Stadswerk
MAGAZINE VOOR PROFESSIONALS OP HET GEBIED VAN DE LEEFOMGEVING
ET EXTRA SPECIAL ICT EN INTERN
07| 2017
OF THINGS
Sleutelen
aan de openbare ruimte
8
Smart Cities & Communities
Circulaire 26 economie en openbare ruimte
Wat kost een 54 wolkbreuk?
Wagen, hol mal den 53 Harry!
STICHTING OPENBARE VERLICHTING NEDERLAND BUNDELT KRACHTEN. OVLNL geeft impulsen, denkt mee en deelt. Om de sector openbare verlichting verder te laten ontwikkelen en in de spotlights te houden.
OVERHEDEN
MARKTPARTIJEN
NETWERK
NETWERK
NETWERK
‘SMART LIGHTING’
‘EVENEMENTEN’
‘MAATSCHAPPIJ’
NETWERK
NETWERK
‘LICHT EN OMGEVING’
‘KENNIS’
Een organisatie van en voor de openbare verlichting. Die midden in de samenleving staat, gevoel heeft voor ontwikkelingen en veranderingen, daarop anticipeert en ontwikkelingen initieert. Brengt overheid, ondernemers, onderwijs, onderzoek en omgeving samen.
Meedoen? Schijf in op www.ovlnl.nl Alle vragen beantwoord OVL MONITOR
HANDBOEK OPENBARE
VISIE
VERLICHTING
OVL 2030
INHOUD
33
SPECIAL ICT EN INTERNET OF THINGS
• ICT en Internet of Things • KennisMakelaar van InnoFra als verbindende schakel • Hoe digitaal kwetsbaar is uw organisatie?
t
• Greenpoint maakt van datadelen een feest
T HEMA: DAG VAN DE OPENBARE RUIMTE
06 08
Veel op stapel Van de bestuurstafel - Jos Penninx
10
14 16
• Opslag op eigen bodem
ARTIKELEN 19
Ongehinderd door de ondergrondse infrastructuur
No-Dig Event - Ane Jutte
22
Inzet van postbezorgers voor de smart city
Ecostad brengt ecosysteemdiensten in beeld
Monique Reijntjes
24
Growing Green City indicatoren voor Almere
Stadswerk-lezingenprogramma - Michiel G.J. Smit
Peter Bosch, Vera Rovers en Wouter Schrier
De waarde van groen onderzoeken
26
Circulaire economie en de openbare ruimte
Vijf tips voor verbinding - Anneloes Voorberg
30
Beheren is vooruitzien
Smart Cities & Communities Stadswerk-lezingenprogramma Rob Schmidt en Daan Hollemans
Stadswerk-lezingenprogramma
Klimaatbestendige inrichting
Stadswerk-lezingenprogramma - Jeroen Rijsdijk
42
Slim Beheer| Innovatiefestival Rotterdam - Maarten Loeffen
Breda stuurt op kwaliteit, kosten en beleidsthema’s - Pieter Tjabbes
46
De Groene Loper: een gouden kans Stadswerk-zomerexcursie naar Maastricht - Michiel G.J. Smit
53
Wagen, hol mal den Harry! Column - Gert-Jan Hospers
54
Wat kost een wolkbreuk?
Inzicht in financiële schade van een wolkbreuk boven Amsterdam Jeroen Kluck, Len Geisler en Lot Locher
56
HHNK Klimaatatlas: inzicht én oplossingen
Ria Löschner en Jan Wijn
59
Waar gaan we in 2018 heen? Stadswerk internationaal - Eelco Visser
60 42
Vereniging Stadswerk Nederland Michiel G.J. Smit
48
10
Dashboard kapitaalgoederen
De Vereniging Nederlandse Riviergemeenten Even voorstellen - Edmee van der Hoeven
63
Klimaatadaptatie: kwestie van groen én techniek Stadswerk-lezingenprogramma
EN VERDER
48
04 62 64 66
Nieuws et cetera Recensies - Stadsnatuur maken David Zuiderhoek Marika Kerstens is… Aan het Stadswerk - Eelco Visser Stadswerk.nieuws
07/2017 Stadswerk magazine 3
NIEUWS
Flowsand tegen wateronderlast De laatste veertig jaar is in grote delen
bodem met verdroging, verzilting en
van Nederland de grondwaterstand tot
verzakkingen als gevolg. Aquaflow heeft
wel 50 centimer gedaald. Dit komt
‘flowsand’ ontwikkeld, een nieuw straat-
mede doordat veel grondwater wordt
zand om standaard straatwerk mee in
gebruikt voor drinkwater en besproei-
te vegen waardoor er minder water
ing. Door voortgaande verstening van
afstroomt en meer water op versteend
bewoond gebied en snelle ontwatering
gebied wegzakt. Daarmee vormt het
van het verhard oppervlak, is het even-
een bronmaatregel die het gemengde
wicht uit balans geraakt. In bewoond
stelsel ontlast maar ook helpt bij het op
gebied stroomt vaak meer dan de helft
peil houden van de grondwaterstand.
van de neerslag weg terwijl dat in een
Flowsand wordt op de Dag van de
natuurlijke situatie maar 10 procent is.
Openbare Ruimte gepresenteerd.
Hierdoor ontstaan watertekorten in de
Informatie: www.aquaflow.nl
Gewoon gezond lopen
De Boombank
Lopen is, meer nog dan fietsen, een vorm
geplaatst. De boombank is een mobiele stadsbank, waar iedere bezoeker of
van mobiliteit die de leefbaarheid in de
inwoner kan plaatsnemen en genieten van de omgeving. De locaties bevin-
openbare ruimte gunstig beïnvloedt. Het is
den zich voornamelijk in het groen rondom de binnenstad.
Op twaalf plekken rondom de binnenstad van Amersfoort zijn Boombanken
niet belastend voor het milieu en veel voetgangers op straat vergroten de sociale vei-
Rogier Martens liet zich voor dit ontwerp inspireren door de wildgroei van
ligheid. Daarnaast kan het bijdragen aan
schimmels en paddenstoelen op de boomschors en door de enorme draag-
andere beleidsdoelen, zoals gezondheid en
kracht van bomen. Martens wou een bank creëren die werkt met dat wat het
sociale cohesie.
park te bieden heeft. De boom ondervindt geen hinder van de Boombank.
Voor gemeenten en andere professionals in
De Boombank maakt onderdeel
de openbare ruimte zijn er tal van manieren
uit van ‘Beelden van Banken’. Dit
om lopen in de openbare ruimte te bevorde-
is een project waarin twintig
ren. Utrecht is een gemeente die hier actief
kunstenaars en vormgevers ont-
mee aan de slag is gegaan. Zo zijn er plan-
werpen voor hedendaagse ban-
nen voor uitbreiding van het voetgangersge-
ken hebben gemaakt, in op-
bied in de binnenstad, is er een ‘voetganger-
dracht van de gemeente
sideeënpunt’ ingesteld (de ideeën kunt u
Amersfoort. In het kader van
lezen op www.utrecht.nl/voetgangersidee)
het Stijljaar heeft Rogier Mar-
en is het de eerste stad met een ‘actieplan
tens de opdracht gekregen om
voetganger’.
zijn ontwerp van de boombank uit te werken passende bij het
Op de website www.gewoongezondlopen.nl/ nl/tips-and-tools/voor-organisaties staan diverse tips om lopen in de openbare ruimte te stimuleren.
4 Stadswerk magazine 07/2017
thema van De Stijl.
Tuintegeltaks Nationale Groendag 2017
Betegeling van tuinen leidt
problematiek en stimuleert hen
steeds vaker tot wateroverlast
de stenen uit hun tuin te halen,
in woonkernen doordat het
is het idee. Stichting RIONED is
De Nationale Groendag wordt op 20 september aanstaande
aantal hoosbuien in Nederland
ook positief over de koppeling
gehouden in Krimpen aan de IJssel (winnaar groenste stad
toeneemt. In gebieden met
van de rioolheffing aan de hoe-
van Nederland 2016) en staat in het teken van Klimaat-
(slecht doorlatende) kleigron-
veelheid verhard oppervlak bij
adaptie. Het thema is ‘Met groen en blauw naar klimaatbe-
den leiden de buien al snel tot
een huis. ‘In Duitsland geldt ook
stendige steden’. Deze dag is bedoeld voor professionals die
overstromingen. De toekomsti-
al dergelijke regelgeving’, aldus
in de openbare ruimte werkzaam zijn.
ge fusiegemeente Altena in
directeur Hugo Gastkemper.
In het ochtendprogramma komen zowel het landelijk en
Noord-Brabant overweegt daar-
Maar er is ook weerstand over
regionaal beleid aan bod en de positie van de groensector
om een ‘tuintegeltaks’ in te
de aanpak. Belonen is beter dan
bij klimaatadaptatie. Er wordt ingegaan op passende kli-
voeren. ‘Wel zo eerlijk’, zegt
rekeningen sturen. Met goede
maatadaptieve maatregelen in het stedelijk gebied. Het
wethouder Bouman. ‘Wie zijn
voorlichting, adviseurs aan huis
gaat daarbij enerzijds om technische maatregelen, ander-
tuin helemaal bestraat, maakt
en een verbeteringssubsidie.
zijds kan groen daarvoor worden ingezet. In de middag zijn
meer gebruik van de gemeente-
Dat scheelt ook nog eens een
er vier workshops. Vervolgens worden de prijzen uitgereikt
lijke voorzieningen om hemel-
duur en ingewikkeld handha-
van de Steenbreektrofee en wordt deze dag afgesloten met
water af te voeren.’ Een heffing
vingsapparaat.
de bekendmaking van het Groenste Dorp en de Groenste
maakt burgers bewust van de
Bron:www.volkskrant.nl
Stad van Nederland 2017. Bron: www.nationalegroendag.nl
Mobieler in stadsverkeer Verkeer in de stad staat van oudsher op gespannen voet met leefbaarheid, onder meer door verkeersveiligheid en luchtkwaliteit. Er wordt daarom voortdurend gezocht naar innovatieve manieren van stedelijk ver-
Innovatief meterregistratie-systeem
voer. De ‘Stint’ kan als een
In samenwerking met Moving Intelligence by Technocon heeft
van de innovatieve ver-
ByTheWay een innovatief systeem ontwikkeld waarmee kraanma-
voerswijzen worden aangemerkt. Het is een soort elektrisch karretje
chinisten tijdens het herstellen van bermen langs de openbare weg
van beperkte omvang dat met modulair ontwerp aangepast kan wor-
zelf direct de herstelde meters nauwkeurig kunnen registreren. Als
den aan de specifieke situatie. Momenteel is het al veel te zien in de
basis is het voertuigvolgsysteem, de Mi50, genomen. Deze is om-
kinderopvang, waar tot tien kinderen over kleinere afstanden vervoerd
gebouwd en voorzien van een nieuwe behuizing met PTO-schake-
kunnen worden. Voor het besturen is geen rijbewijs nodig, geen helm
laar (Power Take Off). Hierdoor is het voor de machinist mogelijk
en wordt geen wegenbelasting geheven. Ook bij de postbezorging
om tijdens de werkzaamheden eenvoudig de PTO-modus in of uit
wordt de Stint ingezet en nu ook steeds meer voor allerlei taken in het
te schakelen. In één werkgang zorgt een grote rubberen kopfrees
beheer van de openbare ruimte.
ervoor dat de gevaarlijke gaten naast de wegverharding gevuld worden met materiaal van verderop in de berm. Met een formule
De Stint laat zien dat veel vervoersvragen kunnen worden geaccom-
worden de lengtes van alle betreffende bermvakken berekend en
modeerd zonder veel ruimte in te nemen en zonder schadelijke stoffen
opgeteld. Dat is tijdbesparend, nauwkeurig en controleerbaar ten
uit te stoten. Het is daarbij wel belangrijk om modulair te kunnen den-
opzichte van de oude methode. Het systeem is inmiddels gebruikt
ken en ontwerpen.
in Kampen, Staphorst en Emmen.
Informatie:www.stintum.com
Informatie: www.bytheway-netherlands.com
07/2017 Stadswerk magazine 5
t
VAN DE BESTUURSTAFEL
COLOFON TEKST JOS PENNINX / Voorzitter Vereniging Stadswerk Nederland Stadwerk magazine wordt tien keer per jaar uitgegeven door de Vereniging Stadswerk Nederland, de beroepsvereniging voor professionals die werkzaam zijn in de fysieke leefomgeving, in samenwerking met Virtùmedia. Stadswerk is aangesloten bij IFME (International Federation Municipal Engineers) CEBC (Consortium of European Building Control) WUP (World Urban Parks Association) Secretariaat Vereniging Stadswerk Nederland Bezoekadres Kantorencomplex Bouwstede Galvanistraat 1 6716 AE Ede (Gelderland) Postadres Postbus 416 6710 BK Ede T 0318 69 27 21 F 0318 43 76 53 E info@stadswerk.nl www.stadswerk.nl Leden ontvangen het tijdschrift gratis. Aanmeldingen, wijzigingen en opzeggingen van het lidmaatschap dienen schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de vereniging. Redactie Stadswerk magazine Michiel Smit, hoofdredacteur (michiel.smit@stadswerk.nl) Inge Dekker (Nieuws et cetera) Philip Fokker (Product & Materiaal) Marc de Jong (Antea Group) Marika Kerstens (gemeente Waddinxveen) Louise Kok (Stadswerk) Nico op de Laak Pim Quist (gemeente Den Haag) Uitgever Virtùmedia Pepijn Dobbelaer Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 06 77 E pdobbelaer@virtumedia.nl Losse abonnementen Deze kunnen schriftelijk tot uiterlijk 30 november van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch een jaar velengd. Abonnementsprijs €92,50 ex. btw. Losse nummers € 9,25 Basisontwerp en vormgeving Twin Media bv Druk Veldhuis Media, Raalte Advertenties Virtùmedia Albert Van Kuik en Robert Verheij Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 0677 F 030 691 3312 E evanhaaften@virtumedia.nl avankuijk@virtumedia.nl rverheij@virtumedia.nl www.virtumedia.nl Coverfoto Michiel G.J. Smit Derde foto onderste rij: bvBeeld/Stichting RIONED © Copyright 2017 Niets uit deze uitgave mag woden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 0927-7641
6 Stadswerk magazine 04/2013
Veel op stapel!
D
e openbare ruimte... waar iedereen komt en gaat, die we allemaal nodig hebben om ons leven te kunnen leven. Het is ook de samenleving in haar meest tastbare, fysieke vorm - de staat van de openbare ruimte zegt veel over een land. Wat dat betreft staan we er niet slecht voor in Nederland. Maar wat staat er veel op stapel! Allerlei ambities komen momenteel samen in de openbare ruimte. We willen onze steden en dorpen bestand maken tegen de gevolgen van klimaatverandering en dat heeft heel wat voeten in de aarde. We willen de leefbaarheid verbeteren door groen een prominentere plek te geven, door autoluwe stukken te maken waar fietsers en voetgangers de boventoon voeren. We willen de techniek, die zich stormachtig ontwikkelt, inzetten om ons van dienst te zijn en het beheer efficiënter uit te voeren. Er is kortom een breed gedeeld gevoel dat er flink gesleuteld moet worden aan onze openbare ruimte om voorbereid te zijn op de toekomst. Er wordt overlegd, gepland, kennis gedeeld, gediscussieerd, waaraan we met Stadswerk magazine ons steentje proberen bij te dragen. En dan is er de Dag van de Openbare Ruimte op 27 en 28 september in Utrecht, waarbij ook dit jaar de Vereniging Stadswerk prominent vertegenwoordigd is met een stand en een lezingenprogramma. We werpen in dit extra dikke magazine alvast een blik vooruit op de lezingen en het kan haast niet anders of er zit iets bij wat ook uw professionele belangstelling trekt. De rest van het magazine is gevuld met een keur aan artikelen, die samen hopelijk een mooie afspiegeling vormen van ons werkveld. Al zal het nooit lukken om alles in één nummer te krijgen, daar is de openbare ruimte simpelweg te veelzijdig voor. Misschien krijgt u een completer beeld als u tijdens de Dag van de Openbare Ruimte langs de vele stands in de verschillende hallen wandelt. Vergeet u dan niet om ook ons een bezoek te brengen, onze lezingen bij te wonen en een praatje te maken!
•
Een mooiere buitenwereld begint bij Falco De publieke ruimte is van ons allemaal. We willen ons er prettig
voelen.
Samenhang,
vormgeving,
uitstraling
en
veiligheid zijn daarom belangrijke elementen in de openbare ruimte.
Falco,
leidende
producent
van
straatmeubilair,
gebruikt die elementen dan ook als leidraad voor haar complete
assortiment.
fietsparkeersystemen FALCOLINEA XXL
Een tot
assortiment overkappingen,
dat
varieert
van
van
verkeers-
voorzieningen tot parkmeubilair en nog veel meer.
FalcoJona; thermisch verzinkte
FalcoGlory; een robuuste serie
FalcoCrea; compacte berging die
afvalbak leverbaar in verschillen-
bestaande uit een zitbank met en
kan worden ingezet als fietsen-
de varianten (50, 70 en 100 liter).
zonder rug, een dubbelzijdige
stalling voor 4 fietsen. Met een dak
Ook gepoedercoat en/of met
zitbank en een tafel. Ontworpen
van aluzinc profielplaten en wanden
geïntegreerde asbak verkrijgbaar. op Falco’s eigen ontwerpafdeling. van hardhouten open belatting.
FA L C O S T R A AT M E U B I L A I R
MEER WETEN? BEL (0546) 55 44 44 OF BEZOEK ONZE WEBSITE WWW.FALCO.NL OM ONS VOLLEDIGE ASSORTIMENT TE BEKIJKEN
Stadswerk-lezingenprogramma
Smart Cities & Communities Het begrip ‘smart’ zoals gebruikt in ‘Smart Cities & Communities’ heeft een permanente plek op de bestuurlijke agenda ingenomen. Nu is het nodig een concretiseringsslag te maken. De gemeenteraadsverkiezingen van 2018, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AGV) en de Omgevingswet bieden aanknopingspunten. Smart als middel
BRON: PINTEREST.SE
Met de term ‘smart’ wordt gedoeld op het gebruik van data en (ICT & sensor)technologie om betere bestuurlijke processen, ruimtelijke planning en democratische processen te faciliteren en te ondersteunen op een toekomstbestendige manier. Hiermee is dit een middel om sturing te geven aan projecten en (project)organisaties. Het begrip ‘smart’ is geen doel, maar een middel om tot duurzame en toekomstbestendige steden en gemeenten te komen. Zo wordt ‘smart’ in projecten (én continue processen) gebruikt om organisatiedoelen, zoals vastgelegd in ambities, collegeprogramma’s of actieplannen, te realiseren.
S
teeds sneller worden in de wereld concepten uitgerold op het gebied van smart city. Zo heeft Singapore de ambitie om een volledige smart city te worden door de hele stad uit te rusten met sensoren om zowel overheid als burger te voorzien van realtime data. Maar wat betekent ‘smart’ in dit geval en wat betekenen deze ontwikkelingen voor Nederlandse steden en gemeenten?
WEBSITES www.anteagroup.nl
@
8 Stadswerk magazine 07/2017
Steeds vaker worden slimme (met sensoren uitgeruste) stoeptegels, parkeerplekken en afvalbakken toegepast om het dagelijks beheer van de openbare ruimte en mobiliteitsstromen beter te plannen. In tegenstelling tot de innovatieve vergezichten uit grote wereldsteden zijn dit concrete toepassingen waar we ons iets bij voor kunnen stellen en waar we morgen mee aan de slag kunnen. Gemeenteraadsverkiezingen 2018 Op 21 maart 2018 vinden de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen plaats. Na die verkiezingen worden nieuwe programma’s voor de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders opgesteld. Het thema smart city kan een prominente plek krijgen in die programma’s. Zeker wanneer dit gekoppeld wordt aan een andere belangrijke ontwikkeling, zoals de invoering van de Omgevingswet.
Tekst ROB SCHMIDT EN DAAN HOLLEMANS, Antea Group
Omgevingswet Naar verwachting wordt de Omgevingswet binnen enkele jaren van kracht en zijn overheden verplicht deze geïmplementeerd te hebben in hun organisatie. De Omgevingswet stimuleert het maken van integrale beleidsafwegingen en biedt handvatten bij het opstellen, evalueren en aanpassen van beleid. Het is belangrijk én mogelijk om de daarbij steeds grotere en beschikbare hoeveelheden data en innovaties te benutten. Om de invoering van de Omgevingswet te vereenvoudigen, kan op voorhand worden gedacht aan applicaties die door middel van sensoren realtime) inzage verschaffen in omgevingswaarden zoals luchtkwaliteit en geluidsniveau. Ook op het vlak van mobiliteit kunnen gemeenten niet achterover zitten en het risico lopen dat gemeentelijke mobiliteitsplannen en infrastructuren over vier jaar niet meer aansluiten op de stand van de techniek van elektrische- en zelfrijdende auto’s. Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) Bij gemeenten die al met het concept smart city bezig zijn, zijn momenteel grofweg twee bewegingen te zien: van binnen (eigen organisatie) naar buiten (externe organisaties) en vice versa. Bij de verschuiving van binnen naar buiten verschuift de focus van de interne organisatie en de huidige structuur naar een nieuwe structuur en pas later naar de omgevingspartners. Een handig aanknopingspunt in dit geval is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) die per februari 2018 in werking treedt. De AVG eist van gemeenten dat zij passende bescherming bieden voor de door hen gebruikte data, met name voor kwetsbare gegevens over schulden, religie en dergelijke in combinatie met NAW-gegevens. Door alle processen binnen de gemeente in kaart te brengen en de daarbinnen gebruikte data te voorzien van een classificatie wordt een eerste stap gezet naar data gedreven sturing van tal van gemeentelijke activiteiten. Een vrij omvangrijke en tegelijkertijd verplichte opgave voor alle overheden. Daartegenover staat een aanpak waarbij de focus verschuift van de samenwerking met stakeholders (buiten) naar de interne organisatie en (eventuele) nieuwe structuren. Een aanpak waarbij lessen uit
‘Smart’ is geen doel, maar een middel om tot duurzame en toekomstbestendige steden en gemeenten te komen
(pilot)projecten worden vertaald naar de interne organisatie. Beide manieren vragen om pragmatisme en een flexibele houding om in te springen op problemen die gedurende de weg optreden. In beide gevallen is het zaak om aan de slag te gaan met zaken die de burger daadwerkelijk raken om direct inzicht te krijgen in de werking en effectiviteit van de ingreep.
Verschuivingen binnen invulling smart city.
Bovengenoemde ontwikkelingen kunnen en moeten naar onze mening worden aangegrepen om ‘smart’ concepten in de aankomende periode concreet door te voeren in de gemeentelijke organisatie als middel om toekomstbestendige sturing en besturing mogelijk te maken. De gemeenteraadsverkiezingen van 2018, de invoering van de Omgevingswet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming hebben hier een belangrijk aandeel in. Rob Schmidt geeft op 27 september een lezing over dit onderwerp tijdens het Stadswerk-lezingenprogramma op de Dag van de Openbare Ruimte. Kijk op www.openbareruimte.nl voor de details. 07/2017 Stadswerk magazine 9
BRON: VAN DER TOL
Stadswerk-lezingenprogramma
Ecostad brengt ecosysteemdiensten in beeld Ontwerp: Francine Houben en Francesco Veenstra, Mecanoo Architecten.
Aart Veerman van hoveniersbedrijf Van der Tol verzorgt op de Dag van de Openbare Ruimte een presentatie voor het Stadswerk-lezingenprogramma. Met het concept Ecostad wordt groen optimaal ingezet voor ecosysteemdiensten in de bebouwde omgeving. Alvast een vooruitblik.
Het gebouw 52 degrees in Nijmegen: waterafvoer volledig afgekoppeld van het riool.
H
'
et concept Ecostad gebruiken we als kapstok om de verschillende ecosysteemdiensten die groen kan leveren in beeld te brengen', zegt Veerman. 'We onderscheiden vier pijlers: regenwaterberging, biodiversiteit, het stedelijk hitte-eilandeffect aanpakken en klimaat in gebouwen. Die laatste raakt
Regenwateroverlast is vaak een goede motivatie om een doordacht groenconcept toe te passen 10  Stadswerk magazine 07/2017
niet rechtstreeks aan de openbare ruimte, maar door de aard van de projecten die we doen, is het logisch om ook daarnaar te kijken.'
Analyse Aan de hand van Ecostad wordt een analyse van de omgeving gemaakt, waarbij wordt aangehaakt op het Gebiedslabel van NL Greenlabel, of een andere systematiek als de opdrachtgever daar graag mee werkt. Veerman: 'Die analyse levert meerwaarde op omdat je goed kunt aansluiten bij wat de omgeving nodig heeft en aan kansen biedt. Zo hebben we bij een bedrijvenpark in Hoofddorp een "bijenlint" van ongeveer een kilometer lang aangelegd, waar je anders misschien op een groenstrook zonder specifieke aandacht voor bijen was uitgekomen.'
Michiel G.J. Smit, Redactie Stadswerk magazine
BRON: WWW.RAINPROOF.NL
Ontwerp: Arons en Gelauff. Tuinontwerp: Hollandsgroen bv. Functionele uitwerking: Van der Tol.
Aart Veerman: 'Je moet soms niet wachten tot alles helemaal is uit- en doorgerekend.'
Blok 54, IJburg, Amsterdam: waterafvoer bijna volledig afgekoppeld van het riool.
Regenwateroverlast is vaak een goede motivatie om een doordacht groenconcept toe te passen volgens Veerman. 'Daar heeft iedereen last van dus dat kost niet veel overtuigingskracht. Wij willen graag laten zien dat je ook biodiversiteit daarin kunt meenemen. Mensen willen graag iets goeds doen voor de natuur maar zoeken naar concrete mogelijkheden. En wij hebben daar ideeën over die we graag delen. We zorgen dat ook intern de ideevorming hierover zich blijft ontwikkelen. Eén keer per jaar houden we met het hele bedrijf, van de mensen die buiten het werk doen tot de directeur, een inspiratiesessie. De uitkomsten worden uitgewerkt in werkgroepen tot concrete acties. Bijvoorbeeld dat we het knipsel van hagen niet afvoeren maar onder de haag schuiven, zodat het wordt opgenomen in de natuurlijke kringloop. En op daktuinen proberen we een gunstig klimaat voor graafbijen te creëren als die toch al in de buurt aanwezig zijn.'
52 degrees, Nijmegen Een belangrijke vraag bij het toepassen van nieuwe ideeën is altijd of ze ook na langere tijd nog werken. Veerman haalt een project aan dat tien jaar geleden is opgeleverd. 'Bij het kantoorgebouw 52 degrees in Nijmegen hebben we een grasdak op het gebouw gemaakt dat onder meer een functie heeft om regenwater op te vangen. Bij zware buien wordt het restant opgevangen rond en onder het gebouw met speciale infiltratievoorzieningen. De gemeente had destijds de
eis gesteld dat alle waterafvoer moet worden afgekoppeld van het riool, vandaar dat we met deze oplossing zijn gekomen en het blijkt ook nu nog goed te werken.'
Blok 54, IJburg, Amsterdam Van recenter datum is een groenproject voor Blok 54 op IJburg in Amsterdam. Ook hier is het opvangen van regenwater de rode draad. Veerman: 'De sedumbeplanting op het dak vangt het grootste deel op, de rest wordt via een beek afgevoerd naar een wadi. Wat dan nog overblijft wordt via het riool afgevoerd. Afvoeren naar het nabijgelegen water ging helaas niet omdat we anders een gat in de dijk hadden moeten boren.' Investeren in groen als ecosysteemdienst vraagt een analytische blik. Toch benadrukt Veerman dat je ook gewoon dingen moet doen omdat je weet dat het goed is. 'Je moet soms niet wachten tot alles helemaal is uit- en doorgerekend, maar vanuit overtuiging handelen. Juist op het concrete niveau waarop wij vaak werkzaam zijn, is het belangrijk om dat in het oog te houden.'
@
WEBSITES www.nlgreenlabel.nl/nl-greenlabel-gebiedslabel www.vandertol.nl/ecostad
07/2017 Stadswerk magazine 11
Stadswerk-lezingenprogramma
Leendert Koudstaal, werkzaam bij de gemeente Den Haag en actief voor de Intergemeentelijke studiegroep Bomen, geeft op 27 september een presentatie op de Dag van de Openbare Ruimte. Door groen te voorzien van een doordachte 'waardestelling'. Hoe is die tot stand gekomen en wat heb je eraan?
Wat hebben jullie gedaan om waarden toe te kennen aan groen? Om te komen tot een overkoepelend en behapbaar raamwerk is gebruik gemaakt van internationaal onderzoek naar de waarde van een boom als een van de meest onderzochte groenkenmerken in de stad. Het 'Raamwerk waardestelling groen' geeft inzicht in het brede spectrum van 'thema’s' waarop het Haagse groen een maatschappelijke impact heeft. Vanuit deze impact is de doorvertaling gemaakt naar concreet meetbare en aangetoonde effecten en de bijhorende baathouders in de gemeentelijke praktijk.
WEBSITES www.stadswerk.nl/Themasenprojecten/groenwerkt/iTree
14 Stadswerk magazine 07/2017
@
Het thema ecosysteem heeft hierbinnen een bijzondere positie. De mate van biodiversiteit, als graadmeter voor de rijkheid van het ecosysteem, functioneert als een systeemwaarde die het mogelijk maakt dat de andere diensten kunnen worden gegenereerd. Belangrijk daarbij is dat ecosystemen kwetsbaar zijn. Een afname van biodiversiteit of verandering in omgevingsfactoren kan leiden tot een 'point of no return', waarna het ecosysteem uit balans raakt en zijn ecosysteemdiensten niet meer kan leveren. Daarmee komen ook de baten binnen de verschillende maatschappelijke thema`s onder druk te staan. Hoe hebben jullie dit verder uitgewerkt? Om meer inzicht te krijgen in de maatschappelijke waarde van groen zijn er zes thema`s geselecteerd die meer diepgaand zijn onderzocht op hun impact op stadsniveau. Deze thema’s zijn geselecteerd omdat de baten van groen hiervan relatief goed in euro`s kun-
FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
De waarde van groen onderzoeken
nen worden gewaardeerd en/of goed aansluiten bij mogelijke handelingsperspectieven in de gemeentelijke praktijk. Het gaat om de volgende thema's
• De waarde van een boom • De impact van groen op de vastgoedwaarde • Aanplantwaarde van groen in Den Haag • Groen en gezondheid • De impact op de waterhuishouding in de stad • Groen en vestigingsklimaat Wat betekent dit concreet voor een stad als Den Haag? Het groen in Den Haag vertegenwoordigt een grote waarde. Een eerste 'gevoel' voor getallen, een duiding van de orde grootte van de baten van het Haagse groen is inzichtelijk gemaakt. De belangrijkste bevindingen op een rij.
• De 116.000 straatbomen in Den Haag vertegenwoordigen een maatschappelijke waarde vertegenwoordigen van jaarlijks 22 miljoen. (berekening met de i-Tree methode, zie www.itreetools.org)
• De impact van het Haagse groen op de vastgoed-
waarde van woningen bedraag circa 1,9 miljard euro. Dit is 4 procent van de Haagse woningwaarde, ofwel gemiddeld circa 7.500 euro per woning.
• De kosten voor het opnieuw aanplanten van het
bestaande groen in Den Haag bedraagt circa 277 miljoen euro. Dit betreft de aanplantwaarde, niet de huidige kwaliteitswaarde. Bij deze cijfers passen enkele kanttekeningen. Ten eerste is er een verschil tussen baten die jaarlijks optreden (maatschappelijke waarde van een boom) en eenmalige baten (vastgoed- en aanplantwaarde). Tevens dienen de berekende waarden los van elkaar te worden gezien en kunnen dus niet bij elkaar worden opgeteld. Zo komt dezelfde boom in alle drie de berekeningen voor: de kosten van aanplanten, haar maatschappelijke waarde en haar impact op de vastgoedwaarde. Is er nog meer te vertellen over de waarde van groen in Den Haag? Op drie thema`s uit het Raamwerk is een verdiepende
Natuur heeft op heel veel elementen in de stad directe impact in termen van waarde analyse uitgevoerd om een beter begrip te krijgen van de werking op, en bijhorende maatschappelijke waarde van, groen in de stad. Dit zijn de thema`s gezondheid, waterhuishouding en vestigingsklimaat. Kijkend naar het Raamwerk wordt duidelijk dat natuur op heel veel elementen in de stad directe impact heeft in termen van waarde. Laat staan als de volledige maatschappelijke waarde in beeld zou kunnen worden gebracht op alle thema's en onderliggende effecten en baten. Wat doen jullie om deze inzichten in te bedden in de onderzoekswereld? Al jaren praten vertegenwoordigers van organisaties in de groene sector over een systeem om onderzoek naar stadsbomen te laten doorgaan, kennis erover te delen en uiteindelijk gemeenten meer in bomen te laten investeren. Het systeem zou een vervolg moeten worden op het gebruikswaardeonderzoek straat- en laanbomen. Dat is in 2012 gestopt na het verdwijnen van het Productschap Tuinbouw. Recentelijk hebben we met de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen een vrijwillige regeling in het leven geroepen: voor elke boom die een gemeente inkoopt, vloeit een klein bedrag rechtstreeks naar een landelijk fonds. We denken aan 1,50 euro per ingekochte boom. Zo kan er jaarlijks 400.000 euro naar het fonds gaan. Dan kun je tegen lage kosten onderzoek laten doorgaan. De regeling heeft als werktitel OOGSt gekregen: Ontwikkelen Onderzoek Groen in de Stedelijke omgeving. De studiegroep probeert nu gemeenten warm te maken voor deelname aan die regeling, want overheden beslissen per slot van rekening over hun eigen budgetten en investeringen. We hebben Vereniging Stadswerk alvast gevraagd om het OOGSt-fonds te beheren.
07/2017 Stadswerk magazine 15
Stadswerk-lezingenprogramma
Klimaatbestendige inrichting Klimaatadaptatie is een van de belangrijkste thema's voor gemeenten en andere betrokkenen. Het is dan ook geen toeval dat hier aandacht aan wordt besteed bij het Stadswerk-lezingenprogramma op de Dag van de Openbare Ruimte. Jeroen Rijsdijk van Arcadis staat hiervoor aan de lat en licht alvast een tipje van de sluier op.
D
oor de voortschrijdende klimaatverandering hebben gemeenten meerdere uitdagingen die ze bij het ontwerp en beheer moeten adresseren. De buitenruimte moet in staat zijn om steeds zwaardere regenbuien in goede banen te leiden om te voorkomen dat er ongewenste overlast en schade ontstaat. Het in goede banen leiden zal overigens steeds vaker betekenen dat het gaat over infiltreren of over het tijdelijk opslaan van overtollig regenwater op
straat en in groene zones. Opslaan op een manier dat in ieder geval schade en extreme overlast voor burgers voorkomen kan worden. Door de steeds heftigere buien zal het niet meer lukken om regen altijd ‘onzichtbaar’ te verwerken. Er zal dus een zekere acceptatie van water op straat moeten zijn. Gemeenten zullen daar de komende jaren in hun communicatie richting burgers en bedrijven aandacht aan moeten geven. Daarnaast zullen burgers en bedrijven in veel gevallen actief moeten participeren in het waterrobuust krijgen van hun leefomgeving. Dat komt omdat 60 tot 70 procent van de buitenruimte in de stad in handen is van particulieren. Zonder participatie zal het heel moeilijk worden om de extremen in de toekomst het hoofd te kunnen bieden. Kortom, er ligt een uitdaging voor gemeenten om op een integrale wijze te gaan kijken naar de buitenruimte van de toekomst. Een sectorale benadering zal met de klimaatuitdagingen waar we voor staan niet meer effectief zijn. De klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van de bebouwde kom is een opgave die stedenbouwkundigen, planologen, beheerders en ontwikkelaars gezamenlijk moeten oppakken. Dit vereist samenwerking, maar ook saamhorigheid om de vele functies die de buitenruimte in de stad herbergt uit te breiden met het beheersen van de klimaatrisico’s.
Klimaatbeleid in 2020
Foto 1 Oplossing voor tijdelijk bergen, infiltreren en vertragen van de hemelwaterafvoer.
16 Stadswerk magazine 07/2017
Wat betekent dit nu allemaal voor de beheerders van riolering, water, groen en wegen? En hoe ziet de rol van afdelingen Ruimtelijke Ordening eruit? In 2020 worden alle gemeenten geacht een klimaatbeleid te hebben en een route te hebben uitgestippeld naar een klimaatbestendige stad in 2050. Dat lijkt ver weg, maar aangezien investeringen in de infrastructuur decennialang mee moeten gaan is enige urgentie gewenst om te voorkomen dat er misinvesteringen plaats vinden. Gelukkig gebeurt er al een hoop bij gemeenten en zijn initiatieven die tot nu toe plaatsvinden met het waterrobuust maken van de buiten-
TEKST JEROEN RIJSDIJK, Arcadis BEELD ARCADIS
ruimte in de regel ook allemaal no-regret maatregelen. De vraag die echter in de lucht blijft hangen is 'Is het genoeg om de (door de politiek) gewenste veiligheid aan de burgers en bedrijven te bieden?' Het beantwoorden van deze vraag zal enige tijd in beslag nemen en wordt uiteindelijk een politieke keuze over wat haalbaar en toelaatbaar wordt geacht op lokaal niveau. Dat betekent dat lokale besturen ervoor kunnen kiezen om een bepaalde mate van overlast en schade als acceptabel te definiëren omdat er niet meer middelen zijn om een hoger niveau van schade- en overlastreductie te behalen.
Een voorbeeld Maar hoe moeten de ambtelijke afdelingen van gemeenten dan op dit moment tegen de buitenruimte aan gaan kijken? Op foto 1 is een oplossing te zien voor het tijdelijk bergen, infiltreren en vertragen van de hemelwaterafvoer. De getoonde oplossing heeft voor meerdere stakeholders in een gemeente impact. De afdeling Ruimtelijke Ordening zal zich afvragen of het wenselijk is dat deze beeldbepalende oplossing het straatbeeld van de gemeente in de toekomst zal gaan domineren. De groenbeheerder krijgt er een veelvoud van ‘snippergroen’ bij om te onderhouden, de wegbeheerder heeft er een uitdaging bij. En dat alles omdat de rioolbeheerder zijn hemelwaterzorg vertaalt naar een waterrobuuste inrichting. De afwegingen en belangen zijn dus veelvuldig en zorgen voor nieuwe uitdagingen in de stedelijke planning en het beheer.
Nog een voorbeeld In het ontwerpen van de buitenruimte zullen ontwerpers echter structureel rekening moeten gaan houden met het anders kijken naar de omgeving. Op foto 2 is te zien hoe een traditionele middenberm tussen twee rijbanen is ingericht als een afvoerende waterberging. Afhankelijk van lokale omstandigheden zullen ontwerpers maatwerk moeten toepassen om aan de klimaatbestendige en waterrobuuste doelstellingen te gaan voldoen. Elke gemeente zal zijn eigen technische mogelijkheden en inrichtingswensen in beeld moeten brengen en van daaruit gaan bouwen aan een nieuwe buitenruimte.
Daarnaast zal de eerder genoemde burgerparticipatie onontbeerlijk zijn om de doelstellingen in de bebouwde omgeving te halen. Via publiekscampagnes en mogelijk zelfs normeringen zullen burgers, woningbouwcorporaties en ontwikkelaars hun steentje moeten bijdragen.
Foto 2 Middenberm ingericht als afvoerende waterberging.
In dit artikel ligt de nadruk op het waterrobuuste aspect van de klimaatbestendige stad, maar het mag duidelijk zijn dat de overige klimaatrisico’s overstroming, droogte en hitte evenveel aandacht verdienen. De groen-blauwe infrastructuur die ontworpen wordt om de waterrobuustheid te vergroten, kan ook een bijdrage leveren aan het beter droogte- en hittebestendig krijgen van onze leefomgeving. Het mag duidelijk zijn dat de klimaatbestendigere omgeving er in 2050 anders uit zal zien dan hoe nu onze leefomgeving is!
WEBSITES
@
www.arcadis.nl ruimtelijkeadaptatie.nl/nasruimtelijkeadaptatie.nl/nas
07/2017 Stadswerk magazine 17
ADVERTORIAL
HWE City & Park introduceert
STREET-STUFF
T
ijdens de ‘Dag van de openbare ruimte’, wordt STREET-STUFF geïntroduceerd door HWE City & park. Het Angerense bedrijf presenteert dan het door Ton Kooymans ontworpen straatmeubilair voor de openbare ruimte, onder de naam STREET-STUFF, op stand 2.2.06. STREET-STUFF is functioneel meubilair voor zowel straat, stad, plein als park met een eigentijdse en toch tijdloze uitstraling. De STREET-STUFF-producten voldoen aan alle eisen en wensen die gesteld worden uit het oogpunt van plaatsing, onderhoud en gebruik. Vooralsnog bestaat STREET-STUFF uit twee series: FOLDED-STUFF (RVS met of zonder coating, gecombineerd met hout of bamboe) en HEAVY-STUFF (Ultra High Performance Concrete ofwel UHPC gecombineerd met hout of bamboe). In deze series zijn tafels verkrijgbaar en meerdere soorten banken. Aansluitend volgen in deze series ook afvalbakken, plantenbakken en fietsparkeersystemen. Het ontwerp van Ton Kooymans komt voort uit meer dan 30 jaar ervaring met het ontwikkelen van producten voor de openbare ruimte. Er is bewust gekozen om vanuit een basis te werken met verschillende materialen en een vaste maatvoering. STREET-STUFF is als het principe van een bouwdoos, bestaande uit meerdere elementen die zelf te combi-
neren zijn tot producten. Hierdoor is er hoge mate van flexibiliteit in samenstelling, lengte, materiaal en kleur van de producten. Onderdelen zijn vervangbaar en later toe te voegen, omdat deze uitwisselbaar zijn en beschikbaar blijven. Het STREET-STUFF-straatmeubilair is comfortabel uitgevoerd en qua maatvoering en ergonomie afgestemd op de vergrijzende gebruikersmarkt. De producten worden gemaakt uit duurzame, ecologische en 100% recyclebare materialen. Naar keuze kan er zelf gemonteerd en geplaatst worden of HWE City & Park neemt de montage en plaatsing voor haar rekening. Het straatmeubilair is bij uitstek geschikt om aan te passen aan lokale wensen, door bijvoorbeeld het aanbrengen van eigen logo’s. STREET-STUFF sluit perfect aan bij de filosofie van HWE City & Park BV als aanbieder van innovatieve, praktische en functionele producten vervaardigd van 100% eerlijke en recyclebare materialen. Kiest u voor strak en modern of past een organisch of ambachtelijk uitstraling meer bij het in te richten straatbeeld? Alle opties zijn mogelijk. HWE City & Park informeert u graag over de mogelijkheden. Kijk voor meer informatie op www.cityandpark.nl
TEKST ANE JUTTE, Nederlandse Vereniging voor Sleufloze Technieken en Toepassingen
NSTT No-Dig Event
Ongehinderd door de ondergrondse infrastructuur Sleufloze technieken worden steeds vaker toegepast voor werkzaamheden onder de grond. Op het NSTT No-Dig Event wordt hier kennis over uitgewisseld. Dat is hard nodig, want de vervangingsopgave voor kabels en leidingen ligt de komende jaren twee à drie keer zo hoog als nu. Bovendien wachten er nieuwe opgaven.
W
e beseffen wellicht niet dagelijks maar in Nederland ligt voor meer dan 500.000 kilometer aan kabels en leidingen, en nog eens zo'n lengte aan huisaansluitingen. Een groot deel hiervan tussen 1960 en 1990 aangelegd en moet in de komende decennia worden vernieuwd. Hierdoor ligt de vervangingsopgave twee à drie keer zo hoog als nu. Daarnaast krijgen we te maken met een energietransitie: minder gasgebruik, maar warmteleidingen en een zwaarder elektriciteitsnet als compensatie. Kortom: het aantal ondergrondse activiteiten zal sterk toenemen. Maar werken in de ondergrond valt niet meer los te denken van de inrichting en het gebruik van de bovengrond. Graafwerkzaamheden voor aanleg en vervanging van de ondergrondse infrastructuur geven hoe dan ook hinder, overlast en economische schade, nog los van de milieuaspecten. Alternatieve oplossingen moeten beter worden onderzocht en ingezet, alsmede een betere coördinatie van de activiteiten door één regisseur: mijns inziens een taak voor de gemeente. Een ander niet onbelangrijk aspect is de teruglopende vakkennis binnen dit marktsegment en daarmee de beschikbare menskracht.
Toename van sleufloze technieken De Nederlandse vereniging voor Sleufloze Technieken en
Toepassingen (NSTT) bestaat in 2018 dertig jaar en al die tijd promoten we de kennis, ontwikkelingen en toepassingen van sleufloze technieken. Met de wetenschap dat we als vereniging nog steeds groeien en er een toename van sleufloze technieken is waar te nemen, zijn onze verwachtingen voor het komende NSTT No-Dig Event zeer positief. We willen een podium bieden om kennis te delen en samen met alle deelnemers de sleufloze technieken nadrukkelijk te profileren als economisch sterke alternatieven. Voor minder hinder en overlast voor de burger, minder CO2-uitstoot en aanzienlijk minder stof en geluid. Met de uitreiking van NSTT No-Dig Award voor zowel de vakjury als de publieksjury en inspirerende boorwedstrijd is er volop mogelijkheid om met alle vertegenwoordigers binnen de keten van gedachten te wisselen. Daarom zijn we zeer verheugd met de vertegenwoordiging van een aantal opdrachtgevers op ons Opdrachtgeversplein. Alleen met elkaar zijn we in staat om een oplossing te bieden aan de enorme taak om ons hoge voorzieningenniveau in stand te houden. Het NSTT No-Dig Event vindt op 11 en 12 oktober plaats in Hart van Holland, Nijkerk. De toegang is gratis. U dient zich wel van te voren in te schrijven op www.no-dig-event.nl.
@
WEBSITES www.nstt.nl www.no-dig-event.nl
07/2017 Stadswerk magazine 19
ADVERTORIAL
“Antwoorden op veel belangrijke vragen zijn dankzij GRIB geen grote zoektocht meer”
A
ctueel inzicht in de feiten van vandaag! De uit te voeren werkzaamheden altijd in een helder overzicht! Alle acties geborgd en in één dashboard! Met het programma Strategisch Bomenbeheer en de procestool GRIB van Bomenwacht Nederland heeft de gemeente Lisse én structuur in haar operationele proces van planmatig onderhoud én overzicht als het gaat om tijd, geld en kwaliteit. Zo krijgt de gemeente Lisse meer regie op haar bomenbestand. Welk beheersysteem er ook wordt gebruikt, het levert altijd veel informatie op. Bruikbare informatie over hoe de bomen ervoor staan en wat er moet
Paul Wolvers, beleidsmedewerker groen van de gemeente Lisse, is erg tevreden over de procestool GRIB van Bomenwacht Nederland.
20 Stadswerk magazine 07/2017
gebeuren om ze op kwaliteit te houden. Maar al die informatie kan ook gaan duizelen. Waar te beginnen? Loopt het nog op schema? En laten we de kosten niet vergeten! GRIB vertaalt de data uit het beheersysteem naar heldere informatie en geeft hiermee antwoord op belangrijke vragen. “Bij hoeveel bomen moet er bijvoorbeeld begeleidingssnoei toegepast worden? En welke kosten zijn ermee gemoeid en past dit binnen het gestelde budget? De antwoorden op deze en vergelijkbare vragen zijn dankzij GRIB geen grote zoektocht meer”, stelt Paul Wolvers, beleidsmedewerker groen van de gemeente Lisse.
In 3 stappen naar Strategisch Bomenbeheer Tijdens stap 1 van het programma Strategisch Bomenbeheer, de QuickScan, leert de gemeente haar eigen organisatie kennen. Hoe is de gemeente georganiseerd? Hoeveel medewerkers werken mee aan het beheren van het bomenbestand? Weet iedereen wat zijn of haar rol is in het grote geheel? En hoe zit het met de financiën? Vragen die met verschillende sessies en met een vragenlijst beantwoord worden. Stap 2 is de Pilot, waar de theorie in praktijk gebracht wordt. Letterlijk aan de slag met het IBVU-model: Inventariseren wat de huidige situatie van het bomenbestand is, Besluiten wat ermee moet gebeuren, Voorbereiden hoe ze het gaan doen en Uitvoeren van de werkzaamheden
Paul Wolvers: "Met GRIB is het mogelijk om te zien hoeveel boomsoorten we als gemeente hadden, hebben en verwachten te krijgen."
Paul Wolvers: “De gemeentelijke ambitie is om ons bomenbestand te verrijken met meer waardevolle bomen. Met de informatie uit GRIB kunnen we hier eenvoudiger op sturen”.
zelf. De gemeente Lisse is net gestart met het toepassen van de procestool GRIB in het IBVU-model. In het eerste onderdeel Inventarisatie hebben ze al kunnen ervaren wat de toegevoegde waarde van de procestool is. “Heel helder en concreet. Het geeft weer wat er in de gemeente allemaal moet gebeuren. Natuurlijk is in de eerste plaats de veiligheid belangrijk, maar dankzij de inventarisatie weten we ook hoeveel bomen er bijvoorbeeld gerooid en gesnoeid moeten worden. Deze informatie kan ik heel makkelijk wegzetten als werkzaamheden in het open postenbestek”, vertelt Wolvers. Daadwerkelijk besluiten of er wel of niet gerooid gaat worden, deze en andere besluiten worden genomen tijdens een besluitvormingssessie. Een helder en duidelijk overzicht helpt om deze besluiten snel en eenvoudig te nemen. En die overzichten zijn met GRIB gemakkelijk te genereren. Met letterlijk één druk op de knop geeft GRIB inzicht in de actuele situatie van het planmatig onderhoud, op elk gewenst moment. “Uit ons beheersysteem zijn ook overzichten te draaien. Dit kunnen wij zelf doen. Alleen voordat je daadwerkelijk een overzicht hebt, gaan daar wel wat acties aan vooraf. Met GRIB kan ik vrij eenvoudig een selectie maken”, vertelt Wolvers. Na de onderdelen Voorbereiding en Uitvoering van het IBVU-model is stap 3, de Implementatie aan de beurt, het model implementeren in de eigen organisatie.
Blik op de toekomst Naast de actuele situatie biedt GRIB ook een kijkje in wat er komen gaat. Eerdere inventarisaties bieden informatie voor de toekomst. “Welke soorten
onderhoudsmaatregelen komen het meeste voor, wat kost dit nu en wat gaat het kosten in de toekomst? Maar ook qua boomsoorten. Als gemeente hebben we de ambitie om een groter aantal boomsoorten in ons bomenbestand te hebben. Met GRIB is het mogelijk om te zien hoeveel soorten we hadden, hebben en verwachten te krijgen. Ditzelfde geldt ook voor onze waardevolle bomen. De gemeentelijke ambitie is om ons bomenbestand te verrijken met meer waardevolle bomen. Met de informatie uit GRIB kunnen we hier eenvoudiger op sturen”, aldus Wolvers. Al met al zorgt de procestool GRIB ervoor dat er weer grip komt op het bomenbeheer. Waar dan ook, op elke computer op een overzichtelijke manier zicht houden op de actuele data, en tijdens welke werkzaamheden dan ook de regie houden op het operationele proces van planmatig onderhoud. Naast inzicht in de huidige kwaliteit van het bomenbestand biedt GRIB ook inzicht in de uitgaven en de planning.
De procestool GRIB zorgt ervoor dat er weer grip komt op het bomenbeheer. Naast inzicht in de huidige kwaliteit van het bomenbestand biedt GRIB ook inzicht in de uitgaven en de planning.
Demonstratie GRIB bijwonen Wilt u zelf ervaren hoe GRIB ook voor úw organisatie van onschatbare waarde kan zijn? Tijdens de Dag van de Openbare Ruimte op woensdag 27 en donderdag 28 september 2017 geeft Bomenwacht Nederland in haar stand '2.304' een demonstratie van GRIB. Digitale editie - https://www.bomenwacht.nl/ demonstratie-grib/ Papieren versie - 'Meld u via www.bomenwaacht.nl/demonstratie-grib/aan voor een persoonlijke demonstratie, raak geïnspireerd en krijg weer grip op uw beheer!
Inzet van postbezorgers voor de smart city PostNL werkt aan schaalbare, pragmatische en concrete monitorings-oplossingen. Uitgevoerd door de postbezorger. Direct toepasbaar en inzetbaar om de openbare ruimte schoon, heel en veilig te houden.
D
e smart city. Een concept dat al jaren rondzingt. Hét antwoord op de uitdaging die verstedelijking, individualisering en digitalisering met zich meebrengt. Dankzij technologische ontwikkelingen en slimme inzet hiervan, leven we met meer mensen op een kleine ruimte prettig samen. Wat vaak ontbreekt in de uitrol van het smart city concept: de menselijke maat. Tot nu toe draaide het vooral om met behulp van de techniek het leven makkelijker maken. Inmiddels sijpelt het besef door dat er met samenwerking tussen de drie B’s nog meer slimmigheid wordt bereikt.
De drie B’s: beleidsmakers, bedrijven en buurtbewoners De openbare ruimte leefbaar houden lukt alleen als beleidsmakers, bedrijven én bewoners samen optrekken. Maar hoe kom je gemaakte afspraken na? Hoe houd je resultaten bij? Hoe stuur je gemeentemedewerkers, externe bedrijven en betrokken bewoners, verantwoordelijk voor het schoon, heel en veilig houden van de openbare ruimte, echt goed aan? Deze en andere vraagstukken zorgen voor meer druk op gemeenten. Hiervoor staan hen uiteraard allerlei instrumenten ter beschikking. Maar is er ook voldoende capaciteit om dit te managen en processen te
22 Stadswerk magazine 7/2017
sturen? Hoe zie je nou wat er echt leeft op straat en in die buurt?
Bedrijven pakken verantwoordelijkheid In deze sterk veranderende samenleving wil PostNL een maatschappelijk relevante en waardevolle bijdrage leveren. Het bedrijf onderzoekt hoe zij, door het inzetten van het netwerk aan mensen en middelen, een verbindende rol kan spelen. Het innoveren, testen, onderzoeken en introduceren van nieuwe diensten en producten past hier heel goed bij. De postbezorger, of beter gezegd postbezorgers (20.000 mannen en vrouwen) lopen vijf dagen per week in elke straat in Nederland. Vaak werken en wonen zij in dezelfde omgeving. Zij zien wat er leeft, wat er gebeurt, ligt en groeit. Zij nemen waar. Inmiddels zijn alle postbezorgers uitgerust met een smartphone. Naast het ondersteunen van bestaande diensten geeft dit ook nieuwe mogelijkheden. Juist wanneer de menselijke maat en waarneming gewenst is. Om beter de afspraken met bedrijven en bewoners na te leven. Evidence-based en proactief.
Vinger aan de pols De postbezorger monitort vooraf aangeduide plekken (vuilcontainers, verkeersborden, speeltoestellen,
TEKST MONIQUE REIJNTJES, i.o.v. PostNL BEELD PostNL
banken) in zijn wijk. Hij maakt met zijn smartphone een foto, al dan niet met een afgesproken regelmaat. Ook meldt een bezorger op eigen initiatief veranderingen. Via een app stuurt hij beeld naar de gemeente of een andere opdrachtgever. Deze geeft prioriteit en bepaalt of directe actie gewenst is. Concreet resulteert dit in een vinger aan de pols. Een aanstuurmogelijkheid om ergernissen in een buurt en potentieel gevaarlijke situaties in de wijk adequaat en snel op te lossen. De postbezorger is al in de straat aanwezig. Zo is een losse en gevaarlijke stoeptegel of een kapot hek rap gesignaleerd en hersteld. Dit met een minimale inzet aan middelen of effort. En toch grip op evaluatie, aansturing en bijsturen van, al dan niet uitbestede, processen. Met een sluitende rapportagemethodiek.
Ervaring opdoen PostNL heeft een aantal proeven uitgevoerd om ervaring op te doen, toegevoegde waarde aan te tonen en casuïstiek op te harden. Het bedrijf ziet kansen in drie hoofdcategorieën: helpen van hulpbehoevenden (signaleren), bijstaan van instellingen die vroeger dichtbij waren (enquêteren) en leefbaar houden van de publieke ruimte (rapporteren). In alle deelgebieden zijn succesvolle tests uitgevoerd met een keur aan opdrachtgevers. We laten er enkele de revue passeren. Twente Milieu: Onkruidmonitoring. Status: succesvol afgerond. Het doel van de proef was visuele ondersteuning bieden bij het testen van drie manieren van onkruidbestrijding. Twente Milieu selecteerde 95 locaties met verschillende eigenschappen. Postbezorgers kregen
de opdracht om op basis van voorbeeldfoto’s zeventien weken lang elke week exact dezelfde foto te maken. Op basis van de foto’s, die 100 procent kwaliteitsniveau haalden, analyseerde Twente Milieu de verschillende methodes van onkruidbestrijding: welke vorm werkt onder welke omstandigheden het best? Provincie Gelderland: Wegdekmeting. Status: lopend Het doel van de proef is een nieuwe manier van wegdekmetingen testen. En de veiligheid en onderhoudsbehoefte van het wegdek in kaart brengen. In een aantal geselecteerde auto’s van PostNL kwamen smartphones met een door de Universiteit Twente ontwikkelde app die trillingen en bewegingen registreert. In de app wordt ook kwaliteit van de weg en de verkeersveiligheid vastgesteld. De data geven inzicht in plekken waar potentieel gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan of waar het wegdek sneller slijt of beschadigt. Ingenieursbureau Tauw begeleidt het project. Gemeente Amsterdam: Burgermeldingen. Status: lopend Het doel van de proef is aantoonbaar maken dat meldingen worden afgehandeld. De gemeente Amsterdam ontvangt dagelijks bericht van bewoners over veranderingen in het straatbeeld. De gemeente onderneemt op basis hiervan actie. PostNL oordeelt, als onafhankelijke derde, over de kwaliteit na afhandeling van een dergelijke melding. De gemeente wil zo meer bekendheid geven aan de kwaliteit van haar dienstverlening. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Rogier. Havelaar@postnl.nl 7/2017 Stadswerk magazine 23
Growing Green City indicatoren voor Almere Hoe zorg je dat duurzaamheidsdoelen door iedereen in de gemeentelijke organisatie worden opgepakt? De afdeling Beheer Openbare Ruimte van het Advies en Ingenieursbureau in Almere ontwikkelde een systeem van afdelings- en projectindicatoren om duurzaamheid in alle aspecten van het werk mee te nemen.
D
e gemeente Almere staat bekend om haar vooruitstrevende duurzaamheidsbeleid. Ze heeft onder meer ambities uitgesproken als 'stad zonder afval' en 'energieneutraal vanaf 2022'. Het Advies en Ingenieurs Bureau (AIB) van de gemeente Almere wil daar uiteraard een bijdrage aan leveren. Deze afdeling, die zorg draagt voor het beheer van de openbare ruimte (groen, water, straten, wegen en pleinen), kan een verschil maken door bijvoorbeeld zuiniger straatverlichting, hergebruik van groenafval of minder materiaalgebruik. Om te zorgen dat hier door de hele afdeling op wordt ingezet, heeft Almere samen met TNO indicatoren ontwikkeld. Hierbij is een model gebruikt waarbij de gemeentelijke visie wordt vertaald in afdelingsdoelen en afdelingsindicatoren, die vervolgens worden doorvertaald naar indicatoren voor projecten en uiteindelijk naar aanbestedingscriteria. Op deze manier ontstaat een directe lijn van visie naar uitvoering in de praktijk. De indicatoren maken het vervolgens mogelijk om de
WEBSITES floriade.almere.nl www.tno.nl
@
24 Stadswerk magazine 07/2017
voortgang naar verduurzaming te monitoren en beleid te kunnen bijsturen als dat nodig blijkt te zijn.
Indicatoren ontwikkeling Als uitgangspunt zijn de duurzaamheidsdoelen van de gemeente genomen die vanwege de Floriade in 2022 in een raamwerk zijn geplaatst met Engelse termen zoals Energising, Feeding en Healthying. In een eerste bijeenkomst met vertegenwoordigers van de afdeling Beheer is dit raamwerk ingevuld met specifieke doelen voor de afdeling. Niet alleen doelen over milieu, maar over alle aspecten van duurzaamheid. Doelen zoals het versterken van de lokale economie, of het bijdragen aan een gezonde levensstijl horen erbij. Omdat het proces ook belangrijk is, is er een thema 'Organisatie' toegevoegd met doelen met betrekking tot communicatie en bewonersbetrokkenheid.
Indicatoren voor de afdeling In een volgende bijeenkomst, met een selectie van projectleiders, toezichthouders en ook enkele aannemers (want zij moeten uiteindelijk vaak de gegevens leveren) is een selectie gemaakt uit een door TNO aangedragen 'long list' van mogelijke indicatoren die geschikt zouden kunnen zijn om de voortgang van de afdeling Beheer te meten. Dit resulteerde in een lijst van negentien bruikbare indicatoren, verdeeld over vijf thema’s. Behalve indicatoren voor energie- en
TEKST PETER BOSCH EN VERA ROVERS, TNO, WOUTER SCHRIER , Gemeente Almere
Met de verschillende indicatoren wordt een kaartspel gespeeld.
materialengebruik, zijn er indicatoren geselecteerd voor, bijvoorbeeld, lokale werkgelegenheid, groenbedekking, lokale voedselproductie en burgerparticipatie.
Projectindicatoren De volgende stap was het bepalen, met projectleiders en toezichthouders, van haalbare indicatoren om de bijdrage van de afdelingsprojecten aan de duurzaamheidsdoelen te monitoren. Voorbeelden van projectindicatoren zijn de bijdrage van een project aan de reductie van energieverbruik van installaties, het aantal vacatures vervuld door kandidaten van een uitkeringsinstantie en de mate waarin in een project rekening wordt gehouden met biodiversiteit. Uiteindelijk zijn uit deze stap elf projectindicatoren gekomen die gerelateerd zijn aan de negentien afdelingsindicatoren. Omdat de afdeling Beheer zich alleen met het beheer en onderhoud bezig houdt en niet met de inrichting van de openbare ruimte, is niet elke indicator van de afdeling op projectniveau toepasbaar. Zo zijn voor het thema Feeding, waar de afdeling hoogstens indirect aan bijdraagt, geen projectindicatoren gekozen.
den vergroot. De ervaringen zijn vastgelegd in een handleiding voor de gegevensverzameling.
Implementatie Om te zorgen dat het hele systeem van aanbesteding tot en met de afdelingsindicatoren ook gaat werken, zijn enkele formele stappen gezet. De indicatoren zijn door het management vastgesteld. Er zijn ambassadeurs benoemd, voor ieder van de werkgebieden (groen, water en civiel). Zij organiseren sessies voor projectmanagers, toezichthouders en andere collega’s om te zorgen dat de projectindicatoren breed worden gebruikt. Zij organiseren ook de gegevensverzameling waarbij wordt aangesloten bij het proces van het jaarwerkplan. Het gehele proces wordt overzien door de coördinator duurzaamheid. Om het bewustzijn van de mogelijke bijdragen van een project aan duurzaamheidsdoelen van de afdeling Beheer en de gemeente Almere te vergroten, ontwikkelde TNO een kaartspel. Hiermee kunnen in een discussie met een projectleider relevante doelen, indicatoren en aanbestedingscriteria worden gekozen.
Ambitie TNO heeft vervolgens een nulmeting uitgevoerd voor alle indicatoren op afdelingsniveau en heeft de projectindicatoren getest in de drie belangrijkste werkgebieden van de afdeling: groenbeheer, waterbeheer en civiel (wegen, straten en pleinen). Tenslotte zijn de projectindicatoren gekoppeld aan aanbestedingscriteria, zodat er vanaf het begin van een project aandacht is voor verduurzaming en de projectbijdrage kan wor-
Voor een gemeentelijke afdeling betekent werken met indicatoren ook je nek uitsteken. Zo is met de nulmeting naar buiten gebracht dat de afdeling tot nu toe slechts 1760 kWh/jr aan duurzame energie bijdraagt (acht zonnepanelen bij stoplichten). Het is een echte uitdaging om op deze, maar ook op vele van de andere indicatoren, in de komende jaren een verschil te maken. 07/2017 Stadswerk magazine 25
Vijf tips voor verbinding
Bankjes van lokaal gekapte bomen, papier van gemaaid bermgras, bestrating van oude stenen, afvalbakken van gerecycled plastic… Allemaal mooie voorbeelden van circulaire toepassingen gekoppeld aan de openbare ruimte. De uitdaging nu is om dit op te schalen en verder te brengen. Vereniging Stadswerk en NVRD ondersteunen u graag bij deze uitdaging.
V
oor zowel Vereniging Stadswerk als NVRD is circulaire economie een centraal thema dit jaar. Samen organiseren we een serie bijeenkomsten over wat de circulaire economie betekent voor de openbare ruimte en vice versa.
Systeemverandering is nodig, maar wacht er niet op!
Tegelijk is de praktijk weerbarstig. Bestaande structuren, belangen en ons economisch systeem zijn nog gebaseerd op een lineair model waarbij verdiend wordt aan het produceren van nieuwe producten. Om dit te doorbreken, en echt naar een circulaire economie te gaan, is een systeemverandering nodig. Dit klinkt heel groots - en dat is het ook wel - maar dat moet ons er niet van weerhouden gewoon te begin-
WEBSITES www.nvrd.nl/circulair www.stadswerk.nl
BRON: ADLANSINK.NL
Er blijkt al veel energie te zijn om hier een succes van te maken. Gemeenten en afvalinzamelaars zoeken naar mogelijkheden om van afval grondstoffen te maken en circulair als doelstelling binnen de organisatie een volwassen plaats te geven: kringlopen sluiten, grondstoffen in de keten houden, gezonde materialen gebruiken die geen schade toebrengen en stoppen met het creëren van afval. Dit met de principes van de Ladder van Lansink in het achterhoofd.
@ De ladder van Lansink
26 Stadswerk magazine 07/2017
FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
Circulaire economie en de openbare ruimte
TEKST ANNELOES VOORBERG, Stadswerk en NVRD
nen. En dat kan ook zeker! We geven u graag vijf tips om hiermee lokaal aan de slag te gaan. Deze tips zijn naar boven gekomen tijdens de bijeenkomsten en door het project ‘Wij maken werk van circulair’.
VIER UITGANGSPUNTEN Een circulair product… …is gemaakt van zoveel mogelijk gerecyclede materialen …is niet schadelijk of belastend voor mens, dier en milieu
Stel ambitieuze maar realistische doelen
…wordt gemaakt met hulp van hernieuwbare energiebronnen
Het begint met het formuleren van wat je wilt bereiken als gemeente of organisatie. Het is belangrijk dat in de organisatie de neuzen dezelfde kant op staan. We merken dat het vaak begint met één of een klein aantal enthousiastelingen. Het is zaak dat deze personen de rest van de organisatie meenemen. Ook helpt het als er concrete doelen worden gesteld, zoals 20 procent circulair inkopen bij werken in de openbare ruimte in 2020.
…behoudt ook na de gebruiksfase maximale waarde
WAT DOEN STADSWERK EN NVRD ROND CIRCULAIRE ECONOMIE? Regiobijeenkomsten Circulaire economie en de openbare ruimte: tijdens deze bijeenkomsten laten we zien wat er al mogelijk is op het gebied van de circulaire economie en de openbare ruimte, bespreken we wat hier-
Begin klein, maar begin wel!
voor nodig is en gaan we met elkaar in gesprek. Op 13 augustus vond een
Zoals gezegd vraagt de overgang naar een circulaire economie veel. Dit neemt niet weg dat we gewoon moeten beginnen. Anders komt de verandering nooit. Begin bijvoorbeeld met een project in de buitenruimte circulair aan te pakken. Of koop een product circulair in. Zie hiervoor ook tip 4.
bijeenkomst plaats in de gemeente Haarlemmermeer. Op de agenda staan nog 10/10 Rotterdam en 1/11 Leeuwarden. ‘Wij maken werk van circulair’: leden van de NVRD willen graag als
launching customer optreden van producten gemaakt van ingezameld huishoudelijk afval. Eerste producten die we samen circulair inkopen zijn minicontainers, werkkleding en afvalbakken. Gemeenten kunnen aanslui-
Betrek de markt Je kunt als gemeente nog zoveel willen, de markt moet wel mee en kunnen leveren. Hierbij geldt het kip-en-eiverhaal: je moet het eerst vragen, anders gaat de markt niet leveren, maar je moet ook weer niet iets vragen wat de markt echt niet kan bieden. Het vraagt dus om goede afstemming en samenwerking. De markt wil en kan veel, mits de verwachtingen reëel zijn en er op een passende manier wordt aanbesteed.
Kies producten bewust Het doel van circulair moet duurzaamheid zijn. Hierbij is CO2-belasting een belangrijke indicator. Het is dan ook goed om bewuste keuzes te maken en voor producten te kiezen met een grote impact. Zo is bekend dat textiel en beton zeer vervuilende producten zijn. Tegelijkertijd moet je bewust zijn van wat voor jouw organisatie haalbaar is en wat jouw ‘circle of influence’ is. Als het gaat om de openbare ruimte is het verduurzamen van beton dus een mooie kans! (zie bijvoorbeeld Netwerk Betonketen)
ten om kennis te delen en circulair in te kopen.
Doe het samen Ga het niet alleen doen! Door samen de markt te bevragen - zoals we met ‘Wij maken werk van circulair' doen - creëer je volume en dat is aantrekkelijk voor de markt. Daarnaast kun je van elkaar leren. Bijvoorbeeld via de leerpunten uit de Greendeal Circulair Inkopen of via platform www.circulairondernemen. nl. Het regionale niveau is erg belangrijk bij circulaire economie: je kunt een regionale grondstofanalyse maken en op basis daarvan met de gemeenten en bedrijven een strategie ontwikkelen. Samen kom je verder. Meer informatie? Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Anneloes Voorberg (anneloes.voorberg@stadswerk.nl) 07/2017 Stadswerk magazine 27
VAKBEURS EN LEZINGEN Over ontwerp, inrichting, onderhoud en beheer van openbare ruimte. Gratis toegang
www.openbareruimte.nl
ADVERTORIAL
Veertiende editie grootste vakbeurs voor openbare ruimte
O
p woensdag 27 en donderdag 28 september 2017 is de 14e editie van de Dag van de Openbare Ruimte. Naar verwachting zullen meer dan 6.000 bezoekers zich uitgebreid laten informeren over de allerlaatste trends en ontwikkelingen op het gebied van ontwerp, inrichting, onderhoud en beheer. Dit gebeurt door zo’n 600 exposanten. Aan de beurs is een uitgebreid inhoudelijk programma gekoppeld. De Dag van de Openbare Ruimte onderscheidt zich van andere vakbeurzen door het allesomvattende aanbod van producten en diensten. Van meubilair en verlichting tot bestrating en groen; op de beurs komen bezoekers in aanraking met alle facetten van de openbare ruimte. Denk hierbij aan ontwikkelingen en aanbod voor dagelijkse toepassingen, maar ook aan de nieuwste technologieën en trends rondom Smart Cities. Op de beursvloer komen bezoekers op unieke manieren kennis maken met de nieuwste toepassingen op het gebied van openbare ruimte. Zo hebben tien exposanten een bijzonder plein op de beursvloer ontwikkeld waarbij zij een lans willen breken voor vakmanschap en kwaliteit. Ook kunnen bezoekers een kijkje nemen bij de groene straat en het groene terras, waar duurzaamheid centraal staat.
Lezingen Naast de aanwezigheid van bedrijven en organisaties is er op de komende editie ook een uitgebreid lezingenprogramma in meerdere zalen. Deze lezingen geven een actueel beeld van de thema’s waar specialisten zich mee bezighouden. Zo delen
experts kennis over de stad van de toekomst en big data, maar worden ook onderwerpen als buitensport en de Japanse duizendknoop uitgebreid behandeld. Nieuw dit jaar zijn de twee podia waar themalezingen over klimaat, beheer, de slimme stad en de gezonde stad plaatsvinden. Ook verzorgt uitgever Acquire prikkelende talks en zijn er op de eerste verdieping praktijkgerichte lezingen.
Voor kenners en professionals in ontwerp en onderhoud De beurs richt zich op ambtenaren, landschapsarchitecten, ontwerpers, stedenbouwkundigen, planologen en andere professionals, maar óók op burgers die zich betrokken voelen bij de ontwikkeling van hun eigen leef- en werkomgeving. De beursvloer is bij uitstek de gelegenheid om, onder het genot van gratis koffie, thee en fris, kennis te delen over deze ontwikkelende markt. Openbare ruimte is booming. Dit blijkt uit de groei van de beurs door de jaren heen. Afgelopen editie zijn de bezoekersaantallen met 14% gestegen. Dit jaar worden er ruim 6.000 bezoekers verwacht. Op de beursvloer zijn producten en diensten binnen de sectoren: Groen, Licht, Bestrating, Ondergronds, Straatmeubilair, Spelen, Advies & Beheer, Landschapsarchitectuur & Ontwerp. Toegang tot de beursvloer en alle lezingen is gratis. Meer informatie op: www.openbareruimte.nl
Slim Beheer| Innovatiefestival Rotterdam
Beheren is vooruitzien J
eannette Kramer is projectleider voor het festival. 'Met dit festival willen we alle 3000 collega’s van Stadsbeheer bereiken. Laagdrempelig innovatie in alle organisatielagen bespreken. Omdat we een 24/7 uur draaiend bedrijf zijn, hebben we daarom een aantal programmaonderdelen zowel ’s ochtend als ’s middags geprogrammeerd. Zodat
'Ga niet van tevoren ontwerpen hoe jouw innovatie-uitwisseling eruit moet zien' 30 Stadswerk magazine 07/2017
iedereen kan deelnemen.' En laagdrempelig was het, deze 'Spartadag'. Uitnodigende pagodeachtige tentjes, theaterwagens, eten, drinken. Alles goed georganiseerd en gericht op kennisdeling met plezier. Dat ziet er gemakkelijk uit, maar komt niet vanzelf tot stand. De basis voor het festival werd gelegd door een idea challenge. Via een speciaal platform werden alle medewerkers van Stadsbeheer uitgedaagd om met een idee te komen voor slimmer stadsbeheer. Om de medewerkers in de uitvoering te betrekken en te inspireren, werden alle Stadsbeheer-vestigingen bezocht met een Amerikaanse schoolbus. Met deze ideeënbus maakten ze een tour langs innovatieve hotspots in Rotterdam.
BEELD: JEANNETTE KRAMER
Stadsbeheer Rotterdam organiseerde op 27 juni 2017 het Slim Beheer| Innovatiefestival. Daarvoor werd de buitenruimte bij Spartastadion Het Kasteel veranderd in een festivalterrein. Maar liefst 69 inspiratieactiviteiten stonden er op het programma. Hoe verbetert het ‘Internet of Things’ de stad? Wat is ‘sociaal organiseren’ en hoe doe je dat dan? "
TEKST MAARTEN LOEFFEN, Vereniging Stadswerk Nederland
De nieuwe waterstof aangedreven auto van Roteb Lease.
Zo ontstond tijdens de voorbereiding een prettig soort competitie. 'De beste ideeën werden verrijkt door collega’s van andere afdelingen en dat leverde mooie samenwerkingen op. We hebben met deze challenge een goed zicht gekregen op de innovatieve projecten, groot en klein, die op diverse plekken in de organisatie worden uitgevoerd. We weten wat we in huis hebben.' Op het festival zijn de beste ideeën uit de idea challenge gekozen en die worden ook daadwerkelijk uitgevoerd.
WHAT’S NEW? Het innovatiefestival presenteerde een mooie combinatie van het aanpakken in de bestaande praktijk met een oog op de toekomst gericht. Een greep uit de innovaties binnen Stadsbeheer Rotterdam:
• Assetmanagement. Rotterdam timmert al jaren stevig aan de weg als het gaat om assetmanagement. Tijdens het festival kwam het in volle breedte in beeld tot en met de plannen voor beeldende kunst en monumenten aan toe
Vormvrijheid groot goed Jeannette Kramer en haar collega’s Yvonne van Ham en Kim Hooning hadden een korte voorbereidingstijd. Ze kregen volledige vrijheid qua vorm maar ook een duidelijke opdracht: focus op verbinding en vernieuwing. De vormvrijheid koestert Jeanette als een groot goed. 'Daardoor werd het een inspirerend festival dat zeker een vervolg krijgt. Wanneer weten we nog niet en misschien ziet het er dan wel weer heel anders uit.'
• Burgerparticipatie: sociaal organiseren hoe doe je dat? Maar ook: hoe waardeert de burger afhandeling van reacties en klachten en wat kun je daarmee?
• Smart cities: wat betekent de ontwikkeling van de digitale stad voor de planontwikkeling en hoe gaat 'het 'Internet of Things' de stad verbeteren? Slimme verkeerslichten die het leven van de fietser veraangenamen en zo fietsen stimuleren. Maar ook watersensitiviteit: slim gekoppelde systemen die samen met de eigen buienradar wateroverlast voorkomen
• Roteb Lease stelde de nieuwe waterstof aangedreven auto (Toyota Jeanette heeft vanuit Rotterdam een belangrijke tip voor gemeenten die dit voorbeeld willen volgen. 'Ga niet van tevoren ontwerpen hoe jouw innovatie-uitwisseling eruit moet zien. Laat de vorm groeien tijdens de voorbereiding. En houd daarbij in gedachten: je kunt dingen honderd keer vertellen, maar het is veel leuker om het te laten zien en beleven. Innovatieve organisaties als Google vinden humor en plezier belangrijke kernwaarden. Waar ruimte is voor plezier voelen mensen sneller de ruimte voor creativiteit en het kunnen delen van hun ideeën. De festivalsetting past daar goed bij.'
Mirai) voor aan de Gemeente Rotterdam. Deze auto komt beschikbaar in de verhuur
• Plug and Play: een nieuw systeem van speelvoorzieningen waarbij de ondergrond zo is ingericht dat er kan worden gewisseld met apparaten. De opstelling van de speelelementen is dus verplaatsbaar
• Bufferband: een stoeprand die zo is gemaakt dat hij regenwater kan opvangen. Door middel van infiltratie wordt het water afgevoerd naar de ondergrond
• Parkeersensoren in wegdek: het monitoren of een parkeerplaats wel of niet bezet is, levert actuele informatie op over de beschikbare parkeercapaciteit
07/2017 Stadswerk magazine 31
INSPIRERENDE STRAATBEELDEN
Groenbestrating Een moderne mix van groen en verharding De brochure Groenbestrating biedt een compleet assortiment producten en oplossingen voor een duurzame leefomgeving waarbij groen, water en verharding op gepaste wijze zijn geïntegreerd. Groen maakt de openbare ruimte aantrekkelijk voor gebruikers, geeft een verkoelend effect en laat regenwater sneller infiltreren. De verharding zorgt er juist voor dat de openbare ruimte voor iedereen toegankelijk en bereikbaar blijft.
www.struykverwoinfra.nl
■
T 0800 - 555 55 54
KOM NAAR ONZE STAND VOOR EEN DEMONSTRATIE VAN ÉÉN VAN ONZE EXPERTS!
HET APPTIMIZE PLATFORM DE MEEST EFFICIËNTE INSPECTIETOOL Tientallen gemeentes en aannemers maken al tevreden gebruik van het Apptimize Platform, een gebruiksvriendelijke applicatie die werkt volgens de CROW systematiek. Gezamenlijk streven naar een optimale samenwerking, een hoge beeldkwaliteit en een betere leefomgeving.
Probeer het Apptimize Platform nu geheel vrijblijvend 30 dagen uit. Ga naar apptimizeplatform.nl/trial en vraag vandaag nog uw gratis proefversie aan.
Voor meer informatie: www.apptimizeplatform.nl
FOTOGRAFIE MARTIN VARSAVSKY
SPECIAL
ICT en Internet of Things De openbare ruimte is sinds de komst van slimme telefoons en andere mobiele apparatuur allang niet meer een exclusief analoge omgeving. Beheerders gebruiken informatie en communicatie technologie om stad en land in kaart te brengen, zoals u in het uitgebreide artikel over Greenpoint kunt lezen. Daar werkt men al jaren geduldig aan het polijsten van de eigen software. En zo kan het voorkomen dat varende drones worden ingezet om waterwegen in kaart te brengen, kostbare informatie voor het BOR-systeem van Greenpoint. Door het toenemende gebruik van het internet is ook strenger toezicht op en beveiliging van informatie(stromen) steeds belangrijker. Bij BlueMesa is men gespecialiseerd in cybersecurity en de tests die nodig zijn om systemen
optimaal beveiligd te houden, in deze special mochten zij dan ook niet ontbreken. Voor ondermeer het veilig opslaan van informatie in de cloud hebben verschillende gemeenten al bij specialist vBoxx aangeklopt. Dit omdat hun servers altijd op Nederlands grondgebied staan, een vereiste voor overheidsinstanties. En dat in de wereld van ICT veel kruisverbanden worden aangegaan is een ieder bekend. Die bundeling van krachten en kennis heeft al tot vele ijzersterke samenwerkingen geleid. Onmisbaar voor de steeds complexere digitale vraagstukken waar gemeenten mee te maken krijgen, dat heeft men bij InnoFra ook goed begrepen. Als KennisMakelaar staat het opdrachtgevers bij tijdens uitdagende vraagstukken.
7/2017  Stadswerk magazine 33
De wereld van
de organisatie die
kennis deelt en borgt
Beheer Openbare Ruimte Geborgd
BORG Methodiek: de oplossing voor een écht integrale en transparante bedrijfsvoering! De BORG methodiek helpt u bij het opzetten van een slimme en nieuwe vorm van uw bedrijfsvoering. BORG creëert samenhang tussen de diverse niveaus in de beheerketen: de verbinding tussen visie, beleid, uitvoering, monitoring en GEO fundament staat voorop in het denken en werken volgens de BORG methodiek. De BORG methodiek maakt onderdeel uit van het BORG concept, een totaalconcept inclusief tools zoals de Add-on BORG, dat wordt gekenmerkt door flexibiliteit, transparantie, maatwerk en toekomstgerichtheid. Alles ten behoeve van een slimme en doelgerichte bedrijfsvoering!
Wilt u meer weten? Kijk dan op www.innofra.nl of bel (071) 566 53 05 voor een vrijblijvende afspraak.
Interna�onale vakbeurs voor de boomkwekerij!
grootgroenplus.nl tel: +31 (0)76-5977 984 info@grootgroenplus.nl
avourite yf
nt! pla
Gra�s toegang? Registreer nu via de website
M
4 t/m 6 oktober 2017 Zundert
ADVERTORIAL
KennisMakelaar van InnoFra als verbindende schakel
V
raagstukken binnen gemeenten worden steeds complexer en vragen steeds vaker om een integrale maatwerkoplossing. Dat vergt een nieuwe manier van werken en vereist ook steeds vaker samenwerking tussen verschillende marktpartijen. Het gedachtegoed van InnoFra is kennisdeling en borging en brengt met het nieuwe concept KennisMakelaar kennisvraag en kennisaanbod bij elkaar. InnoFra helpt opdrachtgevers middels het BORG-concept (Beheer Openbare Ruimte Geborgd) de bedrijfsvoering transparant te krijgen. BORG creëert samenhang in de bedrijfsvoering tussen visie, beleid en uitvoering met draagvlak van alle betrokken partijen. Regelmatig komen op verschillende momenten in dit proces of na afronding van een fase vraagstukken naar voren die steeds vaker van één of meerdere partijen een (gezamenlijke) oplossing vragen. De KennisMakelaar van InnoFra heeft een goed netwerk richting verschillende disciplines, kan daarmee snel de juiste kennis vinden en is de verbindende schakel. Frans Gersen, directeur InnoFra: “Vanzelfsprekend gebeurt dit altijd in samenspraak en samenwerking met de opdrachtgever. We kijken vanuit de bedrijfsvoering: wat is
Frans Gersen, directeur van InnoFra
Peter de Visser, hoofd afdeling Stadsbeheer gemeente Zoetermeer
er nodig, op welk moment en wie kan erbij betrokken worden? Creatieve en integrale oplossingen creëren en uitwisseling van kennis en ervaring stimuleren. We borgen gezamenlijk de continuïteit van de bedrijfsvoering.” Peter de Visser, hoofd van de afdeling Stadsbeheer van de gemeente Zoetermeer, beaamt dat. Zoetermeer maakt, onder begeleiding van InnoFra, een doorontwikkelingstraject door van regie-organisatie naar netwerkorganisatie. De Visser: “Vanuit de afdeling komen meer complexe vraagstukken waarvoor niet altijd een standaardoplossing uit de la gehaald kan worden, maar waarvoor meerdere bedrijven of organisaties nodig zijn.” Met deze - voor de beheerwereld – nieuwe manier van werken ontwikkelt InnoFra zich door van een netwerkorganisatie gericht op kennisuitwisseling naar een ketenpartnerschap die door samenwerking concrete producten en dienstverlening levert. Die samenwerking beperkt zich overigens niet tot advies-, organisatie- en ingenieursbureaus. Ook brengt InnoFra gemeenten onderling met elkaar in contact die zo van elkaars kennis en netwerken profiteren. InnoFra vormt de spin in het web binnen deze samenwerkingsverbanden en brengt vraag en aanbod bij elkaar. De Visser: “Bij complexe vraagstukken dreigt de samenhang uit het oog verloren te worden. Dan heb je een intermediair nodig die het overzicht houdt en dat is InnoFra voor ons als KennisMakelaar.”
KennisMakelaar als spin in het web tussen opdrachtgever en marktpartijen
Meer info: www.innofra.nl
SPECIAL
Hoe digitaal kwetsbaar is uw organisatie?
U
laat periodiek uw CV-ketel controleren om er in de winter warm bij te zitten. U gaat tweemaal per jaar naar de tandarts om uw gebit gezond te houden. Laat ook regelmatig uw IT-infrastructuur controleren op kwetsbaarheden.
Wet- en regelgeving Kwetsbaarheden, beveiligingslekken, geslaagde ransomeware en hackaanvallen komen veelvuldig voor en halen het journaal. Het negatieve effect van deze calamiteiten uit zich in imagoschade, verontruste burgers en bestuurders, verlies van vertrouwen, en het mogelijk niet voldoen aan wet- en regelgeving. Uiteindelijk betaalt iedereen voor beveiliging. Vooraf of, bij opgelopen schade, achteraf de hoofdprijs…
Volgens de huidige wet- en regelgeving hebben organisaties de plicht om te zorgen voor een adequate digitale beveiliging. Volgens de Cyber Security Raad (CSR) doen organisaties echter te weinig aan digitale veiligheid. Mocht zich een incident voordoen, dan hebben zij de plicht de gevolgen ervan te beperken en verdere incidenten te voorkomen. De CSR heeft het Kabinet hierover geadviseerd en op haar website een handreiking gepubliceerd met een overzicht van de belangrijkste handvatten om deze plichten te vervullen.
Regelmatige controle Zelfs als een organisatie adequate maatregelen heeft genomen ter beveiliging van haar product of dienst, kan het voorkomen dat de ICT-toepassing op een later moment niet langer veilig is. Dit kan worden veroorzaakt door voortschrijdend inzicht of door de ontwikkeling van de techniek. Uw organisatie dient daarom regelmatig te controleren of de cybersecurity nog steeds in orde is. Het is raadzaam om dit te laten doen door een externe partij, dus niet uw interne ICT'er, en u te laten adviseren.
Herkenbare aanpak Uiteraard is het geen probleem om periodiek de beveiliging door een externe partij te laten valideren. Door het uitvoeren van een pentest (penetratietest) worden ICT-systemen gecontroleerd op kwetsbaarheden. Een pentest vindt met toestemming van de organisatie plaats en betekent dat een beveiligingsexpert probeert ‘binnen te komen in uw ICT-systemen’. Uiteindelijk worden de risico’s, kwetsbaarheden en verbeteringen in een rapport vastgelegd. Met dit rapport kan een organisatie aan de slag om alle verbeteringen door te
36 Stadswerk magazine 02/2017
voeren. Dit kan met eigen medewerkers, extern ingehuurde specialisten en de partij die de pentest heeft uitgevoerd. Door voortschrijdend inzicht en nieuwe technieken komen nieuwe risico's en kwetsbaarheden boven tafel die het wenselijk maken de pentest met regelmaat uit te voeren. Met als consequentie dat de organisatie in een continu proces van het doorvoeren van verbeteringen zit. Dit vraagt veel van mensen en middelen. Elke week, elke maand nieuwe lijsten met risico’s en kwetsbaarheden met als gevolg veel repeterend en ad hoc werk.
malig handmatig aanpassen van één uniek systeem. En soms het niet kunnen aanpassen van een ICT-component omdat dit bedrijfskritisch is en er eerst andere stappen moeten worden genomen.
De 'begin bij het begin' aanpak
Na deze vier stappen kan de pentest worden uitgevoerd. Wetende dat de organisatie zijn technische securitybeleid goed heeft ingeregeld, zijn de verrassingen minimaal. Minder tijdbesteding, snelle certificatie, weinig onrust, tegen lage financiële kosten, met als resultaat geen veiligheidscalamiteiten en een goed imago. Na een succesvolle geslaagde pentest gaat het geautomatiseerde proces onder fase één tot en met vier verder. Tot de volgende pentest.
Om verrassingen tijdens de officiële audit te minimaliseren, is BlueMesa groot voorstander van een aanpak die aan het begin van het security-proces begint. Dat betekent: niet periodiek een pentest uitvoeren, de gevolgen daarvan accepteren en het probleem oplossen, maar het proces van continue veiligheid en beheer inregelen. De resultaten van de pentest zijn dan uiteindelijk de beloning van een goed technisch georganiseerd securitybeleid.
De vierde fase is een scan met rapportage. Het grootste voordeel van fase één tot en met vier is dat veel is geautomatiseerd. Verder is veel op voorhand bekend en goed in te regelen. Bij een consequente aanpak wordt het rapport met de maand korter. En met minder risico’s van het niveau ‘high priority’.
Samenwerking in security De eerste fase is een inventarisatie van alle ICT-componenten. Voor elke organisatie is het altijd een verrassing hoeveel en welke ICT-componenten er aanwezig zijn én dus kwetsbaarheden kunnen bevatten en een risico vormen. Na het initieel inregelen van de inventarisatie, vindt deze hierna volautomatisch elk moment plaats. De tweede fase is het bepalen en prioriteren van het gewenste beveiligingsniveau van de ICT-componenten. De derde fase is het wegnemen van de kwetsbaarheden. Denk hierbij aan volautomatische updates tot het een-
Bovenstaande aanpak geeft een uitstekende inbedding van de eigen technische security-processen. Eén van de adviezen van de CSR is: uw organisatie maakt afspraken over cybersecurity met andere organisaties in de keten. Dit vraagt om experts uit het security-vak. Security is geen taak in een functieprofiel. Het is een specialistische functie in de IT. Ga dus vooral ook samenwerking aan met andere gemeentelijke organisaties, externe partijen en ketenpartners. Meer info: www.bluemesa.nl 07/2017 Stadswerk magazine 37
ADVERTORIAL
Greenpoint maakt van datadelen een feest
I
nformatiebeheer via het BOR-systeem van Greenpoint (dat tevens naar de naam Greenpoint luistert) kan natuurlijk al geruime tijd. Maar op het moment van schrijven wordt de laatste hand gelegd aan nieuwe software waardoor straks iedereen die in de openbare ruimte werkzaam is nog meer plezier kan beleven aan het systeem.
Nieuwe software, nieuwe info U heeft er zelf vaak genoeg mee te maken: updates zijn van alle tijden en alle systemen. Op het Wageningse
hoofdkantoor van Greenpoint vertelt oprichter Theo Borst dat hij verwacht dat de regelmatige updates van de aloude GBK’s als basiskaart in het derde kwartaal van dit jaar definitief verleden tijd zullen zijn. Er is door zijn team namelijk hard gewerkt aan software die het bestaande BOR-systeem van Greenpoint naadloos koppelt aan alle 'BGT-bijhouding-software' die thans op de markt is. Met onder andere GeoBORG, Crotec en Vicrea is het online uitwisselen van BGT-mutaties al succesvol getest. Uitwisseling van data als van de BGT is een centraal thema voor het ontwikkelteam van Greenpoint. Door de steeds verder toenemende digitalisering is de informatie die kan worden toegevoegd - en dus ook geraadpleegd - in Greenpoint steeds diverser. Er moet dan worden gedacht aan topografische, bodem- en beleidskaarten, maar ook aan infraroodfoto’s en een locatie zoeksysteem. Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van open data, die de overheid via een landelijke voorziening beschikbaar stelt.
Onmisbaar voor beheer in de openbare ruimte Software waarmee data kan worden gedeeld, is helemaal in de geest van deze tijd. Niet alleen op social
38 Stadswerk magazine 07/2017
media is dit gemeengoed, ook in de werkomgeving wordt het vanzelfsprekend. Gebruikers van Greenpoint, inmiddels al zo'n vijftig Nederlandse gemeenten, merken dat al. Steeds meer functionaliteiten zijn in het BOR-systeem van Greenpoint beschikbaar gekomen. Als praktijkvoorbeeld noemt Theo Borst de GlobeSpottersoftware van het bedrijf CycloMedia, één van de cloudkoppelingen in Greenpoint. Met deze service hebben abonnees toegang tot haarscherpe 360° straatfoto's van maximaal 1 jaar oud.
Blijven innoveren Continue innovatie is natuurlijk belangrijk voor Greenpoint, maar iets wat helemaal van levensbelang is voor hun service, is het feit dat het daadwerkelijk door de juiste doelgroep wordt gebruikt. De eerder genoemde GlobeSpotter-toepassing is een goed voorbeeld, want door de uitwisseling van informatie hebben gebruikers in Greenpoint nu de beschikking over goede, actuele beelden, terwijl CycloMedia er baat bij heeft dat haar product door de juiste mensen wordt gezien. Theo Borst ontmoet steeds vaker bedrijven en ondernemers die net als hij werkzaam zijn in de cloud en elkaar steeds meer opzoeken. Dus toen een jaar of twee geleden de BORsoftware echt goed draaide, ging Borst nog intensiever op zoek naar technologische innovaties en jonge bedrijven die iets aan Greenpoint konden toevoegen. Een extra functionaliteit toevoegen aan Greenpoint is namelijk vrij gemakkelijk, want in de cloud is (nog) ruimte genoeg. Zo ziet Borst op dit moment veel applicatiebouwers die mooie en interessante data genereren door het gebruik van sensoren en apps voor de smartphone.
en zijn team extra leuk en verrassend maakt. Het contact met aannemers en gemeenteambtenaren is dan ook onmisbaar voor het succes van Greenpoint. En dan gaat het niet alleen over positieve feedback, want het zijn vooral gebruikers die de juiste vragen durven stellen en kritiek leveren. Zo kreeg Borst een tijd geleden de vraag voorgelegd van een ondernemer of hij iets deed met watergangen. En dat was op dat moment nog nauwelijks het geval, maar een nieuw contact was gelegd. Het bedrijf Aquatic Drones houdt zich bezig met het ontwikkelen van een autonome, varende drone, die allerlei metingen verricht. De onderzoeksopzet is dat er niet alleen een bootje het water op gaat om data te verzamelen, maar dat men bij het bedrijf ook van tevoren heeft bedacht dat je alleen succes hebt in deze business als bekend is voor wie bepaalde data interessant zouden kunnen zijn. Een club jonge, technisch goed onderlegde onderzoekers met een interessant product. Een ideale partner om van gedachten mee te wisselen, volgens Borst. Want zijn filosofie luidt: 'Ga niet op je eigen ei zitten, sta open voor ideeën van andere partijen en wissel kennis ook zoveel mogelijk uit'. Greenpoint vaart al jaren wel bij deze werkwijze en daar hebben niet enkel gemeenteambtenaren in meer dan vijftig gemeenten die de software gebruiken plezier van. Ook de (onder)aannemers die voor hen werken én de partners van Greenpoint plukken hier dagelijks de vruchten van. Meer info: www.greenpoint.nl
Feedback van gemeenteambtenaren en aannemers Dat pionieren, slijpen aan een product en dienst tot het perfect functioneert, is iets wat het werk van Theo Borst 07/2017 Stadswerk magazine 39
SPECIAL TEKST PHILIP FOKKER, redacteur Stadswerk
FOTOGRAFIE NICHOLAS A. TONELLI
Opslag op eigen bodem
T
FOTOGRAFIE ANDI WEILAND
erwijl de wereld van internet en ICT zich in een razend tempo blijft ontwikkelen, proberen ondernemers en gemeenteambtenaren de laatste trends op de voet te volgen en te implementeren. Het opslaan van (gevoelige) informatie is zo'n ontwikkeling, van harde schijf naar de zogenaamde cloud.
Op eigen grondgebied Er zijn steeds meer bedrijven die opslag in de cloud aanbieden, zoals Dropbox, Amazon en natuurlijk Google. Veel van de servers, de uiteindelijke fysieke opslag van uw documenten, staan echter overal ter wereld en zijn dientengevolge onderhevig aan de wetgeving van het desbetreffende land. Om er zeker van te zijn dat de opgeslagen gegevens van Nederlandse overheidsinstanties veilig zijn én blijven, is het voor hen verplicht om alleen cloud-oplossingen te kiezen waarbij de uiteindelijke servers waar de opslag plaatsvindt op Nederlands grondgebied staan.
Het vBoxx alternatief
FOTOGRAFIE LEONARDO RIZZI
Het in Den Haag gevestigde vBoxx werkt op dit mo-
40 magazine 07/2017 40 Stadswerk Stadswerk magazine 07/2017
ment voor een aantal gemeenten – waarvan zij helaas geen namen mogen noemen – en voor andere instanties, zoals het Anne Frank Huis en het Scheepvaartmuseum. Hun expertise bestaat uit het adviseren, opzetten en onderhouden van hosted ICT-oplossingen. Maar de belangrijkste reden voor gemeenten om voor vBoxx te kiezen is de opslag in de cloud op Nederlandse bodem.
Overal en altijd toegang Volgens Stijn Terhorst van vBoxx is de nieuwste trend dat mensen steeds meer behoefte hebben aan mobiele toegang tot al hun informatie. Dat kan zijn op mobiele apparaten zoals de tablet en smartphone, maar ook via de desktopcomputer die niet op kantoor staat. Ook het realtime samenwerken aan documenten met verschillende collega's in de cloud is iets wat steeds meer gebeurt en een dienst die vBoxx op maat levert. Volgens Terhorst blijft veiligheid het belangrijkste voor een soepel en betrouwbaar werkend ICT-systeem. En uiteindelijk is die veiligheid het best te garanderen als informatie wordt opgeslagen op hardware dicht bij huis. Dat kan op servers die bijvoorbeeld in het gemeentehuis zelf draaien óf die in een data center op Nederlandse bodem staan. Zoals bij EvoSwitch, een data center dat in de buurt ligt van het internetknooppunt AMS-IX. Meer info: www.vboxx.nl
Optimaal gebruik van stadse vierkante meters met...
...de slimme Nophadrain Gebruiksdaksystemen voor: daken met sedum
tuinen /parken op daken
beloopbare daken
berijdbare daken
Dakpark Rotterdam
Vragen of advies? +31 (0)45 820 09 70 advies@nophadrain.nl www.nophadrain.nl/groendaken
Nophadrain BV | Mercuriusstraat 10 | 6468 ER Kerkrade
MEEST COMPLETE BOMENBOEK - NU ONLINE
Een boom die strooizout verdraagt en ook interessant is voor bijen? bomen voor daken - fau-
er bomenfilter - 1600 soorten en cv’s
toekomstbomen - kustgebied vdberk.nl - vdberk.nl -
standplaatseise - groei n
vdb
men
smalle straten - droog bomen in verharding - nabom- toeAlle kennis. Bijna alle bomen. Ook online
uitgebreide beschrijving vdberk.nl - vdberk.nl
enprojecten - 6000 foto’s bom en groene oplossingen stbomen - faunaome persoonlijk klembord
DONDERDONK 4 5492 VJ
S I N T- O E D E N R O D E ( N L )
T +31 (0)413 - 480480 INFO@VDBERK.NL W W W.V D B E R K . N L
De entree van park park Valkenberg in Breda.
Breda stuurt op kwaliteit, kosten en beleidsthema’s
Dashboard kapitaalgoederen Een gemeente wil graag goed zicht op de onderhoudsbehoefte in relatie tot de beschikbare middelen en dit ook helder kunnen communiceren. De gemeente Breda werkt met een zogeheten dashboard. Hoe ziet dat eruit en wat zijn de ervaringen?
Uitwerking van het dashboard met fictieve cijfers.
42 Stadswerk magazine 07/2017
TEKST PIETER TJABBES, Arcadis
D
e gemeente Breda was op zoek naar een praktisch en overzichtelijk hulpmiddel bij het in beeld brengen van de kwaliteit van haar kapitaalgoederen en het effect van keuzes in kwaliteit op de onderhoudskosten en beleidsthema’s. Deze vraag sloot naadloos aan bij assetmanagement, waarbij het gaat om de optimalisatie van de prestaties, de kosten en de risico’s van de kapitaalgoederen. Samen met de gemeente Breda heeft Arcadis een dashboard ontwikkeld dat daar invulling aan geeft.
Meten en inzichtelijk maken De behoefte aan meer inzicht in budgetten en kwaliteit bestond al in 2012 bij de Directie Beheer. Men begon met het opzetten van een dashboard voor de wegverharding, aangezien daar vanuit de gemeente Breda de behoefte het grootst voor was. Daarna zijn dashboards ontwikkeld voor de kapitaalgoederen groen (bomen), openbare verlichting, kunstwerken en water. Bij wegverharding was er sprake van een onderhoudsachterstand en een structureel te laag budget om de verharding op het gewenste kwaliteitsniveau te kunnen onderhouden. De kwaliteit van de verharding was de afgelopen jaren teruggelopen, met als gevolg dat het achterstallig onderhoud was toegenomen.
Aanpak De dashboards zijn gemaakt in een spreadsheet en maken gebruik van de gegevens die in de beheerplannen en beheersystemen van de gemeente Breda beschikbaar zijn. De dashboards hebben geen directe koppeling met de beheersystemen en kunnen hierdoor op zichzelf worden gebruikt. De gedachte is dat het dashboard de scenario’s en onderhoudskosten in hoofdlijnen doorrekent. De gemaakte keuzes worden vervolgens op detailniveau doorgerekend in de beheersystemen en uitgewerkt in de beheer- en beleidsplannen. Om het dashboard te ontwikkelen en in te richten zijn de volgende stappen doorlopen: • Inrichten van areaal en deelgebieden • Beschrijven en berekenen van kwaliteitsniveaus • Bepalen van onderhoudskosten met kengetallen • Vaststellen van beleidsthema’s
Tabel 1
VIJF KWALITEITSNIVEAUS Kwaliteitsniveau
Omschrijving
A+ Zeer hoog A Hoog B Basis C Laag D Zeer laag
Indicatie kwaliteit Nagenoeg ongeschonden Mooi en comfortabel Functioneel Onrustig beeld, discomfort of enige vorm van hinder Kapitaalvernietiging, uitlokking van vernieling, functieverlies, juridische aansprakelijkstelling of sociale onveiligheid
Inrichten van areaal en deelgebieden Het areaal is ingedeeld in gebieden met een min of meer gelijke kwaliteit van inrichting en mate van gebruik. Hierbij is rekening gehouden met bijzondere of afwijkende gebieden die specifiek in het dashboard naar voren moeten komen, zodat daar speciaal op gericht kan worden. Om het overzichtelijk te houden, is het echter van belang om het aantal deelgebieden te beperken. In deze stap is de hoeveelheid data vanuit de beheersystemen teruggebracht naar areaal per deelgebied. Bij wegverharding is hier onderscheid aangebracht in de verhardingstypen 'asfaltverharding' en 'elementenverharding'. Beschrijven en berekenen van kwaliteitsniveaus Aangezien de gemeente de wens had geuit om op een later moment ook de andere kapitaalgoederen in een dashboard weer te geven, is al snel besloten om de systematiek van de beeldkwaliteit toe te passen (CROW publicatie 323, Kwaliteitscatalogus openbare ruimte). Hierbij wordt voor de kwaliteitsniveaus een schaal van vijf gehanteerd, van A+ tot D (zie tabel 1). De huidige kwaliteit wordt op basis van de weginspectiecijfers vanuit het beheersysteem omgerekend naar één kwaliteitsniveau per deelgebied en verhardingstype. Bepalen van onderhoudskosten met kengetallen In deze stap zijn de onderhoudskosten voor het technisch en verzorgend onderhoud uitgewerkt. Tech07/2017 Stadswerk magazine 43
nisch onderhoud is gericht op het heel houden van de verharding, verzorgend onderhoud is gericht op het schoon en netjes houden. Er is één kengetal per kwaliteitsniveau en verhardingstype bepaald. Hiervoor worden de beheer- en beleidsplannen, de huidige begroting en de uitgaven van de afgelopen jaren gehanteerd. Vaststellen van beleidsthema’s Naast het inzicht in de kwaliteitsniveaus en de onderhoudskosten had de gemeente Breda ook de behoefte om het effect van de kwaliteitsniveaus op de beleidsthema’s inzichtelijk te maken. Het dashboard 'wegen' is weergegeven in tabel 2. In een aantal workshops is gezamenlijk met de gemeente Breda de relatie tussen deze beleidsthema’s, de deelgebieden, verhardingstypen en de kwaliteitsniveaus uitgewerkt.
