7 minute read

Het kantoor van

Next Article
Haantje de voorste

Haantje de voorste

Verleden, heden en toekomst onder Een snelle tred raffelt de trap naar de één dak wachtruimte af. Een uitgestoken hand, een vriendelijke lach. ‘Niet te lang hoeven wachten, hoop ik?’ Rechtsomkeert gaat het. Klimmende schoenen laten de treden met een kraakje achter, net zoals de houten vloer op de eerste verdieping. Aan het einde van de gang is het links naar binnen, door de deur die altijd open staat. Het is het vijf bij vijf meter metende domein van de 44-jarige Jan-Paul Rutten, sinds 2015 directeur van de bijna tweehonderd jaar – anno 1825 - oude bierbrouwerij Gulpener.

Van de drukte van de Rijksweg die door Gulpen loopt naar de haast serene rust en historie van de kantoren van ‘s lands grootste kleine bierbrouwerij, vergt slechts het passeren van twee hardstenen treden en twee deuren, beide van hout en glas. Erachter is het donker, somber welhaast. Schijn kan echter bedriegen. In de hoek een zitje; drie stoelen bekleed met vrolijke, naar de jaren tachtig verwijzende stof, gedrapeerd om een ronde tafel. Even speelt de gedachte op dat de tijd er toch écht pas op de plaats hee gemaakt. Maar een in de achterwand geplaatst lichtkunstwerk van blauwe bier essen met leds en enkele exemplaren van het huisblad Puurzaam maken van die verdenking brandhout. Hier wordt eerder het goede van toen met het goede van nu verenigd om van later iets nog beters te maken, in alle vrijheid. Het pand werd door de familie Rutten eind negentiende eeuw gebouwd. Op de benedenverdieping is de commissarissenkamer gesitueerd. Vroeger de huiskamer van opa en oma Rutten. Nu de ruimte waar portretten van alle generaties aan de muur hangen, waar belangrijke vergaderingen plaatsvinden en je de traditie kunt ruiken, voelen en proeven.

Advertisement

< Jan-Paul Rutten

ARTS

Het had ook heel anders kunnen lopen, weet hij. “Mijn ouders hebben ons altijd vrij gelaten in onze keuze voor de toekomst. Ik had twintig jaar geleden voor de brouwerij kunnen kiezen, maar ik wilde medicijnen studeren. En dat vonden ze prima.” Dus verbleef hij tien jaar in Amsterdam en werd chirurg, om er ook met eentje te trouwen: Alice. “De artsenij is een prachtig vak, maar niet prachtig genoeg om erover te zeggen dat ik het voor iets anders niet zou kunnen loslaten”, zegt hij erover. Dat bloed soms gewoon kruipt waar het gaan kan, blijkt uit de inrichting van Ruttens kantoor. Hij hee er in samenspraak met zus Maartje, die verantwoordelijk is voor de marketing en

communicatie van de brouwerij, het geneeskundeverleden een inke stempel gegund. Zijn bureau hee een voet van een oude operatietafel, waarop hij eenzelfde blad hee gelegd als op de vergadertafel. Díe tafel wordt omringd met acht Gispenachtige stoelen, overtrokken in vrolijk rood, geel, groen en blauw corduroy. “De bureauvoet is van roestvast staal. Franse makelij, gevonden op Marktplaats. Hij stond ergens in het oosten van het land te versto en. Wat die kostte? Paar honderd euro; meer was het niet. Het kostte vooral veel moeite om dat gevaarte boven te krijgen. De bureaustoel stond er al. Hij was nog prima, en wat nog goed is hoef je niet weg te gooien.” De uitspraak tekent Ruttens mixed identity: houden van het verleden, leven in het nu, kijken naar de toekomst.

DURVEN

Historie en geneeskunde zijn in meerdere elementen van de inrichting terug te vinden. Boven het bureau hangt een oude operatiekamerlamp, links ervan staat een schattig te noemen wit medicijnkastje op pootjes. Erin ligt het boek Barbapapa’s Ark uit 1974, Ruttens geboortejaar. “In dit kinderboek werd toen al gesproken over hoe we onze planeet mishandelen en dat het anders moet. De mensheid leert echter langzaam, misschien wel te langzaam.” Op het kastje een kunstwerk: een sokkel met twee bewerkte stukken boomstam, waarop hopbellen- en bladeren zijn geschilderd. “Het is gemaakt van stukken hout die we hier op het terrein vonden. Ook een keuze. We willen kunst en design laten creëren met elementen die direct met de brouwerij te maken hebben.” Ernaast staat een es recente brouwtrots: Gulle Tinus, een bier dat gemaakt werd in samenwerking met de Vijlense Wijngaard St. Martinus. De drank is vervaardigd door een sterk bier te rijpen op houten wijnvaten waardoor een smaakmix van hout, bier en wijn ontstaat. Het past prima in de loso e van Gulpener: durven, durven, durven. Weg van de platgetreden paden, een route nemen die niet eerder iemand nam. “Dat houdt voor ons in dat we bijzondere bieren willen blijven maken. Niet alleen qua smaak, maar ook qua verpakking en etiket. Meestal doen we dat alleen, maar een paar keer per jaar in samenwerking met kleine collega-brouwers in den lande.”

FLESJES

In de grote dokterskast tegenover zijn bureau staat hetgeen hij mee zou nemen als een allesverzengende brand zou uitbreken. Eerst kiest Rutten voor een serie oude boeken. “Daarin staat uitgelegd hoe het brouwproces in elkaar steekt. Zonde als die verloren zouden gaan.” Dan een momentje van twijfel.

Het past prima in de loso e van Gulpener: durven, durven, durven.

Vervolgens het resolute: “Nee, het zijn toch deze die meegaan. De verzameling oude bier esjes van Gulpener. Ik denk dat sommige meer dan een eeuw oud zijn.” Bovenop die kast staat vooraan een foto van Ruttens gezin. Erachter, haast verscholen, een foto van koningin Máxima met Rutten, enkele jaren geleden genomen tijdens een congres. “Geen twijfel. De belangrijkste foto staat uiteraard vooraan”, zegt hij lachend. De plafonds zijn

hoog, in de randen gerond, passend bij de muren van het kantoor die in taupe zijn geschilderd en voorzien zijn van een kniehoge, witte lambrisering. Op de vloer ligt ruw crèmekleurig tapijt. Aan een wand hangen twee uit de kluiten gewassen kleurenfoto’s van het bottelproces, zoals dat een halve eeuw geleden ging; een oud emaillen schild van Gulpener Bier siert de muur bij de vergadertafel. In een hoek staat als een set grote legostenen een tiental houten bierkratten gestapeld. Het vraagt een geoefend oog om te zien welke merkwaardigheid die kratten dragen. “Er staat Gulpener Beer op”, zegt Rutten. “Een herinnering aan onze expeditie naar Amerika, een halve eeuw geleden. We hebben er helaas geen vaste voet aan de grond kunnen krijgen destijds.”

2030

Het kantoor, gezegend met veel lichtinval, kijkt uit op een kantoorblok van de brouwerij aan de overzijde van de straat. In de uitspraak ‘dat mooie gebouw daar, met die lamellen’, klinkt enige ironie door. “De brouwhuistechniek gaat vanaf volgend jaar plaats maken voor een nieuw brouwhuis en daarmee zetten we een volgende stap naar ons doel om tegen 2030 de eerste fossielvrije bierbrouwerij van Europa te zijn.” Rechts van dat kantoorblok is het vorig jaar geopende Gulpener BrouwLokaal te zien, bedoeld voor brouwcursussen, rondleidingen en proeverijen. “Gecreëerd op beleving”, omschrij Rutten het zelf. “Het is zoals met dit kantoor, ingericht zodat een mens die er komt zich onmiddellijk prettig voelt. Ik vind dat je moet proberen omgeven te zijn door mensen en dingen die het leven aangenaam maken.”

NEUBOURG

Rutten is duidelijk een mensenmens, niet een directeur in de spreekwoordelijke ivoren toren. Hij ziet zichzelf als een creatieve verbinder. “Vergeleken met wat specialisten weten, heb ik eigenlijk geen verstand van brouwen, nanciën of marketing”, vindt hij. “Maar praten met die specialisten en hun kennis gebruiken om tot nieuwe ideeën te komen, om beslissingen te nemen die voor het bedrijf en de wereld om ons heen goed zijn, dat kan ik prima. Daarnaast heb ik als chirurg natuurlijk de nodige kennis van biologie. Iets wat in het brouwproces ook een belangrijke rol speelt. Dat is dus geen ‘Chinees’ voor mij.”

Wat hem ook een people’s manager maakt, zijn de paar hal oge schoenen die netjes naast een kast staan geparkeerd. Twee paar schoenen op kantoor? “Veiligheidsschoenen, klasse S3”, legt hij uit. “Die moet ik dragen als ik de brouwerij aan de overkant bezoek.” Hij komt er bijna dagelijks, weet steeds meer van de hoed en de rand en kent de 67 medewerkers bij naam. “Uiteraard”, vindt hij. “En dan drinken we niet dagelijks een pilsje, mocht je dat soms denken. Alleen bij speciale gelegenheden en als we een personeelsborrel hebben.” En dan drink je een…? Na enige aarzeling kiest hij voor Château Neubourg. De speciaalbierbrouwer die toch voor een pils kiest? “Ja, maar wel een heel bijzonder pils!”, grijnst hij. <<

En dan drinken we niet dagelijks

een pils, mocht je dat soms denken.

This article is from: