Landgenoten herfst 2005

Page 1

Land genoten Magazine voor boer en buiten | Her fst 2005

Van inspiratie tot innovatie Koude-warmteopslag

www.landgenoten.be

www.vilt.be

MET DINA TERSAGO IN EEN AARDAPPELROOIER EROSIE: HOE HOU JE DE BODEM VAST? DE BOND BETER LEEFMILIEU IN DE BIECHTSTOEL SUBSIDIES: AKKERBOUWER ONDERVRAAGT PROFESSOR


Advertentie


In dit nummer 4 Durven innoveren Hoe breng je innovatie in de praktijk? Aardbeienteler Guido Herrijgers uit Hoogstraten over de realisatie van zijn uniek concept voor koudewarmteopslag. 7 De Biechtstoel / Jan Turf op de rooster Strengere bemestingsnormen, landbouwgrond bebossen... Heeft de Bond Beter Leefmilieu iets tegen de landbouw? Dirk Lips vroeg het aan woordvoerder Jan Turf.

Beste Landgenoten,

F

ijne zomer achter de rug? Voor veel gezinnen is de korte vakantie alweer een verre herinnering. Nogal wat boerderijen beleven op dit ogenblik weer een piekperiode. Het is hard knokken om uit de oogst een aanvaardbaar rendement te puren. De vakliefde en stielkennis zorgen ervoor dat de Vlaamse boer overeind blijft tussen alle regels, beperkingen, quota’s en andere randvoorwaarden die bedrijfsopbrengsten dwarsbomen. De jongste jaren zijn onder druk van mestactieplannen de bemestingspraktijken flink bijgestuurd. Aanvankelijk zagen we die inspanningen ook vertaald in de statistieken. Jaar na jaar daalde het nitraatgehalte in het oppervlaktewater. Tot vorig jaar een kentering optrad door ongunstige weersomstandigheden. Waar vorig jaar op 36 procent van de meetpunten een overschrijding van de nitraatnorm in het grondwater werd vastgesteld, steeg dat aantal dit jaar tot bijna 40 procent. Wetenschappers, landbouworganisaties, milieuverenigingen en politici hebben elk hun eigen verklaring voor deze resultaten. Hoe dan ook zijn die cijfers ontmoedigend. Een strenge uitrijregeling, mestinjectie, fosforarme voeders, de verplichting tot mestverwerking, scherpe bemestingsnormen... Het slechtste wat kan gebeuren, is dat we zelf al die opofferingen in vraag stellen. Positief denken is de boodschap. Die toon zit ook in het nieuwe mestbeleid van de Vlaamse overheid. Een milieuvriendelijke aanpak met een grotere vrijheid, maar ook een grotere verantwoordelijkheid voor de landbouwers opent toekomstperspectieven voor onze veehouderij. Is ook de grote baas van de Bond Beter Leefmilieu daarvan overtuigd? We stelden hem de vraag. Rundveehouder Eric Boussery vroeg aan landbouweconoom Erik Mathijs van de Leuvense universiteit wat hij tegen de landbouwsubsidies heeft. Verder namen we ‘Boer zoekt vrouw’-presentatrice Dina Tersago bij de arm om een kijkje te nemen bij akkerbouwer Jimmy De Prins. Daar moesten wel vonken van komen. En dus ontbreekt zelfs Al Qaeda niet in dit nummer. Veel leesplezier! Griet Lemaire Hoofdredacteur

8 Prettig Platteland / Groene zorg Tim en Paula Swennen uit Bilzen vangen op hun boerderij jongeren op die een moeilijke periode doormaken: ‘Wat sommige van die jongeren hebben meegemaakt… wij wisten niet dat dat bestond.’ 11 Hallo Brussel / Geneesmiddelenregister Het Voedselagentschap heeft nieuwe regels uitgewerkt voor het bezit en het gebruik van diergeneesmiddelen. We vroegen aan Pascal Houbaert waarom dat nodig was en wat er is veranderd.

4

12 Vakwerk / Erosie Hoe erg is het erosieprobleem in Vlaanderen? En vooral: hoe kun je de afspoeling op jouw bedrijf beperken? Van niet-kerende grondbewerking in Huldenberg tot boerderijcompost in Kemmel en grasbufferstroken in SintTruiden. 17 Oude koeien / Landbouwmachines Een greep uit onze rijke landbouwgeschiedenis: welke Vlaamse firma introduceerde de eerste zelfrijdende maaidorser in Europa? Wie was John Deere? En waarmee maakte de firma Melotte furore in Europa? 19 Column Al Qaeda in Brussel, suikerbieten in de miserie en Renate Künast uit de regering.

12

20 Reporter Te Velde / Landbouwsubsidies Academische ideeën getoetst aan de realiteit. Landbouwer Eric Boussery voelt landbouweconoom Erik Mathys, een van de tegenstanders van de Europese landbouwsubsidies, stevig aan de tand. 22 Buitenlander / Dina Tersago Wist je dat Dina Tersago een aardig mondje meepraat over dikbilkoeien? Met de Boer zkt vrouw-presentatrice op bezoek bij landbouwer Jimmy De Prins en zijn vier vrouwen. 24 Uit de provincie De provinciale proefcentra: wat doen ze en waarvoor kun je bij hen terecht? 26 Uitgepraat Verdienen integratoren geld op de rug van de varkenshouders of biedt contractteelt juist zekerheid? Twee varkenshouders over hun keuze.

20

28 Wedstrijd Verzin een originele slogan om de land- en tuinbouw te promoten, en sleep een prachtprijs in de wacht!

VILT? Het Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid.

3


Aardbeie Veel medestanders had Guy Herrijgers niet, toen hij de plannen voor zijn innoverend serresysteem begon uit te werken. Maar nu hij met zijn koude-warmteopslag topresultaten boekt, komt men van heinde en ver naar Hoogstraten. ‘Ik heb geen moment getwijfeld: ik geloof in mijzelf en in mijn teelttechnische kennis.’

H

et is een warme zomerdag als we de nieuwe serre van Guy Herrijgers bezoeken, maar tussen de aardbeienplanten is een koele luchtstroming voelbaar. Het voelt een beetje aan als airco. Juist die koeling is wat het bedrijf van Guy Herrijgers zo speciaal maakt. Onder het bedrijfsterrein bevinden zich op ruime afstand van elkaar twee putten van 150 meter diep tot in de watervoerende lagen. De ene put dient als warmteopslag, de andere als koudeopslag. In de zomer wordt water uit de koudebron gepompt. Dat koude water koelt de serrelucht die via plastic slangen naar de planten wordt gestuurd, terwijl de warmte uit de serrelucht in de warme bron wordt opgeslagen. Tegelijk wordt de

4

Landgenoten�Herfst�2005

lucht via condensatie in een koudeblok ontvochtigd. In de winter gebeurt het omgekeerde. Dat is althans de sterk vereenvoudigde versie van de feiten, want het klimaat in de vijf meter hoge serres wordt gestuurd door een hoogtechnologisch systeem met warmte- en koudeblokken, een warmtepomp, warmtewisselaars en verschillende water- en luchtcircuits. ‘Vooral de koeling is innovatief, niet in het minst omdat we er geen massa’s energie voor verbruiken,’ zegt Guy. ‘We gebruiken enkel ons koude bronwater, zodat het economisch verantwoord blijft. Op die manier slagen we erin om bij felle zon de temperatuur drie tot vier graden te verlagen. Na zonsondergang is het verschil nog gro-

ter. Door de koeling hebben we grotere vruchten, een betere doorkleuring en een betere kwaliteit en smaak.’ Innoveren in het bloed. Guy Herrijgers zit al zijn hele leven in de aardbeien. Op zijn twintigste begon hij zijn eigen bedrijf. Dertig jaar later werken ook zijn twee zonen fulltime op het bedrijf. Innoveren zit hem blijkbaar in het bloed, want op het moment dat anderen aan uitbollen zouden beginnen te denken, begon hij te denken aan een gloed‘Als je iets nieuw nieuw serreconcept. realiseert, moet je ‘Ik ben altijd al nieuwsveel zelf bedenken gierig en leergierig geen zelf uitvoeren.’ weest. En met het idee


Door middel van water uit de koudebron wordt de serrelucht ’s zomers gekoeld. De gekoelde lucht wordt via geperforeerde plastic slangen naar de planten gestuurd.

ien met airco van de warmtepomp veel zelf bedenken en dikwijls ook zelf uitnoveren, maar om je bedrijfszekerzat ik al dertig jaar in voeren. Zo moesten we bijvoorbeeld vol- ‘Behalve de heid te versterken. Afgelopen winter mijn hoofd.’ De bal ging ledig nieuwe software laten schrijven om ingenieur hebben we helemaal niet moeten aan het rollen toen hij het hele systeem te kunnen besturen. Het geloofde bijstoken en hebben we dus geen eind jaren negentig in ondergrondse buizennet hebben we heleniemand erin.’ fossiele brandstoffen gebruikt. We een Nederlands vak- maal zelf uitgedacht en aangelegd. Af en gebruiken natuurlijk wel meer elekblad een artikel las over toe liep er ook eens iets fout. Zo hadden we drie triciteit, maar ons rendement is hoger. Voor elke het ontvochtigen van van de vier verwarmings- en koelblokken ver- kilowattuur die we nu gebruiken, gebruikten we serrelucht. ‘Dat sprak keerd geplaatst. Het heeft heel wat moeite gekost er vroeger drie. Dat betekent natuurlijk niet dat mij enorm aan. Traditi- om die fout te herstellen.’ de energiekost met een derde gedaald is, maar ze oneel wordt er ontvochis wel gedaald. Het rendement zal ook nog verder tigd door te verwarmen ‘Ik wist het gewoon.’ Het steekt Guy Herrijgers stijgen: ik schat dat er nog 20 procent verbetering en tegelijk de kas open te zetten: pure vernietiging nog altijd een beetje dat hij zo weinig steun vond op zit. De mensen van vito voeren hier al twee jaar van energie vind ik.’ Herrijgers zocht de auteur van voor zijn plannen. ‘Behalve de ingenieur geloofde metingen uit, in opdracht van de Vlaamse adminihet artikel, een ingenieur, op. ‘Ik wilde een serre re- niemand er eigenlijk in. Gelukkig hebben we een stratie. Pas na drie jaar kun je echt evalueren wat aliseren waarmee ik op het vlak van milieu en ener- kassenbouwer gevonden die vooruitdenkend is het precieze rendement is.’ gie voor minstens twintig jaar goed zit, en ik wilde en openstaat voor nieuwe technieken. Zelf heb onafhankelijker worden van fossiele brandstoffen. ik geen moment twijfels gehad. Ik heb het volste Nog volop ideeën. Intussen besteedt Guy HerSamen met de ingenieur heb ik de mogelijkheden vertrouwen in mijn kennis van de teelt en van kli- rijgers heel wat tijd aan het ontvangen van >>> onderzocht en zo zijn we bij koude-warmteopslag maatsturing. Ik wist gewoon dat het mogelijk was. terechtgekomen.’ De enige echte onzekerheid was de kleuring van de vruchten in het najaar en die blijkt nu zelfs beNa verschillende studierondes en contacten met ter te zijn dan voorheen. Nu, na twee jaar, geeft onder meer het iwt (Instituut voor de aanmoedi- het mij een heel goed gevoel.’ ging van innovatie door Wetenschap & Technologie in Vlaanderen) was het tijd voor de concrete uitwerking. ‘Toen begon het eigenlijk allemaal pas. Als je iets volledig nieuw realiseert, moet je heel

Natuurlijk is zo’n innovatie maar geslaagd als het bedrijf er beter van wordt. En dat is het geval, vindt Herrijgers. ‘Je moet niet innoveren om te inGuy moest volledig nieuwe software laten schrijven om het systeem te kunnen besturen.

5


Algemeen schema koude-warmteopslag (zomersituatie) .

>>> bezoekers. Vanuit heel Europa, en zelfs vanuit Australië en de Verenigde Staten is er interesse. ‘Gelukkig dat mijn zonen op het bedrijf werken, want anders zou ik er de tijd niet voor hebben.’ Het zal ook niet verbazen dat Guy Herrijgers nog volop ideeën heeft, voor een vernieuwend waterzuiveringssysteem bijvoorbeeld, en ook voor de watergift beschikt hij over

‘Veel lezen, met veel mensen praten, en over de grenzen van je land en van je sector kijken.’

een uniek systeem. ‘Door middel van Newton-meters wordt het gewicht gemeten van een bepaalde lengte van de teeltgoot. Daaruit kunnen we de

Kaas en koeling

optimale watergift afleiden, tot op de druppel. En wist je dat we de bladtemperatuur meten met een uv-meter, zodat we kunnen nagaan of de plant stress ondervindt?’ De innovaties die Guy Herrijgers heeft doorgevoerd zijn indrukwekkend, maar waar haalt hij zijn inspiratie? ‘Je moet veel lezen, met veel mensen praten, en over de grenzen van je land en van je sector durven te kijken.’ D

Stilstaan is achteruitgaan De land- en tuinbouwsector moet innoveren, stilstaan is immers achteruitgaan. Heel wat landbouwers en tuinders hebben die boodschap intussen begrepen en hebben vernieuwende ideeën in de praktijk gebracht. Innovatie in land- of tuinbouw kan vele vormen aannemen. Eén manier om te innoveren is nieuwe producten op de markt brengen of nieuwe markten aanspreken. Nieuwe tomatenvariëteiten, voorgegaarde witloofkropjes voor de horeca, hooi voor kleine huisdieren, speciale vruchten- of groentensappen, het zijn maar enkele voorbeelden. Die producten hebben een hogere toegevoegde waarde, zodat de boer een betere prijs kan bedingen. Een andere mogelijkheid is nieuwe diensten aanbieden: teambuildingweekends voor bedrijven, workshops, groene zorg, vakantiearrangementen enzovoort. Voorts kun je op zoek gaan naar nieuwe afzetstrategieën of -kanalen, bijvoorbeeld verkoop via

6

Landgenoten�Herfst�2005

internet of rechtstreeks leveren aan pakweg bedrijven of gezinnen. Iets heel anders – en toch weer niet – zijn technologische innovaties en verbeteringen van het productieproces. In veel gevallen is voor innovatie samenwerking met andere partijen nodig. Andere landbouwers, bedrijven uit de agrovoedingskolom, maar ook onderzoeksinstellingen, de distributiesector, en andere bedrijven of organisaties kunnen partners zijn om nieuwe wegen te bewandelen.

Nuttige adressen: • Innovatiesteunpunt, Postbus 40, 3000 Leuven, tel. 016 28 61 20, info@innovatiesteunpunt.be, www.innovatiesteunpunt.be • IWT-Vlaanderen, Bischoffsheimlaan 25, 1000 Brussel, tel. 02 209 09 00, info@iwt.be, www.iwt.be • VITO, Boeretang 200, 2400 Mol, tel. 014 33 55 11, vito@vito.be, www.vito.be

Nog zo’n innoverend bedrijf is het Catharinadal, van de broers Peter en Bert Boonen en hun echtgenotes in Hamont-Achel. Op het ouderlijke melkveebedrijf werd vijftien jaar geleden al op kleine schaal boter en kaas gemaakt. Intussen hebben ze een assortiment van 200 zelfgemaakte zuivelproducten, waaronder 43 kaastypes. ‘Mijn broer en ik zijn kaas beginnen maken toen we nog op school zaten,’ vertelt Peter. ‘Het zat er toen al in. Op dit moment werken we aan een pecorino, een Italiaanse schapenkaas, in samenwerking met de schapenboer van Koersel.’ Toen de broers enkele jaren geleden door strengere hygiënenormen de koelingscapaciteit op hun bedrijf moesten uitbreiden, bleken alle traditionele koelingssystemen op strenge geluids- en milieunormen te stuiten. Ze zagen zich verplicht een voor de sector totaal nieuwe techniek te gebruiken: boorgat-energieopslag. ‘Het was een gok,’ zegt Peter Boonen, ‘en een enorme investering. Maar het systeem werkt en door de hoge energieprijzen zullen we de kosten wellicht sneller terugverdienen dan verwacht.’ Via negen putten van 50 meter diep wordt ’s zomers warmte en ‘s winters koude opgeslagen in de bodem. Die buffer van energie wordt via een warmtepomp gebruikt voor de verwarming of koeling van de winkelruimte. Voor de koeling in de koeltogen, de rijpingskamers, de diepvriezers enzovoort is er een aparte koelgroep, die opnieuw warmte afgeeft aan het systeem. Het hele systeem werd uitgedacht samen met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). ‘Het was zeker niet eenvoudig, omdat het totaal nieuw is. We hebben bijvoorbeeld ook heel wat moeite moeten doen om een koeltechnieker en een verwarmingsinstallateur te vinden die eraan wilden meewerken.’


De Biechtstoel

‘Vlaanderen heeft het mestprobleem veel te laat erkend’ In elke Landgenoten neemt een spraakmakend figuur plaats in onze biechtstoel, om op de rooster gelegd te worden door VILT-voorzitter Dirk Lips. Deze keer Jan Turf, hoofd van de Bond Beter Leefmilieu, over de relatie tussen landbouw en milieu. Lips: Jullie blijven pleiten voor meer bos. Vindt u het niet onethisch om daar vruchtbare landbouwgrond voor op te offeren, terwijl er nog veel honger in de wereld bestaat? Turf: Wij pleiten vooral tegen het verdwijnen van nog meer bos, wereldwijd. Bij ons is dat historisch verlies enorm, zodat een gedeeltelijk herstel zich opdringt. Maar wees gerust, dat gaat niet ten koste van voedsel. Het wereldprobleem is vandaag niet zozeer dat er een tekort is aan voedsel, maar wel dat sommige mensen geen toegang hebben tot dat voedsel. Daarom vind ik het ook niet erg om energiegewassen te telen in de plaats van voedingsgewassen. Je hebt zuivere lucht en biodiversiteit tenslotte even hard nodig als voedsel. Bovendien blijkt uit recente Natuurrapporten dat de helft van onze planten- en diersoorten in gevaar is. Waarom moet de landbouw altijd het kind van de rekening zijn? Wij viseren de landbouw zeker niet. Het is een van onze actiepunten om eerst de zonevreemde bossen te regulariseren: het is makkelijker om be-

staande bossen te erkennen dan om in het dichtbevolkte Vlaanderen nieuwe bossen te creëren. Maar ik begrijp dat de landbouw – en waarschijnlijk niet geheel ten onrechte – het gevoel heeft dat politici de industrie- en woongebieden vaker ontzien. Toch wilt u heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied afbakenen. Dat betekent zowat het failliet van onze veehouderij! Als we de Europese regels naleven, dan kunnen we niet anders dan ongeveer heel Vlaanderen inkleuren als kwetsbaar gebied. De Europese nitraatrichtlijn bestaat al sinds 1991. De afbakening van kwetsbare gebieden moet gebeuren op basis van gegevens over de kwaliteit van het grondwater, het oppervlaktewater en de eutrofiëring. Toch houdt Vlaanderen vandaag nog altijd alleen maar rekening met het oppervlaktewater. Had men snel de Europese regels toegepast, dan was het probleem klein geweest. Maar nu is de intensieve veehouderij in de jaren negentig nog sterk gegroeid, waardoor het probleem alleen maar groter is geworden. Straks mag de hele landbouwsector daarvoor de rekening betalen. De Vlaamse politici hadden beter van meet af aan het probleem erkend en voor een flankerend beleid gezorgd.

het merendeel van de nitraatvervuiling afkomstig is van de landbouw. Ik zou moeten navragen hoe groot het aandeel van de industrie en van het huishoudelijk afvalwater is, maar ook in dit geval geldt het principe dat de vervuiler betaalt. In ieder geval heeft de landbouwsector er ook belang bij om de problemen zo snel mogelijk aan te pakken: minister ‘We zijn het Peeters benadrukt graag de omkeerbaarheid van volledig met u de ingekleurde kwetsbare eens dat de prijs gebieden. Al vrees ik dat hij van ons voedsel het zeer rooskleurig voor- vandaag de kost stelt. Het grondwater en niet dekt.’ de eutrofiëring krijg je echt niet van vandaag op morgen in orde. Dat is een pleidooi voor weer eens extra normen, terwijl de landbouw nu al kreunt onder lage winstmarges? We zijn het volledig met u eens dat de prijs van ons voedsel vandaag de kost niet dekt. In de winkel betalen we maar een fractie van wat de voedselproductie aan de mens en aan het milieu kost. Pas op langere termijn krijgen we de volledige rekening via onze gezondheidszorg of via belastingen. Daarom is het een van onze voorstellen om de ware kostprijs voor voedsel afdwingbaar te maken, en zelfs mee te rekenen wat het transport aan de maatschappij kost. In afwachting daarvan zou de landbouwer zijn positie in de productieketen moeten kunnen versterken door zich op niches te richten en door korteketenverkoop. D Lees het uitgebreide interview op www.landgenoten.be

Het lijkt wel alsof alleen de landbouw boter op zijn hoofd heeft? Niemand kan ontkennen dat

7


Prettig platteland

Adempauze op Hij mist de stad wel, maar voor de rest kan de zestienjarige Steven best leven met zijn verblijf op de boerderij. Steven is de twintigste jongere die Tim en Paula Swennen een adempauze bieden op hun bedrijf. ‘En de eerste die ik ’s morgens niet uit zijn bed moet halen,’ zegt Paula.

8

Landgenoten�Herfst�2005


Prettig platteland

de boerderij T

im en Paula Swennen uit het Limburgse Bilzen vangen sinds begin 2004 jongeren op, telkens voor twee weken. De jongeren komen uit een instelling of een problematische thuissituatie en krijgen een zogenaamde timeout op de boerderij. Tim: ‘Sinds onze eigen kinderen het huis uit zijn, is er veel minder leven in huis. Toen we een oproep lazen over een project met jongeren, hebben we ons meteen kandidaat gesteld.’ Intussen zijn twintig jongeren tussen 14 en 18 jaar op de boerderij gepasseerd – een hele ervaring voor Tim en Paula. ‘Het verbreedt je visie, want uiteindelijk is het landbouwmilieu een beschermd milieu. Wat sommige van die jongeren hebben meegemaakt… wij wisten niet dat dat bestond.’

