Landgenoten Lente 2009

Page 1

landgenoten

www.vilt.be

magazine voor boer en buiten lente 2009  |  17

Met

de kippen op stok

Limburgse kooi- én scharreleieren

Plan je successie driemaandelijks | kwartaal 1 | Gent X | P509285

6 tips voor een slimme generatiewissel

DOSSIER Winst windenergie

uit wind?

Staf Nimmegeers ontdekt het echte leven in de koeienstal

+ Landbouwbeleid na 2013, Camiel Adriaens, Grote Routepaden en veel meer


Kies voor een adviseur die uw sector kent! Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies

Samen maken wij uw toekomst SBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische reglementering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in het SBB-kantoor in uw buurt.

www.sbb.be SBB

Partner voor bedrijvige mensen


3

Beste

landgenoten 06

12

22

Beste Landgenoten, Ist me wel nog weerd, zwoegen lijk e peerd… Op de tonen van dit liedje bracht het Eénprogramma Koppen de reportage ‘Boeren in nood’. Geen geklaag, geen grootspraak, maar drie eerlijke getuigenissen van boeren die hun fierheid opzij zetten om aan de alarmbel te trekken. De sector gaat door een diep dal en veel boeren stellen zich vragen over de toekomst van hun bedrijf. Ondanks deze sombere vooruitzichten zijn er nog heel wat jongeren – vaak hoogopgeleid – die er nog steeds in geloven. De zekerheid van een goedbetaalde job en bedrijfswagen kan hen niet verleiden. De passie voor het veldwerk, de dieren en het ondernemen zit hen in het bloed. Het ouderlijke bedrijf verder zetten is hun levensdoel. Ook in mijn omgeving ken ik zo een aantal mensen en ik moet eerlijk zeggen, ik heb wel bewondering voor die gedrevenheid. Maar een schouderklopje alleen maakt de investeringen niet minder zwaar. Een goede

omkadering is noodzakelijk. Zo wacht je als ouder beter niet te lang om je erfeniskwesties te regelen. Er op tijd aan beginnen, levert heel wat voordelen op. Johan en Tom uit Lochristi spreken uit ervaring. Ook de overheid beseft dat wisselende regelgeving en korte termijnvisie geen stimulans zijn voor onze jonge boeren. Daarom wil men jullie mee laten debatteren over welke richting het Europees landbouwbeleid uit moet na 2013. Wij zorgen in dit nummer voor genoeg stof tot discussie. En professor Johan Lambrecht gaf ons nog een slimme tip: bedrijven met een duidelijke strategie zijn veel winstgevender… Veel leesplezier!

Griet Lemaire Hoofdredacteur

in dit nummer 06 focus windenergie Een nieuwe generatie van kleine windturbines dient zich aan. Groen licht voor groene stroom?

14 burenbabbel Waarom Gie Beirnaert van de vzw Grote Routepaden een cultuur van recreatief medegebruik mist.

18 biechtstoel Abs-voorzitter Camiel Adriaens evalueert na 22 jaar voorzitterschap de Vlaamse landbouw.

20 ten huize van Jaak, Ward en Wim Janssen: een ondernemend legkippentrio uit Maaseik.

en verder …

04 12 16 17 22 24 27

koetjes & kalfjes 0ndernemer van nature gewikt en gewogen uit de provincie buitenlander frontaal mijn gedacht

20 colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Inge Jooris, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.


4

koetjes & kalfjes

Landbouwsalon blaast 100 kaarsjes uit Kwamen boeren vroeger echt met pakken geld in hun zak naar het landbouwsalon in Brussel om een nieuwe tractor te kopen? Welke koeien kaapten er jaar op jaar de eerste prijs weg? Als jij het antwoord weet op deze vragen, dan heeft het Centrum Agrarische Geschiedenis (cag) jou nodig. Om de 100ste verjaardag van ‘het salon’ te vieren, brengt het samen met Fedagrim, de huidige

beursorganisator, een boek uit. Daarvoor zoekt het cag nog opmerkelijke verhalen en boeiende anekdotes over de voorbije beurzen, maar ook foto’s, programmaboekjes, affiches, toegangskaarten, certificaten van winnaars,… zijn meer dan welkom. Ben jij een trouwe bezoeker van de beurs of heb je er nog als standhouder gestaan? Help dan dit boeiende stuk landbouwgeschiedenis te vervolledigen. info www.cagnet.be, 016 32 35 42, kristel.rosier@cagnet.be of cag vzw, Naamsestraat 63, 3000 Leuven.

Een thesis over jouw bedrijf?

fd voor een technische Je hebt een idee in je hoo waterbesparingen,… op innovatie, energie- of e of de nodige technisch je bedrijf, maar de tijd kpra de in ten om te zet bagage ontbreekt om het jaar behoorlijk wat elk er dat dan tijk. Bedenk zoek zijn naar een leuk laatstejaarsstudenten op et kunnen zij jouw wilde thesisonderwerp. Wie we liteit. Sinds kort helpt het ideeën omzetten in rea r land- en tuinbouw om Innovatiesteunpunt voo eld- en tuinbouwers met thesisstudenten en lan die om dus uus Geen exc kaar in contact brengen. ger in de koellan nog eën ide innovatieve kast te laten staan! steunpunt.be

INFO www.innovatie

of 016 28 61 20

‘Aanbodbeheersing klinkt cru, maar de automobielsector en de chemische nijverheid remmen hun productie toch ook af in tijden van crisis?’ Guy Depraetere in gevilt. Hij staat aan de wieg van de United Potato Growers, een organisatie die een systeem van vrijwillige aanbodbeheersing in de aardappelsector op poten wil zetten.

Stuur je naam en adres naar info@landgenoten.be en

WIN één

van de vijf exemplaren

De terugkeer van de Melkbrigade

van het boek. Of speel op zeker en geniet van een aantrekkelijke

KORTING

bij de Standaard Boekhandel. Met deze bon betaal je slechts € 15,95 ipv. € 19,95.

Vijftig jaar is het geleden dat één van de invloedrijkste reclamecampagnes ooit werd opgezet. De Melkbrigade slaagde er tussen 1959 en 1970 in zo’n honderdduizend kinderen trouw hun dagelijks glas melk te laten drinken om toch maar een grote M op hun mouw te kunnen spelden. Veel mensen hebben vijftig jaar na datum nog zeer mooie en levendige herinneringen aan die periode. Het boek ‘Milleke, Melleke, Mol. De terugkeer van de Melkbrigade’ kijkt vol nostalgie terug naar die periode uit de jaren vijftig en zestig. info www.borgerhoffenlamberigts.be


5

Word jij sierteler van het jaar? Aandacht voor innovatie, oog voor duurzaamheid en een doordacht personeelsbeleid. Ken jij een sierteler die deze eigenschappen feilloos combineert met marktkennis en visie? Of denk je dat die eigenschappen op jezelf van toepassing zijn? Stel jou of een ander sierteeltbedrijf dan kandidaat voor de titel ‘Sierteler van het jaar’. Om de creatieve ondernemersgeest bij onze siertelers te stimuleren organiseert het Algemeen Verbond van Belgische Siertelers (avbs) voor de eerste keer deze wedstrijd. De winnaar brengt niet alleen in eigen land de sierteelt positief onder de aandacht, ook aan het buitenland kan hij tonen welk vakmanschap en onderne-

mersmentaliteit Belgische siertelers bezitten. De titel levert immers ook deelname aan de internationale wedstrijd ‘Grower of the year’ op. Maar je zal snel moeten zijn, kandidaturen worden slechts aanvaard tot en met 31 maart. info www.avbs.be, info@avbs.be of 09 326 72 10

Tuinbouwvoorlichting on ­demand Zit je met een vraag over het teeltproces van peterselie? Wil je meer weten over de ontsmetting van je serre of vraag je je af van waar de toenemende vertakking van witloofwortels komt? Dan kan je sinds kort terecht op het Tuinbouwforum, een vraagbaak voor alle teelten onder glas en voor de witloofteelt. Op dit internetforum, een initiatief van de Vlaamse proefcentra, werden al over meer dan 70 onderwerpen vragen en antwoorden gepost. Bedoeling is niet alleen de kennisuitwisseling tussen collega-telers te stimuleren, maar ook het contact tussen de onderzoekers van de proefcentra en de telers te bevorderen. Hebben de proefcentra bepaalde kennis niet in huis, dan gaan zij zelf op zoek naar experten die een adequaat en wetenschappelijk correct antwoord kunnen formuleren op de vragen die op het forum verschijnen. Een sterk staaltje van voorlichting dus! info www.tuinbouwforum.be

Dat is het aantal mestverwerkingsinstallaties dat eind 2008 was vergund, terwijl er voor 21 installaties een milieuvergunning in aanvraag was. In 2005 was er nog geen enkele installatie vergund en waren er 7 in aanvraag. Voor 2009 wordt verwacht dat er opnieuw een stijging van het aantal mestverwerkingsinstallaties zal gerealiseerd worden. info Voortgangsrapport Mestbank 2008,

www.vlm.be/mestbank of T 02 543 72 00

Verjaardagskussen van je ­groentenb(r)oertje

Je zus verjaardagswensen overbrengen, vrienden uitnodigen voor een barbecue of je lief inviteren voor een dineetje bij kaarslicht,… Gedaan met saaie sms’jes sturen. Met de e-cards van Melk & honing doe je het voortaan in stijl! Op de website kies je een leuke foto met bijpassende tekst, je schrijft er een persoonlijke boodschap bij, vult het e-mailadres in en met één druk op de knop is je kaartje verzonden. Je scoort niet alleen bij je familie en vrienden, maar je brengt ook de landbouw en zijn producten op een originele manier onder de aandacht. Waar wacht je nog op? info www.melkenhoning.be (rubriek ‘Melk & honing verwent’)

Poll

Moet de Vlaamse regering extra geld uittrekken voor crisismaatregelen ten bate van de land- en tuinbouwsector?

ja

nee

81,1%

18,9%

Aantal stemmen: 708 Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.


6

focus vorming

Demoproject Windmakers In het kader van het Vlaams programma voor Plattelandsontwikkeling (pdpo ii) start povlt (Proclam vzw) in samenwerking met het Innovatiesteunpunt en het bedrijf 3e vanaf 1 juli 2009 met het demonstratieproject Windmakers. Een van de hoofddoelstellingen van het project is om de markt te verkennen van turbines die voor landbouwbedrijven interessant zijn. Op 4 voorbeeldbedrijven zal een dieptestudie naar inplantmogelijkheden voor windturbines worden uitgevoerd, met kosten-batenanalyse en oog voor de lokale landschapssituatie. Ook zullen tijdens het project, dat tot juli 2011 loopt, minstens twee turbines in werking gesteld worden. info www.enerpedia.be


focus windenergie

Nieuwe generatie windturbines

Instappen of laten waaien? Dankzij een nieuwe omzendbrief wordt het makkelijker om ook als individuele landbouwer een windmolen uit te baten. Maar hoe beslis je of zo’n kleine of middelgrote turbine op je bedrijf een goed idee is? Welkom in de wondere wereld van de windenergie.

N

aast de grootschalige windmolens komt er vandaag een nieuwe generatie van kleine en middelgrote windturbines op de markt. In tegenstelling tot de bekendere grote turbines hebben ze een masthoogte die lager is dan 60 meter, en een rotordiameter – de afstand tussen de uiteinden van de wieken – die minder dan 50 meter bedraagt. De nieuwe windturbines zullen niet meteen in de dichtbevolkte Vlaamse woonwijken opduiken. Maar voor bedrijven die in een (windrijke) open ruimte gelegen zijn, bijvoorbeeld in landbouwgebied, biedt deze nog prille ontwikkeling zeker kansen.

bines ontworpen en gecommercialiseerd, elk met hun eigen voor- en nadelen. De populairste variant heeft een horizontale draaias en drie wieken. Maar er zijn evengoed types met een verticale as,

zoals de windwokkel, of varianten zonder wieken, zoals de energy ball of de turby (zie volgende pagina). Welk type het interessantst is, hangt van de omstandigheden af: de ene draait stiller dan de andere en produceert geen slagschaduw. De

Voor de inplanting in landbouwgebied is de geschatte jaaropbrengst bij de in jouw regio gangbare windsnelheden doorslaggevend. Toch is precies dat deel van de berekening volgens Christa Schaut van de Vlaamse Wind Energie Associatie (vwea) nog nattevingerwerk. ‘Voor zonnepanelen kun je op basis van het aantal zonne-uren het rendement nauwkeurig inschatten. De lokale windsituatie is veel moeilijker te voorspellen. Je kunt je wel baseren op het Windplan Vlaanderen (zie volgende pagina), maar dat geeft de situatie op 50 en 75 meter hoogte weer. Vooral op lagere hoogtes hebben lokale omstandigheden zoals hellingen, obstakels en bossen een grote invloed op het windaanbod. En één meter lager kan al een enorm

Nattevingerwerk

andere is esthetischer maar heeft een kleiner vermogen of een lagere verwachte jaaropbrengst.

verschil betekenen. Zeker in combinatie met de rendementscurve van je turbine. Sommige types

De voorbije jaren zijn er tientallen types windtur-

Eén meter hoger of lager kan een enorm verschil betekenen

7


8

focus windenergie

garanderen een hoger rendement, maar alleen bij erg hoge windsnelheden. Terwijl andere ook bij lagere snelheden, bijvoorbeeld tussen 3 en 4 meter per seconde, al een redelijke opbrengst halen.’

Testveld in Zeeland Om de lokale windsituatie in te schatten, kun je metingen laten uitvoeren, wat helaas tijd en een paar honderd euro kost. Of je kunt je baseren op vergelijkbare resultaten, zoals die van een testveld voor kleine windturbines in Zeeland. In samenwerking met verschillende partners houdt de Nederlandse provincie sinds april de prestaties bij van tien verschillende turbines met een masthoogte tot 15 meter in een omgeving die iets windrijker is dan de meeste Vlaamse regio’s. Uit de tests blijkt dat de turbines de Skystream en de Montana het best scoren, met een jaaropbrengst van 2000 à 2500 kilowattuur per jaar. Dat is een stuk minder dan de 3500 kilowattuur die een doorsnee gezin – en dus zeker een landbouwbedrijf – jaarlijks verbruikt.

Bij het berekenen van de terugverdientijd van je turbine is de belangrijkste factor wat je aan vermeden stroomkosten uitspaart. Daarbij komen de inkomsten uit je verkoop van groenestroomcertificaten. Vanaf 2010 garandeert de overheid voor alle nieuwe installaties een minimumbedrag van 90 euro per schijf van 1000 kilowattuur, voor een periode van 10 jaar. Momenteel kun je de certificaten ook aan energieleveranciers verkopen voor ±110 euro, maar door het groeiende aanbod

doordat de stroomprijs voor meer dan de helft uit heffingen en taksen bestaat – die je dus niet betaalt voor wat je zelf produceert en verbruikt –, is dat nog niet de helft van het tarief waaraan je zelf stroom koopt. Zoals bekend uit het verhaal van warmtekrachtkoppelingsinstallaties, is het elektriciteitsnet ook niet overal aan lokale stroomproducenten aangepast. Al is dat vooral voor de zwaardere vermogens of verschillende turbines een probleem.

Terugverdientijd: 20 jaar?

De technische prestaties zullen zeker en vast nog verbeteren zou die prijs al op korte termijn naar 90 euro zakken. Dat is trouwens nog geen derde van wat de overheid, 15 of 20 jaar lang, voor zonnepanelen garandeert. Voorts krijg je voor de stroom die je aan het net levert een beperkte vergoeding. Maar

Volgens verschillende berekeningen, onder meer van povlt (Proclam vzw) in samenwerking met het bedrijf 3e, zou de theoretische terugverdientijd voor een turbine op de interessantste landbouwlocaties in Vlaanderen 15 à 20 jaar zijn. Baseren we ons op de praktijkresultaten uit Zeeland, dan komen we voor de twee beste scorende turbines uit op een terugverdientijd van 18,21 jaar voor de Skystream en van 30,10 jaar voor de Montana, die respectievelijk 10.742,03 en 18.508,07 euro

Meetresultaten testveld Zeeland Type turbine

WRE 060

Skystream

Airdolphin

Swift

WRE 030

Energy Ball

Passaat

Montana

Turby

Ampair

Prijs

€ 37.311,40

€ 10.742,03

€ 17.548,00

€ 13.208,00

€ 31.361,40

€ 4.324,00

€ 9.239,16

€ 18.508,07

€ 21.350,00

€ 8.925,00

Netto opbrengst in kwh

379 kwh

1692 kwh

311 kwh

191 kwh

287 kwh

45 kwh

464 kwh

2180 kwh

203 kwh

185 kwh

Meetperiode: 1 april 2008 t/m januari 2009 (behalve verbruik: 1 april t/m nov.), Gemiddelde windsnelheid: 3,6 m/s, De aangegeven prijs is inclusief btw van een complete configuratie bestaande uit generator, mast, fundering, omvormer, bekabeling en installatie.

de wre060 de Skystream

de Airdolphin


9

kosten (zie kader). Daarbij is de huidige vlif-steun van 30 procent verrekend en houden we geen rekening met mogelijke inkomsten door de verkoop van stroom. Zoals de meeste experten gaan we uit van een jaarlijkse onderhoudskost van 1,5 procent van de totale investering, hoewel die kost door het gebrek aan ervaring met kleine turbines nog moeilijk in te schatten is. De cijfers bewijzen voor Christa Schaut dat de kleine windturbines nog een hele weg af te leggen hebben. ‘Om te beginnen baseren we ons op voorlopige resultaten over een relatief korte periode. De technische prestaties zullen zeker en vast nog verbeteren. Als er voldoende gespecialiseerde bedrijven zijn, kan het onderhoud veel goedkoper worden. Maar zeker in de beginfase is een goed onderhoudscontract cruciaal: je wilt niet gedroomd hebben dat je turbine tijdens windrijke periodes buiten gebruik is. Niet onbelangrijk is ook dat de investeringsaftrek niet in de berekening is opgenomen, maar dat heeft alleen een impact voor wie niet met het forfaitaire belas-

tingssysteem werkt. Anderzijds hebben we nog geen gegevens over hoelang een turbine meegaat en houden we geen rekening met eventuele afbraakkosten. Gelukkig is er sinds kort wel meer duidelijkheid over het toekomstige systeem van groenestroomcertificaten.’

Nieuwe omzendbrief In het verleden bleek het verkrijgen van een vergunning voor windturbines vaak een lijdensweg. Voor de kleine turbines is echter een soepele oplossing uitgewerkt. Op stedebouwkundig vlak volstaat een gemeentelijke vergunning. Inzake milieuvergunning geldt voor windturbineparken met een vermogen van 300 tot 500 kilowatt meldingsplicht bij de gemeente. Dat vermogen is de hoeveelheid stroom die de turbine maximaal per uur kan leveren, niet te verwarren met de geschatte jaaropbrengst die van de locatie afhangt. Voor parken tot 5000 kilowatt moet de gemeente een vergunning goedkeuren. Voor nog zwaardere turbines is de goedkeuring van de provincie no-

de Energy Ball

de Montana

Demoproject Windmakers In het kader van het Vlaams programma voor Plattelandsontwikkeling (pdpo II) start povlt (Proclam vzw) in samenwerking met het Innovatiesteunpunt en het bedrijf 3e vanaf 1 juli 2009 met het demonstratieproject Windmakers. Een

de Ampair 600

van de doelstellingen is om de markt te verkennen van turbines die voor landbouwbedrijven interessant zijn. Op 4 voorbeeldbedrijven zal een dieptestudie naar inplantmogelijkheden voor turbines worden uitgevoerd, met kosten-

de wre030

batenanalyse en oog voor de lokale landschapssituatie. Ook zullen tegen juli 2011 minstens twee turbines in werking gesteld worden. info www.enerpedia.be

de Windwalker

de Passaat


10

focus windenergie

naam

dig, maar dan zitten we niet meer bij de huidige kleinschalige turbines. In een omzendbrief die nog dit voorjaar gepubliceerd zou worden, staat een helder afwegingskader voor de inplanting van kleinschalige en middelgrote windturbines, dat gemeentes makkelijker over de streep moet trekken. De brief houdt vooral rekening met mogelijke hinder voor omwonenden en sluit – onder voorbehoud van last-minute aanpassingen – geen gebieden met een bijzondere landschappelijke waarde uit.

Christa Schaut

leeftijd 41

functie

Projectleider ­windenergie

organisatie vwea

info

www.enerpedia.be: de ‘agrarische energieencyclopedie’, met o.a. rekenbladen om je terugverdientijd te berekenen http://provincie.zeeland.nl/milieu_natuur/ windenergie/kleine_windturbines: voor alle info en de resultaten van de 10 turbines die in Zeeland sinds april 2008 getest worden www.energiesparen.be/node/917: om te ontdekken hoe hard het in jouw regio (op 75m hoogte) waait, volgens het Windplan Vlaanderen www.vwea.be: website van de Vlaamse Windenergie Associatie, met agenda voor studiedagen, onderzoeksrapporten, beleidsdocumenten, etc. www.innovatiesteunpunt.be: het Innovatiesteunpunt voor land- en tuinbouw informeert en adviseert ook over kleine windturbines www.allsmallwindturbines.com: voor een overzicht van alle kleine windmolens, met links naar de fabrikanten

Berekening terugverdientijd Skystream

Montana

investering

€ 10.742,03 – 30% Vlif-steun = € 7519,42

€ 18.508,07 – 30% Vlif-steun = € 12.955,65

jaarlijkse onderhoudskost (1,5 % van de investering)

€ 112,79

€ 194,33

geschatte jaaropbrengst stroom

2034 kwh (1692 kwh uit de tabel op p.8 omrekenen van 10 naar 12 maanden)

2616 kwh (2180 kwh uit de tabel op p.8 omrekenen van 10 naar 12 maanden)

vermeden elektriciteitskosten

€ 0,17 per kwh × 2034 kwh = € 345,78

€ 0,17 per kwh × 2533,33 kwh = € 444,72

2 groenestroomcertificaten

2 × 1000 kw = € 180

2 × 1000 kw = € 180

inkomsten = vermeden elektriciteitskosten + groenestroomcertificaten

€ 345,78 + € 180 = € 525,78

€ 444,72 + € 180 = € 624,72

inkomsten min onderhoudskost

€ 525,78 – € 112,79 = € 412,99

€ 624,72 – € 194,33 = € 430,39

terugverdientijd (investering gedeeld door jaaropbrengst)

€ 7519,42 / € 412,99 = 18,21 jaar

€ 12.955,65 / € 430,39 = 30,10 jaar


gewikt en gewogen Nieuwe rubriek: telkens een ambtenaar op de rooster over wat hij voor de sector doet

De man achter het Landbouwrapport

De landbouw in cijfers & letters 1. Wat trekt je aan in de fun

ctie?

gezocht medewerker die actuele cijfers verzamelt, interpreteert en bundelt ter ondersteuning van het Vlaamse landbouwbeleid gevonden Jonathan Platteau (32), diensthoofd Rapportering, jonathan.platteau@ lv.vlaanderen.be, 02 552 78 47

www.vlaanderen.be/ landbouw Of vraag het rapport gratis aan: T 02 552 78 40, christine.lindekens@ lv.vlaanderen.be

‘Ik ben altijd graag me t cijfers bezig geweest. Het boeit mij om de logica , de verbanden, te zoe ken achter wat zich in de we rkelijkheid afspeelt. Beleidsmakers hebben ook objectieve cijfers nodig om hun beslissingen op te baseren. In dat opzich t biedt het Landbouwrap port (Lara) een handig overzicht van de recent ste ontwikkelingen. Ik vind de job ook zeer gev arieerd. Naast het landbouwrapport maken we tussentijdse rapporten op, en soms vraagt het kabinet op het laatste ogenblik gegevens ove r een of ander actuee l thema op. Dat vind ik wel aangenaam: je we et nooit hoe je werkdag eru it zal zien.’

2. Hoe zie je de dagelijk se invulling van de opdra cht?

zijn nu in het Lara opg ‘Het Lara maak je nie enomen. En we hebben t alleen. Zelfs met alle menme er aandacht voor het sen van onze afdeling landbouwbeleid en de kun je niet alles weten . wereldeconomie. Als Dus halen we de info we het rapport ergens rmatie bij specialisten. Ik voorstellen, krijgen we heb zelf één hoofdstuk daar positieve reactie geschreven, voor de res s t op. Dat was zo in het Vla heb ik alles van dichtb ams parlement, maar ij opgevolgd. Experten en ik hoo r evengoed van lesgev lectoren zoeken, stukke ers die hele hoofdn kritisch nalezen, enz ostukken op school geb voort. Op die manier ruiken, of studenten leer je ook veel mense en n landbouwers die het inte kennen. Het nadeel van ressant vinden.’ al die bronnen is dat sommige instanties hun cijfers nog niet klaar 4. Hoe dicht sta je bij de hebben. Of ze om privac land- en yredenen nog niet mo tui nbouwpraktijk? gen doorgeven. Ik heb zeker begrip voor de pri - ‘Ik kom niet uit een lan vacywetgeving, maar dbouwfamilie, maar ik het blijft jammer dat heb we de sector altijd van zee ons in het Lara 2008 me r dichtbij gevolgd. Toe t sommige oudere cijfers n ik jong was en bij Kortrij moeten behelpen.’ k woonde letterlijk: onz e buur was een landbouw er. Intussen bestaat mij n schoonfamilie uit ver 3. Haal je voldoening schillende tuinbouwe uit je werk? rs. Nie t dat we op feesten ove ‘Ik ben alleszins fier r mijn projecten praop het rapport dat we hebten, maar het is altijd ben afgeleverd. Op één goed om voeling met maand zijn er al 1000 de pra ktijk te houden. Het exemplaren aangevraa Lara is misschien nie gd. En op de site is het t meteen op boeren en een van de populairst tuinders gericht. Zij we e downloads. In vergel ten ijvaak al erg veel over hun king met het vorige rap subsector. Maar het is port hebben we het in alti jd interessant om de de breedte en in de die laa tste cijfers eens op pte verder uitgewerk t. een rijtje te zetten, of Ook de visserij en de agr om je bedrijf te kadere obusiness, die onrech n in thet wereldgebeuren en streeks door de landbo de hele agrovoedings uw gegenereerd wordt , business.’

11


12

ondernemer van nature

Successie

taboe of tijdig plannen? ‘Bij ons in de familie was de opvolging nooit bespreekbaar,’ zegt Johan Vervaet. Dat willen hij en zijn vrouw Magda hun kinderen Tom en Sofie niet aandoen. Toen Tom het bedrijf overnam, keken ze dan ook ver genoeg vooruit.

A

anslepende erfeniskwesties, torenhoge successierechten, onenigheid tussen broers en zussen… Elke landbouwer heeft het in zijn omgeving al zien gebeuren. Zeker nu de bedrijven steeds groter worden, is het een goed idee om op tijd na te denken over de opvolging of vererving op je bedrijf. ‘Je moet daarover durven praten,’ zegt Johan. ‘Zeker als je het zelf hebt meegemaakt, weet je hoe belangrijk het is. Voor mijn vader was het onderwerp taboe. Ik heb de roerende goederen van het bedrijf in de jaren 80 overgenomen, maar over de bedrijfsgebouwen en de grond werd niet gepraat. Op de duur durfde ik niet meer investe-

heb, heb ik twee keer betaald toen ik mijn broer en zussen uiteindelijk kon uitkopen.’

ren, aangezien het bedrijf eigenlijk maar voor een vijfde van mij was. En hetgeen ik wel geïnvesteerd

voortzetten,’ lacht Magda, terwijl Tom volmondig beaamt. ‘Maar toch is Johan zelf pas na zijn vijftig-

Onzekerheid vermijden Pas toen zoon Tom in het bedrijf wilde stappen, slaagde Johan erin om de bedrijfszetel en de bij-

We wilden onze zoon niet met dezelfde onzekerheid opzadelen horende gronden over te nemen. ‘We weten eigenlijk al 25 jaar dat onze Tom het bedrijf ging


13

6 tips voor een vlotte generatiewissel Enkele tips rond successie. Doordat elke situatie anders is, kunnen ze persoonlijk advies natuurlijk niet vervangen.

1. Staat je huwelijkscontract

namen

Johan (53), Magda (53), Tom Vervaet (26) en vriendin Sofie Van Calenberge (22)

woonplaats Lochristi

bedrijf

50 melkkoeien + jongvee, 150 stuks vleesvee, 40 à 45 ha akkerbouw (maïs, graan, voederbieten) en weiland

ste eigenaar geworden van het bedrijf waar we al heel ons leven op werken. We wilden onze zoon zeker niet met dezelfde onzekerheid opzadelen.’ Om de overname te regelen, riepen ze de hulp in van sbb-adviseur Anne-Mie Meerschman. Zelf dachten Johan en Tom aan samenuitbating, maar uiteindelijk bleek een landbouwvennootschap een betere constructie. ‘Vooral omdat Johan nog een tijd wil meedraaien op het bedrijf,’ zegt AnneMie. ‘Ze willen ook nog een nieuwe stal zetten en voor de vlif-steun komt een landbouwvennootschap in dat geval beter uit.’ Tom nam een deel van de roerende goederen over van zijn vader. Alle roerende goederen zitten in de vennootschap, met een verdeling van 60/40. ‘Met een landbouwvennootschap kan een overname ook een stuk geleidelijker verlopen,’ zegt Anne-Mie.

wel schenkingen toe? Zeker huwelijkscontracten van voor 1976 kunnen een zogenaamde ‘contractuele erfstelling’ bevatten. In dat geval is het niet mogelijk om een schenking te doen of een legaat te vermaken aan iemand anders dan de langstlevende echtgenoot. Je kan bij de notaris echter wel de contractuele erfstelling geheel of gedeeltelijk laten schrappen.

2. Stem je huwelijkscontract voldoende af op schenkingen die je wil doen. Een voorbeeld. Als je gehuwd bent volgens het wettelijk stelsel, heeft elke echtgenoot ook een eigen vermogen. Als je grond erft, behoort die grond tot je eigen vermogen. Als je die grond wil schenken aan je kinderen, be-

talen ze schenkingsrechten op het geheel. Als je de erfenis echter eerst inbrengt in de huwelijksgemeenschap en daarna schenkt, wordt dat fiscaal beschouwd als twee (kleinere) schenkingen, met dus lagere schenkingsrechten tot gevolg.

3. Zorg ervoor dat je na de schenking voldoende middelen behoudt om in je eigen levensonderhoud te voorzien.

4. Hou bij je successieplanning rekening met de reservataire erfgenamen, dat zijn onder meer de kinderen en de langstlevende echtgenoot. Zij hebben immers recht op een voorbehouden (‘reservatair’) deel dat je hen niet kunt ontzeggen. Als je aan een kind meer zou schenken of legateren dan toegelaten, kunnen die reservataire erfgenamen ‘inkorting’ vragen van de schenking of het legaat. Een voorbeeld: stel dat je echtgenote overleden is en je hebt

‘Tom kan heel gemakkelijk een groter aandeel in het bedrijf nemen.’

drie kinderen. Die hebben elk recht op een vierde van jouw nalatenschap (hun reservataire deel). Een schenking aan één kind mag daardoor nooit groter zijn dan de helft (het reservataire deel + het resterende kwart) van je nalatenschap. Er bestaan wel oplossingen om dat probleem te ondervangen.

5. Er bestaan gunstregimes voor schenking of vererving, onder bepaalde voorwaarden. Zo is er onder meer een gunsttarief van 2% voor de schenking van een familiale onderneming. Nog tot eind dit jaar is er ook een gunsttarief voor de schenking van bouwgronden.

6. Soms kun je de belastingdruk verminderen bij de schenking van onroerende goederen. De gefaseerde schenking is daarvan een voorbeeld: als je om de drie jaar een kleinere schenking doet, betaal je minder schenkingsrechten dan bij één grote schenking.

De onroerende goederen – die Johan eigenlijk pas zelf heeft verworven – zitten voorlopig nog niet in de vennootschap. ‘Dat is nu de volgende stap,’ zegt Johan. Hoe het precies zal gaan, is nog niet beslist. ‘De beste manier om de successie te regelen, is voor elk bedrijf verschillend, zegt AnneMie. ‘Je moet op zoek naar een evenwicht: je wil fiscaal de beste oplossing, alle kinderen moeten tevreden zijn en de ouders moeten nog comfortabel kunnen leven.’ Tom kan in de toekomst een deel van de onroe-

Mie. De ouders kunnen echter ook een schenking doen. De schenkingsrechten zijn een stuk lager dan de successierechten en vaak ook dan registratierechten bij aankoop. Anne-Mie: ‘Door er op tijd aan te denken, kun je veel voordeel doen. Zo is het interessanter om telkens om de drie jaar een kleinere schenking te doen, dan één keer een hele grote, omdat je om de drie jaar terug van het laagste tarief kunt genieten.’ Nog een optie: de ouders schenken de naakte eigendom, maar behouden het vruchtgebruik. Na hun overlijden krijgen de kinderen het vruchtgebruik er dan bij, zonder dat ze successierechten betalen op de grond. ‘Mensen denken bij successie vaak aan doodgaan, terwijl het letterlijk opvolging betekent,’ besluit

rende goederen overkopen. ‘In zijn geval zou hij dan 10% registratierechten betalen,’ zegt Anne-

Anne-Mie. ‘Het is soms nog een taboe, maar wie zijn zaken vooraf regelt, kan veel voordeel doen.’

Evenwicht tussen generaties


14

burenbabbel

Op stap langs grote ro

‘ We heb Ze zijn bekend in heel West-Europa: de grandes randonnées of grote routepaden voor wandelaars en fietsers. Volgens Gie Beirnaert, voorzitter van de vzw Grote Routepaden, vind je ook in Vlaanderen nog ongerepte plekjes. ‘Meestal dankzij de landbouw. Toch mis ik een cultuur van recreatief medegebruik.’

A

ls gepassioneerd wandelaar en voorzitter van de vzw Grote Routepaden (gr) kent Gie Beirnaert het Vlaamse platteland als zijn achtertuin. Hij legt meteen de vinger op de wonde: ‘De grootste smet van Vlaanderen is de lintbebouwing. Anders dan in de Ardennen of Frankrijk, raak je hier nooit uit de bebouwde wereld. Dat is natuurlijk niet nieuw. En we merken dat er, zowel in de landbouw als daarbuiten, meer en meer aandacht gaat naar ruimtelijke ordening en landschapsbehoud. Twintig jaar geleden kregen we nog ‘Van mijn erf’ naar het hoofd. Vandaag leeft het besef dat er niets mis is met wandelaars die van de omgeving genieten.’

naam

Gie Beirnaert

leeftijd 58 jaar

functie

voorzitter en stichtend lid vzw Grote Routepaden

job

directeur personeelszaken bij netwerkbedrijf Integan

Het Engelse voorbeeld De voorbije jaren zijn in Vlaanderen meer dan 3500 kilometer gr-paden bewegwijzerd, die bijna allemaal over openbaar domein lopen. ‘Dankzij onze lokale specialisten zitten daar echt wel een heleboel ongerepte plekjes bij’, vertelt Gie. ‘Meestal dankzij de landbouw. Het niet-bebouwde landschap is in Vlaanderen bijna integraal landen tuinbouwgebied. Jullie zijn dus een belangrijke partner voor ons. We zijn bondgenoten: we trekken aan hetzelfde zeel voor het behoud van het


15

outepaden

ben hetzelfde doel’ platteland. We hebben dan ook alle begrip voor de boer die zijn boterham moet verdienen.’ Toch geeft Gie meteen ook aan dat zijn vzw een duidelijke affiniteit heeft met de vzw Trage Wegen. ‘We vinden het uiteraard goed dat er aandacht gevraagd wordt voor het behoud van landwegen en paadjes. Maar wij zullen noodgedwongen sneller een alternatief kiezen. Ik mis in Vlaanderen enorm een cultuur van recreatief medegebruik door verschillende belanghebbenden. Wij hebben geen traditie op dat vlak. In het Verenigd Koninkrijk bestaat het begrip Right of Way. Je hebt er honderden paden, Public Footpaths, dwars door intensief landbouwgebied, kasteeltuinen en andere privéterreinen. Nieuwe eigenaars kunnen dat niet afschaffen en iedereen blijft er netjes op het pad. Daar kunnen we nog veel van leren. Maar ik vrees dat het een werk van lange adem is.’

Herbestemming in de landbouw? Hoewel de gr-leden heel wat contacten hebben op het platteland, onderhoudt de vzw geen structureel overleg met andere partners over landschappelijke dossiers. Gie: ‘We zijn een kleine vzw, die nog maar drie jaar over één en sinds kort over twee vaste medewerkers beschikt. We zitten wel af en toe samen met gemeentebesturen, bijvoorbeeld als we een route moeten aanpassen omdat er een nieuw industrieterrein wordt aangelegd. We merken alleszins dat we nu veel makkelijker relaties met andere organisaties kunnen uitbouwen. Dat soort zaken gebeurt nu eenmaal tijdens de kantooruren.’ Gie is niet ontevreden over de beleidsmatige inspanningen om meer wandel- en fietsroutes te creëren. ‘Vooral onze fietsafdeling mag niet klagen. Sinds de routenetwerken zijn er maar weinig autoluwe wegen waar geen route loopt. Er zijn ook heel wat oude spoorwegbeddingen of jaagpaden langs rivieren die voor recreatief gebruik zijn opengesteld. Dat soort herbestemming of medegebruik lijkt mij in de landbouw nog meer mogelijk, bijvoorbeeld mits een vergoeding voor

de boer. Maar ik ben onvoldoende op de hoogte van de mogelijkheden die het plattelandsbeleid op dat vlak biedt. Misschien moeten we ons daar in de toekomst verder op toeleggen.’

Gezellig en budgetvriendelijk Onder meer via de gr-website en -publicaties informeert de vzw ook over overnachtingsmogelijkheden langs de routes. Ooit waren dat vooral jeugdherbergen, maar nu is er meer en meer interesse voor hoevetoerisme. Die rubriek op de gr-website trekt volgens Gie almaar meer bezoekers. ‘Het verblijfstoerisme op een paar kilometer van de eigen woonplaats is een fenomeen dat in de lift zit. Meer en meer mensen ontdekken het plezier van eens anders naar je eigen omgeving te

Meer en meer mensen leren anders naar de eigen omgeving kijken

Grote Routepaden? De vzw Grote Routepaden biedt infrastructuur voor langeafstandswandelen en –fietsen aan. Ze werkt daarvoor grensoverschrijdende trajecten van punt tot punt uit. In heel Europa bestaat het netwerk uit 80.000 km, waarvan meer dan 3500 km in Vlaanderen. In navolging van de Franse Grandes Randonnées werd de vereniging in ’77 opgericht in de schoot van het jeugdherbergtoerisme. Vandaag telt de vereniging 5000 leden, waarvan een 180-tal vrijwilligers die de typische rood-witte (of voor fietsroutes geel-blauwe) markeringen aanbrengen en in stand houden. Voor een dagwandeling rekent de vzw op minstens 20 km, voor fietsers zijn de tochten 80 km of meer. info www.groteroutepaden.be

kijken. Je kunt bij wijze van spreken vanaf je voordeur vertrekken, en een dag wandelen om totaal andere dingen te zien en te beleven. Je kunt zo perfect een week op een totaal ander ritme leven.’ Hij kan het niet met harde cijfers staven, maar ook Gie gelooft dat er meer wordt gewandeld en gefietst. Hij komt dan wel vaak op het terrein, het is onmogelijk om alle wandelaars te tellen die niet bij een vereniging zijn aangesloten. De gr-voorzitter heeft ook een verklaring voor de toegenomen interesse: ‘De Vlaming leeft langer en je merkt dat heel wat babyboomers nu van hun vervroegd pensioen genieten. Daarnaast is er meer behoefte om te ontstressen. Wat is er dan budgetvriendelijker en gezelliger dan in goed gezelschap te wandelen en tussendoor iets lekkers te eten of een trappist te drinken? Voor de langere afstanden moet je wel in redelijke conditie zijn, maar dat valt mee. Wie eenmaal de barrière doorbreekt, heeft gegarandeerd de smaak te pakken.’

Hoeveel is teveel? Herken je het plaatje: het is een mooie voorjaarsdag, ideaal voor veldwerkzaamheden, maar ook heerlijk fiets- of wandelweer. Dan kan het platteland wel eens overbevolkt raken. Zeker in sommige streken, zoals de Katarakt-regio, wordt de draagkracht van het platteland geregeld getest. Nadat dagjestoeristen de Haspengouwse dorpen vorig jaar overspoelden, bestelden Sint-Tuiden en Borgloon een studie die moet onderzoeken hoe de plattelandstoeristen in goede banen kunnen worden geleid. Een voorbeeld dat straks ook in andere regio’s navolging verdient?


“Als student kies ik voor jobgarantie” Werkveld schreeuwt om professioneel opgeleide arbeidskrachten Studenten die kiezen voor de professionele bachelor in Agro- en biotechnologie kunnen als afgestudeerde onmiddellijk aan de slag. Ze komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opgeleide arbeidskrachten. Jobgarantie verzekerd! Leren uit onderzoek In de opleiding Agro- en biotechnologie wordt veel belang gehecht aan projectmatig wetenschappelijk onderzoek. Zowel lectoren als studenten werken mee. Zo blijven docenten op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het werkveld en zijn studenten zeer gegeerd op de arbeidsmarkt. Het onderzoek spitst zich toe op de vier afstudeerrichtingen uit de opleiding: Agro-industrie In de afstudeerrichting agro-industrie draait alles rond de actuele thema’s voedselveiligheid, voedselkwaliteit en voedselproductie. Studenten zijn praktijkgericht bezig met voedingstechnologie, onderzoek en laboratoriumtechnieken. Er wordt onderzoek gedaan naar voedselveiligheid, ambachtelijke voedselproductie, voedselkwaliteit en aquacultuur. Afgestudeerden komen terecht in brandend actuele sectoren met een tekort aan professioneel opgeleide arbeidskrachten. Dierenzorg Ons docentenkorps van dierenzorg is sterk gespecialiseerd in diergedrag, dierenwelzijn en ethologie, hete hangijzers in onze maatschappij. Hun onderzoek spitst zich toe op het meten van dierenwelzijn bij dieren uit de intensieve veehouderij, hobbyhouderij en dierentuinen. Daarnaast gaat er aandacht naar diergedrag en het meten van dominantie bij dieren. Groenmanagement De afstudeerrichting groenmanagement legt de nadruk op park-, groen- en natuurbeheer. Daarnaast wordt ook de professionele tuinbouw bestudeerd. Het onderzoek richt zich ondermeer op technieken die een alternatief bieden voor de chemische bestrijding van plagen op bomen, planten en siergewassen. Landbouw In de richting landbouw leren de studenten professioneel omgaan met de huidige tendensen rond landschapsbeheer, teeltmanagement, akkerbouw, mechanisatie en het kweken, het houden en verzorgen van en omgaan met landbouwdieren. Onderzoek houdt zich bezig met praktijkgerichte proefveldwerking rond

teelttechnieken, houderij, opfok en welzijn van Belgisch Wit-Blauw en vergelijkend onderzoek akkerbouw voor de industrie, meestal op vraag van de bedrijven zelf.

Opleiding op maat Iedereen heeft specifieke interesses. De ene is geïnteresseerd in paarden, de andere in kruiden en een derde in tuinaanleg. Tijdens de opleiding kunnen de studenten deze interesses ten volle ontplooien via stage, onderzoek en projectwerk. Ze krijgen dus niet alleen een brede basis mee, maar kunnen zich tijdens hun studies reeds specialiseren in hun persoonlijk interessegebied.

Hoger afstandsonderwijs, kans op extra diploma Deze professionele bacheloropleiding wordt ook aangeboden in hoger afstandsonderwijs. Zo kunnen afstandsstudenten werk, gezin en studie combineren en een (extra) volwaardig diploma hoger onderwijs behalen. De zelfstudie gaat gepaard met een sterke persoonlijke begeleiding en alle praktische modaliteiten worden in onderling overleg met de studietrajectbegeleider afgesproken. Zo wordt een pakket ontwikkeld op maat van de student. INFO Waar? Tel Mail Web Info

KaHo Sint-Lieven, Campus Waas Hospitaalstraat 23, 9100 Sint-Niklaas 03 776 43 48 info.waas@kahosl.be http://agrobio.kahosl.be 18 maart 2009 (14.30 u) 25 april 2009 (10 - 17 u) 24 juni 2009 (14.30 u) 5 september 2009 (10 - 16 u)


uit de provincie

Vorig jaar werd in de provincie Limburg een gloednieuw kenniscentrum voor land- en tuinbouw opgericht, onder de naam Agrivisie. Ondanks de nog jonge werking van het kenniscentrum, zitten – vaak dankzij de vertrouwde partners – al verschillende onderzoeksprojecten in de pijplijn. We zoomen hieronder in op vier opvallende thema’s.

Van

erosie tot precisielandbouw

1. Erosie. Het kenniscentrum beschikt over

3. Schimmels in de groenteteelt. In

een grote knowhow op het vlak van niet-kerende grondbewerking. Het pibo voert praktijkonderzoek uit naar de economische gevolgen van die aanpak, in het kader van het Interreg-project ‘Bodembreed’, dat ook aandacht heeft voor een gezondere bodemstructuur en een hoger organischestofgehalte.

het kader van de groenteteelt voor de industrie zetten het pibo en het pvl een nieuwe proefveldwerking op. De klassieke rassenproeven worden aangevuld met een zoektocht naar geschikte bestrijdingsmethodes tegen schimmels. Ook is er een project rond de bestrijding van het onkruid knolcyperus.

2. Advies uit de ruimte.

4. Water. Het pvl en het pibo werken mee aan

Het kenniscentrum heeft een pdpo-project ingediend voor teeltadvisering aan landbouwers op basis van satellietopnames van hun gewassen. Het gaat om kwantitatieve waarden van een aantal gewasparameters zoals vocht, stikstofgehalte, drogestofproductie, co2-intake enzovoort. De teler krijgt de informatie in de vorm van een kleuren- of vlekkenkaart van zijn perceel toegestuurd via internet. Op basis van die vlekkenkaart kan hij proberen de verschillen binnen zijn perceel gericht weg te werken, bijvoorbeeld door een zeer plaatselijke stikstofgift, al of niet uitgevoerd met een gpsgestuurde kunstmeststrooier. De uiteindelijke bedoeling is een kostenbesparing en milieuwinst door de lagere inzet van meststoffen, water en gewasbeschermingsmiddelen.

het Interreg-project ‘Interactief waterbeheer’, dat onder meer puntlozingen van gewasbeschermingsmiddelen wil tegengaan en het reinigingswater van spuitmachines in fytobakken wil zuiveren. Het pvl wil ook de waterstromen binnen veebedrijven in kaart brengen en waar mogelijk verminderen of veranderen, bijvoorbeeld door leidingwater te vervangen door regenwater of gezuiverd afvalwater. Ook de waterzuivering van melkinstallaties in individuele afvalwaterzuiveringsinstallaties wordt onder handen genomen. Er zijn ook plannen voor een onderzoek naar lagedrukirrigatie, mogelijk zelfs ondergronds. In vergelijking met de traditionele spuitkanonnen biedt dat voordelen zoals waterbesparing (minder verdamping), energiebesparing aan de pom-

pen, lagere fytosanitaire druk (droger gewas en dus minder schimmels) en minder onkruid. Het project zit wel nog maar in vooronderzoeksfase.

Kenniscentrum? Agrivisie, het Provinciaal kenniscentrum voor landbouw Limburg, werd opgericht op 1 mei 2008, als koepel boven de bestaande onderzoekscentra: het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (pvl) en het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (pibo). Via deze koepel wil de Provincie Limburg de adviesverlening naar land- en tuinbouwers stroomlijnen, de bestaande onderzoeksprojecten beter op elkaar afstemmen en bijkomend structureel onderzoek in verband met een duurzamere landbouw ­opstarten.

Meer weten? 011 23 74 46, wrutten@limburg.be, www.limburg.be/landbouw

17


18

biechtstoel

‘ Landbouw naam

Camiel Adriaens

leeftijd 64 jaar

woonplaats Gistel

functie

voorzitter abs

Na 22 jaar geeft abs-voorzitter Camiel Adriaens in april de fakkel door aan zijn opvolger. Vilt-voorzitter Dirk Lips trok naar Roeselare voor een afscheidsinterview met de kwieke 64-jarige – ‘ik heb nog altijd maar vijf uur slaap nodig.’


19

is en blijft economie’ Dirk Lips: Waarom bent u in ’87 absvoorzitter geworden? Kon u dat met uw landbouwbedrijf combineren? Camiel Adriaens: ‘Eigenlijk heeft men mij gevraagd en ik heb de job aanvaard. Ik besefte dat als je zelf niet voor je zaak opkomt, iemand anders het zeker niet zal doen. En ik heb het me nooit beklaagd. De combinatie met een akkerbouwbedrijf was wel zwaar. In veel dossiers heb je een voordeel omdat je in de praktijk staat. Maar ik heb avonden en nachten doorgewerkt omdat ik overdag op vergaderingen zat. Op den duur raak je dat ritme gewoon. Ik heb nog altijd maar vijf uur slaap nodig. En ik kon op mijn vrouw Maria terugvallen voor de dagelijkse routine op het bedrijf. De varkensstal runde zij ook grotendeels. Maar mijn opvolger zal wel iemand van de organisatie naast zich nodig hebben. De regelgeving is zo veel complexer geworden dat je anders dingen dreigt te gaan missen.

Wat beschouwt u als uw belangrijkste verwezenlijking en uw grootste tegenslag? Ik ben nog altijd tevreden dat we het eerste Mestactieplan van De Batselier hebben laten herschrijven. Dat was opgesteld door de socialisten en de groenen en het was een ramp voor de landbouw. Mijn slechtste ervaring was het suikerbietendossier. Daar heb ik nog hartzeer van. Bieten waren op veel bedrijven de meest rendabele teelt, tot men een derde van de opbrengst wegsneed. We hebben dan met Boerenbond een betoging georganiseerd en van alle 20.000 bietentelers kwamen er nog geen 1000 naar Brussel. Toen iedereen tegen de middag naar huis was, heb ik me echt afgevraagd of die thuisblijvers het wel verdienen dat wij ons elke dag zo hard inzetten.

Is het frustrerend dat abs nog altijd het kleine broertje is? Missen jullie bijvoorbeeld niet een grotere studiedienst? Absoluut niet, iedereen doet zijn ding. Ik heb nooit naar de anderen gekeken. Ik lees wel de Boer, maar onze beslissingen hebben we nooit laten beïnvloeden. Onze sterkte is dat wij met beide voeten in de praktijk staan. Als grote organisatie met vertakkingen in alle schakels van de keten, is het

veel moeilijker om de rechten van de producenten te verdedigen. Een studiedienst hebben we ook nooit gemist. Onderzoekers staan vaak te ver van de praktijk. En ik vraag me af hoe objectief een dienst is die nauw bij één politieke partij aanleunt. Als wij informatie nodig hebben, gaan we naar de universiteiten of proefcentra, en daar zijn we altijd objectief geholpen.

Wat doet abs voor zijn zwakste leden? En hoe vermijden jullie dat afgevaardigden vooral het eigenbelang dienen? We moeten toegeven dat iedereen vandaag zwak staat. Alle land- en tuinsectoren hebben klappen gekregen. En door de financiële crisis eisen banken

Na de mislukte betoging vroeg ik me af voor wie ik me inzette nu ongeveer evenveel borg als je leent. Voor wie het echt moeilijk heeft, vind ik dat Boeren op een Kruispunt de laatste jaren erg goed werk levert. Maar algemeen richten wij ons op alle soorten bedrijven, groot en klein. Om misbruiken te vermijden, hebben we per provincie drie mensen die ieder voorstel controleren op het belang voor de sector. Als we vaststellen dat iemand meermaals eigenbelang voor ogen had, ontzetten we die persoon onvermijdelijk uit zijn bestuurs­functie.

Abs staat vooral sterk in WestVlaanderen. Kan jullie nieuwe kantoor in Merksplas dat oplossen? We spannen het paard niet achter de wagen. Als we een nieuw kantoor openen, is dat omdat het ledenaantal gegroeid is. De provincie Antwerpen is ook een belangrijke landbouwprovincie met veel intensieve veehouderij. Door het nieuwe kantoor kunnen we onze leden een betere service bieden. Ze kunnen nu dagelijks langskomen om papieren in te vullen of advies te vragen. Dat is inbegrepen in het lidgeld. Alleen als we een ingenieur aan het werk moeten zetten, moet je betalen, maar wel tegen de goedkoopste markttarieven.

Het landbouwbeleid wordt steeds minder in Vlaanderen gemaakt. Hoe sterk staat abs internationaal? Ik wil dat eerst enigszins relativeren. Europa zet de krijtlijnen uit, maar als lidstaat heb je nog veel te zeggen over hoe je richtlijnen invult. Het blijft dus belangrijk om dicht bij de Vlaamse regering te staan. Abs heeft ook goede contacten in de ons omringende landen, zoals Frankrijk en Nederland. We werken nauw samen met organisaties die een gelijkaardige visie hebben. Wie terugwil naar sanitaire gewoontes van twintig jaar geleden is bij ons aan het verkeerde adres. We hebben een landbouw nodig die binnen Europa aan de top kan meedraaien. Landbouw is en blijft economie.

Wat vindt u van de evolutie dat boeren steeds meer de grillen van de wereldmarkt ondergaan? Ik vrees dat we daarmee moeten leren mee leven. We moeten extra goed nadenken over wat en hoeveel we produceren. Iets telen om er niets aan te verdienen heeft geen zin. Toch ben ik niet negatief. Ik ben ervan overtuigd dat de markt van biobrandstoffen alle prijzen zal aantrekken. Of we kunnen door de nieuwe toepassingen onze kosten laten dalen. Ik hoor dat de capaciteit voor bio-ethanol in Amerika op twee jaar tijd verviervoudigd is. Dat heeft een impact op alle teelten, want alles staat in relatie tot elkaar. Van veevoeder tot consumptieproducten. Als de graanprijs stijgt, volgt de rest. Dat is al jaren zo en dat zal zo blijven.

Weet u al wie u zal opvolgen en wat u na uw afscheid zal doen? Mijn opvolger wordt verkozen tegen midden april. Wie het wordt, weet ik zelf niet, alleen dat hij jonger is, een diploma en een eigen bedrijf zal hebben. Een verbeterde versie van mezelf dus… Samen met de voorzitter willen we het hele hoofdbestuur verjongen. Een organisatie moet blijven vernieuwen. Op persoonlijk vlak ben ik absoluut niet bang voor het zwarte gat. Ik blijf voorzitter van onze opleidingsdienst nac. Ik wil me nog meer bezig houden met de mogelijkheden van groene energie. En vooral: als je een zoon hebt die boert, ben je nooit volledig op rust.


20

ten huize van

Elke ochtend

een eitje De familie Janssen: drie generaties kippenhouders Er heerst een gezellige sfeer in de legkippenhouderij Maasland Eieren (Maaseik). Buren maken een praatje, de bomma komt melden dat Frieda Van Wijck – geboren en getogen in de buurt vanavond weer op tv komt. Maar er moet ook gewerkt worden.

H

et was mijn vader die in 1957 met leghennen begonnen is’, zegt Jaak Janssen. ‘Hij is gestart met 200 hennen, wat in die tijd al veel was. Vandaag hebben we drie stallen van 10.000 kippen, een stal van 20.000 wat verderop en nog eens 15.000 kippen in een huurstal. Goed voor 500.000 eieren per week.’ De aanpak van grootvader Janssen mag in vergelijking daarmee amateuristisch lijken, maar was dat allerminst, zeggen zonen Ward en Wim. ‘Hij heeft de eerste legbatterij in België gebouwd, toen voor 5000 hennen. Dat was een enorm aantal. Nu wordt ervan uitgegaan dat je minstens 60.000 hennen nodig hebt om rendabel te zijn.’

ren. Door meteen op scharreleieren over te schakelen, verbreden we onze afzetmogelijkheden en zijn we er redelijk gerust in dat onze investering twintig jaar mee kan gaan. Ik begrijp wel dat heel wat oudere collega’s of sommige contractbedrijven de nieuwe stap niet wagen, maar wij willen nog jaren blijven meedraaien.’

Meerwaarde zoeken Zelf zijn de Janssens volledig onafhankelijk. ‘We leveren maar heel weinig aan supermarkten, die de prijs drukken. Veruit het grootste deel van onze omzet halen we bij bakkers, restaurants, kleinere supermarkten en winkels. We proberen ook een meerwaarde te creëren: we sorteren onze eieren

2 nieuwe stallen De ironie van het lot wil dat de legbatterijen van grootvader Janssen binnenkort definitief verleden tijd zijn. ‘Europa legt op dat ze in 2012 moeten verdwijnen, en vandaag is er al bijna geen supermarkt meer die nog eieren uit legbatterijen verkoopt. Een mogelijke oplossing zijn de verrijkte kooien, met iets meer ruimte voor de kippen. Maar wij hebben ervoor gekozen om hier binnenkort twee nieuwe stallen voor elk 30.000 scharrelkippen te plaatsen. Daar hebben ze veel meer ruimte, en kunnen ze hun eieren in een nest leggen.’ ‘Het is een forse investering, en in het begin zal het ons wel wat moeite kosten om het systeem gewoon te worden. Maar anderzijds zijn er nu al lobbygroepen actief tegen die verrijkte kooien, en supermarkten willen sowieso vooral scharreleie-

volledig geruimd. Een harde tijd: de stallen stonden volledig leeg, terwijl onze dieren kerngezond waren. Om onze klanten te behouden, hebben we toen elders eieren opgekocht en verder verdeeld. Met verlies.’ Gelukkig zijn de eierprijzen sinds 2007 gestegen. ‘Ook de voederprijzen natuurlijk, maar het is weer leefbaar. Dat moet ook wel, met de investeringen die ons te wachten staan.’

Wij halen het grootste deel van onze omzet niet bij supermarkten zelf en bieden gepelde eieren, ei-bereidingen en andere zuivelproducten aan. Beschilderde eieren voor carnaval, dat is hier echt een traditie. Bestaat dat niet in andere streken? Tiens.’ ‘Natuurlijk heeft de eierprijs de jongste jaren schommelingen gekend. Eerst was er de dioxinecrisis, een dieptepunt. Een paar jaar later was er de vogelpest. Wij lagen net binnen de perimeter rond een getroffen bedrijf. Eén kilometer verder mochten ze gewoon doorboeren, ons bedrijf werd

Kippengezang en vakantie Het werk in de kippenhouderij is strak verdeeld. Vader Jaak en zoon Ward sorteren ’s ochtends vanaf zeven uur de eieren die de vorige avond in de andere stallen zijn opgehaald. Vanaf de middag beginnen ze de eieren uit de eigen stallen te verzamelen en te sorteren. Broer Wim is de baan op met de vrachtwagen, om de eieren te leveren. Ward doet de boekhouding en de administratie. ‘Die verschillende taken maken het zeer afwisselend. Het ene ogenblik zit je in de stal bij de dieren, dan kun je weer de baan op met de vrachtwagen.’ ‘In dit vak heb je weinig vakantie’, zegt Jaak. ‘Maar omdat we met z’n drieën zijn, kunnen we er af en toe wel een weekje tussenuit. Zelf ben ik tot mijn veertigste nooit op vakantie geweest. Als je dit niet graag doet, hou je het uiteraard niet vol. Je kunt geen zeven dagen op zeven tegen je zin met die kippen bezig zijn. Maar we doen het werk heel graag. Ik weet niet meer wie het zei, dat dit het werk met de meeste arbeidsvreugde is. Want je staat elke dag tussen het zingen van al die kippen. En elke ochtend word je beloond met een eitje!’


21 naam

Ward Janssen

leeftijd 25

taken

eieren verzamelen en sorteren, stallen onderhouden, boekhouding en administratie

hobby’s

voetbal en tennis

naam

Jaak Janssen

leeftijd 52

taken naam

Wim Janssen

eieren verzamelen en sorteren, stallen onderhouden

leeftijd

hobby’s

24

taken

distributie met de vrachtwagen; in het weekend mee eieren verzamelen en sorteren

hobby’s

motorcross en tennis

fietsen en skiën


22

buitenlander

‘Werk met

N

aast 48 stuks melkvee hebben de Speeckaerts akkerland voor eigen gebruik, fruit waar ze zelf vruchtensap van maken en nog een paar varkens – maar die gaan binnenkort weg. ‘Tot een paar jaar geleden bakten we zelfs nog ons eigen brood in de oude kleioven’, zegt Vera. Zij heeft het bedrijf de laatste jaren tot een zorgboerderij uitgebouwd, onder meer voor kinderen in een moeilijke thuissituatie en jongeren met autisme. ‘We hebben het al met senioren geprobeerd, maar die blijken toch niet goed te aarden in een moderne boerderij. Het is hen te druk en te lawaaierig. Jongeren zijn die drukte veel beter gewoon.’ Het idee van een zorgboerderij staat Staf Nimmegeers wel aan. ‘Regelmatig komen mensen bij mij aankloppen met psychische problemen. Hun grote probleem is vaak een gebrek aan structuur. In de stad merk je niets van het echte leven, de seizoenen, enzovoort. Je hebt geen ankerpunten. Het platteland staat dichter bij het leven, heb ik de indruk, en dat werkt rustgevend. Zelfs al heeft de moderne technologie ook hier zijn intrede gedaan.’

Staf ­Nimmegeers Staf Nimmegeers (68) is vooral bekend als priester van de Brusselse Finisterrekerk, waar hij zich bekommerde om de daklozen en andere mensen die het moeilijk hebben in onze maatschappij. In 2003 werd hij verkozen tot senator voor de sp.a. Nu is hij met pensioen, maar hij heeft nog altijd een gezaghebbende stem in het maatschappelijk debat.


23

een

hart’

De lente hangt – eindelijk! – in de lucht als we met Staf Nimmegeers aankomen bij het Lennikse melkveebedrijf van Filip Speeckaert en Vera Heremans. ‘Hier voel je nog echt de seizoenen’, zegt Nimmegeers. ‘Zelf ben ik een echte stadsmens geworden, maar het rustgevende van het platteland kan me wel bekoren.’

Het mysterie van het leven Nimmegeers heeft weinig ervaring met het boerenleven. ‘Wel heb ik de eerste jaren van mijn leven op een boerderij doorgebracht. De oorlog was nog maar pas begonnen en mijn ouders dachten dat ik daar veiliger zou zijn dan in Lokeren zelf, waar we woonden.’ ‘Ik herinner me nog levendig dat ik daar de geboorte van een kalfje heb meegemaakt. Seksuele voorlichting bestond toen nog helemaal niet, die geboorte heeft een erg grote indruk op mij gemaakt. Dat was een grootse gebeurtenis, omgeven door mysterie. Maar nu ben ik een echte stadsmens. Ik ben blij als ik op het platteland kom. Maar ik ben even blij als ik terug naar de stad ga.’

De kerk in het midden Het gesprek komt op gang over de strenge regulering, kwaliteitszorg en dierenwelzijn. Nimmegeers: ‘De dioxinecrisis is van vlak vóór mijn politieke carrière. Maar ik heb wel actief meegewerkt aan de wetgeving rond het slachten van schapen.’ ‘Ik heb er altijd voor gepleit om de kerk in het midden te houden. Je moet er toch van uitgaan dat boeren er niet op uit zijn om hun dieren te mishandelen. Gaia gaat wat mij betreft soms te ver.’ Daar is Filip het grondig mee eens. ‘De sector krijgt een slechte naam doordat de mensen niet meer vertrouwd zijn met dieren. Als je een koe

wilt laten opzijgaan, moet je ze soms eens een stomp geven. Dat heeft niets met mishandeling te maken, maar het wordt soms wel zo gezien.’

nen schoonboenen en aan de rug krabben: ‘Mooi toch, dat zelfs daaraan wordt gedacht.’

Geen namen Ingenieuze oplossingen Tijd voor een rondgang door het bedrijf. Met al meteen een eerste verrassing: er staat een aquarium met goudvissen in de stal. ‘In de ­zo­mer zetten we de vissen uit in de drinkbak van de koeien’, zegt Vera. ‘Ze eten de etensresten en het slijm van die koeien op, en houden zo het water proper.’ Een inventieve oplossing die op

Het platteland staat dichter bij het echte leven goedkeurend gemompel wordt onthaald. Bewondering is er ook voor het geautomatiseerde voedersysteem. ‘De portie krachtvoer wordt individueel per koe berekend. De voederbak herkent de koe aan haar halsband en het voer wordt door de computer afgemeten.’ ‘Het valt me op hoe netjes het hier is’, zegt Nimmegeers. ‘Alles is hier brandschoon.’ En als hij merkt dat de koeien zelfs staan aan te schuiven voor de borstelrol waarmee ze zichzelf kun-

‘Eigenlijk had ik gedacht dat de koeien vastgebonden in de stal zouden staan’, zegt Nimmegeers. ‘Maar ze lopen hier gewoon vrij rond. Hebben ze ook een eigen naam?’ Hier moet Vera ons teleurstellen: geen romantiek op dat gebied. ‘Bij ons huwelijk hebben we wel een koe cadeau gekregen die we Vera genoemd hebben, en de kalfjes van die koe heten telkens ook weer Vera. Maar de rest gaat naamloos door het leven.’ Wel kunnen de koeien bij de Speeckaerts nog de wei in. ‘We laten ze niet te veel buiten, want dan zouden we in de problemen komen met onze mestquota. Maar volgens mij blijft een koe die buiten kan lopen en wat beweging krijgt, nog altijd een stuk gezonder dan een koe op stal. We hebben hier weinig zieke koeien.’

Warme sfeer De rondleiding loopt intussen op zijn einde; de stad wenkt. ‘Het is hier inderdaad zoals ik vooraf gedacht had’, zegt Staf Nimmegeers. ‘De technologie heeft zijn intrede gedaan. Maar toch heb ik hier ook een heel warme sfeer aangetroffen. Het is werk, maar je merkt dat ze er hier met hun hart bij zijn. Dat vind ik heel mooi.’


24

frontaal

In 2013 staat een nieuwe hervorming van het Europese landbouwbeleid op het programma. Moet de directe inkomenssteun behouden blijven? Of zijn er andere manieren om een toekomstgerichte landbouw te ondersteunen? De inzet is zo belangrijk, dat we de discussie nu al ­opstarten.

Europees landbouwbeleid

Wat na 2013?

Johan Heyman, Departement Landbouw en Visserij ‘Nieuwe uitdagingen vereisen bijsturingen van het beleid. Zowel het Belgisch voorzitterschap van de eu volgend jaar, als de nood om met een sterk dossier aan te treden bij de budgettaire euonderhandelingen vereisen nu al een eerste toekomstverkenning. Samen met een publiek debat zal dit leiden tot een officieel Vlaams standpunt over een Europees beleid dat wenselijk is. Je merkt dat de Europese landbouw met verschillende uitdagingen wordt geconfronteerd: de liberalisering, de groeiende wereldbevolking, bijkomende maatschappelijke eisen, enzovoort. Ik vind dat het landbouwbeleid daarom moet teruggrijpen naar de initiële doelstellingen van het eu-landbouwbeleid. Zij het met andere of aanvullende middelen om markten te stabiliseren en het inkomen te ondersteunen. Daarbij speelt de overheid de rol van regulator voor maatschappelijke bekommernissen.’

‘De ongeveer 300 miljoen euro die Vlaanderen ontvangt vanuit de Europese schatkist is vandaag nog grotendeels gebaseerd op een prijscompensatie voor het meer openstellen van de markten in het verleden. Een beperkt deel wordt met Vlaamse cofinanciering via de plattelandsmaatregelen uitgekeerd als steun voor investeringen of beheersovereenkomsten ten bate van voornamelijk milieudoelstellingen. Door het compromis dat eind 2008 bij de gezondheidscontrole van het gemeenschappelijk landbouwbeleid werd bereikt, wordt de tweede pijler verder lichtjes versterkt. Maar binnen de directe inkomenssteun wordt ook ruimte gegeven aan gelijkaardige initiatieven met cofinanciering, waardoor we ons kunnen afvragen of een tweepijler beleid nog lang standhoudt.’ ‘Als instrument om de wispelturige markten op te vangen, zie ik verschillende mogelijkhe-

den. Het aanleggen van buffervoorraden is niet vreemd in de energiesector en de waterhuishouding. Waarom dit instrument niet hanteren voor voedsel? In welke mate is dit minder handelsverstorend dan grondstoffenspeculatie? De huidige bedrijfstoeslagregeling laten evolueren tot een vlakke regionale premie is voor Vlaanderen waarschijnlijk geen goed alternatief omdat die dan in de grondprijs verrekend wordt en Vlaanderen een uitgesproken regio van pachters is. Een meer op maat geschreven bedrijfspremie die niet alleen met grond maar ook met de veestapel rekening houdt, biedt meer perspectief. Deze niet verhandelbare premie is maar een basispremie die door de landbouwer zal aangevuld moeten worden door meerjarige engagementen om bij te dragen tot maatschappelijke uitdagingen.’


25

Luc Vankrunkelsven, Wervel ‘Samen met de partners van het Vlaams Overleg voor Duurzame Ontwikkeling pleiten we voor een ander beleid. De eu slaagt er niet in om een duurzame landbouw te realiseren. Denk maar aan de aanhoudende import van goedkope eiwitbronnen. Die ontwricht ons platteland, het ecosysteem en de sociale verhoudingen. De essentie is dat er nog altijd geen recht op voedselsoevereniteit geldt. Ieder land zou een beleid in functie van zijn noden moeten kunnen uitstippelen. Zo kunnen arme boeren zich tegen dumpingverkoop onder de lokale kostprijs beschermen. Maar ook onze boeren hebben recht op een eerlijke vergoeding voor hun productiekost, inclusief een degelijke arbeidsvergoeding.’ ‘Tegen de gangbare ideeën in pleiten wij voor een sterker gereguleerde markt, met systemen van productie- of aanbodbeheersing in ruil voor een faire prijs. Dat kan via quota – die liefst niet verhandelbaar zijn – , maar ook anders. Sinds de financiële crisis en de schommelende prijzen heeft men daar weer meer oor naar, maar het liberale discours geldt nog vaak als de enige

Debatteer mee! Moet de rechtstreekse inkomenssteun voor boeren behouden blijven? Hoe moet het plattelandsbeleid evolueren? Heb je ideeën over hoe boeren beter kunnen samenwerken? Laat je stem horen op www.vilt.be/debat

piste. Ook in ons systeem is er plaats voor export die de lokale markt en het leefmilieu niet verstoort. Maar de overheid moet bedrijven die iets positiefs bijdragen voor mens en aarde stimuleren. Op termijn moet dat overgenomen worden door een goede prijs. Maar zolang die er niet is, zijn premies nodig. Daarbij vind ik dat toeslagrechten best niet per oppervlakte, maar per bedrijf of zelfs per werkkracht worden berekend.’ ‘We pleiten hierbij voor een systeem dat landbouwers naar een meer economisch en ecologisch duurzame aanpak leidt. Zo moet de eu innovatieve technieken zoals agroforestry beter ondersteunen. Er is meer onderzoek nodig naar teelten als hennep en lupine. Dat laatste is een eiwitbron die per hectare drie keer meer opbrengt dan soja én die we lokaal kunnen telen! Daarnaast pleit ik voor pilootprojecten waarbij lokale boeren uit verschillende sectoren nauwer samenwerken. Je kunt voeder voor elkaar produceren, diensten uitwisselen, gebouwen en machines samen gebruiken, etc. Uit welke pijler die premies komen, maakt voor ons niet uit.

Jos Gysels, Natuurpunt ‘Wij pleiten in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor ingrijpende verandering. Die moet het mogelijk maken dat het platteland uitgroeit tot een evenwichtige drager van een veelheid aan functies voor een veelheid aan gebruikers. Voor ons mag cross compliance een instrument blijven om een basismilieu- en natuurkwaliteit in de landbouw te waarborgen. Maar dan moet het systeem wel grondig hervormd worden. Als er toeslagrechten blijven bestaan, moeten die verder gekoppeld worden aan het naleven van de basisvoorwaarden.’

‘We geloven ook dat een aanpassing van het Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling (pdpo) tot een echte verbetering van het milieu en het platteland kan leiden. Nu blijft de tweede pijler grotendeels beperkt tot beheerovereenkomsten, maar op het vlak van plattelandsbeleid zou het document zich niet tot de klassieke landbouw mogen beperken. Het geheel van maatregelen moet in een integrale visie en opvolging kaderen om zo tot betere resultaten voor de uitbouw van het Europese platteland te leiden.’

‘Op het vlak van ggo’s sluiten we ons aan bij het standpunt van de milieukoepel Bond Beter Leefmilieu. Wetenschappelijk bestaan er nog te veel onzekerheden over de techniek, waardoor wetenschappers op dit moment nog niet met zekerheid kunnen voorspellen wat het gedrag zal zijn van een ggo, eens dat in het milieu is geïntroduceerd. We hopen dan ook dat het Europese beleid uiterst voorzichtig met de ggo-wetgeving zal omspringen.’


HIER KOMT DE ZON! SUPER CONDITIES OP HET MATERIEEL HIERONDER...

SMARAGD 9 S 300 ZIRKON 7/300

VERTIMIX 1250

KW 4,62 / 6,02

AXIS 20.1 / 30.1

BEPERKT VOORRAAD

DOLOMIT 9/300

AM 243 S

SWADRO 35 / 38 / 46

EASYCUT 280 / 32P / 320 CVQ

PERMANENTE TENTOONSTELLING IN SOUMAGNE!

rue de Wergifosse 39 - 4630 Soumagne

E40 - AFRIT 37

Info op 04/377.35.45 of bij uw dealer

100% VERTROUWEN MET DE PARTNERS VAN HET NETWERK


mijn gedacht

Een strategie brengt geld op Johan Lambrecht is hoogleraar en directeur van het Studiecentrum voor Ondernemerschap van ehsal – kuBrussel. Hij voerde samen met onderzoeker Wouter Broeckaert een studie uit naar strategie bij familiebedrijven.

H

eel wat bedrijven hebben de illusie van een strategie. Ze willen de beste of de grootste zijn, maar dat heeft niets met strategie te maken. Strategie gaat om het anders zijn, het uniek zijn in je activiteiten. Ook wordt het vaak verward met efficiëntie, maar de zaken juist doen is iets heel anders dan de juiste zaken doen. In het eerste geval heb je te maken met efficiëntie, in het andere met strategie. Niets is zo absurd als op de meest efficiënte manier zaken doen die niet moeten gedaan worden. Een strategie moet je een antwoord geven op drie wvragen: Wat gaan wij aanbieden? Aan wie gaan wij dat aanbieden? Waarom gaan wij dat aanbieden? Heeft een strategie nut? Die vraag krijg ik vaak van ondernemers en mijn antwoord luidt telkens ‘absoluut’. Een strategie brengt geld op. Uit onderzoek blijkt dat de meest performante bedrijven een duidelijke strategie hebben en dat ze erin slagen om die ten uitvoer te brengen. Je strategie is ook een toetssteen voor beslissingen. Dient iets je strategie dan moet je er zeker op in spelen; bestaat de kans dat iets je strategie ondermijnt, hou er dan je handen af, zelfs als het je op korte termijn wel voordeel zou kunnen opleveren. Een duidelijke strategie helpt om keuzes te maken en verhindert dat je in een situatie terechtkomt waar geen beslissingen worden genomen. Ook voor bedrijfsleiders en medewerkers is een strategie belangrijk. Wanneer ze duidelijk weten waar het bedrijf naartoe gaat, motiveert hen dat. En ik zou nog verder durven gaan. Een bedrijf zonder strategie heeft in mijn ogen geen bestaansreden. Als je je niet kan diversifiëren van de concurrentie, dan ben je vervangbaar. En dus bestaat de kans dat je bedrijf vroeg of laat ophoudt te bestaan.

Elke ondernemer moet zich afvragen in wat zijn bedrijf anders is. Dat geldt voor een grote staalfabrikant, voor de kruidenier op de hoek en evenzeer voor een melkveehouder of een bedrijf met hoevetoerisme. De meeste bedrijfsleiders weten intuïtief wel wat hun bedrijf uniek maakt, maar het is noodzakelijk dat het ook op papier wordt gezet. Dit is een eerste stap in de goede richting, maar de uitvoering van de strategie is minstens zo belangrijk. Slechts de helft van de

Een strategie consequent toepassen vraagt lef bedrijven heeft een strategie en slechts één op tien bedrijven met een ware strategie slaagt erin die te realiseren. Een strategie consequent blijven toepassen is helemaal niet evident en vraagt veel lef. Dit impliceert dat je soms beter niet ingaat op opportuniteiten die op korte termijn een voordeel opleveren, maar op lange termijn indruisen tegen je strategie. Zo stelde Carrefour enkele jaren geleden jeneverfabrikant Filliers voor de keuze: ofwel verlaagde Filliers zijn prijzen, ofwel verloor het bedrijf zijn contract met Carrefour. Filliers koos voor de tweede optie omdat het vreesde dat de prijsverlaging het zorgvuldig opgebouwde merk­ imago zou beschadigen. Gevolg: het bedrijf zag een contract van zo’n 100.000 liter aan zijn neus voorbijgaan. Zes maanden later kwam Carrefour met hangende pootjes terug met de vraag of ze toch wilden leveren, want de klanten vroegen uitdrukkelijk naar de jenever van Filliers… Gedis-

ciplineerd en consistent zijn, zijn eveneens noodzakelijk bij de uitvoering van je strategie. Er passie voor hebben, is ook belangrijk. Je moet erin geloven en ervoor gaan. Ook voor landbouwbedrijven is een strategie essentieel. Ik heb heel veel respect voor het vakmanschap en de liefde voor het vak die je in de sector aantreft. Bovendien zijn de meeste landbouwbedrijven familiebedrijven. En dat zijn nu juist de bedrijven die zich uitstekend zouden moeten lenen om een strategie te ontwikkelen. Zij kijken meer op lange termijn, iets wat veel beursgenoteerde niet-familiebedrijven vaak niet kunnen of niet willen doen.

Wil je meer weten over strategie en strategische veranderingen bij familiebedrijven? Professor Lambrecht geeft op dinsdag 24 maart om 19u een voordracht in Roeselare. Inschrijven is verplicht. info www.innovatiesteunpunt.be

WIN!

Johan Lambrecht en Wouter Broekaert beschrijven in hun boek ‘Het roer omgooien: Strategische Verandering van het Familiebedrijf’ alle facetten van strategie, aangevuld met praktijkvoorbeelden. Wil jij één van de vijf exemplaren van dit boek winnen? Stuur je naam en adres naar info@landgenoten.be. info www.roulartabooks.be

27


btsadv.com

New Holland verkiest

TAKE CONTROL

-smeermiddelen

NIEUWE T7OOO AUTO COMMAND

DE NIEUWE GENERATIE VARIABELE TRANSMISSIES VAN NEW HOLLAND. New Holland T7000 Auto Command™-tractoren bieden ultiem rijcomfort. Hun geavanceerde CVT-transmissie met hypermoderne SideWinder II™armleuning en intuïtieve multifunctionele hendel zorgen voor topcomfort en een ongeëvenaard gebruiksgemak. Kies een van de vijf modellen met 215 tot 251 pk (met Powerboost) en word productiever dan ooit. It’s time to take control!

YO U R N E X T M OV E

www.newholland.com

P509285

Afgiftekantoor Gent X Landgenoten 17 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 1, 2009

België-Belgique 9099 Gent X bc 10292

V.u. Dirk Lips, p.a. Vilt Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.