ENKELE OPMERKINGEN BIJ MIJN AANPAK
De geschiedenis van werk is geen eenvoudig verhaal met een rechtlijnige ontwikkeling van toen naar nu. Maar betekent dat dan dat er helemaal geen lijn in valt te ontdekken? Of zit er toch een interne logica in, hoe ingewikkeld ook? De grote namen in de sociale wetenschappen dachten van wel. Adam Smith, Karl Marx en Max Weber meenden dat een soort motor de veranderingen in de arbeidsverhoudingen voortstuwde, hoe verschillend zij ook dachten over de brandstof, de cilinderinhoud en, in het bijzonder, het rendement daarvan. Wat deze denkers gemeen hebben, is de beslissende kracht die zij toeschrijven aan de markt vanaf het moment dat deze in West-Europa tot bloei kwam, volgens hen vanaf ongeveer 1500, eerst en vooral in de Republiek der Nederlanden.1 Bij Smith waren de effecten van die markt ten diepste scheppend; bij Marx waren ze verwoestend. Max Weber achtte een ‘kapitalistische geest’ – een bepaalde mentaliteit gericht op het maken van winst – een noodzakelijke voorwaarde voor het succes van de markteconomie. Deze zou bijvoorbeeld hebben ontbroken bij de grootgrondbezitters, de elite van de Griekse en Romeinse Oudheid. Om die reden beschouwden Weber en in zijn kielzog Karl Polanyi en Moses Finley deze oude samenlevingen als fundamenteel anders dan de samenleving die in Europa na 1500 geleidelijk tot stand zou zijn gekomen.2 Volgens de genoemde geleerden en hun volgelingen (zoals de door Weber beïnvloede marxist Karl Wittfogel)3 bestonden er vóór de ontwikkeling van de markten voor goederen, kapitaal en arbeid ‘primitievere’ samenlevingsvormen. Die noemden ze feodalisme, slavernij, of Aziatisch despotisme, waarmee zij voortborduurden op een hardnekkig vooroordeel dat al dateerde uit de klassieke oudheid. Volgens auteurs als Herodotus hadden de Grieken een aangeboren verlangen naar vrijheid, terwijl de Perzische rivaal gedoemd was tot een hiërarchische samenleving die zich kenmerkte door onvrije arbeid.4 Als vanzelfsprekend zou dit alles in het Westen, via het feodalisme, tot ‘kapitalisme’ leiden en stuurde het volgens sommigen zelfs onvermijdelijk aan op ‘socialisme’. De rest van de wereld zou hetzelfde traject volgen, zij het veel later en in een versneld tempo.5 Deze kijk op de langetermijnontwikkelingen in de wereldgeschiedenis voerde lang de boventoon en doet dat in zekere zin nog steeds, omdat hij door zowel liberale als marxistische denkers
13