Op het moment van het interview verblijft Steven – dat is niet zijn echte naam – op de boerderij. Voor een echte stadsjonWie de jongeren gen, compleet met baseballpet en hiphopbroek, beschouwt als was het even wennen aan extra werkde rust. ‘Er gebeurt hier eikrachten, komt genlijk niet zo veel. Ik ben bedrogen uit. gewoon van in de stad te wonen en ik mis het wel. Net zoals ik mijn vrienden mis. Maar toch is zo’n time-out nuttig om eens over alles na te denken. En al bij al valt het goed mee. Het is wel leuk met de dieren en zo.’ Onkruid wieden tussen de bieten, dieren voederen, het is wat voor iemand die nog nooit op een boerderij is geweest. Wie de jongeren echter beschouwt als extra werkkrachten, komt bedrogen uit. ‘Er zijn er wel bij die goed meehelpen en die aangenaam gezelschap zijn,’ zegt Paula. ‘Maar anderen komen hier toe en zakken precies volledig in. Dat is ook goed. Ze moeten niet helpen. Het is vooral de bedoeling dat zij er eens volledig uit zijn.’ Vooral boer blijven. Dat betekent niet dat er geen regels zijn. Integendeel: goede afspraken zijn juist erg belangrijk. Elke keer wordt er een contract opgemaakt tussen de familie Swennen,

de jongere en de begeleider van het project, Swa Janssens. Er zijn een aantal vaste regels zoals bijvoorbeeld geen contact met de buitenwereld via gsm of internet, een sanctie voor weglopen enzovoort. De landbouwersfamilie zelf mag echter ook een aantal leefregels opleggen die voor hen belangrijk zijn. Paula: ‘Op tijd opstaan is er een van, en roken mag enkel buiten. Ze moeten hun kamer opruimen en ze moeten mee aan tafel, ook als ze niet eten.’ ‘Dat laatste klinkt misschien raar,’ zegt Tim. ‘Maar wij vinden dat heel belangrijk. De maaltijden zijn op een boerderij soms de enige momenten dat je samen bent en dat je eens kunt discussiëren over iets.’ Het time-outproject is een initiatief van de vzw Huize Sint-Augustinus uit Zutendaal. Swa Janssens: ‘Het gebeurde vrij dikwijls dat begeleiders in de bijzondere jeugdzorg met sommige jongeren op hun tandvlees zaten. De enige oplossing was toen een gesloten instelling, maar daar hielden alle partijen een kater aan over. We beseften dat het veel beter zou zijn om beide partijen even afstand te laten nemen en het nadien opnieuw te proberen. Zo is het time-outproject gestart.’ De jongeren kunnen kiezen tussen een week stappen in de Ardennen of twee weken op de boerderij. De resultaten zijn goed: in ongeveer driekwart van de gevallen verloopt alles een stuk beter na de adempauze voor de jongere en de hulpverleners of het thuisfront. ‘Op de duur hebben die jongeren hun buik vol van hulpverlening. Door ze daar een tijdje uit weg te halen en ze te confronteren met het gewone leven, komen ze vaak tot rust. Daarom moet de boer ook vooral boer blijven en zeker geen hulpverlener spelen.’ Door merg en been. Als Swa een plaats zoekt voor een jongere, neemt hij contact op met een van de vijf landbouwersgezinnen die deelnemen aan het project. Die zijn vrij om ja of nee te zeggen. ‘Soms past het niet,’ zegt Paula. ‘En soms hebben wij ook tijd nodig om te recupereren, want sommige jongeren vragen veel energie.’ Als de landbou-

Tim en Paula Swennen

wers op de vraag ingaan, worden de eerste dag goede afspraken gemaakt. Tim: ‘Stuk voor stuk zeggen die jongeren dan dat ze niet over hun problemen willen praten, maar na twee dagen kennen we meestal het hele verhaal.’ De verhalen die Tim en Paula te horen krijgen, gaan soms door merg en been. ‘Mishandeling, druggebruik, noem maar op. Maar je moet ook kordaat zijn ‘Als boer moet je geen met die gasten: ze proberen allemaal hoe ver ze kunnen gaan. hulpverlener Wij kunnen soms meer zeggen proberen te dan een opvoeder. Als het botst, spelen.’ dan botst het.’ Swa komt geregeld langs op het bedrijf en zowel de jongere als de landbouwfamilie kan altijd telefonisch bij hem terecht. En als een van de partijen ermee wil ophouden, dan kan dat op elk moment. ‘Maar op al die tijd is er nog maar een keer iemand vroeger weggegaan,’ zegt Tim met voldoening. Idealisme. Tim en Paula krijgen van het project enkel een onkostenvergoeding van 10 euro per dag. ‘Daar hou je niks aan over. Als wij bijvoorbeeld ergens naartoe gaan, of eens een snack gaan eten, gaan die jongeren altijd mee.’ Zowel Paula en Tim als Swa vinden de nieuwe subsidieregeling (zie kader) dan ook een goede zaak, als er maar niet te veel administratie bijkomt. ‘Heel wat mensen >>>

9


Prettig platteland

‘Vraag nog altijd groter dan aanbod’ De interesse voor groene zorg stijgt, en ook de omkadering verbetert. We gingen praten met Katrien Goris van het Steunpunt Groene Zorg.

Swa Janssens van Huize Sint Augustinus

>>> vragen waarom we dit doen, of we niet liever op ons gemak zijn,’ zegt Paula. ‘Ach, wij zijn nog nooit op ons gemak geweest.’ Maar dat het niet voor iedereen is weggelegd, dat klopt. Tim: ‘Je moet sociaal ingesteld zijn, kunnen

‘Werken met bejaarden zou mij veel minder liggen.’

praten en je moet ook iets zoeken dat je echt ligt. Werken met bejaarden of met gehandicapten zou niks voor ons zijn. Het hele gezin moet er ook achter staan. Heel wat collega’s zeggen dat ze het nooit in mij gezien zouden hebben, en zeker oudere boeren vinden het maar raar. Maar het geeft ons voldoening. Het is voor een stuk idealisme. We willen iets doen voor kinderen die het niet goed getroffen hebben. Zo was er hier eens eentje van 16 jaar die al meer voor zijn moeder had gezorgd dan omgekeerd. Die kon hier eindelijk weer eens kind zijn, onbezorgd met de paarden spelen. Je moet niet bang zijn van die gasten, maar je mag je er ook niet teveel aan binden. Want zij moeten uiteindelijk terug naar een situatie die vaak verre van ideaal is.’ D

Hoeveel zorgboerderijen zijn er in Vlaanderen? Katrien Goris: ‘Op dit moment werken zo’n 130 land- en tuinbouwbedrijven samen met een zorginstelling. Ze vangen ongeveer 400 mensen op. In totaal worden echter ruim 1700 mensen opgevangen in een vorm van groene zorg, want er zijn ook instellingsboerderijen, sociale werkplaatsen en dergelijke die aan landbouw doen. En de interesse neemt toe. Begin 2004 waren er nog maar 57 land- of tuinbouwbedrijven gekend die aan groene zorg deden. Nu de subsidieregeling is goedgekeurd, zullen er zeker opnieuw bijkomen.’ Is er nog plaats voor bijkomende zorgboerderijen? ‘De vraag is nog altijd groter dan het aanbod. Heel wat zorginstellingen zoeken nog plaatsen. Er is zelfs al een zorgboerderij met een wachtlijst. Daarnaast zijn er nog altijd instellingen die de mogelijkheden niet kennen. En we verwachten ook nog groei vanuit de thuiszorg: bejaarden, mensen met een

handicap enzovoort die nog thuis wonen, zoeken immers vaak ook naar een zinvolle dagbesteding.’ Waarom kiezen zorginstellingen voor groene zorg? ‘De zorgsector vandaag wil cliënten zoveel mogelijk in de maatschappij integreren en uitgaan van hun mogelijkheden en niet van hun beperkingen. Omdat heel wat zorgvragers graag werken met planten of dieren, wordt een beroep gedaan op de land- en tuinbouw, maar zorginstellingen werken ook samen met kmo’s of dierenasielen. Ook de natuurlijke omgeving, de rust, de structuur en het vaste ritme zijn een meerwaarde van de landbouw. Op een boerderij of tuinbouwbedrijf is er ook altijd wel wat kleine handenarbeid te doen. Natuurlijk vraagt elke groep een eigen aanpak en moet een landbouwer kijken wat bij hem of haar past. Iemand die heel erg zorgend is, kan beter geen jongeren opvangen, maar misschien hulpbehoevende bejaarden.’ Binnenkort kunnen zorgboeren een mooie vergoeding krijgen: zijn jullie niet bang voor misbruiken? ‘Eigenlijk niet. De mensen die eraan beginnen, doen dat om de juiste redenen. Als je het alleen voor het geld doet of om een paar extra handen te hebben op het bedrijf, hou je het hoe dan ook niet vol. En uiteindelijk blijven de zorginstellingen de eindverantwoordelijken: zij beslissen met wie ze samenwerken. De samenwerking wordt ook geregeld geëvalueerd. Er zijn dus voldoende veiligheden ingebouwd om misbruik te voorkomen.’

Eindelijk subsidieregeling In juni werd de subsidieregeling voor groene zorg principieel goedgekeurd. Binnenkort kunnen zorgboeren een vergoeding krijgen van de Vlaamse landbouwoverheid, als compensatie voor de tijd die ze besteden aan de groene zorg. Om de subsidie aan te vragen is het nog te vroeg: daarvoor is het wachten op de definitieve goedkeuring. – Wie zijn infrastructuur ter beschikking stelt aan een groep met begeleider van een zorginstelling ontvangt daarvoor 15 euro per dag. – Wie zelf een tot drie zorgvragers opvangt,

10

Landgenoten�Zomer�2005

ontvangt daarvoor 40 euro per dag, onafhankelijk van het aantal zorgvragers. Om de subsidie te kunnen ontvangen moet je land- of tuinbouwer zijn in hoofd- of nevenberoep, samenwerken met een erkende zorgvoorziening en een overeenkomst sluiten met de zorgvoorziening en de zorgvrager. Ook de zorginstelling moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Meer informatie? Steunpunt Groene Zorg, Katrien Goris, tel. 016 28 61 28, www.groenezorg.be


Hallo Brussel

Sinds vorig jaar zijn er nieuwe regels van kracht voor het bezit en de bewaring van diergeneesmiddelen op het bedrijf.

Diergeneesmiddelen

Consument overtuigen van gezond verstand

T

oen vorig jaar de nieuwe regels voor het bezit en gebruik van diergeneesmiddelen werden ingevoerd, was het voor heel wat veehouders even slikken: weer extra administratie. ‘Maar,’ zegt Pascal Houbaert van het Voedselagentschap, ‘er was nood aan een regeling. Traceringssystemen hebben in het verleden

al meermaals hun nut bewezen, ook voor de veehouder zelf. De geneesmiddelenregisters kunnen immers voor hem een nuttig instrument zijn om zijn geneesmiddelenstock te beheren en om op te volgen welke dieren waarmee behandeld zijn. Bovendien heb je nu als veehouder een bewijs in handen, zodat je na een verkoop of na de slacht niet voor onaangename verrassingen komt te staan.’ Natuurlijk is de regelgeving ook erg belangrijk om het vertrouwen van de consument te versterken. Die maakt immers niet altijd het onderscheid tussen perfect legale en nuttige behandelingen enerzijds en illegale praktijken anderzijds. ‘De consument moet weten dat de sector met gezond verstand omgaat met medicijnen.’

