1 minute read

Mensenvles van gisteren

Mensenvlees, drie lettergrepen op de melodie van Yesterday van The Beatles, moet je eens proberen. In een van de strofes zit een actrice met sa raan, of een met gehakt opgevulde sportvisser. Ik weet het niet meer. De nieuwe tekst is van Hugo Matthysen, de Drs. P. van het zuiden, zonder piano, met een gitaar.

‘Mensenvlees! Oh, ik hou zoveel van mensenvlees!’ Ik zou het zo graag nog een keer horen, voor de recepten, voor de lol en voor de ongepaste rijmelarij. Maar de liedjes van Hugo Matthysen staan niet op Spotify. Ik heb Mensenvlees één keer gehoord in de schouwburg, en daarna is het verdwenen. Zijn programma Huroram! is op tournee, de karavaan trekt spoorloos verder. Want merchandise is er niet. Na de voorstelling geen tafel met pet, totebag of cd.

Advertisement

Het blijft voor altijd zoeken naar Dankuwel!, de plaat van Hugo Matthysen uit 1990. Ik was 15, ik had de cassette en kende alle liedjes uit het hoofd. Uiteraard is het bandje zoek. Blijft over: de galm van mijn geheugen, aangevuld met Mensenvlees en de laatste coupletten van Aardappelpuree.

‘Jippie ja hoo, jippie ja hee, een echte cowboy houdt van aardappelpuree’ - het deed flink deugd om in een zaal vol onnozelaars niet de enige te zijn. Na de voorstelling werden we opnieuw aan ons lot overgelaten. De wereld gaat aan realiteitszucht ten onder. Alles, alles, alles wordt gewogen op zijn waarheid. Iemand moet altijd, altijd, gelijk krijgen. De logica loslaten kan zo’n verademing zijn, zeker als Matthysen ze alsnog opnieuw laat rijmen.

Waar komt het eigenlijk vandaan, die oude smaak van nonsens in het Nederlands? Ik herinner me De Nijl nog, een liedje van De Nieuwe Snaar, uit 1986: ‘Einde mei drijft in de Nijl heel wat krokodillenkwijl. Dan zijn die beesten geil, zo blijft de Nijl op peil.’

In de bibliotheek vond ik op de platenhoes een naam: Hugo Matthysen. Hij had het lied geschreven. Zo heb ik hem leren kennen. Vrij van algoritmes had ik geen meisjesmuzieksmaak. Ik vond Arbeid Adelt! leuk en Drs. P. Het leverde weinig tongzoenen op. Geen, met name.

Het leed is lang geleden, zo lang dat ik er in de schouwburg van zat te genieten. Moet je eens op letten: nostalgie houdt zich veilig schuil in het comfort van het heden. Maar Mensenvlees, op de melodie van Yesterday, was nieuw. Hugo Matthysen liet iedereen grinniken en meezingen. Zo absurd is dat hele absurdisme natuurlijk niet. Zeker niet voor zijn publiek, wiens mensenvlees hoe langer hoe meer van gisteren is.

AN OLAERTS

Superlatieven te over wanneer het over de VlaamsJapanse pianist Alex Koo gaat. In Etudes voor piano zoekt hij de grenzen op tussen klassiek en jazz. ‘Sinds ik meer communiceer met mijn publiek’, zegt hij tegen EMILE HOLLMAN, ‘luisteren mensen anders.’

This article is from: