Landgenoten Zomer 2008

Page 1

landgenoten

www.vilt.be

magazine voor boer en buiten zomer 2008  |  14

DOSSIER Vlaams vlees

De dikbil en Piétrain onder druk

Trage wegen, trage oplossingen?

Minister Crevits

april-mei-juni | kwartaal 2 | Gent X | P509285

krijgt biologieles bij Ivan Tolpe

Hoe zoet smaken

Frambozen? + Opec voor aardappelen, 300 ha glastuinbouw, bio, veilingen en veel meer


ADVERTENTIE


3

Beste

landgenoten x

06

x Griet Lemaire Hoofdredacteur

12

22 in dit nummer 06 focus vleesvee Hoe staat de vleesproductie in Vlaanderen ervoor? Onze sterktes en zwaktes netjes afgewogen.

12 ondernemer van nature Hoe Guy Depraetere via aanbodbeheersing betere aardappelprijzen wil realiseren.

18 ten huize van Eric en Karine Jansen bouwden een klassiek gemengd bedrijf om tot een van de grootste frambozenkwekerijen van België.

22 buitenlander Mestverwerker Yvan Tolpe ondervraagt minister Crevits. Van buurtprotest tot export naar Wallonië.

en verder …

04 14 16 21 24 25 26

koetjes & kalfjes burenbabbel biechtstoel over de grens uit de provincie mijn gedacht frontaal

18 colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Inge Jooris, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.


: d e t n a W et m n e r boe t! n e l a t r ­actee Ben jij jong of iets minder jong, niet onknap, extravert en zit acteren je in het bloed? Wil je bovendien helpen om de troeven van het platteland en de boeren in de kijker te zetten? Dan ben jij de geknipte persoon om te figureren in een promofilmpje voor ons publieksblad Melk & honing. Stuur of mail een brief en een paar recente foto’s naar onze redactie en wie weet word jij wel de ster van het platteland!

Bepaal mee de toekomst van de landbouw Hoge voedselprijzen, voedselschaarste,… Niets is nog wat het leek. Waar de Europese Unie zich twee jaar geleden nog uitsloofde om via vaak ingewikkelde systemen de voedselproductie aan banden te leggen, wordt er nu alles aan gedaan om de productie hoog en de prijzen laag te houden. Ook het woordgebruik is geëvolueerd: van ‘geldverslindende voedseloverschotten’ naar ‘strategisch noodzakelijke voedselvoorraden’. Deze nieuwe context laat ook de Vlaamse regering niet onberoerd. Minister Peeters is maar al te benieuwd naar jouw mening over de te volgen weg voor de Vlaamse land- en tuinbouw. Laat het hem weten op het discussieforum van de website ‘Vlaanderen in Actie’. info www.vlaandereninactie.be

info redactie@melkenhoning.be of t 02 552 81 92

‘Goede, vruchtbare landbouwgrond wordt wereldwijd een schaars goed en dat neem je niet zomaar weg voor allerhande doelstellingen.’ Piet Vantemsche, Boerenbondvoorzitter, naar aanleiding van het voornemen van China om in het buitenland landbouwgrond aan te kopen.

17

%

‘ Help, ik verlies mijn boerderij!’ Dit is één van de hulpkreten waar Boeren op een Kruispunt mee wordt geconfronteerd. Eén jaar na haar oprichting hielp de organisatie al 255 land- en tuinbouwbedrijven in moeilijkheden. Die moeilijkheden zijn veelal van financiële, technische of psychosociale aard. Voor ruim 60 procent van de hulpvragers kon de organisatie een oplossing aanreiken. Ruim 10 procent zit nog in een crisissituatie en voor het overige deel is er een oplossing in de maak. Opvallend is dat niet alleen kleine bedrijven of bedrij-

of bijvoorbeeld melkveebedrijven in een negatieve spiraal kunnen terechtkomen. Boeren op een Kruispunt maakt samen met de land- of tuinbouwer een analyse van de problemen en tracht telkens een aantal oplossingen op maat voor te stellen. Respect voor elke situatie vormt de leidraad voor de aanpak van de organisatie. Hulp inroepen van Boeren op een Kruispunt is bovendien volledig gratis.

ven uit sectoren in crisis worden getroffen. De ervaring leert dat ook grote bedrijven

info www.boerenopeenkruispunt.be of 0800/99 138 (gratis)


koetjes & kalfjes

Milleke Melleke Mol… … Karwitsel Karditsel Kardol! Doet deze kreet je ook terugdenken aan ‘Mon en Tuur’, Nonkel Bob en TipTop, aan de Melkbrigade? Met een grootschalige reclamecampagne uit 1959 wou men kinderen en jongeren ertoe aanzetten om minstens drie glazen melk per dag te drinken. Omdat het volgend jaar precies 50 jaar geleden is dat de Melkbrigade werd opgericht, zijn het Centrum voor Agrarische Geschiedenis (cag) en de Oude Kaasmakerij voor een tentoonstelling op zoek naar getuigen met levendige herinneringen aan de Melkbrigade. Ook allerlei voorwerpen uit die tijd zoals stempelkaarten, mouwemblemen, foto’s, speldjes, lp’s, enz. zijn meer dan welkom. Ben jij ook trouw lid geweest van de Melkbrigade? Of heb jij je oude stempelkaart nog bewaard? Help dan om een stukje uniek erfgoed te laten herleven en vertel je verhaal!

Oost-Vlaams Kennis­centrum ­Water Met de zomer voor de deur kan het geen kwaad om eens stil te staan bij het waterverbruik op je bedrijf. Oost-Vlaanderen heeft al zijn opgebouwde kennis over water op land- en tuinbouwbedrijven gebundeld in het Kenniscentrum Water. Op dit centraal aanspreekpunt kun je als land- en tuinbouwer terecht met vragen rond individuele waterzuivering, het hergebruik van restwaterstromen, maar ook over de opvang, opslag en het gebruik van hemelwater. Daarnaast heeft het centrum ook heel wat kennis verzameld over het duurzaam gebruik van irrigatiewater en het verminderen van emissies van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen naar oppervlakte en grondwater. Kortom, het helpt je om het totale watermanagement op je bedrijf te optimaliseren.

info www.cagnet.be, info@deoudekaasmakerij.be of

t 051 77 70 05

info www.kenniscentrumwater.be of t 09 381 86 86

Dat is het percentage waarmee het biologisch areaal in 2007 in Vlaanderen is gestegen. In totaal wordt nu 3.836 hectare gebruikt voor de bioteelt. Ook de biologische veestapel kende een stijging met 6,7 procent. Het aantal biobedrijven ging er evenwel lichtjes op achteruit: van 232 in 2006 naar 230 een jaar later. info www.vlaanderen.be/landbouw (Klik door op publicaties) of t 02 552 78 40

Energie besparen? Efficiënt omgaan met energie… hernieuwbare energie… in tijden van klimaatverandering zijn dit hete hangijzers. Dat beseft ook het povlt dat het vierjarig project Enerpedia in het leven riep. Bedoeling is om landbouwers te sensibiliseren en adviseren om efficiënter om te gaan met energie. Naast een website boordevol praktische info, een aantal workshops en seminaries, zal Enerpedia ook audits uitvoeren over heel Vlaanderen. Daarvoor is het nog op zoek naar gespecialiseerde akkerbouwbedrijven (met vooral aardappelen en uien), middelgrote varkens- en melkveebedrijven en gemengde bedrijven in Vlaanderen die het energiegebruik op hun bedrijf willen laten ontleden. Lijkt het je wel wat om 5 tot 10 procent energie te besparen? Neem dan snel contact op met Enerpedia. info www.enerpedia.be of t 051 27 33 81

Poll

Vindt u het nodig dat gepensioneerde landbouwers maatregelen opgelegd krijgen om jonge starters meer kansen te geven?

ja

nee

67,7

32,3%

%

Aantal stemmen: 288 Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.

5


6

focus vleesvee

Vleesproductie in Vlaanderen

Sterktes & zwaktes op de we Ook de varkenshouderij verkeert door de hoge voederkosten in een ernstige economische crisis. Volgens andere cijfers van de Boerenbondstudiedienst verkopen zeugenhouders hun biggen al meer dan een jaar met een verlies dat gemiddeld zowat 11 euro per big bedraagt. De opfokbedrijven zouden sinds nieuwjaar ongeveer 8 euro per afgeleverd varken verliezen, en de gesloten bedrijven zouden sinds oktober 2007 tot 17 euro per dier mislopen.

Tragere varkenscyclus In de loop der jaren heeft onze veehouderij uiteraard nog meer moeilijke tijden beleefd. Maar gelet op de duur van de crisis en op de andere oorzaken, duikt nu toch her en der de vraag op of de actuele crisissen geen structureel karakter hebben. Enerzijds is het wel zo dat de ‘varkenscyclus’ al een aantal jaar trager dan vroeger blijkt te verlopen. De periodes waarin de prijzen stabiel zijn en de productie groeit, duren langer. Maar ook de slechte periodes slepen langer aan. Ander-

D

e veehouderij is sinds jaar en dag het hart van de Vlaamse landbouw. Vorig jaar tekende de dierlijke sector nog voor 57 procent van de totale landbouwproductiewaarde – of 40 procent zonder melk, eieren en andere dierlijke producten. Maar de veestapel krimpt al een aantal jaar gestaag voor zowel rund- als pluimvee. En de varkenshouders zien al meer dan een jaar zwarte sneeuw. Blijft het in de huidige omstandigheden nog zinvol om in Vlaanderen in vleesproductie te investeren? Een overzicht van de belangrijkste cijfers, tendensen en prognoses.

– 227 euro per dikbil Na de toegenomen energiekosten sneden de hoge voederprijzen de afgelopen maanden diep in het

vel van onze veehouders. De studiedienst van Boerenbond berekende dat het afmesten van een dikbilstier in 2007 liefst 268 euro meer kostte dan het jaar voordien, louter door de gestegen voe-

De varkenscyclus vertraagt, ook slechte periodes duren nu langer der- en stroprijzen. Als we ook de overige, minder veranderde factoren zoals de aan- en verkoopprijs van de dieren en de variabele kosten in rekening brengen, geeft dat een zwaar negatief saldo als resultaat: gemiddeld –227 euro per stier.

zijds zijn er vandaag toch een paar fundamentele veranderingen op de internationale vleesmarkt, waar ook de Belgische prijzen worden bepaald.

Tendensen op de wereldmarkt Volgens de analyses van het Belgian Meat Office, het Exportbureau Vlees van vlam, wordt de wereldwijde vleesmarkt momenteel door vier tendensen beheerst. 1. Veevoeder wordt schaarser. Door verschillende factoren – de gestegen vraag, slechte oogsten, de opkomst van biobrandstoffen – is het aanbod aan veevoeder lager dan de vraag. In alle landen worden veehouders daardoor momenteel op kosten gejaagd. 2. De sterke euro bezorgt Europa een zwakke exportpositie. Terwijl de euro vroeger de koers van de dollar volgde, is één euro vandaag meer


7

eegschaal

Hoe goed of slecht staat de vleesproductie in Vlaanderen ervoor? Wat is de impact van de stijgende voeder- en energieprijzen? Welke tendensen domineren de internationale markt? En hoe evolueert de vleesconsumptie in onze regio?

dan anderhalve dollar waard. Daardoor wordt het voor Europa interessanter om vlees uit dollarlanden aan te kopen en wordt het voor nietEuropeanen nog duurder om vlees uit de eu in te voeren. 3. De markt ondervindt vandaag weinig druk meer van dierziektes. Blauwtong is wereldwijd nog ruim verspreid, maar belemmert de vleeshandel niet. Na de grote epidemieën of voedselfobieën lijkt de rust op de markt teruggekeerd, al kan niemand voorspellen hoelang dat zo zal blijven. 4. Zuid-Amerika en meer bepaald Brazilië blijft groeien als vleesmacht. Brazilië vergroot zijn dominantie in de wereldhandel en vertegenwoordigt al 30 procent van de rundvleeshandel, 15 procent van de varkensvleeshandel en 45 procent van de gevogeltehandel. De ZuidAmerikanen worden intussen ook via overnames en investeringen in de Verenigde Staten en Europa actief.

België blijft buitenbeentje

Gelet op die exportstromen is de toekomstprognose voor 2014 die de Europese Commissie eind vorig jaar heeft neergeschreven een belangrijk document. De onderzoekers brachten factoren als de consumptie, de wereldhandel, demografische

ontwikkelingen, veranderende productiekosten, etc. in kaart. Op basis daarvan concluderen ze dat de Europese vleessector in 2014 eigenlijk niet zo veel zal verschillen van de huidige sector. Zowel op het vlak van productie als consumptie blijven de verwachte verschuivingen al bij al miniem. In de studie gaat men er wel van uit dat de Europese veehouders meer en meer voor eigen markten zullen gaan produceren. Concurrentienadelen als grondschaarste en de eisen op het vlak van dierenwelzijn, milieu en kwaliteitszorg dreigen dus hun sporen na te laten. De onderzoekers voorspellen dat de uitvoer voor alle diersoorten terugloopt: voor varkensvlees met 128.000 ton, voor rundvlees met 69.000 ton en voor gevogelte met 80.000 ton (zie kader voor meer details). Anderzijds gaat men ervan uit dat de Europese consumptie zou stijgen van 85,7 kilogram in 2007 naar 87,2 kilogram in 2014. Daarbij valt wel op te merken dat de groei in nieuwe lidstaten een minieme daling in de oude lidstaten compenseert.

Varkenshouderij

Rundveehouderij

Pluimveehouderij

• ± 1/2 van de productie bestemd voor export (balans in- uitvoer: 70.169 ton in, 600.302 ton uit)* • aandeel in landbouwproductiewaarde 2007: 24% • belangrijkste exportlanden: Duitsland (±25%), Italië en Frankrijk, 9% naar niet eulanden als (Rusland, Zuid-Korea, Australië) • ±6.300.000 dieren*

• ±1/3 van de productie bestemd voor export (balans in- en uitvoer 2006: 49.009 ton in, 107.887 ton uit)* • aandeel in landbouwproductiewaarde 2007: 11% • belangrijkste exportlanden: Nederland, Frankrijk, Italië en Duitsland • 2.483.028 runderen en 155.577 slachtkalveren*

• ± 1/3 van de productie bestemd voor export: balans in- en uitvoer 2006: 73.360 ton in, 346.861 ton uit)* • aandeel in landbouwproductiewaarde 2007: 5% • EU sinds vorig jaar voor het eerst netto-importeur • 31.872.051 dieren in België

* Volgens de laatst beschikbare cijfers die dateren van 2006

Bij die tendensen is het niet onbelangrijk om in het achterhoofd te houden dat de Belgische vleessector op internationaal vlak een buitenbeentje blijft. Ons land is een kleine speler die bekend is om kwaliteitsvlees: vleesrijke rassen met veel mager vlees, zoals het witblauw rund en het Piétrain-varken. De Belgische export blijft aanzienlijk, vooral voor varkensvlees. Globaal genomen gaat het echter meer en meer om gespecialiseerde stromen binnen eu, die sterk variëren per subsector (zie kader). De belangrijkste afnemende landen voor onze vleessector zijn Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Europese productie consumptie in 2014


8

focus vleesvee

Belg eet meer vlees Op het vlak van de Belgische vleesconsumptie bracht 2007 goed nieuws. Volgens de gfk-cijfers van vlam kocht de Belg vorig jaar gemiddeld 710 gram meer vlees dan in 2006. Ondanks de onheilsberichten van een paar jaar geleden dat het vleesgebruik drastisch zou teruglopen, kocht de Belg gemiddeld 32,3 kilogram vlees – exclusief gevogelte en wild – voor thuisgebruik. Ook hoopvol is dat de consumptie van puur varkensvlees voor het eerst sinds 2000 opnieuw is gestegen. Het verbruik van rundvlees bleef stabiel. Uit de cijfers kunnen we een aantal interessante tendensen aflezen. Net als de voorgaande jaren zitten de vleesmengelingen in de lift, vooral bij jongeren. Daarnaast blijkt dat het vleesverbruik toeneemt met de leeftijd, en dat Walen en Brusselaars meer vlees eten. De vermarkting verloopt voornamelijk via de hyper- en supermarkten (78%). De slager haalt maar een marktaandeel van 16 procent, de harddiscounts genre Aldi en Lidl halen inmiddels al 25 procent.

Onvoorwaardelijke en betrokken vleeseters Om de Vlaamse consument zo goed mogelijk te blijven bedienen, is het goed om te weten wat die belangrijk vindt. In zijn onderzoek naar het profiel van de vleesconsument uit 2004 stelt professor Wim Verbeke van de ugent dat je de Vlaming in vier soorten consumenten kunt indelen:

1. De onvoorwaardelijke vleeseter (17%, voornamelijk mannen, die erg graag vlees eten en dat niet snel zullen opgeven). 2. De onverschillige vleeseter (16%, vooral jongeren, geen ‘echte’ vleeseters, bij wie de prijs doorslaggevend is voor hun aankoopgedrag). 3. De voorzichtige vleeseter (33%, voornamelijk families met kinderen, die kunnen genieten van vlees maar ook erg begaan zijn met hun gezondheid). 4. De betrokken vleeseter (33%, mensen die hun vleesgebruik aangepast hebben en die veel belang hechten aan voedselveiligheid en gezondheid. Zij eten minder maar beter vlees.) Uit het onderzoek blijkt dat je met marketingcampagnes over smaak bij alle consumenten, en in het bijzonder bij de onvoorwaardelijke vleeseters, een gevoelige snaar kunt raken. Andere kwaliteitsaspecten van vlees, zoals gezondheid, veiligheid en duurzaamheid, zijn vooral voor groep 3 en 4 van doorslaggevend belang. Omdat de onvoorwaardelijke en de onverschillige vleeseters vrij moeilijk te beïnvloeden zijn, richten we ons volgens de Gentse professor het best op de voorzichtige en op de betrokken vleeseters. Zij maken samen 2/3 van de bevolking uit, dus bieden zij ook nog heel wat perspectief. Voorts blijkt dat de meeste consumenten vooral belang hechten aan dierenwelzijn als het lang stil geweest is op het vlak van voedselveiligheid.

Wto en ggo Naast de consumptie zijn uiteraard nog andere factoren bepalend voor de toekomst van onze vleesproductie. Het Europese landbouwbeleid, meer bepaald de afbouw van de restituties, heeft een aanzienlijke rol gespeeld in de afname van de rundvleesexport door EU-lidstaten – die sinds 1995 met 80 procent is afgenomen. Van de verdere wto-onderhandelingen wordt verwacht dat ze de rundveeprijs met 25 procent kan doen dalen. De prijs voor gevogelte kan met 33 procent afnemen en die voor varkensvlees met 20 procent. Met het oog op de toekomst van de veehouderij gaan er dan ook meer en meer stemmen op om Europese eisen zoals kwaliteitszorg, dierenwelzijn, voedselveiligheid of traceerbaarheid te proberen opleggen voor ingevoerd vlees. Daarnaast klinkt de roep om ggo-voeders en om gmomaïs uit Noord-Amerika alsmaar luider. Zeker nu de stijgende prijzen voedsel opnieuw in de positie van een strategisch goed duwen, beloven het boeiende politieke debatten te worden.

INFO

– www.vlam.be/facts/index_nl.phtml – www.belgianmeat.com – ec.europa.eu/agriculture/analysis/markets/ index_en.htm – lv.vlaanderen.be (zie studie ‘Vleesveehouderij in Vlaanderen’) – www.vilt.be

Prognoses Europese Unie Consumptie (in kg per inw van de 27 lidstaten)

Import/export (in 1000 ton)

2007

2014

2007

2014

Rund- en kalfsvlees

17,3

16,7

588/114

743/45

Varkensvlees

42,4

43,4

30/1304

38/1176

Gevogelte

23,2

24,5

772/800

847/720

Bron: Prospects for agricultural markets and income in the European Union


9

‘ De Belgische veehouderij blijft belangrijk’ naam : René Mail lard diplo ma: Slav isch e tal en func t Man ie: ager v Mea t Off an Belg ian ice

Wat zijn de grootste bedreigingen voor onze veehouderij? In de sector wijst iedereen naar de gestegen voederkost, maar die is voor alle producenten gelijk, zoals de gestegen energiekosten. Volgens mij ondervinden we vandaag meer hinder van de sterke euro. In Vlaanderen kampen we ook met dure grondprijzen, hoge loonkosten en met strenge eisen op het vlak van milieu en dierenwelzijn. Daar plaatsen we wel onze knowhow en een uitstekende kwaliteit tegenover, met zeer goede foktechnische resultaten. Maar de concurrentie zit niet stil. De opmars van Zuid-Amerika en Brazilië gaat onwaarschijnlijk snel.

Kan onze veehouderij zich op export blijven richten?

René Maillard is gepokt en gemazeld in de vleessector. Jarenlang was hij directeur van Bivex, de Belgische federatie van de vleesindustrie. Sinds 2003 is hij manager van het Belgian Meat Office, het Exportbureau Vlees van vlam. Hoe beoordeelt hij de kansen en knelpunten van onze veehouderij?

vogelte voeren we veel meer uit dan in. Een groot deel van die export bestaat uit gespecialiseerde stromen naar onze buurlanden. Al blijven er ook buiten Europa kansen. Voor varkensvlees richten

De sterke euro heeft een grotere impact dan de hoge voederprijzen we ons bijvoorbeeld ook naar Rusland, Zuid-Korea en Australië. Voor ons rundvlees ligt er, gezien zijn kenmerken en zijn prijs, veel minder potentieel op de wereldmarkt.

In absolute cijfers kost vlees in de detailhandel niet meer dan 20 jaar geleden, terwijl andere producten fors in prijs gestegen zijn. De moeilijkheid voor de Vlaamse boer is dat de prijzen op de internationale markt gevormd worden. Je hebt ook weinig drukkingsmiddelen als boer om je prijs door te rekenen: je kunt moeilijk je dieren niet verkopen. Maar er is ook zoiets als prijselasticiteit. Prijsveranderingen zorgen voor ander aankoopgedrag. Als de koopkracht daalt, wordt er meer varkens- en kippenvlees verkocht in plaats van rundvlees. Met hogere vleesprijzen zullen mensen minder vlees gaan eten.

Is een herstructurering van de keten een optie om de rentabiliteit te verhogen?

Moeilijke vraag. Export is alleszins vandaag nog structureel erg belangrijk. Voor varkensvlees is

Is het probleem niet vooral dat onze veehouders hun gestegen kosten niet kunnen doorrekenen?

Dat is een optie, maar ik weet niet of dat wel betere prijzen voor de boer zal opleveren. Ik weet ook niet welke tussenschakel je zou moeten uit-

onze zelfvoorzieningsgraad 230%. Van ons rundvlees is 1/3 voor export bestemd. En ook van ge-

Dat is altijd een probleem voor de boer geweest. Eigenlijk is vlees vandaag abnormaal goedkoop.

schakelen. Iedereen heeft zijn specialisatie. Is het haalbaar dat bijvoorbeeld ook rundvee- en pluim-


10

focus vleesvee

veehouders evolueren naar een gesloten bedrijf dat rechtstreeks aan het slachthuis levert? Je kunt ook denken aan een schaalvergroting bij de slachthuizen. Die zijn hier veel kleiner dan de Nederlandse of Duitse groepen. Al zie ik niet meteen waarop je kunt besparen. Je kunt niet diezelfde megacontracten binnenhalen. En blijkbaar is het voor hen moeilijk om gezamenlijk kosten te drukken door bijvoorbeeld elektriciteit samen aan te kopen. Maar familiaal aandeelhouderschap leidt dan weer tot zeer flexibele en volhardende bedrijven.

Zou jij als boer zelf nog investeren in een nieuwe veestal? Daarover kan ik moeilijk oordelen. Ik ben er wel van overtuigd dat de veehouderij in België belangrijk blijft. De Belg is een fervent vleeseter. We zien wel een lichte afname van het volume die gepaard gaat met een hogere interesse voor verfijndere gerechten zoals carpaccio. Op de binnenlandse markt hebben we weinig te vrezen. Voor zijn thuisverbruik kiest de Belg sowieso voor onze eigen magere vleessoorten zoals witblauw en Piétrainvarkensvlees. Als het prijsverschil te groot wordt,

Loon naar werk? Dit voorjaar heeft Boerenbond een campagne gelanceerd over de kloof tussen winkelprijzen en wat je als boer voor je product krijgt. Hoewel de campagne voornamelijk op het brede publiek is gericht, bevat de bijhorende website ook voor veehouders opmerkelijke cijfers. Zo blijkt dat je als boer maar 35 procent opstrijkt van de winkelprijs voor een biefstuk. Voor een kotelet is je aandeel 28 procent en voor een braadkip nauwelijks 20 procent… INFO www.voedselprijzen.be

De sterke euro heeft een grotere impact dan de hoge voederprijzen zal een deel van de horeca misschien wel buitenlands vlees uitproberen. Maar de toekomst laat zich moeilijk voorspellen. Vijf jaar geleden ging Spanje volgens alle analyses Europa veroveren. Het is echter Duitsland dat de draaischijf van de varkensvleesmarkt is geworden.


Trouwe cliĂŤnten belonen we met exclusieve

Kom eens terug als je aan het volledige

voordelen pakket

voorwaarden beantwoordt.

Waar legt uw bank het accent?

Ontdek Fidelio is een vipprogramma met tal van exclusieve voordelen. Om Fidelio te worden schrijft u gewoon in op maatschappelijke aandelen van het Landbouwkrediet. Die leveren u elk jaar een mooi dividend. Daarbovenop geven zij recht op een gratis zichtrekening waarmee u bovendien nog eens een aardige cent op zak kunt steken. Inderdaad, voor elke verrichting die u zelf uitvoert krijgt u aan het eind van het jaar 5 cent. Daarnaast krijgt u ook toegang tot een reeks andere voordelen op producten en diensten van het Landbouwkrediet, en geniet u kortingen bij een groot aantal externe partners ! Fidelio is er ook voor u ! Schrijf vandaag nog in op maatschappelijke aandelen. Instapkosten zijn er niet en de jaarlijkse bijdrage van â‚Ź 25,20 betaalt u pas vanaf het tweede jaar.

Breng vandaag nog een bezoek aan een agent van het Landbouwkrediet in uw buurt. Of bel hem. U vindt zijn gsm-nummer op www.landbouwkrediet.be.

Meer info en voorwaarden op www.fidelio.be


12

ondernemer van nature

Een opec voor

aardappelen

Door het aardappelaanbod beter af te stemmen op de vraag zouden de aardappelprijzen – en dus het inkomen van de aardappelteler – een stuk hoger en stabieler kunnen worden. In de Verenigde Staten wordt dat zogeheten aanbodmanagement al toegepast. Landbouwer Guy Depraetere wil het ook bij ons ingang doen vinden.

B

egin dit jaar trok Guy, die ook als algemeen secretaris bij het abs actief is en er voorzitter is van de aardappelstudieclub, uit persoonlijke interesse met de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (nav) naar de Verenigde Staten om kennis te maken met het supply management van de United Potato Growers of America. ‘De aardappelboeren daar kampten met dezelfde problemen als wij hier: slechte prijzen. Van een winstmarge was amper nog sprake, laat staan dat je als teler vergoed wordt voor het risico dat je loopt met een dergelijke kwetsbare teelt.’ De Amerikaanse aardappeltelers verenigden zich om het aanbod beter af te stemmen op de vraag. ‘In 2005 hebben ze voor de eerste keer het systeem toegepast in één lidstaat. Ze hebben dat jaar 10% minder aardappelen uitgeplant dan in het referentiejaar 2004, met veel betere prijzen tot gevolg. Het systeem sloeg dan ook meteen aan: na 3 jaar doet ruim 80% van alle telers uit een tiental staten eraan mee.’

dende organisatie oprichten die elk jaar de marktvraag onderzoekt en de aangesloten boeren adviseert over het aan te planten areaal. ‘Stel dat je 20 ha aardappelen hebt en er wordt afgesproken om 10% minder te zetten. Dan schakel je bijvoorbeeld een perceel uit dat toch minder opbracht, of je doet eens geen seizoenspacht. Als een grote groep telers dat doet, is de prijs gegarandeerd goed en heb je aan je 18 ha veel meer verdiend dan aan 20 ha. De Amerikanen hebben berekend dat per procent dat de aanplant daalt, de prijzen stijgen met 6%. Bovendien kun je op die ongebruikte percelen nog een andere teelt zetten.’

Net als de opec Om het systeem te doen slagen, moet natuurlijk een voldoende groot aantal boeren meedoen. ‘We hebben berekend dat we 30% van het are-

aal aardappelen moeten kunnen meekrijgen om een effect te hebben op de markt. Dat zijn 6000 telers met 20 ha uit Noordwest-Europa.’ Guy en de Nederlandse collega’s hebben intussen hun schouders gezet onder het initiatief en de reacties uit Frankrijk en Duitsland zijn positief. ‘In België zijn het pca en het Waalse fiwap geïnteresseerd om deel te nemen als informatiecentrum. Maar we zoeken nog partners en sponsors. Het allerbelangrijkste is de inzameling van marktinformatie om betrouwbare voorspellingen van de marktvraag te kunnen doen. Als we het individualistisch blijven bekijken, verdient niemand iets. Als we samen bekijken hoeveel we gaan aanplanten, kunnen we wegen op de prijs. Vergelijk het met de opec-landen die samen beslissen hoeveel olie ze oppompen.’

Grote infovergadering voor aardappeltelers

Overaanbod doet prijzen kelderen Guy Depraetere en de nav hebben intussen contact gelegd met Franse en Duitse organisaties. ‘Iedereen is het erover eens dat het zo niet verder kan. 2007 was een normaal jaar en toch verdien je als aardappelteler amper iets.’ Maar is de Europese markt niet helemaal anders gestructureerd dan de Amerikaanse? ‘De Amerikaanse bedrijven zijn veel groter, maar de marktwerking is precies hetzelfde. Zodra het aanbod iets groter is dan de vraag, kelderen de prijzen.’ De initiatiefnemers willen een grensoverschrij-

Woensdag 25 juni van 9.30u tot 13.45u in salons Mantovani – Oudenaarde

Krachtenbundeling: acties in België door Guy ­Depraetere (abs)

Acties in West-Europa: Programma:

Inleiding: aardappelsituatie en problematiek prijsvorming door Marc Goeminne (pca)

Reeds genomen initiatieven door Eric Boussery (abs)

haalbaarheidsonderzoeken door Hanny Van Beek (Nederlandse Akkerbouw Vakbond) Vraagmoment Moderator: Riccy Focke (Boeren op een Kruispunt). Lunchen kan na reservatie.

Werking van United Potato Growers of America (met vertaling) door Buzz Shalan (upga)

Vraagmoment

INFO? Guy Depraetere, 0475 32 69 36,

guydepraetere@telenet.be


13

eftijd: naam + le raetere, 52 Guy Dep diploma: el industrie w r-landbou ingenieu bedrijf: + vleesvee gesloten w ou rb ke ak


14

burenbabbel

Trage wegen,

trage oplossingen? Meer en meer gemeenten werken een actieplan uit voor de herwaardering van trage wegen. Hoe gebeurt dat het best, met voldoende oog voor de belangen van lokale landbouwers? We namen een kijkje in Lanaken, waar de voorbije 2 jaar zowat 10 kilometer wandel- en fietspaden werden aangepakt.

Door de ogen van de wet In het dossier van trage wegen speelt de Buurtatlas van 1845 een centrale rol. Hoewel de situatie 150 jaar later onder meer door ruilverkavelingen dikwijls achterhaald is, gelden de plannen in de atlas juridisch als wettelijke toestand. Via de gemeente of provincie kan iedereen nagaan welke wegen in de atlas van 1845 staan. Staat een weg niet in de atlas, dan bestaat de weg strikt genomen niet, en heeft hij een privÊkarakter voor de aangelanden. Staat een weg wel in de atlas, dan moet hij in principe worden opengesteld, tenzij hij ooit door de provincie werd afgeschaft, of tenzij je als eigenaar voor de vrederechter kunt bewijzen dat hij al 30 jaar door niemand wordt gebruikt. Hoe dan ook staat wegenrecht sterk onder invloed van vroegere rechtspraak en die durft nogal eens uiteenlopen. Dat laatste is echter erg moeilijk te aan te tonen. Ook moet bij een afschaffing in theorie een vergoeding betaald worden voor de meerwaarde die daarmee gepaard gaat. Anderzijds hebben heel wat gemeenten hun verantwoordelijkheid voor het onderhoud van buurtwegen verwaarloosd, wat hen er vaak toe aanzet om een minnelijke schikking te treffen.

I

ets meer dan twee jaar geleden startte de Limburgse gemeente Lanaken een project Trage Wegen op. Onder impuls van de milieudienst ging het schepencollege akkoord met de plannen om lokale fiets- en wandelwegen te herwaarderen. Voor de praktische afhandeling werkte duurzaamheidsambtenaar Bart Hoelbeek nauw samen met de vzw Trage Wegen en met het lokale middenveld, waaronder de Landelijke Gilde.


15

Trage wegen online beschikbaar Zowel voor West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen als Limburg kun je de Atlas der Buurt­wegen raadplegen op het internet. Wil je weten welke wegen in de Atlas opgenomen waren? Surf dan naar: www.gisoost.be, www.giswest.be, www.gislimburg.be, of www.provant. be/bestuur/grondgebied/gis/atlas_buurtwegen. Wil je de Vlaams-Brabantse atlas bekijken, dan maak je het best een telefonische afspraak met de provinciale dienst Wegen en Mobiliteit via t 016-26 75 74.

Rode, gele en groene wegen Om haalbaarheidsredenen beperkt het project zich in eerste instantie tot Veldwezelt, Kesselt en Briegden: drie deelgemeenten die het meest potentieel hadden door hun ligging langs het Albertkanaal. ‘Voor dat gebied hebben we de kaart van de Buurtatlas uit 1845 op een actuele topografische kaart geprojecteerd’, zegt Bart Hoelbeek. ‘Met die basiskaart zijn we naar alle verenigingen gestapt. Op een startvergadering hebben we het

praktische verloop van het project toegelicht. We hebben de kaart overlopen en de verenigingen naar huis gestuurd met de opdracht om aanvullingen en opmerkingen te maken bij onze kaart.’ Twee maanden later volgde een nieuwe bijeenkomst waarbij een prioriteitenlijst werd opgesteld. Tijdens één lange vergadering met een tiental verenigingen werden de opmerkingen voor alle wegen overlopen. Nog dezelfde avond kreeg iedere weg een kleur toebedeeld: groen voor wat zo goed als in orde is, geel voor wat door ruilverkavelingen gebetonneerd is, en rood voor wegen waarvoor eerst een of meerdere knelpunten moeten worden opgelost. Bart Hoelbeek: ‘Al bij al viel dat erg goed mee. We konden vrij veel als groen inkleuren. En de meeste knelpunten waren niet onoverkomelijk. Er waren slecht onderhouden wegen bij, doodlopende paadjes, plaatsen waar gesluikstort werd, enzovoort.’

teresseert niemand. Terwijl je met aardbeien niet ver moet hobbelen of je hebt confituur in plaats van fruit. Wij gebruiken die holle weg al jaren en plots wordt dat een probleem.’

Nood aan nieuwe instrumenten Met het globale plan voor meer trage wegen heeft Jos Holtappels zoals de meeste landbouwers uit Lanaken geen enkel probleem. ‘En ik besef ook dat de ideale oplossing niet bestaat. Maar ik vind het wel belangrijk dat er echt geluisterd wordt naar de landbouwer en dat er een fatsoenlijke re-

Ik beweer niet dat alle gevallen zonder meer op te lossen zijn

Er werd afgesproken om de rode wegen geval per geval te bekijken en binnen de twee jaar aan te pakken. ‘Een scenario hadden we daarbij niet’, zegt Bart Hoelbeek. ‘Op aanraden van de vzw Trage Wegen bekijken we voor iedere weg de omstandigheden en proberen we om een constructief gesprek aan te knopen met de betrokkenen. Soms kun je een alternatief zoeken. Of vaak helpt het als de gemeente een weg herinricht of beter onderhoudt. In dergelijke gevallen is het voor alle betrokkenen geven en nemen. Wie niet wil praten, confronteren we met de wetgeving.’ Op die manier werden de meeste trage wegen aangepakt, al blijkt dat niet altijd even vlot te verlopen. ‘De gemeente is ook hier op bezoek geweest, maar constructief kan ik het gesprek niet noemen’, vertelt landbouwer Jos Holtappels. ‘Het lag op voorhand al vast wat men wou: de holle

geling wordt afgesproken. Soms volstaat het niet om de wegen wat beter te gaan onderhouden. Als er een huis staat op een van die trage wegen moeten die bewoners toch ook niet zomaar verdwijnen? Misschien moeten er andere instrumenten komen, in het genre van beheerovereenkomsten. Maar zelfs dan zul je iedere situatie nog afzonderlijk moeten bekijken.’ Bart Hoelbeek: ‘Ik ga zeker niet beweren dat alle gevallen zonder meer op te lossen zijn. Anders waren er nu geen knelpunten meer. Ik hoop trouwens nog altijd dat we er voor alle rode wegen uitkomen. In ieder geval vind ik het belangrijk dat we via de al aangepakte wegen een draagvlak creëren bij de Lanakenaars. Daarom gaan we binnenkort al een dertigtal kilometer bewegwijzeren. Volgens de vzw Trage Wegen, die ondertussen toch al een aantal projecten begeleid heeft, werken de meeste gemeenten grotendeels op dezelfde manier. Een toverformule is het zeker niet,

weg in kwestie afsluiten voor autoverkeer. Maar dat wij daardoor een omweg moeten maken, in-

maar het lijkt mij toch een handelbare methode om deze problematiek aan te pakken.’

Geven en nemen


16

biechtstoel

‘ De eu ziet o

Dirk Lips: Wat doen de veilingen voor hun telers? Phililppe Appeltans: Algemeen proberen we om de producten van onze leden aan de beste prijs te verkopen. Telers leveren dagelijks hun product af, waarna onze keurmeesters het op kwaliteit en voedselveiligheid beoordelen. Zij delen het in grotere homogene blokken in die makkelijker verkocht worden. De meeste producten blijven maar kort bij ons in speciaal uitgeruste koelcellen. Hardfruittelers hebben de mogelijkheid om hun product voor langere tijd op de veiling te bewaren. Telers kunnen ook bij de veilingen terecht voor alle mogelijke soorten van éénmalige en herbruikbare verpakkingen, zodat ze daarin niet zelf moeten investeren wat inefficiënt zou zijn. Uiteraard proberen we door het samenbrengen en vermarkten van groenten en fruit een antwoord te bieden aan de toegenomen concentratie aan de vraagzijde.

Op welke manieren doen jullie dat concreet? naam: Philipp e 36 jaar Appeltans, diplom a: Landb ouwin genieu functie r : Algem een se cretar van he is tV Belgis erbond van che Tu inbouw veiling en (vo rige functie :c voor G onsulent ro Vlaam ene Kring s-Brab ant)

Op de eerste plaats door het traditionele systeem van klokverkoop. In plaats van per opbod te werken, beginnen we met een hoge prijs die geleidelijk afneemt. Diegenen die als eerste zijn knop indrukt, kan het product kopen. Inkopers kunnen via ons simultaansysteem zelfs van thuis uit op alle Vlaamse veilingen bieden. Voor bepaalde hoeveelheden en producten sluiten we ook overeenkomsten af om tegen een afgesproken prijs producten gedurende een bepaalde periode te leveren. In Nederland gebeurt dat veel vaker, maar op jaarbasis blijkt dat onze manier van werken


17

ons niet toevallig als voorbeeld’ Alle Belgische veilingen zijn telerscoöperaties. Maar creëren ze echt een meerwaarde voor hun leden-telers? Dirk Lips vroeg het aan Philippe Appeltans, algemeen secretaris van het Verbond van Belgische Tuinbouwveilingen.

zogenaamde clubsystemen in het fruit wordt het aanbod wel in de hand gehouden. Omdat we nieuwigheden in de markt willen zetten, proberen we een iets grotere marge te creëren waarmee de introductiekosten kunnen terugverdienen.

Wat brengt de recente bijsturing van het gmo-systeem? hogere prijzen voor de producent oplevert. Daarnaast kunnen we ook instaan voor kleinverpakking, bijvoorbeeld voor drie soorten paprika’s. Of we investeren in onderzoek om bewaartermijnen te verlengen. Op dat vlak staan we heel sterk in Vlaanderen.

Op welke geldstromen draaien jullie? Het budget waarop de veiling draait, komt voor 1/3 van de telers – van de commissie of kosten die ze betalen –, voor 1/3 van het runnen van de veiling als een bedrijf, en voor 1/3 van de Europese gmo-middelen waardoor de kost voor de teler sinds 1997 fors is afgenomen. Door onze manier van werken bieden we de teler de mogelijkheid om zijn product te commercialiseren tegen een kost die zeer miniem is. Na verrekening van de coöperatieve teruggave en gmo-acties is de kost voor sommigen zelfs quasi nul. Je mag altijd eens nakijken hoeveel in andere economische sectoren aan commercialisatie wordt besteed. We nemen trouwens ook de betalingsgarantie op ons, het is ons probleem of de eindklant effectief betaalt.

Is de veiling er niet vooral voor zichzelf en voor de grote telers? De veiling en de telers zijn geen twee partijen: al onze veilingen zijn telerscoöperaties. Je kunt wel zeggen dat we onze coöperaties nog efficiënter moeten runnen, maar dat geldt voor elk bedrijf. Er gebeuren bovendien al grote inspanningen, onder meer op het vlak van samenwerking. Wat betreft het tweede deel van de vraag, klopt het misschien dat grote telers sneller gehoord worden. Hoewel zij soms het tegendeel beweren.. Maar dat is een

probleem van alle coöperaties. Grote bedrijven leveren ook meer producten aan binnen het totale aanbod. Daartegenover heb je er als kleine teler meer baat bij om aan te sluiten bij een groter geheel.

Zijn jullie actief genoeg in het aantrekken van extern kapitaal?

Er is eigenlijk nauwelijks iets veranderd. Bij de vorige hervorming was al gebleken dat de eu veilingen zoals in Vlaanderen en Nederland een goed systeem vindt voor de tuinbouw. Niet toevallig, want het is onder meer door onze werkwijze dat we er als kleine speler in slagen om ons op die grote Europese markt te handhaven. Men had onze steun ook kunnen vervangen door directe inkomenssteun op basis van oppervlakte of omzet. Maar men heeft opnieuw een reglementering opgesteld om gmo-acties in principe tot 2013 te ondersteunen. Andere landen hebben ook toegang tot die middelen, maar door onze ervaring hebben we toch een voorsprong. Momenteel benutten we deze middelen dan ook dubbel zo efficiënt als het Europese gemiddelde.

Al onze aandeelhouders zijn producenten of exproducenten. Maar de wereld staat niet stil. Het is niet zo dat sympathisanten van de landbouw hun geld in de veiling kunnen investeren. De gmoreglementering bepaalt trouwens dat de meerderheid van onze aandeelhouders producenten moeten zijn en dat niet-producenten niet stemgerechtigd zijn. Toch is het perfect mogelijk dat investeerders rechtstreeks of via een kapitaals- Over welke bedragen fonds zouden participeren in een vennootschap en projecten gaat dat? op telerniveau of in een aan een veiling verbon- Concreet kan iedere telersvereniging vandaag den bedrijf. 4,1 % van zijn verkochte productiewaarde krijgen, als ze zelf ook zoveel bijlegt. Met dat geld mag Moet de veiling niet sterker je, onder bepaalde voorwaarden, projecten opinzetten op samen aankopen zetten om je productie, commercialisering, kwaof op aanbodbeheersing om de liteit, onderzoek, promotie en milieuvriendelijke producentenmarges te verhogen? technieken te verbeteren. Op dit ogenblik wordt Onze verpakkingen kun je als een vorm van samen de indiening van de projecten afgerond, zodat we aankopen zien. Maar misschien kan er op dat vlak ze in januari kunnen opstarten. De steunpercentainderdaad nog meer. Sporadisch ondersteunt een ges zijn in vergelijking met het vorige programma veiling wel een aantal telers uit dezelfde streek niet veranderd, alleen is er het schaamlapje van die samen willen aankopen, maar dat is niet altijd 0,5 procent extra voor projecten inzake risicobeeven eenvoudig en kan ook zonder ons worden heer. Wat kun je daar nu mee doen: dat komt op georganiseerd. Aan aanbodbeheersing doen we gemiddeld 500 euro per teler per jaar? De eu was in principe niet. We volgen wel goed op welke er eerder niet uitgeraakt wat ze globaal kon doen arealen er worden geplant en geven signalen naar op het vlak van risicobeheer en heeft dan alvast de telers als we een overschot verwachten. In de maar wat aan de gmo gemorreld.


18

Ten huize van

Zij was belastingsconsulente, hij boerenzoon op een gemengd bedrijf met akkerbouw en veeteelt. Vandaag baten Eric Jansen en Karine Drossin in Borgloon een van de grootste frambozenkwekerijen van België uit. ‘Het was wel wennen, ja. Maar ik heb de koeien nog geen moment gemist.’

Frambozentelers Eric en Karine Jansen

‘Landbo

D

e vader van Eric Jansen baatte in Borgloon, het hartje van de Kataraktstreek, een gemengd bedrijf uit met koeien, varkens, akkerbouw en een paar percelen appels, peren en aardbeien. Vooral het kleinfruit trekt van jongsaf Erics aandacht. ‘Zo zag ik dat er in de loop der jaren meer en meer frambozen passeerden op de veiling’, zegt hij. ‘Aanvankelijk was vooral de houdbaarheid een heikel punt. Maar toen ik in 2005 hoorde dat er een nieuw clubras met steviger vruchten op de markt kwam, hebben we de stap gewaagd.’

Frambozen in containers Eric en Karine kozen ervoor om meteen een paar hectare plastic tunnels aan te leggen waarin ze frambozen, bramen en blauwbessen in containers telen. ‘De sector van het houtig kleinfruit is in sneltempo aan het professionaliseren’, zegt Eric. ‘Dankzij nieuwe teelttechnieken kunnen we van mei tot sinterklaas een redelijk volume aanbieden. Om energieredenen komen we niet vroeger op de markt, die dan door warmere landen wordt gedomineerd. We verlaten alleen een deel van de oogst door sommige planten wat langer in de koelcel te houden.’ Drie jaar na de omschakeling naar dit teeltsysteem halen Eric en Karine zowat de helft van hun omzet uit houtig kleinfruit, naast vollegrondsaard-


19

ouw moet in zichzelf geloven’ naam + l Karine eeftijd: D 41 jaar rossin, taken op admin het bedrijf: istratie hobby ’s: zonen Dieter (11 Arthur (10) en ), Lowie (5) ver wenne n

beien (35%), appelen en peren (10%) en akkerbouw (5%). Volgens het Limburgse koppel was de omschakeling van vollegrond naar containers een grotere aanpassing dan het veranderen van fruitsoort. ‘Vooral omdat er heel wat plant- en teeltmanagement bij komt kijken. Maar dankzij de kennis van het Proefcentrum voor Fruitteelt in Tongeren is alles heel vlot verlopen.’

Zeven dagen op zeven De nieuwe teelten hebben het dagelijkse leven van het gezin grondig door elkaar geschud. Op

‘Ik vind het plezant dat bijna alles nu rondom het bedrijf gebeurt,’ vult Karine aan. ‘Vroeger waren we veel verder van huis aan de slag. Een nadeel is wel dat we nu continu bezig zijn. Het stopt nooit en dat is als gezin soms wel lastig.’ Eric: ‘Er moet zeven op zeven geplukt en bevloeid worden. Ons ritme is omgekeerd met dat van de meeste andere mensen. Als de zon schijnt, is het nog drukker dan anders. De kinderen voelen dat goed aan en helpen bijvoorbeeld mee kistjes klaarmaken. ’s Winters is het iets rustiger, wat ook de reden is waarom we rond nieuwjaar op reis gaan.’

tijd: naam + leef , 39 jaar Eric Jansen t bedrijf: taken op he g en teeltplannin uitvoering hobby’s: n, studiereize len ­kleinfruit te

bedraagt intussen al meer dan honderd hectare. Karine: ‘En er zit nog marge op, want ook de consumptie zit in de lift. Uit recent onderzoek blijkt dat zachtfruit rijk is aan antioxidanten die belangrijk zijn voor de gezondheid. Sommige onderzoekers beweren dat frambozen zelfs de seksuele opwinding zouden stimuleren. Zowel in België als in de grote afzetgebieden in Scandinavië en Rusland zijn er nog groeimogelijkheden. De belangrijkste vraag is wat het snelst zal groeien: de consumptie of de productie?’

Kansen grijpen

Dankzij de containerteelt plukken we van mei tot november de eerste plaats voor Karine, die niet langer uit werken gaat. Ze gaf haar job als belastingsconsulente op en verzorgt nu de administratie van de boerderij. Maar ook voor Eric is er heel wat veranderd. ‘Ik heb geen dieren meer en doe nu veel minder veldwerk. Maar ik heb de koeien of de varkens nog geen moment gemist. Ik ben nu vooral in de weer met de teeltplanning en met het aansturen van de plukteams.’

Antioxidanten en seksuele appetijt Hoewel juni nog altijd de drukste maand is, slagen Eric en Karine erin om hun plukseizoen over vijf maanden te spreiden. ‘Ons hoogseizoen duurt van juni tot oktober. In die periode werken we met een zestigtal seizoensarbeiders, wat op piekmomenten tot zo’n tachtig kan oplopen’, aldus Eric. Na oktober blijven er een tiental werkkrachten nodig, hoofdzakelijk om de planten in de snoeien en voor te bereiden op hun kunstmatige winterslaap. Omwille van de oogstspreiding gaan zowel frambozen als bramen naar de koelcel. Bij de blauwe bessen gebeurt de oogstspreiding door variatie in de rassenkeuze. De voorbije jaren is de Belgische productie van houtig kleinfruit fors toegenomen: het areaal

Ondanks het gegroeide areaal vindt Eric het jammer dat zuidelijk Limburg op het vlak van kleinfruitteelt kansen laat liggen. ‘De productie in Nederland neemt sneller toe dan in Vlaanderen. Terwijl wij de rijkste traditie in de fruitteelt hebben. En terwijl wij het onderzoek gefinancierd hebben waarop de moderne frambozenteelt gebaseerd is. Ik ben tot in Mexico en de vs gaan kijken en geloof me dat we voldoende troeven hebben. Ons klimaat is niet slecht. We hebben goede know how. Onze logistieke ligging is goed, en ga zo maar door. De Vlaamse land- en tuinbouw moet vooral wat meer in zichzelf geloven. En geen schrik hebben om te vernieuwen…’


20

over de grens BELEEF DE JOHN DEERE ERVARING

30, ACTIETRACTOREN 6230, 63 ) 6530 en 6630 (van 100 tot 150 pk Premium met Pro Pack r onmiddellijk beschikbaa aan actieprijzen.

ZOMERCONDITIES OP HEEL HET TREKKERGAMMA

5620 Essentium & 5720-5820 6330 Essentium met Pro Pack

6230-6430 6530-7530 Premium Pro Pack Premium Pro Pack

• Volledig stalen frame • Duitse kwaliteit • Omkeer onder stuur

• Nu met GRATIS* Airconditioning “Werk efficiënt gedurende de hele dag”

› 5620 Essentium (76 pk) Nu vanaf

` 31.500 excl.BTW*

› 6330 Essentium (110 pk) Vraag de NETTO prijs

• Nu Pro Pack GRATIS* • PowrQuad Plus • Pneumatische zetel • TM 700 banden • Hydraulische rem • Snelkoppelhaken Waarde :

Waarde :

` 1.900 excl.BTW*

• Nu met GRATIS* AutoQuad Plus met Ecoshift & Ontkoppelingsknop “Schakelen zonder ontkoppelingspedaal” Waarde :

` 2.000 excl.BTW*

` 3.700 excl.BTW¨*

*Informeer snel bij de John Deere agent van uw streek naar de voorwaarden

Peperstraat 4A 3071 Erps-Kwerps Tel. 02 759 40 93 Fax 02 759 99 28

Voor meer informatie bezoek www.johndeere.be

Betrouwbaarheid is onze kracht


21

In Vlaanderen blijft het nog wachten op de ontwikkeling van de eerste glastuinbouwzone. Net over de Nederlandse grens, in Terneuzen, is de weg wel vrijgemaakt voor een zone van maar liefst 300 hectare glas. Een kijk op dit ambitieuze project waarin ook Vlaamse tuinders mee de kar trekken.

Groot, groter, grootst 300 ha glastuinbouw in Terneuzen

O

p zeven kilometer van de BelgischNederlandse grens, moet nog dit jaar het grootste glastuinbouwgebied van Nederland verrijzen. De uitgifte van de eerste kavels is rond. De eerste tuinders waaronder vier leden van de Vlaamse tuinderscoöperatie Greenpartners - ondertekenden vorige maand het contract waardoor hun participatie aan het project een feit is.

Schaalvoordeel en milieuwinst Opvallend aan het Nederlandse project is de focus

op schaalvoordeel en milieuwinst. Op het nieuwe terrein zullen de tuinders restwarmte en co² van de industrie langs het Kanaal Gent-Terneuzen benutten. Kunstmestfabrikant Yara Sluiskil heeft daarvoor een aparte vennootschap Warmco² opgericht met onder meer de havenautoriteit Zeeland Seaport. Ook zal een bestaande zuiveringsinstallatie van het bedrijf Heros alle waterstromen tot gietwater recycleren. In het project is plaats voorzien voor vijf à zes glastuinbouwbedrijven van elk 50 hectare. De plannen vertrekken van de modernste kassen

‘Gelijkaardige projecten over 2 à 3 jaar’ Sinds het Actieplan Glastuinbouw van 2003 staan glastuinbouwzones in Vlaanderen hoog op de agenda. Momenteel probeert een klankbordgroep om onder meer in Roeselare, Beveren, Oudenburg bij Oostende en Deinze het pad te effenen. In de provincie Antwerpen wordt tegen eind dit jaar een ruimtelijke strategie voor de ontwikkeling van de glastuinbouw in Hoogstraten en omgeving uitgewerkt. ‘Maar dossiers inzake Ruimtelijke Ordening slepen altijd lang aan’, zegt coördinator Marc Moons van het Innovatiesteunpunt. ‘Voorlopig is er nog nergens een Ruimtelijk Uitvoeringsplan goedgekeurd. Toch hopen we om tegen 2010 of 2011 een tweetal gelijkaardige projecten – weliswaar op iets kleinere schaal – op te starten.’

van 10 meter hoogte, waarin dubbellaags telen mogelijk is. De Nederlandse autoriteiten hebben veel aandacht besteed aan de landschappelijke inpassing van de serres in de Smidsschorrepolder. Rondom de bedrijven komt er een zone van 100 meter met waterpartijen, bomen en struiken. De kassen moeten 95 procent van hun lichtuitstoot beperken. De woonfunctie in het gebied zou tot veertien geclusterde woningen beperkt blijven.

1200 jobs De gemeente Terneuzen verwacht dat de bedrijven op een termijn van 5 jaar ongeveer 1200 voltijdse jobs zullen creëren. Voor de invulling van de jobs wordt samengewerkt met de stad Gent. Daarnaast is het de bedoeling om een Voorlichtings- en Opleidingscentrum te bouwen: een serre van 0,6 hectare en een bedrijfsruimte van 800 m² waar opleidingen georganiseerd zullen worden en waar nieuwe technieken kunnen worden uitgetest. Op termijn wil men bovendien kinderopvang voorzien voor de mensen die in de serres werken.

INFO www.gsiw.be/gtb


22

buitenlander

naam +l Ivan T eeftijd: olpe, 4 0 getro uwd m et Carin e Dec : loedt, van G va ianni, Kelly e der Kevin n woonp laats: Eerne gem bedrij f: 950 ze ugen + afmes ten

d: leeftij naam + vits, 41 re C e Hild t: wd me er getrou lder, moed evo D is r K oetkin S n e m van Bra laats: woonp t Torhou : ie t c fun ter van s minis rgie, Vlaam ne E , ilieu Leefm n Openbare e r u tu Na n Werke

Minister Crevits ontmoet mestverwerker

‘Draagvlak is breder dan gedacht’


23

Hoe vertrouwd is Vlaams minister van Leefmilieu Hilde Crevits (cd&v) één jaar na haar aantreden met mestverwerking? En hoe ziet ze de inplanting van installaties evolueren? Mestverwerker Yvan Tolpe uit het West-Vlaamse Eernegem leidde haar rond op zijn bedrijf en stelde enkele prangende vragen.

V

arkenshouder Yvan Tolpe is een van de pioniers van de mestverwerking in Vlaanderen. Al in 2000 bouwt hij met het bedrijf Trevi zijn eerste verwerkingsinstallatie, een zogenaamde biologie waarbij de dikke en dunne fractie via beluchting worden gescheiden. Tevreden over die techniek zet hij in 2002 een gelijkaardige, iets grotere, installatie op in Gistel. Met de hulp van diverse wetenschappers verfijnt hij de komende jaren achtereenvolgens de composteringstechniek voor de droge fractie en de nazuivering van het effluent.

mestverwerking soepeler wou maken – intussen zijn nut bewijst. Hilde Crevits: ‘De sterkte van die brief is dat er duidelijke randvoorwaarden zijn gesteld. Onder meer daardoor is het aantal vergunde installaties in 2007 van 112 naar 277 gestegen. Ik wil trouwens beklemtonen dat het draagvlak voor mestverwerking veel groter is dan algemeen wordt gedacht. Uit mijn recentste cijfers blijkt dat sinds begin 2007 zeven op de tien aanvragen in eerste aanleg vergund zijn, dus zonder dat buren beroep hebben aangetekend. Bovendien blijkt dat 74 procent van de operationele installaties nog nooit een klacht of pv heeft ontvangen.’

Zonder burenprotest Onze rondleiding begint bij het beluchtingsbassin uit 2000. In de plenzende regen spaart Yvan zijn uitleg en vraagt vooral om goed te ruiken. ‘Zelfs vlakbij de installatie blijkt de geur niet sterker dan op een doorsnee varkensbedrijf’, bevestigt minister Crevits op weg naar de composteringsloods. Daar vernemen we dat Yvan op de twee locaties samen zowat 40.000 m³ mest per jaar verwerkt, waarvan een kwart van zijn eigen dieren. Het gros van de – eveneens geurloze – compost exporteert hij naar Frankrijk. De rest deelt hij gratis uit aan particulieren en buurtbewoners, met wie hij een goede band wil onderhouden. Meteen vraagt Yvan de minister in hoeverre de omzendbrief van 2006 – die de inplanting van

Van mest tot drinkwater? Van de loods trekken we naar het pronkstuk van Yvans installatie: de rietvelden waarmee de vloeibare fractie tot loosbaar water wordt gezuiverd. Het procédé ontwikkelde Yvan samen met mileutechnoloog Erik Meers van de Universiteit Gent, met wie hij in mei 2007 de vennootschap Innova Manure heeft opgericht. Het bedrijf – dat meteen de hoofdprijs van 25.000 euro won in de wedstrijd Bizidee – wil de wereld veroveren met een combinatie van bestaande en nieuwe technieken. Yvan: ‘Momenteel zuiveren we het effluent tot loosbaar water. Vanaf volgend jaar willen we naar drinkbaar water evolueren. Nu gebruik ik het water ook om stallen te reinigen, maar binnenkort

7 op de 10 aanvragen worden vergund zonder beroep door buren

1

wil ik de volledige waterhuishouding op mijn bedrijf herbekijken.’ Nadat hij op de natuurwaarde van zijn rietveld heeft gewezen, vraagt Yvan schalks aan de minister in welke mate ze de vrees van milieubewegingen voor de industrialisering van het platteland deelt. Hilde Crevits: ‘Ik deel zeker hun bezorgdheid, maar niet hun vrees. De kernvraag is hoe je bepaalde zaken implementeert. Ik vind dat de woonfunctie in landbouwgebied wel degelijk met de agrarische te verzoenen is. Ik geloof niet dat je ofwel voor industrialisering ofwel voor kleinschaligheid moet kiezen. Kijk maar naar dit rietveld. Het indienen van bezwaren is en blijft wel een democratisch grondrecht. Als minister moet ik knopen doorhakken door de merites en de bezwaren van een project tegen elkaar af te wegen.’

Milieuwinst door uitbreiding Als medeoprichter van de vzw De Verwerkers beklemtoont Yvan dat meer mestverwerking zowel voor alle Vlaamse varkensboeren als maatschappelijk wenselijk is. ‘In een exportgerichte markt als de varkenshouderij is het belangrijk om als sector sterk te staan binnen Europa. Alle varkenshouders hebben er dus baat bij om het concurrentienadeel van mest weg te werken. En op maatschappelijk vlak levert de uitbreiding mits mestverwerking milieuwinst op. Grotere bedrijven verwerken namelijk ook een deel mest dat in een kleinere bedrijfssetting niet verwerkingsplichtig was.’ Tijdens het napraten polst Yvan ook naar het dossier van mestexport naar Wallonië. Volgens minister Crevits is de basis van het probleem dat het Waals afvalstoffendecreet ingevoerde mest als afval beschouwt. ‘Dat is erg eigenaardig omdat het Europees gezien mogelijk is om mest zoals ruwe pluimveemest, paardenmest en bewerkte paardenmest in te voeren in een andere lidstaat. Dat is zeker voor de grensboeren met Wallonië een probleem. Het zou toch bizar zijn dat uitvoer naar een Europese lidstaat toegestaan is, maar dat uitvoer naar Wallonië niet? Mest wordt gebruikt om te bemesten en is normaal dus geen afval.’ De minister zal de problematiek dan ook aankaarten bij haar Waalse collega van Leefmilieu. INFO www.boerenstebuiten.be

(rubriek Varia/Op de korrel 2)

2

1. Vanaf volgend jaar wil Yvan Tolpe het effluent tot loosbaar water zuiveren. 2. Een deel van de gedroogde mest wordt als compost aan de buurtbewoners uitgedeeld.


24

uit de provincie

Deelnemers gezocht! De provincie zoekt nog een aantal hoeves in het arrondissement Halle-Vilvoorde die willen deelnemen aan het project Picknick een hoeve. Dus: hebt u een hart voor toerisme en wil u aan fietsers en wandelaars picknickarrangementen aanbieden, neem dan contact op met Henk Daenen van de provincie Vlaams-Brabant op t 016 26 72 49, mail naar landbouw@vlaamsbrabant.be of surf naar www.vlaamsbrabant. be/landbouw.

Hoevepicknick in Vlaams-Brabant

Waar kun je fijner picknicken dan in een mooie landelijke omgeving? Dat moeten ze gedacht hebben bij de provincie Vlaams-Brabant toen ze vorige zomer het project Picknick een hoeve op poten zetten. Voor de tweede zomer op rij bieden een aantal landbouwers picknickarrangementen aan.

P

icknick een hoeve was onderdeel van het Interreg iiia-project dat projecten rond innoverende plattelandseconomie steunt. Vlaams-Brabant nam eraan deel, net als Limburg en Antwerpen en een aantal provincies in Nederland. ‘We zijn vertrokken van een inventarisatie van de verbredingsactiviteiten op landbouwbedrijven in het arrondissement Leuven’, zegt Henk Daenen van de provincie VlaamsBrabant. ‘Studenten marketing van de Katholieke Hogeschool Leuven hebben vervolgens allerlei suggesties gedaan over wat er nog aan het aanbod kon worden toegevoegd.’

Weinig investeringen De picknickarrangementen kwamen als een haalbaar idee uit de bus. Dat vonden ook de landbouwers en tuinders die zich enthousiast aanboden om deel te nemen. ‘Een picknick is iets dat echt past op het platteland en bovendien is het voor

boeren makkelijk om erin te stappen. Picknick­ arrangementen aanbieden, vraagt weinig tot geen investeringen. Voor de landbouwers is het een mooie kans om kennis te maken met een toeristische activiteit, of om hetgeen ze al doen – rondleidingen of hoeveverkoop bijvoorbeeld – voor te stellen aan een nieuw publiek. En voor de bezoekers is het een aangename manier om kennis te maken met de landbouw en met hoeveproducten.’ De picknick is telkens gekoppeld aan een bestaande fiets- of wandelroute in het Hageland of in de Dijlestreek. Wie er gaat fietsen of wandelen, kan enkele dagen op voorhand een picknick reserveren en die ophalen op een van de deelnemende hoeves. Elke landbouwer bepaalt zelf wat hij in zijn picknickmand steekt, al gaat het natuurlijk vooral om hoeveproducten, al dan niet van eigen makelij. Sommige boeren laten de picknick plaatsvinden op de binnenkoer, anderen geven bijvoorbeeld

een picknicklaken mee en laten de bezoekers een plekje kiezen in de boomgaard.

Op en top vers Om het project te promoten, werd door de provincie een brochure gemaakt, waarin de fiets- en wandelroutes vermeld staan en de gegevens van de hoeve die op die route ligt. Ook de inhoud van de picknickmand wordt duidelijk omschreven. ‘We hebben ook vermeld hoe wandelaars of fietsers kunnen berekenen rond hoe laat ze aan de hoeve passeren.’ Kwestie van de picknick op en top vers te kunnen aanbieden. De brochure wordt via info- en fietsverhuurkantoren verspreid en ook via de pers wordt er promotie gevoerd. Vorig jaar werd het piloot-arrangement in volle zomer gelanceerd. ‘De respons was heel goed.’ Zo goed zelfs dat het project dit jaar wordt uitgebreid naar de Groene Gordel, in het arrondissement Halle-Vilvoorde (zie kader).


mijn gedacht

die niet herbruikbaar zijn. Mestverwerking waarbij mest wordt herleid tot compost en loosbaar water, vormt hiervan een mooi voorbeeld. In de 21ste eeuw komt het er dus op aan om te streven naar een goed evenwicht tussen geweten en portemonnee.

Het tijdperk van

de consument

D

e huidige tijdsgeest wordt bepaald door de sterke opkomst van computers, internet en mobiele telefonie. Daardoor staan mensen, bedrijven en organisaties korter dan ooit bij elkaar. Deze evolutie is ook de motor achter wereldwijde groei en welvaart. Bovendien bevinden we ons ook in een periode van consumentenvertrouwen. Het vertrouwen in de eigen tewerkstelling is nog nooit zo groot geweest al nu. Dit doet mensen consumeren, zelfs in tijden van stijgende voedselprijzen. Dit vertrouwen in de toekomst zorgt ervoor dat burgers en consumenten steeds meer de touwtjes in handen nemen en dat ze steeds hogere eisen stellen aan bedrijven en producten. Met andere woorden, de empowerment van consumenten neemt toe. Je mag daar als landbouwer niet bang voor zijn. Hoe paradoxaal het ook klinkt, je moet een stuk macht uit handen kunnen geven om machtiger te kunnen worden. Op dezelfde manier blijven verder werken omdat je het al 200 jaar zo doet, brengt je nergens. Durf luisteren naar consumenten, zelfs naar mensen die niets van landbouw kennen. Sta open voor hun ideeën en suggesties. Wie weet vind je wel een onvervulde behoefte waar je kan op inspelen. Een andere drijfveer die in de huidige samenleving leeft, is de hang naar authenticiteit: weg van glamour en glitter, terug naar het gewone, het echte leven. In een wereld die steeds meer globaal wordt, hecht de consument steeds meer belang aan het lokale. Commerciële winkelbuurten zoals de Nieuwstraat in Brussel verliezen terrein ten voordele van alternatieve winkelpunten, zoals lokale boetiekjes. Dit is een belangrijke troef voor de landbouw die bij uitstek authentieke producten voortbrengt. Als je bovendien zorgt voor een eenvoudige boodschap die je kunt waarmaken, zal je zeker consumenten kunnen overtuigen om je

product te kopen. Want in de 21ste eeuw geldt de regel ‘hoe simpeler en authentieker het verhaal, hoe beter je overkomt’. We leven vandaag ook in een en/en-tijdperk. Synthese drijft mensen. Wat gisteren nog onverzoenbaar leek, kan nu gecombineerd worden. Mensen die een all-inclusive vakantie in Turkije combineren met een weekendje hoevetoerisme zijn al lang geen uitzondering meer. Hetzelfde met bio-producten, die worden met gemak naast producten uit de Aldi of Lidl gebruikt. De maatschappelijke positie van vrouwen wordt almaar sterker en daardoor zien we dat mannelijke waarden in de samenleving in toe-

Durf luisteren naar consumenten, zelfs naar mensen die niets van landbouw kennen nemende mate vervangen worden door vrouwelijke: behoefte aan statussymbolen, het creëren van hiërarchie, de focus op de essentie en het nemen van harde maatregelen ruimen plaats voor waarden zoals het werken aan een betere wereld, het verbeteren van relaties, oog voor detail en het inschatten en vermijden van risico’s. Mannen begeven zich ook steeds meer op typische domeinen van de vrouw, zoals de keuken. Vaak vormen mannen hier een ‘unserved audience’. Zo is er bijvoorbeeld nood aan recepten die op hun mogelijkheden zijn afgestemd. Ook beleving stuurt consumentengedrag vandaag. Materiële behoeften zijn in grote mate vervuld en dus stijgt de behoefte aan belevenissen. De belevenis is een remedie tegen de banalisering van het product, want ze is persoonlijk en uniek

en dus niet standaardiseerbaar. De landbouw beseft meer en meer het belang hiervan, denk maar aan zelfoogstboerderijen, bloesemtoerisme, hoevelogies, koeknuffelen, hoevewinkels met kijk op het productieproces,… Allemaal initiatieven die zorgen voor een unieke beleving. Technologie en kennis vormen een andere drijfveer van menselijk gedrag. Bedrijven maken opnieuw het verschil door technologische innovatie. Naast service en prijs moet een product ook uitblinken op vlak van techniek. Een voorbeeld hier is sla op een kluitje, een innovatie die ervoor zorgt dat consumenten een tijdlang verse sla in huis hebben. Daarnaast zijn mensen ook steeds meer op zoek naar immateriële waarden. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is voor bedrijven een olympisch minimum, noodzakelijk om te mogen produceren. Duurzame landbouw wordt in de toekomst dus steeds belangrijker. Bedrijven zullen co²-neutraal moeten worden en ook het kringloopdenken (‘cradle to cradle’) rukt steeds meer op. Dit betekent dat er tijdens een productieproces geen afvalproducten overblijven

WIN het boek van Fons Van Dyck Fons Van Dyck is directeur van communicatiegroep think.Bbdo. Hij adviseert merken en organisaties op vlak van imago- en communicatiestrategie. In zijn boek Het Merk Mens beschrijft hij de drijfveren die het gedrag van consumenten en burgers in de 21ste eeuw bepalen. Wil jij één van de vijf exemplaren van dit boek winnen? Stuur dan je naam en adres naar info@vilt.be.

25


26

frontaal

Bio

beter voor je portemonnee?

Hoe goed of slecht zijn de financiële vooruitzichten voor de biosector? Waarom stagneert de productie in Vlaanderen terwijl de consumptie stijgt? En is het een goed idee om uit economische redenen om te schakelen?

Francis Kestemont, bioteler en leverancier aan Delhaize ‘Het klopt dat de biologische consumptie stijgt. Maar ik weet niet of de biologische boer daar meteen beter van wordt. Als landbouwer ben je een kleine speler in een grote markt. Vooral de tussenschakels hebben nog veel macht. Zij zijn het die zeggen dat er vraag is naar Vlaamse biologische producten, maar zij hebben er ook alle belang bij om een zo groot mogelijk aanbod te creëren.’ ‘We moeten ons de vraag stellen of we wel kunnen concurreren tegen de biologische producten

uit het buitenland. In Vlaanderen kampen we met hogere arbeidskosten en met de impact van onze schaalgrootte op afzet en productie. Wij leveren al een aantal jaar aan Delhaize. Vroeger via een tussenschakel, nu rechtstreeks. Ik vind dat goed voor de sector, al blijft het knokken om je producten tegen een redelijke prijs verkocht te krijgen.’ ‘Iedereen moet voor zichzelf beslissen of hij al dan niet omschakelt. Ik wil niemand tegenhouden, maar ik weet niet of het een goed idee is om een

omschakeling louter financieel te bekijken. Vooral in het buitenland is er voor de biosector al veel kapotgemaakt door telers die zich uit winstbejag op – en soms over – het randje riskeren. De beste biobedrijven drijven volgens mij toch op een combinatie van idealisme met economisch inzicht.’


27

Oene Jolie, aankoper groenten en fruit bij Delhaize ‘De bioconsumptie is vorig jaar opnieuw met 10 procent gegroeid en algemeen wordt verwacht dat die groei nog een tijd zal aanhouden. Bovendien zijn we er bij Delhaize in geslaagd om de winkelprijzen voor biologische groenten en fruit met 30 procent te laten dalen. Dat was mogelijk doordat we vandaag zelf naar een aantal telers of telerscoöperaties trekken, waardoor we de kost van een tussenpersoon uitschakelen.’ ‘In de praktijk wegen we iedere week het aanbod van verschillende spelers tegen elkaar af, rekening houdend met zowel de prijs als de kwaliteit en diversiteit van het aanbod. We kopen nog altijd veel via de veiling, maar om een efficiëntieverbetering in de keten te realiseren, zoeken we

actiever de markt op. Dat lukt goed en dat is een positieve ontwikkeling voor de hele biosector. Ik ben ervan overtuigd dat de vraag naar bio nog enorm zal toenemen als de prijs structureel kan zakken.’ ‘Het is niet aan mij om te zeggen dat landbouwers naar bio moeten omschakelen, dat moet iedereen voor zichzelf beslissen. Je ziet echter overal in West-Europa dat de bioconsumptie en de -productie stijgt, terwijl de productie in Vlaanderen stagneert. Tegelijk wordt het milieu alsmaar belangrijker voor consumenten. Het zou mij niet verwonderen mocht een aantal boeren binnenkort opportuniteiten zien in de biomarkt.’

Johan Devreese, bioteler en voorzitter Bioforum ‘De economische vooruitzichten voor de biosector zijn goed en kunnen zeker een stimulans zijn voor het omschakelen. In ons nieuwe cijferrapport geeft maar liefst 54 procent van de bioboeren aan dat ze er sinds hun omschakeling financieel op vooruit zijn gegaan. 26 procent van onze telers zegt financieel geen verschil te ondervinden. Ook blijken bioboeren over de hele lijn erg tevreden. 79 procent van de ondervraagden omschrijft zich als tevreden over de stap naar bio.’

‘Toch denk ik dat het economische aspect maar een van de vele factoren is. Als bioboer haal je een groot deel van je motivatie uit de biologische landbouwmethode op zich. Onze aanpak is een stuk arbeidsintensiever en dat moet je liggen. Persoonlijk haal ik er ook voldoening uit om te weten dat je duurzaam werkt en dat de buitenwereld je werkwijze en producten waardeert.’ ‘Het blijft merkwaardig dat de biologische productie in Vlaanderen stagneert terwijl de con-

sumptie zo sterk groeit. De omschakelingsperiode is niet makkelijk te overbruggen, maar het draagvlak voor bio lijkt buiten de landbouw nog altijd groter dan in de sector. Daarom willen we intensiever samenwerken met de grote landbouworganisaties. Ook verwachten we dat de strategische nota voor de Biologische Landbouw van minister Peeters voor een extra impuls zal zorgen.’


ADVERTENTIE

P509285

Afgiftekantoor Gent X Landgenoten 13 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 1, 2008

BelgiĂŤ-Belgique 9099 Gent X bc 10292

V.u. Dirk Lips, p.a. Vilt Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.