opinieblad voor zuid-limburg
april 2011 路 Jaargang 2 路 NUMMER 7 路 www.zuidmagazine.nl
Gevecht om de golfers topvrouwen De moeilijke weg naar de boardroom
internet Drie Limburgse succesverhalen
Chemelot Het ongeduld van Ger Wagemans
trend Paard verjaagt koe uit de wei
As man is considered a work of art...
...it deserves the very best restoration
HairStemcell Transplantation® (HST) is the absolute state of the art technique when it comes to restoration and regrow of your hair. Not only the scalp, but also the eyebrows, moustache, beard and even the eyelashes. Quick, comfortable, painless and: without any scar! Developed and patented by Hair Science Institute HST is available at our clinics in Maastricht, Amsterdam, London and Vienna.
HaarStamcel Transplantatie® (HST) is de absolute state of the art techniek als het gaat om restoratie en hergroei van uw haar. Niet alleen van het hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, snor, baard en zelfs wimpers. Snel, comfortabel, pijnloos en: zonder enig litteken! Ontwikkeld en gepatenteerd door Hair Science Institute staat HST tot uw beschikking in onze klinieken in Maastricht, Amsterdam, Londen en Wenen.
You will find all information at our website www.hasci.com. For more ‘before/after pictures’ please click on ‘Results’.
Ga voor meer informatie naar www.hasci.com. Klik voor meer voor-/nafoto’s op ‘Resultaten’.
THE INVENTORS OF HAIRSTEMCELL TRANSPLANTATION ®
+31(0)43-601 81 01 / INFO@HASCI.COM / WWW.HASCI.COM
MA ASTRICHT / AMSTERDAM / LONDON / VIENNA
?=JKL:G=J :=F D9;JGAP$ E==KL=J%:JGMO=J B9F OADD=E <=F @9JLG? =F @GHL=D=J JG?=J OGML=JK&
“Telen met trots en brouwen met liefde is genieten met smaak.”
Het lijkt zo eenvoudig: water uit eigen bron, gerst van eigen land en hop uit eigen tuin. Maar waar vind je dat nog? Gewoon in ons eigen Limburg! Bij Gulpener. Daar put onze meester-brouwer (‘Zeg maar gewoon Jan-Willem’) zijn natuur-zuivere water uit eigen bron en staat hij met liefde voor u aan de ketels. Daar verbouwt Ben Lacroix, samen met nóg dik vijftig andere milieuvriendelijke boeren uit de streek, zijn zonnige gerst en teelt Roger Wouters met trots de hoppigste hop. Gulpener bier is telen met trots, brouwen met liefde en genieten met smaak. Zó eenvoudig, dat het gewoon weer bijzonder is.
GH M& GH GFK& GH <= LG=CGEKL&
ooo&_mdh]f]j&fd
hoofdredactioneel commentaar 5
Uitgever Zuid Media Groep bv Postbus 4211 6202 WB Maastricht Tel. 043-3212144 mail@zuidmagazine.nl www.zuidmagazine.nl Oplage 30.000 exemplaren. Zuid wordt verspreid in Zuid-Limburg. Frequentie Zuid verschijnt tien keer per jaar, telkens in de eerste week van de maand Directie Peter Eberson peter.eberson@zuidmagazine.nl 06 55932918 Hoofdredactie mr. Maurice Ubags maurice.ubags@zuidmagazine.nl 06 24397212 Vaste medewerkers Peet Adams, Sander Bisscheroux, Mariëlle Hartmann, Ruud Linssen, Wim Ortjens, Pedro Rademacher, Guus Queisen, Paul Rinkens, Marco Soeters, Gwen Teo, Govert Derix, PeterPaul Verreussel, Charles Lückers, prof. dr. Mariëlle G. Heijltjes Fotografie Arnaud Nilwik, Koen den Os, Frits Widdershoven, Jeanine Opreij, Jean-Pierre Geusens Vormgeving Stefan Roex Grafisch Design Druk Senefelder Misset Doetinchem Verspreiding Alfa Groep, Jos Vaessen Abonneren www.zuidmagazine.nl Volgende nummer Het volgende nummer verschijnt 10 mei. Aanleveren materiaal voor 29 april. Auteursrechten Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van Zuid Media Groep worden gepubliceerd, openbaar gemaakt of verveelvoudigd. COVERFOTO Koen van Os Met dank aan Golfshop Rijk van Margraten
Regime change
D
e arabische lente heeft een bronsgroene variant. Ook in Limburg grijpt de jeugd de macht. Laurence Stassen (40) van de PVV, Martijn van Helvert (32) van het CDA en Mark Verheijen (35) van de VVD werken gezamenlijk aan een ‘regime change’ in het gouvernement. Ook bij andere partijen nemen jongeren het voortouw. Thijs Coppus (29) voert de SP aan. De provinciale politiek gaat verder zonder enkele beeldbepalende oud-gedienden. Gouverneur Leon Frissen vertrekt dit jaar. VVD-veteraan Jos van Rey verruilt dit jaar het Limburgs Parlement voor de Eerste Kamer. Odile Wolfs van de PvdA moet – volgens intimi met enige tegenzin – binnenkort wennen aan een leven buiten de politiek. En dan is er nog Ger Driessen, gewezen deputé van het CDA. Driessen, hoofdpersoon in zijn eigen Griekse tragedie. De geschiedenis herhaalt zich inderdaad. Hamvraag voor de toekomst is hoe de verjonging van het politieke establishment uitpakt voor de provincie. De versnellingsagenda, waarvan oudgediende Martin Eurlings (CDA) de geestelijk vader is, is een uitstekende zet geweest voor Limburg. Een strategische agenda, inzetten op enkele heldere speerpunten die Limburg vooruit helpen: Limburg had en heeft dringend behoefte aan die focus als het gaat om het inzetten van de middelen. Het is te hopen dat de nieuwe lichting zich con amore committeert aan de verdere uitvoering van de agenda. Grote vraag is ook welke rol de provincie bestuurlijk gaat spelen. De Krimpcommissie-Deetman adviseerde de provincie nadrukkelijk de regie te nemen in de samenwerking tussen de overheden in de regio’s in Limburg. Zal het de jeugd in het gouvernement straks lukken af te rekenen met de kerktoren-politiek die in veel gemeenten in ZuidLimburg leidt tot stilstand? En in het verlengde daarvan: lukt het de provincie op meerdere niveaus en in meerdere sectoren (zorg, onderwijs, arbeidsmarkt, woningmarkt en economie) partijen te binden aan hogere doelen dan het eigenbelang? Staat de jeugd op om schunkelend Limburg ook economisch en cultureel meer Schwung te geven? Het is te hopen dat de aanstaande verjonging in Gedeputeerde Staten en ook de grote wisselingen in het Limburgs Parlement voor het bestuur van de provincie niet tot een al te grote kennis-achterstand leiden. Juist een Macher en een ras-onderhandelaar
Hoofdredacteur Maurice Ubags
als Ger Driessen had in dat opzicht zijn kennis en ervaring goed kunnen overdragen aan de jeugd. Jos van Rey is wat dat betreft een veel betere coach voor jonge VVD-ers. De jeugd kan de provinciale politiek ook in andere opzichten een nieuw imago geven. Een zakelijk en integer imago. Een imago dat niet wordt bezoedeld door bonnetjes-affaires, door de geur van vriendjespolitiek. Een provincie die de subsidies niet alleen laat stromen naar de relaties die hun lobby het beste op orde hebben of getalsmatig (kiezers!) het sterkste zijn. Grote uitdagingen tegen de achtergrond van de vraag of de provincie überhaupt wel bestaansrecht heeft als bestuurslaag. Een discussie die eens in de zoveel jaren weer aangezwengeld wordt. Het is aan de jongeren te bewijzen dat de provincie dat bestaansrecht heeft. Bewijs dat geleverd kan worden in de vorm van een volkomen helder en transparant beleid. Een beleid dat leidt tot zichtbare resultaten. Van de nieuwelingen mag verwacht worden dat ze andere (politiek) bestuurders weten te inspireren. De gedeputeerden, maar ook de nieuwe statenleden, moeten per direct afscheid nemen van de ruwe omgangsvormen in het gouvernement. Debat is nodig omwille van het nemen van een zo goed mogelijk en zo breed mogelijk gedragen besluit, niet omwille van het debatteren zelf. Het is ook te hopen dat de nieuwe coalitie niet alleen de macht van het getal laat tellen, maar ook de kracht van argumenten, ook als zo’n argument al eens van de oppositie komt. De Limburgse lente is begonnen.
DE NIEUWE PEUGEOT 508. QUALITY TIME.
VANAF € 25.740,NU BIJ ONS IN DE SHOWROOM
Gem. verb. (afh. van type motor en model) l/100 km: 4,4-7,3; km/l: 22,7-13,7; CO2: 115-169 gr/km.
WELLING CARS B.V. Heerlen Autoboulevard Terhoevenderweg 97 Tel.: (045) 570 08 00 www.wellingautobedrijven.nl De Peugeot 508 is er vanaf € 25.740,-. In genoemde consumentenadviesprijs is de bonus-malusregeling op basis van de CO2-uitstoot verwerkt. Wijzigingen voorbehouden. Getoond model kan in details afwijken van de werkelijkheid. Vraag in onze showroom naar de voorwaarden of kijk op www.peugeot.nl.
COLUMN 7
april 2011
column
MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND ADVIES C O M P L E T E I N R I C H T I N G ADVIES C O M P L E T E I N R I C H T I N G VL OE RB E DE KKING RAAMDECORATIE VL OE RB E DE KKING RAAMDECORATIE W O O N A C C E S S O I R E S VERLICHTING W O O N A C C E S S O I R E S VERLICHTING RESTAURATIE EXCELLENTE SERVICE RESTAURATIE EXCELLENTE SERVICE
Relativiteit
D
at begint tegenwoordig ’s ochtends vroeg al bij het krieken van de dag. Ben je nog maar net uit de warme sponde gestapt, komend uit dat eindeloze droomland, of daar zijn onze wakkere vrienden van de media alweer om ons klaar en wakker te stomen voor alweer een nieuwe dag vol dingen die we allemaal moeten weten, waar we ons een afgewogen oordeel over moeten vormen, waar we stelling tegen moeten nemen, waar we vandaag eens uitgebreid over gaan meepraten. Nou weet ik niet hoe het u ’s morgens vroeg vergaat, maar ik heb ’s morgens altijd even tijd nodig om gewoon mens te worden. Een kopje koffie en een licht ontbijt wil daarbij helpen. Maar de mensen van de media zijn zo te zien al jaren wakker en hyperventileren erop los alsof ze per woord betaald worden. Alsof ze al uren in de startblokken hebben gezeten om ons te trakteren op hun nooit eindigende taalsalvo’s. We hebben het over Libië. Een land waar we het de afgelopen 30 jaar nooit over hebben gehad. Maar ja: dat is nieuws. Als er in een land niets gebeurd, dan is dat geen nieuws. Als er in een land wel iets gebeurt, maar we zijn er niet bij, dan is dat ook geen nieuws. Maar als er in een land iets gebeurt, en we zijn erbij, dan is het nieuws. Dat u dat even weet. We hebben het over Japan. Erg hè. Ja, heel erg. Wat kun je daar meer over zeggen? Nou, laat dat maar aan de mediamensen over. Geen nuance blijft onbelicht, geen splinter blijft onbesproken: hoe verder van ons bed, hoe meer we het naadje van de kous willen weten. Tussendoor doen we even de Randstedelijke filemeldingen (alsof dat nieuws is!), krijgen we om de tien minuten een hoogst actueel weerbericht (ha, fijn!) en houden de glanskale jongens van de beurs ons op de hoogte van de laatste koersdalingen. Dat alles wordt bij elkaar gehouden door een woud van gezellige, walmende tunetjes (dat kan harder!), die de laatste restjes slaap tussen mijn oren vergruizen. Ooit ging ik studeren aan de Academie voor de Journalistiek. Zodoende moest ik ook stage gaan lopen bij een heus dagblad. Ik was een ijverige stagiair, aldus mijn stagebegeleider. Op de redactie binnenland/buitenland moest ik overdag berichten selecteren voor de krant van morgen. Ik nam die taak
Pedro Rademacher
buitengewoon serieus. ’s Morgens om 10 uur had ik al genoeg berichten geselecteerd om alle binnenland- en buitenlandpagina’s mee te vullen. Tegen de lunch had ik genoeg om het hele dagblad, inclusief de zaterdagbijlage, te vullen. Na de lunch ging je dan noodgedwongen de hele middag heroverwegen. Soms schrapte je dan wel eens een bericht. Maar altijd met lichte twijfel. Kon ik de lezer dit laatste verkiezingsnieuws uit Tanzania wel onthouden? ’s Avonds droeg ik suf geprakkiseerd de volle dagproductie over aan de verse avondploeg. ’s Anderendaags sloeg ik verwachtingsvol de krant open om tot de ontdekking te komen dat van mijn hele dagproductie hooguit een klein berichtje was overgebleven, ergens onderin links op de derde buitenlandpagina. Dat leerde mij iets over de relativiteit van nieuws. Nieuws verdampt waar je bijstaat. Dat was nog in de tijd dat het nieuws pas om 8 uur ’s avonds voor het eerst op de buis kwam. Dan kon die redactie waarschijnlijk de hele dag buitengewoon wikken en wegen wat belangrijk was en wat niet. Als je in die tijd ’s morgens opstond was het heerlijk rustig in huis. Je las in stilte de krant voor wat lokale wetenswaardigheden, je at wat, dronk je koffie en werd langzaam mens. Je keek rond deze tijd van het jaar eens naar buiten door het raam en dacht maar één ding: ha fijn, lente!
Aan de Fremme 30/32 Aan de Fremme 30/32 6269 BE Margraten 6269 BE Margraten T 043 - 321 53 31 T 043 - 321 53 31 www.vanlijfinterieurs.com www.vanlijfinterieurs.com
vl_ad_zuid_sept2010.indd 1
12-08-10 10:30
8â&#x20AC;&#x201A; wielrennen
april 2011
Mathieu Cordang
Valkenburg definitief wereldwielerhoofdstad
WK wielrennen levert Zuid-Limburg meer dan veertig miljoen op Limburg is Neerlands wielerprovincie bij uitstek. Eigenlijk hebben we het dan vooral over Zuid-Limburg. Noord-Limburg mag dan Limburgs beste renner opgeleverd hebben, Peter Winnen, derde, vierde en vijfde plaats in de Tour, maar verder is er slechts incidenteel wat te melden. Zo was Venlo twee jaar geleden etappeplaats in de Vuelta, de Ronde van Spanje. Door wim kuipers
Maar zie eens wat er in het zuiden gebeurt. Elk jaar de Amstel Gold Race: urenlang op de buis, in meer dan tien landen. De dag ervoor is er een toerversie waar 12.000 mensen aan mee mogen doen. Mogen? Ja â&#x20AC;&#x201C; vanwege de veiligheid. De startbewijzen zijn binnen drie uur weg. Enkele maanden later is er de toertocht Limburgs Mooiste: dik 20.000 vrouwen en mannen martelen zich de heuvels op. Fromberg, Keutenberg, Cauberg. Vorige week was er de toerversie van de Hel van het Mergelland, een semiklassieker die voor een klein deel door de
Voerstreek en het Land van Herve voert. En dan het hoogtepunt: de wielerhoofdstad van de wereld ligt in Zuid-Limburg, Valkenburg aan de Geul. Onder andere daar wordt immers volgend jaar september voor de vijfde maal het wereldkampioenschap wielrennen gehouden. Geen plaats waar dan ook kan daar aan tippen. Het eerste WK werd er in 1938 verreden. Winnaar: een Belg. Tien jaar later idem dito: regenboogtrui voor Briek Schotte. Vervolgens mochten Zandvoort en Heerlen (1967) het WK organiseren, maar het
kwam terug naar Valkenburg: 1979 (Jan Raas zegevierde), 1998 en volgend jaar dus. Dat wil zeggen: de finish is in Valkenburg, maar verder hebben vrijwel alle gemeenten in Zuid-Limburg iets van het WK toebedeeld gekregen. Zo begint het echte WK, dat voor de profs, met een triomftocht van honderd kilometer door Zuid-Limburg. De start is in Maastricht, en dan koersen de vedetten via Elsloo, Sittard over de geduchte heuvels naar Valkenburg, waar nog tien rondjes van 16,5 kilometer volgen. Een nieuwtje, evenals twee ploe-
wielrennen 9
april 2011
“De organisatoren van de toerversie van de Gold Race beweren dat er wel 70.000 mensen mee zouden willen doen”
gentijdritten en een kampioenschap voor de jeugd; meisjes én jongens. Het hele WK duurt daarom een dikke week, en moet Limburg, at the heart of Europe, zoals de bijbehorende slogan luidt, minstens veertig miljoen bruto opleveren. Euro’s. De kosten zijn begroot op tien miljoen, waarvan bijna de helft van sponsors verwacht wordt. Het bedrag van 40 miljoen is een schatting, voornamelijk gebaseerd op de economische effecten van twee enigszins vergelijkbare WK’s, in Stuttgart (2007) en Varese (Italië, 2008), die allebei op ongeveer dat bedrag uitkwamen. Limburg hoopt op meer, zegt Vincent van der Stouwe, perschef WK 2012. “Het bedrag van 40 miljoen is echt een minimum”, verzekert hij, want het WK duurt volgend jaar negen dagen, in plaats van de vijf dagen van de kampioenschappen Oude Stijl (Varese en voorgangers). Er komt een heel weekend bij, met iets nieuws; een ploegentijdrit voor de grote teams – dus geen landenploegen. Mochten de huidige Nederlandse ploegen alle drie meedoen, kan dat duizenden toeschouwers extra betekenen. En wat als Geesink of wie weet Wout Poels de Tour wint? Ook de belangstelling uit Vlaanderen en Wallonië (Philippe Gilbert) hangt voor een deel af van de mate van wielerkoorts. En van het weer natuurlijk. Maar het bedrag van 40 miljoen wijkt zeker niet af van andere wielerbaten. De Hogeschool voor Toerisme en Verkeer in Breda heeft twee maal onderzoek gedaan naar wat de jaarlijkse Amstel Gold Race economisch voor Zuid-Limburg betekent. In 2004 gaven bezoekers ruim elf miljoen uit in deze regio, vier jaar later liefst zestien miljoen. Hier horen de uitgaven van mensen uit de streek niet bij. De bezoekers van buiten werd ook gevraagd: waren ze ook naar Zuid-Limburg gekomen als de wielerklassieker er niet geweest was? Pas
valkenburg Valkenburg lijkt ook de juiste plaats voor een Nationaal Wielermuseum. Helaas: het voormalige mijndorp Blegny, achter Visé, heeft zo’n museum al vrijwel rond. Basis daarvan is een expositie die nog tot juli aanstaande te zien is. Een expositie die wat weg heeft van een plakboek. Een plakboek vol truien, vaantjes, onderscheidingen, medailles, bekers en zelfs vaantjes. Uniek vaak, maar je kunt je afvragen: wat is er leerzaam of bezienswaardig aan een gesigneerde gele trui van Armstrong? Of aan de bergtrui van de Giro. Misschien kan de wereldwielerhoofdstad daarom beter met een educatief museum beginnen, gewijd aan het vaderlandse wielrennen. Uiteraard heeft het bronsgroene wielrennen daar een hoofdrol. Er is veel over te vertellen. Over de gebroeders Marcel en Charles Kerff uit de Voerstreek, die meer dan een eeuw geleden al aan de Tour meededen. Ter vergelijking: de eerste echte Nederlander startte eerst in de jaren dertig. Jan Lambrichs uit Bunde was de eerste Nederlander die in de Tour bij de top-tien eindigde: achtste in 1939. Valkenburg heeft ook twee wereldrenners voortgebracht. Raymond Meijs werd wereldkampioen bij de junioren, en Jan van Hout verbeterde in 1933 het werelduurrecord – in Limburg notabene, op de baan
dan weet je de ware baten. Een ander cijfer: meer dan negentig procent van de ondervraagden zei 26 euro per dag uitgegeven te hebben aan eten en drinken. De meeste bezoekers boekten twee of meer nachten een hotel. Ter vergelijking: toeristen geven gemiddeld (inclusief overnachtingen) 41 euro per dag uit in Limburg; het hoogste bedrag van Nederland. Gemiddeld is dat maar 29 euro. Noord-Holland is tweede. Amsterdam is wel duur, verklaart de VVV Zuid-Limburg, maar aan de kust verblijven de mensen veelal op campings. Bovendien levert het Bourgondische, wat dat dan ook moge zijn, heel wat extra’s op. Het WK is mede bedoeld om een duurzame belangstelling voor Limburg te kweken. Om zeker een jaar of drie, vier extra mensen naar het Heuvelland te lokken. Dat lijkt een gok, hoewel: de organisatoren van de toerversie van de Gold Race beweren dat er wel 70.000 mensen mee zouden willen doen. Als er nu later eens een 30.000 van hen de route of een deel
van Maasniel, nu Roermond. Het record was bijna twintig jaar oud. Van Hout had maar enkele dagen plezier van zijn record: een Fransman verbeterde het in Sint-Truiden. Van Hout ging in de oorlog in het verzet en stierf, nog geen veertig, in het concentratiekamp Neuengamme. Hij heeft nu een monumentje in zijn geboorteplaats. Overigens: ook de gebroeders Kerff stierven geen natuurlijke dood. Charles verongelukte in een koers, Marcel werd door de Duitsers in WO I opgehangen. Verhalen genoeg. Over Mathieu Cordang (1869-1942) uit Blerick bijvoorbeeld. Wereldkampioen al in 1895, op de baan. Hij reed verder een wereldrecord over één etmaal: 1030 kilometer. Almere eerde hem met een straatnaam: het Cordangpad. Fred Rompelberg (Maastricht) heeft nog steeds het werelduurrecord achter zware motoren (bijna 86,5 kilometer), en is houder van het snelheidsrecord: achter een racewagen bereikte hij op de zoutvlakte van Utah (USA) een snelheid van 268,831 kilometer per uur. En als er een museum komt: is er dan geen zijkamertje beschikbaar voor de Neel, journalist Jean Nelissen? Een kamer met zijn boeken en een compilatie van de reportages die hij maakte? Interessanter dan een trui.
daarvan op eigen houtje komen rijden, is dat meteen kassa. Kan makkelijk, want de hele route is sinds eind vorig jaar bewegwijzerd. Je kunt koersen wanneer en met wie je zelf wil. Het gaat echter niet alleen om mensen die hier komen koersen. Misschien willen ze uitrusten. Er is een officieel cijfer, zegt Van der Stouwe: “het zogeheten terugkomeffect. Dat wordt geschat op 300.000 bezoekers per jaar. Mensen die ook buiten het wielerseizoen naar Zuid-Limburg komen.” Officieel is het aantal dagjesmensen niet te meten, maar Zuid-Limburg is momenteel de snelst groeiende toeristische regio van Nederland, met – het wordt misschien vervelend: Valkenburg als kopman. De wielerstad heeft 1,1 miljoen overnachtingen tegen Maastricht een 800.000. En de Keutenberg dan, de Koning van Spanje, de Vaalserberg, doen die niet mee? Zeker: overig Heuvelland heeft bijna drie miljoen overnachtingen. Toeristisch Zuid-Limburg hoeft dus voorlopig nog niet wakker te liggen.
10 internet
april 2011
ten, maar hier een bedrijf opbouwen. “We zijn wel een uitzondering hoor,” zegt Bart. “Negen op de tien afgestudeerden van de Hotelschool vertrekken meteen naar Amsterdam omdat ze daar denken snel een goede baan te vinden. Wij blijven hier. We vinden Maastricht een fantastische stad.”
Bart Oosterholt en Rens van den Berg
“Met SocialDeal leer je de stad beter kennen” Internet maakt het mogelijk om tegen lage kosten een bedrijf te starten. Limburg telt inmiddels een aantal succesvolle internetbedrijven. Het nog jonge SocialDeal uit Maastricht lift mee op het succes van de internationale kortingsite Groupon. Door Peter Eberson foto jean-pierre geusens
De ouderwetse papieren kortingsbon die je vroeger uit krant of weekblad knipte is op internet bezig aan een digitale comeback. Websites als Groupon, Livingsocial en MyCitydeal (inmiddels onderdeel van Groupon) bieden kortingen tot 90% procent op restaurants, bars, sportclubs, bioscopen of wellnessarrangementen. Het gevolg van het succes van de internatio-
nale kortingsites is dat er lokale varianten ontstaan. In Maastricht is dat SocialDeal. nl, opgezet door twee net afgestudeerde studenten van de Hoge Hotelschool. De 24-jarige Rens van den Berg en de 21-jarige Bart Oosterholt afkomstig uit respectievelijk Utrecht en de Achterhoek, zijn nu eens twee studenten die na hun opleiding niet linea recta Maastricht verla-
Het idee om ondernemer te worden kreeg het tweetal tijdens hun afrondende stage in een hotel in Zuid-Afrika. Rens: “Dan loop je met ideeën rond, maar merk je dat je niet snel iets kunt veranderen omdat bij een grote internationale hotelketen alles vastligt en veranderingen moeizaam gaan. Toen dachten Bart en ik ‘we beginnen voor ons zelf’.” Klinkt allemaal leuk, maar de twee beseften ook wel dat geen bank een leuk idee van twee studentjes zou financieren. “Dan kun je eigenlijk alleen een internetbedrijf beginnen, want dan zijn de opstartkosten en de risico’s nog te dragen. Het gaat in ons geval om een investering van enkele tienduizenden euro’s. Geld dat de studenten zelf hebben verdiend. Bart en Rens werden wat minder gesignaleerd in de uitgaansbuurt rond het Amorsplein in Maastricht en wat meer in allerlei bijbaantjes. Een zomer lang werkten ze allebei meer dan tachtig uur in de horeca om geld te verdienen om hun bedrijf te kunnen starten. Dat bedrijf bestaat letterlijk uit twee laptops en een Ipad in het appartementje waar ze wonen. “Het idee is eigenlijk eenvoudig,” legt Rens uit. “SocialDeal is een website waar elke dag een interessante aanbieding op staat van een lokale ondernemer uit Maastricht. De site biedt een korting van minimaal 50 procent en gaat alleen door bij een gegarandeerd aantal deelnemers. Wie de aanbieding wil hebben klikt op de knop KOOP NU, betaalt de deal en krijgt een voucher als betaalbevestiging om mee te nemen naar de ondernemer. Mocht er te weinig interesse voor een bepaalde deal zijn, dan wordt het geld ogenblikkelijk teruggestort.” SocialDeal is vooral bedoeld voor die bedrijven die net om de hoek van drukke plekken liggen. “Ondernemers op het Vrijthof krijgen vanzelf klandizie en ook op plekken als het Onze Lieve Vrouweplein komen voldoende mensen. Maar een stukje verderop liggen vaak hele leuke restaurants of cafes die minder bekend zijn. Die proberen we door SocialDeal aan extra klanten te helpen. Bart: “Als student woon je vier of vijf jaar in een stad, maar eigenlijk bezoek je steeds dezelfde plekken. Je stamkroeg,
internet 11
april 2011
je vaste restaurant of discotheek. Loop je vier jaar in Maastricht en ken je de stad eigenlijk nauwelijks. En we merkten dat wij niet de enigen waren. Door aanbiedingen van bedrijven te kiezen die minder bekend zijn, komen mensen ook eens op andere plekken en het bedrijf heeft nieuwe klanten. Met SocialDeal leer je de stad beter kennen.” Voor de twee jonge ondernemers is het voordeel van internet overduidelijk. Rens: “Internet maakt marketing meetbaar. Als een bedrijf een advertentie in de krant
plaatst is het rendement moeilijk meetbaar, maar als wij een aanbieding op SocialDeal zetten is meteen zichtbaar hoeveel er is verkocht. De deal staat nu nog 48 uur op de website, maar dat wordt straks 24 uur. Iedereen ziet precies hoeveel er verkocht is en of de deal doorgaat. Een aftellende klok laat zien hoeveel tijd er nog is om te bestellen. Het woord social staat niet voor niets in de bedrijfsnaam. Hyves, Twitter, Facebook en Linkedin zijn de middelen die ingezet worden. Het mooie is namelijk dat als je
drie vrienden zo ver krijgt om de deal te bestellen, de deal voor jou gratis is. Door social media kun je in korte tijd enorm veel mensen bereiken,” zegt Rens. Dat de website in een behoefte voorziet is twee maanden na de start overtuigend bewezen door het aantal leden. Dat groeit elke dag gestaag. Bart: “Als we in dit tempo doorgroeien halen we binnen een half jaar 25.000 leden. Dat is een kwart van de Maastrichtse bevolking.” www.socialdeal.nl
Ivo Maas en Guido Wintjens
“We geven onze privacy op voor gratis diensten” Internet, cloud, virtual communities, smart devices, apps. De ontwikkelingen gaan razendsnel. Voor de huidige en toekomstige generatie is internet een basisbehoefte. Net zoals eten en drinken. Des te opvallender is het dat veel Limburgse bedrijven nog altijd niet verder komen dan een (verouderde) website. Een kwestie van tijd denkt Guido Wintjens van het bedrijf Ivengi. Door Peter Eberson foto jean-pierre geusens
“Mijn bank vroeg me laatst wat ik met mijn bedrijf dit jaar ga doen. Ik vroeg ‘dit jaar? Ik kijk niet verder vooruit dan twee, drie maanden.’ Zo snel gaan de ontwikkelingen met internet.” Neem het voorbeeld van Groupon, de van oorsprong Amerikaanse kortingssite. Het bedrijf van de 30-jarige oprichter Andre Mason, bestaat ruim twee jaar en is het snels groeiende bedrijf ter wereld. Google bood vorig jaar zes miljard dollar voor het bedrijf, maar Mason zei nee. Guido Wintjens (HBO-informatica) begon in 2001 samen met Ivo Maas het bedrijf Ivengi. “De naam is een samenvoeging van Ivo en Guido,” zegt Guido. “Ik heb wel een letter moeten inleveren, maar het klinkt goed. Bovendien konden we met Ivengi alle .com, .nl en .be domeinnamen vastleggen, een voorwaarde voor
12 internet
april 2011
ons bedrijf.” In het begin ontwikkelde Ivengi vooral websites voor bedrijven. Dat doet het bedrijf nog steeds, maar de inmiddels 25 (!) medewerkers houden zich nu vooral bezig met het ontwikkelen van online applicaties. “Iedere bedrijf heeft inmiddels een website,” zegt Guido. Dat is altijd de eerste stap. Als je een bedrijf zoekt, bezoek je de website om een eerste indruk te krijgen. De website zegt veel over je bedrijf. Maar in 2011 is alleen een website niet voldoende. Een internetstrategie zou elk bedrijf moeten hebben. Ik verbaas me nog elke dag als ik een jaarverslag van een bedrijf lees en ik merk dat er geen letter wordt geschreven over internetstrategie. Dat zul je tegenwoordig echt moeten hebben,” zegt Guido Wintjens. Van websitebouwer ontwikkelde Ivengi zich tot bouwer van online applicaties. “We optimaliseren bedrijfprocessen. Cloud speelt daarbij een belangrijke rol. In feite is cloud, de wolk, het internet. Had in het verleden ieder bedrijf zijn eigen server en systeem, tegenwoordig gaat bijna alles online. Van boekhouden, tot archiveren en
van mailen tot back-upsystemen. Dropbox bijvoorbeeld is een ultiem voorbeeld van een online applicatie. Het systeem biedt opslagruimte voor gegevens en je kunt van elke computer waar die ook staat werken in het systeem. “Als bedrijf hoef je je niet druk te maken over back-ups of beveiliging. Ivengi ontwikkelde zelf een content management systeem voor websites volgens de online-methode. “Bedrijven willen graag zelf de inhoud van website kunnen aanpassen. We hebben een online-systeem voor alle gebruikers. Dat betekent dat als een update wordt doorgevoerd alle bedrijven in een keer de meest recente versie hebben. Als bedrijf hoef je je nooit meer druk te maken over updates en beveiliging,” zegt Guido. Internet is cruciaal. Met de opkomst van Blackberry, I-Phone I-Pad en laptops zijn we iedere dag langer online. We kunnen op alle momenten van de dag op internet. Dat verklaart ook de groei van communitywebsites als Hyves, Facebook en Linkedin. Communities gaan een steeds belangrij-
kere rol spelen. Via de communities komen we steeds meer te weten over interesses van mensen. Het ondergoedmerk Bjorn Borg gebruikt deze informatie op een slimmer manier. Het merk wordt het meest genoemd bij het rijtje favoriete merken op Hyves. Via Hyves kan het merk exact achterhalen wat de consument wil, welke kleuren favoriet zijn en welke stijl. Daar past het bedrijf de collectie op aan. Google doet hetzelfde. Geen ander bedrijf weet zoveel over de gebruiker als Google. Dat is de strategie van het bedrijf. Het lijkt op het eerste gezicht vreemd om gratis diensten aan te bieden, maar Google komt wel steeds meer over je te weten. De mensen zijn bereid steeds een stukje van hun privacy weg te geven in ruil voor een gratis dienst. Je geeft makkelijk je emailadres, je geslacht, of geboortedatum weg. Een bedrijf als Google krijgt zo informatie van miljoenen mensen. Informatie die weer beschikbaar komt voor adverteerders. ”
— a d ve r te n t i e —
Snelle incasso’s op advocaatnivo
Specialisten in ondernemingsrecht, financieel-economische problemen en bouw Tempsplein 29 | 6411 ET Heerlen | T: (045) 571 30 00 | F: (045) 571 66 66 | E: info@luckers.nl De Geusseltweg 33C | 6225 XS Maastricht | T: (043) 362 52 52 | F: (043) 363 72 73 | E: info@advocasso.nl 0032507.pdf 1
23-11-2009 13:56:06
internet 13
april 2011
Gerrie Coerts
“WijLimburg.nl brengt structuur in het economisch nieuws” Het Limburgse Midden- en Kleinbedrijf (mkb) zichtbaar maken. Met die gedachte is de website WijLimburg.nl opgezet. Initiatiefnemer Gerrie Coerts vond dat het mkb te weinig zichtbaar was. Door Peter eberson
“Er werken maar liefst 500.000 mensen in het mkb in Limburg en toch zijn deze mensen weinig zichtbaar. Het Financieel Dagblad, waar ik werkte was op zoek naar manieren op het mkb te ontsluiten. Met papier zou dat te kostbaar worden. Het FD onderzocht of internet de oplossing zou bieden. Daar hebben wij elkaar gevonden. En in de regio. Daarom zijn we begonnen in Limburg, omdat we daar de meeste kans van slagen vallen. De regio is belangrijk. Limburgers hebben iets met elkaar. Je voelt en noemt je Limburger. In de Randstad noem je je geen Zuid-Hollander. Wel Rotterdammer.” Met die uitgangspunten voor ogen is WijLimburg opgezet. Platform voor en door ondernemende Limburgers. De website is een grote bron van informatie voor ondernemers. Een website met dagelijks
eigen nieuws, filmpjes en dagelijkse digitale nieuwsbrief. Voor Gerrie Coerts, van huis uit journalist, was goede journalistiek een vereiste. De website draait om journalistiek. “Dat is de kracht van WijLimburg,” zegt Coerts. We brengen structuur in het nieuws en we brengen ondernemers met de nieuwsbrief kort bedrijfsnieuws.” Meer dan 13.000 nieuwsbrieven worden elke dag naar de mailbox van evenzoveel geïnteresseerden gestuurd. En dagelijks komen daar vijf nieuwe abonnees bij. De lezers zijn vooral ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf, maar ook de top van het Limburgse bedrijfsleven leest de nieuwsbrief, weet Coerts. “Ik houd natuurlijk het websitebezoek en het klikken op items in de nieuwsbrief goed bij. Zo weet ik dat ook de topbestuurders van Limburgse multinationals de nieuwsbrief
lezen. Door dagelijkse analyse van de cijfers weet Coerts ook dat de website sinds de start in populariteit groeit. “We zitten nu op ongeveer 13.400 unieke bezoekers per maand. Voor een website in een nichemarkt is dat best veel.” De initiatiefnemer merkt ook dat de filmpjes op de website goed bekeken worden. Die filmpjes maak ik helemaal zelf. In Noord-Limburg doet journalist Bart Ebisch dat voor WijLimburg. De filmpjes kunnen weer doorverkocht worden aan andere websites. Geld verdienen doet Coerts met de verkoop van advertentieruimte op de site, door het laten sponsoren van rubrieken en door subpagina’s te maken voor gemeenten. “Gemeenten betalen een klein bedrag per inwoner voor hun webpagina’s op WijLimburg. Door onze database beschikken we over enorm veel gegevens. Die kunnen we op een slimme manier aan andere doorverkopen.” Coerts spreekt weliswaar in de we-vorm, maar WijLimburg.nl wordt van thuis uit door Gerrie Coerts in zijn eentje gemaakt. “Met hulp van freelancers en door slim gebruik te maken van de techniek,” verklaart hij. Gerrie Coerts hoopt met zijn website het saamhorigheidsgevoel bij ondernemers te vergroten. “Niet alleen informeren, maar ook inspireren. Dat doel poogt hij te bereiken door ondernemers samen te brengen. Niet alleen op internet, maar ook fysiek met bijeenkomsten. Het succes van WijLimburg.nl kreeg een vervolg over de grenzen. Sinds vorig jaar exploiteert de Belgische uitgever Concentra het zusje van WijLimburg onder de naam MadeinLimburg.be. “Concentra heeft ons opgezocht en zo is het balletje gaan rollen. Ook over de grens is de website inmiddels een succes. “Door ons puur op economie te richten hebben we een nichemarkt te pakken. Maar een markt die wel iedereen bezighoudt. Bijna iedereen werkt en heeft met economie te maken. Economie blijft de rode draad. Nu en later.”
De website WijLimburg.nl is sinds september 2009 in de lucht. Het is een initiatief van journalist Gerrie Coerts, die eerder bij de NOS en het Financieel Dagblad werkte. Coerts zette het bedrijf op met steun van het Stimuleringsfonds voor de Pers. Aandeelhouders zijn verder LIOF (20%), Limburgerse Werkgevers Vereniging (LWV 5%) en de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB, 5%).
14 interview
april 2011
Het enthousiaste ongeduld van Ger Wagemans Diverse wapenfeiten rondom Chemelot in Sittard-Geleen zorgden begin dit jaar voor veel aandacht in de media. Voor insiders was het ‘niet meer’ dan het in elkaar vallen van de laatste puzzelstukken van een ambitieus totaal. Govert Derix sprak met Chemelot-kwartiermaker Ger Wagemans over Brainport, excelleren, een enthousiaste premier, de relatie tussen Sittard-Geleen en Maastricht, en kunstheupen. Door Govert Derix foto’s Jean-Pierre Geusens
Puzzelstukken... Ger Wagemans: “Precies. Met als centrale vraag: wat is wezenlijk voor de groei in Zuid-Limburg, Limburg, Nederland en Europa? We hebben daarvoor gekeken naar sectoren die zeer kansrijk zijn om het welvaartsniveau op peil te houden. Rond de jaarwisseling was het plaatje compleet en werd het officieel vastgesteld door het College van GS, de Raad van Bestuur van DSM, Universiteit Maastricht en het Academisch Ziekenhuis. Als drie van zulke partijen samen zeggen ‘Dít is het, hier geven we samen een klap op’, dan heb je een prima moment. Tegelijk vielen op het gebied van onderwijs puzzelstukken op hun plek.” Je hebt het dan over een op te richten Expertisecentrum Chemie door de Hogeschool Zuyd en een Centrum voor Innovatief Vakmanschap door Arcus College en Leeuwenborgh. “Exact. De ministeries van EL&I en OCenW
vroegen vorig jaar in heel Nederland om initiatieven in te dienen om onderwijs en bedrijfsleven beter op elkaar te laten aansluiten. Van de 33 aanvragen gingen er 26 de prullenbak in. Van de zeven die overbleven waren er twee in Zuid-Limburg. Met als toelichting dat dit niet de zoveelste vraag was om geld, maar dat dit is hoe het normaal zou moeten gaan.”
Vanuit de zogenaamde Triple-O-gedachte, waarbij onderwijs, onderzoek en ondernemerschap elkaar moeten versterken?
“Triple-O en Triple-Helix... dat zijn mooie strikjes om de verpakking. Het gaat om de mensen. Wie zijn dat? In het onderwijs zijn dat onderwijskrachten, ondersteunend personeel en leerlingen. In het bedrijfsleven zijn het de mensen die het fysieke werk doen en de mensen die het proces managen. Als je die twee op elkaar legt, moet je een doorlopende leerlijn hebben, waarbij mensen van lagere school tot universiteit kunnen doorstromen, zodanig dat het aansluit op de wensen van het bedrijfsleven. Als dat lukt, is het puur genieten. Het bedrijfsleven moet dan bereid zijn te investeren en mee te werken in de vorm van bijvoorbeeld gastcolleges en docentenstages.” Domeinen komen samen... “Iedereen beseft tegenwoordig dat de samenleving complex in elkaar zit. Dus ook het bedrijfsleven. Het idee dat we het allemaal alleen kunnen is steeds meer achterhaald. Je komt steeds meer tot de ontdekking dat je anderen nodig hebt. Als bedrijfsleven heb je het onderwijs nodig om goed geschoold personeel te krijgen. Mensen in de samenleving vinden het plezierig als hun kinderen naar een opleiding kunnen waarmee ze later werk
vinden dat ze met plezier doen. Een overheid vindt het belangrijk dat ze in een streek met succesvolle bedrijven en succesvolle burgers overheid kan spelen. Vanuit totaal verschillende invalshoeken heeft iedereen hetzelfde belang. Dat is ook de basis van de samenwerking binnen Chemelot – als campus en als industrieterrein. Wij vallen trouwens allang niet meer samen met DSM.” Voor veel Limburgers is dat nog altijd wennen. “Op de industriesite beweegt het aan-
deel van DSM zich tussen de twintig en vijfentwintig procent. De rest zijn allemaal andere bedrijven. Als je naar de campus kijkt, domineert DSM nog met zeventig procent. Maar als je klassiek tegen de locatie aankijkt, zie je nog altijd dezelfde schoorstenen. Ik neem het dan ook niemand kwalijk als hij denkt dat hier in vijfentwintig jaar niets is veranderd. Hier verandert echter turbulent veel! Het geld in BV Nederland wordt verdiend in drie economische topgebieden: de zogenaamde Mainport rondom Schiphol, de Seaport rondom Rotterdam en de Brainport van Zuidoost-Nederland. Jan Zuidam – onder andere voorzitter LWV en trekker van Brainport 2020 – introduceerde het als een mantra: dit gebied is goed voor 35 procent van de export, 45 procent van de private research en 55 procent
16 interview
april 2011
“Chemelot is méér dan DSM”
van alle Nederlandse patenten. Het zuiden is dus niet alleen van eminent belang voor de BV Nederland, maar ook binnen de wereldconstellatie. Brainport heeft twee concentratiepunten: Eindhoven en SittardGeleen. Beide beschikken over campussen van nationaal belang. Het zijn kraamkamers voor het bedenken en maken van nieuwe producten. Hoe? Door samenwerking van onderzoek, opleiding en bedrijfsleven. Met als mooie constatering dat het bedrijfsleven niet alleen profit- maar ook maatschappelijk is gedreven. Producten worden bedacht en gemaakt op basis van maatschappelijke afwegingen. Neem een bumper van Sabic. Daarbij gaat het niet alleen om de bescherming van de auto, maar ook om het bij een onverhoopt ongeluk zoveel mogelijk sparen van de voetganger.” Er wordt breder gekeken. “Absoluut. Het nut van het voorkomen of uitstellen van bijvoorbeeld dementie is van eminent belang voor de patiënt, maar denk ook aan de familie en de besparing van maatschappelijke kosten. Of denk aan medicijnen die je nog maar één keer hoeft te slikken in de vorm van capsules die op de juiste plek in het lichaam op het juiste moment de juiste dosering afgeven. Of realiseer je dat kunstheupen bij ouderen in de top 3 staan van producten die de kwaliteit van leven aanzienlijk verbeteren. Ontzorging is hier het sleutelwoord. Iedereen kent oma met haar pillendoosje en de familie die zich zorgen maakt of ze haar medicijnen niet vergeet. Je hebt het dan over biomedische materialen; producten waar geld mee wordt verdiend én die een grote maatschappelijke betekenis hebben. Daarmee heb je meteen de kracht van de samenwerking met het Academisch Ziekenhuis en de universiteit te pakken. Fantastisch dat dit allemaal bedacht wordt in Sittard-Geleen en Maastricht. Als sportfan durf ik het zonder meer te zeggen: in het bedrijfsleven en in Zuid-Limburg met een stevig aantal MKB-ondernemingen zijn we dus echt Champions League.”
Ger Wagemens
Je zit in het tophandbal... “We spelen nu de
playoffs en willen graag de oude tijden van nationaal en internationaal succes laten herleven. Maar dat gevoel: in het bedrijfsleven zijn we er al.”
Als je het dan toch persoonlijk maakt: je hebt twee kunstheupen... “Al vijftien jaar.
In die tijd werd Dyneema (een supersterke kunststofvezel van DSM, GD) nog niet in het lichaam gebruikt. Mijn toenmalige orthopeed, professor Geesink, wees me op de mogelijkheden daarvan. DSM had echter toentertijd de kennis en kunde nog niet. Inmiddels wel; Dyneema is nu als hechtdraad, voor kunstheupen en vele andere medische toepassingen niet meer weg te denken. Soortgelijke visioenen openen zich nu op het vlak van tissue-engineering voor darmen en hartkleppen van kunststof. Allemaal dingen die je aan de buitenkant van deze locatie niet ziet. Daar zie je koeltorens, witte rook en naftakrakers.” Maar die bijna vijftig nieuwe bedrijven die hier sinds de start van Chemelot kwamen zie je inderdaad niet… “ Ze zitten voor-
namelijk in enkele bedrijfsverzamelgebouwen. Omzetcijfers kan en mag ik niet geven. Maar het gaat om bedrijven met vijf à vijftig mensen. In vijf jaar kwam hier
vijfhonderd fte nieuwe werkgelegenheid. Enkele weken terug was premier Rutte op werkbezoek. Zijn voornaamste vraag: ‘Waarom komen jullie hier naar toe?’ En het bijna verbaasde antwoord van bedrijven uit Frankrijk, Canada en Nederland: ‘Omdat het hier gebeurt!’” Hoe begon het Chemelot-verhaal? “In 2004
stelden we ons de vraag naar de toekomst van dit terrein. Zullen al die 800 hectare ofwel 1500 voetbalvelden allemaal DSM blijven? Hoe ziet het er over tien jaar uit? Zelf zat ik in de rol van locatie-exploitant.” Je was toen al voor DSM actief geweest als jurist, HR-manager en manager veiligheid, gezondheid en milieu. Je huidige functie lijkt daarvan een synthese... “Ik voel me
inderdaad als een vis in het water. In 2004 kozen we voor de strategie om derden te gaan aantrekken. Gelijktijdig verkocht DSM petrochemie aan Sabic, en hadden we meteen de eerste nieuwe partij. Daarna gingen we op basis van strategische keuzes zeven jaar lerend onderweg met trial-and-error en af en toe een schot hagel. Wat we deden, deden we goed, niet in de laatste plaats door goed te luisteren naar de ervaringen van bijvoorbeeld Martin Hinoul van de Leuven Campus en Jerôme Verhagen (de
interview 17
april 2011
burgse economie niet van DSM afhankelijk hoeft te zijn. Er kwamen hier bedrijven die met een Sabic of een Polyscope samenwerken, maar niet met DSM. DSM is een belangrijk merk, maar nieuwe bedrijven komen vooral op de business af.” Chemelot heeft ook bestaansrecht zonder DSM? “Ik zou het een vervelende kop van
het artikel vinden, maar het klopt wel. Chemelot is méér dan DSM.” Je zei dat er in zeven jaar enorm veel is veranderd. “DSM groeit en bloeit hier ver-
huidige LIOF-directeur, GD) van de Philips Campus.” Noem eens een schot hagel. “We hebben nu een sterke reputatie in lifesciences, dat wil zeggen voeding en gezondheid. Indertijd was hier echter niet veel lifesciences aanwezig. Het hart van deze locatie is namelijk materialen. Met lifesciences is DSM sterk in Delft (gist), Zwitserland en vele andere plaatsen in de wereld. Maar niet in SittardGeleen. Bovendien had ik niet de illusie dat mijn moedermaatschappij in deze regio met lifesciences zou expanderen. Vandaar het schot hagel om vanuit de verbinding met materialen juist nieuwe bedrijven in lifesciences aan ons te binden.” Een ingewikkeld verhaal? “Het duurde even voordat de regio en de overheid het belang onderkenden en accepteerden dat DSM niet dé driver van de Limburgse economie is. Het was een zoveelste puzzelstuk. Als je nu naar de lijst van nieuwe bedrijven kijkt, dan zit meer dan de helft in de lifescienceshoek. Ook voor mijzelf een verrassende conclusie.” Wat zegt dat? “Dat de kracht van deze loca-
tie niet aan de naam DSM gekoppeld hoeft te worden. Bij veel partijen begint het besef door te dringen dat het succes van de Lim-
naar Chemelot zie je dus iets uitermate fascinerends, namelijk een terrein waar al sinds de opening van de eerste mijnen in 1902 de schoorstenen roken. Chemelot is de enige plek in Europa waar dat is gelukt.” Dus de kracht is... “Transformatie. Het vermogen om te veranderen. De bereidheid tot samenwerken, kansen zien, zien dat de toekomst vaak belangrijker is dan het heden. Met daarbij een stuk Limburgse gastvrijheid en Nederlandse koopmansgeest.” Je hebt ook iets met het woord excelleren.
der. Tegelijk wil Lanxess hier zijn Europees hoofdkantoor vestigen en heeft OCI Nitrogen er zijn Europese hoofdkantoor al. Iedereen kent het fantastische gebouw van Sabic; Sekisui heeft zijn Europese productie op Chemelot. Polyscope heeft de wereld veroverd met producten voor de automobielindustrie en additieven voor de papierindustrie en zit met zijn hele hebben en houden op onze locatie. Kortom, een Organon-scenario zoals in Oss is hier niet aan de orde.”
