4 minute read

CATERAAR AGE NIJDAM HANGT DE POLLEPEL AAN DE WILGEN

CATERAAR AGE NIJDAM HANGT DE POLLEPEL AAN DE WILGEN “IK HEB ALTIJD MET MIJN GEVOEL GEKOOKT”

Als middelste kind uit een twaalftal van goed gereformeerd gezin Nijdam, wist Age al heel vroeg wat het betekende om aardappelen voor een grote groep te moeten schillen. Het pieperjassen werd hem spreekwoordelijk met de paplepel ingegoten. Later zou Age Nijdam (‘geboaren op 14 april 1956 in Sneek’) er nog plezier aan beleven, immers als dé salademaker van Sneek en omstreken mocht hij het jong geleerde nog heel vaak in praktijk brengen. Na 45 jaar komt er aan ‘Catering aan Huis’ een einde. Age gaat met pensioen en hangt de pollepel aan de wilgen.

Advertisement

“Na de Koningin Wilhelminaschool ben ik naar de Bakkersvakschool in Leeuwarden gegaan. Mijn eerste baantje in de keuken was als vakantiewerker in het Sint Antonius Ziekenhuis in de stad. Daarna heb ik nog een jaar of twee/drie bij de Hindelooper Kamer op het Oosterdijk gewerkt. Vervolgens kreeg ik een plek in de keuken van het toen nog Gereformeerde Verpleeghuis. Daar leerde ik de fijne kneepjes van het koksvak van Ben Pietersma, de bekende skûtsjesiler. Ik heb de overgang van het Gereformeerd Verpleeghuis naar de nieuwe locatie, De Ielânen ook nog meegemaakt. De Woldenhof werd mijn volgende arbeidsplaats, waar ik helemaal zelfstandig kok mocht zijn. Toen De Woldenhof samen ging met de GGZ moest ik ook naar die grote keuken in Franeker, dat leek mij helemaal niks. Ik heb toen gesolliciteerd als hoofd facilitaire dienst van Finkenburg. Dat was tot 2016 mijn laatste werkgever en toen ben ik helemaal verder gegaan als cateraar”, somt Nijdam al z’n activiteiten op. “Oh ja, ik ben ook nog lid geweest van de vrijwillige politie.”

Age is niet de enige uit het gezin Nijdam die liefde voor de keuken had, ook zijn broers Piet en Bart droegen de koksmuts. En moeder Aaltje had ook zeker geen hekel aan lekker koken. Blijkbaar zitten er culinaire genen in het bloed van en/of de Nijdams en de Bosma’s. “Moeke moest koken voor zo’n groot gezin. Als kinderen zaten we ’s morgens vroeg voor het naar school gaan al te aardappelen schillen. Het werd dan wel even gecontroleerd of we niet te dik schilden.”

HOE BEGON JE MET DE CATERING?

“Het begon op De Wieken, waar we toen woonden. Dat is nu bijna 45 terug. Na die ene salade wilden mijn opdrachtgevers er ook graag ‘iets warms’ bij hebben. Zo breidde dat steeds meer uit. Er kwamen steeds meer mensen bij ons die om ‘die lekkere salades’ vroegen. Waar die liefde voor het vak vandaan komt? Zeg het maar, ik weet het gewoon niet. Ik heb 25 jaar bij de facilitaire dienst van Finkenburg gezeten, maar daar stond ik dus wel dicht bij het restaurant. Ik stuurde wel aan en dat vond ik heel leuk.“

“BIJ ONS THUIS WAREN NOOIT RESTJES”

HOE KREEG JE HET STEEDS DRUKKER?

“Ja het groeide vooral door de mond tot mond reclame. We kregen een grotere koelkast, want dat was en is een van de belangrijkere dingen. Grotere pannen, grotere schalen. Ik deed het allemaal samen met Minke. Zij deed de inkoop en samen zaten we de aardappelen te schillen. Dat was best gezellig. We verkochten huzarensalades, tonijn, zalm en kip-kerrie. Later de pasta’s, het werd steeds uitgebreider. Mensen kregen in de loop van de jaren steeds meer geld te besteden en dat merkten wij. Niet alleen maar meer catering met de kerst, maar ook bestellingen voor een verjaardag of wat voor feesten dan ook. Het gekke was dat ik nooit reclame gemaakt hebt. Voor de gemeente heb ik ook heel veel werk gedaan. Toen het nieuwe restaurant kwam heb ik daar ook staan te koken. Geweldig toch?”

WAT GAF JE NU ZOVEEL VOLDOENING?

“Als ik bij iemand de salades mocht brengen, dan zette ik alles op tafel en wilde het ook graag mooi maken. Toch ook alle keren had ik spanning of er wel voldoende zou zijn. Dat was ‘fan hús út’ zo gegroeid. Wij waren een groot gezin en dat was vlug eten en als dat lukte was er misschien nog iets over. Anders was het op. Bij ons thuis waren nooit restjes.”

WELKE SALADES WAREN JE SPECIALITEIT?

“Huzaren- en zalmsalades. Die salades heb ik ooit van Ben Pietersma overgenomen. Een huzarensalade, dat is de basis. Doe je er ham in dan heet het huzarensalade en doe je er zalm in dan hebben we het over zalmsalade. Ik heb altijd met mijn gevoel gekookt, ik sta niet alles uit te meten en te wegen. Als de mensen het lekker vinden, dan vind ik het mooi. Het echte koken heb ik bij de Hindelooper Kamer geleerd van Jacques van den Oever, dat was een kunstenaar in de keuken. Als de bruine basissaus op was dan hadden we nog wel wat uiensoep staan, even binden en er paprika’s en uien door doen. En klaar was de saus. Maar werken in een restaurant was inderdaad werken als een ander vrij was, dat was met catering misschien ook zo, maar dan anders.

TOT SLOT WAT ZIJN DE TOEKOMSTPLANNEN?

“Eerst de restaurantkeuken verbouwen tot een ‘gewone’ keuken. Verder ga ik bij Van Smaak eten rondbrengen. Ja, je bedenkt het niet, ze vroegen mij of ik nog wat uurtjes over had.”

De zoon van Oebele Nijdam, boekhouder bij Normandië/KNM en Aaltje Nijdam-Boschma komt uit ‘un groate húshouding’, uit het Sperkhem in Sneek. Age is getrouwd met Minke Boonstra en vader van Pieter en Gerrit. En ondertussen ook al trotse opa van een tweeling van bijna een jaar en van Lars (11) en Lieke (14).

This article is from: