in 1965 besloten alle omroepen een bepaalde status te geven die afhangt van het aantal leden en die de hoeveelheid zendtijd bepaald. Hierdoor wordt het ook mogelijk dat nieuwe omroepen toetreden tot het bestel. Weer twee jaar later worden er voor het eerst reclameblokken uitgezonden. Deze blokken worden verzorgd door de STER, een nieuwe en onafhankelijke organisatie. In het jaar 1969 wordt de Nederlandse Omroep Stichting (NOS) opgericht. Tussen 1966 en 1975 treden de TROS (Televisie Radio Omroep Stichting), de EO (Evangelische Omroep) en de VOO (Veronica Omroep Organisatie) toe tot het publieke bestel. In 1975 wordt ook de vierde radiozender opgericht die zich louter richt op het uitzenden van klassieke muziek. Omdat de eerste twee radiozenders die veel uiteenlopende programma’s uitzenden steeds slechter beluisterd worden terwijl de derde en vierde radiozender met een veel duidelijker profiel steeds beter beluisterd worden, wordt de zenderkleuring op de radio ingevoerd. Dit wordt versterkt door de invoering van Hilversum 5 in 1983 en de naamswijzigingen naar Radio 1, 2, 3, 4 en 5 in 1985. In 1987 wordt de mediawet ingevoerd. Het facilitair bedrijf van de NOS wordt verzelfstandigd en gaat het Nederlands Omroepproduktie Bedrijf (NOB) heten. Het nieuw opgerichte Commissariaat voor de Media gaat toezien op de naleving van de mediawet. In 1988 wordt de derde televisiezender geïntroduceerd waarop de

NOS en de niet ledengebonden zendgemachtigden uit gaan zenden. Volgens de Mediawet mogen er geen commerciële zenders uitzenden in de Nederlandse ether, buitenlandse zenders mogen daarentegen wel doorgegeven worden. In oktober 1989 begint RTL Véronique daarom met uitzenden vanuit het buitenland. Een jaar later wordt deze zender omgedoopt in RTL 4. Als snel groeit het marktaandeel van deze commerciële zender en daalt het marktaandeel van de gezamenlijke publieke zenders. Vanaf 1992 is het wel toegestaan dat binnenlandse commerciële omroepen via de kabel uitzenden. Doordat de publieke zenders steeds minder bekeken worden, wordt het bestel met ingang van 1991 geherstructureerd. AVRO, KRO en NCRV gaan uitzenden op Nederland 1, TROS, Veronica en EO op Nederland 2 en NOS, VPRO en Vara op Nederland 3. In de jaren daarop volgt RTL 5 op RTL 4, wordt Veronica een commerciële zender en beginnen SBS 6, Net 5, Fox, TMF en Kindernet met uitzenden. Het populaire programma BNN op Veronica treedt het publieke bestel binnen als afzonderlijke omroep. In 1998 wordt de NOS gesplitst in de NOS (Nederlandse Omroep Stichting) en de NPS (Nederlandse Programma Stichting). De NOS gaat zich bezighouden met nieuws, sport en evenementen en met bestuurlijke zaken en kwesties die de publieke omroep betreffen. De NPS zal zich richten op programma’s voor minderheden, voor de jeugd en van culturele aard. In 2002 splitst de dagelijkse leiding van de publieke omroep zich af van de NOS en gaat sindsdien door het leven als de Publieke Omroep, met als beeldmerk het rode bolletje en het blauwe blokje. In 2007 wordt deze naam gewijzigd in de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Vanaf 2000 wordt het kijk- en luistergeld niet langer apart geïnd, maar vormt het een deel van de algemene belastingen. Ook verlaat Veronica de Holland Media Groep en vindt drie jaar later een plek bij SBS. De tven radiozender die deze zender achterlaat krijgen de namen Yorin en Yorin FM. Later wijzigt deze televisiezender in RTL 5 en gaat RTL 5 over in RTL 7. In 2005 gaan de rechten van het Eredivisie voetbal over van de

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 7

7

18/08/2009 19:56:49


NOS naar de nieuwe zender Talpa van John de Mol. Als deze zender wordt opgeheven keert de Eredivisie via RTL weer terug bij de NOS. Llink en MAX treden in 2005 toe tot het publieke bestel.

niet door commerciële omroepen gemaakt worden. Hierbij valt te denken aan educatieve en culturele programma’s. Het kopiëren van de markt is iets waar een publieke omroep zich verre van moet houden.

De hiervoor geschetste geschiedenis van de Nederlandse Publieke Omroep maakt duidelijk waarom deze opgericht is. Na de Tweede Wereldoorlog was de ruimte in de ether schaars en was er in eerste instantie slechts plek voor één televisiezender. De beslissing om daar een publieke zender van te maken was daardoor logisch, temeer omdat na de Tweede Wereldoorlog iedereen ervan bewust was dat de massamedia niet in verkeerde handen mocht vallen. Het ontstaan van een monopolie zou ervoor kunnen zorgen dat het volk gemanipuleerd zou kunnen worden. Tegenwoordig is de situatie compleet anders. Er zijn vele radio- en televisiezenders en niemand hoeft meer bang te zijn voor een monopolie van wie dan ook. Met de opkomst van internet en digitale kanalen groeit het mogelijke aantal zenders zelfs naar oneindig. In dat licht is het raar dat een serieuze open, politieke gedachtewisseling sinds de invoering van de omroepen niet meer heeft plaatsgevonden terwijl de omstandigheden compleet veranderd zijn en een overweging over de toekomst van de publieke omroep dus zeker op z’n plaats is.

Toen de publieke omroep in 2006 vanwege dalende kijkcijfers het roer volledig omgooide en het nieuwe programmeermodel introduceerde, werd duidelijk welk doel de publieke omroep voor ogen had. Ze wilde meer kijkers trekken. Alle populaire programma’s werden op Nederland 1 geplaatst en kijkcijfers gingen een belangrijke rol spelen. Hierdoor is Nederland 1 al bijna niet meer te onderscheiden van een commerciële zender en betalen we ongewild allemaal mee aan programma’s als Bananasplit. Daarentegen werden kwalitatief hoogwaarde en typische programma’s die een publieke omroep zou moeten maken naar de middag en naar de randen van de nacht verplaatst. Programma’s met tegenvallende kijkcijfers kregen vaak geen kans terwijl duur amusement en live sport ruim baan kregen. Dit alles heeft niks te maken met een omroep die door de overheid gefinancierd wordt. De overheid is er om taken uit te voeren die zonder overheid niet of niet goed uitgevoerd zouden worden, maar die wel van belang zijn. De overheid is er bijvoorbeeld voor het maken van wetten, het maken van bestemmingsplannen en het bewaken van de veiligheid in de openbare ruimte. Ook het argument dat de publieke omroep door iedereen gefinancierd wordt en daardoor een breed publiek moet trekken gaat niet op en draait de hele redenering om. Een supermarkt wordt ook door iedereen bezocht, maar wordt ook niet geëxploiteerd door de overheid.

Commercie en kopieergedrag

Deze overweging zou zeker het kopieergedrag en de steeds verder toenemende commercialisering van de publieke omroep in ogenschouw moeten nemen. Al toen in de jaren zestig Radio Veronica vanaf zee uit ging zenden, wist de publieke omroep niet hoe snel ze met een soortgelijke zender moesten komen. Op het moment dat SBS begon met het uitzenden van Hart van Nederland werd daar bij de NOS lacherig over gedaan. Toen dit echter een zeer succesvolle formule bleek te zijn, ging het elitaire NOS Journaal ook de ‘gewone’ man op straat naar zijn mening vragen over het nieuws. En toen RTL Z elk uur een nieuwsuitzending ging maken kon de publieke omroep natuurlijk ook niet achterblijven. Het mag duidelijk zijn dat dit met de doelstellingen van de publieke omroep niks te maken heeft. Een publiek gefinancierde omroep moet programma’s maken die 8

GAXEX 5.indd 8

De steeds verdere commercialisering van de publieke omroep werkt daarnaast ook erg marktverstorend. Bert Habets, de directeur van RTL, wil met digitale themakanalen komen maar vindt dat de markt verstoord wordt door de 17 themakanalen van de publieke omroep: “Met een grote zak geld van de overheid gooit de publieke omroep de boel dicht. Dat werkt zeer marktverstorend”. Ook de reclame die de publieke omroep uitzendt is marktverstorend. Eigenlijk is het marktsegment waarin de publieke en commerciële omroepen opereren het enige marktsegment waar zo marktverstorend opgetreden wordt. De publieke omroep maakt programma’s met

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:56:50


veel belastinggeld en gaat daarmee de reclamemarkt op, terwijl de commerciële omroepen het alleen moeten hebben van deze reclamemarkt. Dat is een oneerlijke concurrentie. Daarnaast verstoort het reclamegeld dat de publieke omroepen ophalen de markt. Nadat de kranten hierdoor in de problemen kwamen en pleitten voor een reclamevrije publieke omroep, stuurde Paul van Gessel, de hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio, een open brief naar de Tweede Kamer. Deze brief was eveneens een oproep voor het afschaffen van de reclames op de publieke omroep.

Verspilling van middelen

De publieke omroep wordt gefinancierd met geld van de belastingbetaler. Elk jaar betalen we daar ongeveer 700 miljoen euro voor. Als dit al een wenselijke situatie is, moet dit geld in elk geval gebruikt worden waar het voor bedoeld is, in dit geval dus voor het maken van programma’s. Dat er op dit op vele manieren veel geld verspild wordt is daarom ronduit belachelijk. Zo staan er in Hilversum ontzettend veel verschillende gebouwen van de verschillende omroepen en bestaat elke afzonderlijke omroep weer uit een aantal afdelingen die allemaal een baas hebben die betaald moet worden met belastinggeld. Dat alle omroepen op dezelfde zenders uit moeten zenden en dus noodgedwongen tot elkaar veroordeeld zijn zorgt ook voor veel onnodige kosten. De NCRV en de EO maken samen het actualiteitenprogramma Netwerk. Doordat deze twee omroepen elkaar niet kunnen luchten of zien zijn er twee aparte identieke studio’s gebouwd en wordt het programma gemaakt door twee strikt gescheiden redacties. Met efficiënt werken heeft dit natuurlijk niks te maken, en dit is nog maar het topje van de ijsberg. Regelmatig leidt de gedwongen samenwerking tot grote onenigheid. In het najaar van 2008 introduceerde Radio 1 een nieuwe programmering vanwege dalende luistercijfers en om de gemiddelde leeftijd van de luisteraar van 63 jaar omlaag te brengen. De ondernemingsraad van de NOS was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. Uiteraard is het weer de belastingbetaler die opdraait voor de kosten van deze rechtsgang.

Ook kwamen de NOS, VARA en NPS in 2008 met het plan om dagelijks om 22 uur een nieuwsuur te gaan maken waarin het NOS Journaal en Nova naar elkaar zouden verwijzen. Hier werd echter een stokje voor gestoken door de EO, AVRO, TROS, KRO en NCRV. Ze vreesden concurrentie met hun eigen rubrieken. Het is natuurlijk absurd dat er binnen de publieke omroep op een dergelijke manier gestreden wordt. Dit voorbeeld schetst hoe er binnen de publieke omroep wordt omgegaan met elk voorstel voor verandering. De omroepen vormen een groot wespennest waar veel te veel belastinggeld uitgegeven wordt aan vergaderen en protesteren. Een andere vorm van verspilling van belastinggeld binnen de omroepen vormen de topsalarissen en riante ontslagregelingen. Vorig jaar trad Ton Verlind af als mediadirecteur van de KRO. Doordat hij echter tot 2011 op de loonlijst blijft staan, kost dit de belastingbetaler nog eens 647.000 euro. Voor 38 jaar trouwe dienst bij de AVRO kreeg Karel van de Graaf 544.000 euro mee bij zijn vertrek. Ook Karel van Doodewaerd, de voormalige voorzitter van de TROS, wordt na zijn vertrek nog doorbetaald voor ongeveer zes ton. De salarissen die sommige omroepmedewerkers verdienen liegen er ook niet om. Zo vloog presentatrice Floortje Dessing van de groene omroep Llink voor twee ton per jaar de hele wereld over om te vertellen over de gevolgen van de opwarming van de aarde. Dat al die vliegreizen hier aan bijdragen werd voor het gemak maar even vergeten. Het argument dat sommige presentatoren meer betaald moeten krijgen dan Jan Peter Balkenende wordt vaak gerechtvaardigd door te beweren dat deze presentatoren anders over zouden stappen naar de commerciële omroepen. Dat dit daadwerkelijk gaat gebeuren als de salarissen verlaagd worden is helemaal niet zeker en als dit wel het geval zou zijn, zou dat alleen maar goed zijn. De belastingbetaler is er dan helemaal geen geld meer aan kwijt, maar kan wel gewoon blijven kijken naar deze presentator. De publieke omroep houdt op haar beurt weer geld over dat gebruikt kan worden voor programma’s en presentatoren die echt niet door de commerciëlen gefinancierd kunnen worden.

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 9

9

18/08/2009 19:56:50


Objectiviteit

Van een door de overheid gefinancierde overheid mag in elk geval verwacht worden dat deze objectief is. In eerste instantie was dit ook de reden voor de oprichting van de publieke omroep. De schaarse ruimte die in de ether beschikbaar was mocht immers niet in handen komen van partijen die subjectieve boodschappen zouden gaan verspreiden. Of de publieke omroep wel echt zo objectief is valt te betwijfelen. In de aanloop naar de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten in 2008 maakte de NPS het programma Obama ’08 over Barack Obama en de Democratische Conventie. Vergelijkbare aandacht voor John McCain en de Republikeinse Conventie ontbrak echter. Columnist Bart-Jan Spruyt noemde het programma ‘bevooroordeeld, walgelijk, dom, onprofessioneel, schandalig, racistisch en weerzinwekkend’. Daarnaast zijn er volgens journalist Thomas Lepeltak geheime omroepverkiezingen gehouden onder de journalisten die bij de publieke omroep werken. Tachtig procent van de stemmers bleek links te stemmen en zelfs lid te zijn van een linkse partij. Van een representatieve democratische afspiegeling lijkt dus zeker geen sprake te zijn. Als het gaat om het bestaansrecht van nieuws op de publieke omroep, wordt er vaak gesuggereerd dat alleen de publieke omroep kwaliteit kan maken en dat alleen de publieke omroep objectief kan zijn. Commerciële bedrijven zouden zich alleen richten op het maken van zoveel mogelijk winst. Kranten als NRC Handelsblad en de Volkskrant, televisieprogramma’s als het RTL Nieuws en een radiozender als BNR Nieuwsradio bewijzen echter het tegendeel. Vrijwel niemand beweert dat het NRC Handelsblad en de Volkskrant geen kwaliteit leveren. Natuurlijk moet een krant winst maken om te kunnen blijven bestaan, maar dit is natuurlijk niet waar de redacties van kranten mee bezig zijn tijdens hun dagelijkse werkzaamheden. Het zijn journalisten die voor hun vak hebben gekozen omdat ze goede journalistieke verhalen willen brengen, niet omdat ze graag zoveel mogelijk geld willen verdienen. Voor journalisten en redacteuren die bij de radio en de televisie werken geldt hetzelfde. Het is niet voor niets

10

GAXEX 5.indd 10

dat het RTL Nieuws en het NOS Journaal elke dag erg veel op elkaar lijken en dat de meeste onderwerpen die deze programma’s behandelen overeenkomen. Daarnaast is er nog het punt van objectiviteit. Voor alle nieuwsprogramma’s, of het nou publieke of commerciële programma’s zijn, geldt dat het vertrouwen dat mensen in het programma hebben van het allergrootste belang is. Mensen die nieuws willen, willen er vanuit kunnen gaan dat dit nieuws klopt. Geen enkel nieuwsprogramma en geen enkele krant zal daarom het nastreven van objectiviteit uit het oog verliezen. Daarnaast zijn het juist de publieke omroepen die voor een veel groter deel afhankelijk zijn van de politiek. Deze omroepen zijn er daardoor veel meer bij gebaat welke politieke partijen regeren wat de berichtgeving over de verschillende partijen kan beïnvloeden.

Misstanden

In juni weidde NRC Handelsblad een groot artikel aan de wantoestanden bij de publieke omroep. Hieruit bleek dat omroepen zich niet houden aan de enkele jaren eerder ingevoerde gedragscode en de Mediawet. Volgens Tineke Bahlmann, voorzitter van het Commissariaat voor de Media, ontbreekt er bij een gedeelte van de publieke omroep het bewustzijn dat er gewerkt wordt met geld van andere mensen en dat daarmee dus voorzichtig om moet worden gegaan. Eén van de onderdelen van de gedragscode is transparantie over wie aan welk programma meebetaalt. Dat er van deze transparantie nog geen sprake is blijkt bijvoorbeeld uit een programma als de Bibaboerderij van de TROS. Deze omroep wil niet publiek maken wie aan welk programma meebetaalt. De TROS betaalt 182.000 euro voor 130 afleveringen van dit kinderprogramma dat elke ochtend uitgezonden wordt. Het maken van deze reeks kost echter vier miljoen euro. Supermarktketen C1000 blijkt het grootste gedeelte van de productiekosten op zich te nemen. Tegelijkertijd lagen de winkels van C1000 vol met producten van de Bibaboerderij. Hierdoor vormt het programma dus eigenlijk één grote commercial voor C1000, terwijl het volgens de Mediawet verboden is dat een publieke omroep meewerkt aan het maken van winst voor derden.

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:56:51


De KRO dacht hier met het programma ‘De Leescoupé’ onderuit te kunnen komen. In eerste instantie was het de bedoeling dat de Nederlandse Spoorwegen dit programma zouden sponsoren. Het was echter niet toegestaan om op deze manier de NS te promoten. Vervolgens werd de ideële stichting ‘Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek’ benaderd voor sponsoring. Omdat het hier om een ideële instelling gaat is sponsoring wel toegestaan. Wie bleek echter de hoofdsponsor van deze stichting te zijn? Inderdaad, de Nederlandse Spoorwegen. Een andere regel uit de Mediawet is dat medewerkers van de publieke omroep geen geschenken, diensten of beloften aan mogen nemen van bedrijven met wie zij samenwerken. Ook deze regel is meerdere malen geschonden. Zo nam filmmaker Rob Hof in 2006 mensen van verschillende omroepen die mee hadden betaald aan een serie die hij maakte mee op reis. Voor omroepmedewerkers is het niet toegestaan dergelijke reizen te accepteren. Een laatste voorbeeld van een van de excessen bij de publieke omroep die in het artikel in NRC Handelsblad aan de orde gesteld worden, zijn de inkomsten van Patrick Lodiers. Hij is voorzitter van en presentator bij BNN. Naast zijn salaris van meer dan 320.000 euro, ruim boven de Balkenendenorm, verdiende hij in 2007 nog eens 170.000 euro extra via zijn bedrijf Tatanka BV. De inkomsten van de verkoop van onder andere dvd’s van het programma ‘De Lama’s’ komen terecht bij dit bedrijf. Het is buitengewoon schandelijk om met publiek geld te werken en dan per jaar rond een half miljoen euro in je eigen zak te steken. Samengevat is het duidelijk dat er veel aan te merken is op de publieke omroep zoals we die nu kennen. De instelling van de publieke omroep is te commercieel, de markt wordt verstoord door het binnenhalen van advertentie-inkomsten met publiek gefinancierde producten, er wordt teveel geld uitgegeven aan onnodige zaken als topsalarissen en exorbitante ontslagvergoedingen en de objectiviteit van de publieke omroep is ver te zoeken. Ook als de publieke omroep zich op deze punten weet te verbeteren, wat waarschijnlijk ook veel inspanningen van de politiek zal vergen, blijft het de vraag of we echt

een publieke omroep nodig hebben. Moet de overheid radio- en televisieprogramma’s financieren die niet door commercials betaald kunnen worden?

Stop de Publieke Omroep!

Als we consequent zijn moeten we deze laatste vraag met ‘nee’ beantwoorden. Zoals eerder betoogd was het negentig jaar geleden logisch en beargumenteerbaar om een publieke omroep op te zetten. Ook is duidelijk geworden dat de reden waarom de publieke omroep is opgericht, tegenwoordig een oneigenlijke reden geworden is. Dit heeft alles te maken met de technische vooruitgang de afgelopen decennia. Er is nu immers geen sprake meer van schaarse ruimte voor het verspreiden van radio- en televisieprogramma’s. Iedereen kan zelfs vanuit zijn of haar huiskamer televisieprogramma’s maken en via internet over de hele wereld verspreiden. Natuurlijk kunnen alle programma’s die de publieke omroep nu maakt niet door commerciële zenders overgenomen worden. Maar dat is door de technische ontwikkelingen niet langer het enige alternatief. Een tijdschrift over vissen, waar slechts een klein deel van de Nederlandse bevolking in geïnteresseerd is, wordt toch ook niet door de hele Nederlandse bevolking gefinancierd? De mensen die hierin geïnteresseerd zijn kopen dit tijdschrift en zorgen dus voor de financiering. Voor radioen televisieprogramma’s is hetzelfde concept uiteraard ook een mogelijkheid. De mensen die een programma willen zien of beluisteren betalen hiervoor. Een financiering door de gehele Nederlandse bevolking, en daarmee een publieke omroep, is daardoor dus volstrekt overbodig geworden.

Bronnen: Omroep.nl NRC Handelsblad Telegraaf Elsevier Mediacourant.nl.

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 11

11

18/08/2009 19:56:52


N KORT DOOR DE BOCHT

Tekst: Bram de Jonge

Friesland in het rood Ondanks het uitblijven van staatssteun en een groot aantal nieuwe klanten, die waren weggelopen bij grootbanken als Fortis, ABN Amro en ING, maakte Friesland Bank vorig jaar voor het eerst in haar 95-jarig bestaan verlies. Het aantal particuliere klanten steeg in 2008 met 17 procent tot 211.000. De hoeveelheid ingelegd spaargeld van deze klanten steeg zelfs met nog een procent meer naar 2,7 miljard euro. Ook het aantal zakelijke klanten steeg met een vergelijkbaar percentage. Maar hoe kon de grootste bank van Nederland als het gaat om het aantal scheepshypotheken dan een voor Friese begrippen enorm verlies van 75 miljoen euro laten ontstaan? Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door een afwaardering van derivaten. Hierdoor wordt duidelijk dat ook Friesland Bank niet aan de crisis ontkomt. Ook leed de bank die gespecialiseerd is in de agrarische sector verliezen op haar aandelenportefeuille en bancaire deelnemingen. Zo bezit Friesland Bank een aandeel van 10 procent in BinckBank dat vorig jaar de helft van haar waarde verloor.

Tekst: Martijn Westra

Economie komt sterker uit de crisis De recessie en de financiële crisis maken de economie uiteindelijk sterker. Dat zei de Amerikaanse centralebankpresident Ben Bernanke zondagavond in een discussie met het Amerikaanse volk. ,,Het goede van de hele situatie is dat mensen weer gaan sparen’’, zei de president van het Amerikaanse stelsel van centrale banken (de Fed). ,,Mensen leren goede gewoontes aan. Daardoor komen we niet alleen weer op het goede spoor, maar wordt de economie ook sterker dan ze was voordat dit alles begon.’’ Bernanke gaf op de bijeenkomst antwoord op vragen van het publiek. Hij sprak zijn afkeur uit over de noodzaak om banken en verzekeraars van de ondergang te redden. ,,Ik moest mijn neus dichtknijpen en voorkomen dat die bedrijven over de kop gingen. Ik vind het net zo afschuwelijk als jullie.’’ Bron: www.elsevier.nl

Van de 24 kantoren in Friesland worden er 8 gesloten, omdat daar te weinig klanten over de vloer komen. Daarnaast worden er 250 van de in totaal 1.200 banen geschrapt. De Friezen hebben het echter nog wel hoog in hun bol, buiten Friesland willen ze namelijk wel uitbreiden. Bron: FEM

12

GAXEX 5.indd 12

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:56:53


Tekst: Bram de Jonge

Arriva eruit, Qbuzz erin Op 14 december zal het wel even wennen zijn in Groningen. Vanaf die datum bepalen de bussen van Arriva namelijk niet meer het straatbeeld in de stad. Het OVbureau Groningen Drenthe heeft namelijk besloten om de grootste busconcessie van Nederland te gunnen aan Qbuzz. Naast de stadsbussen in Groningen zal, het enige Nederlandse streekvervoerbedrijf, vanaf eind 2009 ook vrijwel al het busvervoer in de provincies Groningen en Drenthe verzorgen. Qbuzz komt als winnaar uit de bus, omdat ze de beste prijs/kwaliteit verhouding bieden. Zo worden alle bussen voorzien van een informatiepaneel met actuele reisinformatie en kunnen reizigers vertrektijden per sms opvragen. Bij Qbuzz wordt blij en trots gereageerd op het verwerven van de concessie. Er worden 350 nieuwe bussen aangeschaft van de merken Mercedes en MAN. De concessie heeft een looptijd van 8 jaar en een totale omzet van 750 miljoen euro. Volgens Arriva is de aanbesteding verre van vlekkeloos verlopen, Arriva beraadt zich daarom ook nog op vervolgstappen. Vooralsnog blijft Arriva wel de sneldiensten tussen Drachten en Groningen, Emmen en Groningen ĂŠn Hoogeveen en Emmen verzorgen. Dit is echter slechts een klein gedeelte van het totaalpakket. Ook verzorgt Arriva nog tot 2020 het gehele regionale treinvervoer in het noorden. Voor wie niet kan wachten tot 14 december, is het mogelijk om in Rotterdam of in Friesland een ritje met Qbuzz te maken. Hier rijdt Qbuzz al enige tijd.

Tekst: Jurjen Boog

Mexicaanse griep in de KEI-week De jaarlijkse introductieperiode in Groningen, de KEIweek, betekent weer de komst van het collegejaar voor de aankomend eerstejaars studenten. In vijf dagen en nachten wordt er kennis gemaakt met de stad Groningen, alle verenigingen en de medestudenten. Het is dus niet verwonderlijk dat introductieweken door het hele land broeinesten zijn voor de Mexicaanse Griep, ook wel Nieuwe Influenza A geheten. In Groningen zijn nog geen strenge maatregelen getroffen in verband met het griepvirus. Op de site van de KEI staat te lezen wat men moet doen als er symptomen van griep waargenomen worden. Ook staat er een link naar de GGD. Andere studentensteden met introductieperiodes hebben een zelfde aanpak. Vooral in Utrecht en in Amsterdam worden extra strenge maatregelen getroffen. Tijdens welkomsttoespraken zal hier nog een extra waarschuwing uitgedeeld worden en er zullen gedurende de introductieweek acties zijn om aankomend studenten bewust te maken van de verspreiding van de griep. In Tilburg is de organisatie nog niet geslaagd contact te maken met de GGD. Op telefonisch contact en mails werd niet gereageerd, vandaar dat nu besloten is om verder te gaan met de overige voorbereidingen voor de TIK-week.

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 13

13

18/08/2009 19:56:54


ALUMNUS Nu ik dit schrijf; realiseer ik me dat het alweer een kleine tien jaar geleden is, dat ik voor het laatst een bijdrage leverde aan de GAXEX. Tegelijkertijd komen ook herinneringen aan mijn eigen GAXEX tijd bovendrijven: (te) lange redactievergaderingen, verslagen schrijven over VESTING activiteiten, voor ieder nummer mijn vaste column, en soms ook flink zwoegen om überhaupt voldoende materiaal bij elkaar te krijgen. Maar, voor ik nu een potentieel nieuw redactielid de stuipen op het lijf jaag, ik herinner me ook glashelder de voldoening wanneer het nieuwe nummer dan eindelijk weer op tafel lag. Toen ik een paar weken geleden gevraagd werd om iets te schrijven, hoefde ik dan ook niet lang na te denken. De enige complicatie: deze keer moest het over mijzelf gaan. Ik begon in 1994 met de studie econometrie aan de RuG. Destijds was de keuze niet moeilijk: ik vond (en vind) wiskunde erg leuk, maar een studie wiskunde leek mij net iets te droog. Bovendien had ik interesse in economie, dus econometrie was de perfecte combinatie. Na een aantal jaren had ik echter nog geen concreet idee hoe ik mijn studie zou afronden: ergens een stage volgen en een scriptie schrijven, of...? Alles werd gelukkig een stuk duidelijker toen ik het vak theoretische econometrie van Paul Bekker volgde. In dit vak werd asymptotische theorie tot in detail uitgewerkt. Ik vond het erg nuttig en interessant om bepaalde resultaten die ik min of meer voor zoete koek had aangenomen opnieuw onder de loep te nemen; en nauwkeurig te kijken naar bijvoorbeeld de voldoende en noodzakelijke voorwaarden voor consistentie en asymptotische normaliteit van kleinste kwadraten schatters. Paul had in 1994 een belangrijk artikel in Econometrica gepubliceerd, waarin hij een

14

GAXEX 5.indd 14

Tekst: Martijn van Hasselt Foto: Mehdi Garrousian (links) en Stephanie Keating (rechts)

nieuwe asymptotische theorie voorstelde om de eindige steekproef eigenschappen van instrumentele variabelen schatters te benaderen. Deze theorie was onder andere gebaseerd op de aanname dat de storingen in een stelsel van simultane vergelijkingen een multivariate normale verdeling hebben. Zonder normaliteit waren er op dat moment nog geen resultaten beschikbaar en Paul stelde voor dat ik hierover een scriptie zou kunnen schrijven. Ik greep dit onderwerp met beide handen aan en moet bekennen dat ik het schrijven van een theoretische scriptie heerlijk vond. Hard zwoegen, vele uren in de bibliotheek allerlei obscure boeken en artikelen najagen en je eigen tijd indelen. Die tijden waren soms nogal vreemd: meestal niet voor 11 uur ‘s ochtends opstaan, zo halverwege de middag beginnen, en dan doorwerken tot 4 uur ‘s nachts. Niet het meest normale ritme, maar ik was tenslotte mijn eigen baas. Na mijn afstuderen vertrok ik in de zomer van 2000 voor een jaar naar Brown University in de V.S. als deelnemer aan een uitwisselingsprogramma. Ik kwam daar terecht in het PhD programma. In tegenstelling tot een AIO positie zijn PhD studenten in de V.S. nog echt studenten: eerst volg je twee jaar lang verschillende vakken, voordat je aan een onderzoeksproject begint. Tijdens mijn eerste jaar kwam ik erachter dat ik onderzoek toch wel erg interessant vond, en ik besloot dan ook snel om aan Brown te blijven om te promoveren. Na mijn promotie ben ik in 2006 mijn eerste baan begonnen aan de University of Western Ontario in Canada. Ik ben momenteel Assistant Professor in het Economics Department. In tegenstelling tot de nogal unieke situatie in Nederland zijn econometristen in Noord Amerika vrij-

Juni/Juli 2009

Middlesex College 18/08/2009 19:56:54


UWO campus wel altijd onderdeel van de faculteit (of vakgroep) economie. Dat betekent dat ik me in de minderheid bevind: zo zijn er in mijn vakgroep van 30 economen slechts 4 econometristen. Het leuke daaraan is dat mijn econoomcollega’s regelmatig mijn kantoor binnenlopen met allerlei vragen over toegepaste econometrie, waar ik als theoretisch econometrist zelf soms niet over heb nagedacht. Persoonlijk is het voor mij een goede ervaring om je af en toe af te vragen hoe bepaalde methoden toegepast kunnen worden, in welke praktijksituaties en wat de specifieke problemen zijn die daarbij kunnen optreden. Een groot voordeel is bovendien dat soms blijkt dat voor problemen die in de praktijk voorkomen de theorie nog geen oplossing heeft. Praktische economische vraagstukken kunnen op die manier een goede inspiratie vormen voor nieuw onderzoek in theoretische econometrie. Momenteel geef ik met name les in ons PhD programma. Voor eerstejaars studenten een basisvak econometrie, voor tweedejaars een vak over verschillende onderwerpen, zoals endogeniteit en zwakke instrumenten, empirical likelihood en quantiel regressie. Naast lesgeven werk ik aan een aantal onderzoeksprojecten, zowel zelf als met collega’s op verschillende universiteiten. Een van mijn huidige projecten is gericht op Bayesiaanse econometrie in modellen die slechts partieel geïdentificeerd zijn. In de meeste modellen die we goed kennen zijn de parameters exact geïdentificeerd. Dit betekent onder andere dat het mogelijk is om een consistente schatter te formuleren. Identificatie is vaak het gevolg van bepaalde aannames binnen een model, zoals instrumenten die exogeen zijn, of storingen die een normale verdeling volgen. Het loslaten of verzwakken van dit soort aannames kan gevolgen hebben voor identificatie: in het ergste geval zijn de parameters volledig niet geïdentificeerd. In sommige modellen is de situatie niet zo ernstig: de parameters kunnen dan nog steeds partieel geïdentificeerd zijn. Dit betekent dat de parameters tot op zekere hoogte begrensd kunnen worden, en dat deze grenzen zelf wel consistent geschat kun-

nen worden. Voorbeelden zijn te vinden in speltheorie, modellen voor veilingen en strategische interacties in industriële organisatie, en modellen waarvoor bepaalde data ontbreekt of verkeerd gemeten is. Binnen de klassieke econometrie zoals we die allemaal kennen en waar steekproefverdelingen een grote rol spelen, heeft dit onderwerp aanzienlijke belangstelling genoten. In de Bayesiaanse econometrie daarentegen, grofweg econometrie gebaseerd op de stelling van Bayes, zijn er nog geen resultaten beschikbaar. Dit project is nog in een vroeg stadium, maar voorlopige resultaten suggereren dat een Bayesiaanse aanpak in bepaalde gevallen een toegevoegde waarde kan hebben. Tot slot wil ik ook iedereen veel sterkte wensen met de huidige studie en een verdere loopbaan. En natuurlijk ook een goeie tijd in Groningen, hoewel ik weet dat ik me hier totaal geen zorgen over hoef te maken. Mocht je overwegen om richting Noord Amerika te komen voor een vervolgstudie of promotie en hierover vragen hebben, dan kan je uiteraard altijd contact met mij opnemen. Met vriendelijke groet,

Martijn van Hasselt mvanhass@uwo.ca Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 15

15

18/08/2009 19:56:54


Tekst: Jurjen Boog

Zoeken naar antwoorden Jarenlang was de status van Google onaantastbaar: 91% van surfend Nederland zegt de zoekmachine die in 1998 werd opgericht is het meest te gebruiken. In 2005 haalde Google voor het eerst meer hits dan de website van Microsoft, wereldwijd. Sindsdien is Google niet meer te onttronen. Gedreven door succes breidt de zoekgigant zich inmiddels naar andere sectoren op het internet. In 2004 kocht het de fotosite Picasa en in 2006 kocht het Youtube. Naast Google zijn er ook nog zoekmachinegiganten Yahoo! en MSN. Het lijkt erop dat in deze markt toetreden heel lastig is. Af en toe probeert een andere zoekmachine echter een plaats te veroveren in de top van de zoekmachines op het internet. Vorig jaar diende een serieuze tegenstander zich aan voor Google. Drie van de ex-werknemers van Google richtten hun eigen alternatief op voor de nummer één zoekmachine. Onder het Gaelische woord voor kennis, Cuil, probeerden de oprichters een positie in de zoekmachinemarkt te bemachtigen. Nieuw aan deze zoekmachine was dat het zoekresultaten in clusters weergeeft. Zo geeft de zoekterm “python” zoekresultaten weer in onder andere een categorie dieren, programmeertalen en comedy (Monty Python). Er kwam echter snel een eind aan de korte hype rond de zoekmachine, omdat de zoekresultaten tegen vielen. Velen noemen Wolfram|Alpha de nieuwste tegenstander van Google. Met ruim honderd medewerkers heeft Stephen Wolfram (zie kader) wetenschappelijke informatie en statistische data verzameld om deze slimme zoekmachine te kunnen bouwen. Hoewel vooral de startpagina van Alpha veel aan Google doet denken, zitten er meer verschillen tussen de twee dan de eerste 16

GAXEX 5.indd 16

indruk doet vermoeden. Alpha werkt anders dan Google. In Google kun je op termen zoeken, waar je bij Alpha een vraag wil hebben beantwoord. Met behulp van deze vraag en een ingewikkelde zoekmethode wordt het antwoord overzichtelijk gepresenteerd - vaak met grafische ondersteuning. De mogelijkheden tot zoeken lijken ondanks de specialisatie eindeloos: integralen kunnen worden berekend, de levensverwachting van een 20-jarige in Australië wordt moeiteloos weergegeven of de correlatie tussen verschillende aandelen wordt binnen no time in een tabel op je computerscherm gezet. Wat Wolfram|Alpha dus niet opzoekt, is bijvoorbeeld nieuwsresultaten of recepten. Alpha is gericht op een kleiner publiek, mensen die op zoek zijn naar feitelijke kennis. Een gevolg van het verschil in aanpak tussen Google en Alpha is dat Google alleen vragen kan beantwoorden die al beantwoord zijn en gepubliceerd zijn op het internet, waar Alpha een antwoord kan geven op een niet eerder gestelde vraag. Het publiek waar Alpha zich op richt, is kieskeurig. Studenten bijvoorbeeld, willen geen onbetrouwbare data als ze een onderzoek verrichten. Slechts weinig mensen weten niet dat de gegevens die Google vindt, niet altijd te vertrouwen zijn. Omdat de resultaten van

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:56:54


Stephen Wolfram Stephen Wolfram (Londen, 1959) is een Engelse wis- en natuurkundige en is medeoprichter van Wolfram Research. Na een opleiding op het beroemde Eton College, ging hij op 17-jarige leeftijd studeren aan Oxford University. Op twintigjarige leeftijd kreeg hij zijn PhD uitgereikt aan Caltech. Met zijn bedrijf, Wolfram Research, ontwikkelde hij Mathematica, een wiskundig softwarepakket. In 2009 maakte Wolfram bekend dat Wolfram|Alpha zou worden gelanceerd.

Wolfram|Alpha bij elkaar zijn gezet door experts, zijn de antwoorden die Alpha geeft, te vertrouwen. Kijkend naar wat hierboven staat, lijkt Wolfram|Alpha ook omschreven te kunnen worden als een online encyclopedie. Er is in de laatste jaren een andere wereldberoemde site ontwikkeld die een poging doet om informatie toegankelijk te maken: Wikipedia. Het doel van Wikipedia is om “in elke taal een vrije (gratis) internetencyclopedie te creëren” (bron: Wikipedia). De informatie voor deze encyclopedie wordt door gebruikers online gezet. Hierdoor ontstaat gelijk het grootste nadeel aan Wikipedia: de informatie die op deze site staat, is niet altijd betrouwbaar. Het lijkt hierdoor dat Alpha een groot voordeel heeft ten opzichte van Wikipedia. Wikipedia is echter vooralsnog uitgebreider dan Wolfram|Alpha. Vooral op gebieden als innovatieve producten, personen en dieren geeft Wikipedia veel meer informatie. Alpha geeft heel systematisch de feiten weer, waar Wikipedia meer algemene en achtergrondinformatie geeft. Dit is meestal een groot voordeel van Wikipedia.

Bronnen: Checkit search engine mediabureau NRC Handelsblad De Pers CNET

Door de verschillen tussen Google en Wolfram|Alpha lijkt het erop dat de twee de komende tijd naast elkaar hun eigen publiek zullen helpen. In de toekomst kunnen Alpha en Google ongetwijfeld richting elkaar groeien. Zullen Google en Wolfram|Alpha dan beiden zich vasthouden aan hun specialiteit of zullen de twee de strijd met elkaar aan gaan? Aan de andere kant moeten de oprichters van Wikipedia wel zijn gewaarschuwd. Hoewel Wolfram|Alpha in eerste instantie als vervanger van Google werd ontvangen, nijgt het doel van Alpha meer richting dat van Wikipedia. Het grote voordeel van Alpha ten opzichte van Wikipedia is dat de informatie betrouwbaar is, iets was je in een encyclopedie toch wel zoekt. Het staat buiten kijf dat er met Wolfram|Alpha prachtige dingen gedaan kunnen worden. Of het de grote ambities waar kan maken, is maar de vraag. Een ding is zeker: Stephen Wolfram heeft met zijn nieuwste ontdekking in ieder geval een innovatieve manier van zoeken de wereld in geholpen.

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 17

17

18/08/2009 19:56:55


CASE STUDY

Tekst: ORTEC

ORTEC ontwikkelt CO2-model in samenwerking met het Vlaamse Instituut voor de Logistiek (VIL)

18

GAXEX 5.indd 18

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:56:56


ORTEC, aanbieder van geavanceerde planningssoftware en consultancydiensten, heeft in samenwerking met het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) een model ontwikkeld om de CO2-uitstoot van wegtransport- en distributienetwerken te berekenen. Het instituut wil met behulp van distributiesamenwerking tussen bedrijven verbeteringen realiseren op het gebied van de geleverde service, transportkosten en CO2-uitstoot. “Uniek aan dit model is dat er rekening wordt gehouden met allerlei factoren die een invloed hebben op de CO2uitstoot. Dit zijn onder andere de afgelegde weg, de gemiddelde snelheid, het voertuigtype, de beladingsgraad en de wachttijden tussen elke twee stops”, aldus Sven Verstrepen, Logistiek Expert van het VIL. “In vergelijking met de lineaire modellen kunnen we met deze berekeningswijze veel nauwkeurigere en realistischere berekeningen maken.”

Afname distributiekosten en CO2-uitstoot

In een eerste pilot werden de transportdata van twee bedrijven, actief in de consumentengoederenmarkt, voor een periode van vier maanden geanalyseerd. Daarbij werd de belevering van de gezamenlijke klanten zowel apart als gebundeld doorgerekend. Met behulp van het CO2-model werden verschillende scenario’s in kaart gebracht en werd het meest efficiënte distributienetwerk uitgestippeld. Daaruit kwam naar voren dat door middel van distributiesamenwerking de totale transportkosten over deze vier maanden met bijna 40% zouden afnemen en de CO2-uitstoot met ruim een derde. Bovendien kon het aantal drops bij grote klanten gevoelig worden verminderd zonder dat hun service level in het gedrang kwam. Recent onderzoek van het VIL toont duidelijk aan dat steeds meer bedrijven uit verschillende sectoren interesse hebben om de CO2-footprint van hun distributienetwerk te kennen, in het kader van de groeiende aandacht voor “duurzame logistiek”.

Duurzame groeistrategie

“De ontwikkeling van dit model in samenwerking met VIL past goed in onze duurzame groeistrategie”, aldus Logistiek Directeur Goos Kant. “Via ORTEC wordt wereldwijd de rit- en routeplanning van ruim 150.000 voertuigen geoptimaliseerd. Dit levert een jaarlijkse CO2-reductie van ongeveer 400.000 ton op. De berekening van de CO2-reductie is gebaseerd op een gemiddelde afstand van 100.000 km die een vrachtwagen per jaar aflegt, tegen een gemiddelde CO2-uitstoot van 700 gram/km per vrachtwagen.”

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 19

19

18/08/2009 19:56:57


Screenshot van ORTEC’s planningsoplossing ORTEC Shortrec, die door o.a. door Toyota wordt gebruikt om het distributienetwerk te optimaliseren.

Twee van ORTEC’s klanten die ORTEC’s oplossingen inzetten om hun distributienetwerk te optimaliseren zijn onder andere TNT en het Toyota Parts Centre Europe. TNT noemde ORTEC’s oplossingen voor hun CO2footprint en “focus on networks” expliciet bij hun analistenpresentatie van december 2007 en in het TNT-persbericht van april 2008. Het Toyota Parts Centre (TPCE) gaf in een recent persbericht aan met ORTEC’s rit- en routeplanningsoplossing voor 2010 tien procent op CO2uitstoot te willen reduceren. “De geavanceerde oplossing van ORTEC levert hieraan een belangrijke bijdrage”, aldus Edward Peeters, Senior Manager Transportation Department van TCPE.

