LENTE 02/2021
SAMEN VOOR VOGELS EN NATUUR
‘s Werelds mooiste meeuwen
Lente: blaten, kwaken, hoempen Nico’s gewiekste vogelgids
Klinkt daar écht een vogel? TEKST RUUD VAN BEUSEKOM
Ratelende kikkers, blatende geiten, hoempende scheepshoorns. Exotische vogelgeluiden zijn niet voorbehouden aan de tropen. Ook in Nederland is een potpourri aan zonderlinge audiocreaties te horen.
SPREEUW Daniele Occhiato/Agami
VO G E LS 02/21•11
SPRINKHAANZANGER Michel Geven/Buiten-Beeld
Z’n naam zegt het al: het geluid van de sprinkhaanzanger lijkt erg op dat van een sprinkhaan.
I
n het zalige zanggeweld van merels, zwartkoppen, nachtegalen en vele andere soorten zangvogels horen we ook vogelgeluiden die ons verbazen, opwinden of op het verkeerde been zetten. Is dat nu een krekel, een sprinkhaan of een kikker? Is dit überhaupt wel een dier? En hoor ik daar een blatende geit? Een scheepshoorn? Vogelzang is een van de meest gewaardeerde aspecten van de natuur en specifiek van de vogelwereld. Wie wordt er nou niet blij van de eerste zingende merel in de nawinter? Het markeert het naderende voorjaar, hoort bij de dagen die steeds langer worden. Tijd om uit onze holen te komen! In de loop van de lente wordt het steeds drukker met vogelzang, tot het in april en mei in vooral moeras, bos en duin een kakofonie van jewelste is. Waarna de variatie en intensiteit van de zang
uitdooft in de loop van juni en juli, als de dagen weer gaan korten. Het broedseizoen is voor de meeste vogels voorbij, het markeren met zang van een territorium of nestplaats is niet meer nodig. Bijna alle vogels trekken zich terug om oude veren af te schudden en nieuwe aan te meten. Andere houden het voor gezien en trekken weg, sommige al direct naar Afrika. Welk geluid een vogel ook maakt, het heeft altijd een functie. Allereerst moet het herkenbaar zijn voor soortgenoten. Juist dat maakt dat wij mensen, tot plezier van vogelaars, het ook kunnen herkennen. Hoewel dat soms wel moeilijk is; het onderscheid tussen zwartkop en tuinfluiter bijvoorbeeld vereist enige ervaring. Vrouwtjes aantrekken Geluid brengt informatie over. Daarom hebben de meeste soorten vogels ook veel verschillen-
de geluiden. Zang bijvoorbeeld; dat markeert meestal een territorium of nestplek en is vooral bedoeld om vrouwtjes aan te trekken en rivaliserende mannetjes af te schrikken. Vogels roepen ook; zo houden ze contact met familieleden of groepsgenoten. Dat is vooral belangrijk tijdens de trek, zoals voor koperwieken in een donkere nacht. Of bij het zoeken naar voedsel; voor een mezengroep in het bos bijvoorbeeld. WATERSNIP Markus Varesvuo/Agami
Veel vogels gebruiken ook een alarmroep, zoals wanneer een sperwer opduikt. Van heel goed bestudeerde zangvogels zoals de koolmees is bekend dat er nog veel meer belangrijke, soms heel gedetailleerde, informatie wordt overgebracht; zoals over de gezondheid van de vogel, hoe oud en ervaren hij is, of het een buurman betreft of niet en nog veel meer. Wij hebben voor ons eigen gemak de vogelwereld onderverdeeld in zangvogels en niet-zangvogels. Zangvogels hebben geen stembanden maar een syrinx. Dat is een orgaan dat bestaat uit twee luchtzakken die onafhankelijk van elkaar geluid kunnen produceren. Bij zingende spreeuwen kun je dat heel goed horen. De syrinx stelt nachtegalen, merels en boomleeuweriken in staat ongelooflijk fraai te zingen, op een manier die mensen meestal ontroert.
De watersnip duikt omlaag in een schuine baltsvlucht, waarbij deze veren gaan vibreren en geluid maken. Hieraan dankt de watersnip een volksnaam: hemelgeit. Klepperen Er zijn meer vogels die mechanische geluiden maken. Spechten natuurlijk: het roffelen van spechten op een tak, dat dezelfde functie heeft als zang. Elke spechtensoort roffelt ook weer anders. Verwar roffelen echter niet met het ‘snavelkloppen’ op takken en stammen, als spechten voedsel zoeken. Het klepperen van ooievaars – ook met de snavel – is een ander bekend mechanisch geluid, dat gelukkig op steeds meer plekken in Nederland is te horen. >
Zoekt u een vogelgeluid? Beluister ze via de online vogelgids van Vogelbescherming. De ‘hemelgeit’ vindt u via vogelbescherming. nl/watersnip.
Sommige zangvogels zijn in de evolutie een andere weg ingeslagen. De snor en de sprinkhaanzanger bijvoorbeeld produceren beide een lang aangehouden ratel. Die van de snor lijkt op een te lang aflopende kookwekker en die van de sprinkhaanzanger op een – juist! – sprinkhaan. De verwante krekelzanger zingt als een cicade! Dit type zang associeer je niet direct met een vogel. Imitaties Onder zangvogels vind je ook meesterlijke imitatoren. Veel soorten doen de geluiden van andere vogels na. De bosrietzanger doet vrijwel niet anders. Spreeuwen en kraaiachtigen als de gaai zijn zelfs in staat om geluiden van zoogdieren of mechanische geluiden te produceren. Spreeuwen kunnen heel goed blatende lammetjes nadoen. Het geluid van een lammetje of jong geitje hoor je ook bij de baltsende watersnip. Hier is alleen iets heel anders aan de hand; het geluid is geen imitatie, maar lijkt er toevallig op. Het wordt geproduceerd door de buitenste staartveren. Die zijn afwijkend van vorm, iets gedraaid. KLEINST WATERHOEN Aurélien Audevard/Agami
VO G E LS 02/21•13
De hooivogel, boek van grutto-kenner Gerrit Gerritsen
Het verlangen naar grutto TEKST NADJA JANSMA
Als er iemand grutto in zijn dna heeft, is het Gerrit Gerritsen. Zijn hele leven heeft hij aan de bescherming van onze nationale vogel gewerkt. Nu is er het boek dat hij móest schrijven: De hooivogel. Waarom de grutto uit Nederland vertrekt . Gerrit, je bent een halve eeuw als teller, ringer, onderzoeker en beschermer voor de grutto bezig. Je hebt bij de provincie Overijssel gewerkt en bij Vogelbescherming en bent net met pensioen. Waarom heb je dit boek geschreven? “Ik wil graag laten zien hoe boeiend de grutto is, wat ík er mooi aan vind en hoe hij me bezighoudt. Het verlangen naar grutto’s in het voorjaar bijvoorbeeld: ik schrijf in het boek dat ik elke nieuwjaarsdag aan het aftellen ben tot rond 10 februari de eerste grutto’s aankomen bij ons in de IJsseldelta. Met dit boek hoop ik ook een bijdrage te kunnen leveren aan het urgentiebesef. Er is veel te veel tijd verloren gegaan. Misschien is het zelfs al te laat om de grutto te behouden.” Hoe heb je het boek opgebouwd? “Het gaat deels over de reizen die ik heb gemaakt. IJsland, Finland, Spanje, Portugal en Senegal zijn landen die ik heb bezocht voor onderzoek naar de grutto. Ik benoem ook de problemen die de grutto ondervindt, gekoppeld aan maatschappelijke ontwikkelingen, zoals veranderingen in de landbouw
en de toename van predatoren. En ik zoom in op het beleid van de overheid en de zuivelsector in de afgelopen decennia. Bij de grutto weten we allang feilloos waar de sleutel tot de oplossing ligt, maar door traagheid en bureaucratie lukt het niet. Er zitten ook persoonlijke dingen in: hoe het verdwijnen van de grutto me raakt. Ik noem het ‘weidewoede’, een ernstige vorm van landschapspijn.” Hoe zie je de toekomst van de grutto in Nederland? “Op IJsland heb ik de grutto in zijn oorspronkelijke habitat gezien, zoals hij vroeger ook in Nederland leefde: in natte zeggemoerassen. Hij heeft zich in ons land aangepast aan hooilanden – vandaar de titel – en nu moet hij zich weer aanpassen aan de raaigrasakkers die er overwegend zijn. En dat blijkt teveel gevraagd. Daarnaast is de grutto zich aan het verplaatsen; het blijkt dat hij in Scandinavië en Rusland steeds noordelijker broedt. Misschien kan de grutto zonder Nederland, maar kunnen wij wel zonder de grutto? De lezer mag zelf de balans opmaken.” GRUTTO David Peskens/Nature in Stock
De Hooivogel; Uitgeverij Noordboek. 256 pagina’s. 22,50 euro. Te bestellen via uw lokale boekhandel. Verschijnt in mei.
‘Het verdwijnen van de grutto raakt me persoonlijk; ik noem het weidewoede’ - Gerrit Gerritsen
VOG E LS 02/21•51
W
dief
Bu
r e d z i vs . es en p
De buizerd is de meest algemene roofvogel van Nederland . ‘Verre neef’ de wespendief kan op een buizerd lijken, maar is een stuk schaarser. Beide soorten hebben bovendien een variabel verenkleed . Met een geoefend oog kun je ze uit elkaar houden .
Vrijwel evenwijdig brede vleugels
BUI ZER D
Kopvorm Vrij korte staart
Gratis vogelherkenningscursus
Vogelbescherming biedt online voor beginnende vogelliefhebbers gratis herkenningscursussen aan. Surf naar vogelbescherming.nl/ vogelcursus
BUIZERD Marcel Langelaan/BB WESPENDIEF Wim van Barneveld
B
uizerds zijn het hele jaar door aanwezig en vrijwel overal in Nederland aan te treffen. Bekend zijn de vogels die geduldig op paaltjes zitten te wachten tot een prooi zich aandient – dat zijn meestal muizen. Als ze rondvliegen maken ze vaak een ‘miauwend’ geluid. Broeden doen buizerds vooral in het buitengebied waar meer dan een paar bomen bij elkaar staan. De wespendief is een zomergast. Bij ons aanwezig van begin mei tot in september. Tussendoor leven ze in Afrikaanse regenwouden. Het zijn stiekeme broedvogels van grote bossen. En, zoals de naam al suggereert, ze leven voornamelijk van wespenlarven, aangevuld met soms een muis, een jonge vogel en wat vaker nog een kikker.
‘Jizz’ Hoe beter u de buizerd kent, hoe eerder u de wespendief herkent. Probeer u zelf daarom bekend te maken met de variatie in het verenkleed van buizerds (zie kader). Bijvoorbeeld in de periode dat hier geen wespendieven zijn. En let daarbij vooral ook op de ‘jizz’ als ze vliegen, dat wil zeggen hoe de vogels overkomen qua grootte en vorm. De relatieve lengte en vorm
WESPENDIEF
Kopvorm
VOGE LS H E R KE N N E N
Streping, polsvlekken
TEKST GERT OTTENS
Lange staart met 2-3 duidelijke banden
Lange vleugels van staart en vleugels, en de vorm van de kop zijn hierbij belangrijk. Het valt dan op dat buizerds enigszins compacte roofvogels zijn, met brede vleugels en een korte staart. Zoek de verschillen Wespendieven hebben in vlucht vooral langere vleugels en een langere staart. Die staart is even lang als de vleugels breed zijn en oogt ‘vol’, vooral wanneer die gespreid is. De staart kantelt vaak, als bij een wouw. Daarnaast zijn buizerdvleugels meer evenwijdig breed, en bij een wespendief meer rond of ‘roeispaanvormig’. Jonge wespendieven hebben overigens een meer S-vormige achterrand van de vleugel en lijken wat meer op buizerds. Ook steekt de kop bij wespendieven meer uit, en wordt hij vaak opgericht in vlucht. Het lijkt dan bijna alsof de vogel over zijn schouder kijkt. Al cirkelend houden wespendieven de vleugels iets naar beneden gebogen. Bij buizerds vormen de vleugels in vooraanzicht juist een ondiepe ‘v’. Wespendieven hebben bovendien een wat langzamere, soepeler vleugelslag dan buizerds.
Variatie in verenkleed
BUIZERD Michel Geven/BB
WESPENDIEF Markus Varesvuo/Agami
Beide soorten zijn erg variabel wat het verenkleed betreft, van bijna wit tot chocoladebruin. En vooral bij wespendieven zijn er ook verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes en de leeftijden. Het belangrijkste onderscheid tussen buizerd en wespendief is de streping van onderen en op de staart. De staart van een wespendief heeft altijd een donkere eindband met één of twee duidelijke banden dichter bij het lichaam (ook zichtbaar van boven). De ondervleugels van wespendieven zijn verder vrijwel altijd zwaar gestreept met meestal twee duidelijk ‘polsvlekken’. Daarnaast hebben mannetjes wespendief een egaal grijze kop. VOGE LS 02/21•57
J U N IOR
n e k a m e j t n i Een geveltu Een geveltuintje is een beetje groen met bloemen of bessen tegen de voorgevel van uw huis. Het geeft uw huis een prachtige aanblik en is goed voor insecten en vogels, want écht alle beetjes helpen. Doe het gezellig en veilig samen met de (klein)kinderen in de gezonde buitenlucht. Vaak kan het prima op anderhalve meter afstand.
gemeente hoe diep een geveltuintje mag zijn (dus kijk even op de website van uw woonplaats), maar bijna overal mag het in elk geval de diepte van één vierkante stoeptegel hebben. Sommige gemeenten gaan een stap verder. Die leggen de geveltuin voor u aan (minus de beplanting) en halen de stoeptegels op. Ideaal natuurlijk.
Paar stoeptegels eruit
Zand eruit, tuinaarde erin
Om een geveltuintje te maken, haalt u een paar (of een hele rand) stoeptegels weg langs de voorzijde van het huis. Als het gemeentegrond is, bewaar de tegels dan voor de zekerheid, of zet ze rechtop als afscheiding van de geveltuin. Het verschilt per
Graaf de laag zand die onder tegels lag weg tot ongeveer 30 centimeter diep en vul het gat met biologische tuinaarde. Als u veel tegels weghaalt, kan dat best een hoeveelheid zand opleveren. Misschien heeft u er een bestemming voor elders in de
foto: Sjon Heijenga/Buiten-Beeld
tuin – mooi moment om ook een zandbak aan te schaffen? – en anders kan het naar de stort.
TEKST JEANET VAN ZOELEN
en . n ge ve ltu in tj e m ak ee en er d in )k in le om . Sa m en m et d e (k en d e m er el in d e bo ng zi n ee et m je et Le kk er in he t zo nn u he en ve rg et en . om s le al en en et D at is ge ni
Aanplanten Als de bodem goed is, kunt u gaan planten. Dat is het leukste werkje voor kinderen. Gaatje graven, vol water laten lopen, plantje met de wortels lekker door het water wapperen en dan weer aanvullen met grond. Is de gevel op het zuiden, kies dan soorten die in de zon gedijen, zoals lavendel, tijm, vlinderstruik of klimroos. Is de gevel op het noorden, kies dan schaduwsoorten, zoals biologische bloembolletjes, vrouwenmantel, helleborus, vuurdoorn of bosrank (clematis).
VOGE LS 02/21•55