
4 minute read
Mâconnais
Gemeenteappellation Premiers crus Wijnsoort
Bouzeron - wit Rully Premiers crus wit, rood Mercurey Givry Premiers crus Premiers crus wit, rood wit, rood
Advertisement
Montagny Premiers crus wit
Tabel 9.7 Gemeenteappellations en premiers crus van Côte Chalonnaise
aanduiding ‘Premier Cru’ op het etiket. Daarnaast waren specifi eke wijngaarden geclassifi ceerd als premier cru. Tegenwoordig geldt de status van premier cru alleen nog voor specifi eke climats. Hierbij moet wel opgemerkt worden, dat een zeer groot deel van de 326 ha wijngaarden als premier cru is erkend: 49 climats maar liefst. De regel dat deze wijnen een minimaal alcoholpercentage van 11,5 procent moeten hebben, is nog steeds van kracht. Voor premiers crus geldt voorts een basisrendement van 58 hl/ha in plaats van 60 hl/ha. Voor Montagny geldt een wettelijke opvoeding tot 1 februari na de oogst, voor Montagny Premier Cru tot 1 april. Over het algemeen worden de beste witte wijnen uit Montagny meer gewaardeerd dan de beste witte wijnen uit Rully.
Gemeenteappellation Premiers crus Wijnsoort
Viré-Clessé - wit Pouilly-Fuissé Premiers crus wit Pouilly-Loché - wit Pouilly-Vinzelles - wit Saint-Véran - wit
Tabel 9.8 Gemeenteappellations en premiers crus van Mâconnais
Mâconnais
De Mâconnais, genoemd naar de grote stad Mâcon in het zuidoosten van het gebied, is met ongeveer 6.000 ha het grootste wijnbouwdistrict van Bourgogne. De jaarlijkse productie bedraagt ruim 350.000 hl wijn, goed voor 47 miljoen fl essen. Ruim 90 procent van de productie is wit. Dat is opmerkelijk, als men bedenkt dat de Mâconnais tussen de overwegend ‘rode’ gebieden Côte Chalonnaise en Beaujolais in ligt.
De Mâconnais vormt het westelijke achterland van Mâcon, de hoofdstad van het departement Saône-et-Loire. Mâcon zelf valt buiten het wijnbouwgebied. Het gebied is het zuidelijke vervolg op de Côte Chalonnaise, hoewel er een zone tussen beide gebieden ligt waar geen wijnbouw te vinden is. De Mâconnais kent een aantal evenwijdig liggende heuvelruggen, die van noord(oost) naar zuid(west) lopen. In de valleien en op de plateaus tussen deze heuvelruggen vinden we de
meeste wijngaarden. De wijngaarden op de kalksteenheuvels worden afgewisseld met land dat aan andere vormen van landbouw wordt besteed. Het klimaat is overwegend zacht. Er is meer zon, minder regen en minder kans op vorst dan in noordelijker delen van de Bourgogne (zie ook paragaaf 9.4). De rivier Saône vormt de absolute grens aan de oostzijde. De westelijke grens wordt grofweg gevormd door het riviertje Grosne. De gemiddelde afstand van oost naar west is niet veel meer dan 15 kilometer. Aan de zuidzijde grenst de Mâconnais aan de Beaujolais. Sommige dorpen in het zuiden hebben wijngaarden die zowel tot de Mâconnais als tot de Beaujolais behoren. Saint-Amour is hier een voorbeeld van. In het zuiden van de Mâconnais liggen de wijngaarden rond door erosie gevormde cuesta’s, waaronder de rotsen van Solutré en Vergisson (zie blz. 124 van dit hoofdstuk). De betere wijngaarden van de Mâconnais, vaak in handen van zelfstandige wijnboeren, liggen ten zuiden en westen van de stad Mâcon.
De Mâconnais is lang de bron van nogal anonieme Bourgognes geweest, geproduceerd door de vele coöperaties in de streek en verhandeld door handelshuizen. Het gebied was tot twee decennia geleden de ‘wijnschuur’ van de Bourgogne, vooral voor de generieke appellation Bourgogne Blanc. Tot enkele decennia geleden wilden wijnboeren vooral véél wijn aan de handelshuizen verkopen. Ze waren niet geïnteresseerd in kwaliteit en risico’s mijden door (te) vroeg te oogsten was bijna een gewoonte. Hoge opbrengsten van amper rijp fruit vereisten bij de vinificatie de nodige chaptalisatie. De witte wijnen van deMâconnais warendaardoor veelal schraal en onevenwichtig.
De laatste jaren is de kwaliteit van de wijnen aanzienlijk verbeterd, vooral onder invloed van een jonge generatie wijnbouwers. Verschillende producenten uit de Côte d’Or hebben in de Mâconnais geïnvesteerd. Nu steeds meer wijnbouwers voor zichzelf gaan produceren en kwaliteitsbewuster worden, blijkt de Mâconnais zeker potentieel te bezitten. We zien steeds meer producenten die wijnen onder eigen etiket produceren. Niettemin zijn coöperaties in de Mâconnais nog steeds belangrijk: 70 procent van de wijnen wordt door coöperaties geproduceerd. Ook de wijnen van deze coopératives zijn de laatste decennia beter geworden. Met name de coöperaties in Lugny en Sologny bieden goede kwaliteit.
De wijnbouw- en vinificatiepraktijken in deMâconnais verschillen niet veel van die in de Côte d’Or. De minimale plantdichtheid is wel lager dan in de Côte d’Or: 7.000 tot 8.000 stokken per hectare. De beste producenten gebruiken voor wijnen van betere wijngaarden nieuw eikenhout, maar veel witte Mâconnaiswijnen komen niet in contact met houten vaten. De wijnen hebben vaak niet voldoendediepte, balans en concentratie om van een houtopvoeding te profiteren; het hout zou te sterk domineren en geen uitgebalanceerd resultaat opleveren. De meeste Mâconnaiswijnen worden gemaakt in roestvrijstalen of polyesterbetonnen vaten en zijn bestemd voor vroege consumptie. Net als in de Côte Chalonnaise worden de meeste wijnen gebotteld in de zomer voorafgaande aan de nieuwe oogst. De rijping van de beste wijnen uit de Mâconnais is in de regel korter dan die van de beste wijnen uit de Côte d’Or. De wijnen uit de Mâconnais