3 minute read

Côtes de Provence

Next Article
20.1 Inleiding

20.1 Inleiding

Wijngaarden van Les Baux-de-Provence

kent. Achteraf was het INAO er niet gelukkig mee. Er werd bepaald dat er geen nieuwe leden meer mochten toetreden. Aldus slonk het aantal crus classés enigszins, omdat enkele domeinen sindsdien verdwenen. Momenteel zijn het er 18. Al te veel waarde moeten we vandaag de dag niet aan de titel hechten; er zijn tegenwoordig genoeg niet-geklasseerde domeinen die minstens even goede wijnen maken als de geklasseerde.

Advertisement

Côtes de Provence

Verreweg de grootste appellation in de Provence is AOP Côtes de Provence. Het gaat om een productiegebied van ruim 20.000 ha, verdeeld over 84 gemeenten in drie departementen: een groot -gedeelte van Var (inclusief een paar kleine eilandjes voor de kust), een paar gebieden in het oosten van Bouches-du-Rhône (ten oosten en zuiden van Aix-en-Provence) en een afgelegen stuk wijngaard bij -Villars-sur-Var, hoog in de bergen ten noorden van Nice in het departement Alpes Maritimes. Globaal gesproken strekt de AOP zich uit van Gardanne tot SaintRaphaël, aan weerszijden van het Massif des Maures. Het is een mozaïek van gebieden die geologisch, geografisch enklimatologisch van elkaar -verschillen. Er zijn bodems met kalk te vinden (vooral in het noorden en westen van het gebied), maar ook bodems met leisteen, graniet, zand, klei en kiezel. Het klimaat is vrijwel overal in het gebied ideaal voor wijndruiven.

In 1895 (!) werd al over de benaming Côtes de Provence gesproken. Maar het heeft lang geduurd voordat dit wijnbouwgebied de volle waardering zou krijgen. De Association Syndicale des Propriétaires Vignerons du Var, die in 1933 werd opgericht, heeft in zowel 1936 als 1939 erkenning voor de Appellation Contrôlée Côtes de Provence aangevraagd. Het Syndicat de Défense des Côtes de Provence, dat in 1941 in de plaats kwam van de Association, heeft die wens herhaald. In 1951 werd Côtes de Provence als VDQS-gebied erkend. Het dralen van de officiële instanties was -begrijpelijk. Veel wijnbouwers in de Provence wilden de rendementen verhogen en hadden de druivenrassen die bij de streek hoorden, ingeruild voor rassen die een hoge productie gaven. Ook hadden zij het aangeplante areaal verdubbeld, waarbij wijngaarden van de hellingen verdwenen en naar de vruchtbare vlakten werden verplaatst. Pas in 1977, decennia na andere appellations in de Provence, was de kwaliteit van de verschillende wijngaardgebieden voldoende overtuigend om een appellation Côtes de Provence te creëren.

Côtes de Provence is vooral bekend om zijn rosé, die ruim 90% van de productie uitmaakt. Het is het belangrijkste roségebied van Frankrijk. Ook wordt er rode wijn en witte wijn gemaakt (beide zo’n 4% procent van de totale productie). De laatste decennia is er een grote sprong in kwaliteitgemaaktdankzij grote investeringenen verbeterde vinificatietechnieken (zie paragraaf 13.1 en 13.7). Men besteedt steeds meer zorg aan de beplanting van de wijngaard en aan geschikte terroirs. Ook is er een streng kwaliteitsbeleid.

Côtes de Provence kent sinds 2005 enkele subzones die een eigen status hebben vanwege hun terroir en typiciteit. Deze subappellations mogen op het etiket vermeld worden. Het betreft:

Côtes de Provence Sainte-Victoire (sinds 2005; ten oosten van Aix-en-Provence)

Côtes de Provence Fréjus (sinds 2005; een klein gebied bij de gelijknamige badplaats)

Côtes de Provence La Londe (sinds 2008; rond Hyères)

Côtes de Provence Pierrefeu (sinds 2013; ten noorden en noordoosten van Toulon)

Côtes de Provence Notre-Dame des Anges (sinds 2019; ten noorden van het Massif des Maures). Deze vijf dénominations géographiques complémentaires gelden alleen voor rood en rosé.

De meeste rosé uit Côtes de Provence is bleekroze, droge rosé, die voorheen vooral geconsumeerd werd door de lokale bevolking en toeristen, maar tegenwoordig ook veel wordt geëxporteerd. Hij moet zo jong mogelijk gedronken -worden en past goed bij de Provençaalse keuken. De betere exemplaren rijpen soms op eikenhout. Rosé uit Côtes de Provence wordt tegenwoordig gemaakt via korte macéartion pelliculaire of directe persing. Rode wijn is van ondergeschikt belang, maar kan goed zijn. Rosé en rode Côtes de Provence moet bestaan uit ten minste 70 procent grenache, -syrah, cinsault, mourvèdre en/of tibouren. Van deze vijf hoofdrassen moeten er minimaal twee gebruikt worden. Toegestane secundaire rassen zijn cabernet sauvignon (maximaal 30 procent), carignan (maximaal 40 procent), calitor en barbaroux. Rosé wordt in de praktijk hoofdzakelijk gemaakt van grenache en cinsault. De tibouren is een lokale kwaliteitsdruif, die een bijzonder karakter aan de rosé kan verlenen. Voor de rode wijn wordt carignan meer en meer vervangen door syrah en cabernet sauvignon.

This article is from: