8 minute read

Achtergrond

Column

DE LEUGEN REGEERT

Advertisement

De tentoonstelling ‘Macht - 800 jaar Binnenhof’ levert stof tot nadenken. Dat begint al bij de aanbouwhistorie, die veel zou zeggen over ‘onze traditie van angst voor geldsmijterij’. Daar voeg ik graag aan toe dat budgetoverschrijdingen van honderden procenten gedurende de volledige 800 jaar de regel waren. Het Engelse gezegde penny wise pound foolish had op de Hollanders kunnen slaan, als die overschrijdingen niet ingecalculeerde volksverlakkerij waren geweest. Zo’n retrospectief maakt veel inzichtelijk: wat ooit de Duivel op aarde was (socialisme, democratie) is nu een nostalgisch affiche én ons hoogste goed. Wat ooit een door God gegeven recht was (koloniën) is een duivels dilemma geworden, nu er over herstelbetalingen wordt gesproken. De afgelopen 70 jaar waren in de discussie over de Gouden Koets de kosten leidend; inmiddels staat het koetspaneel ‘Hulde der Koloniën’ centraal. Parades, vuurwerkshows, demonstraties en belegeringen door tractoren - het avontuur ligt op het Binnenhof altijd op de loer.

Dat is allemaal prachtig vanuit de doelstelling van deze pagina’s, want het levert al eeuwenlang mooie plaatjes op. Het verleden heeft ook veel moois te bieden. Zo blijkt in ‘Icons’ (zie hiernaast), en vele andere tentoonstellingen de exotische medemens al eeuwen razend populair onder kunstenaars. Die schilderden heroïsche portretten van bevrijde slaven, zwarte bedienden, Jamaicaanse moeder Teresa’s enzovoorts. Nu het hip is, komen al die schilderijen wereldwijd uit de depots. De kassa rinkelt, men schrijft zwarte cijfers! Een positief geladen uitdrukking rond zwart! Ach, Nederland: we zijn allemaal roze, snowflake-tolerant én een van de laatste landen ter wereld die nog nooit een vrouwelijke minister-president heeft gehad. Ook dat signaleert ‘Macht - 800 Jaar Binnenhof’. Ik wacht op een tentoonstelling over Schiphol. Daar las ik een dag na het klimaatrapport een bericht over waarin werd gesteld dat men in 2022 tóch flink kon groeien, omdat vliegtuigen door satellieten om de huizen heen gingen slalommen. De NOS plaatste er niet één kanttekening bij. Ik probeer het mij voor te stellen door de ogen van een kunstenaar: slalommende vliegtuigen die stilte verspreiden… Eén ding is in die 800 jaar hetzelfde gebleven: de leugen regeert.

René Seghers

Icons

PORTRETTEN IN HET FRIES MUSEUM

De tentoonstelling Icons: topstukken uit de National Portrait Gallery omvat ruim 100 schilderijen, foto’s, beelden, prenten en tekeningen uit de National Portrait Gallery in Londen. Icons onderzoekt het complexe portretgenre aan de hand van kunstenaars zo uiteenlopend als Peter Paul Rubens, Andy Warhol en Marlene Dumas. Conservator Marlies Stoter: ‘Onder de geportretteerden zijn wereldberoemde iconen: van Koningin Elizabeth I tot William Shakespeare en van Audrey Hepburn tot David Beckham en Malala Yousafzai.’

Rechts Nicholas Hilliard, Queen Elizabeth I, circa 1575 © National Portrait Gallery, Londen. Aangekocht met dank aan Art Fund (1965)

Nog steeds zijn ‘ portretten van groot belang om status en zel eeld te (be)vestigen’

Rechts Albert Charles Challen, Mary Seacole, 1869 National Portrait Gallery, Londen. Aangekocht met dank aan National Lottery Heritage Fund en Gallery supporters (2008)

De mens is al sinds de prehistorie gefascineerd door de menselijke beeltenis: hoe zien we anderen en hoe willen we dat de ander ons ziet? Nog steeds zijn portretten van groot belang om status en zel eeld te (be)vestigen. Icons laat zien hoe meesters uit de westerse traditie uiting hebben gegeven aan die fascinatie vanuit de thema’s macht, roem, identiteit, zelfportret, vernieuwing en liefde & verlies. Stoter: ‘De tentoonstelling wordt aangevuld met enkele portretten uit onze eigen collectie, die de dwarsverbanden tussen Engeland en Nederland illustreren. Een mooi voorbeeld is de Engelse prinses Anna van Hannover, die in 1734 trouwde met de Friese stadhouder Willem IV. Uit Londen komt een familieportret, waarop de Princess Royal samen met haar broer en zusjes in de koninklijke tuinen van Kew muziek maakt. In Icons hangt dit portret naast dat van de pasgetrouwde Anna in Leeuwarden. Dan is er het portret van graaf Arthur Balfour - de man die met de Balfour Declaration de grondslag voor de stichting van de staat Israël heeft gelegd - geschilderd door de Friese schilder Lawrence Alma-Tadema. Ook al is Sir Lawrence bekend geworden als dé schilder van de klassieke verleiding, toch is hij altijd een zeer goed portretschilder gebleven, zoals dit portret van de introspectieve Balfour laat zien.’

William Hoare, Ayuba Suleiman Diallo (Job ben Solomon), 1733. OM.762. Orientalist Museum, Doha Nieuw werk Een nieuw portret van de hand van Natasja Kensmil sluit aan bij de discussie over een portret uit de collectie van het Fries Museum dat in het oude stadhouderlijke hof hangt. Stoter: ‘Het gaat om een portret van vier Nassaugraven in gezelschap van drie pages. Twee daarvan zijn wit, een is zwart, gekleed in prachtige rode zijde met een grote oorbel in zijn oren. Daar worden tegenwoordig vragen over gesteld en we hebben Kensmil gevraagd een portret te maken waarin haar gedachtes over dat portret zijn verwerkt.’

Los daarvan komt de emancipatie van de gekleurde medemens in de tentoonstelling fraai tot uitdrukking. Stoter: ‘Het begint met het vroegste portret waarop een zwarte persoon zelfstandig is afgebeeld, Ayuba Diallo. Hij was een vrijgemaakte slaaf met een bijzonder levensverhaal: hij werd gevangen en tot slaaf gemaakt, terwijl hij zelf slaven aan het vervoeren was. Dat geeft aan dat dingen soms genuanceerder liggen dan we denken. Diallo genoot destijds overigens veel aanzien.’

Onvermijdelijk maken de verhalen achter de portretten deze nog boeiender. Fascinerend is bijvoorbeeld het verhaal van de Jamaicaanse verpleegster Mary Seacole. Opgegroeid tussen Britse militairen reisde ze naar het slagveld van de Krimoorlog, waar ze in haar eigen veldziekenhuis Britse officieren en soldaten verpleegde. Dit maakte haar in de 19e eeuw tot een grande dame, maar toen Albert Charles Challens portret uit 1869 bij de National Portrait Gallery werd aangeboden, werd het afgewezen omdat de schilder nog onbekend was. Stoter: ‘Het was ook nogal modernistisch. Dat zo’n portret nu weer opduikt brengt ook de vergeten verhalen er omheen weer naar voren.’

Galgenhumor De National Portrait Gallery bracht binnen de thema’s de nodige Britse humor aan. Zo hangt Koning Karel I naast Oliver Cromwell, de man die

Koos Breukel is ook ‘ een verhaal apart: hij fotografeerde Rowan Atkinson, maar wist niet wie Atkinson, Mr. Bean of Blackadder waren’

er mede voor zorgde dat Koning Karels hoofd op het hakblok belandde. Cromwell zelf wilde geen koning zijn, maar werd Lord Protector. Stoter: ‘Hij zorgde er echter wel voor dat zijn portret koninklijker oogde dan dat van Karel.’

Ook in Friesland spelen opmerkelijke verhalen, zoals rond het portret dat Jan Mankes van zijn vrouw Annie Mankes-Zernike schilderde. Stoter: ‘Zij was de eerste vrouwelijke predikant hier te lande. Dat kon alleen in de Doopsgezinde gemeente en na haar studie nam ze een betrekking aan in De Knipe, waar Mankes woonde. Het navrante is dat als ze na een paar jaar met hem trouwt, ze haar beroep op moet geven. En als hij overlijdt pakt ze dat weer op.’

Stoter raakt niet uitgesproken over de enorme diversiteit in de vormentaal tussen realisme en het kubisme, waarin Patrick Heron T(homas) S(tearns) Eliot portretteerde. Stoter: ‘Koos Breukel is ook een verhaal apart: hij fotografeerde Rowan Atkinson, maar wist niet wie Atkinson, Mr. Bean of Blackadder waren. Toch had hij de drie niet beter in één beeld kunnen vangen.’

Favorieten Onder Stoters favorieten is het fotografische portret van een 17-jarige Naomi Campbell, het eerste portret van een zwarte vrouw op de cover van Vogue. Stoter: ‘Er was toen nog niet aan haar geknutseld. Het is een stralende vrouw in een jurkje van Chanel. Het mooie aan die echte foto is dat de tijdschriftteksten erop ontbreken. Je ziet het pure beeld.’

Absolute hoogtepunten zijn de portretten van Louise Jane Jopling en het wereldberoemde Fenix-portret van Elizabeth I uit 1575, vernoemd naar het juweel dat ze draagt, al springt vooral de legendarische jurk in het oog. Ook Jopling, de 19e-eeuwse schilderes, hier geschilderd door Millais, draagt een fantastische jurk. Stoter: ‘Ze was een van de eerste vrouwen die werd toegelaten tot de Royal Society of British Artists. En ze bleef als suffragette opkomen voor gelijke rechten van vrouwen. Later vertelde ze dat ze heel lang heeft nagedacht over welke jurk ze aan zou trekken. Wat ik mooi vind is dat het een vriendenportret is. Zulke persoonlijke portretten hebben iets speciaals.’

Icons 11 september 2021 t/m 9 januari 2022 Fries Museum Wilhelminaplein 92, Leeuwarden friesmuseum.nl

Rechts Sir John Everett Millais, Louise Jane Jopling, 1878 © National Portrait Gallery, Londen. Aangekocht met dank aan Art Fund en National Lottery Heritage Fund (2002)

Onder Angus McBean, Audrey Hepburn, 1950, vintage bromide print © National Portrait Gallery, Londen

Linkerpagina Koos Breukel, Rowan Atkinson, 1993, ontwikkelgelatinezilverdruk. Collectie Fries Museum, verworven met steun van het Mondriaan Fonds

exploring the boundaries between art and design

This article is from: