2 minute read
1.7 Ondersteuning
Onze bruisende hoofdstad oefent een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op mensen die zoeken naar kansen en mogelijkheden. In een stad die barst van energie en dynamiek, moet het sociale beleid fungeren als een krachtige sociale lift. Brussel betaalt de hoogste lonen ven ons land (Salarisgids Robert Half). Maar helaas blijkt daarnaast ook dat bijna 39 procent van de inwoners een risico op armoede of sociale uitsluiting loopt, (Welzijnsbarometer). Het armoederisico is viermaal hoger dan in Vlaanderen (10 procent) en tweemaal hoger dan in Wallonië (22 procent). De werkloosheidscijfers in Brussel liggen op een alarmerende 15 procent (cijfers Actiris) en voor jongeren zelfs op 25,1 procent. Met andere woorden: één op de vier jonge Brusselaars die klaarstaan voor de arbeidsmarkt zit zonder werk.
Werkloosheid aanpakken is een prioriteit voor de toekomst van onze stad. Een ‘quick fix’ is er helaas niet, maar bijvoorbeeld het begeleiden van Brusselse werkzoekenden naar banen in Vlaanderen kan al een eerste stap zijn. Ondanks bestaande structuren moeten we erkennen dat er nog steeds een te grote groep Brusselaars aan de zijlijn staat. Dat zijn ook zelfstandigen, artiesten, studenten, werknemers met een precair statuut, daklozen en mensen zonder verblijfsvergunning. Als liberalen zijn wij ervan overtuigd dat niemand aan zijn lot overgelaten mag worden wanneer zij het moeilijk hebben of hun weg niet direct kunnen vinden. Wij geloven in hulp en de juiste begeleiding, met als voornaamste doel vooruitgang voor elk individu. In onze visie laten wij geen enkel individu in de steek. Wij laten niemand los.
Advertisement
• Er moet sterk ingezet worden op Housing First projecten, waar aangepaste begeleiding voor daklozen voorzien wordt. Meestal schuilt er achter de armoede en het woningprobleem een psychische, verslavings- of schuldenproblematiek. Met het opschalen van deze projecten willen we de bron van het probleem aanpakken en de meest kwetsbaren vooruit helpen.
• We moedigen samenwerkingen aan tussen OCMW’s over steun aan daklozen om de werking te harmoniseren.
• Wij zetten ons in voor het beëindigen van het zogenaamd “OCMW-shopping”. Momenteel hebben de 19 verschillende OCMW’s elk hun eigen richtlijnen, wat gelijke behandeling van burgers in de regio belemmerd. Daarom staan wij volledig achter het idee van een geconsolideerde richtlijn voor het BCSD (bijzonder comité voor de sociale dienst).
• De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) moet een gecoördineerde aanpak hanteren bij de toezicht op de OCMW’s. Dit houdt in dat de ondersteuning voor energiefacturen, tandheelkundige ingrepen, schoolfacturen, huurachterstanden en andere nieuwe kosten waar mensen in kansarmoede mee te maken krijgen, onderling afgestemd moeten worden. De grootte van de steun mag niet afhankelijk zijn van toevallige omstandigheden zoals domiciliëring, het moet een effectieve buffer vormen tegen armoede.
• Elke OCMW moet een rechtstreeks aanspreekpunt hebben voor alle scholen in haar gemeente waar de schooldirecties en leerkrachten vertrouwelijk terechtkunnen voor problemen met kinderen (schoolfacturen, gezondheidsproblemen, schoolmoeheid, …). Dit is belangrijk in de strijd tegen kinderarmoede.
• Niemand mag zich gedwongen voelen een slechte thuissituatie te blijven. Brusselaars moeten we emanciperen om thuisproblemen aan te kaarten en de nodige hulp te bieden. De diensten (bv. politie) moeten klachten serieus nemen. Dat betekent meer ‘safe houses’, meer outreaching (samenwerking met middenveld) en meer sensibilisering (al vanaf het onderwijs).
• Vergrijzing en vereenzaming vormen belangrijke vraagstukken in Brussel die niet over het hoofd gezien mogen worden. We zetten een programma op dat specifiek gericht is op het aanpakken van deze uitdagingen. Dit programma omvat het stimuleren van vrijwilligerswerk met jongere generaties en de uitbreiding van de ondersteuning voor thuiszorg zodat oudere inwoners zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.