EXPERTISECENTRUM VOEDINGSMIDDELENINDUSTRIE
Thema: voedselveiligheid
WIE ZOEKT, ZAL VINDEN
Betere detectie, betere regelgeving
VEEL AANDACHT VOOR CIRCULAIR
Voor een betere wereld, maar ook minder kosten
EXPERTISECENTRUM VOEDINGSMIDDELENINDUSTRIE
Thema: voedselveiligheid
WIE ZOEKT, ZAL VINDEN
Betere detectie, betere regelgeving
VEEL AANDACHT VOOR CIRCULAIR
Voor een betere wereld, maar ook minder kosten
Veiligheid en duurzaamheid kunnen hand in hand
Microbioal Environmental Monitoring: ORUM TrioBas Solutions
Microbioal Environmental Monitoring: ORUM TrioBas Solutions
Discover the most used microbial air sampler based on the impact method on an agar plate.
Discover the most used microbial air sampler based on the impact method on an agar plate.
TRIO.BAS is a new portable instrument, unique in the market.
TRIO.BAS is a new portable instrument, unique in the market.
A Microbial air sampler for air bio-contamination control: Bertin Solutions
A Microbial air sampler for air bio-contamination control: Bertin Solutions
Coriolis µ is a Biological Air Sampler for air bio-contamination control compatible with all analysis methods thanks to its liquid output.
Coriolis µ is a Biological Air Sampler for air bio-contamination control compatible with all analysis methods thanks to its liquid output.
Je eten kan nog zo lekker zijn, er nog zo mooi uitzien op je bord, of nog zo verleidelijk verpakt in de schappen van de winkel liggen. Eén ding staat toch wel bovenaan het prioriteitenlijstje: veiligheid. Bij de consument thuis draait dat om goed bewaren, op de juiste manier bereiden, lang genoeg verhitten, schoon genoeg werken.
Voor iemand die nog net geen hoarder mag heten, kon ik met mijn man altijd flink steggelen over voedselverspilling. Het is mij een doorn in het oog, terwijl hij na het eten alle restjes het liefst direct weggooide. Hij zal blij zijn te weten dat ik inmiddels iets van zijn houding heb overgenomen.
In de productie-omgeving gaat het eigenlijk om dezelfde principes, zij het dan in het groot. Maar belangrijker nog dan deze principes – want die heb je zelf in de hand – zijn de zaken die je niet zelf in de hand hebt. Of die je niet zelf in de hand kunt hebben. Hoe monitor je zaken, en wat vraag je van je leveranciers? Hoe borg je zaken die zich ver buiten jouw gezichtsveld afspelen? Nieuwe methodes en instrumenten kunnen je helpen, maar veel moet je ook echt gewoon goed vastleggen met je leveranciers.
En in dit nummer hebben we ook flink wat verhalen over de circulaire kant van het verhaal. Want naast veiligheid wordt duurzaamheid ook steeds belangrijker. Duurzaam omgaan met je mensen, met wat de natuur ons geeft en hoe we onze voeding produceren. Een beetje opletten kan al gauw grote besparingen opleveren, dus het is vaak ook nog eens goed voor de bedrijfsresultaten. En met de huidige energieprijzen zijn alle beetjes meegenomen.
Daar kunnen innovaties van startups ook een belangrijke bijdrage in leveren. Alleen hoe doe je dat, een startup omarmen, en waar lopen zij tegenaan. We mochten een dagje meelopen op een startupevent van IFFI. Volstaat te zeggen dat wij voldoende inspiratie hebben voor de komende nummers. ●
Janet Kooren Hoofdredacteur janetkooren@aleapublishers.nlEVMI, expertisecentrum voedingsmiddelenindustrie, is een onafhankelijk mediaplatform voor de professional in de voedingsmiddelenindustrie.
EVMI is onderdeel van Alea Publishers dat ook Voeding Nu , Bakkers in bedrijf, Vleesmagazine, Vismagazine, Vakblad IJs!, More than Drinks! en Pompshop uitgeeft.
Jaargang 23 - nummer 6 - oktober 2022 info@evmi.nl | www.evmi.nl
Linkedin/company/evmi | @evmitweets
HOOFDREDACTEUR
Janet Kooren | 06 46 59 19 76 janetkooren@aleapublishers.nl
WEBREDACTEUR
Jorien Tromp | 06 33 80 40 60 jorientromp@aleapublishers.nl
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
Jorien Tromp | Naomi Heidinga | Lotte van Keulen
Lianne Schonewille | Sanne Wolters | David Kooren
IJsbrand Velzeboer | Michelle Wijma | Angela Jans Mischa Brendel
Artikelen met de aanduiding ‘Bedrijfsinformatie’ zijn tot stand gekomen in samenwerking met commerciële partners.
ADVERTENTIE-EXPLOITATIE
Algemeen - Gjelt Douma | 06 46 75 14 67 gjeltdouma@aleapublishers.nl
Food lab - Bas Van den Engel | 06 42 30 69 37 b.vandenengel@betapublishers.nl
Proces & productie - Erik de Jong | 06 24 68 52 25 edejong@advercom.nl
MEDIA-ORDER / TRAFFIC 030 691 33 12 | traffic@virtumedia.nl
MARKETING marketing@aleapublishers.nl
ABONNEMENTEN
Jaarabonnement print + online premium: 109,99. Het eerste jaar geldt een introductietarief van 49,99. Studentenabonnement print + online premium: 35,99. Prijzen zijn exclusief btw, binnen Nederland en bij automatische incasso. Een jaarabonnement omvat 8x EVMI en 4 x een special: Hygiëne, Verpakken en Machinebouw (2x). Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk twee maanden voor de vervaldatum schriftelijk wordt opgezegd. Voor abonnementen, opzeggen en adreswijzigingen:
ABONNEMENTENADMINISTRATIE 085 040 74 00 | klantenservice@virtumedia.nl
VORMGEVING Twin Media | Zeist
DRUK Veldhuis Media | Meppel EVMI wordt verzonden in een natuurlijke verpakking van milieuvriendelijk plastic, gemaakt van suikerriet.
REPRODUCTIE
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
UITGEVER Roeland Dobbelaer
UITGAVE VAN
Alea Publishers
Huis ter Heideweg 13 | 3705 MA Zeist www.aleapublishers.nl
Alea Publishers legt gegevens van abonnees vast voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst. Deze gegevens kunnen gebruikt worden om je te informeren over relevante diensten en producten. Mocht je hier geen prijs op stellen, stuur dan een e-mail naar klantenservice@virtumedia.nl
Gemaakt
VOEDINGSMIDDELEN LABORATORIUM
Flexibel, gepassioneerd, betrokken voor veilig voedsel.
14 ALLERGENEN VAN 1169/2011
MICROBIOLOGIE
Analyse: Salmonella, E. Coli, Listeria, Challengestesten, VTEC (Stec/Ehec)
CHEMIE:
Analyse: mycotoxinen, zware metalen, pesticiden, dioxines, PAH4 VOEDINGSWAARDE ONDERZOEK
VERHANDELBAARHEIDSRAPPORTEN
ISO17025 ACCREDITATIE
3%
steeg de productie in de voedingsmiddelenindustrie in juni 2022 ten opzichte van vorig jaar (CBS)
1500
meer dan vorig jaar betaalt de consument gemiddeld op jaarbasis voor zijn boodschappen (NOS)
Met de stijgende energieprijzen wordt duurzaamheid een steeds belangrijker thema in energie-intensieve branches zoals de voedingsmiddelenindustrie. Daardoor kwam er de afgelopen tijd veel nieuws over duurzame voeding voorbij. Ook de consument kiest vaker voor duurzaam.
X De supermarktomzet aan duurzame voeding wordt steeds groter. In 2021 had 22% van de omzet aan voeding een duurzaamheidskeurmerk. In 2013 was dit nog maar 8%. Vooral varkensvlees, verse vis, thee en eieren hebben vaak een duurzaamheidskeurmerk, blijkt uit de Monitor Duurzaam Voedsel 2021. (WUR & CBS)
X Stichting Milieukeur roept het kabinet op om zo snel mogelijk de kosten te vergoeden die Nederlandse boeren en tuinders maken voor het voeren van een topkeurmerk voor verduurzaming. Een tegemoetkoming voor deze verduurzamingskosten is in het regeerakkoord van 2017 afgesproken, maar nog steeds niet uitgevoerd.
140 bedrijven deden dit jaar mee aan de Verspillingsvrije Week (Samen tegen Voedselverspilling)
X
151%
duurder was energie in augustus dan een jaar geleden in dezelfde maand (CBS)
30 miljoen
schat stichting SMK de jaarlijkse directe kosten voor boeren en tuinders voor deelname aan topkeurmerken. (www.smk.nl)
25%
van de Nederlandse consumenten kiest bewust voor producten met een keurmerk.
84%
van ondernemers in energie-intensieve sectoren zegt gestegen energieprijzen niet of slechts deels te kunnen doorberekenen. (MKB-Nederland)
8 miljard
besteed aan duurzame voeding in supermarkten in 2021
(Bron: CBS/WUR)
35%
van ons groente en fruit heeft een On the way top PlanetProof-keurmerk.
(Bron: Stichting Milieukeur)
Alle grotere Yaskawa robotseries met een payload vanaf ca. 50 kg en de nieuwste YRC1000-robotbesturingen zijn in staat om kinetische energie van neerwaartse en zijwaartse bewegingen direct om te zetten in 400 V AC bij 50 Hz en terug te voeren naar het net.
Afhankelijk van de taak en het bewegingspatroon wordt daarmee de energiebehoefte van de robot aanzienlijk verminderd.
Voorwaarde voor deze energieterugwinning is de standaard YRC1000-robotbesturing in combinatie met de grotere robots met een payload vanaf ca. 50 kg.
In hun zeer uiteenlopende taken – zoals handling, palletiseren, verbinden en verwerken – maken industriële robots veel
neerwaartse of zijwaartse bewegingen, waarbij de servomotoren energie afvoeren en mogelijk elektriciteit opwekken. Tot nu toe, in oudere of andere robotmodellen op de markt, is de resulterende energie omgezet in afvalwarmte door regeltechnologie via elektrische weerstand en verloren in de omgeving.
Besparingen in het bereik van 8% tot 25% kunnen worden verwacht. Dit kan leiden tot een jaarlijkse teruglevering van circa 2.800 kWh, met een besparing van circa 1.600 kg CO2 en € 1.200.
Verdergaande energiebesparing wordt bereikt door intelligente bedieningsconcepten voor de operator, die bijvoorbeeld ook zorgen voor het automatisch uitschakelen van robots in voorspelbare pauzes.
Op EVMI.nl vind je dagelijks nieuws over ontwikkelingen binnen de voedingsmiddelenindustrie, Niets missen?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief: www.evmi.nl/nieuwsbrief
Twitter.com/EVMItweets
Linkedin.com/company/evmi
We zien je graag online!
Nederland wil uiterlijk in 2050 een volledig circulaire economie hebben. Daarbij heeft het kabinet de ambitie om in 2030 een (tussen)doel te realiseren van 50% minder gebruik van primaire grondstoffen, zoals mineralen, fossiele grondstoffen en metalen.
De subsidie Circulaire ketenprojecten ondersteunt kleine en middelgrote samenwerkingsverbanden. Want circulaire oplossingen komen vaak alleen van de grond als bedrijven in de keten samenwerken. In een circulair ketenproject werk je met ondernemers samen om een product- of materiaalketen circulair te maken. Met een bestaande of nieuwe keten ontwikkelt je een product, proces, dienst of businessmodel waardoor je het gebruik van grondstoffen en de CO2-uitstoot vermindert.
Remenergie – ook bij robots - gaat over het algemeen verloren. Daar heeft Yaskawa nu een technische oplossing voor geïmplementeerd: het terugwinnen van robotremenergie in het elektriciteitsnet – standaard en zonder extra hardware.
Op 1 augustus is de nieuwe BRCGS9 gepubliceerd. De voedselveiligheidsnorm BRCGS helpt je je voedselveiligheidssysteem te verbeteren, te borgen en te managen. De norm is wereldwijd erkent en regelt de bescherming van consumenten.
Net als de eerdere edities is ook de 9e editie weer ontwikkeld met input van de industrie. De norm zorgt voor een helder kader voor productveiligheid en integriteit, maar ook voor de kwaliteit en controles, zowel intern als van leveranciers. De nieuwe norm zal vanaf 1 februari de leidraad zijn voor de audits.
In de 9e editie is bij veel eisen de onderwerpen onderwerp voedselveiligheids-, kwaliteitscultuur en authenticiteit extra behandeld. Er is aandacht voor leverancieraudits, het testen van producten, voedselfraude wordt helder gedefinieerd en audits kunnen deels online en deels on site worden worden afgenomen.
De focus blijft op managementinzet en een op HACCP gebaseerd voedselveiligheidssysteem met als doel het beheer van productveiligheid, wetgeving en kwaliteit voor voedselproducten.
Nederlanders vinden de sociale impact van bedrijven belangrijker dan hun impact op het milieu, blijkt uit onderzoek van SurveyMonkey over het belang van ESG (Environment, Social, Governance). In de leeftijdsgroep 18-34 jaar geeft 51% aan dat bedrijven vooral sociale impact moeten maken, terwijl 31% milieuimpact belangrijker vindt. Voor respondenten tussen de 35 en 64 is die verhouding 35% tegenover 45%. Bij 65-plussers is dit verschil het kleinste: 38% ten opzichte van 42%.
Opmerkelijk is dat consumenten even bereid zijn een meerprijs te betalen voor duurzame producten als voordat de inflatie sterk begon te stijgen (62% vs. 64%). In het VK is momenteel 51% bereid meer te betalen voor duurzame producten, vergeleken met 64% als er geen sterke inflatie was geweest.
Hoewel veel respondenten duurzame verwachtingen hebben van bedrijven, blijkt dat er nog winst te behalen valt in het eigen gedrag. 62% geeft aan te recyclen, maar andere duurzaam gedrag loopt daar ver op achter.
Met deze herziening wil men de consumentenbescherming versterken en de aankoop van gezondere en duurzamere voeding stimuleren door voedingswaarde-etikettering op de voorkant van de verpakking. De Nutri-Score-etikettering zou hiervoor kunnen worden gekozen, maar volgens de Europese organisatie Safe Food Advocacy Europe - SAFE – is dit niet bevorderlijk voor het vermogen van consumenten om geïnformeerde keuzes te maken.
Nieuwe analysemethode voor voedingsfabriek
Zie pagina 38
SAFE heeft een rapport opgesteld met een analyse van de tekortkomingen van het Nutri-Score-algoritme en de misleidende informatie die het geeft. In dit rapport werd het Nutri-Score-systeem vergeleken met andere bestaande labels en toonde SAFE aan dat de Nutri-Score-tool niet effectief is in het onderscheiden van gezonde van ongezonde producten, omdat deze is gebaseerd op onvolledige en overdreven simplistische criteria. Door te vertrouwen op de Nutri-Score worden consumenten dus onvoldoende geïnformeerd over hun keuzes. Bovendien analyseerde het rapport van SAFE ook de juridische inconsistenties van de Nutri-Score.
X Bron: Safefoodadvocacy.eu
De Europese Commissie wil de verordening over voedselinformatie aan consumenten herzien om te komen tot een nieuw geharmoniseerd Europees systeem.
Prof. dr. ir. Kees de Graaf met emeritaat:
'Het effect van eetsnelheid' en 'De rol van zoetheid'. Twee studies waarbij dr. ir. Kees de Graaf als hoogleraar Sensoriek en Eetgedrag aan Wageningen University & Research (WUR) een grote rol heeft gespeeld. Onlangs ging hij met emeritaat.
Eetgedrag. “Inmiddels hou ik erg van Wageningen. Zowel om te wonen als te werken. De omgeving is fantastisch. En het lijkt misschien een duf stadje maar de WUR weet een grote rol te spelen op het wereldtoneel, daar ben ik best trots op.”
Geboren: 1955 in Alkmaar
Woont in: Bennekom
Werkzaam als: emeritus hoogleraar Sensoriek en Eetgedrag WUR
Opleiding: Voeding en Gezondheid Wageningen
Vrije tijd: getrouwd, drie kinderen, mountainbiken, imkeren, reizen
De afdeling Humane voeding en Gezondheid aan de WUR omvat vijf leerstoelen. Eén ervan, Sensoriek en Eetgedrag, stond meer dan vijftien jaar onder leiding van Kees de Graaf. Voor de goede orde, dat hij met emeritaat is, betekent niet dat hij vertrekt. Aan stoppen met werken denkt hij nog lang niet: "Ik heb nog voldoende energie en wil graag nog bijdragen aan enkele grote vraagstukken met betrekking tot voeding." Zijn vakgebied richt zich met name op de zintuigelijke waarneming en waardering van voedsel en daarmee de voedselkeuze. Een van de onderdelen daarvan is mensen blootstellen aan bepaalde sensorische prikkels en kijken wat er gebeurt.
Zelf studeerde hij vanaf 1974 Voeding in Wageningen. Een idealist: “Het ging slecht met de wereld. Als je wat wilde verbeteren moest je in Wageningen zijn. En voeding vond ik heel interessant.” Hij ging er nooit meer weg. In 1988 promoveerde De Graaf op de vakgebieden Humane Voeding en Sensoriek en in 2005 werd hij bijzonder hoogleraar
De onderzoeken die onder zijn bezielende leiding plaatsvinden onder de noemer van de sensorische wetenschap, richten zich onder meer op tast, smaak, geur en textuur. Daarbij schuwt De Graaf samenwerking met de levensmiddelenindustrie niet. Sterker, zijn leerstoel werd indertijd ook deels gefinancierd door een samenwerkingsverband van bedrijven. "Het is natuurlijk wel belangrijk om als wetenschapper je onafhankelijkheid te bewaren, maar daar zijn goede garanties voor."
Een van de leukste dingen uit zijn loopbaan noemt De Graaf een onderzoek naar de effecten van de ambiance van eetmoment op de kwaliteit van leven. Het vond plaats in een aantal verpleeghuizen. Daar bleek dat verbetering van de ambiance waarin de bewoners aten, een groot effect had op de voedselinname. Gezamenlijk aan tafel eten, in plaats van in je eentje op de kamer, had een groot effect. Evenals het serveren van maaltijden met mooi servies en dekschalen, net zoals je thuis met een familiedineetje zou doen. Ouderen die ondervoed dreigden te raken, begonnen hierdoor weer meer en beter te eten. “Het klinkt evident maar we hadden data nodig
De Graaf: 'Het gaat om hoe je voeding in de mond verwerkt, daarin zit de sleutel.'
om dit te laten landen en mensen te kunnen overtuigen, meer aandacht te besteden aan de ambiance. Bij smaakonderzoek denk je al snel aan de vraag: 'smaakt het eten lekker?', maar dat blijkt dus niet eens het belangrijkste te zijn.”
Twee grote onderzoeken Momenteel heeft hij op twee fronten nog grote onderzoeken lopen: zoetheid en eetsnelheid ofwel ultraprocessed foods. Dat laatste wordt tegenwoordig door veel mensen als erg ongezond betiteld en er wordt vaak fel tegen geageerd maar De Graaf waait niet met die winden mee. Sterker, hij is allesbehalve een tegenstander van ultraprocessed foods: “Dat zou te gemakkelijk zijn. Je kunt het industrieel bewerken van voedsel ten goede en ten slechte aanwenden. Het zorgt bijvoorbeeld ook voor houdbaarheid en betaalbaarheid.”
Wat hem betreft, is ook het nuttigen van deze fabrieksmatig geproduceerde voedingsmiddelen niet per definitie verkeerd. “Er wordt veel onzin over verkondigd door mensen die geen flauw benul hebben. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat zoet per definitie slecht is, maar biologisch gezien is dat helemaal niet waar. Het zou ook leiden tot overconsumptie en overgewicht, dat klopt ook niet. Zoet wordt weliswaar door de meeste mensen van jongs af aan als lekker ervaren en zou daardoor kunnen aanzetten tot overconsumptie, het signaleert ook dat er voedingsstoffen binnenkomen en op een gegeven moment
raak je er verzadigd van. Je kunt alle zoetheid uit voeding halen maar het is de vraag of je het kind dan niet met het badwater weggooit. Het idee dat dikke mensen van nature meer van zoet houden dan dunne, is nooit bevestigd. Maar de gedachte staat fier overeind en
is zo sterk dat nog steeds wetenschappers aan dit soort onderzoeken beginnen. De mens is hardleers.” De Graaf slaakt een diepe zucht. Want hij weet: overgewicht wordt eerder veroorzaakt door de inname van voedingsmiddelen met een hoge energiedichtheid, ofwel veel calorieën per gram, die bovendien gemakkelijk en dus snel naar binnen gewerkt kunnen worden. Dat kunnen ultraprocessed foods zijn maar vooral variatie en textuur speelt een grote rol, vloeibaar versus vast.
“Veel heeft te maken met het smaaksysteem. Als je snel eet, sla je dat systeem over. Bijvoorbeeld bij het nuttigen van frisdrank, proef je niet goed. Daardoor mis je de signalen en treedt geen verzadiging op. De smaaksigna
Zoetstoffen zouden de eetlust verstoren, dat is niet waar
De i-Sense studie wordt uitgevoerd door de afdeling Humane Voeding en Gezondheid van Wageningen Universiteit in samenwerking met de Universiteit van Bournemouth (Verenigd Koninkrijk). Tijdens dit onderzoek wordt gekeken naar het effect van sensorische kenmerken van voedsel op wat mensen eten. Met sensorische kenmerken wordt bedoeld kleur, smaak en textuur. Daarnaast wordt het mogelijk effect bekeken van deze aspecten op de suikerspiegel en andere bloedwaarden die gerelateerd zijn aan het ontstaan van diabetes.
de textuur. Je drinkt veel sneller een liter appelsap dan dat je een kilo appels eet. Onze kaken zijn niet gemaakt voor het verwerken van saucijzenbroodjes, ze zijn bestemd om op stevig voedsel te kauwen. Daardoor raak je ook eerder verzadigd. Ik wil naar voeding waar je van geniet maar waar je niet onbeperkt en ongemerkt van wilt blijven eten. Het gaat om hoe je voeding in de mond verwerkt, daarin zit de sleutel. Het principe is duidelijk, daar ben ik van overtuigd, nu de technische uitvoering en productontwikkeling nog.”
Recente ontwikkelingen in de wetenschap suggereren dat de snelheid van eten een grote invloed heeft op de mate waarin we ons vol voelen, wat op zijn beurt bepaalt hoeveel we eten tijdens een maaltijd. Maar de exacte relatie tussen de textuur van voedsel, de snelheid van eten en hoeveel we eten (energie-inname) is nog niet helemaal duidelijk. De projectresultaten zullen gebruikt worden voor regels en hulpmiddelen voor voedselontwerp om de ontwikkeling van voedingsmiddelen te begeleiden die de voedselinname helpen beperken en overgewicht en obesitas voorkomen. https://restructureproject.org
len geven in de hersenen aan dat er voedingsstoffen binnenkomen en daarom raken we verzadigd wanneer het voedsel langer in de mond verblijft en je het wel goed proeft.” Ultraprocessed foods op zich zijn wat hem betreft dan ook niet zozeer het probleem, het gaat veel meer om de eetsnelheid. Zoetstoffen, light frisdranken, De Graaf heeft er geen moeite mee. “Er wordt vaak gesteld dat zoetstoffen de eetlust verstoren maar dat is niet waar. Er zijn diverse onderzoeken geweest die dit hebben aangetoond. Ook blijkt dat weinig zoet eten niet werkt. Kinderen die opgroeien met strengere regels voor wat
betreft het eten van zoetigheid, ontwikkelen juist een voorkeur voor hogere suikerconcentraties. Dat hangt samen met het feit dat iets wat niet mag, aantrekkelijker wordt. Ultra processedfoods kun je wel zien in relatie tot overgewicht, maar dat ligt dan niet aan dat voedsel, maar aan wat mensen te gemakkelijk en te snel kunnen consumeren zoals een plak cake of een croissant. “We hebben voor een onderzoek eens 50 gram vet extra toegevoegd aan een croissant, niemand die het in de gaten had, maar je krijgt die extra vetten ondertussen wel binnen. Dat geldt ook voor calorierijke vloeibare producten. Het gaat om
Wat deze hoogleraar doorgaans zelf eet? Op verzoek maakt hij zijn plastic oranje broodtrommel open die op het bureau staat. De inhoud blijkt een bijna klassieke Hollandse lunch: twee volkoren boterhammen, besmeerd met margarine “nee geen roomboter, ook aan die hype doe ik niet mee” en belegd met kaas. Daarnaast ligt een appeltje. Aan zijn eigen lunch is, sinds hij 1974 aan zijn studie Voeding begon met het idee de voedselproblematiek in de wereld op te lossen, eigenlijk niet zo heel veel veranderd.
In de toekomst verwacht hij de ontwikkeling van nieuwe voedingsmiddelen die verzadigen en tegelijk heel aangenaam zijn. “Het is de uitdaging om voedingsmiddelen te ontwerpen waar je niet dik van wordt, niet teveel energie geven maar die toch goed smaken. Daarbij gaat het niet zozeer om minder zoet of minder zout, dat is heel moeilijk te realiseren en gaat heel langzaam. Ik denk dat je het slimmer moet doen en moet komen tot een assortiment dat prettig is in de mond maar niet leidt tot hoge consumptie. Voedingsmiddelen die verzadigen en heel aangenaam zijn. Gezond eten zonder dat het lekker is, lijkt me een illusie. Gezondheid is ook plezier hebben in eten.” ●
Hoe zet je innovaties om in succes
StartLife is sinds 2010 actief met het ondersteunen van startups door investeerders, bedrijven en innovaties met elkaar in contact te brengen. Met succes. StartLife profileert zich als dé nationale food & agri ‘incubator & accelerator’, gevestigd op Wageningen Campus en begeleidde al meer dan vierhonderd startups op het pad naar succes.
Tijdens het startup event werden steeds een startup en een bedrijf bij elkaar gebracht in een sessie waarbij ieder zich presenteerde. Zo
zagen we de Time Travelling Milkman tegenover Friesland Campina, mochten Corbion en No Palm hun kant van de business uit de doeken doen en zagen we Cargill en Greencovery aan het woord. Hierbij hebben we nog maar een deel van het programma benoemd, want nog steeds zijn we als mens niet in staat om op meer plekken tegelijk te zijn.
Tijdens de opening vertelde Jan Meiling, managing director van StartLife, hoe hij de
mindset in de afgelopen tien jaar zag veranderen. “In 2021 zagen we voor het eerst meer venture capital in food dan dat er wordt geïnvesteerd door corporate R&D.” Hij vertelde hoe de startups de ‘drive’ leveren, de investeerders de ‘belief’ en de corporates de ‘mass impact’. Met andere woorden, ze hebben elkaar nodig.
De openingssessie werd vervolgd door een startup met een eiwit vervanger op basis van microalgen. Een natuurlijke eiwitvervanger. Corjan van den Berg van FUMI nam ons mee door zijn reis van idee tot product. Over hoe je als startup met zo min mogelijk middelen zo veel mogelijk impact wilt kunnen maken, van het doorzoeken van de afgedankte onderzoeksmiddelen van de universiteit om te zien wat er bruikbaar is, tot het belang van een evenwichtig team. Hij startte FUMI samen
We zijn met eigen ogen gaan kijken hoe startups en bedrijven elkaar vinden bij het IFFI startup event. IFFI – Ingredients for food innovators – zocht en vond hiervoor de samenwerking met StartLife.
met een collegawetenschapper, wat een paar vaardigheden in het team te kort betekende. Dat het allemaal goed is gekomen, blijkt ook uit zijn verhaal. Lessons learned waar de aanwezige startups gretig kennis van namen.
Hofleverancier Ali Baba
“Ali Baba werd onze hofleverancier en we probeerden zo veel mogelijk kapitaalintensieve middelen te huren en natuurlijk kunnen subsidies een grote rol spelen.” Een belangrijke conclusie van Van den Berg was om je proces zo vaak en zo veel mogelijk te simplificeren om het zo goed mogelijk in de praktijk te kunnen toepassen. En vooral om niet zomaar je product als monster aan potentiële afnemers te sturen, maar altijd met die klant mee te denken over de toepassing.
“Vaak kun je het product niet zomaar eenopeen uitwisselen, maar moet je afhankelijk van de toepassing spelen met de dosering of andere parameters. Het is belangrijk om dit samen met de klant uit te zoeken.”
IFFI is een zakelijk netwerk voor producenten van voedingsingrediënten. Samen verleggen we perspectieven en zakelijke grenzen om doelgericht te zijn in het creeren van gezond, duurzaam en betaalbaar voedsel.
Tijdens de eerste parallelsessie hoorden we Dimitris Karefyllakis namens Time Travelling Milkman vertellen hoe hij tijdens zijn studie in Wageningen aan de slag ging met de ontdekking dat de oliedruppels in zonnebloemzaden eigenschappen vertoonden die sterk lijken op die van melkvet. “We willen allemaal voor de planeet zorgen, maar we willen ook romige producten. Van plantbased zuivel krijg je niet erg romige producten en met deze ontdekking dachten we een oplossing te hebben."
"De oliedruppels – oleosomen in de zonnebloem zaden worden omgeven door een dunne laag proteïne. Als je deze oliedruppels intact weet te houden, kun je ze gebruiken om een roomgevoel aan plantbased producten toe te voegen. Het proces is zeer simpel en heeft alleen water nodig als hulpstof. De kunst is de zonnebloemzaden te breken en de oleosomen heel te houden.”
In een andere sessie hoorden we hoe bij DSM Venturing strategische samenwerking met startups wordt ingericht. Philip Mertens gaf in zijn presentatie een overzicht van hoe en waarom je dit als corporate op kunt zetten om het als strategie voor je eigen innovatie te gebruiken. “Van iedere startup die wij steunen, bekijken we wat de meerwaarde voor een business group kan zijn. We helpen startups met funding, coaching en support en hebben inmiddels meer dan 100 startups ondersteund.”
Een dag vol sessies én inspiratie. Wordt vervolgd, denken we zomaar. ●
Als startup wil je met zo min mogelijk middelen zo veel mogelijk impact kunnen maken Jan Meiling van StartLife
Minder vlees, meer plantaardige eiwitten. En een circulair, duurzaam voedselsysteem dat beter is voor het milieu en waarmee we meer monden kunnen voeden. Was het maar zo eenvoudig. Welke uitdagingen zijn er in de eiwittransitie?
Jeroen van Soest, Business Innovation manager bij Eurofins Food, Feed, Water Benelux treft dagelijks producenten met productinnovaties. Kan zijn team meten of een nieuw eiwitproduct gezond is en belangrijke essentiële voedingsstoffen bevat? En hoe hoog zijn de microbiologische risico’s?
“De functie van een vleeseiwit is anders dan een eiwit van een insect of boon”, begint Van Soest. “Ook al komt het mondgevoel van bijvoorbeeld een vega-steak nu in de buurt van dat van vlees, het zal mogelijk niet alle 9 essentiële eiwitten, of alle vitaminen en mineralen bevatten die ons lichaam nodig heeft. Milieu, smaak, textuur en prijs waren tot nu toe belangrijke elementen voor producenten. Nu worden we steeds kritischer op de kwaliteit en de gezondheid van plantaardig voedsel.”
Maar het bepalen van de nutritionele waarde - zoals het eiwitgehalte en het type eiwitten in een product - is zeer complex. “Bij onze vestiging in Heerenveen testen we de macronutriënten vetten, koolhydraten en eiwitten in producten. Maar voor veel nieuwe eiwitbronnen
bieden die testen geen uitkomst: ze vragen een nieuwe manier van onderzoek en analyse”, licht Van Soest toe. Daarnaast is onderzoek op microbiologische parameters van belang, voor de voedselveiligheid. Wetgeving rond microbiologie en vegetarische grondstoffen en eindproducten is nog niet vastgesteld door de NVWA.
Van Soest: “Tot op de dag van vandaag gebruiken we het stikstofgetal (standaard N-bepalingen) om de hoeveelheden eiwitten te bepalen in een product. Dat werkt als volgt. Een eiwit is opgebouwd uit aminozuren. Het stikstofgetal wisselt per aminozuur en dus per product. Je kunt het eiwitgehalte alleen berekenen aan de hand van het stikstofgetal als je weet welk eiwit – oftewel welke aminozuursamenstelling - er in het product zit. En bij nieuwe of gemengde eiwitten is dat niet altijd duidelijk.”
Gemengde eiwitbronnen zijn bijvoorbeeld melk en soja. “Als we de verhoudingen niet kennen, kunnen we geen eiwitgehalte bepalen. Je moet dan een uitgebreid
aminozurenprofiel maken van het gemengde eiwitproduct. Op basis hiervan, moet je dan per product een nieuwe stikstof-conversiefactor berekenen om het eiwitgehalte te kunnen berekenen en bepalen. Het eiwitgehalte bepalen wordt zo steeds complexer”, licht Van Soest toe.
Er zijn ook veel interferenties die het bepalen van het eiwitgehalte in een product complex maken. “Bijvoorbeeld bij insecten, schimmels en schaaldieren”, vertelt Van Soest. “Boosdoener is de stof chitine, dat zelf ook stikstof bevat. Wie het chitinegehalte niet kent, kan daardoor het eiwit-stikstofgehalte niet bepalen. We werken op dit moment hard aan een nieuwe analysemethode om chitine in een product te kunnen bepalen. Zo wordt onze kennis steeds groter.”
Van Soest: “Wat we daarnaast zien is dat producenten concreet vragen of we speci-
Van vlees, koemelk, geitenmelk, eieren en gelatine zouden we over moeten stappen op nieuwe energiebronnen.
Bijvoorbeeld:
- Sojabonen, faba-bonen, maïs, erwten, paddenstoelen en aardappel;
- Insecten, algen, zeewier, eendenkroos, kweekvlees;
- Non-milk vanuit fermentatieprocessen.
“De vermelding van het juiste eiwitgehalte op de verpakking is complex”
De volgende complexe analyses zijn al voorhanden:
- Aminozuur-samenstellingen, waaronder de essentiële aminozuren
- Verteerbaarheid van eiwitten in vitro
- Protein Digestibility Corrected Amino Acid Score (PDCAAS)
- Digestibility Corrected Amino Acid Score (DIAAS)
- Meer specifieke methodes als Lactoferrine en A1- en A2-caseïne in melkproducten
fiek hun algeneiwit of insecteneiwit kunnen bepalen. Een zoetwater-alg heeft een ander eiwit dan de bruine alg. Hiervoor kunnen we aminozuursamenstellingen bepalen. Specifieke eiwitinformatie is steeds vaker zichtbaar op het etiket. Bijvoorbeeld hoeveel lactoferrine of A1- en A2-caseïne een melkproduct bevat.”
Analysemethoden om specifieke eiwitten te kunnen bepalen, moeten soms nog ontwikkeld worden. Dat is vaak het geval bij novel foods. Gelukkig maken veel analyses gebruik van dezelfde basistechnologie uit de analytische chemie. Van
Soest: “De analyses van de verteerbaarheid van vezels lijken op die van de verteerbaarheid van eiwitten – een van onze specialiteiten. Eigenlijk hebben wij samen met het Eurofins Amino Acid Competence Center alle technieken in huis om ook methoden te ontwikkelen en valideren voor het meten van eiwitten in uiteenlopende producten. Zo weten we straks veel meer over de rol die eiwitten spelen in een bepaald product. Correcte en complete eiwitkennis helpt de productontwikkelaar in het maken van gezonde maar ook smakelijke producten met een constante kwaliteit.”
Eurofins Food, Feed, Water Benelux
Icarus 12
8448 CJ Heerenveen + 31 (0)88 831 0000
Sales-food-nl@eurofins.com
www.careers.eurofins.com
www.eurofinsfoodtesting.nl
Esther van Andel, microbiologisch specialist bij Eurofins Food, Feed, Water Benelux: “De grondstoffen van vegetarische producten komen veelal uit Aziatische landen. De voedselveiligheid is daar minder goed geborgd dan in Europese landen. Bij grondstoffen zitten de risico’s vooral in sporenvormende bacteriën zoals soja-, maïs- en erwtenmeel. Bij onvoldoende verhitting bij de bereiding van het halffabricaat of het eindproduct kunnen sporen weer ontkiemen tot bacteriën. Pathogenen kunnen hierbij ook een risico vormen. Naast een standaard monitoringsprogramma is aanvullend onderzoek op sporenvormers een raadzame aanvulling.”
Grondstoffen genoeg
Karin Molenveld van Wageningen Food & Biobased Research is stellig: de recyclage van kunststoffen is slechts een tussenstap naar biobased kunststoffen. “We moeten weg van de olie, en aan biogrondstoffen, zoals zetmeel, is geen gebrek.”
De boodschap die Projectleider duurzame plastics technologie Karin Molenveld wil overbrengen is duidelijk. “Voor een echt duurzame toekomst zullen we afscheid moeten nemen van oliegebaseerde producten. Want de productie van olie zorgt via CO₂-uitstoot van opwarming van de aarde. Daarnaast leveren aardoliegebaseerde kunststoffen voornamelijk moleculen op die altijd in de natuur - zowel in de grond als in het water - zullen achterblijven, omdat ze niet vergaan.”
Volgens Molenveld reageert de kunststofindustrie - ten onrechte - met recyclage als belangrijkste oplossing om beide problemen aan te pakken. “Overheden stellen regels op om recycling te bevorderen en kunststof verpakkingen als zwerfafval in het milieu te
voorkomen. Maar recycling is niet circulair. Het recyclingsysteem heeft tot nu toe helaas niet het plastic-systeem losgekoppeld van fossiele grondstoffen die voor een belangrijk deel zorgen voor de CO₂-uitstoot. En ook niet het probleem van het zwerfvuil of andere plasticvervuiling opgelost. Hoewel het plasticrecyclingsysteem de huidige problemen kan verminderen, kan het deze niet oplossen. Uiteindelijk moeten we over op plastic dat biobased is en recyclebaar en niet ophoopt in de natuur.”
Het behoeft dan ook geen betoog dat in het laboratorium van Wageningen Food & Biobased Research volop onderzoek wordt gedaan om diverse biogebaseerde alternatieven te ontwikkelen. Waaronder laminaten en laminaten met zuurstof- en waterdampbarrières. Dat blijkt ook bij een rondgang
langs alle proefopstellingen in het labo, waar diverse materialen autonoom of in opdracht van het bedrijfsleven worden ontwikkeld.
Molenveld ziet dan ook zeker enkele lichtpuntjes die al op de markt zijn verschenen. Bijvoorbeeld in de vorm van PLA-trays die gecombineerde PE/PET trays kunnen vervangen. “Hun functionele eigenschappen zijn prima om bijvoorbeeld salades te ver pakken.” Er zou daarbij voldoende marge zijn om een paar centen extra voor de duurdere verpakking te vragen. Maar het stuit ook op bezwaren van recyclage- en inzamelorganisaties en merkfabrikanten en supermarktketens.
Toch kunnen volgens Molenveld de sceptici ten opzichte van PLA-saladebakjes gerust zijn. “In een goed georganiseerde recyclageketen zal de concentratie van PLA in rPET niet meer dan 0,1 % zijn. Bij een dergelijke concentratie worden de optische en thermische eigenschappen van rPET niet beïnvloed. Zelfs bij een percentage van 8% PLA in uitgesorteerde PET-trays hoeven met gebruik van moderne sorteertechnieken geen negatieve effecten verwacht worden op de kwaliteit van gerecycleerd PET.” PVC daarentegen heeft wel duidelijke effecten op aspecten als kleur en helderheid.
Dunner niet zaligmakend
Bij het maken van bioplastics is ‘hoe dunner hoe beter’ absoluut niet het devies volgens Molenveld. “De materiaalsoort bepaalt, nog meer dan productdikte, de desintegratie-
Recyclage is geen circulaire economie
snelheid. PLA-plantenpotten desintegreren bijvoorbeeld sneller dan bioafvalzakken. Weliswaar kan bioafval niet binnen elf dagen worden omgezet in compost en is slechts 20 % van de reactoroutput compost, toch veroorzaken composteerbare kunststoffen geen vervuilingsproblemen. De kunststoffen gevonden in organisch afval zijn altijd conventionele kunststoffen.”
Toch blijven oliegebaseerde kunststoffen voorlopen nog wel nodig in de strijd tegen voedselverlies die qua CO₂-voetafdruk nog zwaarder weegt, erkent ook Molenveld. Dat kan wel een factor 10 tot 100 schelen. “Het voorkomen van voedselverlies resulteert onmiddellijk in een directe vermindering van de ecologische voetafdruk. Verpakkingen en het goed inrichten van
productieketens zijn belangrijke middelen om dat tegen te gaan. Maar het gebruik van verpakkingen en met name aardoliegebaseerde plastic verpakkingen staat onder druk. Niet vanwege deze functionaliteit maar vanwege de milieu-impact, en de negatieve consumenten- en retailperceptie van eenmalige plastic verpakkingen.”
Dat wij - nog - traditionele plastics nodig hebben, hangt volgens Molenveld voor een belangrijk deel ook af van manier van productie, distributie en consumptie van vers voedsel. De consument wil te allen tijde en direct alle producten uit de hele wereld in de supermarkt kunnen kopen. “Dat wij komkommer in een plastic wrap doen, is op zich goed, want het zorgt ervoor dat een komkommer geen vocht verliest. Als een komkommer te weinig vocht bevat is zij niet meer eetbaar."
"En dan is de CO₂-voetafdruk van voedselverlies of -verspilling nog altijd tien keer zo groot als die van de productie van de folie om de komkommer. Maar dat een komkommer vocht kan verliezen, hangt af hoe we onze voedseldistributie hebben georganiseerd. Dat maakt dat een kom kommer zoveel dagen onderweg is van de teler via de distributie en de supermarkt naar de klant, dat deze zijn vocht kán verliezen. Beter zou dan ook zijn dat wij onze consumptie- en distributiepatronen zo inrichten dat we onze komkommer sneller eten in plaats van zo lang onderweg te laten zijn.” ●
Wageningen Food & Biobased Research is te vinden op de Science Campus van de K. Hier vind je een compact overzicht op wetenschappelijke activiteiten en resultaten van de kunststof- en rubbersector en wisselen hogescholen en ondernemingen ervaringen en ideeën uit.
Maar er is natuurlijk meer te zien op K, ’s werelds grootste vakbeurs voor de kunststofindustrie. In Düsseldorf vind je van 19 tot en met 26 oktober in hal 6 de speciale show ‘Plastics Shape The Future’. Hier wordt uitgelegd hoe kunststof de toekomst duurzaam kan vormgeven, welke ontwikkelingen nu al zichtbaar zijn en welke scenario’s de kans hebben om in de toekomst toegepast te worden.
Het Circular Economy Forum, dat tijdens de vorige editie van K een succesvolle première kende, zal tijdens K 2022 opnieuw weer op het buitenterrein tussen de hallen 10 en 16 te vinden zijn. Hier zullen leden van de VDMA (Verband Deutscher Maschinen- und Anlagenbau) laten zien wat een circulaire economie behelst.
Voor meer informatie: www.k-online.de.
‘Het begint bij bewustwording’
Ziet jouw organisatie certificering als een verplichting of als een meerwaarde? Volgens auditor Désirée Kamperman is het doel van certificeren altijd een continue verbetercyclus in een organisatie.
In alle ISO-normen gaan de eerste hoofdstukken over commitment van het management en bewustwording. Die bewustwording is heel breed en de implicaties kunnen heel divers zijn, zowel bij de zogenaamde blue-collars als de white-collars. Het onderwerp raakt alle stakeholders en de verwachtingen – én het managen van die verwachtingen - over en weer.”
Kamperman is senior lead auditor en technical food coördinator bij DNV Business Assurance.
Brug
Een no-nonsense aanpak en een praktische benadering van de specifieke uitdagingen waar een organisatie in de praktijk mee te maken heeft. Dat typeert volgens Kamperman hoe DNV te werk gaat.
“Wij zijn de brug tussen de opstellers van de normen en de bedrijven die volgens die normen moeten werken. Wij hanteren als het ware de liniaal, we kijken of de organisatie de norm juist interpreteert en heeft doorgevoerd in de bedrijfsvoering. Daarbij bewaken we wijzigingen in de wetgeving en zijn we ook de partij waar recalls en andere
voedselveiligheidsincidenten gemeld moeten worden.”
Het blijkt in de praktijk best een lastig spanningsveld, vertelt ze als nuchtere Groninger. “Je merkt dat sommige bedrijven best zenuwachtig worden van een audit. Wij proberen ze daarom als eerste op hun gemak te stellen en de meerwaarde van certificering te benadrukken. Je hebt soft skills nodig om mensen mee te nemen in het proces en je moet goed aan kunnen voelen wat de klant beweegt. Dat is van klant tot klant verschillend. Bij de één zit er een consultant aan tafel, bij de ander is er een QA-manager in dienst. Het
bewustwording niet op orde is, merk je dat op ieder vlak
is een belangrijke meerwaarde dat al onze auditoren mensen uit de praktijk zijn, die weten wat er speelt en daardoor ook in staat zijn om mee te denken met de klant. En een consultant snapt het wellicht wel, maar snapt de klant het ook? Het is belangrijk om de meerwaarde van certificeren over te kunnen brengen.”
“Food Safety Culture is niet zonder reden onderdeel van Europese wetgeving. De
wet zegt ‘Gij zult’ en wij kijken of dat ook daadwerkelijk gebeurt. Als organisatie moet je ervoor zorgen dat je de juiste cultuur krijgt, wat zijn jouw normen en waarden in relatie tot voedselveiligheid. Het helpt als je de norm onderdeel maakt van het eigen verhaal, zodat de klant zelf ziet wat hij doet. Niet vertellen hoe het moet, maar samen kijken naar de praktijk. Het is geen wedstrijd, je wil dat je een aha-erlebnis krijgt. Dat helpt om commitment te krijgen zodat het management in
DNV
Zwolseweg 1
2994 LB Barendrecht www.dnv.nl/food
Zelf aan de slag als auditor? Scan de QR-code
de organissatie zichtbaar maakt wat de normen en waarden zijn en ook het beleid en de trainingen daarop inricht. We zeggen: Denk na over wat je wenselijk vindt in je organisatie, het management moet uitdragen: zo gaan we met elkaar om.”
“Ook bij veranderingen van de wetgeving gaat het om bewustwording. Wat betekent de nieuwe wet voor hun organisatie, niet op papier maar in de praktijk. We zoeken voor iedere specifieke klant de toegevoegde waarde van onze kennisEen norm toetsen is niet zo ingewikkeld, maar juist die meerwaarde, daar draait het om.”
Behalve de instelling: ‘we doen het altijd al zo’, heb je ook te maken met een groot aantal personeelswisselingen, ziet Kamperman. “Het is iedere keer weer de uitdaging om medewerkers op het niveau van bewust bekwaam te krijgen. We adviseren klanten om te werken volgens de PDCA-methode. Plan Do Check Act. Vooral de check in deze cyclus moet je blijven herhalen om zeker te weten dat je op het goede spoor zit en te zien of je je dashboard goed hebt ingericht.”
Potentie voor boer en consument
Als je haver eet voel je je eerder verzadigd, neemt je weerstand toe en je cholesterolgehalte af en je bloedsuikerspiegel stabiliseert . Haverteelt past goed in duurzame en kringlooplandbouw.
Kortom, gezond voor mens, dier en bodem. Waarom telen boeren in Nederland dan 100 keer minder haver dan 40 jaar geleden? En waarom staat haver nog zo weinig op het dagelijkse (glutenvrije) menu?
De consument is veelal onwetend over de gezondheidbevorderende eigenschappen van haver. In een studie uitgevoerd door Universiteit van Maastricht zijn de redenen onderzocht voor het al dan niet consumeren van haverproducten door volwassenen (>18). Consumenten die geen, wekelijks, maandelijks of dagelijks haver consumeren zijn met elkaar vergeleken. Het blijkt dat vrouwen meer haver eten dan mannen en ook frequen
ter. De volwassenen die nooit haver eten (26% van de deelnemers) waren minder ‘gezondheidsbewust’, hadden een lagere kennis over de voordelen van haverconsumptie en hadden een negatieve houding tegenover haver. Hoewel er bewezen EFSA gezondheidsclaims voor haver zijn onder andere voor handhaven van suikerspiegel en verlagen van cholesterol, lieten de resultaten van de studie zien dat de gezondheidsclaims op producten (als ze al op productlabels staan) niet worden opgepikt door consumenten. Informatieve, simpele en duidelijke informatie over haver, bijvoorbeeld als gezondheidsclaims op verpakking, verhoogt de kennis en kan bijdragen aan verhoging van de consumptie. De industrie zou meer smaakvolle haverproducten kunnen ontwik
kelen op basis van Nederlandse haver die duurzaam zijn, snel te bereiden en lager in kosten dan andere graanproducten.
Door de hogere prijs van haver ten opzichte van andere granen is het gebruik van haver ook in diervoerders afgenomen. Haver kan een grotere rol in de voeding van dieren vervullen dan dat zij nu doet door niet alleen te kijken naar de nutritionele waarden maar naar functionele eigenschappen van (fracties van) haver zoals bijvoorbeeld het verlagen van de sterfte bij biggen met 10% en reductie van het gebruik van antibiotica en medicijnen door een hogere weerstand bij jonge dieren. Het vervangt dan niet een ander graan maar is een supplement met de bijbehorend hogere waarde. Hierin zal haver dan natuurlijk ook in competitie gaan met andere functionele ingrediënten. Er zou gekeken kunnen worden naar de beste route voor gezondheidsclaims voor dieren. Voor elke diergroep kunnen de effecten anders zijn. Door veranderingen in wet en regelgeving (normen voor gebruik van antibiotica en gewasbeschermingsmiddelen) en stimulering van circulaire landbouw (lokaal en regionaal) zal
Gezondheidsclaims op producten worden niet opgepikt door consumenten
haver interessanter worden, waarbij de teelt voor een specifiek doel kansen biedt. Wanneer de humane consumptie van haver toeneemt zullen er ook meer reststromen beschikbaar komen voor diervoerder en/of diervoerder supplementen.
De (financiële) opbrengsten van de alternatieve gewassen zoals tarwe en gerst zijn voor boeren hoger, mede omdat deze gewassen continu zijn veredeld. Haver heeft andere voordelen ten opzichte van deze gewassen, die veelal onbekend zijn bij akkerbouwers:
Caroline van der Horst is bestuurslid van de stichting Keep Food Simple. KFS staat voor het zo volledig mogelijk verwerken van plantaardige grondstoffen tot hoogwaardige voedingsmiddelen. Onder leiding van Caroline bogen zich 25 spelers uit de haverketen op 10 mei over de vraag hoe haver weer terug te zetten op het land en op het bord. Samen vertegenwoordigden deze spelers 16 organisaties: kennisinstellingen, overheid, bedrijven en brancheorganisaties.
Een bouwplan (4 à 5 jaar) met haver behoeft minder bestrijdingsmiddelen, minder stikstofbemesting en heeft minder aaltjes, meer organische stof en een grotere biodiversiteit in de bodem. Gebruik van minder stikstof en minder aaltjes is een voordeel in afwisseling met rooigewassen zoals aardappel, biet, ui, peen en bloembollen.
Voor een beter verdienmodel is het belangrijk dat de toegevoegde waarde die haver heeft voor bodemgesteldheid gekwantificeerd wordt en verzilverd kan worden. In andere landen worden subsidies gegeven voor teelt van haver (600 euro /ton). En er zijn veredelaars in Europa die haver veredelen voor meeropbrengst zodat het beter kan concurreren met tarwe.
Een sleutel ligt dus bij de het stimuleren van de dierlijke en humane consumptie van in Nederland geproduceerde haver in combinatie met de ontwikkeling van een beter verdienmodel voor de akkerbouwer. Bewustwording van de potentie van haver is een eerste stap. Ontwikkeling van lekkere en gezonde producten en dierlijke supplementen voor een reële prijs een tweede. ●
Ons voedsel is momenteel extreem veilig, mits de verwerker zijn leveranciersbeoordelingen goed op orde heeft en de risicoprofielen op hun juiste waarde inschat. Daarvoor is veel kennis op de afdeling QA nodig en men moet het wereldklimaatbeeld en de actualiteit goed volgen. Dit kan groot financieel voordeel opleveren. Bijvoorbeeld, als blijkt dat de koffieoogst in het ene land als gevolg van nachtvorst verknald is, kun je direct bij de andere leverancier een grote bestelling doen en de concurrent voor zijn.
Het risicoprofiel van geïmporteerde grondstoffen is continu aan verandering onderhevig. Sinds 2020 zijn er drie nieuwe gevaren op ons afgekomen en de ontstane schaarstes bieden veel louche partijen mogelijkheden te over. Het eerste dat ik wil noemen is vervalsing van grondstoffen, altijd een actueel onderwerp bij schaarste. Het toevoegen van vulmiddelen, vervanging door goedkopere producten en het aanbieden van nep zijn de bekendste voorbeelden. Water is wel het meest bekende vulmiddel. Het product wordt hiermee goedkoper maar de chemische analyse klopt van geen kant meer. Maltodextrine, zetmeel of zelfs cellulose zijn vulmiddelen die niet direct opvallen, totdat de leverancier na chemisch onderzoek krakend door de mand valt. Spoedleveringen kunnen dan in het eindproduct verwerkt zijn terwijl het lab nog bezig is.
Wees beducht op vervalste analysecertificaten. Iedereen weet dat een pdfbestand makkelijk aan te passen is. Let op de typografische verschillen: Een punt kan per lettertype uit 4 pixels opgebouwd worden maar ook uit 6!
Als tweede de schimmelgiffen, zij ste
ken de kop op om twee redenen: Ten eerste omdat de producten zoals eiwit en oliehoudende zaden na de oogst opeens verrast worden door een te vroeg intredende moessonregen en snel aangetast worden door schimmels. De fusariumschimmels en DON in granen, aflatoxinen in peulvruchten en noten en ochratoxine patuline in fruitsoorten zijn belangrijke gevaren geworden. Het land van herkomst zegt niet zoveel. De pistachenoten uit Californië waren in het begin van deze eeuw vaker besmet met aflatoxinen dan die uit Iran bijvoorbeeld.
De tweede reden is dat de prijs van fungiciden vaak gekoppeld is aan die van aardolie. Hierdoor kan het gebeuren dat het gebruik tot een minimum gereduceerd wordt met een verhoogd risico op de vorming van schimmeltoxinen.
Als derde is er de toename van insecten of knaagdierenvraat. Dit is een gevolg van de enorme prijsstijgingen van de bestrijdingsmiddelen maar ook omdat de producenten hun marges zien verdampen en ter compensatie hun creativiteit breed toepassen. De illegale toepassing van ethyleenoxide in landen uit het nabije Oosten en de Indiase regio is een gevolg van lokaal andere of ontbrekende regelgeving. Toepassing van fungicide cocktails wordt steeds makkelijker op te sporen door een goed ingericht laboratorium dat zeer lage detectiegrenzen kent. De concentraties van de individuele fungiciden vallen onder de wettelijke limiet maar in de cocktail treedt er een synergie op zodat de effectiviteit toeneemt. ●
De energietransitie en duurzaamheid, wat kunnen we er zelf aan bijdragen? Vraagstukken die ook bij KROHNE op de agenda staan. Waterstof zal een cruciale rol gaan spelen in het koolstofvrij maken van de industrie.
Ook de voedingsmiddelenindustrie heeft te maken met ingrijpende maatregelen. Verduurzamen is een veel gehoorde term, ofwel anders produceren met minder impact op het milieu, minder productverspilling, minder plastic verpakkingen, maar meer recyclen.
Hoe is dit te realiseren? Toepassen van nieuwe technologieën en aanpassing van de productieprocessen kunnen hieraan bijdragen.
Gelukkig blijft de industrie ook innoveren, met plantaardige zuivelproducten of
vleesvervangers, vetzuren uit algen, producten op basis van plantaardige eiwitten of een burger van kweekvlees of insecten.
KROHNE ziet deze trend ook terug in de applicaties, waarin eisen worden gesteld aan het efficiënter meten van het verbruik van de grondstoffen, maar ook de vraag naar innovatieve meettechniek voor “new food” processen. Dit kan bijvoorbeeld met onze serie Coriolis massaflowmeters. Deze meters geven ook met luchtinsluiting en hoge viscositeit een continue en betrouwbaar meetsignaal, voor het exact op gewicht doseren van het medium, zonder tussenkomst van een weegschaal. Voor de klant een behoorlijke winst in de hoeveelheid grondstoffen, die nu niet in de afvalberg verdwijnt. De diagnostiek van deze meters herkent flowpatronen en luchtinsluiting, zoals voor de productie van new food of ijs. Daarmee kun je het proces optimaliseren en beter beheersen.
In deze Newsline bespreken we de meetoplossingen voor de toekomst, om efficiënter te kunnen produceren, waardoor het verbruik van grondstoffen en energie beter beheerst kan worden.
Als je een KROHNE instrument koopt, ontvang je een meetinstrument dat zeer nauwkeurig met een lage onzekerheid, onder echte procesomstandigheden, presteert. Om dit te kunnen bereiken beschikt KROHNE wereldwijd over 140 kalibratie installaties.
In Dordrecht heeft KROHNE NMi-gecertificeerde ijkinstallaties. Elke flowmeter die de KROHNE fabriek verlaat wordt standaard nat gekalibreerd. Zelfs tot DN 3000 mm (3 meter).
Highlights
• Gebaseerd op ultrasone, Coriolis, turbine of PD flowmeters
• SUMMIT 8800 flowberekening gecertificeerd voor waterstof custody transfer
• Bestaande uit flowmeetskid, flowregeling, meet- en regelkasten, monstername- en analysesystemen, inclusief alle controle- en validatiesoftware
• Voldoet aan internationale en lokale normen, bv. OIML R137, MI-002
• Van de eerste ontwerpfase tot inbedrijfstelling ter plaatse en opleiding
Lees meer
KROHNE-meetsystemen worden gebruikt in de hele energiewaardeketen, van productie via (ont)laden van schepen, pijpleidingtransport, tot industriële verbruikers of ondergrondse opslaglocaties. Naar gelang het productieproces en de beoogde toepassing heeft waterstof als brandstof, verschillende eigenschappen waarmee rekening gehouden moet worden.
Applicatievoorbeeld:
In bepaalde industrieën worden op gas gestookte installaties al vervangen door op waterstof gestookte installaties. De voedingsmiddelenindustrie zal hier geleidelijk aan ook vorm aan gaan geven.
We zien de inzet van waterstof al onder andere terug, bijvoorbeeld als brandstof voor vorkheftrucks. Daarnaast is er een mooie rol weggelegd voor het verkrijgen van waterstof uit voedselafval.
• Nauwkeurige dosering van de oliën
Highlights
• OPTIMASS 6400: Coriolis massaflowmeter voor een zeer nauwkeurige massaflow- en concentratiemeting in doseertoepassingen
• OPTIMASS 1300: Coriolis massaflowmeter met dubbele rechte buis voor universele toepassingen
• H250 M40: Variabele flowmeter voor gassen en vloeistoffen
• OPTISWITCH 6600: Niveauschakelaar voor hygiënische standaardtoepassingen
• OPTIBAR P 1010: Druktransmitter voor eenvoudige druk- en niveautoepassingen
• OPTITEMP TRA-S11: Temperatuurmeter met verwisselbare meetinzet
• Traceerbaarheid van product- en energieverbruik
• Alle instrumentatie uit één hand
• Technische ondersteuning van engineering tot en met installatie Een Franse producent heeft een fabriek voor het verpakken en afvullen van plantaardig eetbare oliën gebouwd, voor een capaciteit van 1000 miljoen liter per jaar verdeeld over 100 verschillende uitvoeringen. Men wenste de verwerkingscapaciteit t.o.v. de oude fabriek te vergroten.
Lees meer
De meetinstrumentatie moest voldoen aan de voedingsmiddelennormen (EC1935 / 2004). Het projectmanagement werd door de klant gedaan. Bij de technische planning lag de focus op meetnauwkeurigheid, voor inkoop op het verminderen van leveranciers en kosten en op productiegebied op service en gebruiksvriendelijkheid van de instrumentatie.
De klant werd door derden geattendeerd op een eenvoudige en betaalbare KROHNE niveauschakelaar. KROHNE als totaalleverancier kon vervolgens direct hierop inspringen.
Alleen volledig betrouwbare hardware voor procesautomatisering, in combinatie met een uitgebreid veiligheidsbeheersysteem, zal voldoen aan de toekomstige eisen van de procesinstallaties.
Implementatie in procesapparatuur vereist niet alleen bepaalde engineering en circuitontwerp, maar ook diepgaande kennis van de specifieke kenmerken van het metertype. Zoals de MFC 400 signaalversterker.
Hoogwaardige signaalversterker voor massaflowmeters
De MFC 400 is de massaflowsignaalversterker voor alle KROHNE coriolis massaflowmeters. De versterker vertaalt ruwe signalen vanuit het instrument naar signalen, die een systeem en de mens kunnen monitoren en interpreteren. Dit klinkt complex, maar in basis zorgt de versterker voor een stabiele en nauwkeurige meting van massaflow, dichtheid en temperatuur, van vloeistoffen of gassen.
Mobile-app via bluetooth
Daarnaast kunt u met de OPTICHECK
Mobile-app draadloos on-site een inbedrijfstelling uitvoeren en uw KROHNE instrumenten verifiëren en monitoren. Een handige servicetool om de apparaat instellingen via een beveiligde Bluetooth-verbinding te beheren.
Een onderhoudsmedewerker kan, zonder uw apparaat uit te bouwen of het proces te onderbreken, een interne verificatie uitvoeren om de apparaat-status te beoordelen.
Highlights
• Dankzij Entrained Gas Management (EGM™) continue een meetsignaal tot 100 % gasinsluiting
• Diagnostische dekking van >96%
• De enige Coriolis-massaflowmeters die veilige draadloze toegang via Bluetooth® of op afstand via HART® mogelijk maken (<20 meter)
• Veel functionaliteiten zoals een drempelinstelling voor gasinsluiting / 2-fase signaal en visualisatie van gasinsluiting
• Directe toegang tot alle assets van uw instrumentatie via het Productinformatiecentrum van KROHNE (PICK)
De voedingsmiddelenbranche wordt voor een groot deel beïnvloed door ons consumentengedrag. Dit wordt o.a. bepaald door: social media, prijs-kwaliteit, gezond en duurzaam. We zijn op zoek naar een verantwoorde manier van consumeren. Wat is het gevolg van wat ik eet voor mijzelf, maar ook voor de leefomgeving lokaal en globaal?
De ingrediënten voor new food, zoals tapioca, yam, wieren en suikerbietblad vereisen innovatieve meettechniek. KROHNE heeft in haar instrumentatieprogramma diagnostische meetinstrumenten waarmee o.a. flowpatronen of luchtinsluiting zijn te herkennen, dit is belangrijk voor beheersing of optimalisatie van de productieprocessen.
Highlights OPTIMASS 7400 C
• Coriolis enkelvoudige rechte buis massaflowmeter voor applicaties met viskeuze media en / of hoge nauwkeurigheidseisen
• Meet massa, dichtheid en volumeflow; continue werking, zelfs met 100 % gasinsluiting
• FDA, EC1935 / 2004 conform; 3A, EHEDG gecertificeerd
• Enkele rechte meetbuis voor stabiele en nauwkeurige metingen
• Leegloopfunctie, geen verstoppingsgevaar en onderhoudsvrij
Lees meer Lees meerU heeft er vast al over gelezen. FOCUS-ON heeft samen met KROHNE en SAMSON een product op de markt gebracht, genaamd FOCUS-1.
Een regelventiel met geïntegreerde meettechnologie (flow, druk en temperatuur), die procesregeling simpeler en efficiënter maakt. Dit 4.0 device biedt, zowel bij RO-installaties als bij Nanofiltraties, nieuwe inzichten. Wij geven u graag een voorbeeld hoe FOCUS-ON een filtratieproces kan vereenvoudigen en optimaliseren.
Na een Nanofilter wordt het permeaat / concentraat rondgepompt, een deel van dit concentraat wordt afgetapt met een constante debiet van 0,5 m³ / h, en wordt opgeslagen in een buffervat. Het overige concentraat wordt rondgepompt en een deel, gaat door een 2e filter terug naar het voedingswater van het hogedruk deel.
Om een constante debiet naar het buffervat te realiseren moet de flow worden geregeld door een regelklep en een flowmeter. De flowgegevens gaan naar de DCS / PLC, deze bepaald de klepstand en stuurt de klep aan, zodat deze de gewenste waarde (0,5 m³ / h) doorlaat naar de buffer.
Door een FOCUS-1 device in te zetten, vervang je de losse flow, druk en regelklep in de leiding door één toestel. Het toestel is geconfigureerd als een intelligent flowregelapparaat (FCD) en gedraagt zich als een regelaar met één geïntegreerde regelkring.
Met KROHNE Academy online trainingen bent u altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van procesinstrumentatie.
Het leerplatform, biedt digitale e-learning cursussen (niet commercieel) over verschillende onderwerpen, zoals: grondbeginselen en meetprincipes, entrained gas management.
De Academy geeft u niet alleen directe toegang tot de kennis en uitgebreide ervaring van KROHNE. U krijgt ook de laatste informatie over normen en voorschriften van e-learning cursussen, die we in samenwerking met onze partners ontwikkelen.
Neem voor meer informatie contact op met:
KROHNE Nederland B.V.
Postbus 110
3300 AC DORDRECHT
Kerkeplaat 14
3313 LC Dordrecht
Nederland
Tel.: +31 (0)78 - 6306 200
e-mail: infonl@krohne.com
www.krohne.com
Special: circulair
Food in Transitie 2030
Een circulaire economie: wat vraagt het van de mens? Om toe te kunnen werken naar die volledig circulaire economie is er perspectief nodig voor een sociale transitie.
Een volledig circulaire economie: in 2050 wil de overheid dat bereikt hebben. In het plan daarnaartoe ligt de primaire focus op thema’s zoals circulair maken, (in) kopen, materiaalgebruik en hernieuwbare grondstoffen. Minder prominent in dit plan is de sociale factor in de circulaire economie: de
mens. Hoe maken we de kring van de circulaire economie rond zonder mens?
Om toe te kunnen werken naar die circulaire economie in 2050 is er perspectief nodig voor een sociale transitie. Banen zullen veranderen en er zal een beroep worden gedaan op andere vaardigheden en competenties. En die
circulaire economie is daarmee geen instrument, maar een doel. Een doel met perspectief om de samenleving te verduurzamen.
Om dat doel te bereiken is de mensfactor een cruciale voorwaarde. Duurzaamheid kent namelijk geen eenzijdige, maar een 360-gradenbenadering. Het bestaat uit drie
X Welke sociale dilemma’s bieden welke kansen?
Drie voorbeelden.
- Sociale inclusiviteit
Neem je mensen in dienst met een afstand tot de arbeidsmarkt? Heb je oprechte interesse in de ontwikkeling van mensen?
X Door kansen te bieden met betrekking tot training en ontwikkeling kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt toch inhaken en bijdragen. Zo wordt er optimaal gebruik gemaakt van menselijk talent.
- Circulaire groei
Welke spanning staat er tussen duurzame circulaire idealen en impact door schaal? Hoe kun je de idealen van de circulaire economie borgen en tegelijkertijd pragmatisch groeien?
X Er liggen kansen bij het aangaan van lokale en regionale samenwerkingen. Hier kunnen duurzame waarden centraal worden gesteld en de sociale kracht ingezet worden voor centrale oplossingen.
- Sociale innovatie
Kan er bespaard worden op menselijk kapitaal? Hoe kan het efficiënter? Wat moet er daarvoor geschrapt of behouden worden? Wie of wat betaalt uiteindelijk die prijs en past dat binnen de circulaire economie?
X Kansen liggen in het stellen van randvoorwaarden waarin menselijk kapitaal beschermd en geborgd wordt op een gezonde manier. Ook liggen er kansen in het zoeken van gemeenschappelijke delers tussen doelstellingen gezien vanuit het circulaire denken. Hoe kunnen we zorgen dat iedereen meedoet en we tegelijkertijd samen bouwen aan een circulaire economie?
onderdelen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: een sociaal, een ecologisch en een economisch deel. De mensfactor wordt in de huidige plannen vooral ondergebracht in thema’s zoals werkgelegenheid, maar de sociale component van de circulaire economie is in werkelijkheid veel breder en crucialer.
Het debat over de circulaire economie is breder dan de verduurzaming van grondstoffen en het circulair maken van kringlopen alleen. Daarbij worden enkel de economische en ecologische component behandeld en is de sociale component onderbelicht. Want naast gevolgen voor de werkgelegenheid gaat de transitie over veel meer dan dat. Het gaat over het vitaal, vaardig en wendbaar maken van mensen om ze klaar te
maken voor de uitdagingen van de toekomst. Dit alles, zodat zij straks op een gezonde manier, met de juiste vaardigheden in staat zijn om mee te bewegen met de veranderende wereld van werk.
Mensen zijn geen materialen. Mensen hebben gevoelens, noden en wensen en zijn ook niet zomaar even te ‘transformeren’ zoals grondstoffen. Het circulair en duurzaam maken van de arbeidsmarkt is daarom wellicht nog veel complexer proces.
Binnen de sociale component van de circulaire economie is er ook sprake van een lineaire economie die circulair gemaakt kan worden. Denk daarbij aan alle talenten en vaardigheden die niet worden ingezet en aan werkenden die niet vitaal zijn. In de lineaire
economie staat deze groep op afstand of buitenspel. Zo kan je spreken van ‘sociale reststromen’ binnen het menselijk kapitaal, zoals de reststromen dit zijn bij materiaalstromen. Het zijn die stromen waar tekorten zijn en wordt verspild: in dit geval talenten en vaardigheden.
Gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt zijn deze stromen meer dan ooit nodig om transities te doen slagen. Als we als duurzame economie optimaal gebruik willen maken van de mens, moeten we optimaal gebruik maken van kennis, kwaliteiten en vaardighe-
den. Door dat te doen op een manier waarbij alle componenten (economisch, ecologisch, sociaal) in een gezonde balans zijn, kunnen we een duurzame richting inzetten. Net als bij materiele reststromen willen we daarmee schaarste en (sociale) verspilling voorkomen. We willen de mens op een vitale manier zo duurzaam mogelijk inzetten.
Waarom dit zo noodzakelijk is?
• De vergrijzing zet steeds verder door: arbeid wordt schaarser;
• Langer doorwerken vraagt om vitaliteit;
• Veranderende vraag naar competenties vraagt om zicht op competentie en potentie;
• Door hergebruik en langer gebruik te maken van spullen zullen maakbanen een andere rol krijgen. Denk aan een toename van reparatiebanen en logistiek.
De sociale component binnen de circulaire keten vraagt ook om afwegingen. Alleen zijn de sociale componenten vaak minder grijpbaar. De sociale component is geen ‘product’, is anders meetbaar en moeilijker objectief te beoordelen. Op weg naar de circulaire economie zal ieder bedrijf voor sociale dilemma’s komen te staan met betrekking tot de sociale component. Wat kies je dan?
Dit zijn precies de vraagstukken waar Stichting Ontwikkelingsfonds Levensmiddelenindustrie (SOL) handvatten voor biedt. Het grootste kapitaal van de organisatie is de mens. Daarin zie je het belang van weerbaarheid én wendbaarheid van medewerkers. Als zij weerbaar zijn en transities het hoofd kunnen bieden, kun je als organisatie wendbaar zijn in een tijd van transitie.
Maak medewerkers toekomstbestendig met subsidiabele activiteiten waarmee iedere organisatie kan aanhaken op transities. Benieuwd hoe? Wij denken graag met je mee. fit2030@sol-online.nl /www.foodintransitie2030.nl ●
Check je je filters wel eens?
Als je perslucht in aanraking komt met je product of je verpakking, bijvoorbeeld bij de dosering, moet je die bewaken om ervoor te zorgen dat die geen risico kan opleveren voor je product. Filters zorgen ervoor dat de luchtkwaliteit op iedere plaats de juiste kwaliteit heeft.
Perslucht kan vervuild zijn met stof, micro-organismen, vocht, olie of gassen. Niet voor niets zijn er normen opgesteld voor het toepassen van perslucht in de voedingsmiddelenindustrie. Daarin staan weer de verschillende wetten genoemd die van belang zijn. Zowel op het gebied van hygiëne als materialen en natuurlijk de machinerichtlijn. Deze praktijkrichtlijn Hygiënische perslucht in de voedingsmiddelenindustrie behandelt perslucht, drogers, filters, appendages en slangen.
In de praktijk blijkt dat de filters vaak een ondergeschoven kindje zijn. Goed, ze worden geplaatst, maar dan. Dan worden ze vaak uit het oog verloren. Terwijl een goede werking van de filters dus van het grootste belang is!
Na verloop van tijd raken filters vervuild. Een operator merkt dat er minder prestatie is, of denkt dat een reduceer niet goed werkt. De
machine heeft te weinig kracht - of snelheid. En dan is het filter niet het eerste waar aan wordt gedacht.
Een filter dat los in de korf ligt, waarvan de oorspronkelijke kleur niet meer te herkennen is, waar een gat in geboord is of dat zelfs helemaal verwijderd is. Maar ook wordt in de praktijk een verstopt filter gecompenseerd door met het reduceerventiel de druk te verhogen. Niet alleen funest voor de luchtkwaliteit, maar ook voor het verbruik. En dit zijn geen verzonnen voorbeelden, maar voorbeelden uit Nederlandse bedrijven!
De luchtinlaat van een compressor wordt vaak voorzien van een grove filters om de inlaat niet af te knijpen. De kwaliteit van de aangezogen lucht is van invloed op de kwaliteit van de perslucht. Een compressorruimte kan voorzien zijn van een extra filtering van de luchtinlaat.
Niet alleen de kwaliteit van de aangevoerde lucht kan voor vervuiling zorgen, ook de staat van de compressor zelf kan een bron van vuildeeltjes zijn. Slijtage van de compressor kan zorgen voor vaste deeltjes in de lucht. Ook kan een compressor de oorzaak zijn van olie in de perslucht die het systeem in gaat. En natuurlijk moet ook het water uit de perslucht worden verwijderd.
Waar schone perslucht gevraagd wordt in het proces, is er in de meeste gevallen in de compressorruimte veel aandacht voor het reinigen van de lucht. Er zijn bijvoorbeeld drogers voorzien en een drukvat dat als buffer voor de schone lucht dient.
In een productiebedrijf kan iedere applicatie een andere luchtkwaliteit en een andere druk vragen. Zowel de kwaliteit van de lucht als de hoogte van de druk is op verschillende manieren te bepalen. Daarbij kan worden geregeld met verschillende parameters zoals de fijnmazigheid van het toe te passen filter, de capaciteit van het filter, de minimale werkdruk van het filter, de drukval over het
Hiervan is nog weinig effectieve filterwerking te verwachten
Tijdig controleren is een must
Vervuiling, maar ook beschadeging zorgt voor een sterk verminderde werking
filter. Door het monteren van filters bepaal je niet alleen de applicatiespecifieke luchtkwaliteit, maar ondervang je ook de vervuiling die door verschillende oorzaken kan optreden in het leidingnetwerk.
Een filter vangt vuil uit de perslucht en kan dus vervuild raken. Is een filter te vervuild,
dan smoort het de luchttoevoer. Hierdoor zal de applicatie minder goed functioneren. Als gevolg wordt vaak gecompenseerd met het reduceerventiel of de druktoevoer. De druk met één bar verhogen betekent een veertien procent hoger verbruik of acht procent hogere energiekosten. Stevige kosten dus. En bij luchtlagering in het proces kan een zandkorrel flinke schade aanrichten. En ook de voedselveiligheid is gebaat bij de bewustwording van deze urgentie.
Micro-organismen kunnen, afhankelijk van het specifieke type, bij de juiste temperatuur en vochtigheid heerlijk hun gang gaan. Met een goed werkend filter verklein je dus ook het risico op de groei van deze microorganismen in of op een product.
Naar aanleiding van een audit ontstaat vaak pas de bewustwording van het nut van goede persluchtfilters. Maar perslucht is net als
In een productiebedrijf werd een productielijn omgebouwd en op een andere manier ingericht. Hiervoor werden er nieuwe leidingdelen in het netwerk geplaatst. Deze waren in de buitenlucht opgeslagen, waardoor aan de binnenzijde corrosie was ontstaan. Deze corrosie werd niet opgemerkt tijdens het monteren.
Bij het opnieuw opstarten blies de perslucht de gecorrodeerde delen het netwerk in. De filters bij de points of use raakten verstopt. Met stilstand als gevolg.
Een ander voorbeeld laat zien dat het verbruik van perslucht ook gebaat is bij kennis. Na een training over perslucht steeg het persluchtrendement van machines bij een productiebedrijf van 40% naar maar liefst 80%. Met een lager verbruik kreeg men een veel hogere output van de lijn.
hydrauliek en elektriciteit een energievoorziening. Een zuiver medium zorgt voor de beste prestaties. Meer kennis van het persluchtproces zorgt voor meer kennis van het eigen proces en grip op het energieverbruik.
Het is aan te bevelen om een zichtbaar actief beleid te voeren op het filteronderhoud. In een proces worden vaak filters gebruikt die niet in beeld zijn bij de operators of onderhoudsmedewerkers. Maak een inventarisatie en stem een onderhoudsinterval op, gebaseerd op alle bedrijfsspecifieke aspecten. ●
MANAGER PRODUCT DEVELOPMENT EN INNOVATIE Zeewolde
JUNIOR KWALITEITSCOÖRDINATOR Ede
QC MANAGER Lelystad
DIRECTOR
REGULATORY AFFAIRS Europe
PROGRAM LEAD PLANT PROTEINS Wageningen
QESH MANAGER Bolsward
QA ENGINEER Broekhuizenvorst
OPERATIONS MANAGER Maasvlakte, Rotterdam
AFDELINGSMANAGER OPERATIONS De Lier
SCAN VOOR MEER INFORMATIE
R&D & INNOVATIE MANAGER SAUZEN Nieuw-Vennep
SENIOR FOOD SAFETY MANAGER Wageningen
Zelfs moeilijk detecteerbare verontreinigingen
De geavanceerde DXD en DXD+ detectortechnologie van Mettler Toledo werd geoptimaliseerd voor de identificatie van productvreemde deeltjes, zoals bot, glas, rubber en sommige soorten plastic. Dergelijke verontreinigingen waren in het verleden moeilijk te detecteren in ‘drukke’ of ‘lawaaierige’ overlappende röntgenafbeeldingen of vanwege producten
met meerdere texturen, zoals verpakkingen met pasta, kippenborsten, worstjes of diepgevroren aardappelproducten.
Geen ruis
Deze toepassingen zijn ideaal voor de geavanceerde DXD en DXD+ detectortechnologie, in combinatie met de Advanced Material Discriminationsoftwaretools, ook van Mettler Toledo. Deze software scheidt en
verwijdert het prominente voedingsmiddelmateriaal op de röntgenafbeelding, waardoor verontreinigingen met een lagere dichtheid opgemerkt kunnen worden. Ook komen minder foutieve detecties en productverspilling voor, waardoor het investeringsrendement wordt versneld.
De werking van deze technologie werd aangetoond door uitgebreid te testen met allerlei verschillende productvreemde deeltjes, verstopt in kippenborstverpakkingen van 650 gram. Tabel 1 illustreert deze resultaten. De detectie van verontreinigingen met een lage dichtheid werd nog duidelijker door tests met een zak pasta van 500 gram, zoals in tabel 2 te zien is.
De nieuwe detectortechnologie is verkrijgbaar in twee versies, de DXD en de DXD+. De DXD geeft verbeterde röntgen – of zoals
Mettler Toledo liever zegt: Xrayprestaties tegen voor minder uitdagende toepassingen en kan in dezelfde omgevingen als systemen
Nieuwe geavanceerde röntgeninspectietechnologie zorgt voor een aanzienlijke verbetering van de detectie van verontreinigingen met een lage dichtheid in verpakte voedingsmiddelen. DXD technology detecteert 2 mm bot in een kipfilet
Tabel 1
Soort verontreiniging (bot met een dikte van 2 mm of minder)
De afmetingen van de kleinste deeltjes die met 100% detectiewaarschijnlijkheid met één röntgenstraal werden gedetecteerd
De afmetingen van de kleinste deeltjes die met 100% detectiewaarschijnlijkheid met DXD of DXD+ werden gedetecteerd
met één straal worden gebruikt bij een lijnsnelheid tot 100 m/minuut. Het vlaggeschip is de DXD+, de premiumvariant van de röntgendetectortechnologie voor de meest uitdagende toepassingen. Deze verzamelt meer data over het geïnspecteerde product, en biedt geavanceerdere beeldanalysesoftware voor duidelijke afbeeldingen met een hogere resolutie; de DXD+ kan worden gebruikt bij een lijnsnelheid tot 45 m/min.
“Dit is echt geavanceerde technologie die voldoet aan de reële vraag van klanten naar Xray inspectie voor de detectie van verontreinigingen met een lage dichtheid in allerlei verschillende, verpakte voedingsmiddelen”, zegt Gareth Jones, Head of Engineering voor Mettler Toledo Productinspectie. “DXD en DXD+ bieden ongekende detectieniveaus voor de meest uitdagende toepassingen. De systemen leveren economische voordelen en beschermen het merkimago, want producenten kunnen hierdoor de integriteit van hun producten en hun merk beter beschermen, terwijl ze ook profiteren van lagere kosten en minder productverspilling dankzij het kleinere aantal foutieve detecties.”
Bij de aanschaf van een nieuw X36 Xray systeem van Mettler Toledo kun je nu een DXD of DXD+ detector met twee stralen
Verontreiniging Afmetingen van deeltjes gedetecteerd met één röntgenstraal
van deeltjes gedetecteerd met DXD of DXD+
specificeren. Er is maar weinig extra operator training nodig dankzij de automatische opstelling en de overeenkomsten tussen de Advanced Material Discriminationsoftware en de ContamPlus™software die bekend zijn bij bestaande gebruikers van de Xray systemen van Mettler Toledo.
Voor geïnteresseerde gebruikers organiseert het bedrijf persoonlijke adviesgesprekken, zowel via een persoonlijk gesprek in de fabriek in Royston als online. De adviesgesprekken omvatten live tests met de producten van de klant zelf, evenals de mogelijkheid om vragen te stellen aan experts op het gebied van röntgeninspectie. ●
X Meer informatie: www.mt.com/xray-de-wp-pr
DXD technology detecteert 6 stukjes rubberverontreiniging van 2 mm in een verpakking aardappelpartjes
Let wel op: de testresultaten zijn afhankelijk van individuele toepassingen en dienen uitsluitend als richtlijn.
WC-eend laat zich kennen
Zwerft het ziekmakende norovirus rond in je productiefaciliteit of restaurant, dan is het tijd om je schoonmaakmiddelen en -technieken eens onder de loep te nemen. Onderzoek laat zien dat reinigers niet altijd effectief zijn tegen het virus, ook al beweren ze op hun label van wel.
Jaarlijks worden in Nederland ruim een half miljoen mensen ziek door het zeer besmettelijke norovirus. Het is de nummer 1 veroor zaker van gastro-enteritis (buikgriep) en door voedsel overgedragen ziek-
tes. Het norovirus is weerbarstig en laat zich moeilijk bestrijden door ontsmettingsmiddelen die in de voedings sector worden gebruikt. Zelfs reinigers die op hun label beweren effectief te zijn tegen het norovirus, zijn dat in de praktijk soms niet, schrij-
Thema: voedselveiligheid
ven onderzoekers medio 2022 in wetenschappelijk tijdschrift Applied and Environmental Microbiology.
Het onderzoeksteam, werkzaam in de Verenigde Staten, liet vier commercieel verkrijgbare schoonmaakmiddelen los op twee verschillende norovirussen en het tulanevirus, een surrogaat van het norovirus. Omdat onderzoek doen met norovirussen moeilijk is, worden reinigers vaak getest met vergelijkbare virussen zoals het feline calicivirus (FCV), maar eerdere studies laten zien dat dit niet altijd een betrouwbare methode is. Het tulane-virus schijnt een geschikter alternatief te zijn.
Faircloth, J., Goulter, R. M., Manuel, et al. (2022). The Efficacy of Commercial Surface Sanitizers against Norovirus on Formica Surfaces with and without Inclusion of a Wiping Step. Applied and Environmental Microbiology, 88(17). https://doi.org/10.1128/aem.00807
De werkzame stoffen in de geteste reinigers waren: ethanol (EtOH), anionische oppervlakte-actieve stof met een zuur (AAS), quaternair ammoniumzout (QAC) en natrium hypochloriet (NaOCl) (in de volksmond bleek genoemd). De eerste twee beweren op hun labels effectief te zijn tegen het norovirus. De reiniger met ethanol elimineerde het virus inderdaad naar behoren, maar de andere drie hadden relatief weinig effect.
vreemd dus, dat die als beste uit de test rolde. Een onafhankelijke groep zou dat deel van de studie nog eens moeten uitvoeren, voordat er conclusies kunnen worden getrokken. Desal
ADVERTENTIE
CONSULTANCY
AUDITING
TRAININGEN
HACCP plan
FSSC 22000 BRCGS
IFS
ISO 9001
voedingsmiddelen verpakkingsmaterialen consumentenartikelen handelsartikelen opslag en distributie
online effectentabel
PROFIEL EN FILOSOFIE
Praktisch met kennis van zaken
Betrokken en enthousiast
‘Recht voor de raap’
Nederlandse bloemen, aardappelen, groente en fruit vinden via het gekoelde transport van Freight Line Europe dagelijks hun weg naar Groot-Brittannië. Jarenlang verloopt dat voorspoedig, totdat Brexit de transporteur opzadelt met een enorme administratieve last. Freight Line Europe moet flink investeren in de automatisering van processen. Daarnaast gaat het bedrijf op zoek naar nieuwe afzetmarkten, onder andere met steun van het EU-Handelsprogramma.
Bij de transporteur komen dagelijks vroeg in de ochtend orders binnen die vaak nog diezelfde nacht afgeleverd moeten zijn.
“We halen het op, groeperen het, regelen de douaneformaliteiten en ’s nachts is alles afgeleverd”, vertelt sales manager Viktor Vijverberg met gepaste trots.
Hij legt uit dat dit niet vanzelfsprekend is, want het transport naar Groot-Brittannië is een stuk complexer geworden sinds de invoering van douane-eisen: “Voorheen vervoerden we een pallet met groenten en vulden ‘groenten’ in. Nu moeten we productcodes, het gewicht, de handelsfacturen, de oorsprong van een product én internationale codes verwerken”.
“Het voelt allemaal vrij omslachtig” vult financieel directeur Edwin Zuijderwijk aan. “We zijn een totaal andere dienstverlener geworden: van transporteur naar specialist in douanezaken. Brexit heeft
ons genoodzaakt om flink te investeren in automatisering.” Zuijderwijk is ook trots op het personeel. “Het is bijzonder hoe we dit met hetzelfde team voor elkaar hebben gekregen. Petje af voor iedereen.” Inmiddels heeft het bedrijf zijn douaneprocessen geautomatiseerd. “We zijn klaar voor de toekomst.”
Nieuwe afzetmarkten
Naast het automatiseren van de processen heeft Freight Line Europe ook nieuwe afzetmarkten ontdekt. Het werkgebied heeft zich inmiddels uitgebreid naar Frankrijk. “We zagen Brexit aankomen en wilden niet langer afhankelijk zijn van Groot-Brittannië.” zegt Zuijderwijk. “Door het wegvallen van concurrentie ontstond er voor ons ruimte binnen de Franse markt”.
Freight Line Europe heeft zich onlangs ook aangemeld voor het EU-Handelsprogramma. Zuijderwijk hoopt zo een impuls geven
X Verleg ook jouw grenzen met het EU-Handelsprogramma
Raakt Brexit ook jouw bedrijf?
Bekijk dan hoe je zonder extra kosten je grenzen kunt verleggen met het EU-Handelsprogramma. Check op www.rvo.nl/ eu-handelsprogramma hoe je in aanmerking komt.
Het EU-Handelsprogramma wordt gefinancierd door de Europese Unie.
aan de internationale ambities van het bedrijf: “Via het programma kunnen we nog meer inzicht krijgen in onbenut exportpotentieel. Maar het aantrekkelijkst van het programma vinden we de community. Het delen van kennis en kunde is voor ons belangrijk. In het ideale geval ontstaan er mooie samenwerkingen”.
H et EU-Handelsprogramma ondersteunt bedrijven die geraakt zijn door Brexit. Zij krijgen tot eind 2023 de kans om op kosten van het programma - zonder verplichtingen - nieuwe en bestaande afzetmarkten te ontwikkelen. Zo kunnen deelnemers op internationale vakbeurzen staan of meegaan op handelsmissies. Daarnaast kunnen zij netwerken en kennisdelen in een besloten community. Het aanbod van trainingen en opleidingen biedt hen de mogelijkheid om hun exportkennis te vergroten.
Vroeg in de ochtend komen orders binnen die vaak nog diezelfde nacht afgeleverd moeten zijnScan de QR-code
Nieuwe analysemethode voor voedingsfabriek
Een kerstboom zie je pas echt goed als je er lampjes in hangt. Zoiets moet ook werken als je ziekmakende bacteriën versiert met reflectoren, moeten deze onderzoekers hebben gedacht.
Een bacterie is een eencellig organisme en is meestal slechts enkele micrometers lang. Na een monstername in bijvoorbeeld een voedselproductiefaciliteit kweek je bacteriën daarom op, zodat een klompje cellen ontstaat dat beter te detecteren is, met een microscoop of het blote oog. In de tijd die dit kost, soms meer dan twee dagen, kan de bacterie in de fabriek doorgroeien en schade aanrichten.
Wetenschappers van de Osaka Metropolitan University in Japan ontwikkelden een procedure waarmee je de uitslag binnen een uur in handen kunt hebben. De truc? Ze kleden de bacteriën aan met piepkleine
reflectoren, zodat je ze veel beter kunt zien als je er licht op schijnt. Ideaal voor voedselfabrikanten om snel en efficiënt de voedselveiligheid te verbeteren, zeggen de wetenschappers in hun artikel dat medio 2022 werd gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Analytical Chemistry.
Om te begrijpen hoe de methode werkt, moeten we de reflectoren van dichtbij bekijken. De basis bestaat uit piepkleine deeltjes goud, zilver of koper. Probleem: als deze nanodeeltjes samenklonteren, verandert de kleur van het licht dat ze reflecteren. Daarom combineerden de onderzoekers de metalen nanodeeltjes met polyaniline, een veelgebruikt geleidend molecuul. Het resultaat is een zogenoemde nanohybride structuur (NH) die altijd oplicht in dezelfde kleur. Een NH met goud als metaal, herken je als wit gereflecteerd licht. Gebruik je zilver, dan zie je een rode kleur. En een koperen NH reflecteert blauw licht.
De volgende stap is om de reflectoren, of labels, te matchen met bepaalde bacteriën. De onderzoekers kozen voor bacteriesoorten die voedselvergiftiging veroorzaken. De match werd gemaakt door antilichamen aan de NH’s te koppelen. Een antilichaam is een eiwit dat fuctioneert als unieke sleutel die alleen past in een specifiek ‘sleutelgat’, ofwel receptor, op de celwand van de bacterie. En die receptoren verschillen per bacteriesoort. En dus koppelde het onderzoeksteam de NH met goud aan Escherichia coli O26, te herkennen aan wit gereflecteerd licht. Een ander E. colitype, namelijk O157, werd gematcht met zilveren NH’s (rood licht) en tot slot kozen de wetenschappers ervoor om Staphylococcus aureus te binden aan koperNH’s, met blauw licht tot gevolg.
Dan is het tijd om de bacteriën in de spotlights te zetten. Dat gebeurt met donkerveldmicroscopie. De achtergrond van het microscoopmonster is daarbij donker ge
maakt, waardoor je het gereflecteerde licht goed kunt zien. Omdat de cellen fel oplichten, kun je een enkele bacterie al herkennen, zie de afbeelding hiernaast. Opkweken hoeft dus niet meer, wat wel nodig is bij bijvoorbeeld de veelgebruikte lateral flow test. Daarbij spelen metalen nanodeeltjes ook een rol, maar omdat de intensiteit van het label laag is, heb je veel labels, en dus bacteriën, nodig om de analyse te kunnen doen.
Om de methode te testen, voegden de onderzoekers de drie bacteriën toe aan monsters van rottend vlees, waarin natuurlijk allerlei andere organismen rondzwerven. Het team kon alle drie de toegevoegde bacteriestammen identificeren dankzij de labels. En omdat je het antilichaam kunt aanpassen op basis van de bacterie die je zoekt, kun je met deze methode allerlei bacterietypes opsporen.
Professor Shiigi, die het onderzoek leidde, zegt in een persbericht van de universiteit: “Ons doel is om nieuwe detectie en testmethoden aan te tonen middels de ontwikkeling van unieke nano biomaterialen. Met deze ontwikkeling hopen we niet alleen bij te dragen aan voedselveiligheid, maar ook aan een veilige en welvarende maatschappij wat betreft stabiele aanvoer en controle van voeding, medicijnen en gezondheid.” ●
X Referenties
upc-osaka.ac.jp/new-univ/en-research/ news/20220829/
Artikel: Tanabe, S., Itagaki, S., Matsui, K., Nishii, S., Yamamoto, Y., Sadanaga, Y., & Shiigi, H. (2022). Simultaneous Optical Detection of Multiple Bacterial Species
Using Nanometer-Scaled Metal–Organic Hybrids. Analytical Chemistry, 94(31), 10984–10990. https://doi.org/10.1021/acs. analchem.2c01188
Op 1 augustus 2022 verscheen de nieuwe versie van de BRCGS Global Standard Food Safety. Audits conform deze nieuwe versie vinden plaats vanaf 1 februari 2023. In de standaard is onder andere een optie opgenomen voor een gemengde audit, wordt een voedselveiligheidscultuur extra aangemoedigd en zijn vereisten voor interne audits en inspecties toegevoegd.
Voldoe aan de nieuwe BRCGS 9 eisen
Snel van start met het aanpassen van je kwaliteitssysteem om te voldoen aan de nieuwe eisen? Onze experts hebben de uitgebreide whitepaper ‘BRCGS Global Standard Food Safety versie 9’ voor je samengesteld. Hierin lees je:
✓ De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van versie 8;
✓ Nieuwe eisen en aandachtspunten;
✓ Tips om te voldoen aan de BRCGS 9 eisen.
Roots, passie, kennis, kunde en ervaring
Jan Ties Kram is algemeen directeur bij Laarakker Groenteverwerking, specialist in teelt, verwerking en verkoop van groenten voor de diepvries- en conservenindustrie. Ook leveren ze ingrediënten aan de voedingsmiddelenindustrie.
Laarakker is een vierde generatie familiebedrijf, gevestigd in Well in Limburg. Vorig jaar overleed de vorige eigenaar Frank Laarakker. Jan Ties nam samen met Maurice Coolen als directeur operations het stokje van hem over. “Bij deze functie komt alles wat ik interessant vind, samen.”
Jan Ties begon in oktober vorig jaar. “Ik heb Frank Laarakker nooit gekend. Hij overleed in juni. Hij was de ziel en zaligheid van dit bedrijf. De medewerkers hebben jaren met hem samengewerkt. Ze werkten voor Frank, nu Frank er niet meer is, werkt men voor Laarakker. Maar wat betekent dat? Franks zoon en dochter zijn aandeelhouder. Ze zijn nauw betrokken bij de onderneming en de strategie naar de toekomst. Ze hebben (nog) geen vaste rol binnen de organisatie. Voor mij is het nu zaak om samen met het MT en het bestuur de koers voor de komende jaren te bepalen.”
Het is niet makkelijk om in zo’n tijd het stokje over te nemen. “Ik heb alle tachtig medewerkers gesproken. Ik heb hen gevraagd hoe ze in hun vel zitten, en hoe ze de toekomst zien. Mensen zijn geraakt maar vol passie om positief de toekomst te zien en de ambitieuze plannen die we hebben verder tot resultaat te brengen. Het vormt de rode draad door het bedrijf.”
Het goede van Laarakker moet vooral behouden blijven, vindt Jan Ties. “Dat moet je uitstralen, niet alleen naar je klanten, maar ook naar je telers. Daarnaast gaan we kijken naar waar verbeteringen kunnen worden doorgevoerd, om het bedrijf toekomstbestendig te maken. Frank heeft ons drie opdrachten meegegeven: we moeten de continuïteit bewaken, zorgen voor
een gezonde winst en daarnaast zorgdragen voor de mensen. Daar zetten we ons allemaal maximaal voor in.”
Nieuwe kansen zien in de markt en daarop inspelen, dat is een van de uitdagingen voor Jan Ties. Al ziet hij mogelijkheden genoeg. “De eiwittransitie biedt voor ons volop kansen. Dit gaat veel verder dan vegetarisch, het gaat naar veganistisch. Zelfs de melk wordt al van soja en kikkererwten gemaakt. Er is een enorme verschuiving naar plantaardig. Onder andere diverse bonensoorten zijn hiervoor interessant, evenals lupine en quinoa. Al deze producten kunnen wij telen. Je ziet nu al een enorme vraag naar deze producten.”
Volop werk dus. Waarom is hij dit avontuur aangegaan? “De agrarische wereld zit in mijn DNA. Mijn vader was akkerbouwer in de Flevopolder. Ik heb thuis veel gewerkt met aardappelen, peen, allerlei soorten groenten. De akkerbouwgewassen, de teelt, seizoensinvloeden en de markt zijn mij niet vreemd. Toen ik de vacature op de site van DUPP zag, heb ik contact gehad met Hans Hilbrands van DUPP. Na ons gesprek dacht ik: in deze baan valt alles samen. Deze functie is een verzameling van alles van wat ik leuk vind, wat ik ambieer en heb gedaan. De dynamiek van de AGF-markt, de hele verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitten, innovatieve concepten ontwikkelen, organisaties professionaliseren en medewerkers in hun kracht zetten, gezonde groei en efficiencyverbeteringsslagen behalen door slimme veranderingen in de supply chain door te voeren; dit alles biedt kansen voor de toekomst. Ik vind dit een prachtige uitdaging voor de komende tien tot vijftien jaar, om een soort kroon op mijn carrière te zetten.” ●
De EVMI-bedrijvengids is een overzicht van bedrijven die actief zijn in de voedingsmiddelenindustrie. Deze lijst is op www.evmi.nl doorzoekbaar op alfabet, categorie en regio.
Chr. Hansen
Gelderlandhaven 5A
3433 PG Nieuwegein
Tel: 030-6019920
www.chr-hansen.com
Scelta Mushrooms
Heymansstraat 35
5927 NP Venlo
Tel: 077-3241020
www.sceltamushrooms.com
Management
Mol Fresh Food B.V.
Handelsweg 6
3881 LS Putten
info@molfreshfood.nl
Tel: 0341-491795
www.molfreshfood.nl
Allergenen Consultancy
Oosteinde 85d
3925 LB Scherpenzeel (Gld)
Tel: 033-2770571
info@allergenenconsultancy.nl
www.allergenenconsultancy.nl
KTBA Compliance Group
Horst 12
5171 RA Kaatsheuvel
Tel: 0416-348910
info@ktba.com
www.ktba.com
Uticon Engineers
Beemdstraat 3
5653 MA Eindhoven (NL)
Van Konijnenburgweg 24
4611 HL Bergen op Zoom (NL)
Koedreef 26
9070 Destelbergen (Gent, BE)
Tel: 088-2011700
info@uticon.com
www.uticon.com
Aptean
Raps B.V.
De Waal 50
5684 PH Best
Tel: 0499-373525
verkoopbenelux@raps.com
www.raps.com
Remia C.V.
Dolderseweg 107
3734 BE Den Dolder
Tel: 030-2297911
www.remia.nl
Bredaseweg 172
4872 LA Etten-Leur
Tel: 076-5042520
info@aptean.com
www.aptean.com/nl
DUPP
Generaal Foulkesweg 66
6703 BW Wageningen
Tel: 0317-468686
info@dupp.nl
www.dupp.nl
Verhaert New Products & Services
Hogenakkerhoekstraat 21
9150 Kruibeke BE
Tel: 0032 (0)32501900
info@verhaert.com
www.verhaert.com
ACO BV
Postbus 217
7000 AE Doetinchem
Tel: 0314-368280
www.aco.nl
Improving Quality B.V.
Roem van Yerseke B.V.
Gr. Van Zoelenstraat 35
4401 KZ Yerseke
Tel: 0113-577700
info@roemvanyerseke.nl
www.roemvanyerseke.nl
De Rouwaer 16
4051 HG Ochten
Tel: 06-22940774
info@improvingquality.nl
www.improvingquality.nl
BEKO TECHNOLOGIES
Veenen 12
4703 RB Roosendaal
Tel: 0165-320300
benelux@beko-technologies.com
Bosgraaf Food & Hygiënetechniek BV
De Koevorde 9
8502 TZ Joure
Tel: 0513-417374
sales@bosgraaftechniek.nl
www.bosgraaftechniek.nl
Endress+Hauser B.V.
Nikkelstraat 6-12
1411 AK Naarden
Tel: 035-6958611
www.endress.nl
Helukabel BV
Randweg-Zuid 19
6021 PT Budel
Tel: 0495-499049
info@helukabel.nl
www.helukabel.nl
MAKES YOUR BUSINESS FLOW
POWDER AND LIQUID HANDLING
Hethon Nederland BV
Vlijtstraat 47
7005 BN Doetinchem
Tel: 074-2500555
www.hethon.nl
Krohne Nederland b.v.
Postbus 110
3300 AC Dordrecht
Tel: 078-6306200
www.krohne.com
Opgenomen worden in deze gids?
Ga naar www.evmi.nl/bedrijvengids of bel voor meer informatie naar
Gjelt Douma, 06 467 51 467
SGS Analytics
Everdenberg 41
4902 TT Oosterhout
Tel: 0162-488488
www.sgs.nl
Partners
Keep Food Simple info@keepfoodsimple.nl
www.keepfoodsimple.nl
Miele Nederland B.V.
De Limiet 2
4131 NR Vianen
Tel: 0347-378884
professional@miele.nl
https://www.miele.nl/professional
Spraybest Europe BV
Zwanenburgerdijk 335
1161 NN Zwanenburg
Tel: 020-4976780
www.spraybest.nl
Munters BV
Postbus 229
2400 AR Alphen aan den Rijn
Tel: 0172-433231
www.munters.nl
Steen F.M.P. International
Franseweg 33
B-2920 Kalmthout
Tel: 0032(0)36-650400
info@steen.nl
www.steen.be
VEGA Meet- en Regeltechniek
Arnhemseweg-Zuid 213-2
Food Innovation Academy
Industrieweg 14
3133 EE Vlaardingen
Tel: 06-46633478
a.verhage@sol-online.nl
www.foodinnovationacademy.nl
Mikrocentrum
De Run 1115
5503 LB Veldhoven
Tel: 040-2969911
info@mikrocentrum.nl
www.mikrocentrum.nl
NVC Nederlands Verpakkingscentrum
Stationsplein 9K
Precia Molen
Franse Akker 1
4824 AL Breda
Tel: 076-5242526
www.preciamolen.nl
Rittal BV
Postbus 246
6900 AE Zevenaar
Tel: 0316-591911
www.rittal.nl
3817 CG Amersfoort
Tel: 033-4502502
info.nl@vega.com
www.vega.com
Food Lab
Foodlog Media B.V.
Elias Beeckmanlaan 286
6711 VS Ede
Tel: 06-10528148
redactie@foodlog.nl
www.foodlog.nl
2801 AK Gouda
Tel: 0182-512411
info@nvc.nl
www.nvc.nl
FoodPersonality
Molenveldlaan 104
6523 RM Nijmegen
Tel: 024-3651670
vakblad@foodpersonality.nl
www.foodpersonality.nl
NVVL Network For Food Experts
info@nvvl.nl
www.nvvl.nl
Eurofins Food, Feed, Water Benelux
Icarus 12
8448 CJ Heerenveen
Tel: 0888-310000
Sales-Food-nl@eurofins.com
www.eurofinsfoodfeedtesting.nl
HAS Hogeschool
Onderwijsboulevard 221
5223 DE 's-Hertogenbosch
has@has.nl
Tel: 088 890 3600
www.has.nl
Stichting Ontwikkelingsfonds
Levensmiddelenindustrie
Driebergseweg 22
3708 JC ZEIST
Tel: 0318-648750
info@sol-online.nl
Scharff Techniek BV
Proostwetering 107 G
3543 AC Utrecht
Tel: 030-2410972
info@scharfftechniek.nl
www.scharfftechniek.nl
Nutrilab BV
Postbus 7
4284 ZG Rijswijk
Tel: 0183-446305
www.nutrilab.nl
IFFI Langakkers 3
9469 RA Schipborg
Tel: 06-21700102
info@iffi.nu
www.iffi.nu
Hoewel Rody van den Heuvel nog maar 27 jaar is, heeft hij al een indrukwekkend cv. Na jarenlang in de horeca te hebben gewerktonder meer als kok van een toprestaurant - is hij toe aan iets anders. Daarom gaat hij een nieuwe uitdaging aan in de productontwikkeling.
Sinds mijn tienerjaren ben ik al verliefd op eten. Het leukste aan werken met eten is dat je er zoveel mee kunt. Een verhaal vertellen, mensen blij maken, troost bieden. Nieuwe smakencombinaties en verschillende texturen op een bord creëren vind ik ontzettend interessant. Maar ik merkte dat ik mezelf verder wilde ontwikkelen. Als ik in de koeling stond, vroeg ik me altijd af waar de producten vandaan kwamen en welke processen daarachter zaten. Uiteindelijk ben ik Food Innovation aan de HAS Hogeschool gaan studeren.”
“Die studie heb ik net afgerond en ik start binnenkort bij voedselverpakkingsbedrijf Hilton Food Holland als junior productontwikkelaar. Iets heel anders, dus het voelt als een sprong in het diepe maar ik heb er ontzettend veel zin in. Tijdens mijn opleiding heb ik van het vak mogen proeven. Zo heb ik een eigen product ontwikkeld. De focus lag op voedselverspilling tegengaan en tijdens een masterclass kwam ik in contact met BeefyGreen, een ontwikkelaar van vleesvervangers op basis van paddenstoelen. De eigenaar vertelde dat de voetjes van oesterzwammen nu helemaal niet worden gebruikt, terwijl het een heel mooi product is. Ik ben toen gaan kijken wat je ermee kunt en kwam tot een worst gemaakt van oesterzwamvoetjes: de Woesterzwam. Hier heb ik uiteindelijk een studentenprijs mee gewonnen, de HBO Challenge Voedselverspilling.”
“In mijn nieuwe baan ga ik me bezighouden met nieuwe producten op de markt zetten, daar kijk ik naar uit. Ik ga de horeca uiteraard missen. Maar het nadeel van in de keuken werken is wel dat je bijna geen tijd meer over hebt voor je privéleven. Dat krijg ik nu weer terug.” ●
Al deze boeken zijn te koop bij Libris of andere lokale boekhandels. Steun de
Fundamentals of 3D Food Printing and Applications is een indrukwekkende bundel met uitgebreide en zeer technische wetenschappelijke artikelen over alle aspecten van 3D-voedselprinten. Geen detail wordt onbelicht gelaten. Dat maakt het een zeer moeilijk leesbaar geheel, maar tegelijkertijd een naslagwerk waarin het antwoord op elke mogelijke vraag die je over 3D-voedselprinten zou kunnen hebben te vinden is.
Wie zich wil verdiepen in 3D-voedselprinten, heeft met Fundamentals of 3D Food Printing een uitstekend werk in handen: technologieën, ingrediënten, toepassingsgebieden, de chemische basis van de voedingsmiddelen, de wiskundige fundamenten van de verschillende typen printers en nozzles, het komt allemaal tot in detail aan bod. Die schat aan informatie vergt echter wel de nodige academische kennis: formules en technische details worden niet geschuwd. Ware het niet dat de 3D-voedselprinters en alles eromheen nog volop in ontwikkeling zijn, dan was dit een fantastisch naslagwerk. Nu kan het dat hooguit voor enkele jaren zijn. Elk van de dertien hoofdstukken is door een andere groep onderzoekers geschreven. Dat maakt dat elk hoofdstuk op het gebied van de expertise van de auteurs de nodige voorkennis verwacht. Ook ontkomt de lezer niet aan enige overlap en dubbele uitleg, wat soms enige irritatie op kan wekken.
Opvallend is de hoeveelheid aandacht die chocola als printmedium krijgt: zeker drie hoofdstukken gaan (hoofdzakelijk) over chocola. Aan de ene kant logisch –er is relatief veel onderzoek naar 3D-printen met chocola gedaan – maar aan de andere kant voelt het disproportioneel. Het hoofdstuk over voedselveiligheid rond 3D-voedselprinten is erg speculatief en lijkt op veel vlakken overbodig. De belangrijkste conclusies daar lijken dat de voedingsmiddelen gebruikt in 3D-printers al getest zijn en worden op zaken als allergieën, en dat de printers goed schoongemaakt moeten worden.
Hoewel zware kost, is dit werk zeker aan te bevelen voor al die zich bezighouden of bezig willen houden met 3D-voedselprinten. Dit verzamelde werk gaat in op alle aspecten die er bij 3D-voedselprinten komen kijken en de bundeling alleen al bespaart de professional foodprinter heel wat speurwerk.
Prijs: 371,99 |
ISBN: 9780128145647
DE GLUCOSE REVOLUTIE
Wetenschappers ontdekten de afgelopen vijf jaar dat glucose niet alleen de gezondheid van diabetici beïnvloedt, maar van iedereen. In dit boek beschrijft biochemist Jessie Inchauspé de nieuwste wetenschappelijke ontdekkingen en geeft ze tips. Het boek claimt te helpen bij het verbeteren van de gezondheid zonder dat je op dieet gaat.
Schrijver Jessie Inchauspé
Prijs 22,99
ISBN 9789464041453
BLOED, ZWEET MAAR SAMEN
Duurzaamheid is een belangrijk thema voor bedrijven.Grote multinationals gebruiken het in hun publieke profilering maar de echte innovatie komt vaak van frisse, jonge bedrijven. Het samen aanpakken en oplossen van maatschappelijke uitdagen biedt ondernemingen veel voordelen, maar is ook lastig. Dit boek schetst de praktijk van een dergelijke samenwerking.
Schrijvers Harry Hummels, Wouter Scheepens en Erlijn Sie
Prijs 29,99
ISBN 9789089656162
OVERPRIKKELD BREIN
Charlotte Labee van platform yourbrainbalance. com deelt in ‘Overprikkeld brein’ de laatste wetenschappelijke kennis over ons vaak overprikkelde en oververmoeide brein. Ze helpt symptomen te herkennen en geeft handvatten om het brein en leven weer in balans te krijgen doormiddel van een tien-wekenplan met aandacht voor voeding, beweging, ontspanning en verbinding.
Schrijver Charlotte Labee
Prijs 22,99
ISBN 9789043924887
CRC, uw totaalpartner voor voedselveilige smeermiddelen
Na de NSF H1 geregistreerde smeermiddelen introduceert CRC nu ook Direct Contact Food Lube, het eerste CRC-losmiddel met H1 én 3H-classificatie voor toepassingen waar contact met voeding onvermijdelijk is. Daarmee biedt CRC een volledig gamma Food Processing Safe (FPS) producten aan.
• Dubbele NSF-registratie 3H en H1:
- 3H: anti-kleef losmiddel voorkomt dat voedsel blijft plakken op oppervlakken
- H1: multifunctioneel smeermiddel voor langdurige smering
• Uitgerust met vastzittende Perma-Lock® spraykop en rietje
• Veilig voor gebruik in productie-omgevingen
• Breed temperatuurbereik van -10°C tot 120°C
www.crceurope.com
CONTINUOUS IMPROVEMENT SPECIALIST
Wijhe
RESEARCH MANAGER ORGANIC CONTAMINANTS Wageningen
KEY ACCOUNT MANAGER Maasdijk/Waddinxveen
QC-QA COÖRDINATOR Amsterdam
PROCES- & PRODUCTONTWIKKELAAR Bleskensgraaf
QESH MANAGER Almelo
MANAGER MILK SOURCING & SUPPLY Schoonrewoerd
SPECIFICATIE SPECIALIST Velp
BUSINESS UNIT DIRECTOR NL/BE
SCAN VOOR MEER INFORMATIE
PRODUCTTECHNOLOOG
Twello
INKOPER FRUIT Maasdijk/Waddinxveen