THEMA: UITGEVEN IN EIGEN BEHEER KLEINE UITGEVERS
Jaargang 19, nummer 5 oktober 2015, € 6,95 schrijvenonline.org
magazine alleen ‘Schrijf ht zin als je ec hebt’
De weg naar de uitgeverij Zo promoot je je eigen boek Schrijfdip: wanhopen hoort bij het proces
Kollaard • Schrijftips van Sander • Tell, don’t show met Rutger Pontzen • Hoe kies je het juiste aal? perspectief voor je verh
Schrijfadviezen van de thrillerkoning Stephen King
AP
JE BOEK DRUKKEN, UITGEVEN OF VERKOPEN
Gratis een proefexemplaar laten drukken van uw boek? ga naar
PUMBO.NL/ACTIES/SCHRIJF of SCAN
MIJ
Pumbo helpt auteurs, uitgevers en andere professionals bij het drukken en zelf uitgeven van boeken.
Klanten waarderen ons met gemiddeld een 9.6 Al meer dan 12.000 tevreden auteurs gingen je voor.
Inhoud Series
57
52
29 Start to write (2) Perspectief – door Kathy Mathys 32 De debutant (12): Heleen van den Hoven – door Ricardo Jupijn 34 De weg naar de uitgeverij – Lidewijde Paris 45 Een scenario schrijven (6) – door Hetty Kleinloog
Thema: uitgeven in eigen beheer 16 Publiceer! – door Nanda Roep 19 Wat levert een boek je op? – Vivian Deegens 22 Promotie in eigen beheer – Frank Noë
En verder
10 26
‘Help, ik zit vast!’
10 De specialist: Rutger Pontzen over tell, don’t show – Vivian de Gier en Marc Brester 12 Stephen Kings klassieke schrijfboek Over leven en schrijven – Frank Noë 26 Hoe kom je uit een schrijfdip? – door Vivian de Gier 57 Tips van Sander Kollaard – Marlene Lunter 48 Wat elke schrijver zou moeten weten over podcasts – Vivian Deegens
Columns 7 Jowi Schmitz 14 Judith Visser 25 Lex Jansen
Alice – literair katern 37 Wekelijkse schrijfopdracht van het forum
34 12
In ieder nummer 5 Redactioneel 6 Vooraf 8 Stijl – Kathy Mathys 9 Van Dale-taaltips 50 Tekstuur jeugdliteratuur – Mireille Geus 52 Tekstuur proza – Yke Schotanus 54 Dichter bij het werk van Kees Spiering – Remco Ekkers
05 2019 Schrijven Magazine | 3
Redactioneel
Personages
W
at maakt een goed personage? Moeilijke vraag. Stel hem aan een willekeurige schrijver en je krijgt een frons, een zucht en dan in het beste geval iets over een rond personage. En in dat beste geval vertelt hij je daarna ook nog wat over het belang van een dominante karaktertrek, bijvoorbeeld ambitie. Maar dat antwoord is niet echt het definitieve antwoord. Een rond karakter, wat is dat dan? En hoe maak je dat? En is zo’n personage met een dominante karaktertrek niet een flat character in vermomming? Personages zijn een van de minst begrepen onderdelen van het schrijfproces.
Contradictie
foto robert verheij
‘Personages zijn een van de minst begrepen onderdelen van het schrijfproces.’
Een belangrijke karaktertrek van Walter White in Breaking Bad is schuld. Hij wil zijn gezin behoeden voor armoede na zijn dood en begint daarom een crystal-methfabriekje. Maar dat is niet genoeg voor een werkelijk aansprekend personage. Robert McKee – de bekende Hollywood-schrijfdocent – zegt dat een aansprekend personage altijd een contradictie in zich moet hebben. Walter White moet trots zijn én zich schuldig voelen. Die spanning in het personage voelt je publiek en dat is het begin van de empathie.
Serotonine Een belangrijke karaktertrek van FlorentClaude in Michel Houellebecqs roman Serotonine is falen. Hij beseft dat hij gefaald heeft en het voornaamste doel in zijn
leven is het vinden van een hotelkamer waar hij mag roken. Maar alleen een depressieve oude man is geen aantrekkelijk, rond personage. De contradictie is dat hij zijn oude liefdes opzoekt, dat hij zijn falen definieert als het falen in relaties. Als lezer merk je dat hij zijn hele leven wanhopig en tevergeefs op zoek is geweest naar liefde. En dat maakt – naast de galgenhumor – dat je met het negatieve personage meeleeft. Tot het bittere eind.
Opgraven Stephen King is het denk ik met McKee eens over de eis dat een personage complex moet zijn en daardoor aantrekkelijk wordt door meerdere dimensies. Stephen King is het waarschijnlijk níét met McKee eens over hoe je tot zo’n personage komt. Bij McKee schaaf je aan het personage. Je geeft haar een eigenschap. En je voegt daar een contrast aan toe. Je ontwerpt je personage. In Kings visie ontstaat het personage geleidelijk tijdens het schrijven. Geen notitieboekje met karaktereigenschappen en voorkeuren. Nee, je gooit je personage in het diepe en al schrijvend ontdek je hoe hij of zij is. Het verhaal is een fossiel dat je als schrijver moet opgraven, schrijft King in zijn klassieke schrijfboek Over leven en schrijven (zie pagina 12).
Frank Noë frank@schrijvenonline.org
Je gooit je personage in het diepe en al schrijvend ontdek je hoe hij of zij is.
05 2019 Schrijven Magazine | 5
VOORAF
Als je goed wil leren schrijven, is het handig om schrijftermen te kennen. Zo kun je beter leren begrijpen hoe een verhaal is opgebouwd. Ook wanneer je in gesprek gaat met een uitgeverij is het belangrijk om te weten wat de verschillende schrijftermen betekenen. Hoor of lees je een schrijfterm waarvan je de betekenis niet (meer) weet? In het Schrijfwoordenboek van Schrijven Online verzamelen we alle schrijftermen en lichten we ze kort toe. Mis je een schrijfterm waar je meer over wil weten? Mail dan naar redactie@schrijvenonline.org. Deze keer: het motief. Van Dale geeft de volgende betekenissen bij dit woord: 1. grond waarop je iets verdedigt; beweegreden, drijfveer 2. door een kunstenaar uitgewerkt onderwerp 3. (in samenstellingen) dessin, patroon: bloemmotief Het motief van een schurk Misschien lijkt de eerste betekenis die Van Dale geeft het meest op de associatie die je bij deze schrijfterm hebt. In misdaadverhalen speelt het motief dat schurken of vermeende daders hebben vaak een belangrijke rol. Het motief van een schurk is de beweegreden van die persoon, de reden dat het personage zich op een bepaalde manier gedraagt en bijvoorbeeld iemand vermoord heeft. Het motief is vaak een gebeurtenis in het verleden, in combinatie met het karakter van dat personage. De rest van het artikel lezen? Ga naar bit.ly/schrijfwoordenboek
6 | Schrijven Magazine 05 2019
CAROLINA TRUJILLO
Schrijfwoordenboek: motief
5 schrijftips voor suspension of disbelief
Help je lezers dromen Je hebt een mooi verhaal bedacht. Al voordat je begint met schrijven, zie je voor je in welke omgeving je personages zich bewegen en welke belangrijke gebeurtenissen ze zullen meemaken. Het is fijn als je verhaal voor jezelf tot leven komt. Maar hoe neem je een lezer ook mee in het verhaal? Met andere woorden: hoe laat je de lezer geloven dat de wereld die je in je verhaal creëert ‘echt’ is? Om te begrijpen hoe je dit doet, is het belangrijk dat je je kunt verplaatsen in de lezer.
criticus Samuel Taylor Coleridge introduceerde deze term in het jaar 1817. Jouw taak als schrijver is om de lezer mee te nemen naar de wereld van jouw verhaal. Help de lezer om het besef dat het verhaal een verbeelding is op de achtergrond te houden: de lezer wil niet uit de ‘droom’ worden gehaald. De vijf onderstaande tips helpen je om het disbelief (het ongeloof van de lezer) te verzwakken, of, als je de lezer wil ‘pesten’, juist te versterken.
Wat is suspension of disbelief? Een lezer weet dat de wereld van het verhaal gebaseerd is op jouw verbeelding als schrijver en op zijn of haar eigen verbeelding, dus niet op gebeurtenissen en (natuur-)wetten uit de wereld van de lezer zelf. Hij of zij gelooft je verhaal dus in principe niet. Om op te gaan in het verhaal probeert de lezer zijn of haar ongeloof naar de achtergrond te verplaatsen. Een Engelse term hiervoor is willing suspension of disbelief, het uitstel van ongeloof bij de lezer. De Britse dichter en literatuur-
1. Houd het verhaal overtuigend Je lezers willen graag opgaan in je verhaal. Je hoeft ze dus niet te dwingen: kom ze tegemoet. Houd je aan de regels die binnen de wereld van het verhaal gelden en maak ontwikkelingen van personages geloofwaardig. Als een personage bijvoorbeeld na jaren van het criminele pad afraakt, zorg dan voor een ingrijpende gebeurtenis of een ingrijpend inzicht bij dat personage. Laat zien wat de oorzaak is van een verandering bij het personage.
De rest van de tips kun je lezen op bit.ly/suspensionofdisbelief
Column Jowi Schmitz
Blog DOOR ROB STEIJGER
Boeken lezen versus tv-kijken Ik kijk al jaren geen tv, heb geen Netflix en huur maar heel af en toe een dvd (die ik dan meestal na tien minuten weer afzet). Tel daarbij op dat mijn inkomsten afhankelijk zijn van mensen die boeken lezen – boeken kópen – en je zou kunnen stellen dat ik niet de juiste persoon ben voor het aanvoeren van argumenten om eerder een boek open te slaan dan een film of serie te kijken. Toch ga ik een gooi doen. Tien mensen die dezelfde film of serie kijken, zien exact dezelfde beelden. Tien mensen die dezelfde roman of thriller lezen, zien ieder andere beelden. Een boek is daarmee persoonlijker en individueler: je bouwt tijdens het lezen je eigen wereld op in plaats van dat deze voor je wordt opgebouwd door die hele reut mensen op de aftiteling van een film (waarmee ik hun werk overigens niet wil bagatelliseren). Een roman of thriller is tevens persoonlijker omdat het een interpretatie verlangt, vooral als er veel geshowd wordt en weinig uitgelegd, zoals het een goed geschreven verhaal betaamt. Dan gaat het voor alle duidelijkheid niet om de ‘juiste’ interpretatie – ‘Wat bedoelde de schrijver met…’ – maar enkel dat je de ruimte krijgt om te interpreteren. Dát is naar mijn mening een van de verrijkingen van een boek. Maar in veel films wordt (tenzij het een Woody Allen-film met voice-over betreft) de kijker iets onthouden; iets wat de wáre interpretatie van een personage prijsgeeft, los van wat hij of zij zegt – namelijk zijn of haar gedachten. Zijn of haar ware intenties. De hele blog over lezen versus tv-kijken lees je hier: bit.ly/boekvstvbit.ly/goedbeginblog
Proosten Oma leeft. In een vorige column was ze namelijk dood, maar dat trok ik niet. En het fijne is; het werkt. Met levende oma werkt dit verhaal ook, dat is de magie van het schrijven: ik verzin het, daarna is het voor altijd waar, logisch zelfs, natuurlijk leeft ze, ze leefde altijd al. Voor altijd in de boerderij van mijn jeugd gebeiteld, samen met die knoestige opa en twee dappere jongetjes. Voorjaar 2020 verschijnt Beste broers. Het is langs de strenge ogen van mijn redacteur gegaan, tien keer terug gestuiterd, maar nu dan toch door. Lees dat boek, laat me weten wat jullie vinden, want dan leeft het nog meer. En dat is niet alleen maar reclame omdat ik hier toevallig reclame kan maken. Ik las van een goeie schrijfster, prijzen en al, die was gestopt met fictie omdat je er niet van kunt leven. Dat is nogal een probleem de laatste tijd. Het lezen loopt terug en opeens sta je daar met een ambacht, een kúnst, die niks oplevert. Dan kun je stoppen en iets gaan doen wat wél geld oplevert, of je doet het ‘erbij’. Waardoor je ambacht een hobby wordt, wat pijn doet, als het je beroep was. Of je steekt nog even je kop in een bak fantasie en schrijft een zo goed mogelijk verhaal.
Dus ik verzin acht mensen die ik met dit boek ga raken.
Als Beste broers in de boekwinkel ligt, ga ik het kopen, zelfs al ken ik het al. Zet ik het op tafel om de waarheid eens goed onder ogen te zien. Ik schenk ons een glas Bacardi-cola in en we proosten. Dan stel ik de vraag: heeft dit zin? Even los van het geld; met hoeveel lezers heeft een verhaal zin? Acht, zei Philip Roth een keer. Dus ik verzin acht mensen die ik met dit boek ga raken. Misschien negen. 100.000 mag ook. Ik mompel nog iets over geld verdienen, maar daar blijkt mijn boek geen verstand van te hebben. Heeft dit zin? Mijn boek heeft inmiddels zijn Bacardi-cola op en wenkt me. Ik buig me voorover, het boek boert in mijn oor en giechelt – het blijft een kinderboek. Maar dan hoor ik een stemmetje uit de bladzijdes opstijgen, heel zachtjes, heel eigen. Het stemmetje fluistert: ‘Echwel.’ Jowi Schmitz is schrijfster en schrijfdocente bij de Schrijversacademie.
05 2019 Schrijven Magazine | 7
STIJL
PATRIC BOLGER
Verrassende dialogen schrijven Sommigen zijn in de wieg gelegd om dialogen te schrijven, bij anderen voel je dat het moeite kost. Dankzij onderstaande tips kan je variëren en verrassen. Door Kathy Mathys
Sally Rooney
E
en van de succesvolste romans van de afgelopen tijd was Sally Rooneys Normale mensen. Vooral de dialogen kregen veel lof. Een fragment: ‘Als ze beneden haar jas van het haakje neemt, komt haar broer Alan uit de woonkamer. Waar ga jij heen? vraagt hij. Uit. Waarnaartoe? Ze steekt haar armen in de mouwen van haar jas en trekt de kraag recht. Ze begint zenuwachtig te worden en hoopt dat haar zwijgzaamheid brutaal en niet onzeker aandoet. Eindje lopen, zegt ze. Alan gaat voor de deur staan. Ik weet dat je niet met vrienden hebt afgesproken, zegt hij. Want die heb je niet, hè? Nee. Ze glimlacht, een onbewogen lachje, in de hoop dat dat gebaar van onderwerping hem tevredenstelt, zodat hij bij de voordeur weggaat. Maar hij vraagt: Waarom doe je dat? Wat? vraagt ze.
8 | Schrijven Magazine 05 2019
Dat rare lachje? Hij doet haar na, vertrekt zijn gezicht tot een lelijke grijns met ontblote tanden.’
spreekt. Toch heb je een vermoeden van wat er gezegd wordt aan de andere kant van de lijn. Heel knap gedaan.
Merk op dat de schrijfster, of beter de uitgever van de Nederlandse vertaling, geen aanhalingstekens gebruikt om de dialooglijnen weer te geven. Toch is alles helder, je weet wanneer wie aan het woord is. Deze dialoog biedt een mix van gesproken citaten, handelingen en gedachten van de personages. Je weet ook waar de personages zich bevinden in de ruimte. Een schoolvoorbeeld van een goeie dialoog dus. Eenvoudig en naturel. Wanneer je aan een roman of langer verhaal werkt, kan het interessant zijn om af en toe te spelen met de dialogen. Er zijn een paar manieren om hierin te variëren.
2
1
De dialooglijnen van een van de sprekers weglaten
Telefoongesprekken zijn ontzettend lastig om weer te geven. Slechts bij een van de personages kan je de omrin-
Citeren zonder aan te duiden wie wat zegt
gende ruimte beschrijven. Het is slim om deze gesprekken zo kort mogelijk te houden, zoals Arjen van Veelen dat doet in Aantekeningen over het verplaatsen van obelisken. Hij geeft de antwoorden niet weer: ‘Azuurblauw. Wat dacht jij, lief. Alles as advertized. En verder vooral heel erg veel flats hoor, dat zeiden ze er dan weer niet bij. En de pokkenherrie van het verkeer als ik de balkondeur openhoud want het is behoorlijk...’ ‘Ja, een upgrade. De honeymoonsuite, je gelooft het niet, ik...’ ‘Ah, oké, snap ik, snap ik. Oh, maar even nog, hoe gaat het met Amy? Miauwt ze nog zoals gister... Eergister?’ De schrijver geeft enkel de zinnen weer die de man uit-
Deze truc kan je natuurlijk niet altijd toepassen. Meestal is het wel degelijk belangrijk wie wat zegt. In de jeugdroman Brei met mij van Evelien De Vlieger komt een meisje van zestien de woonkamer binnen. Er is bezoek, iedereen vuurt vragen op haar af. Het is niet belangrijk wie spreekt: ‘Zestien al!’ ‘Wat zijn je plannen?’ ‘Wat wil je worden?’ ‘Waar ben je mee bezig?’
3
Dialooglijnen opnemen in stukken vertelde tekst Dialogen kunnen langdradig zijn, je hoeft echt niet altijd alles te vertellen. Kijk hoe Diane Setterfield dat doet in Er was eens een rivier: ‘Terwijl Ben hijgend en
VAN DALE-TAALTIPS Welke taalkwestie wil jij in deze rubriek behandeld zien? Mail je vraag naar: redactie@schrijvenonline.org
kreunend op de oever zat, liep Armstrong terug naar de hoofdstraat, waar hij bij de bakker drie broodjes kocht. Hij keerde weer om en gaf er twee aan Ben (‘Vooruit, zorg dat er wat in je maag komt’) en at de andere zelf op.’
4
Letterlijke citaten afwisselen met parafraseringen
Wanneer je parafraseert citeer je een personage niet rechtstreeks. Hieronder doet Kathleen Vereecken dit in Alles komt goed, altijd. De eerste regel wordt letterlijk geciteerd, de rest geparafraseerd: ‘“Misschien moeten we toch aan vluchten denken,” zei moeder op een keer. Gewoon, tijdelijk, niet langer dan een paar maanden. Tot de oorlog voorbij zou zijn. Tot de soldaten weer weg zouden zijn en alles normaal werd.’
5
Dialooglijnen opnemen in gedachtestromen van het personage
In Mannen in mijn situatie heeft Per Petterson een bijzondere manier om de dialogen weer te geven. Ze maken deel uit van de gedachtestromen van de verteller: ‘Ik lees, zei ik en ze zei, ja, maar je kunt toch ook thuis lezen, je kunt toch ook op de bank zitten. Nee, zei ik. Dat gaat niet. Gaat dat niet, zei ze en ik zei, nee, dat gaat niet.’ Het doet wat vreemd aan, zo zonder aanhalingstekens. Toch is dit fragment goed te volgen.
Kanaal, vaart, diep, gracht … en horizonvervuiling Hans de Groot is redacteur en corrigeert voor literaire uitgeverijen manuscripten. Wat komt hij zoal tegen? Deze keer: woordenrijkdom en -armoede. Waar je veel van hebt, daar heb je veel woorden voor. Dat is misschien wel een conclusie die je kunt trekken als je verschillende talen met elkaar vergelijkt. Er wordt altijd gezegd dat talen van volken die in het noorden wonen veel meer woorden hebben voor sneeuw en ijs, terwijl volken in het tropische oerwoud juist veel meer woorden tot hun beschikking hebben voor allerlei schakeringen groen. Uit eigen ervaring (een jaartje in Zweden) weet ik in elk geval dat er sneeuw bestaat die op het punt staat te smelten en die daarom zwaar wordt, zodat de dennentakken waarop die sneeuw ligt, doorbuigen: blötsnö. En het is inderdaad zo dat het Nederlands een rijke flora aan woorden heeft voor waar wij veel van hebben: gegraven waterwegen, zoals kanaal, vaart, diep, gracht ... Dat hebben andere talen weer niet. De grachten van Amsterdam heten in het Engels en het Frans bijvoorbeeld simpelweg canal.
Overigens geldt ook: waar je niet veel van hebt, daar heb je vaak geen woorden voor. In vertaalwoordenboeken zijn die woorden te herkennen aan het feit dat er geen vertaling bij het woord staat, maar een langere omschrijving. Een mooi voorbeeld is het Nederlandse woord horizonvervuiling. Wij hebben als plat land heel veel horizon en omdat het land ook dichtbevolkt is, zijn aan die horizon al snel flatgebouwen, hoogspanningsleidingen en andere ontsierende elementen te zien. Andere landen zijn minder plat, en dunner bevolkt, en daar is niemand ooit op het idee gekomen om een woord te bedenken voor dit verschijnsel. Een van de leuke dingen van het leren van een vreemde taal is dat je dit soort verschillen ontdekt. Je komt dus niet alleen in aanraking met een nieuwe taal, maar je leert ook iets over je eigen taal en cultuur.
Kathy Mathys is schrijver, literair journalist en docent creatief schrijven. www.kathymathys.nl
05 2019 Schrijven Magazine | 9
DE SPECIALIST
Rutger Pontzen (62) is redacteur en kunstcriticus bij de Volkskrant. Vier jaar geleden debuteerde hij met de roman Nu ik, die begint op de eerste bladzijde en bestaat uit één lange zin, waarin de verteller terugblikt op de noodlottige gebeurtenissen binnen zijn familie. Een roman die bestaat uit een monoloog van één zin – een bijzonderheid in de Nederlandse literatuur. Pontzen werkt op dit moment aan zijn tweede roman.
‘I
k ken het schrijversprincipe “show, don’t tell” natuurlijk wel, maar ik kan eigenlijk niks met zulke literair-technische terminologie en heb er dus ook geen rekening mee gehouden. Mijn debuutroman Nu ik is eerder “tell, don’t show”: het boek bestaat uit één lange zin, die eindigt op pagina 272. Tijdens mijn vakantie stond ik op een nacht op, ik ging op de rand van het bad zitten en schreef ineens driehonderd woorden achter elkaar, zonder punt. Euforisch was ik; deze vorm paste als een handschoen waarnaar ik lang had gezocht. Het was zo knettergek en zo’n conceptueel sterk uitgangspunt, dat ik het niet zomaar naast me neer kon leggen. Een jaar of twee lang werkte ik elke dag een tot anderhalf uur voordat ik naar mijn werk ging aan mijn boek: alles wat in mij opkwam schreef ik puntloos op, pagina’s lang. Alleen maar fragmenten. Er was nog geen verhaal; dat moest ik nog bedenken. Terwijl andere mensen vaak
beginnen met een plot of een hoofdpersonage, ontdekte ik dat een roman dus ook kan beginnen met alleen maar een vorm. Stijl kan de motor zijn voor een boek.
Een grote inspiratiebron voor mij waren brievenboeken, gebundelde brieven zoals Brieven aan Josine M. van Ge-
10 | Schrijven Magazine 05 2019
Bij het schrijven van een boek komen duizend en een dingen kijken, van sterke personages neerzetten tot een goede grap maken. In de serie De specialist gaan schrijvers tot in detail in op een aspect waarin zij uitblinken.
Voelen, denken, schrijven RUTGER PONTZEN tart het ‘show, don’t tell’-adagium.
