Vogels voorjaar 01/2021

Page 1

VOORJAAR 01/2021

SAMEN VOOR VOGELS EN NATUUR

Landschapspijn? We pikken het niet meer!

Overlevers in de bergen Creatieve suggesties over uw schutting


De Hedwigepolder

VERDRONKEN LAND VAN SAEFTINGHE Yves Adams/Vilda


krijgt allure

TEKST LARS SOERINK

Graafmachines zijn begonnen de Hedwigepolder om te vormen tot natuurgebied. Het einde van een grimmige soap. Nederland komt daarmee ten langen leste een deel van zijn internationale afspraken na. Vogelbescherming heeft daar lang voor geijverd.

W

ie herinnert zich de Sinterklaasstorm van 5 en 6 december 2013? Weinigen waarschijnlijk. Maar de Watersnoodramp van 1953 kent praktisch iedereen, zelfs wie hem niet heeft meegemaakt. Ruim zeven jaar geleden bereikte het water een net zo dreigend niveau als in ‘53. Maar er deden zich geen noemenswaardige problemen voor. Dijken en polders worden in Zeeland gekoesterd als menselijke victorie over water en land. Dus een stuk land teruggeven aan de natuur leidde tot emotionele reacties en jarenlang touwtrekken. Toch gaan natuurwinst én waterveiligheid hand in hand. >>

VO G E LS 01/21•19


In 2021 denken we anders over waterveiligheid en over de natuur dan vroeger. We beseffen dat natuur niet alleen een eigen waarde heeft, maar ons helpt beschermen tegen de groeiende grillen van een veranderend klimaat. Dit inzicht heeft waardevolle natuurprojecten opgeleverd. Daar waar ‘natuurwaarde’ als motief niet voldoende was, maakte ‘veiligheid’ dat de ambities groot mochten zijn. In België wordt met het Sigmaplan natuurherstel gecombineerd met het klimaatbestendiger maken van het landschap. De bovenstroom van de Schelde, die in Nederland haar delta heeft, wordt zo een stuk natuurrijker. Laten we echter eens inzoomen op Zeeuws-Vlaanderen. Waar de kerncentrale bij Doel de horizon verstoort voltrekt zich momenteel een ware landschapsmetamorfose. Eeuwen geleden was dit een natuurgebied van Waddenzee-allure. En nu keert een deel van die oude glorie terug met het natuurherstel in de Hedwige- en Prosperpolder. Lang gekoesterde plannen voor een grenspark Groot Saeftinghe worden daarmee werkelijkheid en dat is bijzonder goed nieuws voor vogels en de intergetijdennatuur van de Zeeuwse Delta.

KOKMEEUW Yves Adams/Vilda

Het Sigmaplan is een project van de Vlaamse overheid dat het risico op overstromingen rond de Schelde en haar zijrivieren moet verkleinen. Het natuurherstel van de Prosperpolder maakt deel uit van dit ‘masterplan’. De Belgen pakken uit met tientallen natuurprojecten langs de Schelde en haar zijrivieren. Ook in Nederland is heel veel Scheldenatuur geofferd aan industrie, landbouw en scheepvaart. Met het teruggeven van de Hedwigepolder aan de natuur krijgt de Schelde plaatselijk weer enige ademruimte en kunnen vogels weer ergens terecht. Hoogoplopende emoties De plannen geven een flinke boost aan de rijkdom aan wilde planten en dieren die in het estuarium van de Schelde leven. In het bovenstroomse, Vlaamse, deel zullen vooral moerasvogels profiteren, in het Nederlandse deel vooral kustvogels; steltlopers zoals strandlopers en plevieren. Een schone zaak, zou je zeggen. Nederland kwam helaas net even wat minder enthousiast in actie dan de Belgen: het omvormen van de Zeeuws-Vlaamse Hedwigepolder van landbouwpolder naar natuurgebied werd een slepende kwestie met hoog oplopende emoties

KLUUT Yves Adams/Vilda

en bovendien juridisch en politiek getouwtrek. Vogelbescherming heeft, gelukkig met succes ten langen leste, een forse inspanning moeten leveren om de Nederlandse overheid te bewegen zich aan internationale afspraken te houden. Dun reepje natuur Wat ooit deel uitmaakte van het uitgestrekte Verdronken Land van Saeftinghe werd in 1904 de Hertogin Hedwigepolder en, aan Vlaamse zijde, de Prosperpolder. De natuur werd aan banden gelegd en teruggedrongen richting de Schelde tot over de zeedijk. Het stroomgebied van de Schelde werd intussen een vaarroute van wereldbelang, de haven van Antwerpen ligt ongelukkigerwijs immers niet aan zee maar aan een rivier die een paar flinke ‘drempels’ van sediment heeft. Zonder baggeren zou Antwerpen bij laag water onbereikbaar raken voor grote schepen. Wat ook al niet helpt, is dat de schepen die dit water bevaren een omgekeerde evolutie hebben: die worden groter en groter. Met steeds meer waterverplaatsing en diepgang als gevolg. De Vlaamse economie drijft op de Antwerpse Haven en dus zijn voor de Belgen de belangen groot.


In maart 2020 ging dan toch de schop – of eigenlijk: graafmachine – in de grond. De veelbesproken Hedwigepolder komt weer onder invloed van het getij. Dat is hier op de Westerschelde als gevolg van stuwing van het rivierwater hoog: vijf meter verschil tussen eb en vloed is er heel gewoon. Dat komt door het strakke keurslijf van de rivier, waardoor stuwing van water optreedt. Op de Waddenzee bijvoorbeeld is dit getijdenverschil veel minder. De enorme kracht van het getij etst in Saeftinghe een landschap met diepe getijdengeulen. Dit ‘intergetijdensysteem’ biedt een uniek leefgebied voor specialisten die zich thuis voelen tussen de tijen; sommige onooglijk klein zoals het Grays’ kustslakje. Met miljoenen kunnen ze zich ophouden in de schorren van Saeftinghe – onzichtbaar als je niet met je neus op de grond gaat om ze te zoeken. Ze zijn met zóvelen dat ze een lopend buffet vormen voor de miljoenen vogels die hier passeren. Bijtanken tijdens trek Een toekomstbeeld: visdief, bergeend, kleine plevier en kluut zijn broedvogels die al snel van de nieuwe situatie weten te profiteren. Het zijn pioniers,

BERGEEND Yves Adams/Vilda

vogels die snel een nieuw geschikt leefgebied herkennen en zich daar durven vestigen. In hun kielzog zullen ook kleine zilverreiger, kokmeeuw en bontbekplevier opduiken. Maar bovenal zal deze natuuruitbreiding een flink voedselgebied voor tienduizenden steltlopers opleveren. Zij krijgen er een stapsteen op hun trekroute bij, andere soorten een nieuw overwinteringsgebied. In voor- en najaar zullen honderdduizenden steltlopers hier weer ‘bijtanken’ op hun trek. VO G E LS 01/21•21


Op de bres voor stoere strandbroeders TEKST RENÉ DE VOS

Ze leven op de grens van zeewater en kaal zand. En dat leven is hard. Heel veel nesten van strandbroeders gaan verloren door overstromingen of onvoorzichtige recreanten. Maar afzettingen en informatie ter plekke door vrijwilligers lijken mooie vruchten af te werpen.

BONTBEKPLEVIER Astrid Kant/Buiten-Beeld

foto strand: Marc Guyt/Agami foto bord: Peter Eekelder


N

iks zo tenger en aandoenlijk als een pas uitgekomen bontbekje. Maar dit kuiken oogt dapper en zelfverzekerd. Bontbekplevier is de volle naam en het betreft een spartaanse soort. Het kleintje ploegt zijn pluizig lijfje door rul schelpenzand, kennelijk aangetrokken door een hoekig stuk hout. Het is een soort vogelhuisdakje dat aan de rand van de strandvlakte de eenvormigheid doorbreekt.

In een notendop is dit het verhaal van onze strandbroeders die het de laatste jaren zwaarder dan ooit hebben. Als pionierende soorten zijn ze wel wat gewend: kale, stuivende kuststroken, geen knus, zacht nest, maar een simpel kuiltje in het zand. En altijd het gevaar van vertrapte eieren of kuikens als recreanten komen zonnen of uitwaaien. Of, minstens zo vernietigend, de combinatie van storm en hoog water die al wat niet kan vliegen wegvaagt.

– medeschuldig aan dat warmere, onstuimiger klimaat – niet prompt iets doen, maar aan dat tweede – verstoorde en vernielde nesten – des te meer. Dat gebeurt ook sinds twee jaar; in het project Strandbroeders van Vogelbescherming. Daar passen dus die half ingegraven vogeldakjes in, geplaatst door gedreven vrijwilligers. Een simpel en effectief beschermingsinstrument; een veilige plek voor een kuiken om te schuilen en zich te vérschuilen. Een mooi draagvlak Strandbroeders zijn meesters in camouflage. Zelfs een doorgewinterde vogelaar kan het gebeuren dat hij

nietsvermoedend op een nest eieren trapt. De badgast die het overkomt heeft het niet eens in de gaten. Maar er zijn ook opzettelijke vernielingen. WetlandWacht Thom de Bruijn heeft zo’n akelige ervaring. Hij is een van die vrijwillige beschermers in het project Strandbroeders. Zijn gebied is zo’n twintig kilometer zuidoever van de Oosterschelde. “Schoolkinderen ontdekten een bontbekpleviernest. Ik werd gevraagd het gebied te bewaken; we hebben het afgezet met linten. Maar een dorpsbewoner was het niet eens met die belemmering en kondigde aan het nest te zullen vernielen. Ik heb het uiteindelijk niet kunnen voor-

Vogeldakjes Ze hebben het veranderende klimaat niet mee, strandbroeders als bontbekplevier, strandplevier en dwergstern: meer verwoestende stormen en meer strandgasten. Aan de eerste bedreiging kunnen wij mensen

VOG E LS 01/21•23


komen. Dat is een rel geworden en heeft veel media-aandacht gekregen. Achteraf heeft het onze zaak goed gedaan; we hebben veel sympathie van het publiek gekregen. Een mooi draagvlak; afgelopen jaar hadden we twee succesvolle nesten en zijn er vijf jongen uitgekomen. Strandwandelaars zijn heel geïnteresseerd in ons werk en ook hondenbezitters tonen begrip.” Afgezet broedgebied Soortgelijke positieve ervaringen heeft Henk Walbroek die als vrijwilliger de Tweede Maasvlakte in de gaten houdt. Hij heeft gevaren vroeger, dus

‘het water blijft trekken’. Al heel lang is hij gedreven zeetrekteller. En sinds twee jaar ook strandbroederbeschermer. “Op Tweede Pinksterdag belde een boa, ook een beschermer, dat er nesten van dwergsterns en bontbekplevieren waren ontdekt. We hebben toen in allerijl linten en palen geregeld en de boel afgezet. Want het is best een druk stukje, met heen en weer lopende kitesurfers, wandelaars en mensen met honden. Bijzonder eigenlijk dat die vogels hier toch gingen broeden. Uiteindelijk hebben we zo’n kleine veertig territoria van de dwergstern waargenomen.” Met het publiek heeft Walbroek overwegend prettige ervaringen: “Mensen zijn geïnteresseerd in wat je doet en waarom ze daar niet mogen lopen. Als je het uitlegt vinden ze het hartstikke leuk en is het omlopen, of het aanlijnen van de hond geen probleem meer.” Toch kreeg hij een flinke tegenslag te verwerken; op 6 juli vaagde een storm met springtij alle nesten weg. “Ik ben ’s avonds nog wezen kijken. Gelukkig waren de kuikens al zó groot; ik denk dat de meeste het wel hebben gered.”

foto: Peter Eekelder

Ook vogelwachter voor strandbroeders worden? Ga naar vogelbescherming.nl/vacatures > vrijwilligerswerk

foto strand: Hans Aarden

Strandbroeders op broedstranden Margot van der Meulen heeft het grootste deel van haar werkzaam leven als chemicus onderzoek gedaan naar de bodemgesteldheid in het duingebied. In het verlengde daarvan werd ze vrijwilligster in de rol van duinconsulente. En vervolgens binnen het


BONTBEKPLEVIER Paul Hobson/Nature In Stock

project Strandbroeders weer onderzoekster: langs het Verklikkersstrand bij het Zeeuwse Burgh-Haamstede speuren waar nesten zijn en met hoeveel jongen. “Praatjes maken met nieuwsgierigen is niet zo mijn ding”, zegt ze. “Maar ik merk wel dat zo’n afgezet gebied met nesten goed is voor draagvlak bij het publiek. Binnen zo’n afzetting gedragen de vogels zich vrijer en kunnen de mensen ze goed zien. Dat werkt wel, hoor. Maar mijn ideaal is dat we naar complete broedstranden toegaan.”

Marije Kuiper, beleidsmedewerker Natuur bij Vogelbescherming, trekt het project Strandbroeders. “Om strandbroeders op openbaar toegankelijke plekken te beschermen heb je veel betrokkenheid nodig; van vrijwilligers maar ook van alle gebruikers van een strand, dijk of schor. Ieders hulp is nodig om ‘onze’ leefomgeving te delen met vogels. Soms moet je dan op het strand om een omheining heen lopen, of een andere route nemen om je hond uit te laten. Die vrijwilligers zijn een onmisbare schakel om de vogels onder de aandacht te brengen.”

U GAF GUL Veel van de genoemde maatregelen en acties zijn te danken aan extra giften van leden van Vogelbescherming. Strandbroeders helpen kan nog steeds, graag zelfs!

VOG E LS 01/21•25


J U N IOR

Lok samen met de (klein)kinderen vogels naar de tuin en ontdek wat tuinvogels lekker vinden en hoe ze zich gedragen. Kijk daarna op beleefdelente.nl om te zien wat er bínnen, in een vogelnestkast, gebeurt.

I

KOOLMEES EN GROTE BONTE SPECHT Hans Aarden

In februari zijn de meeste bessen wel op en is het vaak nog te koud voor insecten en andere beestjes die de vogels graag eten. Het gevolg: ze hebben honger! Bedenk daarom samen met de (klein)kinderen verschillende manieren om ze te voeren. Leuke ideeën zijn: • Een pindaslinger rijgen. Tip: maak eerst met een prikpen gaatjes in de pinda’s. • Een schone voerplek op de grond maken met bijvoorbeeld halve rotte appels of peren en rozijntjes. • Een oud kopje vullen met gesmolten frituurvet, laten afkoelen en aan het oortje ophangen. • Vogelpindakaas aan een boomstam smeren. • Een zak strooivoer kopen en op verschillende plekken uitstrooien; op het gras, onder de heg, onder de tafel, op de tafel en wat je maar bedenkt.

Wat eten verschillende vogels, en waar?

TEKST JEANET VAN ZOELEN

Vogels buiten én binnen bekijken Kijk samen welke vogels erop afkomen en hoe ze zich gedragen in de tuin. Een verrassing: mezen komen op de pindaslinger, vinken blijven op de grond, de roodborst onder de heg en de merel probeert de houtduif te slim af te zijn met het fruit! Wat zien jullie nog meer?

Wat doen vogels ín hun nest(kast)? Haal dan laptop, tablet of telefoon tevoorschijn en ga (rond 1 maart) naar beleefdelente.nl om de vogels ook eens te bekijken als ze in hun nest(kastje) zijn. Wat een wonder. U en de kinderen kunnen live zien wat een broedende steenuil of ooievaar de hele dag doet, hoe een ei uitkomt, wat de jonkies eten en hoe de jonge koolmeesjes uiteindelijk uitvliegen. En wie weet bij u in de tuin komen eten.

VOG E LS 01/21•57


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.