Jaarverslag Weide- en akkervogelbescherming 2018

Page 1

Deze pdf van het Weidevogeljaarverslag 2018 is interactief. Op pagina 2 bij de inhoudsopgave kunt u doorklikken naar het desbetreffende hoofdstuk. Wij wensen u veel leesplezier!!!

2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

JA A RVE R S L AG


Colofon Samenstelling en eindredactie:

Coördinatiepunt Landschapsbeheer Tekst:

H.J. den Hollander, A. Popelier, J. Sloothaak Foto’s:

M. Renes, J. Sloothaak Vormgeving:

studio x-hoogte, Tilburg Drukwerk:

Q-Promotions BV Uitgave:

Haaren, februari 2019

Brabants Landschap Coördinatiepunt Landschapsbeheer Postbus 80, 5076 ZH Haaren Algemeen: 0411 - 62 27 75 Coördinatiepunt: 0411 - 66 40 10 info@brabantslandschap.nl www.brabantslandschap.nl

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de provincie Noord-Brabant en de Nationale Postcode Loterij.


Voorwoord Het jaar 2018 zal vooral de geschiedenisboekjes ingaan als een extreem droog jaar waarin de gevolgen van de klimaatverandering voelbaar werden. Het voorjaar was voor de weide- en akkervogels echter niet ongunstig. Vergeleken met voorgaande jaren was het een gemiddeld jaar als het gaat om aantallen gevonden en uitgekomen legsels. Hoe de zeer droge zomer heeft uitgepakt voor de kuikenoverleving zullen we moeten afwachten. Verheugend is dat de beschermingsactiviteiten op niveau bleven, zij het wel dat het aantal vrijwilligers iets afnam en de gemiddelde leeftijd geleidelijk verder stijgt. Een aandachtspunt waar we werk van maken. Op de door ons georganiseerde ‘Boerenlandvogeltoer’ kwamen 150 potentiële nieuwe beschermers af. Die hebben we ook nodig want de animo van boeren om mee te doen blijft groot. Het is goed om te constateren dat dankzij de beschermersactiviteiten bijna driekwart van de legsels uitkwam. Dit is wellicht een schrale troost voor de groepen die geplaagd worden door een toenemende predatie. Vooral daar waar de akker- en weidevogelstand al flink laag is, kan die predatie de doodsteek betekenen. Natuurlijk werkt dit zeer demotiverend voor de beschermers. Mede daarom is er op 29 locaties een proef genomen met schrikdraden. De resultaten zijn bemoedigend. Een positieve ontwikkeling is ook de ErvenPlus-regeling. De afgelopen 3 jaren zijn er, samen met gemeenten, 650 ervenplannen gemaakt en uitgevoerd met maatregelen voor boerenlandvogels zoals de boerenzwaluw, steenuil, ringmus, grauwe vliegenvanger en kerkuil. Deze maatregelen hebben betrekking op nestkasten, beplanting, muizenruiters en modderplaatsen. De conclusie is opnieuw dat het zeer de moeite waard is om je in te spannen voor weide-, akker- en erfvogels. Het levert concrete, zichtbare resultaten op en we houden daarmee de vinger aan de pols bij de staat van de natuur in onze dichtbevolkte provincie.

Vrijwillige weidevogelbescherming in Noord-Brabant

Jan Baan Directeur Brabants Landschap

2018


Inhoud Inleiding 33 >>> Coördinatie en ondersteuning

44 >>>

Maatwerkregelingen

66 >>>

De provinciale jaaravond

99 >>>

Omstandigheden seizoen

1010 >>>

Eerste kievitsei door de jaren heen

1212 >>>

Omvang weidevogelbescherming

1414 >>>

Predatiepreventieproject Wei-vosvrij

1818 >>>

Kerngebieden voor weide- en akkervogels

2020 >>>

Resultaten 2222 >>> Resultaten per soort

2626 >>>

Erfvogels 3232 >>> Resultaten per weidevogelgroep

3535 >>>

Bijlagen 5454 >>>

2


Inleiding In dit jaarverslag, geven wij u een kijkje in de wereld van de vrijwillige weide- en akkervogelbescherming. Tegenwoordig wordt al snel gesproken over de boerenlandvogels, maar in dit jaarverslag ligt de nadruk echt op de vogels die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van onze landbouwpercelen. Het enige uitstapje dat we maken is naar de vogels op boerenerven, in één van de kaderteksten. Misschien dat de erfvogels volgend jaar zelfs een apart hoofdstuk krijgen. Er is weer veel beschermingswerk verricht in 2018. In de eerste plaats door een groot aantal vrijwilligers. Maar dit was niet mogelijk geweest zonder de medewerking van boeren en loonwerkers. Het beschermingswerk voor weide- en akkervogels beperkt zich al lang niet meer tot het opsporen van legsels. Vrijwilligers sluiten beheerovereenkomsten af, monitoren en ringen kuikens, organiseren informatieavonden en geven gastlessen op basisscholen. Daarnaast is er veel aandacht voor de bescherming van kuikens. Hoe dit allemaal georganiseerd wordt, leest u in het eerste hoofdstuk. Het weer kan ondanks een strakke organisatie een goed broedseizoen toch verpesten. Hoe die weersomstandigheden in 2018 waren leest u in hoofdstuk 2. In het daaropvolgende hoofdstuk 3 gaan we in op het aantal vrijwilligers en werkgroepen, het aantal bedrijven en het oppervlak waarop we bescherming uitvoeren. Meestal zijn er geen grote verschillen, maar er zijn wel kleine verschuivingen die aandacht verdienen. In hoofdstuk 4 gaan we in op de resultaten van het totaal en per vogelsoort en het laatste hoofdstuk beschrijft de resultaten per vrijwilligersgroep. Via een aantal kaderteksten geven we daarnaast informatie over lopende projecten, zoals preventie van predatie, ErvenPlus en het collectief agrarisch natuurbeheer. Hopelijk geven we u als beschermer, ondersteuner, geïnteresseerde of financierder in dit jaarverslag een heldere weergave van het werk van velen.

Wij wensen u veel leesplezier!

2018

Vrijwillige weidevogelbescherming in Noord-Brabant


Coördinatie en ondersteuning Organisatie In Brabant vormen vrijwilligers de basis voor de weidevogelbescherming. Zij weten waar de vogels broeden en houden contact met de boeren. Een goede relatie en regelmatig contact tussen vrijwilliger en boer is essentieel om de legsels en jongen van weidevogels te beschermen. Uitgezonderd twee kerngebieden (Land van Heusden en Altena en Beerse Overlaet) gebeurt alle bescherming op basis van vrijwilligheid. In deze twee kerngebieden worden overeenkomsten gesloten tussen boeren en een agrarisch collectief. Het collectief zorgt voor een vergoeding aan boeren als ze voor weidevogels de juiste maatregelen nemen op de juiste plek. Hierover meer in de kadertekst op pagina 20. De vrijwillige weidevogelbeschermers zijn per gebied verenigd in een weidevogelgroep. Iedere groep heeft een coördinator die de vrijwilligers binnen die groep aanstuurt. Een overzicht van deze coördinatoren staat achter in dit jaarverslag (bijlage 2). Deze groepscoördinatoren zijn tevens de contactpersonen voor het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap.

4

Het Coördinatiepunt voert de algehele coördinatie van de weidevogelbescherming in Brabant uit. Het werkt daarbij nauw samen met de provincie, agrarische collectieven, water­schappen en gemeenten. Het Coördinatiepunt faciliteert vrijwilligers door middel van het delen van kennis (cursus en opleiding), veldbegeleiding, overleg met gemeenten en waterschappen en het beschikbaar stellen van materialen (mandjes, stokken, nestbeschermers, flyers, etc.). Bij het Coördinatiepunt zijn een coördinator en twee mede­ werkers aangesteld die zorgen voor de aansturing van de veldmedewerkers en contact onderhouden met de provincie Noord-Brabant, de landelijke koepel LandschappenNL, de collectieven en de groepscoördinatoren. Ook het schrijven van rapportages over de resultaten is een jaarlijks terug­ kerende bezigheid. Verder zorgen zij ervoor dat de financiering voor de weidevogelbescherming en de maatwerkregelingen geregeld zijn. Voor vragen met betrekking tot uitleenmaterialen, contactgegevens, onkostenvergoedingen, cursusdata, etc. kunt u terecht bij de secretaresse van het Coördinatiepunt.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2018

Groepen krijgen bij het opsporen van legsels, het contact met boeren en het registreren van alle data hulp van deskundige veldmedewerkers. Anja Popelier begeleidt de groepen in Midden-Brabant, Marco Renes in Oost-Brabant en Willem Veenhuizen is de veldbegeleider in West-Brabant.

Ook waren diverse groepen met een stand vertegenwoordigd op een weidevogelfestival, boerenerfdag of streekmarkt waar zij hun beschermingswerk toelichten en promoten. Deze acties leveren bekendheid, draagvlak en nieuwe weidevogelbeschermers op.

Heeft u vragen over de weidevogelbescherming in Brabant? De contactgegevens van de diverse personen vindt u in bijlage 1 van dit jaarverslag.

Er is een infoblad ‘Uitleen materialen’. Hierin staan alle materialen die vanuit het Coördinatiepunt beschikbaar zijn. Het infoblad is te vinden op brabantslandschap.nl onder ‘Zelf aan de slag’ en dan de optie ‘Vrijwilligerswerk’ te kiezen. Onder het kopje ’Soortenbescherming’ is ook een infoblad over de weidevogelbescherming te downloaden.

Werving Vanwege leeftijd, gezondheid of drukte stoppen er jaarlijks vrijwilligers. Om te zorgen dat er voldoende weidevogel­ beschermers blijven, besteden we aandacht aan de werving van nieuwe vrijwilligers. Weidevogelgroepen plaatsen in lokale kranten (pers)berichten, waarin ze de aftrap van het seizoen aankondigen en mensen oproepen om contact op te nemen als ze een handje willen helpen. Daarnaast geven diverse weidevogelgroepen ieder jaar gastlessen op basisscholen. Zij lenen hiervoor bij het het Coördinatiepunt voorlichtingsmaterialen zoals opgezette vogels, kunsteitjes en fotorijke banners.

Opleiding Voorafgaand aan het broedseizoen geeft Marco Renes ieder jaar een basiscursus weidevogelbescherming. De cursus bestaat uit twee avonden en werd in 2018 op drie locaties gegeven: in Reusel, Giessen en Heeswijk-Dinther. De eerste avond ging over de verschillende soorten weidevogels die er zijn en waarom bescherming nodig is. De tweede avond ging over het opsporen en beschermen van legsels. In 2018 zijn op deze manier 78 nieuwe vrijwilligers opgeleid.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

5


Maatwerkregelingen Om jonge weidevogels groot te krijgen, is meer nodig dan alleen de traditionele nestbescherming. Dankzij de provincie Noord-Brabant is er een maatwerkregeling voor kievit, grutto, wulp en tureluur. Via deze regeling kunnen voor deze vogels speciale beschermingszones worden aangelegd. Dergelijke zones kunnen uitsluitend worden aangelegd bij grondgebruikers die samenwerken met een door Brabants Landschap erkende weidevogelgroep. Weidevogelbeschermers maken – op de locaties waar dat effectief is – afspraken met boeren en leggen dit vast in een overeenkomst. Kansen voor de kievit Voor kieviten is de regeling ‘Maatregelen voor kievit op bouwland’. Voordat een overeenkomst wordt afgesloten moet door weidevogelbeschermers zijn vastgesteld dat op het betreffende (of aangrenzende) perceel minimaal 5 legsels van kieviten zijn aangetroffen of op basis van ervaringen in voorgaande jaren kunnen worden verwacht. Als een groenbemester zo hoog staat dat deze de vestiging van kieviten verhindert, kan deze worden ondergewerkt vóór 1 maart. In de periode van 1 maart tot 15 mei worden geen bewerkingen uitgevoerd op maximaal 3 ha. Na 15 mei wordt op het perceel een ‘zeer vroeg’ maisras ingezaaid en blijft er een braakstrook liggen. Een braakstrook is een strook van 6 tot 12 meter breed waarop gedurende de looptijd van de overeenkomst geen bewerkingen worden uitgevoerd. Een braakstrook is 0,1 tot 1 ha groot en wordt in stand gehouden

6

van 15 maart tot 1 augustus of 1 november. Voorafgaand aan bewerkingen op het perceel waar een maatregel is getroffen, wordt altijd contact opgenomen met de betreffende vrijwilliger(s). Het formulier voor het afsluiten van overeenkomsten is digitaal beschikbaar op: brabantslandschap.nl/regelingkievit Regeling Rustzone Voor grasbroeders als grutto, wulp en tureluur is de ‘Regeling Rustzone’. Een rustzone is een oppervlakte grasland (rand- of blokvormig) waarin het maaien wordt uitgesteld. Hierdoor neemt de kans op verstoring en predatie af en komen meer legsels uit. Een rustzone biedt jonge grutto’s, wulpen en/of tureluurs de gewenste dekking en foerageermogelijkheden. Hierdoor worden meer jongen vliegvlug. Een rustzone wordt uitsluitend aangelegd wanneer door weidevogelbeschermers is vastgesteld dat een nest van een kritische weidevogelsoort aanwezig is. De rustzone is minimaal 12 meter breed en per weidevogelnest 0,1 tot 1 ha groot. Er is vanaf het moment dat een nest wordt aangetroffen een rustzone aanwezig voor een periode van minimaal 4 weken. Als na deze periode nog jongen aanwezig zijn, dan blijft de zone intact tot het moment dat er geen jonge weidevogels meer aanwezig zijn. Het formulier voor het afsluiten van overeenkomsten voor deze regeling is digitaal beschikbaar op: www.brabantslandschap.nl/regelingrustzone


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Materiaal Voorafgaand aan het seizoen kunnen groepen aangeven welke materialen ze in welke hoeveelheid nodig hebben om het beschermingswerk uit te voeren. In 2018 werden er ruim 2.600 markeerstokken in 2 verschillende lengten, 1.700 jaarverslagen, 1.200 rieten mandjes en diverse folders, veldgidsen, bordjes, stalkaarten en notitieboekjes besteld. Deze materialen kunnen beschikbaar gesteld worden dankzij een financiële bijdrage van de provincie Noord-Brabant en de Nationale Postcode Loterij. Bij het Coördinatiepunt is het een jaarlijks terugkerend ritueel om deze materialen tot pakketten te bundelen voor de provinciale jaaravond. Contacten met groepen Op de website www.brabantslandschap.nl, onder ‘zelf-aande-slag’, hebben alle Brabantse weidevogelgroepen een eigen groepspagina. De groepscoördinatoren krijgen infor-

2018

matie van het Coördinatiepunt en geven deze informatie vervolgens door aan ‘hun’ vrijwilligers. Groepen organiseerden in 2018 zelf start-, evaluatie- en afsluitavonden. Hierbij was meestal een medewerker van het Coördinatiepunt aanwezig. Het Coördinatiepunt levert op zo’n avond een bijdrage aan het programma. Bijvoorbeeld door het verzorgen van een toelichting op een bepaald onderwerp, een lezing, een quiz of een interessante film. Daarnaast is eind oktober en november in alle drie de regio’s een coördinatorenbijeenkomst georganiseerd, waarop de coördinatoren onderling veel kennis en ervaring uitwisselden. In 2018 was er op deze avonden speciale aandacht voor bescherming van erfvogels en wetgeving rond weidevogels. Ieder jaar is er ook een excursie voor de groepscoördinatoren van de weidevogelgroepen. Op 19 mei 2018 werd een bezoek gebracht aan het Interreg-project PARTRIDGE in het

terug naar Inhoudsopgave

>>>

7


Land van Heusden en Altena. Bij dit project wordt met veel succes gewerkt aan de bescherming van weide- én akkervogels. De groep lunchte op het erf van een akkerbouw- en vleesveebedrijf in Almkerk en bracht een bezoek aan een melkveebedrijf in Dussen. Bij beide boerenbedrijven was er een excursie om maatregelen zoals een bloemenblok, keverbank, vogelakker en plasdras te bekijken. Nieuwsbrief en social media Er werden 3 edities uitgebracht van de nieuwsbrief Weide­ vogelwerk. In deze nieuwsbrief staan artikelen met praktijk­ verhalen, onderzoeksresultaten en tips en trucs voor weidevogelbeschermers. In 2018 meldden zich 99 nieuwe abonnees aan. Daarmee steeg het aantal abonnees tot 1.127. Iedereen die geïnteresseerd is in de weidevogelbescherming in Brabant, kan zich via de website aanmelden voor deze nieuwsbrief (ga naar

8

brabantslandschap.nl en klik op Actueel). Via deze webpagina zijn ook voorgaande edities van de nieuwsbrieven te lezen. Naast de nieuwsbrief is er ook een Facebookpagina over de weidevogelbescherming in Brabant: NetwerkWeidevogelbeschermingBrabant. Hierop worden tijdens het seizoen nieuwtjes geplaatst en berichten gedeeld van de pagina’s van weidevogelgroepen. Sociale media spelen een steeds grotere rol. Er zijn diverse weidevogelgroepen met een eigen Facebookpagina en er zijn weidevogelbeschermers die actief twitteren. Dit is een prima manier om aandacht te vragen en draagvlak te creëren voor de bescherming van onze weidevogels. Daarnaast zorgt Brabants Landschap regelmatig voor artikelen in provinciale dagbladen en huis-aan-huisbladen en op relevante websites.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2018

De provinciale jaaravond De jaaravond weidevogelbescherming vond op woensdag 7 maart 2018 voor de 23e keer plaats. Zoals ieder jaar opende Jan Baan, directeur van Brabants Landschap, de avond. Vervolgens blikte provinciaal coördinator Jochem Sloothaak terug op de resultaten van 2017. Lezingen over natuurvriendelijke landbouw werden afgewisseld met een optreden van de band Skylark die Ierse volksmuziek speelde. Alex Datema, voorzitter van de koepelorganisatie van de Collectieven ‘BoerenNatuur’, vertelde dat het voor boeren een uitdaging is om naast het produceren van voedsel, het landschap in stand te houden en de biodiversiteit te herstellen. In Nederland worden op 80.000 hectare agrarisch natuurbeheer maatregelen getroffen. Op die hectares kan echter niet gecompenseerd worden wat er op de overige twee miljoen hectare in Nederland mis gaat. Volgens veldcoördinator en melkveehouder Meeuwis Millenaar willen steeds meer boeren medewerking verlenen aan de bescherming van weide- en akkervogels. Zelf heeft hij op zijn land bloemrijke akkerranden, een vogelakker en een plas-drasgebied. Daarnaast helpt hij de vele zwaluwen op zijn erf met modderplaatsen. Meeuwis ziet het boerenbedrijf als onderdeel van de omgeving en handelt hier ook naar. Biologisch melkveehouder Sjaak Sprangers pleit ervoor dat we het huidige aantal boeren moeten behouden en dat zij oog houden of krijgen voor de inpassing van natuur in het bedrijf. Sprangers gebruikt als biologische boer vanzelfsprekend geen bestrijdingsmiddelen. Daarnaast maakt hij gebruik van gescheiden meststromen. Op het dak van zijn stal

liggen zonnepanelen waar omwonenden via een energie­ coöperatie stroom van kunnen afnemen. Het programma werd afgesloten door gedeputeerde Johan van den Hout van de provincie Noord-Brabant. Van den Hout roemde de inzet van vrijwilligers voor de Brabantse natuur. Zoals ieder jaar werd er ook een oorkonde uitgereikt voor het ‘Initiatief van het jaar’. Dit jaar viel zowel een boer als een vrijwilliger in de prijzen. Rens Kolff uit Almkerk ontving de oorkonde uit handen van Johan van den Hout. Als boer van een gemengd bedrijf investeerde Rens uit zichzelf in een gezonde bodem, met gevarieerde teelten en weinig tot geen bestrijdingsmiddelen. Toen eind 2016 een nieuw project startte ter bescherming van boerenlandvogels stelde hij als eerste zijn land beschikbaar voor biotoop-verbeterende maatregelen. Joseph Vos, voorzitter van Brabants Landschap reikte de oorkonde uit aan vrijwilligster Elise Adriaanse uit Vught. Zij sloeg twee vliegen in één klap: samenwerking tussen gebiedspartijen én het opzetten van natuureducatie. Met als resultaat 23 informatieve veldpanelen over weidevogelbescherming, gemaakt door de jeugd van de Natuurwacht. In de Vughtse Gement zijn kinderen de kersverse ambassadeurs van boerenlandvogels. Dat was nooit gelukt zonder haar. Vandaar de oorkonde voor het ‘Initiatief van Jaar’. Aan het eind van de avond gingen ruim 300 weide- en akkervogelbeschermers met nieuwe jaarverslagen, bamboestokken, mandjes en administratieboekjes tevreden naar huis.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

9


Omstandigheden seizoen Gevolgen van de weersomstandigheden Vrijwilligers leggen van alle legsels de vinddatum en de uitkomstdatum vast. Hierdoor weten we wanneer de eieren zijn gelegd en uitgekomen. De meeste kieviten hebben in 2018 met het leggen van eieren gewacht tot de kou in februari en maart voorbij was. Dit betekende dat de eieren gemiddeld genomen later zijn gelegd dan andere jaren. De grootste eileg-piek lag begin april. De broedtijd van de kievit is 28 dagen, dus eind april kwamen de meeste legsels uit. De laatste week van april was erg nat. De donsveren van de kuikens zijn niet geschikt voor nat weer. Gelukkig was het niet koud. Daardoor zijn de beestjes niet al te veel tijd kwijt geweest met schuilen en opwarmen bij de ouders. Een warme temperatuur zorgt voor genoeg insecten en bodemdiertjes, waardoor het met het voedsel van de weidevogelkuikens wel goed zat. Er zijn door de kievit in 2018 weinig tweede legsels gelegd. Dit duidt erop dat de meeste eerste legsels succesvol zijn geweest. Dit kunnen we terugzien in het uitkomstpercentage dat besproken wordt in het hoofdstuk Resultaten.

Tabel 1 ˘ D e agenda van de kievit en het weer. maand weidevogel

temperatuur (°C) gem 2018

januari

+/-

neerslag (mm) gem 2018

+/-

overwinteren

3,1

5,6

++

73

89

+

februari aankomst en ‘opvetten’

3,3

0,7

--

55

23

--

maart

eerste kievitsei

6,2

4,7

-

68

60

-

april

broeden

9,2

12,2

++

44

74

++

mei

jongen grootbrengen

13,1

16,4

++

61

47

--

juni

jongen vliegvlug

15,6

17,5

+

68

29

--

10

Het gras groeide in het voorjaar voorspoedig en de eerste snede werd half mei op veel plekken op hetzelfde moment gemaaid. Voor weidevogelbeschermers is het lastig om bij zo’n enorme piek aan werkzaamheden op het land overal op tijd aanwezig te zijn om de graslandbroeders te beschermen. Voor de vogels die op akkers broeden (met name kievit, scholekster, veldleeuwerik en gele kwikstaart) is het beschermingswerk vooral nodig in de maand april als de grond wordt bewerkt, bemest en vervolgens ingezaaid. Sommige kievitlegsels moeten daarom 3 keer worden verplaatst bij werkzaamheden. De rieten mandjes zijn daarbij al vele jaren een beproefd hulpmiddel. Daarover meer in het hoofdstuk Resultaten. Als het gewas (in Brabant veelal mais) in de grond zit, is er nauwelijks nog nestbescherming nodig. De legsels worden hooguit in de plantrijen verplaatst, zodat ze niet kapot gereden worden bij bespuitingen. In 2018 was de opkomst van mais over het algemeen erg slecht. Het gewas bleef erg lang kort en op de allerdroogste percelen was de opbrengst voor boeren minimaal. Op de boerenlandvogels had dit verder geen invloed.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2018

Figuur 1 ˘ H et neerslagverschil (tekort of -overschot) ten opzichte van het langjarig gemiddelde (de nullijn) van de afgelopen 5 jaar. februari

maart

april

mei

juni

Neerslagverschil t.o.v. gemiddelde [mm]

60 40 2014 20

2015 2016

0

2017 2018

-20 -40 -60

Figuur 2 ˘ H et temperatuurverschil ten opzichte van het langjarig gemiddelde (de nullijn) van de afgelopen 5 jaar. februari

maart

april

mei

juni

Temperatuursverschil t.o.v. gemiddeld (°C)

4 3 2 1

2014 2015 2016

0 -1

2017 2018

-2 -3 -4

terug naar Inhoudsopgave

>>>

11


Eerste kievitsei door de jaren heen In mei leggen alle vogels een ei, maar het eerste kievitsei wordt altijd in maart gevonden. Dat is al 121 jaar zo. De datum van de vondst van het eerste kievitsei is ons sinds 1897 bekend. Het vroegste ei werd in 1975 en 2008 op 3 maart gevonden. En het meest late ei werd in 1969 op 31 maart gevonden. Als we de landelijk eerst gevonden kievitseieren op een rij zetten, dan zien we dat de trend is dat het eerste kievitsei tegenwoordig 12 dagen eerder wordt gevonden dan rond het jaar 1900. Tot ongeveer 1970 kwam de vervroegde eileg vooral door ontwatering en de verhoging van de mestgift. Hierdoor kwamen de bodemprocessen eerder op gang. Kieviten hebben zich hieraan aangepast door eerder te gaan broeden. De vervroeging van de eileg van na 1970 komt waarschijnlijk door het opwarmen van het klimaat. Na 1970 is de gemiddelde temperatuur in ons land sneller gaan stijgen. Door de hogere temperaturen komt het groeiseizoen nog eerder op gang. Op 14 maart 2018 werd het eerste kievitsei in de provincie Zuid Holland gevonden. Een dag later werd het eerste Brabantse kievitsei gevonden. Geurt Elemans van WVG Ravenstein vond het ei op een maisperceel in Ravenstein. Nan Visser van de WVG Schijndel vond op 3 april het eerste wulpenei. Het nest met 2 eieren lag op een akker met groenbemester. Op 19 april vond Wil Foolen van WVG Rooi het eerste legsel van de grutto op een bouwlandperceel op de Schijndelse heide. De uitkomstpiek van de grutto lag in 2018 in de eerste week van mei. Meestal ligt deze piek 3 weken later. Het warme weer in april heeft er voor gezorgd dat de grutto in vergelijking met voorgaande jaren eerder tot broeden is gekomen.

12

Veel mensen willen graag het eerste ei vinden. Daarom gaat het melden van het eerste officiële kievitsei via een landelijk protocol. In Brabant is Jochem Sloothaak de provinciale coördinator, waar contact mee moet worden opgenomen wanneer een ei is gevonden. Hij neemt direct contact op met de landelijk coördinator Aad van Paassen. Vervolgens wordt gezamenlijk de echtheid gecontroleerd en wordt door middel van een dompeltest gekeken of het een vers ei is. Pas daarna wordt de pers benaderd om het leuke nieuws dat het weidevogelbeschermingsseizoen echt begonnen is, naar buiten te brengen. Voor de vondst van de eerste eieren van de overige soorten wordt geen protocol gehanteerd.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2018

Figuur 3 ˘ D e trend is dat het kievitsei steeds vroeger wordt gevonden. De eerste keer dat het eerste kievitsei werd gevonden in Brabant was in 1954. Sindsdien is dit nog 10 keer voorgekomen, zie de rode blokjes. De laatste keer was in 2016. 31

26

Dag in maart

21

16

11

6

1 1900

1920

1940

1960

1980

2000

2020

Jaar

terug naar Inhoudsopgave

>>>

13


Omvang weidevogelbescherming Vrijwilligers Al 15 jaar schommelt het aantal vrijwilligers bij de weidevogelbescherming tussen de 650 en 750 personen. In 2018 waren in Brabant 663 vrijwilligers bij 35 weidevogelgroepen actief bij de weidevogelbescherming. Dit zijn 7 personen minder dan in 2017. Gemiddeld bestaat een groep uit 20 weidevogelbeschermers. De grootste groep is nog altijd NBV Altenatuur (72), maar er zijn ook groepen die met 3 vrijwilligers (WVG BovenDommel, WBG St. Anthonis, WVG Haaren) de weidevogels in hun gebied beschermen. De grootste groei qua aantal vrijwilligers was te zien bij WBG Reusel - De Mierden (van 26 naar 35) en WVG Alphen Chaam

Gilze (van 19 naar 24). Ook is er een nieuwe weidevogelgroep opgericht in Midden-Brabant: WVG Oostelijke Langstraat met 7 nieuwe vrijwilligers. De groep WVG Ravenstein is het meest gekrompen met een daling van 23 naar 13 vrijwilligers (-10). Van een aantal eerder gestopte groepen is de lijst met vrijwilligers opgeschoond (Esbeek (-6), De Kneuter (-5), Valkenswaard (-4)). Van de helft van de weidevogelbeschermers is de geboortedatum bekend. Ieder jaar stijgt de gemiddelde leeftijd met 0,8 jaar. Zo ook dit jaar. De gemiddelde leeftijd is nu 68,6 jaar.

800

80

700

aantal vrijwilligers

600 70

500 400

65

300

60

200 55

100 0

50 2014

2015

aantal vrijwilligers

2016

2017

2018

lineair (gemiddelde leeftijd)

Figuur 4 ˘ H et aantal vrijwilligers nam iets af, de gemiddelde leeftijd stijgt.

14

ghemiddelde leeftijd

75


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

terug naar Inhoudsopgave

>>>

2018

15


Bedrijven Het aantal actieve boerenbedrijven die medewerking verlenen aan de weidevogelbescherming stijgt al 4 jaar op rij en stond in 2018 op 1431 bedrijven. Dit zijn er 39 meer dan in 2017. Natuurlijk stoppen er ieder jaar ook bedrijven met weidevogelbescherming, maar het is goed om te zien dat er in 2018 meer bedrijven zijn gestart dan gestopt. Gemiddeld heeft een groep met 43 bedrijven contact. WBG Reusel - De Mierden heeft contact met de meeste boeren­ bedrijven: 124 om precies te zijn. Er zijn ook groepen die maar met 6 bedrijven contact hebben, zoals bijvoorbeeld WBG St. Anthonis. WWB ZuidOost-Brabant had in 2018 de grootste stijging in het aantal bedrijven waarmee ze samenwerken (van 66 in 2017 naar 77 in 2018). Het oppervlak en de gewassen In 2018 betrof de totale oppervlakte waarop weidevogels beschermd werden 12.747 hectare. Dit is 579 hectare meer dan in 2017. Van dit oppervlak bestaat 65% uit zandgrond en 33% uit kleigrond. De resterende 2% ligt in een overgangs­ gebied of op veen. De gewassen die worden geteeld op de percelen met weidevogelbescherming bestaan voornamelijk uit gras (44%) en mais (35%). De meest voorkomende gewastypen hierna zijn aardappelen (6%), graan (3%), biet (3%) en groenten (1%). De categorie ‘overig’ (4%) bestaat onder andere uit bollen, peultjes, uien en graszaad. Van 4% van de percelen zijn de gewassen onbekend.

16

In 2018 werd op de percelen met weidevogelbescherming op bijna 100 hectare meer aardappelen geteeld dan in 2017 (van 562 ha in 2017 naar 660 in 2018). Van weidevogelbeschermers horen we dat het uitvoeren van het beschermingswerk op deze percelen soms lastig is door de ruggen waarop de aardappelen geteeld worden. Dit is vooral het geval op grote percelen omdat er dan langere tijd tussen de ruggen waarop de aardappelen geteeld worden in moet worden gestapt. Ook zijn de ruggen die worden gemaakt met de nieuwste machines voor de kievit soms wel erg smal om een nest op te maken. De invoermethode Tot 2013 was het gebruikelijk om alle legsels na het veldbezoek thuis op de computer in te voeren in de boerenlandvogelmonitor. Tegenwoordig wordt nog maar 58,5% op die manier ingevoerd. In 2018 werd 41,4% van de legsels via de mobiele website ‘m.weidevogelbescherming.nl’ direct in het veld ingevoerd op de smartphone. Het gebruik van de in 2013 geïntroduceerde pda is op zijn retour: nog maar 0,1% van alle legsels werd op deze manier ingevoerd. De weidevogeldrone is in 2018 niet ingezet. Er is één weide­ vogeldrone voor heel Brabant beschikbaar. Deze had aan het begin van het seizoen technische problemen, die helaas pas aan het eind van het seizoen waren opgelost.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming

14.000

1.400

12.000

1.200

10.000

1.000

8.000

800

6.000

600

4.000

400

2.000

200

0

2018

aantal bedrijven en vrijwilligers

oppervlak (ha)

in Noord-Brabant

0 2014

2015 oppervlak

2016 bedrijven

2017

2018

vrijwilligers

Figuur 5 ˘ H et oppervlak waarop weidevogels werden beschermd steeg. Het aantal meewerkende bedrijven steeg licht. Het aantal vrijwilligers nam iets af.

44,4%

gras

34,9%

mais

6,1%

aardappelen

3,7%

onbekend

3,1%

graan

3,0%

biet

1,0%

groenten

3,7%

overig

Figuur 6 ˘ H et gewastype waarop weidevogels werden beschermd bestond in 2018 voor 79% uit gras (44%) en mais (35%).

terug naar Inhoudsopgave

>>>

17


Predatiepreventieproject Wei-vosvrij Een aantal weidevogelgroepen heeft in toenemende mate te maken met predatie van weidevogellegsels en -jongen. De roep om maatregelen wordt steeds luider en demotivatie dreigt. Tijdens het broedseizoen 2018 is daarom in MiddenBrabant geëxperimenteerd met preventiemaatregelen tegen grondpredatoren. Dit was mogelijk dankzij steun van de provincie Noord-Brabant, Brabants Landschap en de Post­ codeloterij. In enkele andere provincies zijn hier al ervaringen mee opgedaan, dus werd besloten om ook in Brabant een pilot uit te voeren. Doel was uit te proberen of predatie door met name vos – maar ook door andere grondpredatoren zoals das, bunzing, hond en kat – kan worden terug­ gedrongen met behulp van een schrikinstallatie. Hierdoor zou de reproductie van weidevogels kunnen toenemen. De organisatie was in handen van AP Natuuradvies en Begeleiding en er is nauw samengewerkt met Gallagher, de leverancier van het schrikmateriaal. Aan de pilot namen tien weidevogelgroepen deel. Zij zorgden er met hun lokale kennis voor dat de rasters op de juiste locaties werden geplaatst. Ook maakten zij afspraken met de agrariërs en

18

zorgden ze dat de spanning op het raster op peil bleef. Daarnaast speelden zij een rol in de monitoring van de resultaten. De agrariërs werkten graag mee. Op 29 locaties werden (delen van) percelen, waarop de afgelopen jaren veel legsels verloren gingen door grondpredatoren, rondom afgezet met 4 schrikdraden. Deze schrikdraden waren gekoppeld aan een schrikapparaat met een zonne­paneel. Rond percelen met kievit- en scholeksterlegsels werden veelal enkele hectares afgezet, rond legsels van grutto’s en wulpen in lang gras minimaal 50 x 50 meter. Waar dat mogelijk was werd het raster ruimer opgezet. In totaal werden 86 legsels op deze wijze beschermd. Daarvan werden 12 legsels gepredeerd, waarvan slechts 6 aantoonbaar door een grondpredator. Omdat het gaat om percelen waar tijdens voorgaande jaren en het begin van broedseizoen 2018 veel of zelfs alle legsels werden gepredeerd, kan worden gesteld dat het doel voor broedseizoen 2018 in elk geval is bereikt. Het uitkomstpercen-


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

tage op de deelnemende percelen is alleszins acceptabel, vooral wanneer we rekening houden met de situatie zonder rasters waarin vrijwel alles verloren ging. Dat op de percelen dankzij de rasters veel meer rust heerste, heeft mogelijk ook de predatie vanuit de lucht aanzienlijk verminderd. Daar waar voldoende kuikenbiotoop binnen de rasters beschikbaar was, konden ook de kuikens profiteren van de extra bescherming. Op enkele plaatsen konden ze binnen het raster worden gevolgd totdat ze (bijna) vliegvlug waren. Aan de hand van sporenonderzoek kon bij enkele rasters op zandgrond worden vastgesteld dat er wel een vos in de buurt was geweest, maar dat deze bijna altijd op ongeveer 2 meter afstand van het raster afboog. Op een aantal locaties zijn gedurende enige tijd blacklite-cameravallen geplaatst met hoop op een ‘heterdaadje’. Maar geen enkele grondpredator waagde zich tijdens die periodes zo dicht bij het raster dat dat op de camerabeelden kon worden vast­ gelegd. Hoewel er dus geen goede sier kan worden gemaakt met filmpjes van verschrikt opspringende vossen

2018

werd op deze manier wel meer duidelijkheid verkregen over het effect van de schrikinstallatie. De pilot in Midden-Brabant was een proef en er ging her en der ook wel wat mis met het plaatsen en het op spanning houden van de rasters. Dat leverde nuttige leermomenten op. De methode is behoorlijk arbeidsintensief, maar de goede resultaten in 2018 stimuleren tot voortzetting en uitbreiding van het project. Zo hebben een aantal weide­ vogelgroepen de wens uitgesproken ook deel te mogen nemen aan het project. Daarnaast zal worden geprobeerd meer kuikenbiotoop op te nemen of aan te leggen binnen de rasters of de rasters na het uitkomen van de legsels te verplaatsen naar beter kuikenbiotoop. Met deze pilot werd dreigende demotivatie vanwege hoge predatiecijfers omgezet in motivatie om door te gaan. Er gloort weer hoop aan de horizon! U kunt een aflevering van NatuurStreken bekijken over dit project. Ga naar YouTube en zoek op ‘NatuurStreken vol spanning bij de kievit’.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

19


Kerngebieden voor weide- en akkervogels Brabants Landschap is vertegenwoordigd in de Stichting ZeeBra. Deze Stichting is in 2016 opgericht om de agrarische collectieven in Brabant te ondersteunen bij de uitvoering van agrarisch natuur- en landschapsbeheer. In ZeeBra zijn ook ZLTO, Landschapsbeheer Zeeland en Zeeuws en Brabants Particulier Grondbezit vertegenwoordigd. Samen met drie Brabantse collectieven (Collectief West, Collectief Midden en Collectief Oost-Brabant) worden kerngebieden (ook wel werkgebieden genoemd) voor onder andere weideen akkervogels beheerd. In West-Brabant liggen de meeste werkgebieden voor akkervogels (15). Deze werkgebieden hebben een minimaal oppervlak van 200 hectare en een gemiddelde omvang van 437 hectare. Het percentage agrarisch natuurbeheer binnen deze werkgebieden voor akkervogels is momenteel 6,2%, met uitschieters van 12% in het werkgebied Oude Doorn, dat tevens het Brabantse demonstratiegebied voor het Interreg-project PARTRIDGE is. Voor akkervogels worden 317 ha

o.a. kruidenrijke akkerranden, wintervoedselveldjes, vogel­ akkers, bloemenblokken, keverbanken en struweelhagen aangelegd. Over de ontwikkeling van akkervogels kan nog weinig gezegd worden, uitgezonderd werkgebied ‘Oude Doorn’. In dit werkgebied blijkt uit de monitoring een toename in aantallen broedvogels, aantallen wintervogels en de verscheidenheid aan soorten. In werkgebied ‘Steenbergen’ is in 2018 gestart met monitoring van overwinterende akkervogels. Dit was in 2014 voor het laatst gebeurd. De 4 werkgebieden voor weidevogels liggen in het Land van Heusden en Altena en in de Beerse Overlaet. Gezamenlijk goed voor 2.728 hectare weidevogelbeheer. Daarmee ligt op ongeveer 50% van het oppervlak binnen deze werkgebieden aangepast beheer. Denk aan verlaat maaien, kuikenstroken, kruidenrijk grasland, uitrijden van stalmest, beweiding en vormen van vernatting zoals greppel- en golfplaatplasdras.

15 105 ha Collectief West - akkervogels

339 ha

Collectief Midden - akkervogels

6

Collectief Oost - akkervogels Collectief West - weidevogels

2.094 ha 634 ha

Collectief Oost - weidevogels

2 2

8

Figuur 7 ˘ Links: oppervlak agrarisch natuurbeheer. Rechts: aantal werkgebieden.

20


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2018

350

Aantal broedparen

300 kluut

250

zomertaling slobeend

200

watersnip

150

kleine plevier tureluur

100

wulp

50

grutto

0 2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Figuur 8 ˘ Broedparen kritische weidevogels in kerngebieden Beerse Overlaet & Land van Heusden en Altena.

De andere helft is reguliere landbouwgrond. Hierop wordt alleen aan nestbescherming gedaan of zitten geen weidevogels. Voor de groep weidevogels wordt al lange tijd het aantal gevonden legsels bijgehouden. Samen met de resultaten uit de broedparentelling kan daarmee het precieze aantal broedparen bepaald worden. In 2010 werd gestart met het collectief weidevogelbeheer, waardoor biotoopverbetering mogelijk werd. Aanvullend op het uitgesteld maaibeheer, werd de eerste golfplaatplasdras aangelegd in 2011. In 2018 lag er 82 hectare van dit type

beheer. Het aantal broedparen grutto en wulp is inmiddels gestabiliseerd en soorten als tureluur, zomertaling, slobeend en kluut zijn toegenomen. Daarnaast worden sinds enkele jaren ook alarmtellingen uitgevoerd. Daarmee kan worden vastgesteld waar broedparen van grutto en wulp zitten en hoeveel jongen ze grootbrengen. Dat noemen we het BTS (Bruto Territoriaal Succes). Andere soorten worden dus niet meegenomen bij deze telling. In 2018 was het BTS gemiddeld 65%, wat iets lager is dan in 2017. Het hoogste BTS werd behaald in telgebied Ravenstein, waar álle gruttoparen minimaal 1 jong groot brachten.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

21


Resultaten Aantal legsels In 2018 zijn er in de boerenlandvogelmonitor in totaal 4.478 Brabantse legsels ingevoerd van 29 soorten weidevogels. Dit zijn 275 legsels minder dan vorig jaar. Toch betekent dit niet per se dat er minder broedparen waren. Het lijkt er namelijk op dat er minder tweede legsels van de kievit zijn geweest, maar later daarover meer. Het afgezochte oppervlak is in 2018 toegenomen en het aantal gevonden legsels is gedaald. Daardoor is de dichtheid van het aantal legsels per oppervlak in 2018 afgenomen ten opzichte van 2017. Gemiddeld werd er 1 legsel gevonden op iedere 2,85 hectare afgezocht oppervlak. Omgerekend is dit 0,35 legsel per hectare.

Zeven groepen vonden in 2018 minimaal 10% meer legsels dan het jaar ervoor. De grootste stijging in het aantal legsels vond plaats bij WVB Maasdonk (+88%, +147). Ook bij WVG Asten (+86%, +25) en ANV Drimmelen (+66%, +40) steeg het aantal legsels sterk. Bij 12 groepen nam het aantal gevonden legsels met meer dan 10% af. De hardste klap viel bij IVN De Groene Overlaat (-68%, -19) en NMV Teteringen (-64%, -32). In Teteringen heeft dat te maken met het feit dat landbouwgronden zijn omgezet in natuur. Dat betekent dat de legsels niet meer beschermd hoeven te worden. Wat de oorzaken van stijgingen en dalingen bij de diverse werkgroepen waren, is te lezen in het hoofdstuk ‘Resultaten per weide­ vogelgroep’.

Aantal legsels per groep De meeste legsels werden gevonden door NBV Altenatuur (595), WVG Lith (436), WWB Zuidoost-Brabant (322) en WVB Maasdonk (314). WVB Maasdonk & WVG Geffen hadden de hoogste dichtheid van het aantal legsels per hectare: 2,87 legsel per hectare. Daarna kwamen WVG Rooi (1,19), NBV Altenatuur (1,17) en VNW Zundert (1,15).

Uitkomstpercentage Van de 4.478 gevonden legsels is van 622 legsels niet bekend of ze wel of niet zijn uitgekomen. Dit kan komen doordat een nest niet meer wordt teruggevonden of omdat een nest zoveel mogelijk met rust wordt gelaten, waardoor de uitkomst onbekend blijft. Van 3.856 legsels was de uitkomst wel bekend. Hiervan werden 2.819 legsels succesvol uitgebroed.

Figuur 9 ˘ In 2018 is het totaal aantal legsels net als het aantal uitgekomen legsels afgenomen, maar het uitkomstpercentage is hoger. 6.000

100% 90%

5.000

80% 70%

4.000

Aantal legsels

3.000

50% 40%

2.000

30% 20%

1.000

10% 0

2009

2010

2011

2012

2013

uitgekomen legsels legsels met uitkomst onbekend

22

2014

2015

2016

2017

2018

niet uitgekomen legsels uitkomstpercentage

0%

Uitkomstpercentage

60%


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Dit betekent dat het uitkomstpercentage in 2018 lag op 73,1%. Het uitkomstpercentage is hoger dan in 2017 en 2015, maar niet zo hoog als in 2014 en 2016 (zie figuur 9). Er wordt gestreefd naar een uitkomstpercentage van minimaal 70% per soort. Sinds 2007 wordt deze norm voor alle soorten bij elkaar opgeteld gehaald. Onder de juiste omstandigheden voor de kuikens zou dat voldoende moeten zijn om een soort in stand te houden. Uitkomstpercentage per grondsoort Het is al jaren zichtbaar dat de weide- en akkervogels op de Brabantse zandgronden harder achteruit gaan dan op de kleigronden. Dit blijkt uit het broedvogelmeetnet van de provincie, maar ook uit de cijfers van de Brabantse weidevogel­ groepen. Ook in 2018 bleek het uitkomstpercentage van legsels op de zandgronden helaas fors lager dan op de kleigronden. De zandgronden houden vocht en mine­ralen minder goed vast, waardoor er minder leven in de bodem zit. Bovendien staan op de Brabantse zandgrond vrij veel varkens­bedrijven. Varkensmest heeft in vergelijking tot rundermest een nadeliger effect op het bodemleven.

2018

En een slecht bodemleven betekent minder voedsel voor weidevogels, waardoor de populatie flink is uitgedund. Hierdoor kunnen vogels zich nauwelijks nog verdedigen tegen een breed scala aan predatoren die wel een eitje lusten. Uitkomstpercentage per groep In Brabant hadden 21 groepen een uitkomstpercentage van boven de 70%. Het hoogste uitkomstpercentage (92%) werd behaald in het werkgebied van WVG Deurne. Bij 14 groepen lag het uitkomstpercentage helaas onder de norm van 70%. Waaraan gingen legsels verloren? Het doel is om zoveel mogelijk legsels te laten uitkomen. Ondanks alle goede intenties lukt het echter niet altijd om legsels voldoende te beschermen. Voor weidevogels zijn er diverse gevaren in het agrarisch gebied. Bewerkingen worden soms onaangekondigd uitgevoerd en roofdieren houden elke verstoring van een broedende vogel nauwlettend in de gaten. Vrijwilligers houden bij waar legsels aan verloren gaan omdat het belangrijk is om te weten waar het mis gaat.

Figuur 10 ˘ Het aandeel uitgekomen legsels is hoger op kleigronden dan op zandgronden. 100%

uitkomstpercentage

95% 90% 85% 80% 75%

zand

70%

klei

65% 60% 55% 50% 2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

terug naar Inhoudsopgave

>>>

23


Van alle gevonden legsels ging 26,9% verloren. De grootste verliesoorzaak is predatie (15,7%). In 2017 betrof het predatie aandeel nog 17,2%. Er is in 2018 dus minder predatie geweest dan het jaar ervoor. We proberen om te voorkomen dat beschermingshandelingen de predatiekans vergroten. Daarom beperken weidevogelbeschermers de nestbezoeken en andere verstoring tot het strikt noodzakelijke. Bij 10% van de legsels is niet bekend waardoor de eieren zijn gepredeerd. Bij de eieren waar dit wel kon worden vastgesteld, waren de daders de vos (2,4%), vogels zoals kraai en meeuw (1,7%) en overige soorten zoals de das, bunzing, hermelijn, wezel (0,5%). Helaas worden er ook nog steeds eieren door de mens weg gehaald. In 2018 was dit het geval bij 1,1% van de legsels. Daarnaast gingen 159 legsels (4,2%) verloren bij landbouwkundige werkzaamheden. Dit percentage is hoger dan in 2017 (3,7%). 4,1% van alle gevonden legsels werd verlaten door de oudervogel. Dit percentage verschilt nauwelijks van 2017, waarin 4,2% van alle legsels werd verlaten. Het verlaten

van een nest kan gebeuren als de oudervogel veelvuldig verstoord wordt of wanneer de eieren vanwege de droogte en de hitte niet uitkwamen. Bij 0,5% werd de categorie ‘Overig’ als verliesoorzaak aangegeven. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat legsels in het water lagen door hevige regen of dat een mol toevallig een gang had gemaakt onder het legsel. Een niet uitgekomen legsel vanwege beweiding kwam bij 0,2% van de legsels voor. Van 2,3% van de legsels kan niet worden bepaald wat de afloop was. In deze gevallen is er niets meer te zien op de plaats waar eerder een nest was gevonden. Waarbij was nestbescherming nodig? In 2.717 gevallen moest een legsel worden ontzien bij bewerkingen. De meest uitgevoerde beschermingsactiviteit is het plaatsen van een legsel in een mandje, zodat het legsel kan worden verlegd wanneer het perceel wordt bemest, geploegd of ingezaaid. Deze maatregel wordt sinds 2015 toegepast en ieder jaar stijgt het aantal gebruikte mandjes. In 2018 werden 685 kievitlegsels in een mandje geplaatst. Dit wordt direct gedaan bij nieuw gevonden kievitlegsels op bouwland.

73,1%

uit

73,1%

uit

15,7%

gepredeerd

15,7%

gepredeerd

4,2% verloren verloren door werkzaamheden 4,2% door werkzaamheden 4,1% 4,1% verlaten verlaten 2,3%

2,3% onbekend onbekend

0,5%

overig

0,2%

beweiding

0,5%

0,2%

overig beweiding

Figuur 11 ˘ A andeel uitgekomen legsels en verliesoorzaken.

24


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

aantal keer legsels beschermd

2018

uitkomstpercentage

1.000

100%

900 80%

700 600

60%

500 400

40%

300 200

Uitkomstpercentage

Aantal keer legsels beschermd

800

20%

100

n

n

de ar na aa

n/ lle ro

vo

ss

en

ra

sle

pe

ste r

ie n m

aa

n ite te ct

ov

er

za

ig

ea

aie

es sb wa

ivi

fp no

er ch

n/ ge ge

oe pl

ot en

in g m

eg ge

es te n m be

tse laa ep dj an m ne

st

in

n

0%

n

0

Figuur 12 ˘ D e meeste legsels werden beschermd bij bemesten, ploegen/eggen en gewasbescherming.

Het plaatsen van een legsel in een mandje alleen zorgt nog niet voor bescherming. Het werkt alleen als het mandje met het legsel door de weidevogelbeschermer op tijd wordt verplaatst als er werkzaamheden op het land zijn. In die zin is het niet echt een beschermingshandeling, maar deze handeling wordt voor de statistieken toch als dusdanig geregistreerd. Legsels werden ook beschermd tijdens het bemesten (512 legsels), ploegen of eggen (500 legsels) en bij het toepassen van bestrijdingsmiddelen om gewassen te be-

80% 80%

5%

5%

3% 3%

kievit scholekster

scholekster

wulp

wulp

grutto grutto

2% 2%

wilde wildeeend eend

2%

tureluur

5%

overige soorten

5%

Een nieuwe beschermingsactiviteit in 2018 was het plaatsen van een nest binnen een elektrisch vossenraster. Deze maatregel is 85 keer toegepast bij 3 soorten (grutto, kievit en wulp). Meer informatie hierover leest u in de centerfold.

kievit

3% 3% 2%

schermen (345 legsels). Het blijkt het moeilijkst te zijn om een legsel te beschermen als er wordt gemaaid. Van alle beschermingsmaatregelen heeft deze werkzaamheid het laagste uitkomstpercentage: 47,3%. De overige uitkomst­ percentages zijn met rode blokjes aangegeven in figuur 12.

tureluur

overige soorten

Figuur 13 ˘ Aandeel legsels per weidevogelsoort.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

25


Resultaten per soort Vanaf hier zoomen we in op de resultaten per soort. Het complete overzicht van de resultaten per soort vindt u achter in dit jaarverslag in bijlage 3. De meest voorkomende weidevogel: de kievit De afgelopen 10 jaar schommelde het aantal gevonden kievitlegsels tussen de 2663 (in 2012) en de 3831 (in 2017). In 2018 werden er 3.571 legsels van de kievit gevonden. Dit is een daling van 7% ten opzichte van 2017. Vermoedelijk is dit een gevolg van een hoger uitkomstpercentage. Veel kieviten waarvan de legsels van de eerste ronde verloren gaan, doen een tweede broedpoging later in het seizoen. Wanneer het legsel van de eerste ronde succesvol is, beginnen de kieviten niet aan een tweede legsel. In figuur 15 is met een zwarte lijn het percentage kievitlegsels te zien, dat per week uitkwam. Eind april kwam het merendeel van de legsels uit. Deze (eerste) uitkomstpiek is veel hoger dan het langjarig gemiddelde (groene lijn). Er zijn in verhouding tot voorgaande jaren minder tweede legsels ge-

legd door de kievit. Het lijkt er dus op dat de meeste eerste legsels succesvol zijn geweest. Aantal en uitkomstpercentage kievitlegsels per landtype Met 70,3% lag het uitkomstpercentage van de kievitlegsels in 2018 inderdaad hoger dan in 2017 (68%). Ook dit jaar is weer duidelijk te zien dat het uitkomstpercentage op grasland (78%) hoger is dan op bouwland (68%). Bouwland bestaat uit een diversiteit aan gewassen, maar de meest voorkomende is mais. Het is makkelijker om een legsel uit te laten komen op grasland, maar toch hebben de meeste kieviten een voorkeur voor bouwland (65,3%). Het overige landtype waar kieviten op broeden is grasland (18,1%), onbekend (10,1%) en overig (6,4%). Bijna de helft van de kievitlegsels werd op maispercelen (49%) gevonden. Na mais zijn gras (18%), aardappelen (7%), braak (7%) en bieten (6%) het meest geliefd bij de kievit om een nestje op te maken.

Figuur 14 ˘ Het aantal gevonden legsels van de kievit in de afgelopen 10 jaar.

5.000

Aantallegsels

4.000

3.000

2.000

1.000

0 2009

26

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018


2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Figuur 15 ˘ H et percentage uitgekomen kievitlegsels per week liet in 2018 een hele hoge piek zien: in de week van 24 t/m 30 april kwam 28% van alle legsels uit. 30

20

15

10

5

2018

07 9-

07

m

2m 6t

26

-0

3t

6 -0 25 tm

19

12

tm

18

11

-0

-0

6

6

06 4m

m 5t

5 5t -0 29

tm 22

15

tm

21

28

-0

-0

5

5 -0 14 m 8t

7-

-0

05

4 1t m

30 24

tm

23 tm 17

10

tm

16

-0

-0

4

4

04 9-

4 -0 02

m 3t

3t m -0 27

tm 20

tm

19

26

-0

-0

3

3

0

13

Percentage uitgekomen legsels

25

langjarig gemiddelde

terug naar Inhoudsopgave

>>>

27


Maatwerkregeling: Kansen voor de kievit Boeren kunnen op bouwland speciaal voor de kievit extra maatregelen nemen. Deze maatregelen zijn uitgesteld bewerken, een braakstrook aanleggen en een groenbemester onderwerken, zoals uitgelegd in de kadertekst ‘Maatwerk­ regelingen’ op pagina 6. Een vrijwilliger legt deze maat­ regelen ter bescherming van kievitkuikens vast. Dit gebeurt via een contract met een boer. In 2018 sloten 8 weidevogelgroepen 18 contracten voor aangepast beheer op bouwland af. Het uitkomstpercentage van

deze kievitlegsels lag in 2018 op 80,8%. Dat is hoger dan het uitkomstpercentage van alle Brabantse legsels (70,3%). De kuikenoverleving verdubbelde op de percelen met maatregelen gemiddeld naar ruim 30% ten opzichte van percelen, waar reguliere landbouw was. Scholekster Na de kievit zijn in 2018 de meeste legsels gevonden van de scholekster. Dit waren er met 209 wel minder dan in 2017 (221). Van 27 legsels was de uitkomst onbekend.

Figuur 16 ˘ 49% van de Brabantse kieviten kiest voor mais om op te broeden.

49%

maïs

18%

gras

7%

aardappels

7%

braak

6%

onbekend

6%

biet

7%

overig

Figuur 17 ˘ V an de wulp en de wilde eend werden in 2018 meer legsels gevonden. Het aantal legsels van de scholekster, grutto en tureluur nam in 2018 af. 400

Aantal legsels

300

scholekster wulp grutto

200

wilde eend tureluur

100

overige soorten

0 2009

28

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Van de 182 legsels waarvan de uitkomst bekend is, kwamen er 137 uit. Dat is een uitkomstpercentage van 75,3%. Net als bij de kievit was ook het uitkomstpercentage van de scholeksterlegsels lager dan in 2017 (78,3%). Van alle legsels werden 22 legsels gepredeerd, gingen 10 legsels verloren door werkzaamheden en was van 7 legsels de verliesoorzaak onbekend. Bij landbouwkundige werkzaamheden werden 101 legsels beschermd en 13 legsels werden in een mandje geplaatst. Voor het project CHIRP zijn in 2018 door Weidevogelbeschermingsgroep Bernheze en Weidevogelgroep

2018

Rooi ook scholekster jongen gevolgd. Er zijn nog te weinig gegevens verzameld om écht iets te kunnen zeggen over de kuikenoverleving. In 2019 zal het onderzoek worden herhaald en uitgebreid. Wulp Het aantal legsels van de wulp nam in 2018 met 13% toe. Dat is verrassend want dit aantal nam al drie jaar op rij af. In 2018 werden 141 legsels gevonden. Het merendeel van de legsels kwam uit in de week van 22 t/m 28 mei. Van de 124 legsels waarvan de uitkomst bekend is, kwamen er 89 uit. Dat is een uitkomstpercentage van 71,8%. Van de legsels die verloren gingen werden 21 legsels gepredeerd, is van 9 legsels de verliesoorzaak onbekend en werden 2 legsels verlaten. In totaal werden 39 legsels beschermd tegen landbouwkundige werkzaamheden, werden 14 legsels binnen een elektrisch vossenraster geplaatst en zijn 3 legsels in een mandje geplaatst. Grutto Er werden de afgelopen 10 jaar nog nooit zo weinig grutto legsels gevonden als in 2018. Het waren er 134 tegenover 160 legsels in 2017. Van de 122 legsels, waarvan de uitkomst bekend is, zijn er 105 uitgekomen. Dit maakt dat het uitkomstpercentage 86,1% is en dat is toch wel vrij hoog. Van de legsels die verloren gingen, zijn 7 legsels gepredeerd en 7 legsels verloren gegaan door werkzaamheden. Bij landbouwkundige werkzaamheden werden 19 legsels beschermd. Daarnaast werden 12 legsels beschermd door middel van een elektrisch raster. De uitkomstpiek van de grutto lag in 2018 in de eerste week van mei. Meestal ligt deze piek 3 weken later. Het warme weer in april heeft er voor gezorgd dat de grutto eerder is gaan broeden in vergelijking met voorgaande jaren. De uitkomstpiek van de grutto lag dit jaar maar een week later dan die van de kievit. De wulp had nog wat langer de tijd nodig voordat de eieren uitkwamen. In de week van 1 t/m 7 mei kwam 37% van alle gruttolegsels uit. De piek van het uitkomen van de wulpenlegsels lag 3 weken later dan die van de grutto: in de week van 22 t/m 28 mei kwam 39% van de wulpenlegsels uit. Zie ook figuur 18.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

29


Wilde eend De wilde eend staat in de top 5 van meest gevonden legsels in 2018. Het aantal legsels verdubbelde van 47 in 2017 naar 98 in 2018. Het uitkomstpercentage is met 94,9% erg hoog. Van de legsels die verloren gingen, werden 2 legsels gepredeerd, ging 1 legsel verloren door werkzaamheden en werd 1 legsel verlaten.

Maatwerkregeling: Regeling Rustzone Zoals uitgelegdin de kadertekst ‘Maatwerkregelingen’ op pagina 6 kan voor grutto, wulp en tureluur extra bescherming geboden worden via een rustzone. De aanleg van een rustzone verkleint de kans op verstoring en predatie en biedt foerageermogelijkheden, waardoor er meer legsels uitkomen en meer jongen vliegvlug worden. Een vrijwilliger legt de maatregelen met de boer vast in een contract. Aan de maatwerkregeling ‘Regeling Rustzone’ deden in 2018 12 weidevogelgroepen mee. In totaal werden 31 contracten voor rustzones afgesloten voor 33 grutto, 25 wulpen en 4 tureluur broedparen. De kleinste rustzone was 0,25 ha voor 1 wulp en de grootste was 2,5 ha voor 3 grutto’s. De meest drukke rustzone was een zone van 2 ha voor 2 grutto en 3 wulpen broedparen in Sint- Oedenrode. Bijzonder dit jaar was de combinatie van een rustzone met een vossenraster.

Tureluur Het aantal tureluurlegsels daalde van 81 in 2017 naar 79 in 2018 (-2%). Het uitkomstpercentage was hoog: 98,4%. Er werd maar 1 niet uitgekomen legsel gerapporteerd, dat verloren ging aan predatie. Van 15 legsels konden vrijwilligers niet aangeven wat het resultaat was en 2 legsels zijn beschermd toen er werd gemaaid.

Figuur 18 ˘ N iet alle weidevogels zijn zo vroeg als de kievit. Hieronder zijn de uitkomst­ perioden van de kievit, grutto en wulp te zien.

Percentage uitgekomen legsels

40

30

20

10

kievit

30

grutto

wulp

07 9-

07 2-0

6t

m

25 26

19

tm

18 tm

3t m

6 -0

6 -0

-0 12

5t

m

m

11

4-

6

06

5 5t -0 29

22

15

tm

tm

21

28

-0

-0

5

5 -0 14 m 8t

m

7-

05

04 1t

24

tm

30 -

23 -0 tm 17

10

tm

16 -0

4

4

0


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Daarover leest u meer in de centerfold ‘Wei-vosvrij’. In 2018 was het uitkomstpercentage van de legsels in rustzones 75,8% (grutto 78,8%, wulp 72,0%, tureluur 75,0%). Dit is voor de grutto hoger ten opzichte van de 71,4% in 2017, maar voor de wulp (-1,7%) en de tureluur (-25%) lager dan in 2017. De meeste legsels die niet zijn uitgekomen, werden gepredeerd. De overige soorten Naast de hierboven beschreven 6 soorten die het meest voorkomen, werden in 2018 ook nog legsels gevonden van 22 andere soorten. Een nieuwe en bijzondere soort was het kleinst waterhoen. Dit is een zeldzame ‘ral’ die meestal in

2018

Oost Europa broedt, maar dit keer dus ook in Brabant. Het aantal legsels steeg het hardst bij de watersnip (van 4 in 2017 naar 12 in 2018) en de krakeend (van 15 naar 33), gevolgd door de zomertaling (van 8 naar 16), bergeend (van 4 naar 12) en kluut (van 19 naar 25). De aantallen bleven ongeveer gelijk bij de kleine plevier (35), patrijs (23) en meerkoet (17). Het aantal legsels van de gele kwikstaart daalde van 33 in 2017 naar 11 in 2018. Dalingen zijn ook waar te nemen bij de roodborsttapuit (van 24 naar 9), veldleeuwerik (van 11 naar 1) en geelgors (van 10 naar 2). In 2018 werden helaas geen legsels van de kuifeend, kwartel, witte kwikstaart, ringmus, grasmus, rietgors en kleine karekiet gevonden.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

31


Erfvogels Erven zijn een belangrijk leefgebied voor een groot aantal diersoorten van het boerenland. De boerenzwaluw, steenuil, ringmus, gekraagde roodstaart, kerkuil en spotvogel zijn slechts enkele karakteristieke voorbeelden. Dergelijke erfbewoners zijn van de beplanting, van de weitjes en van de gebouwen afhankelijk om voedsel en beschutting te vinden, maar ook om zich voort te planten. Onze erven zijn de afgelopen decennia echter steeds kaler en ‘netter’ geworden. Ook zijn ze intensiever in gebruik voor stallen, silo’s en landbouwwerktuigen. Daardoor worden ze steeds minder geschikt voor erfbewonende soorten, die als gevolg daarvan hard in aantal achteruit zijn gegaan de afgelopen periode. Weidevogelbeschermers komen regelmatig op boerenerven. Reden om samen met hen erfvogelprojecten op te starten. Na een een aantal successen in onder andere

32

Boekel, Oirschot, Sterksel en Kempenland kwamen er zoveel verzoeken uit andere regio’s om ook te starten met erfvogelprojecten, dat in 2015 besloten werd om een provinciebreed projectvoorstel in te dienen bij de Subsidie­ regeling Biodiversiteit en Leefgebieden. Dit gebeurde onder de naam ErvenPlus. Voor dit project zijn in de periode 2016 - 2018 op ruim 600 erven speciale erfscans uitgevoerd door veldmedewerkers. Hierbij werd samen met de bewoners bekeken welke aanvullingen het erf aantrekkelijker maken voor erfbewonende soorten. Vervolgens werd een ErvenPlus-plan opgesteld met een beplantingsadvies en voorstellen voor soortgerichte maatregelen. We kunnen na de eerste periode leuke cijfers noteren: 100.000 stuks plantgoed waaronder 1.500 fruitbomen, 5.000 nestkasten, 500 kilo kruidenmengsel, 110 muizenruiters en 50 steenuilvriendelijke drinkbakken.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Ook is de boerenlandvogelmonitor uitgebreid, waardoor de gegevens van broedende erfvogels of overwinterende vleermuizen kunnen worden bijgehouden. Brabants Landschap roept weidevogelbeschermers op om te helpen bij deze monitoring. In 2018 zijn er door 7 (weidevogel)groepen 530 legsels ingevoerd van soorten die zich bevinden op het erf. Weidevogelgroep Boekel is hierin het meest actief en houdt al sinds 2014 de boerenzwaluwen en huismussen in de gaten. Sinds 2015 voert ook Weidevogelgroep Reusel een diversiteit aan erfvogels in in de boerenlandvogelmonitor.

2018

Dit alles levert mooie resultaten op voor vele erfsoorten en de gegevens maken ook de erfeigenaren enthousiast. Begin 2019 is gewerkt aan een projectplan voor ErvenPlus 2.0, dat hopelijk kan worden uitgevoerd in de periode 2019 - 2021. Dit plan dient als onderbouwing voor een subsidieaanvraag bij de provincie Noord-Brabant, die ook een belangrijke financier was in de eerste projectperiode. De Brabantse gemeenten zijn uitgenodigd om (weer) deel te nemen aan ErvenPlus. Over de voorwaarden voor deelname zijn ze inmiddels geïnformeerd.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

33


34


2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming Invoermethode: internet applicatie mobiele site

o of pdaa

b

,

in Noord-Brabant

Resultaten per

weidevogelgroep

Indien een groep tenminste 50 legsels van vier of meer soorten heeft gevonden, worden de resultaten in een tabel getoond. Verklaring van termen en afkortingen in de tabellen: Bekend = aantal gevonden legsels met bekend resultaat % uit = aantal uitgekomen legsels Niet uit = aantal niet uitgekomen legsels Uitkomst = uitkomstpercentage Pred. = predatie Bew. = beweiding Werk. = werkzaamheden Verl. = verlaten Ov. = overig Onb. = onbekend

In dit hoofdstuk worden de resultaten van 35 weidevogelgroepen in Brabant kort toegelicht. Sommige groepen vonden enkele tientallen legsels, andere honderden. Maar allemaal zetten ze zich voor de volle 100% in voor de weidevogels. En daar zijn we trots op!

NB02 ˘ WBG Bernheze: veel predatoren actief

21%

b

79% o

Schreven we in het vorige jaarverslag al dat de weidevogels in het zoekgebied van WBG Bernheze een zwaar jaar hadden, in 2018 was het haast dweilen met de kraan open! Predatoren – met name vossen – en onoplettende loonwerkers dreven de vrijwilligers haast tot wanhoop en maakten het de weidevogels bijna onmogelijk hun eieren uit te broeden. Nadat op een akker in één klap alle legsels door een vos waren gepredeerd werd in allerijl met man en macht een groot vossenraster geplaatst. De loonwerker die binnen het raster de bewerkingen uitvoerde, werkte prima mee en zorgde steeds dat de poort gesloten werd na het werk. Er werd zelfs mee gezocht naar nieuwe legsels, waarvoor lof! Tot er een ander bedrijf kwam om in te zaaien. Hierbij gingen alsnog enkele legsels verloren, maar er werd niets meer gepredeerd. Dit schetst in een notendop het verloop van het seizoen in bijna het hele zoekgebied. Gelukkig zijn er ook positieve zaken te melden. Zo ging het in deelgebied Droevendael heel goed! En een van de vrijwilligers heeft een column gekregen in een regionaal blad, waar steeds veel positieve reacties op komen van boeren en burgers. Voor komend seizoen wil de groep graag vroeg in het seizoen met vossenrasters aan de slag zodat er vanaf het begin rust is op de broedpercelen. Soort

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Pred.

Kievit

79

67

24

43

36%

26

Scholekster

4

3

1

2

33%

2

Wilde eend

1

Wulp

2

2

2

0%

2

Totaal

86

72

47

35%

30

25

Bew.

Werk.

Verl.

Ov.

15

0

15

Onb.

2

0

0

NB04 ˘ IVN de Groene Overlaat: we gaan door!

2

100%

b

Dat de aantallen gevonden legsels van de vrijwilligers in Cuijk flink zijn teruggelopen is spijtig, maar niet verbazingwekkend. De afgelopen 5 jaar ging er namelijk een ware predatiegolf over het gebied, met 2017 als dieptepunt. Toen werden er 27 legsels gevonden waarvan er slechts 1 uit kwam. Helaas werden in 2018 nog maar 9 legsels gevonden. Allemaal van kieviten. Hiervan kwamen er 4 uit. De rest werd gepredeerd door een vos. Voor komend broedseizoen wordt geprobeerd de vossen te weren met schrikrasters. Hierdoor worden ook andere grondpredatoren zoals dassen geweerd en krijgen de weidevogels hopelijk weer een kans. Aan de vrijwilligers zal het in elk geval niet liggen. Zij zijn van plan om door te gaan!

terug naar Inhoudsopgave

>>>

35


NB09 ˘ Altenatuur: stevige organisatie opgebouwd!

22%

b

78% o

In 2018 bestond Weidevogelwerkgroep Altenatuur 20 jaar en dat werd uitgebreid gevierd. Er was een lezingenavond, een paar dagen later gevolgd door een goed bezocht weidevogelfestival. De groep heeft maar liefst 84 vrijwilligers, maar er is meer dan genoeg werk voor iedereen. Inmiddels werken zo’n 130 bedrijven mee. Een aantal vrijwilligers en boeren is ook betrokken bij het internationale akkervogelproject ‘PARTRIDGE’ en/of bij de uilenwerkgroep, er worden gastlessen gegeven op een groot aantal scholen en nog veel meer. Kortom, in de afgelopen 20 jaar is een organisatie opgebouwd die staat als een huis. Hier kunnen zowel vrijwilligers als boeren zeker trots op zijn! Broedseizoen 2018 was hard werken voor de vrijwilligers in het Land van Heusden en Altena. Boeren konden hier pas laat het land op. En dat gebeurde uiteindelijk precies op het moment dat ook de kieviten massaal aan het broeden gingen. Vrijwilligers moesten alle zeilen bijzetten om nieuwe legsels op tijd op te sporen en legsels in mandjes te verleggen tijdens de bewerkingen. Ondanks alle inspanningen is het aantal gevonden legsels in het zoekgebied van de groep iets afgenomen ten opzichte van het topjaar 2017. Voor een deel is dit veroorzaakt door een vos, die zijn bouw naast een plasdras midden in het kerngebied had gegraven. Daardoor vestigden zich in de directe omgeving van de vossenbouw geen grutto’s en tureluurs meer. Ook in de rest van het zoekgebied werden minder legsels van grutto’s en tureluurs aangetroffen. De langgrasbroeders die er wel waren, konden profiteren van veel agrarisch natuurbeheer. Op een aanzienlijk aantal percelen werd het maaien uitgesteld ten behoeve van de weidevogels. En daar waar dat niet van toepassing is, konden op 9 plaatsen in totaal 17 paren grutto’s, wulpen en tureluurs hun legsel rustig uitbroeden in een rustzone. Ook werden op 3 plaatsen maatregelen genomen voor kieviten: de bewerkingen werden uitgesteld en er werden braakranden aangelegd. In 2019 worden in het gebied 3 nieuwe plasdrassen aangelegd en wordt geprobeerd daar vossen te weren met schrikrasters. Hopelijk zal daardoor de nog altijd indrukwekkende lijst van gevonden legsels de komende jaren opnieuw records breken! De vrijwilligers gaan er in elk geval voor! Soort

Canadese gans

Bekend

Uit

2

1

1 1

Eend onbekend

2

2

Fazant

1

1

Gele kwikstaart

3

2

2 5

Graspieper

8

5

Grauwe gans

1

1

Grutto

30

21

Kievit

451

Niet uit

% uit

Pred.

Bew.

Werk.

Verl.

1

50%

1

0%

0% 1

2

1

304

249

55

82%

13

16

21

1

1

2

3

2 1

Scholekster

30

22

17

4

100% 81%

Nijlgans

1

1

100%

4

Meerkoet

Onb.

1

17

1

Ov.

100%

1

Kleine plevier

1

100% 5

77%

Tureluur

8

8

8

Wilde eend

11

8

7

1

88%

1

Wulp

44

40

37

3

93%

2

595

416

345

71

83%

20

Totaal

36

Totaal

100% 1

0

22

23

1

5


2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

NB10 ˘ WVG Gestel: weer een zwaar jaar

21%

b

79% o

De 10 vrijwilligers en 34 boeren van Weidevogelgroep Gestel zagen ook dit jaar weer legsel na legsel verdwijnen van de akkers. Toch wilden zowel de weidevogels als de vrijwilligers van geen opgeven weten. Elke week weer werden enkele nieuwe legsels gevonden en beschermd bij werkzaamheden (58 keer!). Helaas verdween het overgrote deel in de magen van predatoren. Zelfs op het perceel waar in het kader van ‘Kansen voor de Kievit’ door een meewerkende boer de bewerkingen werden uitgesteld en een braakrand werd aangelegd, kwamen slechts 2 legsels uit. In totaal werden 66 kievit- en 2 scholeksterlegsels gevonden. Daarvan kwamen slechts 12 kievitlegsels en 1 scholeksterlegsel uit: een uitkomstpercentage van 19%. Uiteindelijk werden 47 legsels gepredeerd door diverse soorten predatoren, gingen 7 legsels verloren door werkzaamheden en 1 legsel door beweiding. Toch gooit de groep het bijltje er niet bij neer en wil ze haar uiterste best doen om te proberen in 2019 het tij te keren. Hopelijk lukt het om enkele boeren te bewegen deel te nemen aan de regeling ‘Kansen voor de Kievit’. Daarnaast is de hoop gevestigd op deelname aan de pilot Wei-vosvrij, zodat in elk geval grondpredatoren buitenspel worden gezet en er meer rust zal zijn op de percelen. Dit zou de resultaten zeer ten goede kunnen komen! NB11 ˘ Teteringen: contacten verbeterd

100%

b

De 9 vrijwilligers van de groep Teteringen noteerden in 2018 wat minder legsels (18 van 4 soorten) dan in de afgelopen jaren. Dat betekent niet dat er minder weidevogels gebroed hebben in het gebied. De lijst met gevonden legsels bevat alleen legsels op agrarische gronden. De vogels op de reservaatsgronden komen als waarneming op de kaart. Er werden 2 gruttolegsels gevonden, waarvan 1 uitkwam en 1 door beweiding verloren ging. Daarnaast werden 13 kievitlegsels gevonden, waarvan er 7 uitkwamen, 3 gepredeerd werden, 1 verloren ging door beweiding en 2 werden verlaten. Er werd 1 scholeksterlegsel gevonden dat verloren ging door onbekende oorzaak. En heel mooi: de 2 gevonden tureluurlegsels kwamen beiden uit. In totaal kwam 56% van de genoteerde legsels uit. Hoopgevend zijn de verbeterde contacten met de nieuwe pachter, die in het gebied de Lage Vuchtpolder onder andere vernattingsmaatregelen neemt, die de weidevogels ten goede zullen komen. NB12 ˘ Natuurwerkgroep gemeente Rucphen: wederom succesvol in goede sfeer

100%

b

In 2017 zaten de resultaten van de weidevogelbeschermers in Rucphen behoorlijk in de lift. Dat was gelukkig geen toevallige uitschieter want in het broedseizoen 2018 waren de resultaten van hetzelfde niveau. Er werden legsels van evenveel soorten gevonden en het uitkomstpercentage bleef hoog. Opvallend is de vondst van maar liefst 4 patrijzenlegsels die allemaal uitkwamen. De sfeer binnen de groep is – zowel onder de vrijwilligers onderling als tussen boeren en beschermers – prima en dat komt de samenwerking uiteraard ten goede. Soort

Totaal

Bekend

Uit

Fazant

2

2

2

Kievit

35

33

25

Patrijs

4

4

4

Scholekster

12

11

8

Wilde eend

4

4

4

Totaal

57

54

43

Niet uit

% uit

Pred.

Bew.

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

100% 8

76%

6

2

100% 3

73%

2

1

100% 11

80%

6

0

2

2

terug naar Inhoudsopgave

0

>>>

1

37


NB13 ˘ WVG Schijndel en omgeving: meer legsels uit!

86%

b

14% a

De vrijwilligers van Weidevogelbeschermingsgroep Schijndel en omgeving zijn sinds kort onderdeel van de nieuw opgerichte Stichting Weidevogelbescherming Meierijstad. In 2018 vond de Schijndelse groep 207 legsels van precies 10 soorten weidevogels. Dat zijn 30 legsels minder dan in 2017, maar toch was het een beter jaar! Er kwamen 9 legsels meer uit en daarmee steeg het uitkomstpercentage van 60% naar 75%. Van de kievitlegsels gingen er 49 verloren, waarvan 20 door predatie en 14 door onbekende oorzaak. Waarschijnlijk wordt hier een onbekende predator bedoeld. Daarnaast werden 15 legsels verlaten. Helaas zijn de grutto’s na de predatiegolf van 2017 verdwenen uit het gebied. Omdat predatie een fors probleem is bij veel groepen in Midden-Brabant werd voor broedseizoen 2018 het plan opgevat om voswerende maatregelen te nemen. Daarvoor kon worden aangesloten bij de anti-predatiepilot Wei-vosvrij, die in opdracht van Brabants Landschap werd uitgevoerd. In Schijndel werden rasters geplaatst rond 4 wulpenlegsels in lang gras. Ook kreeg elk van deze 4 legsels een rustzone, zodat er niet gemaaid hoefde te worden rond de nestplaats zolang er eieren of kuikens aanwezig waren. Van deze 4 legsels werd helaas 1 legsel verlaten, maar de andere 3 werden succesvol uitgebroed. In totaal werden ten minste 5 jonge wulpen vliegvlug dankzij al deze extra zorg. Hopelijk kan het project komend seizoen worden uitgebreid en kunnen dan ook de Schijndelse kieviten ervan meeprofiteren. De groep kon afgelopen seizoen 2 enthousiaste nieuwe vrijwilligers verwelkomen. Het totaal aantal vrijwilligers komt hiermee op 47. Er wordt samengewerkt met 62 bedrijven. Net als in andere jaren waren er ook in 2018 weer extra activiteiten, zoals de bouw van een prachtig insectenhotel door een aantal vrijwilligers in het kader van de landelijke actie NL Doet. Soort

Totaal

Bekend

Uit

Canadese gans

2

2

2

100%

Gele kwikstaart

3

3

3

100%

Grauwe gans

1

1

1

172

169

120

2

2

2

100%

Kievit Meerkoet

% uit

Pred.

Bew.

Werk.

Verl.

3

12

Ov.

Onb.

100% 49

71%

Patrijs

4

4

4

100%

Roodborsttapuit

1

1

1

100%

Scholekster

12

12

10

Wilde eend

6

6

6

Wulp

4

4

3

1

75%

207

204

152

52

75%

Totaal

38

Niet uit

2

20

83%

14

2

100% 1 20

0

3

15

0

14


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

NB14 ˘ WVG Laarbeek: uitkomstpercentage sterk verbeterd!

2018 100%

b

In 2018 vonden de vrijwilligers in Laarbeek 65 legsels minder dan in 2017. Maar de reden daarvoor is een hele mooie! Omdat een hoger percentage legsels uitkwam, waren er dus minder herhalingslegsels. Toch werden ook dit jaar aan het begin van het seizoen op sommige percelen alle legsels door predatoren verorberd. De groep greep de kans om deel te nemen aan de pilot Wei-vosvrij dan ook met beide handen aan. Op een van de percelen was prachtig te zien hoe de vossensporen afbogen op een paar meter van het raster. In totaal werden 17 broedende kieviten, 1 wulp en 6 grutto’s ingerasterd en voorzien van een rustzone of maatregelen voor de kievit: een prima combi! Op 3 kieviten na konden alle vogels hun legsel uitbroeden. Mede daardoor steeg het totale uitkomstpercentage voor de groep Laarbeek van 55% in 2017 naar een nette 78% in 2018. Soort

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Grutto

11

11

11

Kievit

132

131

97

Kleine plevier

1

1

1

100%

Meerkoet

2

2

2

100%

Pred.

Bew.

Werk.

Verl.

1

3

1

3

Ov.

Onb.

100% 34

74%

21

Roodborsttapuit

1

1

1

100%

Scholekster

10

10

10

100%

Waterhoen

2

2

2

100%

Wilde eend

1

1

1

Wulp

11

11

8

3

73%

3

Totaal

171

170

133

37

78%

24

9

100%

0

0

NB15 ˘ Stichting Landschap Gemert – Bakel: stabiel

9

100%

b

De 3 vrijwilligers die al jaren actief zijn met nestbescherming in Gemert-Bakel vonden 26 kievitlegsels en 1 van een scholekster. Opvallend is dat geen van de kievitlegsels gepredeerd werd. Wel werden er verspreid over diverse aardappelpercelen 5 legsels verlaten. Het legsel van de scholekster werd helaas wel gepredeerd, door een kraai. Van alle 27 legsels is het resultaat bekend. In totaal kwamen 21 kievitlegsels uit. Dat is een uitkomstpercentage van 78%. En in tegenstelling tot vorig jaar werden nu wel kuikens gezien, waarvan er een aantal vliegvlug zijn geworden. NB16 ˘ Vogel- en natuurwerkgroep Zundert: hoog uitkomstpercentage

100%

b

De 5 vrijwilligers die actief zijn in Zundert vormen een trouwe groep. Al jarenlang beschermen zij samen de weidevogels bij inmiddels 9 bedrijven. In 2018 werden aanzienlijk minder legsels gevonden dan de voorgaande jaren. Op enkele percelen werden aardappels geteeld en de kieviten hadden blijkbaar weinig zin om op de smalle ruggen te gaan zitten broeden. Uiteindelijk werden in het zoekgebied van de groep 30 legsels gevonden: 1 graspieper-, 1 grutto-, 27 kievit- en 1 wilde eendenlegsel. Van deze legsels gingen 4 kievitlegsels verloren bij het ploegen van het land. Alle andere legsels kwamen uit: een nette 85%! Mogelijk heeft er in het gebied nóg 1 grutto paartje gebroed, want er werden 5 vogels gezien in het gebied, terwijl er maar 1 gruttolegsel is gevonden.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

39


NB20 ˘ VWG Boekel – Venhorst: contacten aangehaald

98%

b

2% o

Na een tegenvallend seizoen in 2017 hebben de vrijwilligers van weidevogelgroep Boekel - Venhorst hard aan de contacten met hun deelnemende boeren gewerkt. En dat is te merken! Het aantal gevonden legsels steeg van 92 in 2017 naar 125 in 2018 en er kwamen 88 legsels uit (74%). Dat zijn er 41 meer dan in 2017. De groepsleiders van de zoekgroepjes zijn vóór het seizoen bij alle boeren langs gegaan om onder andere de verwachte werkzaamheden te bespreken. Die verbeterde communicatie heeft direct een positief effect gehad op de resultaten. Tegelijk kon er bij de boeren aandacht gevraagd worden voor slootkanten en de dekking die kuikens daarin vinden wanneer daar met het beheer rekening mee wordt gehouden. Ook het waterschap is hierin betrokken. Verder is de groep druk in de weer voor erfvogels. Er zijn mooie resultaten behaald, vooral voor de boerenzwaluw. Daarvan werden maar liefst 323 legsels geregistreerd! Soort

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Pred.

Kievit

114

109

80

29

73%

16

Patrijs

2

2

2

100%

Roodborsttapuit

2

2

2

100%

Scholekster

2

1

Waterhoen

2

2

0%

Werk.

Verl.

1

9

1

9

Ov.

Onb.

3

1

100%

Wilde eend

2

2

2

Wulp

1

1

0

1

0%

1

125

119

88

31

74%

18

Totaal

40

1 2

Bew.

100%

0

0

3


2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

NB23 ˘ WVG Lith: leuk seizoen!

58%

b

42% o

‘We hebben een leuk seizoen gehad’, aldus de vrijwilligers uit Lith. Begrijpelijk, want nadat er in 2017 ruim 80% meer weide­ vogels broedden in hun gebied, bleef dat aantal in 2018 stabiel. Maar liefst 436 legsels werden gevonden, van 10 soorten. Van lang niet alle legsels is het resultaat bekend. Dit komt omdat er veel agrarisch natuurbeheer is in het zoekgebied van de groep. Om de rust zoveel mogelijk te handhaven worden de legsels op percelen die later gemaaid worden en op plasdras­ percelen zo min mogelijk bezocht. Van de legsels waarvan het resultaat wel kon worden vastgesteld kwam maar liefst 89% uit. Een prachtig resultaat! Op een perceel zonder agrarisch natuurbeheer kregen 2 grutto’s samen een riante rustzone, waarin beide legsels werden uitgebroed. De vrijwilligers vragen zich wel af waar alle kuikens blijven in hun gebied. Ze kunnen nauwelijks worden gevolgd. Voor een deel komt dit doordat er – dankzij het agrarisch natuurbeheer – meer dekking is in het gebied. De groep probeert enkele enthousiaste nieuwe vrijwilligers te werven. Vooral bij agrarische werkzaamheden komen de beschermers wel wat handen tekort. Verder geven de vrijwilligers aan dat het lastig is om goede afspraken te maken met de loonwerkers. ‘Ze komen niet altijd op de afgesproken tijd.’ De loonwerkers worden in het hoogseizoen vaak geconfronteerd met onverwachte ontwikkelingen en dat maakt het lastig om zich altijd aan de planning te houden. Toch moeten we niet vergeten dat de communicatie met en de medewerking van de loonwerkers er in de meeste gebieden flink op vooruit is gegaan sinds de beginjaren van weidevogelbescherming . Soort

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Bergeend

11

10

10

Grutto

29

28

26

2

93%

Kievit

278

178

151

27

85%

Kleine plevier

10

4

4

100%

Krakeend

20

9

9

100%

Patrijs

1

Scholekster

13

8

6

3

Tureluur

29

Watersnip

4

Wilde eend Wulp

Zomertaling

8

Totaal

2

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

2 13

8

2

10

2

4

75% 1

21

21

100%

22

17

17

100%

8

2

2

100%

277

246

436

Bew.

100%

1 Slobeend

Pred.

31

89%

14

0

terug naar Inhoudsopgave

0

>>>

5

41


NB24&NB58 ˘ Gebied Maasdonk: enorme toename aantal legsels

43%

b

57% o

De 2 weidevogelgroepen die actief zijn in het buitengebied van Maasdonk en Geffen beleefden een prachtig seizoen! Er werden 407 legsels gevonden. Dat zijn er maar liefst 150(!) meer dan vorig jaar. De stijging zat vooral bij de kievit (+69), maar ook veel andere soorten zoals de grutto (+13), de kluut (+17) en de wilde eend (+20) hadden een heel goed jaar. Opvallend zijn ook de legsels van 11 krakeenden, 20 tureluurs en 11 kleine plevieren. In totaal kwam een heel nette 85% uit. Er zijn in het gebied 2 nieuwe plasdrassen bij gekomen. Deze hebben – samen met de reeds bestaande plasdrassen en de andere vormen van agrarisch natuurbeheer, zoals laat maaien – een enorme aantrekkingskracht op weidevogels. Bovendien zijn er veel betere opgroeimogelijkheden voor de kuikens. De vrijwilligers hebben, onder de bezielende leiding van coördinator Gerard van der Wouw, dan ook hun handen vol aan het beschermen en observeren van al dat moois in hun zoekgebied. Gelukkig kwamen het afgelopen seizoen 3 nieuwe vrijwilligers de gelederen versterken. Het buitengebied van Maasdonk heeft zeker niet de grootste weidevogelgroepen, maar wel met stip de snelst groeiende weidevogelpopulatie van Brabant! Soort

Bergeend

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

1

1

1

100% 100%

Gele kwikstaart

1

1

1

Grutto

21

21

21

Kievit

252

209

168

41

80%

Kleine plevier

11

8

7

1

88%

Kluut

25

21

21

100%

1

1

1

100%

Krakeend

11

1

1

100%

Meerkoet

5

4

4

100%

Patrijs

3

2

2

Scholekster

13

11

6

Slobeend

4

1

1

Tureluur

20

16

15

Waterhoen

1

1

1

100%

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

100%

16

8

2

3

12

2

2

5

14

1

100% 5

55%

1

100% 1

94%

Watersnip

3

1

1

Wilde eend

24

18

18

100%

Wulp

9

7

7

100%

Zomertaling

2 324

276

407

Bew.

100%

Knobbelzwaan

Totaal

Pred.

48

NB25 ˘ WBG Raamsdonk: goede eerste ronde

85%

1

18

0

8

3

100%

b

De 29 vrijwilligers uit Raamsdonk vonden afgelopen seizoen minder legsels dan in 2017, maar de belangrijkste reden is een heel goede: het uitkomstpercentage bedroeg in 2018 bijna 87%. Dat betekent dat veel minder vogels een vervolglegsel hoefden te produceren. In totaal werden er 112 legsels gevonden: 104 kievitlegsels, 7 scholeksterlegsels en 1 legsel van de patrijs. Hiervan kwamen 89 kievitlegsels, alle 7 scholeksterlegsels en het patrijzenlegsel uit! Van de legsels die verloren gingen, wer-

42


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2018

den 8 kievitlegsels gepredeerd, gingen 2 legsels verloren door werkzaamheden en werden 4 legsels voortijdig verlaten. Jammer genoeg is het niet gelukt om de legsels te vinden van de 2 wulpenparen in het zoekgebied. Het broedseizoen had een late start. Vanwege de groenbemester die in maart hoog op de percelen stond, wilden de kieviten zich daar niet vestigen. In het gebied Willemspolder wordt de mais her en der vervangen door andere gewassen zoals uien, wortelen en spinazie. De komende jaren zal dit steeds vaker gaan spelen. Welke invloed dat heeft op de broedvogels is afhankelijk van de werkzaamheden, die met de desbetreffende teelt samenhangen. NB26 ˘ WVG Ravenstein: 4 nieuwe soorten, waaronder een heel bijzondere …

51%

b

49% o

Weidevogelgroep Ravenstein heeft er enkele nieuwe vrijwilligers bij en bovendien een nieuwe coördinator. Pierre de Kleijn heeft het stokje overgedragen aan Cor van der Horst. We danken Pierre voor zijn jarenlange inzet als coördinator! Het aantal door de groep gevonden legsels is iets lager dan vorig jaar, maar vormt nog altijd een indrukwekkende lijst. Er broedden geen kluten meer in het gebied en ook het aantal kleine plevieren nam behoorlijk af. Dit komt omdat de plasdrassen in Ravenstein de pioniersfase voorbij zijn en juist daardoor werden deze vogels aangetrokken. Het aantal kievitlegsels nam met 29 legsels toe en dat is wel een behoorlijke stijging! Een mooie ontwikkeling is ook dat er legsels van maar liefst 4 nieuwe soorten konden worden genoteerd: graspieper, slobeend, watersnip en – als kers op de taart – het legsel van een kleinst waterhoen! Van de 288 legsels, die in totaal gevonden werden, kwam een heel nette 86% uit. Soort

Totaal

Bekend

Eend onbekend

1

1

Fazant

1

Gele kwikstaart

3

Graspieper

1

3

Uit

Niet uit

% uit

Pred.

1

0%

1

3

10

8

6

2

75%

1

Kievit

210

183

155

28

85%

19

7

4

4

100%

Kleinst waterhoen

1

1

1

100%

Patrijs

1

Scholekster

5

5

4

Slobeend

2

1

1

100%

14

14

100%

1

80%

Tureluur

17

Watersnip

2

Wilde eend

14

10

10

100%

Wulp

8

6

6

100%

Zomertaling

5 236

204

Totaal

288

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

1

1

1

1

100%

Grutto Kleine plevier

Bew.

32

86%

1 1

6

1

7

1

22

0

terug naar Inhoudsopgave

>>>

43


NB27 ˘ WBG Reusel - De Mierden: record aantal grutto’s

66%

b

34% o

Helaas zette de terugloop van het aantal gevonden legsels in het zoekgebied van weidevogelbeschermingsgroep Reusel - De Mierden ook in 2018 door. Er konden 41 legsels minder worden genoteerd dan voorgaand broedseizoen. Vooral het aantal kievitlegsels liep terug, maar ook een groot aantal andere soorten komt minder – of zelfs helemaal niet meer – voor op de lijst van gevonden legsels. Aan de 41 vrijwilligers, die zich allemaal blijven inzetten voor de weidevogels in hun gebied, heeft het in elk geval niet gelegen. Het probleem zit hem namelijk niet in het uitkomstpercentage, want dat is jaar op jaar voldoende hoog. Het zoekgebied van de groep bevindt zich op de hoge zandgronden ten zuiden van Eindhoven. Daar speelt minimale kuikenoverleving al jaren een rol, waardoor er nauwelijks jonge aanwas is onder de broedvogels. En omdat ook weidevogels niet voor eeuwig jong blijven, neemt hun aantal nu in rap tempo af. De afgelopen jaren zijn in het gebied een behoorlijk aantal kievitkuikens geringd, maar zij werden in 2018 niet meer teruggezien. Om de kans op uitkomen van de legsels die er wel lagen in elk geval te vergroten, deed de groep mee aan de pilot Wei-vosvrij. En met succes! De 8 ingerasterde kievitlegsels kwamen allemaal uit. Ook werden op 1 perceel, in de vorm van uitgestelde bewerkingen en een braakstrook, maatregelen voor de kievit genomen. Slechts 1 van de 2 legsels kwam uit, maar daarvan werden wel 3 jongen vliegvlug. Dat is toch een mooie totaalscore voor 2 broedparen! Opvallend is de toename van het aantal grutto- en wulpenlegsels, waarbij de grutto met 12 broedgevallen een record brak over de afgelopen 12 jaar! Soort

Geelgors

44

Totaal

Bekend

Uit

2

2

2

Niet uit

% uit

Pred.

Bew.

11

1

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

7

1

2

100%

Grauwe gans

2

2

2

Grutto

12

12

10

2

100% 83%

Kievit

102

94

66

28

70%

Kleine plevier

2

2

2

100%

Krakeend

2

2

2

100%

Patrijs

4

3

3

100%

2

Roodborsttapuit

5

5

5

Scholekster

7

6

5

Wilde eend

5

5

5

Wulp

12

12

8

4

67%

2

Totaal

155

145

110

35

76%

14

6

100% 1

83%

1

100% 2 1

8

7

1

4


2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

NB29 ˘ WVG Rooi: goede resultaten met rasters en regelingen

90%

b

10% o

De Rooise weidevogelgroep is het jaar goed begonnen door met de groepen uit Schijndel, Jekschot en Boerdonk ‘Stichting Weidevogelbescherming Meierijstad’ op te richten. Omdat de weidevogels in het werkgebied van de groep de afgelopen jaren veel te kampen hadden met predatie, werden de mogelijkheden onderzocht om grondpredatoren met rasters te weren. Daarin kon worden aangesloten bij de pilot Wei-vosvrij. Naast het reguliere beschermingswerk besteedden De Rooise vrijwilligers heel wat tijd en aandacht aan het werven van boeren en het plaatsen en onderhouden van de rasters. Hoewel het niet op alle plaatsen goed ging, mocht het totale resultaat van alle inspanning er zijn! Op percelen waar eerder alles gepredeerd werd, kwamen 7 kievit- en 2 gruttolegsels uit. Verder werden op 3 plaatsen maatregelen voor de kievit genomen, in de vorm van uitgesteld bewerken en de aanleg van een braakstrook. Hierdoor werden 26 kievitkuikens vliegvlug! Ook werden ten minste 4 jonge grutto’s nagenoeg vliegvlug binnen een zeer ruim raster, waar door de inzet van een rustzone ook het gras kon blijven staan. In totaal werden door de groep 192 legsels gevonden en beschermd. Dat waren er 35 minder dan in 2017. Met alle opgedane ervaring binnen de pilot en het enthousiasme binnen de groep zou het komend jaar moeten lukken om het uitkomstpercentage van 56% verder op te schroeven. Soort

Totaal

Bekend

Uit

Canadese gans

2

2

2

100%

1

1

100%

1

1

100%

Eend onbekend

1

Gele kwikstaart

1

Grauwe gans

1

Grutto Kievit Meerkoet

% uit

Pred.

Bew.

Werk.

Verl.

39

0

10

11

Ov.

Onb.

1

11

0%

3

3

2

1

67%

168

151

79

72

52%

1

1

0%

Patrijs

2

2

2

Scholekster

11

8

7

Wilde eend

1

1

1

Wulp

1

1

192

170

Totaal

Niet uit

95

100% 1

88%

1

100% 1

0%

1

75

56%

40

0

10

12

terug naar Inhoudsopgave

1

>>>

12

45


NB30 ˘ WVG Sint Oedenrode: uitkomstpercentage verbeterd

100%

b

Ook weidevogelgroep Sint-Oedenrode is onderdeel geworden van ‘Stichting Weidevogelbescherming Meierijstad’ en werkt samen met de andere 3 weidevogelgroepen binnen die gemeente. De predatiedruk in het werkgebied van de groep is al jaren bijzonder hoog. Omdat vooral vossen daarvoor verantwoordelijk worden gehouden, werd ook hier aangesloten bij de anti-predatie-pilot Wei-vosvrij. Met man en macht werd gewerkt om zoveel mogelijk wulpen- en gruttolegsels in lang gras uit te rasteren. Er werden maar liefst 7 rasters geplaatst, waarbij ook nog eens 5 rustzones werden aangelegd. Helaas niet overal met het gewenste resultaat. Slechts 3 van de ingerasterde legsels kwamen uit. Maar er is een hoop ervaring opgedaan met de rasters en met enkele aanpassingen in de werkwijze zou het resultaat komend seizoen best eens veel beter kunnen worden! In het totale werkgebied van de groep werden 116 legsels gevonden, waarvan er 71 uitkwamen. Dat is 61%. Dit is nog niet voldoende om de soort in stand te houden, maar een hele verbetering ten opzichte van de 49% van 2017. En dat geeft weer wat hoop! Soort

Totaal

Bekend

Grutto

5

5

Uit

Niet uit

% uit

Pred.

5

0%

5

Kievit

95

95

61

34

64%

29

Scholekster

8

8

7

1

88%

1

Wulp

8

8

3

5

38%

4

116

116

71

45

61%

39

Totaal

Bew.

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

0

0

5 1 0

0

6

NB32 & NB33 ˘ Vliegbasis Gilze-Rijen & Eindhoven: veel veldleeuweriken Op vliegbasis Gilze-Rijen hebben in 2018 geen kieviten of wulpen gebroed. De inrichting van het terrein van de vliegbasis heeft wel een enorme aantrekkingskracht op veldleeuweriken. Er zijn in 2018 geen exacte tellingen gedaan, maar de vogelmannen van de basis gaan ervan uit dat er zo’n 75 tot 100 paren veldleeuwerik gebroed hebben. In agrarisch gebied komt deze soort nauwelijks meer voor. Op de andere vliegbasis in Eindhoven zijn over 2018 geen gegevens ontvangen, maar ook daar broedt elk jaar een hoge dichtheid veldleeuwerikken. NB35 ˘ WVG Boven-Dommel: allereerste scholeksterlegsels

42%

b

58% o

Weidevogelgroep Boven-Dommel heeft haar vrijwilligersbestand verdubbeld en ging in 2018 met 6 man sterk het veld in om de weidevogels te beschermen. Ook werd het zoekgebied uitgebreid richting Waalre. Voor het eerst in haar 3-jarig bestaan kon de groep het legsel van een scholekster noteren. Mooi! Later volgde nog een 2e legsel. Dat ging helaas verloren bij werkzaamheden, net zoals 1 van de 10 gevonden kievitlegsels. Van de kievitlegsels werden er daarnaast 2 gepredeerd door een kraai. Ten minste 1 scholekster- en 4 kievitlegsels kwamen uit. Van 3 kievitlegsels is het resultaat niet bekend. De groep heeft de instelling: hoe minder weidevogels er zijn, hoe harder ze bescherming nodig hebben. En dus gaan ze vol goede moed verder!