Door Vivian de Gier en Marc Brester
rard Reve, de brieven van Louis-Ferdinand Céline of de briefwisseling tussen Gustave Flaubert en George Sand. Met name één citaat dat Flaubert aanhaalde, een uitspraak van Georges-Louis Leclerc de Buffon – van wie ik nog nooit had gehoord –, maakte op mij een verpletterende indruk: “Goed schrijven is tegelijk goed denken, goed voelen en goed weergeven. Het is terzelfder tijd geest, ziel en smaak hebben.” Goed schrijven is niet alleen maar goed schrijven; je moet als het ware al voelend denken. Eerst zo precies mogelijk het gevoel oproepen, pas daarna begint het schrijven zelf en probeer je daar woorden aan te geven.
Aan dit principe – voelen, denken, schrijven – heb ik veel meer gehad dan aan het adagium “show, don’t tell”. Mijn boek ging over een aantal dingen uit mijn verleden. Elke ochtend probeerde ik de scène waar ik op dat moment mee bezig was, te herbeleven. Wat was de crux van de ene fietstocht met mijn broer? Dat bepaalde sterfgeval in mijn familie? Of die zomer dat ik dacht Picasso te zijn? Ik vind het nogal wat om te zeggen dat ik de droesem van mijn eigen geest heb willen onderzoeken, maar ik heb wel een poging gewaagd. Je moet alles wat in je opborrelt een kans geven om wortel te kunnen schieten. Dat begint
ermee dat je jezelf en elke inval die je hebt, serieus moet nemen. Het geschrevene kritisch de maat nemen en alles laten afvallen wat overbodig of niet goed genoeg is, komt pas in de fase daarna.
Ondanks de vorm van één lange zin waren er maar weinig situaties die moeilijk waren om te beschrijven. Mijn roman heeft een hoofdpersoon die pratend denkt en denkend praat. Daardoor zit er een ander soort logica in de tekst, namelijk de logica van een denkend, pratend mens, waardoor uitspraken, overdenkingen en waarnemingen door elkaar heen kunnen lopen. Dat gaf een bepaalde vrijheid. Voorwaarde is wel dat de vorm de inhoud stuurt in plaats van andersom. Als ik het hele verhaal al in
mijn hoofd had gehad en dat in één zin had willen gieten, was ik beslist in de problemen gekomen. En als ik had gedacht: er moet een dialoog in tussen die en die persoon, was ik daar waarschijnlijk ook niet uit gekomen. Maar uit dat eerste fragment is de rest van het verhaal voortgevloeid. Als je op die manier schrijft, leidt het ene woord of zinsdeel naar het volgende. Dat gaat organisch.
Natuurlijk heb ik achteraf veel geschrapt: stukken die niet lekker liepen of waar ik te lang bleef dooremmeren. In het begin vroeg ik me bijvoorbeeld af
waarom ik nou juist in deze stijl schreef, en dat schreef ik vervolgens óók weer op – dat metaniveau is eruit verdwenen. Driekwart van mijn oorspronkelijke manuscript heeft het boek niet gehaald, al was het oorspronkelijk allemaal onderdeel van dezelfde woordenstroom. Een boek draait om urgentie: alles wat erin gebeurt, heeft een bepaalde noodzaak nodig en moet gevolgen hebben voor de hoofdfiguur, anders is het verhaal slechts een opsomming van anekdotes. Niet dat ik de anarchist wil uithangen, maar je kunt dus prima een boek schrijven zonder het principe “show, don’t tell” toe te passen. Laat jezelf niet in je vrijheid beperken door allerlei regels. Ik was 55 toen ik die eerste zin
schreef en 58 toen het boek verscheen. Niet echt een leeftijd om te debuteren, maar ook daar heb ik verder niet over nagedacht. Wat maakt het uit? Ik was al langer aantekeningen aan het maken om een boek te schrijven, en toen ik die achteraf teruglas, zag ik trouwens dat ik al vaker had genoteerd: “Lange zinnen schrijven.” Blijkbaar was ik daar in mijn hoofd dus al eerder mee bezig geweest, maar had ik dat niet in de gaten totdat ik het daadwerkelijk ging doen. En dan is het een revelatie om ineens je eigen stem te horen en te weten: ja, dit is het.’
05 2019 Schrijven Magazine | 11
MARC BRESTER
DE SPECIALIST
KLASSIEKE SCHRIJFBOEKEN In deze serie behandelen we de klassiekers onder de schrijfboeken. Wat is de kern van de aanpak? Welke schrijftips en -oefeningen staan erin? Wat heb je er als hedendaagse schrijver aan?
Stephen Kings schrijftips zijn nog steeds actueel
‘Schrijf zoals je denkt’
Door Frank Noë
12 | Schrijven Magazine 05 2019
FOSSIEL & KING MET GITAAR
De afgelopen maanden twitterde de bestsellerauteur Stephen King hartstochtelijk tegen Donald Trump. Kings tamelijk machteloze tirade deed de redactie terugverlangen naar zijn geweldige schrijfboek: Over leven en schrijven. ‘Wie wil schrijven, doet er goed aan dit boek te lezen,’ schreef Het Parool erover. En dat klopt helemaal.
KLASSIEKE SCHRIJFBOEKEN
V
an Stephen King zijn meer dan 350 miljoen boeken verkocht. Hij schreef ruim vijftig titels, bijna allemaal bestsellers. Hoe doet hij dat? Daarover schreef hij een eigenzinnig, vakkundig en inspirerend boek. De eerste honderd pagina’s van het boek gaan over Kings leven. Zijn jeugd vol armoede, de drang om te schrijven, zijn verslaving en de moeizame weg omhoog. Zijn moeder en later zijn vrouw waren krachtige figuren die hem op het juiste moment een duw in de goede richting hebben gegeven. Zonder die hulp had King het waarschijnlijk niet gered. Dat deel van het boek moet je zeker lezen, maar hier gaan we vooral in op het tweede deel van het boek: over schrijven. Kings schrijftips verschenen bijna twintig jaar geleden, maar ze zijn nog steeds actueel en voor alle hedendaagse aspirant-schrijvers toepasbaar. Kings schrijftips zijn een pleidooi voor helder schrijven. Een selectie.
Over woordkeuze ‘Gebruik het eerste woord dat je te binnen schiet, mits het gepast en kleurrijk is.’ King bedoelt dit letterlijk. Schrijf gewoon de zin zoals die als eerste in je opkomt. En test dan of het gepast en kleurrijk is en schrijf daarna door. Ga dus niet zoeken naar alternatieven, naar preciezere omschrijvingen of meer verheven woorden: schrijf zoals je denkt.
Over actief en passief ‘Je moet de passieve vorm vermijden.’ Je hebt actieve en passieve zinnen. Bij een actieve zin doet het onderwerp van de zin iets. Bij een passieve zin wordt iets met het onderwerp van de zin gedaan. Passief: De vlinder wordt door Sharon gevangen. Actief: Sharon vangt de vlinder. King adviseert om je tekst consequent te checken op onnodig gebruik van de
passieve vorm.
Over bijwoorden ‘Het bijwoord is niet je vriend.’ Bijwoorden zijn woorden die werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of andere bijwoorden nader bepalen. Net als passieve zinnen lijken bijwoorden volgens King te zijn gecreëerd met het oog op de timide schrijver. Bijwoord: Hij deed de deur stevig dicht. Sterker is: Hij gooide de deur dicht. King: ‘Bijwoorden zijn net paardenbloemen. Als je er een op je gazon hebt, is hij mooi en uniek. Maar als je hem niet uit de grond trekt, heb je er de volgende dag vijf… en de dag erna vijftig.’
Over dialoogattributie ‘Ik sta erop dat bijwoorden in dialoogattributie slechts zelden worden gebruikt.’ Dit dialoogje, bijvoorbeeld: ‘Kijk uit,’ schreeuwde ze. ‘Ik zit vast,’ antwoordde hij. ‘Muurvast.’ ‘Pak het mes,’ riep ze. En vergelijk dat hiermee: ‘Kijk uit,’ schreeuwde ze dreigend. ‘Ik zit vast,’ antwoordde hij angstig. ‘Muurvast.’ ‘Pak het mes,’ riep ze wanhopig. De drie laatste zinnen zijn zwakker dan de drie eerste. De perfecte dialoogattributies zijn volgens King het simpele: ‘zei hij’ en ‘zei zij’. King heeft ook een gruwelijke hekel aan dit soort varianten: ‘Blijf me altijd kussen,’ verzuchtte Sharon. ‘Jij verrekte pestkop!’ beet Bill haar toe.
Over wat je kent ‘Schrijf wat je wilt, en blaas het dan leven in en maak het uniek door je eigen persoonlijke kennis van leven, vriendschap, relaties, enzovoort, aan het verhaal toe te voegen. Vooral je werk. Mensen lezen graag over werken.’ King stelt dat als je een loodgieter bent die van sciencefiction houdt, je kunt
overwegen om een roman te schrijven over een loodgieter aan boord van een ruimteschip of op een buitenaardse planeet. En hij geeft als voorbeeld John Grisham die doorbrak met Advocaat van de duivel (The Firm), over een jonge advocaat die erachter komt dat hij voor de maffia werkt. Grisham kon dat overtuigend schrijven, omdat hij zelf advocaat is geweest (al werkte hij niet voor de maffia). Daardoor kon hij het morele dilemma veel beter beschrijven dan iemand die geen advocaat is geweest. King: ‘Wat jíj weet, maakt jou op een andere manier uniek. Wees moedig. Breng de positie van de vijand in kaart, kom terug en vertel ons alles wat je weet. En bedenk dat loodgieters in de ruimte niet zo’n slecht uitgangspunt voor een verhaal zijn.’
Over de eerste versie ‘De eerste versie van een boek – zelfs een lang boek – mag niet meer dan drie maanden in beslag mag nemen, de duur van een seizoen. Duurt het langer, dan begint het verhaal – in elk geval voor mij – iets te worden wat van buiten mijn wereld komt.’ King schrijft elke dag 2000 woorden. Zeven dagen per week. Alleen onder heel uitzonderlijke omstandigheden staat hij zichzelf toe om te stoppen voordat hij zijn dagelijkse 2000 woorden heeft geschreven. In drie maanden tijd schrijft King dus een eerste versie van zo’n honderdtachtigduizend woorden.
Over je werkomgeving ‘De belangrijkste factor voor een regelmatige productie is een rustige werkomgeving. Zelfs voor een schrijver die van nature erg productief is, valt het niet mee om in een omgeving te werken waar afleiding en verstoring eerder regel dan uitzondering zijn.’ Als ze King naar ‘het geheim van mijn succes’ vragen, zegt hij altijd dat er twee geheimen zijn: hij bleef lichamelijk gezond (tenminste, tot hij in 1999 aangereden werd door een auto) en hij >
05 2019 Schrijven Magazine | 13
Judith Visser geeft in deze serie een persoonlijk inkijkje in haar leven als schrijver
Lezen met je ogen dicht Ik heb het plezier van luisterboeken ontdekt! Jarenlang wilde ik het niet proberen, een boek moet je immers lézen, en hoe irritant zou het wel niet zijn om de hele tijd naar een stem te moeten luisteren, die altijd net iets te snel of te langzaam praat, of de klemtoon verkeerd legt, of de intonatie verpest, of een irritant accent heeft, of… Toch gaf ik het een kans. En jongens, wat ben ik daar blij om! Ineens is het mogelijk om te “lezen” tijdens het koken, of onder de douche (lang leve waterdichte bluetooth-speakertjes!) of wanneer het niet lukt om te slapen maar je geen licht aan wilt doen. Dankzij de luisterboeken-app op mijn telefoon beleef ik bijna drie keer zoveel boeken als toen ik verhalen alleen nog met mijn ogen las. Wat een verrijking! Natuurlijk is niet elk boek even goed ingesproken. Bij klassiekers heb je gelukkig vaak de keuze uit verschillende varianten van hetzelfde boek, maar bij de nieuwere boeken niet. Dan is het een kwestie van doorzetten en uiteindelijk tóch wennen aan de stem, of ermee stoppen en op papier verder lezen in de betreffende roman.
haal ten gehore brengt is toch even slikken. Dat ligt niet aan de betreffende stemacteur, maar simpelweg aan het feit dat niemand behalve jijzelf precies weet hoe een bepaald personage moet klinken of hoe je elk woord bedoeld hebt. Voor mij was het lastig om te horen hoe iemand daar een eigen draai aan gaf. Ik heb het na vijf minuten weggedrukt en nam me voor nooit meer naar audiobewerkingen van mijn eigen boeken te luisteren.
Ineens is het mogelijk om te “lezen” tijdens het koken.
Je kunt als schrijver natuurlijk ook zélf je luisterboeken inspreken. Ik deed dat jaren geleden met mijn eerste twee romans. Toen waren er nog geen apps, en verschenen audioboeken (meestal ingekort) op cd’s. Ik kwam er toen al snel achter dat inspreken echt een vak apart Wat je als schrijver echter níet moet doen, is op een van je eigen titels is en dat ik er niet geschikt voor ben. Des te groter is mijn waardering voor diegenen die dat wél zijn, en die het zo prachtig doen. Ja, ik ben klikken. Ja, natuurlijk is het fijn als ook jouw boek in het aanbod is opgenomen, maar daadwerkelijk aanhoren hoe een ander jouw ver- fan. Lezen met je ogen dicht, het kán!
Creatief Schrijven Iets voor jou? Volg een proefles zaterdag 19 oktober 12.00 - 13.30 uur Kom naar Rotterdam voor een cursus: Schrijven, dans, muziek, theater, beeldende kunst, fotografie & media, of mode & design.
St septart in em 201 ber 9
Meer informatie en aanmelden: www.queridoacademie.nl/kennismaken Querido Academie Weteringschans 259, Amsterdam – 020 760 7249
KLASSIEKE SCHRIJFBOEKEN
Over leven en schrijven
Uitgegeven door Luitingh-Sijthoff Vertaald door: Hugo en Nienke Kuipers
bleef getrouwd. Rust en regelmaat zijn vrienden van de schrijver, aldus King.
Over plot ‘Ik wantrouw plots om twee redenen. Ten eerste omdat ons leven grotendeels plotloos is, zelfs wanneer je al onze voorzorgsmaatregelen en zorgvuldige planning meerekent. En ten tweede omdat ik geloof dat het bedenken van een plot en de spontaniteit van echt creëren niet samengaan. Wat het maken van verhalen betreft, is het mijn stellige overtuiging dat ze min of meer zichzelf maken. Het is de taak van de schrijver ze een plaats te geven waar ze kunnen groeien (en natuurlijk, ze onder woorden te brengen).’ Verhalen zijn volgens King gevonden dingen, een soort fossielen in de grond. Plot is volgens hem het laatste redmiddel van de schrijver, en de eerste keus van fantasieloze mensen. King werkt vanuit intuïtie, zijn boeken zijn gebaseerd op situaties in plaats van vooraf bedachte verhalen.
Over het fossiel King viel in de jaren tachtig in slaap in een vliegtuig en toen hij wakker werd
Rust en regelmaat zijn vrienden van de schrijver, aldus King, het bijwoord niet. had hij een gedroomd verhaalidee: een populaire schrijver valt in handen van een psychotische fan op een afgelegen boerderij, waar de fan een varken houdt met de naam Misery – naar een hoofdpersoon uit een boek van de gevangen schrijver. King: ‘Ik hoef een verhaal niet te kennen om te beginnen met werken. Ik had het fossiel gevonden. De rest, wist ik, was alleen een kwestie van zorgvuldige opgraving.’ King werkt dus niet met een synopsis en een notitieboekje vol aantekeningen over personages. Liever start hij met een verhaalkern zoals Misery. Details volgen daarna bijna als vanzelf en ze verrassen King telkens. Het uiteindelijke boek is veel complexer en gelaagder dan hij aanvankelijk kon vermoeden. King: ‘Geen van die details en incidenten kwam voort uit een plot. Ze waren organisch, ontstonden vanzelf uit de beginsituatie, waren elk een blootgelegd deel van het fossiel.’
Over personages ‘Je moet ook niet vergeten dat in het echte leven niemand ‘de schurk’ of ‘de beste vriend’ of ‘de hoer met het hart van goud’ is. In het echte leven beschouwen we allemaal onszelf als de hoofdpersoon, degene om wie het draait, en de camera is op óns gericht.’ King laat een personage in zijn verhalen ontstaan. Ze krijgen vorm vanuit de beginsituatie waarin hij ze plaatst en ze groeien in de loop van het schrijfproces. Het verhaal is de baas, de schrijver is de notulist.
Over onderzoek doen ‘Als je echt onderzoek moet doen omdat delen van je verhaal te maken hebben met dingen waarover je weinig of niets weet, moet je niet vergeten
waar onderzoek thuishoort: zo ver op de achtergrond als je het kunt krijgen.’ Het verhaal moet volgens King voorop staan en wie zich verliest in allerlei passages met feitelijke informatie verliest de lezer.
Over feedback Hoeveel versies maak je? King heeft weer een heel duidelijk advies: twee versies en daarna nog wat bijschaven. De eerste versie maak je zonder na te denken over de buitenwereld, zonder feedback van vrienden, het is de versie van alleen het verhaal. Als die eerste versie af is laat je die rusten, net als brooddeeg. King adviseert om na een paar dagen door te gaan aan een ander schrijfproject, een novelle of kort verhaal. Minstens zes weken. Pas als je helemaal los bent gekomen van je oorspronkelijke verhaal, ga je er weer mee aan de slag. Je moet echt afstand hebben genomen van je manuscript. Dan ga je er in een ruk doorheen en noteer je alles wat niet klopt. Door de afstand zie je kleine en grote tekortkomingen. Is het verhaal logisch? Hoe kan het duidelijker? Wat is het thema? Wat blijft er hangen bij de lezer? Daarna laat King zijn verhaal lezen door een kleine groep meelezers. ‘Uiteindelijk luister ik het meest naar Tabby [zijn vrouw], omdat zij degene is voor wie ik schrijf.’
Stephen King (1947) schreef onder meer: The Shawshank Redemption, The Green Mile, Carrie, IT, The Shining. Hij verkocht meer dan 350 miljoen boeken, maar het meeste verdiende hij met de verkoop van de filmrechten. Volgens Forbes is hij een van de best verdienende schrijvers ter wereld – samen met J.K. Rowling en Dan Brown.
05 2019 Schrijven Magazine | 15
Selfpublishing
UITGEVEN IN EIGEN BEHEER
De zelfuitgever als nieuwe schrijverssoort Het lijkt soms onmogelijk geworden om een geschikte uitgever te vinden. Boekhandels en uitgeverijen hebben het zwaar. Soms worden boeken aangekondigd en alsnog teruggetrokken... Auteurs voelen zich genoopt om hun eigen promotie en marketing te doen om genoeg lezers te vinden. Uit deze ontwikkelingen is een nieuw soort schrijver ontstaan: de zelfpublicerende auteur. Hoe je zoiets aanpakt, lees je in Publiceer jezelf! - Maak je zichtbaar van schrijfster/zelfuitgever Nanda Roep. Door Nanda Roep
I
n de zomer van 2010 was ik de eerste die bij het Centraal Boekhuis het gloednieuwe abonnement voor kleine uitgevers afsloot: CB Compact. Na twaalf mooie jaren bij meerdere gevestigde uitgevers, besloot ik om voortaan mijzelf te publiceren. Wat was mijn reden hiervoor? Er zijn dagen geweest waarop ik niet wist wat mij in vredesnaam had bezield – was ik overwerkt, burn-out of te veeleisend geweest? Er waren ook dagen waarop ik moeiteloos tien redenen kon aanwijzen waarom ik voor mezelf moest starten. Het
16 | Schrijven Magazine 05 2019
ging om passie, ruimte voor creativiteit en het ging over mijn wensen om leesplezier te stimuleren. Ik wilde me, kort gezegd, breder ontwikkelen en dat lukte niet binnen de muren van de gevestigde uitgeefhuizen. Dankzij de digitalisering was het betaalbaar geworden om mijn eigen boeken landelijk te verspreiden. Dankzij Facebook en Twitter kreeg ik de kans om contact met mijn lezers te houden. Dus ja, ik ademde diep in en ik waagde de sprong ... Na tien jaar balanceren tussen slagen of mislukken, werd mij duidelijk dat iets
wat zo lang bestaat, geen mislukking meer kan worden. Er zijn voldoende uitgeverijen die een korter leven waren beschoren. Dus kijk ik tevreden terug en ik zie periodes van wanhoop en triomf. Het handboek Publiceer jezelf! heb ik opgedeeld in drie delen: produceer je boek, promoot je boek en verkoop het. Als ondertitel heb ik Maak je zichtbaar gekozen. Niet alleen omdat de ander jóu moet zien, maar ook omdat een zelfuitgever zichzélf anders gaat bekijken. In deze Schrijven Magazine deel ik met plezier een voorproefje.
Voorpublicatie ‘Publiceer jezelf! Maak je zichtbaar’ Moet je een bestsellerauteur zijn om zelf te publiceren? ‘Dit boek is nog maar nauwelijks gestart, maar je kunt al inschatten wat mijn antwoord hierop is: Nee! Je Hoeft Geen Bestsellerauteur Te Zijn. Toch noteer ik deze vraag apart, omdat het opvallend is hoe snel mensen over een bestseller beginnen – het zou je haast gaan irriteren. Een bestseller is een boek dat voor zoveel mogelijk mensen superlekker is. Het is een genot voor zowel de schrijver als de lezer als de uitgever en de winkelier – het geld rolt haast als vanzelf naar de bron. Natuurlijk wil iedereen een bestseller! Maar, het mag niet betekenen dat een kleine uitgave in een nichemarkt ineens waardeloos is. Dat zou de omgekeerde wereld zijn. Als alleen bestsellers mogen bestaan, zeg je dat ieder mens zo-
UITGEVEN IN EIGEN BEHEER
Thema
PETER VROON
lezen of hoog literair aangeslagen boeken met seksbeluste hoofdpersonen. Wij vrouwen mochten alleen thrillers en romantische feelgood schrijven of eveneens hoog literair aangeslagen boeken met impertinente sekservaringen. Ik chargeer, maar toch voel ik, met de krant in de hand, weleens de neiging om uit te roepen dat er méér is op de wereld. Laten we gerust feelgood lezen, plus thrillers en hoog literair aangeslagen werk vol seksuele escapades. Ik hou daar ook van, tuurlijk. Maar als we hiermee klaar zijn, keren we ons graag tot de voorraad genrecombinaties, geinige weetjes en schrijftechnische experimenten waar juist de zelfuitgever zijn tijd aan wijdt.’
Nanda Roep
Als zelfuitgever heb ik door schade en schande geleerd dat alleen het produceren van mijn boek niet voldoende is. Ik moet zorgen dat ik de lezers vind die interesse hebben in mijn boek; hoe kunnen ze anders weten dat het te koop is? Iedere zelfuitgever zal moeten proberen zijn toekomstige lezers te bereiken. Gelukkig is dat in deze tijden van social media prima te doen; er zijn verschillende mogelijkheden en zeker in het begin hoeft dat helemaal niets te kosten.
Zo maak je je boek bekend veel mogelijk hetzelfde moet zijn. Waar blijven de afwijkende verhalen waar het boekenvak zichzelf om roemt, de empathie die je leert via boeken, als het allemaal via commercieel succes moet gebeuren? In het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ zit besloten dat je geen onbekende werelden kunt ontdekken als die tegelijkertijd bij iedereen geliefd moeten zijn. Het ontdekken van nieuwe
leefwijzen, denkbeelden en uitheemse kooktechnieken, ik noem maar iets, is bij uitstek geschikt voor een kleinere markt. Een amper verkocht boek kan juist een gigantische impact hebben op één mensenleven. Mede om dit deel van het boekenaanbod veilig te stellen, is de zelfuitgever hard nodig. Als wij selfpublishers niet aan de slag gaan, zouden mannen binnen de kortste keren alleen nog thrillers mogen
‘Heeft jouw boek pas bestaansrecht wanneer het een bestseller wordt? Welnee, jouw boek is al van waarde zodra één iemand er beter van wordt! Desnoods ben jij zelf diegene, bijvoorbeeld door de opluchting of tevredenheid die jij ervaart nu het bestaat – ja, waarom niet. Boeken zijn bijzondere producten. Ze hevelen informatie over, maar ook emoties. Ze kunnen je gevoelsleven >
05 2019 Schrijven Magazine | 17
Selfpublishing
MANUSCRIPTBEOORDELING
verrijken en je mentale weerbaarheid versterken. Voor elke behoefte bestaat een boek. Het kan je kennis vergroten en misschien geeft het boek (bijvoorbeeld dit exemplaar) je een laatste zetje om te denken: dit kan ik ook. Sommige mensen laten hun zelfbeeld leunen op boeken, soms zelfs door te tellen hoeveel ze er hebben gelezen. Anderen hopen zichzelf door boeken geldelijk te verrijken. Boeken zijn, kortom, in elke situatie onze beste vriend, meer nog dan een hond – al kun je met een hond misschien beter knuffelen, maar dat terzijde. Nu jouw titel bestaat, wil je het kenbaar maken. De vraag is: aan wie? Eén van mijn meest belangrijke en emotionele boeken was de publicatie voor de 18e verjaardag van mijn dochter. Hierin zijn dagboekfragmenten verzameld die ik schreef in de drukte van mijn jonge gezin. Het laat mijn ontwikkeling zien van de jongedame die ik ooit was, jonge journaliste en startende schrijfster, verliefd, naar de zelfuitgeefster en de verantwoordelijke moeder die zich bekommert om de toekomst van haar kroost, inclusief de relationele problemen die je in ruim twintig jaar samenzijn tegenkomt. Het boek volgt mijn dochters (vroeg) geboorte en haar eerste woordjes. Haar schoolwissels, hobby’s en kinder- tot jeugdliefdes, het staat er allemaal in. Onze ruzies binnen het gezin, de geboorte van haar broertje, onze momenten van trots ... Dit boek, met de simpele titel Mijn meisje is het enige boek in mijn ruim twintigjarige carrière dat ik sniffend en huilend in elkaar heb gezet. Het publiek mag nooit groter zijn dan mijzelf en de drie anderen in mijn gezin: mijn man, dochter en zoon omdat het te privé is. Toch is het een dikke pil van bijna 400
18 | Schrijven Magazine 05 2019
pagina’s – netjes vormgegeven met hier en daar een afbeelding. De vraag of ieder boek een bestseller moet zijn, heb ik hiermee hopelijk weerlegd. Ook de eindopdracht van mijn marketingmodule heb ik redelijk recent in boekvorm gegoten. De docent (die mij dus een negen gaf :-) en ik zijn de enige twee in het hele land die een exemplaar bezitten. De emotionele dieptes van een klein project zijn soms niet te vergelijken met de wens tot massaverkoop. Een cadeauboek – voor familie, klanten of werknemers – kan bijvoorbeeld bekend worden gemaakt op een speciale bijeenkomst en daar worden uitgedeeld. Maar wanneer je meer lezers hoopt te verzamelen voor je eigen uitgave, zul je eraan moeten trekken. Dat kun je op verschillende manieren doen.’
Nanda Roep is sinds 1996 schrijfster. Eerst publiceerde zij ruim vijftig titels bij meerdere gevestigde uitgevers: kinderboeken (Leopold, Lemniscaat, Zwijsen e.a.) en romans (De Boekerij en Truth & Dare, dat later opging in Overamstel uitgevers). In november 2010 werd zij de eerste officiële ‘selfpublisher’ van Nederland. Als zelfuitgever publiceerde zij inmiddels 22 boeken, de helft van zichzelf en de andere helft werd geschreven door andere auteurs. Nu heeft zij tien jaar ervaring omgezet in het handboek Publiceer jezelf! - Maak je zichtbaar. Hierin vertelt Roep hoe zij van ‘slechts’ een auteur moest zien uit te groeien tot een ondernemende zelfuitgever. Ze deelt haar successen, maar ook de mislukkingen die haar soms veel geld kostten en ze strooit met tips. Roep zegt hierover: ‘Het idee achter dit boek is dat zelfpublicerende auteurs nu in twee uur tijd kunnen leren waar ik tien jaar over moest doen.’
Zelftest: uitgeven in eigen beheer of via een reguliere uitgever? Beantwoord deze vragen en je weet het! Je moet voor uitgeven in eigen beheer kiezen als je ‘ja’ antwoordt op een of meer van de volgende vragen: 1. Schrijf je in een specialistisch genre zoals fantasy, sciencefiction, romance, etc.? 2. Heb je al eerdere titels op je naam in een reeks of serie? 3. Schrijf je non-fictie en wil je je boek gebruiken als publiciteit voor je bedrijf of carrière? 4. Heb je een podium, bijvoorbeeld een grote groep Facebook-volgers? Het belangrijkste voordeel van uitgeven in eigen beheer is dat je volledige controle hebt over het project en dat je je boek snel op de markt kunt brengen. Je moet voor uitgeven via een traditionele uitgever kiezen als je ‘ja’ antwoordt op een of meer van de volgende vragen: 1. Wil je een zo breed mogelijke distributie, bijvoorbeeld een grotere kans om bij zoveel mogelijk boekwinkels te liggen? 2. Wil je een voorschot voordat het boek uitkomt? 3. Wil je gebruikmaken van de infrastructuur van een uitgeverij, zoals omslagontwerpers, binnenwerkvormgevers, correctoren, pr-medewerkers en marketeers? 4. Wil je het ‘kwaliteitsstempel’ en prestige van de merknaam van een uitgeverij? 5. Heb je een hoop geduld? (Deze route kost tijd!) Uitgeven via een traditionele uitgever heeft als voordeel dat je gebruik kunt maken van de uitgeverij-infrastructuur, waardoor je boek mogelijk een breder publiek kan bereiken.
Selfpublishing
UITGEVEN IN EIGEN BEHEER
Thema
Wat verdien je aan een (e-)boek? Veel aspirant-schrijvers hebben geen idee hoeveel je met een boek verdient. Daarom zetten we wat cijfers op een rijtje, ontleend aan het artikel ‘Wat verdien je met een e-book?’ op de website boekenbusiness.com. Het fysieke boek heeft in dit voorbeeld een verkoopprijs van € 15 per stuk, inclusief btw. Het e-boek een verkoopprijs van € 10 per stuk, inclusief btw.
FYSIEK BOEK Uitgave door uitgeverij en verkoop door boekhandel Als een uitgeverij je boek verkoopt, ontvang je per verkocht exemplaar een bedrag over de nettoverkoopprijs: de zogenaamde royalty’s. Bij een kwaliteitsuitgever liggen de royalty’s voor een debuterende schrijver rond de 10 procent van de nettoboekprijs. Als je de
uitgever helpt met de marketing, door bijvoorbeeld lezingen te geven over je boek, kun je onderhandelen over een extra procent. Maar die 10 procent wordt niet berekend over de verkoopprijs – in het voorbeeld € 15. Een papieren boek heeft het lage btw-tarief, dus 9 procent. De verkoopprijs exclusief de btw van het boek uit het rekenvoorbeeld is dan 15 : 1,09 = € 13,76. Als auteur ontvang je daar 10
procent van: 0,1 x (15 : 1,09) = € 1,38 aan royalty’s per verkocht boek.
Uitgave door uitgeverij en in consignatie bij boekhandel ‘In consignatie’ klinkt heel chic, maar het is simpel. De boekhandel koopt je boek niet in, maar legt het neer in de boekhandel. Pas als iemand het boek koopt, wordt het verrekend. Dat heeft voor de boekhandel het voordeel dat ze
05 2019 Schrijven Magazine | 19
Selfpublishing
UITGEVEN IN EIGEN BEHEER
De boekhandel vraagt altijd een percentage van de nettoverkoopprijs van je boek. nooit met een onverkocht boek blijven zitten – want na de consignatieperiode sturen ze onverkochte boeken gewoon terug. De boekhandel vraagt altijd een percentage van de nettoverkoopprijs van je boek. Dat is de boekhandelskorting en die is niet onderhandelbaar. Zowel Bol.com als de boekwinkel in de winkelstraat vragen bij een normale inkoop minimaal 42 procent van de nettoverkoopprijs van je boek. Omdat
20 | Schrijven Magazine 05 2019
de boekhandel minder risico loopt als je boek in consignatie verkocht wordt, gaat deze akkoord met een lagere boekhandelskorting. Meestal ligt de korting dan zo rond de 25 procent. Dat betekent voor jou als auteur meer marge.
Uitgave door uitgeverij en verkoop in eigen beheer Wanneer je je boek inkoopt van een kwaliteitsuitgever, krijg je meestal 40
procent korting op de nettoverkoopprijs. Je koopt je boek dan in voor netto 0,6 x (15 : 1,09) = € 8,26 per stuk. Je marge, de winst die je maakt als je het boek zelf verkoopt, is dan (15 : 1,09) - 8,26 = € 5,48 per boek. Dit lijkt per boek meer op te leveren dan verkopen via de uitgeverij. Maar je hebt je boeken dan nog niet verkocht. Bedenk dat je nog afnemers zal moeten vinden, het vervoer naar afnemers toe moet regelen, en het boek moet promoten op een manier die past bij de lezers die je wilt bereiken. Hier zijn ook kosten aan verbonden. Deze kosten zijn sterk afhankelijk van de keuzes die je maakt. Je krijgt daarnaast nog wel royalty’s van 10 procent van de nettoboekprijs uitbetaald van de uitgeverij.
Uitgave en verkoop in eigen beheer Het uitgeven van een boek kost tijd en geld. Als je dit in eigen beheer doet, besteed je redactie en vormgeving meestal uit. Vervolgens beslis je hoeveel exemplaren je wilt bestellen bij de drukker. In totaal zul je, als beginnend schrijver met een oplage van hooguit duizend exemplaren, een paar duizend euro kwijt zijn voordat je je boeken kunt verkopen. Toch is het niet ongewoon als je een winstmarge overhoudt van 80 procent. Daar moeten de distributiekosten nog vanaf. Als je je boeken bij een boekhandel wilt laten verkopen, zal de boekhandel ook een deel van de winst op je boek willen. Reken op de helft van die 80 procent, dus 40 procent van de nettoverkoopprijs die de boekhandel opeist over elk verkocht boek.
UITGEVEN IN EIGEN BEHEER
Zonder de distributiekosten, je eigen onbetaalde tijd en portokosten mee te rekenen is je marge dan 0,4 x (15/1,09) = € 5,50 per boek.
E-BOEK Boekenbusiness.com geeft een berekening van de opbrengst van een e-boek.
Een e-boek maken Voor het digitaliseren van een tekst heb je met een aantal vaste kostenposten te maken. Wanneer de tekst alleen op papier beschikbaar is, moet deze eerst worden ingescand. Vervolgens wordt de tekst geschikt gemaakt voor omzetting naar de gangbare e-boekformaten. Dan moet de tekst worden gecontroleerd en gecorrigeerd, de opmaak van het e-Pub-formaat worden aangepast en metadata als titel, omslag, auteursnaam en ISBN worden opgenomen in het e-boek. Bij elkaar ben je daar ongeveer € 1500 aan kwijt, niet zoveel minder dan bij het uitgeven van een fysiek boek. Als er een digitaal bestand beschikbaar is, kost het maken van een e-boek wel veel minder, namelijk ongeveer de helft. Daar bovenop maak jij of maakt je uitgever nog kosten voor marketing en distributie. Hoe meer je verkoopt, hoe groter je winst is per e-boekkopie.
Verkoop via eigen webwinkel Bij de verkoop van een e-boek via je eigen website gaan alleen de transactiekosten en btw van je brutoverkoopprijs af. Het restant is je marge. De brutoverkoopprijs van het e-boek is in dit voorbeeld € 10. Over e-boeken moet wel het hoge btw-tarief van 21 procent
worden afgedragen (per 1 januari 2020 gaat in Nederland het btw-tarief voor e-books naar 9 procent, in België is het 6 procent). Na afdracht houd je 10 : 1,21 = € 8,26 over. De transactiekosten zullen ongeveer € 0,50 zijn. Je houdt dan een marge over van € 7,76 per e-boekkopie.
Verkoop via externe webwinkel Wanneer je het e-boek via een webwinkel van bijvoorbeeld een boekhandel wilt verkopen, rekent die winkel een marge van 20 tot 30 procent van de nettoverkoopprijs. Bij grotere webwinkels als Bol, Amazon, Kobo en Managementboek worden marges gerekend van wel 40 tot 45 procent. Let daar dus op. Wanneer je van een externe webwinkel gebruik wilt maken is het handig, en in het geval van een grotere webwinkel zelfs verplicht, om een aansluiting bij het Centraal Boekhuis (CB) te hebben. De vaste aansluitkosten en beheerkosten hiervan zijn € 0,52 per titel per maand. De verkoop- en facturatiekosten die ook bij de aansluiting bij het CB horen, zijn € 0,30 tot € 0,70 per verkoop. Je opbrengst per boek is bij een boekhandelsmarge van 30 procent en kosten bij het CB van € 1 voor een e-boekexemplaar dan (10:1,21) ((10/1,21) x 0,3+1) = € 4,79 per e-boekexemplaar.
Thema
Met een oplage van hooguit duizend exemplaren ben je een paar duizend euro kwijt voordat je je boeken kunt verkopen. ning. De andere helft wordt via auteursrechtenbureaus als Lira en Pictoright uitgekeerd aan auteurs, illustratoren en fotografen. Je weet niet van tevoren welk deel van die tweede helft je krijgt. Het voordeel van e-boekuitleen via de bibliotheek is dat je makkelijk grote aantallen haalt. Het is namelijk een populair middel om e-boeken te lezen.
Abonnement via clouddienst Met een abonnement via een clouddienst kunnen onbeperkt e-boeken worden gelezen. De dienst die op het moment de meeste afnemers heeft in Nederland is Kobo Plus, van Kobo en Bol.com. Auteurs krijgen betaald op basis van de werkelijke leestijd. In de praktijk krijgen auteurs € 2 tot € 4 per gelezen boek.
Via een uitgever
Uitlening via bibliotheek
Net als bij gedrukte boeken keren uitgevers royalty’s uit over verkochte e-boeken. Bij e-boeken zijn de royalty’s meestal hoger, omdat de uitgever minder geld in jouw boek geïnvesteerd heeft en dus minder risico loopt. Omdat dit soort boekverkoop nog behoorlijk nieuw is, zijn er nog maar weinig concrete richtlijnen voor de afrekening met auteurs. De hoogtes van de royalty’s lopen uiteen, maar reken op ongeveer 20 procent. Over verkochte e-boeken ontvang je dan in dit voorbeeld 0,2 x (10 : 1,21) = ongeveer € 1,65 per e-boek.
Per uitlening krijg je een vastgesteld bedrag, namelijk € 0,54. Slechts de helft hiervan wordt via het Centraal Boekhuis uitgekeerd. Dat is dus € 0,27 per uitle-
Bronnen: Boekenbusiness.com, Pumbo.nl, Boekvertalers.nl.
05 2019 Schrijven Magazine | 21
Selfpublishing
UITGEVEN IN EIGEN BEHEER
Hoe promoot je je boek? Trendwatchers Mabel Nummerdor en Jeanneke Scholtens stonden met hun boek Holy Fuck op de voorpagina van De Telegraaf en hadden artikelen in zo’n beetje alle damesbladen van LINDA tot Glamour. Ze zaten bij de tvprogramma’s Zomer met Art en Koffietijd, organiseerden een drukbezochte lancering in De Melkweg in Amsterdam en een congres in Pakhuis de Zwijger. Hoe kregen ze zoveel publiciteit voor hun boek? Door Frank Noë
P
VALENTINA VOS
romotie is de zwakste schakel bij veel boekprojecten – of het nu eigen beheer is of bij een reguliere uitgeverij. Veel schrijvers staren zich blind op het maakproces en blijven in hun schrijfcocon, terwijl ze zich voor het succes van het boek al in een vroeg stadium met de fase na het schrijven zouden moeten bezighouden. Mabel Nummerdor en Jeanneke Scholtens geven 13 tips op basis van de publicitaire achtbaanrit die ze met Holy Fuck hebben gemaakt.
1
Denk voorbij het boek
Jeanneke Scholtens: ‘Ondanks dat veel mensen het op hun bucketlist hebben staan, is het belangrijk om je te realiseren dat een boek schrijven geen doel op zich is. Ga er maar vanuit dat het geen Saskia Noort-bestseller wordt en dat je met de boekopbrengst geen tweede huis kan kopen. Er moeten echt andere legitieme redenen zijn om eraan te beginnen. Je moet als schrijver dus voorbij het boek weten te denken. Wat wil je bereiken? Wie wil je bereiken? Hoe wil je ze bereiken? En wat draag je bij aan de doelgroep? Bij ons was een belangrijk doel dat we onze professionele naam wilden vesti-
22 | Schrijven Magazine 05 2019
UITGEVEN IN EIGEN BEHEER
Thema
gen als trendwatcher. We hebben echt samen een lijst gemaakt met onze individuele doelstellingen en veel keuzes in het proces daarop afgestemd.
2
Denk groot
Mabel Nummerdor: ‘Ik heb bij Stage Entertainment gewerkt. Joop van den Ende leerde mij groot te denken, in de trant van: waarom zou je Chantal Janzen in een bibliotheek neerzetten als je haar ook met een F16 op de pier van Scheveningen kunt laten arriveren? Bij het schrijven en in de markt zetten van Holy Fuck zijn we telkens voor het maximale gegaan. We kozen voor het heftigste vormgevingsvoorstel, schakelden een kunstenaar in voor extra beeld, huurden De Melkweg af et cetera. Tijdens het hele proces is dat theatermotto ons helder voor ogen gebleven.’
denkt. Dan moet je even slikken, je hebt het er samen over en dan ga je weer door.’ Een boek schrijven, lanceren en promoten is een weg vol pieken en dalen; het hoort er allemaal bij.
3
5
Verkoop je boek via andere kanalen
Jeanneke Scholtens: ‘Een deel van de Nederlandse boekhandels is conservatief. Ons boek kon door de titel bijvoorbeeld bij een heleboel boekwinkels niet in consignatie gelegd worden. Maar de boekhandel is niet het enige verkoopkanaal. Tachtig procent van onze boeken verkopen we via lezingen. We hebben veel verkocht tijdens de Dutch Design Week, we liggen bij hotels en werken samen met de erotische winkelketen Christine le Duc. Zoek kanalen voor je boek waar jij impact kunt hebben.’
4
Incasseer tegenslagen en ga weer door
Mabel Nummerdor: ‘Telkens als we op televisie of op de radio zijn geweest komen er reacties via social media. Vaak positief, maar soms ook negatief. Dan krijgen we oneerbare voorstellen of we worden negatief geportretteerd, opmerkingen over kleding, haar of wat je zegt. Gek genoeg doet dat toch meer met je dan je van tevoren
Controlfreak en ambitieus: kies voor eigen beheer
Mabel Nummerdor: ‘Wij hadden haast, veel haast. Als trendwatcher heb je een boodschap die tijdsgebonden is. Het proces via traditionele uitgevers, alleen al een uitgever vinden, is een traag proces. Bovendien zijn ze voorzichtig. Eén uitgever zei: “Prachtig verhaal. Maar seks in boekvorm verkoopt niet.” We hebben vrij snel de knoop doorgehakt en zijn voor eigen beheer gegaan via S2 Uitgevers. Voor Holy Fuck was dat de beste keuze, vooral omdat we zelf heel scherp wisten wat en hoe we het wilden hebben.’
6
Schakel een publiciteitsprofessional in
Mabel Nummerdor: ‘Als je publicitair echt iets wilt bereiken heb je een pr-professional nodig die warme banden heeft met journalisten en ervaring met de publiciteit rond boeken. Met alleen een persbericht sturen naar wat e-mailadressen kom je er niet. Dus schakel iemand in die echt aandacht
kan genereren voor je boek en samen met zijn contacten haakjes kan vinden. Voor de pr-professional geldt wel hetzelfde als voor alle andere professionals die je inschakelt, ook wanneer je wel werkt met een uitgever: niemand vindt jouw boek zo belangrijk als jijzelf. Voor hen is het gewoon werk.’
7
Bedenk een verdienmodel
Jeanneke Scholtens: ‘Ik ben meer een ondernemer dan een schrijver. Bij Mabel is het omgekeerd. We vullen elkaar daardoor goed aan. Beiden hebben we ongeveer 10.000 euro geïnvesteerd in Holy Fuck voor vormgeving, druk, beeldrechten, publiciteit, lancering, congres et cetera. Dat is nog los van alle uren die we er zelf in hebben gestoken. Dat is een hoop geld. En dat moeten we op een of andere manier terugverdienen. Met de verkoop van boeken alleen gaat dat je niet lukken. Van Holy Fuck zijn ongeveer 1500 exemplaren verkocht. Dus je moet een andere businesscase maken.’
8
Werk vanuit een missie: why
Mabel Nummerdor: ‘Wij hebben een missie te volbrengen: allebei voelen we ons senang in een rol als taboebespreker en vanuit die gedachte >
05 2019 Schrijven Magazine | 23
Week van het schrijv en
MANUSCRIPTBEOORDELING
Holy Fuck We staan midden in de 21ste eeuw en zien op het gebied van seks enorm veel gebeuren: Japanse jongeren die kiezen voor het celibaat, de opkomst van VR-seks die steeds minder van echt te onderscheiden zal zijn. En wat te denken van de designerbaby? In Holy Fuck onderzoeken Jeanneke Scholtens en Mabel Nummerdor zeven scenario’s voor de toekomst van seks. Holy Fuck won eerder dit jaar de Alice Indie Boekprijs 2019 voor het beste in eigen beheer uitgegeven non-fictieboek. www.s2uitgevers.nl | www.holyfck.nl
vinden wij het oprecht belangrijk om het onderwerp seks van het nachtkastje naar de koffietafel te krijgen. Dat is onze kernboodschap: op basis daarvan hebben we een Q&A opgesteld. Als ze dit vragen, antwoorden we dat. Heel uitvoerig. En daar moet je je daarna ook aan houden. Herhalen, herhalen, herhalen. Laat je niet verleiden om te improviseren, maar herhaal je centrale boodschap.’
9
Bereid je voor op de media
Jeanneke Scholtens: ‘Je moet professioneel zijn, ook al ben je geen professional. Dus hebben we ons vanaf het begin af aan goed voorbereid op wat de media zou kunnen vragen. Wat wil je kwijt en waar wil je het per se
24 | Schrijven Magazine 05 2019
niet over hebben? Na een paar keer gaat dat steeds makkelijker. Doe geen poses, ben je bewust van je kleding en laat je niet verleiden tot zijpaden. Focus volledig op wat je wil vertellen. De media zoeken naar een haakje, een persoonlijke invalshoek. Bij ons zitten de haakjes niet in het eigen bed maar in het bredere gesprek over seks en intimiteit.’ Daarnaast is het belangrijk om van tevoren na te denken over planning en exclusiviteit. Media zijn onvoorspelbaar, vooral als het gaat om wanneer iets geplaatst wordt. Wees daarom ook heel voorzichtig met het garanderen van exclusiviteit, je hebt niet altijd alles in de hand.
10
Doe het met zijn tweeën
Jeanneke Scholtens: ‘Voor ons eerste optreden op televisie was ik zo zenuwachtig. Ik had het niet meer. Maar ik had ook telkens het besef: als ik een black-out krijg, dan pakt Mabel het wel op. Pieken en dalen beleef je samen. Dat vind ik heel prettig. Alleen de radio is niet zo dol op duo’s. Misschien is het voor de luisteraar moeilijk om te onderscheiden wie aan het woord is.’
11
Vergis je niet in de kracht van lokale media
Jeanneke Scholtens: ‘Ik woon in West-Friesland, in de buurt van Hoorn. Mabel woont in Amsterdam.
Voor mij was het veel makkelijker om regionaal aandacht voor ons boek te krijgen dan voor haar. In Amsterdam ben je een van de velen. In West-Friesland steek je letterlijk je hoofd boven het maaiveld uit en kreeg ik heel veel aandacht.’
12
Pak de lancering groot aan
Mabel Nummerdor: ‘Veel boeklanceringen zijn een inner circlefeestje met wat vrienden. Door de lancering groot aan te pakken, geef je je boek geloofwaardigheid. Daarom kozen we voor De Melkweg. We wilden een limousine, een mooie jurk, lekkere hapjes en drankjes, veel journalisten en een serieuze presentatie met professionele gasten. Alleen de limousine is uiteindelijk niet gelukt, maar verder is het precies zo geworden als we gepland hadden.’
13
Geniet van het proces
Jeanneke Scholtens: ‘Rond de lancering zeiden we wel tegen elkaar: niet vergeten ervan te genieten, maar dat waren alleen maar woorden. Zo voelde het niet. We waren heel kritisch op alle details en als er iets niet liep zoals we wilden, zaten we daar echt mee. Voor een volgende keer hoop ik dat we echt van het proces kunnen gaan genieten. Ook willen we dan meer van het proces met het publiek delen. Kortom: meer genieten, minder stress.’
Column
#schrijftips
Lex Jansen was 12,5 jaar uitgever van De Arbeiderspers. In 2014 startte hij zijn eigen bedrijf: www.magonia.nl.
‘Een roman moet een onster De kracht van het verzinnen EEN IEDERE WEEK DE WEBSHOP VOL LEUKSTESCHRIJF SCHRIJFBOEKEN? WEDSTRIJDEN IN JE Praag of de verre dagen. De titel van Mariëts manuscript intrigeerde me direct. Het verhaal ging in grote lijnen over het leven van de auteur – ouders, broers, zussen en vrienden speelden belangrijker rollen. Tijdens een verblijf in Praag kreeg ze te maken met een ervaring die haar leven zou veranderen, haar verleden kwam in een ander daglicht te staan. Ik heb niets tegen de keuze om de eigen levensloop als onderwerp te nemen, maar wilde wel weten op grond waarvan Mariët daartoe besloten had. ‘Ik weet nou eenmaal nergens schrijvenonline.org/schrijfboeken meer van dan van mijn eigen leven, toch?’ Ze had het wel moeilijk gevonden om de waarheid te vertellen, omdat anderen daar weleens grote moeite mee zouden kunnen hebben. ‘Ik wil mijn moeder geen pijn doen. Dat zou ik heel vervelend vinden.’
We praatten hier nog even verder over. Hoe goed kennen we ons eigen leven eigenlijk? Herinnering zou weleens de slechtste leidsman kunnen zijn bij een zoektocht naar het verleden. Weet Mariët nog in welk jaar ze voor het eerst naar Praag ging? Was Heleen daar nu wel bij, of niet? En dat bezoek aan het Mozart Museum, was dat nou die eerste keer al, of was dat bij het tweede bezoek, toen het iedere dag regende. Of niet? Wist ze trouwens dat het nu gesloten is? Wie vertelde dat nou ook alweer? Behalve aan herinnering wordt er ook veel waarde gehecht aan het idee van “waarheid”, maar bestaat die wel?
JE MANUSCRIPT LATEN BEOOR DELEN? Tekstschrijver worden? Lees Tekstblad!
5 nummers
Professionele redacteuren die ervaring hebben met auteursbegeleidingvan én €51,50 met uitgeverijen. Iedere redacteur heeft zijn of haar eigen specialisme. Van literaire romans en verhalen tot kinderboeken, chicklit, fantasy en poëzie.
voor
€19,95
+ 1 jaar gratis toegang tot het Van Dale Online Taalhandboek NL en de Van Dale Online spellinghulp (t.w.v. €20,-) schrijvenonline.org/manuscriptbeoordeling
www.tekstblad.nl
De Deense filosoof Søren Kierkegaard
Mariëts waarheid is vast en zeker niet (1813-1855), vooral bekend van Of/of en die van Heleen, laat staan dat het inteVrees en beven, was een schrijver in hart en ressant zou zijn om buiten de exacte wenieren. In zijn dagboeken en brieven, maar tenschappen op zoek te gaan naar een ook in zijn werk reflecteerde hij op zijn absolute waarheid.
Schrijven is een bijzonder beroe ‘Schrijven is geen zelfverkozen iets voort uit mijn hele persoonlijkheid vormt mijn diepste aandrang.’
MAILBOX?
Ontwikkel een levensvisie oeuvre, op zijn levenswerk en op wat het ‘Er moet in de roman een onsterfe betekende om schrijver te zijn. Voor de Juist verschillen maken het leven interessant. Waarachtigheid en gedie alles overleeft.’ moderne schrijver is hier zeker enige lering loofwaardigheid zijn in een verhaal veel belangrijker dan waarheid. uit te trekken. Ik heb een paar van zijn schrijvenonline.org/nieuwsbrief Het is een misverstand dat je als schrijver alleen vanuit een ik-perWandel inzichten en tips geselecteerd.
spectief kunt vertellen over iets wat je hebt meegemaakt. Projecteer ‘Tijdens het wandelen laat je je ged je je eigen ervaringen op een romanpersonage, dan kun je scherper vrije loop, snuffel je wat om je heen Kierkegaard schreef onder uiteenlopende observeren en kritischer zijn. Je bent vrijer om dingen te verzinnen, pseudoniemen, want alleen zo vond hij de vrij- nu eens bij het een, dan weer bij he om je fantasie te gebruiken. Je hebt bovendien meer mogelijkheden heid om de ethische en religieuze kwesties die stilstaan. Zo moet je je dagelijks lev om in de huid van anderen te kruipen, waardoor je de psychologihem bezighielden van alle kanten te belichten. sche duiding van een bepaalde handeling beter kunt onderbouwen. En net zomin als een romanschrijver geïdentiMaak notities Ik ken schrijvers die pas nadat zij hun roman hadden afgerond ontficeerd wenst te worden met de gedragingen ‘Ik denk dat het goed zou zijn vaak dekten dat deze eigenlijk over henzelf ging. Was het probleem dat en uitspraken van zijn personages, wilde maken (…) om mezelf de kans te g hun hoofdpersoon moest oplossen niet ook hun eigen probleem Kierkegaard dat de lezer wist dat hij de auteur zelfkennis op een later tijdstip, op e geweest? En had de schoonmoeder niet dezelfde eigenaardigheden was van de boeken die hij in eigen beheer schrijfstijl, (…) op het profiteren va als de moeder van zijn eerste vriendin? uitgaf. die iemand maar één keer in zijn le De hoofdpersoon in Praag of de verre dagen is nu een man. Hij heet Filip. Hij ontmoet een vrouw, Heleen, die zijn leven op z’n kop zet.
EEN GOEDE ÉN BETAALBARE SCHRIJF CURSUS?
Verg succ
Murië
Uitstekende docenten, uitgebreid cursusmateriaal, heel veel onderwerpen (korte verhalen, gedichten, kinder boeken, reisverhalen, journalistiek schrijven, etc.). En niet duur.
schrijvenonline.org/academie
Adv Muriel Redactiep
nog baa kun help bete Mee info
9 DE SCHRIJFDIP
Tips om je schrijfdip te doorbreken Help, ik zit vast! Elke schrijver maakt het weleens mee, zo’n moment waarop het even helemaal niet meer wil vlotten. Maar hoe kom je weer uit die impasse? Negen tips om de blokkade te doorbreken. Door Vivian de Gier en Marc Brester
26 | Schrijven Magazine 05 2019
Tussen die twee uitersten beweeg je heen en weer tijdens het schrijfproces. Dat besef helpt om te relativeren. Onzekerheid hoort erbij, anders levert het ook niets interessants op. Een Amerikaanse schrijver zei ooit: schrijven is voor echte schrijvers heel moeilijk. Als je eraan begint, zal je weerstand ervaren, ook vanbinnen. Hoe beter je het wilt doen, hoe moeilijker het wordt, hoe groter de uitdaging wordt en dus ook de frustraties.’ Ook de Britse schrijfster Jeanette Winterson kent dagen waarop het niet wil. Schrijven is nu eenmaal geen lopendebandwerk. ‘Verwacht niet dat het altijd goed gaat of werkt als je gaat schrijven. Misschien gaat het vandaag goed, zit je te dromen of krijg je een waslijst aan ideeën. En blijkt de dag daarna pas r © Marc Breste
O
f je nou een roman, korte verhalen, journalistieke reportages of reclameteksten schrijft: iedereen die schrijft weet wat het is om vast te zitten. Dat akelige gevoel waarop de energie en creativiteit niet zo lekker stromen of zelfs geblokkeerd lijken en je niet meer weet hoe je verder moet. Ja, ook alle grote schrijvers overkomt het met regelmaat. Zo vertelde Abdelkader Benali pasgeleden nog in Schrijven Magazine dat vastzitten erbij hoort, omdat schrijven nu eenmaal ‘altijd een stap in het onbekende is’. Dit brengt onzekerheid met zich mee. ‘Op de beste momenten krijg je het gevoel dat een verhaal zichzelf schrijft,’ vertelde hij. ‘Daar word ik enthousiast van, voor die magie doe ik het. Aan de andere kant zijn er ook altijd momenten waarop je niet verder komt. Dat is niet meteen reden voor paniek. Het is niet erg om je boek even weg te leggen.
welke daarvan goed is. Die onzin van duizend woorden of twee pagina’s per dag – hou op. Je bent geen fabriek, geen machine.’ Meestal gaat een schrijfdip vanzelf over, maar soms kan een extra zetje geen kwaad.
1
Schrijf alleen als je zin hebt
Sommigen zweren erbij om elke dag te gaan zitten en schrijven, maar andere schrijvers raden juist aan alleen te schrijven als je echt zin hebt. ‘Een boek moet gloeien, en daartoe moet de schrijver gloeien binnenin,’ vindt Stefan Hertmans. ‘Als ik geen inspiratie heb om te schrijven, kan ik een boek rustig twee maanden laten liggen. De eerste impuls om te schrijven moet bewogen, intens zijn. De vlijt en het piekeren komen pas later, bij het componeren en uitwerken.’ Rosita Steenbeek onderschrijft die mening. ‘Als het écht niet gaat, is het zinloos om het te forceren. Schrijf niet met een rothumeur. Want dat sijpelt door in de taal en dan worden de zinnen gewoon minder mooi.’ Om dezelfde reden werkt Thomas Verbogt weliswaar elke dag aan een boek, maar niet chronologisch. ‘Ik schrijf elke dag een hoofdstuk waar ik zin in heb, waartoe mijn fantasie me dwingt.’
DE SCHRIJFDIP
ve brein even kan ontspannen, waardoor het weer kan mijmeren en er ruimte ontstaat voor creativiteit. Zo kan zich ineens een oplossing voor een probleem aandienen, terwijl je daar juist met je gedachten even niet mee bezig bent. Rosita Steenbeek maakt dat geregeld mee. Na een paar uur schrijven maakt ze meestal een flinke wandeling. ‘Ik ga niet lopen om problemen op te lossen, maar om te lopen. Dat brengt je in contact met een andere bewustzijnslaag, waar zich ideeën, mooie zinnen of gedachten aandienen. Kleine bouwstenen voor het boek.’ Continu woorden op het papier willen krijgen, werkt belemmerend, heeft Bregje Hofstede gemerkt. Rust in de vorm van wandelen of zelfs slapen geeft ruimte aan het verhaal om spontaan te ontstaan. ‘Meestal ben ik de volgende dag verder gekomen, zonder dat ik het heb gemerkt.’
2
Creëer schrijfrituelen
Net als Knausgård maakt Esther Verhoef al jarenlang gebruik van muziek. Om zich te kunnen afsluiten van de omgeving, maar vooral om in de juiste stemming te komen voor bepaalde scènes. Soms geeft ze haar belangrijkste personages hun eigen nummers. ‘Muziek werkt in op je onderbewuste; snelle hardrock kan bijvoorbeeld helpen om meer staccato te schrijven als de scène daarom vraagt.’ e ne d © Jacqueli
as Ha
Ontspannen zijn en zin hebben in schrijven kun je eenvoudig stimuleren door prettige schrijfrituelen te creëren. Breng jezelf in de juiste stemming met iets lekkers te drinken en eten, neem (als je met de hand schrijft) een speciale schrijfpen in gebruik en zorg dat je schrijfplek prettig aanvoelt. ‘Rituelen zijn belangrijk als je iets doet wat zo veel onzekerheid en twijfel met zich meebrengt,’ meent de Noorse auteur Karl Ove Knausgård. Hij luistert tijdens het schrijven steeds naar dezelfde muziek. ‘Dat schept een veilige, troostrijke plek. Zonder koffie en kauwgum kon ik ook nooit schrijven, en de kauwgum moest altijd van hetzelfde merk zijn. Rituelen geven houvast en structuur, alsof je een veilige haven voor jezelf bouwt. Dan heb je ook een bedding om misschien iets heel akeligs te schrijven.’
4
Doe research
3
Ga wandelen
Neuropsycholoog Erik Scherder schreef het al in zijn boek Laat je hersenen niet zitten: wandelen is goed voor je brein. Volgens de hoogleraar aan de Vrije Universiteit zorgt wandelen ervoor dat het cognitie-
Heb je weinig inspiratie, dan zijn er natuurlijk nog veel andere manieren om toch met je boek bezig te zijn. Op pad gaan of research doen, bijvoorbeeld, is niet alleen leuk, maar ook nuttig. Bovendien kan het nieuwe ideeën opleveren of voor verrassingen zorgen. Zo vertelde Bert Wagendorp pasgeleden over een kort verhaal over een Amerikaanse jongen uit Grand Rapids die verspringer is. Tijdens zijn research ontdekte hij dat een astronaut die verongelukte bij de ontploffing van een oefencapsule nota bene uit Grand Rapids kwam en in dezelfde wijk woonde als zijn fictieve personage. ‘Tijdens de research begon het verhaal als het ware zichzelf te vertellen. In de werkelijk- >
05 2019 Schrijven Magazine | 27
DE SCHRIJFDIP
heid kom je allerlei bruikbare elementen tegen die je verhaal verrijken.’
5
Sla een zijweg in
es ouw en L © Annale
Vaak is vastzitten een gevolg van onwil of angst om de controle los te laten. Maar als schrijvers het ergens over eens zijn, dan is het wel dat je jezelf alle vrijheid moet geven – zeker in het begin. Timmer dus niet alles helemaal dicht met een vastomlijnd plot, maar durf juist – zeker als het niet zo lekker gaat – een zijweg in te slaan en te kijken waar dat je brengt. Zo introduceert Bert Wagendorp soms een personage, zonder ook maar een idee te hebben waar dat toe zal leiden. Ook Marion Pauw adviseert helemaal los te gaan in de eerste versie van je manuscript: die strenge innerlijke criticus mag pas in een latere fase zijn diensten bewijzen, als het herschrijven en schrappen begint. Schrijven mag vooral leuk zijn, vindt ook Esther Verhoef. ‘Sta jezelf puur voor het plezier toe om dingen te schrijven waarvan je weet dat ze de eindstreep niet zullen halen. Geef dat vreselijke personage de naam van je chef, duw hem uit het raam, laat een dialoog ontsporen. Hou je vooral niet in!’
28 | Schrijven Magazine 05 2019
Vrijwel alle schrijvers hebben een boekje met invallen, observaties en andere notities. Weet je het even niet meer, dan kan het helpen om te grasduinen door deze collectie aan bruikbaar materiaal. Flarden van gekke gesprekken, grappige zinnen of situaties kunnen de inspiratie een flinke boost geven. Zo bewaart Lieke Marsman alle gesneuvelde darlings in een apart bestandje, zodat ze een collectie heeft met goede, mooie maar nog niet toegepaste zinnen: een rijke bron om uit te putten. Soms past zo’n mooie zin ineens heel goed in een ander stukje en daarmee valt alles in de tekst ineens op zijn plek. ‘Heel veel knippen en plakken is mijn advies. Dat voelt misschien een beetje als valsspelen, maar wees daar niet bang voor.’ Salinas
Wie zegt dat je gestructureerd van het begin naar het einde moet werken? Zit je vast, dan kan het helpen om gewoon maar wat te kriebelen: schrijf een kort stukje, losse zinnen of focus op één enkele scène. Fuck de plot, ga voor goede zinnen, luidt een van de adviezen van Stefan Hertmans. Hij schrijft graag flarden, zinnen en losse scènes: dat patchwork van stukken proza vormt
7
Wees creatief met eigen werk
© Alex
6
Kriebel maar wat
vaak de basis van een roman. ‘Naar Merelbeke, bijvoorbeeld, ontstond met een scène waarin God in de vorm van een insect op mijn hemd neerstreek. Ik schreef het als een grap. Het tweede hoofdstukje ging over mijn jeugd en in het derde blokje schreef ik een liefdevol portret van mijn vader. Drie dingen die niet bij elkaar leken te horen, maar die ik naar elkaar toe schreef. Dat leverde de juiste verhaalspanning op. Zet jezelf dus niet te veel vast. En als je voelt dat je op dreef bent: fuck de plot, ga voor de mooie zinnen. Ga voor het zingen van je taal. De plot komt dan vanzelf terug, maar op een veel boeiender manier.’
8
Laat je inspireren
Ga naar een museum, lees een boek of kijk een film, want de schone kunsten voeden je inspiratie. Thomas Verbogt doet twee dingen als hij vastzit: ‘Ik lees boeken die me de moed geven om verder te gaan. Philip Roth, Ian McEwan, Modiano of Nabokov. Ik kijk films die ik al honderd keer gezien heb en let op de details, op overgangen, dynamiek. Blow-Up bijvoorbeeld, de film der films, of The Third Man of The Hours. Als een film goed in elkaar zit, speelt elk detail een rol. Dat helpt me en geeft me energie om verder te gaan.’
9
Maak schrijven minder belangrijk
Het is een vreemde paradox, maar het schrijven moet enorm belangrijk zijn én tegelijk juist niet: je moet het ambacht goed kunnen relativeren, want wordt het ‘te groot’ dan kan dat blokkerend werken. Het schrijven moet een ‘normaal’ onderdeel zijn van jou en jouw leven, aldus Karl Ove Knausgård. ‘Daardoor wordt het minder ‘gevaarlijk’, minder ‘bedreigend’ en dus makkelijker.’ Ook met deze tips op zak zal het nog weleens voorkomen dat het even niet zo lekker gaat. Onthoud dan vooral dat schrijven een kwestie van tijd en geduld is. Gun jezelf en het boek deze denkfase, die aanvankelijk kan voelen als ongericht gelummel. Dit is nu eenmaal nodig, weet Annelies Verbeke. ‘Altijd is er de angst dat het deze keer misschien niet zal lukken,’ zegt ze. ‘Toch besef ik telkens als een boek klaar is, dat het een aanvang kende voor er een letter op papier stond.’
START TO WRITE (2) In deze reeks maak je kennis met de basis van het creatief schrijven. Een must voor nieuwkomers en een handige aanvulling voor wie meer ervaring heeft.
Perspectief De juiste bril
Voor het schrijven van fictie gelden een aantal grondbeginselen. Als je net begint met schrijven, is het een must om je hierin te verdiepen. Voor wie al langer bezig is, is het een handig lijstje om zo nu en dan naar terug te grijpen om te checken of je geen dingen vergeet. In het tweede deel behandelt Kathy Mathys: de keuze van het perspectief.
Aandachtig kijken De zomervakantie kwam eraan en ik had geen zin meer om hard te werken. Om mezelf op te peppen nam ik Natalie Goldbergs schrijfklassieker Writing Down the Bones (Schrijven vanuit je hart) erbij. In het essay Twee keer leven maant ze schrijvers aan om niet naar binnen te rennen wanneer het regent: ‘Schrijvers daarentegen gaan naar buiten met een schrijfblokje en een pen in hun hand. Zij kijken naar de plassen, zien hoe ze groter worden, zien hoe de regendruppels opspatten.’ Ik nam haar advies mee naar het Franse buitenhuis van mijn schoonouders, waar ik de blaadjes van de lindeboom bestudeerde, net als de stokrozen tegen de muur en de hagedissen die rond het
middaguur kwamen kijken. Ik schreef zomaar, zonder specifiek doel, en genoot ervan. Tijdens de eerste week luisterde ik naar een oud interview op de podcast Guardian Books (met een schat aan interessante auteursgesprekken!). De Britse schrijfster Olivia Laing vertelde over haar roman Crudo. In dit experimentele boek beschrijft ze een aantal intense weken uit haar leven. Alleen doet ze dit niet in de ik-vorm, vanuit zichzelf, wel laat ze de inmiddels overleden schrijfster Kathy Acker naar haar leven kijken. Een soort autobiografie vanuit iemand anders oogpunt dus. Wat een bizar gegeven, dacht ik. Ik besloot om hetzelfde uit te proberen tijdens een freewrite (een techniek waarbij je ge-
woon doorschrijft zonder je pen van het blad te halen, zonder na te denken, te schrappen, te heroverwegen). Ik schreef over enkele gebeurtenissen uit mijn leven, maar dan door de ogen van een personage uit werk in wording. Dit is erg verfrissend en grappig om uit te proberen. Tijdens mijn vakantie bedacht ik tips om uit de schrijfsleur te komen. Hier zijn ze: • Meestal gaan we zitten om te schrijven. Ga vandaag naar buiten en observeer met aandacht. Zuig de details in je op. Deze oefening kent twee varianten: ofwel noteer je meteen wat je waarneemt of je schrijft achteraf. Beide zijn boeiend. • Combineer schrijven met tekenen, collages maken of schilderen. Ik had mijn aquarelverfjes meegenomen op reis en heb me kostelijk geamuseerd door een geïllustreerd dagboek bij te houden (ik schilderde heel simpele dingen zoals een boomblad, een stokbrood of een theezakje). • Ga naar buiten en schrijf/teken miniportretten van mensen die je observeert. Deze tip komt niet van mij maar van Donna Tartt. Ze liet me tijdens een interview het schetsboek zien vol potentiële personages. Ze > 05 2019 Schrijven Magazine | 29
START TO WRITE (2)
Wanneer ik mijn dagboeken herlees, betrap ik mezelf erop dat ik in herhaling val. Laat voor een frisse blik iemand anders naar je leven kijken. Schrijf over je leven door de ogen van Barack Obama, je overbuur of Luke Skywalker.
bepaald perspectief. Het gaat niet alleen om de vraag of je vanuit Rita vertelt of vanuit Mark, maar ook over de vraag of je vanuit de eerste (ik), de derde (hij/zij) of zelfs de tweede (jij) persoon vertelt. Toen ik als kind en later als jongvolwassene verhalen schreef, deed ik maar wat. Ik dacht niet na over de vraag of ik vanuit een ‘ik’ of vanuit ‘hij’ of ‘zij’ zou schrijven. Geen wonder dus dat ook mijn studenten vaak te kennen geven dat ze bijvoorbeeld het liefst in de ik-persoon schrijven, zonder andere opties te overwegen. Het is best mogelijk dat die ik-persoon ideaal is voor je verhaal. Toch is het belangrijk, zo weet ik inmiddels, om op zijn minst andere mogelijkheden uit te proberen.
Het perspectief: uitproberen
OEFENING 3:
Door wiens ogen kijken we naar de gebeurtenissen in een verhaal? Wie is de verteller? Dat zijn de vragen die je beantwoordt wanneer je kiest voor een
• Voor deze oefening neem je een fragment uit een van je teksten/verhalen (heb je geen tekst, schrijf dan een stukje over een recent voorval in de ik-persoon). Het maakt niet uit welk perspectief je hebt gebruikt. Herschrijf je fragment en kies nu voor een ander perspectief. Heb je bijvoorbeeld in je oorspronkelijke versie in de ik-persoon geschreven, gebruik dan nu ‘hij’ of ‘zij’ (of omgekeerd). Kijk wat er gebeurt. Je zal meer aanpassingen moeten doen dan je verwacht. Als je de persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij, zij etc.) verandert, moet je vanzelf ook andere dingen aanpassen. • Herlees nu beide fragmenten. Welk van de twee vind je het meest aansprekend en waarom? Welk van de twee is het meest direct? Je kan je fragmenten ook voorlezen aan iemand en hem of haar deze vragen stellen.
tekent zowel dingen als mensen die ze onderweg ziet en maakt er soms een geschreven notitie bij.
Opwarming OEFENING 1: Schrijf tien minuten vanuit je huisdier. Variant: schrijf vanuit een dier waarmee je je verwant voelt of juist vanuit een dier dat je angst aanjaagt.
OEFENING 2:
Om je nog beter te helpen bij het maken van de juiste keuze, gaan we nu kijken naar de voor- en nadelen van de verschillende perspectiefvormen.
30 | Schrijven Magazine 05 2019
Het perspectief: overzicht 1) De ik-verteller De lezer ziet de gebeurtenissen door de ogen van de ‘ik’. Er zijn twee soorten ik-vertellers. Maakt hij of zij de gebeurtenissen mee in real time, dan spreken we van een ik-belevend-perspectief. Vertelt hij of zij achteraf over wat er gebeurd is, dan krijg je een ik-vertellend-perspectief (of een terugblikkend perspectief). Voordelen: • Een sympathieke/aansprekende ik-verteller neemt de lezer makkelijk op sleeptouw. Als schrijver kan je met dit perspectief een gevoel van intimiteit creëren. • Je kan spanning opbouwen wanneer je vertelt vanuit een ‘ik’. Soms weet de lezer meer dan de verteller. Dan vreest de lezer dat de verteller iets ergs zal overkomen, als gevolg van die onwetendheid. Het omgekeerde kan ook het geval zijn: de verteller weet dan meer dan de lezer, houdt al dan niet bewust iets achter. Nadelen: • Je kan het uiterlijk van je hoofdpersonage niet beschrijven. Het personage in de spiegel laten kijken en het dan laten vertellen hoe het eruitziet, is een geforceerde truc. • De lezer ziet en weet niet meer dan wat de verteller weet. Je blijft in dat ene hoofd zitten. • Het gevaar dreigt dat je je verteller te veel laat praten. Je hoeft niet alles te onthullen wat er door zijn of haar hoofd gaat.
OEFENING 4: • Beschrijf een gebeurtenis waarbij meerdere mensen aanwezig waren (een feestje, een vergadering, een buurtbarbecue, een gesprek met vrienden op café) vanuit jouw perspectief. Je schrijft dus autobiografisch.
START TO WRITE (2)
Nadelen: • Verhalen met een alwetende verteller zijn soms minder intiem. • Deze verteller is niet geschikt voor kleine verhalen met enkele personages. Ik raad mijn studenten af om in het begin met deze verteller te werken. Het personaal perspectief of de ik-verteller zijn makkelijker. Er zijn nog meer perspectiefvormen. Zo kan je ook in de jij-, wij- of jullie-vorm schrijven. Toch blijven deze vormen uitzonderlijk.
Het perspectief: de plaats van de camera • Vertel nu over dezelfde gebeurtenis vanuit een andere ik-verteller. Deze keer is de ‘ik’ niet autobiografisch. Je kijkt nu met de ogen van een van de andere aanwezigen. Het is erg belangrijk als schrijver om je in te kunnen leven in anderen. 2) Het personaal perspectief Je schrijft in de derde persoon (hij of zij). Voordelen: • Je bent minder gebonden aan de woordenschat en de spreekstem van het hoofdpersonage. • Je kan meer laten zien dan enkel datgene wat het personage ziet. • Ook met dit perspectief kan je dicht op de huid van het personage zitten. Nadelen: • Het is minder direct dan een ik-verteller. Je kan de stem van het hoofdpersonage minder nadrukkelijk laten klinken. • Afhankelijk van waar de schrijver zijn camera opstelt, kan dit perspectief een tikkeltje afstandelijk overkomen.
OEFENING 5: • Je schrijft opnieuw over de gebeurtenis (uit oefening 4) waarbij je,
samen met anderen, aanwezig was. Herschrijf beide ik-fragmenten (het autobiografische en het niet-autobiografische) en gebruik nu de derde persoon. • Je kan zelfs meerdere versies uitproberen. De ene keer blijf je dicht op de huid van het personage en creëer je een intieme sfeer. De andere keer staat de camera verder weg en ontstaat er meer afstand. Probeer uit en zie wat effect is van het verplaatsen van de camera. 3) Alwetende verteller Deze verteller weet alles over de personages en hij weet zelfs meer dan zij. Hij kan zich ‘uitstapjes’ permitteren die buiten het verhaal vallen. Een mooi recent voorbeeld vind je in de roman Er was eens een rivier van Diane Setterfield. Voordelen: • De wereld wordt groter dankzij dit perspectief. In Er was eens een rivier beweegt de camera heel beweeglijk van de ene kant van het dorp naar de andere. De verteller breit alles aan elkaar. • De verteller kan een heel uitgesproken stemgeluid laten klinken: bezorgd, ironisch, naargeestig.
Ik had het hierboven al over de plek van de camera. Het kan handig zijn om op een filmische manier naar je verhaal te kijken. Een schrijver dient zich altijd bewust te zijn van de plek van de camera. Zit je het personage heel dicht op de huid of staat de camera juist wat verder weg? Welke keuzes maak je en waarom? Je kan de camera ook bewegen in de loop van het verhaal, zoals in de volgende oefening.
OEFENING 6: • Denk aan het klassieke begin van een film. Eerst zien we een shot van een huis op afstand. We kunnen nog niet zien wie er woont. Dan komt de camera dichterbij en verlaat iemand de woning. Vervolgens zoomt de camera in op het bovenlichaam van deze persoon. Je komt met andere woorden steeds dichterbij. • Schrijf nu de openingsscène van een verhaal waarin je dezelfde techniek gebruikt. Je begint op enige afstand, bijvoorbeeld door landschap of omgeving te beschrijven, en komt steeds dichter bij het personage. Gebruik de derde persoon.
Kathy Mathys is schrijfster, literair journalist en docent creatief schrijven. www.kathymathys.nl
05 2019 Schrijven Magazine | 31
MELANIE MARSMAN
DE DEBUTANT
Heleen van den Hoven
‘Ik wilde op het verboden knopje drukken’ Het heeft even geduurd voordat alles op zijn plek viel voor Heleen van den Hoven. De schrijfster maakte kinder- en youngadultboeken, industriële handleidingen, volgde een aantal schrijfcursussen, tekende bij een bekende agent, had pech tijdens de crisis, gaf zelf boeken uit, stortte zich fulltime op het schrijven en belandde uiteindelijk via een schrijfwedstrijd bij het onderwerp voor haar thrillerdebuut én haar huidige uitgever. Afgelopen zomer was het zover en debuteerde Van den Hoven op 59-jarige leeftijd met Het CARPA Complot. Door Ricardo Jupijn
32 | Schrijven Magazine 05 2019
DE DEBUTANT Debutanten staan het dichtst bij de grote groep aspirant-schrijvers. Ze hebben net de stap gemaakt en worden gepubliceerd. Wat is het verhaal achter hun debuut? Waar hebben ze mee geworsteld? Wat voor tips hebben ze?
‘I
k was al vroeg gek op papier, typografie, het spelen met letters en het schrijven van versjes. Het schrijven heeft later allerlei vormen aangenomen. Zo volgde ik eind jaren tachtig een docentenopleiding informatica, een wereld die net ontstond en waar je nog je eigen lesmateriaal voor moest schrijven. Ik merkte dat ik het veel leuker vond om die handleidingen te schrijven dan elke keer dezelfde les te moeten geven en zodoende werd ik technisch schrijver van onder meer industriële handleidingen,’ vertelt Van den Hoven. ‘Toen mijn kinderen naar school gingen pakte ik het schrijven van verhalen weer op en tijdens een cursus Boek en Kunst maakte ik mijn eerste kinderboek. Op dat moment wist ik zeker dat ik boeken wilde maken en dacht ik: ‘Ik heb jaren in handleidingen geschreven wat er gebeurt als je op die en die knop drukt, nu ga ik eens vertellen wat er gebeurt als je op dat verboden knopje drukt.’’
De motor van het verhaal ‘Rond 2002 had ik een vaag idee in mijn hoofd over een kaart met eilanden en een labyrintische zoektocht. Het kon een boek worden en eventueel een bordspel. Uiteindelijk vormden het bordspel en de daarvoor benodigde zeekaart de basis voor de raamvertelling voor het boek Halverwege. Ik had mij voorgenomen om voor mijn vijftigste uitgevers te benaderen met het manuscript, waar ik uiteindelijk nog een aantal aardige bedankbrieven aan heb overgehouden...,’ grijnst ze. ‘Via-via kwam ik bij agenten en coaches terecht, die - na schrappen en schaven - er echt in geloofden dat het manuscript datzelfde jaar bij een uitgever zou liggen. Jammer genoeg moest mijn agent het teruggeven. Het was midden
in de crisis en uitgevers durfden een onbekende Nederlandse debutant toch niet aan.’ ‘Vervolgens ging ik TenPages onderzoeken, de crowdfundsite voor beginnende auteurs. Ik had alles klaargezet… en toen ging het failliet. In 2015 heb ik het boek uiteindelijk zelf uitgebracht en vanaf dat moment wilde ik meer! Een jaar later viel mijn oog op een advertentie voor de Meesterproef bij de Querido Academie. Een intensieve cursus van vier maanden, waarbij ik elke twee weken werk moest inleveren en continu feedback kreeg op mijn werk. Je las en beoordeelde daar ook het werk van anderen, wat ik bijzonder leerzaam vond en waardoor ik afstand kon nemen van mijn eigen werk. Het belangrijkste wat ik daar geleerd heb, is de vraag te stellen: ‘Wat is de motor van mijn verhaal, wat drijft mijn verhaal voort?’ Waarom zou mijn hoofdpersoon überhaupt van de ene naar de andere bladzijde willen? Een karakter elke dag iets laten overkomen is niet zo ingewikkeld, maar dat maakt het nog geen boek.’
Schrijftijd is werktijd ‘Bij de afronding van die cursus kwam telkens het credo: ‘wedstrijden, wedstrijden, wedstrijden’ naar voren. Ik besloot mee te doen aan een youngadultcompetitie van Sweek en tijdens het wachten op de jurering werd een thrillerwedstrijd aangekondigd door uitgeverij De Crime Compagnie. Binnen drie maanden moesten er 35.000 woorden worden ingeleverd. Het was de periode waarin alle waterkeringen wegens heftige stormen werden gesloten en ineens schoot mij een idee te binnen over de beveiliging van die stormvloedkeringen. Een verhaal dat ik
kon combineren met mijn technische kennis en mijn liefde voor puzzels. Ik heb alles aan de kant gezet en ik vond het heerlijk om iedere dag op te staan en alleen maar met schrijven bezig te zijn. Uiteindelijk had ik meer dan 35.000 woorden geschreven en heb ik het verhaal afgekapt bij een achtervolging, als een cliffhanger voor de jury,’ glimlacht ze. ‘Tot mijn verbazing won ik de wedstrijd en heb ik mijzelf nog getrakteerd op een Topklas bij de Querido Academie om alles uit het manuscript te halen.’ ‘Als ik terugkijk op al die schrijfavonturen, ben ik vooral blij dat ik mij heb aangesloten bij een platform en community als Sweek. Ik kreeg er nuttige feedback en ontmoette andere auteurs. Daarnaast is voor mij het werken met een coach erg belangrijk. Zo heb ik met een vriendin afgesproken dat ik elke twee weken iets bij haar aanlever. En als laatste: wil je meer bereiken met schrijven, investeer dan in je werk. Denk aan cursussen, waar je beter van wordt en waar je contacten binnen de literaire wereld aan over kunt houden, maar net zo goed door tijd te maken in je agenda. Zeg tegen anderen niet dat je aan het schrijven bent, maar dat je aan het werk bent. Anders lijken andere zaken al snel belangrijker. Beschouw schrijftijd als werktijd.’
Heleen van den Hoven (1959) woont en werkt in Nieuwegein. Ze schreef onder meer het kinderboek De kleine koning, avonturenroman Halverwege en publiceerde dit jaar via uitgeverij De Crime Compagnie de thriller Het CARPA Complot, een meeslepend verhaal waarin hackers Nederlandse sluizen proberen over te nemen. www.heleenvandenhoven.nl
05 2019 Schrijven Magazine | 33
DE WEG NAAR DE UITGEVERIJ (1)
Wanneer is mijn manuscript ‘verzendklaar’? Wil je kans maken op publiceren via een uitgeverij, dan moet de basiskwaliteit van je manuscript op orde zijn. Zorg voor een boek dat aansluit bij je doelgroep. Dat er een logische opbouw is, een duidelijke stijl en dat er geen fouten in staan. Waar moet je nog meer op letten? Dat legt oud-uitgever Lidewijde Paris in dit artikel uit.
34 | Schrijven Magazine 05 2019
H
oe lang of hoe kort je ook aan je boek werkt, er komt een moment dat je moet beslissen wat je ermee wilt. Schrijf je ‘alleen voor jezelf’, dan is er niets aan de hand. Maar de meeste schrijvers hebben – stiekem soms – meer ambitie dan dat. Ze willen ‘naar buiten’ en gelezen worden door anderen. Dat kan in het klein als je je familieverhaal schreef voor je kinderen of vrienden. Bij een goede kopieershop kun je dan je manuscript laten opmaken en laten vermenigvuldigen. Of je kunt via een selfpublishing-site tegen betaling een oplage laten ‘drukken’ en als boek laten binden. Dat ziet er tegenwoordig goed uit. Ik zette drukken tussen aanhalingstekens, omdat er geen drukpers aan te pas komt. Voor kleine oplages worden boeken tegenwoordig op een chique manier geprint. Printing on demand (POD) heet dat. Ook reguliere uitgevers maken er geregeld gebruik van als een oplage bij een drukker niet uitkomt of als boeken ouder zijn.
DE WEG NAAR DE UITGEVERIJ (1) Wanneer ben ik klaar om een uitgeverij te benaderen? Hoe kies ik een uitgeverij? Hoe lever ik mijn manuscript aan? Waar let ik op bij een contract? In deze serie geeft oud-uitgever Lidewijde Paris tips en advies voor de lange weg naar de uitgeverij.
Wie schrijft om de wereld buiten de eigen cirkel te bereiken, moet een paar belangrijke vragen beantwoorden en beslissingen nemen. Om te beginnen, wanneer is je manuscript klaar voor de buitenwereld? Hierbij maakt het een verschil of je je boek zelf gaat uitgeven of niet. Een uitgever kan je voor een paar belangrijke fouten behoeden waaraan veel zelf uitgegeven boeken lijden. Sommigen proberen eerst een uitgever te vinden, en als dat niet lukt besluiten ze het alsnog zelf uit te geven.
Promotie Er zijn een paar redenen dat zelf uitgegeven boeken geen lezers bereiken: het is niet te vinden. Het feit dat je boek op een site is te vinden, zegt niets. Je moet dus promotie maken en dat is lastiger dan het lijkt. Wil je dat je boek in de winkel ligt, dan moet je zelf op pad of een vertegenwoordiger inschakelen. Je zult zien: zelf uitgeven is maar de helft van het werk. Maar een belangrijke reden waarom een uitgever negatief besluit of waarom dat zelf uitgegeven boek geen publiek bereikt, heeft met de inhoud te maken. Afgezien van spel- en stijlfouten, is het verhaal te particulier of te incrowd geschreven om een groter publiek aan te spreken. Veel bloggers over een specifiek onderwerp zullen dit merken of al gemerkt hebben. Ze hebben veel volgers op hun blog, maar het boek wordt niet verkocht. Bijvoorbeeld een blog over geen kinderen kunnen krijgen. De lezers van dat blog hebben specifiek op dat onderwerp gezocht, omdat ze met hetzelfde probleem te maken hebben. Ze zoeken herkenning, antwoorden, informatie, of troost. Hoe iets geschreven is, of het een goede opbouw heeft, of ze begrijpen wie wie is in een blog, is allemaal niet van belang.
Verwachtingen Maar zodra een tekst een omslag krijgt, gelden er andere verwachtingen. De tekst moet dan een langere houdbaar-
heid hebben en dat impliceert: goede, logische opbouw in een duidelijke stijl zonder spelfouten. Net als bij een familieverhaal dat wordt gepubliceerd, moet een boek over een specifiek onderwerp ook voor mensen die niet tot de incrowd van de schrijver behoren te volgen zijn. Dus niet: ‘Toen kwam Ingrid weer langs’ als Ingrid de naam van de huisarts is en de buitenstaander dat niet weet. Op een blog kan dat, in een boek niet. Daar moet je schrijven: ‘Toen kwam de huisarts weer langs.’ Dit geldt voor heel veel details, vaak blijven die te impliciet. Gewoontes en gebruiken, personen en betekenisvolle data, ze moeten allemaal geïntroduceerd worden. Criterium 1 waar je boek aan moet voldoen is dus: houd rekening met een lezerspubliek dat jou en je situatie niet kent, of de situatie van je verhaal niet kent.
Meelezen Je kunt vrienden het verhaal laten beoordelen, maar de vraag is of zij wel genoeg afstand hebben en of ze eerlijk genoeg zullen zijn. Afgezien daarvan: kun jij tegen hun eventuele kritiek? Want dat is criterium 2: ben je klaar om je manuscript los te laten en de – boze – buitenwereld in te sturen? De kritiek zal niet alleen stilistisch en structureel zijn, maar ook inhoudelijk. Die kritiek is dan niet persoonlijk bedoeld, al kan het wel zo overkomen. Laat iemand meelezen die niet emotioneel leest, maar zakelijk. Loopt het verhaal? Is er een opbouw? Heb ik als lezer een (te) specifiek referentiekader nodig, of wordt er genoeg context gegeven? Wanneer het een roman is, is juist weer een van de belangrijkste criteria: leg je niet veel te veel uit? Veel beginnende romanschrijvers zijn bang dat hun lezers het verhaal, de grappen, de verwijzingen, symboliek of metaforen niet zullen begrijpen en leggen daardoor te veel details uit. Een lezer kan heel wat aan, mits je een spannend of pakkend begin hebt, en mits je hem zo nu en
dan een hint geeft waar het heengaat. Juist dat spel met de lezer maakt een roman tot iets bijzonders. En dit geldt voor thrillers net zo goed als voor literaire romans. Zodra de lezer te veel doorziet of zich gaat vervelen is er iets aan de hand.
Vertellen Om dit duidelijk te maken een wat overdreven voorbeeld, maar dan wordt goed zichtbaar wat met uitleg wordt bedoeld. Dit heet ook wel telling: je vertelt alles al, de lezer hoeft niets te raden, kán zelfs niet eens een idee vormen, want krijgt daarvoor te weinig informatie. Bij telling gaat het dan vooral ook om alle emoties die worden benoemd: ‘Hij was bang dat hij het weer zou verpesten. Het was een gevaarlijke opdracht. De vorige keer in Moskou in 2005 toen hij zich slecht had voorbereid en daardoor te weinig kennis van zaken had, had iedereen zich aan hem geërgerd. Hij had de missie bijna doen mislukken. Hij was te onzeker geweest, maakte veel te veel fouten. Dat zou hij nu anders doen.’ Hier wordt alles benoemd en met jaartal, emoties en verklarende details uitgelegd. Het zit vooral in de woorden:
Lidewijde Paris
05 2019 Schrijven Magazine | 35
DE WEG NAAR DE UITGEVERIJ (1)
Een boek over een specifiek onderwerp moet ook voor mensen die niet tot de incrowd van de schrijver behoren te volgen zijn.
bang, gevaarlijk en de hele uitleg van de vorige missie. Spannender wordt het als je schrijft: ‘Gaven ze hem een nieuwe kans? Waren ze Moskou vergeten? Misschien. Misschien? Konden ze zoiets vergeten? Hij voelde weer het zweet in zijn handen. Nu was het de bedoeling ’s nachts de rivier over te steken, de beveiliging te hacken en een loop te monteren. Leken de uniformen van de wachters genoeg op de echte? In het donker waarschijnlijk wel. Maar met die schijnwerpers weet je het nooit. Dat was toen fout gegaan. Was zijn taak geweest. Had hij niet aan gedacht. Nu dus een herkansing. Wellicht. Hij haalde diep adem, vouwde de kaart nog een keer open. Hij zou alles uit zijn hoofd leren. Hij kende alles al uit zijn hoofd.’ In plaats van direct de opdracht als gevaarlijk te benoemen, wordt omschreven wat de opdracht inhoudt en al lezend begrijp je dat het ingewikkeld en gevaarlijk wordt. In plaats van de uitkomsten van de tekortkomingen van de hoofdpersoon te benoemen, laat je zijn twijfel en zijn zenuwen zien. Tussen de regels door kun je afleiden dat hij het de vorige keer had verpest (herkansing) en dat de druk op zijn schouders
36 | Schrijven Magazine 05 2019
dus extra groot is. In een spannende scène is dit meteen duidelijk, maar vergis je niet: in een romantisch of emotioneel verhaal is dit element nog belangrijker! Stel je voor dat je daar alles uitlegt en benoemt … Néé, de lezer wil juist verleid en vervoerd worden net als de aanbedene in het verhaal – dus lekker de tijd voor nemen om alle details te beschrijven (showing dus, laten zien). Natuurlijk kun je niet alles alleen maar omschrijven, anders duurt een verhaal veel te lang, maar er moet een goed evenwicht zijn, en sfeer, spanning en emotie zitten juist in die details.
of aanmerkingen en stevige kritiek aankunt. Wanneer je zelf gaat publiceren, dan zul je deze vrienden dankbaar zijn. Ze zijn je veiligheidscordon. Want na je vrienden komen de onbekenden en die kennen je niet en zullen je niet sparen. Geef je zelf uit, dan moet je tekst ook qua stijl, alinea-indeling en spelling perfect zijn. Stuur je je manuscript naar een uitgever, dan is het een pre als het ‘schoon’ is, maar noodzakelijk is dat niet. Dat komt dan later. De volgende keer: hoe vind of kies ik een uitgeverij die bij mijn boek past?
Kritiek Wil je iemand mee laten lezen? Kies dan iemand aan wie je nog niet het hele verhaal hebt verteld, of de clou – als die er is – hebt verraden. Laat die persoon zijn kritiek opschrijven, desnoods in het manuscript. Ervaring leert dat duidelijk commentaar geven aan vrienden ergens halverwege strandt uit liefde, beleefdheid of gêne in het gunstige geval, of in een knallende ruzie in het ongunstige geval. Je bent klaar om je manuscript de wereld in te sturen als jij het in die mate los kunt laten, en je op-
Lidewijde Paris (1962) was boekverkoper, journalist, interviewer en werkte 25 jaar als redacteur en uitgever. Ze schreef onder andere Hoe lees ik? om het literaire lezen op een toegankelijke en verhalende manier duidelijk te maken aan de hand van veel voorbeelden. Ze is boekrecensent bij Max Nieuwsweekend en docent bij HOVO Amsterdam. Daarvoor was ze onder andere zes jaar uitgever van Querido en vijf jaar directeur bij Nieuw Amsterdam.
EEN KATERN VAN
magazine
PLATFORM VOOR SCHRIJFTALENT ALICE VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR
Wekelijkse
schrijfopdracht
In deze aflevering van Alice plaatsen we een aantal bijzondere inzendingen voor de wekelijkse schrijfopdracht en van de Facebookgroep Ultrakorte verhalen. Het cijfer voor de inzending verwijst naar het nummer van de wekelijkse schrijfopdracht.
WEKELIJKSE SCHRIJFOPDRACHT Elke week staat er op schrijvenonline een schrijfopdracht. Een van onze schrijfcoaches geeft een prikkelende opdracht en bezoekers gaan er enthousiast mee aan de slag en plaatsen het resultaat op het forum. Daarna geven zowel de schrijfcoach als de andere bezoekers commentaar op de inzendingen. Dat is een heel levendig en druk bezocht deel van de site. Als je het nog niet kent, kijk dan eens op: https://schrijvenonline.org/forum/themaforums/wekelijkse-schrijfopdracht
05 2019 Schrijven Magazine | 37
YVONNE KAPTEIJNS (54) IS MOEDER, ECHTGENOTE EN DIALYSEVERPLEEGKUNDIGE. ‘IN 2015 HEB IK ZES MAANDEN, ALS EEN SOORT VAN SABBATICAL, GEWOOND EN GEWERKT IN BASINGSTOKE (ENGELAND). MIJN ERVARINGEN DAAR DEELDE IK MET VRIENDEN EN GEÏNTERESSEERDEN IN WEKELIJKSE BLOGS, MIJN EERSTE STAPPEN OP HET GEBIED VAN SCHRIJVEN. ALS VERVOLG DAAROP HEB IK DIE BLOGS VERWERKT IN EEN REISDAGBOEK DAT IK HOOP UIT TE BRENGEN.’
THE HOLIDAY
#257
DE DEURBEL GAAT. DAT MOET IRIS ZIJN. Ze komt me halen voor het gala dat ter ere van mij wordt georganiseerd. Voor mij hoeft het allemaal niet. Wie kent mij tegenwoordig nog? De filmindustrie is zo enorm veranderd. Ik kan het allemaal niet meer bijbenen. Maar Iris, ach die lieve Iris, heeft me om weten te praten. Ik wilde niet als een oude krakkemikkige man op het podium verschijnen. Toen ik dat als argument gaf om niet naar die avond te hoeven gaan, heeft Iris daar snel korte metten mee gemaakt. ‘Ik ga met je oefenen tot je zelfstandig die trap op kunt.’ Nou en oefenen hebben we gedaan. Dagelijks moest ik van haar in het zwembad van de ene kant naar de andere kant lopen en als ik in de kamer stiekem de rollator wilde pakken, duwde ze die met een ondeugende lach voor me uit zodat ik wel zonder moest lopen. En zie haar hier nu staan. Ze ziet er zo mooi uit in haar zwarte jurk. Och, was ik maar veertig jaar jonger. ‘Misschien vind je het een beetje truttig’, zeg ik voorzichtig, ‘maar ik heb deze corsage voor
38 | Schrijven Magazine 05 2019
je gekocht. Dat is wat we vroeger altijd deden als we met een mooie vrouw op stap gingen.’ Onzeker laat ik de corsage zien. Had ik toch niet beter iets anders voor haar moeten kopen? ‘Arthur, wat mooi! Hij past mooi bij mijn jurk. En weet je wat…,’ zegt ze met een knipoog, ‘ik houd wel van truttig.’ Spontaan krijg ik een dikke kus op mijn wang. Ik sta zowaar te blozen. Bij de zaal worden we door twee jonge knullen verwelkomd. Mijn hart zit in mijn keel. Ik pak Iris stevig in de arm en ze knijpt bemoedigend in mijn hand. Vol vertrouwen kijkt ze me aan en haar ogen zeggen: je kunt het!! De deuren gaan open en een stem roept om: ‘Dames en heren… Arthur Abbott!’ Een volle zaal begint enthousiast te applaudisseren. Ik kan mijn ogen niet geloven. Zoveel mensen die gekomen zijn om mij te eren. Links en rechts zie ik bekenden van vroeger en oh kijk, mijn vrienden zitten er ook. Ze gaan zelfs voor me staan. Wat een eer! Wat ben ik blij met Iris aan mijn zij. Ze loopt met me mee tot aan het podium. Ik zie een zestal trappen, bekleed met een luxe rode loper. Een man reikt me de hand om me de trappen op te helpen. In de zaal klinkt plots een mooie filmmelodie en ik wijs resoluut de hulp van de man af. Dit ga ik zelf doen. Ik verzamel moed en loop zowaar de trappen zelfstandig op. Een beetje buiten adem kom ik bij de microfoon. ‘Onvoorstelbaar,’ zeg ik tegen het publiek en ik wijs naar de trap. ‘Dat ik die nog zelf heb kunnen beklimmen.’ Het publiek begint te lachen. Yvonne Kapteijns
EEN KATERN VAN
magazine
BRUNO LOWAGIE BESLOOT, NA EEN CARRIÈRE VAN EEN KWART EEUW IN DE IT-SECTOR, OM TERUG TE KEREN NAAR EEN OUDE LIEFDE: HET SCHRIJVEN. IN DECEMBER 2018 BEGON HIJ TE OEFENEN DOOR DEEL TE NEMEN AAN DE WEKELIJKSE SCHRIJFOPDRACHT. AAN HET BEGIN VAN 2019 NAM HIJ ZICH VOOR MINSTENS ÉÉN SCHRIJFWEDSTRIJD TE WINNEN. NOG VOOR HET JAAR HALF OM WAS, WON HIJ DE GORCUMSE LITERATUURPRIJS. HIJ BRENGT BINNENKORT EEN EERSTE BUNDEL KORTVERHALEN (OCEAANWEES) UIT IN EIGEN BEHEER.
HET MEESTERWERK #257
NIETS WERKT ZO HYPNOTISEREND ALS HET geratel van een antieke schrijfmachine in de ruime hal van een verlaten hotel. Onbereikbaar ver van de bewoonde wereld, word ik door bijna niemand gestoord. De demonen die me hier komen opzoeken, jagen me geen angst aan. We drinken samen een glas en ze inspireren me tot grootse gedachten. Ze geven me gelijk als ik zeg dat ik de volgende Great American Novel in me heb. Tik-tik-tik, rikke-tik-tik, tik-tik-tik, tik-tik, rikke-tik-tik, rikke-tik-tik, rikke-tik-tik, tik, rikke-tik-tik, tik-tik-tik, tik, tab, tab, tab, ting, volgende lijn. Sommige dingen weet je gewoon en ik weet dat dit een bestseller wordt. Mijn uitgever zal het zich beklagen dat hij me geen nieuw contract aanbood. Iedereen die beweerde dat ik het niet meer kon, zal groen zien van jaloezie. Ik word de schrijver van de eeuw; mijn naam zal worden ingeschreven in de hal der groten; de nobelprijs wenkt. Ik ben nog nooit zo productief geweest. Schrijven is mijn drug geworden; ik kan niet meer zonder. Tik-tik-tik, rikke-tik-tik, tik-tik-tik, tik-tik, rikke-tik-tik, rikke-tik-tik, rikke-tik-tik, tik, rikke-tik-tik, tik-tik-tik, tik, tab, tab, tab, ting, volgende lijn.
Alleen vrouw en kind staan nu nog tussen mij en mijn succes. ‘Doe dit, doe dat,’ zeggen ze; altijd hebben ze klusjes klaar voor mij. Alsof werken het enige is wat telt in het leven. ‘Ze begrijpen je niet,’ zeggen de demonen, en ik begin te geloven dat ze gelijk hebben. ‘We vinden er samen wel een oplossing voor,’ zeggen ze, en aan de manier waarop ze lachen, weet ik dat ik op hen kan vertrouwen. Tik-tik-tik, rikke-tik-tik, tik-tik-tik, tik-tik, rikke-tik-tik, rikke-tik-tik, rikke-tik-tik, tik, rikke-tik-tik, tik-tik-tik, tik, tab, tab, tab, ting, de pagina is vol. Ik blader tevreden door de steeds hoger wordende stapel. Dit wordt een meesterwerk: All work and no play makes Jack a dull boy. All work and no play makes Jack a dull boy. All work and no play makes Jack a dull boy. All work and no play makes Jack a dull boy. All work and no play makes Jack a dull boy. All work and no play makes Jack a dull boy All work and no play makes Jack a dull boy. All work and no play makes Jack a dull boy. Bruno Lowagie
05 2019 Schrijven Magazine | 39
GA JIJ DE UITDAGING AAN? STUUR JE ALLERBESTE VERHAAL OF GEDICHT(EN) IN VIA WWW.SCHRIJVENONLINE.ORG/ALICE
PSYCHISCHE VERANDERING HIJ KIJKT IN DE SPIEGEL EN ZEGT tegen mij: ‘Kijk mijn broer! Ik ben zo gelukkig hem terug te zien!’ Ja, mijn vader had zijn broer heel erg gemist. Het afscheid was heel langzaam gegaan. Pauls geest kromp beetje bij beetje terug tot enkele oude herinneringen. Mijn vader had nochtans herhaaldelijk gepoogd hem wakker te schudden. Tevergeefs. Pauls geest sijpelde uiteindelijk volledig weg. Nu kijkt mijn vader naar zichzelf en vindt Paul. Ontroerend blij is hij. Ik neem mijn vader in mijn armen en geef hem mijn liefste kus. Wakker schudden doe ik niet. Roos Blik
DE 66-JARIGE SONJA KEPPENS SCHRIJFT ONDER HET PSEUDONIEM ROOS BLIK. ‘IK BEN GEPENSIONEERD AMBTENAAR/JURIST EN WOON IN EVERBERG (BELGIË). IK VOLGDE ENKELE JAREN GELEDEN EEN OPLEIDING “WOORD” AAN DE ACADEMIE IN AALST. DEZE OPLEIDING RICHT ZICH VOORAL OP HET VOORDRAGEN VAN POËZIE. IK SCHRIJF KORTE VERHALEN EN GEDICHTEN, MAAR IK HEB NOOIT GEPROBEERD IETS TE LATEN PUBLICEREN. MIJN INSPIRATIE KOMT VAAK SPONTAAN OP, VOORAL ‘S MORGENS IN BED EN ALS IK MET DE AUTO RIJD.’
40 | Schrijven Magazine 05 2019
#259
EEN KATERN VAN
DIEREN ZIJN VAAK HET ONDERWERP IN DE VERHALEN VAN MEVROUW MARIE. ‘OP EEN REGENACHTIGE NAMIDDAG ONTWAAKTE MIJN PEN, DIE MIJ ZOVEEL PLEZIER GEEFT IN MIJN DAGELIJKS LEVEN. DIEREN ZIJN MET LIEFDE HET ONDERWERP IN MIJN VERHALEN, DE SPIEGEL VAN ONS BESTAAN. HOE JE MET DIEREN OMGAAT ZEGT VEEL OVER HET MENSELIJK GEDRAG. EN DIEREN ZIJN NET MENSEN!’
DE LAATSTE WANDELING
#255
‘RAMBO, GA MAAR, IK GA EVEN ZITTEN.’ IK GOOI VANAF het bankje het zakje mèt in de depotdog, mis. Zometeen met een lampje even kijken en het er alsnog ingooien. Rambo loopt traag over het gras. De sprietjes glinsteren in het licht van de straatlantaarn. De bomen eromheen zijn als grote reuzen, wiegen zachtjes heen en weer door de wind. Hier en daar dwarrelt al een blad naar beneden, heel donker zijn ze. Kleuren kan ik niet onderscheiden, alles om me heen is donker of nog donkerder. De onderste bladeren van de bomen flonkeren af en toe naar mij toe. Twee wat onvaste witgele lampjes komen op mij af. Een vrouwenstem schalt door de straat: ‘Ik zei het je toch. De eerste weg moesten we nemen. Maar jij wist het weer, hé. Nu ben ik drijfnat.’ Een mannenstem antwoordt: ‘Iedereen vergist zich weleens. Niet zo’n probleem van maken, we zijn bijna thuis.’ Ze zijn me voorbij, de twee rode lampjes worden steeds kleiner. De straat glimt alsof er nog nooit iemand overheen gereden is. Een brede lichtbundel beschijnt de omgeving van de grond tot okselhoogte. Niets ontsnapt aan het fel witblauwachtige licht. Ik steek mijn hand op, Rambo reageert niet, dan gaan de lampen vrijwel geruisloos voorbij en nemen de sierlijke lijnvormige rode achterlichten afscheid van ons. Rambo steekt zijn neus onder mijn rechterarm. ‘Ja, je hebt gelijk, we gaan naar huis.’ Ik licht bij en zoek ons zakje, het zwart valt op tussen al het donker rondom de bak. Ik mik hem erin. Veel dof ogende hondendrollen liggen tussen het twinkelende gras. Mw Marie
05 2019 Schrijven Magazine | 41
ALICE IS EEN PLATFORM VOOR SCHRIJFTALENT. VOOR ELKE EDITIE KUN JE EEN VERHAAL INSTUREN VIA WWW.SCHRIJVENONLINE.ORG/ALICE. UIT HET AANBOD SELECTEREN WE DE MEEST ORIGINELE VERHALEN.
Een selectie uit de Facebookgroep Schrijven Magazine: ultrakorte verhalen Wortelkanaal ‘Geef toch die rode maar.’ Ze neemt het stiftje van de assistente aan en leidt hem het wortelkanaal in. Het is tropisch warm. Het kanaal is lang. Waanzinnig lang. Amsterdam-Rijnkanaal. Er komt geen einde aan. Wilhelminakanaal. Eemskanaal. Noordzeekanaal! Ze duikt onder, voelt een frisse wind als ze weer boven komt. Verder wil ze. Naar open water. Dobberen op de golven. Verfrissing. Vakantie. Eindelijk. ‘Eenentwintig millimeter. Wil je de elektrische meter?’ De ongeduldige stem van de assistente. Het geruis van de wind is geen wind. Ventilator. Patiënt onder haar handen. De elektrische meter. Nog even dan. Nog eenentwintig millimeter. Sandra Visser
Tell, don’t show Een verbitterde weduwnaar is de confetti in zijn voortuin zat en gaat verhaal halen bij de buren, waar op dat moment een veewagen de voorpui ramt, wat te laat opgemerkt wordt door de middelste zoon die boven met een verrekijker het overbuurmeisje begluurt omdat hij verliefd is op haar tweelingzus, die een week in Xi’an zit vanwege haar bedrijfje in unisex haarclips, waardoor de accountant voor niks aan de deur staat en in z’n linkerkuit gebeten wordt door de schuimbekkende chihuahua van de weduwnaar die aanslaat door het gekrijs van de zeugen en de stank van hun angstschijt. Bregje de Laat
Gezichtsmasker Het pakketje wordt vroeg in de middag bezorgd. Karin staat te hupsen van opwinding als ze haastig probeert het te openen. Voor de spiegel bekijkt ze haar zachte, uitgezakte gezicht. Ze glimlacht. Vanavond is dit verleden tijd. Het masker aanbrengen is best een klusje, de vele gespen aantrekken een beetje pijnlijk. Ze fantaseert over de date. Hij zal haar gladde gezicht strelen. Een uur voor de date maakt ze zich op. Haar ogen en mond vallen op tussen het strakgespannen masker. Als laatste verwijdert ze het. De afdruk ervan prijkt op haar gezicht als zachte klei. Ze zucht. Marike van der Raadt
42 | Schrijven Magazine 05 2019
Wie schrijft, leest
1e jaar van € 40 ,50 voor
€ 27,50 +cadeau
s!
K OOK LEU ALS CADEAU
Investeer in je schrijftalent, word abonnee!
zelf je boek uitgeven? Twijfel jij over welke papiersoort het beste bij jouw boek past of ben je benieuwd naar de kwaliteit van Bookadew? Vraag dan nu geheel gratis een sampleboek aan!
bookadew.nl
online prijzen berekenen
standaard formaten ĂŠn maatwerk
100% genaaid gebonden boeken
nauwkeurige bestandscontrole
oplage 1 t/m 500
gratis proefexemplaar
hardcover en softcover
verzendklaar in 5 werkdagen
44 | Schrijven Magazine
© HA
DEWYCH VEYS
EEN SCENARIO SCHRIJVEN (6)
Hetty Kleinloog
De vrijheid van structuur Hetty Kleinloog
Of je nu kiest voor de 3-Aktenstructuur voor filmscenario’s of de Dramatische lijn voor het schrijven van theaterstukken; een scenario heeft een goede structuur nodig. Hetty Kleinloog legt uit hoe je dat voor elkaar krijgt.
E
lke reis begint met een bestemming. Althans, zo geldt het voor mij. Niet voor mijn neef Toon en Murakami. Neef Toon laadt eens in de twee maanden zijn koffer in de auto en begint te rijden. Zijn voorruit achterna. Hij heeft geen idee wat zijn bestemming is, hij ziet wel. Tot zijn verrassing treft hij zichzelf na verloop van tijd aan in een lavendelveld in Zuid-Frankrijk of op een plein in Wenen. Dan keert hij terug, naar vrouw en kind. Eigenlijk blijkt thuis keer op keer zijn einddoel te zijn. Neef Toon reist in grote en kleine cirkels, als een pen in een spirograaf (tekenwiel).
Eindpunt bepalen Murakami begint zijn romans met een eerste woord en schrijft dan verder. Hij heeft geen idee hoe de tweede zin, het derde hoofdstuk, laat staan het einde van zijn boek zal zijn. Zijn Kafka op het strand staat in mijn top tien van allermooiste boeken. Ogenschijnlijke structuurloosheid fascineert me, en dat terwijl ik zelf zo totaal anders werk. Ik werk planmatig, op het neurotische
af. Voor ik aan het echte schrijven begin, ben ik maanden bezig met het uitzetten van structuur en het ontwikkelen van de personages. Aan mijn cursisten leg ik uit dat schrijven te vergelijken is met het plannen van een reis. Als je weet dat je eindpunt Rome is, kun je onderweg zijpaden inslaan, op bezoek bij tante Jannie in Sint-Job-in-‘t-Goor, je horloge laten maken in Zwitserland, op ongezadelde wilde paarden op Hongaarse poesta’s galopperen, je kunt van alles doen, want je weet waar de eindbestemming ligt en dat je daar zal komen. Zonder doel in mijn verhaal voel ik me als een door Zeus vervloekte Griekse halfgod, gedoemd om eeuwig op de aardbol rond te dolen. ‘Structuur geeft me vrijheid,’ zeg ik, en zo is het ook. Dankzij een uitgewerkt plan kan ik afdwalen, beekjes bewonderen, vogels volgen en er toch op vertrouwen dat ik uiteindelijk in Rome en niet in Tokyo terechtkom. Er zijn meer gestructureerde schrijvers zoals ik. Zo las ik dat Thomas Rosenboom de wanden van zijn huis vol heeft hangen met grote vellen papier, waarop de structuur van zijn roman getekend
05 2019 Schrijven Magazine | 45
EEN SCENARIO SCHRIJVEN (5)
Het motorisch moment/inciting incident en de climax zijn de dreunende gongslagen van je script, de heipalen van je structuur. is. En J.K. Rowling wist vanaf de eerste zin van Harry Potter 1 hoe de laatste zin van het zevende boek zou luiden.
Tweede-keus-leven Scenario is bij uitstek een schrijfvorm die drijft op structuur. En ook op een grote behoefte aan het kennen van de ideale structuur. Niet voor niets zijn er bibliotheken volgeschreven over het schrijven van scenario en ‘de enige juiste wijze’ van het componeren van een film of toneelstuk. Het bekendst is de 3-aktenstructuur, maar er bestaan inmiddels ook 5-, 7-, 12- en zelfs 20-aktenstructuren. In mijn les behandel ik de 3-Akten-
46 | Schrijven Magazine 05 2019
structuur voor filmscenario’s, en de Dramatische lijn voor het schrijven van theaterstukken. Gewoon, omdat deze het meest helder zijn en elke scenarist gebaat is bij helderheid. Eigenlijk zijn alle theorieën op elkaar te leggen en komt het erop neer dat elk scenario start met een protagonist met een ‘tweede-keus-leven’. Een hoofdkarakter dat niet helemaal gelukkig is. Dat tweede-keus-leven wordt getriggerd door een inciting incident (scenario) oftewel een motorisch moment (toneelscript). Hierdoor krijgt de protagonist een doel, dat hij of zij in de tweede akte (oftewel de ontwikkeling in de dramatische lijn) probeert te bereiken en dat
door middel van obstakels moeilijk wordt gemaakt. Op obstakels zal ik in het volgende artikel ingaan. Na een aantal obstakels volgt de climax, waarbij alles verloren lijkt te zijn (all is lost) en waarin de protagonist het doel wel of niet bereikt. Jouw verhaal wordt afgesloten met een afwikkeling, die heel kort kan zijn. In soapscènes zijn er vaak helemaal geen inleidingen of afwikkelingen. De scène komt meteen to the point en eindigt bij een climax. De ultieme climax is de cliffhanger voor het zomerreces. Ik ga snel door de aktenstructuur,
EEN SCENARIO SCHRIJVEN (5)
OEFENING: Kies een bestaand kort verhaal en schrijf op vijf losse kaartjes: 1. Inleiding met daarin een protagonist en een tweede-keus-leven 2. Inciting incident / motorisch moment 3. Ontwikkeling met een aantal obstakels 4. Climax 5. Afwikkeling Bedenk vervolgens met welk onderdeel je jouw scenario zou willen beginnen en hoe de volgorde van de rest van de kaartjes zou zijn.
Ogenschijnlijke structuurloosheid fascineert me, en dat terwijl ik zelf zo totaal anders werk. omdat er – zoals gezegd – boeken vol over geschreven zijn. Als je nu vooral het motorisch moment/inciting incident en de climax onthoudt, dan ben je een heel eind; dit zijn de dreunende gongslagen van je script, de heipalen van je structuur.
Schuiven en husselen Na het bepalen van de verschillende stappen wordt het pas echt leuk. Waarom zou je je film niet met het inciting incident of met de climax beginnen? Daarna kun je terugvertellen: hoe
is het zo gekomen? Je kunt zelfs met de afwikkeling beginnen: we zien een aantal mensen een begraafplaats aflopen – en gaan dan vervolgens naar de inleiding: hoe het begon. Schrijf nadat je de 3-aktenstructuur voor jouw film bepaald hebt de verschillende fases met steekwoorden op kaartjes en ga dan schuiven en husselen. Wat is voor jou het beste moment om de film te starten? Het hoeft allemaal niet chronologisch en je kunt natuurlijk met flashbacks werken. Toch is het echt belangrijk dat je eerst
precies weet hoe de chronologische volgorde van je film is. Daarna kun je zo gek doen als je wil en van climax naar inciting incident, van afwikkeling naar inleiding springen. Kort samengevat: bedenk bij het schrijven van een scenario altijd eerst wat je wil vertellen (premisse!) en werk vervolgens de structuur helemaal tot het einde van je film uit. Als je dat gedaan hebt, heb je voor jezelf een vrijheid gecreëerd, waarbij je niet blijft hangen bij tante Jannie in Sint-Job-in-‘t-Goor, maar uiteindelijk een geluksmuntje in de Trevi-fontein kan gooien.
Hetty Kleinloog is auteur van scripts, romans, liedjes, strips en toneelwerken. www.kleinloog.eu
05 2019 Schrijven Magazine | 47
BUITEN DE GEBAANDE PADEN (1) Het boek is de klassieke vorm voor ons als schrijvers, maar moderne technologie heeft veel andere vormen mogelijk gemaakt. In deze serie gaan we in op die andere vormen: buiten de gebaande paden schrijven.
Alles wat je als schrijver moet weten over podcasts Podcasts kunnen je verhaal of boek ondersteunen of verdiepen. Maak bijvoorbeeld een hoorspel van je verhaal of bied de lezer historische achtergrondinformatie aan bij je boek. In aflevering 1 van Buiten de gebaande paden leer je alles over het maken van podcasts, van techniek tot script. Door Vivian Deegens
E
en podcast is een audio-uitzending waarbij het geluidsbestand op aanvraag wordt aangeboden. De term podcast is een samentrekking van iPod en broadcast (Engels voor uitzenden). Als schrijver kun je podcasts gebruiken als medium voor je verhalen of als manier om luisteraars te informeren over je werk. In een podcast lees je bijvoorbeeld in elke aflevering een hoofdstuk voor van je verhaal. Je kunt er zelfs een hoorspel van maken als je dat leuk vindt en er genoeg tijd voor hebt. Als je non-fictie of historische fictie schrijft kun je de podcast ook gebruiken om achtergronden van je verhaal te bespreken, zoals het vooronderzoek dat je gedaan hebt.
48 | Schrijven Magazine 05 2019
Stap 1: bemachtig een microfoon Om met podcasts te beginnen heb je uiteraard apparatuur nodig om je stemgeluid op te nemen. De goedkoopste optie hiervoor is de microfoon van je smartphone. Deze optie is aan te raden als je nog niet eerder een podcast hebt gemaakt, en je nog niet weet of je dit langere tijd wilt blijven doen. Heb je oortjes met een ingebouwde microfoon, en kun je de oortjes inpluggen in je telefoon? Gebruik die dan, want meestal is de opnamekwaliteit van zulke microfoons net iets beter. Je kunt enkele andere opties voor microfoons, met oplopende prijs, vinden via bit.ly/podcastmicrofoons.
Stap 2: bereid de podcast voor met een script Ook als je een verhaal gaat voorlezen dat je al op papier hebt, is het verstandig om je podcast voor te bereiden. De voorbereiding bestaat uit het ordenen van je gedachten, de onderwerpen die je wilt bespreken en overige informatie. Maak aantekeningen op papier van de informatie die je interessant vindt voor jouw podcast, als geheugensteun. Als je een verhaal gaat voordragen kun je bijvoorbeeld noteren waar je de klemtoon legt in je zinnen, en welke emoties voor jou bij welke tekstpassage horen. De aantekeningen voor een podcast noemen we het script. Afhankelijk van hoe je de podcast invult en wat je nodig hebt om goed te kunnen vertellen, kun je beslissen welke informatie je in de podcast zet.
BUITEN DE GEBAANDE PADEN (1) 
Podcasts over literatuur en schrijven
4
Geef jezelf opties
Houd mogelijkheden open in je script voor tijdens je podcast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan woordgebruik en de onderwerpen die je bespreekt. Hierdoor kan je podcast interessanter worden.
5
Stem de hoeveelheid tekst af op het onderwerp
Om je te helpen bij de keuzes voor je script geeft het artikel op bit.ly/tipspodcastscript de volgende zeven tips:
1
Schrijf je scripts in spreektaal
Als je het script in schrijftaal opstelt, met bijvoorbeeld veel moeilijke woorden, klink je stijfjes en onnatuurlijk. Lees je script daarom eerst hardop om te controleren of je als jezelf klinkt, dus zoals je zonder aantekeningen zou praten.
2
Beschrijf beelden
Wees je bewust van de kennis die bij de luisteraar ontbreekt en help hem of haar om zich een beeld te vormen van wat je vertelt. Als je twijfelt of je luisteraar bepaalde achtergrondkennis al heeft, geef dan voor de zekerheid wat meer uitleg. Zorg er wel voor dat je niet te veel uitweidt, maar bij de onderwerpen blijft die je wilt bespreken.
3
Houd het script beknopt
Schrijf alleen de woorden op die je echt nodig hebt, zodat je tijdens de opname van je podcast ruimte hebt om creatief te zijn.
Inleidingen en sponsorboodschappen kun je meestal beter uitschrijven, terwijl je juist weinig aantekeningen nodig hebt als je aan het woord bent over een onderwerp waar je veel van weet. Als je net begint met podcasts heb je waarschijnlijk meer aantekeningen nodig. Stem de inhoud van je script af op je ervaring, het soort onderwerp en de opzet van de podcast.
6
Overval je medespreker niet
7
Noteer hoelang je nodig hebt voor ieder onderdeel
Als je de podcast samen met iemand anders maakt, schrijf dan vragen op die je vooraf aan de ander geeft. Zo kan de andere persoon zich voorbereiden en heeft diegene een idee van wat je aan bod wilt laten komen. Zeker wanneer je een interview wilt doen is dit van belang.
Het best kun je de podcast vooraf een keer oefenen met een stopwatch erbij. Als dit niet haalbaar is, kun je inschatten hoeveel woorden je in je natuurlijke spreektempo ongeveer gebruikt in een minuut.
Zoek je voorbeelden van literaire podcasts of podcasts over schrijven? Op Schrijven Online (bit.ly/schrijverspodcasts) hebben we de leukste vijf podcasts voor schrijvers bij elkaar gezet. Daarnaast vind je bij Schrijfvis (bit.ly/verhalendepodcasts) een lijstje met Nederlandse verhalende podcasts. De meeste hiervan gaan over zoektochten, waarbij iemand verslag doet van een onderzoek naar een mysterie uit een al dan niet fictieve geschiedenis.
Stap 3: vind luisteraars Nu komt het belangrijkste onderdeel: je podcast delen met de wereld. Voor podcasts zijn verschillende platforms te vinden op internet. Een aantal bekende zijn: Podbean, Podiant, Anchor, Spreaker en Castos. Afhankelijk van je budget en je overige eisen kun je een of meerdere van deze platforms kiezen. Voordelen van deze platforms kunnen onder andere zijn dat het makkelijk is om je podcasts te ordenen, dat je beter vindbaar bent voor luisteraars, dat je gebruikersstatistieken bij kunt houden en inzien, en dat je opties hebt om je podcast te delen via Spotify, Apple Podcasts en Stitcher. De meeste diensten voor het plaatsen en online houden van je podcasts voor luisteraars kosten 10 tot 15 euro per maand. Er zijn ook gratis diensten beschikbaar, maar bedenk dat je meestal krijgt waarvoor je betaalt. Bronnen: podcastfactory.nl; learn.g2. com; learn.g2crowd.com; live365.com; schrijfvis.nl
05 2019 Schrijven Magazine | 49
Tekstuur Kidlit In deze rubriek bespreekt Mireille Geus een tekstfragment of kort verhaal voor kinderen
DE TEKST
Karel de Vondelvogel Ik schrok. Het beestje 1 had geen staart en zijn zwarte snavel was monsterlijk groot. Vanonder mijn bankje liep het naar een stapeltje takken. Daarbovenop wroette het tussen zijn grijs-zwarte veren. Zijn nek was nog kaal, op enkele donsveertjes na. Plotseling werd het beestje weggejaagd door een jongen die schreeuwend en stampvoetend van een bankje kwam waar hij met vriendjes zakjes chips at. Hals over kop vluchtte diertje terug tot onder mijn bank. Daar trok het nijdig aan sprietjes gras. Een oude vrouw plofte zuchtend naast mij neer. Ze haalde wat kruimels uit een zakje, boog zich voorover en liet ze op de grond vallen. ‘Karel’, fluisterde ze. Wow 2, het kuiken kwam te voorschijn en pikte de kruimels op. ‘Hij zou een zetje moeten hebben’, ze praatte nu weer gewoon 3, ‘Ik heb hem de afgelopen drie weken gevoerd, maar hem nog nooit zien vliegen.’
AUTEUR jd Frey Bakker (1956): ‘In mijn kleuterti r broe ere oud mijn leerde ik schrijven van Ik . ging ol scho re lage die net naar de aal verzon een plot en maakte een verh tief en een boekje. Via de cursussen ‘Crea van ica’ mat gram schrijven’ en ‘Spelling en ik e leerd de, volg ngs het LOI die ik onla r schrijven op een manier zodat de leze Met zou kunnen begrijpen wat ik bedoel. ede laatste cursus ben ik nog bezig. Artik ts Toor in erd blice gepu len van mij zijn van van NIVON. Ook schreef ik verslagen wandel2daagsen, te vinden op nivonutrecht.nl/wandel2daagsen.’
50 | Schrijven Magazine 05 2019
‘Er zijn wel eens mensen die een kraai opvoeden’, ging het vrouwtje verder, ‘maar ik heb in mijn huis geen ruimte voor hem.’ Mamma ook niet, dacht ik met spijt en keek naar Karel die zijn dorst leste uit een plas regenwater. ‘Zullen we hem Karel de Vondelvogel noemen?’, 4 vroeg ik. ‘Haha’, lachte ze aanstekelijk, ‘Asjeblieft, dan heb je er nog een vriendje bij.’ Ze liet de overgebleven kruimels op mijn hand vallen. Langzaam stond ze zuchtend weer op. Karel haastte zich naar mijn hand, dicht bij de grond. Maar, hè, die ging weer omhoog? 5 Ik keek naar het hongerige beestje. Karel hieldt zijn adem in: eigenlijk wilde hij helemaal niet uit een hand eten, nee, hij wilde zelf eten vangen en leven in het kruin van een hoge boom. Hij moest vandaag nog leren vliegen. Van dat idee in z’n kop werd ie weer helemaal vrolijk. Ook de kruimels vielen nu weer op de grond. 6 Karel scharrelde rond mijn bankje. Zodra hij kon vliegen zou hij een nest bouwen. in de top van die hoge boom aan de rand van het grasveld. Ik pakte mijn bal op; mam zou anders ongerust worden: ik zou maar even wegblijven. Ik liep naar het hek en keek nog even achterom. Karel stak fier het grasveld over, maakte hoge sprongen de lucht in en wapperde met zijn grote zwarte vlerken. Misschien kon hij in de vogelopvang eten en kraaien-manieren leren? Ik zou het straks aan mam vragen.
FEEDBACK
1
Wees specifiek, dus vogel in plaats van beestje of kraai.
2 3
Dat woord zou ik schrappen.
Is het belangrijk dat ze eerst fluistert en dan weer gewoon praat? Het vraagt aandacht dus tekst, maar lijkt me niet relevant.
4 5
Waarom zegt ze ‘we’?
Zitten we nu nog in het perspectief van de ikfiguur?
6
Perspectiefwissel!
‘‘
De eerste zin is spannend; ‘ik schrok’. Je wilt meteen weten waarvan.
HET COMMENTAAR
Wat is het? Deze keer gaat het om een fragment uit een groter verhaal. Ik denk dat het voor kinderen is vanaf zes jaar. Dat baseer ik op het verhaalidee, een gevonden vogel en het gebruik van het woord mama, want oudere kinderen zeggen eerder: mijn moeder.
Wat vind ik er al goed aan? Het idee dat een ik-figuur een lelijke (of ‘mislukte’ vogel) vindt, is een leuk gegeven voor een kinderverhaal, het spreekt tot de verbeelding. Dat er veel dialogen in zitten, is ook sterk. Vanuit een kinderperspectief is het geven van een volledige naam, Karel de Vondelvogel ook goed gekozen. Of zulke jonge kinderen al weten dat vondel een verbastering is van vondeling en of ze dan weten wat dat is, betwijfel ik. Mijn vermoeden is dat de schrijver een verhaal voor oudere kinderen wil schrijven. Het voeren van de vogel en het vertrek van de ik-figuur aan het einde met een bal is allemaal geloofwaardig. De opening van het verhaal is goed. De eerste zin is spannend; ‘ik schrok’. Je wilt meteen weten waarvan.
Wat vind ik voor verbetering vatbaar? Als lezer zitten we ‘in’ de ik-figuur. Daar weten we te weinig van, vooral als dit het begin is van een verhaal. Gaat het om een jongen of een meisje? Hoe oud, hoe ziet hij/zij eruit? Wie is dit? Onze identificatiemogelijkheden zijn beperkt. Vanaf ‘Karel hieldt (sic) zijn adem in’ gaan we verder in een ander perspectief, we zitten opeens in het hoofd van de vogel. Probeer het eerder gekozen perspectief vast te houden. Alleen binnen een alwetend-vertellerperspectief kun je in de hoofden van verschillende karakters kijken. In het door de schrijver gekozen ik-perspectief is een wisseling van perspectief dé manier om te laten zien dat iemand het vak nog niet helemaal beheerst. Soms is de gebruikte taal niet zo geschikt voor (jonge) kinderen, bijvoorbeeld monsterlijk groot, halsoverkop, dorst leste, fier, zwarte vlerken.
Welke vragen heb ik nog? Ik zou meer willen weten over de ik en zijn/haar mogelijkheden voor opvang en contact met de vogel. Ontmoet de ik-figuur de oude vrouw nog een keer? Anders is deze ontmoeting niet nodig voor het verhaal.
Mireille Geus is schrijfdocent en -coach, en ook auteur van prijswinnende kinder- en jeugdboeken. Voor Big (2005) kreeg ze een Gouden Griffel en Naar Wolf (2007) werd bekroond met de Vlag & Wimpel 2008.
Meedoen? Blind audition Zelf een kinder- of jeugdverhaal geschreven, waarover je de deskundige mening van Mireille Geus wilt weten? In elk nummer bespreekt zij een tekstfragment of kort verhaal voor kinderen. Zij weet niet wie degene is van wie ze iets leest; deze informatie is uitsluitend bij Schrijven Magazine bekend. Wil jij opgaan voor een ‘blind audition’, stuur dan je fragment van maximaal 400 woorden en een kort ‘schrijf-cv’ naar tekstuur@schrijvenonline.org, dan stuurt de redactie je bijdrage door naar Mireille (zonder jouw cv).
Je manuscript laten beoordelen? www.schrijvenonline.org/ www.schrijvenonline.org/ manuscriptbeoordeling Cursus Kinderboeken schrijven? www.schrijvenonline.org/academie www.schrijvenonline.org/academie
05 2019 Schrijven Magazine | 51
Tekstuur Proza In deze rubriek bespreekt Yke Schotanus een kort verhaal of prozafragment
DE TEKST
een emmer vol tranen 1
FEEDBACK
Ik zal die dag niet meer vergeten. Mijn ouders waren bij mij in Zaandam, voor mijn verjaardag. Thea en Marjolein ook 2. Wij gingen ‘uit’ eten. Vlakbij, om de hoek, bij de chinees. Of het daar nou was of later, terug in huis, dat weet ik niet meer. Mijn moeder gaf mij een pakje, een papieren zakdoekje eigenlijk, met daarin opgerold een klein roodstenen hondje. ‘Van Henk, voor Henk’, waren de woorden waarmee ze het aan mij overhandigde. Terloops, als in het voorbijgaan. Het staat nu voor me, op mijn bureau. Een onooglijk hondje in een eigenwijze houding, kop gedraaid, het kleine staartje recht omhoog. Een breuklijn in zijn nek, doorlopend naar de rechterflank. Netjes weer aan elkaar gelijmd door mijn vader. Mijn broertje had het in zijn broekzak toen de treeplank van de trein hem raakte, lang geleden. Het doet me weinig meer.
AUTEUR Henk Broekhuis (78), voornamelijk werkzaam geweest als personeelschef bij verschillende bedrijven, is nu gepensioneerd. ‘Ik ben onder andere bezig met het, in de vorm van losse verhalen, opschrijven van belangrijke momenten uit mijn leven, in chronolo ijk gische volgorde. Die wil ik uiteindel d samenbrengen in een gecombineer vrien en lie fami voor foto/tekstboek, ngbela een t hrijf besc aal verh den. Dit rijk keerpunt in mijn leven, volstrekt .’ 2019 sgetrouw05 waarheid 52 | Schrijven Magazine
Op die verjaardag, toen, was dat anders. Mijn moeder gaf geen blijk van emotie, maar mijn vader was zichtbaar ontroerd, in tranen. En voor mij was het alsof ik een stroomdraad vastpakte, zo’n schok. Ik ook in tranen, natuurlijk. Niet om het dode broertje, maar tranen voor 3 mezelf, voor 3 de meer dan veertig jaar eenzaamheid en verdriet over het leven waarvan ik voelde dat het niet mijn eigen leven was geweest, maar een leven dat aan mij was opgedrongen. Een leven als vervangkind. Ik ben in therapie gegaan, 4 de vorm gezocht die het best bij me past. Gevochten tot ik bont en blauw zag, geschreeuwd, gehuild. Mijn dode broertje afgeschud en mijn moeder op afstand gezet. Ruimte gemaakt voor mezelf en daarmee voor anderen, voor mijn gevoel, voor de ontwikkeling van mijn eigen identiteit, voor het aangaan van relaties. Wèg uit de schaduw. Jaren daarna heb ik mijn moeder erover aangesproken. Ze was toen al heel oud, mijn vader was al dood. Ze begreep, toen ik het haar vertelde, geloof ik, 5 wel wat ze me in haar onschuld had aangedaan, had meegegeven. En het deed haar verdriet. Ze pakte mijn hand, dat had ik nooit eerder beleefd. “Je was een welkom kind”, zei ze toen. Dat is een schrale troost.
1
Een titel zonder hoofdletter kan alleen als je verder ook geen hoofdletters gebruikt.
2
Zo terloops introduceren is mooi, ik vul vanzelf in dat dit zusjes zijn of iets dergelijks, maar het is wel gek dat ze niet terugkomen.
3
‘voor’ moet, denk ik, ‘om’ zijn; ‘tranen om’ zijn gemeend, ‘tranen voor’ theater.
4
Hier moet een punt, en dan ‘Heb’. Alle zinnen hierna vragen ‘Heb’, kunnen niet met ‘ben’.
5
Deze komma zou ik weglaten, anders krijgt ‘wel’ te veel nadruk.
‘‘
De interpunctie is ook niet conventioneel, maar dat is dan weer wel goed. voor mij juist aandacht, en zorgvuldigheid. Ze verraden dat er ook tussen de regels een boel verteld wordt.
HET COMMENTAAR
Een emmer vol tranen heeft, als het binnen de vormgeving van dit blad past, een ongebruikelijke uitlijning meegekregen: gecentreerd, want zo was het verhaal ook aangeleverd. Ik ben benieuwd wat dat bij de lezer teweegbracht. Op mij had het effect; dat ik mijn verwachtingen over de kwaliteit van het verhaal flink naar beneden bijstelde, en dat ik mij geestelijk voorbereidde op een overdaad aan letterlijk uitgesproken en dus niet navoelbare emoties. Gelukkig voldeden alleen de titel en de voorlaatste alinea aan mijn bange verwachtingen. Verder is dit verhaal best goed geschreven en heeft het mij toch nog ontroerd. Het is misschien een beetje raar dat ik vind dat iemand die zijn verhaal of gedicht gecentreerd vormgeeft zichzelf diskwalificeert. Maar ik weet wel dat ik niet de enige ben die dat vindt. Het is natuurlijk niet meer dan een kwestie van conventies, en conventies moet je, dat vind ik ook, met heel veel wantrouwen tegemoet treden, maar je kunt er niet omheen. Ze roepen associaties op. Net als de kleren die je aantrekt. Het is ook niet voor niets dat er veel zorg wordt besteed aan de vormgeving van kranten, tijdschriften en boekomslagen. Een verkeerde stijl, zorgt voor een verkeerd publiek. De interpunctie is ook niet conventioneel, maar dat is dan weer wel goed. Sommige lezers vinden wellicht dat ik heel wat punten in komma’s had moeten veranderen, maar daar ben ik het niet mee eens. Het wemelt van de los gezette zinsdelen, maar die coderen
Gewoon links uitlijnen dus, dit verhaal. En even kijken naar de plaatsen waar het zijn subtiliteit verliest. Subtiel vind ik de vertelwijze in de eerste alinea’s, waar inderdaad heel veel ‘tussen de regels’ verteld wordt. ‘Van Henk, voor Henk’, is bijvoorbeeld een zin die vragen oproept die niet meteen beantwoord hoeven te worden, maar wel blijven hangen. Daardoor ‘vallen’ de zinnetjes die deze woorden hun lading geven, meteen op hun plaats, die over het broertje dat door de trein (de treeplank!) geraakt werd en die over het ‘vervangkind’. Dat is schrijven. De therapie-alinea is uit heel ander hout gesneden. Daarin wordt, ondanks alle grote woorden, juist heel veel níét duidelijk. Daar waar ik verwacht had nu eens te gaan lezen hoe dat leven als vervangkind er dan uitzag, of waarin het nieuwe leven zich daarvan onderscheidt, lees ik een opeenstapeling van clichés die mij duidelijk moet maken dat de ik-figuur met heel veel strijd (wat voor strijd?), heel veel ellende (wat voor ellende?), achter zich laat en daar iets heel moois (wat voor moois?) voor terugkrijgt. Dat wil ik allemaal best geloven, maar ik word er niet wijzer van. Neem een zin als: ‘moeder op afstand gezet’. Dat is te vaag. Hoe doe je dat? Daar gaat het om. Zeg je iets, denk je iets, gooi je iets weg? Het hoeft niet eens veel ruimte te nemen. Eén voorbeeld kan genoeg zijn.
Yke Schotanus is schrijfdocent, redacteur en schrijver. Gedichten van hem verschenen onder andere in Tzum, De zingende zaag en De Tweede Ronde. In de Schrijfbibliotheek verscheen in 2007 zijn schrijfboek Song- en liedteksten schrijven.
Meedoen? Audition Een verhaal geschreven waarover je de deskundige mening van Yke Schotanus wilt weten? In elk nummer bespreekt Yke een kort verhaal of prozafragment. Wil je meedoen, stuur dan je verhaal(fragment) van maximaal 400 woorden en een kort ‘schrijfcv’ naar: tekstuur@schrijvenonline.org, dan stuurt de redactie je bijdrage door naar Yke.
05 2019 Schrijven Magazine | 53
vv DICHTER BIJ HET WERK
In ‘Dichter bij het werk’ interviewt dichter, journalist en schrijfdocent Remco Ekkers dichters over hun werk, of een specifiek deel daarvan
Wees welkom Kees Spiering (Terschelling, 1958) studeerde Nederlandse en Engelse taal- en letterkunde. Na zijn debuut in 1985 publiceerde hij onder andere zes dichtbundels voor de jeugd en drie bundels voor volwassenen. Voor zijn jongste bundel, Jij begint (2018), ontvingen zowel de dichter als de illustrator een Vlag & Wimpel. Spiering is sinds 2007 fulltime (tekst)schrijver/dichter. Door Remco Ekkers
Kees Fens maakte een bloemlezing, Goedemorgen, welterusten, gedichten voor kinderen en andere volwassenen. KS: ‘Die titel spreekt me aan, al schrijf ik voor jóngeren en andere volwassenen. Ik noem mijn werk weleens cross-overpoëzie. Gedichten die – hopelijk – voor jongeren én volwassenen interessant zijn. Kindergedichten schrijf ik niet.’ Dat past goed in het blad Dichter. van Plint, want dat is voor alle leeftijden. ‘Ja, dat zeggen ze, maar de redactie vindt mijn gedichten nogal eens aan de moeilijke kant.’
Ramp 1 Ze is zo jong als ik, maar het woord dat ze kreeg hoort bij vreemde opa’s. In het ziekenhuis slaapt ze zoals Doornroosje sliep, maar haar kan niemand wekken al kan ze wakker zijn met ogen dicht. Daarom leest iemand voor, de hele dag.
54 | Schrijven Magazine 05 2019
Heb je daar een voorbeeld van? ‘In mijn laatste bundel Jij begint staat een gedicht dat een criticus niet goed begreep: De eerste strofe werd verkeerd begrepen. Een meisje ligt in coma omdat ze een hersenbloeding heeft gekregen, iets wat “bij vreemde opa’s [hoort]”. “Gekregen” in de zin van “een ziekte krijgen”. Tot mijn verbazing interpreteerde de recensent “krij-
gen” als “ontvangen”, “een cadeau krijgen”. Vaak merk ik trouwens dat jongeren minder moeite hebben met een zogenaamd moeilijker gedicht. Twaalfplussers kunnen verrassend volwassen zijn.’ De redactie van Dichter. waardeert je wel. Je staat in elk nummer en soms met meer dan één gedicht. ‘Da’s waar. Voor het nieuwe nummer heb ik overigens maar twee gedichten ingezonden. Ik heb het druk, werk aan een jeugdroman. Voor het eerst heb ik een werkbeurs aangevraagd. Wat een klus.’ Ze vragen naar je plannen? Maar dat is meestal nogal vaag. Al schrijvende ontstaan de personages en het verhaal. ‘Precies. Misschien beginnen sommige schrijvers met een uitgewerkt plan, Vestdijk deed dat geloof ik, maar de meesten zullen nog niet precies weten waar ze uitkomen. Toch moet je bijvoorbeeld vertellen wie de belangrijkste personages zijn, welke karakterontwikkeling ze doormaken, welke metaforiek je gaat gebruiken, et cetera. Je moet een synopsis en een werkplan inleveren. Vroeger kreeg je een aanvullend honorarium. Je publiceerde eerst het boek en daarna kreeg je geld. Als men het goed genoeg vond tenminste.’ Jouw laatste bundel is goed ontvangen. ‘De recensies waren geweldig. NRC, Trouw, enkele regionale kranten en diverse sites voor jeugdliteratuur. Er zijn nu ruim achthonderd exemplaren verkocht. Ik krijg meer reacties van volwassenen dan van jongeren.’
DICHTER BIJ HET WERK
©
CI
SK
AD
EG
ROO T
Kun je het verschil aangeven tussen zogenaamd volwassen poëzie en poëzie voor jongeren? ‘Het eerste waar ik aan denk is begrijpelijkheid. Als het te moeilijk is, haken jongeren af. Het vocabulaire. Thematiek maakt geen verschil: liefde, angst, dood, eenzaamheid, schuld. Het perspectief is anders; dat ligt bij een jongere. Bijvoorbeeld als het over echtscheiding gaat, is niet de man of vrouw aan het woord, maar de dochter of zoon. Dan is er nog de gelaagdheid. Het mag niet te ingewikkeld worden.’
Kees Spiering
Men zegt ook wel: het mag niet te pessimistisch zijn. ‘Ik geloof niet dat ik het daar mee eens ben. Je kunt best schrijven over de ondergang van de wereld. Waarom niet? Het lijkt me een heel puberaal thema.’ Je hebt eerst volwassen poëzie geschreven? ‘Jazeker. Daar ben ik mee begonnen. Ik heb drie bundels voor volwassenen gepubliceerd; twee bibliofiel, bij Bekker & Veldman, en één in de Slibreeks, maar waar je het meeste succes mee hebt, daar ga je mee door.’ Is het ook iets wat je aanspreekt? Je hebt het vaak over verlangen en over verlies van vriendschap of liefdes. Dat zijn ook volwassen motieven, maar jij kiest voor de ervaring van de puber. Hoe komt dat? ‘Het is ook een manier van kijken. Ik denk dat ik altijd ben blijven kijken als een achttienjarige, met een bepaalde verwondering. Ik denk dat het eigenlijk de meest intense periode van mijn leven is geweest; zo tussen vijftien en achttien. Daarna heb ik natuurlijk ook de nodige intensiteit doorleefd, maar toen heb ik een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Ik denk dat daarom jeugdpoëzie me zo aanspreekt. Het is mijn perspectief, al kost het mij, wanneer ik voor volwassenen schrijf, geen moeite een ander perspectief te kiezen.’ En als je poëzie leest? Edward van de Vendel bijvoorbeeld? ‘Een goede vriend van mij. Hij schrijft veelal voor een veel jonger publiek. Als dichter laat hij zich vaak voortstuwen door het rijm, wat geweldige kinderpoëzie heeft opgeleverd. Mijn werkwijze is totaal anders. De volwassen poëzie die ik graag lees: de latere Kouwenaar. Les Murray vind ik fantastisch. Joseph Brodsky, Seamus Heaney. Pfeiffer? Nee. Zijn poëtica is een andere dan de mijne. Nieuwe dichters lees ik ook wel, maar ik volg met name een club rond Edward van de Vendel. Hij begeleidt ieder jaar een groepje jonge schrijvers; ABCyourself heet dat project. De meesten hebben inmiddels gepubliceerd. Willemijn Kranen-
donk bijvoorbeeld. Die zit nu bij Van Oorschot.’ Je schrijft eenvoudige taal. Heb je een hekel aan metaforen? ‘Nee, helemaal niet. In proza zou ik ze gebruiken, maar in mijn poëzie is het een stuk kaler. Heel belangrijk is voor mij ritme. Ik zal nooit een zin schrijven die niet goed loopt. Ik schrijf in stukjes, zodat ik het ritme goed in mijn hoofd heb. Hardop lezen is heel belangrijk. En precisie; ik kan me vreselijk ergeren aan teksten met te veel woorden, nodeloze woorden. Ik schrap veel. Klank, ja. Het moet muzikaal zijn. Veel assonantie, maar pas op, niet te veel. Als je ritmisch wil schrijven, moet de klank kloppen. Als de lezers hardop lezen, ontdekken ze: hé verrek, er zit wel degelijk rijm in. Het is vaak het eerste wat ik tijdens schoolbezoeken hoor: “Waarom rijmt het niet?” Het rijmt wel, luister maar, zeg ik dan.’ Je begon op je vijftiende met het schrijven? ‘Ik ben begonnen met proza, als kind al. Voor ik kon schrijven zat ik verhalen te tekenen, strips. Toen kwam ik op de havo in Harlingen en daar had ik een docent Nederlands, een Vestdijk-kenner. Ik mocht bij hem thuis komen en hij gaf mij tips. Dat was nog steeds proza, tot op een dag ik in de klas zat te bladeren in de methode voor literatuur en ik stuitte op een gedicht van Geerten Gossaert. Dat was een klap in mijn gezicht. Toen is het voor mij begonnen. Ik las dat gedicht en vond het zo verschrikkelijk mooi en het sloot zo aan bij waar ik mee bezig was als puber. Het heette ‘Encore’:
In het midden van mei, als de nachtegaals zingen En de avondglans huwt aan de morgense schijn Als de schuchtere geur van de late seringen Zich mengt met de geur van de vroege jasmijn, Toen hoorde ik uw lippen de woorden ontglippen: (Ik was maar een knaap en gij waart nog een kind) Hoe wrang is de smaak van verwinnende lippen Zo innig het verlangen der ziel niet bemint!
Ik was verliefd en zij was niet verliefd op mij. Ik ben naar de bibliotheek in Harlingen gegaan, naar de afdeling Poëzie, en ben met de A begonnen. Ik sleepte alles mee naar mijn kosthuis en ging poëzie lezen. Die leraar Nederlands haatte moderne poëzie. We lazen Achterberg en Marsman en Nijhoff. Ik was een fan van Cornelis Paradijs (Frederik van Eeden), die de domineespoëzie in de maling nam. Pas op de lerarenopleiding ben ik met moderne poëzie in aanraking gekomen. >
05 2019 Schrijven Magazine | 55
DICHTER BIJ HET WERK
Kopland vond ik destijds geweldig, Bernlef, Willem van Toorn, Herzberg, Eva Gerlach.’
over hun buiken heen alsof ze hebben gewonnen.’
‘Je woord was een tak. Zo een waarvan je denkt: die houdt, maar hij brak zodra ik er op stond.
Aan het slot van het gedicht denkt de ik dat ze inderdaad hebben gewonnen, omdat ze zo blij zijn met elkaar. En omdat ze er nog zijn. Vriendschap vind ik belangrijk. Het is geschreven vanuit een puberstandpunt. Ik weet niet of ze het zo zouden formuleren. De lezer moet misschien wel even nadenken over de leeftijd van de moeder. De twee mannen kennen elkaar 42 jaar. Ze hebben elkaar misschien ontmoet toen ze 30 waren.’
Al dat ge-ik hou van jou, je bent me lief, de liefste van mijn leven ben jij, wat ben je mooi, ik heb nog nooit-, welterusten grote liefde, nooit ga ik, al mijn later is met jou. Vlak voor je naar hem toeging nog. ‘Ik heb jou een miljoen keer zo lief. Alleen met jou wil ik wat ik alleen maar wou met jou.’ Ik zeg niet dat je loog maar een woord is voor nu, deze tel, en verder de sneeuw van vorig jaar, die windvlaag van vannacht, het gras dat ik vanmiddag heb gemaaid.’ De eerste regel is voor jongeren misschien een moeilijke metafoor. Je legt het niet uit, maar toch: ‘hij brak’. ‘Dit is juist wat ieder kind herkent: een tak die brak. Het is ook nog eens eindrijm.’ Het citaat in de slotstrofe ‘Les neiges d’antan’; dat is van Villon; zullen ze niet herkennen, maar dat geeft niet. ‘Ze begrijpen het heel goed. Dit gaat over verlaten worden. Het gedicht komt uit de bundel Dag Rots. De “ik” wordt verlaten door het meisje Rots. In werkelijkheid heette ze Petra. Het Griekse “petra” betekent “rots”.’ Alle poëzie is autobiografisch, ook als het over je buurman gaat. ‘Veel van mijn gedichten hebben inderdaad een autobiografisch uitgangspunt. Zo had ik in ‘Opa’s vriend’ een vriend van mezelf in gedachten. ‘Ze zijn al langer vrienden dan mijn moeder leeft. Véél langer volgens haar. ‘Ik ben toch nog geen 42 jaar?’ Soms komt hij langs als ik er ben. Dan knuffelen ze elkaar 56 | Schrijven Magazine 05 2019
Komen er weleens vragen als je voorleest? ‘Bij de goede docenten wel. Die hebben van tevoren met de klas al wat van het werk gelezen. Bij slechte of niet-geïnteresseerde docenten komen er nauwelijks vragen. Dan gebeurt er niks. Ik ben weleens weggelopen, midden in de les. Ik stond gedichten voor te lezen en de docent zat achter in de klas te geinen met leerlingen. Ik dacht: ik hou er mee op. Ik ben naar de docent toegegaan en heb gezegd: “Geen wonder dat zo’n klas zo onrustig is, met zo’n klootzak als jij.” En ik ben weggegaan. Het kan zo leuk zijn als ze goed voorbereid zijn. Meestal gaat het bij mij om een soort verhaal, iets wat ik heb meegemaakt, maar hier heb ik een voorbeeld van iets anders. Er kwam opeens een regel in mijn hoofd. “Dit gedicht zit dicht. Pot / dicht op slot. Je ziet / zijn buitenkant. Meer niet. // Zoek maar naar kiertjes / spleetjes, reetjes, gaatjes / scheurtjes. Je vindt ze niet. // Dit gedicht is een pak vla. / Nooit ga je weten wat erin zit. / Aardbeien, vanille, banaan of chocola.” Je kunt denken aan hermetische poëzie. Het gedicht wordt weggezet als object. Dat is misschien een beetje moeilijk, maar er staan geen moeilijke woorden in en de vergelijking met een pak vla maakt het weer licht.’ Je bent zorgvuldig met enjambementen. Dan staat er altijd een betekenisvol woord. ‘H.C. ten Berge had het er onlangs nog over. Hij verbaasde zich erover dat jonge dichters soms een regel eindigen met “de”: volgens hem een bewijs van gebrek aan vakmanschap. Daar ben ik het van harte mee eens.’ Jouw gedichten hangen in veel huizen op de ramen en ze zijn gedrukt op servetten en tafelkleden, kaarten. ‘Ja, dat zijn Plint-uitgaven. Het openingsgedicht van Jij begint, ‘Kijk’, is inmiddels ook op raamposter verschenen. Ik schreef het voor een nummer van Dichter. dat als thema ‘vluchtelingen’ had. Het COA was er zo enthousiast over dat het nu op manshoge glasplaten in vier asielzoekerscentra staat. De eerste regels: “Kijk, dit is ons gras. / Het is lang en zacht en was er al / voordat wij hier kwamen.” En de laatste: “zie de wolken, ons uitzicht, / jouw uitzicht, wees welkom.”’
#schrijftips
‘Een verhaal dicteert zijn eigen lengte’ ‘Maak niet te veel plannen voor je gaat schrijven,’ zegt Sander Kollaard. ‘Vertrek vanuit een idee en werk samen met het verhaal.’ Door Marlene Lunter
1
Dwaal door je verhaal ‘Vertrek vanuit een idee waarover je wilt schrijven. Dat hoeft geen uitgewerkt idee te zijn. Schrijven kun je zien als een soort samenwerking tussen het verhaal en de schrijver. In de beginfase is het ronddwalen, weggooien en ronddwalen. Houd je op slechte dagen vast aan je overtuiging dat er een verhaal is. Op een gegeven moment volgt de beloning en ontdek je waarover het gaat.’
2
Schrijf wat jij wilt schrijven ‘Laat je vooral niet leiden door de waan van de dag. Kennelijk is het nu in om dikke boeken te schrijven. Maar jij als schrijver kunt noch besluiten om een dik, noch om een dun boek te schrijven. Een verhaal dicteert zijn eigen lengte. Het brengt je al schrijvend vanzelf naar die omvang. En schroom niet om wat je niet goed genoeg vindt weg te gooien. Het is een heel makkelijke techniek om het boek beter te maken.’
3
Neem een hond ‘Ik kan het elke schrijver aanraden: neem een hond. Dat bedoel ik vooral figuurlijk: gebruik elementen uit je eigen leven. Schrijf over wat je kent. Sinds twee jaar heb ik een hond en mijn ervaringen met de hond geef ik mee aan Henk, mijn hoofdpersonage uit mijn nieuwste roman. Net als ik wordt Henk stapelverliefd op de kleine pup. En zoals Henk in tranen uitbarst als hij zijn Schurk moet laten inslapen, had ik dat bij een kat. Als je vertrekt vanuit iets “eigens” brengt het verhaal je vanzelf op nieuwe sporen. Zo is Henk, net als ik, een veellezer. Zelf denk ik dat je jezelf verrijkt door te lezen, maar ik laat Henk denken dat zijn persoonlijkheid erdoor verwatert.’
van wie de vrouw kanker Onmiddellijke terugkeer van koren tot uut heeft, werd uitver uw geliefde (2012), het deb bij De and Boek van de Ma 61), van Sander Kollaard (19 zijn In or. Do Wereld Draait werd bekroond met de Van leven het Uit nieuwste boek, der Hoogt-prijs. Inmiddels we gen vol van een hond, op heeft Kollaard vier titels Henk van Doorn op de dag l vee zijn naam, waarvoor hij dat hij hoort dat zijn hond 05 2019 Schrijven Magazine | 57 lof ontving. De roman tpaar doodziek is. Stadium IV, over een ech
SUSANNA ERLANDSSON
Sander Kollaard
Volgend nummer Schrijven Magazine oktober2019 jaargang 23, nummer 5
sch rijveno nli ne. org /vo lge nd-
num me r
Uitgever Virtúmedia Postbus 595, 3700 AN Zeist Hoofdredactie Frank Noë, frank@schrijvenonline.org Eindredactie Muriël Kleisterlee, Redactiepalet Ontwerp en vormgeving Twin Media bv, Culemborg Medewerkers aan dit nummer Dries Arnolds, Marc Brester, Marije Catsburg, Vivian Deegens, Maarten Dessing, Remco Ekkers, Vivian de Gier, Mireille Geus, Hans de Groot, Lex Jansen, Ricardo Jupijn, Hetty Kleinloog, Marlene Lunter, Kathy Mathys, Lidewijde Paris, Nanda Roep, Annemarie Smits, Jowi Schmitz, Yke Schotanus, Carolina Trujillo, Judith Visser Advertenties Virtúmedia, Elma Noë 030-6933192, enoe@virtumedia.nl Marketing & samenwerkingen Laura Winkels 030-3072246 lwinkels@virtumedia.nl Redactie tijdschrift@schrijvenonline.org Uitgever Nederland Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer. Postbus 595, 3700 AN Zeist 030-6920677, info@virtumedia.nl Uitgever België Pepijn Dobbelaer, Georges Ottenbourgesstraat 4/201, 3500 Hasselt Bladmanager David Veldman, 030-6933727, dveldman@virtumedia.nl Druk Veldhuis Media, Raalte Coverfoto Shane Leonard
Hoe schrijven mijn leven redde Voor veel schrijvers is schrijven veel meer dan een leuke activiteit: het is van levensbelang. In dit nummer portretteren we auteurs voor wie schrijven een reddingsboei was.
En verder: • Schrijven en gezondheid • Schrijven over liefde
Distributie VMBpress De uitgever heeft getracht met alle rechthebbenden op illustraties, teksten en foto’s contact op te nemen. Dit is mogelijk niet in alle gevallen gelukt. Degenen die menen rechten op illustraties, teksten of foto’s te kunnen doen gelden, worden verzocht contact op te nemen met de uitgever.
Abonnementen Schrijven Magazine 6 nummers per jaar 38,50 (bij automatische incasso) Nederland & België: € 40,50 56,95 Buitenland: € 53,50
(Prijswijzigingen en drukfouten voorbehouden.) Schrijven Magazine is een vakblad voor schrijvers. Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden elk jaar vernieuwd. Abonnee worden kan via www.schrijvenonline.org of rechtstreeks bij de klantenservice. Adreswijzigingen graag schriftelijk doorgeven met vermelding van het oude en het nieuwe adres en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen 2 maanden voor vervaldatum doorgeven aan de klantenservice. Correspondentieadres Uitgeverij Virtùmedia, t.a.v. Schrijven Magazine Postbus 595, 3700 AN Zeist E-mail: klantenservice@virtumedia.nl Telefoon: +31(0)85-0407400
www.schrijvenonline.org 58 | Schrijven Magazine 05 2019
MÉÉR VOOR SCHRIJVERS SCHRIJVENONLINE.ORG
Iedere week een schrijftip?
De voordelen van Plus?
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief!
Profiteer van heel veel extra’s!
schrijvenonline.org/nieuwsbrief
schrijvenonline.org/plus
Geen schrijfwedstrijd meer missen?
Schrijfboeken bestellen?
Volg ons op Facebook!
Boordevol tips en advies!
facebook.com/SchrijvenMagazine
schrijvenonline.org/webshop
Schrijfcursus?
Moleskines?
Zeer intensief. En betaalbaar!
Nergens goedkoper!
schrijvenonline.org/academie
schrijvenonline.org/moleskine
Manuscriptbeoordeling?
Iemand jarig?
Professionele, ervaren redacteuren!
Geef Schrijven Magazine cadeau!
schrijvenonline.org/manuscriptboordeling
schrijvenonline.org/werf-een-abonnee
JOUW ADVERTENTIE HIER? magazine
Fictie & non-fictie: redactie & correctie uitgeefadvies vormgeving begeleiding drukwerk/POD
Til je boek naar een hoger niveau met een goede schrijfcoach / redacteur
Muriël Kleisterlee | Redactiepalet.nl
Neem dan contact op met Elma Noë
Non-fictie:
T 030-6933192 | E enoe@virtumedia.nl
manuscriptbeoordeling schrijfcoaching ghostwriting
schrijvenonline.org
Tel.: 06 1495 2742 | Utrecht
Adv Muriel Redactiepalet 1 8 SM_feb2018.indd 1
JO A H
3-1-2018 09:55:03
VERTEL HET MET EEN BOEK Elk boek heeft een verhaal. Wilt u uw verhaal vertellen? Vraag dan ons gratis Wegwijsgesprek aan.
Ne T
bureau-artemis.nl
Elk boek heeft een verhaal
De Beste Bron voor Boekennieuws
GRATIS op te halen in de boekhandel!
Iedere maand een nieuwe editie
september 2019 – no
. 9, jaargang 13
Op krankzinnige kinderboekentour met Anna Woltz
Zie pagina 17 MAIKEL THIJSSEN
Spannend avontuur van nieuw talent 15
eigen_advertenties_jouw_advertentie_hier.indd 2
Wijze liefdeslessen van Stefan Brijs 7
DIEGO FRANSSENS
Anne-Gine Goemans’ strijdbare woorden 3
GERARD WESSEL
Kom naar Rotterdam voor: Basiscursus Creatief Schrijven, Scenarioschrijven Fantasy & Science fiction, Creative writing in English, of kies een kindercursus.
St septart in em 201 ber 9
De Vlaming achter Aristoteles 24
Gratis verkrijgbaar bij 170 boekhandels Kijk op pagina 30 voor een boekhandel bij u in de buurt!
www.boekenkrant.com
Creatief schrijven Creatief schrijven C R E AT I E F S C H R I J V E N Creatief schrijven Meesterproef Meesterproef MEESTERPROEF Meesterproef Masterclasses Masterclasses MASTERCLASSES Masterclasses Querido Academie / Weteringschans 259 / Amsterdam / 020 -760 72 49 / info@queridoacademie.nl / www.queridoacademie.nl