Op zoek naar De tuin van Heden

Page 1

1


Inhoud Ontdek de tuin van heden / 05

De keuken / 22

Samen bouwen aan een nieuwe toekomst voor de Sint-Godelieveabdij / 06

De ziel van de plek (4) / 24

De ziel van de plek (1) / 08 In kaart gebracht / 09 De Sint-Godelievekerk / 10 De ziel van de plek (2) / 12 De kamer van de abdis / 13 De kijk van de kunstenares / 15 De ziel van de plek (3) / 15 De refter / 16 De kijk van de kunstenares / 18 Geen bezoek in de slaapkamers / 19 De kijk van de kunstenares / 21

Verantwoordelijke uitgever: Peter De Wilde. Toerisme Vlaanderen, Grasmarkt 61, 1000 Brussel. Projectleider: Kristof Lataire (Kapittel). Redactie: Evelien Vanden Berghe, Veerle Viaene, Dirk Remmerie (Xpair Communication). Eindredactie: Dirk Remmerie (Xpair Communication). Concept en design: Peter Frison (Xpair Communication). Fotografie: Thomas De Boever en Toerisme Vlaanderen. Contact: detuinvanheden@toerismevlaanderen.be

2

Het naai-atelier / 26 De kijk van de kunstenaars / 27 De recreatiezaal / 28 De kijk van de architecten / 29 Het kapittel / 30 De kijk van de kunstenaar / 32 Een tuin om te (ge)denken / 33 De ziel van de plek (5) / 34 Moestuin en boomgaard / 35 De kijk van de kunstenaar / 38 Wat gebeurt er morgen in de Tuin van Heden? / 39

Responsible editor: Peter De Wilde. Visit Flanders, Grasmarkt 61, 1000 Brussels. Project manager: Kristof Lataire (Kapittel). Editorial staff: Evelien Vanden Berghe, Veerle Viaene, Dirk Remmerie (Xpair Communication). Final editing: Dirk Remmerie (Xpair Communication). Concept and design: Peter Frison (Xpair Communication). Photography: Thomas De Boever and Visit Flanders. Contact: detuinvanheden@toerismevlaanderen.be


Content Discover ‘de Tuin van Heden’ / 05

The kitchen / 23

Together we create a new future for St Godelieve’s Abbey / 07

Sence of place (4) / 25

Sence of place (1) / 08 Abbey map / 09 The St. Godelieve’s Church / 10 Sence of place (2) / 12 The abbess’s room / 13 The artist’s view / 15 Sence of place (3) / 15 The refectory / 16 The artist’s view / 18 No visitors in the bedrooms / 19 The artist’s view / 21

The sewing atelier / 26 The artist’s view / 27 The recreation hall / 28 The view of the artists’ collective / 29 The chapter house / 30 The artist’s view / 32 A garden to remember / 33 Sence of place (5) / 34 Kitchen garden and orchard / 35 The artist’s view / 38 What will happen tomorrow in ‘de Tuin van Heden’? / 39

3


4


Ontdek de Tuin van Heden

Discover ‘de Tuin van Heden’*

Vandaag is een bijzondere dag.

Today is a special day.

400 jaar lang duldde de Sint-Godelieveabdij geen nieuwsgierige blikken van buitenaf. Bruggelingen en andere passanten kenden enkel de lange, blinde kloostermuur. Daar komt nu verandering in.

For 400 years, St Godelieve’s Abbey did not tolerate curious glances from outside. People from Bruges and other passers-by only knew the long, blind monastery wall. This is now going to change.

Jij bent een van de eerste ontdekkingsreizigers die deze bijzondere plek verkennen. Vóór jou ligt een tocht langs de belangrijkste ruimtes van deze verborgen Brugse erfgoedparel. In elke ruimte lichten we een stukje van de sluier van het verhaal van de abdij en het leven van de benedictinessen die hier tot 2013 leefden. Je zal merken: het is alsof de zusters hier nog maar net vertrokken zijn – er is in wezen (nog) niets aan deze plek veranderd.

You are one of the first explorers to visit this special place. Before you lies a journey along the most important rooms of this hidden heritage gem of Bruges. In each room, you learn about story of the abbey and the life of the Benedictine nuns who lived here until 2013. You will notice: it is as if the nuns have only just left here – nothing about this place has really changed (yet).

Tijdens jouw tocht helpen de vragen in dit magazine je om je een beeld te vormen van de dagelijkse bezigheden van de zusters en hoe die verschillen met die van jou. Elke ruimte is ook de inspiratie voor een vraag die jou wil prikkelen om na te denken over hoe het hier kan worden. Diverse kunstenaars confronteren je onderweg alvast met hun visie. Vandaag ben je niet alleen een tijdreiziger die in de boeiende geschiedenis van de abdij duikt, we nodigen je uit om mee de architect te zijn van de nieuwe toekomst die we willen ontwikkelen voor de Sint-Godelieveabdij – een zoektocht die tot ‘de Tuin van Heden’ is gedoopt. Welkom in de Sint-Godelieveabdij Welkom in de Tuin van Heden

On your journey, questions in this magazine will help you to form an image of the daily activities of the sisters and how they differ from yours. Each room is also the inspiration for a question that wants to stimulate you to think about how things could become here. Along the way, various artists confront you with their vision. Today, you are not only a time traveller immersed in the fascinating history of the abbey, but we also invite you to be the architect of the new future that we want to develop for St Godelieve’s Abbey – a quest that has been christened ‘de Tuin van Heden’. Welcome to St. Godelieve’s Abbey Welcome to de Tuin van Heden

* ’De Tuin van Heden’ is a play on words in Dutch, a combination of The Garden of Eden and The Garden of the Present.

5


Samen bouwen aan een nieuwe toekomst voor de Sint-Godelieveabdij Samen met jou, de inwoners, de ondernemers, de bezoekers en vele andere partners bouwt Toerisme Vlaanderen aan een nieuwe toekomst en de toeristische ontsluiting van de Sint-Godelieveabdij. De Tuin van Heden, zo heet die co-creatieve zoektocht naar wat hier zal ontluiken. Wie een tocht aanvangt, vertrekt altijd ergens. Bij de Tuin van Heden is het startpunt wat wij ‘de ziel van de plek’ noemen. Met de ziel van deze plek maak ook jij vandaag kennis. Het gaat over de geschiedenis van de abdij en zijn bewoners, over de rol die de Sint-Godelieveabdij speelde voor de wijde omgeving, over spiritualiteit, de overtuigingen, gebruiken en voorwerpen die het dagelijkse leven hier bijna vierhonderd jaar lang vormgaven… Als we samen uitdokteren welke initiatieven en activiteiten wenselijk en nodig zijn om van deze Brugse, religieuze erfgoedparel een florerende en bruisende bestemming te maken die meerwaarde biedt voor zowel bewoners, (internationale) bezoekers en lokale ondernemers, geven we concreet gestalte aan de ‘Reizen naar Morgen’-filosofie van Toerisme Vlaanderen. Concreet gaat het over de échte waarde van bezoeken en reizen, de ziel van plekken, trotse bewoners die hun plek delen, de creativiteit en gastblijheid van ondernemers, de transformerende kracht die uitgaat van ontmoetingen met andere plekken, culturen en mensen. Kortom: verdiepend en evenwichtig toerisme, dat een positieve impact heeft op zowel welvaart als welzijn.

Kristof Lataire

Respect voor de vierhonderd jaar geschiedenis die eind 2013 werd afgesloten toen zuster Sabien, de abdis van de Sint-Godelieveabdij, de kloosterdeur definitief dichttrok, is een vanzelfsprekendheid. In haar mooie toekomstwens voor deze plek zegt zuster Sabien het zo: “Moge elke bezoeker iets proeven van de liefde en de behoedzame zorg waarmee de monialen Benedictinessen, door de eeuwen heen, gedragen hebben voor elk voorwerp.” We nodigen jou uit om niet alleen de abdij te verkennen als tijdreiziger en mede-architect van de toekomstplannen, maar ook dat hele traject van de Tuin van Heden te volgen op detuinvanheden.be. Peter De Wilde, CEO Toerisme Vlaanderen Kristof Lataire, projectleider de Tuin van Heden Zuster Sabien, abdis Sint-Godelieveabdij Zuster (Sister) Sabien

6


Peter De Wilde

Together we create a new future for St Godelieve’s Abbey Together with you, inhabitants, entrepreneurs, visitors and many other partners, Visit Flanders is working on a new – touristic – future at St Godelieve’s Abbey. ‘De Tuin van Heden’ we call this co-creative search. Anyone who embarks on a journey always has to start somewhere. In ‘de Tuin van Heden’, that starting point is what we call ‘sense of place’. Today, you too will become acquainted with the sense of this place. It is about the history of the abbey and its inhabitants. About the role that St. Godelieve’s Abbey played for the wide surroundings. About spirituality, the convictions, customs and objects that shaped daily life here for almost four hundred years... By pondering about which initiatives and activities are desirable and necessary to turn this religious heritage gem of Bruges into a flourishing and vibrant destination that offers added value to residents, (international) visitors and local entrepreneurs, we give shape to Visit Flanders’s ‘Travel to Tomorrow’ philosophy. Travel to

Tomorrow is about the real value of visits and travel, the soul of places, proud inhabitants who share their stories, the creativity and hospitality of entrepreneurs, the transforming power of encounters with other places, cultures and people. In short: in-depth and balanced tourism, with a positive impact on both prosperity and well-being. Respect for the 400 years of history that ended in 2013, when sister Sabien, the abbess of St Godelieve’s Abbey, closed the monastery door for good, is a matter of course. In her beautiful wish for the future of the abbey, sister Sabien puts it this way: “May every visitor have a taste of the love and endless care with which the Benedictine nuns, over the centuries, have cared for every object.” We invite you to explore the abbey as a time traveller and co-architect of the future, but also to follow the rest of the journey of ‘de Tuin van Heden’ on detuinvanheden.be. Peter De Wilde, CEO Tourism Flanders Kristof Lataire, project manager Garden of Heden Sister Sabien, abbess of St Godelieve Abbey

7


De ziel van de plek (1)

Sence of place (1)

Voor GOD… Wie kiest voor de abdij, trekt zich terug uit de wereld en wijdt zich levenslang toe aan God. Dat is ook wat de benedictinessen in de Sint-Godelieveabdij honderden jaren doen: ze bidden, mediteren, zingen, studeren, lezen, werken, koken, kweken groenten en fruit… Binnen de muren van de abdij vormen ze een bijna volledig zelfvoorzienende gemeenschap – waardoor de benedictinessen de abdij nauwelijks hoeven te verlaten en zich volledig kunnen concentreren op God.

For GOD... Those who choose to live in the abbey withdraw from the world and devote themselves to God for life. That is also what the Benedictine nuns in St. Godelieve’s Abbey have been doing for hundreds of years: they pray, meditate, sing, study, read, work, cook, grow vegetables and fruit... Within the walls of the abbey they form an almost completely self-sufficient community – so that the nuns hardly need to leave the abbey and can concentrate fully on God.

Eeuwenlang floreert het abdijleven in onze contreien. Elke rechtgeaarde Vlaamse katholieke familie telt wel een zuster of een priester. …en VEILIGHEID… Eind zestiende eeuw maken godsdienstperikelen het Vlaamse platteland onveilig. Verschillende kloostergemeenschappen zoeken hun heil binnen het versterkte Brugge. Ook de wortels van de Sint-Godelieveabdij liggen oorspronkelijk niet in Brugge, maar in Gistel. Alles begint in de elfde eeuw met het noodlottige verhaal van Godelieve (lees eerst ‘Maak kennis met Godelieve’, blz. 24). Op de plaats waar Godelieve zou zijn vermoord (voor wie verrast is door deze snelle wending: we zegden het, lees eerst ‘Maak kennis met Godelieve’), wordt in de twaalfde eeuw de Abdij Ten Putte opgericht. Het is een van de oudste Vlaamse vrouwenabdijen.

8

For centuries, abbey life has flourished in this region. Every right-minded Flemish Catholic family has at least one sister or one priest. ...and SAFETY... At the end of the sixteenth century, religious troubles made the Flemish countryside unsafe. Various cloister communities sought refuge within fortified Bruges. The roots of St Godelieve’s Abbey are not in Bruges either, but in the nearby municipality Gistel. Everything starts in the eleventh century with the fateful story of Godelieve (first read ‘Meet Godelieve’, p. 25). Right the spot where Godelieve is supposed to have been murdered (for those who are surprised by this quick turn of events: we told you so one sentence ago, first read ‘Meet Godelieve’), the ‘Ten Putte Abbey’ was founded in the twelfth century. It is one of the oldest Flemish women’s abbeys.

Wanneer protestanten de abdij in 1578 aanvallen, slaan de zusters op de vlucht. Na wat omzwervingen komen ze aan in Brugge, waar ze Henricus vanden Zype ontmoeten. Henricus is abt van de Sint-Andriesabdij in de Boeveriestraat en schenkt de zusters het huis ‘het Fontainken’ met erf, dat tegenover zijn eigen abdij ligt. In 1626 trekken de eerste zes zusters in de abdij.

When Protestants attacked the abbey in 1578, the sisters fled. After some wanderings they arrive in Bruges, where they meet Henricus vanden Zype. Henricus was the abbot of the St. Andrew’s Abbey in the Boeveriestraat and offered the sisters the house ‘het Fontainken’ (‘the fountain’ or ‘the well’) and the surrounding grounds, which were located opposite his own abbey. In 1626, the first six sisters move into the abbey.

Ook hier is de benedictinessen geen eeuwenlange rust gegund. Meer dan eens slaan ze op de vlucht voor geweld. Na de Franse Revolutie, in 1796, wordt de Sint-Godelieveabdij staatsbezit. De abdij, de kerk en de inboedel worden openbaar verkocht. En ook tijdens de twee wereldoorlogen zoeken de zusters elders onderdak. Telkens opnieuw vinden ze hun weg terug.

Alas, here too, the Benedictine nuns were not allowed to rest for centuries. More than once, they fled from violence. After the French Revolution, in 1796, St. Godelieve’s Abbey became state property. The abbey, the church and its contents were sold at public auction. And also during the two world wars, the sisters sought shelter elsewhere. Again and again, they found their way back.

…maar nu VERLATEN Sinds vorige eeuw taant de aantrekkingskracht van het kloosterleven. Weinigen kiezen nog voor een contemplatief leven zonder echtgenoot of gezin, met beperkte vrijheid en volledig in het teken van het geloof.

...but now VACANT Since the last century, the attraction of monastic life has waned. Few choose a contemplative life without husband or family, with limited freedom and completely dedicated to faith.

Met pijn in het hart slaan de laatste vijf zusters op 27 december 2013 de deur van de Sint-Godelieveabdij definitief achter zich dicht.

With pain in their hearts, on 27 December 2013 the last five sisters finally close the door of St Godelieve’s Abbey behind them.


In kaart gebracht Abbey map

Moestuin en boomgaard

(Kitchen garden and orchard)

Het

(The

kapi

t chap tel ter h ou

se)

De r ecre (

a recr tiezaa eatio l n ha ll)

ate ing a lier telie r)

Een t u te (g in om e)de nken (A ga r

sew

naai

-

reme den to mber )

(The

Het

De S

i (The nt-Gode St. G odeli lieveker eve’s k Chur ch)

The

De re

(The

De ka van d mer e abd (The is

ab room) bess’s

fter

refec tory)

De ke

(The k

uken

itchen

)

Een nieuwe toekomst (A new future)

9


De Sint-Godelievekerk

The St. Godelieve’s Church

Kijk eens rond. 392 jaar, of vijf mensenlevens lang, is de Sint-Godelievekerk waarin je nu staat het hart van deze zustergemeenschap. Bidden (7x per dag!), wijden, vieren, gedenken en rouwen; het gebeurt allemaal hier.

Take a look around. For 392 years, or five lifetimes, the St Godelieve’s Church has been the heart of this sisterhood. Prayer (7 times a day!), devotion, celebration, remembrance and mourning; it all happens here. St Godelieve’s Church would of course not be called like this if Godelieve were not the central figure. Literally the central figure: her image with the scarf around her neck can be seen everywhere. Above the entrance, at the altar...

De Sint-Godelievekerk zou zo niet heten als de heilige Godelieve hier niet centraal zou staan. Letterlijk de centrale figuur: haar beeltenis met het opvallende sjaaltje rond haar hals zie je overal terug. Boven de ingang, aan het altaar… Kijk ook eens naar beneden. Hier, in de kerk, in de kapittelzaal en in de pandgang liggen de abdissen begraven. De witte marmeren grafstenen met wapenschild in de vloer herdenken hen. De andere overleden zusters liggen in de kloostertuin of een grafkelder.

10

Also look down. Here, in the church, in the chapter house and in the cloister, the abbesses are buried. The white marble tombstones with coats of arms in the floor commemorate them. The other deceased sisters lie in the convent garden or in a vault.


3 x different This church is no ordinary church. First of all, unlike in a parish church, you cannot go to confession here. The sisters hold their confession in front of the sacristy, the place where they kept all the things for the worship service, in intimate circles. Secondly, the St. Godelieve’s Church was not oriented to the east, as was customary, but to the north. The builders had to take into account the existing entrance to the community. Finally, when you are in the church, the choir is on your left side instead of in the middle of the church. Again, this has to do with the unusual layout.

3 x anders Deze kerk is geen gewone kerk. Ten eerste kan je hier, in tegenstelling tot in een parochiekerk, niet biechten. De zusters houden de biecht voor de sacristie, de plek waar men alle spullen bewaarde voor de eredienst, in intieme kring. Ten tweede is de Sint-Godelievekerk niet, zoals gebruikelijk, naar het oosten gericht, maar naar het noorden. De bouwvakkers moesten rekening houden met de bestaande ingang naar de gemeenschap. Tot slot staat het koor, als je in de kerk zit, aan je linkerkant in plaats van in het midden van de kerk. Dat heeft ook weer te maken met die ongebruikelijke indeling.

Nice to know • St Godelieve’s Church is built in Baroque style, which is typical of the 17th century. • The first abbess was called Lutgarde Vande Kerckhove. She had the church built. • The altar was consecrated on 27 December 1628 by Servaas de Quinckere, bishop of Bruges. Just ask yourself • Do you feel the power of silence? What does it do to you? • Where do you reflect in everyday life? How do you see the future? • What would you consider sacrilege in this place? • Which activities do not belong here?

Wist-je-datjes • De Sint-Godelievekerk is opgetrokken in barokstijl die typisch is voor de 17de eeuw. • De eerste abdis heet Lutgarde Vande Kerckhove, zij laat de kerk bouwen. • Het altaar wordt ingewijd op 27 december 1628 door Servaas de Quinckere, toenmalig bisschop van Brugge. Sta even stil • Voel je de kracht van de stilte? Wat doet dat met jou? • Op welke plaats kom jij in het dagelijkse leven tot bezinning? Hoe zie jij de toekomst? • Wat vind jij heiligschennis op deze plek? • Welke activiteiten horen hier zeker niet thuis?

11


(HER)BEKIJK DE DOCUMENTAIRE

WATCH THE DOCUMENTARY

In de kerk zie je de samenvatting van de documentaire De Tuin van Heden. Daarin gaat Wim Lybaert op verkenning door de Sint-Godelieveabdij en worden antwoorden gezocht op vragen als: Hoe kunnen we aan de slag met de toekomst van ons religieus patrimonium dat vaak ons erfgoed is? Hoe kunnen we in deze zoektocht zorgen dat deze bijzondere plekken meerwaarde genereren voor bewoners en bezoekers? Hoe kunnen we concreet aan de slag?

In this church you can see a summary of the documentary De Tuin van Heden. In it tv-personality Wim Lybaert explores St Godelieve’s Abbey and looks for answers to questions like: How can we work on the future of our religious patrimony that is often our heritage? How can we ensure that these special places generate added value for residents and visitors? How can we get started in concrete terms?

Daarover gaat gastvrouw Katelijne Boon in gesprek met zusters Mieke Kerkhof en Marie-Rose Joye, Julie Aerts van PARCUM, Peter De Wilde van Toerisme Vlaanderen, enkele internationale sprekers, de burgemeester van de Stad Brugge en projectleider Kristof Lataire. Bekijk de volledige documentaire op detuinvanheden.be (vanaf 15 augustus)

De ziel van de plek (2) Ora et labora De zusters van de Sint-Godelieveabdij zijn benedictinessen. Ze behoren tot de contemplatieve ordes en wijden hun leven aan gebed en meditatie. Ze volgen de leefregel van de heilige Benedictus (480-547) die zevenmaal per dag bidden voorschrijft. Elk mismoment heeft een specifieke naam: de lauden, primen, terts, sext, none, vespers en completen. Ora et labora, ‘bid en werk’ is hun motto. Het leven in het klooster is een sobere afwisseling tussen gebedsvieringen en het werken in de tuin.

12

Host Katelijne Boon talks about this with sisters Mieke Kerkhof and Marie-Rose Joye, Julie Aerts of PARCUM, Peter De Wilde of Tourism Flanders, some international speakers, the mayor of the city of Bruges and project leader Kristof Lataire. Watch the full documentary on detuinvanheden.be (from 15 August)

Sense of place (2) Ora et labora The sisters of St. Godelieve’s Abbey are Benedictine nuns and devote their lives to prayer and meditation. They follow the Rule of Saint Benedict (480-547) which prescribes praying seven times a day. Each Mass moment has a specific name: the Lauds, Primes, Thirds, Sexts, None, Vespers and Compline. Ora et labora, ‘pray and work’ is their motto. Life in the monastery is a sober alternation between religious celebrations and working in the garden.


De kamer van de abdis

The abbess’s room

Aan het hoofd van deze Sint-Godelieveabdij staat een abdis. Je zou misschien verwachten dat ‘de kamer van de abdis’ dan ook een ruimte is vol privileges, maar je vergist je. De abdis slaapt bijvoorbeeld niet hier, maar net zoals de andere zusters in een slaapcel.

At the head of St Godelieve’s Abbey is an abbess. You might expect that ‘the abbess’s room’ is therefore a room full of privileges, but you are mistaken. For example, the abbess does not sleep here, but just like the other sisters in a sleeping cell.

De kamer van de abdis is eerder de cockpit van waaruit het klooster wordt bestuurd. In zekere zin is de abdis een CEO: ze is verantwoordelijk voor de dagelijkse werking en de inkomsten van de abdij. De abdis geeft leiding aan de novicen, maar ook aan het personeel zoals de hovenier, de boer en de meid. Grote beslissingen worden genomen door het kapittel (de volledige groep van zusters). Een behoorlijk complex takenpakket, en zeker niet altijd eenvoudig in minder vrouwvriendelijke tijden.

The abbess’s room is rather the cockpit from which she runs the convent. In a sense, the abbess is a CEO: she is responsible for the daily operations and the income of the abbey. The abbess leads the novices, but also the staff such as the gardener, the farmer and the maid. Major decisions are made by the chapter (the entire group of sisters). Quite a complex set of tasks, and certainly not always easy in less woman-friendly times.

Het gebeurt dat de abdis hulp krijgt. In de zeventiende eeuw schenkt de stichter van deze abdij, abt Henricus vanden Zype, tweemaal een grote som geld. Ook zijn er de opbrengsten van de kloosterhoeve in Gistel en de oogst van eigen domein, plus inkomsten van gedenkmissen en de betalende gasten, ook wel commensalen of tafelierighen genoemd.

From times, the abbess gets help. In the seventeenth century, the founder of the abbey, abbot Henricus vanden Zype, donated a large sum of money twice. There are also the proceeds of the monastery farm in Gistel and the harvest of its own domain, plus income from commemorative masses and the paying guests, also called commensals or tafelierighen.

Van novice tot abdis Wie intreedt, wordt eerst novice. Het is een proeftijd waarin je beslist of het kloosterleven wel iets voor jou is.

From novice to abbess Anyone entering the abbey first becomes a novice. This is a probationary period during which you decide whether monastic life fits you.

Na de proeftijd spreek je je geloften uit. Elke zuster die intreedt, brengt een bruidsschat mee. En één kist met persoonlijke spulletjes – die kist staat bij haar slaapcel.

After the probationary period, you pronounce your vows. Each sister who enters brings along a dowry. And one chest filled with personal belongings – that chest stands by her sleeping cell.

De ambtsperiode van een abdis is een ‘abbatiaat’.

The tenure of an abbess is an ‘abbatio’.

13


Wist-je-datjes • De overste wordt abdis genoemd. • De kamer van de abdis heeft ook dienst gedaan als infirmerie of ziekenboeg. • In deze kamer hangt het portret van Sabien Bousson. Zij werd door Monseigneur De Smedt tot abdis gewijd op 7 juli 1980. Zuster Sabien is nog steeds abdis, maar woont sinds 2013 niet meer in de Sint-Godelieveabdij.

14

Nice to know • The superior is called abbess. • The abbess’s room also served as infirmary or infirmary. • In this room, you can see the portrait of Sabien Bousson. She was ordained an abbess by • Monsignor De Smedt on 7 July 1980. Sister Sabien is still an abbess, but has not lived in St Godelieve’s Abbey since 2013.

Sta even stil • Valt het je op dat de abdis vaak wordt afgebeeld met een kromstaf? Die staf is en soort herdersstaf waarmee ze haar ‘schapen’ (de zusters, dus) bijeenhoudt. Roep jij je kinderen (of medewerkers) soms tot de orde? Hoe doe je dat? • Hoewel het leven voor veel vrouwen gemakkelijker is dan in de voorbije eeuwen, zijn er wellicht nog heel wat momenten waarop vrouwen zich kwetsbaar voelen. Aan welke momenten denk je? • Hoe zie jij leiderschap vroeger en nu?

Just ask yourself • Have you noticed that the abbess is often depicted with a crook staff? This staff is a kind of shepherd’s staff with which she keeps her ‘sheep’ (the sisters) together. Do you sometimes call your children (or co-workers) to order? How do you do it? • Although life is easier for many women than in past centuries, there are probably still many moments when women feel vulnerable. Which moments do you think of? • How do you see leadership past and present?

Hoe zie jij de toekomst? • Aan welke functie denk jij voor deze ruimte, die symbool kan staan voor vrouwelijk leiderschap?

How do you see the future? • What function do you think of for this space, which can be a symbol of female leadership?


DE KIJK VAN DE KUNSTENARES

THE ARTIST’S VIEW

Lara Taveirne keek de schilderijen van de abdissen in de ogen. Het gaf haar inspiratie voor een gedicht over deze vrouwen aan het roer.

Lara Taveirne looked the paintings of the abbesses in the eye. It gave her inspiration for a poem about these women at the helm.

Wie is Lara? Lara Taveirne (°1983) studeerde af in de Germaanse Talen met een thesis over liefdesverdriet. Samen met haar man en twee kinderen woont ze in een sluiswachtershuis waar niks nog recht of vast aan zit. Jarenlang was ze werkzaam als regisseur in het theater. Pas in 2014 durfde ze voor haar grote liefde te kiezen: literatuur. Haar debuutroman De kinderen van Calais liet haar lezers sprakeloos achter. Ze kreeg er prompt de debuutprijs voor. Ook werd het boek herwerkt voor film en theater. Daarna volgden nog Hotel zonder sterren en Kerkhofblommenstraat. Dit jaar verschijnt haar vierde roman: Pluto, aan het einde van de weg rechtdoor.

Who is Lara? Lara Taveirne (°1983) graduated in Germanic Languages with a thesis on heartbreak. Together with her husband and two children, she lives in a lockkeeper’s house where nothing is straight or fixed. For years she worked as a director in the theatre. Only in 2014 did she dare to choose for her great love: literature. Her debut novel De kinderen van Calais (The Children of Calais) left its readers speechless. She promptly received the debut prize for it. The book was also adapted for film and theatre. It was followed by Hotel zonder sterren and Kerkhofblommenstraat. This year, her fourth novel will be published: Pluto, aan het einde van de weg rechtdoor (Pluto, at the End of the Road Straight Ahead).

Naast haar werk als auteur geeft ze ook les als leerkracht theater en voordracht op het conservatorium in Brugge en in STAP Roeselare. Ook is ze hoofddocent Schrijven aan de opleiding Woordkunst in het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen.

Besides her work as an author, she also teaches theatre and elocution at the conservatory in Bruges and at STAP Roeselare. She is also senior lecturer in Writing at the Royal Conservatory in Antwerp.

De ziel van de plek (3)

Sense of place (3)

Voortdurende verbouwing

Continuous renovation

De ideale abdij heeft een vierkante structuur van pandgangen, rond een gesloten tuin, die toegang geeft naar de belangrijkste ruimtes: de kerk, de kapittelzaal, de keuken, de refter, de bibliotheek en de gastenvertrekken.

The ideal blueprint of an abbey shows a square structure of corridors around a closed garden, which gives access to the most important rooms: the church, the chapter house, the kitchen, the refectory, the library and the guest rooms.

Het duurt vierhonderd jaar vooraleer dat ideale plan in Brugge volledig gerealiseerd is. Met andere woorden, de Sint-Godelieveabdij is eeuwenlang één voortdurende verbouwing. Het domein van het klooster bestaat immers uit drie samengevoegde domeinen. Het eerste domein, Het Fontainken, wordt in 1623 aangekocht door abt vanden Zype. In 1629 wordt de aanpalende eigendom toegevoegd, die plaats biedt aan een brouwerij met rosmolen. De derde uitbreiding van de abdijsite volgt in 1642.

It took 400 years before this ideal plan was fully realised in Bruges. In other words, St Godelieve’s Abbey was one continuous renovation for centuries. The domain of the monastery consists of three joined domains. The first domain, ‘Het Fontainken’, is purchased in 1623 by abbot vanden Zype. In 1629 the adjacent property was added, housing a brewery with a horse mill. The third extension to the abbey site followed in 1642.

15


De refter

The refectory

In de abdij bepaalt de kloosterklok het ritme van het leven. Als de bel voor het etensuur gaat, kleden de zusters zich om en komen ze aan tafel in de refter.

In the abbey, daily life is dictated by the convent bell. When the bell rings for supper time, the sisters change their clothes and come to the table in the refectory.

Op deze plek eten de benedictinessen elke dag allemaal samen, daarom is het een van de grootste ruimtes in de abdij. De zitbanken staan tegen de muur zodat niemand in de verleiding komt om een babbeltje te slaan.

This is where the Benedictine nuns all eat together every day, which is why it is one of the largest rooms in the abbey. The benches are placed against the wall so that no one is tempted to chat.

In de refter gelden strenge regels. Tijdens het middagen avondmaal worden worden teksten uit de Bijbel of andere religieuze teksten gelezen vanaf een speciale leesstoel. Bij het ontbijt en de thee in de namiddag moet het altijd stil zijn.

There are strict rules in the refectory. During lunch and dinner, texts from the Bible or other religious texts are read from a special reading chair. Breakfast and afternoon tea are always silent.

De maaltijden zijn sober, volgens de op armoede en vroomheid gebaseerde leefregels. Die regels zouden goed zijn voor de spiritualiteit en het gebed. Spreken met de handen Communiceren zonder stem, de zusters van de Sint-Godelieveabdij vinden daar een creatieve oplossing voor: gebarentaal, de zogenaamde kloostergebaren. Elke zuster heeft een eigen gebarennaam.

16

The meals are sober, according to the rules of life based on poverty and piety. These rules are said to be good for spirituality and prayer. Talking hands Communicating without a word, the sisters of Saint Godelieve’s Abbey find a creative solution for this: sign language, the so-called monastic gestures. Each sister has her own ‘sign name’.


Wist-je-datjes • Het woord ‘refter’ komt van het Latijnse ‘reficere’ dat ‘herstellen’ betekent, zowel in lichamelijke als geestelijke zin. • De zusters waren oorspronkelijk vegetariërs. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ze die strenge regel af en toe omzeilden en vis aten. Wie ziek werd, kreeg zelfs vlees om weer krachten te winnen. Die zustermoest dan wel achter een schutting in de refter eten. • Tot dertig dagen na de begrafenis van een overleden zuster werd haar plaats aan tafel voorbehouden. Sta even stil • Las jij af en toe een periode van vasten in? Waarom? • Hoe belangrijk vind jij vis en vlees op het menu? • Kan het een verrijking zijn om minder te praten – of langer na te denken voor we iets communiceren?

Nice to know • The word ‘refectory’ comes from the Latin ‘reficere’, which means ‘to restore’, both in a physical and in a spiritual sense. • The sisters were originally vegetarians. To be honest, they sometimes bypass this strict rule and eat fish. Those who fall ill are even given meat to regain strength. That sister has to eat behind a partitioning in the refectory. • Up to thirty days after the funeral of a deceased sister, her place at the table was reserved. Just ask yourself • Did you have a period of fasting once in a while? Why? • How important are fish and meat on the menu? • Can it be enriching to talk less – or think a little bit longer before you communicate? How do you see the future? • The sisters take their meals in the refectory soberly and in silence. What element of liveliness would you add to this space?

Hoe zie jij de toekomst? • Sober en in stilte nemen de zusters hun maaltijden in de refter. Welk element van levendigheid zou jij toevoegen aan deze ruimte?

17


18

DE KIJK VAN DE KUNSTENARES

THE ARTIST’S VIEW

Het leven van de kloosterzusters verloopt op het ritme van een metronoom. Ook eten gebeurt op klokvaste tijdstippen. Over de maaltijden en waar de ingrediënten vandaan komen, lees je een tekst van Evelien Vanden Berghe op je placemat.

The life of the nuns runs to the rhythm of a metronome. Food, too, is eaten at fixed hours. You can read a text by Evelien Vanden Berghe on your placemat about the meals that were served and where the ingredients come from.

Wie is Evelien Vanden Berghe? Evelien Vanden Berghe (°1973) is kunsthistorica en een ervaren publiekswerker. Meer dan twintig jaar was zij adjunct-conservator van het Brugse Sint-Janshospitaal. Haar expertise ligt in het ontsluiten van roerend en onroerend erfgoed op een authentieke en respectvolle manier voor een breed publiek. Het verbinden van bijzondere plekken met mensen vormt haar sterkte. Ze ontwikkelt verhalen en bedenkt concepten op maat voor culturele instellingen, erfgoedorganisaties en bedrijven.

Who is Evelien Vanden Berghe? Evelien Vanden Berghe (°1973) is an art historian and an experienced public worker. For more than twenty years she was deputy curator of the Bruges St. John’s Hospital. Her expertise lies in making heritage accessible to a broad public in an authentic and respectful way. Connecting special places with people is her strength. She develops stories and devises customised concepts for cultural institutions, heritage organisations and companies.


Geen bezoek op de slaapkamers (maar toch gluren we even binnen)

No visitors in the bedrooms (but have a look anyway)

Nieuwsgierigheid is een mooie deugd. Nieuwsgierigheid bracht je naar deze uitzonderlijke plek waar je de afgelopen 400 jaar niet zomaar binnenkwam. Je ontdekkingstocht leidt langs veel plaatsen met talloze verhalen, maar helaas blijven er momenteel nog parels verborgen.

Curiosity is a beautiful virtue. Curiosity brought you to this exceptional place that you wouldn’t have been able to get into for 400 years. Your voyage of discovery will lead you to many places with countless stories, but for the time being some pearls remain hidden unfortunately.

Want één ding is zoals het altijd was: geen bezoek op de slaapkamers – al is die beperking er nu een van praktische aard, om veiligheidsredenen.

Some things never change: no visitors in the bedrooms – although that restriction today is a matter of security.

Toch gunnen we je een blik op het zeventiende-eeuwse dormitorium op de eerste verdieping van de zuidelijke vleugel. De slaapruimte bestaat uit twee rijen kleine slaapcellen met eikenhouten beplanking, aan elke kant van een brede gang. Twee cellen vormen nu één slaapkamer. De ramen kijken uit op de boomgaard.

Nevertheless, we grant you a glance at the seventeenth-century dormitory on the first floor of the south wing. It consists of two rows of small oak-clad sleeping cells, on each side of a wide corridor. Two cells now form one bedroom. The windows overlook the orchard.

Het goede nieuws: je hebt méér dan reden om hier nog eens terug te komen.

19


20


DE KIJK VAN DE KUNSTENARES

THE ARTIST’S VIEW

De slaapcellen van de zusters blijven vandaag buiten bereik. Via video vormen we ons een beeld van het dormitorium dat zich bovenaan deze draaitrap bevindt.

The sisters’ sleeping cells remain out of reach today. Via video, we form an image of the dormitory at the top of this spiral staircase.

Wie is Tine Guns? Tine Guns (°1983, Aalst) woont en werkt in Gent. Momenteel werkt ze aan haar doctoraat The Photobook as a Visual Page-Turner: A pre- and post-cinematographic montage story (LUCA & KU Leuven). Guns stelde onder andere tentoon in Cinematek/BOZAR, Netwerk Aalst, Casino Luxemburg. Haar videowerk werd vertoond op festivals als Jean Rouch Festival, Next Festival, Ostrale Dresden. Haar fotografische werk werd geselecteerd voor Voies Off Festival, BruggeFoto, Fotobiennale Oostende. Haar artistbook ‘The Diver’ werd geshortlist voor de Mack First Book Award en in 2017 ontving Guns de prijs Beeldende Kunsten van de provincie Oost-Vlaanderen.

Who is Tine Guns? Tine Guns (°1983, Aalst) lives and works in Ghent. Currently she is working on her PhD The Photobook as a Visual Page-Turner: A pre- and post-cinematographic montage story (LUCA & KU Leuven). Guns exhibited among others in Cinematek/BOZAR, Netwerk Aalst, Casino Luxemburg. Her video work was shown at festivals such as Jean Rouch Festival, Next Festival, Ostrale Dresden. Her photographic work was selected for Voies Off Festival, BruggeFoto, Fotobiennale Oostende. Her artistbook The Diver was shortlisted for the Mack First Book Award and in 2017 Guns received the Visual Arts Award from the Province of East Flanders.

21


De keuken Geef je ogen maar eens flink de kost in deze charmante zeventiende-eeuwse keuken. Let vooral op de Delftse faiencetegeltjes waarop 46 taferelen met kinderspelen zijn afgebeeld. Bellenblazen, vliegeren en pijl en boog kennen we nog, maar er is ook intussen compleet in onbruik geraakt vertier te bespeuren: beugelen, kolven, handjeplak, tiepelen. Elke tegel is met de hand geschilderd. “Geen vlees!”, zo schrijft Sint-Benedictus voor. De bisschoppen letten streng op de navolging van die regel. En dus pruttelen op de fornuizen vooral vegetarische gerechten. Het zijn hoogdagen voor de korte keten: fruit, groenten en kruiden komen uit de eigen boomgaard en moestuin. En toch laat meer dan één abdis ook wel eens vis op het menu zetten. Keukenzuster Agatha beschrijft in haar herinneringen hoe ze in 1914 paling met zurkel uit eigen tuin klaarmaakt. Achter deze imposante keuken ligt een tweede keuken uit 1926. Met die toen splinternieuwe keuken hopen de zusters nieuwe kloosterlingen aan te trekken. Tot 2013, wanneer de laatste bewoonsters het klooster verlaten, kokerellen hier de keukenzusters. Wist-je-datjes • Er was niet altijd een oven in de keuken zelf. Wel bouwt een meester-metselaar in 1660 een bakoven in de tuin. Wellicht om brandgevaar te vermijden. • Op de keukentafel vind je een aantal receptenboekjes die je een blik gunnen in de kookpotten van de keukenzusters aan het begin van de twintigste eeuw. Sta even stil • Welke geuren ruik je in deze keuken? Maken ze herinneringen bij jou los? • Welke betekenis heeft koken voor jou? Is het elke dag een opgave of eerder een ontspannen moment? • De zusters koken vooral met eigen oogst. Hoe belangrijk zijn lokale ingrediënten en producten voor jou? Hoe zie jij de toekomst? • Wat wil je hier in de toekomst nog ontdekken van het abdijleven?

22


The kitchen Feast your eyes on this charming seventeenthcentury kitchen. Pay special attention to the Delft tiles depicting 46 scenes of children’s games. Blowing bubbles, flying kites and bows and arrows are still familiar, but there are also amusements that have fallen completely into disuse: bowling, cobs, handjamming and tiptoeing. Each tile is handpainted. “No meat”, Saint Benedict prescribes. The bishops strictly enforce this rule. And so, on the cookers, mainly vegetarian dishes simmer. These are the heydays of local produce: fruit, vegetables and herbs come from their own orchards and gardens. And yet, more than one abbess sometimes puts fish on the menu. In her memories, ‘kitchen sister’ Agatha describes how, in 1914, she prepared eel with turmeric from her own garden. Behind this imposing kitchen is a second one from 1926. With this brand new kitchen, the sisters hope to attract young blood. Until 2013, when the last residents leave the convent, the kitchen sisters will be cooking here. Nice to know • There was not always an oven in the kitchen. In 1660, a master mason built an oven in the garden. Most likely to avoid the risk of fire. • On the kitchen table you will find a number of recipe books that give you a glimpse into the cooking pots of the kitchen sisters at the beginning of the twentieth century. Just ask yourself • What smells do you detect in this kitchen? Do they trigger memories? • What does cooking mean to you? Is it a daily task or rather a relaxing moment? • The sisters mainly cook with their own harvest as ingredients. How important is local produce to you? How do you see the future? • What would you like to discover about abbey life in the future?

23


De ziel van de plek (4) Maak kennis met Godelieve We schrijven het jaar 1050, de hoge middeleeuwen. In West-Europa heerst stabiliteit. De Vikingen zijn verslagen en de Magyaren naar huis gestuurd. Het feodale stelsel brokkelt af. De handel bloeit en brengt welvaart, steden groeien en boeren drijven hun voedselproductie op. De christelijke boodschap is verspreid, iedereen gelooft in God. Nabij het huidige Boulogne-Sur-Mer komt de lieftallige Godelieve ter wereld. Ze heeft geluk. Haar wieg staat in slot Londesvoorde en haar vader is de lokale kasteelheer in het prachtige Wierre-Effroy. Nog piepjong wordt Godelieve uitgehuwelijkt aan Bertolf van Gistel, maar haar geluk keert snel. Het trouwfeest duurt drie dagen en nachten zonder dat haar echtgenoot opdaagt. Naar goede gewoonte trekt Godelieve toch bij hem in. Bertolf gunt haar geen blik waardig en laat haar lot door zijn moeder bepalen, die Godelieve zo mogelijk nog meer haat. Ze wordt mishandeld, vernederd en moet loodzwaar werk verrichten. Tot ze op een dag weet te ontsnappen. Godelieve vlucht terug naar haar ouderlijk kasteel en haar vader is woest op de familie Van Gistel. Hij dient een klacht in bij de graaf van Vlaanderen, die op zijn beurt Bertolf dwingt zorg te dragen voor Godelieve. Ze keert terug naar Bertolf en schoorvoetend behandelt hij haar korte tijd goed, maar niet veel later geeft hij aan twee van zijn knechten opdracht om Godelieve te doden – de hyperactuele problematiek van feminicide is helaas van alle tijden. Ze wurgen haar met een sjaaltje en dumpen haar lichaam in een nabijgelegen poel. Dat sjaaltje zou later Godelieves handelsmerk worden. Logo avant la lettre Wie een ster ziet op een auto denkt: Mercedes! Wie de swoosh ontwaart op sneakers weet: Nike! Wie in de zestiende eeuw een heilige ziet met een sjaaltje twijfelt niet: Sint-Godelieve! Wat we nu kennen als een logo, heet dan attribuut. Het is een beeld dat zo krachtig en alombekend is, dat je niet eens moet kunnen lezen om te weten wat er staat. Handig in tijden waarin ongeletterdheid de regel is. Let er tijdens je ontdekkingstocht door de abdij op hoeveel vrouwen met sjaaltjes rond de hals je ziet op de vele kunstwerken. Godelieve wordt begraven aan de kerk van Gistel. Bertolf hertrouwt en krijgt een blindgeboren dochter. Op

24

een dag wast het kind haar gezicht met water uit de poel waarin het lichaam van Godelieve had gelegen. Plots kan ze weer zien, een mirakel. Bertolf bekeert zich en gaat op kruistocht. Hij wordt monnik op zoek naar vergiffenis voor zijn daden. Zijn dochter richt een klooster op, Abdij Ten Putte, waar vandaag nog steeds een waterput op de plek van de poel staat. Godelieve staat bekend voor haar vrijgevigheid en lieftalligheid. Haar verhaal doet snel de ronde en mensen zien haar als een echte martelares. De bisschop van Doornik verklaart Godelieve heilig op 30 juli 1084. Sint-Godelieve waakt sindsdien over de kleermakers en de naaisters. Mensen wenden zich tot haar tegen keelziekten, echtelijke ruzies en… boze schoonmoeders.


Sense of place (4) Meet Godelieve It is the year 1050, the High Middle Ages. Stability reigns in Western Europe. The Vikings have been defeated and the Magyars sent home. The feudal system is crumbling. Trade is flourishing and bringing prosperity, cities are growing and farmers are increasing their food production. The Christian message has been spread, everyone believes in God. Near present-day Boulogne-Sur-Mer, the lovely Godelieve is born. She is lucky. Her cradle is in Castle Londesvoorde and her father is the local lord of the castle in beautiful Wierre-Effroy. At a very young age, Godelieve was married to Bertolf van Gistel but her luck turned quickly. The wedding party lasted three days and nights without her husband showing up. Godelieve moves in with him. Bertolf shows no interest in her whatsoever and leaves her fate to his mother, who dislikes Godelieve even more. She is mistreated, humiliated and forced to do heavy labour. One day she manages to escape. Godelieve flees back to her parental castle and her father is furious with the Van Gistel family. He files a complaint with the Count of Flanders, who forces Bertolf to take care of

Godelieve. She returns to Bertolf and is treated well for a short time. Not much later he orders two of his servants to kill Godelieve – the hyperactual problem of ‘feminicide’ is unfortunately of all times. They strangle her with a scarf and dump her body in a nearby pool. That scarf would later become Godelieve’s trademark. Logo avant la lettre Anyone who sees a star on a car thinks: Mercedes! Anyone who sees the swoosh on trainers knows: Nike! In the sixteenth century, when you see a saint with a scarf, you have no doubt: Saint Godelieve! What we now know as a logo was then called an attribute. It is an image so powerful and universally known that you do not even have to be able to read to know what it says. Useful when most people can’t read or write. As you explore the abbey, notice how many women with scarves around their necks you see on the many works of art. Godelieve is buried at the church in Gistel. Bertolf remarried and got a daughter who was born blind. One day the child washes her face with water from the pool where Godelieve’s body had been lying. Suddenly she can see again, a miracle. Bertolf repents and goes on a crusade. He becomes a monk in search of forgiveness for his deeds. His daughter founds a monastery, Ten Putte Abbey, where there is still a well where the pool once was. Godelieve is known for her generosity and sweetness. Her story spread quickly and people saw her as a real martyr. The Bishop of Tournai canonised Godelieve on 30 July 1084. Since then, Saint Godelieve has watched over the tailors and seamstresses. People turn to her against throat diseases, marital quarrels and... angry mothersin-law.

25


Het naai-atelier Naaien en handwerk zijn anno nu weer helemaal hip. In de Sint-Godelieveabdij zijn naald en draad voortdurend in beweging. Al in 1663 wordt een atelier ingericht in de abdij. En ook in de 20ste eeuw putten de zusters een inkomen door het liturgisch textiel van de vele kerken en kloosters in Brugge en omstreken te confectioneren, herstellen, wassen en strijken. Dat gebeurt naar alle waarschijnlijkheid in deze zaal.

Sewing and handicrafts are nowadays very trendy. In St. Godelieve’s Abbey, needle and thread are constantly in motion. As early as 1663, a workshop was set up in the abbey. And even in the 20th century, the nuns earn a living by making up, repairing, washing and ironing the liturgical textiles of the many churches and convents in Bruges and the surrounding area. In all likelihood, this is what happens in this room.

Naar alle waarschijnlijkheid, want de plek moet nog enkele van haar geheimen prijsgeven. Wat weten we wel? • Dat deze zaal opgedragen is aan zuster Norbertine Rommel, die abdis is tussen 1912 en 1969. • Dat abdis Norbertines wapenschild boven de deur hangt, met de spreuk Dominus illuminatio mea, te vertalen als ‘De Heer is mijn licht’. • Dat onder haar abbatiaat deze nieuwe vleugel is toegevoegd aan de abdij, een ontwerp van de bekende Brugse architect Arthur Degeyter.

In all likelihood, because the place has yet to yield up any of its secrets. What do we know? • That this room is dedicated to Sister Norbertine Rommel, who was an abbess between 1912 and 1969. • That Abbess Norbertine’s coat of arms hangs above the door, with the motto Dominus illuminatio mea, which translates as ‘The Lord is my light’. • That under her abbatial rule this new wing was added to the abbey, a design by the famous Bruges architect Arthur Degeyter.

Wist-je-datjes Vier eeuwen lang wordt er in deze abdij duchtig gebouwd en verbouwd. Heel wat kamers kregen vaak een nieuwe functie – zoals dit naaiatelier wellicht.

Nice to know For four centuries, this abbey has been undergoing considerable construction and renovation. Many rooms were often given a new function - such as this sewing workshop, most likely.

Sta even stil • Welke geluiden associeer jij met deze ruimte? • Hoe belangrijk is handenarbeid, fysiek werk voor jou? Brengt het je tot rust? • Herstel je soms je kleren, of laat je ze herstellen? Of liever sneller iets nieuws? Hoe zie jij de toekomst? • Zie je hier een rol weggelegd voor textielambachten of hedendaagse Vlaamse mode-ontwerpers?

26

The sewing atelier

Just ask yourself • What sounds do you associate with this space? • How important is manual labour, physical work to you? Does it make you feel peaceful? • Do you sometimes mend your clothes, or have them mended? Or would you rather buy something new? How do you see the future? • Is this a place for textile crafts or contemporary Flemish fashion designers?


DE KIJK VAN HET KUNSTENAARSCOLLECTIEF

THE VIEW OF THE ARTISTS’ COLLECTIVE

Theia, of ‘koningin van het licht’, zo heet deze eerste tentoonstelling van Zwart Verdriet. Titel en idee sluiten aan bij de ziel van de abdij en de ziel van Zwart Verdriet. Met de zorgvuldig gekozen beelden en materialen wil het kunstcollectief de energie en het verhaal van deze ruimte versterken. Ze kozen ervoor om hun gezamenlijke werken in een verdere dialoog te brengen door ze op verschillende plaatsen in de ruimte te verenigen.

Theia, or ‘Queen of Light’, is the name of this first exhibition by Zwart Verdriet (Black Sadness). Title and idea are connected with the soul of the abbey and the soul of Zwart Verdriet. With well chosen images and materials, the art collective wants to enhance the energy and story of this space. They chose to bring their joint works into a further dialogue by uniting them at different places in the space.

Wie is Zwart Verdriet? Zwart Verdriet is het geesteskind van Fleur Coevoet en ontstaan vanuit een intuïtieve zoektocht naar zingeving, creatie en verbinding. Ook Sylvie Puype, An Deceuninck, Aline Gorsen en Pascale Bentein maken deel uit van het kunstcollectief, dat de rauwe kanten van het leven wil eren “omdat net in deze momenten van innerlijke leegte en desolaatheid creatie en beweging naar buiten ontstaat en zich verder ontvouwt in een eigen ritme.”

Who is Zwart Verdriet? Zwart Verdriet is the brainchild of Fleur Coevoet and originated from an intuitive search for meaning, creation and connection. Sylvie Puype, An Deceuninck, Aline Gorsen and Pascale Bentein are also part of the art collective, which wants to honour the raw sides of life “because it is precisely in these moments of inner emptiness and desolation that creation and movement outwards arise and continue to unfold in their own rhythm.”

27


De recreatiezaal

The recreation hall

Je zou deze ruimte een muziekklas kunnen noemen. Of een eetzaal voor de gasten. Of een religieuze leerplek. Of een rustige plaats waar de zusters kunnen lezen en af en toe wegmijmeren met een blik op de tuin. Het klopt allemaal. Laat het ons voor het gemak een recreatiezaal noemen, als we maar weten dat het een plek is met vele functies.

You could call this hall a music class. Or a dining room for guests. Or a religious learning place. Or a quiet haven where the sisters can read and occasionally muse while looking out over the garden. It all makes sense. For the sake of convenience, let’s call it a recreation hall, as long as we know that it is a place with many functions.

Je zag het misschien bij het binnenkomen: boven de deur van deze zaal hangt het schild van bisschop Emiel Jozef De Smedt. Zijn Latijnse wapenspreuk Ministrando betekent ‘Om te dienen’. Het verwijst naar de uitspraak van Jezus: “Ik ben gekomen om te dienen en niet om gediend te worden.”

28

You may have noticed it when entering: above the door of this room hangs the shield of Bishop Emiel Jozef De Smedt. His Latin motto Ministrando means “To serve”. It refers to Jesus’ statement: “I have come to serve and not to be served.”

Deze recreatiezaal bevindt zich dicht bij de huidige refter. Vermoedelijk is de ruime kamer als uitbreiding van de eetzaal gebruikt. In het klooster verbleven immers soms ‘commensalen’ of ‘tafelierighen’: dat zijn gasten – meestal vrouwen – een tijd in de abdij verblijven en niet samen met de zusters mogen eten.

This recreation room is located near the current refectory. Presumably, the spacious room was used as an extension of the refectory. Sometimes ‘commensals’ or tafelierighen stay in the monastery: these are guests - usually women - who stayed in the abbey for a while and are not allowed to eat together with the sisters.

Recreatiezalen als deze dienen in de 20ste eeuw diverse doelen. De zusters krijgen er zangles van een cantor of ze volgen er lessen bijbel-interpretatie. Ook de opleiding voor novices, meisjes die op proef in de abdij verblijven, vinden plaats in een zaal als deze.

In the 20th century, recreation halls like this one served various purposes. The sisters received singing lessons from a cantor or took Bible classes. The training of novices, girls on probation at the abbey, also took place in a room like this.

Sta even stil • Zou jij graag enkele dagen te gast zijn in deze abdij? • Heb jij een dienende rol? Thuis, in een religieuze gemeenschap of als vrijwilliger in een vereniging? • Hoe belangrijk zijn recreatie en blijven leren in jouw leven? Zoek je zingeving in je vrije tijd?

Just ask yourself • Would you like to be a guest in this abbey for a few days? • Do you sometimes serve others? At home, in a religious community or as a volunteer in an association? • How important are recreation and lifelong learning to you? Are you looking for purpose in your recreational time?

Hoe zie jij de toekomst? • Moet de Sint-Godelieveabdij een gastvrije plek worden waar mensen kunnen logeren?

How do you see the future? • Should St Godelieve’s Abbey become a welcoming place where everyone can retreat?


DE KIJK VAN DE (TOEKOMST)ARCHITECTEN Studio Roma en Studio Tuin en Wereld zullen onderzoeksmatig en op basis van tekeningen en maquettes het bouwhistorisch onderzoek uitvoeren en tegelijkertijd op zoek gaan naar toekomstbeelden voor de Sint-Godelieveabdij. Studio Roma concentreert zich vooral op het bouwhistorisch onderzoek en Studio Tuin en Wereld op het ontwerpend onderzoek. Wat is Studio Roma? Studio Roma is een Leuvens architectenbureau opgericht in 2010 door restauratie-architecten Piet Stevens, Sofie Beyen en Marc Vanderauwera. In 2015 werd Sarah Vaelen opgenomen in de vennootschap. Sinds 2010 is Studio Roma gevestigd in het Oude Abtskwartier van de abdij van Vlierbeek. Ze bieden totaaloplossingen aan voor complexe vraagstellingen in een historisch kader waarbij ze het volledige proces beheersen: van onderzoek naar de erfgoedwaarden, over analyse van de haalbaarheid van de bestemming, de uitwerking van de ruimtelijke en technische oplossingen, tot en met de oplevering van de uitgevoerde werken. Daarbij richten ze zich onder meer tot kleine en grote restauratieprojecten, herbestemmingsstudies, opmaak van beheers‐ en masterplannen, trajectbegeleiding en beleidsadvies. Dankzij hun jarenlange ervaring in de restauratiesector en gedrevenheid kan Studio Roma een mooi palmares voorleggen op het vlak van restauratie, onderzoek en herbestemming van waardevol architecturaal (en vaak religieus) erfgoed. Wat is Studio Tuin en Wereld? Tussen Tuin en Wereld is een boek van Paul De Wispelaere. Daarin wordt vanuit een tuin de wereld beschouwd. De tuin is natuurlijk zelf ook (een) deel van die wereld. Zo ontstaat er iets ‘tussen’ tuin en wereld. Dat ‘iets’, dat ‘tussen’ is zowel een moment, een relatie als een plek. Studio Tuin en Wereld benadert ruimtelijke vraagstukken vanuit die specifieke meervoudigheid: ruimte als moment, plek en relaties. Het zegt ook iets over onze aandacht voor zowel het ‘kleine’ als het grotere waarvan het deel uitmaakt. We zien ruimte en ruimtelijke kwaliteiten als iets waar we bedachtzaam mee omgaan. Bovenal zien we ruimte als een vat vol mogelijkheden! Een actuele architectuurpraktijk gaat over het ‘ruchtbaar’ maken en onthullen van ruimtelijke mogelijkheden. Door het openvouwen van lokale verhalen kunnen nieuwe inspirerende en betekenisvolle verhalen geschreven worden. De beleving van de gebruikers primeert en de architectuur ondersteunt dat. Zorgvuldige observaties en gecontroleerde experimenten worden gevat in tekeningen, maquettes, schetsen en taal. En bovenal vertrekken we vanuit de verbeelding.

THE VIEW OF THE ARCHITECTS Studio Roma and Studio Tuin en Wereld will carry out the building archaeological research on the basis of drawings and scale models, while at the same time searching for images of the future for St Godelieve’s Abbey. Studio Roma concentrates mainly on the building archaeological research and Studio Tuin en Wereld on the design research. What is Studio Roma? Studio Roma is a Leuven based architectural firm founded in 2010 by restoration architects Piet Stevens, Sofie Beyen and Marc Vanderauwera. In 2015, Sarah Vaelen joined the firm. Since 2010, Studio Roma has been located in the Old Abbot’s Quarter of Vlierbeek Abbey. They offer total solutions for complex issues in a historical context whereby they control the entire process: from research into the heritage values, via analysis of the feasibility of the destination, the development of spatial and technical solutions, up to and including the delivery of the works carried out. In doing so, they focus on small and large restoration projects, reallocation studies, drawing up management and master plans, route guidance and policy advice. Thanks to their years of experience in the restoration sector and their enthusiasm, Studio Roma can present a fine record in the field of restoration, research and reallocation of valuable architectural (and often religious) heritage. What is Studio Tuin en Wereld? Tussen tuin en wereld (Between Garden and World) is a book by Flemish author Paul De Wispelaere. In it, the world is considered from the perspective of a garden. The garden itself is of course also (a) part of that world. Thus something is created ‘between’ the garden and the world. That ‘something’, that ‘between’ is both a moment, a relation and a place. Studio Tuin en Wereld approaches spatial issues from this specific plurality: space as moment, place and relations. It also says something about our attention to both the ‘small’ and the larger of which it is a part. We see space and spatial qualities as something to be treated with care. Above all, we see space as a vessel full of possibilities. A contemporary architectural practice is about ‘making public’ and revealing spatial possibilities. By unfolding local stories, new inspiring and meaningful stories can be written. The experience of the users prevails and the architecture supports this. Careful observations and controlled experiments are captured in drawings, models, sketches and language. And above all, our starting point is imagination.

29


Het kapittel

The chapter house

Ken je de uitdrukking ‘iemand kapittelen’? Het betekent iemand publiekelijke terechtwijzen of straffen. Het gezegde vindt zijn oorsprong in de kapittelzaal. Hier discussiëren de kloosterlingen onder meer over tucht en discipline. Staat ook op de agenda bij de geregelde bijeenkomsten: de organisatie van het dagelijkse leven in de gemeenschap, intredes van nieuwe zusters, speciale vieringen, dodenherdenkingen en nieuws van de bisschop.

In Dutch, there is an expression that says ‘iemand kapittelen’ (‘kapittel’ in the verb ‘kapittelen’ means ‘chapter’, just like this room). It means ‘to publicly reprimand or punish someone’. The saying has its origin in the chapter house. This is where the sisters discuss, among other things, order and discipline. Also on the agenda at the regular meetings: the organisation of daily life of the community, the entry of new sisters, special celebrations, commemorations and news from the bishop.

Hier gelden de stilteregels van het slotklooster uitzonderlijk niet. Alle zusters nemen deel aan het kapittel en iedereen heeft er haar zegje. Als er gestemd moet worden, geldt de democratische regel ‘één zuster, één stem’. Dat gelijkheidsprincipe zie je ook in de opstelling van de houten zitbanken tegen de muur: iedereen is even zichtbaar en dus evenwaardig. Centraal staat de troon van de abdis. Wist-je-datjes • Oorspronkelijk begint de bijeenkomst steeds met het voorlezen van een hoofdstuk (of kapittel) uit de Regel van Benedictus, gevolgd door een commentaar van de abdis. • Het houten interieur van deze kapittelzaal wordt verwoest in de Eerste Wereldoorlog en heringericht met de hulp van de schrijnwerkerij van de abdij van Zevenkerken in Sint-Andries. Sta even stil • Inspireert deze ruimte je om een volgende samenkomst of vergadering anders aan te pakken? Hoe? • Is het wenselijk (of zelfs noodzakelijk) om in een gemeenschap democratische principes te hanteren? • Nodigt de opstelling van de zitbanken in de kapittelzaal introverte mensen meer uit om hun stem te laten horen? Hoe belangrijk is het dat elke mening aan bod komt? Hoe zie jij de toekomst? • Hoe kan de kapittelzaal van de Sint-Godelieveabdij een rol spelen in huidige debatten? Denk aan migratie, gezondheid, klimaat…

30

In here the rules of absolute silence do not apply. All sisters take part in the Chapter and everyone has a say. If a vote is needed, the democratic rule of “one sister, one vote” applies. This principle of equality is also reflected in the arrangement of the wooden benches against the wall: everyone is equally visible and therefore of equal value. In the centre you see the abbess’s throne. Nice to know • Originally, a meeting in the Chapter always started with the reading of a chapter from the Rule of Benedict, followed by a commentary from the abbess. • The wooden interior of this chapter house was destroyed during the First World War and refurbished with the help of the carpentry shop of Zevenkerken’s Abbey in Sint-Andries (Bruges). Just ask yourself • Does this space inspire you to do things differently at your next meeting? How? • Is it desirable (or necessary) to rely on democratic principles in a community? • Is the arrangement of the benches in the chapter house an advantage for introverts? How important is it that every opinion is heard? How do you see the future? • How can the chapter house of St. Godelieve’s Abbey play a role in current debates? Think about migration, health, climate change…


31


DE KIJK VAN DE KUNSTENAAR

THE ARTIST’S VIEW

Genius loci (de ziel van de plek) heet de studie die Ghislain Belmans maakte over de Sint-Godelieveabdij. Het leverde de bouwstenen op voor vier levendige podcasts over het leven in de abdijgemeenschap tijdens bijzondere historische momenten.

Genius loci (Sense of place) is the name of the study Ghislain Belmans made about St Godelieve’s Abbey. It provides the building blocks for four lively podcasts (in Dutch) about life in the abbey community during special historical moments.

Vier levensechte verhalen • Zuster-organiste Marie neemt je mee naar de woelige periode van de Tachtigjarige Oorlog waar de gemeenschap van de Sint-Godelieveabdij moet vluchten van Gistel naar Brugge voor de beeldstormende Bosgeuzen. • Ziekenzuster Rosalia vertelt hoe de zwarte dood in 1582 de helft van de kloostergemeenschap treft vlak na hun aankomst in Brugge. • Abdis Maria-Angelina schetst de 18de-eeuwse revolutionaire periode waarin de Sint-Godelieveabdij openbaar verkocht wordt. • Het laatste verhaal wordt verteld door Keukenzuster Agatha en speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog. We volgen de vlucht van de zusters voor de Duitse bezetter naar de Benedictinessenabdij van Maredret bij Namen.

Four real-life stories • The Sister Organist takes you to the turbulent period of the Eighty Years’ War, when the community of St Godelieve Abbey has to flee from Gistel to Bruges for the iconoclastic Sea Beggars. • The Nursing Nun tells how the Black Death in 1582 hit half of the monastic community just after their arrival in Bruges. • The abbess paints a picture of the 18th-century revolutionary period in which St Godelieve’s Abbey was publicly sold. • The last story is told by the Kitchen Sister and takes place during the First World War. We follow the sisters’ flight from the German occupiers to the Benedictine abbey of Maredret near Namur.

Wie is Ghislain Belmans? Ghislain Belmans (°Geel 1957) is auteur, filosoof, scenograaf en consultant. Hij richtte in 1988 het evenementenbureau Any Performance op en stichtte het jaar nadien de Belgische Improvisatie Liga. Sinds 1998 leidt hij zijn eigen sceno- en museografisch bureau Sien en werkt hij onder andere voor de Abdij van Orval en Abdij van Park. Coördineerde van 2005 tot 2010 het Europees Interregionaal project Converting Sacred Spaces over herbestemming van kloosters.

32

Who is Ghislain Belmans? Ghislain Belmans (°1957) is an author, philosopher, stage designer and consultant. He created the event agency Any Performance in 1988 and founded the Belgian Improvisation League the following year. Since 1998 he runs his own scenographic and museographic agency Sien and works for the Abbey of Orval and the Abbey of Park, among others. From 2005 to 2010, he coordinated the European Interregional Project Converting Sacred Spaces on the re-use of monasteries.


Een tuin om te (ge)denken

A garden to remember

Welkom in de (symbolische) tuin van Eden. Deze vierkante binnentuin – als je geleerd wil klinken, noem je het de hortus conclusus – verwijst naar het aards paradijs. In de besloten hof halen de zusters helder water uit de put en verzorgen ze de geurende planten.

Welcome to the (symbolic) Garden of Eden. This square inner garden – if you prefer Latin, you can call it the hortus conclusus – refers to the earthly paradise. In the enclosed garden the sisters fetch clear water from the well and tend the fragrant plants.

Deze tuin is een plaats van bezinning en wordt ook wel de ‘gedenktuin’ genoemd. En plek van troost ook, want het pandhof doet tot aan de Franse Revolutie ook dienst als kerkhof – de gemeenschap van de levenden en de doden loopt tot dan in elkaar over.

This garden is a place of reflection and is also called the ‘garden of remembrance’. It is also a place of consolation, because until the French Revolution, it also served as a cemetery. In those days, the community of the living and the dead weren’t strictly apart.

Wist-je-datjes Sommige kloostergemeenschappen namen hun doden mee als ze verhuisden. Vroeger werd de dood niet uit het gezichtsveld verbannen.

Nice to know Some monastic communities took their dead with them when they moved. In the past, death was not banished from sight.

Sta even stil • Geven we de dood voldoende plaats in het leven? • Wie of wat mag zeker niet ontbreken in het aards paradijs?

Just ask yourself • Do we think about death adequately in our lives? • If you think about paradise, who or what makes definitely part of it?

Hoe zie jij de toekomst? • Welke rol spelen rust, bezinning en herinnering in het toekomstproject van de Sint-Godelieveabdij?

How do you see the future? • How important are concepts as ‘rest’, ‘reflection’ and ‘memory’ in the future project of St Godelieve’s Abbey?

33


34

De ziel van de plek (5)

Sense of place (5)

Kunst & kasten

Art and cupboards

Stille en tastbare getuige van vierhonderd jaar abdijleven, is de imposante collectie kunst, gebruiksvoorwerpen, boeken en kasten. Het is heel uitzonderlijk dat al die stukken nog worden bewaard op de plaats waarvoor ze zijn gemaakt.

A silent and tangible witness to 400 years of abbey life is the impressive collection of art, utensils, books and cupboards. It’s quite exceptional that all these pieces are still kept in the place for which they were originally made.

Speciaal op maat gemaakte voorwerpen herken je aan het eigendomsmerk: Godelieve met halsdoek (lees Logo avant la lettre). Zo is er een zeventiende-eeuws reliekschrijn van verzilverd hout waarop de heilige met haar moordenaars wordt afgebeeld. Ook reliekhouders, zilveren offerandeschotels en zelfs stoelen dragen de beeltenis van de heilige.

You recognize custom made objects by the mark of ownership: Godelieve with neckerchief (read ‘Logo avant la lettre’). For example, there is a seventeenth-century reliquary made of silver-plated wood on which the saint is depicted with her murderers. Reliquary holders, silver offering plates and even chairs also bear the image of the saint.

De verzameling bevat ook een zeldzaam houten kerstwiegje uit de vijftiende eeuw, statige portretten van de abdissen, een boekerij met zeventiende-eeuwse drukken en eikenhouten kasten.

The collection also includes a rare fifteenth-century wooden Christmas cradle, stately portraits of the abbesses, a bookcase with seventeenth-century prints and oak cabinets.


Moestuin en boomgaard

Kitchen garden and orchard

Als bidden de contemplatieve hoofdactiviteit is van de zusters, dan is werken de fysieke evenkie. Of zoals de Regel van Sint-Benedictus dat in alle beknoptheid mooi samenvat: Ora et labora, ‘bid en werk’. Dat werken gebeurt in grote mate in de moestuin en boomgaard die de Sint-Godelieveabdij omarmen – veilig van de buitenwereld afgesloten door hoge muren.

If ‘prayer’ is the sisters’ main contemplative activity, then ‘work’ is their physical counterpart. Or, as the Rule of Saint Benedict succinctly summarises: Ora et labora (pray and work). This work is done to a large extent in the vegetable garden and orchard that hold St Godelieve’s Abbey in a geen embrace - safely sealed off from the outside world by high walls.

De abdij bezat ook nog gronden binnen en buiten Brugge, die ofwel bewerkt ofwel verpacht worden. Bedoeling is dat die activiteiten ervoor zorgen dat de zusters zelfvoorzienend kunnen leven.

The abbey also owned land inside and outside Bruges, which is either cultivated or leased. The idea is that these activities will ensure that the sisters can live self-sufficiently.

Wat levert al dat hard labeur in deze tuin de zusters op? • De moestuin en boomgaard leveren groenten en fruit op voor de eigen – in hoofdzaak vegetarische – keuken. • In de kruidentuin groeien zowel smaakmakers voor de keuken als geneeskrachtige hulpmiddeltjes. • De zusters brouwen hun eigen bier. • In de nu verdwenen rosmolen malen de Benedictinessen graan. Brood bakken doen ze in de gemetselde buitenoven. • Zuster imker beheert de bijenkasten en zorgt ervoor dat er honing op tafel komt. • Rond de bescheiden boerderij scharrelen kippen en lopen een koe en wat kleinvee rond.

What are the yields of all the hard work in this garden? • The vegetable garden and orchard produce fruit and vegetables for the abbey’s – mainly vegetarian – kitchen. • In the herb garden, both culinary flavourings and medicinal remedies grow. • The sisters brewed their own beer. • The Benedictine nuns grind grain in the now-vanished treadmill. They bake bread in the outside brick oven. • Sister Beekeeper manages the hives and makes sure sweet honey is on the table. • All around the modest farm: chickens, a cow and some small livestock.

Wist-je-datjes • Op het domein staan nog enkele fruitbomen van de vroegere boomgaard. • Ook al hebben de zusters een minimum aan personeel (lekenbroeders en - zusters), het gros van de taken in de tuin komt op hun schouders terecht. Sta even stil • Smaken groenten en fruit die je zelf kweekt en plukt beter? • Helpt werken in de (moes)tuin je om tot rust te komen en je gedachten te ordenen? • Welke gedachte komt het eerst bij jou op als je hier in deze groene oase vlakbij het stadscentrum staat? Hoe zie jij de toekomst? • Welke nieuwe activiteiten zouden goed tot hun recht komen in deze abdijtuin?

Nice to know • There are still some fruit trees from the former orchard on the estate. • Even though the sisters have a minimum of staff (lay brothers and sisters), most of the tasks in the garden are theirs to take care of. Just ask yourself • Do fruits and vegetables you grow and pick yourself taste better? • Does working in the garden help you to relax and think? • What is the first thought that comes to mind when you stand in this green oasis near the city centre? How do you see the future? • What new activities would benefit from this abbey garden?

35


36


37


38

DE KIJK VAN DE KUNSTENAAR

THE ARTIST’S VIEW

Luc Descheemaeker assembleerde vier surrealistische scènes in gerecycleerde religieuze stolpen. Hij selecteerde zijn rekwisieten en prularia uit dozen en lades uit verschillende ruimtes van de abdij. Via die ‘glazen kanttekeningen’ laat hij de bezoeker op ludieke wijze meedenken over het gevarieerde leven in en rond de abdij. De plaatsing van de fragiele stolpen in de vroegere moestuin confronteert de kijker met het zusterlijk leven in de ‘buitenruimtes’ van de abdij. De moestuin als werkplek en als plaats om te reflecteren...De tuin als bewegingsruimte en als rustpunt om heel even stil te staan...

Luc Descheemaeker assembled four surreal scenes in recycled religious bollards. He selected his props and knickknacks from boxes and drawers in various rooms of the abbey. By means of these ‘glass comments’, he playfully allows the visitor to reflect on the varied life in and around the abbey. The placement of the fragile bells in the former kitchen garden confronts the viewer with the sisterly life in the ‘outdoor spaces’ of the abbey. The kitchen garden as a place to work and as a place to reflect... The garden as a place to move and as a place to stand still for a moment...

Wie is Luc Descheemaeker? Luc Descheemaeker studeerde Plastische Kunsten in Brussel en werkte als leraar Plastische Opvoeding in Torhout. Zijn artistiek werk kent vele dimensies. Hij tekent onder het pseudoniem O-SEKOER. In de afgelopen 40 jaar won hij als cartoonist en humorfotograaf meer dan 300 internationale prijzen waaronder de Gouden Hoed en de Gouden Lens in Knokke-Heist. Twee van zijn cartoons wonnen dit jaar de hoofdprijs in de ‘Press Cartoon Belgium’ in Knokke-Heist.

Who is Luc Descheemaeker? Luc Descheemaeker studied plastic arts in Brussels and worked as a teacher of plastic education in Torhout. His artistic work has many dimensions. He draws under the pseudonym O-SEKOER. In the past 40 years, he has won more than 300 international prizes as a cartoonist and humorous photographer, including the Golden Hat and Golden Lens in Knokke-Heist. This year, two of his cartoons won the main prize in the ‘Press Cartoon Belgium’ in Knokke-Heist.

Als scenograaf realiseerde hij de voorbije 15 jaar meerdere decors en gelegenheidsgrafiek voor de Toneelvereniging Sint-Rembert van Torhout. Hij regisseerde 13 poppentheaters waaronder de productie ‘Maus’ die met de ‘Prijs Koningin Paola’ op het Paleis werd gelauwerd. In de voorbije jaren ontwierp hij de gepersonaliseerde kijkbox-trofeeën voor de cultuurprijzen van Torhout. Recent maakte hij in opdracht van de dienst Toerisme het Bourgondisch banket-decor voor het kasteel van Wijnendale.

As a scenographer, he realized in the past 15 years several sets and occasional graphics for the Toneelvereniging Sint-Rembert of Torhout. He directed 13 puppet theatre performances including the production ‘Maus’, which was awarded the ‘Queen Paola Prize’ at the Palace. In the past years, he designed the personalised viewing box trophies for the cultural awards of Torhout. Recently, he was commissioned by the Tourist Office to create the Burgundian banquet decor for Wijnendale Castle.


Wat gebeurt er morgen in de Tuin van Heden?

What will happen tomorrow in ‘de Tuin van Heden’?

Vandaag schrijven we – samen met jou – het begin van een nieuw verhaal.

Today we are writing the beginning of a new story. Together with you.

De zomer van 2021 is bijzonder omdat de Sint-Godelieveabdij voor het eerst in haar geschiedenis een maand lang de deuren opent voor jou en andere bezoekers.

The summer of 2021 is special because for the first time in its history, St Godelieve’s Abbey opens its doors to you and other visitors.

Als de deuren op 12 september opnieuw dicht gaan voor het brede publiek, is dat niet voor eeuwen, maar voor even. Trouwens, achter die deuren blijven we volop werken aan een nieuwe toekomst en het toeristisch ontsluiten van deze erfgoedparel. Wat staat er op de planning? • We brengen de toekomstbeelden van jou en alle andere bezoekers samen en distilleren daar een gemeenschappelijk nieuw verhaal uit. Een gemotiveerd team leest en interpreteert daarvoor met speciale software elk idee dat we mochten ontvangen. • De mogelijke toekomstverhalen toetsen we af aan onze ‘Reizen naar Morgen’-filosofie, waarbij we kijken naar de meerwaarde die deze plek te bieden heeft voor bezoekers, bewoners in Brugge en ondernemers. (Lees ‘Samen bouwen aan een nieuwe toekomst voor de Sint-Godelieveabdij’, blz. 6) • Elk toekomstverhaal benaderen we ook vanuit vorm, infrastructuur (onroerend erfgoed) en de waardering van het roerend erfgoed, waar deze abdij rijk aan is. • In het voorjaar van 2022 stellen we de nieuwe toekomstplannen voor. In alle openheid: we vertellen welke ideeën ons werden aangereikt en waarom we welke keuzes maakten. Intussen dragen we de grootste zorg voor dit stuk uitzonderlijk erfgoed. Daarbij horen noodzakelijke verbouwingswerken. Daarbij horen ook gepaste tijdelijke events en pop-up activiteiten. Je kan met andere woorden de abdij(tuin) huren of hier onderdak vinden voor jouw creatieve plannen.

When the doors close again for the general public on 12 September, it will not be for centuries, but for a little while. Besides, behind those doors we will continue to work hard on a new, touristic, future for this heritage gem. What is planned? • We are will distill a new story from your visions. A motivated team using special software will read and interpret every idea we received. • We check if those stories match our Travel to Tomorrow’-philosophy, looking at the added value that this place has to offer for visitors, Bruges residents and entrepreneurs. (Read ‘Together we create a new future for St Godelieve’s Abbey’, p. 7) • We approach each story from the point of view of form, infrastructure (immovable heritage) and the appreciation of the movable heritage. • In the spring of 2022, we will present the new plans for the future. In all openness: we will tell which ideas were put to us and why we made which choices. In the meantime, we are taking the greatest care of this piece of exceptional heritage. This includes necessary renovation work. This also includes appropriate temporary events and pop-up activities. In other words, you can rent the abbey (garden) or find shelter here for your creative plans. Each temporary initiative is an experiment to explore the possibilities for our future plans. More info on detuinvanheden.be.

Elk tijdelijk initiatief is meteen ook een experiment waarmee we de mogelijkheden voor de nieuwe bestemming verkennen. Meer info op detuinvanheden.be.

39


Blijf de Tuin van Heden ontdekken LUISTER NAAR DE PODCASTS Vier levensechte verhalen maken je getuige van evenveel spannende kantelmomenten uit de 400-jarige geschiedenis van de Sint-Godelieveabdij. “De toestand van de zieken verergert met het uur. We bidden onafgebroken tot de pestheiligen.” Ziekenzuster Rosalia vertelt hoe de zwarte dood in 1582 de helft van de kloostergemeenschap treft.

“Vandaag, een klein jaar na onze verjaging, wordt onze abdij openbaar verkocht.” Abdis Maria-Angelina Laridon over de impact van de Franse Revolutie.

“Een Duitse soldaat deelt mee dat alle zusters overmorgen het klooster moeten verlaten.” Keukenzuster Agatha herinnert zich de vlucht uit de abdij tijdens de Eerste Wereldoorlog.

“Zes mannen stormen de kerk binnen. Ze plaatsen grote ladders tegen de muren en kruipen naar de heiligenbeelden in de nissen en boven het altaar.” Zuster-organiste Maria vertelt over de bestorming van de abdij in 1578 door de Bosgeuzen.

BEKIJK DE DOCUMENTAIRE De uitgebreide versie van de documentaire De Tuin van Heden vind je op detuinvanheden.be. (Vanaf 15 augustus) BLIJF IN CONTACT Volg wat er nog op stapel staat in de Tuin van Heden en wat de plannen zijn met de Sint-Godelieveabdij op onze site en Facebook.

Een initiatief van An initiative of

40

In cocreatie met cocreated with


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.