Landgenoten2 zomer 2005

Page 1

Land genoten Magazine voor boer en buiten | Zomer 2005

Samen machines kopen:

loont het echt de moeite? KRIS PEETERS IN DE BIECHTSTOEL VAKWERK: GEZONDHEID VOOR BOER EN BUUR VEEHOUDER VERSUS CHEF MESTBANK LUC DE VOS ONTDEKT DE BOERENSTIEL www.landgenoten.be

www.vilt.be


2

Landgenoten�Zomer�2005 Advertentie


In dit nummer 4 Samen sterk? Een machinering geldt als een van de meest haalbare vormen van samenwerking. Maar loont het echt de moeite? Een kijk achter de schermen van de machinering in Lokeren. 7 De Biechtstoel / Kris Peeters op de rooster Vlaams minister van Leefmilieu Kris Peeters wil de landbouwers meer vrijheid geven om het mestoverschot aan te pakken. Daar hangt een geurtje aan. vilt-voorzitter Dirk Lips ondervraagt de minister. 8 Prettig Platteland / De Haspengouwse verleiding In Haspengouw boomt het plattelandstoerisme onder impuls van Toerisme Sint-Truiden. Hoe kregen de Haspengouwers dat voor elkaar? En wat kunnen andere regio’s ervan opsteken?

Een schitterende start Beste Landgenoten, Hartelijk bedankt voor jullie massale reactie op Buiten Adem. De voorbije maanden werden wij overstelpt met mailtjes en telefoons. Maar liefst 18.000 exemplaren van Buiten Adem werden door boeren en tuinders aangevraagd! Met de hulp van nog een pak organisaties en bedrijven waren onze 30.000 exemplaren van het eerste nummer na twee weken uitgedeeld. Heb jij al een abonnement genomen op een gratis pakketje nieuwsbrieven dat je om de twee maanden wordt toegestuurd? Op die manier help je ons aan niet-landbouwers uit te leggen hoe belangrijk onze sector is voor de maatschappij. Het succes van Buiten Adem toont de sterke beroepsfierheid van de Vlaamse land- en tuinbouwers. Wat jammer dat er nog altijd enkelingen zijn die er een knoeiboel van maken. Door zich bijvoorbeeld hardnekkig in de hormonenhandel vast te bijten. De overheid kan hiertegen niet hard genoeg optreden. Als jonge boerendochter kan ik me niet voorstellen dat we nog tientallen jaren met dergelijke verfoeilijke spelbrekers opgezadeld zitten. Het binnen de sector oogluikend toestaan van wanpraktijken maakt het werk van de overgrote meerderheid kapot. Dat is onaanvaardbaar voor wie het goed meent met de land- en tuinbouw. Ik sta toch niet alleen met dit standpunt? Dat we door samenwerking veel kunnen bereiken, wordt je wellicht duidelijk na het lezen van het eerste artikel. De machinering in Lokeren is het levende bewijs dat samenwerking tussen boeren een echte troef kan zijn. Misschien komt er straks zelfs wat meer wederzijds begrip tussen veehouders en de Mestbank? De jonge boer Kristof De Fauw trok naar de Mestbank en vroeg er meer uitleg over het hoe en waarom van de controles. VILT-voorzitter Dirk Lips liet op zijn beurt de mestgeheimen van minister van Leefmilieu Kris Peeters opbiechten. Luc De Vos zorgt voor een melancholieke noot bij een bezoek aan de landbouw in zijn geboortestreek. En zelfs Tom Boonen kon in dit nummer niet ontbreken.

11 Hallo Brussel / Boeren beter helpen Ambtenaren moeten boeren beter kunnen helpen. Dat vind jij toch ook? Agricall en vlif stellen hun dienstverlening voor om te vermijden dat landbouwers met dringende problemen aan het lijntje gehouden worden.

4

12 Vakwerk / Gezondheid voor boer en buur Hoe gezond is jouw bedrijf? Ontdek technieken om lawaai, trillingen en kwalijke geuren aan te pakken. Van emissiearme stallen over mestinjectie tot tips om je rug en je oren te sparen. 19 Column Wat hebben landbouwsubsidies, dierenwelzijn en Tom Boonen met elkaar gemeen? 20 Reporter Te Velde / Veehouder ondervraagt chef Mestbank Rundveehouder Kristof De Fauw vraagt Mestbank-chef Dirk Struyf om uitleg over de Mestbank-controle. 22 Buitenlander / Luc De Vos Zanger en mediafiguur Luc De Vos bezoekt in zijn geboortedorp Wippelgem het slachtveebedrijf van Katrien Van Daele: ‘Het is blijkbaar groter worden of verdwijnen.’

8

23 Boerenbedrog Ga jij straks ook met vakantie? 24 Uit de provincie Varkenshouder Jan Somers liet via de provincie Antwerpen de haalbaarheid van zijn ideeën onderzoeken: van een boerderijcamping tot bbq-pakketten. En hoe ondersteunen de andere provincies de verbrede landbouw? 26 Uitgepraat Besteden de veilingen hun gmo-gelden en telersbijdragen zoals het hoort? Tuinders Jean-Pierre De Leener en Marc Dockx hebben er elk zo hun eigen mening over. En jij? 28 Buiten Adem Heb jij onze speelse nieuwsbrief Buiten Adem al besteld? Je kunt hem gratis uitdelen aan al je klanten, bezoekers, vrienden en kennissen.

22

Veel leesplezier! Griet Lemaire Hoofdredacteur

VILT? Het Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid.

3


Samen

4

Landgenoten�Zomer�2005


aan het stuur Zou jij het zien zitten om te gaan samenwerken met enkele collega’s? En als je bedrijf er nu eens beter van zou worden? We vroegen aan de boeren van de machinering in Lokeren of samenwerken werkelijk loont, en of het geen pijn doet om een stuk vrijheid op te geven.

D

e landbouwprijzen staan onder druk, onder meer door de toenemende concurrentie op de wereldmarkt. Intussen lopen de kosten op omdat aan het product en de productiewijze steeds meer eisen worden gesteld. Elke boer wordt daarmee geconfronteerd, maar hij kan er op zijn eentje weinig aan doen. Samenwerking kan een deel van de oplossing zijn, om betere prijzen te verkrijgen of om de kosten te drukken. Het is een cliché, maar samen sta je inderdaad sterker.

elk een aandeel van toen 625 euro kochten. riode afschrijft. Zo’n machine kost De eerste aankopen waren een kipwagen, ‘Als een van ons een individuele boer, inclusief inteeen vacuümtank, een frees, een diepwoe- een tegenslag resten en onderhoud, 54 euro per ler, een cultivator en een weidesleep. ‘Je heeft, kan hij hectare, op voorwaarde dat hij er moet zeker niet beginnen met grasbewer30 hectare mee maait. Onze maaimeteen tien kingsmachines,’ zegt Peter. ‘Die hangen er, waarmee we 200 hectare doen, man opbellen te veel af van het weer. Leer eerst samenkost ons 22 euro per hectare.’ werken rond andere machines, dan merk voor hulp.’ je snel wat haalbaar is. De maaier was ook Rendabiliteit verbeterd? Het voor ons nog een grote gok. Philip heeft zelfs al- doel van de machinering is de rendabiliteit van tijd – al lachend – met ontslag gedreigd als we met de individuele bedrijven te verbeteren. Maar lukt Die eenvoudige vaststelling lag ook aan de basis grasbewerkingsmachines zouden beginnen, want dat ook? Philip: ‘Sinds dit jaar begin ik het verschil van de machinering in Lokeren. Het is begin mei als secretaris moet hij het natuurlijk allemaal ge- in elk geval te voelen in de bedrijfsvoering. Het als we secretaris Philip De Visscher en voorzitter organiseerd krijgen.’ ‘Nu sta ik er natuurlijk voor duurt dus wel even: we hadden bij de start zeven Peter Bauwens opzoeken. Met de eerste mooie 200 procent achter,’ voegt Philip er voor de duide- jaar geleden nog allemaal afschrijvingen lopen. dagen achter de rug moeten we niet lang naden- lijkheid aan toe. Naast het financiële aspect zijn er echter heel wat ken over onze openingsvraag: hoe slaag je erin positieve effecten die je wel meteen merkt.’ Zo met een groep melkveehouders en De leden van de Lokerse machine- zorgen de grotere en duurdere machines van de één maaier op tijd de eerste snede Kun je met tien ring zijn vooral jonge melkveehou- machinering voor een tijdsbesparing en voor een gras te maaien? ‘Het waren hectiders, sommige met een gemengd beter resultaat. Philip: ‘Je werk is sneller gedaan, melkveehouders sche dagen,’ zegt Philip. ‘Van de 29 bedrijf, en enkele gespecialiseerde je tractor doet minder uren, dat is ook winst, hé. en één maaier op leden gebruiken er tien de maaier. varkensbedrijven. Ze kunnen te- Vroeger moest ik een hele dag maaien, nu ben ik Het vraagt een goeie planning en tijd de eerste snede gen vergoeding beschikken over op een halve dag rond. Door met de grotere mestheel wat geschipper en last-minute- gras maaien? een goeie twintig machines, die tank te werken, bespaar ik twee dagen.’ Wordt die aanpassingen, maar het is gelukt, een totale waarde vertegenwoor- tijds- en andere winst niet ruimschoots teniet getot ieders tevredenheid. Ik vind het als boer veel digen van ruim 115.000 euro. De recentste aanko- daan door de vele uren die nodig zijn om alles geminder verantwoord om een machine aan te ko- pen waren een mestinjector en een rotoreg. Vooraf organiseerd te krijgen? ‘De gewone leden steken pen die je maar vijf dagen per jaar gebruikt. Je kunt wordt uitgebreid berekend of een aankoop door de er geen tijd in. Wij wel, maar als je je engageert in je geld toch beter besteden.’ Maaier doet 200 hectare. De machinering in Lokeren werd opgericht begin 1998, met 16 leden die

machinering wel voordeliger uitkomt. Peter: ‘Zo hebben wij een maaier van 15.000 euro gekocht, af te schrijven op 7 jaar. Als individuele boer koop je een goedkoper model, dat je op een langere pe-

een vereniging kruipt daar altijd tijd in.’ Philip benadrukt ook dat het contact tussen de Lokerse boeren enorm is verbeterd. Dat brengt >>>

5


In 1998 richtte een groep boeren in Lokeren een machinering op. ‘Je geeft een beetje vrijheid op, maar als je in ruil kunt beschikken over een modern machinepark waarmee je werk beter vooruitgaat, dan ben je dat rap vergeten,’ zegt Peter Bauwens (in het midden op de foto, met voor hem Philip De Visscher).

>>> financieel niks op, maar ook collegialiteit heeft zijn waarde. ‘Als een van ons een tegenslag heeft, kan hij meteen tien man opbellen voor hulp. Als de leden hier machines komen halen, raken ze altijd aan de praat. Ook het bestuur is een heel hechte groep. De dagen van het winteronderhoud zijn meer plezier dan werk.’ Op de vraag waarom er in Vlaanderen niet veel meer machineringen zijn, komt een heel nuchter antwoord. ‘Je steekt het niet zomaar in elkaar, hoor.’ De oprichtingskosten voor de cvba (coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) liepen in Lokeren op tot 10.000 euro. Ook het uitpluizen van het statuut van de machinering, de btw-regeling, de facturatie, enzovoort had heel wat voeten in de aarde. ‘We zijn een cvba die geregistreerd staat als loonwerkersbedrijf. Dat betekent dat we ook provincie- en gemeentebelasting, sociale bijdragen enzovoort betalen. Het voordeel is dat onze leden de btw kunnen recupereren, de

‘Meer kansen voor samenwerking’ Samenwerking is een van de sleutelbegrippen in het beleid van Landbouwminister Yves Leterme. Op welke manier wil de minister die samenwerking in de sector stimuleren? ‘We willen vooral in de bestaande maatregelen en instrumenten het accent zodanig verleggen dat samenwerking meer kansen krijgt,’ zegt Joris Relaes, kabinetschef Landbouw. ‘Zo willen we in de VLIF-reglementering een aantal aanpassingen aanbrengen. Ook het Steunpunt voor Duurzame Landbouw (Stedula) gaat zich meer bezighouden met samenwerking en ook in de demonstratieprojecten komt samenwerking aan bod. Een heel concrete samenwerking die intussen is gerealiseerd, zijn de telersverenigingen voor de diepvriesgroentensector.’