46


2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

NB38 ˘ Vereniging voor Vogel- en Natuurbescherming Etten-Leur: terugloop gestopt

100%

b

De forse terugloop van de broedresultaten van de weidevogels in Etten-Leur in 2017 is gelukkig tot staan gebracht. Het aantal gevonden legsels bleef met 21 gelijk. Er werden maar liefst 6 scholeksterlegsels gevonden, die allemaal uitkwamen. Ook de grutto was na jaren afwezigheid terug en broedde een legsel uit. Van de 14 kievitlegsels gingen er slechts 2 verloren door predatie. De rest kwam uit. Dit alles zorgde voor een uitstekend uitkomstpercentage van 90%! Door gewijzigd grondgebruik zijn grote delen van het gebied voor weidevogels niet meer geschikt zijn om te broeden. Daarom is de groep van plan om een aantal nieuwe bedrijven te benaderen voor deelname. Dit geeft de weidevogelbeschermers in Etten-Leur weer hoop voor de toekomst. Zeker in combinatie met het hoge uitkomstpercentage. NB39 ˘ WWB Zuidoost-Brabant: samen met gemeenten werken aan biotoopverbetering

90%

b

10% o

Werkgroep Weidevogelbescherming Zuidoost-Brabant vond tijdens het afgelopen seizoen veel meer kievitlegsels dan in 2017. Dit is te danken aan een nieuw zoekgebiedje dat er is bijgekomen. In het bestaande zoekgebied hebben helaas juist minder weidevogels gebroed. In totaal werden 8 legsels meer gevonden en kwam 1 legsel meer uit dan in 2017. Tien jaar geleden vond de groep nog 49 gruttolegsels. Nu staat er jammer genoeg geen enkel legsel van de grutto meer op de lijst van deze actieve groep met goede zoekers. Maar gelukkig waren er ook successen! De groep plaatste vossenrasters rond 2 broedpercelen, waar voorheen bijna alle kievitlegsels werden gepredeerd. De boer verleende alle medewerking door het raster goed te ontzien bij werkzaamheden en het maaien uit te stellen tot de kievitkuikens nagenoeg vliegvlug waren: een succesvolle samenwerking tussen boer en vrijwilligers! Ook is de groep bezig de opgroeimogelijkheden voor kuikens in haar werkgebied te verbeteren. Dit gebeurt onder andere door vernattingsmaatregelen. De groep krijgt hierbij alle medewerking van 2 gemeenten in haar zoekgebied. Een hoopgevende ontwikkeling! Soort

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Pred.

Kievit

299

291

206

85

71%

53

Patrijs

1

1

1

Scholekster

15

15

12

Veldleeuwerik

1

1

1

Watersnip

2

Wulp

4

3

2

1

67%

322

311

222

89

71%

Totaal

Bew.

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

5

20

3

4

100% 3

80%

2

1

100% 1 55

0

5

20

terug naar Inhoudsopgave

3

>>>

6

47


NB41 ˘ Werkgroep Natuur en Milieu Hilvarenbeek: broedvogels terug!

100%

b

De broedvogels die in 2017 niet kwamen opdagen in Hilvarenbeek waren in 2018 gelukkig weer terug! In 2018 werd volop gebroed door 57 kieviten en 9 scholeksters. Helaas gingen 1 scholekster- en 3 kievitlegsels verloren door predatie. Daarnaast gingen 2 legsels bij werkzaamheden verloren en werden 2 legsels verlaten. Een nette 86% kwam uit! Daar komt nog bij dat er aan het begin van het seizoen een aantal kieviten op gras hun legsel uit broedden, waarbij geen bescherming nodig was. De groep heeft deze legsels daarom niet meegeteld. Het werkelijke aantal legsels en het uitkomstpercentage ligt dus nog iets hoger in dit gebied. Het waterschap heeft in het gebied kruidenrijke stroken en poelen aangelegd, waardoor de overlevingskansen voor kuikens toenemen. We wachten vol spanning af wat deze positieve ontwikkelingen voor effect zullen hebben op het aantal broedparen in 2019! NB44 ˘ WBG Sint Anthonis: evenwichtskunst op de fiets

100%

b

De vrijwilligers in Sint Anthonis zijn maar met zijn drietjes en helaas valt er komend jaar nog eentje af. Er werden 23 legsels gevonden: 22 kievit- en 1 scholeksterlegsel. Helaas werden 5 legsels gepredeerd en 5 legsels verlaten. De groep is inmiddels ook voor erfvogels aan de slag gegaan. Dat coördinator Hans Stiphout daarvoor een hoop over heeft, bleek wel toen hij op de fiets(!) een 6 meter lange paal ophaalde voor een torenvalkkast. Bij aankomst bleek dat de boer ook wel een paal had liggen, maar met zijn actie haalt hij nu wel het jaarverslag! NB45 ˘ WVG De Duinboeren: vijf voor twaalf!

23%

b

77% o

Het werkgebied van weidevogelgroep De Duinboeren beslaat grofweg de Vughtse Gement en de Zeeg in Drunen. De afgelopen jaren kampte de weidevogelpopulatie in deze gebieden al met een hoge predatiedruk, maar in 2018 liep het helemaal de spuigaten uit. Er werden in totaal nog maar 86 legsels gevonden: 79 kievit-, 4 scholekster- en 3 wulpenlegsels. Daarvan kwamen er slechts 18 uit (21%, allemaal kievitlegsels). Van de legsels die verloren gingen, werden er 59 gepredeerd, gingen er 2 verloren door werkzaamheden, werden er 5 verlaten en ging er 1 verloren door overige oorzaken. Dat er desondanks her en der in het gebied weidevogels met jongen werden gezien, waarvan ook een deel vliegvlug is geworden, is toch hoopgevend! De oorzaak van de hoge predatiedruk is deels de ligging van het gebied tussen nogal wat houtopstand, maar er is ook veel verstoring. Van wandelaars, sporters, zweefvliegers, loslopende honden, luchtballonnen en parasailers tot foto- en filmploegen en ‘blote mannen’. Allemaal komen ze de rust in het broedgebied verstoren en werken daarmee predatie in de hand. In de hoop dat voorlichting zal helpen, probeert de weidevogelgroep op allerlei manieren in contact te komen met al deze partijen. Dat is een goede ontwikkeling. Ook is er regelmatig contact met de lokale BOA die helpt om verstoorders aan te spreken en zo nodig te bekeuren. Nadat een wulpenlegsel werd gevonden vlakbij een looproute voor vossen en dassen werd met prima medewerking van de betreffende agrariër in allerijl een vossenraster geplaatst, in combinatie met een rustzone. Zo werd getracht de predatoren buiten te houden. En dat lukte! Helaas verdroogden de kuikens door de extreem hoge temperatuur in juni op het laatste moment in het ei.

48


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2018

Via Collectief Midden Brabant (verantwoordelijk voor het agrarisch natuurbeheer) is een subsidieaanvraag ingediend voor vossenrasters rond meerdere aaneengesloten percelen. Hierdoor hebben grondpredatoren op die percelen nog nauwelijks kans en wordt er veel meer rust gecreëerd. Verder komen er enkele zogenaamde vogelakkers bij, waar meer voedsel en dekking gevonden kan worden door met name kleinere soorten. De vrijwilligers laten zich niet uit het veld slaan en gaan dapper door voor ‘hun’ weidevogels! Omdat er een nat natuurgebied is ontwikkeld tegen de broedgebieden op agrarische grond aan, gaan zij de weidevogels ook daar in de gaten houden, zodat een mooi totaalbeeld zichtbaar wordt. Het weidevogel­ convenant, waarin veel betrokken partijen vertegenwoordigd zijn, heeft jaren in de slaapstand gestaan. In 2018 is het overleg weer opgepakt en wordt weer gewerkt aan betere bescherming. Laten we hopen dat dit alles zal leiden tot het behoud van de weidevogels in de Vughtse Gement en de Zeeg. Maar, om met de vrijwilligers te spreken: het is wél 5 voor 12 voor de weidevogels in dit gebied… NB47 ˘ WBG Waalwijk: de koe bij de horens

54,5%

b

45,5% o

Net als in 2017 vielen de resultaten voor de 33 vrijwilligers van weidevogelbeschermingsgroep Waalwijk ook in 2018 wat tegen. Zowel het aantal gevonden legsels als het uitkomstpercentage daalde ten opzichte van 2017. Gelukkig ging het op 1 perceel wél heel goed. Daar werden maatregelen voor de kievit genomen. Van de 10 kievitlegsels op dit perceel kwamen er 9 uit en na ongeveer 4 weken konden er op 15 mei zo’n 30 kuikens van het perceel gejaagd worden vóór de agrarische werkzaamheden begonnen. De verliesoorzaken in de rest van het gebied zijn divers: er gingen meer legsels verloren bij werkzaamheden, maar ook door predatie en voortijdig verlaten van het nest. Vanwege de komst van een aantal nieuwe bedrijven in het gebied moeten de contacten deels weer helemaal opnieuw worden opgebouwd en dat kost tijd. Maar de groep Waalwijk zou de groep Waalwijk niet zijn als niet direct en serieus op de teruglopende resultaten gereageerd zou worden. In samenwerking met Brabants Landschap werd de koe bij de horens gevat en werd een workshop georganiseerd, waar door de diverse zoekgroepen hard gewerkt werd om tot verbetering van de resultaten te komen in 2019. Elke groep heeft haar activiteiten onder de loep genomen en een aantal speerpunten gekozen waar voor en tijdens komend seizoen aan gewerkt gaat worden. Hopelijk zal deze werkwijze zijn vruchten afwerpen. Soort

Canadese gans

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

3

3

3

188

188

101

Knobbelzwaan

1

1

1

100%

Meerkoet

5

5

5

100%

Scholekster

10

10

6

4

60%

Wilde eend

4

4

3

1

75%

Wulp

2

2

2

213

213

121

Kievit

Totaal

Pred.

Bew.

Werk.

Verl.

51

26

10

2

1

1

Ov.

Onb.

0

0

100% 87

54%

1

100% 92

57%

53

0

28

11

terug naar Inhoudsopgave

>>>

49


NB49 ˘ WVG Alphen Chaam Gilze: weidevogelbescherming 3.0

74%

b

1% a 25% o

De vrijwilligers in Alphen, Chaam en Gilze houden zich duidelijk bezig met weidevogelbescherming nieuwe stijl. En dat werpt zijn vruchten af! Zodra de broedvogels de percelen komen bevolken, wordt gekeken waar de meeste vogels zitten. De eigenaren van deze percelen worden benaderd om een overeenkomst af te sluiten binnen de ‘Regeling Rustzones’ of ‘Kansen voor de Kievit’. Het is de groep, onder aanvoering van hun vooruitstrevende coördinatorenduo Maaike Riemslag en Annet Cleijssen, gelukt om de boeren echt te betrekken bij het behoud van de weidevogelpopulatie. Boeren zien daardoor heel goed in dat hun deelname aan de regelingen noodzakelijk is en zo is een prachtige samenwerking ontstaan met veel wederzijds begrip. Afgelopen seizoen konden voor maar liefst 7 kievitpercelen, met uitgesteld bewerken en braakstroken en 3 grote rustzones in lang gras overeenkomsten worden afgesloten. Het broedseizoen kwam pas laat op gang, maar het lukte de groep om ook de bewerkingen op de kievitpercelen uit te stellen tot 1 juni in plaats van de gebruikelijke 15 mei. De kuikens zouden anders maar net uit het ei zijn en nog niet kunnen wegvluchten bij de bewerkingen. Achteraf viel dat voor de deelnemende boeren gunstig uit, want de na 1 juni ingezaaide mais stond er veel beter bij dan de regulier ingezaaide mais! Een boer, waar in één weide 4 grutto’s en 2 wulpen broedden, stelde het maaien uit tot de jonge vogels vliegvlug waren en wilde daarvoor eigenlijk niet eens een vergoeding. Wat een betrokkenheid! Wanneer de overeenkomst eenmaal is gesloten, komen de vrijwilligers niet meer op de percelen maar houden ze alles van afstand in de gaten. Vanwege die rust krijgen predatoren veel minder kans. Daarnaast vormen de braakstroken en rustzones een mooi opgroeibiotoop met dekking en voedsel. In totaal werden op de 10 beheerpercelen zo’n 50 kievitkuikens en ten minste 28 grutto- en wulpenkuikens vliegvlug. Ondanks dit grote succes werden in het volledige werkgebied van de groep minder kievitlegsels aangetroffen dan voorgaande jaren. Dat komt voor een groot deel door de enorme toename van het areaal productiegras in het gebied. Dit wordt door kieviten gemeden als broedlocatie. Ook de sterk wisselende weersomstandigheden zullen hebben meegespeeld. De groep wil proberen een klein plasdrasgebiedje in te richten in haar zoekgebied. Dit zou de resultaten nog verder op kunnen schroeven! Soort

Grutto

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Pred.

8

8

8

157

130

109

21

84%

6

Scholekster

9

7

6

1

86%

1

Tureluur

1

1

1

Wulp

16

14

7

7

50%

1

Zomertaling

1 160

131

29

82%

8

Kievit

Totaal

50

Totaal

192

Bew.

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

5

1

7

2

100%

100% 1

0

6

5

1

7

7


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

NB51 ˘ WVG Haaren: het doek valt …

2018 100%

b

We waren er al een paar jaar bang voor. In Haaren ging het ook in 2018 weer bergafwaarts. Er kwamen niet of nauwelijks weidevogels tot broeden in het agrarisch gebied. En waar dat wel gebeurde hadden predatoren een gemakkelijke prooi. De laatste 3 vrijwilligers hebben hun best nog gedaan, maar wat weidevogelbescherming betreft valt nu toch het doek … Wel zetten enkele vrijwilligers zich in voor huiszwaluwen in het gebied en uiteraard worden de weidevogels de komende jaren nog wel goed in de gaten gehouden. Mocht er toch nog een positieve ontwikkeling zijn, dan wordt waar nodig de draad weer opgepakt! Ook beraadt de groep zich op inventarisatiewerk voor het Erven-Plus project. We bedanken de vrijwilligers van weidevogelgroep Haaren voor hun jarenlange en trouwe inzet voor de weidevogels! NB52 ˘ ANV Drimmelen: mooie samenwerking met loonwerkers

54,5%

b

45,5% o

De vrijwilligers van de ANV Drimmelen zagen het aantal gevonden en beschermde legsels flink stijgen: van 61 in 2017 naar 101 in 2018. De communicatie tussen boeren, loonwerkers en vrijwilligers is er flink op vooruitgegaan. Steeds vaker worden op handen zijnde bewerkingen doorgegeven aan de vrijwilligers en dat is een goede ontwikkeling! Het was wel moeilijk om er steeds bij te zijn wanneer bewerkingen plaats vonden. Dit komt omdat vooral loonwerkers niet altijd exact kunnen aangeven wanneer ze bij het bewuste perceel aankomen. Loonwerkers werken soms wel 20 uur per dag in het voorjaar. Toch vindt de groep dat ze er moeten zijn om de legsels te verleggen. In totaal werden 75 legsels tijdens werkzaamheden beschermd! In slechts één geval ging het mis met de communicatie. Daardoor waren er geen vrijwilligers aanwezig tijdens de werkzaamheden en zag een loonwerker 8 legsels over het hoofd … Maar dat zijn dan ook de enige legsels, die bij werkzaamheden verloren zijn gegaan. Helaas toont de lijst dit jaar geen gruttolegsel(s). Misschien is de gruttopopulatie in het gebied aan het vergrijzen en komen de vogels, die aan het begin van het seizoen wel aanwezig waren, niet meer tot broeden. Het is ook mogelijk dat ze hebben gebroed in het nabijgelegen natuurgebied. Bij een van de deelnemende bedrijven waar tureluurs, en tot 2017 ook grutto’s broedden, is in het najaar van 2018 een kleine plasdras aangelegd. Hier gaan de weidevogels komend jaar hopelijk veel profijt van hebben. De groep blijft op zoek naar nieuwe vrijwilligers. Daarom worden er informatiestands op evenementen bemand en artikelen in de lokale krant geplaatst. En dat werkt! Afgelopen seizoen kwamen er op die manier 2 enthousiaste nieuwe vrijwilligers bij. Soort

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

12

Kievit

95

77

65

Scholekster

3

2

2

Tureluur

2

2

2

Wilde eend

1

1

101

82

Totaal

69

% uit

Pred.

84%

3

Bew.

Werk.

Verl.

8

1

8

1

Ov.

Onb.

0

0

100% 100% 1

0%

1

13

84%

4

0

terug naar Inhoudsopgave

>>>

51


NB54 ˘ WVG Boerdonk: voor het eerst jonge wulpen in het gebied

100%

b

De beschermers van de groep Boerdonk, waaronder ook de buitengebieden van Erp, Keldonk en een stukje Veghel vallen, vonden in 2018 ongeveer evenveel legsels als in 2017. Daarvan werden er echter 20 gevonden op een stukje gebiedsuitbreiding. Het aantal gevonden legsels in het oorspronkelijke zoekgebied nam jammer genoeg af. De 5 wulpen die – ondanks hoge predatiedruk – elk jaar trouw broeden in het gebied waren ook weer present. Dankzij de deelname aan het project Wei-vosvrij in combinatie met rustzones, werden dit jaar voor het eerst jonge wulpen in het gebied gezien! Een opsteker voor de groep. Helaas werden wel even veel kievitlegsels gepredeerd als vorig jaar. Mogelijk kan daar verbetering in komen door komend seizoen ook de meest geteisterde kievitpercelen in het project te betrekken. Een aanzienlijk deel van de 17 vrijwilligers van de groep zat in 2018 in de lappenmand, maar wil gelukkig komend seizoen weer graag present zijn! Soort

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Pred.

Kievit

68

65

36

29

55%

21

Scholekster

4

4

2

2

50%

2

Wilde eend

1

1

1

0%

Wulp

5

5

1

4

20%

4

Totaal

78

75

39

36

52%

27

Bew.

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

0

0

8 1

0

0

9

NB55 ˘ WVG Deurne: broedende watersnip!

37%

b

63% o

In 2018 vonden de 14 vrijwilligers van weidevogelgroep Deurne 95 legsels van 5 soorten weidevogels. Hoewel dat er 30 minder zijn dan in 2017 is het nog altijd het op een na beste resultaat in het bestaan van de groep. Dat is een hele prestatie in een tijd waarin de weidevogels, vooral in gebieden met kleine populaties, dreigen te verdwijnen. Opvallend is de vondst van een legsel van een watersnip, dat uitkwam. Prachtig! In één deelgebiedje werd in 2017 een groot deel van de legsels gepredeerd door een vos. De groep greep daarom dit seizoen de kans aan om mee te doen met de pilot Wei-vosvrij en plaatste na overleg met de betrokken boer een vossenraster, waarna alle legsels op dit perceel uit kwamen. In totaal kwam 88% van alle gevonden legsels uit. Een heel mooi resultaat! Soort

52

Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Grutto

1

1

1

Kievit Kleine plevier

87 3

86 3

75 3

Scholekster

2

2

2

100%

Watersnip

1

1

1

100%

Totaal

94

93

82

Pred.

Bew.

Werk.

Verl.

3

5

3

5

Ov.

Onb.

100% 11

11

87% 100%

88%

2

2

0

1

0

1


2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

NB56 ˘ WVG Weimeren: minder legsels door productiegras

36%

b

64% o

In 2017 werden door de weidevogelbeschermers van weidevogelwerkgroep Weimeren veel minder legsels gevonden dan in voorgaande jaren. Een van de belangrijkste oorzaken van de terugloop is de toename van het aantal percelen met productiegras. Wanneer er dan nog maar een heel kleine populatie weidevogels over is, is het de vraag of die zal overleven. Gelukkig is dat wel gelukt. Er zijn in 2018 ongeveer evenveel legsels gevonden als in 2017. De groep observeert veel en gaat alleen de percelen op als het echt nodig is. Er werden 8 kievit- en 3 scholeksterlegsels genoteerd, waarvan 2 kievitlegsels gepredeerd werden. De rest kwam uit: een nette 82%. Bijzonder was het scholeksterpaar dat haar eieren uitbroedde in een boom en daar ook de jongen voerde. De groep, die bestaat uit 18 vrijwilligers die samenwerken met 16 bedrijven, is van plan om zich ook voor erfvogels te gaan inzetten. NB57 ˘ WVG Asten: beste broedseizoen ooit!

44%

b

6% a 50% o

Hoewel er in de afgelopen jaren veel legsels verloren gingen door predatie en diverse andere oorzaken, ging het dit jaar gelukkig weer uitstekend met de Astense weidevogels en hun beschermers! Er werden in totaal 54 legsels gevonden: 50 kievit-, 1 scholekster- en 3 wulpenlegsels. Helaas ging 1 kievitlegsel verloren bij werkzaamheden. Daarnaast werden 2 kievitlegsels en 1 scholeksterlegsel verlaten. De laatste grutto in het gebied zag haar vaste broedweide helaas veranderen in een akker en hield het voor gezien. De legsels van 46 kieviten en alle 3 de wulpen kwamen uit. Die van de scholekster helaas niet. Dat brengt het uitkomstpercentage op een prachtige 92%. NB59 ˘ WVG Summers Landschap: predatiegolf

61%

b

39% o

Net als vorig jaar werden de kieviten in het zoekgebied van Summers Landschap geteisterd door een predatiegolf. Er werden 85 legsels gevonden. Van de legsel waravan de uitkomst kon wordne bepaald, kwam er slechts 21 uit (28%). Van de overige legsels ging 1 legsel verloren door beweiding, werd er 1 verlaten en werden 52 legsels gepredeerd! Welke predator daarvoor verantwoordelijk kon worden gehouden is niet vastgelegd. Mogelijk kan deelname aan de pilot Wei-vosvrij komend seizoen verandering brengen in deze situatie. Er werd een bedrijf gevonden dat wilde deelnemen aan de regeling ‘Kansen voor de Kievit’, maar ook daar waren lang niet alle legsels veilig. Bovendien was het lastig om voor de (uitgestelde) bewerkingen op het perceel de kuikens te ontdekken in de hoogopgaande begroeiing. De groep zou daarvoor komend jaar een warmte­ camera willen gebruiken, waarbij de kuikens dan vanaf de trekker gespot kunnen worden. NB67 ˘ Oostelijke Langstraat: nieuwe groep bouwt goede contacten op

14%

b

86% o

Agrarische Natuurvereniging Oostelijke Langstraat koesterde al langer de wens om een weidevogelgroep op te richten in de kern van haar werkgebied: de driehoek Haarsteeg - Engelen - Bokhoven. Begin 2018 was het zover. Met 7 vrijwilligers en ondersteuning van weidevogelgroep de Duinboeren en Brabants Landschap werd vanuit de zorgboerderij van een van de ANV bestuursleden een mooie start gemaakt. Bij 3 bedrijven werd naar legsels gezocht. Zowel voor de vrijwilligers als voor de boeren in het gebied was alles nieuw, maar al snel ontwikkelde zich een leergierige en gezellige groep, die samen ook andere activiteiten onderneemt. In dit eerste seizoen werden 19 kievit- en 2 scholeksterlegsels gevonden. Daarvan gingen 3 legsels verloren door predatie en 4 door werkzaamheden. Als dank voor de gastvrijheid en medewerking helpen enkele vrijwilligers met het opknappen van de dierenverblijven op de zorgboerderij van hun gastheer. Er zijn goede contacten opgebouwd: een belofte voor de toekomst! De ANV sloot het seizoen af met een barbecue voor vrijwilligers en boeren. Een mooi gebaar!

terug naar Inhoudsopgave

>>>

53


Bijlagen Bijlage 1 ˘ C oördinatie en ondersteuning Naam

Functie

Telefoon

Mobiel

Jochem Sloothaak

Provinciaal coördinator

0411 66 40 11

06 308 539 96

Marco Renes

Medewerker soortenbescherming

0499 32 73 45

06 523 188 41

Annette den Hollander

Medewerker soortenbescherming

0411 66 40 10

06 570 340 53

Janneke Scholten

Medewerker soortenbescherming

0411 66 40 10 0411 66 40 10

Angela Huijden

Secretaresse

Willem Veenhuizen

Veldbegeleider West

Anja Popelier

Veldbegeleider Midden

Marco Renes

Veldbegeleider Oost

06 106 904 77 06 105 909 68 0499 32 73 45

06 523 188 41

Bijlage 2 ˘ Contactgegevens weidevogelgroepen Groep regio West-Brabant

Groepsnummer

Contactpersoon

Woonplaats

E-mail

Telefoon

NBV Altenatuur

NB09

Len Bruining

Dussen

l.bruining@planet.nl

0416 39 23 73

NMV Teteringen

NB11

Gonnie Werner

Teteringen

weidevogels.teteringen@gmail.com

076 58 12 734

NWG gemeente Rucphen

NB12

Jan Kiewit

Etten-Leur

j.kiewit@ziggo.nl

076 50 33 630

VVN Etten-Leur

NB38

Jan Kiewit

Etten-Leur

j.kiewit@ziggo.nl

076 50 33 630

VNW Zundert

NB16

Ad van Gastel

Achtmaal

ad.gastel@ziggo.nl

076 59 85 332

WBG Raamsdonk: Overdiep, Willemspolder, Slagenland

NB25

Frans Van Der Wijst

Oosterhout

van.der.wijst@wxs.nl

0162 45 66 10

WBG Raamsdonk: Slagenland

NB25

Piet Kuijsters

Raamsdonk

p.kuijsters@kpnplanet.nl

0162 51 30 10

WBG Waalwijk

NB47

Harry Keijzer

Waalwijk

harry.keijzer@zonnet.nl

0416 33 51 56

WBG Waalwijk

NB47

Henk Bergmans

Waalwijk

h.th.bergmans@home.nl

0416 33 88 56

WVG Alphen Chaam Gilze

NB49

Annet Cleijsen-Ansems

Gilze

annetcleijsen@hotmail.com

0161 45 54 16

WVG Alphen Chaam Gilze

NB49

Maaike Riemslag

Gilze

m.riemslag-ansems@outlook.com

0161 45 28 94

ANV Drimmelen & Moerdijk e.o.

NB52

Tim Eestermans

Lage Zwaluwe

anvdrimmelen@gmail.com

06 555 345 87

WVG Weimeren

NB56

Biek Smetsers

Breda

smetsers@ziggo.nl

06 180 52 907

Groep regio West-Brabant

Groepsnummer

Contactpersoon

Woonplaats

E-mail

Telefoon

WVG Gestel

NB10

Toon van der Steen

Den Dungen

toonvandersteen@icloud.com

06 362 112 96

WBG Reusel - De Mierden

NB27

Piet Peijs

Reusel

p.peijs@chello.nl

0497 64 33 17

WVG Schijndel e.o. (Stichting WVB Meierijstad)

NB13

Wil Hettema

Schijndel

wilhettema@kpnmail.nl

073 547 67 11

WVG Rooi (Stichting WVB Meierijstad)

NB29

Wil Foolen

Sint-Oedenrode

w.foolen@kpnmail.nl

0413 47 56 02

WVG Sint Oedenrode (Stichting WVB Meierijstad)

NB30

Bert de Koning

Sint-Oedenrode

lkoning3@kpnmail.nl

0413 473093

Vliegbasis Gilze Rijen

NB32

Silvano Sloen

Rijen

sgm.sloen@mindef.nl

06 153 627 12

Vliegbasis Eindhoven

NB33

Martin Vink

Eindhoven

m.vink1993@kpnmail.nl

06 533 384 01

WWB Zuidoost-Brabant

NB39

Henk Lepelaars

Steensel

h.lepelaars@telfort.nl

0497 51 29 95

WNM Hilvarenbeek e.o.

NB41

Rien van Hoesel

Hilvarenbeek

rienvanhoesel@gmail.com

013 50 52 328

WVG Duinboeren

NB45

Elise Adriaanse

Vught

eliseadriaanse@gmail.com

06 216 414 56

WVG Haaren

NB51

Sant Renardel

Haaren

santrenardel@planet.nl

0411 62 11 07

WVG Boven-Dommel

NB35

Frans Baudoin

Valkenswaard

f.baudoin@online.nl

040 20 68 822

Oostelijke Langstraat

NB67

Hans van der Burgt

Elshout

hansvanderburgt@kpnmail.nl

06 244 478 25

54


2018

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Vervolg bijlage 2 ˘ Contactgegevens weidevogelgroepen Groep regio Oost-Brabant

Groepsnummer

Contactpersoon

Woonplaats

E-mail

Telefoon

IVN De Groene Overlaat

NB04

Maarten Hermens

Cuijk

mtjhermens@gmail.com

0485 32 14 40

Stichting Laarbeeks Landschap

NB14

Peter Hoevenaars

Beek en Donk

pfhoevenaars959@kpnmail.nl

0492 46 24 31

Stichting Laarbeeks Landschap

NB14

Jaap Wijdenes

Beek en Donk

jaapwij@xs4all.nl

0492 46 26 90

Stichting Landschap Gemert-Bakel

NB15

Paul Kweens

Gemert

kweenspaul@gmail.com

0492 36 64 72

WBG Bernheze

NB02

Gerard van Hintum

Heeswijk-Dinther

hintum1955@home.nl

06 128 110 09

VWG Boekel-Venhorst

NB20

Harrie Tielemans

Boekel

tielemans.kuipers@gmail.com

0492 32 23 09

WVG Lith

NB23

Clemens Theunisse

Lithoijen

clemenstheunisse@gmail.com

0412 48 23 06

WVB Maasdonk

NB24

Gerard van de Wouw

Geffen

gerardvandewouw@ziggo.nl

073 532 25 46

WVG Geffen

NB58

Gerard van de Wouw

Geffen

gerardvandewouw@ziggo.nl

073 532 25 46

WVG Ravenstein

NB26

Cor van de Horst

Ravenstein

familievanderhorst12@hotmail.com

0486 41 17 12

WBG St. Anthonis

NB44

Hans Stiphout

St. Anthonis

hansstiphout@hetnet.nl

0485 38 28 95

WVG Boerdonk (Stichting WVB Meierijstad)

NB54

Tom van Lieshout

Veghel

tomvanlieshout@ziggo.nl

06 517 691 85

WVG Deurne

NB55

Aad van der Pol

Deurne

aadvanderpol@gmail.com

06 401 513 01

WVG Asten

NB57

Adri van de Mosselaar

Asten

a.vandemosselaar@chello.nl

0493 69 40 38

WVG Summers Landschap

NB59

Cees van der Velden

Someren

veldcool@outlook.com

0495 66 34 38

Bijlage 3 ˘ O verzicht resultaten Brabant 2018 Totaal

Bekend

Uit

Bergeend

Soort

12

11

11

Canadese gans

9

8

8

Eend onbekend

4

4

2

2

50%

Fazant

4

3

2

1

67%

Geelgors

2

2

2

100%

Gele kwikstaart

11

9

9

100%

Graspieper

10

5

5

Grauwe gans

5

5

4

1

80%

134

122

105

17

86%

7

1

7

2

3.571

3.128

2.198

930

70%

552

5

141

144

Kleinst Waterhoen

1

1

1

Kleine plevier

35

22

21

Kluut

25

21

21

100%

Grutto Kievit

Niet uit

% uit

Pred.

Verl.

Ov.

Onb.

17

71

2

7

2 1

100% 1

100% 1

95%

1

2

2

2

100%

Krakeend

33

12

12

100%

Meerkoet

17

14

14

100%

Nijlgans

1

Patrijs

23

19

19

100%

Roodb.tapuit

9

9

9

Scholekster

209

182

137

Slobeend

9

2

2

Tureluur

79

64

63

Veldleeuwerik

1

1

1

100%

Waterhoen

5

5

5

100%

Watersnip

12

2

2

Wilde eend

98

79

75

4

95%

Wulp

141

124

89

35

72%

Zomertaling

16 3.856

2.819

1.037

73%

607

4.478

Werk.

100%

Knobbelzwaan

Totaal

Bew.

100%

100% 45

75%

22

10

4

2

1

1

21

1

3

1

9

161

156

20

87

100% 1

98%

1

100%

6

terug naar Inhoudsopgave

>>>

55


Bijlage 4 ˘ B eschermingsactiviteiten per soort 2018 Soort

aanaarden

bemesten

gewas­ bescherming

Last minute beheer

beweiden

Nest in mandje plaatsen

maaien

overige activiteiten

ploegen/ eggen

2

1

11

2

1

79

103

469

Canadese gans Fazant

17

Kleine plevier

2

2

485

300

2

685

3

Totaal

3

25

12

1

31

59

259

2.483

3

11

4

1

1

Knobbelzwaan

1

1

Meerkoet

5

5

Patrijs

1

1 4

14

36

13

8

Tureluur

19

1

114

19

2

2

Watersnip

1

Wilde eend

1

Wulp Subtotaal

Zaaien of poten

1

1

Kluut

Scholekster

Nest binnen een elektrisch vossenraster

1

Grutto Kievit

rollen/ slepen

21

1 3

6

3

512

345

3

1

5

1

1

2

3

20

4

5

702

113

126

500

26

14

1

56

85

284

2.717

Bijlage 5 ˘ U itkomstpercentage en verliesoorzaken per beschermingsactiviteit 2018 Totaal

Bekend

Uit

Niet uit

% uit

Pred.

Bij aanaarden

Soort

21

11

10

1

91%

1

Bij bemesten

512

494

382

112

77%

67

Bij gewasbescherming

345

320

262

58

82%

34

Bij last minute beheer

1

1

1

Bij beweiden

Bew.

Werk.

Verl.

Ov.

Onb.

1

13

29

2

1

19

4

100%

2

2

1

1

50%

In mandje plaatsen

702

645

396

249

61%

160

44

30

1

14

Bij maaien

113

112

53

59

47%

42

2

13

1

1

Bij overige activiteiten

126

121

86

35

71%

6

15

12

2

Bij ploegen/eggen

500

480

305

175

64%

94

44

29

8

Bij rollen/slepen

26

24

16

8

67%

2

1

Bij nest binnen een elektrisch vossenraster

85

81

57

24

70%

12

2

Bij zaaien/poten Totaal

56

1

284

259

198

61

76%

39

2.717

2.550

1.767

783

69%

457

2

5 8

12

9

134

149

2 1 4

37


2018


Brabants Landschap Coördinatiepunt Landschapsbeheer Postbus 80, 5076 ZH Haaren Algemeen: 0411 - 62 27 75 Coördinatiepunt: 0411 - 66 40 10 info@brabantslandschap.nl www.brabantslandschap.nl

BEZOEKADRES

Kasteelboerderij van Nemerlaer Kasteellaan 4 in Haaren


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.