De Vorlesebühne No. 8 April 2016

Page 1

De thuisplek voor kort vreemd proza - No.8

De geur krijgt u er gratis bij

Elke dag opnieuw mag u kostenloos snuffelen aan de mensen in de bus en op kantoor met hun heerlijke lichaamsgeuren. En dan uw eigen geur, ook die heeft u er gratis bij gekregen. Allemaal het werk van vele kleine vrijwilligers op en in uw lichaam waar u geen weet van hebt. Wat zou u nou eens terug kunnen doen?

Met andere woorden: de Vorlesebühne strijkt opnieuw in De Brakke Grond in Amsterdam neer. Dit keer met Kasper C. Jansen, oude bekende van de Vorlesebühne en vlijmscherp fileerder in De Snijtafel, Carmien Michels, verhalenvertelster, recent Nederlands kampioen Poetry Slam en romancier met haar tweede roman Vraag het aan de bliksem. Eva Herman, korte verhalen-, liedjes- en poëzieschrijfster net niet uit Antwerpen maar wel uit Kapellen, Jan Veldman, Groninger toneelschrijver voor o.a. RO Theater, het Zuidelijk Toneel en Orkater, en Bernhard Christiansen, drijvende kracht achter het Nederlandse korte vreemde proza. De muziek komt van Ellen Schoenaerts, de Vlaamse zangeres die volgens de NRC songs met kloten maakt. Reserveer. De geur krijgt u er gratis bij.

Brakke Grond, vrijdag 20 mei. 20.30 uur.

Aan-een-ge-sloten Bekruipt u ook wel eens het gevoel dat het niet helemaal aansluit? Uw huidige baan heeft vast iets te maken met uw vorige baan. Maar heeft het boek dat u nu leest iets te maken met het boek dat u daarvoor gelezen hebt? En was het eten wel lekker maar ging de voorstelling daarna opeens over koningen die dood gaan en blijkt na thuiskomst die wereld helemaal niet te bestaan? Gelukkig is daar de Vorlesebühne om het weer aan te laten sluiten. Geen hakken op takken, schuivende panelen of appels na peren en God verhoede ander fruit, maar één zuivere draad waarin korte verhalen worden samengesmeed tot één heldhaftig epos waarin de mens opstaat in al zijn gebreken en kwetsbaarheid. Deze uitgave gidst u naar meer aansluiting. Voor volledige aansluiting wordt u aanbevolen tenminste maandelijks de Vorlesebühne te bezoeken. De Vorlesebühne www.kortvreemdproza.nl


DE LENTE VAN DE VORLESEBÜHNE Minutieuze munitie van

De tweede dimensie, een

het ambivalente amfibie

onderschat perspectief

We kwamen uit het water gekropen omdat we dachten dat we iets te zoeken hadden op het land. En dat hadden we: we zochten en vonden overal Ruzie. Ruzie, die we eerst met onze behaarde vuisten en toen met onze kale kogels uit gingen vechten. Ja! Wij streefden naar het beste dat we uit de omstandigheden los konden peuteren met ons verstand. met: Thomas Verbogt, Ingmar Heytze, Helena Hoogenkamp, Sylvia Hubers, Willem Bongers-Dek. Muziek: Lauw (Myrle & Ella & Yana Liza)

Het kan niet op in de wereld van de dimensies. Groter! Beter! Méér! Méér! De jacht op de dimensies houdt de gemoederen bezig. Vijf, zes, zeven, misschien wel duizend. Met weemoed denken wij terug aan de tijd dat wij nog pannenkoeken waren. Allemaal even plat, nooit de een onder de een en de ander boven de ander. Wij hoefden niet omhoog en omlaag en we waren allemaal goed voor elkaar. met: Maud Vanhauwaert, David Troch, Jeroen Boone, Sylvia Hubers, Bernhard Christiansen, Muziek: De anale fase

De geur krijgt u er gratis bij

De positieve aanpak dan maar?

16 april Molen de Ster, Utrecht

20 mei De Brakke Grond, Amsterdam 21 mei Molen de Ster, Utrecht Elke dag opnieuw mag u kostenloos snuffelen aan de mensen in de bus en op kantoor met hun heerlijke lichaamsgeuren. En dan uw eigen geur, ook die heeft u er gratis bij gekregen. Allemaal het werk van vele kleine vrijwilligers op en in uw lichaam waar u geen weet van hebt. Wat zou u nou eens terug kunnen doen? met: Kasper C. Jansen (Amsterdam), Noortje Sanders (Utrecht), Carmien Michels, Eva Herman, Jan Veldman, Bernhard Christiansen. Muziek: Ellen Schoenaerts

27 april deBuren, Brussel

4 juni Filmhuis Oosterbeek en 11 juni Molen de Ster, Utrecht

Alles hebben we geprobeerd. Alles. We hebben elkaar stukgeschoten, lekgesneden, verrotgescholden. Rotte vis over elkaar uitgestort. Iemand riep: Maar zo moet het niet! Je moet aardig doen! Tegen elkaar! Onze bekken vielen open. We probeerden het en raakten beduusd van het resultaat. met: A.L. Snijders, Wim Noordhoek, Ariadne Verstegen, Sylvia Hubers, Bernhard Christiansen, Bianca Hendriks. Muziek: Heug


V O R L E S E B Ü H N E

A U S L E S E

Moeder! De oven!

Lindner had zich opgeknoopt aan de gordijnen, maar het was niet helemaal gelukt. De gordijnen waren gescheurd en de rail was naar beneden gekomen. Toen zijn moeder thuiskwam, vond ze een enorme troep en Lindner in een wanhopige toestand met het gordijn om zijn nek, almaar ‘Ik wil dood! Ik wil dood!’ roepend. De toegesnelde dokter constateerde: ‘Acute en mislukte suïcide u hebt geluk gehad mevrouw, dat het niet zo’n handige jongen is. Een beetje doe-het-zelver had er meer van gemaakt. Let u een beetje op deze jongen want zulke jongens proberen het vaak nog een keer. Sterkte mevrouw en tot ziens maar weer.’ ‘Dag dokter.’ Vanaf dat moment was Lindners moeder enorm op haar hoede. Alle langwerpige soepele voorwerpen werden het huis uit gegooid. Stukken touw, sjaals, overhemden met lange mouwen, snoeren van technische apparaten, de overgebleven gordijnen enzovoort. Lindner mocht zelfs geen veters meer in zijn schoenen dragen en zijn moeder kocht speciale gespenschoenen voor hem. ‘Maar moeder!’ riep Lindner, ‘Vele mensen plegen zelfmoord in bad met scheermesjes, zoiets behoort ook voor mij tot de mogelijkheden.’ Moeder liet het bad slopen en schonk alle messen en scheermesjes aan het Leger des Heils. Voor de zekerheid de vorken ook. ‘Nou, dan trek ik gewoon een zak over mijn kop. Net zo makkelijk.’ ‘Alle zakken de deur uit!’ riep zijn moeder en daar gingen alle zakken, van de vuilniszakken tot de boterhamzakjes, de stofzuigerzakken, plastic tassen en op het laatst de emmers ook maar. ‘Moeder! De oven!’ Moeder staarde naar die goeie ouwe Atag die ze indertijd nog samen met haar lieve man zaliger had gekocht. ‘Ik kan met mijn hoofd -’ Mijn zoon of de oven, ging het gedurende een tiende seconde door haar heen. Toen Lindner die lichte twijfel zag in de ogen van zijn moeder, zijn bloedeigen moeder, sprong hij uit het raam. Sylvia Hubers In het museum van de gemartelde schrijvers werden martelscènes tentoongesteld met behulp van wassen beelden. Volgens de tentoonstellingstekst waren alle grote schrijvers ooit in hun leven gemarteld. Ik stond stil bij een beeld van Bernlef, die voorovergebogen aan een tafel zat. Zijn borstkwabben waren met ijzeren pennen vastgeklonken aan het tafelblad. De echte Bernlef stond er naast en schuddebuikte van het lachen. Het hoorde er allemaal bij, zei hij. Je moest wat overhebben voor de kunst. En na een paar jaar vergat je vanzelf weer hoeveel pijn het deed. Al met al was het een bevrijdende ervaring geweest en als ik ooit de kans kreeg me te laten martelen in naam van de kunst, dan moest ik dat zeker eens proberen. Gerda Blees

Mannen met extra’s

Ik val op mannen die iets extra’s hebben. Iets dat uitstijgt boven het normale. Mannen die extreem dik zijn. Of een paar tanden missen. Mannen die scheel kijken of mannen met een aparte lichaamsgeur. Ik durf ze alleen niet aan te spreken. Omdat ik zo normaal ben. Zo nietszeggend. En ik praat zo zacht. Meestal verstaan ze me niet. Liesbeth Mende


Het huilende monster Ik ken een monster dat alleen maar huilt. Zijn vacht is altijd nat van de tranen. Hij zegt niks. Hij huilt alleen maar. Soms stilletjes. Dan staart hij voor zich uit en rollen er langzaam ronde bolletjes water uit zijn ogen. Soms brult hij het uit. Hij knijpt zijn ogen dicht, gooit zijn mond met scherpe tanden wijd open en jankt de longen uit zijn lijf. Ik word bang van hem als hij op die manier huilt. Ik heb liever dat hij stilletjes huilt. Dan ga ik tegen hem aan zitten en knuffel hem. Ik ontmoette hem op de kermis. Ik zat in een botsauto naast mijn broer. Leuk was het niet, want mijn broer knalde overal met een rotvaart tegenaan. Ik werd er misselijk van. Aan de kant stond iemand te kijken. Iemand met heel veel haar en rood doorlopen ogen. Na afloop ging ik naar hem toe. Hij was iets kleiner dan ik. Zijn vacht zat vol met klitten. Uit zijn neus hingen slierten snot. 'Wat is er?' vroeg ik. 'Ben je alleen?' Het monster begon harder huilen, dus ik dacht dat hij zijn moeder kwijt was. Klodders snot dropen op de grond. Ik pakte zijn hand vast en we liepen de hele kermis af. We zochten tot we zere voeten kregen. Toen we stonden uit te blazen voor de suikerspinnenkraam, kwam mijn broer me halen. Het was tijd om naar huis te gaan. De volgende dag ging ik terug naar de kermis. Het monster stond precies op dezelfde plaats bij de suikerspinnenkraam. Hij stond nog steeds te huilen. Ik nam hem mee naar huis. Nu zit hij hier in mijn kamer op mijn bed. Ik heb vannacht geen oog dicht gedaan door dat al dat gehuil. Ik heb gevraagd of hij iets wil eten of drinken. Stroopwafels, boterhammen, bananen, aardappels. Wat eet een monster? Niks wil hij hebben. Doodstil zit hij op mijn bed. Ik vraag hem van alles. 'Wil je in bad?

Wil je mijn oma ontmoeten? Wil je een film zien? Springtouwen?' Ik heb de radio aan gezet en ben gaan dansen. Hij keek en stopte voor een halve minuut met huilen. Ik begin het behoorlijk beu te worden, die jankende haarbal op mijn bed. Mijn dekens zijn drijfnat van de tranen. Ik heb geen zin meer om met hem te knuffelen. Ook niet als hij stilletjes huilt. Ik zeg: 'Luister! Zie je die deur daar? Als je niet ophoudt met huilen ga jij door die deur naar buiten. Dan moet je weg! Hoor je me?' Hij jankt maar door. Hij reageert niet eens. Heb je ooit zoiets meegemaakt? Ik zeg: 'Hee monster, luister. Wil je soms dat ik een hekel aan je krijg? Ik probeer je te helpen, ja. Maar het enige wat jij doet is huilen.' Ik probeer hem van mijn bed af te duwen, maar hij is zo zwaar als een blok beton. Wat kan ik nog meer doen? Ik heb zo mijn best gedaan, maar ik heb het blijkbaar niet in me om een monster te redden. Ik plof op de grond. Ik voel me zwaar en moe en de tranen rollen over mijn wangen. Ik huil met hoge piepgeluiden. En dan ineens voel ik twee zachte behaarde armen om me heen. Ik hoor een zacht gebrom. Het monster drukt me stevig tegen zich aan. We huilen samen. Ik verstop mijn gezicht in zijn doorweekte vacht. Ik huil totdat ik buikpijn heb en mijn tranen op zijn. Het monster laat me los. Hij loopt naar de deur, zwaait nog een keer en dan is hij weg. Ik denk: er is niks mis met een potje lekker huilen. Snel loop ik naar mijn raam om te kijken of ik het monster nog zie, maar de straat is leeg. Ik ren naar beneden. Het monster is nergens meer te bekennen. Er liggen alleen nog een paar druppels tranen in de gang.

heb ons lief en achtervolg ons op facebook, twitter en kortvreemdproza.nl

Liesbeth Mende


ONDER BEZOEKERS

In deze krant interviewen wij eens voor de afwisseling twee vaste bezoekers van de Vorlesebühne. Stephen Westra is componist, publicist en een astrologische tweeling van Bernhard Christiansen, op bijna exact hetzelfde tijdstip geboren. Marjon van Laarhoven is de moeder van Belle, het samen met haar vriendin Eva in Amersfoort door de bliksem getroffen meisje. Belle was tevens de vriendin van Leon van de Bor, onze vaste technicus en fotograaf. De Vorlesebühne-editie ‘De grote verdwijntruc’ van juni 2015 was aan Belle opgedragen. door Sara Sloan en Bernhard Christiansen

B: Stephen, wanneer was je voor het eerst bij de Vorlesebühne en waarom in hemelsnaam? St: Ik zag jullie in 2009 in de bibliotheek een grappige act doen over een voetbalwedstrijd. Waarin jullie pertinent niks wilden snappen van voetbal. Ik las in die tijd veel van Maarten Biesheuvel, en ik vond jullie eigenlijk haast net zo goed als hem. Toen ben ik de volgende keer naar Houtzaagmolen de Ster, waar jullie optreden, gegaan. B: Dat was dus vrij in het begin, nog met de vaste club. St: Ja. Dat is echt lang geleden. Aan het begin ben ik toen elke keer gegaan.

“In de wereld wordt het altijd allemaal een beetje heel gemaakt. De Vorlesebühne is gewoon brokkerig, stukkig, sommige dingen zijn stom, sommige leuk. Een rare mengelmoes van hoe je eigen hoofd in elkaar zit. Dat hoofd van mij is best een raar zootje maar bij de Bühne denk ik: hier mag ik gewoon uitademen want dit is gewoon mijn hoofd.” (Marjon van Laarhoven) B: Marjon, met wat voor verwachting ging je naar ons toe toen wij jou in juni uitnodigden? Had je een verwachting? M: Eigenlijk niet. In die tijd– na de dood van mijn dochter – deed ik vooral de dingen die anders waren dan ik ze tot dan toe in het gewone leven deed, en de Vorlesebühne paste daarbij. Ik zat daar lekker in het donker en het ging over de dood, over verdwijnen. De tranen stroomden over mijn gezicht en ik dacht: fuck it. Het Belgische meisje (dat een heel mooi boek had gemaakt over de koningin die is verdwenen) bleek toevallig ook de schrijfster te zijn van het verhaal over de koningspinguïn. Daar hadden we vroeger een cd van en Belle vond dat een geweldig verhaal. Ze was elke keer weer

boos over het einde, en ze wilde het elke keer weer horen. B: En dat verhaal was ook van Anna? M: Ja, dat is toch wel bijzonder. [Navraag leert dat het verhaal van de koningspinguïn niet van Anna Vercammen is maar van Dimitri Leue, maar beide boeken hebben dezelfde illustratrice, Sabien Clement.] M: Bij de Vorlesebühne zijn er allemaal mensen bij elkaar waarvan ik denk: raarder kan het niet. Ik vind het een verademing dat er vaak van alles mis gaat, zoals een keiharde pieptoon dwars door de muziek heen, of als de bezoekers binnenkomen terwijl iedereen nog aan het eten is. B: Je bent sinds afgelopen juni elke keer geweest. Is dat vanuit de traditie van Belle of heeft dat daar niets mee te maken? M: Het is natuurlijk wel begonnen door Belle. Toen zij dood ging, ging jij daarover schrijven. Ik vond dat zo cool. ‘Belle is voorgedrongen, ik had eerder dood moeten gaan’. Los van of dat nou waar was, dacht ik: daar wil ik meer van horen, als mensen zulke dingen gaan opschrijven. Ik vind het fijn als het helemaal misgaat in zo’n verhaal. Sinds Belle dood is, kan ik er helemaal niet meer tegen als alles heel romantisch en kloppend is. Dat is wel mijn mankement geworden nu. B: Maar het kan toch ook weleens gebeuren dat er een mooi verhaaltje tussen zit? M: Zeker, maar dat zijn dan altijd mooie verhalen over de kleine dingen. Ik kan ontroerd zijn door iets heel kleins. St: Ik hield mijn hart vast toen je die aflevering ging doen, omdat je met zo’n beladen thema zo snel iets verkeerd kan doen. M: Ik vind het belachelijk dat we er niet over praten. Er heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd: ik heb een dode zoon of dochter. Ik heb gewoon een


dochter, alleen die is dood. St: Ja, het is dus juist heel belangrijk dat kunst aan dit soort moeilijke dingen een stem geeft. B: Ik vind zoiets gewoon prettig uitdagend, juist dit soort zwarte of gevoelige dingen.

II Sa: Went de Vorlesebühne op een gegeven moment, of blijft het elke keer anders dan anders? M: Nu denk ik soms: stom verhaal, ik ga gewoon niet luisteren. De eerste maanden durfde ik dat niet goed. Het is ook een leuk spelletje met jezelf. B: Als we nu een keertje een hele slappe aflevering maken, blijf je dan toch komen? M: Dat weet ik natuurlijk niet zeker. Het moet niet, zoals Stephen zegt, uit schuldgevoel zijn. B: Omdat het vroeger goed was. M: Precies, dat kan natuurlijk niet. Maar er gebeuren ook andere dingen die heel leuk zijn, bijvoorbeeld dat iemand achter de bar thee schenkt die ook best raar is. Of neem Renee, die zit gewoon bij de kassa en daar doet hij ook een soort van act. Dan vragen mensen bijvoorbeeld of ze ook korting krijgen met een bibliotheekpas uit een andere stad en dan zegt hij: “Nee, deze keer helaas niet.” Waardoor ze dan de volgende keer weer met dezelfde vraag zullen komen. Nu heb ik hem uitgebreid gefoto:jongen, Veroniquemaar Hogervorst sproken, het is een geweldige ik vrees

dat mijn beeld van de rare man achter de kassa nu verstoord is. Beetje jammer. Misschien kom ik ook wel voor de andere dingen en niet alleen voor de teksten. Sa: Waar kom jij voor, Stephen? St: Ik deed aan het begin ook mijn best om alle teksten leuk te vinden. Nu sta ik mezelf toe wel eens af te dwalen. Ik vind dat er een hele bijzondere sfeer heerst. Ik ben een groot klassieke muziekliefhebber, maar die concerten vind ik een saaie boel. Zo gesmeerd allemaal, er zit haast geen leven meer in. Het enigszins klungelige aspect van de Vorlesebühne vind ik leuk. Het heeft iets heel natuurlijks, zonder dat het amateuristisch is. Het ontbreken van gladheid vind ik belangrijk. Bij de Vorlesebühne lijken het vrienden daar op het podium, heel respectvol ook – zonder dat het iets geslotens is. Sa: Wat voor dingen vind je erg grappig in? St: Ik heb een keer erg gelachen om een act van David Troch die zich in de Aldi afspeelde. Plat Antwerps, bijna niet te verstaan. Ik vroeg hem er laatst naar, maar hij kon het zich niet meer herinneren. M: Hij zei: ‘Wat moest het zijn, plat Antwerps? Ik schrijf wel een nieuwe in de trein, dat is sneller gedaan dan dat zoeken.’ St: Briljant. III St: Ik vind het ook wel eens verspilling dat al die goede teksten vaak maar één keer worden voorgedragen aan een man of dertig, veertig, en weg is het dan weer. Maar ik heb er wat op gevonden. Het werk van de Rus Daniil Charms, één van de grootste absurdisten aller tijden, is via een koffertje in het westen terecht gekomen en zo mondjesmaat gepubliceerd. Ik probeer nu dan tenminste maar een koffertje van Bernhards onuitgegeven werk samen te stellen. Als hij dood is, dan breng ik die onder zijn naam op de markt. Sa: Wat boeit je zo aan de teksten van Bernhard? St: Hij heeft een heel merkwaardige benadering van het Nederlands, die wel Nederlands is, maar er is geen Nederlander die zo schrijft. Het is uniek, je kunt het zien als taalvernieuwing. B: Wat denk je, als ik nu dood ga, ga ik dan alsnog doorbreken? St: Het wil weleens helpen, bij componisten is dat


bijna een wet. M: Maar dan zeg jij dat Bernhards teksten kunnen bestaan zonder hem. Ik denk dat het kan, maar Bernhard hoort er toch ook nog wel bij, zijn voordracht is ook een ding. B: Ik denk dat het bij mij wel een verschil maakt. Ik kan een matige tekst hebben die door de voordracht ineens wel heel boeiend lijkt. St: Die komt dan niet in het koffertje… M: Je kunt jou elke tekst geven. Jij hebt soms best wel slechte teksten gedaan. Er is een aantal mensen die er door de manier van voordragen of lezen iets aan toevoegen. De Vorlesebühne vindt iets uit wat op een andere plek nooit zo gaat, het is echt uniek. St: Ik vond het fantastisch om mee te maken dat kopstukken zoals Midas Dekkers of A.L.Snijders zich zo genoeglijk en bijna vaderlijk op de achtergrond stellen. Dat spreekt waardering voor jullie uit. M: Op andere plekken is er veel afstand tussen degene die op het podium zit en de mensen die kijken. Ik ken Wim Noordhoek al zo lang van de radio als dat hij daar te horen is. Bij de Vorlesebühne zag ik hem lachen tijdens stomme muziek. We hebben dan samen lol zonder dat hij weet dat ik dat heb. IV B: Stephen, jij bent componist, net als ik op mijn manier, in hoeverre zie je verwantschap tussen jouw werk en mijn werk voor de Vorlesebühne? St: Ik zit vaak wel te koekeloeren naar het ritme van de avond, naar de structuur. Ik hoop ook altijd op een dramatisch of extra sterk hoogtepunt aan het eind waardoor je met een bepaald gevoel naar huis gaat. En dat het niet te lang duurt waardoor het wat in kan zakken. Ik vind het knap dat de speciale samenstelling uit al die teksten, die jij nog maar net kent, meestal zo goed lukt. B: Maar je ziet verder niet direct overeenkomsten met jouw eigen werk? St: Nou ja, wel dat het allemaal van die korte stukjes zijn waarop zo'n avond opgebouwd is, zo zit mijn werk ook in elkaar. M: Componeer je alleen of speel je zelf ook? St: Ik speel ook zelf maar ik ben bepaald geen concertpianist, kan ook niet al mijn eigen stukken spelen, dat is toch weer een ander vak. Toen ik 12 was

dacht ik al: ik ga nooit ’t podium op, ik componeer wel. Als componist kun je je toppen en dalen veroorloven, je houdt het slechte spul gewoon binnen, maar als uitvoerend musicus moet je continu op hoog niveau presteren. Als componist kan ik na

een vruchtbare periode ook een periode hebben waarin er niets uit mijn handen komt, als bijvoorbeeld violist op hoog niveau is je carrière al gebroken als je drie of vier keer achter elkaar slecht presteert. Bij de Vorlesebühne hoeft het niet continu een hoog niveau te zijn en hoeft niet van alles te lukken, dat het wisselend is maakt het ook juist spannend en charmant. V Sa: Als je probeert om mensen naar ons toe te lokken, hoe omschrijf je ons dan? St: Licht absurdistisch. In de verte herinnerend aan Monty Python, een ontspannen-geconcentreerde sfeer, en dat het heel speciaal ruikt in de houtzaagmolen. M: Ik probeer niet om mensen mee te nemen, ik ga het liefst alleen. Anders moet ik praten en van alles delen wat zich in mijn hoofd afspeelt. Het is zo genoeglijk om dat niet te hoeven doen. Het liefst ga ik in mijn eentje achteraan zitten onder die warmtelampen en dan voel ik me een soort varkentje. St: De Vorlesebühne moet ook niet te beroemd


worden. M: Dan ga je weg? St: Nee, maar ik vind dertig bezoekers zelf wel fijner en intiemer dan zeventig. Dat is voor mij dan natuurlijk wel fijner dan voor jullie… Er zijn tussendoor natuurlijk ook wel zorgen geweest of de Vorlesebühne het op een gegeven moment gevraagde minimum van gemiddeld dertig bezoekers wel zou halen. Dat de opkomst – om nog maar even in referendumsfeer te blijven – nu gemiddeld duidelijk hoger is dan de twintig die het vroeger wel eens was, daar ben ik dus blij om. Zonder zoveel doorzettingsvermogen had de Vorlesebühne ook al snel weer bij de uitgestorven podia kunnen horen. M: Je ging er toen dus eigenlijk elke keer weer een beetje zenuwachtig naartoe? St: Ik ben meer dan eens gegaan omdat ik dacht dat er te weinig mensen zouden kunnen komen. B: Het is ook eigenlijk pas sinds ruim een jaar dat we er redelijk op kunnen vertrouwen dat er altijd meer dan dertig bezoekers zullen komen, nu meestal tussen de veertig en vijftig. St: Het is jammer dat er niet meer gebeurt samen met de HKU. Voor de studenten van de schrijfopleiding is dit eigenlijk een ideaal podium. B: Er is helaas geen structureel contact, we hebben daar geen docent zitten die idolaat van ons is en zijn studenten steeds attent op ons maakt. VI B: Nog een paar vragen. Wij noemen ons (zonder al te streng te zijn) in eerste instantie een absurd podium. Vinden jullie dat ook?

M: Het is zeker absurd maar of dat de hele lading dekt weet ik niet, maar wat is het dan wel? Het is absurd maar het is soms ook wel bloedserieus, die combinatie is heel fijn. Sa: En de muzikale intermezzi? St: Ik vind Heug er perfect bij passen. Die rare ventjes, dat schattige kleine mondharpje waar de ene Heug zo ontzettend serieus mee zit te doen. M: Die bril helpt ook heel erg. B: Zouden jullie elke keer Heug willen? St: Dat niet. Het past er zo ontzettend goed bij dat het niet altijd genoeg contrast vormt. Dan is het intermezzokarakter een beetje weg. B: Hebben jullie nog wensen wie jullie graag eens bij ons zouden willen zien optreden? St: Arnon Grunberg en Maarten Biesheuvel. Maar ook Maarten van Rossem om weer eens wat ander publiek te trekken. B: Grunberg en Biesheuvel lijken me geschikt en boeiend, Van Rossem is denk ik te zeer een ongeleid projectiel dat het vooral van zijn improvisaties moet hebben maar minder geschikt is om zichzelf ondergeschikt te maken aan het concept. M: Imme Dros vind ik ontzettend leuk. En Noortje Sanders. St: Een bekende politicus lijkt me ook eens leuk, in een onverwachte rol. Als hij tenminste iets kan. Of een tv-journalist: Herman van der Zandt? Die is soms lekker droog. B: Maar dan zou die een verrassend stiekem talent moeten hebben tot het zijlings produceren van merkwaardige zinnen of flarden. Net zoals Ariadne Verstegen als bekende pianiste ook heel stiekem een heel boeiende schrijfster blijkt te zijn, voorlopig alleen bij ons te zien.

Akker Omdat er een dode was gevonden op een akker, moest ik denken aan andere doden. Aan mijn neef die op eerste kerstdag bezweek aan een alcohol vergiftiging. Mijn vader met plotselinge darmkanker. Klasgenoot Marco, omgekomen door een val met zijn brommer. Mijn Oom die neerviel in de gang. Die oom was mijn lievelingsoom. Hij lag opgebaard in een kamer in Deventer. Ik ging er naar toe en mocht even alleen met hem zijn. Ik raakte zijn hand aan. Hij voelde koud. Ik gaf hem een kus op zijn voorhoofd. En nog een kus. En nog een laatste kus. Ik zei hem zachtjes gedag. De smaak van de dood bleef de hele dag aan mijn lippen kleven. Een beetje bitter en muf tegelijk. Droog en een beetje bedorven. Een snufje oude kranten, wat beschimmeld brood, een vleug kattenbrokjes. Het is lastig uit te leggen. De dood is moeilijk te omschrijven. Liesbeth Mende


V O R L E S E B Ü H N E

A U S L E S E

Oneindig ‘Op een schaal van nul tot oneindig,’ zegt ze, ‘hoe graag zie je mij?’ Daar heb je de onvermijdelijke vraag. Zeg je nul, dan heb je de kippen aan het dansen. Zeg je oneindig, dan staan die kippen dusdanig te dansen dat het lijkt alsof je cocaïne in het legmeel hebt gemengd. Bij welk uiteinde ligt de waarheid het dichtst? Je moet niet nadenken. Je moet meteen antwoorden. Spontaniteit is van levensbelang. Natuurlijk wil zij horen dat je haar oneindig graag ziet. Had ze maar de veel makkelijker te beantwoorden vraag gesteld: ‘Hoe graag wil je met me naar bed?’ - David Troch Hoe graag wil ik naar bed? Deze vraag stel ik mij elke avond weer. Wil ik nou echt graag naar bed of wil ik alleen maar uit gewoonte naar bed. Er zijn zoveel mensen die maar uit gewoonte naar bed gaan. ‘Jooh, nou joh, wat moet ik anders doen?’ Terwijl je net zo goed op kunt blijven, je kunt gaan wandelen, je kunt in je huis rusteloos heen en weer blijven lopen, je kunt wat lezen of schrijven, je kunt staande slapen, dat is nogal een uitdaging, staande slapen, er zijn mensen die bergen willen beklimmen maar je kunt net zo goed voor het staand slapen als uitdaging kiezen. Als je echt heel graag naar bed wilt, ga dan ook naar bed, maar als dat niet het geval is, ga dan niet! Stel je in elk geval niet te afhankelijk op, als je wilt wachten totdat er iemand samen met jou naar bed gaat, dan kun je, als je tenminste niet toevallig een abonnement of zoiets erop hebt, dan kun je lang wachten! - Bernhard Christiansen Valentijn ‘Ach, het feest van de liefde,’ zucht de kranige drieëntachtig jaar oude vrouw die zich vijf minuten geleden op de barkruk naast de jouwe hees. ‘Ooit kocht ik in het dorp parfum voor mijn man. Of het verpakt moest worden? Natuurlijk, zei ik, het is voor Valentijn. Kenden ze niet. In die tijd waren je ouders er zelfs nog niet. Maar nu? Sinds het zo’n gedoe is, doe ik er niet meer aan mee. En mijn man is dood. Dat scheelt. Drinkt u er eentje van me?’ Deze drieëntachtigjarige vrouw bevalt je. Was je maar een paar decennia eerder geboren. - David Troch De als onbehouwen bestempelde wilsonbekwame dementerende oudere kwam terecht in het tehuis De als onbehouwen bestempelde wilsonbekwame dementerende oudere kwam op een dag in het tehuis voor als onbehouwen bestempelde wilsonbekwame dementerende ouderen terecht. Hij kreeg een intakegesprek en een stempel. De als onbehouwen bestempelde wilsonbekwame dementerende oudere belde naar huis. Daar namen ze niet op. Het huis was verkocht en de voormalige bewoner zat in het tehuis voor de als onbehouwen bestempelde wilsonbekwame dementerende oudere medemens. De verzorgende van de als onbehouwen bestempelde wilsonbekwame dementerende oudere legde dat allemaal uit. ‘O’, klonk het op een ochtend uit de mond van een als onbehouwen bestempelde wilsonbekwame dementerende oudere in het een of andere tehuis. - Sylvia Hubers


Leermoment

Washandje

“Dankjewel, ik heb heel veel van je geleerd.” “Dat is fijn.” “Ja, ik bedoel, dankjewel, je mag gaan.” “Mag ik gaan?” “Je moet gaan.” “Maak je het uit?” “Ja.” “...” “Nu moet ik weer verder. Verder leren.” “O.” “Ja. Ik bedoel het niet lullig. Maar nu kan ik niets meer van jou leren. Dus moet ik verder.” “Waarheen?” “Naar ergens anders waar ik weer andere dingen kan leren.” “Naar iemand anders?” “Ja, dat zou goed kunnen.” “Hou je niet meer van me?” “Daar gaat het helemaal niet om. Het gaat om ontwikkeling.” “En wat moet ik dan? Ik hou nog wel van jou.” “Dat is helemaal niet erg. Jij kan ook nog heel veel leren. Bijvoorbeeld van dat ik nu wegga en jij alleen achter blijft. En hoe je daar dan mee om gaat. Dat zijn allemaal heel waardevolle leermomenten.” “O. Dankjewel, dat is waar. Het was een mooi gesprek. Ik heb er veel van geleerd.” “Goed zo. Tot kijk dan.” Ariadne Verstegen

Juf Irene van de derde kleuterklas was de dochter van een generaal. Wij kleuters waren prutsers die conventies door elkaar klutsten, struikelden over onze woorden, en uitgleden over onze snottenbellen. Onze schattigheid liet haar Wit -Russisch koud. In haar bijzijn leerde ik dat het gevaarlijk kan zijn teveel informatie over jezelf prijs te geven. Het gebeurde bij een klassengesprek rond het door haar gekozen thema : ‘persoonlijke hygiëne’. Juf Irene keek mij streng aan. ‘ Dus jij gaat niet élke dag in bad?” ‘ Nee ‘ zei ik. De spanning in de klas steeg. De andere kleuters keken mij met open mond aan. Hun blikken gingen van mij naar de juf en terug. Gingen zij werkelijk wel elke dag in bad? Juf Irene keek mij onderzoekend aan. Haar ogen priemden op mijn hele lijf . ‘ Om de andere dag ‘ zei ik. Ik loog. - Mijn eerste leugen- De spanning in de klas zakte weer. Dat kon er voor Juf Irene blijkbaar net mee door. Ik was een middel-vuil, middel-proper kind. ‘Wie gaat er wel élke dag in bad?’ vroeg juf Irene. Ze had me vast gestraft als ik had opgebiecht dat ik mij op weekdagen enkel waste aan de kraan met washandjes. Een washandje voor het gezicht. En een washandje voor het achterwerk. En soms vergat ik wel eens, waar welk. Anna Vercammen

KASTEELHEER GEZOCHT

Graag eens een Vorlesebuhne in jouw eigen stad of op jouw eigen kasteel? Heb wat budget en boek ons! Of graag eens zelf wat verdienen met de Vorlesebuhne? Ga voor ons als agent aan de slag, ga voor ons ontdekken waar wij welkom en gewenst zijn. Graag erbij willen zijn zonder alweer geld te betalen of te ontvangen? Kom ons team van vrijwilligers versterken! Ben je of weet je een uitzonderlijk en voor ons geschikt muzikaal of literair talent? Stuur ons een piepje! vorlesebuhne@gmail.com


Heeeel veeel Sinaasappel! K

O

R

T

V

- door Jolanda’s Keuken R E E M D

Keertje gezond toeten? Dat gaat ook met dit recept niet lukken hoor. Veels te veel suiker zegt het voedingscentrum. Héle sinaasappels, die moet je eten! Sinaasappelsap suggereert natuurlijk wel gezondheid dus laten we doen alsof. Oranjebloesemwater is gemaakt van de bloesem van de sinaasappelboom. En vooruit, dan nemen we de schil er nog bij, hup. Nodig voor 5 toetjes 1 liter sinaasappelsap (in totaal; kan vers geperst of uit een pak); 1 hele sinaasappel, liefst biologisch, met gave schil; Pak custard; 6 volle eetlepels suiker; Scheut oranjebloesemwater; 125 ml (klein pakje) slagroom of opklopbare sojaroom of volle yoghurt. Ook handig: weegschaal; beker; maatbeker; pan met dikke bodem; vuurtje; garde; die eetlepel voor de suiker; zesteur of fijne rasp voor de sinaasappelschil; handmixer voor de luiere kok (de ambitieuze kok klopt slagroom met de hand); 5 mooie glaasjes of schaaltjes om in te serveren (inhoud minstens 200 ml) Boen de sinaasappel schoon en trek met de Zesteur of rasp mooie sliertjes/krullen van de schil. Alleen het oranje deel, het witte deel is bitter. Zet zest en sinaasappel even apart. Bewaar een beker sap en zet de rest van het sap op het vuur, breng het al roerend aan de kook. Voeg 5 eetlepels suiker toe en los deze al roerend op. Weeg de juiste hoeveelheid custardpoeder af (ga uit van 'vla' op de gebruiksaanwijzing op de verpakking) en los dit op in de beker sap. Er mogen geen klontjes ontstaan. Ontstaan ze wel dan kun je ze fijnwrijven met de bolle kant van de lepel. Als het sap kookt, voeg je het custardmengsel al roerend toe. Vuur laag tegen het aanbranden. Met de garde goed doorroeren tot op de bodem, zodat ook hier geen klontjes ontstaan en het mengsel ook

R

E

C

E

P

T

niet aanbrandt. Voeg 3/4e van de zest toe, bewaar de rest voor garnering. Paar minuutjes laten doorkoken. Je kunt voorzichtig proeven of het je bevalt; evt kun je nog wat suiker toevoegen. Giet dan het hete mengsel in de maatbeker en vul daarmee de glaasjes. Je kunt eventueel maatregelen nemen tegen velvorming: folie op het oppervlak of een beetje suiker erover strooien. Laat de glaasjes sinaasappelvla afkoelen en opstijven. Hoe ziet inmiddels onze sinaasappel er uit? Wit en uitgeknepen of bolrond met een mooi streepjesmotief van de geraspte schil? Is de schil niet meer mooi, snij deze er dan ruim af tot op het vruchtvlees. Anders gebruik je hem met schil en al. Snij de sinaasappel in leuke decoratieve schijfjes of parten en zet ze koel afgedekt apart. Klop de slagroom met de overgebleven lepel suiker en een scheutje oranjebloesemwater lobbig of stijf. Sojaroom vraagt wat minder suiker, deze kan ook worden opgeklopt. Met de yoghurt zou ik dat niet proberen maar op smaak maken met suiker en oranjebloesemwater kan natuurlijk wel. Als de sinaasappelvla is afgekoeld lepel of spuit je er een toef room/yoghurtmengsel op. Garneer met de schijfjes of partjes sinaasappel en maak het af met de zest. Je kunt er nog een blaadje munt of takje citroentijm of wat geroosterd amandelschaafsel aan toe voegen, nóg mooier! Gezonde groetjes uit Jolanda's keuken :-)


de thui sp l e k vo o r kor t vr eemd p r oza - ww w.kor tv r eemdpr oza.nl

Minutieuze munitie van

De tweede dimensie, een

het ambivalente amfibie

onderschat perspectief

met: Thomas Verbogt, Ingmar Heytze, Helena Hoogenkamp, Sylvia Hubers, Willem Bongers-Dek. Muziek: Lauw

met: Maud Vanhauwaert, David Troch, Jeroen Boone, Sylvia Hubers, Bernhard Christiansen, Muziek: De anale fase

16 april Molen de Ster, Utrecht

27 april deBuren, Brussel

De geur krijgt u er gratis bij

De positieve aanpak dan maar?

met: Kasper C. Jansen (Amsterdam), Noortje Sanders (Utrecht), Carmien Michels, Eva Herman, Jan Veldman, Bernhard Christiansen. Muziek: Ellen Schoenaerts zie pagina

met: A.L. Snijders, Wim Noordhoek, Ariadne Verstegen, Sylvia Hubers, Bernhard Christiansen, Bianca Hendriks. Muziek: Heug

20 mei De Brakke Grond, Amsterdam 21 mei Molen de Ster, Utrecht

4 juni Filmhuis Oosterbeek en 11 juni Molen de Ster, Utrecht

2 voor aangrijpende beschrijvingen

Vooraf (18u) kunt u in de molen met de schrijvers en musici van die avond meeëten! Jolanda’s Keuken bereidt een overheerlijk driegangenmenu. Iedereen is welkom. U betaalt naar rato van uw smaakgenot. Reserveren via vorlesebuhne@gmail.com, uiterlijk de donderdag voor de Vorlesebühne. Deze Vorlesebühnes beginnen om 20.00 uur (zaal open 19.30 uur) Houtzaagmolen De Ster, Molenpark 3, Utrecht. (Dichtbij Utrecht CS, toegankelijk via het parkje en dan hek door, of aan de stadskant over de loopbrug). Toegang: 10 euro of met korting 7 euro (met bibliotheekpas!) Reserveren: vorlesebuhne@gmail.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.