5 minute read

Koninklijk

Next Article
Haantje de voorste

Haantje de voorste

Koning in zijn eigen rijk In 1967 werd in een artikel al over de teloorgang van de slagersbranche gerept. Nog slechts 13 zaten er in de Venlose binnenstad. Tegenwoordig is dat een ongekend aantal; het Venlose winkelcentrum telt nu nog slechts één slagerij, Slagerij Schreinemachers. Wel een slagersbedrijf met een geschiedenis die 125 jaar teruggaat. Tijd voor het predicaat Hofl everancier? “Leuk voor anderen, niet voor ons.”

Toine Schreinemachers, huidig uitbater van de familieslagerij, werd geboren in het jaar dat bovenstaande noodkreet over het slagersbestaan te lezen was. Zijn ouders hadden zich toen net in Venlo gevestigd. Zijn uit Son en Breugel a omstige moeder Diny had enkele jaren eerder prominent in een slagersvakblad gestaan als eerste Nederlandse

Advertisement

vrouw met een slagersdiploma. Toine’s vader Paul, van de op dat moment in Echt actieve slagersfamilie Schreinemachers, las het artikel, zag wel wat in Diny en stuurde haar een brief. Dat leidde tot een ontmoeting, een huwelijk en de overname van slagerij Cool in een monumentaal pand aan de Gasthuisstraat in het centrum van Venlo. De naam Cool hee nog zo’n tien jaar op de gevel geprijkt. Pas nadat het pand in 1978 in eigen bezit kwam en werd verbouwd kwam de eigen naam er op te staan.

LATE ROEPING

Daarmee was de slagerij die in 1893 door Toine’s overgrootvader eo was gestart nu in Venlo gevestigd. Al die voorvaderlijke slagers waren voor de jonge Toine overigens niet meteen een inspiratiebron om zelf ook het slagersvak in te gaan. “Nee, bij mij was sprake van een late roeping, op m’n 28e. Voor die tijd runde ik een eigen reclamebureau in Brabant. Maar de manier van werken beviel me niet. Bovendien wilde ik terug naar Venlo.” Dus besloot Schreinemachers het roer om te gooien en

Ik ben niet zo’n planner, zie wel waar het schip strandt.

< Toine Schreinemachers

het slagersvakdiploma te behalen. “Ik ben niet zo’n planner, zie wel waar het schip strandt. Dit leek me op dat moment de juiste keuze. Waarschijnlijk zat het toch wel in het bloed”, grijnst hij. Het kan volgens hem eveneens met de lee ijd te maken hebben gehad. “Tussen je 20e en 28e groei je naar een volwassenheid die nodig is om bepaalde keuzes te maken.” Dat werd dus slager. Dat hij wat ouder was dan de andere leerlingen, had zo z’n voordelen, herinnert Schreinemachers zich. “Van bepaalde zaken heb je al kennis. Zo had ik al een eigen zaak gerund.” Daardoor lukte

Predicaat Ho everancier?

Leuk voor anderen, niet voor ons.

Mijn leraar zei: je moeder was een mijlpaal in de slagersgeschiedenis en jij treedt in haar voetsporen.

het hem om het slagersvakdiploma in twee jaar te halen, waar normaal gesproken zes tot acht jaar voor staat. “Mijn leraar zei: je moeder was een mijlpaal in de slagersgeschiedenis en jij treedt in haar voetsporen.”

VEGETARISCH

Terugblikkend op de afgelopen decennia noemt Schreinemachers de komst naar Venlo en de aankoop van het eigen pand in 1978 zonder meer mijlpalen in de geschiedenis van het familiebedrijf. Hij herinnert zich dat hij al jong ontdekte dat een kleine middenstander keihard moet werken. Verder hee er een grote verandering in het assortiment plaatsgevonden. “We hebben een kasboekje uit 1971. Toen hadden we zo’n 60 artikelen in de vitrine – de klant kocht wat er was. Nu zijn dat meer dan 500 artikelen en bepaalt de klant het aanbod.” Die wil veelzijdigheid, weet Schreinemachers, een breed aanbod van verse, eerlijke producten. Daar is zijn slagerij zich in de loop der jaren steeds meer mee gaan onderscheiden, gee hij aan. Verder zijn de voorschri en en eisen steeds strenger geworden.

“Begrijpelijk maar anderzijds ook jammer omdat je daar uit kunt opmaken dat er gerommeld wordt met vleesproducten. Daarom maken wij heel speci eke keuzes voor leveranciers waarvan we weten wat ze doen, waar we bij wijze van spreken zo de stal of wei in kunnen lopen om te constateren dat de dieren een goed leven hebben.” Hij merkt dat veel mensen heel bewust omgaan met wat ze eten, dat de doelgroep die af en toe het stukje vlees laat staan voor een vegetarische maaltijd groeit. “Daar gaan we op inspelen door medio november een vegetarische afdeling in de winkel in te richten. Natuurlijk net als onze vleesafdeling, anders dan andere, geen standaard spul. We willen als kleine zelfstandige op allerlei manieren met ontwikkelingen meegaan, maar daarbij niet onze identiteit verliezen.”

HOFLEVERANCIER

Veranderende tijden dus voor een slagerij die al 125 jaar bestaat. Meer dan een eeuw. Toch is er, zoals in zo’n geval vaak gebruikelijk, nergens in de winkel een spoor van de a eelding of het certi caat Ho everancier te ontdekken. “Dat komt omdat ik een republikein ben”, schatert Schreinemachers. “Nee, onzin. Natuurlijk heb ik er over nagedacht. Maar nadat ik me er een tijdje in had verdiept was ik er vrij snel klaar mee. Natuurlijk is het een prachtige eretitel, maar wat ik zo vreemd vind is dat je ‘m zelf moet aanvragen. Iemand die een lintje krijgt, doet dat toch ook niet? Die wordt ermee verrast, en dan voelt dat als een oprechte beloning. Dat je een procedure moet doorlopen en dat daar bepaalde kosten aan zijn verbonden begrijp ik, maar daar staan een heleboel redenen tegenover die ik niet begrijp.

Bijvoorbeeld als er arbotechnisch iets niet 110% in orde is. Een trapleuning meer of minder of aangegeven vluchtroutes. Wat zegt zo’n aspect over de hele prestatie van meer dan een eeuw voortvarend te functioneren? Dan zijn bepaalde onderdelen van de procedure voor mij details die er niet toe doen, die in mijn ogen niets met een eventueel ho everancierschap te maken hebben. Ik vind het mooi voor bedrijven die wel ho everancier zijn, respecteer hun keuze, maar ik heb wat zaken tegen elkaar afgewogen en heb besloten de aanvraag niet te doen. Dan maar geen ho everancier, wij vieren ons eigen feestje wel. Uiteindelijk ben ik al koning in mijn eigen rijk”, besluit Schreinemachers met een vette grijns. <<

This article is from: