4 minute read
Voorwoord
VOORWOORD
Welkom!
Advertisement
Beste lezer, Beste zoektochter,
Welkom in ‘Het land van Mark en Merkske’, de streek waarin we je met plezier op sleeptouw nemen door Hoogstraten, Merksplas, Baarle-Hertog en Baarle-Nassau. Intussen is het al de 36ste keer dat we je een mooi stukje (onbekend) Vlaanderen mogen laten ontdekken met onze Zomerzoektocht. Ik hoop dat we je ook deze keer kunnen plezieren met een editie vol interessante weetjes, anekdotes en nieuwe ontdekkingen. En dat je op het einde van de zoektocht tevreden terugkijkt. De kern van de Zomerzoektocht is namelijk dezelfde als die van Davidsfonds zelf: samen iets beleven wat je verrijkt. Samen cultuur beleven staat ook centraal in al onze andere activiteiten: zowel in de Davidsfonds-afdeling bij jou om de hoek als bij Academie of Cultuurreizen.
In deze gids verleiden verschillende ambassadeurs je om hun streek nog beter te leren kennen. Met verrassende anekdotes en dito hoogtepunten vertellen ze je waarom hun streek de moeite is om naar terug te keren, ook na de Zomerzoektocht. Blader dus snel verder en duik in hun verhalen.
Lees, geniet, beleef... en hopelijk tot snel!
Peter De Wilde voorzitter Davidsfonds vzw
In alle vrijheid
Als je in de Antwerpse Noorderkempen bent, krijg je een gevoel van vrijheid. Zoveel groen, uitgestrekte, kaarsrechte dreven, weidse uitzichten over de velden, een verre horizon... Hier is het goed leven. Is het toeval dat de hoofdstraat door Hoogstraten ‘Vrijheid’ heet? Als je in de geschiedenis van de streek duikt, kom je graaf Antoine de Lalaing, eerste graaf van Hoogstraten tegen, samen met zijn vrouw Elisabeth van Culemborg. Het echtpaar kreeg een plaatsje vooraan in de grote Sint-Katharinakerk. Ze woonden in het Gelmelslot, precies één kilometer verder langs de lange Lindendreef... Is het door hun hooggeplaatste positie in de Bourgondische periode dat deze regio doorheen de tijd een bijzondere mengeling van eigenheid, oprechte trots en joie de vivre heeft ontwikkeld, die je nu voelt als je er bent?
Die vrijheid is ook gastvrijheid. De ‘gidsen’ in dit boek hebben elk hun eigen boeiende verhaal, over waarom hún regio zo fantastisch is, en ze delen dat gul. StuBru-presentator en Equal Idiots-frontman Thibault Christiaensen vertelt bijvoorbeeld over zijn fantastische jeugd in de streek, zijn Golden Years. Als hij over de autostrade naar Hoogstraten rijdt, wordt hij nog altijd instant blij als hij de toren van de SintKatharinakerk ziet. Tijdens zijn favoriete wandeling rond het Gelmelslot vertelt hij honderduit waarom Hoogstraten the place to be is. Ook al trek je de wijde wereld in, je blijft er geworteld: zoveel is duidelijk.
Diezelfde trots op ‘hun’ Hoogstraten hoor je bij Katelijne Bruurs en haar man Paul Stoffels. Hij mag dan wel een van de bekendste Belgen zijn als topman bij eerst J&J en nu Galapagos
en een wereldautoriteit als infectioloog en bioloog, maar hier is het de achternaam van zijn vrouw Katelijne die klinkt als een klok. Haar vader Jos Bruurs was de organist van Hoogstraten en was er oprichter en directeur van de muziekschool. Ondanks het feit dat hij blind werd, bleef hij heel zijn leven lang de stuwende kracht achter het muziekleven in Hoogstraten en omstreken. Zijn liefde voor muziek en passie voor orgels hebben Katelijne en Paul geërfd en die delen ze graag. Bij deze ook een grote dankjewel aan hun neef Aloïs Van den Bossche, een groot verteller die de geschiedenis van Hoogstraten en van de familie Bruurs deelde voor dit boek. Aan hem is een goede historicus verloren gegaan. Als je in de Sint-Katharinakerk bent, kijk dan vooral even naar het prachtige glasraam van zijn familie, dat je rechts naast het zwaluwnestorgel – het Thomas-orgel – vooraan in de kerk kan zien.
Net als Bruurs is ‘Van Gils’ een bekende naam in de regio. VRTjournalist Lieven Van Gils is trots op zijn geboortestreek; als ambassadeur van de Koloniën van Weldadigheid gidst hij je graag door de voormalige kolonies van Wortel en Merkplas, samen met zijn goede vriend Philippe De Backer van Kempens Landschap. Samen vertellen ze hoe ‘de mars op Wortel’ en het
harde werk van velen ertoe geleid hebben dat de kolonies sinds vorig jaar erkend zijn als UNESCO Werelderfgoed!
Het is Guido Belcanto die de protestsong schreef voor deze mars, Wortel Kolonie Blues. Hij bracht zijn eerste levensjaren door in Wortel. Vol melancholie vertelt de zanger/kunstenaar over het verloren paradijs uit zijn kindertijd, over opgroeien in het dorp waar de landlopers van de kolonie een pintje kwamen drinken in het café van zijn moeder. Zo leerde hij al heel vroeg dat er een ander leven bestond, een leven aan de zelfkant. Hij gidst je door het Wortel van de vagebonden.
En ten slotte is er nog Cesar Zuiderwijk, die na vele omzwervingen over de hele wereld als drummer van de band Golden Earring neerstreek net over de grens, in Baarle-Nassau. Is er een betere gids voor deze bijzondere enclave, waar je telkens weer de grens over stapt tot je niet meer goed weet of je nu in Nederland of in België bent? “Maakt niet uit, of je nu ‘Bels’ bent of ‘Hollander’”, zegt Cesar zelf. “De mensen zijn hier altijd vriendelijk, het leven is hier goed.” Gastvrij, we zeiden het je...
Anne Peeters en Jan Crab, fotograaf