ORTEC

ORTEC is een van de grootste aanbieders van geavanceerde softwareoplossingen en consultancydiensten voor planning en optimalisatie. De ORTEC producten en diensten leiden tot optimale rit- en routeplanning, belading van voertuigen en pallets, personeelsinzet,

20

GAXEX 5.indd 20

vraagvoorspelling en logistieke netwerkplanning. ORTEC biedt zowel stand-alone, alsook maatwerk en SAP®-gecertificeerde oplossingen, ondersteund door strategische partners. ORTEC heeft meer dan 800 klanten wereldwijd, 700 werknemers en verschillende kantoren in Europa en Noord-Amerika. Voor meer informatie, bezoek: www

Het Vlaams Instituut voor de Logistiek

Het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) wil de logistieke sector in Vlaanderen duurzaam ondersteunen en versterken in haar competitiviteit. Het wil een platform zijn met concrete antwoorden op relevante logistieke vraagstukken. Zo groeit het VIL uit tot een centrum dat logistieke kennis opbouwt, verzamelt en verspreidt. Het innoveert en moedigt innovatie aan. Het stuwt de promotie van de Vlaamse logistiek en van de logistiek in Vlaanderen. Voor meer informatie, bezoek: www.vil.be

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:56:58

200.00.0


Het doel is een betere werkgever te zijn dan onze concurrenten. Ga naar aegon.nl/werk

Eerlijk over werken bij AEGON. 200.00.060 Campus adv_210x297.indd 3 GAXEX 5.indd 21

7/8/08 3:32:38 18/08/2009 19:56:58PM


MASTER THESIS

Tekst: Johan Bos

Een OK planningsmodel Het genereren van een OK sessieplanning met een gereguleerde klinische patiëntenstroom Inleiding

In dit afstudeeronderzoek is gekeken naar een methode om een efficiënte planning te maken voor de operatiekamers in het ziekenhuis. De methode is geëvalueerd met behulp van een case studie gedaan bij het ziekenhuis Nij Smellinghe in Drachten. Het verbeteren van efficiëntie is in de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden in de ziekenhuiswereld. Met de invoering van de zogenaamde Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s) moeten ziekenhuizen steeds meer concurreren met elkaar om aan hun productieafspraken te kunnen voldoen. Hierdoor ontstaat een grotere aandacht voor kostenverlaging en efficiëntieverbeteringen in de ziekenhuizen. De variabiliteit in een ziekenhuis kan gezien worden als een oorzaak van inefficiëntie. Een methodologie voor variabiliteit in ziekenhuizen is geïntroduceerd door Litvak & Long (2000). Een voorbeeld van hoe variabiliteit zorgt voor inefficiëntie is te zien in Figuur 1, bekend als de flaw of averages, waarin iemand verdrinkt die een rivier oversteekt die gemiddeld 3 voet diep is. Een soortgelijk effect treedt bijvoorbeeld op in de bedbezetting van de kliniek in een ziekenhuis. Als er geen variatie optreedt in de dagelijkse bedbezetting dan kan de capaciteit optimaal benut worden in de kliniek. In de praktijk is er vari-

atie in het dagelijks aantal patiënten en dus moeten er meer bedden beschikbaar zijn dan het gemiddeld aantal patiënten in de kliniek, met als gevolg dat er in rustige perioden bedden leeg staan. De benutting van capaciteit en (werk)druk op de kliniek kunnen dus verbeterd worden als de variatie in de dagelijkse bedbezetting in de kliniek zo klein mogelijk gehouden wordt. Het OK complex speelt een centrale rol in het ziekenhuis en de OK planning heeft een grote invloed op deze bedbezetting op alle afdelingen in de kliniek. Dus kan de efficiëntie in het ziekenhuis verbeterd worden door het vormen van een OK planning waarin de resulterende dagelijkse bedbezetting wordt gereguleerd. Als in de OK planning geen rekening gehouden wordt met de relatie tussen OK en kliniek kan dit tot ongewenste variatie in bedbezetting en dus inefficiënte situaties lijden.

Sessieplanning

Het vormen van een OK planning bestaat uit verschillende fases, zie Figuur 2. In de case mix planning worden productieafspraken voor de verschillende specialismen vastgelegd. Deze afspraken worden vertaald in een sessieplanning, in deze planning worden blokken OK tijd toegewezen aan de specialismen waarin deze hun patiënten kunnen behandelen. Deze planning wordt door-

22

Juni/Juli 2009

Figuur 1

Cartoon met visualisatie van de flaw of averages. Bron: http://www.stanford.edu/. GAXEX 5.indd 22

18/08/2009 19:56:59


Figuur 2

De verschillende fases in het maken van een OK planning. gaans op een cyclische manier gemaakt, dat wil zeggen een planning van 1, 2 of 4 week die gedurende het jaar herhaald wordt. Het vullen van deze blokken OK tijd met daadwerkelijke operaties gebeurt in de operationele planning. Hierin kan onderscheid gemaakt worden tussen het plannen van electieve (vooraf planbare) patiënten en spoedpatiënten. Dit onderzoek beperkt zich tot het plannen van electieve patiënten, omdat dit patiënten zijn die vooraf ingepland kunnen worden en waarvoor dus ook de invloed op de bedbezetting meegenomen kan worden in het maken van de OK planning. Figuur 2: De verschillende fases in het maken van een OK planning. Dit onderzoek richt zich op het genereren van een sessieplanning waarin niet alleen zo goed mogelijk aan productieafspraken wordt voldaan maar waarin ook de patiëntenstroom naar de verschillende postoperatieve klinische afdelingen wordt gereguleerd, zodat variatie in dagelijkse bedbezetting wordt geminimaliseerd. Hierin worden 3 postoperatieve klinische afdelingen onderscheiden: de dagbehandeling & short-stay afdeling, de long-stay afdeling en de kinderafdeling. Om de invloed te kunnen sturen die de OK planning heeft op de klinische bedbezetting, worden de sessies niet alleen verdeeld per specialisme maar ook op basis van de postoperatieve afdeling waar de behandelde patiënten in een sessie heen gaan. Per dag worden er 4 sessies gespecificeerd: vroege ochtend, late ochtend, vroege middag en late middag. Waarbij de restrictie geldt dat het opererend specialisme maximaal 1x per dag (na de lunch) mag wisselen in een OK. Verder worden bij het genereren van de sessieplanning de belangrijkste capaciteitsrestricties (het aantal OK’s en specialisten) meegenomen. Tot slot zijn er enkele sessiegroepen die een aantal lange sessies (van 4 uur) toegewezen moeten krijgen, dit wordt ook als restrictie voor de sessieplanning opgenomen.

Model

Het model moet dus een cyclische planning genereren waarin blokken OK tijd worden toegewezen aan de verschillende sessiegroepen. De doelstellingen van deze sessieplanning zijn om de variatie in dagelijkse bedbezetting op de verschillende afdelingen zo klein mogelijk te maken en om zo goed mogelijk aan de productieafspraken te voldoen. Al deze doelstellingen kunnen gezien worden als het minimaliseren van afwijkingen

ten opzichte van een bepaalde target die we hebben. Bijvoorbeeld voor elk van de specialismen het minimaliseren van afwijkingen in de toegewezen OK tijd ten opzichte van de productieafspraken. Een model met dergelijke doelstellingen kan beschreven worden als een goal programming model. In zo’n model worden strafkosten toegewezen aan het hebben van positieve en negatieve afwijkingen van bepaalde goals, de doelstelling van het model is dan om de totale strafkosten te minimaliseren. De beslissingvariabelen in het model Xgt, zijn geheeltallige variabelen die aangeven hoeveel blokken OK tijd er worden toegewezen aan patiëntengroep g gedurende tijdstip t. Hierin geeft t het aantal sessies in één cyclus weer (een cyclus van 2 week en 4 sessies per dag betekent t = 56 tijdstappen). Ag is gedefinieerd als het gewenste aantal toegewezen uren aan patiëntengroep g in één cyclus en H als het aantal uren in ´e´en sessie. Als nu de volgende vergelijkingen gespecificeerd worden,

samen met de doelstellingsfunctie

dan zijn Wg1 en Wg2 gedefinieerd als respectievelijk de positieve en negatieve afwijking ten opzichte van ons target Ag. Hierin zijn θ1 en θ 2 gewichten die het relatieve belang van deze doelstellingen ten opzichte van de andere goals aangeven. Op soortgelijke manier kan de doelstelling voor het minimaliseren van de variatie in dagelijkse bedbezetting op de klinische afdelingen gemodelleerd worden. Pot is gedefinieerd als het aantal patiënten dat ligt op afdeling o gedurende tijdstap t. Verder is TLo gedefinieerd als het gemiddeld aantal bezette bedden in een tijdstap op afdeling o. Het minimaliseren van de variatie in dagelijkse bedbezetting kan dan gegeven worden door de volgende 2 vergelijkingen:

Samen met de doelstellingsfunctie

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 23

23

18/08/2009 19:56:59


Figuur 3

Globale opzet van het onderzoek.

Hierin geldt TLo als het target level en Vot1 en Vot2 zijn gedefinieerd als respectievelijk de positieve en negatieve afwijking ten opzichte van dit target. In de doelstellingsfunctie geven de gewichten θo1 en θo2 weer het relatieve belang van de doelstellingen aan. Nadeel van dit goal programming model is dat het een deterministisch model is en daarom aannames gemaakt moeten worden over bijvoorbeeld de operatieduur van patiënten en de postoperatieve ligduur van patiënten. Daarom is het niet direct duidelijk hoe een resulterende sessieplanning in de praktijk presteert. Daarom wordt het goal programming model gebruikt in combinatie met een simulatiemodel. In dit simulatiemodel worden de resulterende sessieplanningen die volgen uit het goal programming model gebruikt als input. Het toepassen van de planning in de praktijk kan zo worden gesimuleerd. Door het variëren van de invoerparameters en toevoegen van extra modelleringaannames worden verschillende alternatieve sessieplanningen gegenereerd in het goal programming model. Op basis van een aantal

24

Juni/Juli 2009

beoordelingscriteria die volgen uit het simulatiemodel kunnen deze resulterende sessieplanningen dan worden geëvalueerd en vergeleken met de huidige situatie en met elkaar. Deze onderzoeksopzet is schematisch weergegeven in Figuur 3.

Resultaten

Met behulp van het simulatiemodel worden een aantal beoordelingscriteria voor de verschillende alternatieve sessieplanningen gegenereerd. Belangrijke beoordelingscriteria zijn de standaarddeviatie en maximum in dagelijkse bedbezetting. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de variatie boven en onder de gemiddelde bedbezetting. Dit onderscheid wordt gemaakt omdat periodes waarin bedden leeg staan een minder groot probleem zijn dan periodes met capaciteitstekort. Naast deze dagelijkse bedbezetting wordt nog naar een aantal andere beoordelingscriteria gekeken. De alternatieve planningsmethode die hier is geïntroduceerd zorgt voor een minder flexibele planning dan in de huidige situatie. Dit komt omdat in de huidige planning de sessies alleen verdeeld worden per specialisme, terwijl in dit onderzoek ook de postoperatieve afdeling in een sessie wordt vastgelegd. Om het effect hiervan mee te nemen kijken we ook naar de benutting van de OK’s, het aantal

Figuur 4

Variatie en pieken in bedbezetting in huidige sessie en model opgelost in twee GAXEX 5.indd 24

18/08/2009 19:57:01


Figuur 5

Voorbeeld van het vullen van een sessie in de huidige en nieuwe planning.

behandelde patiënten en de gemiddelde wachttijd van patiënten. Het goal programming model wordt op twee manieren opgelost. Allereerst wordt het aantal sessies dat aan de patiëntengroepen wordt toegewezen als beslissingsvariabele meegenomen. In dit geval kan dus van de productieafspraken worden afgeweken als hierdoor de variatie in bedbezetting verder verlaagd kan worden. Het goal programming model wordt vervolgens in twee fases opgelost. Allereerst bepalen we het optimaal aantal sessies met betrekking tot de productieafspraken, deze verdeling wordt als restrictie meegenomen in het goal programming model. Dit zorgt ervoor dat de sessie allocatie in deze oplossing gelijk is aan de allocatie in de huidige sessieplanning. Om te kijken of het nieuwe planningsmodel zorgt voor een meer evenwichtige bedbezetting op de afdelingen wordt gekeken naar de variatie boven de gemiddelde bedbezetting en de gemiddelde maximale bedbezetting, weergegeven in Figuur 4. Hier is te zien dat in het nieuwe planningsmodel zowel de variatie als pieken in de dagelijkse bedbezetting dalen met deze nieuwe planningsaanpak. De verbeteringen zijn al te zien in het twee

