landgenoten
www.vilt.be
magazine voor boer en buiten zomer 2009 | 18
sla
Handen in elkaar voor
driemaandelijks | kwartaal 2 | Gent X | P509285
sappige
en strategie DOSSIER Bio ‘ Eals alle andere?’
‘Supermarkt = supermacht’ Fedis-topman in de Biechtstoel
Vogelaar vs. akkerbouwer Over houtkanten en ecologische vallen
+ Tv-koks ontmoeten aardappelteler, beter onderhandelen, Muis Pierlepein, compensatieregelingen en veel meer
Kies voor een adviseur die uw sector kent! Boekhouding | Fiscaliteit | Vennootschappen | Milieuadvies | Agro Bouwadvies | Bedrijfseconomisch advies
Samen maken wij uw toekomst SBB begeleidt vandaag al meer dan 10.000 landbouwers, tuinders en veetelers op het vlak van boekhouding, fiscaliteit, vennootschappen, milieu- en bedrijfseconomische reglementering. In elk van de 28 SBB-kantoren vindt u adviseurs die, net als u, specialisten zijn in hun vak. Zij waarborgen u een deskundige en betaalbare begeleiding en bouwen samen met u aan de toekomst van uw bedrijf. Meer info over onze diensten vindt u op www.sbb.be of in het SBB-kantoor in uw buurt.
www.sbb.be SBB
Partner voor bedrijvige mensen
3
Beste
landgenoten 06
18
Beste Landgenoten, Het familiale landbouwbedrijf zal de komende tien tot vijftien jaar steeds minder vaak de ideale bedrijfsvorm worden. Daardoor zou ook de traditionele bedrijfsopvolging in moeilijkheden komen, blijkt uit Nederlands onderzoek. Jammer, was mijn eerste reactie. Opgegroeid op een typisch familiaal landbouwbedrijf besef ik als geen ander hoeveel voldoening je kan halen uit het samenwerken als gezin: samen een goed product voortbrengen, samen een bedrijf uitbouwen,… En helaas ook samen de klappen opvangen. Dat geldt op dit moment zeker voor slatelers Johan en Katleen uit Nazareth. Hun familiaal bedrijf heeft het vandaag moeilijk door de lage prijzen en dat legt onmiskenbaar een last op het gezin. Zo’n verhaal doet je natuurlijk nadenken. De realiteit van vandaag hoeft niet die van morgen te zijn. Elke goede ondernemer moet op tijd en stond zichzelf en zijn bedrijf in vraag
durven stellen. Eenvoudig is het niet, weet professor Marion Debruyne, maar het is wel een voorwaarde om te komen tot innoverende ideeën. En die zijn nodig om als bedrijf overeind te blijven. Aan inspirerende pistes in dit nummer alvast geen gebrek. Misschien kan je wel iets leren van Bart Nemegheer van de Aardappelhoeve. Hij koos voor verticale integratie, een strategie die hem geen windeieren opleverde. Of heb je al eens nagedacht over de toekomstkansen van bio voor jouw bedrijf? Veel leesplezier!
Griet Lemaire Hoofdredacteur
22 in dit nummer 06 focus bio Voor welke bedrijven kan een omschakeling interessant zijn? Zo maak je een rationele keuze.
12 ondernemer van nature Hoe sluit je betere contracten af? Onderhandeltips van Bart Nemegheer uit Tielt.
16 biechtstoel Te lage voedselprijzen en de macht van supermarkten: voer voor een pittig gesprek tussen Dirk Lips en Dominique Michel van Fedis.
18 burenbabbel Over veldleeuweriken, geelgorzen en zwaluwen. Vogelspotter Dominique Verbelen op bezoek bij akkerbouwer Carl Adriansens.
en verder …
04 11 14 17 22 24 27
koetjes & kalfjes gewikt en gewogen ten huize van uit de provincie buitenlander frontaal mijn gedacht!
14
colofon Landgenoten wordt u aangeboden door vilt. Het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw informeert een breed publiek over de hedendaagse land- en tuinbouw. Daarvoor krijgt het middelen van privé-organisaties en de overheid. verantwoordelijke uitgever vilt-voorzitter Dirk Lips redactie en realisatie Jansen & Janssen Uitgeverij, www.jaja.be redactieadres vilt vzw, Koning Albert II-laan 35, bus 57, 1030 Brussel tel +32 (0)2 552 81 91 fax +32 (0)2 552 80 01 e-mail info@landgenoten.be hoofdredacteur Griet Lemaire redactieraad Dirk Lips, Marijke Pollentier, Freddy Robberecht, Jan Mosselmans, Hubert Hernalsteen, Guy Depraetere, Kristiaan Van Laecke, Didier Huygens, Joris Relaes, Jan Coessens, Anneleen Devos, Leen Guffens, Bruno Bamps, Peter Van Bossuyt, Louis Palfliet, Veroniek Denys, Maarten Puls, Anne Vandenborre, An Van Acker de meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van vilt.
4
koetjes & kalfjes
Propere kippetjes Hygiëne in stallen krijgt steeds meer aandacht. En dat is bij pluimveehouders niet anders. Consumenten die almaar kritischer worden over voedselveiligheid, overheden die steeds strengere regels uitvaardigen of lastenboeken die er nog een schepje bovenop doen… je kent het waarschijnlijk wel. Voor pluimveehouders die door het regelbos de bomen niet meer zien, hebben het Proefbedrijf voor de Veehouderij en Dierengezondheidszorg Vlaanderen een handige brochure uitgewerkt. Van bedrijfshygiëne, stalhygiëne en ongediertebestrijding tot de veiligheid van de pluimveehouder en pluimveeziekten, de brochure ‘Hier is hygiëne troef’ brengt je in een handomdraai de nodige kennis bij. Alle pluimveebedrijven hebben recht op een gratis exemplaar.
POVLT opent zijn deuren Op zondag 30 augustus nodigt het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) te Beitem jullie uit voor zijn themadag bodem en bemesting. Iedereen is vanaf 14 uur welkom om er kennis te maken met de meest recente ontwikkelingen op gebied van bemesting en alternatieve bodemwerkingen. Groenbemesters, compostgebruik, rij- en bandbemesting, bladbemesting, plantversterkers, insporing en bodemverdichting, kerende en niet-kerende grondbewerking zijn slechts enkele van de thema’s die aan bod komen. Naast een beurs met machines en meststoffen en praktijkgetuigenissen is er ook tal van randanimatie voorzien. Bovendien is de toegang volledig gratis. INFO www.povlt.be
INFO www.provant.be/proefbedrijf of 014 56 28 70
‘Het is maatschappelijk onverantwoord dat melk minder kost dan mineraalwater.’ Bart Martens, landbouwspecialist van sp.a in gevilt.
Jacobskruiskruid: mooi maar gevaarlijk!
Spreken is zilver, tekenen is goud
Met zijn mooie gele bloemetjes ziet de plant er eerder liefelijk dan gevaarlijk uit, maar het gif van Jacobskruiskruid mag niet onderschat worden. Wanneer dieren de plant eten, stapelen de gifstoffen zich in hun lever op. Vooral koeien en paarden zijn er gevoelig voor. En wanneer het Jacobskruiskruid in hooi of kuilvoer wordt verwerkt, is het helemaal gevaarlijk, want dan herkennen de dieren de plant niet meer. Om jullie bewust te maken van het probleem heeft de provincie Antwerpen een praktische brochure uitgewerkt met tips en preventieve maatregelen om deze liefhebber van zonnige plaatsjes in bermen en weilanden te bestrijden.
Communiceren met seizoensarbeiders, het loopt niet altijd van een leien dakje. Sommigen volgen een cursus Pools, maar boomkweker André Van Hulle uit Waarschoot heeft er iets anders op gevonden. Hij liet een DVD maken waarin zijn bedrijf wordt voorgesteld en ontwikkelde ook een stripverhaal over twee figuren uit Oost-Europa die een avontuurlijke reis maken naar België en er in contact komen met de tuinbouw. Met beeldtaal vangt het bedrijf het taalprobleem op: technische termen zoals rooien en ploegen worden via humoristische en ludieke tekeningen duidelijk. De boomkweker werd voor dit initiatief alvast beloond met de Pioniersprijs Diversiteit 2009. Proficiat!
INFO www.provant.be (Ondernemen>Land- en tuinbouw)
INFO www.sylva.be
5
Met de tractor naar Alden Biesen Om de 25ste editie van de Land- en Tuinbouwdag in Alden Biesen extra cachet te geven, roept de organisatie alle land- en tuinbouwers uit Haspengouw op om op 5 juli met de tractor naar de beurs te komen. Daar zullen ze merk per merk worden opgesteld in een aparte weide om zo een mooi contrast te vormen met de oude landbouwwerktuigen en artisanale producten waar de beurs zo bekend om is. En voor wie nog niet overtuigd is om zijn trekker uit de loods te halen, we kunnen jullie verklappen dat de parking en de inkom gratis zijn voor wie met de tractor komt! INFO www.land-en-tuinbouwdagen.be
Dat is het percentage waarmee de totale omzet van de hoeveverkoop in 2008 steeg. De gemiddelde Belgische hoevekoper besteedde 136,7 euro op de hoeve verdeeld over ruim 8 aankopen. Aardappelen blijven de belangrijkste productcategorie om klanten naar de hoeve te lokken, gevolgd door fruit (8%), groenten (7%), eieren (5%), zuivel (3%) en vlees (2%). Deze laatste categorie haalt wel het grootste aandeel binnen de totale hoeveomzet die in ons land 116,7 miljoen euro bedraagt. info GfK-cijfers in opdracht van vlam, www.hoeveproducten.be
Win een bloeiend erf Land- en tuinbouwbedrijven mooi kaderen in het landschap: de provincie VlaamsBrabant heeft zich voorgenomen om er werk van te maken. Heb jij op je erf al de nodige aandacht besteed aan erfbeplanting en landschapsintegratie of heb je plannen in die richting? Dan moet je zeker deelnemen aan de wedstrijd die de provincie heeft uitgeschreven. Geld kan je niet winnen, maar wel cheques ter waarde van maximaal 10.000 euro voor de aanleg en het onderhoud van de beplanting op je erf. Inschrijven voor 1 juli is de boodschap! Ben je geen Vlaams-Brabander? Geen probleem, ook de andere provincies nemen heel wat initiatieven rond erfbeplanting. Neem zeker eens een kijkje op hun website. INFO www.vlaamsbrabant.be (> economie en landbouw > land- en tuinbouw> land- en tuinbouwers) of 016 26 72 70
Poll Hilde Crevits gaf de landbouwers 9 op 10 voor hun milieu-inspanningen van de jongste jaren. Is die hoge quotering terecht?
ja
73%
nee
27%
Aantal stemmen: 659 Zelf een stem uitbrengen? Elke week vind je een nieuwe poll op www.vilt.be.
6
focus bio
Bio
een nuchtere afweging
naam
Sofie Hoste
leeftijd 35 jaar
functie Onafhankelijk bioconsulente
focus bio
De biomarkt in cijfers en letters Uit onderzoek blijkt dat de consumptie van bio in Vlaanderen met gemiddeld 10 procent per jaar stijgt. Op dit ogenblik is voor alle sectoren de vraag groter dan het aanbod. Hierdoor wordt 40 procent van de bioproducten geïmporteerd. De bioconsumptie bestaat voor 56,3 procent uit plantaardige producten, voor 16,5 procent uit zuivel en uit 27,3 procent uit andere dierlijke producten. 8 op de 10 Vlamingen kocht in 2008 minstens één bioproduct. Bijna 1 op de 2 bio-aankopen gebeurt in de supermarkt. Ondanks de gestegen
vraag stagneert het bio-areaal in Vlaanderen sinds 2002. Momenteel wordt in Vlaanderen 3800 ha of 0,6 procent van de landbouwoppervlakte biologisch bewerkt: heel wat minder dan het Europese gemiddelde van 4,7 procent. In een recente bevraging toonden 8 op de 10 bioboeren zich tevreden over hun omschakeling. Ze haalden die voldoening voornamelijk uit de gehanteerde landbouwmethode. Daarnaast zeiden ook 8 op de 10 boeren dat hun inkomen minstens even hoog is als voor hun omschakeling.
Om de kloof tussen productie en consumptie van bioproducten te verkleinen, heeft de Vlaamse overheid een Strategisch plan voor biolandbouw uitgewerkt. In dat plan, dat ook is ondertekend door Bioforum, Boerenbond en ABS, lees je naast een sectorschets ook de ambities, een aantal hefbomen en de manieren waarop de biodoelstellingen de komende jaren zullen worden uitgevoerd. Info www.bioforum.be en www.vlaanderen.be/landbouw (>bio > strategisch plan)
Bronnen: het rapport ‘De biologische landbouw in 2008’ van het Departement Landbouw en Visserij, de bioconsumptiecijfers 2008 van VLAM, tevredenheidsenquête Bioforum, Strategisch plan biologische landbouw 2008-2012
Terwijl in Vlaanderen de vraag naar bioproducten jaar na jaar groeit, stagneert de productie ervan. Toch is bio voor heel wat bedrijven een optie om hun rendabiliteit te verhogen. Hoe beslis je of bio voor jouw bedrijf interessant kan zijn? En wat zijn de voordelen en moeilijkheden die met een omschakeling gepaard gaan?
D
e biologische landbouw lijkt in alle stilte zijn geitenwollensok-imago ontgroeid. Onder impuls van het Strategisch beleidsplan biologische landbouw van de Vlaamse overheid lanceerden Boerenbond, abs en BioForum dit voorjaar voor het eerst samen een project om de kloof tussen de vraag naar bioproducten en het aanbod te dichten. Onder de noemer ‘Bio zoekt boer’ werd, met steun van de Vlaamse overheid, een bioconsulente aangeworven die vrijblijvend persoonlijke begeleiding biedt en praktische vragen beantwoordt. Anderhalve maand na de lancering van de campagne hebben, naast een aantal bioverwerkers op zoek naar aanbod, al 30 boeren consulente Sofie Hoste gecontacteerd om de biopiste voor hen te onderzoeken. ‘Dat bewijst dat er interesse is om bio in alle nuchterheid als ont-
wikkelingskans te overwegen,’ zegt Sofie, vanuit haar bureau in het Boerenbondgebouw in Leuven.
ren. ‘Bio biedt kansen om je productiviteit op te drijven via arbeidsintensiviteit in plaats van via schaalvergroting. Maar bio is geen wonderoplossing voor bedrijven waar het water tot aan de lip-
kelijke periode: je moet eerst een tijd biologisch produceren zonder dat je producten als echt bio – met de bijhorende meerprijs – verkocht mogen worden. Dat wordt wel gecompenseerd door een verhoogde hectaresteun, maar dikwijls zijn ook investeringen in zaken als schoffelmachines of onkruidbranders noodzakelijk. Of je nu biologisch boert of niet, ondernemerschap en vakkennis zijn voor iedere landbouwer onontbeerlijk.’ De beslissing of bio een interessante optie is voor je bedrijf neem je niet van vandaag op morgen. In de praktijk kun je het best eerst een aantal zaken persoonlijk overlopen met Sofie. Als je daarna een steviger onderbouwd antwoord wil op maat van jouw specifieke situatie, kun je een omschakelplan laten opstellen door specialisten. Zij stellen simulaties en een stappenplan op (met
pen staat. De omschakelingsperiode is geen mak-
de minderopbrengst, meerprijs, noodzakelijke
Ondernemerschap en vakkennis Toch zullen volgens de bioconsulente zeker niet alle aanvragen in omschakelingsplannen resulte-
Overschakelen uit zakelijke overwegingen is een reden als alle andere.
7
8
focus bio
investeringen, afzetmogelijkheden, enzovoort) om te zien of bio voor jouw bedrijf teelttechnisch en economisch haalbaar is. Dankzij een subsidie van 868 euro draag je hier zelf maar een zeer beperkte meerkost voor, ongeacht of je uiteindelijk omschakelt of niet.
Financieel resultaat Voor wie jaren op de traditionele manier heeft gewerkt, vergt de stap naar bio een ingrijpende mentaliteitsverandering. Sofie: ‘Je moet bereid zijn om radicaal met je oude gewoontes te breken. Vandaag kun je wel al veel leren van collega’s die al langer biologisch produceren. Maar het vergt een mentale switch om grond helemaal anders te gaan bewerken, of om je melkvee minder krachtvoer te geven en vooral op je rendement te focus-
sen. Daarom breng ik geïnteresseerde bioboeren zo veel mogelijk in contact met collega’s die hen graag ondersteunen. Dankzij bedrijfsbezoeken of een soort peterschap dat ik verder wil uitbouwen, hoef je vandaag het warm water niet meer opnieuw uit te vinden.’
Of je nu biologisch boert of niet, ondernemerschap is onontbeerlijk. Nu gangbare melkveehouders kreunen onder een ingestorte melkprijs, lijkt de biologische melkveehouderij voor velen aan aantrekkingskracht te winnen. ‘Dat blijkt inderdaad een aan-
leiding om bio te overwegen’, zegt Sofie. ‘En dat vind ik een reden als alle andere. Het is een economisch feit dat de vraag naar bioproducten al een aantal jaar groeit en dat het aanbod stagneert. Ik ken verschillende grote en kleine bioboeren die uit zakelijke overwegingen de stap hebben gezet. Sommigen raken achteraf overtuigd van de maatschappelijke meerwaarde van bio, maar voor mij hoeft dat niet eens. Nu is de situatie van melk actueel, maar ook in andere sectoren kun je, ondanks de beperktere oogstopbrengst, met bioproducten een beter financieel resultaat halen.’
info
Sofie Hoste: 0494 98 23 69, info@biozoektboer.be
4 x bio
in de praktijk
1
Melkvee ‘Het productieniveau
‘Van zodra je de kneepjes kent, valt het goed mee om biologisch te werken. De natuur kan veel meer dan je denkt. Het productieniveau is wel wat lager, maar de kosten zijn dat ook. We zijn momenteel bijna 100 % zelfvoorzienend. Het gemengd rantsoen gras-klaver-graan is evenwichtig en volstaat om de dieren gezond te Wim De Middeleer uit Herzele is een van de 24 voederen. We moeten geen eiwitten meer imbiologische melkveehouders in Vlaanderen, die porteren als correctievoeder. Voor de bodemvorig jaar samen 1157 koeien hielden. Hij schakel- vruchtbaarheid ploegen we ook minder en we de in 1998 over en combineert 65 melkkoeien met werken met meer verschillende gewassen en jongvee, mestvee en een beperkt aantal varkens. natuurlijke houtkanten.’ ‘Ik heb voor bio gekozen omdat ik niet langer wilde Voor het mestvee en de varkens werkt Wim sameedraaien in de bulkmolen van wat ik industri- men met een bioslager in de buurt. Voor de afzet ële landbouw noem. In vergelijking met vroeger van zijn melk is hij aangesloten bij de coöperatie haal ik veel meer voldoening uit mijn werk. Bij Biomelk Vlaanderen. ‘Momenteel zit de prijs op
is iets lager, de kosten ook’
alles wat we binnenhalen zijn we fier op wat we geproduceerd hebben, in plaats van op hoeveel.’
ongeveer 35 eurocent per liter. Niet echt goed, maar vergeleken met de gangbare prijzen toch
niet slecht. Hoewel de agro-industrie het tegendeel beweert, merk je toch dat meer en meer mensen appreciëren dat we milieubewust produceren. Ik ben ervan overtuigd dat gangbaar meer en meer onder druk komt te staan.’ Bio sinds: 1998 Bedrijfsoppervlakte: 75 hectare Teelten: graan, aardappelen, gras-klaver Dieren: 65 melkkoeien, 65 jongvee, 20 mestvee, 7 zeugen + biggen en mestvarkens Leeftijd: 48 jaar
focus bio
2
Tuinbouw ‘Mechanische onkruidbestrijding blijft uitdaging’
Luc Pauwels uit Ternat startte in 1981 een biologisch tuinbouwbedrijf van nul op. ‘Uit jeugdig idealisme’, zegt hij. ‘Maar ik ben nog altijd erg blij met die keuze. Ik heb mijn bedrijf geleidelijk kunnen uitbreiden van 2,5 tot 17 hectare. In vergelijking met de gangbare teelt is onze werkwijze een stuk arbeidsintensiever. Ik heb twee mensen vast in dienst en moet geregeld seizoensarbeiders inschakelen. Dat betekent dat onze productiekosten een stuk hoger zijn, maar dat vertaalt zich ook in een hogere verkoopprijs.’
De grootste moeilijkheid in de biologische tuinbouw is volgens Luc de onkruidbestrijding. ‘Afhankelijk van de teelt passen we verschillende technieken toe. We hebben een aantal machines voor mechanische onkruidbestrijding, zoals een wiedeg, schoffelmachines, een wiedbed en branders. Maar het blijft een uitdaging. Voor sommige teelten, zoals wortelen, moeten we zelfs nog manueel het onkruid tussen de planten bestrijden. Met het oog op de bodemvruchtbaarheid gebruiken we alleen natuurlijke mest, wat in combinatie met onze vruchtafwisseling erg goede resultaten geeft.’ In overleg met het PCBT combineert Luc twee teeltplannen: een waarbij grasklaver wordt gevolgd door pompoenen, triticale en wortelen; en een waarbij hij aardbeien afwisselt met triticale, courgettes en grasklaver. ‘Al varieer ik wel dikwijls afhankelijk van de marktverwachtingen die ik van de veiling doorkrijg. Of dat in 2008 een goed jaar heeft opgeleverd? Ik volg de gangbare prijzen onvoldoende om echt te kunnen vergelijken, maar ik denk dat ik niet mag klagen.’ Bio sinds: 1981 Bedrijfsoppervlakte: 17 hectare Teelten: pompoen, triticale, wortels, aardbeien en courgette Leeftijd: 47 jaar
Uit recent onderzoek blijkt dat 8 op de 10 bioboeren tevreden zijn over hun omschakeling.
9
10
focus bio
Akkerbouw ‘Afhankelijker van het weer en personeel’
Carlos Noë uit Sint-Margriete startte in 1998 met een stapsgewijze omschakeling naar bio. ‘De aanleiding was een harde confrontatie met kanker. Toen begon ik na te denken over de samenhang met voeding en werken zonder chemicaliën. Op bedrijfsvlak merk je dat grond bij te enge vruchtafwisseling uitgeput raakt en dat overproductie geen betere prijzen oplevert. De overstap was een ingrijpend proces waarbij ik ook mijn vrouw en onze drie kinderen nauw betrokken heb. Vandaag voelen we ons veel gezonder en halen we meer arbeidsvreugde uit onze job.’
3
‘Om biologisch te kunnen werken is een ruime teeltrotatie noodzakelijk (1/5 of 1/6). Daardoor zie je de natuurlijke vijanden terugkeren en aaltjes of bodemmoeheid verdwijnen. We kiezen ook voor rassen die minder ziektegevoelig zijn. De voorbereiding voor een teelt is erg belangrijk omdat je moeilijker kunt bijsturen. Soms komt er wel wat creativiteit bij kijken om problemen aan te pakken. Vooral de bestrijding van wortelonkruiden is niet eenvoudig. Zo ben je voor handmatig wiedwerk zeer afhankelijk van extern personeel en de weersomstandigheden.’ ‘Voor de afzet van onze producten zijn we lid geworden van de coöperatie Greenpartners. In vergelijking met vroeger hebben we meer contact met de consument en/of afnemer. Als ik terugblik op de voorbije jaren vind ik dat de kwaliteit en de opbrengst van onze teelten goed meevallen. Het is
wat intensiever werken, maar je krijgt een meerprijs en veel waardering. Ik ben best tevreden over ons inkomen, hoewel de prijzen meer en meer onder druk komen. Voorts halen we veel voldoening uit onze samenwerking met de vzw Mondina, die op ons hof originele landbouweducatie organiseert.’ Bio sinds: 1998 Bedrijfsoppervlakte: 30 hectare Teelten: luzerne, gras-klaver, granen, aardappelen, wortelen, gele en rode ui, pompoen Leeftijd: 58 jaar
Bij biologische teelt komt vaak meer handwerk kijken, waardoor je sterker afhankelijk bent van personeel.
4
Fruit
‘Preventief werken en korter opvolgen’
Bio sinds: 1995 Bedrijfsoppervlakte: 10 ha fruit en 1 ha tomaten onder glas Teelten: appels, peren, tomaten Leeftijd: 59 jaar
Benny Blezer uit Rummen zette in 1995 de stap naar bio. ‘Voor een groot deel voor mezelf. Omdat ik absoluut niet graag met chemische producten werkte. De omschakeling verliep toen erg moeilijk omdat er nog nauwelijks begeleiding was. Maar vandaag is dat helemaal anders. Nu moet je niet meer je hele bedrijf in één keer omschakelen. En de omkadering van de biosector is veel professioneler geworden. Zodra we waren waar we moesten zijn, ging alles wel erg vlot. Ik zou niet meer willen terugkeren.’ Volgens Benny komt het erop aan om de knop
fruitteelt moet je de teelten van erg kortbij opvolgen. Je kunt minder ingrijpen en moet dus voor een deel preventief werken. Wij spuiten bijvoorbeeld met plantenversterkende – natuurlijke – middelen. Door houtkanten aan te leggen, trekken we natuurlijke vijanden aan. En het uitdunnen, waardoor zich niet een hoop kleine maar enkele grote vruchten vormen, gebeurt manueel.’ ‘Het is niet altijd eenvoudig, maar door de band ben ik zeer tevreden over de resultaten’, zegt Benny. ‘Na die maanden van onzekerheid is de voldoening des te groter. Het klopt wel dat je appel- en perenopbrengst een stuk lager is. Maar dat wordt gecompenseerd door de hogere verkoopprijs. Tot hiertoe althans, want ook in de bio-
om te draaien en afstand te doen van het gemak van chemische bestrijding. ‘In de biologische
sector merken we dat de prijzen meer en meer onder druk worden gezet door de supermarkten.’
gewikt en gewogen
De man achter de afbakening
‘Zoveel mogelijk goede landbouwgrond’ Wat is de achtergron
d van je werk?
gezocht medewerker die de agrarische structuur mee helpt afbakenen en daarbij de belangen van de boeren verdedigt gevonden Michel Van Ombergen (41), ingenieur op de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, Departement Landbouw en Visserij, michael.vanombergen@ lv.vlaanderen.be, 02 552 79 10
Info rsv.vlaanderen.be De 13 regio's van het buitengebied vind je onder Over het RSV > Planningsprocessen > Buitengebied > Planningsprocessen voor landbouw, natuur en bos
‘Ik ben sinds 2003 bet rokken bij de afbake ning van de agrarische en nat uurlijke structuur van het buitengebied. Volgens het Ruimtelijk Struct uur plan Vlaanderen moet er 750.000 ha agrarische en 125.000 ha natuurlijk e structuur worden vas tgelegd, in dertien buiten gebiedregio’s. Dat geb eur t door een projectteam met ambtenaren van ruim telijke ordening, natuur en bos, water, erfgoed enzovoort en dus ook van het Departement Landbo uw en Visserij.’
Wat doet zo’n projectte
am concreet?
Hoe worden de boere n in dat proces betrokken? ‘Er is intensief overleg via een klankbordgroep met daarin de landbouworg anisaties en de natuurorg anisaties uit dat gebied. Zij zetten vooraf hun wense n op kaart en geven ook bij het uiteindelijke vastleg gen van het HAG advies. Na tuurlijk hebben wij tus sendoor ook intensieve con tacten met de landbouw ers. Het is onze taak om te zorgen dat in die 750.00 0 ha zoveel mogelijk de juis te landbouwgrond zit.’
Hoe komt een RUP tot
stand?
‘In de RUP’s wordt de natuurlijke structuur vas ‘Per gebied stellen we tgeeerst een gewenste rui leg d, maar ook de rester mte ende 250.000 ha agrarilijke structuur op. Wij schetsen waar we landbo uw sche structuur. Het wordt dus zek willen, de collega-amb er niet allemaal tenaren van natuur sch etsen groen. In alle 13 buitengebied hun wensen. Als de twe regio’s moeten zo e niet overlappen, is het tientallen RUP’s worden opgesteld eenvoudig . Over de teg . Ook daarvoor enstrijdige wensen wo rdt werkt het projectteam telkens een verder overlegd tussen voorstel uit. de ambtenaren, maar ook Mijn collega’s en ik doen dan telk met het middenveld van ens een landlandbouw- en natuuror- bouwgevoelig heidsanalyse. Per per ganisaties. Een deel van cee l bekijken wat landbouw is in die we de impact van het voorstel voo gewenste ruimtelijke str r de boe r. Zo uctuur en nu al landbo uw- wapenen we ons voor de gesprekke bestemming heeft op n en kun nen we het gewestplan, wordt vast- de belangen van de boeren ver gelegd als herbevestigd dedigen. Nog een agrarisch gebied (HA G). stap verder is een landbouweffect Landbouwbestemmin enrapport: alle g die in Habitatrichtli jn-ge- betrokken boeren worden bev bied of Vogelrichtlijn-ge raagd. Dan wordt bied ligt of in visiegebi ed een flankerend beleid uitgewerkt, me van erkende natuurres t bijvoorbeeld ervaten kan niet in het HAG ruilverkaveling , een grondenbank, vallen. Die grond kan een aankooprewel nog tot de agraris che geling enz. Niemand mag in de kou structuur gaan behore blij ven staan.’ n, maar dan via een rui ‘Het voorstel wordt mvoorgelegd aan de lan telijk uitvoeringsplan d(RUP). Intussen is voo r alle bouw- en natuurorganisaties, 13 gebieden het HAG de gemeenten en vastgelegd, goed voo r ruim de provincie. Zo komen we tot 537.000 ha agrarische een finaal voorstel, bestemmingen. Helaas mer- dat dan de geijkte procedure van ken we dat in de beslist een RUP volgt: e HAG’s de verschille nde voorontwerp, ontwerp, openba overheden – gemeenteli ar onderzoek en jk, provinciaal, en ook onze dan uiteindelijk een beslissing . gewestelijke overheid In dat proces zijn – toch nog te veel marge heb- de landbouworganisaties opnieu ben om in te breken w meerdere keren door middel van allerha nde betrokken. En in het openbaar ond RUP’s. Dat doet afbreu erzoek kan iederk aan het statuut van her be- een zich laten horen. We merken vestiging van een agraris dat er geluisterd che bestemming.’ wordt naar ons en naa r de landbouworganisat ies.’
11
12
ondernemer van nature
‘Een gesprek
is geen boksmatch’ ‘Zelfs als je van nature niet zo’n verkoper bent, kun je leren onderhandelen’, zegt Bart Nemegheer van de Aardappelhoeve in Tielt. ‘Zet je kwaliteit in de kijker, onderhoud je contacten en leer nee zeggen.’
B
art en zijn vrouw Anja namen in 1992 het bedrijf van Barts ouders over. In 2001 trokken ze voluit de kaart van de aardappelen. ‘Eerst leverden we aan de Reo-veiling, maar ons volume was te groot. Dus ben ik zelf naar de warenhuizen toegestapt,’ vertelt Bart. Op gesprek mógen gaan is de eerste uitdaging. ‘Het eerste contact is telefonisch. Je moet goed voorbereid zijn en iets te vertellen hebben waarmee je de interesse van de aankoper kunt wekken.’ Als je dan op gesprek mag, moet je iets te bieden hebben. ‘Stel je in de plaats van de verkoper: waarom zou hij bij mij kopen? Je moet iets in de kijker zetten dat een ander niet heeft. Dat kan echt van alles zijn. Bij mij was dat de eigen teelt, mijn certificeringen, mijn breed assortiment.’
Een goeie eerste indruk Bart herinnert zich nog levendig zijn eerste gesprek. ‘Natuurlijk heb je dan enorm veel zenuwen. Maar die eerste indruk is toch erg belangrijk: je krijgt ook geen vijf kansen. Je moet echter niet verwachten dat je meteen mag gaan leveren. Het komt erop aan om contact te houden, regelmatig offertes in te dienen enzovoort. Als ze dan op een dag iets nodig hebben, gaan ze misschien aan jou denken.’ De eerste levering die Bart mocht doen, in 2001, waren bintjes voor Lidl. ‘Je moet klein beginnen, en die leveringen aangrijpen om te bewijzen dat je betrouwbaar bent en kwaliteit levert. Je start bij een afnemer meestal met één product. Het allersterkste argument dat je dan kunt hebben, is een stijgende verkoop in de winkel: dat overtuigt elke aankoper.’ Om die verkoop te doen stijgen, rekent Bart op de kwaliteit
van zijn product. ‘Kwaliteit verkoopt bij de Belgische consument. Volgens mijn ervaring vinden aankopers kwaliteit belangrijker dan prijs. De prijs moet competitief zijn, maar als je een betere kwaliteit levert, gaat men niet discussiëren over een paar centen.’
Op naar een langdurige relatie Bart werkt elke dag aan het onderhouden van zijn contacten. ‘Na een levering bel ik of ze tevreden zijn, hoe de verkoop loopt, of ze nog bijkomende leveringen nodig hebben… Je moet altijd zelf de eerste stap zetten. Wij geven wekelijks offertes. En als je prijs stijgt moet je daar een valabele uitleg voor kunnen geven.’ Bart geeft ruiterlijk toe dat hij zelf heeft moeten leren
onderhandelen. ‘Ik heb cursussen gevolgd – heel nuttig. Zo heb ik moeten leren nee zeggen. Als je regelmatig mag leveren, dan kun je eens een inspanning doen voor een stuntpromotie. Maar als je voelt dat ze stelselmatig proberen af te pingelen, moet je nee durven zeggen. Voor die prijs kan ik het niet doen. Meestal krabbelen ze dan terug. Soms loop je ook wel eens met je kop
Stel je in de plaats van de verkoper: waarom zou hij bij mij kopen? tegen de muur, maar als ze het idee krijgen dat je plooit onder druk, dan ben je gezien.’ Nochtans is een gesprek met een afnemer zeker geen boksmatch, vindt Bart. ‘Het is een manier om elkaar te leren kennen. Warenhuizen proberen relaties op te bouwen voor een lange tijd. Dat is in het belang van iedereen.’
8 TIPS voor een beter contract Patrick Meulemeester, tuinbouwconsulent diepvriesgroenten bij Boerenbond, legt uit hoe je meer uit je contract haalt:
1. Lees alles grondig 2. Een getekend door. Neem je tijd en laat je niet onder druk zetten om snel te tekenen. Een kleine wijziging aan een vorig contract zou immers ongemerkt kunnen passeren en grote gevolgen hebben.
contract heeft kracht van wet. Zorg ervoor dat alles in het contract duidelijk omschreven en haalbaar is.
3.
Sta erop dat alle onduidelijkheden vóór het ondertekenen uitgeklaard zijn. Tijdens het teeltseizoen sta je in een veel zwakkere positie, als het bijvoorbeeld gaat om extra kwaliteitsvoorwaarden of langer bewaren van een product.
13
namen
Bart Nemegheer
woonplaats Tielt
bedrijf
120 ha aardappelen + aan- en verkoop
4.
Vermeld in het contract de plaats van aanvaarding. Daar gebeurt de eigendomsoverdracht en worden de kwaliteit en de zichtbare gebreken vastgesteld. Het veld is vanuit telersstandpunt de beste plaats. Als het toch de fabriek is, zorg dan dat je bij de overdracht aanwezig bent.
5. Wat niet dade-
6. Voldoe altijd aan
lijk kan worden opgemerkt, zoals overschrijding van een residulimiet (MRL), geldt als verborgen gebrek. De klager moet het gebrek ĂŠn de oorsprong ervan bewijzen. Vraag daar dus naar. Traceerbaarheid is voor alle partijen van groot belang en kan je als teler vrijspreken.
de contractvoorwaarden wat hoeveelheid betreft. Als dat niet lukt, door teeltmislukking bijvoorbeeld, stel dan tijdig de afnemer op de hoogte. Dat kan het best schriftelijk.
7.
Kom op voor jezelf. Betrouwbare en kwaliteitsvolle telers zullen niet snel de kans op een contract verliezen. Ga uit van je sterkte en haal het onderste uit de kan. Een contract moet een overeenkomst zijn waar beide partijen mee akkoord gaan, maar niet noodzakelijk aan de laagste prijs.
8.
Elk geschil moet met voldoende bewijskracht worden verdedigd. Zorg dus dat alles op papier staat: voeg bij een verandering een door beide partijen getekende bijlage toe aan het contract of laat documenten faxen. In de diepvriesgroentesector bestaat er een arbitragecommissie voor geschillen.
14
ten huize van (vlnr.) Joke, Johan, Kathleen, Jessie en Jolien steken in deze moeilijke periode allemaal een tandje bij.
sl
Op de knieën voor naam
naam
leeftijd
leeftijd
taken
taken
Johan Bytebier 42 jaar
dagelijkse leiding, helpen bij alle taken (oogsten, bemesten …), naar veiling rijden
Kathleen Heirbrant 44 jaar
huishouden, personeel opvolgen, helpen bij het planten en oogsten van de sla
diploma
diploma
hobby’s
hobby’s
A3 tuinbouw tafelen met het hele gezin
kantoor
fietsen met het gezin
A
Twintig jaar geleden stampte Johan Bytebier, samen met zijn vrouw Kathleen, een eigen tuinbouwbedrijf uit de grond. Vandaag brengen ze ieder jaar meer dan anderhalf miljoen slakroppen op de markt. ‘Met de hand afgesneden. Zowel in tijden van goede, als van slechte prijzen.’
ls slateler moet je niet voor honderd maar voor tweehonderd procent van het vak houden’, zegt Johan Bytebier. Samen met zijn vrouw Kathleen Heirbrant en zes medewerkers kweekt hij het jaar rond sla onder glas. Volgens Johan werd de liefde voor het vak hem met de paplepel ingegeven. ‘Mijn vader kweekte groenten in Sint-Martens-Latem, langs de oevers van de Leie. Op mijn vijftiende draaide ik al mee in zijn bedrijf. In 1989 zijn Kathleen en ik dan onze eigen zaak begonnen. Eerst in SintMartens-Latem, maar omdat we onze gronden daar niet meer mochten bemesten, waren we gedwongen om uit te wijken naar Nazareth.’
een totale oppervlakte van 2,4 hectare – goed voor 335.000 kropjes sla. En al die plantjes vragen werk. Veel werk. Johan: ‘We staan vijf dagen op zeven om 4.30 uur op om de sla te oogsten. Het oogsten zelf gebeurt nog manueel, met een aardappelmesje. Sla is heel teer, je moet de kropjes dus voorzichtig afsnijden. De afgesneden sla gaat dan via een transportband naar de loods, waar ze gewassen en verpakt worden. Daarna moeten we nog de restbladeren wegvoeren, de loods schoonmaken, de vrachtwagen laden, de grond bemesten en gewasbescherming uitvoeren. Soms rijd ik zelf naar de veiling, soms onze chauffeur. Twee keer in de week planten we ook nog nieuwe slaplantjes aan, en op vaste tijdstippen nemen we grondstalen. In de zomer zijn we op die
Rampjaar
Lange zomerdagen
manier al gauw bezig tot 20 à 20.30 uur. In de winter, wanneer de sla wat trager groeit, is het iets rustiger.’
leen al leden we een verlies van 25.000 euro. Op die manier verspeel je al snel je reserves. Eigenlijk
In Nazareth bouwde het koppel twee serres met
‘Omdat we alleen maar serresla verbouwen, het hele jaar door, verloopt alles volgens een strak stramien’, legt Johan uit. ‘Vroeger kweekten we ook andere groenten, zoals prei en andijvie. Maar hoe meer soorten je hebt, hoe ingewikkelder alles wordt: je moet de groeitijden op elkaar afstemmen, je moet anders verwarmen, je hebt verschillende verpakkingen nodig, …’ Het nadeel van één soort groente is dan weer dat je afhankelijk bent van de marktprijzen daarvoor, zoals Johan en Kathleen momenteel ondervinden. Johan: ‘Voor een krop sla krijgen we vandaag 6 à 7 cent. Maar om uit de kosten te raken, hebben we een gemiddelde prijs nodig van 33 cent. In april al-
15
sla zou er een minimumprijs van 12 cent moeten komen voor sla. Ook 2007 was een rampjaar; we betalen daar nu nog schulden voor af. Gelukkig was 2008 iets beter. Ook over de afgelopen koude winter zijn we tevreden. We hadden vrij veel verwarmingskosten, maar de prijzen van de sla zaten goed. Omdat het ook rond de Middellandse Zee stevig winterde, waren de oogsten uit die gebieden vaak mislukt. Het aanbod was dus kleiner dan anders.’
die nog maar zeven is, helpt al vaak mee. En daar staan weinig financiële compensaties tegenover. Elke aankoop – voor school, voor kleren … – wikken en wegen we momenteel.’
Vandaag is het samen knokken om overeind te blijven.
Samen sterk ‘Het harde werken en de magere inkomsten leggen een zware last op ons gezin’, zegt Johan. ‘We zijn heel veel met het bedrijf bezig, hebben weinig tijd voor onze kinderen. Jolien en Joke, onze doch-
‘Vandaag is het samen knokken om overeind te blijven’, vertelt Kathleen. ‘Ik kom zelf uit een landbouwersgezin. Maar mijn ouders hadden op de boerderij tussen allerlei werk door nog tijd over
ters, moeten ook vaak meehelpen: de loods opruimen, met de vorkheftruck rijden … Zelfs Jessie,
voor hun gezin. Dat hebben wij vandaag niet. Ik stimuleer mijn kinderen dan ook om een diploma
te halen, zodat ze later de beste mogelijkheden op een mooie job hebben.’ Verwacht Johan in de nabije toekomst beterschap? ‘Soms vrees ik ervoor. Er komt meer en meer concurrentie van alternatieve soorten als ijsbergsla uit Spanje en Italië. Ook de pakjes voorgesneden sla zitten in de lift, nu de gezinnen steeds kleiner worden en iedereen het ontzettend druk heeft. Momenteel leven we eigenlijk van dag tot dag. Ik zou het bedrijf niet graag moeten opgeven, dat zou ik als een persoonlijke mislukking beschouwen. Ik hoor dat verschillende collega’s aan alternatieve teelten beginnen te denken. En ook wij zitten intussen op ons tandvlees. Laat ons hopen dat de prijzen snel weer stijgen. En dat het een mooie zomer wordt, zodat iedereen zin krijgt in een fris slaatje!’
16
biechtstoel
‘Er zijn altijd winnaars en verliezers’ De distributiesector beloofde recent meer aandacht te besteden aan de promotie van Belgische producten. Een goed moment om Dominique Michel, gedelegeerd bestuurder van Fedis, de federatie van de distributiesector, in onze Biechtstoel uit te nodigen.
17
Dirk Lips: De distributiesector ondertekende in het najaar van 2008 een protocol om Belgische producten extra te ondersteunen. Heeft dat niet erg lang geduurd? Dominique Michel: Onze leden maken al veel langer promotie voor producten van eigen bodem. Wel nieuw is de gezamenlijke aanpak, van alle supermarktketens, samen met de Vlaamse en Waalse landbouworganisaties en promotieagentschappen, waaronder VLAM. Het gaat overigens niet over een uniforme marketingcampagne voor producten van eigen bodem. Elke keten behoudt zijn eigen commerciële beleid, maar wij ondersteunen hen, onder meer door middel van inhoudelijke informatie over de producten.
In welke mate kan Fedis druk uitoefenen op zijn leden? Zo zie ik het niet. Uiteindelijk zijn het onze leden die de beslissingen nemen. Wij hebben dagelijks contact met hen, maar als federatie onderhouden wij ook contacten met de politiek en de maatschappij om oplossingen te helpen zoeken voor bepaalde problemen. Sommige van onze voorstellen worden goed ont-
naam
Dominique Michel
haald door onze leden, andere niet. Soms vraagt het wel wat overtuigingskracht, zoals bij het bannen van de plastic zakjes. Tegen 2012 willen we samen met onze leden de gloeilampen uit de rekken halen. Ook dat is een hele opdracht.
Is dat ook geen bewijs van de macht van de distributiesector? Die kan van alles doordrukken, los van alle democratische controle, en bovendien kennen de winkelketens het gedrag van de consument tot in de details. Ook de politici denken altijd dat de distributiesector een grote invloed heeft op de consument, maar ik wil dat toch relativeren. De concurrentie tussen de ketens is in België enorm. Als de
Ook wij willen dat de boeren zich goed voelen. consument niet akkoord gaat, zal hij elders zijn inkopen doen. Wij kunnen niks opleggen aan de consument als hij het niet wil.
Intussen is er een enorme kloof tussen de productieprijs en de winkelprijs. 10% van de winkelprijs van aardappelen gaat naar de boer, voor melk en varkensvlees is het een 18%. Geeft de keten echt zo veel meerwaarde aan die producten? Je moet alle tussenstappen zien tussen de boer en de kassierster: de behandelingen, de logistiek enzovoort. In september is er een officieel onderzoek geweest van het ministerie van economische zaken naar de melkprijzen. Ze hebben alle elementen van de keten onderzocht, en nergens wordt er op een oneerlijke manier marge genomen. Voor vlees hebben ze hetzelfde gedaan, met hetzelfde resultaat.
business heb je controle over externe factoren. Dat geldt niet alleen voor de boeren, maar voor alle economische actoren.
Is het de juiste weg om voedselvoorziening over te laten aan een business? Is dat niet nefast voor de kwaliteit? Ik denk dat we nog nooit zoveel verschillende producten in de rekken hebben gehad als nu en nog nooit zoveel goede kwaliteit. Er worden veel inspanningen gedaan en er zijn veel controles – waarvoor de distributiesector het grootste deel betaalt overigens. Ik denk echt niet dat we verkeerd bezig zijn. Wat is het alternatief? Een gecontroleerd staatssysteem zoals vroeger in het Oostblok?
Nee, we willen naar een beter systeem, met minder volatiliteit en een beter inkomen. Boeren verdienen al decennia 20 tot 30% minder dan de gemiddelde Belg. Het is toch niet eerlijk dat één groep de prijs betaalt voor goedkoop voedsel? Volatiliteit is voor niemand goed. Het probleem is dat de landbouw heel lang bescherming heeft gehad van het Europese landbouwbeleid, met uiteindelijk overproductie en andere uitwassen. Dat systeem moest worden aangepast, door de markt meer te laten werken. De distributiesector heeft er echter alle belang bij dat de boer zich goed voelt in die markt. Daarom overleggen wij ook met de landbouworganisaties. De distributiesector is afhankelijk van de boeren en beseft dat. Maar samen beslissen dat de melk opslaat, is verboden. Dus is de promotie van Belgische producten uit de bus gekomen. Ik vraag niet dat de boeren onze problemen oplossen, maar omgekeerd kan de distributiesector dat ook niet. We kunnen en willen wel overleggen.
Hoe kan het systeem dan verbeteren? Misschien door terug te gaan naar kleinere, lokalere structuren?
opleiding
Laat mij de vraag anders stellen: is er één andere partij in de keten die soms verlies maakt?
functie
Het aantal faillisementen is in onze sector nog nooit zo hoog geweest als de eerste drie maanden van 2009. Als distributiebedrijven hun producten niet op tijd verkocht krijgen, dan maken
Er is een evolutie naar meer lokale winkels, met soms heel lokale streekproducten. Je mag echter niet vergeten dat logistiek een enorm belangrijke factor is. Naar mijn mening moet het systeem niet zozeer verbeterd worden: het is aan iedere speler om zijn rol binnen het systeem te optimaliseren. Zo moeten onze boeren onder meer mikken op kwaliteit om opgewassen te zijn tegen concurrentie uit het buitenland. Het kwaliteitsverschil is
ook zij verlies. Het is business: er zijn er altijd die verdienen en altijd die verliezen. In geen enkele
vandaag niet altijd duidelijk genoeg, terwijl onze boeren zich juist daarop kunnen profileren.
leeftijd 44 jaar
Master in de Rechten en Economie Gedelegeerd bestuurder Fedis
18
rubriek & rubriek burenbabbel
Gespot:
naam
Dominique Verbelen
leeftijd 38 jaar
Vogelspotters verblijven vaak in landbouwgebied om hun geliefde dieren te observeren. Toch zien niet alle boeren de vogelaars even graag komen. Terecht of onterecht? We zochten het uit en trokken met Dominique Verbelen van Natuurpunt naar het akkerbouwbedrijf van Carl Adriansens uit De Haan.
W
e zullen het zeker niet over alles eens zijn. Maar ik wil gerust met iedereen praten en kijken wat ik al dan niet kan bijsturen’, klonk het vooraf bij Carl Adriansens. Als Dominique Verbelen van Natuurpunt arriveert, voelen we meteen dat ook hij een constructieve dialoog voor ogen heeft. ‘Zelfs al werk ik al mijn hele leven in de natuursector, ik ben ook vertrouwd met de landbouw. Als kind bracht ik geregeld tijd door op de boerderij van mijn oom. Ik besef dus hoe jullie je boterham verdienen. Ik vind het niet abnormaal dat inkomstenverlies om natuurwaarde te creëren financieel wordt gecompenseerd.’
beroep
Projectmedewerker Natuurpunt Studie
diploma
licentiaat Nederlandse taalen letterkunde, milieudeskundige
50 % minder patrijzen Dominique was als kind al gefascineerd door vogels, en staat momenteel (met 380 soorten!) tweede in rangschikking van wie in België de meeste vogelsoorten heeft gespot. ‘Voor Natuurpunt monitor ik onder andere de impact van
19
Boerenzwaluw is Vogel van het Jaar Dat hebben de bezoekers van de website van Vogelbescherming Vlaanderen beslist. Al voor de derde keer verkiezen zij de ‘Vogel van het Jaar’. Maar ondanks dat gaat het slecht met de boerenzwaluw, de meest voorkomende zwaluwsoort in ons land. Zoals zijn naam al doet vermoeden, voelt het vogeltje zich vooral thuis op landbouwbedrijven. Daar er steeds minder landbouwers zijn, krijgt ook de boerenzwaluw het moeilijk.
Om in kaart te brengen hoeveel zwaluwen Vlaanderen nog telt, heeft Natuurpunt samen met de landbouworganisaties de actie ‘Zwaluwen in nesten’ opgezet. Alle landbouwers kunnen nog tot september doorgeven hoeveel boerenzwaluwen op hun bedrijf een nestje hebben gemaakt. Op basis van die gegevens willen de organisaties samen werk maken van een efficiënt beschermingsplan zodat ook de
vogelaar in akkerrand natuurmaatregelen. Vogels kijken maakt dus deel uit van mijn job. Maar ik ga evengoed op reis om exotische vogels te zien. De laatste jaren zijn heel wat akkervogels overal in Europa erg schaars geworden. Het bestand patrijzen is de voorbije 30 jaar in Vlaanderen bijvoorbeeld met
We onderzoeken hoe we de ecologische winst kunnen maximaliseren.
inkomen te halen uit agrarisch natuurbeheer. Dat is een win-winsituatie: de teeltoppervlakte vermindert wel, maar voor veel teelten zouden de prijzen beter zijn mocht iedereen net iets minder produceren. Ik geloof ook dat je via de natuurlijke vijanden in akkerranden de ziektedruk op je perceel kunt verlagen. En eigenlijk is het ook praktisch om de intensieve voedselproductie voor te behouden voor rechte stukken die makkelijk bewerkbaar zijn en sowieso een hogere opbrengst halen.’
Naar efficiënter natuurbeheer? 50 procent achteruitgegaan, het aantal geelgorzen met 80 procent en de populatie veldleeuweriken zelfs met 95.’ De voorbije jaren werden pogingen ondernomen om het verdwijnen van akkervogels een halt toe te roepen. Carl is een van de boeren die een aantal natuurlijk beheerde akkerranden heeft ingericht. ‘Ik heb er geen probleem mee om via beheerovereenkomsten een structureel
Dit voorjaar, kort nadat hij het bedrijf van zijn vader had overgenomen, stapte Carl in het Europees project Solabio ‘Soorten en Landschappen als dragers voor Biodiversiteit’. Via Proclam vzw werkt hij mee aan een experiment met trio-akkerranden. Net als bij de beheerovereenkomsten van VLM krijgt hij een vergoeding van ± 1500 euro per hectare. Carl: ‘We gebruiken een andere mix van minder productieve grassen en
toekomstige generaties van dit zwarte vogeltje kunnen genieten.
Info
– www.natuurpunt.be/zwaluwen of Natuurpunt, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen – Boerenstebuiten maakte een reportage over boerenzwaluwen. Bekijk ze op www.vilt.be
Carl Adriansens uit De Haan legt uit wat op zijn bedrijf wel en niet haalbaar is om vogels te helpen.
kruiden. En de akkerrand bestaat uit drie stroken die elk op een verschillend moment gemaaid moeten worden.’ Dominique knikt enthousiast. ‘Zeer goed, zo kunnen de diertjes bij het maaien altijd naar een andere strook verlopen om voedsel en beschutting te vinden. Dat is zeker een interessant project om te kijken hoe we via agrarisch natuurbeheer de ecologische winst kunnen maximaliseren.’ ‘Het probleem van de akkervogels was zo nijpend dat we een paar jaar geleden zo snel mogelijk moesten reageren’, zegt Dominique. ‘In sommige gebieden was the point of no return immers al bereikt. Het is goed dat landbouwers zich onder meer via beheerovereenkomsten voor zo’n projecten willen engageren. Maar nu zijn we op het punt dat er onderzoek nodig is naar de vraag of we met de beschikbare middelen geen hoger rendement kunnen halen. Levert het geld dat in natuurcreatie wordt gepompt ook echt meer natuur op? Er werden al heel wat studies uitgevoerd waaruit blijkt dat bepaalde beheerovereenkom-
20
sten geen of zelfs een negatief effect hebben op de vogelpopulatie. Zo zijn de huidige overeenkomsten maaibeheer wel goed uit botanisch oogpunt, maar voor vogelnesten is maaien op 16 juni een ramp.’
Zwaluwen in nesten Volgens Dominique zijn er nog wel een paar zaken die bijgestuurd kunnen worden. ‘In samenwerking met de landbouw zouden we meer op de lokale situatie moeten kunnen inspelen. Soms is een akkerrand de beste investering, soms is dat een
poel, een houtkant of een combinatie. Er bestaat ook zoiets als een ecologische val. Doordat je alle fauna naar een beperkte oppervlakte lokt, maak je ze soms ook kwetsbaar. Als een vos daar gebruik van maakt, kan dat nefast zijn. Daarnaast is de situatie in bepaalde regio’s zo erg dat een akkerrand er een druppel op een hete plaat is. In die gevallen zouden we onze middelen eigenlijk beter op een andere locatie inzetten. En er is het probleem dat heel wat akkerranden om de 5 jaar omgeploegd worden omdat er onvoldoende rechtszekerheid is.’
Meer zwaluwen op je bedrijf? 4 tips 1. Plaatsen met ruwe muren of houten balken zijn ideaal voor zwaluwen om hun nest te bouwen, zeker in combinatie met de steun van spijkers, richels, kabels of een stallamp. Timmer ruwe plankjes in een donker hoekje of sla enkele grote spijkers in de muur om hen een handje te helpen. 2. Modder is de mortel van het nest van zwaluwen. Help hen door geregeld een paar liter water over een modderig plekje op je erf te gieten, zeker in droge periodes.
3. Een zwaluwenpaartje zoekt elk jaar zijn zelfde nest terug op. Bij het reinigen van de stallen kan je de bestaande nestjes maar beter laten hangen.
4. De
zwaluw wil ‘binnenshuis’ broeden, maar in hermetisch afgesloten stallen kan hij geen nest bouwen. Zorg dus voor een open venster, een halfopen deur of een kier van zo’n vijf centimeter waarlangs de vogels in stallen of schuren geraken.
Als Carl ons even later rondleidt op zijn erf, toont hij fier de nesten van boerenzwaluwen in zijn oude varkensstallen. Negen om precies te zijn, wat ruim boven het gemiddelde van drie per landbouwbedrijf is. Dominique maakt van de gelegenheid gebruik om het project Zwaluwen in nesten, dat Natuurpunt met enthousiaste medewerking van de landbouworganisaties heeft opgezet, onder de aandacht te brengen. ‘In vergelijking met 30 jaar geleden zijn er vandaag 75 procent minder boerenzwaluwen. Nochtans kunnen die erg nuttig zijn: een koppeltje met jongen eet 60.000 insecten per week. Geen enkele insecticide kan daar tegen op! Er is ook geen enkel lastenboek dat zwaluwen om hygiënische redenen wil weren. En, zoals de naam verklapt, beschouwen veel Vlamingen de boerenzwaluw als ambassadeur voor de landbouw.’
Zelf aan de slag? Op volgende websites vind je heel wat tips waarmee je op jouw bedrijf vogels kunt helpen: Algemeen: www.vlm.be/landtuinbouwers/ beheerovereenkomsten Zwaluwen: www.natuurpunt.be/zwaluwen Akkervogels: www.inbo.be/akkervogels Weidevogels: www.rlsd.be/weidevogels Of neem contact op met Proclam vzw: pieter.verdonckt@west-vlaanderen.be, T 051 27 33 82, www.proclam.be
advertentie
For our Development department in Astene (Deinze) we are currently looking for a motivated
Breeding Agronomist (m/f)
Bayer BioScience N.V. located in Gent, Belgium is one of the main global plant biotechnology innovation centers of Bayer. This center of excellence integrates plant biotechnology research and BioScience business support functions to optimize the innovation process in a responsible and sustainable approach.
Profile: • M Sc in Agriculture (specialisation agronomy) or equivalent • Extensive experience in conducting field trials • Thorough knowledge of common agricultural practices also including machinery operation • Accuracy • Teamplayer • Preferred languages : Dutch, French & English
Offer: We offer a competitive salary and benefits package and an innovative and international environment. Our teams are amongst the best in the industry. Teamwork, entrepreneurship, drive, a passion to learn and to share knowledge, respect for sustainable development and integrity are our most precious values. Our international and interdisciplinary work environment offers a range of possibilities to motivated, qualified people with excellent interpersonal and organizational skills.
If you have the right qualifications and wish to be part of this innovative R&D setting, please send your resume to: Pascale Philips – pascale.philips@bayercropscience.com Tel. +32/9/243 04 50 • Bayer BioScience N.V., Technologiepark 38, 9052 Gent • Belgium www.bayer.be
§2090295
BioScience, one of the three business groups of Bayer CropScience AG, is a leading international player in the research, development and marketing of seeds with added value traits. Innovation and product development is focused on vegetable seeds and the agricultural crops such as oilseed rape, cotton and rice. BioScience has more than 2100 employees worldwide. The headquarters are in Lyon, France.
Job description: Organisation and execution of Winter Oilseedrape field trials in Wallonia and Northern France. Specifics: · Execute winter oilseed rape breeding trials in Wallonia & Northern France · Make scorings of phenotypic characteristics, in cooperation with the Winter Oilseedrape breeders · Manage local fields, materials and equipment · Ensure compliance with all existing safety standards in the area of responsibility · Recruit and supervise temporary people
uit de provincie
De provincie Oost-Vlaanderen wil zo veel mogelijk mensen laten kennismaken met de hedendaagse land- en tuinbouw. Met muisje Pierlepein als mascotte, worden groot en klein op sleeptouw genomen voor een verrassend en gevarieerd boerderijbezoek.
Muisje Pierlepein
gidst op het platteland
O
ns moet niemand overtuigen dat er heel wat te beleven is op het platteland, maar de doorsnee Vlaming kan gerust een duwtje in de rug gebruiken om de boerenbuiten beter te leren kennen. Daarom hebben de provincie Oost-Vlaanderen en de Provinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen zo veel mogelijk initiatieven, die op verschillende doelgroepen zijn afgestemd, samengebracht.
Snuffelen en brood bakken Op twee websites – www.beleefdeboerderij.be en www.beleefhetplatteland.be vinden zowel scholen als gezinnen een overzicht van tientallen actieve land- en tuinbouwbedrijven die graag be-
zoekers ontvangen, handig opgedeeld per regio. Maar het aanbod beperkt zich niet tot de klassieke boerderijbezoeken, ook snuffeltochten, poelverkenningen, themanamiddagen, wandelzoektochten, broodbaksessies, enzovoort staan op het programma. Het speelse muisje Pierlepein is het uithangbord van het plattelandsproject 'de wereld van Pierlepein'. ‘Onze mascotte is net als alle muizen buitengewoon nieuwsgierig, ondernemend en
We bieden zo veel mogelijk doe-dingen aan. sociaal. Maar ze blinkt vooral uit in liefde voor de boerderij, de natuur, het landschap en het platteland’, zegt gedeputeerde Alexander Vercamer van de Provincie Oost-Vlaanderen. ‘Het motto van Pierlepein is ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthou, ik doe en ik begrijp. Of anders gezegd: in
plaats van de statische rondleidingen bieden we zo veel mogelijk doe-dingen aan om je alternatieve leeruitstap, je (verjaardags)feestje of familieuitstapje belevingsvol in te kleuren.’
Lekkere hoeveproducten Belangrijk is dat bezoekers levensecht de boerderij ervaren. Het educatief materiaal is hier de ideale leidraad voor. ‘Figuren als Antoinette de aardbei, Prosper de peer en Alfons de appel laten jonge kinderen de wondere wereld van de fruitteelt ontdekken. De dierensnuffeltocht prikkelt alle zintuigen, het klein boekje 'fauna audit' brengt heel wat nieuwtjes over boerderijdieren. Schuif je mee aan het hoeve- of serreparadijs, dan ontdek je het verhaal achter verse hoeveproducten en kamerplanten. En er is nog veel meer: net als het platteland is het Pierlepein-aanbod voortdurend in beweging!’ Info Caroline Ingelbert: T 09 267 86 75, www.beleefdeboerderij.be, www.pierlepein.be, www.beleefhetplatteland.be
21
22
buitenlander
‘Hard S
inds hun deelname aan Mijn Restaurant zijn Yanaïka en Steffie de camera’s al gewoon, ze kijken dus niet raar op van de cameraploeg van Boerenstebuiten die in ons spoor volgt. Voor de familie Coenegrachts is het wel even wennen. ‘Hoewel, ook wij hebben nogal wat mediabelangstelling gehad’, zegt Julie, de vriendin van Jan. ‘Vooral bij de uitreiking van de Belgian Potato Quality Award.’ Voor die award brengt de vakjury zowel de smaak van de aardappelen in rekening, als de teeltwijze en de aandacht voor het milieu. Sinds eind 2008 teelt Jan officieel de beste aardappelen van België, samen met de familie Cap uit Ernage (Gembloux).
Koken met Charlotte
Een restaurant dat zich richt op aardappelen, tot zelfs aardappelsoep toe: niet iedereen vond het in de vorige reeks van Mijn Restaurant een verstandige keuze. Maar Yanaïka en Steffie van restaurant Exquisa zetten met succes door, en daar kan aardappelteler Jan Coenegrachts alleen maar blij om zijn.
Jan runt een aardappelboerderij in Lafelt (Riemst) maar verbouwt ook graan, mais, suikerbieten en wortelen. De vader van Jan was een van de eersten in de streek om aardappelen te telen. Nu beheren ze samen 26 hectare, waarvan 16 hectare eigen grond en de rest in seizoenpacht. Exquisa’s heeft Jan niet in de aanbieding: voor de voedingsindustrie is die zeldzame aardappelsoort minder interessant. ‘Ik kweek vooral Bintje en Charlotte. Zeker bij de mensen die rechtstreeks aan de boerderij kopen, is daar vraag naar’. Ook Yanaïka kookt vaak met Charlotte, zo blijkt. ‘En met veel andere soorten, die ze naar gelang van het menu nauwgezet uitzoekt. Bataten, bijvoorbeeld, of paarse aardappelen. Het hangt ook af van het seizoen en de prijs.’ Dat laatste is een teer punt voor Jan. ‘Je zou het niet geloven als je de winkelprijs ziet, maar wij verkopen momenteel tegen kostprijs. Het zijn de tussenstappen waar het geld blijft hangen. Daarom begin ik ook meer en meer rechtstreeks te verkopen aan frituren en winkels uit de buurt, en aan mensen uit de streek.’ Daarbij komt de Belgian Potato Quality Award goed van pas. ‘Die prijs heeft heel wat mensen naar hier gelokt. Dat effect is natuurlijk eenmalig: de mensen komen één keer uit nieuwsgierigheid, en daarna kun je
23
labeur,
dat herkennen we’
Jan Coenegrachts en zijn vriendin Julie laten Yanaïka en Steffie met het veldwerk kennismaken.
alleen overtuigen door hard te werken en kwaliteit te bieden. Maar ook dat lijkt aardig te lukken.’ ‘Dat herkennen we’, knikken Yanaïka en Steffie. ‘Niet alleen het hard labeur. In het begin kwamen bij ons veel mensen langs voor de hype, maar dat effect is nu zo goed als verdwenen. Nu komen ze gewoon om te genieten, en zo hoort het ook. Heel af en toe hebben we nog eens klanten die opzettelijk hun servet op de grond laten vallen om te testen hoe snel wij ze oprapen. Maar dat zijn echt de uitzonderingen.’
Multifunctionele ploeg? Echt veel ervaring met de landbouw hebben de meisjes van Exquisa niet. ‘We geven het gerust toe: goede producten kennen we, de landbouw erachter niet. Er zijn wel een paar boeren in de familie, maar eigenlijk weten we niets over hoe ze dag in dag uit werken.’ Wat Yanaïka meteen bewijst door een ploeg weliswaar te herkennen (‘Daar heb ik ooit nog opgezeten!’) maar dan te raden dat ze dient om aardappelen te rooien. Steffie verbaast dan weer vriend en vijand door de tere plantjes op het veld correct te identificeren als suikerbieten. Misschien een gok, maar wel recht erop. ‘We hebben dan misschien niet veel verstand van landbouw, stadsmensen zijn we ook niet’, zegt
Steffie. ‘Ik woon vlakbij een bos en Yanaïka midden in de velden. Veel gezelliger dan in de stad. En veiliger: iedereen laat gewoon zijn sleutels op de auto zitten als die op de oprit staat. Misschien wel een goede tip voor inbrekers: ja, op het platteland is het gemakkelijker werken.’
Smaken en clichés Het gesprek komt op de smaak van aardappelen, en of je het verschil tussen twee soorten proeft.
Voor de meeste mensen is een aardappel gewoon een patat. Jazeker, vindt iedereen. ‘Maar mensen letten daar niet op’, zegt Steffie. ‘Voor de meesten is het gewoon een patat. Als hij paars is, ja, dat zien ze wel. En dan vragen ze hoe we dàt voor elkaar hebben gekregen. Met inktvisinkt?’ ‘Aardappelen worden ondergewaardeerd’, vindt Yanaïka. ‘En met Exquisa willen we de aardappel in ere herstellen. Er zijn zo veel bereidingsmogelijkheden en rassen met een bijzondere smaak. We geven geen gewone spaghetti, maar aardappelgnocchi en
huisgemaakte aardappelpasta. En we serveren natuurlijk ook geen stuk vlees met een berg patatten ernaast. Tegen dergelijke clichés moesten we zeker in het begin nog opboksen.’ Intussen moeten de meisjes wel toegeven dat ook zij niet vrij zijn van clichédenken. ‘Proper dat het hier is! Heel anders dan we ons hadden ingebeeld. Als buitenstaander associeer je een boerderij toch altijd met beesten.’ En met types als boer Charel, vult Jan aan. ‘Echt waar: als mensen aan een boer denken, blijft dat vaak het eerste beeld dat bij hen opkomt. Geef toe: daar is de landbouw vandaag toch een heel eind van verwijderd...’ Info BoerenstebuitenTV maakte een reportage over het bezoek van Yanaïka en Steffie aan het bedrijf van Jan Coenegrachts. Bekijk ze op www.vilt.be
24
frontaal
In een ideale wereld heb je ze nooit nodig. Maar voor de praktijk situaties waarin ze onvermijdelijk zijn, lijkt het goed om een eenduidig systeem van redelijke compensatieregelingen vast te leggen. We vroegen aan drie tenoren hoe dat er volgens hen moet uitzien.
Wat is een redelijke compensatieregeling? Peter Van Bossuyt, Boerenbond ‘Een compensatieregeling blijft altijd een pleister op een houten been. Het verlies van grond is voor een grondgebonden landbouwbedrijf in Vlaanderen nauwelijks recht te zetten. Naast het actuele waardeverlies vermindert ook je rendement op lange termijn. De best mogelijke regeling is daarom een compensatie in grond in plaats van in geld. Dat is het systeem dat in de grondenbank is uitgewerkt. Maar in de praktijk blijkt dat moeilijk werkbaar omdat de grondenbank net als iedere individuele boer geconfronteerd wordt met het probleem dat er te weinig gronden beschikbaar zijn, zowel in het getroffen gebied als daarbuiten. Er is in realiteit dus toch vaak ook een flankerend beleid met financiële compensaties nodig.’ ‘In het verleden werden, afhankelijk van het project, facultatief compenserende maatregelen voor de betrokken landbouwer uitgewerkt. In het Sigmaplan doen we voor het eerst ervaring op met een globaal flankerend beleid dat
voor alle deelprojecten geldt. Op die manier verliezen we minder tijd en kunnen we ons meteen op het uitwerken van concrete oplossingen concentreren. De eerste ervaringen zijn positief al vertoont het systeem wel nog tekortkomingen, waaraan op dit ogenblik wordt gesleuteld. Zo is het voor pachtende boeren erg moeilijk om via de grondenbank nieuwe pachtgronden te vinden. Dat kan opgelost worden via stimuli voor nieuwe eigenaars buiten het projectgebied die met deze boeren een nieuwe pacht willen afsluiten. Een ander element is dat wie profiteert, zou moeten meebetalen. In het verleden was het vaak de overheid die vergoedingen betaalde, terwijl andere spelers zoals de haven of bedrijven van de nieuwe situatie profiteerden zonder een bijdrage te leveren. Een eerste positief voorbeeld is hier de financiering van het flankerend beleid in het kader van de uitbreiding van de haven van Antwerpen, waarbij ook
het havenbedrijf een deel van de kosten van dit beleid op zich neemt.’ ‘In de praktijk blijkt ook het systeem van wijkersstimuli nuttig om, binnen en buiten het projectgebied, snel ruimte te creëren voor de aankoop van gronden of bedrijven. Op die manier kan er meer in der minne geregeld worden in plaats van via gedwongen verkoop. Nog iets waarmee momenteel naar het voorbeeld van Nederland wordt geëxperimenteerd, is het verplaatsen van volledige bedrijven. Het is daarbij de bedoeling om op een andere locatie een gelijkwaardig bedrijf te vinden en indien nodig het verschil in waarde bijkomend te vergoeden. Naast al deze hulpmiddelen verdient natuurlijk ook de grootte van de wettelijk vastgelegde vergoedingen bij onteigening en uittreding onze blijvende aandacht. Al blijft het misschien wel nog belangrijker om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk boeren met deze problematiek te maken krijgen.’
25
Bart Helon, VLM-diensthoofd Grondzaken ‘Door de hoge gronddruk in Vlaanderen heb je als betrokken landbouwer meer aan een gelijkwaardig perceel dan aan een financiële compensatie. Dat is de uitdaging waarvoor we met de oprichting van lokale grondenbanken een oplossing proberen te zoeken. Het probleem is dat het systeem van een grondenbank alleen goed functioneert met een voldoende groot aanbod. En in de praktijk blijkt het allesbehalve eenvoudig om in een projectgebied voldoende oppervlakte te verwerven. Iedereen zit op dezelfde gronden te azen. Toch hebben we in een aantal recente dossiers wel goede ervaringen opgedaan, waaruit we voor de toekomst kunnen leren.’ ‘Op de eerste plaats denk ik aan de oprichting van zogenaamde pregrondenbanken. Dat principe hebben we de voorbije jaren twee keer toegepast: op Linker- en op Rechteroever in Antwerpen. Het voordeel daarvan is dat wij veel vrijer kunnen onderhandelen over de mogelijke verwerving van
gronden. Dat maakt een wereld van verschil, want we willen onder meer vermijden dat we de prijzen in een regio plots kunstmatig de hoogte in jagen. Tegelijk biedt deze werkwijze het voordeel dat we onze klanten al op korte termijn een aantal percelen kunnen aanbieden.’ ‘Een tweede verbeterpunt heeft betrekking op de wijkersstimuli. Die blijken erg effectief om gronden beschikbaar te maken. Ook voor wie grond pacht, trouwens. Want we keren onder meer een toeslag uit aan grondbezitters die hen ertoe aanzet om te blijven pachten. Een negatief gevolg van dergelijke stimuli is echter dat er een onevenwicht dreigt te ontstaan met regio’s die net buiten het projectgebied vallen. Daarom is het een goed idee om duidelijke criteria decretaal vast te leggen voor de vraag welke stimuli in welke gevallen kunnen worden ingezet. Het invullen van die criteria is een politieke keuze, maar het zou ons een duidelijker kader bieden voor de uitvoering van het beleid.’
Eddy Bruyninckx, gedelegeerd bestuurder Haven van Antwerpen ‘Ik heb het grootste begrip voor de moeilijkheden waarmee landbouwers in het dichtbevolkte Vlaanderen worden geconfronteerd. Het is niet meer dan normaal dat ze op een correcte wijze worden gecompenseerd voor de economische schade die ze lijden bij grondverlies. Ik heb het dan zowel over de eigenaars, als over wie gronden pacht. Tegelijk wil ik erop wijzen dat havenuitbreiding maar een van de vele oorzaken van de hoge druk op landbouwgronden is. Europese natuurwetgeving en infrastructuurprojecten, zoals het Sigmaplan dat een verhoogde veiligheid met natuurontwikkeling wil verzoenen, slorpen minstens evenveel ruimte op.’
‘Het is een goede zaak dat er naast de bestaande compensatieregelingen meer aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen van een flankerend beleid, dat landbouwers naar een nieuwe toekomst binnen of – indien gewenst – buiten de Vlaamse landbouw begeleidt. Ik kan mij perfect vinden in het principe dat wie baat heeft, mee betaalt. Dat doen we vandaag al op Linker- en op Rechteroever. Een bedenking is wel dat natuurcompensaties niet ten bate van de haven komen. Die wetgeving is uit globale maatschappelijke overwegingen gestemd. En zonder ons aandeel te willen minimaliseren, is het zo dat de ganse Vlaamse economie meegeniet van investeringen in de haven.’
‘Het idee van een grondenbank vind ik een nuttig instrument. Hoewel er vaak onvoldoende grond aanwezig blijkt om een ruil te kunnen voorstellen. Daarbij komt dat de natuursector soms tot drie keer zoveel landbouwgrond opeist om natuurwaarde te compenseren. Dan vraag ik mij af of ze, net als de haven, gronden niet economisch efficiënter kunnen inzetten. Via gerichte natuurontwikkeling kan dat toch zuiniger? Voorts is er ook de administratieve rompslomp en traagheid waarmee alles vooruitgaat. Er komt ontzettend veel bij kijken om een eigendomsoverdracht of bedrijfsverplaatsing rond te krijgen. Ook in dat opzicht kan het flankerend beleid zeker verder worden versterkt.’
Trouwe cliĂŤnten belonen we met exclusieve
Kom eens terug als je aan het volledige
voordelen pakket
voorwaarden beantwoordt.
Waar legt uw bank het accent ?
Ontdek Fidelio is een vipprogramma met tal van exclusieve voordelen. Om Fidelio te worden schrijft u gewoon in op maatschappelijke aandelen van het Landbouwkrediet. Die leveren u elk jaar een mooi dividend. Daarbovenop geven zij recht op een gratis zichtrekening waarmee u bovendien nog eens een aardige cent op zak kunt steken. Inderdaad, voor elke verrichting die u zelf uitvoert krijgt u aan het eind van het jaar 5 cent. Daarnaast krijgt u ook toegang tot een reeks andere voordelen op producten en diensten van het Landbouwkrediet, en geniet u kortingen bij een groot aantal externe partners ! Fidelio is er ook voor u ! Schrijf vandaag nog in op maatschappelijke aandelen. Instapkosten zijn er niet en de jaarlijkse bijdrage van â‚Ź 25,20 wordt het eerste jaar maar gedeeltelijk aangerekend, met name vanaf de maand die volgt op de inschrijving.
Breng vandaag nog een bezoek aan een agent van het Landbouwkrediet in uw buurt. Of bel hem. U vindt zijn gsm-nummer op www.landbouwkrediet.be. Meer info en voorwaarden op www.fidelio.be
BANK & VERZEKERINGE N
mijn gedacht
Marion Debruyne is professor aan de Vlerick Leuven Gent Management School en verbonden aan het kenniscentrum van Flanders District of Creativity (Flanders DC). Zij is auteur van het boek’Innoveren met creativiteit’.
J
‘Innoveren
e hoeft geen groot bedrijf met een eigen R&D-afdeling te hebben om te innoveren, zelfs voor het kleinste bedrijfje is het relevant. Maar vaak is het geen eenvoudig proces, eerder één van vallen en opstaan. Belangrijk is te beseffen dat innovatie niet enkel vanuit jezelf moet komen. Door je horizon te verruimen, geraak je vaak veel verder. Het zou idioot zijn om het wiel opnieuw uit te vinden. Zo kan je heel wat leren van andere sectoren, van je leveranciers of van het buitenland. Mensen hebben dan vaak de neiging om te zeggen ‘dat is anders’, maar het komt erop aan om de vraag om te draaien: waar zijn er gelijkenissen en wat kan ik daar voor mijn bedrijf uit leren? Externen in je innovatieproces betrekken, helpt ook om je blik open te trekken. Bij hogescholen, universiteiten, kenniscentra en ook klanten is er vaak heel wat expertise aanwezig die je kan helpen. Waar het uiteindelijk om gaat is niet waar de ideeën vandaan komen, maar wel in welke mate je ze kan valoriseren voor je bedrijf. Veel mensen denken dat innoveren een briljante inval vergt, die niet te sturen of te forceren valt. Maar dat zijn eerder uitzonderingen. Innovatie is uiteindelijk het resultaat van een proces waarin creatieve ideeën worden omgezet in bruikbare oplossingen. En dat proces laat je beter niet aan het toeval over. Er moet structuur en systematiek in zitten: je start met een heleboel ruwe ideeën die na evaluatie gefilterd worden om zo enkel de ideeën die kans op slagen hebben over te houden. Tijdens zo’n proces loopt het vaak mis in de beslissingsmomenten. Vertrouw nooit op je buikgevoel, maar toets je idee steeds aan relevante en objec-
kan je leren’ tieve criteria. Een andere bedreiging voor goede beslissingen is een te grote betrokkenheid. Je eigen baby dood doen, doe je niet gauw. Zorg dat er steeds externe mensen bij betrokken zijn die van op afstand je idee kunnen toetsen. Innovaties zullen pas echt tot economische doorbraken leiden als ze het verschil maken. Hou altijd voor ogen dat je innovatie moet inspelen op de behoeften van klanten.
Vaak denkt men dat innoveren een briljante inval vergt, maar niets is minder waar. Maar innovatie gaat niet alleen om een nieuw product of een nieuwe dienst. Soms moet je ook je business in vraag durven stellen om zo te komen tot een totaal nieuw businessmodel. Een voorbeeld van een bedrijf dat daar heel goed in is geslaagd, is Amazon. Het zorgde voor een revolutie in de wereld van de boekhandels toen het een dominante speler werd in de verkoop via het internet. Ook voor landbouw is innovatie van het businessmodel een te overwegen piste. De landbouwsector produceert vaak geen afgewerkte producten, maar grondstoffen voor de voedingsindustrie. Neem nu melk. Koeien worden gemolken door de boer. De melk wordt verkocht aan zuivelfabrieken waar ze vaak in de massa verdwijnt, hoe kwaliteitsvol die melk ook is. De zuivelfabrie-
ken verwerken die melk en gaan ze op hun beurt vermarkten. Als je dit principe nooit in vraag durft te stellen, dan wordt je kwetsbaar en is de kans groot dat de condities steeds slechter worden. Als boer kan je dan op zo’n moment alleen maar concluderen hoe jammer het is dat je geen hogere prijs krijgt. Ik heb al vaak gemerkt dat bedrijven die grondstoffen of standaardproducten maken, het gevoel hebben dat innovatie niets voor hen is. Maar ook als grondstoffenproducent kan je op die manier het verschil maken. Je moet enkel trachten te ontsnappen uit het dominante recept, afwijken van wat de standaard is. Daar heb je niet alleen veel durf voor nodig, je moet ook jezelf en je bedrijf in vraag stellen: waar ben ik mee bezig? En dat is misschien wel moeilijk, maar zeker niet onmogelijk.
WIN!
Het boek ‘Innoveren met creativiteit’ van prof. Debruyne bevat een heleboel praktische tips, tests en voorbeelden die je meteen kan toepassen op je bedrijf. Wil jij 1 van de 5 exemplaren van dit boek winnen? Stuur je naam en adres naar info@landgenoten.be. info www.flandersdc.be, www.vlerick.be
27
Pagina 28: Advertentie VILT
doodt sneL
beschermt Langdurig
Butox
doodt vliegen, luizen en schapeluisvliegen biedt bescherming gedurende
8 weken
Gebruik biociden veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
250 ml, 1L en 2,5L
P509285
Afgiftekantoor Gent 36030_Butox_ad_210x239_NL_v1.indd 1 X
Landgenoten 18 Tijdschrift-kwartaalblad Kwartaal 2, 2009
BelgiĂŤ-Belgique 9099 Gent X 6/9/09 bc 10292
V.u. Dirk Lips, p.a. Vilt Koning Albert II-laan 35, 1030 Brussel
8:28:01 AM