Jaarverslag Weide- en akkervogelbescherming 2020

Page 1

Deze pdf van het Weidevogeljaarverslag 2020 is interactief. Op pagina 2 bij de inhoudsopgave kunt u doorklikken naar het desbetreffende hoofdstuk. Wij wensen u veel leesplezier!!!

2020

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

JA A RVE R S L AG


Colofon Samenstelling en eindredactie:

Coördinatiepunt Landschapsbeheer Tekst:

F. Oost, A. Popelier, J. Sloothaak Foto’s:

W. Foolen, G. van Hintum , A. Kant, V. Koorevaar, F. Oost, T. de Peffer, J. de Pinth, A. Popelier, A. Pullens, M. Renes, J. Sloothaak, J. Wesel, J. Wink Vormgeving:

Studio x-hoogte, Tilburg Drukwerk:

Q-Promotions BV Uitgave:

Haaren, februari 2021 Brabants Landschap Coördinatiepunt Landschapsbeheer Postbus 80, 5076 ZH Haaren Algemeen: 0411 - 62 27 75 Coördinatiepunt: 0411 - 66 40 10 info@brabantslandschap.nl www.brabantslandschap.nl

In dit jaarverslag zijn ook foto’s opgenomen die gemaakt zijn voor maart 2020, voordat de coronamaatregelingen van kracht waren.

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de provincie Noord-Brabant en de Nationale Postcode Loterij.


Voorwoord Het jaar 2020 begon vrij normaal, met op 10 maart het eerste Brabantse kievitsei. Het was toen nog erg nat overal, dus de boeren konden de eerste tijd het land nog niet op. Kort daarna begon de onrust. Door de komst van COVID-19 tijdens de start van het weidevogelseizoen besloten veel vrijwilligers om thuis te blijven. Daarom hebben we via Radio 1 en via een brief alle boeren opgeroepen om vooral zelf extra alert te zijn op aanwezige nesten. Als reactie hierop meldde zich een groep van zo’n 100 nieuwe vrijwilligers om te komen helpen met het beschermingswerk. Op zoveel aanmeldingen hadden we helemaal niet gerekend en de beperkingen op samenkomsten en groepsvorming maakten het lastig om al deze mensen in korte tijd op te leiden. Later bleek dat bescherming in twee- of drietallen wel mogelijk was. Voorzichtig gingen toen de eerste beschermers toch op pad. Dit getuigt van veerkracht en passie voor boerenlandvogels. De boeren en loonwerkers toonden zich al even betrokken en velen deden dit jaar een stapje extra voor de weidevogels. Helaas was het weer niet bereid om de omstandigheden voor vogels te verzachten. De neerslagtekorten liepen vanaf eind maart snel op. Vooral in Midden- en Oost-Brabant viel er nauwelijks neerslag. En zonder vocht is er geen bodemleven en redden weidevogels het niet. Kortom, we kijken terug op een zwaar jaar. Niet alleen voor de weidevogels, maar ook voor hun beschermers. Het aantal gevonden legsels was dit jaar dan ook fors lager dan in de voorafgaande jaren. Daarbij speelt natuurlijk ook de verminderde activiteit van tellers en beschermers een rol. Maar er is ook positief nieuws. Het aantal beschermers nam in 2020 toe van 686 naar 719 beschermers. Ook hopen en verwachten we dat de transitie in de landbouw naar meer natuurinclusief de komende jaren op stoom zal komen, waardoor de bodemomstandigheden voor de vogels zullen verbeteren. Daarnaast merken we in deze coronacrisis zowel bij boeren als bij burgers weer meer betrokkenheid bij de natuur in eigen omgeving. Dus er blijft hoop voor weide- en akkervogels. Wat ons betreft gaan we er ook het komende jaar weer met onverminderde energie tegenaan. Jan Baan Directeur Brabants Landschap

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020


Inhoud Samenvatting 33 >>> Overzicht 2020

4 >>>

Inleiding 55 >>> Kijken of lezen

6 >>>

1 Coördinatie en ondersteuning

8 >>>

PR en contacten met andere gebiedspartijen

1010 >>>

Op bezoek bij André Boekhorst

1414 >>>

2020 in een notendop

1515 >>>

De Provinciale Jaaravond

2020 >>>

Koningklijke onderscheiding voor vrijwilligers

2121 >>>

2 Omstandigheden seizoen

2222 >>>

Eerste eieren

2424 >>>

Het verhaal van de anonieme vinder

2525 >>>

Vrijwilligers aan het woord

2525 >>>

Centerfold Kuikens van het boerenland

2828 >>>

3 Omvang weide- en akkervogelbescherming

3030 >>>

4 Resultaten

3232 >>>

Weidevogelbescherming = kuikenbescherming

3939 >>>

Op bezoek bij de familie Koorevaar

4040 >>>

Webinar: Vernatting en weidevogels

4242 >>>

5 Rustzones, rasters en kievitranden

4343 >>>

6 Agrarisch natuurbeheer in kerngebieden

4545 >>>

Bijlagen 4848 >>>

2


Samenvatting Het jaar 2020 ging de boeken in als een jaar waarin alles anders moest. Het weidevogelseizoen werd nog feestelijk geopend tijdens de jaaravond in februari, maar slechts enkele weken later werd duidelijk dat COVID-19 grote gevolgen zou hebben voor de vrijwillige weidevogelbescherming. Het coronavirus zette de rem op het veldwerk, zeker in de eerste weken, waarin de onzekerheid overheerste. Zonder vrijwilligers worden lang niet alle nesten gevonden. Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer luidde hierover in maart de alarmbel. Dit resulteerde in landelijke persaandacht voor de gevolgen van het coronavirus op de bescherming van nesten en kuikens. De oproep in de pers zorgde ervoor dat nieuwe vrijwilligers zich meldden om te komen helpen. Daarnaast hebben door het coronavirus dit seizoen bijna geen excursies, bijeenkomsten en overleggen plaatsgevonden. Dat bemoeilijkte de gesprekken tussen boeren, gemeenten, agrarische natuurverenigingen en vrijwilligers. Desalniettemin nam het aantal vrijwilligers en het aantal deelnemende bedrijven net als in 2019 toe. Dit jaar waren er 719 vrijwilligers, tegenover 686 vorig jaar. En vorig jaar deden er 1.429 bedrijven mee, tegenover 1.724 in 2020. Ook de jaarlijkse introductiecursus weidevogelbescherming werd dit seizoen noodgedwongen online gegeven. De cursus werd door bijna 500 mensen bekeken. Deze manier van online informatieoverdracht is in december 2020 verder uitgebouwd met een webinar, met als onderwerp ‘Vernatting’. Niet alleen het coronavirus, maar ook de aanhoudende droogte maakte voor het derde jaar op rij het leven op de weides en akkers extra moeilijk. In 2020 werden 3.792 legsels gevonden en waar nodig beschermd tegen landbouwwerkzaamheden. Het totaal aantal legsels nam flink af ten opzichte van 2019. De kievit bleef Brabants talrijkste weidevogel. Het beschermingswerk door vrijwilligers en boeren vond met name plaats op maisakkers. Dankzij dit werk werd 74% van alle gevonden legsels succesvol uitgebroed. Hoewel de predatie iets hoger was dan in 2019, bleef dit verlies met gemiddeld 13% relatief laag. Dankzij de inzet van maatwerkregelingen en het reguliere agrarisch natuurbeheer bleef het aantal broedparen van de kritische soorten zoals grutto, wulp en tureluur stabiel. De kuikenoverleving (bruto territoriaal succes van 41%) was in 2020 echter te laag voor instandhouding van de gruttopopulatie. Er is dus nog werk aan de winkel voor de agrarische collectieven, boeren en vrijwilligers.

3


Overzicht

2020 VRIJWILLIGERS | 719

GROEPSCOÖRDINATOREN | 36

AANTAL LEGSELS | 3.792

AGRARIËRS | 1721 PERCENTAGE UITGEKOMEN LEGSELS | 74%

BESCHERMINGSHANDELINGEN | 2383 AANTAL WEIDEVOGELGROEPEN | 36

6% 5%

Scholekster

Overig 1%

77%

2%

Kievit

Patrijs

1% 4%

Grutto

3%

Wulp

Tureluur Wilde eend

4


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Inleiding In dit jaarverslag hebben we, zoals u gewend bent, de resultaten van de weide- en akkervogelbescherming in Brabant gebundeld. Het jaarverslag is opgedeeld in zeven hoofdstukken. Hoofdstuk 1 beschrijft de organisatie en werkwijze van de weidevogelbescherming in Noord-Brabant. Ook beschrijven we in dit hoofdstuk de gevolgen van de coronamaatregelen voor het beschermingswerk. In hoofdstuk 2 bespreken we de weersomstandigheden en welke rol deze hebben gespeeld op de weide- en akkervogelbescherming. Hoofdstuk 3 gaat in op de aantallen vrijwilligers en agrarische bedrijven die meewerken aan het beschermingswerk en hoofdstuk 4 beschrijft de ‘harde’ resultaten in 2020. Vervolgens gaat hoofdstuk 5 in op de drie ‘maatwerkregelingen’ in Brabant. En tenslotte licht hoofdstuk 6 het agrarisch natuurbeheer voor weide- en akkervogels toe, zoals uitgevoerd door de agrarische collectieven. Vorig jaar kozen we er voor het eerst voor de specifieke activiteiten en bijzondere resultaten per weidevogelbeschermingsgroep (WVG) niet meer in een apart hoofdstuk te zetten, maar als verhalen te verwerken in de lopende tekst. Dit hebben we ook in 2020 aangehouden. Dit jaarverslag draait minder om de cijfers en meer om de verhalen en ervaringen van de vrijwilligers en agrariërs, die zich ondanks de barre omstandigheden sterk maakten voor de weide- en akkervogels in Brabant. In speciale kaderteksten geven we voorbeelden van hun initiatieven en ervaringen. Ook zijn veel foto’s dit jaar voorzien van een beschrijving en een vermelding van de fotograaf. Zo kunnen we de bijzondere gebeurtenissen extra goed uitlichten.

Wij wensen u veel leesplezier!

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020 5


Kijken of lezen Boerenlandvogelbalans In november 2020 kwam de nieuwe Boerenlandvogelbalans uit met daarin de resultaten van jarenlange landelijke en provinciale metingen van 26 vogelsoorten van het boerenland. Helaas zien we een neerwaartse trend bij alle gemonitorde vogelpopulaties. Soorten zoals de grutto, kievit en patrijs gaan sterk achteruit. Hun aantallen zijn sinds het begin van de tellingen in 1990 met bijna 70% gedaald. De erf- en struweelbewonende soorten blijven redelijk stabiel, maar nemen sinds 2010 ook licht af. De problemen voor weide- en akkervogels zitten met name in een laag broedsucces. Monocultuur, droogte en predatie zorgen ervoor dat er te weinig kuikens vliegvlug worden. Ons beschermingswerk is daarom belangrijker dan ooit. De Boerenlandvogelbalans is te lezen via: www.sovon.nl/nl/publicaties/boerenlandvogelbalans-2020

E-Learning “Leer je groen”

Introductiecursus Weide- en akkervogelbescherming (online) Omdat in 2020 de jaarlijkse introductiecursus weidevogelbescherming met groepen op locatie niet kon doorgaan, heeft het Coördinatiepunt Landschapsbeheer een digitale introductiecursus weide- en akkervogelbescherming opgenomen. De introductiecursus is online te bekijken op het YouTube kanaal van het Coördinatiepunt Landschapsbeheer. Zoek op www.youtube.com naar de trefwoorden ‘Coördinatiepunt Landschapsbeheer introductiecursus’ om de cursus te vinden, of scan de QR code hieronder voor een rechtstreekse link.

6

Samen met andere natuurorganisaties heeft Brabants Landschap een e-learning platform. Vrijwilligers bij groepen die zijn aangesloten bij Brabants Landschap krijgen toegang tot dit systeem en modules volgen over allerlei natuuronderwerpen. Van knotbomen tot weidevogelbescherming.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

40 Jarig jubileum.... Coördinatiepunt Landschapsbeheer In 2020 vierde het Coördinatiepunt Landschapsbeheer zijn 40-jarig bestaan. Zo’n mijlpaal konden we niet ongemerkt voorbij laten gaan. In een serie video’s stellen de medewerkers van het Coördinatiepunt zich voor. Deze video’s zijn te bekijken op www.brabantslandschap.nl/actueel/40-jaar-coordinatiepunt/.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

7


1. Coördinatie en ondersteuning Organisatie De spin in het web van een weidevogelgroep is de groeps­ coördinator. De groepscoördinator is het aanspreekpunt voor alle vrijwilligers, maar ook degene die schakelt met andere organisaties, zoals het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap en lokale overheden. De groepscoördinator vervult daarmee een belangrijke rol in het aansturen van de vrijwilligers, het beantwoorden van vragen en in het afgelopen jaar zeker ook bij het uitleggen en naleven van de coronaregels. De landelijke aansturing van de weide- en akkervogelbescherming ligt bij LandschappenNL en BoerenNatuur. Het coronavirus maakte de communicatie en het schakelen tus-

sen al deze partijen dit jaar lastiger. In het volgende hoofdstuk leest u hoe de lijntjes desalniettemin zo kort mogelijk zijn gehouden. Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap heeft een ondersteunende rol bij de weidevogelbescherming in Noord-Brabant. Zo zorgt het Coördinatiepunt voor de nodige kennisuitwisseling met vrijwilligers. Dat wordt gedaan via cursussen en opleidingen, maar ook door excursies en begeleiding in veld. Daarnaast zorgt het Coördinatiepunt ervoor dat de vrijwilligers goed beslagen ten ijs komen. Zo worden er materialen uitgedeeld die essentieel zijn voor het beschermingswerk: de bekende bamboestok-

Samen werken en gezelligheid vormt een belangrijke basis voor de weidevogelbescherming. Dit viel grotendeels weg in 2020.

8


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

“Het is ontzettend mooi om van vrijwilligers te horen wat er voor de vogels verbeterd zou moeten worden. Het is dan onze taak om dat mogelijk te maken binnen het agrarisch natuurbeheer,” aldus Jochem Sloothaak van het Coördinatiepunt Landschapsbeheer. Overleg in het veld: Coördinator Soortenbescherming Jochem Sloothaak in gesprek met Jan van der Biezen, bestuurder van het Collectief Oost-Brabant en voorzitter van ANV D’n Beerse Overlaet. ken en nestmandjes, maar ook informatiemateriaal voor de groepen, die zelf activiteiten organiseren op bijvoorbeeld scholen. Ook verspreidt het Coördinatiepunt het jaarverslag onder alle weidevogelbeschermers, die vervolgens exemplaren afgeven bij hun boeren. Tenslotte speelt het Coördinatiepunt een belangrijke rol bij de ondersteuning van vrijwilligers en boeren bij maatwerkregelingen en het agrarisch natuurbeheer. Dit gebeurt in samenwerking met de Brabantse Collectieven, waarover meer in hoofdstuk 6.

Voor het bieden van al deze ondersteuning werkt het Coördinatiepunt samen met de provincie, agrarische collectieven, LandschappenNL en BoerenNatuur. In bijlage 1 staan alle medewerkers van het Coördinatiepunt vermeld. Veel van bovenstaande activiteiten konden in 2020 niet doorgaan of moesten in een aangepaste vorm worden georganiseerd. Dit wordt verderop in dit jaarverslag nog toegelicht.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

9


PR en contacten met andere gebiedspartijen Groepen werken op diverse manieren aan hun PR. Zo hebben onder andere weidevogelwerkgroep Altena en Natuur- en (weide)vogelvereniging Reusel-De Mierden een eigen, goed gelezen Facebookpagina.

Defensie. En als er activiteiten zijn binnen de gemeente die weidevogels kunnen schaden, schroomt coördinator Elise Adriaanse niet om de burgemeester daar persoonlijk op aan te spreken.

Femke Brouwer van de groep in Bernheze schrijft regelmatig een prachtige column voor De MooiBernheze krant en ook van verschillende andere groepen verschijnen regelmatig artikelen in lokale en regionale weekbladen. De groepskleding, die steeds meer groepen dragen (bodywarmer, jas en/of pet met naamsvermelding of logo), werkt natuurlijk ook uitstekend voor de (naams)bekendheid van een groep.

Contacten met gebiedspartijen zijn bij enkele groepen al vanzelfsprekend, zoals bij de weidevogelgroepen Summers Landschap, Vogelaars Oostelijke Langstraat en Drimmelen, die zelf onderdeel uitmaken van een agrarische natuurvereniging. In Deurne is een nieuwe agrarische natuurvereniging opgericht: sPeelslandschap. Ook daar lopen de gesprekken tussen de weidevogelbeschermers en de ANV al.

Een aantal groepen, zoals de WVG’s Schijndel, ZuidoostBrabant en Boekel onderhouden contacten met bijvoorbeeld waterschappen en gemeenten. En Hans van den Burgt van WVG Vogelaars Oostelijke Langstraat heeft al een paar jaar contact met de gemeente Heusden en sinds 2020 ook met de gemeente Den Bosch. Onderwerp van gesprek is vooral het veiligstellen van een pachtperceel, waarop elk jaar veel kieviten broeden. Samen met de gemeenten wordt gezocht naar een manier om pachters te motiveren deel te nemen aan de regeling Kansen voor de Kievit, waarover elders in dit verslag meer. De gemeenten zijn bereid mee te zoeken naar oplossingen en proberen in de toekomst de regeling voor kieviten in hun pachtcontracten op te nemen. En in Waalwijk maakten de vrijwilligers van WVG Waalwijk, ter ondersteuning van hun verzoek om een plasdras aan te leggen als compensatie voor de bouw van windmolens, zelfs een powerpointpresentatie voor de wethouder.

Steeds vaker krijgen groepen te maken met de energietransitie, in de vorm van initiatieven voor zonneparken en windmolens. Het is lang niet altijd makkelijk om hiermee om te gaan. Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer geeft vrijwilligers hierover informatie en tips. Elk initiatief is maatwerk en daarom is het lastig om hier een algemeen standpunt over in te nemen.

WVG de Duinboeren heeft niet alleen contacten met de zeven andere partijen in het weidevogelconvenant, zoals gemeente, waterschap en ZLTO. Er wordt ook hard gewerkt aan contacten met andere gebruikers van het zoekgebied. Zo zijn er bijvoorbeeld contacten met de wildbeheereenheid, de modelvliegclub, de atletiekvereniging en dit jaar voor het eerst ook met de Explosieven Opruimingsdienst

10

Een column van Femke Brouwer in De MooiBernheze krant.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Soms was er nog persoonlijk contact, zoals hier in Laarbeek: koffie in de buitenlucht

Zo te lezen overheerst in deze groep, zoekgroep Genderen van WVG Altena, de gezelligheid (en de humor). Veilig op afstand en opgesplitst in groepjes gingen ze het veld in.

Contacten in een coronajaar Weidevogelgroepen houden op diverse manieren contact met hun vrijwilligers en uiteraard ook met betrokken agrariërs en loonwerkers. Als je elkaar echter niet mag bezoeken en zien of als mensen geen contact durven te hebben vanwege het coronavirus, hoe hou je die contacten dan levend? Hoe werd interne samenwerking binnen de groep, maar ook externe samenwerking met boeren, geregeld in het ‘coronajaar’? Vrijwilligers Als er iets is waarvan bekend is dat het belangrijk is voor vrijwilligers, is het wel de gezelligheid in de groep onderling. Het uitwisselen van verhalen en ervaringen vormt het begin en het eind van een dagje in het veld. Samen een kop koffie drinken om op te warmen als het nog guur is buiten in de vroege lente of later in het seizoen in een lekker zonnetje, is bij geen enkele groep weg te denken. Het slaat dan ook een behoorlijke bres in de gezelligheid als dit door een noodverordening van de overheid niet meer mag. Jan Kiewit van Natuurwerkgroep gemeente Rucphen: “Als coördinator ben ik veel minder dan normaal bij de groepjes weidevo-

gelbeschermers langs geweest. Ik heb afgelopen seizoen vrijwel alleen telefonisch, via pc of via de app contact gehad! Ik vond dit erg jammer, maar in een aantal gevallen moesten we rekening houden met de thuissituatie. In mijn groep zijn sommige ouders van weidevogelbeschermers of de weidevogelbeschermers zelf al op leeftijd. Vandaar dat contacten op afstand plaats moesten vinden om het risico op besmetting minimaal te houden. We maken er het beste van, maar voor onze vrijwilligers kan een persoonlijk bezoekje of een bakske koffie niet vervangen worden door een whatsappje of een telefoontje.” Om het gebrek aan persoonlijk contact te compenseren, maken steeds meer groepen gebruik van WhatsApp groepen, waarin veel gedeeld wordt onderling. Zo maken onder andere de weidevogelgroepen Hilvarenbeek, Gestel en Altena gebruik van een WhatsApp groep, waardoor heel snel kan worden geschakeld met de leden. Op die manier blijft iedereen toch betrokken. Zo’n WhatsApp groepje is ook erg goed bevallen bij WVG Reusel-De Mierden. En ook in Drimmelen en Bernheze worden op deze manier regelmatig leuke waarnemingen gedeeld. Een positieve aanvulling in dit lastige coronajaar.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

11


Agrariërs De medewerking van boeren is altijd onmisbaar bij weidevogelbescherming. Zonder een goede samenwerking met de boer, kan er geen effectieve bescherming plaatsvinden. Dit jaar werd een beroep gedaan op boeren om zelf een extra oogje in het zeil te houden. Zeker wanneer bleek dat de vrijwilligers niet voldoende het veld in zouden gaan om de boer goed in te kunnen lichten en te ondersteunen bij werkzaamheden. Veel boeren gaven gehoor aan deze oproep. In enkele gevallen zorgde deze extra betrokkenheid bij de bescherming van de weidevogels zelfs voor het opleven van een oude passie voor de vogels. Één boer kreeg een cursus ‘nest-in-mandjeleggen’ van de vrijwilligers en heeft dit daarna met zijn eigen kinderen ook zelf in het veld in de praktijk gebracht. Ook hebben boeren meer dan ooit hun eigen ideeën en initiatieven voor bescherming in werking gezet. Niet altijd waren boeren enthousiast over het extra werk dat door minder inzet van vrijwilligers gemoeid was met de weidevogelbescherming, maar dit bleek meer uitzondering dan regel. Zo waren de boeren van weidevogelgroep Bernheze juist wél enthousiast. Zij vroegen om een ‘boeren WhatsApp groep’ om op de hoogte te blijven van het wel en wee van de weidevogels in hun gebied. Wat een betrokkenheid! Vanwege de coronacrisis is de opbrengst van aardappelen in 2020 tot een dieptepunt gedaald. In 2021 zal dat misschien niet veel beter zijn. Tom van Lieshout van WVG Boerdonk heeft daarom een van de meewerkende boeren die aardappelen wilde gaan telen, voorgesteld om het perceel in plaats daarvan in te richten met maatregelen voor de kievit. Dat zorgt voor een gegarandeerde vergoeding voor het inrichten van het perceel, waar het afgelopen jaar zo’n 25 kieviten broedden. Zo ontstaat een win-win situatie. Goed voor de boer én voor de kieviten.

12

Loonwerkers Ook loonwerkers werden dit jaar opgeroepen om op momenten, dat vrijwilligers niet aanwezig konden zijn, extra waakzaam te zijn tijdens hun werkzaamheden. Aan deze oproep om zelf een oogje in het zeil te houden en nesten te markeren, gaven onder andere loonwerkers in Altena en in de Vughtse Gement gehoor. Daarnaast plaatste een loonwerker van bedrijf Gebr. Aldenzee uit Deurne op eigen initiatief zelfs stokken bij kievitsnesten, zodat deze nesten tijdens de werkzaamheden op het land beschermd konden blijven. Regelmatig werden weidevogelbeschermers ook door een loonwerker geattendeerd op een geplande bewerking. De vrijwilligers van Weidevogelwerkgroep Zuidoost-Brabant kregen van loonwerker Moonen uit Riethoven zelfs de coördinaten van de nestlocaties doorgestuurd. Daardoor kregen de vrijwilligers op tijd de kans om nesten te beschermen. Maar, ondanks die informatie zijn ze tot in de nacht in het veld geweest tot de werkzaamheden afgelopen waren! De vrijwilligers van WVG Rooi vertellen: “...Er werd voorzichtig

gemaaid en dankzij de oplettende loonwerker konden twee gruttokuikens die hij zag lopen, op zijn aanwijzingen worden gevonden. Er werden nog meer kuikens gezien, maar die liepen de droge sloot in waar ze veilig zaten”. Weidevogelgroep de Duinboeren meldde dat ploeger Jan de Pinth in Drunen tijdens het ploegen alle mandjes met kievitlegsels zelf heeft verlegd. Bij de werkzaamheden op het land werden twee jonge kuikens ontzien. Dit gebeurde na goed overleg tussen de vrijwilligers en bedrijfsleider Tony. Alle lof voor de oplettendheid en medewerking van deze loonwerkers!


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Een loonwerker van bedrijf Gebr. Aldenzee uit Deurne zette deze stok bij een nest. De vrijwilligers van WVG Deurne hebben het nest daarop in een mandje geplaatst. Tip: een stok zonder vlag is minder opvallend voor predatoren en flappert niet in de wind. Dat is veiliger voor de weidevogels.

Jan de Pinth van loonwerkbedrijf Ad Buijs heeft tijdens het ploegen zelf alle mandjes verlegd en dat ook even op de foto gezet.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

13


Op bezoek bij André Boekhorst

“Ik vind het wel mooi, die weidevogels.” Op bezoek bij André Boekhorst Op een schoongeveegd erf in Sint-Oedenrode staat een schitterende moderne stal met 160 stuks jongvee. Bij aankomst vallen niet alleen de nette bermen op, maar ook de steenuilenkast op de oostgevel van de machineloods springt direct in het oog. Eenmaal uit de wind en beschut in de hoge ligboxenstal met de bonte koeien, vertelt André Boekhorst over zijn liefde voor alles wat leeft op het erf. Een schoon, net erf zonder hagen, overhoekjes en rommelplekjes ... En toch wemelt het er van de verschillende soorten. In de stal zitten huismussen en boerenzwaluwen. André wijst de nestjes aan en vertelt ook direct over de zwaluwlijnen en de modderplaats voor de zwaluwen die achter de jongveestal zijn gerealiseerd. In de zomermaanden is het er een drukte van jewelste. Daarnaast zijn er kerkuilen én steenuilen op het erf. “De steenuilen hebben dit jaar maar liefst vijf jongen grootgebracht.” En dan zijn er nog de weidevogels. Die hebben een speciaal plekje in zijn hart. “Er zitten scholeksters, kieviten en zelfs patrijzen op mijn eigen land en grutto’s op een perceel van een naastgelegen boer.” Dit jaar was het overal in Brabant droog en heet in de lente en zomer. Zo ook op de uitgestrekte gras- en maisvelden van het bedrijf van André. Op eigen initiatief zette André daarom een aantal keer water in de sloten rondom het drukste perceel voor de kieviten. Ook sproeide hij het perceel waar de grutto’s zaten nat. Op het land van André liggen vogelakkers en kruidenrijke randen. Allemaal maatregelen voor de (weide)vogels. Op één perceel was ook sprake van uitgesteld bewerken en braakstroken. Hier is een groot elektrisch raster rond 7 hectare geplaatst. Allemaal met zijn hulp, want zo’n groot raster plaatsen, is een enorme klus voor vrijwilligers alleen.

14

“Ik vind het wel mooi, die weidevogels,” zegt hij bescheiden, “Wat je eraan kunt doen, moet je doen. En dat is zo veel mogelijk proberen te redden.” Trots vertelt hij over één kievitkoppel en de scholeksters, die allemaal heel laat begonnen met broeden. Die nestjes heeft hij verlegd én omrasterd. Afgelopen jaar was er ondanks het coronavirus gelukkig veel hulp van de vrijwilligers van WVG Rooi, waar hij al jaren met veel plezier mee samenwerkt. “Meestal lopen ze hier met een man of tien, maar nu kwamen ze in twee groepjes van twee”. Op gepaste afstand dronken ze samen met André koffie in de schuur. Er werd door de vrijwilligers ook veel vanaf de weg geobserveerd. Dit jaar gingen er geen vrijwilligers mee op de tractor. Maar tijdens het werk op de tractor vond en markeerde hij zelf twee kievitsnestjes. “Ik hou mijn ogen dan extra open”, vertelt hij. “Je leert steeds bij en ik zie zelf nu veel meer dan dertig jaar geleden. Als de kuikens uitkomen en ze hebben geen eten en drinken, kunnen ze het ook niet overleven.” De maatregelen die hij inzet op zijn percelen helpen daarbij. Hij merkte dit jaar echt dat het laten vollopen van de sloten tot net onder de rand hielp tijdens de droogte. André houdt de populatie op zijn percelen zo al jaren in stand. Met veel inzet van de enthousiaste weidevogelgroep, maar ook dankzij zijn eigen initiatieven. Zo heeft hij een nieuwe machine aangeschaft om de groenbemester, die ‘s winters op het land staat onder te werken. Zo hoeft hij geen glyfosaat of een andere herbicide te spuiten. Dezelfde machine kan de groenbemester in het najaar ook weer inzaaien. Deze werkwijze komt het bodemleven natuurlijk ten goede. En daar hebben de boer én de weidevogels baat bij.


Veldwerk in coronatijd: veel observeren in kleine groepjes en op afstand.

2020 in een notendop “De schrik zat er aanvankelijk goed in bij de vrijwilligers en dit gooide in het begin roet in het eten van het beschermingswerk. Later ontdekte men dat het buiten bezig zijn juist een heel goede, verantwoorde en zinvolle tijdsinvulling was. Na veertien dagen trokken veel vrijwilligers alsnog de akkers op, uitsluitend in groepjes van twee personen of als individu. Veel eerste legsels zijn bij ons wel verloren gegaan omdat boeren niet gemarkeerde nesten tijdens hun werkzaamheden waarschijnlijk over het hoofd hebben gezien. Om toch het groepsgevoel vast te houden, is onze excursie over de zomer getild zodat we toch bij elkaar konden komen toen dat weer mocht. Meer dan dertig personen hebben aan onze excursie deelgenomen. Later in het jaar is de slotbijeenkomst helemaal afgelast.” Len Bruining, NBV Altenatuur “De groepsgrootte werd verkleind, waardoor er een kerngroep van vier mensen over bleef. De bij de weidevogelbescherming betrokken boeren werd gevraagd te melden als ze op hun percelen iets van weidevogelactiviteit zagen. Daarnaast werd, zoals de gewoonte is, gemeld wanneer er bewerkingen zouden worden uitgevoerd. Vanuit onze groep werd netjes doorgegeven wanneer we aanwezig waren in het veld en welke resultaten dat opleverde. We zijn vier keer met de hele groep aanwezig geweest: twee keer aan het begin van het seizoen en twee keer aan het einde.” Agnes van der Sanden, WVG Weimeren

terug naar Inhoudsopgave

>>>

15


Werving Over het algemeen gaat de werving van nieuwe vrijwilligers via de weidevogelgroepen zelf. Er wordt tijd geïnvesteerd in deze werving, bijvoorbeeld door artikelen in een lokaal krantje te plaatsen en aanwezig te zijn op een boerenerfdag, weidevogelfestival of groenmarkt. Ook gastlessen op basisscholen zitten normaliter in het arsenaal van de weidevogelgroepen. Maar in een jaar waarin alle evenementen werden afgelast en de scholen voor langere tijd op slot gingen, vielen veel mogelijkheden weg. Door het coronavirus kwamen de meeste wervingsactiviteiten helemaal stil te liggen. Ook het in 2019 door het Coördinatiepunt gestarte initiatief ‘Boerenlandvogeltour’ kon in 2020 door het coronavirus niet doorgaan. Deze kennismakingsavonden, voor mensen die geïnteresseerd zijn in de bescherming van weidevogels en boerenlandvogels, waren in het leven geroepen om de vergrijzing binnen de weidevogelgroepen tegen te gaan. Toen het Coördinatiepunt Landschapsbeheer daarom in maart aan de bel trok over de grimmige vooruitzichten voor de weidevogelbescherming in 2020, kwam er landelijk aandacht voor de situatie rondom de weidevogels en hun beschermers. Waar persberichten met een oproep voor vrijwillige hulp in een normaal jaar al vaak resultaten opleveren, liep het dit jaar storm. Aanmeldingen van mensen, die zich zorgen maakten over het lot van de weidevogels kwamen van heinde en verre. Zo meldde een koppel uit Amsterdam zich in Brabant aan met het bericht: “We hebben het nieuws

16

gelezen en hebben aanstaande zaterdag tijd om te komen helpen met nesten zoeken.” Helaas bleek uit verhalen van groepscoördinatoren dat nieuwe vrijwilligers, ondanks hun enthousiasme, dit jaar nauwelijks mee het veld in konden gaan. De juiste opleiding en kennis die nodig is voor effectieve weidevogelbescherming wordt in de praktijk opgedaan. Dankzij cursussen, lezingen en vooral samen ervaring opdoen in het veld. Door het ontbreken van deze mogelijkheden was het haast onmogelijk om de nieuwe vrijwilligers op te leiden tot weidevogelbeschermers. En zo maar zonder kennis een veld op lopen, doet meer kwaad dan goed. Daarom zijn de meeste nieuwe aanmeldingen op de wachtlijst gezet voor het nieuwe seizoen, waarin het samenkomen in (kleine) groepen hopelijk wel weer mogelijk is. Zoals te lezen in de afbeelding hierboven wilden mensen graag komen helpen. Dit appje ontving coördinator Jochem Sloothaak van Clemens Theunisse, van de WVG Lith in de Beerse Overlaat.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Cursus en opleiding Elk jaar wordt er door het Coördinatiepunt Landschapsbeheer ondersteuning geboden aan de weidevogelgroepen. Dit gebeurt in de vorm van cursussen, materialen en begeleiding in het veld. In 2019 werd er nog volop veldbegeleiding gegeven tijdens het beschermingswerk, waarbij er meer focus lag op observeren vanaf de rand van het perceel. Deze manier van observeren zorgt voor veel minder verstoring op het veld en zorgt er toch voor dat vrijwilligers een duidelijk beeld krijgen van welke vogels er zitten op een akker en of bescherming aldaar al noodzakelijk is. Deze werkwijze, die in 2019 veel aandacht kreeg, wierp in 2020 vruchten af toen vrijwilligers niet met grote groepen mochten samenkomen. Het meest gangbare was daarom weidevogelbescherming vanuit de auto of met één of twee mensen in het veld. In 2020 waren samenkomsten in groepsverband niet mogelijk. De begeleiding van de groepen door de veldmedewerkers bestond dit seizoen daarom veelal uit adviezen per telefoon of WhatsApp of één op één in het veld. Hierbij ging het vooral om het zelfstandig werken, zonder de steun van een loopgroep. Daarom heeft het Coördinatiepunt Land-

2020

schapsbeheer een online (introductie)cursus weidevogelbescherming gemaakt. Met in totaal drie afleveringen gaf deze videocursus voor alle geïnteresseerden een korte introductie over weidevogelbescherming. De introductiecursus is te vinden op YouTube via het kanaal van het Coördinatiepunt Landschapsbeheer en staat ook in dit jaarverslag in het kader ‘Kijken en lezen’ aan het begin van dit verslag. Groepen gaven aan dat het opleiden van nieuwe vrijwilligers dit jaar, ondanks de online cursus, erg lastig was. Uiteindelijk is het toch het veldwerk dat zoden aan de dijk zet: uren maken en ervaring opdoen, zij aan zij met een ervaren vogelaar. Omdat samenkomsten met méér dan vier personen verboden waren, ging dat niet. Ook lukte het vaak niet om de nodige scholing te geven in kleine groepjes, met name omdat er niet voldoende tijd was. De tijd die ervaren vrijwilligers beschikbaar hadden, werd niet gestoken in opleiding, maar werd in het veld gespendeerd aan het opsporen en beschermen van nesten. Duidelijk was dat de efficiëntie van het weidevogelbeschermingswerk afnam doordat er minder lopers het veld in gingen. De actieve vrijwilligers besteedden dit jaar daarom meer uren in het veld dan voorgaande jaren.

terug naar Inhoudsopgave

>>>


Nieuwsbrief De nieuwsbrief ‘Weidevogelwerk’ is een belangrijk medium om vrijwilligers en boeren op de hoogte te houden. Elk jaar worden er enkele edities van deze nieuwsbrief uitgebracht. In 2020 zijn er in totaal drie nieuwsbrieven uitgebracht. In de tweede helft van het seizoen werd vooral informatie verstrekt over veilige werkwijzen ten tijde van het coronavirus. Het totaal aantal lezers is met 34 nieuwe abonnees gestegen tot 1.257 lezers. Aanmelden voor de nieuwsbrief ‘Weidevogelwerk’ kan via de website van Brabants Landschap. (Ga naar brabantslandschap.nl, klik op ‘Actueel’ en ga naar ‘Nieuwsbrief over soortenbescherming in Brabant’). Via de webpagina ‘Zelf aan de slag’ -> ‘Vrijwilliger worden’ -> ‘Weidevogelbescherming’ zijn ook voorgaande edities van de nieuwsbrieven te lezen. Let op! Eind 2021 wordt de website van Brabants Landschap vernieuwd. Als de nieuwsbrieven dan niet via deze route

18

gevonden kunnen worden, neem dan contact op met het Coördinatiepunt Landschapsbeheer (bijlage 1). Gegevensbeheer De registratie van alle gegevens omtrent de weide- en akkervogelbescherming wordt gedaan in het landelijk invoerportaal ‘de Boerenlandvogelmonitor’. Hier worden de vrijwilligers, deelnemende agrarische bedrijven en de legsellocaties en waarnemingen van de weide- en akkervogels ingevoerd. De Boerenlandvogelmonitor kan in het veld op de smartphone of later thuis op de computer gebruikt worden om de gegevens in te voeren. Het Coördinatiepunt ondersteunt de vrijwilligers hierin waar nodig. Via de Boerenlandvogelmonitor kunnen de ingevoerde gegevens op diverse manieren ook geëxporteerd worden, bijvoorbeeld op kaartbeeld of in grafieken en tabellen. Daarnaast biedt het portaal agrariërs inzicht in de locaties


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

van vogels op hun percelen. Zo kunnen zij hiermee rekening houden tijdens het plannen van hun werkzaamheden. Bijeenkomsten en excursies Op 19 februari 2020 werd in het Provinciehuis de provinciale jaaravond gehouden als aftrap van het beschermingsseizoen (zie kadertekst 1). Daarnaast hebben vrijwel alle weidevogelgroepen in februari of maart ook zelf een startavond gehouden. Veel geplande bijeenkomsten die de groepen zelf elk jaar organiseren, zoals evaluatie-avonden en groepsexcursies werden afgelast. Ook de jaarlijkse coördinatorendag ging dit jaar niet door. Vanwege de aanhoudende maatregelen

2020

omtrent het coronavirus werd al gauw duidelijk dat er ook geen afsluitende bijeenkomsten konden worden gehouden. Dat was erg jammer, want diverse groepen vierden dit jaar een jubileum. Ook de afsluitende coördinatorenavonden ter evaluatie en afsluiting van het seizoen, die normaal per regio worden georganiseerd, konden geen doorgang vinden. In oktober en november zijn deze vier overleggen daarom online gehouden: een primeur. Aanvankelijk bestond er begrijpelijke twijfel over dergelijke ‘Teams’ bijeenkomsten. Maar hoewel de koffie en gezelligheid van een fysiek samenzijn wel degelijk werden gemist, waren de reacties op de online overleggen overwegend positief.

Jubilea in het water Zoals te lezen in het kopje ‘Kijken en lezen’, vierde het Coördinatiepunt Landschapsbeheer dit jaar zijn 40-jarig jubileum. Ook NBV Altenatuur en WWB Zuidoost-Brabant vierden hun 40-jarig bestaan. De groep uit Zuidoost-Brabant hoopte het jubileum te kunnen vieren in november, maar helaas was dat niet mogelijk. NBV Altenatuur schuift de viering van het jubileum door naar 2021 in de hoop dat samenkomen met groepen dan weer mogelijk is. Wel heeft de vereniging in november 2020 een nieuwe editie van hun jaarblad ‘t Altenatuurtje uitgebracht, waarin wordt stilgestaan bij het jubileum.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

19


De provinciale jaaravond Op 19 februari 2020 ging tijdens de provinciale jaaravond het vijfentwintigste weidevogelseizoen van start. Bijna 350 vrijwilligers, boeren en andere betrokkenen waren hierbij aanwezig. Jan Baan (directeur Brabants Landschap) opende de avond met twee jubilea. Het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap bestond 40 jaar en de weidevogelbescherming 25 jaar. Jan Baan blikte terug op de hoogtepunten van 2019, waarna de nieuwe projectfilm van het Interreg-project PARTRIDGE werd vertoond. Deze film is ook (thuis) te bekijken op www.youtube.com. De film is te vinden met de zoekterm ‘Partridge projectfilm’. Daarna gaf Erik Kleyheeg (SOVON) een interessante lezing over de mysterieuze afname van de wilde eend. Marco Renes (Coördinatiepunt Landschapsbeheer) en Ton Hannink (vrijwillige dronepiloot) hielden vervolgens

20

een lezing over de ervaringen met de weidevogeldrone. Voorzitter Joseph Vos van Brabants Landschap reikte de oorkonde voor het ‘Initiatief van het Jaar’ uit aan Noud Janssen van de Werkgroep Weidevogelbescherming Zuid-Oost Brabant. Noud zet zich al 14 jaar als beschermer in voor weideen akkervogels, uilen en erfvogels. Jaarlijks investeert hij hierin minstens 750 uur. In 2019 kwamen daar nog zo’n 200 uur extra bij voor het project in het Molenbroek bij Vessem. Hier werd 11 ha opnieuw ingericht voor weidevogels met onder andere een plasdras en een stroomraster tegen predatoren. Het project is een samenwerking tussen Werkgroep Weidevogelbescherming Zuidoost-Brabant, Landcoöperatie de Kleine Beerze, Waterschap Aa en Maas en Brabants Landschap.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Koninklijke onderscheiding voor vrijwilligers Noud neemt bloemen aan bij de voordeur.

Voor doorgewinterde weidevogelbeschermers Noud Janssen, Maaike Riemslag en Piet Peijs was 2020 een jaar van koninklijke erkenning voor hun jarenlange vrijwilligerswerk. Alledrie zijn ze fanatiek weide- en akkervogelbeschermer en coördinator van de weidevogelgroep in hun regio. Maaike Riemslag, coördinator van weidevogelgroep ABG Gemeenten, werd verrast door een schitterende bos bloemen aan de deur en een telefoontje van burgemeester Derk Alssema van de gemeente Gilze en Rijen. Piet Peijs, voorzitter van Natuur- en (weide)vogelvereniging Reusel-De Mierden, en tot 2020 coördinator van weidevogelgroep Reusel-De Mierden, bleef een dagje thuiswerken op verzoek van zijn zoon. Toen hij de fanfare in de straat hoorde spelen en burgemeester Annemieke van de Ven aan de deur stond, werd hem al gauw duidelijk dat het om een lintje ging.

Maaike Riemslag, videobellend met de burgemeester.

Ook Noud Janssen kreeg onverwachts bezoek aan de voordeur. Op 1,5 meter afstand werd hij gefeliciteerd door burgemeester Wim Wouters van de gemeente Eersel. Noud heeft inmiddels het coördinatorschap van weidevogelgroep Zuidoost-Brabant overgedragen, maar hij zal volgens eigen zeggen ‘tot zijn einde’ blijven bijdragen aan de maatschappij en in het bijzonder aan de natuur. De bovenstaande vrijwilligers houden zich met nog veel meer bezig dan alleen de actieve weide- en akkervogelbescherming. Ze zijn alle drie ook uilenbeschermer en trekker van diverse natuurprojecten, zoals projecten voor erfvogels, zwaluwen en patrijzen, poelen en natuurherstel.

Piet ontvangt zijn lintje van burgemeester Annelieke van de Ven.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

21


2. Omstandigheden seizoen Het jaar 2020 brak het één na het andere weerrecord. Het begon al op 15 januari, toen de warmste nacht sinds de start van de weermeting werd gemeten. Vervolgens richtte storm Ciara in februari de nodige ravage aan werd het een zeer natte maand. In maart begonnen we alweer te merken dat het een droog voorjaar zou worden en begin april klommen de temperaturen naar een recordhoogte van 26,6 graden. Maart, april en mei waren zeer droge maanden waarin voor het derde jaar op rij de grondwaterstand tot een zeer laag peil daalde. In juni en juli viel er weer een gemiddelde hoeveelheid neerslag, maar dat was voor de weidevogel Veldmedewerker Marco Renes van het Coördinatiepunt Landschapsbeheer wist na een meting te vertellen dat de scheuren in de kleigrond in Noord-Brabant tot wel ruim een meter diep waren. Ook op de zandgronden hadden de weidevogels het zwaar. We hoorden verhalen van kievitkui-

De droogtescheuren in de klei worden dit kievietlegsel bijna fataal.

22

kens die door een stevige, zinderende oostenwind ‘gezandstraald’ werden. “Ook waren er veel meer meldingen van kuikens, die stierven bij het uitkomen omdat het eivlies door de droogte en de schrale wind te snel opdroogde en de kuikens niet los konden komen van de eischaal,” vertelt Marco Renes. Vrijwilliger Ton Hannink van WVG De Duinboeren schreef over de weersomstandigheden en de bijkomende resultaten op 30 april het volgende: “Helaas waren er slechts op twee percelen jongen. Van de gevonden eieren is maar een enkel jong overgebleven. Er lagen zelfs pullen dood in het mandje; door de droogte was er geen eten.” Toch was het niet overal kommer en kwel. Toon van der Steen van WVG Gestel meldde: “Er waren nog nooit zoveel kuikens te zien als dit jaar. De kuikens die we zagen, waren tussen de twee en vier tot zes weken oud.”


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

De droogte en harde wind zorgde voor stofwolken boven de akkers.

Droge en warme wind zorgt voor vroege sterfte bij kievitkuikens.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

23


Eerste eieren Elk jaar wachten de weidevogelbeschemers weer met spanning op het moment dat het eerste kievitsei gevonden wordt. Op 2 maart was het zover. Toen werd het eerste kievitsei in Nederland gevonden in het Gelderse Bruchem, net over de provinciegrens. In Brabant maakten de meeste vrijwilligers toen nog niet zo heel veel werk van het vinden van het eerste ei. En met een goede reden. De meeste percelen waren begin maart nog erg nat en konden zeker nog niet bewerkt worden. Reden voor de weidevogelbeschermers om de vogels niet onnodig te gaan verstoren. Maar toen de percelen enigszins aan het opdrogen waren ging het natuurlijk kriebelen. Piet van Hal van WVG Schijndel e.o. had de eer om het eerste kievitsei van Brabant te vinden. Dat gebeurde op 10 maart in de Rooise Heide in Schijndel. Het ei lag op een perceel waar vorig jaar ten minste 10 legsels uitkwamen binnen een vossenraster.

Het eerste scholeksterlegsel van Nederland werd op 15 maart gevonden in Noord-Holland en was daarmee verreweg het vroegste scholeksterlegsel dat ooit gevonden werd. Scholeksters beginnen doorgaans op zijn vroegst eind maart en meestal pas in april met broeden. Ter vergelijking: Vorig jaar werd het eerste scholeksterei in Brabant pas op 24 april gevonden bij WVG Altenatuur. Dit jaar was het Jan Honcoop van dezelfde groep die op 27 maart het eerste scholeksterlegsel van Brabant vond: een legsel met drie eieren. Het eerste gruttolegsel van onze provincie liet wat langer op zich wachten en werd op 14 april in Sint-Oedenrode aangetroffen door Wil Foolen. Landelijk was ook deze soort er in 2020 zeer vroeg bij: al op 17 maart werd het eerste legsel gevonden in ZuidHolland. De Brabantse wulpen hielden de weidevogelbeschermers in spanning tot 4 april. Toen trof Mario Bullens - wederom in SintOedenrode - het eerste nest aan op een maisperceel. In Overijssel werd al een wulpenlegsel gevonden op 20 maart.

Tabel 1: De vondst van de eerste eieren in Brabant Soort

Datum

Vinder

Locatie

Kievit

10 maart

Piet van Hal

Schijndel

Scholekster

27 maart

Jan Honcoop

Wijk en Aalburg

14 april

Wil Foolen

Sint Oedenrode

4 april

Mario Bullens

Sint Oedenrode

Grutto Wulp

24


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Het verhaal van de anonieme vinder Wil Foolen, de vinder van het eerste grutto-ei: “Ik heb het nest eigenlijk niet zelf gevonden. Een vader met twee jonge kinderen was ons voor. Door de media-aandacht waren ze zelf op pad gegaan en hadden eigenhandig stokken gezet bij een gevonden nest. Hartstikke knap natuurlijk. Samen zijn we gaan kijken. Ik heb uitleg gegeven over ons beschermingswerk en daarna we hebben de nesten gauw weer met rust gelaten.”

Op de homepagina van Boerenlandvogelsnederland.nl staat het overzicht van de eerste eieren, per provincie en per soort vanaf 2008. Alle eerst gevonden legsels worden gemeld bij de provinciale coördinator. In Brabant is dat Jochem Sloothaak.

Vrijwilligers aan het woord “Ondanks Corona zijn we trots op wat we samen hebben bereikt.” In 2020 heeft 96 procent van de groepen de werkwijze aangepast. We vroegen de beschermers wat er was veranderd en hoe ze dit hebben ervaren. De antwoorden klonken als volgt: “Wij hebben in de eerste periode ieder apart vanuit de auto de vogels bekeken om te bepalen of ze al met paringsvluchten bezig waren en of ze al bezig waren met nesten maken. De vogels hebben geen aandacht voor een auto, die stil staat. Als we buiten de auto gaan staan, dan zijn ze veel alerter en dan krijg je een ander beeld van wat ze aan het doen zijn.” – Adrie van de Mosselaar, WVG Asten “We hebben vanwege het coronavirus onze 30 vrijwilligers gevraagd om aan te geven wie actief wilde zijn. Met totaal circa acht

vrijwilligers zijn we wekelijks op alle locaties actief geweest in groepjes van twee à drie personen. Steeds was hierbij een coördinator aanwezig ter ondersteuning.” – Wil Foolen, WVG Rooi De meeste groepen hadden in 2020 een harde kern, die ondanks de omstandigheden het veld in trok. De algemene consensus was dat er gelopen kon worden in kleine groepjes of tweetallen. In bijna elke groep waren er echter ook enkele vrijwilligers die dit seizoen wegens zorgen om het coronavirus niet deelnamen. Of de nieuwe werkwijze beviel, is een ander verhaal. Vrijwilligers gingen vaak in duo’s op pad of bleven in eerste instantie in hun eentje vanuit de auto observeren.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

25


Het resultaat daarvan was als volgt: De gezelligheid van het werken in een groep werd sterk gemist. Daarnaast werd aangegeven dat het voor een klein groepje vaak heel moeilijk was om in beperkte tijd een perceel af te lopen voordat de legsels te veel af zouden koelen en/of vermoeidheid de overhand kreeg. Het mag dan ook logisch zijn dat er dit jaar veel minder velduren zijn gemaakt dan voorgaande jaren. Met velduren wordt de hoeveelheid uren bedoeld die vrijwilligers daad-

werkelijk in het veld spenderen. Met een kleiner aantal actieve vrijwilligers, neemt het aantal velduren in grote lijn natuurlijk af. Daarentegen zijn de actieve vrijwilligers wel meer uren dan normaal in actie gekomen. En in sommige gevallen had dat ook voordelen. Tom van Lieshout van WVG Boerdonk vertelt hierover: “Omdat ik noodgedwongen veel meer zelf deed, heb ik ook een hoop geleerd. Bijvoorbeeld het opsporen van wulpenlegsels. Nu ik wel moest, merkte ik: ‘ik kan dat zelf ook’!”

Ton de Peffer van WVG de Duinboeren geeft hier weidevogelles aan jeugd in de Kwebben in Vught.

“Mijn boodschap zou zijn dat er in deze moeilijke tijd voor de agrariërs en in coronatijd in de toekomst een belangrijke taak ligt bij de weidevogelbeschermers. Het zijn de beschermers die een bindende factor kunnen vormen door eenieder te tonen dat natuur uiteindelijk, ondanks de vele bedreigingen, toch zal overwinnen en de moeite waard blijft om beschermd te worden, in welke gradatie ook. Daarom is het zaak om nog meer mensen te interesseren voor de bescherming van weidevogels. Lekker bezig zijn in de buitenlucht zonder al te strenge regels!” – Jan Kiewit, Natuurwerkgroep gemeente Rucphen

“We blijven optimistisch en hopen dat we de nesten volgend jaar weer onder normale omstandigheden kunnen beschermen. We zijn trots op wat we in onze regio al bereikt hebben. Samen met vrijwilligers, boeren, loonwerkers, de mensen van Brabants Landschap en de agrarische natuurvereniging draagt iedereen zijn eigen steentje bij in Altena. Alleen op deze manier kunnen weidevogels optimaal profiteren van ons beschermingswerk. Samen gaan wij door!” – Len Bruining, WVG Altenatuur

26


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

“Corona speelt hopelijk tijdelijk, klimaatverandering speelt sowieso ook in de toekomst. Daarnaast hoop ik dat meer boeren enthousiast gemaakt kunnen worden voor agrarisch natuurbeheer of natuurinclusieve landbouw.” – Tim Eestermans, ANV Drimmelen

“Corona bracht in 2020 niet alleen mensen in gevaar. Droogte, predatie en nu nog minder vrijwilligers maakten het ook voor weidevogels erg zwaar. Trots dat we er op veilige afstand het beste van hebben gemaakt en duimen op een beter aankomend jaar.” – Rens Sommers, WVG Maasdonk

“Positief blijven ondanks de gestage achteruitgang. Als we niets doen, weten we zeker dat het einde nabij is. Wellicht komt er in de toekomst een kentering als de biologische landbouw meer wordt toegepast.” – Jaap Wijdenes, WVG Laarbeek

“Helaas is dit jaar door corona heel anders verlopen dan verwacht. Sommige groepjes gingen met of zonder aangepast aantal personen en op afstand door. Eén groep heeft zich afgemeld. Ondanks dit alles was het eindresultaat verrassend: ongeveer dezelfde resultaten als verleden jaar!” – Wil Hettema, WVG Schijndel

terug naar Inhoudsopgave

>>>

27


Numenius arquata

Recurvirostra avosetta

Perdix perdix

Help ons vliegvlug!

Phasianus colchicus

Gallinago gallinago

Kuikens van het boerenland


Limosa limosa

Tringa totanus

Haematopus ostralegus

terug naar Inhoudsopgave

Ga naar: www.inhetlandschap.nl/word-vrijwilliger >>>

Fotografie: M. Renes, J. Sloothaak , J. Wink , A.Kant

Meehelpen met beschermen?

Charadrius dubius

Vanellus vanellus


3. Omvang weide- en akkervogelbescherming Vrijwilligers In Brabant zijn nu 719 weide- en akkervogelbeschermers actief. In 2019 waren dit er nog 686. Er is dus een aardig aantal nieuwe vrijwilligers bijgekomen. Iedere vrijwilliger is aangesloten bij een van de 32 weide- en akkervogelgroepen (voor de namen en contactgegevens van de groepen, zie bijlage 2). Gemiddeld bestaat een groep uit 22 personen. De kleinste groep is WBG St. Anthonis, die met 2 vrijwilligers de weide- en akkervogels in hun gebied beschermt. De grootste groep is al jaren weidevogelgroep Altenatuur met in 2020 maar liefst 82 vrijwilligers. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers is 68 jaar. Maar WVG Maasdonk heeft een primeur, met de eerste groepscoördinator onder de 30 jaar! Rens Sommers legt uit waarom hij coördinator is geworden:

“Vroeger ging ik met m’n vader en opa de Nulandse polder in om te vogelen en eieren te zoeken. Hoewel het hedendaagse werk van een vrijwillige weidevogelbeschermer soms frustrerend kan zijn, is het toch prachtig dat te beschermen, waar je als kind al zo van genoot.” Waalwijk heeft met Ad Rijken verreweg de oudste vrijwilliger ooit. Met zijn 97 jaar (en dat is geen typefout) heeft hij er nog altijd plezier in de akkers op te gaan! Boerenbedrijven Het aantal agrariërs dat medewerking verleent aan de weideen akkervogelbescherming is voor het vijfde jaar op rij gestegen. In 2020 werkten er 1.724 bedrijven mee aan bescherming, tegenover 1.429 bedrijven in 2019.

De weide- en akkervogelbescherming is doorlopend op zoek naar nieuwe vrijwilligers. Mensen die interesse hebben, kunnen zich melden bij het Coördinatiepunt Landschapsbeheer via weidevogelbeschermingbrabant@gmail.com.

30


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Overleg tussen boer en vrijwilliger is van groot belang tijdens de bewerkingen in het veld.

Brabants oudste actieve weidevogelbeschermer Ad Rijken (midden) met collega vrijwilligers in het veld.