6

Landgenoten�Zomer�2005

facturen kunnen inbrengen bij de belastingen en dat we vlifsteun kunnen ontvangen. Een cvba is ook een veilige oplossing voor de leden: mocht er ooit iets fout gaan, kunnen ze nooit meer verliezen dan de 1500 euro die hun aandeel vandaag kost.’ Intussen in Bocholt. In het Limburgse Bocholt gaat binnenkort ook een machinering van start. Ook daar kiest men voor een echte coöperatieve vennootschap. ‘Om dezelfde redenen als in Lokeren,’ zegt Ben Kusters, secretaris van agro|bedrijfshulp en betrokken bij de machinering van Bocholt. ‘Een cvba oprichten kost geld, maar het heeft heel wat voordelen.’ In Bocholt zet men bovendien een stap verder: het plaatselijke loonwerkersbedrijf wordt in de samenwerking betrokken. Veel loonwerkers zien machineringen nochtans als een bedreiging. Nergens voor nodig, vinden zowel Ben Kusters als de Lokerse bestuursleden. Philip: ‘Machineringen kopen machines aan die boe-

ren anders elk apart zouden Een winkopen, en dus geen pakken- winsituatie pers of oogstmachines. Wij voor boeren én hebben er ook geen baat bij loonwerker. om de loonwerkers pijn te doen: we zullen ze altijd nodig hebben.’ In Bocholt zijn ze ervan overtuigd dat een win-winsituatie mogelijk is. De machinering sluit er een overeenkomst met een groot loonwerkersbedrijf, waardoor de leden van de machinering de machines van de loonwerker met een bepaalde korting kunnen gebruiken. Ben Kusters: ‘Op die manier moet de machinering niet meteen enorm investeren: we kunnen eerst nagaan waar de noden liggen. En de loonwerker ziet zijn klantenbestand groeien.’

Vrijheid kwijt? Een van de voornaamste obstakels om te gaan samenwerken, is die veelgeroemde vrijheid die elke landbouwer of tuinder zo dierbaar is. Ook het feit dat je voor een stuk afhangt van anderen, die misschien niet zo zorgzaam omgaan met de machines of met afspraken, kan een drempel zijn. ‘Je moet je werk wat beter leren plannen, dat is waar,’ zegt Peter. ‘Maar uiteindelijk beslis je nog altijd zelf wanneer je wat doet. Alleen in het voorjaar is er bij ons even een piek. De rest van het jaar moet je echt niet wachten op de vacuümtank of op de maaier. En ja, die afhankelijkheid van anderen is een aanpassing. Maar als je in ruil kunt beschikken over een modern machinepark waarmee je werk beter vooruitgaat, dan ben je dat rap vergeten.’ D

Meer info? Machinering Lokeren, tel. 0477 37 08 76, machinering@scarlet.be Denk je er samen met enkele collega’s aan om een machinering op te richten? Voor volledig vrijblijvend advies kan je terecht bij agro|bedrijfshulp, Diestsevest 40, 3000 Leuven, tel. 016 28 64 64, fax 016 28 64 39, agro|bedrijfshulp@boerenbond.be


De Biechtstoel

‘Strenge handhaving én een klantvriendelijke Mestbank’ In elke Landgenoten neemt een spraakmakend figuur plaats in onze biechtstoel, om op de rooster gelegd te worden door VILT-voorzitter Dirk Lips. Deze keer Kris Peeters, Vlaams minister van Leefmilieu over zijn aanpak van het mestprobleem. Lips: De boeren krijgen straks een nieuw mestactieplan aangesmeerd. Deugden de oude versies niet meer? Peeters: Ik wil zeker geen nieuw rondje landbouwers pesten, integendeel. Het oude plan dateert uit 1991 en het is intussen al vijftien keer bijgestuurd. Het was dus dringend nodig om wat ballast te verwijderen en een nieuw, helder plan op te stellen. Ik hecht veel belang aan het eco-principe – waarbij eco niet staat voor ecologisch, maar voor een efficiënt, coherent en overlegd beleid. Daarom heb ik eerst een visietekst gelanceerd waarover alle betrokkenen hun mening kunnen geven. Hoewel ik zeker niet overhaast tewerk wil gaan, lijkt 1 januari 2006 me een ambitieuze maar haalbare doelstelling om het nieuwe map in werking te laten treden. Het map dient om het mestoverschot aan te pakken. Maar niemand weet hoe groot het probleem op het terrein nog is? Het is uiteraard belangrijk om exact te weten over welk overschot we vandaag nog spreken. De Mestbank beschikt over heel wat cijfermateriaal en we zijn alle opmerkingen daarover aan het onderzoeken. Mijn belangrijkste doel is trouwens de Nitraatrichtlijn na te leven die ons door Europa is opgelegd. Het mestdecreet is dus geen doel op zich. De resultaten tellen. Mestrechten vervangen de nutriëntenhalte. Is dat meer dan een nieuwe naam? De correcte term is nutriënten-emissierechten. Veehouders mogen voortaan een aantal dieren houden, die een bepaalde hoeveelheid nutriënten – fosfor en stikstof – mogen produceren. Het belangrijkste verschil met vandaag is dat de rechten overdraagbaar worden en dat je ze kunt verkopen. Zo stimuleren we de dynamiek in de sector. Tegelijk willen we de druk op het leefmilieu verkleinen. Bij iedere transactie zal een deel van de rechten wor-

den afgeroomd. Over de manier waarop die rechten berekend zullen worden, kan ik nog niets zeggen. Ik wacht de input uit de sector af. Als ik nu al voorstellen lanceer, hol ik mijn overlegfase uit. Een belangrijk principe is de omkeerbaarheid van kwetsbare gebieden. Daar blijft niks van over wanneer Europa ons land in het kader van de Nitraatrichtlijn veroordeelt? De eventuele veroordeling is er nog niet en ik wil erop wijzen dat onze dagvaarding geldt voor de toestand van 1999. Maar mocht er een veroordeling komen, dan zal ik met de Europese Commissie overleggen en ook op dat niveau pleiten voor een aanmoedigend en sensibiliserend mestbeleid. Je kunt landbouwers toch niet motiveren om het goed te doen als hun inspanningen niet beloond worden?

‘Het belangrijkste verschil is dat mestrechten overdraagbaar en verkoopbaar worden.’ beeld per zone uit de Vlaamse Hydrologische Atlas zelf knelpunten kunnen aanpakken. Zo zoeken we nog naar een manier om die groepsdynamiek beter te omkaderen. Dat wil echter niet zeggen dat er geen strenge handhaving komt. Ik wil resultaten boeken en dus moeten de cowboys er onherroepelijk uit. D Lees het uitgebreide interview op www.landgenoten.be

Juist, en daarom streeft u naar een meer stimulerende Mestbank. Tegelijk zegt u dat de cowboys eruit moeten. Hoe rijmt u dat? Dat is geen contradictie. Ik pleit tegelijk voor een strenge handhaving en voor een klantvriendelijke Mestbank. De Mestbank moet land- en tuinbouwers beter bijstaan en hen in een positieve sfeer advies kunnen geven. Ik reken ook op de verantwoordelijkheid van de mensen uit de sector. Land- en tuinbouwers moeten bijvoor-

‘Je kunt landbouwers toch niet motiveren als hun inspanningen niet beloond worden?’

7


Prettig Prettig platteland platteland

PLATTELANDSTOERISTEN: hoe ver In Haspengouw boert het plattelandstoerisme beter dan ooit. Hoe komt dat en wat kunnen andere regio’s ervan opsteken? We vroegen het aan Hilde Hendricx van Toerisme Sint-Truiden en aan Philippe en Diane Moiës-Boussu, die al vijftien jaar landbouw combineren met hoevetoerisme.

‘Eén thema als leidraad’ end van vorig jaar. Toen telden haar medewerkers maar liefst 13.000 fietstoeristen. Ondanks het minder goede weer was de opkomst dit jaar even groot en het is duidelijk dat deze regio de Bloesemfeesten hoog in het vaandel draagt. Twee jaar geleden liet de stad Sint-Truiden de Bloesemfeesten zelfs als merknaam beschermen.

Hilde Hendricx van Toerisme Sint-Truiden

D

e Haspengouwse bloesemroutes en -feesten zijn de voorbije jaren tot een volwaardige toeristische attractie uitgegroeid: ook dit jaar trokken in april duizenden toeristen naar de landbouwregio. Het hoogtepunt ‘De naam was volgens Hilde Bloesemfeesten is Hendricx van Toerisme Sint-Truiden het zelfs als merknaam zonnige paasweek- beschermd.’

8

Landgenoten�Zomer�2005

vandaag trekken we er alsmaar meer met het gezin op uit. Daarom hebben we een nieuw circuit uitgewerkt voor gezinnen: van bedrijfsbezoeken voor kleinere groepen, tot fiets- en wandelroutes.’

Oldtimers en bloesemkokkerellen. Wie bladert door een toeristische brochure van de Haspengouwstreek, merkt meteen hoe gedifferentiBloesems verkopen. Volgens Hilde Hendricx eerd het aanbod wel is: van een bloesemontbijt, danken de Bloesemfeesten hun succes deels aan over bloesemkokkerellen, tot een cartoontende natuurlijke schoonheid van de bloetoonstelling, wandelingen, fietstochten, sems. Maar ze wijst ook naar de geïn- ‘Wie wil nu een oldtimerfestival, enzovoort. ‘Je moet tegreerde aanpak van haar dienst. alles weten voor elk wat wils in de aanbieding hebben,’ ‘Ons concept is opgebouwd rond één over de biet?’ zegt Hilde Hendricx. ‘Sommige mensen unieke troef: de bloesempracht. Dat is willen gewoon wandelen langs een graonze unique selling proposition, de leidraad waar- tis bloesemroute. Maar wie wat meer wil betalen, mee we toeristen naar onze regio lokken. Door kan ook iets meer krijgen: je kunt bijvoorbeeld ook bijvoorbeeld enkel een bietenroute op te zetten, een brouwerij bezoeken of een lunch met streekspreek je volgens mij geen toeristen aan: wie wil producten meepikken. Zo varieert de kostprijs nu alles weten over de biet? Maar met een globale van onze activiteiten van nul tot veertig euro per visie maak je daar wel mensen voor warm. Zo zie dag.’ ik al meer in een landbouwleerpad, dat je met diverse authentieke landbouwbedrijven laat ken- Tijdens de maand april organiseren de toeristinismaken.’ sche diensten dagelijks rondleidingen op fruitbedrijven. Die kunnen op de stadsdiensten rekenen De voorbije tien jaar zijn ook de toeristische arran- voor zowel de promotie als voor de boekingen. ‘De gementen in de Haspengouwstreek sterk geëvo- fruittelers mogen ook kiezen of ze zelf gidsen of lueerd. Net als vroeger komen nog altijd heel wat niet,’ zegt Hilde Hendricx. ‘Maar meestal voert bussen naar de streek voor een rondrit en een be- een van onze gidsen het woord: de meeste fruitdrijfsbezoek. Maar de individuele arrangementen telers hebben werk genoeg. De telers doen vooral hebben duidelijk aan belang gewonnen. Hilde Hen- aan toerisme omdat ze een positief beeld van de dricx: ‘De moderne Vlaming is een individualist: sector willen uitdragen: het toerisme blijft maar


rleid je ze?

een klein deel van hun omzet. Voorlopig werken we samen met een viertal bedrijven, waar we wel minstens één keer per dag langskomen.’

