De thuisplek voor kort vreemd proza - No.7
“Het gaat beter als ik het verhaaltje zichzelf aan mij laat vertellen” Toen de Vorlesebühne begon, was daar Sylvia Hubers. En ook nu is zij regelmatig te beluisteren bij de Vorlesebühne. Hoewel zij bij sommigen bekender is als de eerdere staddichter van Haarlem, heeft zij laatst een bundel uitgebracht met 268 korte vreemde miniatuurtjes: “Hier moet ik ingrijpen”. Een bundel om zonder omwegen vrolijk van te worden. Om dat te
Ze mogen in mijn tenen 20 februari 2016 MOLEN DE STER
vieren vindt u in dit nummer een interview met de dame die in haar stukjes regelrecht de vinger op de rare plek legt en de lezer vaak in ontroering achterlaat. Daarnaast in dit nummer al een aantal van die korte vreemd prozaatjes, over werelden, god, de tijd, zin, gelukkig, niets en plezier. Als u meer wilt: dat is mogelijk. In februari is Sylvia weer bij de Vorlesebühne.
Het lange verhaal tussen de korte vreemde proza’s Het korte aan het kort vreemd proza van de Vorlesebühne is soms relatief. Soms is het ook langer. Wanneer het bijvoorbeeld om sprookjes gaat moet er ruimte zijn om een andere wereld te scheppen. Dat biedt jou, de lezer, de kans om die wereld in uw geest te herscheppen. Dat is hard werken, zeker als we de plotse plotwendingen van de vreemde sprookjes tegenkomen. Het biedt jou ook de kans om je nog even langer te verbeelden dat je een prins of prinses bent, om de wolf aan de lijn te houden, om een walrus te aanschouwen, om de dood na te tekenen, om je bloot te geven, om de tijd te bellen of om gewoon ongehoord plezier te hebben. En als je in januari, februari of maart ook bij de Vorlesebühne komt, horen wij graag hoe het je vergaan is. De Vorlesebühne www.kortvreemdproza.nl