Bedrijfsbegeleidende dierenarts Wie over een geneesmiddelenvoorraad op het bedrijf wil beschikken, moet per diersoort een bedrijfsbegeleidende dierenarts aanstellen. In dat geval is een geneesmiddelenvoorraad voor maximum twee maanden mogelijk. Zonder overeenkomst voor bedrijfsbegeleiding kan dat maar

Op het moment van het afsluiten van deze Landgenoten was de kb-wijziging die het register Uit beperkt tot de risicoperiodes, nog niet verschenen in het Staatsblad. Dat zal echter op korte termijn gebeuren en het Voedselagentschap houdt er ook bij de inspectiebezoeken al rekening mee.

voor vijf dagen.

Attest voor verhandelen Register IN: altijd Elk voorschriftplichtig geneesmiddel dat aanwezig is op je bedrijf, moet je kunnen verantwoorden met een document in het register IN. Daarin hou je de volgende documenten genummerd en chronologisch bij: kopieën van de diergeneeskundige voorschriften (ook voor gemedicineerde voeders) en van de toedienings- en verschaffingsdocumenten (tvd) afgeleverd door de dierenarts.

Register UIT: alleen in risicoperiode

In het register uit hou je dagelijks en per diersoort de behandelingen bij van dieren tijdens de risicoperiodes. Die risicoperiodes zijn als volgt vastgelegd: – vanaf 2 maanden voor de slacht bij runderen en We zetten enkele basisprincipes van de wetgeving varkens, op een rijtje. Alle details vind je in de brochure Va- – vanaf 1 maand voor de slacht bij pluimvee, konijdemecum voor de veehouder – geneesmiddelen op nen, hertachtigen, geiten, schapen, paarden en het landbouwbedrijf, die je gratis kunt aanvragen vissen, bij het Voedselagentschap. – vanaf de leeftijd van 16 weken bij vleeskalveren, – altijd bij pluimvee in de legperiode (eieren voor menselijke consumptie).

Als je dieren verhandelt die in de wachttijd van een behandeling verkeren en die dus voor een bepaalde periode niet voor menselijke consumptie geschikt zijn, maak je als verkoper een attest voor verhandelen op, in tweevoud en ondertekend door de beide partijen. Die verplichting geldt zowel tijdens als buiten de bovengenoemde risicoperiodes. Ze geldt echter niet voor kalveren jonger dan 30 dagen en biggen van minder dan 25 kilo.

Bewaring geneesmiddelen Alle geneesmiddelen bewaar je in een lokaal apart van de woning en van de stal en in aangepaste omstandigheden – dus indien nodig in een koelkast. Afhankelijk van de situatie moeten op de verpakking bepaalde gegevens vermeld staan, zoals naam en adres van de apotheker en de dierenarts en het unieke nummer van het voorschrift of het tvd. D Vraag het Vademecum voor de veehouder – geneesmiddelen op het landbouwbedrijf gratis aan bij het Voedselagentschap, tel. 0800 13 550 of info@favv.be.

11


Vakwerk! Erosiebestrijding In iedere Landgenoten zetten we over één thema nieuwe technieken, onderzoeksresultaten, proefprojecten en praktijkvoorbeelden in de kijker. In dit nummer is het thema ‘erosiebestrijding’.

Hou de bodem vast Door bodemerosie spoelt vruchtbare grond weg en vermindert op termijn je productie. Daarnaast veroorzaakt de weggespoelde grond ook maatschappelijke kosten aan waterlopen, woonwijken, wegen en riolen. Toch kunnen eenvoudige ingrepen al flink wat afspoeling voorkomen. Hoe erg is het erosieprobleem? Volgens experts gaat er jaarlijks in de zandleemstreek bijna vijf ton vruchtbare landbouwgrond verloren per hectare, wat overeenstemt met een middelgrote container gevuld met de beste grond van je perceel. In de leemstreek en in de weidestreek is de gemiddelde afspoeling op akkerland zelfs nog groter: respectievelijk 6,9 ton en 13,9 ton per hectare. De totale kosten van erosie – voor de landbouw en voor de maatschappij – worden geraamd op 60 tot 90 miljoen euro per jaar.

Krijg ik vergoedingen voor de aanpak van erosie?

Waar is de afspoeling het ergst? De erosie is het zwaarst op leem- en zandleemgronden die op een lange, steile helling liggen, onbegroeid zijn en een slechte bodemstructuur hebben. Volgens de afdeling Land van de milieuadministratie is de situatie in Vlaanderen acuut voor 7000 tot 7500 hectare landbouwpercelen. Toch lijdt zowat de hele zuidelijke strook van Vlaanderen in meer of mindere mate onder erosie: van Haspengouw, het Hageland, het Pajottenland, de Vlaamse Ardennen tot het Heuvelland.

Waarom krijgt erosie plots zo veel aandacht?

dat die mensen niet altijd affiniteit hebben met de landbouw, tonen ze minder begrip voor de hinder. Om al die redenen is erosiebestrijding op gevoelige gronden zelfs als voorwaarde opgenomen om Europese inkomensteun te kunnen krijgen (cross compliance).

Erosie is zeker geen nieuw fenomeen, maar de voorbije jaren is de afspoeling wel toegenomen. Enerzijds zijn de percelen groter geworden door de schaalvergroting in de landbouw, anderzijds werkt ook de moderne teeltwijze erosie in de hand. Komt daarbij dat mensen de voorbije tientallen jaren steeds meer zijn gaan wonen op plaatsen met een turbulente waterhuishouding. Om-

Sinds 1 januari moet je je landbouwgronden in goede landbouw- en milieuconditie houden om voor Europese inkomenssteun in aanmerking te komen. Dat betekent onder meer dat het op sterk erosiegevoelige percelen inderdaad verplicht is om vanaf 2005 minstens één erosiebestrijdende

12

Landgenoten�Herfst�2005

maatregel toe te passen. Op je verzamelaanvraag – de vervanger van de oppervlakteaangifte – staat voorgedrukt of je gronden als sterk, matig of licht erosiegevoelig worden beschouwd.

Is erosiebestrijding nu verplicht?

Inderdaad: bij de Administratie Land- en Tuinbouw (alt) en bij de Vlaamse Landmaatschappij kun je ook voor erosie beheerovereenkomsten afsluiten. Een overzicht: – Aanleg en onderhoud van grasbufferstroken: 0,13 euro/m2 door vlm – Aanleg en onderhoud van grasgangen: tot 0,16 euro/m2 door vlm – Niet-kerende bodembewerking: 80 euro/ha door vlm – Direct inzaaien: 200 euro/ha door vlm – Aanleg en onderhoud van aarden dam met erosiepoel: tot 4,4 euro per lopende meter dam door vlm – Inzaai groenbedekker: 50 euro per jaar per ha door alt. D Meer weten? West-Vlaanderen: vlm 050 45 81 34, alt 050 20 76 60 Oost–Vlaanderen: vlm 09 244 86 07, alt 09 272 22 40 Vlaams-Brabant: vlm 016 31 17 70, alt 016 21 12 95 Limburg: vlm 011 29 87 58, alt 011 74 26 70 Antwerpen: vlm 014 25 83 59, alt 03 641 80


Josse Peeters kocht een mulchzaaimachine die

Niet-kerende grondbewerking

de grond klaarmaakt en inzaait in één werkgang.

‘Erosie gehalveerd, opbrengst even groot’ Akkerbouwers Jan en Josse Peeters uit Huldenberg testen al twintig jaar technieken uit om erosie te bestrijden. Op het proefveld van KULeuven – 3,2 hectare leemgrond met een helling van vijftien procent – experimenteerden ze met de meest uiteenlopende teelttechnieken. Daarvan blijken vooral groenbedekkers en niet-kerende grondbewerking hen te bekoren.

O

p de weg naar hun proefveld waarschuwt Josse Peeters ons meteen dat zijn tarwe er dit jaar afschuwelijk bij staat. ‘Twee dagen na het zaaien kregen we vijftig liter regen per vierkante meter,’ zegt Josse. ‘Dan maakt het niet veel uit of je erosiebestrijdende technieken toepast of niet. Het graanzaad moet de tijd krijgen om worteltjes te vormen, zeker op percelen met meerdere hellingen.’ Op dat moment vermoedde niemand dat het ergste noodweer nog moest komen: tijdens de wolkbreuk van 29 juni kreeg het volledige bedrijf op anderhalf uur 86 liter water per vierkante meter en hagelstenen met een diameter tot 4 centimeter te verwerken, waardoor zo goed als alle gewassen zware schade opliepen.

Spectaculaire proeven. Het proefveld is onderverdeeld in twee gelijke delen maïs, waarbij de ene helft van het gewas is ingezaaid zonder te ploegen (niet-kerende grondbewerking) en de andere helft na traditionele bodemvoorbereiding. Aan de jonge planten is niet te zien welke helft geploegd is en welke niet: dat blijkt alleen uit de aanwezigheid van de oude oogstresten van vorig jaar tus-

sen de rijen in het perceel waar zonder te ploegen werd ingezaaid. ‘Vorig jaar haalden Jan en Josse zowel op het geploegde als op het niet-geploegde deel een opbrengst van 15,5 ton maïs per ‘Voor mij is erosie hectare,’ zegt Katleen geen probleem Gillijns van de kuLeudat mijn opvolger ven. ‘In bijna al onze maar moet proeven blijkt de opoplossen.’ brengst met of zonder ploegen ongeveer even groot. Terwijl niet-kerende grondbewerking het bodemverlies met zowat de helft vermindert.’ ‘In vergelijking met de eerste proeven die ik uitvoerde, zijn dat spectaculaire resultaten,’ zegt Josse Peeters. ‘Ik herinner me nog experimenten waarbij ik 250 kilogram zaaigraan gebruikte waarvan slechts 150 kilogram opgroeide. Twintig jaar geleden waren de no-till machines nog zeer rudimentair. Maar net als bij dubbele inzaai werd de erosie er ook drastisch door verminderd. Waarom ik al die technieken wil uittesten? Voor mij is erosie geen probleem dat mijn opvolger, maar >>>

13


Machines voor minimale bodembewerking

Schijveneg

Mulchzaaimachine

Directzaaimachine

Diepwoeler met micheltand

>>> ikzelf moet oplossen. En ik heb het altijd boeiend gevonden om informatie uit eerste hand te krijgen.’ Dit jaar werkt Josse mee aan twee erosieprojecten – het sowap-project en een Interregproject – en aan een onderzoek naar bodemleven van de KULeuven.

onszelf direct zo’n mulchzaaimachine gekocht. Het was een buitenkansje: een vriend vond de machine die hij één seizoen had gebruikt voor zijn bedrijf al te klein. Overigens zijn mulchzaaimachines in aankoop maar een tiental procent duurder dan klassieke zaaimachines. En in gebruik komen ze voordeliger uit. Zelfs zonder in rekening te brengen dat je geen grond meer moet aanvoeren om geulen te dichten.’

siebestrijding ben ik wel geïnteresseerd, als er tenminste geen addertjes onder het gras zitten. Zo wil ik me niet vastleggen om vijf jaar niet te ploegen als je de uitzondering minimum 24 uur op voorhand moet laten weten. Want als het toch nodig is om te ploegen, dan kun je door de weersomstandigheden vaak geen ‘Als je voor 24 uur staan afwachgrasstroken 1300 ten. Het aanleggen van euro per hectare grasstroken zie ik wel zitten. Als je aan de huikrijgt, moet je dige marktprijzen per niet twijfelen.’ hectare 1300 euro krijgt voor een teelt waaraan je niet veel werk hebt en die bovendien nog wat dierenvoeding oplevert, dan vind ik dat je niet moet twijfelen.’ D

Zaaimachines en groenbemesters. Terwijl Jan en Josse op het proefveld al drie jaar hun ploeg door een cultivator vervangen, hebben ze dit jaar voor het eerst een mulchzaaimachine ingezet en ‘Met groenal hun graanvelden inbedekkers sla je gezaaid door middel van drie vliegen in niet-kerende grondbeéén klap.’ werking. Met de mulchzaaimachine maak je in één werkgang de grond klaar met een rotoreg en zaai je met schijven meteen door de oude oogstresten. Josse: ‘We hebben

Bedrijfsfiche Het bedrijf van de broers Jan en Josse Peeters omvat samen 115 hectare: 40 ha aardappelen, 35 ha graan, 14,5 ha suikerbieten, 12 ha korrelmaïs, 2,5 ha appelen, 2 ha peren en 9 ha braak en weides

14

Landgenoten�Herfst�2005

Naast de niet-kerende grondbewerking zaaien Jan en Josse Peeters al jaren groenbemesters in na de graanoogst. ‘Dat heb ik nog van mijn ouders meegekregen,’ zegt Josse. ‘Toen waren het wikken, maar geleidelijk zijn we overgeschakeld op gras. Vanaf september wordt gele mosterd ingezaaid om de nitraatnormen voor reststikstof te halen.’ Stijn Windey van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek: ‘Met groenbedekkers sla je eigenlijk drie vliegen in één klap: je akker blijft niet onbegroeid achter waardoor je in het najaar minder bodemafspoeling krijgt. Het inwerken ervan verhoogt het organisch materiaal in de bodem. En je vermindert de stikstofuitspoeling tijdens de wintermaanden.’ Als je de groenbedekkers in je teeltrotatie inpast, krijg je van de Administratie voor Land- en Tuinbouw bovendien een vergoeding van vijftig euro per hectare. Beheerovereenkomsten. Voorlopig hebben Jan en Josse Peeters noch voor de groenbedekkers, noch voor erosiebestrijding beheerovereenkomsten afgesloten. ‘We willen ons er niet toe verplichten om de groenbemester pas na vijftien februari in te werken. Een goede vorstperiode is nog steeds onze beste grondbewerking,’ zegt hij. ‘Maar in ero-

Meer weten? Afdeling Fysische en Regionale Geografie (k.u.Leuven), Katleen Gillijns, tel. 016 32 64 14, katleen.gillijns@geo.kuleuven.ac.be Meer weten over machines voor niet-kerende grondbewerking? Neem contact op met de dienst Agromech van het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek, Stijn Windey, tel. 09 272 28 10, s.windey@clo.fgov.be Andere interessante bronnen: www.mina.be (Aminal afdeling Land) www.erosiebestrijding.info (Interreg-project) www.mesam.be (Mesam-project) www.sowap.org (Sowap-project)


Vakwerk! Erosiebestrijding

Boerderijcompost maakt je bodem gezond Een gezonde bodemstructuur is niet alleen belangrijk om erosie aan te pakken: een gezonde bodem beïnvloedt rechtstreeks je productieresultaten. Daarom besloot fruitboomkweker Bart Dequidt uit Kemmel twee jaar geleden om zelf boerderijcompost te maken en te spreiden. Dit voorjaar heeft Bart Dequidt uit het WestVlaamse Kemmel voor de tweede keer boerderijcompost gespreid op zijn twee hectare fruitbomen ‘Op één in volle grond. Omdat hij perceel is de onvoldoende grond heeft groei zowat voor teeltwisseling, wilde hij daardoor de bodem- verdubbeld.’ moeheid bestrijden op zijn licht hellende percelen. Intussen blijkt hij het volste vertrouwen in zijn aanpak te hebben. ‘Je kunt niet verwachten dat de

bodem na twee keer hersteld is,’ zegt Bart. ‘Maar op het perceel moerplanten is de groei zowat verdubbeld. Terwijl ik de beginperiode vooral zag als kennismaking met het composteringsproces.’ Goed begonnen = half gewonnen. De belangrijkste fase van het composteringsproces is de opbouw van de hoop. Daarbij moet je de juiste hoeveelheid van de verschillende materialen correct stapelen: de lichtste materialen onderaan, de zwaarste aan de top. Na het stapelen worden de materialen gemengd. Daarna moeten zowel de temperatuur als het co2-gehalte van de hoop nauwgezet worden gecontroleerd. Bart Dequidt: ‘Als die waarden te hoog worden – wat bij mij een keer of vier voorkwam – moet je de composthoop keren. In het begin voerde ik een paar keer per dag metingen uit. Maar dat minderde al snel tot één keer per week in de periodes dat de waarden gunstig waren.’ In totaal heeft de compost aan Bart Dequidt ongeveer dertig euro per kubieke meter gekost: bijna het dubbel van wat het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek als gangbaar beschouwt. ‘Ik moet toegeven dat ik enorm geschrokken ben van de onkosten,’ zegt Bart. ‘Ik gebruik nochtans heel wat eigen snoeiafval. Bovendien kan ik als lid van ’t Boerenlandschap voor een redelijke prijs een

‘Ik ben wel geschrokken van de onkosten per kubieke meter.’

grote en zeer degelijke

compostkeerder huren. Maar ik wil schimmeldominante compost, waardoor ik extra veel houtachtig afval nodig heb. En waarschijnlijk zijn ook mijn werkuren wat hoger uitgevallen als beginner.’ D Meer weten over boerderijcomposteren? Neem contact op met het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek, tad Farmcompost, Koen Willekens, tel. 09 272 26 73, k.willekens@clo.fgov.be Of surf naar de volgende websites: www.compost.be www.boerderijcompost.be www.vacvzw.be/compost www.menart-technology.com

Om zijn composthoop te keren, huurt Bart Dequidt de compostkeerder van de vzw ’t Boerenlandschap, waarvan hij lid is.

15


Vakwerk! Erosiebestrijding

67.000 m2 grasstroken Sinds 2003 loopt in Limburg, Vlaams-Brabant en Nederlands-Limburg het Interreg-project Erosiebestrijding. Die regio’s kampen geregeld met water- en modderlast en om dat te voorkomen wordt erosie er aan de bron aangepakt. Ook de plaatselijke landbouwers werken er aan mee: zo’n 40 Vlaamse en 25 Nederlandse boeren passen allerlei erosiebestrijdingstechnieken toe op hun bedrijf. Zo werd op 250 hectare akkerland nietkerende grondbewerking toegepast en werd er 67.000 m2 grasstroken aangelegd. Binnen het project is er ook een luik onderzoek en worden er demonstraties gehouden. Op proef- en demon-

stratievelden wordt het effect van de verschillende erosiebestrijdingstechnieken gemeten. In het project werken zeven partners samen: de provincies Limburg, Vlaams-Brabant en Nederlands Limburg, Aminal Water, het Waterschap Roer en Overmaas, de (Nederlands) Limburgse Land- en Tuinbouwbond en Boerenbond. Het project wordt voor de helft gefinancierd met Europees geld. Meer info: www.erosiebestrijding.info

Truiense bufferzones beschermen waterlopen

16

Door bodemerosie verdwijnt niet alleen vruchtbare bodem van akkers: ook de kwaliteit van waterlopen wordt aangetast doordat aarde, gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten in het water terechtkomen. In de regio rond Sint-Truiden werken verschillende overheidsinstanties daarom samen om – met de VLM-beheerovereenkomsten als drijvende kracht – zo veel mogelijk bufferzones in te richten langs kwetsbare waterlopen.

afspoeling naar waterlopen is een van de zeven sporen van het lokaal waterplan dat we vorig jaar hebben opgesteld met de verschillende gemeentes uit het deelbekken van de Melsterbeek. Zo hebben we de voorbije maanden onder meer uitgebreid in kaart gebracht waar de aanleg van bufferzones het meest aangewezen is. Vandaag is het tijd om die woorden in daden om te zetten en de uitgetekende plannen uit te voeren.’

natuurlijk zelf of ze op ons voorstel ingaan. We beseffen ook wel dat het niet overal mogelijk is om een strook van tien meter breed aan te leggen – wat volgens onderzoek de breedte is die het meest afspoeling opvangt. Maar met de beheerovereenkomsten hebben we een degelijk instrument in handen: 0,13 euro per vierkante meter is niet niks. Bovendien handelen wij alle administratie af die erbij komt kijken.’

Volgens Karel Vandaele van de Watering van Sint-Truiden is de planfase voor de Truiense regio achter de rug. ‘De aanpak van erosie en van

Toch wil het samenwerkingsverband niemand verplichten om een bufferstrook aan te leggen. Karel Vandaele: ‘De landbouwers beslissen

Meer weten? Neem contact op met Karel Vandaele, tel. 011 68 36 62, karel.vandaele@wateringsinttruiden.com

Landgenoten�Herfst�2005


Oude koeien

Hoe goed ken jij onze rijke landbouwtraditie nog? Vertrekkend van onze moderne landbouwomgeving spitten we in deze rubriek telkens enkele opmerkelijke weetjes naar boven. Geïnspireerd door de Werktuigendagen, duiken we in het boeiende archief van landbouwmachines.

O

nze voorouders hebben hun akkers eeuwenlang bewerkt met een ploegstok, die enkel op lichtere gronden ook door dieren kon worden voortgetrokken. Op het einde van de tiende eeuw werd dan de ploeg met wielen in WestEuropa geïntroduceerd. Waar die ploeg precies vandaan kwam, is niet helemaal duidelijk, maar we weten wel dat de ploeg zeer diep sneed en niet door één os kon worden voortgetrokken. Doordat geen enkele boer het zich kon veroorloven om vier ossen te houden – en doordat paarden nog niet waren ingeburgerd – ontstonden toen de eerste coöperaties van landbouwers die elkaars ossen gebruikten om te ploegen.

Jaren 50: de zelfrijdende maaidorser van Claeys.

© Ecomusée, Treignes

Van ossenkar tot pikdorser

Dorskast aangedreven door ‘locomobile’. ©CAG, Leuven

Melotte verovert Europa. In België maakt het bedrijf Melotte, dat vooral bekend is van de wijd verspreide ontromer met hangende bol, opgang. In de eerste helft van de twintigste eeuw verkocht het bedrijf uit Remicourt en Gembloux duizenden ploegen en andere landbouwwerktuigen. In die periode werkten al meer dan 450 werknemers aan de ontromers, waarvan er per jaar meer dan twintigduizend werden geëxporteerd. Tussen de twee wereldoorlogen raakte in onze contreien ook de dorskast algemeen verspreid. Aanvankelijk werd die nog aangedreven door een soort locomotief, maar vanaf 1950 deed de tractor zijn intrede op de meeste landbouwbedrijven.

