
1 minute read
33.5 Druivenrassen
De verkoeling aan de kust komt van de koude Humboldtstroom, die vanuit de Antarctische wateren omhoogtrekt langs de Chileense kust. Aan het einde van de dag komen koele zeewinden landinwaarts en matigen de temperaturen. Ook is het dicht aan de kust ’s ochtends vaak mistig en daarom koel. In de Andes zorgen bergwinden voor verkoeling. Anders dan in andere mediterrane wijnlanden komen in Chili temperatuurpieken hoger dan 40 ºC vrijwel niet voor.
Qua temperatuur zijn de verschillen binnen de centrale zone van oost naar west groter dan van noord naar zuid, maar qua neerslag niet. Het noorden van de centrale zone is extreem droog: in
Advertisement

TX = gemiddelde maximale dagtemperatuur TM = gemiddelde minimale dagtemperatuur
Limarí valt minder dan 100 mm per jaar. Naar het zuiden toe wordt het langzaam minder droog en in het zuiden van Itata valt gemiddeld bijna 1.000 mm neerslag per jaar. De trek van wijnproducenten naar de kustgebieden is dus logisch: die zijn koeler en met uitzondering van het zuiden van de centrale zone niet veel minder droog dan de oostelijke gebieden. Het voordeel van een droog klimaat, en dus een voordeel voor het overgrote deel van de Chileense wijnbouw, is dat schimmelziekten er nauwelijks voorkomen; de druiven kunnen in perfecte gezondheid rijpen. Het nadeel is dat in grote delen van het Chileense wijnbouwareaal geïrrigeerd moet worden.
Net als ieder wijnland buiten Europa en het nabije deel van Azië, heeft Chili geen inheemse wijndruivenrassen. De druiven die men gebruikt, komen oorspronkelijk uit Europa. Zoals in paragraaf 28.2 over de wijnbouwhistorie van Chili al beschreven staat, werden de eerste wijndruiven meegenomen door Spaanse veroveraars en missionarissen. Het betrof druiven als país, moscatel en corinto (waarschijnlijk chasselas). In de tweede helft van de 19e eeuw volgden de eerste Bordeauxdruiven en later mediterrane druiven als cinsault en carignan. Vanaf de jaren 80 ver-
TERUG NAAR INHOUD