3 minute read
COEN PRINS IS EEN JONGEN VAN DE GESTAMPTE POT
from GrootSneek 12-2022
by GrootMedia
Ooit kwam Coen Prins (1961) bij een klant om goederen af te leveren. De man was blij dat Coen er was en begroette de chauffeur van Hoekstra zeer joviaal met een: “Ha, daar was de directeur al, wat fijn.” Coen keek de man aan en anticipeerde meteen zoals alleen hij dat kan: “Dan moet u mijn loonstrookje niet zien.” De klant glimlachte en reageerde alleen maar met: “Zin in een kopje koffie, chauffeur?”
Coen slaat het aanbod van het kopje koffie niet af. Nadat hij z’n bakkie heeft opgedronken zegt de klant: “Ik ga volgende week op vakantie naar Israël. Zou ik je loonstrookje mee mogen nemen?” Coen trekt z’n gezicht in een vraagteken, waarop de man zegt: “Dan stop ik het loonstrookje in een gleuf van de Klaagmuur!”
Advertisement
RUIM VIER DECENNIA CHAUFFEUR BIJ HOEKSTRA
Coen Prins is al 41 jaar met veel plezier in dienst bij Hoekstra. De chauffeur heeft voldoende zelfspot om degelijke verhalen te vertellen, waar hij zelf dan ook smakelijk om lacht. In die ruim vier decennia heeft Coen heel wat kopjes koffie gedronken, maar ook zeker complete maaltijden. “Ik nam nooit brood van huis mee, ik at onderweg wel”, vertelt Coen aan een van de tafeltjes van Bistro Jikke in Sneek, daar waar vroeger de oudste kastelein van Sneek haar wereldberoemde hotel runde. Rond ‘eterstijd’ waren we al met Coen in wegrestaurant ‘De Blauwe Tent’ geweest. Die bleek op maandags gesloten, zodat we de lekkere gehaktbal later nog eens zullen eten, daar in de buurt van Reduzum. Bistro Jikke is trouwens een prima ‘vervanger’ voor De Blauwe Tent.
ETEN IN DE GEVANGENIS
Coen heeft wat met eten, zegt hij zelf en slaat daarna op zijn omvangrijke buik. De alcohol heeft hij sinds vijf jaar afgezworen en dat bevalt hem meer dan uitstekend.
OVER ETEN GESPROKEN, VERTEL EENS, COEN. HOE GAAT DAT EN HOE GING DAT VROEGER MET DE WARME HAP?
“Ik had altijd wel een paar centen op zak, maar vaak kreeg ik onderweg ook wel eens wat. Ik moest zuivelproducten in de gevangenis van Veenhuizen bezorgen. Ik kwam in de keukens bij Norgerhaven, Bankenbos en Esserheem. Ik kon goed overweg met het personeel daar en ze stopten mij regelmatig een lekker karbonaadje toe. Soms al ’s morgens voor de klok van tien uur. Mijn ervaring is, wanneer je goed voor je klanten bent, dan krijg je ook wat extra’s terug.”
NORMAAL GESPROKEN GING JE TOCH NAAR WEGRESTAURANTS OM TE ETEN?
“Uiteraard at ik in wegrestaurants, die waren overal. Bij Johan in Heerde, de Zingende Wielen in Den Oever. In Friesland ging ik naar mooie wegrestaurants in Herbaijum, Deersum en Tjalleberd bij de rotonde om maar eens een paar te noemen. Als ik in de buurt was, dan stak Café Santos in Rotterdam er met kop en schouders boven uit. Daar op Katendrecht kwamen alle havenwerkers en chauffeurs. Ik was er 25 jaar kind aan huis. Net zoals veel Friezen en Groningers. Je kreeg daar een normale pot met aardappelen en verse groenten. Je kon vaak uit twee gerechten kiezen. Borden vol. Stamppot met een hele rookworst. Schouderkarbonaadje, het ‘gewone ouderwetse’ eten, daar hield ik van. Een biefstukje was vaak van het paard, gewoon goedkoper, maar even lekker als van een koe. Ik ben trouwens ook gek op Italiaans eten. Bij Santos werd je ’s morgens ook gewekt. Dan sloegen ze om vijf uur met de pollepel op de portieren. Ja, ze ramden je gewoon wakker.”
Coen aan een kom heerlijke uiensoep bij Bistro Jikke
GEHAKTBALLEN EN CHAUFFEURSCAFÉS HOREN TOCH BIJ ELKAAR?
“Ja, dat klopt. Een lekkere gehaktbal moet niet de hele dag in de pan liggen te dobberen. En zelf gemaakt. Ik maak thuis ook zelf de gehaktballen. Half om half met een gesnipperd uitje erdoor, eitje, paneermeel. In Lambertschaag had je vroeger chauffeurscafé ’t Karrewiel. Daar stond een heel oud vrouwtje in de keuken, Martje. Die maakte heerlijke gehaktballen. Als je daar de vork in prikte, dan viel de bal al half uit elkaar. Praat mij niet van die kunstballen die je bij de tankstations kunt krijgen. Dat zijn geen gehaktballen.”
Vrijgezelle Coen (“Dat heet single tegenwoordig”) kan altijd wel over eten praten, maar het gekke is dat hij tijdens het interview zijn bordje amper leeg krijgt. “Je kunt geen twee dingen tegelijk doen, eten en praten. Dat lukt niet”, is Coen stellig.
“Die uiensoep bij Jikke is trouwens lekker. En de gehaktbal bij De Blauwe Tent, daar moeten we later nog maar eens een grap van hebben!”