13 minute read
2.2 Vrijetijdseconomie
De vrijetijdseconomie, waaronder nightlife, horeca en binnenlands toerisme, is een belangrijke groeisector voor Brussel. Deze dynamische industrie speelt een cruciale rol in de economische groei en ontwikkeling van onze stad, met een aanzienlijke return on investment. Door Brussel te positioneren als een grootstedelijk vrijetijdscentrum draagt deze sector bij aan de stimulering van onze economie. Het creëert nieuwe banen, genereert fiscale inkomsten en trekt toeristen aan, waardoor een positief effect ontstaat op verschillende niveaus. We streven ernaar om Brussel als een bloeiend vrijetijdscentrum te handhaven en te versterken, met oog voor de economische voordelen die deze sector met zich meebrengt.
• Via Visit.brussels streven we naar een actievere promotie van het vrijetijdsaanbod in Brussel naar Vlaanderen, Wallonië en het buitenland. Momenteel is slechts 20% van de communicatie gericht op buiten Brussel. We willen de operationele werking van publieke spelers, zoals Visit Brussels en Brussels Expo, verduidelijken en verbeteren.
Advertisement
• Met het oog op de 200ste verjaardag van België in 2030 roepen we de federale overheid op om haar investeringen in haar wetenschappelijke en culturele instellingen te verhogen. Daarnaast benadrukken we dat Brussel als gewest ook zelf moet investeren in het verrijken van het aanbod. De investeringen in de gemeenschappen willen we blijven ondersteunen en stimuleren.
• De stedenbouwkundige regels voor vrijetijdsinfrastructuur worden flexibeler gemaakt, zodat beperkte grondreserves in het gewest (zoals Schaerbeek-Vorming) niet alleen voor woningbouw bestemd worden, maar ook voor basis- en hoogwaardige vrijetijdsvoorzieningen. We bouwen aan een inventaris van verlaten of vervallen terreinen, bijvoorbeeld in de kanaalzone, die we kunnen herbestemmen voor vrijetijds- en sportinfrastructuur.
• We faciliteren samenwerkingen met organisaties om vraag en aanbod van vrijetijdsinfrastructuur beter op elkaar af te stemmen en bieden ondersteuning via (digitale) infrastructuur.
2.3 Circulaire economie
Het lineaire economische model van ‘ontginnen, produceren, consumeren en weggooien’ is belastend voor het milieu. Het verbruikt veel grondstoffen en energie, en heeft haar grenzen bereikt. Daarom maken we de omslag naar de circulaire economie. Zo worden hulpbronnen efficiënter gebruikt, vermindert de impact op het milieu en versterken we onze economie en onze bedrijven. Daarbij moet er meer aandacht gaan naar de circulariteit van kritieke grondstoffen zoals zeldzame metalen.
• Om de verborgen architecturale pareltjes in de 19 gemeenten van Brussel in de schijnwerpers te zetten, zorgen we voor een betere afstemming van de verschillende gemeentelijke initiatieven. Dit doen we door een gecoördineerde aanpak, vanuit visit.brussels waarbij informatie, kennis en ervaring worden gedeeld tussen de gemeenten. Daarnaast zorgen we voor een gerichte promotie en marketing van deze architecturale schatten, zowel op lokaal niveau als daarbuiten.
Wij geloven in een omslag die bedrijven doet groeien, tewerkstelling creëert, innoveert en de levenskwaliteit in de stad verbetert, maar met een lage ecologische voetafdruk en zonder welvaartsvermindering. Met Brussel als voorloper is het onze intentie om tegen 2050 te streven naar koolstofneutraliteit.
Dat is bovendien onze belofte rond de Europese Green Deal. Dat is een set aan maatregelen die een klimaatneutraal Europa in 2050 moeten bewerkstelligen. Een overheid, organisatie of sector is klimaatneutraal als ze geen schadelijke stoffen (zoals CO2) uitstoot of deze uitstoot compenseert. Ondernemingen spelen een voortrekkersrol in de transitie naar de circulaire economie.
• We willen Brussel positioneren als dé hub voor Urban Mining in het land waarbij we systemen ontwikkelen die het verzamelen en verwerken van IT-apparatuur eenvoudig en winstgevend maken voor bedrijven. Zo benutten we de grote consumentenmarkt van Brussel.
• We werken nauw samen met de Haven van Brussel en private partners om lokale transport hubs verder uit te breiden. Deze hubs bieden bijvoorbeeld de mogelijkheid om bouwmaterialen per schip op te slaan voordat ze nodig zijn op de bouwplaats. Daarnaast leggen we ook strikte eisen op voor emissievrije scheepvaart om de impact op het milieu te verminderen.
• We zetten samenwerkingsprogramma’s op tussen het bedrijfsleven, de academische wereld en hogescholen over circulaire economie. Deze programma’s omvatten onder andere onderzoeksen ontwikkelingstrajecten, kennisdeling, incubatieen acceleratieprogramma’s, samenwerking met industrieclusters, en subsidieregelingen.
• We blijven werken aan een uitgebreide strategie voor het beheer van afvalstoffen waarbij we afval beschouwen als waardevolle hulpbron. We richten ons op onderzoek en implementatie van een afvalstrategie binnen de circulaire economie. We ondersteunen de invoering van statiegeld op blikjes en streven ernaar om single-use plastics in de stad te elimineren. Grote bedrijven en ketens die veel verpakt afhaaleten verkopen, dragen hier medeverantwoordelijkheid voor. De inkomsten uit statiegeld zullen worden gebruikt ter bevordering van ons netheidsbeleid.
• Het aanpassen van het elektriciteitsnetwerk is cruciaal om een betrouwbare, veerkrachtige en duurzame energie-infrastructuur te creëren die de transitie naar een circulaire economie ondersteunt en mogelijk maakt. (integratie van hernieuwbare energiebronnen, flexibiliteit en vraagrespons, elektrificatie van transport en verwarming, bidirectioneel laden en energieopslag). We maken hiervoor een plan op in samenwerking met de bestaande actoren.
2.4 Duurzaam bouwen
• We willen elektrische voertuigen niet alleen opladen, maar ook gebruik maken van de mogelijkheden van bidirectioneel laden. Hierdoor kunnen we vehicle-to-grid-toepassingen maximaliseren waarbij elektriciteit van de voertuigen naar het elektriciteitsnetwerk wordt geëxporteerd wanneer dat nodig is.
Daarnaast willen we ook vehicle-to-hometoepassingen benutten, waarbij de privéwagen fungeert als een thuisbatterij om overtollige zonne-energie op te slaan en zo de eigen woning van stroom te voorzien. Door elektrische voertuigen op deze manier aan te sluiten op ons elektriciteitsnetwerk, maximaliseren we de efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie.
Meer dan de helft van de broeikasgasemissies in Brussel wordt veroorzaakt door het energieverbruik van gebouwen. Veel van deze gebouwen zijn vóór de jaren zestig gebouwd en behoren tot de meest energieintensieve in Europa. Ongeveer een derde van deze gebouwen is zelfs helemaal niet geïsoleerd. Om deze uitdaging aan te pakken, heeft het Brussels Gewest een strategie ontwikkeld om de renovatie van bestaande gebouwen te versnellen en ingrijpend te veranderen.
Het renoveren van gebouwen vormt een belangrijke uitdaging voor Brussel om een duurzamere stad te worden. Het is essentieel om de energieprestaties van gebouwen te verbeteren om de klimaatdoelstellingen te behalen. Financiële aspecten spelen ook een rol aangezien de geraamde kosten om tegen 2030 te voldoen aan de EU-normen voor emissies ongeveer 30 miljard euro bedragen. De overheid kan dit bedrag niet alleen dragen. Daarom is gerichte financiële steun noodzakelijk om gebouweigenaren en de publieke sector te ondersteunen bij renovatie-inspanningen.
Het vergroten van het bewustzijn en de betrokkenheid van gebouweigenaren, huurders en de bredere gemeenschap is ook van groot belang.
Mensen moeten zich bewust worden van het belang van energie-efficiëntie en de voordelen van gebouwrenovatie. Dit kan worden bereikt door middel van voorlichtingscampagnes en het stimuleren van betrokkenheid bij renovatie-inspanningen.
• We blijven actief werken aan de uitbreiding van Renolution, een fiscale regelgeving die renovaties stimuleert. Daarnaast zijn we bezig met het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten met derden, zoals financiële instellingen, waardoor zij ook deel gaan uitmaken van het Renolutionprogramma. Dit zal zorgen voor een bredere financiële ondersteuning van duurzame renovatieprojecten.
deze duurzame technologieën te integreren in zowel nieuwe bouwprojecten als renovaties. Daarnaast werken we aan een specifieke regeling voor mede-eigendom (copropriétés), om ook in appartementsgebouwen de implementatie van deze systemen te faciliteren. Op die manier streven we naar een bredere toepassing van hernieuwbare energiebronnen en een verhoogde energieefficiëntie in de bouwsector.
• We zijn actief bezig met het bevorderen van lokale energie-initiatieven waarbij we ons richten op lokale energiedeling en -opslag. Een voorbeeld hiervan is het delen van energieoverschotten van zonnepanelen op overheidsgebouwen, sportfaciliteiten en recreatievoorzieningen.
• We hebben het reno-abattement ingevoerd, het bijkomend abattement bij energierenovatie, mits er een verbetering aan de energetische waarde komt van minstens 2 sprongen. Op dit elan gaan we verder om nog meer mensen de kans te geven om een woning te kopen en om duurzaam te renoveren.
• Bestaande gebouwen slopen, is niet duurzaam noch wenselijk. Alvorens deze optie te bekijken worden alle renovatiescenario’s afgetoetst.
Dit stelt ons in staat om hernieuwbare energie efficiënt te benutten en gemeenschappen te betrekken bij duurzame energieprojecten. Door deze lokale energie-initiatieven te ondersteunen, streven we naar een veerkrachtiger en meer gedecentraliseerd energiesysteem.
• Met respect voor de erfgoedwaarde van bijzondere gebouwen streven we ernaar om de regelgeving te vereenvoudigen om de afbraak en heropbouw van bestaande gebouwen die moeilijk of onmogelijk energiezuinig te maken zijn. Hierbij willen we een evenwicht vinden tussen het behoud van erfgoed en de noodzaak om duurzame en energie-efficiënte gebouwen te realiseren. Door het vereenvoudigen van de regels kunnen eigenaren gemakkelijker de beslissing nemen om te renoveren en te voldoen aan de energieprestatienormen.
• We nemen maatregelen om de stedenbouwkundige regelgeving te vereenvoudigen, zodat de installatie van fotovoltaïsche venstermembranen, warmtekrachtkoppelingssystemen en zonnepanelen gemakkelijker wordt. We moedigen bouwondernemers en huiseigenaren aan om
• Bij elk groot nieuwbouw- of renovatieproject maken we een digitaal materialenpaspoort verplicht. Dit zal gedetailleerde informatie bevatten over de gebruikte materialen, waardoor we in de toekomst nog steeds weten welke grondstoffen aanwezig zijn in het gebouw. Door deze gegevens te documenteren, kunnen de bouwmaterialen bij toekomstige renovaties worden hergebruikt.
• De uitrol van de digitale meter in Brussel wordt verplicht. De digitale meter biedt tal van mogelijkheden, zoals real-time inzicht in het energieverbruik, flexibele tarieven en de integratie van hernieuwbare energiebronnen. Door de versnelde uitrol kunnen huishoudens en bedrijven sneller profiteren van deze functionaliteiten waardoor het energieverbruik beter beheerst wordt. Dit zal niet alleen bijdragen aan energieefficiëntie, maar ook aan kostenbesparingen en een duurzamere energievoorziening in Brussel.
• Brussel telt heel wat mooie kerken en kloosters. Nog meer dan vandaag zullen we ons in de toekomst de vraag moeten stellen wat we doen met dit architecturaal belangrijk patrimonium. Heel wat mooie voorbeelden uit het binnen- en buitenland tonen dat een tweede leven voor deze gebouwen zeer succesvol kan zijn. We stellen daarom een inventaris op, een heus ‘kerkenplan’, en lanceren het debat over de toekomst ervan. Samen met de buurt.
• Leegstand is in onze stad nog steeds een veelvoorkomend probleem. Tijdelijke bezettingen zijn een ideale manier om hier mee om te gaan. Deze gebouwen fungeren vaak als katalysator van creativiteit en worden uiteindelijk een lokale hub voor start-ups, sociale economie en wijkwerking. Wij bouwen hierop voort en streven naar een versoepeling van de regelgeving rond tijdelijke bezetting.
• We werken aan het verbeteren van de regelgeving rond het Energieprestatiecertificaat (EPC) om beter rekening te houden met oudere woningen in Brussel. Bij het opstellen van de nieuwe regels betrekken we alle belanghebbenden, zoals het Gewest, bouworganisaties, eigenaarsverenigingen, huurdersverenigingen, enzovoort. Ons doel is om een uniforme procedure voor het verstrekken van EPC-certificaten te creëren, zodat er geen verschillende EPC-waarden zijn voor hetzelfde appartementsgebouw, afhankelijk van wie het certificaat afgeeft.
• Ook de Energieprestatie en Binnenklimaat (EPB) scores in Brussel worden verfijnd tot een nauwkeurig en helder referentiekader voor de energie-efficiëntie van gebouwen.
2.5 Smart City
Brussel moet niet de vraag stellen of het moet innoveren in nieuwe technologieën, maar wanneer. Het antwoord is: zo snel mogelijk. We mogen de aansluiting met de toekomst niet missen. Een voorbeeld hiervan is 5G, waar Open VLD zich ook voor heeft ingezet. 5G is de enige mobiele netwerktechnologie die kan voldoen aan de toekomstige maatschappelijke behoeften. Het biedt ultrasnelle mobiele breedbandconnectiviteit en een reactietijd van milliseconden, wat essentieel is voor toepassingen die directe respons vereisen. Dit maakt 5G uitermate geschikt voor sectoren als gezondheidszorg, maakindustrie, autonoom transport, robotica en virtual reality. We investeren ook in slim datamanagement om stedelijke uitdagingen aan te pakken.
We streven naar het dichten van digitale kloven op het gebied van gender, diversiteit en leeftijd. Deze gegevens gebruiken we bijvoorbeeld om het veiligheidsgevoel van ouderen en vrouwen in de openbare ruimte te verbeteren. We moedigen app ontwikkelaars aan om datagedreven meldingsystemen te ontwikkelen voor zaken als openbare netheid en verloedering van de stedelijke ruimte. Nieuwe technologische toepassingen in de publieke ruimte kunnen bijdragen aan oplossingen voor deze grote uitdagingen. Gemeenten maken begrijpelijkerwijs graag gebruik van sensoren en camera’s in de publieke ruimte om verkeersgedrag te analyseren, verkeerslichten te synchroniseren, luchtkwaliteit te meten, agressief gedrag te herkennen, efficiënter met straatverlichting om te gaan, biodiversiteit te beschermen en nog veel meer. Deze innovatieve toepassingen kunnen bijdragen aan een slimmere en duurzamere stad.
• Digitale inclusie is een prioriteit binnen een Smart City. In samenwerking met lokale actoren op het terrein, proberen we digitale ongeletterdheid actief op te sporen en nemen we deze mensen mee binnen een bijscholingstraject.
• Experimenten met technologie mogen niet leiden tot experimenten met de rechten en vrijheden van inwoners. Binnen de digitale context is het tegengaan van privacyschendingen, discriminatie, maar ook het garanderen van individuele zelfbeschikking en autonomie belangrijk. Het is van belang dat politieke besluiten over slimme stad- toepassingen niet alleen gebaseerd zijn op de vraag wat technologisch mogelijk is, maar dat ook de afweging wordt gemaakt wat politiek en ethisch gezien wenselijk is. Hierbij is het goed informeren van mensen cruciaal om een draagvlak te creëren.
We willen ervoor zorgen dat ook kleinere bedrijven maximaal kunnen profiteren van e-commerce. Vaak ontbreekt het hen aan interne capaciteiten om hun bedrijf succesvol in de wereld van e-commerce te integreren. Daarom bieden we ondersteuning aan via innovation vouchers, waarbij ze toegang krijgen tot experts op dit gebied, evenals extra opleidingen die worden aangeboden door lokale besturen en Hub.brussels. Op deze manier helpen we hen om met succes de stap naar e-commerce te zetten. We willen ervoor zorgen dat geen enkel bedrijf wordt achtergelaten en dat ze kunnen profiteren van de kansen die e-commerce biedt, ongeacht hun omvang.
2.6 Fiscaliteit en koopkracht
Ons fiscaal systeem moet zo eenvoudig, gunstig en billijk mogelijk worden georganiseerd. We kiezen voor de liberale visie om belastingen op arbeid zo laag mogelijk te houden. Werken moet belonen, niet ontmoedigen. We zijn als liberalen voorstander van belastingverlagingen, die in een moeilijke budgettaire context gericht moeten gebeuren.
Vandaag wordt het bezit van een auto belast, en niet het gebruik ervan. Dat is niet meer van deze tijd, waarin ecologische verantwoordelijkheid de norm moet worden en indien mogelijk, moet worden aangestuurd door de overheid.
Liberalen vinden elkaar in hun strijd voor lage belastingen, maar ervan uitgaande dat een overheid altijd inkomsten zal nodig hebben om haar kerntaken uit te voeren. Toch zijn liberalen het over één zaak eens en het stemt uit een overtuigd vrijheidsprincipe: een overheid kan en mag niet bepalen aan wie iemand zijn erfenis nalaat. De successierechten in de zijlijn liggen vandaag disproportioneel veel hoger dan de percentages in de rechte lijn.
Ook hebben liberalen fiscale hervormingen altijd hoog op de politieke agenda geplaatst: de verlaging van de registratierechten, halvering van de forfaitaire gewestbelasting, de afschaffing van de aanvullende agglomeratiebelasting en de invoering van de BeHome-premie.
• Dankzij de liberalen maakte Brussel als eerste gebruik van de autonomie om minder aanvullende belasting op de personenbelasting te heffen. Door een korting van 0,5% toe te passen op de gewestelijke opcentiemen op de personenbelasting kent Brussel, sinds de zesde staatshervorming, het laagste tarief voor personenbelasting van ons land. We zorgen voor een extra korting van 0,5%, wat opnieuw voor een aanzienlijke besparingen zorgt.
• De huidige jaarlijkse verkeersbelasting en belasting op inverkeerstelling bij inschrijving van een voertuig zullen worden vervangen door een intelligent kilometerheffingssysteem. Met deze maatregel belasten we het irrationele gebruik van auto’s in plaats van het bezit of de aanschaf ervan. Hoewel de afschaffing van de bestaande kosten de begroting van het gewest jaarlijks ongeveer 200 miljoen euro kost, kan een slimme kilometerheffing naar schatting minstens 400 miljoen euro per jaar genereren voor het gewest. Bovendien zullen pendelaars ook bijdragen aan het gebruik van de Brusselse wegen via dit systeem.
• Brusselaars hebben de vrijheid om te kiezen aan wie zij hun erfenis willen nalaten, en dit heeft vooral grote betekenis voor alleenwoners. Het is niet nodig dat de overheid sturend optreedt door middel van vastgestelde percentages. Wij streven naar een fiscaal systeem dat neutraal is ten opzichte van de leefvorm. Het is belangrijk dat we concurrerend blijven ten opzichte van andere gewesten op dit gebied.
• De nieuwe OESO-rangschikking geeft aan dat Belgische alleenstaanden zonder kinderen de hoogste belastingdruk ervaren van de hele Europese Unie. We pleiten voor een fiscaliteit die niet nadelig is voor alleenwoners aan de hand van een single-toets, waarmee voor elke nieuwe beleidsmaatregel eerst bekeken wordt wat de effecten voor singles zijn.
• Werken moet lonen. De laagste inkomens zien momenteel een te klein verschil met werkzoekenden. We bekijken welke werkloosheidsvallen we kunnen aanpakken.
pleiten ervoor dat de inkomensbelastingen deels betaald worden op de plek van tewerkstelling. Dit willen we doen door opcentiemen op de bedrijfsvoorheffing in te voeren en deze in mincentiemen te verrekenen op de personenbelasting.
2.7 Begroting
Een begroting op orde hebben impliceert, dat de voorspelling en controle van inkomsten, uitgaven en toekomstige investeringen goed worden beheerd. Dit betekent echter niet per definitie dat de begroting in evenwicht is. Het streven is om in de toekomst een evenwichtige begroting te hebben, waaruit blijkt dat de regering verantwoordelijkheid neemt om uitdagingen aan te pakken in het kader van een toekomstgericht financieel beleid. Het impliceert ook dat elke beslissing om af te wijken van de begrotingsdoelstellingen grondig moet worden gemotiveerd op basis van financiële en maatschappelijke impact. Daarom is minister Sven Gatz de voorbije legislatuur gestart met het implementeren van spending reviews om dit doel mee te bereiken.
De afgelopen jaren zijn belangrijke strategische investeringen, zoals Metro 3, nieuwe tramlijnen en de renovatie van tunnels, buiten de begroting gehouden, wat resulteerde in een schuldverdubbeling van ons gewest van 5,1 miljard euro in 2017 naar 11,2 miljard euro in 2022. De recente stijging van de rentetarieven heeft echter een gamechanger gevormd, en daarom moeten we actie ondernemen. Het streven naar een gezonde financiële situatie betekent dat de afrekeningen van het gewest en onderliggende instellingen nauwkeurig moeten kloppen. Dit is van belang voor het externe imago van de overheidsfinanciën van het gewest en voor de toekomst van onze stad.
begrotingstechnieken zoals voorgeschreven door de Europese richtlijnen.
• We gaan over de hele lijn aan de slag met Spending Reviews om te evalueren in hoeverre overheidsmiddelen effectief worden besteed en of de beleidsdoelstellingen worden behaald. Het is belangrijk om het monitoringsproces te verbeteren en duidelijkheid te scheppen over de mate waarin bepaalde steunmaatregelen of uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan het bereiken van deze doelen.
• We vereenvoudigen en automatiseren de financiële processen om een correcte financiële situatie na te streven, met voordelen zoals efficiëntie, nauwkeurigheid, transparantie, tijdige rapportage en kostenbesparing tot gevolg.
• Een rechtvaardige herziening van de financieringswet is essentieel om de reële economische meerwaarde van de hoofdstad en de werkelijke financiële stromen tussen de gewesten en de Brussels Metropolitan Region te erkennen. Brussel fungeert als nettobetaler aan België en genereert tevens werkgelegenheid en welvaart voor een uitgestrekt gebied. Een duurzaam federalisme is niet haalbaar zonder de juiste financiële afspraken.
• Door het implementeren van een efficiëntere werking binnen overheidsinstanties, met een vermindering van het aantal ambtenaren, streven we naar een gezondere begroting, kostenbesparingen, verbeterde productiviteit, snellere besluitvorming, betere dienstverlening en een betere focus op kerntaken. Op deze manier dragen we bij aan het verlagen van de schuld van Brussel door middel van structurele aanpassingen binnen de Brusselse ambtenarij.
• We zetten in op een meerjarenraming van het constant beleid versus de meerjarenraming van nieuwe politieke initiatieven. Het voordeel is dat het zorgt voor meer stabiliteit en voorspelbaarheid in het financiële beleid. Het stelt de overheid in staat om op een verantwoorde manier met de beschikbare middelen om te gaan en duurzaam financieel beleid te voeren. We hanteren dezelfde
• Met het oog op politieke vernieuwing moet de omvang van de kabinetten in Brussel naar beneden. We leggen een maximum vast bij de start van een nieuwe legislatuur.