Je sportclub en de patrimoniumtaks
Je sportclub en de patrimoniumtaks
Patrimoniumtaks: wat moet je weten?
Is jouw sportclub een vzw? Hou er dan rekening mee dat jouw club ook onderworpen kan zijn aan enkele jaarlijkse fiscale verplichtingen. En daar is de patrimoniumtaks één van. Maar wat is deze taks eigenlijk? Wat zijn de tarieven? En moet jouw sportclub deze ook betalen? Het is geen evidente materie.
De patrimoniumtaks of jaarlijkse taks op de vzw’s is een belasting op het vermogen van vzw’s, stichtingen... Elke sportclub of sportfederatie (in de vorm van een vzw) is er met andere woorden aan onderworpen.
Hoe is het ontstaan?
Wanneer iemand sterft, moeten erfgenamen in principe successierechten of erfbelasting betalen. Het patrimonium dat binnen een (sport)vereniging wordt opgebouwd, ontsnapt volledig aan deze belasting. Om dit verlies aan successierechten te compenseren ontstond de ‘taks tot vergoeding der successierechten’ voor verenigingen zonder winstoogmerk. Deze jaarlijkse belasting wordt geheven op het patrimonium van de belastingplichtige. Daarom noemen we deze belasting ook wel patrimoniumtaks. Een derde naam is ‘de jaarlijkse taks op vzw’s’, maar het gaat dus telkens om dezelfde belasting.
Ben je een vzw? Hou er dan rekening mee
Deze belasting is niet onbelangrijk voor de sportsector aangezien veel sportclubs zijn opgericht in de vorm van een vzw. In de praktijk merken we dat veel sportclubs geen weet hebben van deze belasting of niet exact weten welke zaken onder de patrimoniumtaks belast worden. Om dit te verduidelijken zetten we in deze brochure de belangrijkste principes op een rijtje.
Deze brochure kwam tot stand in samenwerking met onze main partner brisk sports.
Basisprincipes van de patrimoniumtaks
1. op wie is de taks van toepassing?
Het toepassingsgebied van de patrimoniumtaks is in principe beperkt tot vzw’s en private stichtingen. Elke sportclub of sportfederatie opgericht in de vorm van een vzw is met andere woorden onderworpen aan deze patrimoniumtaks. Maar ook vzw’s die het patrimonium van een sportclub of een sportfederatie beheren, ontsnappen niet aan deze patrimoniumtaks. Handelsvennootschappen en feitelijke verenigingen moeten deze vermogensbelasting niet betalen.
2. Welk vermogen wordt belast?
De belastbare grondslag bestaat uit het ‘geheel van de bezittingen’ van de betrokken sportclub. Het betreft zowel de roerende als de onroerende goederen, ongeacht deze zich in België of in het buitenland bevinden. Dit geheel van bezittingen vinden we voor kleine vzw’s terug in de ‘staat van het vermogen’ en voor de grote en zeer grote vzw’s in de balans.
In de aangifte moet de sportclub de waarde van de goederen vermelden zoals deze van toepassing is op de eerste januari van het aanslagjaar. Voor de (sport)vzw’s die eigenaar zijn van onroerende goederen (vb. sportinfrastructuur, clubhuis...) kan deze patrimoniumtaks aardig oplopen.
VOORDELIGE UITZONDERINGEN
Een aantal activa zijn uitgesloten van de belastbare grondslag:
> Liquiditeiten bestemd om gedurende het jaar verbruikt te worden voor de activiteit van de (sport)vereniging.
Hier worden enkel goederen belast die van blijvende en duurzame aard zijn. Vandaar dat je mag aannemen dat het tegoed op zicht- en spaarrekeningen en op termijnrekeningen van korte duur (bijvoorbeeld tot drie maand) wordt aangewend ter verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de sportvereniging. Deze bedragen worden dus niet mee opgenomen in de belastbare grondslag. In de praktijk merken we dat sommige controleurs ook het tegoed op zicht- en/of termijnrekeningen mee willen opnemen in de belastbare basis. Dit lijkt ons niet correct als deze liquiditeiten bestemd zijn om gedurende het jaar verbruikt te worden. De juiste argumentatie is hier dus belangrijk.
> jaarlijkse bijdragen en inschrijvingsgelden (vb. lidgelden)
> intresten en huurgelden
Let op: de vzw moet niet over de volle eigendom beschikken om onderworpen te zijn aan de patrimoniumtaks. Zo worden ook de zakelijke rechten erfpacht1, vruchtgebruik2 en blote eigendom mee in rekening gebracht. Bovendien is ook voor (sport)vzw’s met waardevolle roerende goederen (vb. vliegclubs die eigenaar zijn van enkele vliegtuigen) deze patrimoniumtaks niet verwaarloosbaar.
Van dit belastbare vermogen kunnen geen lasten in mindering worden gebracht. Er is wel een uitzondering voorzien voor eventueel in het buitenland betaalde belasting en de nog niet-betaalde termijnen van hypothecaire leningen, zolang de hypotheek is gevestigd op goederen van de belastingplichtige zelf en minstens 50% van de hoofdsom van de lening waarborgt.
De volledige lijst met bezittingen die afgetrokken mogen worden van de belastbare grondslag kan je nalezen op Fisconetplus, het online platform van de FOD Financiën.
3. Welke waarde wordt belast?
In de aangifte moet de sportclub de (verkoop)waarde van de goederen vermelden zoals deze van toepassing is op de eerste januari van het aanslagjaar. Het is niet altijd evident om deze waarde te bepalen (bv. Wat is de waarde van het onroerend goed van jouw sportclub?) aangezien deze waarde niet onmiddellijk uit de vereenvoudigde boekhouding af te leiden valt.
In de staat van het vermogen vind je het geheel van de bezittingen wel terug, maar hun huidige waarde valt daar niet uit af te leiden. Vandaar voorziet de wetgeving in de mogelijkheid om een voorafgaande schatting te vragen. Ook de fiscus kan zelf een controleschatting vragen als zij niet akkoord is met de aangegeven waarde. In geval van verzuim van goederen of van te lage waardering vastgesteld in de aangifte, wordt een boete gelijk aan de ontdoken taks opgelopen.
Sinds 1 januari 2024 geldt er ook een specifieke verlaging van de belastbare grondslag voor vzw’s en private stichtingen. Deze vrijstelling is gekoppeld aan de btw-vrijstelling voor de exploitatie van sportinrichtingen waardoor veel sportclubs slechts belast worden op een kleiner deel van hun vermogen.
1 Het recht van erfpacht is het recht om het volle genot te hebben van een onroerend goed, dat aan iemand anders toebehoort.
2 Vruchtgebruik is het recht om andermans goed te gebruiken of er de vruchten (huuropbrengst, intrest) van op te strijken. De genieter van het vruchtgebruik wordt ‘vruchtgebruiker’ genoemd, de eigenaar zelf wordt ‘blote eigenaar’ genoemd.
Deze verlaging van de belastbare grondslag bedraagt 62,3% van de waarde van de bezittingen van de (sport)vereniging op voorwaarde dat:
de sportclub heeft minimaal de helft van haar omzet vrijgesteld op basis van de btw-vrijstelling voorzien in artikel 44, §2, 3° van het Wetboek btw.
Ben je dus een sportclub zonder cafetaria of zonder (grote) sponsorinkomsten? Dan zal deze voorwaarde in veel gevallen wel vervuld zijn. Heb je dergelijke belangrijke inkomsten wel als sportclub dan is het zeker aangewezen om deze 50%-drempel verder te bekijken. (Bekijk hierbij verdere uitleg over deze 50%-drempel in het praktisch voorbeeld op p. 18.)
Deze specifieke verlaging geldt ook voor sportclubs waarvan de bezittingen voor minstens 75% worden gebruikt door een andere vzw of private stichting voor handelingen die kunnen genieten van de btw-vrijstelling.
Als dit vermogen lager is dan 50.000 euro, is de sportvereniging in zijn geheel vrijgesteld van de patrimoniumtaks. Als sportclub heb je in dit geen verplichting meer om een in te dienen, aangezien ze niet aan de taks onderworpen zijn.
4. tarieven
Tot en met 2023 werd er een vlakke taks van 0,17 % gehoffen op het totale vermogen. In de nieuwe regeling wordt er gewerkt met progressieve tarieven. Hoe meer vermogen, hoe hoger het belastingtarief per schijf.
> Vrijstelling voor de eerste schijf van 50.000 euro
> 0,15% op de schijf van 50.000,01 EUR – 250.000 euro
> 0,30% op de schijf van 250.000,01 EUR – 500.000 euro
> 0,45% boven 500.000 euro.
Deze tarieven zijn van toepassing op het belastbare vermogen zoals hierboven bepaald.
De aangifte indienen
1. Wanneer moet je de aangifte indienen?
In de maand januari of februari ontvangt jouw sportclub in principe een brief ‘jaarlijkse taks op vzw’s’ van het bevoegde kantoor Rechtszekerheid waarbij je wordt uitgenodigd om aangifte te doen. Heeft jouw club deze brief niet ontvangen, maar heb je wel een belastbaar vermogen van meer dan 50.000 euro? Dan moet je nog steeds uit eigen beweging een aangifteformulier opvragen en indienen.
De aangifte moet ingediend worden binnen de eerste drie maanden van ieder aanslagjaar, dus ten laatste op 31 maart. Valt 31 maart op een sluitingsdag van de kantoren (zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag), dan wordt deze termijn verlengd tot de eerstvolgende openingsdag van de kantoren.
Is je belastbaar vermogen minder dan 50.000 euro? Dan ben als als sportclub niet aan de taks onderworpen. In dat geval ben je vrijgesteld van het indienen van een aangifte. Een nihil-aangifte indienen is niet meer nodig. Dit geldt ook voor sportclubs die een hoger vermogen hebben dan 50.000 euro maar door de verlaging van 62,3% (zie punt 3: ‘Welke waarde wordt belast?’) onder de drempel van 50.000 euro komen als belastbare waarde.
OPMERKING
Het is de verantwoordelijkheid van de sportclub zelf om uit eigen beweging de vermogensstaat op te maken en uiterlijk op 31 maart de taks te betalen (als die van toepassing is). De fiscus zelf stuurt slechts een beperkt aantal sportclubs een ‘aanslagbiljet’ op.
2. Hoe moet je de aangifte indienen?
Ondanks eerdere berichten vanuit de FOD Financiën is het digitaal indienen van de patrimoniumtaks nog steeds niet mogelijk. De kans is klein dat dit nog voor de deadline van 31 maart in orde komt.
Wij raden aan om de aangifte via het papieren aangifteformulier in te dienen.
• Download het aangifteformulier onderaan op de infopagina in onze kennisbank en stuur het op naar het correspondentieadres van de administratie. Dit adres vind je in de kantorengids op basis van de postcode van je maatschappelijke zetel. Vergeet hierbij niet om ook het postbusnummer te vermelden.
In het formulier vul je de benaming en zetel van de vereniging in, gevolgd door een korte vermelding van het totaal actief van de vzw.
Bijvoorbeeld:
3. Betaling van de patrimoniumtaks
Moet jouw sportclub de taks betalen, dan stort je het juiste bedrag op het rekeningnummer van je lokaal kantoor Rechtszekerheid.
Het rekeningnummer van het kantoor Rechtszekerheid (en de betalingsinstructies) voor de betaling van de patrimoniumtaks kan je opvragen via de contactgegevens van de administratie. Zie hierboven bij ‘2. Hoe moet je de aangifte indienen?’.
Praktisch voorbeeld
Praktisch voorbeeld
Een sportclub in de vorm van een vzw heeft een clublokaal in volle eigendom. Deze sportclub komt in aanmerking voor de btw-vrijstelling omtrent exploitatie van sportinrichtingen en verricht voor minstens de helft van haar omzet handelingen die genieten van deze btw-vrijstelling
BEREkENING
De verkoopwaarde van het clublokaal bedraagt 750.000 euro op 1 januari 2024. Voor de aanschaf van het clublokaal heeft de club vroeger een hypothecaire lening afgesloten ter waarde van 250.000 euro waarvan ze op 1 januari 2024 nog 60.000 euro moet terugbetalen.
Deze hypotheek waarborgt minstens 50% van de lening.
De club heeft door de jaren heen sportmateriaal aangekocht met een verkoopwaarde van 15.000 euro. Op 1 januari 2024 staat op de zichtrekening van de sportclub 5.000 euro. Bovendien heeft de sportclub nog een spaarrekening waarop een bedrag van 150.000 euro staat.
Waarde van het vermogen op 1 januari 2024:
> clublokaal: 750.000 euro
> sportmateriaal: 15.000 euro
> zichtrekening: 5.000 euro
> spaarrekening: 150.000 euro
Totale waarde van het belastbare vermogen: 900.000 euro (750.000 euro + 150.000 euro).
Deze waarde is slechts voor 37,7% belastbaar: 900.000 euro x 37,7% = 339.300 euro.
De nog niet-betaalde termijnen van de hypothecaire lening mogen in mindering worden gebracht, namelijk 60.000 euro. De belastbare grondslag voor de berekening van de patrimoniumtaks bedraagt dus 279.300 euro.
De verschuldigde patrimoniumtaks voor aanslagjaar 2024 bedraagt aldus 387,90 euro:
> voor de eerste schijf van 50.000 euro: geen taks;
> voor de schijf tussen 50.000 euro en 250.000 euro: 0,15% x 200.000 euro = 300 euro;
> voor de schijf tussen 250.000 euro en 279.300 euro: 0,03% x 29.300 euro = 87,90 euro.
Berekening 50% drempel
Een belangrijke voorwaarde om te kunnen genieten van de verlaging van de belastbare grondslag is dat de sportclub minimaal de helft van haar omzet heeft vrijgesteld op basis van de btw-vrijstelling van artikel 44, §2, 3° Wetboek btw. Dit artikel bepaalt dat lidgelden vrijgesteld zijn van btw. Je zal dus als sportclub goed moeten kijken wat de verhouding is met je andere inkomsten.
Voorbeeld 1
Je bent een sportclub en je hebt op jaarbasis volgende inkomsten:
> Lidgelden: 25.000 euro – vrijgesteld op basis van artikel 44, §2, 3° Wetboek btw
> Sponsorinkomsten: 5.000 euro
> Wafelverkoop: 2.500 euro
De inkomsten uit de lidgelden bedragen méér dan de helft van de omzet van deze sportclub. Deze sportclub zal dus kunnen genieten van de verlaging van de belastbare grondslag in de patrimoniumtaks.
Voorbeeld 2
Je bent een sportclub en je hebt op jaarbasis volgende inkomsten:
> Lidgelden: 25.000 euro – vrijgesteld op basis van artikel 44, §2, 3° Wetboek btw
> Inkomsten cafetaria: 50.000 euro
> Sponsorinkomsten: 5.000 euro
> Wafelverkoop: 2.500 euro
De inkomsten uit de lidgelden bedragen minder dan de helft van de omzet van deze sportclub. Deze sportclub zal dus niet kunnen genieten van de verlaging van de belastbare grondslag in de patrimoniumtaks.
Colofon
Je sportclub en de patrimoniumtaks
Auteur
© Vlaamse Sportfederatie vzw, 2024
Copyright
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook zonder schriftelijke toestemming.
Verantwoordelijke uitgever
Vlaamse Sportfederatie vzw
Pieter Hoof
Zuiderlaan 13, 9000 Gent
0442.209.637
RPR, afdeling Gent
vlaamsesportfederatie.be