Resultaat Met de uitkomst van de beschreven stappen is het dashboard door Arcadis ingericht. De gemeente Breda heeft inmiddels een aantal jaren ervaring met de dashboards. Het beleid voor het beheer en onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte van de Gemeente Breda is inmiddels bijgesteld. Er is extra geld beschikbaar gesteld voor een inhaalslag voor het op peil brengen en houden van de wegverharding. Bij het informeren en betrekken van de gemeenteraad en het college bij de keuzes die gemaakt moeten worden, hebben de dashboards inmiddels hun waarde bewezen. In relatie tot de beschikbare middelen zijn reële kwaliteitsniveaus voor onderhoud vastgesteld. Het uitgangspunt is hierbij dat de kapitaalgoederen vooral veilig, gebruiksvriendelijk en duurzaam moeten zijn. Dit is vastgelegd in het ‘Beleidskader kapitaalgoederen openbare ruimte’, waarbij is gekozen voor een ‘B-min niveau’ voor Civiel, Groen en Water. Huub Wirken, Elementmanager Civiel van de gemeente Breda, schetst de voordelen van het dashboards: 'De dashboards van onze kapitaalgoederen helpen ons om op een eenduidige en transparante
44 Stadswerk magazine 07/2017
Tabel 2
BELEIDSTHEMA'S VAN HET ONDERWERP 'WEGEN' Beleidsthema Omschrijving Functie Hieronder wordt de technische kwaliteit van de verharding verstaan. De technische kwaliteit heeft ook invloed op de doorstroming en bereikbaarheid. Veiligheid
Heeft betrekking op aansprakelijkheid en risico. De mate waarin ongevallen met letsel en/of materiele schade als gevolg van de toestand van de infrastructuur kunnen optreden.
Kapitaalvernietiging Geeft een indicatie van het verlies van kapitaal, omdat niet op het optimale moment onderhoud word uitgevoerd. Beeldkwaliteit
Hieronder wordt verstaan de beeldkwaliteit van de verharding op basis van CROW publicatie 323.
Comfort
De mate waarin de weggebruiker gemak ondervindt van de toestand van de infrastructuur.
Leefbaarheid
De mate waarin wordt voorkomen dat de infrastructuur geur- geluid-, licht-, en trillingshinder oplevert voor de omgeving.
manier te informeren. Met de dashboards kunnen we ons op hoofdlijnen richten, de kwaliteit monitoren en bij langer gebruik trends herkennen. De dashboards maken het eenvoudig en overzichtelijk om als beheerder snel de consequenties van voorgenomen strategische keuzes te overzien.'
Toepassingen De dashboards kunnen op meerdere manieren worden gebruikt. Denk hierbij aan workshops en bewonersavonden, maar ze kunnen ook worden gebruikt door beleidsmakers, beheerders en het management. Doordat de dashboards praktisch, toegankelijk en visueel zijn ingericht, zijn ze een uitstekend hulpmiddel: er kan gediscussieerd worden over de beeldkwaliteit en de beleving van de beleidsthema’s, zonder te verzanden in vakjargon en techniek. De aanpak van gemeente Breda is vernieuwend. Arcadis merkt dat op dit moment de vraag naar dashboards breder in de markt aan de orde is. Assetmanagers hebben de behoefte om niet alleen op kosten en kwaliteit te sturen, maar ook op de beleidsthema’s en bedrijfswaarden van de gemeente.
S De tan op D d 3 en ag 5. ba va 00 re n ru de im te
ADVERTORIAL
Het belang van duurzame en waterbufferende boomgroeiplaatsen in de openbare ruimte
W
ist je dat bomen een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van onze leefomgeving, gezondheid en welzijn? Denk hierbij o.a. aan het opvangen van neerslagpieken, het verbeteren van de luchtkwaliteit, afvangen van fijnstof en CO2 uit de lucht en het voorkomen van hittestress. Bomen zorgen voor meer welbevinden van de inwoners en bezoekers van de stad.
Voldoende waterbergend vermogen van boomgroeiplaatsen zorgen bij extreme hoeveelheden neerslag voor minder wateroverlast.
Door de steeds sterker verstedelijkte samenleving en klimaatsverandering is het van groot belang om de natuur te behouden in de stad en bomen alle ruimte te geven om goed te kunnen groeien, zonder dat dit ten nadele gaat van de hoge eisen die
worden gesteld aan de inrichting van de openbare ruimte. De oplossing begint bij de aanleg van een duurzame en waterbufferende boomgroeiplaats.
Handboek Boomgroeiplaatsen Om meer stedelijke groenvoorzieningen en duurzame en waterbufferende boomgroeiplaatsen te kunnen realiseren is het Handboek Boomgroeiplaatsen door BSI Bomenservice op de markt gebracht. Het Handboek is gemaakt met informatie uit verschillende bronnen. Onderwerpen die in dit Handboek aan bod komen, zijn onder andere keuzeschema’s, uitvoeringsschema’s, groeiplaatsverbeteringen, groeiplaatsconstructies, aanvullende groeiplaatsvoorzieningen en groeiplaatsbemesting.
Dit Handboek Boomgroeiplaatsen is digitaal te downloaden op www.bsi-bomenservice.nl en verkrijgbaar tijdens de Dag van de Openbare Ruimte op 27 en 28 september 2017 op stand 3.5.00.
www.denoudegroep.nl
Vereniging Stadswerk Nederland Vereniging Stadswerk Nederland zo luidt sinds 1992 de volledige naam van Stadswerk. Daarin ligt ook een ambitie verscholen: in heel Nederland professionals op het gebied van de fysieke leefomgeving met elkaar verbinden. Gemeentelijke professionals maar ook die van andere overheden, ingenieursbureaus en bedrijven. Directeur Maarten Loeffen schetst de ambities.
Professionals verbinden in heel Nederland, lukt dat ? Op dit moment is circa 50 procent van de Nederlandse gemeenten lid van Stadswerk. Dat is natuurlijk prachtig maar de ambitie is om door te groeien naar een dekkingsgraad van 70 procent. En we zien de eerste tekenen van voorzichtige groei. In 2016 werden Rot-
WADDINXVEEN EN STADSWERK
terdam, Den Haag en Krimpen aan den IJssel opnieuw lid en begin 2017 tekenden ook Buren en Waddinxveen in. Iedere organisatie heeft zo zijn eigen motieven om deel te nemen in Stadswerk maar centraal staat kennisdelen: leren van elkaars praktijkervaringen. Dicht bij huis in een door de regio georganiseerde bijeenkomst of juist verder weg tijdens een landelijk the-
BUREN EN STADSWERK
Marika Kerstens: ´Het lidmaatschap past bij de organisatie die is gericht op netwerken, samenwerken, verbinden en uitwisseling en inzet van kennis.´ www.waddinxveen.nl
Irma van Riel: 'Gemeente Buren is lid geworden omdat het zoeken en delen van kennis in het DNA van de gemeente zit. Stadswerk geeft ons de benodigde kennis die we inzetten voor een duurzame en vitale leefomgeving.' Het park en speeleiland Triangel in Waddinxveen.
46 Stadswerk magazine 07/2017
www.buren.nl
TEKST MICHIEL G.J. SMIT, Redactie Stadswerk magazine
mabijeenkomst, een buitenlandse studiereis of door deelname aan bijeenkomst met buitenlandse gasten.
Wat onderneemt Stadswerk om het ledenaantal te laten groeien? Nieuwe leden komen niet vanzelf aanwaaien. Daar moet wat voor worden gedaan. Dat begint met heel goed luisteren waar de leden behoefte aan hebben. Welke onderwerpen moeten we aanpakken en hoe kunnen we vervolgens de leden van dienst zijn? Met publicaties in ons blad en het organiseren van bijeenkomsten, groot en klein. Sinds dit jaar hebben we met de start van de Regio Zuidwest weer actieve afdelingen in alle delen van het land. Zes actieve regiobesturen die bedenken welke onderwerpen voor hen relevant zijn en die zich inzetten voor het betrekken van gemeenten en organisaties in hun omgeving. Actieve regio’s dragen enorm bij aan het vergroten van het bereik van vereniging. Dit aanstekelijk regionaal enthousiasme levert zeker een toename in ledenaantallen op.
Alleen maar gemeenten? De kern van de vereniging ligt - ook gezien de oorsprong - bij gemeenten. Die kern maakt ons interessant voor andere organisaties, bijvoorbeeld ingenieursbureaus als Witteveen+Bos. Maar daarnaast zien we dat door de (organisatorische) veranderingen in inrichting en beheer van de openbare ruimte ook andere organisaties door hun (nieuwe) taken interesse hebben in het Stadswerk-lidmaatschap. Zo is in 2017 Dar Nijmegen,
organisatie voor afval, reiniging en beheer openbare ruimte lid geworden van Stadswerk. Tegelijkertijd zien we dat we bij inrichting en beheer van de openbare ruimte steeds meer te maken krijgen met opgaven in aanpalende domeinen. Denk aan circulaire economie, klimaat (adaptieve)opgaven, participatie en ga zo maar door. Met het oog op die ontwikkelingen zijn we als vereniging dan ook zeer gespitst op samenwerking met organisaties en verenigingen uit die sectoren. Door 'ruil-lidmaatschappen' aan te gaan, zorgen we voor verbinding.
Waarom wil Stadswerk groeien? Onze groeiambities hebben geen economisch motief maar zijn gericht op versterking van ons netwerk. Door ons netwerk te vergroten krijgt het nog meer waarde voor de aangesloten leden. Zeer recent is de gemeente Dordrecht toegetreden en worden verkennende gesprekken gevoerd met Tilburg en Haarlem. En daarbij gaat het ons niet om de handtekening maar om het realiseren van actieve betrokkenheid zodat er ook kan worden geleerd uit de praktijk van deze gemeenten. We zijn en blijven een vereniging die bloeit (en groeit) doordat de leden halen én brengen. Op www.stadswerk.nl/Lidmaatschap/Wie is er lid zijn onze leden terug te vinden. Wilt u ook halen en brengen binnen Vereniging Stadswerk Nederland? Neem dan contact met ons op via info@stadswerk.nl. We komen graag eens met u praten.
DAR EN STADSWERK
WITTEVEEN+BOS EN STADSWERK
Bart de Bruin: 'Dar treedt graag toe tot Vereniging Stads-
Richard Pater: 'Witteveen+Bos is lid van Stadswerk omdat
werk Nederland omdat we samen meer willen maken van de
wij geloven in kennis delen; samen werken we aan een
ruimte waarin we leven. Dit doen we op een slimme manier
duurzame ontwikkeling en efficiënt beheer van onze open-
die goed is voor de mensen, het milieu en de economie.
bare ruimte!'
Alleen gezamenlijk met
www.witteveenbos.nl
onze gemeenten en inwoners en andere organisaties kunnen we deze doelen bereiken. Samen werken we aan een frisse omgeving zonder afval.' www.dar.nl
Witteveen+Bos werkte mee aan het ontwerp van het plein en de ondergrondse parkeergarage van het Jaarbeursplein in Utrecht (samen met ZJA en OKRA).
07/2017 Stadswerk magazine 47
BRON: PROJECTBUREAU A2 MAASTRICHT
Stadswerk-zomerexcursie naar Maastricht
Artist impression van de toekomstige Groene Loper.
De Groene Loper: een gouden kans Het is al een traditie aan het worden: de Stadswerk zomerexcursie, die dit jaar op 9 augustus plaatsvond. Thuisblijvers konden poolshoogte nemen op een stuk Groene Loper, bovenop de A2-tunnel in Maastricht.
S
inds december 2016 is de A2-tunnel door Maastricht, officieel de Koning Willem-Alexandertunnel geheten, geopend voor verkeer. Hier is een lange periode van plannenmakerij aan vooraf gegaan en nu is het realiteit. De tunnel is in twee
lagen gemaakt, wat op maar twee andere plekken in Europa voorkomt. De bovenste laag is 1,9 kilometer lang en is voor plaatselijk verkeer bestemd. De onderste laag is 2,1 kilometer en is voor doorgaand verkeer bestemd op de route Eindhoven-Luik. De gemiddelde reistijdwinst voor doorgaand verkeer is ruim veertig minuten.
Nog lang niet klaar WEBSITES www.a2maastricht.nl www.avenue2.nl
@
48  Stadswerk magazine 07/2017
Maar het A2-project is nog lang niet klaar. Bovenop de tunnel, waar voorheen de N2 dwars door de stadswijken liep, is nu een groot stuk grond vrijgekomen. Een gouden kans om wijken met elkaar te verbinden
FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
TEKST MICHIEL G.J. SMIT, Redactie Stadswerk magazine
De Groene Loper, augustus 2017.
Kaart van de Groene Loper.
Gestileerde dwarsdoorsnede van de Koning Willem-Alexandertunnel.
BRON: PROJECTBUREAU A2 MAASTRICHT
én van deze strook braakliggend terrein wat moois te maken: de Groene Loper. De verbindende werking is nu al merkbaar. Zo praten (basis)scholen langs de Groene Loper met elkaar over nadere samenwerking. Diverse gebouwen krijgen een andere positie nu ze niet meer met hun rug naar de weg toestaan. Ze krijgen plotseling zicht op een allee met een strook van 6 meter breed voor voetgangers en fietsers, met aan weerszijden lindenbomen en rijbanen voor plaatselijk verkeer. Die andere positie geldt bijvoorbeeld voor de zogeheten Gemeenteflat uit de wederopbouwperiode, een rijksmonument dat grondig wordt gerenoveerd. Aan de andere kant van het gebouw zijn recent de nieuwe winkels van Albert Heijn, Etos en Gall&Gall geopend. De sloop van het oude gebouw is nog in volle gang. Daarna wordt er een nieuwe parkeerplaats gerealiseerd.
Als gevolg van de tunnelbouw werden ongeveer 500 woningen gesloopt. Daar komen er, nadat volgend voorjaar de Groene Loper is voltooid, stapsgewijs 900 voor terug in allerlei typen en prijsklassen. Onder meer chique woningen op een kleine verhoging naar het voorbeeld van de woningen op de statige Hertogsingel. Het bouwprogramma mag maximaal tien jaar in beslag nemen, maar met het oog op de snel verbeterende marktomstandigheden hoopt men dit te verkorten tot zeven jaar. Deze termijn kan weer bijgesteld worden als de situatie daarom vraagt.
BRON: PROJECTBUREAU A2 MAASTRICHT
Allerlei woningen
Chique woningen op een kleine verhoging naar het voorbeeld van de woningen op de statige Hertogsingel.
07/2017 Stadswerk magazine 49
Bikepark
FOTO'S: MICHIEL G.J. SMIT
Het grondig gerenoveerde rijksmonument Gemeenteflat; in de buurt volop bouw- en sloopwerkzaamheden.
50 Stadswerk magazine 07/2017
Green043 Bikepark op de tijdelijke locatie ter hoogte van het Maartenscollege.
FOTO: FRED BERGHMANS
Sinds 2015 is ter hoogte van het Maartenscollege op het braakliggend terrein langs de voormalige N2 het Green043 Bikepark gevestigd voor crossfietsers. In principe tot eind 2019, maar als het aanslaat en bij de andere plannen past, kan het ook permanent worden op een andere locatie. Verder worden in de plannen allerlei andere doelstellingen meegenomen, zoals duurzaamheid in de breedste zin van het woord. Social Return bij het groenbeheer zit nog in de onderzoeksfase. De Groene Loper is kortom een mooie, vette kluif waar Maastricht nog jarenlang op kan kauwen en die een interessant groen milieu toevoegt, vlakbij het station, en iets verder de Maas en het oude centrum. Een andere barrière vormt het spoor dat in de buurt van het station verrassend weinig passages kent. In een planstudie wordt onderzocht op welke locatie(s) op of onder het spoor verkeersverbindingen gemaakt kunnen worden voor voetgangers en fietsers. Een interessante opgave die de stad weer een stukje 'heler' en veelzijdiger kan maken.
Plantenbak gemaakt van damwanden van de voormalige bouwput.
Gedenksteen: 'Mag deze steen symbool staan voor de uitdagingen die de tunnelgravers zijn tegen gekomen bij het ontgraven van de A2-Tunnel. Tevens een blijvende blijk van dank aan Sint Barbara dat, op haar voorspraak, de mannen deze tunnel veilig hebben kunnen graven. Aangeboden door Avenue2 aan Pastoor Mattie Jeukens ter gelegenheid van de laatste ontgraving. 16 mei 2014.'
Advies voor groener leven
Bezoek ons tijdens de Dag van de Openbare Ruimte (stand 2.2.28) en ontmoet de groene expert aan tafel
www.btladvies.nl
Tel: 0578 - 615940 info@groen-uitzendburo.nl
Stadswerk-90mmx120mm-180817.indd 1
14-08-17 13:30
Personeel met groene vingers nodig? Of zoek je een groene baan?
Bel ons nu!
Groen Uitzendburo, dat werkt! WWW.GROEN-UITZENDBURO.NL
Hier is geen kruid tegen gewassen!
Nesbo UK 125 onkruidborstel
Nesbo GF 350 onkruidbrander
Meer weten? Kijk op mechancultuurtechniek.nl
Distributeur voor Nederland
Nesbo is een merk van
VAKMANSCHAP VOOR IEDERE GROENPROFESSIONAL
+31(0)318 525 888 | www.onkruidkoken.nl | info@empas.nl
V olg ons
COLUMN
TEKST GERT-JAN HOSPERS, Universiteit Twente & Radboud Universiteit
Wagen, hol mal den Harry! Vlakbij het Olympiapark in München ligt het BMW Museum. Op het platte dak van het markante gebouw - in de volksmond treffend ‘slakom’ genoemd - prijkt het zwart-wit-blauwe logo van de Bayerische Motoren Werke. In het BMW Museum is het een drukte van belang. Autoliefhebbers, Duitse gezinnen en Chinese toeristen vergapen zich aan de geschiedenis van het illustere Duitse merk. De meeste van de 125 tentoongestelde auto’s en motoren vormen een feest der herkenning. Zo staan er verschillende generaties van de 3-, 5- en 7-serie, maar ook speciale modellen uit de autosport, reclames en tv-programma’s. De meeste BMW’s waar ik in het museum langsloop ken ik uit Derrick, de legendarische krimiserie die jarenlang op de buis was. Als hoofdinspecteur bij de Münchner Kriminalpolizei reed Stephan Derrick steevast een BMW, meestal uit de 5-serie. En al komt de zin ‘Harry, hol schon mal den Wagen’ als zodanig in geen enkele aflevering voor, Derricks assistent Harry Klein kwam regelmatig in een BMW voorrijden. Tegenover het BMW Museum staat de futuristische BMW Welt, een showroom en belevingscentrum van de autofabrikant. Ook hier is het druk - het is de best bezochte attractie van Beieren. Het gaat goed met BMW, dat zie je zo. De onderneming kijkt vol vertrouwen naar de toekomst. Vorig jaar, toen de autobouwer zijn honderdjarig jubileum vierde, kwam de ontwerpafdeling zelfs met een studiemodel van de auto van morgen, de Vision Next 100. Over twintig à dertig jaar, zo verwachten de designers, hebben BMW-rijders de keus: zich laten rijden of zelf sturen. Als ze kiezen voor autonoom vervoer, zorgt een lichtbol op de voorruit voor interactie met andere weggebruikers. Licht de bol bijvoorbeeld groen op, dan is dat een signaal voor voetgangers dat ze veilig kunnen oversteken. Maar binnen een handomdraai krijgt de bestuurder de controle over de auto terug. Het interieur verandert mee: er komt een stuur
uit het dashboard, de voorruit wordt transparant en op het glas ervan verschijnt in 3D nuttige rij-informatie. Er zitten nog veel meer snufjes in de BMW Vision Next 100, zoals deuren die vanzelf opengaan, technologie die de bestuurder op gevaren op de weg wijst en weerspiegelende ruiten die het energieverbruik met 30 procent omlaag brengen. En als je bent uitgestapt, rijdt de auto zichzelf weg om een parkeerplaats te zoeken. Of het voertuig rijdt op benzine, stroom of een andere energiebron, dat laat BMW in het midden.
‘Als je je als ontwerper iets kunt voorstellen, dan is er een grote kans dat het ooit ook realiteit wordt’ Hoe realistisch is deze visie op de toekomst van het autorijden? BMW’s designdirecteur Adrian van Hooydonk (inderdaad, een Nederlander) zegt daarover: ‘Als je je als ontwerper iets kunt voorstellen, dan is er een grote kans dat het ooit ook realiteit wordt’. Dat klinkt veelbelovend. Onwillekeurig vraag ik me in de BMW Welt af hoe cultfiguren Stephan Derrick en Harry Klein de toekomstauto zouden hebben gebruikt in hun pogingen misdaad te bestrijden. Ik denk dat ze het autorijden te leuk vonden om over te stappen op autonoom vervoer. Hoewel: de zelfrijdende BMW zou Harry natuurlijk een hoop tijd hebben bespaard - de auto halen en voorrijden zou niet meer nodig zijn. Want Stephan Derrick had de zelfrijdende wagen simpelweg met zijn smartphone kunnen oproepen, eventueel met Harry erin. En wie weet had hij dan eens gezegd: ‘Wagen, hol schon mal den Harry!'’
07/2017 Stadswerk magazine 53
FOTO: BVBEELD/STICHTING RIONED
Inzicht in financiële schade van een wolkbreuk boven Amsterdam
Wat kost een wolkbreuk? Hoeveel schade veroorzaakt een wolkbreuk? Voor Amsterdam is een rekenmethodiek ontwikkeld die een zo goed mogelijke eerste schatting geeft van de stadsbrede schade door een wolkbreuk. Dit geeft inzicht in de gevolgen van niets doen en dus argumenten voor actie.
W
ateroverlast in de stad als gevolg van een wolkbreuk zal steeds vaker voorkomen. Water in de woningen en bedrijven is niet alleen heel vervelend, maar mogelijk ook kostbaar. Het is echter lastig om aan te geven hoeveel schade een wolkbreuk voor een hele stad geeft. Toch heeft men juist hierin inzicht nodig om gericht acties op het voorkomen van wateroverlast te onderbouwen en te nemen. De eerste vraag is altijd 'Hoe erg is het als we niets doen?' Om deze vraag te beantwoorden heeft Tauw voor Amsterdam Rainproof, een initiatief van Waternet, een nieuwe methodiek opgezet die inzicht geeft in de omvang van de stadsbrede schade door een typische wolkbreuk. De Wolkbreukschadeschatter maakt slim gebruik van beschikbare geografische informatie en resultaten uit hoge resolutie overstromingsmodellen en houdt rekening met aanwezigheid van drempels en souterrains. Het model is eenvoudig
WEBSITES www.rainproof.nl www.tauw.nl
@
54 Stadswerk magazine 07/2017
toe te passen en kan bestuurders en stakeholders helpen bij de afweging tussen acceptatie van wateroverlastschade en investeren in adaptatiemaatregelen.
Kwalitatief en kwantitatief De Wolkbreukschadeschatter geeft enerzijds een kwalitatieve beschrijving van de directe, indirecte en maatschappelijke schadeposten, en anderzijds een schadebedrag voor kwantificeerbare waterschade voor de hele stad en per wijk. Voor Amsterdam resulteerde de methodiek in een bandbreedte van 10 tot 500 miljoen euro voor een gesimuleerde stadsbrede wolkbreuk van 60 millimeter neerslag in één uur tijd. De meest waarschijnlijke waarde is bij de gemeente bekend. De totale schadekosten van een wolkbreuk zijn naar verwachting nog hoger door niet-kwantificeerbare schades zoals de gevolgen van het stroomuitval door kortsluiting in een nutskast of maatschappelijke imagoschade. Figuur 1 geeft inzicht in de gemiddelde schade per wijk. De schadeschatter berekent de schade in eerste instantie per object in de stad. Dit geeft inzicht in waar
TEKST JEROEN KLUCK EN LEN GEISLER, Tauw
De bandbreedte van het kwantitatieve schadebedrag is groot wateroverlast grote schade kan opleveren. Maar vervolgens zijn de resultaten vooral bedoeld voor een overzicht per wijk of stad. Specifieke objecten kunnen namelijk een extreem hogere schade hebben door allerlei onvoorziene gevolgen (denk aan het onderlopen van een net geïnstalleerde computervloer).
Water tegen panden en nutskasten Voor de schatting van de schade gaat de Wolkbreukschadeschatter uit van berekeningen van waterstanden als gevolg van extreme regen. Zo’n simulatie van water op straat laat zien waar water tegen de gevels van panden en nutskasten komt te staan. In GIS hebben we bepaald welk deel van de gevel ‘nat’ is en hoe hoog het water tegen de gevel staat. Dit in combinatie met pandkenmerken, zoals het aantal openingen (deuren, lage ramen en souterrains), de gebruiksfunctie, het bouwjaar en andere fysieke eigenschappen. Dit geeft ons inzicht in de kans dat het water via de gevel zal binnenstromen en hoe ver dit water in het pand kan komen. Daarbij hebben we bijvoorbeeld gebruik gemaakt van kenmerken als bouwjaar en functie van panden om de kans op aanwezigheid van souterrains en deurdrempels in te schatten.
en voor hoe ver het water het pand binnenstroomt. Tegen onze verwachtingen in hebben de aannames over drempelhoogte en aanwezigheid van souterrains minder invloed op het schadebedrag. Bij meer ervaring met wolkbreuken in stedelijk gebied zullen de aannames verfijnd worden en zal de bandbreedte kleiner worden.
Ook elders Amsterdam Rainproof gebruikt de schadeschatting in zijn economische onderbouwing van het nut van meekoppelen van regenbestendige maatregelen bij alle fysieke werkzaamheden in de stad. De Wolkbreukschadeschatter kan eenvoudig toegepast worden op en specifiek gemaakt worden voor andere bebouwde gebieden. De basisdata zijn bij elke gemeente voorhanden. Er is verder alleen een analyse van water op straat bij een wolkbreuk nodig. Indien de simulaties voor handen zijn, geeft het model snel inzicht in de schade bij allerlei verschillende wolkbreuken, bijvoorbeeld 60 en 90 millimeter in één uur. Dit alles helpt bestuurders en stakeholders een bewuste keuzes te maken voor het anticiperen op extreme neerslag.
Omdat dit de eerste keer was dat we op deze manier de schade voor een hele stad hebben bepaald, hebben we onderzocht welke aannames in het model de grootste invloed hebben op het uiteindelijke schadebedrag. De bandbreedte van het kwantitatieve schadebedrag is groot. Dit hangt onder andere samen met het ontbreken van literatuur met geschikte parameters voor een typische wolkbreuk in een stad als Amsterdam. Aannames over eigenschappen hebben we daarom gebaseerd op informatie van experts en ervaringscijfers van verzekeringsclaims. Het model is het gevoeligst voor de financiële schade per vierkante meter ondergelopen gebouwoppervlak
Figuur 1 Gemiddelde schade in euro's per vierkante meter van het pandoppervlak voor verschillende buurttypologieën in Amsterdam.
07/2017 Stadswerk magazine 55
TEKST JAN WIJN, HHNK EN RIA LÖSCHNER, Nelen & Schuurmans
HHNK Klimaatatlas: inzicht én oplossingen Weerextremen worden steeds normaler. Gemeenten zetten daarom klimaatadaptatie hoog op de ruimtelijke agenda. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) ondersteunt de gemeenten in haar gebied met het uitbrengen van een klimaatatlas.
O
Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) heeft begin vorig jaar een online Klimaatatlas ingericht met klimaateffectkaarten voor wateroverlast, droogte en hitte. Zij stelde deze atlas beschikbaar aan al haar gemeenten om het opstellen van klimaatstrategieën te ondersteunen. Vooral het detailniveau van deze kaarten leverde tijdens Klimaatsessies met de samenwerkingsregio’s grote bewustwording op, en ideeën voor oplossingen. Denk aan het inzicht vanuit detailkaarten met kwetsbare panden voor wateroverlast, of de begaanbaarheid van wegen bij hevige neerslag (zei figuur 1).
Doorvertaling naar oplossingen Maar daarnaast gaat HHNK met de Klimaatatlas verder in het proces richting oplossingen. Uiteindelijk is het doel om samen met alle betrokken partijen een plan te maken voor een klimaatbestendige omgeving. In klimaatateliers met de verschillende stakeholders (onder andere gemeenten, waterschap, drinkwaterbedrijven, woningcorporaties, bedrijven en burgers) worden knelpunten en kansen ge-
WEBSITES hhnk.klimaatatlas.net www.nelen-schuurmans.nl
@
56 Stadswerk magazine 07/2017
BRON: HHNK KLIMAATATLAS
p Prinsjesdag wordt het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie gepresenteerd. Het streven is dat in 2019 alle gemeenten en waterschappen samen een klimaatstresstest hebben uitgevoerd, onder toeziend oog van de Deltacommissaris. Maar hoe zet je concrete stappen?
Figuur1 Kaart met begaanbaarheid wegen, als doorvertaling van de wateroverlastkaart (bui van 60 mm in een uur).
prioriteerd vanuit afwegingskaders, die per partner verschillen. Hieruit volgen oplossingsrichtingen, die in de Klimaatatlas kunnen worden gevisualiseerd. Oplossingsrichtingen moeten draagvlak vinden bij de stakeholders, zodat verantwoordelijkheden in uitvoering worden verdeeld. Dit resulteert in een plan en maatregelen die op regionaal en lokaal niveau worden uitgevoerd. De Klimaatatlas vormt een handige online tool in het laagdrempelig delen van informatie tijdens dit gehele proces.
Naar een klimaatrobuust Noord-Holland Klimaateffecten overstijgen zowel fysieke als bestuurlijke grenzen. Daarom ligt het voor de hand om integraal te zoeken naar oplossingen. De nieuwe Omgevingswet sluit volledig aan bij dit principe. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier werkt in dit kader aan een ruimtelijke watervisie voor haar stroomgebied, om eigen speerpunten voor ruimtelijke inrichting scherp te krijgen. Dit traject wordt samen met betrokken gemeenten opgepakt. Met als doel samen te werken aan een klimaatrobuust Noord-Holland.
S de tand op D en ag 2.1 ba va .17 re n ru de im te
ADVERTORIAL
Beheer als kracht voor beleving en participatie ' Het beheer van de openbare ruimte kan in de toekomst niet meer zonder co-productie,” zeggen Oscar Mulder en Charlotte van der Hulst van adviesbureau Buitengewoon. “ Een efficiënte en kostenbewuste uitvoering van onderhoud is vooral uitvoeren wat de burgers en bezoekers belangrijk vinden.”
H
et beheer van de openbare ruimte doe je niet meer alleen als overheid. Samen zijn we verantwoordelijk voor de inzet van het gemeenschapsgeld dat hiervoor gereserveerd is. Zo ontstaat er een nieuwe balans, waarbij we overgaan van het beheer van de openbare ruimte naar beheer van onze publieke ruimte.
Burgertevredenheid “Beheer is het nieuwe ontwerpen en is de stuwende kracht voor beleving en (bewoners)participatie, “ leggen Oscar Mulder en Charlotte van der Hulst van Buitengewoon uit. “Het is belangrijk ruimte te geven voor burgers om wat voor hen belangrijk is. En hoe we, als beheerders, de beste effecten kunnen bereiken wat betreft de tevredenheid over de openbare ruimte. Daarnaast vraagt het beheer om sociale duurzaamheid, gerichte keuzes en gedifferentieerde onderhoudsniveaus. Hierbij is niet alleen maar de
techniek bepalend, ook gebruikers- wensen gaan verregaande invloed krijgen op de uitvoering van het beheer en onderhoud.”
Samen Buitengewoon is professioneel, praktisch en klantgericht en doet aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. “Doordat wij een flexibele, kleinschalige organisatie zijn kunnen snel inspelen op veranderende vraagstukken in de publieke buitenruimte. Vanuit onze kennis en ervaring zijn wij in staat om anders om te gaan met de buitenruimte en het verbinden van elkaars kwaliteiten,” leggen beide adviseurs uit. “Wij ondersteunen bij succesvolle bewonersparticipatie, verbetering van de uitvoeringsorganisatie en ondersteuning bij uw beheerafdeling of buitendienst. Vanuit de praktijk met onze ruime kennis en ervaring. We doen dit samen met en voor onze opdrachtgevers.” Meer informatie Buitengewoon Postbus 1 8530 AA Lemmer T 06 190 138 85 of 06 194 221 87 E info@buitengewoonadviseurs.nl I www.buitengewoonadviseurs.nl
Nodig
www.deopenbareruimte.nu
Meer dan alleen een beurs!
11&12 oktober Hart van Holland, Nijkerk i a lE s pEc r u m t lu s i E ! E dit
is G r at N G a tO EG
• Ruim 2000 m2 boor- en renovatietechnieken in de ondergrond • Doorlopende demonstraties op het buitenterrein • Spectaculaire boorwedstrijd • Gratis workshops en cursussen • Uitreiking van de NSTT No-Dig Award en NSTT Publieksprijs • Gezellige netwerkborrel op 11 en 12 oktober
Registreer voor gratis toegang www.no-dig-event.nl Inspireren - ontdekken en netwerken; de kracht van het NSTT No-Dig event
Infrastructuur | Waterhuishouding | Park & Landschap Bodem | Asbest | Circulaire sloop | Geo - informatie
BOOT - Ingenieurs met een verhaal Postbus 509, 3900 AM Veenendaal Plesmanstraat 5, Veenendaal Bemmelseweg 57, Elst (Gld)
0318 - 527 600 info@buroboot.nl www.buroboot.nl
17017-1
2017
TEKST EELCO VISSER, Vereniging Stadswerk Nederland
Stadswerk Internationaal
Waar gaan we in 2018 heen?
Bordeaux
D
e vraag die nu voorligt, is waar we in 2018 heen gaan. We presenteren hier drie kandidaat-steden. Zou u uw voorkeur met ons willen delen via info@ stadswerk.nl of de poll op onze site?
Bordeaux Het huidige klimaat in de regio rondom Bordeaux vertoont opmerkelijke overeenkomsten met dat van Nederland in 2050: het wordt heter, droger én tegelijkertijd ook natter. Met andere woorden: in Bordeaux kunnen we op zoek naar antwoorden op klimaatvragen van de toekomst. U ziet in de praktijk hoe uw Franse collega’s erop hebben ingespeeld. Dat geeft aanknopingspunten voor toekomstgericht beleid. Want het klimaat van Bordeaux klinkt aanlokkelijk, maar als het een aantal dagen of zelfs weken erg warm is en de temperatuur ook ’s nachts niet onder de 20 graden zakt, kan het serieus misgaan. Dat hebben de extra sterfgevallen tijdens hittegolven in 2003 en 2006 wel laten zien.
Stockholm Stockholm, in 2010 de eerste groene hoofdstad van Europa, vliegt duurzaamheid integraal aan. Auto’s worden zoveel mogelijk uit het straatbeeld geweerd, er is veel ruimte voor de fiets en bij nieuwbouw of renovatie staat duurzaam bouwen centraal. Zoals in Hammarby Sjö-
Stockholm
Zürich
stad, in de jaren ’90 verpauperd, nu toonbeeld van een duurzame, watergerelateerde wijk. Duurzame alternatieven voor management van water, energie en afval zijn zorgvuldig bestudeerd en verwerkt in architectuur en infrastructuur. Alle gebruikte elektriciteit is afkomstig van duurzame bronnen en doordat bewoners onderdeel zijn geweest van de verandering, is er een hoog niveau van bewustwording rondom duurzaamheid. Stockholm wil in 2040 geen koolstofdioxide meer uitstoten, wat heeft geleid tot forse investeringen in elektrisch vervoer.
Zurich Zurich is de volgens de wereldwijde ‘Sustainable Cities Index’ van Arcadis de meest duurzame stad ter wereld. De toppositie dankt Zurich vooral aan een sterke focus op de leefomgeving en duurzaamheid. Het streeft naar een ‘2000 Watt-samenleving’ in 2050 en werkt zeer actief aan bewustwording onder haar inwoners. De stad investeert stevig in energie-efficiency, schone energie, duurzame gebouwen en vooral in openbaar vervoer. Dat is dermate hoogwaardig georganiseerd dat het systeem simpel, snel, betaalbaar en energie-efficiënt is. Het woord is aan u! Waar gaan we heen in 2018? U kunt uw voorkeur doorgeven via info@stadswerk.nl 07/2017 Stadswerk magazine 59
BRON: WIKIMEDIA COMMONS
In 2016 vroeg Vereniging Stadswerk u om suggesties voor interessante buitenlandse steden voor een studiereis. Uw massale voorkeur ging toen uit naar Kopenhagen. Op 13 september vertrekt een delegatie deelnemers dan ook naar de Deense hoofdstad om te ervaren hoe er werk wordt maakt van ambitieuze klimaatambities.
Even voorstellen
De Vereniging Nederlandse Riviergemeenten (VNR) woont sinds dit voorjaar samen met Vereniging Stadswerk Nederland. Als vereniging van bestuurders van gemeenten langs de grote rivieren zijn er vanuit de VNR veel aanknopingspunten met de werkzaamheden van Stadswerk.
D
e VNR is ruim 25 jaar het aanspreekpunt voor alle onderwerpen die te maken hebben met de grote rivieren (Rijn/Waal, Maas, IJssel). Ontstaan naar aanleiding van de Sandoz-ramp1, was de VNR in de eerste jaren op het milieu gericht. Na de bijna-overstromingen in 1993 en 1995 is de aandacht ook gericht op de veiligheid van het rivierengebied tegen overstromingen. Eerst via het programma Ruimte voor de Rivier, de afgelopen jaren via het Deltaprogramma. Omdat een rivier meer is dan waterveiligheid is er ook aandacht voor de beleving, de schoonheid en het gebruik van de rivieren.
Kernactiviteiten Kennis- en informatie-uitwisseling zijn de kernactiviteiten van de VNR. Drie keer per jaar komen de bestuurders per riviertak bijeen. Zij krijgen informatie
over projecten en programma’s die spelen en delen hun leerpunten en successen. Waar nodig worden belangen behartigd. De Jaarvergadering is de gelegenheid om een onderwerp dat langs alle rivieren speelt met elkaar te delen. Voor Rijk, provincies en waterschappen is de VNR een belangrijke partner. Gemeenten zijn voor burgers het eerste aanspreekpunt bij problemen en kansen. Bij gemeenten bevindt zich ook de kennis van het gebied en de kracht om burgers aan te spreken. Voor andere overheden is dat van belang, om projecten in gang te kunnen zetten en uit te kunnen voeren. Bestuurders van de VNR zitten aan tafel bij verschillende wateroverleggen. De VNR wordt steeds vaker gevraagd advies te geven en mee te denken over rivier gerelateerde onderwerpen.
Deltaproramma WEBSITES www.vnrgemeenten.nl
@
60 Stadswerk magazine 07/2017
Een onderwerp dat regelmatig op de agenda staat, is het Deltaprogramma, in het bijzonder het Deltaprogramma Rivieren. In 2014 is er een Voorkeursstrategie (VKS) opgesteld voor de Rijn en de Maas, waarin een samenspel tussen dijkversterking en rivierverruiming
FOTO: BEELDBANK RWS
De Vereniging Nederlandse Riviergemeenten
TEKST EDMEE VAN DER HOEVEN, Vereniging Nederlandse Riviergemeenten
De VNR wordt steeds vaker gevraagd advies te geven en mee te denken
Ook zijn we in gesprek over de Beleidslijn Grote Rivieren, een regeling die is opgesteld om te voorkomen dat de uiterwaarden volgebouwd worden en hun bergend vermogen voor water verliezen. Het is goed dat waterveiligheid hoge prioriteit heeft, maar soms is niet uit te leggen waarom een (watergerelateerde) ontwikkeling niet mogelijk is. Met de betreffende overheden bekijken we welke ontwikkelingen wenselijk en mogelijk zijn. Ook over het programma Stroomlijn zijn indringende gesprekken gevoerd. Via het programma Stroomlijn wordt dat deel van de rivier waar het water stroomt opgeschoond van begroeiing. Dat ging zo rigoureus, dat er ook waardevolle elementen gekapt werden. Burgers en gemeenten trokken via de VNR aan de bel. Dat leidde tot een gesprek met Rijkswaterstaat. Uiteindelijk is er bij de uitvoering gezamenlijk de communicatie opgepakt.
Krachtige verbinding De rivier is steeds meer een krachtige verbinding om in veel opzichten gebruik van te maken. Scheepvaart heeft een grote economische impact op een gemeente, zowel waar het gaat om de beroepsvaart als de recreatievaart. Voorzieningen moeten op orde zijn om gasten te ontvangen. Met elkaar bespreken we hoe dat op te pakken en uit te voeren. De beleving van de rivier heeft invloed op het welzijn van de burger. Een toegankelijke, maar ook een schone rivier is daarvoor een voorwaarde. De VNR heeft er werk van gemaakt dat burgers via de gemeenten betrokken worden bij opschoonacties van de uiterwaarden. Dat geeft een mooie aanblik, maar gaat ook de vervuiling van de rivier en de plastic soep op de oceaan tegen.
FOTO: WWW.UITVOERINGSTROOMLIJN.NL
centraal staat. Via de VNR zijn gemeenten direct betrokken geweest bij het opstellen van de VKS, waarin maatregelen beschreven staan om het rivierengebied te beschermen tegen overstromingen. Nu wordt gewerkt aan de uitwerking van de strategie, met het benoemen van concrete maatregelen en het in de tijd zetten van de uitvoering.
Het opschonen van begroeiing in het kader van het programma Stroomlijn ging soms wel erg rigoureus.
voorjaar een van de bureaumedewerkers van Stadswerk en is verantwoordelijk voor de werkzaamheden van de VNR. Kennisdeling tussen de VNR en Stadswerk krijgt daarmee vorm. Ook inhoudelijk zijn er aanknopingspunten voor samenwerking: ruimtelijke kwaliteit van een gebied en klimaatadaptatie zijn zo maar twee voorbeelden. Daar komen er in de loop van de tijd zeker meer bij! Voor meer informatie kunt u contact opnemen via info@vnrgemeenten.nl of 0318-438863.
Noot 1. De Sandoz-ramp vond plaats op 1 november 1986 in Bazel, Zwitserland. Bij een brand in het bedrijf Sandoz komt er bluswater, vermengd met ongeveer twintig ton pesticiden, in de Rijn
De werkzaamheden worden uitgevoerd door het VNRbestuur en -bureau. Edmee van der Hoeven is sinds dit
terecht. Dit zorgt stroomafwaarts voor vissterfte over honderden kilometers.
07/2017 Stadswerk magazine 61
RECENSIE
Stadsnatuur maken
David Zuiderhoek
Stadsnatuur maken is een inspiratie- en voorbeeldboek voor natuurinclusief ontwerpen in de Noordwest-Europese stad. Het boek, met de teksten zowel in het Nederlands als in het Engels, roept op tot het integreren van natuur in het ontwerp van gebouwen en stedelijke buitenruimten en het geeft daarbij praktische voorbeelden en ontwerphandreikingen. De stad is een rijke biotoop met een grote biodiversiteit. Veel dier- en plantensoorten komen inmiddels meer in de stad voor dan in het buitengebied.
In deze rijk geïllustreerd monografie wordt voor het eerst een volledig beeld geschetst van het leven en werk van David Zuiderhoek, gerenommeerd architect, stedenbouwkundige en bevlogen docent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst.
De auteurs zien natuur als een integraal onderdeel van het stedelijke organisme en als zodanig van belang voor de leefbaarheid van de stad. Natuurinclusief ontwerpen is een pionierspraktijk, en pas recent onderdeel van de stadsplanning. Vanuit verschillende invalshoeken; de theorie van ecologie en biodiversiteit, stadsgebonden soorten, stedelijke biotopen en onderhoud van stadsnatuur worden in deze publicatie aan de hand van inspirerende en praktische voorbeelden besproken. De auteurs zijn lid van de stichting De Natuurlijke Stad, een samenwerkingsverband van architecten, biologen en stadsecologen met veel ervaring in de praktijk en theorie van het natuurinclusief ontwerpen in de stad. Titel: Stadsnatuur maken Auteurs: Piet Vollaard, Jacques Vink, Niels de Zwarte Uitgave van: nai010 uitgevers, Rotterdam, mei 2017, 256 pagina's, € 34,95 ISBN: 978-94-6208-317-2
62 Stadswerk magazine 07/2017
Opgeleid door drie toonaangevende leermeesters ontwikkelt David Zuiderhoek zich in korte tijd tot een veelzijdig architect, stedenbouwkundige en bevlogen docent aan de Amsterdamse Academie van Bouwkunst. In 1945 wordt hij stadsarchitect van Amersfoort. Naast het Kernplan en het Uitbreidingsplan in Hoofdzaak met de door hem bedachte ‘Bloembladtheorie’, ontwerpt hij in Amersfoort woonwijken, woningen en schoolgebouwen. Zuiderhoek specialiseert zich verder in omvangrijke stedenbouwkundige projecten, landhuizen, kerken, scholen en bejaardenhuizen. Tegenwoordig wordt zijn werk hoog gewaardeerd, omdat het goed aan de moderne eisen kan worden aangepast, zoals het kantoorgebouw van DHV met zijn nog steeds kenmerkende kantoortuin. Titel: David Zuiderhoek; Componist van de ruimte 1911-1993 Auteurs: Max Cramer, Johan Galjaard, Anton Groot, Dorothee Segaar-Höweler Uitgave van: Thoth, Bussum, mei 2017, 320 pagina's, € 34,95 ISBN: 978 90 6868 712 5
Stadswerk-lezingenprogramma
Klimaatadaptatie: kwestie van groen én techniek Een groenere infrastructuur helpt steden zich voor te bereiden op het veranderende klimaat. Meer groen levert een scala aan positieve effecten op. Zo brengt het verkoeling, houdt het water vast en zorgt het voor waterverdamping. Maar groen levert pas optimale ecosysteemdiensten als het ook tot wasdom kan komen. Dat vraagt om de juiste assortimentskeuze en zorg voor het creëren van de allerbeste groeiomstandigheden. In de openbare ruimte betekent dat passen en meten en zoeken naar slimme technische oplossingen.
Deze technieken werken! In het werkatelier ‘Groene techniek’ laten Stadswerk,
Samen werken aan een prettige leefomgeving
VHG, VVM, de gemeente Den Haag, Arcadis en hoveniersbedrijf Van der Tol u zien wat werkt! Welke moderne technologieën kunnen we inzetten om groen haar optimale functie te geven? En welke keuzes en afwegingen liggen daaraan ten grondslag? Samen met (groene) ingenieurs en mensen uit de praktijk belichten we waar groenbeheer en civiele techniek elkaar kunnen versterken.
Werkatelier met lunch Het werkatelier vindt plaats op donderdag 28 september plaats tijdens de Dag van de Openbare ruimte van 10.30 tot 12.30 in zaal Juliana 6. Aansluitend is er een lunch voor de deelnemers aan dit werkatelier. Dit werkatelier wordt georganiseerd door Vereniging Stadswerk, VHG en VVM.
www.cyber-adviseurs.nl
TEKST EELCO VISSER, Vereniging Stadswerk Nederland
Marika Kerstens is… Aan het stadswerk Marika Kerstens werkt als regisseur openbare ruimte en allround beheerder voor de gemeente Waddinxveen. Daarnaast is ze regelmatig ‘aan het Stadswerk’, bijvoorbeeld voor de redactie van Stadswerk magazine. 'Ik zet mijn netwerk in om contacten te leggen die kunnen leiden tot artikelen.'
Marika Kerstens: 'Ik gebruik Stadswerk als platform om te netwerken, informatie uit te wisselen en kennis en inspiratie te halen en te brengen.'
I
n het verleden heeft Marika zich op meerdere manieren actief ingezet voor Stadswerk. 'Dat is ooit begonnen toen ik namens de gemeente Westland, samen met een collega, lid werd van de werkgroep GNL (nu Groen werkt!). Wij waren vanuit deze werkgroep de afgevaardigden in de redactiecommissie van Stadswerk magazine. Inmiddels is de organisatie en werkwijze van de redactie veranderd en ben ik actief in de redactie. Daarnaast gebruik ik Stadswerk als platform om te netwerken, informatie uit te wisselen en kennis en inspiratie te halen en te brengen.'
Assets en water Marika heeft zich als adviseur Openbare Ruimte beziggehouden met grote complexe veranderingspro07/2017 Stadswerk magazine 64
jecten binnen het domein Openbare Ruimte en Groen. Als groeningenieur heeft ze zichzelf door ontwikkeld richting assetmanagement en waterbeheer. Ze schetst de belangrijkste ontwikkelingen in haar werkveld. 'Momenteel zijn dat vooral de inzet van assetmanagement en het samenwerken aan duurzaamheid. Assetmanagement is gericht op het creëren van waarde; de optimale prestatie halen uit de gebruiksmiddelen, de ‘assets’, binnen acceptabele risico’s en tegen aanvaardbare kosten. Bij onderhoud of (groot onderhouds)projecten zoeken we naar kansen om duurzame, integrale oplossingen in te zetten. Zo passen we meer verschillende soorten beplanting toe voor meer biodiversiteit. We zijn kritisch op de-materialisering, sturen aan op cradle-to-cradle, verminderen verhardingen en zorgen dat water weer kan infiltreren of in het gebied kan blijven.
Netwerk inzetten Ze zit ook in de redactie van Stadswerk magazine. Maar voor Marika geen dagelijkse redactievergaderingen, interviewwerk en onverbiddelijke deadlines. 'De redactie functioneert meer op strategisch niveau. Ik zet mijn netwerk, proactief en op verzoek van andere redactieleden, in om contacten te leggen met mensen die interessant zijn voor eventuele artikelen. Ook gebruik ik mijn kennis om mee te praten over toekomstige ontwikkelingen en actualiteiten in het werkveld. Zo zette ik een inspirerende spreekster op het gebied van duurzaamheid en assetmanagement op het spoor van Stadswerkmagazine. Dat leverde ons een mooi artikel en haar direct veel reacties op.'
S de tand op D en ag 4.6 ba va .49 re n ru de im te
ADVERTORIAL
Terra-fit, De oplossing voor gezonde bomen!
Groei door innovatieve duurzame methode. Bomen zijn essentieel door hun CO2 opname en dragen bij aan een goede en gezonde leefomgeving in stedelijk gebeid. Helaas zien we regelmatig dat er bij bestaande bomen een verstoring plaats heeft gevonden in de bodem waardoor de bomen niet de juiste voedings- nutriĂŤnten tot zich kunnen nemen en dus ook achterblijven in hun ontwikkeling. Wolterinck BV presenteert op de Dag van Openbare Ruimte in Utrecht een nieuwe methode onder de naam Terra-fit, voor optimale groeiplaats- verbetering bij (stads-) bomen. Dit is een innovatieve methode voor groeiplaatsverbetering, bodemverbetering, beluchting bij (stads-) bomen maar ook bladluisbeheersing. De groei en gezondheid van een boom begint immers bij een gezond bodem-ecosysteem! Duurzaamheid begint in de bodem en het kappen van een boom die nog leeft, is het tegengestelde van duurzaam. Als een boom niet meer vitaal is, is hij nog te redden. Revitalisering resulteert in een kostenbesparing en is duurzamer dan kappen.
Hoe werkt het De Vogt Geo Injector Trolly waarmee de Terra-fit mixen worden toegediend, is een professionele machine welke in staat is om zowel droge stoffen alsmede vloeibare stoffen te injecteren op verschillende dieptes over een afstand van wel 100m vanaf de speciaal ontwikkelde Bio compressor van Vogt. De hoeveelheid druk (bar) en de dosering van de bodemverbeteringsproducten is nauwkeurig in te regelen. De bediening is pneumatisch via een heupgordel te bedienen welke de ETW-er draagt. De injector is gevuld met 100 % organische bodemverbeteringsproducten en eventueel Mycorrhiza-schimmels. Er wordt uitsluitend met inheemse en actieve boom specifieke mycorrhizaschimmels gewerkt. Deze zijn zeer duurzaam door langdurige werking. Deze methode brengt geen schade toe aan wortels, kabels en leidingen, verminderd de worteldruk en aanwezige bestrating of verharding kan blijven liggen. Het is deze combinatie van unit en boomsubstraat die de Terra-fit-methode zo bijzonder en compleet maakt.
Deskundig advies
Meer informatie Bent u nieuwsgierig geworden? Bezoek ons op de DVOR in Utrecht, standnummer: 4.6.49
Wolterinck B.V. zal ten allertijden een vrijblijvende inspectie laten uitvoeren op locatie door eigen ETW-ers. Middels een uitgebreide analyse van de conditie van de bomen of bodem problematiek, zal er een adviesplan worden opgezet. Of er wordt een onafhankelijke expert ingezet om tot de beste aanpak te komen.
STADSWERK.NIEUWS
Community of Practice
Stadswerkthema’s Klimaat-
werken we samen met Wageningen
Duurzaam GWW 2.0
adaptatie en smart cities
Universiteit en de gemeente Arnhem. Tijdens deze bijeenkomst is er veel
In januari tekende Stadswerk tijden de Infratech de Greendeal Duurzaam GWW. Deze is erop gericht aanbestedingen in de infrastructuur
aandacht voor de betekenis van
SMART
CITIES
Speciale uitgave van Vereniging Directeuren Publieksdiensten en Vereniging Stadswerk Nederland | September 2017
groen voor hittestressreductie. Op 8 november is de volgende sessie in Ken uw toekomst
Raalte. Aan deze bijeenkomst levert het
duurzaam te maken en wil ervoor
KNMI een bijdrage en gaan we in op
zorgen dat duurzaam aanbesteden
‘afkoppelen en verder’. We zullen meer
bussiness as usual wordt. Als dat
moeten ondernemen dan er tot nu toe
lukt maken we, met een jaarlijkse
is gebeurd om droge voeten te houden.
besteding van miljarden euro’s in Vier klimaattrends
de infra, een enorme slag. Nu is Vereniging Stadswerk Nederland zelf
Het Ministerie van Infrastructuur Bij dit Stadswerkmagazine treft u
en Milieu benoemt in de Nationale
wij dragen bij door de organisatie
het Special Magazine smart cities
Adaptatie Strategie (NAS) vier
van een community of practice,
aan dat we uitbrengen samen
klimaattrends: het wordt droger, natter,
een expertmeeting in het najaar
met de Vereniging Directeuren
warmer en de zeespiegel stijgt. Uit de
en aandacht in ons magazine. De
Publieksdiensten. Eerder kreeg u bij
tussentijdse evaluatie van de NAS
expertmeeting wordt op 31 oktober
het juninummer het Special Magazine
blijkt een tamelijk gering bewustzijn
georganiseerd door de regio Randstad.
Klimaatadaptatie van Stadswerk en
over de noodzaak tot actie over
Het programma wordt binnenkort
RIONED. Beide onderwerpen krijgen
bekend gemaakt en wordt ingevuld in
ook onze aandacht tijdens de Dag van
samenwerking met VHG, ondernemers
de Openbare ruimte, zie elders in dit
in het groen en MKB infra.
blad. smart cities en klimaatadaptatie
FOTO: BVBEELD/STICHTING RIONED
natuurlijk geen aanbestedende partij;
staan binnen Stadswerk volop in de Ook deelnemen?
belangstelling en krijgen de komende
De community of practice komt
maanden verder onze aandacht. Het
binnenkort voor de vierde keer bij elkaar
Algemeen Bestuur stelde in haar
en maakt haar naam ook echt waar.
vergadering projectplannen vast
Deelnemende gemeenten ontmoeten
waarin we ook een voorlopige lijst van
te gaan. Dit komt overeen met onze
elkaar, wisselen praktische kennis uit en
onderwerpen hebben opgenomen voor
eigen waarnemingen. Blijkbaar is een
delen conceptnotities met elkaar in een
roadshows. Voor meer informatie over
(hopelijk kleine) calamiteit nodig om
besloten omgeving.
deze onderwerpen, onze plannen en de
lokaal in beweging te komen. Het
Op die manier helpen Groningen,
mogelijkheden voor u om hieraan bij te
ministerie wil samen met Stadswerk
Nijmegen, Oss, Haarlem, Breda,
dragen kunt u contact opnemen met
optrekken om bewustzijn rondom
Amersfoort, Eindhoven en Rotterdam
josse.reinsma@stadswerk.nl.
klimaatadaptatie te vergroten, onder
elkaar vooruit. Stadswerk is ‘het
andere door de mogelijkheden voor een
oliemannetje’ dat zorgt voor de
klimaatstresstest te belichten.
ondersteuning. Samen met de gemeente Rotterdam vertegenwoordigt Stadswerk de gemeenten ook in de landelijke stuurgroep duurzaam GWW
Klimaatadaptatie: hittestress en aanpak wateroverlast
en zoeken we nieuwe gemeentelijke
Smart city, ver van uw bed?
deelnemers. Wilt u ook aansluiten,
Op 26 oktober organiseren we in
neem dan contact op met anneloes.
Arnhem een bijeenkomst met de focus
In een hoog tempo verwordt onze
voorberg@stadswerk.nl.
op de reductie van hittestress. Hierbij
leefomgeving tot een smart city. En
66 Stadswerk magazine 07/2017
STADSWERK.NIEUWS
dat geldt zowel voor de steden als de buitengebieden. Steeds dynamischer gaan allerlei objecten via sensoren met elkaar communiceren en krijgen FOTO: MICHIEL G.J. SMIT
inwoners (open) data beschikbaar waarmee ze in actie komen. Eerder dit jaar organiseerden we daarom een drukbezochte smart city-sessie in Venlo. Die willen we nu een vervolg geven met bijeenkomsten rond smart mobility, visualisatie en E-participatie, veiligheid en de mogelijkheden om
en inrichting grondig herzien. Dit was
concept besproken met RVO
beheer slimmer te organiseren door
nodig omdat de geldigheidsduur van
(Rijksdienst voor Ondernemend
gebruik van sensoren en drones. Wilt u
deze gedragscode was verstreken
Nederland) en IPO (Interprovinciaal
hier meer over weten of er een bijdrage
en inmiddels de Natuurwet van
Overleg). Na goedkeuring door RVO
aan leveren, neemt u dan contact op
kracht is geworden. Een uitgebreide
worden voorlichtingsbijeenkomsten
met josse.reinsma@stadswerk.nl.
klankbordgroep heeft twee maal
georganiseerd en komt werkmateriaal
zeer intensief gediscussieerd over
beschikbaar.
de noodzakelijke aanpassingen. Eind
Voor meer informatie:
september wordt het aangepaste
anneloes.voorberg@stadwerk.nl.
Onze fysieke leefomgeving verdient alle aandacht
AGENDA In december verschijnt het derde Special Magazine van dit jaar. Wat hebben we nodig om te bouwen aan de Future Green City, de duurzame fysieke leefomgeving met toekomst? Dit vertalen we in tien manifestpunten die in 2018 op tafel moeten liggen bij de collegeonderhandelingen. Het magazine schetst de achtergrond, de manifestpunten stellen we vast in het Stadswerkdebat op 29 november aanstaande in de Geertekerk in Utrecht. U kunt onze website www.stadswerk.nl volgen voor meer informatie en om u in te schrijven voor het debat.
Gedragscode Ruimtelijke Ontwikkeling en inrichting Natuurwet
september/oktober/november/december 13|09 13|09 14|09 18|09 19|09 20|09 21|09 27/28|9 05|10 05|10 10|10 11|10 25|10 26|10 31|10 08|11 29|11 29|11 30|11 14|12
Excursie inrichting en beheer openbare ruimte Eindhoven Studiereis Kopenhagen Circulaire Economie en de openbare ruimte Haarlemmermeer Stadswerk Expertsessie Amsterdam Meet en Green Amstelveen Nationale Groendag Krimpen aan den IJssel Stadswerk Expertsessie Deventer Dag van de Openbare Ruimte Utrecht Winkelleegstand kans of dilemma 2.0 Groningen Dag van de Omgevingswet Utrecht Circulaire economie Rotterdam Marktdag ondernemend samenwerken Utrecht Bijeenkomst Inspirerend wegbeheer Middelburg Klimaatadaptatie; hittestress Arnhem Bijeenkomst Duurzaam GWW Randstad Klimaatadaptatie; regenwaterretentie Raalte Stadswerkdebat Utrecht ALV Utrecht Chemievrij onkruidbeheer in het groen Utrecht Sturen op beleving Regio Overijssel
Bekijk de meest actuele agenda op www.stadswerk.nl/agenda De afgelopen maanden is de
of volg ons op Twitter en/of LinkedIn voor het laatste nieuws.
Gedragscode Ruimtelijke ontwikkeling
07/2017  Stadswerk magazine 67
Urban Mobility
030 4100 136 | www.stintum.com | info@stint.nl Van 10 t/m 12 oktober zijn wij te vinden op de Ecomobiel vakbeurs in Den Bosch.