Een smid genaamd John Deere. In de twaalfde eeuw deed het gareel zijn intrede in Europa, waardoor de trekdieren veel minder in ademnood kwamen: voortaan werden vooral de schouders van de dieren belast. Tegelijk ontdekten alsmaar meer landbouwers dat de dure paarden zichzelf door hun werkkracht terugverdienden. Een volgende belangrijke stap voor de mechanisatie van de landbouw werd gezet door de Engelsman Ransom, die in 1785 een patent nam op zijn gietZedelgem stelt voor: de maaidorijzeren ploegschaar. Tijdens In 1847 werd smid John ser. In 1953 zorgt Zedelgem voor een de volgende decennia liet Deere beroemd met een Europese landbouwprimeur: de firma ook een smid uit het oos- nieuw type stalen ploeg. Claeys lanceert de eerste zelfrijdende ten van de Verenigde Staten maaidorser in Europa. Toch is de maaivoor het eerst van zich horen: vanaf 1847 maakte dorser geen Europese uitvinding. Al in 1836 beJohn Deere naam en faam met een nieuw type sta- dachten de Amerikanen Moore en Hascall een malen ploeg. chine die tegelijk kon maaien, dorsen en reinigen. Het probleem van die generatie machines was ech-

ter dat hun uitvinding enkel droog graan kon oogsten. Toen ook voor andere landbouwmachines het werken op natte velden geen probleem meer vormde, veranderde ook de suikerbietenteelt drastisch. Vanaf het einde van de jaren vijftig raken de bietenrooimachines algemeen ingeburgerd. Coöperatie en/of loonwerk? Ook de voorbije vijftig jaar zijn de landbouwmachines nog heel wat gesofisticeerder en efficiënter geworden. Zo neemt het verschil in arbeidsuren per hectare tussen het begin van de mechanisatie en vandaag duizelingwekkende proporties aan. Terwijl we per hectare graan met een moderne pikdorser gemiddeld twee uren in de weer zijn, kostte het zonder mechanisatie zowat 175 arbeidsuren om het graan te maaien, te dorsen, te reinigen en te vervoeren. Uiteraard hangt aan die moderne techniek ook een prijskaartje, waardoor flink wat machines enkel nog betaalbaar zijn als je ze voldoende uren kunt inzetten. Zou het ooit zover komen dat alle landbouwers een beroep doen op loonwerk en/of een coöperatie? D Meer weten? www.cagnet.be

De werkplaatsen van Melotte, rond 1906. © Musée de la vie rurale, Remicourt

17


Advertentie


Nieuws

Column

Peeters lanceert e-loket voor beheerovereenkomsten Vlaamse landbouwers kunnen voortaan het e-loket www.eHorizon.be raadplegen om een overzicht te krijgen van de verschillende beheerovereenkomsten die ze kunnen afsluiten met verschillende administraties. (…) Marktaandeel Certus blijft toenemen Het aantal erkende producenten binnen het kwaliteitslabel Certus steeg in 2004 met bijna een derde. Het aantal varkensboeren en vooral het aantal verkooppunten is flink toegenomen in vergelijking met 2003. (…) Boer krijgt extra premie voor teelt energiegewassen Landbouwers kunnen op niet-braakgronden een bijkomende premie van 45 euro per ha aanvragen voor de teelt van energiegewassen. Alle energieteelten zijn daarbij toegelaten, met uitzondering van suikerbieten. Wat de eindproducten betreft, geldt de maatregel alleen voor biobrandstoffen en voor de productie van elektrische en thermische energie uit biomassa. (…) Agricall doet voort Agricall, de telefonische hulplijn voor landbouwers met psychologische problemen, kan ook na 2006 voortwerken. De Vlaamse en federale overheid praten over de manier waarop ze na 2006 de financiering kunnen waarborgen. Agricall bestaat sinds eind 2000 en het aantal oproepen blijft jaar na jaar stijgen. (…) Zou je graag de landbouwactualiteit elke dag op de voet volgen? Helemaal gratis? Surf dan naar www.vilt.be en abonneer je op het nieuwsoverzicht. Dan ontvang je elke ochtend verse nieuwsberichten in je mailbox.

Al Qaeda Boem! Een oorverdovende knal vlakbij het Centraal Station. Nog één. Hels lawaai, loeiende sirenes, verbouwereerde omstanders. Geschreeuw. Oren suizen. Er volgen nog meer knallen. Nu is de buurt van het Europees parlement het doelwit. De politie werpt barricades op, overvalwagens snellen toe. Er rolt verdorie een guillotine over straat. ‘Ze willen onze kop,’ roept Jezus van Malderen. Hij is één van de 7.000 suikerbietboeren die zich in hun wiek geschoten voelen door de Europese Commissie. Ooit bibberde Brussel voor betogende boeren. Maar de landbouwers moeten het afleggen tegen de globalisering. Metrodeskundigen en andere veiligheidsexperts hebben met Al Qaeda en de Abu Hafs al-Masri Brigades nu andere katjes te geselen. De moegetergde landbouwers staan al lang niet meer op de zwarte lijst. Aan het eind van de boerenoptocht meet een verantwoordelijke van de veiligheidsdiensten de schade op: al het geknal van de voetzoekers onderweg ten spijt moet hij in zijn leeg atomaschrift alleen maar een geplooide autospiegel en een kras op een vuilbak noteren. In zijn graf beklaagt Mansholt zich dat hij een generatie te vroeg geboren is. Tijdens de syndicale toespraken op het grote podium blijkt dat Europese Unie veel te groot geworden is. De ene na de andere boerenleider laat in zijn eigen taal dezelfde spierballen rollen. Eindeloos. De knorrende maag van de Poolse dele-

gatieleider overstemt zijn kort gemompel in de micro. De volgende, alstublieft. Plots springt de Duitse landbouwminister Renate Künast op het podium. Ze snauwt de boeren zo driest toe dat je tot het einde van je dagen wroeging zou krijgen om nog een suikerbiet te telen. De telers fluiten beleefd. Hoe komt Künast hier zo makkelijk weg, vraag ik me ongelovig af. We zijn beschaafd geworden, antwoordt er eentje. Ah bon. De kleine boeren uit het Zuiden zijn er nog erger aan toe. Bush verklaarde op de jongste WTOtop dat hij alle landbouwsubsidies wil afschaffen indien de Europese Unie dat ook zou doen. De Commissie ziet de afbouw van handelsverstorende exportsteun best zitten, maar dan moet de VS dat voorbeeld volgen. Zo volgt de ene holle verklaring na de andere zinloze statement van de westerse diplomaten. De Afrikanen staan er uitgemergeld bij en kijken er al enkele jaren naar. Toen enkele Afrikaanse leiders een smeekbede hielden voor een deadline in dit dossier, waren de Amerikanen zo ontzet dat ze net niet Renate Künast op hen afstuurden. Om erger te voorkomen, heeft bondskanselier Schröder dan maar beslist om de federale verkiezingen in Duitsland te vervroegen.

A. de Koning Onafhankelijk landbouwdeskundige

19


‘Wat hebt u tegen de l De laatste maanden liggen de landbouwsubsidies her en der onder vuur. Een van de tegenstanders is professor Landbouweconomie Erik Mathijs (KUL). We stuurden Eric Boussery als reporter op hem af. Hij heeft een gemengd bedrijf met akkerbouw, melkvee en rundvee en is dus de geknipte man voor een stevig gesprek over landbouw en subsidies. Eric Boussery: U bent tegen de Europese landbouwsubsidies. Waarom? Erik Mathys: Ik ben vooral tegen de manier waarop de landbouwsubsidies worden gebruikt. Ik vind dat we de markt moeten laten spelen en subsidies alleen gebruiken om de markt waar nodig te corrigeren. Vandaag werken de subsidies marktverstorend. De Europese belastingbetaler draagt elk jaar 120 euro bij aan de landbouwsubsidies. Dat is toch maar een kleine verzekeringspremie voor voldoende en veilig voedsel? Die 120 euro is wat er op de begroting staat. Subsidies hebben echter ook minder zichtbare effecten die tot verlies van welvaart leiden in de maatschappij. Zo krijgen Europese boeren voor melk en suiker nog altijd een prijs die hoger ligt dan de wereldmarktprijs en daardoor betalen wij in de winkel eigenlijk een meerprijs voor die producten.

Eric Boussery op zijn bedrijf in Kemmel.

pa, maar ook in Frankrijk of Engeland, kunnen akkerbouwers wel degelijk concurreren met de wereldmarkt. Ik ben ervan overtuigd dat er na een afschaffing van de subsidies nog altijd landbouw Voedsel is ook een strategisch goed. zou zijn in Europa, maar misschien Moeten we niet tegen elke prijs de ‘We zullen nooit niet in alle gebieden. In Vlaanderen is productie ervan in eigen regio proberen twee derde van de land- en tuinbouw even strenge te houden? al niet gesubsidieerd. Zonder subsinormen kunnen dies zou men in bepaalde regio’s wel We moeten inderdaad over een strategische voorraad blijven beschik- opleggen aan naar alternatieven moeten zoeken. ken, op Europees niveau. Maar dat kan buitenlandse Dan denk ik bijvoorbeeld aan de akook zonder subsidies. In Oost-Euro- producten.’ kerbouw in Haspengouw.

20

Landgenoten�Herfst�2005

De landbouwsubsidies zijn ook een compensatie voor de hoge productie-eisen die hier gesteld worden inzake dierenwelzijn, milieu enzovoort. Vindt u dat dan onterecht? Dat vind ik een van de moeilijkste kwesties. Toch denk ik dat subsidies geen goed antwoord zijn. Europa moet blijven proberen om de wereldhandel beter georganiseerd te krijgen. We zullen echter nooit even strenge normen kunnen opleggen aan buitenlandse producten, omdat milieunormen, maatschappelijke eisen en dergelijke nu eenmaal plaatsgebonden zijn. Bovendien zal de grond hier altijd duurder zijn, en zullen de lonen altijd hoger liggen. Ik denk dat er maar een oplossing is: de producten die hier geproduceerd zijn en voldoen aan allerlei normen moeten zich differentiëren van de rest, bijvoorbeeld via labels. Zo buig je de nadelen om tot troeven. Bij groenten en fruit blijkt dat goed te lukken. Ik heb er geen probleem mee dat subsidies worden ingezet voor kwaliteitssystemen en dergelijke. En ook heel wat andere subsidies in het kader van de plattelandsontwikkeling mogen hoger. Intussen ligt het inkomen van een op vier Vlaamse landbouwers lager dan het minimumloon. Is het dan verantwoord om tegen de subsidies te pleiten? Als zoveel bedrijven zelfs met subsidies nog niet aan een redelijk inkomen komen, moet je je toch afvragen of er geen reconversie nodig is? Voor een groot deel gaat het om bedrijven die gewoon structureel niet meekunnen, omdat ze te klein, te onrendabel zijn. De subsidies houden die bedrijven gewoon in stand en dat ondermijnt de gezondheid van de sector. Je hebt uitstoot nodig om de blijvers gezond te houden. De vraag is of dat proces versneld moet worden. Europa biedt mogelijkheden voor reconversie, vervroegde uitstap, en begeleiding van die mensen, maar om een of andere reden maakt de Vlaamse overheid er geen gebruik van. Het zou de blijvers nochtans meer groeikansen bieden.


Reporter te velde

landbouwsubsidies?’ U pleit voor een nieuwe landbouw: wat houdt dat in? We moeten uitzoeken wat wij voor hebben op de anderen. Ik denk dat de nabijheid van een enorme groep consumenten onze grootste troef is. Nergens ter wereld zitten zoveel welvarende consumenten bij elkaar als in het gebied Zuid-Engeland, Benelux, Noord-Frankrijk en ‘De subsidies West-Duitsland. We moeten die consument beter le-

houden onrendabele bedrijven in stand.’

ren kennen, er meer mee communiceren. Dan kunnen we volgens mij rendabel aan landbouw doen zonder subsidies. Door producten te differentiëren of aan verbreding te doen. Maar het valt wel op dat juist bedrijven die al met succes aan landbouw doen, ook van verbreding een succes maken. Alles hangt af van de capaciteiten van de bedrijfsleider.

Niet iedereen kan toch toeristen ontvangen of koolzaad telen? Nee, elke bedrijfsleider moet zijn eigen strategie uitwerken. In de Vlaamse landbouw springt iedereen soms te vaak op dezelfde kar, van de varkensteelt, van de aardappelen. Iedereen volgt de cycli, maar een goeie ondernemer denkt juist anticyclisch. Er zijn ook manieren om meer toegevoegde waarde in de landbouw te houden. Waarom zou een boer zich zelf niet indekken op de termijnmarkten? Waarom kan integratie niet van de boer komen? Er is een groot verschil tussen zelf integreren en geïntegreerd worden.

‘Nergens ter wereld zitten zoveel welvarende consumenten bij elkaar als hier bij ons.’

U pleit ook voor nieuwe bedrijfsvormen, zoals vennootschappen. Maar wie wil er investeren in een sector met zo weinig rendement? Aan de schaalvergroting komt geen eind, en voor een eenmansbedrijf is het vaak niet meer haalbaar. Extern kapitaal aantrekken gebeurt nu al in de tuinbouw. In andere sectoren gebeurt het niet omdat het rendement te laag is. Dat is natuurlijk een vicieuze cirkel. Er zijn ook andere mogelijkheden: samenwerking bijvoorbeeld. De familiale landbouw is te sterk versnipperd, waardoor ze in de keten weinig macht heeft. Kunnen we grootschalige organisatievormen creëren die voordelen bieden voor de familiale landbouw? Dat is de uitdaging. In zo’n constructie zou je bijvoorbeeld samen betaald advies kunnen inwinnen of samen een boekhouder in dienst nemen. Dat impliceert natuurlijk dat je je samen met anderen voor een gemeenschappelijk doel kunt inzetten. D Heb je zelf ook netelige vragen voor een bedrijf, instelling of persoon waar je als landbouwer of tuinder mee te maken hebt? Stel je dan via www.landgenoten.be kandidaat om een dag op pad te gaan als Landgenoten-journalist.

Professor Erik Matthijs in gesprek met boer Eric.

21


Buitenlander

‘De geur van mest is echt zalig’ Het tweede seizoen van Boer zkt vrouw biedt het perfecte alibi om de Buitenlander in boerenkoppelaarster Dina Tersago eens te verkennen. Plaats van afspraak is het akkerbouwbedrijf van Jimmy De Prins in Grimbergen. Jimmy is er helemaal klaar voor, zo blijkt al bij de kennismaking. ‘Ik ben niet echt dol op BV’s maar Dina is hier altijd welkom,’ zegt hij nog voor we goed en wel aan de keukentafel hebben plaatsgenomen. Hoezo, Jimmy? ‘Boer zkt vrouw heeft volgens mij een ware revolutie veroorzaakt in de manier waarop de mensen tegen landbouwers aankijken. Ik was eerlijk gezegd bang dat ons beroep eens te meer in een negatief daglicht zou worden geplaatst. Maar niets is minder waar: de boeren worden met respect in beeld gebracht en zijn alles behalve karikaturen.’ Dina neemt het compliment dankbaar ‘Ik heb veel in ontvangst: ‘Ik voel me bewondering echt op mijn gemak in voor jullie werk.’ dit programma. Boer zkt vrouw klinkt misschien een beetje cru. Maar het beantwoordt nu eenmaal aan de realiteit. Ergens fascineert het landbouwersleven vrouwen wel. Hoeveel vrouwen zijn er niet die melkkannetjes en zo verzamelen met afbeeldingen van koeien op?

22

Landgenoten�Herfst�2005


Maar de eerste keer dat ze een koe in levende lijve zien, trekken ze zúlke ogen. Laat staan dat ze met een landbouwer zouden trouwen en in de boerenstiel zouden stappen...’ Dina is opgegroeid in een dorp en heeft zelf wel enige affiniteit met het leven op het platteland: ‘Mijn moeder zette altijd verse groenten op tafel en boter en karnemelk kochten we bij de boer om de hoek. ‘Veel vrouwen Ik heb er ook wel eens een hebben een al kalfje zien geboren worden. te romantisch Maar ik had nooit verwacht dat ik op een dag een aardig beeld van de mondje zou meepraten over landbouw.’ dikbilkoeien die met een keizersnede moeten kalven. (lacht) Ik heb echt veel bewondering gekregen voor jullie werk.’ Intussen is het voltallige gezin De Prins in de keuken neergestreken. Hier zal Dina alvast geen kandidaten voor een eventuele derde reeks vinden want Jimmy en Liliane hebben alleen maar dochters: Cathy (21), Lindsay (19) en Steffy (12). Toch is Boer zkt vrouw niet veraf: een vriend van Lindsay heeft dit jaar aan de selecties deelgenomen maar heeft het scherm net niet gehaald. Creatief blijven. ‘We telen vooral aardappelen maar ook suikerbieten, tarwe en maïs,’ vertelt Jimmy. ‘Als Europa de hervormingsplannen voor de suikerbietenteelt doorzet, dan zijn we verplicht om

een alternatief te zoeken, koolzaad bijvoorbeeld. Als we willen overleven, moeten we creatief blijven en vooral durven te innoveren.’ Tot die conclusie is Dina na twee seizoenen Boer zkt vrouw ook al gekomen: ‘Ik ben al op de meest uiteenlopende boerderijen geweest, in alle mogelijke sectoren en van supergroot tot vrij kleinschalig. Altijd weer gaat het om gepassioneerde mensen, die er alles aan doen om een rendabel bedrijf uit te bouwen. Ik vind het ook heel knap dat jullie nog zo dicht bij de natuur leven. Wij stadsmensen durven wel eens sakkeren als het weer eens regent maar voor jullie hangt de broodwinning ervan af. Het is mij de voorbije jaren ook duidelijk geworden dat boeren heel hard moeten werken. Nogal wat vrouwen die zich kandidaat stellen voor Boer zkt vrouw blijken een wat al te romantisch beeld te hebben van de landbouw. Het lijkt hen bijvoorbeeld heerlijk om de hele dag hun partner dicht bij zich te hebben. De vele dagelijkse zorgen zien ze gemakshalve even over het hoofd.’ Dat het niet altijd gemakkelijk is, dat kan Jimmy alleen maar beamen: ‘Wij moeten eigenlijk de hele tijd zitten rekenen. Alleen als we een goed jaar hebben gehad, kunnen we een nieuwe stap vooruit zetten. Ik kan begrijpen dat jongeren, zeker als ze niet in een landbouwersgezin zijn opgegroeid, voor een leven kiezen dat hen meer zekerheden biedt. Bij ons komt het werk altijd op de eerste plaats.’ Indrukwekkend machinepark. Laten we het materieel maar eens gaan bekijken. Dina klautert

gezwind in een aardappelrooier en andere gevaartes waarvan alleen de wielen al hoog boven haar uittorenen. Het uitstappen gaat al wat moeilijker. ‘Als mijn vrouw er niet bij was, zou ik je een handje helpen,’ grapt Jimmy. Vandaar gaat het naar een grote aardappelloods. Het gros van de productie gaat nochtans rechtstreeks van het veld naar het diepvriesfrietenbedrijf. Zou Dina zelf ooit op een boerderij kunnen werken en leven? ‘Ik woon nu wel in de stad maar op termijn zoek ik zeker weer de buiten op. Ik heb er nood aan om me na een drukke werkdag terug te trekken op een plek waar het nog echt rustig is. Het klinkt misschien vreemd maar de geur van mest vind ik echt zalig: die is ten minste nog puur! Ik wil ook best wel wat dieren in mijn tuin. Maar een eigen boerderij is me net een stap te ver.’ Schiet Cupido raak? Heeft Dina misschien nog een primeur voor ons? Schiet Cupido in deze reeks van Boer zkt vrouw wél raak? Ze haalt haar mooiste en meest mysterieuze glimlach boven: ‘Ik kan je alleen verklappen dat het nieuwe seizoen nog een stuk turbulenter wordt. De deelnemers wisten beter wat ze van het programma konden verwachten en waren zekerder van hun stuk. Kortom: je moet zeker kijken!’ D

‘Alle boeren die ik ken, zijn gepassioneerde mensen.’

Boer zkt Vrouw: elke vrijdag om21.30 uur op vtm

23


Uit de provincie

Provincies steunen proefcentra

Proef op de som Wellicht stapte ook jij al eens een van de proefcentra binnen, voor een demonstratie of een info-avond, om advies te vragen bij een plaag of ziekte, of nog iets anders. De proefcentra spannen zich in om de nieuwste wetenschappelijke bevindingen onder de aandacht te brengen en doen ook zelf onderzoek en praktijkproeven.

D

oor de proefcentra financieel te steunen, willen de provinciebesturen het onderzoek en de voorlichting in de sector bevorderen. De proefcentra doen vooral praktijkgericht en toegepast onderzoek, dat nuttig kan zijn voor je bedrijf, om te innoveren, het rendement te verhogen, milieuvriendelijker te werken enzovoort. Elke provincie heeft verschillende proefcentra, afgestemd op de teelten die in die provincie belangrijk zijn. We pikten er de opvallendste uit.

West-Vlaanderen: POVLT In het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (povlt) in het West-Vlaamse Beitem (Rumbeke), ligt de nadruk op de plantenteelt. De vzw’s die er actief zijn concentreren zich elk op een tak van de plantenteelt: vollegronds- en glasgroenten, champignons, aardappelen, granen en kleine industrieteelten, en biologische teelt. Er gebeuren proeven op onder meer graan, vlas, cichorei, aardappelen, hop, tabak, zowat alle vollegrondsgroenten en ook op paddestoelen, witloof en aardbeien. Onder glas richt het onderzoek zich onder meer op sla, komkommer, andijvie en veldsla. Vee- of varkenshouders kun-

24

Landgenoten�Herfst�2005

nen terecht bij het labo van het melkcontrolecentrum of de Varkens-ki West-Vlaanderen. Proclam richt zich dan weer op allerhande projecten op het raakvlak landbouw-milieu-natuur, zoals bijvoorbeeld bedrijfsbeplanting, erosie of agrarisch natuurbeheer. Het provinciaal labo ondersteunt die onderzoeks- en voorlichtingsactiviteiten.

mee aan de ontwikkeling van lastenboeken en bedrijfscertificeringen. Het povlt heeft ook drie gebiedswerkers voor de Westhoek, Brugge-Oostende en Kortrijk-Roeselare-Tielt. André Calus: ‘Ook dat is een nieuwe evolutie. De gebiedswerkers zijn onze antennes. Ze besteden heel wat aandacht aan verbreding: hoevetoerisme, hoeveproducten, bezoekboerderijen en dergelijke, en ze werken ook rond natuur en landschap. We hebben verschillende projecten lopen, zoals bijvoorbeeld de begeleiding van startende hoeveproducenten.’