“Vroeger ging ik met m’n vader en opa de Nulandse polder in om te vogelen en eieren te zoeken”, vertelt Rens Sommers.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

31


4. Resultaten Aantal legsels In 2020 zijn er 3.792 Brabantse legsels van 29 soorten weidevogels in de Boerenlandvogelmonitor ingevoerd. Dat zijn er fors minder dan het jaar ervoor (4.415), iets wat met name te wijten valt aan minder activiteit in het veld. Een lager aantal ingevoerde legsels wil niet zeggen dat de legsels er daadwerkelijk niet waren, alleen dat ze niet zijn gevonden en ingevoerd in de Boerenlandvogelmonitor. Het gemiddelde uitkomstpercentage van de legsels was met ruim 74% goed. Er wordt gestreefd naar een uitkomstpercentage van minimaal 70% per soort. Sinds 2007 wordt deze norm voor alle soorten bij elkaar opgeteld gehaald. Toch is een hoog uitkomstpercentage geen garantie voor een duurzame populatie weidevogels, want ook de kuikenoverleving moet voldoende zijn. In 2020 is het wederom zo dat het uitkomstpercentage van de legsels op de zandgronden lager is dan op de kleigronden. Op de Brabantse zandgronden gaat het met de weidevogels al jaren harder achteruit dan op de kleigronden.

32

Kleigrond houdt vocht en mineralen veel beter vast dan zandgrond. Zandgrond droogt harder uit, waardoor het bodemleven op zandgronden veel minder is. Maar ook op de kleigrond heeft het bodemleven het zwaar. Dit komt door het gebruik van drijfmest. Theunis Piersma, hoogleraar trekvogelecologie, zegt hierover: “Drijfmest, het moderne mengsel van koeienpis en koeienpoep, is een killer. Een gifbad voor rode regenwormen en insectenlarven, die zich in de bovenste bodemlaag ophouden.” Een slecht bodemleven betekent minder voedsel voor weidevogels. Dit heeft tot gevolg dat kuikens langer op zoek moeten naar voedsel of verzwakt raken. Hierdoor zijn vogels kwetsbaarder voor de vele predatoren in het veld. Waaraan gingen legsels verloren? Elk jaar wordt door vrijwilligers genoteerd waar legsels aan verloren gaan. Zo weten we waar het fout gaat in een gebied en kunnen we een volgende keer op tijd ingrijpen met de


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Figuur 1: Verliesoorzaken legsels

74,4% Uit 12,9% Gepredeerd 3,9% Verlaten 5,5% Verloren door werkzaamheden 2,7%

Onbekend

0,5% Overig

terug naar Inhoudsopgave

>>>

33


Vanwege voedselgebrek door droogte heeft dit kuiken het niet gered. Op de achtergrond loopt vrijwilliger Clemens Theunisse.

juiste maatregelen. Helaas lukt het niet altijd om nesten te beschermen, waardoor deze verloren gaan. Er liggen voortdurend gevaren op de loer voor weide- en akkervogels. Aan sommige gevaren kunnen vrijwilligers en agrariërs iets doen, aan sommige ook niet. Daarom is het belangrijk om te registreren wat er is gebeurd met een nest. Van alle gevonden legsels ging 25,5% verloren door verschillende oorzaken.

Predatie is een complex geheel en afhankelijk van de dichtheid van predatoren en het prooiaanbod. Veel prooidieren, ook weidevogels, hebben bepaalde strategieën ontwikkeld om predatie tegen te gaan. Rust en dekking behoren tot de strategie van de weidevogels. Als er veel verstoring is in het veld door bijvoorbeeld werkzaamheden of recreatie (denk aan loslopende honden), werken deze strategieën niet meer zo goed en neemt de kans om gepredeerd te worden toe.

Predatie, hoe zit dat nou? De grootste verliesoorzaak is predatie. Waar 2019 een ‘muizenjaar’ was, was 2020 een kariger jaar qua muizenaantallen. Wat er dan gebeurt, is dat de toegenomen populatie predatoren meer gaat jagen op de weidevogels, hun eieren en kuikens omdat het stapelvoedsel (muizen) wegvalt. De weidevogels hebben te kampen met een groot aantal predatoren. Vos, das en andere marterachtigen, zwarte kraai, ekster, blauwe reiger, ooievaar, buizerd en torenvalk zijn soorten die het gemunt hebben op de weide- en akkervogels.

Predatie zorgde in Brabant in 2020 voor 12,9% verlies, wat 2% hoger is dan in 2019. Toch valt dit binnen de acceptabele waarden. Regionaal zien we wel grote verschillen.

34

Uit de overleg-avonden met de Brabantse weidevogelcoördinatoren bleek dat predatie lokaal een punt van grote zorg kan zijn. Er gingen bijvoorbeeld geluiden op van grote groepen kraaien die weidevogelgebieden bezetten en daar dan voor veel onrust zorgden. De zorgen rondom predatie nemen ook landelijk toe, zo blijkt uit het aantal artikelen dat


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

in 2020 aan dit onderwerp is gewijd. Vanwege de problemen rondom predatie is onder andere de maatwerkregeling ‘Wei Vosvrij’ in het leven geroepen. Meer over deze maatwerkregelingen is te vinden in hoofdstuk 6. Toch is het niet zo dat predatie de hoofdoorzaak is van de teruggang van alle weide- en akkervogels. Predatoren horen nu eenmaal bij het landschap. De aanwezigheid van predatoren en prooidieren vormt normaliter een natuurlijke balans. Omdat het agrarisch landschap echter op meerdere manieren onder druk staat, is deze natuurlijke balans (wisselend per jaar) soms zoek.

Kievitsnest in mandje, klaar om verlegd te worden.

Gepredeerd kievitsei.

2020

WVG Vogelaars Oostelijke Langstraat in Haarsteeg kreeg de schrik van haar leven toen er in haar zoekgebied een heuse wolf rondliep. Tijdens de controle van enkele kievitlegsels bleek dat alle eieren waren gepredeerd en de markeerstokken waren doorgebeten. Deskundigen stelden vast dat de tandafdrukken in de stokken van een wolf waren… Moeten weidevogelbeschermers in andere gebieden nu bang zijn dat ook bij hen een wolf toeslaat? Het antwoord is ‘nee’. Deze wolf was een buitenbeentje en vertoonde ongebruikelijk gedrag, wat nooit eerder is voorgekomen. Dit nest blijft gespaard.

Opstelling vossenwerend raster.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

35


De klei was zo hard dat de scherpe kant van de schop niet bruikbaar was. Om de klonten fijn te maken om een mandje te kunnen plaatsen, bood de steel van de schop uitkomst.

Figuur 2: Beschermingshandelingen

36

21%

Ploegen/eggen

21%

Bemesten

19%

Gewasbescherming

8%

Zaaien of poten

5%

Last minute beheer

12%

Overige activiteiten

5%

Vossenraster

7%

Maaien

2%

Rollen/slepen

1%

Aanaarden

0%

Beweiden


2020

Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

Waarbij was nestbescherming nodig? De meeste legsels werden beschermd bij ploegen of eggen en bij bemesting. Dat is niet verrassend aangezien het grootste deel van het beschermingswerk in Brabant zich richt op broedende kieviten op maisland. Een belangrijk hulpmiddel hierbij zijn de rieten mandjes. De mandjes werden in 2009 geïntroduceerd en zijn inmiddels een vertrouwd hulpmiddel om legsels te verleggen. Kievit Van alle gevonden legsels bestond 77% uit kievitlegsels. Het aantal kievitlegsels is in 15 jaar tijd met ongeveer 40% afgenomen. Het uitkomstpercentage is wel voldoende. Daaruit blijkt dat het probleem dus zit in slechte kuikenoverleving.

77%

Kievit

6%

Scholekster

4%

Grutto

3%

Wulp

2%

Tureluur

1%

Wilde eend

1%

Patrijs

5%

Overig

Figuur 3: Verdeling legsels per soort

Figuur 4: Ontwikkeling uitkomstpercentage en aantal kievitslegsels in de periode 2004 t/m 2020 90%

5.000

4.500

70% 60%

4.000

50% 40%

3.500

30% 20%

Aantal legsels

Uitkomstpercentage

80%

3.000

10% 0

2004

2006 2005

2008 2007

2010 2009

Liniair (legsels)

2012 2011

2014 2013

2016 2015

2018 2017

2020

2.500

2019

Liniair (uitkomstpercentage)

terug naar Inhoudsopgave

>>>

37


Grutto, wulp en tureluur Grutto, wulp en tureluur zijn juist stabiel gebleven ten opzichte van eerdere jaren. Van deze soorten werden 366 legsels beschermd. Het uitkomstpercentage van deze legsels was gemiddeld 85%, waarbij de wulp het laagste scoorde (74%). Patrijs Van de patrijs werden maar liefst 34 legsels ingevoerd. Voor de bescherming van deze akkervogel is het erg nuttig dat vrijwilligers de globale locatie van legsels kunnen bepalen. De nesten van patrijzen zijn erg kwetsbaar voor predatie en maaien. Als de broedplaats bekend is, kunnen vrijwilligers direct de grondeigenaar benaderen om dat stuk niet te maaien. Het plaatsen van een schapenraster werkt daarnaast goed tegen

38

roofdieren. Verder is wegblijven de beste bescherming. Het invoeren van de legsels in de Boerenlandvogelmonitor helpt indirect ook bij de bescherming. Hierdoor leren we waar en hoe de patrijs in Brabant graag broedt, zodat we dat soort plekken meer kunnen creëren. Voor bijna de helft van de legsels werd gewastype ‘Overig’ aangegeven. Meestal betrof dit een ingezaaide akkerrand.

Patrijzennesten liggen vaak verscholen in akkerranden of ongemaaide bermen.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Weidevogelbescherming = kuikenbescherming De bescherming van nesten is eigenlijk pas het begin van de weidevogelbescherming. Het moge duidelijk zijn dat ondanks hoge uitkomstpercentages, uiteindelijk lang niet al deze uitgekomen eieren een vliegvlug kuiken voortbrengen. Het monitoren en waar mogelijk helpen van weidevogelkuikens is daarom, hoewel lastig, wel een steeds belangrijkere bezigheid. Kuikenbescherming kan diverse vormen aannemen. Zo komt het steeds vaker voor dat de hulp van vrijwilligers wordt ingeroepen op het moment dat de boer een perceel op gaat waar kuikens lopen. Weidevogelbeschermers kunnen de kuikens dan vóór de geplande werkzaamheden naar de rand van het perceel of naar een naburig perceel

drijven of zelfs met de hand verplaatsen. Daar kunnen de kuikens en hun ouders veilig wachten tot de machines weer van het land af zijn. Daarnaast worden er ook wel eens stokken met vlaggen of zakken in het veld geplaatst, die door het geritsel en bewegen ervan de ouderdieren en hun kuikens verjagen. In de ABG-gemeenten (Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen) spoot een boer vrijwillig water op een wei ten behoeve van de gruttogezinnen. Dankzij deze vernatting konden de jonge kuikens hier voldoende voedsel vinden om die eerste cruciale dagen goed door te komen. Op deze manier wordt voedselschaarste dus lokaal tegengegaan en krijgen de kuikens een betere start.

Greppels laten vollopen met water in droge weken is een levensreddende maatregel voor de weidevogels. Het water maakt de grond zacht en trekt insecten aan.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

39


Op bezoek bij de familie Koorevaar

“Je moet ook de kleine populaties weidevogels koesteren.” Op bezoek bij de familie Koorevaar Aan een doodlopende weg in Lage Zwaluwe in de gemeente Drimmelen ligt het bedrijf van de familie Koorevaar. De familie houdt er voornamelijk melkvee. Het terrein, groot en gevarieerd, kent een enorme hoeveelheid leven. Van een heuse zwerm huismussen tot de kippen, parelhoenders en geitjes in de kleine weide. Ransuilen in de boom, kieviten, grutto’s en tureluurs op het land, boerenzwaluwen in de stal en nog zoveel meer. Als je er komt, weet je meteen dat de natuur deze familie zeer na aan het hart ligt. Op de muur van de stal pronken diverse bordjes die dit aantonen, waaronder een bordje van het project ‘Boer en zwaluw’. En op de keukentafel ligt het muurschildje van het project ‘ErvenPlus’ (een erfvogel- en biodiversiteitsproject van Brabants Landschap) te wachten op een plekje aan de muur. Vera en Gerit Koorevaar zijn echte natuurmensen. Je ziet het niet alleen aan hun erf, maar het blijkt ook uit hun woorden én daden. Vera heeft sinds een jaar een professionele fotocamera en schiet honderden foto’s van de weidevogels op het terrein. Ook van de verschillende roofvogels die zich op en boven de weides laten zien, maakt ze foto’s. Vera vertelt: “We vallen tussen wal en schip wat betreft de structurele regelingen die er zijn voor weidevogelbescherming, maar we doen het voor de vogels toch zo goed als we kunnen.” De regeling rustzone zorgt voor een vergoeding voor zeven hectare uitgesteld maaien. Maar uit liefde voor de vogels maaien ze het hele perceel van twintig hectare al jaren later in het seizoen. Zo geven ze de kuikens de beste kans. Ook wordt op het perceel geen kunstmest gestrooid. Hierdoor is de weide steeds meer

40

kruidenrijk geworden, speciaal voor de weidevogels. In de winter foerageert er een grote groep ganzen. “De taxateur die jaarlijks de schade komt opnemen, vindt dat deze weide door het extensieve beheer, dat we voor de weidevogels toepassen niet geschikt is als voerweide. Daardoor wordt de weide heel laag getaxeerd. Als we opnieuw zouden inzaaien, krijgen we een betere vergoeding, maar dat zou niet goed zijn voor de weidevogels.”, aldus Vera. Afgelopen jaar was het droog in Lage Zwaluwe, zo droog dat het op het veld echt afzien was in de hitte. Slechte kansen voor de kuikenoverleving dus. Vera en Gerit zetten op eigen initiatief en met een financiële bijdrage van de lokale agrarische natuurvereniging een greppel onder water om de pullen een kans te geven. En enkele jaren geleden, toen het gras heel hoog stond en de kuikens zich met moeite een weg konden banen door de dichte begroeiing, maaide Gerit met zijn bosmaaier paadjes naar de greppels op het perceel. Deze ‘kuikensnelwegen’ gaven de weidevogels een veilige manier om naar die greppels te trekken vóór het maaien. Verder is hun tractor gewapend met een akoestische wildverdrijver, waarmee weidevogels en andere soorten zoals hazen en reeën uit het veld worden verjaagd tijdens de werkzaamheden. De weidevogelpopulatie op het boerenbedrijf van 80 hectare vaart er wel bij. “Het is een kleine populatie, maar een van de weinige in de omgeving en dat moet gekoesterd worden”, vertelt Vera. Zo nu en dan gaat de bescherming ten koste van hun bedrijfsvoering en dat is jammer. “Je moet klein beginnen met zo’n populatie en die koesteren,” zegt Vera, “Anders heb je straks helemaal niks.”


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

Het liefst zouden Gerit en Vera zien dat er structurele regelingen komen om de kleine weidevogelpareltjes, zoals die op hun bedrijf, te behouden. Ook zou het fijn zijn als eigen initiatief ten behoeve van de weidevogels niet wordt gestraft. En als er vanuit het agrarisch collectief betere regie was over de mengsels van akkerranden, zou iedereen die deelneemt de beste soorten zaaien. Dat zou beter zijn, vindt de familie Koorevaar. Een kleine vergoeding voor het onder water zetten van greppels in droge weken, zou ook helpen.

Voorgaande jaren ging het nog, maar in 2020 was het er - door corona - stervensdruk met wandelaars en hun loslopende honden, met verstoring van de weidevogels tot gevolg. Begrip voor de noodzaak om recreanten in contact te brengen met natuur hebben Vera en Gerit zeker, maar ze zien ook de nadelige gevolgen voor de vogels. Ze proberen hierover meer bewustwording te creëren bij mensen. In de toekomst krijgen ze ook nog te maken met de opgave voor energietransitie, die er ligt in de gemeente.

Al een paar jaar ligt er een wandelpad rondom het eens zo rustige broedperceel voor hun huis. Het aanvechten ervan om de rust in het gebied te behouden, mocht niet baten.

Het is voor de familie Koorevaar een flinke klus om zich in te zetten voor de natuur, maar Vera en Gerit blijven hoe dan ook hun best doen voor de weidevogels!

terug naar Inhoudsopgave

>>>

41


Webinar: Vernatting en weidevogels Op 10 december werd de allereerste webinar georganiseerd vanuit het Coördinatiepunt Landschapsbeheer. Het thema was ‘Vernattingsmaatregelen weidevogelgebieden’. Aanleiding hiervoor waren de vele vragen over dit thema tijdens de jaarlijkse coördinatorenavonden van de weidevogelgroepen. Voor het derde jaar op rij was het zo’n droog jaar dat de gevolgen van langdurige droogte steeds duidelijker merkbaar werden. Veel vrijwilligers zagen de gevolgen in het veld: gebarsten kleigrond, dode kuikens in het ei en te weinig voedsel. Over de droogte werden veel vragen gesteld, met name over de mogelijkheden om in de toekomst de verdroging en gevolgen daarvan tegen te kunnen gaan. In de webinar zijn voorbeelden gegeven van vernattingsmaatregelen en hoe deze effect hebben op de ecologie van weidevogels. Greppelplasdras is bijvoorbeeld effectief in de vestigingsfase, maar minder geschikt voor kuikens. Grotere plasdrassen met meer slikranden en variatie in hoge en lage delen (het golfplaatmodel) zijn een magneet voor broedende kieviten en tureluurs. Maar ook op kleinere schaal kan een natte laagte of een afgedamde sloot met verhoogd peil enorm verschil maken voor de overleving van kuikens. In al deze maatregelen speelt het contact tussen vrijwilligers en boeren een cruciale rol.

42


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

5. Rustzones, rasters en kievitranden Een raster van het project ‘Wei-Vosvrij’. Om de kans op predatie laag te houden en de kuikens in hun eerste prille dagen te beschermen tegen roofdieren is het belangrijk om een relatief groot stuk te omrasteren. Bewerking van het land, extreme weersomstandigheden en predatie maken het voor weide- en akkervogels een hele opgave om hun eieren uit te broeden en hun kuikens ‘vliegvlug’ te laten worden. Daarom zijn er een drietal maatwerkregelingen in het leven geroepen om de kansen voor weidevogels te verbeteren en aan deelnemende agrariërs een vergoeding te bieden in ruil voor extra bescherming. De drie maatwerkregelingen worden hoofdzakelijk buiten de weidevogelkerngebieden ingezet. 1. ‘Kansen voor de kievit’ is een regeling waarbij de bewerkingen op (maïs)akkers tijdelijk worden uitgesteld van 1 maart tot 15 mei en er braakstroken worden gerealiseerd, waarop helemaal geen bewerking plaatsvindt. 2. De ‘Regeling Rustzones’ is een maatwerkregeling voor de grasbroeders grutto, wulp en tureluur. Via deze regeling worden bewerkingen op grasland uit-

gesteld om verstoring en predatie van legsels te voorkomen en voldoende schuil- en foerageermogelijkheden te bieden aan kuikens. 3. Het project ‘Wei-Vosvrij’ is een project voor kievit, scholekster, grutto, wulp en tureluur, waarbij elektrische rasters worden geplaatst om grondpredatoren te weren. Dit project wordt vaak gecombineerd met één van de twee bovenstaande regelingen. Kansen voor de kievit Broedende kieviten zijn gebaat bij rust en openheid. De kuikens hebben slikrandjes of halfopen akkerranden nodig om op zicht bodemdiertjes te vangen. Door tijdelijke braak ontstaat dit biotoop. In 2020 zijn er 12 overeenkomsten ‘Kansen voor de kievit” afgesloten met agrariërs. Ruim 74% procent van de legsels op percelen met deze maatregel zijn uitgekomen. Na drie weken liep ruim 68% van de broedparen nog rond met jongen.

terug naar Inhoudsopgave

>>>

43


Tot hier en niet verder. “Ook voor deze das werd de weg versperd door een elektrisch vossenraster.”

Regeling Rustzones Voor grasbroeders als grutto, wulp en tureluur is lang, structuurrijk grasland essentieel voor voldoende broedsucces en een goede kuikenoverleving. De Regeling Rustzones helpt hierbij. In 2020 waren er 38 deelnemers aan de Regeling Rustzones. In totaal zijn er 58 nesten beschermd, waarbij in 20 gevallen werd gezien dat de kuikens vliegvlug zijn geworden. Wei-Vosvrij Voor het derde jaar op rij zijn er dankzij de regeling WeiVosvrij elektrische rasters geplaatst rond (delen van) broedpercelen. Ook dit jaar waren de resultaten van het project zeer bemoedigend. Er werden 30 rasters geplaatst, waarin de nesten lagen van 37 kieviten, 25 wulpen, 9 grutto’s, 3 patrijzen, 2 scholeksters, 1 gele kwikstaart, 1 wilde eend en 1 krakeend. Van 68 legsels is het resultaat bekend. Daarvan kwamen 54 legsels uit. Slechts 3 legsels gingen verloren als gevolg van predatie door een onbekende predator. Een heel mooi resultaat als je bedenkt dat het om percelen gaat, waar

44

in het verleden erg veel - en soms zelfs alle - legsels werden gepredeerd. Van de legsels werden er 10 verlaten, waarbij het meestal om onbevruchte eieren ging. En 1 legsel ging verloren door een niet nader te noemen oorzaak. In een aantal gevallen bleven de kuikens nog een tijdje binnen het raster, waardoor ook zij beschermd werden tegen grondpredatoren. Helaas wordt (nog) niet elk perceel met veel predatie ingerasterd. Toon van der Steen, coördinator van WVG Gestel, stelde voor om een raster te zetten rond een perceel in hun zoekgebied, waar nog een redelijk aantal kieviten broedt, maar predatoren als vos en das regelmatig toeslaan. Helaas is het er nog niet van gekomen om het raster te plaatsen omdat de groep behoorlijk gedemotiveerd is door alle tegenslagen in de afgelopen jaren. En het coronavirus maakte het er natuurlijk ook niet beter op. Hopelijk kan de groep komend seizoen weer fris en fruitig aan de slag.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

6. Agrarisch natuurbeheer in kerngebieden Leefgebieden en kerngebieden Het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) is in Brabant alleen mogelijk binnen een viertal leefgebieden; ‘open akkerlandschap’, ‘open graslandschap’, ‘droge dooradering’ en ‘natte dooradering’. In de eerste twee leefgebieden wordt beheer uitgevoerd wat gericht is op weide- en akkervogels. Brabants Landschap is nauw betrokken bij de uitvoering van agrarisch natuur- en landschapsbeheer, omdat zij vanuit Stichting ZeeBra ondersteuning biedt aan Collectief West-Brabant, Collectief Midden-Brabant en Collectief OostBrabant. In Stichting ZeeBra zijn verder ZLTO, Landschapsbeheer Zeeland en Zeeuws en Brabants Particulier Grondbezit vertegenwoordigd. Binnen het leefgebied ‘open grasland’ liggen vier kerngebieden voor weidevogelbeheer: Lith-Maasdonk en Raven-

stein in de Beerse Overlaet en De Lange Bruggert en de Heesbeensche Uiterwaard in het Land van Heusden en Altena. Voor de akkervogels worden er binnen het leefgebied ‘open akkerlandschap’ 29 kerngebieden beheerd. Binnen deze kerngebieden wordt minimaal 5% beheerd met agrarisch natuurbeheer. Dit beheer bestaat uit kruidenrijke akkerranden, wintervoedselveldjes, vogelakkers, onbewerkte graanstoppels, bloemenblokken, keverbanken en struweelhagen. Weidevogels Als we kijken naar de resultaten in de kerngebieden voor weidevogels, is vanaf 2010 het aantal broedparen grutto en wulp gestabiliseerd tot licht toegenomen. De toename van de overige soorten is met name veroorzaakt door de aanleg van golfplaatplasdrassen.

terug naar Inhoudsopgave Een golfplaatplasdras en een vogelakker (achtergrond) op het bedrijf van Meeuwis Millenaar.

>>>

45


Broedparen kritische weidevogels in kerngebieden Figuur 5: Broedparen kritische weidevogels in kerngebieden Broedparen kritische weidevogels in kerngebieden 350 300

Kluut

250

Kluut

Zomertaling

Zomertaling 200

Slobeend

150

Watersnip

Watersnip

Tureluur

Tureluur

Wulp

100

Slobeend

Grutto

Wulp Grutto

50 0 2010

2011

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2012 2013 2014 2015 2016 2017 Dankzij het beschermingswerk van honderden vrijwilligers en boeren is het gemiddelde uitkomstpercentage van de legsels in de weidevogelkerngebieden ongekend hoog (88% in Altena en 76% in de Beerse Overlaet). Dit is een belangrijke basis voor een stabiele populatie. Maar daarna komt de meest kritische fase: de kuikenfase. Met betrekking tot de kuikenoverleving is gekeken naar het Bruto Territoriaal Succes (BTS) van de grutto. Voor andere soorten zijn er geen standaard telmethodes om de kuikenoverleving te meten. Uit de BTS-tellingen bleek dat het aandeel gezinnen met jongen in 2020 gemiddeld veel lager was (41%) dan in de jaren ervoor (+/- 60%). Dit betekent dat gemiddeld 41% van de broedparen minimaal 1 jong groot wist te brengen. Dit is te laag voor de instandhouding van de soort. Veel grutto’s zijn erg honkvast en broedden net als eerdere jaren op percelen met kruidenrijk grasland en verlaat maaien. Vanwege de extreme droogte was er op deze percelen nauwelijks voedsel of vocht te vinden en moesten de gezinnen waarschijnlijk te grote afstanden afleggen naar de plasdrassen. De verschillen tussen percelen die extra vernat werden en gangbaar grasland waren in 2020 enorm. Door de noodgedwongen verplaatsingen raakten de kuikens te verzwakt en waren ze bovendien erg kwetsbaar voor predatie. Akkervogels Met betrekking tot de akkervogels worden er Brabantbreed MAS-tellingen uitgevoerd. Deels door vrijwilligers

46

2018

2019

2020

2018 2019 2020 (in opdracht van de Collectieven) en deels door mensen van SOVON Vogelonderzoek (in opdracht van de Provincie Noord-Brabant). De resultaten tot dusverre laten zien dat op plaatsen mét agrarisch natuurbeheer, de aantallen akkervogels in de winter gemiddeld minimaal twee keer zo hoog zijn dan op plaatsen zonder beheer. Qua broedende akkervogels, neemt de algehele diversiteit aan soorten broedvogels wel toe, maar lopen de resultaten per soort juist uiteen. Zo laten grasmus, veldleeuwerik, putter, kneu, fazant en roodborsttapuit wel een toename in territoria zien, maar bij gele kwikstaart, graspieper en patrijs is dit effect nog niet gemeten. Extra impuls Samen met de collectieven is ook uitvoering gegeven aan de zogeheten ‘niet productieve investeringen’ voor weide- en akkervogels, een landelijke kwaliteitsslag in het agrarisch natuurbeheer. Hiermee wordt het areaal plasdras uitgebreid met ruim 30 hectare en worden er vossenwerende rasters geplaatst. In de Gement worden de voorbereidingen genomen voor een groot rasterproject, dat uitgevoerd wordt in 2021. Ook worden er in de akkervogelgebieden enkele kilometers keverbanken aangelegd. Daarnaast komen er twee extra weidevogeldrones (drones waarmee via thermografie weidevogels en kuikens worden opgespoord) bij voor de collectieve gebieden. Hiervoor worden in 2021 nieuwe piloten opgeleid.


Vrijwillige weide- & akkervogelbescherming in Noord-Brabant

2020

BTS Grutto 80 70 60 50

gemiddeld minimaal vereist

40 30 20 2016

2017

2018

2019

2020

Figuur 6: Het BTS (Bruto Territoriaal Succes) is aandeel broedparen wat minimaal 1 vliegvlug jong heeft.

terug naar Inhoudsopgave

47

>>>


Bijlagen Bijlage 1 ˘ Coördinatie en ondersteuning

Functie

Mobiel

Jochem Sloothaak

Provinciaal coördinator

06 308 539 96

Marco Renes

Medewerker soortenbescherming & Veldbegeleider

06 523 188 41

Naam

Fien Oost

Medewerker soortenbescherming

Anja Popelier

06 570 340 53

Veldbegeleider Midden en West

Willem Veenhuizen

06 105 909 68

Veldbegeleider West

Angela Huijden

06 106 904 77

Secretaresse

Algemeen

0411 66 40 10

weidevogelbeschermingbrabant@gmail.com

0411 66 40 10

Bovenstaande personen zijn per mail te bereiken via weidevogelbeschermingbrabant@gmail.com.

Bijlage 2 ˘ Contactgegevens weidevogelgroepen Groep regio West-Brabant

Groepsnummer

Contactpersoon

Woonplaats

E-mail

Telefoon

WVG Altenatuur

NB09

Len Bruining

Dussen

l.bruining@planet.nl

0416 39 23 73

NMV Teteringen

NB11

Gonnie Werner

Teteringen

weidevogels.teteringen@gmail.com

076 58 12 734

NWG gemeente Rucphen & VVN Etten-Leur

NB12&38

Jan Kiewit

Etten-Leur

j.kiewit@ziggo.nl

076 50 33 630

VNW Zundert

NB16

Ad van Gastel

Achtmaal

ad.gastel@ziggo.nl

076 59 85 332

WBG Raamsdonk

NB25

Frans Van Der Wijst

Oosterhout

van.der.wijst@wxs.nl

0162 45 66 10

WBG Raamsdonk

NB25

Piet Kuijsters

Raamsdonk

p.kuijsters@kpnplanet.nl

0162 51 30 10

WBG Waalwijk

NB47

Harry Keijzer

Waalwijk

hgkeijzer@gmail.com

0416 33 51 56

WBG Waalwijk

NB47

Henk Bergmans

Waalwijk

h.th.bergmans@home.nl

0416 33 88 56

WVG ABG Gemeenten

NB49

Maaike Riemslag-Ansems

Gilze

m.riemslag-ansems@outlook.com

0161 45 28 94

ANV Drimmelen & Moerdijk e.o.

NB52

Tim Eestermans

Lage Zwaluwe

anvdrimmelen@gmail.com

06 555 345 87

WVG Weimeren

NB56

Agnes van der Sanden

Breda

ahsanden@hetnet.nl

076 587 84 32

Groep regio Midden-Brabant

Groepsnummer

Contactpersoon

Woonplaats

E-mail

Telefoon

WVG Gestel

NB10

Toon van der Steen

Den Dungen

toonvandersteen@icloud.com

06 362 112 96

WVG Schijndel e.o. (St. WVB Meierijstad)

NB13

Wil Hettema

Schijndel

wilhettema@kpnmail.nl

073 547 67 11

WBG Reusel - De Mierden

NB27

Theo van de Voort

Hooge Mierde

t.vandevoort@upcmail.nl

013 509 21 21

WVG Rooi (St. WVB Meierijstad)

NB29

Wil Foolen

Sint-Oedenrode

w.foolen@kpnmail.nl

0413 47 56 02

WVG Jekschot (St. WVB Meierijstad)

NB30

Bert de Koning

Sint-Oedenrode

lkoning3@kpnmail.nl

0413 47 30 93

WVG Boven-Dommel

NB35

Frans Baudoin

Valkenswaard

fransbaudoin@outlook.com

040 20 68 822

WWB Zuidoost-Brabant

NB39

Ewoud Vreugdenhil

Dommelen

ewoud43@gmail.com

06 55 25 28 74

WNM Hilvarenbeek e.o.

NB41

Rien van Hoesel

Hilvarenbeek

rienvanhoesel@gmail.com

013 505 23 28

WVG Duinboeren

NB45

Elise Adriaanse

Vught

eliseadriaanse@gmail.com

06 216 414 56

Vogelaars Oostelijke Langstraat (VOL)

NB67

Hans van der Burgt

Elshout

hansvanderburgt@kpnmail.nl

06 244 478 25

Groep regio Oost-Brabant

Groepsnummer

Contactpersoon

Woonplaats

E-mail

Telefoon

WBG Bernheze

NB02

Gerard van Hintum

Heeswijk-Dinther

hintum1955@home.nl

06 382 525 02

IVN De Groene Overlaat

NB04

Maarten Hermens

Cuijk

mtjhermens@gmail.com

0485 32 14 40

Stichting Laarbeeks Landschap

NB14

Jaap Wijdenes

Beek en Donk

jaapwij@xs4all.nl

0492 46 26 90

Stichting Laarbeeks Landschap

NB14

Peter Hoevenaars

Beek en Donk

pfhoevenaars959@kpnmail.nl

0492 46 24 31

Stichting Landschap Gemert-Bakel

NB15

Paul Kweens

Gemert

kweenspaul@gmail.com

0492 36 64 72

VWG Boekel-Venhorst

NB20

Harrie Tielemans

Boekel

tielemans.kuipers@gmail.com

0492 32 23 09

WVB Maasdonk & WVG Geffen

NB24&58

Rob Boumans

Rosmalen

robbo13@ziggo.nl

06 12 31 35 12

WVG Lith

NB23

Clemens Theunisse

Lithoijen

clemenstheunisse@gmail.com

0412 48 23 06

WVG Ravenstein

NB26

Cor van de Horst

Ravenstein

familievanderhorst12@hotmail.com

0486 41 17 12

WBG St. Anthonis

NB44

Hans Stiphout

St. Anthonis

hansstiphout@hetnet.nl

0485 38 28 95

WVG Boerdonk (St. WVB Meierijstad)

NB54

Tom van Lieshout

Veghel

tomvanlieshout@ziggo.nl

06 517 691 85

WVG Deurne

NB55

Aad van der Pol

Deurne

aadvanderpol@gmail.com

06 401 513 01

WVG Asten

NB57

Adrie van de Mosselaar

Asten

a.vandemosselaar@chello.nl

0493 69 40 38

WVG Summers Landschap

NB59

Cees van der Velden

Someren

veldcool@outlook.com

0495 66 34 38

48


2020

terug naar Inhoudsopgave

>>>


Brabants Landschap Coördinatiepunt Landschapsbeheer Postbus 80, 5076 ZH Haaren Algemeen: 0411 - 62 27 75 Coördinatiepunt: 0411 - 66 40 10 info@brabantslandschap.nl www.brabantslandschap.nl

BEZOEKADRES

Kasteelboerderij van Nemerlaer Kasteellaan 4 in Haaren


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.