Figuur 4

fase model. In de figuur is te zien dat, wanneer de sessie allocatie als beslissingsvariabele wordt meegenomen, verdere verbeteringen mogelijk zijn. In dit geval zorgt dus een kleine afwijking van de productieafspraken voor het verder verlagen van de variatie in dagelijkse bedbezetting. Maar uit de resultaten blijkt ook dat met deze nieuwe planningsmethode het totaal aantal behandelde patiënten en de benutting van de OK omlaag gaat. In Figuur 5 is een voorbeeld te zien van hoe dit verschil veroorzaakt wordt. Gegeven is een wachtlijst met patiënten van een bepaald specialisme die in de sessies gepland moeten worden, met daarbij hun operatieduur en de postoperatieve afdeling waar ze naartoe gaan. In de huidige sessieplanning wordt een sessie van 4 uur FIFO gevuld met patiënten, ongeacht de afdeling waar ze naartoe gaan. In de nieuwe planningssituatie zijn de eerste 2 uur gereserveerd voor patiënten die naar de long-stay (ls) afdeling gaan en patiënten voor de dagbehandeling (ds) kunnen alleen in de tweede 2 uur geopereerd worden. Kortom, de nieuwe planningsmethode verlaagt de variatie en daardoor de druk op de kliniek, nadeel is echter dat het model minder flexibel is dan de huidige sessieplanning. Belangrijk om op te merken is wel dat het on-

Jaargang 32 - GAXEX 5

25

in huidige sessieplanning, basis alternatieve model el opgelost in twee fases. GAXEX 5.indd 25

18/08/2009 19:57:02


Figuur 6

Variatie en pieken in bedbezetting bij plann

derzoek zich niet richt op het maken van een sessieplanning die van vandaag op morgen toegepast kan (en moet) worden in het ziekenhuis. Doel is om te kijken of de druk op de kliniek verlicht kan worden door bij het maken van de OK planning rekening te houden met de patiĂŤntenstroom vanuit de OK richting kliniek. Uit de resultaten blijkt dat dit inderdaad mogelijk is. Vervolgens kunnen we onderzoeken of de druk op de kliniek nog verder verlaagd kan worden door andere maatregelen te nemen. EĂŠn onderzochte maatregel is het plannen van electieve sessies op zaterdag of gedurende het hele weekend. Natuurlijk zitten hier de nodige nadelen aan, maar als hierdoor de druk op de kliniek lager wordt en capaciteitsproblemen beter voorkomen kunnen worden, kan het de moeite waard zijn om verder te onderzoeken of de opbrengsten hiervan opwegen tegen de kosten. De resultaten zijn weergegeven in Figuur 6. Hierin is te zien dat door het plannen van sessies in het weekend de variatie en pieken in bedbezetting substantieel verder verlaagd worden. De grootste winst wordt al behaald wanneer sessies alleen op zaterdag gepland worden. Het plannen van sessies op zaterdag of gedurende het hele weekend blijkt dus inderdaad een effectieve manier om de druk op de kliniek verder te verlichten.

Conclusie

Met behulp van het goal programming model, waarin sessies niet alleen worden verdeeld per specialisme maar ook naar postoperatieve afdeling, hebben we geprobeerd om de variatie en pieken in dagelijkse bedbezetting in de kliniek te verlagen. De verschillende alternatieve sessieplanningen die hieruit volgen zijn, met behulp van een simulatiemodel geĂŤvalueerd en vergeleken met 26

GAXEX 5.indd 26

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:57:03


Figuur 6

bezetting bij plannen van weekendsessies.

elkaar en de huidige planning. Uit deze resultaten blijkt dat door expliciet rekening te houden met de relatie OK kliniek bij het maken van de OK planning, de druk op de verschillende klinische afdelingen afneemt. Verder volgt uit de resultaten dat het plannen van sessies op zaterdag of het hele weekend een effectieve manier is om de variatie in bedbezetting verder te verminderen. Nadeel van deze nieuwe planningsmethode is echter dat het een negatieve invloed heeft op flexibiliteit en daardoor op aantallen behandelde patiĂŤnten, benutting van de OK en wachttijden. Het is daarom niet gezegd dat de planningsmethode zoals hier beschreven, de meest ideale is om variatie in de bedbezetting te verlagen. Maar in elk geval geeft het aan dat door een goede coĂśrdinatie tussen de poliklinieken, OK en kliniek er verbeteringen mogelijk zijn in de dagelijkse werkdruk op de kliniek. Verder onderzoek kan gedaan worden naar alternatieve manieren waarop deze relatie tussen de OK en de kliniek meegenomen kan worden in het maken van een OK planning.

Bronnen J.J. Bos (2009). A method for generating an Operating Room Masterplan: forming an operating room session planning for Nij Smellinghe with a levelled clinical flow. MSc thesis, University of Groningen; http://irs.ub.rug.nl/ ppn/991921283. E. Litvak and M.C. Long (2000). Cost and quality under managed care: irreconcilable differences? The American journal of managed care 6 (3), 305 − 312. Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 27

27

18/08/2009 19:57:03


N KORT DOOR DE BOCHT

Tekst: Jurjen Boog

Zoektocht naar nutteloze getallen

Pensioenstelsel in zwaar weer

Vorig jaar werd in augustus het grootst bekende priemgetal gevonden. Dit gigantische getal bestaat uit 12.978.189 cijfers. In de maand die daarop volgde, werd een tweede gigantisch priemgetal gevonden. Nu is het – binnen een jaar tijd – weer raak. Het op een na grootste bekende priemgetal werd op 12 juni gevonden door de Noorse Odd Magnar Strindmo.

Er zijn maar weinig landen in de wereld die zich met Nederland kunnen meten qua pensioenstelsel. Dit alles om ervan verzekerd te zijn dat de oudedag goed geregeld is, maar die zekerheid is nu voor een gedeelte weggeslagen door de crisis. Het Nederlandse pensioenstelstel bestaat uit drie pijlers: de eerste pijler is het basispensioen, de AOW; de tweede is het aanvullende pensioen, bestaande uit pensioenrechten die men opdoet tijdens het werkende leven; de derde pijler bestaat uit vrijwillige voorzieningen die men zelf treft.

Sinds januari 1996 hebben duizenden vrijwilligers zich aangemeld voor GIMPS - Great Internet Mersenne Prime Search. Dit project zoekt naar grote Mersennepriemgetallen, priemgetallen van de vorm 2n – 1. Odd Magnar Stridmo was een van de vrijwilligers die vanaf het begin van GIMPS actief was. “Zijn” priemgetal is het 47e bekende Mersenne-priemgetal en het dertiende getal dat door GIMPS ontdekt is. Het gevonden priemgetal, 242.634.801 – 1, is minder dan 150.000 getallen kleiner dan het grootste bekende priemgetal. Wie interesse heeft in grote priemgetallen, kan deze priemgetallen als poster bestellen. De nieuwste priemgetallen kosten rond de honderd dollar en zijn in hoge kwaliteit gedrukt. De print bestaat uit zo veel getallen, dat deze getallen met het blote oog slecht te lezen zijn. Hiervoor worden ook vergrootglazen verkocht. Hoewel grote priemgetallen vaak in cryptografie worden gebruikt als sleutel, zijn GIMPS getallen veel te groot om dit doel te dienen. Momenteel is deze zoektocht dus puur voor eigen voldoening – en bekendheid.

28

GAXEX 5.indd 28

Tekst: Fred Heijnen

De tweede pijler is Nederland vrij groot, aangezien de aanvullende pensioenen vrij hoog zijn en de werknemers verplicht zijn om hieraan deel te nemen. Er werd gedacht hierdoor beter bestand te zijn tegen de vergrijzing: de pensioenuitkeringen houden de economie draaiende en de staat ontvangt er alsnog loonbelasting over. Door de crisis is het pensioenkapitaal fors in waarde gedaald, waardoor dat voordeel toch enigszins wegvalt. Verder zal het weggevallen kapitaal weer opgebouwd moeten worden, mogelijk door nog hogere premies. Dit zal ongetwijfeld extra banen kosten. En helpen betere pensioen wel tegen de vergrijzing, of stoppen de werknemers te vroeg met werken door de betere pensioenregeling? Kortom: misschien is dit wel het moment voor de regering om het huidige pensioenstelsel eens goed door te lichten. Bron: fd.outlook

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:57:04


Tekst: Martijn Westra

Grotere reserves aardgas in de Nederlandse bodem Olie- en gasmaatschappijen hebben vorig jaar ontdekt dat er 33,1 miljard m3 extra ondergrondse aardgasreserves liggen in Nederland. De maatschappijen vonden nieuwe voorraden, maar ook gasreserves die nog in oude velden aanwezig zijn, maar eerder niet als rendabel werden gezien. Dat is veranderd door de hoge olieprijs, waardoor de reserves meer waard zijn geworden. Een woordvoerder van TNO heeft dat bevestigd. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken brengen TNO en het Staatstoezicht op de Mijnen jaarlijks in kaart wat de maatschappijen aan nieuwe en oude gasreserves hebben ontdekt. Door de hoge olieprijs hebben de maatschappijen afgelopen jaar intensiever gezocht naar gasreserves. Afgezet tegen de aardgasbaten van vorig jaar, zou de nieuwe reserve zo’n 5 miljard euro opleveren. De meevaller stroomt pas over een paar jaar binnen, zegt een woordvoerder van Economische Zaken.

Tekst: Jurjen Boog

Google Maps breidt zich uit Nadat een aantal steden in Google Streetview te zien is, heeft Google nu ook vijf Nederlandse attracties op de foto gezet. Op deze manier kan je vanuit de woonkamer virtueel door de Efteling, Attractiepark Slagharen, Nationaal Park de Hoge Veluwe, het Nederlands Openluchtmuseum en Apenheul lopen. De vijf attracties worden in de maand augustus gefotografeerd. Tot nu toe werden in Nederland alleen nog een aantal steden door middel van een speciale auto op de foto gezet, waardoor men thuis door de stad kon ‘lopen’. Nu is er echter een speciale driewieler vanuit Amerika over gekomen om onder andere de Efteling in Streetview toegankelijk te maken. De zware driewieler rijdt in deze attracties na een online wedstrijd waar mensen konden stemmen op twintig populaire attracties in Nederland. Ook de auto’s van Google hebben weer een ronde door een aantal steden gemaakt. Van onder andere Den Haag, Hoorn, Haarlem en Assen zullen waarschijnlijk dit jaar nog Streetviews op het internet verschijnen. In andere steden zijn de auto’s ook gesignaleerd, maar heeft Google nog geen bevestiging gegeven.

Nederland heeft nu met de nieuwe voorraden in totaal 1.345 miljard m3 gasreserves. De laatste grote opwaartse bijstelling was in 2004. Toen werd 25 miljard m3 extra gasreserve in de bodem ontdekt. In 2007 was er 14 miljard meer gasreserve bijgekomen, maar in 2005 en 2006 moesten de gasreserves naar beneden worden bijgesteld met respectievelijk 46 en 9 miljard m3. Bron: www.elsevier.nl Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 29

29

18/08/2009 19:57:05


INGEZONDEN

Tekst: Pim Hanssen

Geachte heer Wilders, Ik zal meteen maar open kaart spelen. Ik ben het op vrijwel geen enkel punt met u eens. Maar ik wil u niet vermoeien met het gewoonlijke verhaal tegen de PVV, nee, ik wil u een kans geven. Ik wil u een kans geven om dat te doen, waar uw kiezers om vragen. Zoveel vertrouwen van een deel van de kiezers is voor u natuurlijk fantastisch, maar het brengt ook veel verantwoordelijkheid met zich mee. Daarom zult u zich wel afvragen wat de kiezer nu precies van u verwacht. Uit diverse analyses blijkt immers dat u een diverse achterban heeft, van links tot rechts en van jong tot oud. Wat verenigd uw kiezers, behalve dat ze op u stemmen? Laat mij u helpen.

In de lokale politiek, daar zou uw aandacht moeten liggen. Vergeet de regenten in Den Haag, vergeet de bureaucraten in Europa. Verover de gemeenteraden daar waar de roep van uw kiezer het hardst klinkt, waar de nood het hoogst is: Pekela, Heerlen, Rotterdam. Daar kunt u echt wat voor de mensen betekenen. Met de maatregelen, die Ăş voor ogen hebt. Zoals ik al zei, ik wil u een kans geven. Los de problemen van de man in de straat op via de lokale politiek. Slaagt u? Dan bent u voor velen een held, ook voor mij. Maar faalt u, dan heeft u uw kans verspeeld. Evenals uw geloofwaardigheid bij de Nederlandse kiezer. Hoogachtend,

Uw kiezers stemmen niet op u omdat u geen ontwikkelingssamenwerking wil, of omdat u de Koran wil verbieden. Uw kiezers stemmen niet op u omdat ze, na een grondige analyse van de Islam, tot de conclusie zijn gekomen dat die niet deugt. Uw kiezers stemmen op u, omdat zij problemen hebben die de hedendaagse politiek niet op kan lossen. Problemen met de vervelende kinderen van de buurman, die ze niet naar behoren opvoedt. Problemen om de eindjes aan elkaar te knopen, een golf van werkloosheid komt op hen af. Ze voelen zich onveilig, zien de criminaliteit onder allochtone jongeren verergeren, hun buurt verloederen.

Pim Hanssen

Nu geven zij u de verantwoordelijkheid hun problemen op te lossen. Maar hun problemen worden niet opgelost door de ontwikkelingssamenwerking af te schaffen, de koran te verbieden of de Islam te bestrijden. Het helpt hen niet, als u in Den Haag een roepende in de woestijn blijft of een eenzame rebel wordt in een verenigd Europa. Zonder ĂŠchte invloed, zonder macht, zonder enig uitzicht op regeren. Hun problemen worden opgelost met maatwerk, maatregelen toegesneden op specifieke omstandigheden. En waar kan dat beter, dan in de lokale politiek.

30

GAXEX 5.indd 30

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:57:05


Activiteiten Agenda 28 augustus - VESTING Introductiekamp 30 augustus

Graag wil VESTING de volgende mensen feliciteren met het behalen van hun bul: 07-07-2009

Aikaterini Mertika

26-06-2009

Gerke Bouma

Modeling the annual health costs per capita of I.K.A. insurants Sufficiency of the FTK Solvability Assessment

VESTING Bestuur 2009-2010 Johan Sanders

Voorzitter

Fred Heijnen Chris Jensma

Intern Coรถrdinator Vice-voorzitter

Martijn Westra

Penningmeester

Eelkde de Jong

Bedrijfscontacten

Secretaris

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 31

31

18/08/2009 19:57:06


SFEERVERSLAG

Tekst: Niek Rake

Nacht van Eindhoven

32

GAXEX 5.indd 32

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:57:09


In de nacht van 13 op 14 mei was het weer zover, de vierde editie van de Nacht van Eindhoven vond plaats. Dit is een wedstrijd op het gebied van toegepaste statistiek, operations research en optimalisatie en wordt georganiseerd door CQM. CQM is een consultancy bureau, gevestigd in Eindhoven, dat gespecialiseerd is in het optimaliseren van logistiek en het verbeteren van product- en procesinnovatie. Deelnemers aan de nacht van Eindhoven zijn teams van drie studenten en het zijn voornamelijk econometristen, wiskundigen en informatici die meedoen. VESTING is een trouwe deelnemer aan de Nacht van Eindhoven en dus was er dit jaar ook weer een VESTING Team onder de negen deelnemende teams. Aan het eind van de middag kwamen we aan bij CQM met onze laptops en allerlei studieboeken die we eventueel nodig zouden kunnen hebben. Na het welkomstwoord en een korte presentatie over CQM werd voor een nachtje doorhalen een goede bodem gelegd bij een tapas restaurant. Hierna keerden we terug naar het kantoor van CQM om ons daar de komende 12 uur bezig te houden met vijf opgaven. De opgaven werden uitgelegd en om ongeveer 22.00 uur begon elk team in haar eigen kamer aan het uitwerken van de opgaven. De eerste opgave ging over een bierbrouwer die bierkratjes levert aan 100 slijterijen in Brabant. De bierbrouwer heeft een wagenpark van zes vrachtwagens. Het was de bedoeling om een routeschema op te stellen voor het afleveren van volle kratten bier en het ophalen van lege kratten, gegeven een aantal beperkingen, zoals de capaciteit van de vrachtwagens. Het doel was om de totale inzettijd van de vrachtwagens te minimaliseren.

De tweede opgave ging ook over bier, maar nu over het brouwproces en in het bijzonder over de zoet-bitterbalans van bier. Het doel was om de instellingen van het brouwproces te verbeteren, zodat de zoet-bitterbalans binnen bepaalde grenzen ligt. In het brouwproces spelen veel parameters een rol. Aan de hand van een aantal experimenten konden we de invloed van alle parameters op de zoet-bitterbalans onderzoeken en moesten we met ons opgestelde model de zoet-bitterbalans van een aantal brouwrecepten voorspellen. In de derde opgave was het de bedoeling om voor de fabricagelijn in een chipmachinefabriek de juiste machine-instellingen en grootte van de bufferruimtes te bepalen, zodat de fabricagelijn een zo hoog mogelijke doorvoer van chipmachines in combinatie met een zo laag mogelijke doorlooptijd heeft. Met een simulatiemodel konden verschillende instellingen worden getest. De vierde opgave was het strategische spel ‘Antz’. Elk team was een kolonie mieren en het doel van het spel is om met zoveel mogelijk mieren de overkant te halen. Onderweg kom je mieren van andere teams tegen en worden de zwakkere mieren vernietigd. Wij moesten voor elke mier een pad uitzetten en punten (sterktes) aan elke mier toekennen. Dit spel werd gedurende de nacht drie keer gespeeld en er werden een hoop verrassende tactieken bedacht. Als laatste moesten we voor een museum onderzoeken hoe het hele museum door middel van camera’s beveiligd kan worden. Er waren verschillende soorten camera’s beschikbaar en het doel was om de totale aanschafkosten van de camera’s te minimaliseren.

Na de hele nacht gewerkt te hebben aan deze opdrachten en heel wat energiedrankjes later, moest alles om 10.30 ingeleverd worden. Toen begon je pas echt de vermoeidheid te voelen. Terwijl de organisatie alle oplossingen ging beoordelen kregen wij een welverdiende brunch in het Philips stadion voorgeschoteld. De meeste deelnemers hadden ook al vrij snel door dat de comfortabele stoelen op de eretribune van het Philips stadion uitstekende ‘slaapstoelen’ zijn. Daarna was het tijd voor de prijsuitreiking en voor de finaleronde van het spel ‘Antz’. De opgaven en bijbehorende oplossingsmethoden werden kort besproken en al vrij snel werd duidelijk dat we niet in de prijzen zouden vallen. Vooral op het gebied van het programmeren waren de andere teams beter. Uiteindelijk zijn de econometristen van Vectum uit Maastricht er met de winst vandoor gegaan. We hebben nog wel de eer gered door met een briljante tactiek de finaleronde van het spel ‘Antz’ te winnen. Al met al was de Nacht van Eindhoven een leuke en leerzame ervaring en geeft het een goed beeld van wat wiskundige consultancy in de praktijk inhoudt.

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 33

33

18/08/2009 19:57:11


SFEERVERSLAG

Tekst: Heidi Hamhuis en Myrthe Soer

‘Mooie dag, g Al voor dag en dauw stond de commissie op, zodat iedereen stipt acht uur present was op het Kasteel. Op deze sprookjesachtige plek was in de vroegte alles nog vredig, kalm en sereen. Al snel sloeg dit om in stress, stress, stress; waar is mijn usb-stick, waarom blijft die poster niet hangen, hebben we wel genoeg jojo’s en “waar blijft mijn koffie”! Jurjen wierp zich op als computerexpert en zette de presentaties op de laptops; Gianna liep achter hem aan, terwijl ze haar openingspraatje aan het perfectioneren was; Eelke sprak de laatste zaken door met het personeel; Heidi en Myrthe waren ook druk, aan het koffie drinken met de sprekers.

34

GAXEX 5.indd 34

Bert Wiersema opende de dag en gaf na een korte introductie van het thema het woord over aan Harro Meijer. Deze natuurkundige bracht de deelnemers op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in alternatieve energie. Hij verdedigde het standpunt dat zonne-energie de toekomst heeft en dat we hier de komende twintig jaar volop in moeten investeren. Jaap Hoogakker voegde er vervolgens aan toe dat kernenergie overbodig is, aangezien we al een onfeilbare veilige kerncentrale vrij tot onze beschikking hebben; de zon. In de andere zaal ging Rembrand Koppelaar, vanuit zijn expertise op het gebied van energie, dieper in op de rol van econometristen.

Na de koffiepauze stonden Rob Naber en Sonja Bouwman klaar voor hun presentatie. Rob Naber besprak de risico’s versus de verwachte opbrengst van de financiering van energieprojecten. De risico’s van weerfluctuaties en natuurrampen kunnen worden afgedekt met respectievelijk weerderivaten en rampenobligaties. De prijzen van deze derivaten worden bepaald op basis van Monte Carlo simulatie en OLS regressie. Sonja Bouwman behandelde verschillende energieprojecten vanuit een OR perspectief en besprak met het publiek de overschakeling naar alternatieve energiebronnen.

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:57:12


goede lunch’ energie, omdat econometrie zich bezig houdt met het analyseren van gegevens uit het verleden en niet dÊ toekomst. Hier werd tegenin gebracht dat econometristen kunnen rekenen aan veranderingen in het elektriciteitsnetwerk, energietransport en risico’s die nieuwe investeringen met zich meebrengen.

Na deze interessante lezingen stond er een heerlijke culinaire lunch klaar, bestaande uit onder andere: mosterdsoep met spekjes, verscheidene soorten broodjes, vleeswaren, zalm en salades. Toch stortte men zich massaal op de kroketten. Eenmaal verzadigd en verkwikt, begon men aan het interactieve deel van de dag middels een workshop of masterclass.

Toen de discussie op haar eind liep gaf Bert Wiersema het laatste woord aan Gianna. Johan liet nog weten dat hij erg had genoten van de lunch, waar hij ongetwijfeld mee bedoelde dat het een geslaagde, zuiver wetenschappelijke en interessante dag was. Ook Leon had nog iets toe te voegen en greep de

laatste minuut van de tot zover recruitmentloze dag aan voor zijn promotiepraatje voor het zeilkamp. Nadat de dag viermaal door alle voorzitters was afgesloten, was het toch echt tijd voor een borrel. Nagenietend van een mooie dag, werd er levendig gedebatteerd over de toekomstperspectieven van onze energievoorziening. De hierbij geserveerde hapjes waren voortreffelijk: brie, walnoot, olijven, roze chocoladetaart met glittertjes en hartjes, en bittergarnituur. Een passende afsluiting van een mooie dag met een goede lunch.

In de daaropvolgende discussie kregen de deelnemers de gelegenheid om de opgedane kennis in een breder perspectief te plaatsen. Jos Cozijnsen nam als eerste stelling door te roepen dat econometristen niets te zoeken hebben bij alternatieve Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 35

35

18/08/2009 19:57:13


Column VESTING Voorzitter Het is voor de mens zo onmisbaar en natuurlijk als ademhalen. Iedere avond nemen wij plaats aan tafel en eten we een voedzame maltijd, onbewust van waar het vandaan komt en wat voor globale consequenties het heeft. Ons vlees komt uit de VS, bananen uit de Filipijnen en onze rijst uit China. In de huidige samenleving zijn wij ontdaan van de taak om zelf voor ons voedsel te zorgen, we betalen er gewoon voor. Echter zodra de prijzen stijgen worden wij pas bewust van wat er speelt, omdat het ons dan pas echt raakt, in de portemonnee. Sinds 2007 bevinden wij ons in een wereldwijde voedselcrisis, een enorme stijging in de voedselprijzen leidde tot hongersnood voor miljoenen mensen, politieke en economische instabiliteit en sociale onrust in zowel minder ontwikkelde als ontwikkelde landen. De directe gevolgen van de crisis zijn duidelijk, de prijs van rijst is met 217% gestegen, graan met 136% en maïs met 125% in de periode van begin 2006 tot begin 2008. Door deze enorme stijgingen zijn vooral de armere mensen de dupe, mensen die nu wel tot 75% van hun inkomen moeten besteden om zichzelf en hun families te kunnnen voorzien van voedsel. De prijsstijgingen hebben ervoor gezorgd dat wereldwijd honderd miljoen mensen meer onder de armoedegrens moeten leven. De oorzaken van deze wereldwijde voedselproblemen zijn de ongewoonlijke droogtes in graanproducerende landen en de zeer hoge olieprijs van eind 2006. De hoge olieprijs zorgde ervoor dat de kosten van voedseltransport en industriële landbouw verder stegen. Overige redenen waren het toenemende gebruik van biobrandstoffen, mede door de hoge olieprijs en de stijgende vraag naar vlees in ontwikkelingslanden. 35% van de wereldproductie van graan is bestemd voor de veestapel in plaats van mensen te voeden. Deze punten, in combinatie met een lagere opbrengst van voedsel wereldwijd

36

GAXEX 5.indd 36

zijn de belangrijkste korte termijn redenen die hebben geleid tot de sterke stijging van de voedselprijzen. De lange termijn oorzaken die de voedselprijs beïnvloeden zijn veranderingen in handel en landbouw, landbouwsubsidies en klimaatverandering. De belangrijkste reden is echter dat de wereldbevolking sneller groeit dan de voedselproductie. Dit laatste wordt de Malthusian catastrofe genoemd, naar de Engelse wiskundige die beweerde dat de wereldbevolking exponentieel toenam en de voedselproductie linear. The Malthusian catastrofe houdt in dat op een gegeven moment de aarde de bevolking niet meer kan voorzien met voldoende voedsel en andere mineralen. Het idee van het Malthusian catastrofe werd onrealistisch en ongeloofwaardig geacht, de technologie zou altijd redding brengen. Dat dachten wij in ieder geval, tot voor kort. De gevolgen van deze stijging in voedselprijzen zijn niet te overzien, behalve dat het op grote schaal hongersnood heeft veroorzaakt, hebben in veel landen hebben de enorme prijsstijgingen geleid tot rellen, zo hebben in Bangladesh tienduizenden mensen geprotesteerd en is er in Haïti geëist dat de regering moet opstappen als gevolg van de prijsstijgingen. Als gevolg van de prijsstijgingen en om politieke onrust te voorkomen hebben veel landen bij het IMF aangeklopt voor extra leningen om daarmee subsidies te kunnen bieden aan haar bevolking om de voedselprijzen te dempen. Maar dit heeft geen effect op de werkelijke voedselprijzen en het aanbod van voedsel. Ook de ecologische gevolgen zijn groot, zo vindt er op grote schaal ontbossing plaats in Zuid-Amerika om plaats te maken voor landbouwgrond. De schade die dit aan het milieu toebrengt is enorm. Het bevordert de klimaatveranderingen en er verdwijnen miljoenen hectares aan leefgebied voor planten en dieren.

Juni/Juli 2009

18/08/2009 19:57:13


De grote vraag die blijft: Hoe moeten we de stijgende voedselprijzen en de voedseltekorten tegengaan? Moeten we zoals Malthus beweerde een aantal controles invoeren, zoals geboortecontrole, later trouwen en stoppen met het versturen van humanitaire hulp naar de derde wereld? Moeten deze drastische maatregelen ingevoerd worden om de wereldpopulatie te laten afnemen en om te voorkomen dat nog meer kinderen worden geboren in armoedige omstandigheden? Moeten we de derde wereld aan haar eigen lot overlaten met alle consequenties van dien? Is het ethisch verantwoord om miljoenen mensen te laten verhongeren om ons te voorzien van onze behoeftes en om het milieu te sparen. Het is een klasiek voorbeeld van lifeboat ethics van Garrett Hardin: Wat moet je doen als je maar plaats hebt voor 80 man in een lifeboat en er 100 drenkelingen zijn. Als je geen onderscheid durft te maken en iedereen toelaat streef je af op een ‘tragedy of commons’, uit solidariteit verliest iedereen. Het is duidelijk dat er iets moet gaan gebeuren. Maar wie bepaald op welke gronden dat iemand gered mag worden en wie er achtergelaten moet worden?

bereid om een klein gebied ten behoeve van de rest van de bevolking op te offeren.

In zekere zin wordt er al onderscheid gemaakt, een voorbeeld zijn dorpen in India waar door toenemend gebruik van kunstmest de voedselproductie is toegenomen en honderdduizenden mensen van voldoende voedsel kunnen worden voorzien. Keerzijde van de medaille is dat door het intensief gebruik van kunstmest verschillende dorpen en regio’s te maken hebben met gezondheidsproblemen die leiden tot aangeboren afwijkingen en vroegtijdige sterfte van baby’s, alleen te wijten aan blootstelling aan deze kunstmest. In dit geval zijn we wel

In conclusie, de voedselcrisis is here to stay, en het lijkt steeds minder op een economisch maar meer op een ethisch dilemma waar de westerse wereld mee te kampen heeft.

De vraag of we de controles, zoals Malthus die voorstelde, moeten implementeren zal in de nabije toekomst, wanneer de wereldbevolking in 2025 ruim negen miljard mensen bedraagd, van een steeds groter belang worden. Het lijkt immers onontkomelijk dat er dan een enorm tekort aan voedsel en mineralen zal zijn. Wat is de taak van de westerse wereld? Moeten wij doorgaan met het subsidiëren van regeringen met voedselsubsidies, wat het probleem nog verder zal verergeren of moeten wij onze handen er vanaf trekken en de armere landen aan hun lot overlaten met als gevolg dat honderden miljoenen mensen zullen sterven. Wie zou eventueel zo’n beslissing moeten nemen, wij leven immers in een democratische wereld waarin iedereen het beste met zijn eigen land voor heeft, niemand zal zijn eigen bevolking willlen opofferen voor de rest van de wereld. Zo ontstaat er een prisoners dilemma waarin de uiteindelijke uitkomst fataal voor beide partijen zou kunnen zijn.

Johan Sanders VESTING Voorzitter

Jaargang 32 - GAXEX 5

GAXEX 5.indd 37

37

18/08/2009 19:57:13


Colofon / Adverteerders Hoofdredactie Fred Heijnen Jurjen Boog Arne Wolters Bram de Jonge Redactie Qibai Chen Kevin Mann Sebastiaan Oude Groeniger Wang Ren Xuan

Voorzitter Hoofdredacteur Layout / Redactie Redactievertegenwoordiger

Spelling Jurjen Boog Johan Sanders Arno de Wolf Lay-out Arne Wolters

02

21

Ernst & Young Actuarissen BV

AEGON

Ontwerp lay-out Fred Heijnen Melinda Jagersma Bram de Jonge Arne Wolters Acquisitie Eelke de Jong Eindredactie VESTING Bestuur

39

Price Waterhouse Coopers

40

Watson Wyatt

Redactieadres VESTING GAXEX Commissie Postbus 800 9700 AV Groningen Tel: (050) 363 70 62 Email: GAXEX@deVESTING.nl Oplage 450 Drukker Zalsman Groningen B.V.

VESTING is geliĂŤerd aan de Economische en Bedrijfskundige Faculteitsvereniging

38 Juni/Juli 2009

GAXEX 5.indd 38

18/08/2009 19:57:14

2833-07 P


of weet jij* een betere plek voor het echte werk? www.werkenbijpwc.nl

Assurance • Tax • Advisory

*connectedthinking ©2007 PricewaterhouseCoopers. Alle rechten voorbehouden.

GAXEX 5.indd 39 2833-07 PwC Adv. Echte werk A4 F1 1

18/08/2009 19:57:14 20-09-2007 10:06:27


A \ R a ` U R a N N [dR g V T R c R _ Z\ T R [ c N [ R R [ ] R [ ` V \ R [ S \ [ Q ` \ Z Q R V [ Q R e N a V R c \ \ _ T R ] R [ ` V \ [ R R _ Q R [ a R O R ] N Y R [

(OEVEEL IS ER NODIG OM ONZE PENSIOENEN IN DE TOE

INVESTERINGSSTRATEGIEÑN 7E WERKEN VOOR TOONAAN

KOMST TE KUNNEN BETALEN 2EKENING HOUDEND MET

GEVENDE BEDRIJVEN WAARMEE WE EEN HECHTE RELATIE

DE VERGRIJZING EN DE ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN

OPBOUWEN OM TOT DE BESTE OPLOSSINGEN TE KOMEN

+UNNEN WE STRAKS NOG STEEDS ZORGELOOS EEN POTJE

/NZE MANIER VAN WERKEN IS OPEN GEDREVEN EN INFOR

BILJARTEN "IJ 7ATSON 7YATT KIJKEN WE VERDER DAN DE

MEEL 7E ZIJN OP ZOEK NAAR STARTENDE EN ERVAREN

CIJFERS 7ANT CIJFERS HEBBEN BETREKKING OP MENSEN

MEDEWERKERS BIJ VOORKEUR MET EEN OPLEIDING !CTU

%N OP MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN $AT MAAKT

ARIAAT %CONOMETRIE OF TOEGEPASTE 7ISKUNDE +IJK

ONS WERK ZO INTERESSANT EN AFWISSELEND 7ATSON

VOOR MEER INFORMATIE OP WERKENBIJWATSONWYATT NL

7YATT ADVISEERT ONDERNEMINGEN EN ORGANISATIES WERELDWIJD OP HET GEBIED VAN @MENS EN KAPITAAL PENSIOENEN BELONINGSSTRUCTUREN VERZEKERINGEN EN

GAXEX 5.indd 40 -00013_210x297_Biljart.indd 1

7ATSON 7YATT :ET JE AAN HET DENKEN

18/08/2009 19:57:16 24-09-2007 15:35:33


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.