Antwerpen: Hooibeekhoeve

In de provincie Antwerpen concentreert de Hooibeekhoeve in Geel zich op de melkveehouderij en De traditionele activiteiten van het povlt, zoals de voedergewassen. Naast de traditionele zaken zoproeven en voorlichting met betrekking tot ras- als het proefbedrijf en de rassenproeven zijn er ook senkeuze, bemesting, gewasbescherming of teelt- demonstratieproeven rond kleinschalige watertechniek, kunnen rekenen op ruime aandacht van zuivering, mestinjectie en koematrassen. Ook bede telers, zegt directeur André Calus. ‘Opsteedt de Hooibeekhoeve heel brengst en kwantiteit blijven belangrijk ‘Er is nu meer wat aandacht aan plattelandsvoor de bedrijven. Tegelijk zien we meer aandacht voor ontwikkeling, in het kader van aandacht voor kwaliteitsaspecten zoals kwaliteitsaspecten het Europese Leader+-project. smaak en houdbaarheid. De uitgangs- zoals smaak en Op dit moment wordt er een punten zijn veranderd: bij bemestingsplattelandscentrum gebouwd houdbaarheid.’ proeven mikken we nu op verfijnde been een gloednieuwe melkveemestingstechnieken in harmonie met het milieu, stal voor 65 melkkoeien, met een melkrobot en een bij proeven rond gewasbescherming is er meer loopplatform voor bezoekers. In het plattelandsaandacht voor preventie, enzovoort.’ Een ander centrum kan het brede publiek kennismaken met nieuw aandachtspunt is kwaliteitszorg gericht op de moderne landbouw. De melkveestal wordt al dit traceerbaarheid en voedselveiligheid. In dat ka- najaar in gebruik genomen. der werkt het Centrum voor Kwaliteitscontrole


Vlaams-Brabant: Nationale Proeftuin voor Witloof Dat de Nationale Proeftuin voor Witloof gevestigd is in het Vlaams-Brabantse Herent, zal niemand verbazen. Er gebeuren rassen- en andere traditionele proeven, zowel voor de grondteelt als voor de hydrocultuur. De proeftuin werkt vaak samen met de Katholieke Universiteit Leuven, onder meer in een project dat aan de hand van een analyse van de wortel, de kwaliteit van de krop wil voorspellen. Ook rond thema’s als erosiebestrijding en rijenbespuiting wordt er onderzoek gedaan. De proeftuin heeft ook aandacht voor promotie en afzet.

Oost-Vlaanderen: PC Sierteelt Proefcentra hebben een brugfunctie, vindt directeur Eddy Volckaert van het Proefcentrum voor de Sierteelt in het Oost-Vlaamse Destelbergen. ‘Wij geven onderzoeksresultaten uit binnen- en buitenland door aan de telers, of we bouwen erop voort door bijvoorbeeld demonstraties te geven. Daarnaast doen we zelf ook toegepast onderzoek voor de sector. En we zoeken oplossingen voor de praktische vragen van de tuinders in onze technische comités: een beter substraat, een vervanging van een bestrijdingsmiddel enzovoort.’ Het pcs be-

Colofon: Landgenoten is een uitgave van VILT, het Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw Verantwoordelijke uitgever: VILT-voorzitter Dirk Lips Redactie en realisatie: Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be Redactieadres: VILT, Leuvenseplein 4, 1000 Brussel

steedt aandacht aan de verbetering van de teelttechniek, groei- en bloeiregulatie, kwaliteit en houdbaarheid, gebruikswaarde-onderzoek, milieubescherming en gewasbescherming. En of je nu azalea’s, begonia’s, potplanten, bomen of snijbloemen teelt, in het pcs kun je steeds terecht.

Limburg: PC Fruitteelt Dat de fruitteelt een belangrijke economische sector is in Limburg, hoeft geen betoog. Via toegepast onderzoek op het vlak van teelttechniek, ziekten en plagen en toepassingstechniek van gewasbeschermingsmiddelen wil het Proefcentrum voor Fruitteelt een inspanning doen om de sector, en eigenlijk de hele keten, te wapenen voor de toekomst. In de twee proeftuinen, voor pit- en steenfruit en voor aardbeien en houtig kleinfruit, wordt een en ander in de praktijk uitgetest. Het proefcentrum speelt ook een rol bij de ontwikkeling van nieuwe fruitrassen. Nu de Jonagold over zijn hoogtepunt heen lijkt, worden de mogelijkheden van nieuwe appelrassen onderzocht. D

Website: www.landgenoten.be, e-mail: info@vilt.be Hoofdredacteur: Griet Lemaire Redactieraad: Dirk Lips, Koen Symons, Peter Van Bossuyt, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Bart Vleeschouwers, Guy Depraetere, Nathalie Nicolas, Kristiaan Van Laecke,

Proefcentra in Vlaanderen

Hooibeekhoeve - Geel - T 014 85 27 07 Landbouwcentrum voor Voedergewassen - Geel - T 014 85 27 07 Proefbedrijf der Noorderkempen - Meerle (Hoogstraten) - T 03 315 70 52 Proefbedrijf voor de Veehouderij - Geel - T 014 56 28 70 Proefstation voor de Groenteteelt - Sint-Katelijne-Waver - T 015 55 27 71 Koninklijk Opzoekingsstation van Gorsem - Sint-Truiden - T 011 58 69 60 Proef- en Vormingsinstituut voor de Landbouw - Bocholt -T 089 46 29 46 Proeftuin Aardbeien en Houtig Kleinfruit - Tongeren - T 012 39 87 90 Proeftuin Pit- en Steenfruit - Sint-Truiden - T 011 68 64 70 Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt - Kruishoutem - T 09 381 86 86 Proefcentrum voor Sierteelt - Destelbergen - T 09 353 94 94 Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt - Kruishoutem - T 09 381 86 86 Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet - Tienen - T 016 78 19 40 Provinciaal Agrarisch Centrum ‘Blauwe Stap’ - Herent - T 016 29 01 74 Provinciaal Proefcentrum voor Kleinfruit ‘Pamel’ - Roosdaal - T 054 32 08 46 Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt vzw - Rumbeke-Beitem - T 051 27 32 42 Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt vzw - Rumbeke-Beitem - T 051 27 32 50 Proefcentrum voor de Champignonteelt vzw - Rumbeke-Beitem - T 051 27 32 60 West-Vlaams Proefcentrum voor de Akkerbouw vzw Rumbeke-Beitem - T 051 27 32 41 West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten vzw - Rumbeke-Beitem - T 051 27 32 00

Didier Huygens, Joris Relaes, Pascal Houbaert, Jan Coessens, Anneleen De Vos, Leen Guffens, Kristof Vandenberghe De meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van VILT.

25


Uitgepraat

Contractteelt: vloek of zegen? Twee varkenshouders met een gesloten bedrijf: de een mest de biggen af op contract, de andere zonder contract. Allebei zijn ze overtuigd van hun keuze, die ze met verve beargumenteren.

Luc Decaigny, Izegem

I

Patrick Rabaeys, Varsenare

k wil zelf bepalen welke investeringen ik doe, welke richting ik uitga met mijn bedrijf, hoe ik mijn werk plan. Dat is de kern van het bedrijfsleiderschap. In mijn ogen maakt de integratie van de varkenshouder een loontrekkende zelfstandige zonder sociaal statuut. Er wordt goed verdiend op de rug van de landbouwers. De basis om zelfstandig varkenshouder te kunnen zijn, is objectieve informatie. En die is steeds moeilijker te vinden. Voorlichters van integratoren of leveranciers draaien mee in de marketing van die bedrijven: hun eerste doel is verkopen. Het is echt zoeken naar onafhankelijke experts. Ik vind dat daar een belangrijke rol is weggelegd voor de overheid en de landbouworganisaties. Ik ben ook zeker van mijn afzet. Ik lever aan een coöperatieve die tot nu toe nog altijd hoofdzakelijk door landbouwers gedragen wordt. Elke week wordt er op basis van de marktprijs een groepsprijs gemaakt. Het is vergelijkbaar met de groenteveilingen of de zuivelcoöperatieven. En ook van de kwaliteit van mijn grondstoffen ben ik zeker. Wij produceren ons eigen voeder: het moet toch niet uit een fabriek komen om veilig te zijn? Het is een uitdaging om als zelfstandige mee te gaan in de evolutie naar steeds grotere bedrijven. Er zullen nieuwe bedrijfsvormen moeten komen, vennootschappen misschien, en andere vormen van financiering.

Ik mest al 25 jaar biggen af op contract en een tijd geleden ben ik, op eigen risico, met zeugen begonnen. Voor het afmesten kies ik voor zekerheid, qua afzet en prijs, maar ook wat betreft kwaliteit, begeleiding en service. Ik werk zoals elke zelfstandige die varkens produceert. Alleen dek ik me in tegen een aantal risico’s en kan ik profiteren van de kennis en expertise van de integrator. Dat zij in ruil daarvoor een stukje meegrabbelen als de prijzen goed staan, stoort mij niet. Als zelfstandige sta je anders moederziel alleen als je je product aflevert. Ik voel mij niet gebonden. Ik kan altijd uit de samenwerking stappen, maar ik zou niet weten waarom. Mijn belangen en die van de integrator lopen gelijk: zo goed mogelijke technische prestaties, goeie kwaliteit enzovoort. Ik heb ook zekerheid wat betreft de kwaliteit van de hele keten. Als er ergens in de keten iets is misgegaan, kan ik verantwoording afdwingen. In die 25 jaar zijn alle afspraken altijd correct nageleefd. Tijdens de dioxinecrisis bijvoorbeeld is de integrator al zijn engagementen nagekomen, ook al lag er bij hem geen schuld. Dat was zeker niet overal het geval. Ik vind niet dat ik in een zwakke positie sta, vooral omdat we wel degelijk afspraken maken op lange termijn. D

Wat vind jij over contractteelt? Reageer op ons discussieforum, in de rubriek Uitgepraat op www.landgenoten.be

26

Landgenoten�Herfst�2005


Advertentie


Wedstrijd

Verzin een spitse slogan om de landbouw te promoten! Vind jij ook dat er geen mooier beroep bestaat dan dat van land- of tuinbouwer? Dan ben je de geknipte persoon om ons te helpen bouwen aan een nog positiever land- en tuinbouwimago. Voor onze nieuwste actie zijn we namelijk op zoek naar een originele slogan om de land- en tuinbouw op een t-shirt te promoten. Welke troeven moet onze sector volgens jou uitspelen? Hoe wil jij je naar de buitenwereld proďŹ leren? Bedenk een spitse slogan die bij een breed publiek aanslaat en stuur hem door naar VILT, Leuvenseplein 4, 1000 Brussel of via info@vilt.be Wat kun je winnen? Als jouw slogan de beste is, bieden we jou en je gezin een heuse vip-behandeling aan op Agribex in december. Met alles erop en eraan: toegangskaarten, parking, diner. Allemaal gratis. Bovendien schenken we je twintig t-shirts zodat je levenslang met je slogan kunt uitpakken.

Afgiftekantoor Gent X Landgenoten 3 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 3, 2005

Op Agribex krijgen alle land- en tuinbouwers overigens de kans om een gratis t-shirt op de kop te tikken: in ons decembernummer zal je een bon terugvinden, waarmee je op de viltstand gratis dat t-shirt kunt afhalen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.