‘Er wordt onder meer gewerkt aan gpsfietsroutes.’

Op naar de fruitzomer? Door de grote belangstelling voor de Bloesemfeesten besteden de stadsdiensten alsmaar meer aandacht aan het vermijden van overlast. Hilde Henricx: ‘In het concept dat we hebben beschermd, staat letterlijk dat de feesten geen overdruk mogen creëren. Ik ben er dan ook geen voorstander van om de feesten uit te breiden tot een hele fruitzomer. Natuurlijk is onze streek ook na de bloesemperiode nog mooi. Maar ik vind dat je de motor achter je toerisme – de fruitbedrijven – niet mag overbelasten: tijdens de plukperiode hebben telers andere zorgen aan hun hoofd.’ Toerisme Sint-Truiden gaat prat op een goede samenwerking met de telers. ‘We hebben een schepen die afkomstig is uit de fruitsector,’ zegt Hilde ‘Je mag Hendricx. ‘En we hebben altijd al goede afspraken de motor gemaakt met de sector. achter het Vaak gaat dat over kleine toerisme niet zaken die veel impact heboverbelasten.’ ben zoals niet spuiten als er toeristen zijn. Of uitleggen wat je precies doet, bijvoorbeeld over het spuiten: je kunt aan de toe-

risten zeggen dat je daardoor de nuttige insecten beschermt en de schadelijke terugdringt. Veel van onze afspraken worden met de veilingen afgesproken en zo aan de telers doorgegeven. Maar wij organiseren ook jaarlijks een vijftal vergaderingen met al onze partners.’ Samen sterk. Hoewel Toerisme Sint-Truiden nog altijd de hoofdorganisator van de Bloesemfeesten is, werkt de dienst met verschillende instanties samen. Intussen werken acht gemeentes uit de regio mee aan de feesten, en dit jaar heeft de

provincie Limburg voor het eerst de communicatie verzorgd. De provincie kreeg daarvoor steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, dat voor elke euro die de stad en de provincie investeren, een euro bijlegt. Sinds kort heeft de provincie bovendien regiomanagers in dienst, die onder meer werk maken van gps-fietsroutes en van een tv-serie in de fruitstreek. D Meer weten? www.bloesemfeesten-haspengouw.be of tel. 011 70 18 18

9


Prettig platteland

Diane Moïes-Boussu van de Michaëlhoeve:

‘Toeristen willen vooral kennismaken met het boerderijleven’ gasten ruim voldoende: landbouw blijft onze belangrijkste activiteit. En met vijftien mensen kun je tenminste nog een band opbouwen en voor iedereen koken.’

O

ok Philippe en Diane Moiës-Boussu, die in Opheers bij Sint-Truiden al vijftien jaar landbouw met hoevetoerisme combineren, voelen dat het Haspengouwse plattelandstoerisme sterk in de lift zit: ‘Onze weekends zijn alweer tot na de zomer volgeboekt,’ zegt Diane als we haar begin mei ontmoeten. ‘Of we geen extra slaapruimte moeten inrichten? Voor ons is vijftien

Authenticiteit en arrangementen. Terwijl Diane de handen vol heeft met de toeristen, houdt Philippe de boerderij draaiende. Met ‘Toeristische arrangementen om veertig hectare akkerland, tweehonde weekdagen vol derd mestvarkens en te krijgen.’ zestig stuks mestvee heeft hij nauwelijks tijd om te genieten van de vakantiesfeer op zijn vierkantshoeve. Toch maakt hij altijd tijd vrij om de bezoekers met zijn bedrijf te laten kennismaken. ‘Onze gasten komen juist om de sector te leren kennen,’ zegt Diane. ‘Natuurlijk willen ze ook van de binnenkoer en de mooie streek genieten. Maar de meeste van onze gasten willen hun kinderen laten kennismaken met het authentieke boerderijleven, dat ze meestal zelf nog kennen uit hun kindertijd.’ Zoals de meeste collega’s uit de regio zoeken Philippe en Diane vooral naar manieren om ook op weekdagen voldoende gasten te trekken. ‘Samen met de toeristische diensten bieden we een aantal weekarrangementen aan,’ zegt Diane. ‘Zo staan we in de brochures onder meer bij het

10

Landgenoten�Zomer�2005

300 toeristenhoeves Volgens de vzw Plattelandstoerisme telt Vlaanderen ongeveer driehonderd uitbatingen van plattelandstoerisme. Bovendien komen er sinds 1995 jaarlijks gemiddeld dertig nieuwe uitbatingen bij. De gemiddelde bezettingsgraad is over het hele jaar bekeken voor kamers 33 procent en voor woningen of appartementen 38 procent. Tijdens de zomermaanden stijgt de gemiddelde bezettingsgraad tot 71 procent voor woningen of appartementen en tot 62 procent voor kamers. Meer info via de vzw Plattelandstoerisme: www.hoevetoerisme.be of tel. 016 2860 35

cultuurarrangement Wonderlijke Woensdagen en bij een fietsarrangement, waarbij we de bagage naar de volgende slaapplaats voeren. Of dat veel opbrengt, weet ik eigenlijk niet: de meeste arrangementen zijn iets duurder dan een gewoon verblijf, terwijl de gasten ook op eigen houtje heel wat kunnen doen. Ik ben sinds kort aan het bijhouden hoe alle klanten ons hebben gevonden.’ Gat in de markt. Volgens Diane blijven de brochure van de vzw Plattelandstoerisme en van Vlaanderen Vakantieland de belangrijkste kanalen om toeristen te bereiken. Daarnaast merkt ze dat alsmaar meer gasten de Michaelhoeve ontdekken via de website die ze twee jaar ‘Er is almaar meer geleden heeft laten vraag naar bouwen. Of Diane nog slaapruimte meer tips heeft voor

voor echt grote

wie aan hoevetoerisme groepen.’ wil doen? ‘Het belangrijkste is dat je het graag doet: dan keren je gasten vanzelf terug. Het grote gat in de markt ken ik niet. Maar we krijgen alsmaar vaker vragen van grote groepen die samen op weekend willen. En wat zeker ook zou aanslaan, is een bedrijf dat een kinderoppas of –animatie kan aanbieden.’ D


Hallo Brussel

Hulp nodig? Bel op tijd! De Vlaamse overheid heeft verschillende initiatieven om landbouwbedrijven in nood bij te staan. Maar die initiatieven zijn niet altijd even goed bekend: niet bij de landbouwers, en vaak ook niet bij de ambtenaren. Daarom organiseren Agricall en het VLIF op 23 juni een studiedag.

L

andbouwers in nood doen vaak veel te laat een beroep op hulp van buiten af. Ze hebben immers hun fierheid en lopen niet gauw te koop met hun problemen. ‘Toch is het helemaal geen schande om een beroep te doen op ondersteuning’, zegt Sigert Vandenberghe van Agricall. ‘Integendeel: hoe vroeger je dat doet, hoe groter de kans dat je het bedrijf nog kunt redden. En dat is tenslotte toch de bedoeling.’ Dienstverlening. Zowel Agricall als het vlif (het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) richten zich tot landbouwbedrijven in moeilijkheden. Het vlif geeft onder bepaalde voorwaarden subsidies voor (economische) bedrijfsbegeleiding door een erkend centrum. Het betaalt 600 euro voor de doorlichting van het bedrijf en voor het opstellen van een streefplan. Per ‘Agricall verwijst bedrijfsbezoek van ook door naar de experten geeft het juridische experts.’ vlif daar nog eens 200 euro bovenop, met een maximum van zes bezoeken. Voor de eindevaluatie is nog eens 200 euro voorzien. Agricall bekijkt eerder de menselijke kant van de zaak. Landbouwers en hun gezin die door hun eco-

nomische problemen in de put zitten, kunnen er psychosociale begeleiding krijgen. In de eerste plaats biedt Agricall telefonische opvang, maar waar nodig komt ook een psycholoog langs. De eerste vier bezoeken zijn gratis. Daarna verwijst Agricall door naar andere psychologen of andere specialisten, bijvoorbeeld juridische experts. Beter doorverwijzen. Dat landbouwers niet altijd van de dienstverlening van Agricall en vlif gebruikmaken, heeft vaak te maken met de idee bij boeren dat ambtenaren toch niet weten wat er op het terrein gebeurt en dus geen goede ondersteuning kunnen bieden. ‘Op één punt klopt dat ook’, zegt Sigert Vandenberghe. ‘We merken dat de ambtenaren niet altijd het fijne van onze dienstverlening afweten, en dan kunnen ze uiteraard niet goed naar ons doorverwijzen. Daarom organiseren we nu een studiedag om onze werking uit te leggen. Want het laatste wat landbouwers in moeilijkheden kunnen gebruiken, is om van de ene telefoon naar de andere te worden doorgeschakeld: ze hebben zo al problemen genoeg.’ Alle personeelsleden van de administratie Landen Tuinbouw, ook van de buitendiensten, zijn op de studiedag uitgenodigd: alles samen zowat 900 man. D Agricall is telefonisch te bereiken op het nummer 0498 11 99 99. Van 9 tot 17 uur is er een psycholoog aanwezig, buiten die uren kan je een boodschap nalaten op een antwoordapparaat. Het Vlaams landbouwinvesteringsfonds (vlif) is gevestigd op het Leuvenseplein 4, 1000 Brussel, tel. 02 553 63 21, e-mail: johan.deschryver@ewbl.vlaanderen.be

11


Vakwerk! Gezondheid voor boer en buur In iedere Landgenoten zetten we over één thema nieuwe technieken, onderzoeksresultaten, proefprojecten en praktijkvoorbeelden in de kijker. Voor dit nummer kozen we het thema ‘gezondheid voor boer en buur’.

Ammoniakemissie-arm groepshuisvestingssysteem voor guste en dragende zeugen: let op de mestkanalen met

Aan de hand van een afsluiter kan het mestkanaal

schuine wanden en de verdiepte mestkelder eronder.

worden geledigd in de verdiepte mestkelder.

Emissiearme stal:

aangenamer en

Wie vandaag een nieuwe varkens- of pluimveestal wil zetten, krijgt te maken met strengere voorwaarden wat de ammoniakemissie betreft. De stal moet immers ammoniakemissiearm zijn en dat kun je op verschillende manieren bereiken. In zo’n stal is het overigens ook gezonder werken.

E

en nieuwe varkens- of pluimveestal, of een bestaande stal die structureel wordt vernieuwd, moet sinds vorig jaar ammoniakemissiearm zijn. De wetgeving kwam er vooral om milieuredenen, maar emissiearme stallen hebben nog andere effecten. Zo is het er aangenamer en gezonder vertoeven, voor jou en je dieren. Ammoniakgas is immers irriterend. In hoge concentra-

12

Landgenoten�Zomer�2005

ties tast het de ogen en de luchtwegen aan en in extreme gevallen kan het zelfs tot verstikking leiden. ‘In de emissiearme stallen valt het betere stalklimaat meteen op,’ zegt Katrien Boussery van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek (clo). ‘Pluimvee- en varkenshouders zijn de ammoniakgeur meestal gewend, maar eens de nieuwe stal in werking is, merken ze toch een serieus verschil.’

Emissiearme stallen kunnen ook een positief effect hebben op de geuremissie uit de stal. Maar geur en ammoniakemissies zijn lang niet hetzelfde: er zouden maar liefst 168 componenten verantwoordelijk zijn voor de geur op veebedrijven. Door ammoniakemissiearm te werken elimineer je in elk geval een van de componenten. De wettelijke lijst. Het departement Mechanisatie, Arbeid, Gebouwen, Dierenwelzijn en Milieubeveiliging van het clo was betrokken bij het opstellen van de lijst met emissiearme stalsystemen die zijn opgenomen in de wet en die dus verplicht zijn bij nieuwbouw of structurele vernieuwing. Bij het opstellen van de lijst werd ook rekening gehouden met geuremissie, dierenwelzijn, arbeidsomstandigheden, economische haalbaarheid enzovoort.


Illustraties: Agriconstruct

« Ammoniakemissie-arme biggenstal met volledige roosters: kunststof roosters boven het waterkanaal en metalen driekantroosters boven het mestkanaal. «

Ammoniakemissie-

« Doorsnede

arme vleesvarkensstal

ammoniakemissie-arme

met hellende

vleesvarkensstal met

vloer en metalen

waterkanaal, bolle vloer,

driekantroosters boven

mestkanaal en verdiepte

het mestkanaal. Doordat

mestkelder.

metalen roosters de mest makkelijker doorlaten, is een groter roosteroppervlak toegelaten.

gezonder Pluimvee: snelle droging. Bij ammoniakemissiearme stalsystemen voor pluimvee zijn de voornaamste principes snelle droging en verwijdering van de mest. Katrien Boussery: ‘Bij legkippen in kooi- en volièresystemen gaat dat het makkelijkst: de mest wordt via een mestbandensysteem verwijderd en vervolgens gedroogd.’ Naast de kooisystemen bevat de lijst ook emissiearme systemen voor legkippen en sommige andere groepen pluimvee in grondhuisvesting. Bij slachtkuikensouder‘In de emissiearme dieren kan gewerkt worden met verhoogde of zwevende stallen valt vloeren waardoor lucht wordt het betere gestuwd om de mest en het stalklimaat strooisel te drogen. Overigens meteen op.’ kunnen bij pluimvee in grond-

huisvesting de bestaande huisvestingssystemen vaak volstaan, als ze voldoen aan een aantal voorwaarden inzake bezettingsgraad, voedersysteem, ventilatie enzovoort. Schuine wanden, minder roosters. Een ammoniakemissiearm stalsysteem voor varkens is meestal gebaseerd op een combinatie van principes. Een van de voornaamste principes is de verkleining van het emitterend oppervlak: de oppervlakte waar de mest in aanraking komt met de lucht, zowel op de vloer als in de mestkelder. In de klassieke stallen, met een volledige roostervloer en een ondergelegen mestkelder, wordt een heel grote oppervlakte mest aan de lucht blootgesteld. In de regelgeving is nu per dierplaats vastgelegd hoe groot dat blootgestelde oppervlak

in de mestkelder mag zijn. Om daaraan te Bij varkens kunnen voldoen wordt wordt vooral gewerkt met een klei- de oppervlakte ner roosteroppervlak, mest die aan meer volle vloer en de lucht wordt een mestkanaal met blootgesteld, schuine wanden. Dat mestkanaal wordt op verkleind. geregelde tijdstippen, bijvoorbeeld na elke mestronde, geledigd in een onderliggende verdiepte mestkelder of via een rioleringssysteem. ‘Door een of meer schuine wanden te plaatsen, wordt in het mestkanaal een kleinere mestoppervlakte aan de lucht blootgesteld, zodat je binnen de beperkingen nog voldoende roostervloer in de stal kunt krijgen.’ >>>

13


Vakwerk! –Gezondheid voor boer en buur In varkensstallen wordt gevarieerd met het soort roosters en wordt het mestgedrag gestuurd.

Mestinjectie

>>> De onderliggende, verdiepte mestput komt eigenlijk niet meer in contact met het stalklimaat. Wel moet er voor verluchting naar buiten gezorgd worden, om explosiegevaar te vermijden. ‘Het lijkt misschien contradictorisch om vanuit de mestkelder een uitgang naar buiten te voorzien, maar met het oog op ammoniakemissie kan dat geen kwaad. Ammoniak wordt immers gevormd in de eerste uren na het uitscheiden van de mest, nadien neemt de emissie enorm af.’ Welke roosters? In varkensstallen kan ook gevarieerd worden met het soort roosters. Op betonroosters blijft relatief veel mest liggen. Metalen roosters laten de mest beter door, zodat het emitterend oppervlak in dat ‘Als landbouwers geval wat groter mag of stallenbouwers zijn. Een ander principe dat vaak wordt aanandere ideeën gewend, is de sturing hebben, mogen van het mestgedrag. ze ons dat zeker Door middel van venlaten weten.’ tilatie en het ontwerp van de hokken kan gezorgd worden dat de varkens mest gaan maken boven het mestkanaal. In biggenhokken kun je nog altijd gebruik maken van kunststofroosters als ligplaats, met daaronder een waterkanaal, en metaal- of betonroosters op de mestplaats, met daaronder het mestkanaal. In kraamstallen wordt een vergelijkbaar systeem toegepast. Naast 45 mogelijke stalsystemen voor varkens en pluimvee zijn ook de luchtwassers – biologische en chemische – opgenomen in de lijst. Luchtwassers pakken de ammoniakemissie niet bij de bron aan: in de stal blijft alles bij het oude, alleen de uitgaande lucht wordt gezuiverd. Het stalklimaat verbetert dus ook niet voor de varkenshouder en voor de dieren. En om de geur te verminderen, moet er een extra filter worden geplaatst.

14

Landgenoten�Zomer�2005

Dure luchtwassers. Daar komt bij dat luchtwassers ook economisch niet interessant zijn. Katrien Boussery: ‘Ze zijn alleen aan te raden als je ze kunt combineren met mestverwerking. De investeringskost is ongeveer even groot als bij een ammoniakemissiearm stalsysteem, maar de onderhoudskosten lopen serieus op. Een luchtwasser verbruikt energie, je moet er een onderhoudscontract voor afsluiten, zwavelzuur voor aankopen enzovoort.’ Vreemd genoeg worden er toch vrij veel luchtwassers verkocht. Wellicht omdat de nieuwe stalsystemen van de varkenshouder een aanpassing vragen. Zo brengt een emissiearme stal nieuwe taken mee, zoals het aflaten van de mest. Katrien Boussery: ‘Het is anders werken, dat valt niet te ontkennen. Maar het is ook aangenamer. De verkopers van de luchtwassers hanteren echter ook nogal overtuigende verkoopstechnieken, en dat is nog zacht uitgedrukt. En wellicht gaan sommige boeren er ook van uit dat het volstaat om een luchtwasser te hebben, maar dat je hem daarom nog niet moet laten draaien. Daar zal in elk geval controle op komen.’ Qua rendement leveren alle stalsystemen uit de lijst een aanzienlijke reductie van de ammoniakemissie op: 40 tot 50 procent bij de stalsystemen, 70 tot zelfs 95 procent bij de luchtwassers. Tot slot benadrukt Katrien Boussery dat de lijst met stalsystemen een dynamische lijst is. ‘Als landbouwers of stallenbouwers andere ideeën hebben, mogen ze ons dat zeker laten weten. De lijst kan altijd uitgebreid en aangepast worden.’ D Meer info over emissiearme stalsystemen: Agriconstruct, clo - DvL, Burg. Van Gansberghelaan 115, 9820 Merelbeke, tel. 09 272 27 51, fax 09 272 28 04, agriconstruct@clo.fgov.be De lijst met stalsystemen, foto’s en tekeningen, vind je op www.clo.fgov.be/agriconstruct

Spreiden van mest, en dan vooral drijfmest, was tot voor kort een aanzienlijke bron van geurhinder en ammoniakuitstoot. Ook op dat vlak zijn de reglementen steeds strenger geworden. Zo wordt er geen mest meer uitgereden op zon- en feestdagen en is emissiearm bemesten verplicht. Klassieke mestinjectie, waarbij de mest ongeveer 15 cm diep in de grond werd geïnjecteerd, wordt niet vaak meer toegepast, onder meer omdat het tot beschadiging van de zode kan leiden. Breedwerpig spreiden kan enkel nog op akkerland, als de mest binnen de twee uur wordt ingewerkt. De laatste tien jaar is ervaring opgedaan met verschillende emissiearme methodes: Zodenbemester - open sleuven van 4 tot 8 cm diep - tussenrijafstand: 16,5 tot 28 cm - emissiereductie: 57 tot 94 procent Zodeninjector - gesloten sleuven van 5 tot 10 cm diep - emissiereductie: 57 tot 100 procent Sleepvoetbemester - stroken van maximaal 5 cm breed op de bodem (tussen het gras) - emissiereductie: 43 tot 80 procent, afhankelijk van de grashoogte Sleufkouterbemester - combinatie van 1 en 3 - sleuf van ongeveer 3 cm diep - tussenrijafstand: ongeveer 20 cm - emissiereductie: 60 tot 95 procent Sleepslangenbemester - vooral bij opgroeiende akkerbouwgewassen - stroken van 5 tot 10 cm op de bodem - tussenrijafstand: ongeveer 30 cm - emissiereductie van 26 tot 39 procent Meer info bij Agromech, CLO - DvL, Burg. Van Gansberghelaan 115, 9820 Merelbeke, tel. 09 272 28 10, fax 09 272 28 04, agromech@clo.fgov.be


Constructeurs sleutelen aan comfort

Je staat er misschien niet vaak bij stil, maar als landbouwer of tuinder word je blootgesteld aan lawaai en trillingen die je gezondheid kunnen schaden. De wetgeving waaraan de constructeurs moeten voldoen, wordt dan ook alsmaar strenger.

V

ooraleer een constructeur een landbouwmachine of een trekker op de markt mag brengen, moet die ook op het vlak van geluid en trillingen aan allerlei – veelal Europese – wettelijke bepalingen voldoen. Zowel voor ge-

zonder cabine,’ zegt Antoon Vermeulen van cnh Belgium. ‘Op die manier kunnen die trekkers, die je

de constructeurs de trillingen moeten meten. En hoeveel een trekker trilt en schokt, hangt natuur-

in Zuid-Europa nog vaak ziet, geen Europese typegoedkeuring meer krijgen.’

lijk af van het terrein, van het feit of er een machine aan hangt of niet, enzovoort.

luid als voor trillingen worden maximumwaarden vastgelegd. ‘Het maximale geluid op oorhoogte voor de gebruiker werd recent nog met 6 decibel verminderd tot 86 decibel of db(a), voor trekkers

Constructeurs moeten ook in de handleiding publiceren hoeveel geluid en trillingen een machine produceert. Daarbij duikt echter een probleem op: nergens is vastgelegd in welke omstandigheden

Aanpak aan de geluidsbron. Constructeurs doen heel wat inspanningen om een trekker of landbouwmachine geluidsarm te maken, ook al omdat het nu eenmaal het comfort en dus de >>>

15


Vakwerk! Gezondheid voor boer en buur kwaliteit van een machine verhoogt. Alles begint natuurlijk met een geluidsarme motor. De structuur van het motorblok, het type tandwielen in de distributie, de vorm van de uitlaat, het inspuitsysteem, het speelt allemaal een rol. Maar ook bijvoorbeeld de hydraulische leidingen van een trekker, de transmissie of de banden kunnen een bron van geluid zijn. ‘Naast de aanpak aan de bron werken we natuurlijk ook aan de cabine,’ zegt Vermeulen. ‘Onder meer de verbinding tussen de cabine en het frame is van belang: wij gebruiken daarvoor rubberen dempers. De cabine moet ook goed afgesloten zijn, voor het geluid, maar ook voor stof en gevaarlijke producten. Daarnaast zijn ook de

rug mijn rug Oei, mijn Oei, Ook trillingen, in de tractor of bij het gebruik van andere machines, kunnen je gezondheid schade toebrengen en zelfs tot arbeidsongeschiktheid leiden. Opnieuw is vooral de tractor een bron van trillingen en schokken, die onder meer voor ernstige rugproblemen zoals lumbago kunnen zorgen.

Tips Q Stel de tractorzetel goed af en vervang de vering als die versleten is. Q Vermijd schokken door je snelheid aan te passen aan het terrein en ontwijk zoveel mogelijk oneffenheden.

16

Landgenoten�Zomer�2005

vorm van de cabine van belang, het gebruikte glas, de bevestiging van het glas, de bekleding van de cabine enzovoort.’ Zelfs voor de ventilatie wordt gezocht naar geluidsarme systemen.

Zowel voor geluid als voor trillingen krijgen constructeurs maximumwaarden opgelegd.

Schokken dempen. Constructeurs nemen ook specifieke maatregelen om trillingen te voorkomen. Zoals je weet, hebben de meeste nieuwe trekkers vooras-vering en sommigen ook al achteras-vering. Bij trekkers zijn hoogfrequente trillingen niet zo’n probleem, maar wel de schokken. Vermeulen: ‘Daarbij speelt de ophanging van de cabine een rol: rubberen bevestigingspunten worden vaak gecombineerd met vering of demping. De recentste evolutie is de actieve demping met hydraulica of pneumatica.’ Gelijkaardige technologie wordt gebruikt voor de zetels, die overigens apart moeten worden getest en goedgekeurd, voor wat trillingen en demping betreft. ‘Ook de verbinding tussen de trekker en het getrokken voertuig is van belang: er moet zo weinig mogelijk speling op zitten om schokken te vermijden. Wij bekijken nu de mogelijkheden van een 80 mm kogelkop-koppeling.’ Ook het rijgedrag van de bestuurder is een cruciale factor. Als je met je nieuwe, comfortabele trekker sneller gaat rijden, tot hij evenveel schokt als je oude model, blijft er van dat extra comfort niet veel meer over. D

Q Laat je goed informeren bij de aankoop van een nieuwe trekker. Q Hou de bandendruk en de slijtage van de banden in de gaten. Q Onderhoud wegen en paden die je vaak gebruikt.

Meer info vind je in de brochure Blootstelling aan fysische agentia in de Belgische land- en tuinbouw: risico’s en preventiemaatregelen. Je kunt ze bestellen bij Preventagri, waar je overigens ook terechtkunt voor informatie over veiligheid en gezondheid in de sector. Preventagri Vorming, Monrosestraat 17, 1030 Brussel, tel. 02 216 34 71, www.preventagri.be

Schonere motoren vanaf 2006? Constructeurs van motoren moeten ook de uitstoot van schadelijke stoffen door dieselmotoren beperken. Vooral de normen voor stikstofoxiden (no x) en fijn stof (pm) bezorgen hen heel wat kopbrekens. ‘Daarnaast is er een conflict tussen de verschillende eisen,’ zegt Antoon Vermeulen (cnh). ‘De maatregelen om de uitstoot van no x te verminderen gaan gepaard met een hoger verbruik. Daardoor is er meer koeling nodig, en dus extra ventilatoren die voor meer lawaai zorgen.’ Vanaf 1 januari 2006 gelden strengere emissienormen voor nieuwe motoren boven 130 kilowatt (zo’n 177 pk), een categorie waarin de meeste zelfrijdende landbouwmachines thuishoren. Johan Vansteelant (avr): ‘Het probleem is dat de constructeurs hun motoren nog niet klaar hebben. Wij weten dus nog niet hoeveel ruimte we in onze machines moeten voorzien voor de motor en de bijkomende koeling.’ De categorie waarin de trekkers vallen, tussen 75 kilowatt (102 pk) en 130 kilowatt, moet vanaf 2007 aan strengere normen voldoen. Vanaf 2011 volgt opnieuw een verstrenging. Vermeulen: ‘Vanaf dan zal nabehandeling van de uitlaatgassen nodig zijn. Dat kan aan de hand van ureum, dat je dan zou moeten bijtanken, of met roetfilters. Dat doet de kost van de machines echter wel oplopen.’ Nog vanaf 2011 moet er zwavelvrije brandstof worden getankt. ‘Het is dan afgelopen met het gebruik van rode diesel in de landbouw. Hoe België dat fiscaal gaat aanpakken, is nog niet bekend.’


Slimme aardappelrooiers

Ai, mijn oren Lange tijd werken in een erg lawaaierige omgeving kan leiden tot gehoorverlies en zelfs doofheid, maar ook tot hartritmestoornissen, verhoogde bloeddruk, vermoeidheid en problemen met de spijsvertering. Ook de kans op ongevallen stijgt. In onze sector is vooral het lawaai van landbouwvoertuigen de oorzaak van gehoorvermindering.

een geluidsniveau van 80 decibel of db (a) zonder onomkeerbaar letsel op te lopen. Bij 83 dB (A) is het geluidsniveau echter al dubbel zo hoog, en verdubbelt dus ook de kans op gezondheidsproblemen. Als je weet dat een tractor een geluidsniveau produceert van 95 db (a) en een kettingzaag 110 db (a), kun je je dus maar beter beschermen, want al na enkele seconden wordt je gezondheid geschaad.

Algemeen wordt aanvaard dat iemand 8 uur per dag kan werken bij

Tips tegen lawaai

Test: hoor jij nog goed?

Q Bescherm je oren met goede oorkappen of oordoppen. Die zorgen ervoor dat je minder last hebt van het lawaai, terwijl je eventuele haperingen van je materiaal of waarschuwingen van anderen wel nog kunt horen. Q Bewaar de gehoorbescherming in de tractor of in de buurt van de machines. Q Hou de ramen van de tractorcabine gesloten. Q De radio in de cabine kan de druppel zijn die de emmer doet overlopen.

De eerste signalen van gehoor verlies: Q heb je het gevoel dat je oren verstopt zitten? Q heb je moeite om verschillende muzieknoten te onderscheiden? Q hoor je nog de hoge / scherpe frequenties?

AVR in Roeselare, dat gespecialiseerd is in machines voor de aardappelteelt, introduceerde onlangs een CANbus-systeem in zijn zelfrijdende aardappelrooiers. ‘Het is een soort computer die we op verschillende manieren kunnen programmeren en die gekoppeld is aan een aantal sensoren,’ zegt directeur Johan Vansteelant. Een van de mogelijkheden is de drivecontrol: het systeem streeft dan voortdurend naar het laagste toerental bij een bepaalde snelheid op de weg. Daardoor vermindert het verbruik en blijft de druk in de tractiesystemen zo laag mogelijk, waardoor die langer meegaan. Ook de uitstoot en de geluidshinder verminderen. Daarnaast is ook tractiecontrole mogelijk. De snelheid van elk wiel wordt apart opgevolgd. Als één wiel begint te slippen, gaat er automatisch meer tractievermogen naar de andere wielen. Daardoor kan ook bij slechtere weersomstandigheden gerooid worden. De mogelijkheden van het systeem zijn quasi oneindig. ‘Zo kunnen we het systeem zodanig programmeren dat bij een abnormale temperatuursstijging van het koelwater, de snelheid van de motor automatisch vermindert. Ook kunnen we het systeem aansluiten op de gsm, zodat we bij een storing vanuit ons kantoor kunnen nagaan wat het probleem is. Ons voornaamste doel is meer comfort voor de chauffeur, die bijvoorbeeld ook kan beschikken over een dieptecontrolesysteem waarbij de rooibek tijdens het rooien vanuit de cabine kan worden bijgesteld.’

17


Wij zullen altijd de eersten zijn om de landbouwsector te steunen. Als u nog geen cliënt bent bij het Landbouwkrediet, moet u zeker eens langskomen in één van onze agentschappen. U zult meteen merken waarom zoveel land- en tuinbouwers al voor ons hebben gekozen. Wij dragen de sector immers een warm hart toe. Voor het adres van het Landbouwkrediet-agentschap in uw buurt: www.landbouwkrediet.be of 0800 404 84.

Advertentie


Nieuws

Column

Negen op de tien tevreden over verbredingsactiviteiten In opdracht van de provincie WestVlaanderen heeft de afdeling Landbouweconomie van de Universiteit Gent de impact van verbrede landbouwactiviteiten in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat 18,2 procent van alle West-Vlaamse land- en tuinbouwers verbrede activiteiten uitvoeren en dat negen op de tien daar tevreden over is. Bovendien blijkt dat de verbrede activiteiten gemiddeld zorgen voor 14,27 procent van het inkomen. (…) Sint-Truiden plaatst kanonnen tegen hagel De stad Sint-Truiden heeft in de fruitplantages van Velm bij Sint-Truiden kanonnen geplaatst die hagelschade kunnen voorkomen. Door de knallen van de kanonnen worden hagelstenen omgezet in regendruppels die geen schade aanrichten. De kanonnen worden enkel ingeschakeld na waarschuwingen van het Koninklijk Meteorologisch Instituut en staan op minstens 500 meter van de huizen. (…) Vlaamse streekproducten bezig aan inhaalbeweging De Belgische gastronomische cultuur moet zeker niet onderdoen voor die van onze buurlanden. Toch blijkt ons gastronomisch erfgoed niet goed beschermd: terwijl Frankrijk zowat 140 beschermde benamingen heeft, zijn er in België nog maar zeven streekproducten door Europa beschermd. Ons land maakt echter werk van een sterke inhaalbeweging, zo staat te lezen in de krant De Tijd. (…)

Zou je graag de landbouwactualiteit elke dag op de voet volgen? Helemaal gratis? Surf dan naar www.vilt.be en abonneer je op het nieuwsoverzicht. Dan ontvang je elke ochtend verse nieuwstitels in je mailbox.

Américain préparé Waarde landgenoten, Een Europese koe verdient elke dag twee euro aan subsidies. Dat is meer dan het gemiddeld inkomen waarmee de helft van de wereldbevolking moet rondkomen. Die versleten stelling werd onlangs weer opgedist in de pers. Vreemd hoe krampachtig de landbouwsector iedere keer reageert. Met wiskundeformules en rekenmachines zoeken agrariërs telkens cijfers achter de komma die aantonen dat onze koebeesten geen grotere slokop zijn dan de arme medemens in het Zuiden. Eenvoudiger zou zijn om te erkennen dat de economische verhoudingen op onze aardkloot scheef zitten. De kans is immers groot dat het schoothondje van de landbouwcriticasters elke dag voor meer dan twee euro hondenbrokken vreet. Wie dieper graaft, ondervindt de complexiteit van de materie. Is Brazilië een ontwikkelingsland? Neen, hoor ik de kippenboeren zeggen. De massaal ingevoerde gezouten kipfilets uit het land van de carnaval liggen nog zwaar op de maag. Idem voor de bietentelers. De Brazilianen hakken de westerse landbouwsubsidies in mootjes binnen de Wereldhandelsorganisatie. Of het nu om suiker, katoen of soja gaat. En ja, Brazilië wil ook wereldmarktleider in biodiesel worden. De grootspraak op het mondiale toneel verstomt in eigen land: 12.000 landloze boeren legden onlangs de hoofdstad Brasilia plat. Kunnen die boeren niet aan de slag op een van de grote exporterende agro-bedrijven? U liever dan ik. De boerderij Lima Araujo Agropecuaria kreeg van de rechtbank nog maar pas de zwaarste boete in de geschiedenis van het land opgelegd voor slavernij. Is Brazilië dan een ontwikkelingsland of niet?

Een lach en een traan liggen dicht bij elkaar: straks is het weer Ronde van Frankrijk en dus wordt het opnieuw spannend. Herinnert u zich de krachtpatserij van Tom Boonen op weg naar Meerbeek en Roubaix? Onverantwoord. Veel te gevaarlijk! Er moest in volle inspanning maar eens een hondje tussen de spaken van ons nieuw idool sukkelen. Veel huisdieren doorstaan een panische angst omdat hun baasje hen meeneemt om langs de kant van de weg te gaan kijken naar wielerwedstrijden. Met de idee dat ook viervoeters wild enthousiast worden van een voorbijflitsend peloton. Onzin natuurlijk, en dat vindt ook de Belgische Landelijke Inspectiedienst voor het Dierenwelzijn (blid). Deze nobele wereldverbeteraars vroegen aan de organisatoren van de Ronde van Vlaanderen om vóór het peloton met een wagen te mogen uitrijden. Met een luidspreker in de hand zouden ze de uitzinnige mensenzee langs de kant van de weg op diervriendelijke gedachten brengen. Vindt ook u het onbegrijpelijk dat de organisatoren de poeslieve Rambo’s van blid wandelen stuurden? Gelukkig niet. Het dierenwelzijn is een ernstige zaak en verdient beter dan op deze manier aan bod te komen in mijn kolommen. A. de Koning Onafhankelijk landbouwdeskundige

19


‘Zijn jullie niet te veel m ‘Eigenlijk had ik maïs moeten zaaien,’ zucht Kristof De Fauw. Maar die zomerse middag in mei zit de landbouwer uit Tielt niet op zijn tractor, maar in een Brussels kantoorgebouw. Gedreven en onverzettelijk ondervraagt hij er twee uur lang Dirk Struyf, het afdelingshoofd van de Mestbank.

Kristof: Wij bezorgen de Mestbank allerlei map-meetpunten een andere groep aan de beurt. gegevens over het aantal dieren, over grond en over Daar kruipt heel veel werk in. We kunnen dat ontransporten. Maar we horen van u alleen welke mogelijk voor alle 37.000 boeren doen, hoe graag heffing we moeten betalen. Met die gegevens we dat ook zouden willen. Wel bezorgen we alle kunt u ons toch veel meer feedback geven? boeren enkele maanden na hun perceelsaangifte Dirk Struyf: De boeren waarschuwen dat ze drei- een overzicht per perceel van de toegelaten begen te overbemesten, bijvoorbeeld? Dat kunnen mesting in het voorbije en het komende bemeswe helaas niet vooraf: we kunnen de balans pas tingsseizoen. opmaken na afloop van het productiejaar. Voor beperkte doelgroepen kunnen we wel prognoses Ons bedrijf produceert tussen 7,5 en 10 ton fosfaat opmaken. Vorig jaar hebben we dat gedaan voor en is dus verwerkingsplichtig. In 2002 hebben we de rundveehouders die hun veebevoor het eerst mest verwerkt. Maar zetting aangeven via Sanitel. Ze kredrie jaar later weten we nog altijd ‘De regelgeving gen van ons overzichtjes van het geniet of we dat goed hebben gedaan. rond mestregistreerd vervoer en prognoses van Deze zomer krijgt u daarover zeker de productie. Dit jaar komt in het ka- verwerking is informatie. Het probleem is dat de der van een sensibiliseringsactie rond veel te complex.’ verwerkingsplicht enorm ingewik-

20

Landgenoten�zomer�2005

keld in elkaar zit. Dat is voer voor specialisten: je ‘Boeren die de kunt de dossiers niet zo- stiel verpesten, maar in de computer stop- moeten eruit.’ pen. Bovendien werd de regelgeving verschillende keren bijgestuurd zodat we de berekeningen moesten overdoen. De Mestbank vindt het moeilijk om achteraf te berekenen hoeveel mest ik in 2002 had moeten verwerken. Maar als boer moest ik die berekening vooraf maken… Dat is een probleem, dat geef ik grif toe. Iedereen weet dat de regelgeving rond mestverwerking veel te complex is. Ook de beleidsmakers beseffen dat. Waarschijnlijk zullen ze eraan sleutelen bij de opmaak van map 3. Dan zullen wij de boeren


Reporter te velde

met controle bezig?’ ook sneller kunnen informeren. Een deel van mijn mestoverschot kan ik kwijt bij een akkerbouwer in Leuven. Die heb ik zelf moeten zoeken. Is dat geen taak voor de Mestbank? Jazeker. Onze provinciale afdelingen zijn daar ook mee bezig: ze bemiddelen tussen mestproducenten en afnemers. We zouden nog verder kunnen gaan en actief akkerbouwers werven en stimuleren om mest af te nemen. Maar daar hebben we helaas het personeel niet voor, en de interesse bij de boeren is niet zo groot. U weet dat de meeste boeren liever alles door de mestvoerders laten regelen. Maar als een boer zelf een afnemer zoekt, kan hij zeker bij ons terecht. U merkt waar ik met mijn vragen heen wil. De Mestbank kan volgens mij veel meer feedback en ondersteuning leveren. Bent u niet te veel met controle bezig? Bij de Mestbank werken 180 mensen, daarvan zijn er 30 voltijds bezig met inspectie en controle. En dat voor heel Vlaanderen. Elke boer beseft

dat controle nodig is. De cowboys die mest lozen of de uitrijregeling aan hun laars lappen, moeten eruit. Ze verpesten de stiel voor de boeren die het wél goed doen. Stel je voor dat we de grensoverschrijdende mesttransporten niet meer controleren en dat Frankrijk de grenzen sluit, omdat er te veel illegale mest binnenkomt. Dan raken we een belangrijke afzetmarkt kwijt, en wordt het mestprobleem weer wat groter. Maar zijn advies en ondersteuning niet in strijd met controle? Ze vullen elkaar aan. Stel je even voor dat de overheid de inspectie zou ‘Onze toevertrouwen aan een inspecteurs aparte dienst, met controleurs die de sector treden zelden niet kennen. Die zouden meteen alleen maar kunnen berepressief op.’ boeten en bestraffen. Behalve bij de ‘cowboys’ treden onze inspecteurs zelden meteen repressief op. Bij elke vaststelling bekijken we welke stappen we ondernemen: we vragen de boer om verduidelijking, lichten de regelgeving toe, bespreken zijn bemestingspraktijken, geven hem advies om het voortaan anders aan te pakken, enzovoort. Moeten advies en sensibilisering niet meer aandacht krijgen?

Daar zijn we mee bezig. We zijn binnen de Mestbank een project gestart om onze dienstverlening aan de boeren te optimaliseren. Anderzijds geloof ‘We willen ik dat we nu al veel meer onze adviesrol doen dan de meeste boeversterken. ren beseffen. Veel gebeurt Het beleid indirect, via overleg met steunt de landbouworganisaties. ons daarin.’ Als er straks een nieuw map komt, gaan we weer overal in Vlaanderen spreken op voorlichtingsvergaderingen. En dit jaar proberen we bijvoorbeeld de veehouders te sensibiliseren voor het belang van de map-meetpunten. Dat doen we met publicaties, voorlichtingsvergaderingen en individuele bedrijfsbezoeken. Wij zijn zelf ook vragende partij om onze adviesrol als Mestbank nog sterker uit te bouwen. En als ik de visie van map 3 bekijk, merk ik dat het beleid dat standpunt deelt. Daar ben ik blij om. Bedankt voor dit gesprek. D Heb je zelf ook netelige vragen voor een bedrijf of instelling in de productieketen? Misschien voor vlam, de Bond Beter Leefmilieu of de mengvoederfabrikanten? Stuur dan via www.landgenoten. be je kandidatuur om samen met de assisterende vilt-redacteurs een dag in de huid te kruipen van journalist.

21


Buitenlander

Katrien Van Daele en Geert De Pauw leiden Luc De Vos rond op hun slachtveebedrijf met een kleine 100 dieren.

‘Ah bon, dit is een kleiner b Luc De Vos is naast volkszanger en schrijver ook zoon van ‘de laatste keuterboer van Wippelgem’. In zijn boeken bezingt hij het droeve lot van het platteland uit zijn jeugd, dat nu begraven ligt onder spaarbekkens en industrieterreinen. We confronteren hem met een hedendaags slachtveebedrijf in zijn geboortedorp.

D

e mening van Luc De Vos is bekend: de Vlaamse keuterboer is uitgestorven, platgewalst door grootschaligheid, en dat is jammer. ‘Zo’n wei, bijvoorbeeld. De mensen denken: schoon, een groene wei. Maar een echte wei is niet groen, die is groen én geel en wit en rood en bruin en purper. Maar dat zie je nu niet meer want alles is platgespoten en er blijft alleen monocultuur over. Rond één wei van ‘Ik herken mijn vader stonden vroeger wel hier bijna tweehonderd knotwilgen. Wie niets meer.’ weet stonden er in heel Vlaanderen wel een miljard. Als je nu nog een knotwilg ziet, is het omdat ze vergeten zijn hem om te kappen. Maar ja, de boeren kunnen daar ook niets aan doen: het is groter worden of verdwijnen. De tussensoort, die mag blijkbaar niet meer bestaan.’ Intussen zijn we aangekomen op de boerderij van Katrien Van Daele en Geert De Pauw. Enigszins bevreesd voor de hond stappen we uit. In de verte

22

Landgenoten�Zomer�2005

staat, toevallig, een rij knotwilgen. ‘Langs het karrenspoor daar heb ik als kind nog veel lopen spelen. Maar voor de rest herken ik hier bijna niets meer.’ Boeren in de Middeleeuwen. Katrien Van Daele nam drie jaar geleden het slachtveebedrijf van haar vader over. ‘Toen hadden we nog amper veertig koeien: mijn vader was aan het uitbollen. Tot zijn verbazing hebben wij het bedrijf overgenomen en intussen hebben we weer bijna honderd koeien. Enorm groot is dat nog altijd niet, maar het is leefbaar. Zeker omdat Geert een aannemersbedrijf heeft en ik nog parttime werk als verpleegster.’ ‘Ah bon, dit is dus klein?’, vraagt Luc De Vos. ‘Toen mijn vader stierf in 1971, hadden we vier koeien en acht varkens. Mijn vader was echt de laatste keuterboer van Wippelgem: ’s avonds boeren en overdag gaan werken in de fabriek. Mijn moeder woont nu nog altijd op de boerderij, hier vlakbij trouwens. Je kunt het dak van haar huis boven de bomen zien.

En hier om de hoek, bij Jacky, kwam ik altijd spelen. Enfin, ik spreek nu van de Middeleeuwen natuurlijk.’

Tegenwoordig is het vlees veel te goedkoop.’

Dat het bescheiden optrekje van moeder De Vos ooit nog een boerderij is geweest, gaat er bij Geert moeilijk in. ‘Het zou nu in elk geval niet meer mogelijk zijn, al was het maar omdat labels als Meritus zware eisen stellen. Een vervallen klein stalletje met een paar koeien in: dat is definitief voorbij.’ Dus is de landbouw toch een beetje een industrie geworden? ‘In zekere zin wel. Vroeger gingen we met de riek het land op, nu met de machine.’ Iedere week pata negra. ‘Eigenlijk is vlees veel te goedkoop’, zegt Luc De Vos. ‘Ik ging gisteren naar de slager om 300 gram gehakt en dat kost ocharme 2 euro. Vlees zou een luxeproduct moeten zijn. Wij waren thuis met negen en op een week aten we een hele hesp op. Ik heb later Spaanse pata negra-hesp


Boerenbedrog

Een boer gaat nooit met vakantie ’

bedrijf’ Arme jongen

Als ik sterf, dan erf jij Al mijn geld en de boerderij ‘k Heb nog wel een koe of twee En een schaap, daarmee red je het wel Maar alsjeblieft blijf nog een tijd Want de moed is op en ik kan niet meer Uit: Arme jongen (de redding is nabij), Gorky

Geweide badkuipen Twee jaar geleden bracht Luc De Vos samen met muzikant Ron Reuman en met beeldkunstenaar Kris Goubert een ode aan de drinkbak-badkuip onder de noemer Geweide badkuipen. De drie trokken met een mobilhome door de Vlaamse weidelandschappen en bundelden hun ervaringen in een installatie, een fototentoonstelling, een videoverslag, muziek en een boek. Meer weten of het boek bestellen? Surf naar www.badkuip.be

gegeten van tienduizend frank de kilo. Wel, de onze was beter. Maar tegenwoordig smijten ze met de hesp naar uw kop. Misschien omdat de mensen de smaak van goed vlees niet eens meer kennen.’

door de neus van een stier stak. ‘Mijn vader haalde zijn kop door het venster van de stal en wij hielden met vier man het touw vast. En de stal maar op en neer daveren.’

Dat laatste kan Geert De Pauw beamen. ‘Het vlees van onze stieren is echt klassevlees: veel beter dan dat van koeien. Maar voor koeien wordt in verhouding meer betaald, want er is meer vraag naar omdat het wordt gebruikt voor pateekes en bereidingen. Biovlees? Ik zie niet in wat het verschil is met het onze. Het enige wat we misschien anders doen, is gewasbeschermingsmiddelen gebruiken op het land.’

Heeft hij soms heimwee? ‘Goh, ik ben daar nogal realistisch in: die tijd komt toch nooit terug. Bovendien, toen mijn vader stierf had niemand zin om met de boerderij voort te doen – als we het al hadden gekund, want nog geen ‘De mensen maand later had mijn moeder al alles verkocht. Ik ben een stadskennen de mens, nu.’

Stierengevechten in Wippelgem. Tijd om de stallen te bezichtigen. Luc laat de kalfjes gewillig aan zijn vinger sabbelen en haalt met plezier herinneringen op. Aan de koeien die in de lente voor het eerst weer buitenkwamen. ‘Die werden zot, ze sprongen meters in de lucht. Het waren net stierengevechten.’ Of aan de keer dat zijn vader een ring

‘Ik weet niet eens of dat eigenlijk kan, als stadsmens herbeginnen met boeren. Als je van thuis uit nooit hebt gezien hoe dat moet, is het volgens mij al helemaal onmogelijk. Of je zou zo’n hippie moeten zijn die naar de Provence trekt om schapen te kweken.’ D

smaak van echt vlees niet meer.’

Andere foto met monokini in vooraanzicht is aangevraagd

De tijd dat het in land- en tuinbouwkringen een taboe was om met vakantie te gaan, is voorbij. Boeren hebben wel degelijk de geneugten van luie strandvakanties of actieve avonturentochten ontdekt, al dan niet onder lichte dwang van echtgenotes of kinderen ... Een land- of tuinbouwer laat met zijn bedrijf ook zijn hele kapitaal en levenswerk achter, en vaak ook een stal vol dieren. Hij trekt dus de deur pas achter zich dicht als hij zijn bedrijf in capabele handen kan achterlaten. Vaak springen ouders, buren, een broer of oudere kinderen in. Tuinders of fruittelers kiezen dan weer kalme periodes uit om erop uit te trekken. Andere boeren schakelen een bedrijfsverzorger in. Sinds begin jaren 90 ziet men bij agro|bedrijfshulp de aanvragen met betrekking tot vakantie jaar na jaar stijgen: in 1999 waren er 294 aanvragen en in 2003 was dat opgelopen tot 361. Alleen in 2004 was er een lichte daling, vermoedelijk doordat veel bedrijven een moeilijk jaar kenden.

23


Uit de provincie

Een picknickplaats met BBQ-pakketten Terwijl de PROMinANT-beurs (zie hiernaast) de land- en tuinbouw in de provincie Antwerpen een gezicht geeft, worden ook achter de schermen heel wat ideeën uitgewerkt. Zo onderzoekt varkenshouder Jan Somers* de mogelijkheden voor een picknickplaats, voor hoeveverkoop en voor een boerderijcamping.

H

et bedrijf van varkenshouder Jan Somers ligt op vijfhonderd meter van een recreatiedomein, waar zeker bij mooi weer heel wat dagjesmensen langskomen. Volgens Jan koesteren hij en zijn vrouw Petra al een aantal jaren plannen om daarop in te spelen. Toen ze vorig jaar een Leader+-folder van de provincie in handen kregen, grepen ze de kans om via Leader+ de haalbaarheid van hun plannen te laten onderzoeken.

van iedere hut kleiner is dan tien m2, hebben we zelfs geen vergunning nodig,’ zegt Jan. ‘Bij de hutten wilden we ook een frisdrankautomaat plaatsen. Maar dat is minder vanzelfsprekend: ofwel moet je dat dure ding zelf kopen, ofwel werk je met een firma die bijna alle winst opstrijkt. Bovendien blijkt het ook onmogelijk om bbq-pakketten te verkopen. Om vlees te verkopen, moet je blijkbaar een slagersdiploma hebben of een slager inhuren.’

Frisdranken en diploma’s. ‘Rechtover mijn bedrijf heb ik een weide liggen, waar ik graag een boer- Wachten op de camping. Over een vierde idee derijcamping en een picknickplaats zou inrichten,’ volgt nog overleg met de gemeente: Jan en zijn vertelt Jan. ‘Maar vooral op het vlak van vergunnin- vrouw Petra willen graag dat die ook enkele zitgen, blijkt dat niet zo eenvoudig. Na de eerste ge- banken plaatst op de weide tegenover hun bedrijf. sprekken met een projectVerder zou een toilet voor wandelaars medewerker van vzw pak+, ‘Om vlees te en fietsers geen vergunningsproblehet steunpunt voor rurale verkopen, moet je een men opleveren. Maar voor zijn boerontwikkeling in de provin- slagersdiploma hebben, derijcamping moet Jan nog afwachcie Antwerpen, heb ik mijn ofwel een slager inhuren.’ ten. ‘Zeer jammer, dat idee sprak me ideeën op papier gezet. net het meest aan. In Nederland kan Daarna heeft pak+ het Innovatiesteunpunt voor zes het al, maar hier is nog onduidelijk onder welvan die ideeën laten onderzoeken wat op mijn bedrijf ke voorwaarden het in agrarisch gebied kan. We kan en niet kan.’ wachten nog even af hoe het evolueert, en dan zien we wel welke ideeën we gaan realiseren.’ D Een eerste idee, het bouwen van een schuilhut, blijkt alvast geen probleem. ‘Als de oppervlakte

24

Landgenoten�Zomer�2005

Proef de Kempen! Op zondag 4 september vindt de derde editie plaats van PROMinANT, de beurs van en voor het platteland. Je kunt er letterlijk proeven van de Antwerpse Kempen: de beurs biedt een uitgebreid overzicht van allerlei hoeveen streekproducten. Daarnaast vind je op PROMinANT ook een landbouwdorp, een plattelandsdorp, een tuindorp en heel wat kinderanimatie. Net als andere jaren vindt de beurs plaats in de wijk Ten Aard in Geel. Meer weten? Bel 014 85 27 07 Meer weten over het project ‘Plattelandsactie Kempen’ (pak+) of gelijkaardige verbredingsprojecten in de provincie Antwerpen? Neem contact op met de Hooibeekhoeve: Hooibeeksedijk 1, 2440 Geel, tel.: 014 85 27 07, fax: 014 85 36 15, info@hooibeek.provant.be Als Kempense land- of tuinbouwer kun je tot 30 juni overigens ook zelf een project indienen! Zit je net als Jan en Petra met een aantal plannen in het achterhoofd, maar weet je niet goed wat mogelijk of haalbaar is? Neem dan contact op met het Innovatiesteunpunt, tel. 016 28 61 21 *Noot: de geïnterviewden verkozen anoniem te blijven. Hun gegevens zijn vervangen door willekeurig gekozen namen.


Verbreding in de andere provincies Oost-Vlaanderen Landschapsplan. De provincie geeft advies over natuurbeheer, erfbeplanting en de integratie van je bedrijf in het landschap. Bovendien combineert een Interreg iii-project landschap en natuurbeheer, met aandacht voor mogelijke samenwerkingsverbanden. Het Kenniscentrum Water geeft informatie en advies over kleinschalige waterzuivering, opvang en hergebruik van water, enzovoort. In het Meetjesland kun je Leader+-steun krijgen voor vernieuwende projecten. Onder het motto Faunatuurlijke erven wordt er ook gezocht naar manieren om vogels en andere diersoorten te stimuleren en win-winsituaties te creëren voor de landbouw.

Landbouweducatie. Het project De wereld van Pierlepein laat kinderen en volwassenen kennismaken met de hedendaagse land- en tuinbouw. › Meer weten? Bel 09 267 86 79

Limburg Hoeveproducten. De provincie ondersteunt hoeveproducenten via een netwerk van hoeve- en streekproducten, een jaarlijkse markt in Alden Biesen, een website, brochures, evenementen, enzovoort. Bezoekboerderijen. Wie zijn of haar bedrijf wil openstellen voor bezoekers, kan daar via de provincie een subsidie voor krijgen. Groene zorg. De provincie werkt samen met het Steunpunt Groene

West-Vlaanderen

Netwerk hoeveproducten. In de Westhoek, in het Brugse Ommeland en in de Leiestreek heeft de provincie een netwerk uitgebouwd voor de promotie en ondersteuning van hoeveproducten. Hoevetoerisme. Plannen voor hoevetoerisme? De provinciemedewerkers onderzoeken graag hoe ze je kunnen begeleiden en ondersteunen. Bezoekboerderijen. Via de dienst Landbouweducatie kun je je bedrijf inschrijven voor twee netwerken van bezoekboerderijen: een voor het

onderwijs en een voor volwassenen bezoekers. Gratis milieudoorlichting. Je kunt je bedrijf gratis laten doorlichten, met aandacht voor de deelaspecten die je zelf kiest. Verbeding onderzocht. De Universiteit Gent heeft de economische en de sociale waarde getoetst van de diverse verbredingsvormen in de provincie West-Vlaanderen. De belangrijkste resultaten van het onderzoek lees je in het nieuwsoverzicht op pagina 19. › Meer weten? Bel 050 40 34 28.

Vlaams-Brabant Zorg om lokale zorginitiatieven zo veel mogelijk te ondersteunen. Het Steunpunt Rurale Ontwikkeling begeleidt land- en tuinbouwbedrijven die willen diversifiëren en zoekt naar mogelijkheden om extra tewerkstelling te creëren in de landen tuinbouw. › Meer weten? Bel 011 23 71 11

Colofon: Landgenoten is een uitgave van VILT, het Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw Verantwoordelijke uitgever: VILT-voorzitter Dirk Lips Redactie en realisatie: Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be Redactieadres: VILT, Leuvenseplein 4, 1000 Brussel

Streekproducten. De provincie werkt nauw samen met de vzw Streekproducten Vlaams-Brabant. Die voert promotie voor de vele hoeve- en streekproducten uit de regio en verkoopt onder meer streekpakketten. Bezoekboerderijen. Onder meer via de website verwijst de provincie

Website: www.landgenoten.be, e-mail: info@vilt.be Hoofdredacteur: Griet Lemaire Redactieraad: Dirk Lips, Koen Symons, Peter Van Bossuyt, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Peter De Middeleir, Bart Vleeschouwers, Guy Depraetere, Nathalie Nicolas,

scholen en andere bezoekers door naar drie gangbare en vier biologische landbouwbedrijven. Toerisme. De toeristische provinciediensten voeren promotie voor bedrijven die hoevetoerisme aanbieden. › Meer weten? Bel 016 26 72 72.

Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Pascal Houbaert, Jan Coessens, Anneleen De Vos De meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van VILT.

25


Uitgepraat

Doet de veiling voldoende voor de telers? Ben jij tevreden met wat de veiling voor je doet? Tuinder Jean-Pierre De Leener uit Sint-Pieters-Leeuw niet: daarom brengt hij zijn groenten zonder veiling aan de man. We confronteren zijn visie met die van Marc Dockx, voorzitter van de Mechelse Veilingen. Marc Dockx, tuinder-voorzitter Mechelse Veilingen

Jean-Pierre De Leener, tuinder, Sint-Pieters-Leeuw

M

‘We richten ons op alle klanten die een minimumhoeveelheid aankopen. Maar als je ziet dat veertig kopers zowat zeventig procent van je producten kopen, moet je daar rekening mee houden. Bovendien kunnen de telers door de veilingen maximaal profiteren van de Europese subsidies. Daarvan vloeit de helft rechtstreeks naar hen terug. En met de andere helft werken we aan de toekomst op langere termijn.’

‘Hoe meer informatie we over elkaar hebben, hoe juister de prijsvorming: grote verschuivingen in het aanvoerpatroon moet je aan je klanten laten weten. Van ons budget besteden we 28 procent aan de implementatie van milieuvriendelijke technieken – via onder meer lastenboeken –, 27 procent aan investeringen in infrastructuur, 14 procent aan kwaliteitscontrole, 12 procent aan telersacties – zoals steun voor het enten van tomatenplanten –, 10 procent aan verkoop en promotie en 9 procent aan onderzoek. Ik weet niet wat daarmee fout zou zijn.’ ‘Mag ik erop wijzen dat de veilcommissie vandaag historisch laag is? Terwijl we alsmaar meer diensten aanbieden, zoals gratis koelruimte. Je moet die gmo-subsidie ook niet overschatten: binnen het lopende programma mag ze maximaal oplopen tot 4,1 procent van onze omzet. Maar we staan zeker open voor suggesties van telers: een telefoontje volstaat om ons te contacteren. D

ijn grootste bezwaar tegen de veilingen is dat hun beleid meer is afgestemd op de grootdistributie dan op de telers. Bovendien strijken de veilingen voor hun beleid heel wat Europese gmo-gelden op. Zeker op langere termijn vloeit daarvan volgens mij onvoldoende naar de telers terug. Terwijl die budgetten oorspronkelijk als garantiesysteem voor de telers waren bedoeld.’

‘Het beste voorbeeld voor mijn stelling is de regel dat tuinders binnen de gmo-regelgeving vooraf hun geplande productie moeten meedelen. Daardoor plaatsen de veilingen de telers in een zwakke positie want de grootdistributeurs krijgen een nog beter zicht op de markt en dus kunnen ze de telers nog meer tegen elkaar uitspelen. Bovendien vind ik dat er veel te weinig geld gaat naar innovatie en kwaliteitslabels.’

‘Ik vind het alleszins jammer dat de gmo-gelden in België worden gebruikt voor investeringen die ook zonder steun zouden worden gedaan. Maar ik wil geen steen werpen naar de bestuurders van onze veilingen. De veilingen zijn een coöperatie waarin alle spelers – dus ook alle telers – hun verantwoordelijkheid zouden moeten opnemen.’

Ben jij nog niet uitgepraat? Je kan je ei kwijt op ons discussieforum in de rubriek Uitgepraat op www.landgenoten.be

26

Landgenoten�Zomer�2005


Rundveehouders Tractoren hebben paarden vervangen ProďŹ elroosters vervangen nu gewone betonnen roosters Waarom?

WWW.PROFIELROOSTERS.BE Of bel: 0496 25 25 15 Advertentie


�� ����������������� ������� � � ������ ��������� � �� �� � ����� ��������� �������� ��������

��������������������������������������������������

�� �� ���� ���� ��� ����� ����� ����� ������ ���� ���������� ����������� ���������� �� �� �� ������ ���� ������������ ��������� ������� �� ���� ������ ���������� ����������� ���������� �� �� ��� ������� ���������� ������ ������� �� ���� ���������� ����������� �� ������� �������� �� �������

� ������ �������������� � � �� ����� ���������� ������ ������ ��� ������� ·����� ������������������������������������������� �� �� �� �� �� � ��� � �� � ���������� ��������� ����������� ���������

�� ������� �������� ���������� ���� �������� ����� ��������� ������ ������ ���� ����� ������� ����������� �������� �� �� � �� �� � ���� ��� ��� ��� �� ������� ����� ������ �� ������ ������� ������� ���������� ������� ����� ����� ����� ����������� ���������� ����� ������ �������� �� ��� ��� �� �� ��� ��� �� ��� �� �� ��� �� �� �� �� �� �� ��� �� �� �� �� ����� �������� ���� ������ ���������� ������������ �� ������� �������� ������������ ����������� ��� �� �� �� �� �� ��� � �� �� ��� �� �� ��� ������ ����� ����� ������ �������� ������ ������ ������ ������������ ���������� ������ ����������� ��������� ��������� ����� � �� ���� �� ����� �� �������� ������ ����������� ���������� ������ ���������� ���������� ��������� ���� ������� �� �� ����� ������ ������������ ���������� ������������ ����� ������ ��������� ������� �� ��� �� ��� � ��� �� �� �� �� ��� �� ��� �� ��� ����� ������ ������ �������� ������ �������� ��������� ���������� ����� ������� ��� �� �� ������ ������ ������� �������� �������� ������������ ����������� ����� ������� �������� ����������� ���������� ����� �� �� �� ������ ���������� �������� � ������ ��������� �������� ���������� �� ���� �� �� ������� ��� ������ ������ ��������� ��������� ������ �� ������� ������������ ��������� �� �� ������� ��� �� �� �� �� �� ��� �� �� �� �� �� ����� ��� �������� ����� �������� ����� ������� ��������� ���������� ��� ������� �������� ������ ������ �������� ����� ������� ������� ������� ������� ��������� ������������ ����������� �� �� ������ ��� ������� ����������� ����������� ��������� �� ��� ������� ��������� ������ �� ��� ������ ����� ����� ������ ����� ����� ������� ����� ������ �� ��� ������ ������������ ����� ������� ������ ������ ��������� ���� �� ��

��������������

���� � � � � � ������ ��� � � � � � � �

Daniel Mouton en Graciënne Sucaet baten een gemengd landbouwbedrijf uit in het Oost-Vlaamse Aalter. Ze combineren 27 melkkoeien met de teelt van aardbeien en seizoensgroenten, die ze voor een deel rechtstreeks aan de consument verkopen. Toen Graciënne in de vorige Landgenoten over Buiten Adem las, was ze er als de kippen bij om tweehonderd exemplaren te bestellen:

�� �� ���� ���� �� ������ ����� ���� ������ �� ���� �� �� �� �� �� �� �� ���� ������ ������ ��������� ���� �� ����� ���������� ���� ������ �������� ���������� �� �� �� ������ ����������� ���������� ���������� ��������� �� �� ��� �� ������ �������� �������� ���� ����� ����������� �� �� �� �� � ������ ������ ���� ���������� ���������� �������� � �� �� �� ������ ������ ���� ��������������� ������ ������ ����� ������ ��� �� ������ �������� ���� ������ ������������ ���������� ��� �� ��� ��� � ������ ���������� ���������� ���� ������ ����������� ���� ��� �� �� � ��� �� ���������� ���������� �������� ����������� ����� �� �� � �� ����� ������ ���� ����������� ���������� ������������ �� �� ������ ����������� ����������� ����������� �� �� �� ������ ��������� �������� ������ � �� �� ��� ������ � ������ ���������� ���������� ������ �� ����� ����������� ������ ������������ ������ ��� ������ ����������� �� �� �� ������� �� �� ��� ������� ���� ��� �� ��� ����������� ������������� ����������� ����� �� �� ����� ������������ ��������� ���������� �� ������ ������������ ������������ ���������� �� �� ������ ���������� ����������� ��� �� ������ ���������� �� �����

Bouw mee aan een goed imago!

‘Een mooi extraatje voor de klanten’ ‘Ik vind Buiten Adem een mooi extraatje voor de klant. Van de klanten heb ik zeer positieve reacties gekregen: ze vinden Buiten Adem zeer gevarieerd en niet te moeilijk. Er staan leuke nieuwtjes in over het buitenleven: van een recept tot een bedrijfsreportage. En voor onszelf is het ook goed: we hebben onze stempel erop gezet, zodat we niet alleen voor onze sector, maar ook voor ons eigen bedrijf reclame maken.’

Bestel gratis je Buiten Adem Voornaam Familienaam Straat + nr. Postcode + plaats Tel. E-mail Hoe wil je Buiten Adem verdelen? Via hoeveverkoop, evenement,

rondleidingen,

andere?

Aantal gewenste exemplaren (maximum 200):

hoevetoerisme,

Wat? Buiten Adem is een speelse nieuwsbrief die je als land- en tuinbouwer gratis kunt uitdelen aan alle klanten, bezoekers of gewoon aan vrienden en kennissen. Waarom? De gemiddelde Vlaming kent onvoldoende van de land- en tuinbouwsector. Met Buiten Adem wil vilt die kennis vergroten: de lezer moet een beter beeld krijgen van de sector en van de producten en diensten die voor hem of haar interessant zijn. Wanneer? Buiten Adem verschijnt om de twee maanden. Het tweede nummer rolt op 21 juni van de persen. Hoe bestellen? Bel gewoon even naar 02 510 63 91. Ofwel surf je naar www.landgenoten.be of stuur je nevenstaande strook ingevuld terug naar vilt/Buiten Adem, Leuvenseplein 4, 1000 Brussel, fax: 02 510 63 93. Elke land- of tuinbouwer kan tweehonderd exemplaren bestellen voor zijn of haar bedrijf. Maar met een goede motivatie kun je ook bijkomende exemplaren ontvangen. Tip: In een kader op de nieuwsbrief kun je je bedrijfsstempel of –sticker aanbrengen: zo maak je de nieuwsbrief tot een gepersonaliseerde uitgave van jouw bedrijf. Wat vind jij over de werking van de veilingen? Reageer op ons discussieforum in de rubriek Uitgepraat op www.landgenoten.be

Afgiftekantoor Gent X Landgenoten 2 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 2, 2005


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.