“Dat is de absolute randvoorwaarde. De bedrijven die hier zitten hebben de wereld als hun voorland. Ik ken het MKB in ZuidLimburg te weinig, maar ik heb de indruk dat er te weinig bedrijven zijn met een internationale oriëntatie. Het viel ook Rutte op dat het gros van de mensen op Chemelot internationaal is, maar toch ook deels hier geschoold. De aantrekkingskracht op mensen uit het buitenland wordt steeds groter.”
Wat is de kracht van Chemelot? “Het netwerk, de integrale benadering, je hebt toegang tot alle kennis en kunde. Je zit bij wijze van spreken in een woonwijk waar je je thuis voelt en je ding kunt doen, en niet in een hokje in een appartementencomplex waar je niks met je buren hebt. Complexiteit is onze tak van sport, samenwerken, open innovatie, kruisbestuiving en nieuwe product-marktcombinaties zijn de name of the game. Denk weer aan de 35/45/55-mantra van Jan Zuidam. We zitten in Zuidoost-Nederland in een zogenaamde toptechnologische regio met drie dominante terreinen: hightechsystems in Eindhoven, chemie en advanced systems op Chemelot, en health-sciences in Maastricht en de andere twee locaties. Bij dat laatste gaat het steeds meer om apparaten waardoor je de stap van het laboratorium kunt overslaan, denk aan MRI. Kijkend
Hoe reageerde Rutte? “Hij was gefascineerd door de ontwikkeling die deze locatie heeft doorgemaakt en door de manier waarop DSM dat heeft ondersteund. Ook was hij onder de indruk van manier waarop onderwijsinstellingen en provincie aansloten. Hij stelde hier gezien te hebben hoe het moet gebeuren, ook in andere Nederlandse regio’s. Onlangs was ik zelf in Den Haag. Daar bleken velen het Chemelot-verhaal te kennen en te omarmen.”
Het wordt multiculti? “Het ís multiculti.”
De overheid koos voor negen topsectoren...
“Onze zorg was dat Chemelot op een aantal van die sectoren zit. Even waren we bang dat ons concept zou kunnen verwateren. Maar dat blijkt gelukkig niet het geval. In die sectoren staan Eindhoven en Sittard-Geleen dominant vooraan. Maastricht kan meeliften op de campus van nationaal belang zijnde Chemelot.”
18 interview
Even terug naar het begin, het samenvallen van puzzelstukken. “In januari en febru-
ari kwamen drie cruciale zaken samen: het kabinetsbeleid met de ambitie van Brainport 2020, de positionering van Zuidoost-Nederland, en Chemelot met zijn twee smaken: Sittard-Geleen en Maastricht. Plus als klap op de vuurpijl de sectorinvesteringplannen (de twee onderwijsinitiatieven, GD).” Je ziet het duidelijk als twee smaken? “Ja. En
als een voorwaarde voor succes. Maastricht, de universiteit en het ziekenhuis kunnen en zouden qua kennisvalorisatie en businessontwikkeling nu aansluiten bij Chemelot als één van de zes campussen van nationaal belang. Als ze die status alleen ook willen bereiken acht ik ze gegeven het kabinetsbeleid en Brainport 2020 kansloos.”
Chemelot heeft kortom twee locaties? “Exact. Mijn grote zorg na het bekend worden van het kabinetsbeleid was: iedereen deed zijn plas en alles bleef zoals het was. Nee! Wat
april 2011
mij betreft is het kiezen en zwaar inzetten op 35/45/55.” Waarbij de keuzevraag voor Maastricht geen item is. “Voor Chemelot is het geen item. En
ook Maastricht went gelukkig steeds meer aan de gedacht van één Chemelot Campus.” Helder...“Plannen maken is goed, maar implementeren is beter. Als kwartiermaker van het consortium is het mijn taak, mijn opdracht en ook mijn ongeduld dat ik niet meer naar plannen wil kijken, maar wil implementeren. Het bekende ja-maar waar we in Nederland zo goed in zijn, is niet meer aan de orde. Het is nu mijn taak om iedereen bij de les te houden. Dus de mindset is: just do it! Grijp de kans! Tot de zomer is het piketpalen slaan, daarna vliegen. Het nieuwe College van GS is daarbij een belangrijke factor, maar ik ga er vanuit dat zij hetzelfde belang zullen zien. Daar ben ik niet bang voor. Ook de benoeming van Martin Paul als opvolger van Jo Ritzen past goed: hij kent het concept als geen ander.”
Dus wat is de mindset? “Een hele simpele: er verandert niet zoveel. Alleen de puzzelstukjes liggen nu op hun plek.” Het wordt alleen duidelijker? “Precies. De richting is helder, de puzzel duidelijk, we hebben een goedlopende machine die full steam ahead kan. Campusontwikkelingen hebben tijd nodig: vijf jaar om je weg te zoeken, daarna uitwerken. Dat gold voor Cambridge vanaf 1980 en voor Leuven vanaf 1990, en het geldt voor Chemelot sinds 2004. Met als koers: de komende tien jaar van duizend naar tweeduizend nieuwe kenniswerkers in Sittard-Geleen en nog eens duizend nieuwe kenniswerkers in Maastricht. Dat is een stevige ambitie. Vandaar mijn mindset dat je hier niks meer aan moet veranderen. Het is net als bij wielrennen: je weet hoe laat je vertrekt, hoe laat je die moeilijke berg moet nemen, hoe laat je aan wilt komen en vooral: dat je wilt winnen in een harde competitie. Dat gedoe met oortjes schept slechts verwarring. Vooral zorgen dat het goed tussen de oren zit, is mijn motto.”
— a d ve r te n t i e —
Vakantie boeken is Ease bezoeken
Een reis boeken? Zon, zee, strand, tot in de puntjes verzorgd, doen! Echter voor een groot aantal bestemmingen is het raadzaam om advies in te winnen over voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de gezondheid. Worden er bijvoorbeeld vaccinaties aangeraden? Ook als je naar een dichtbij-huis bestemming afreist, is dit verstandig. De specialisten van Ease hebben een antwoord op veel van uw vragen. Bezoek eerst onze website of neem direct contact met ons op om een afspraak te maken.
go-ease.nl
0900 - 8504466 azM P. Debyelaan 25, Maastricht GGD Geleenbeeklaan 2, Geleen GGD Het Overloon 2, Heerlen
Ease is powered by:
advertorial 19
april 2011
estafette column
Private Banking op het snijvlak van zakelijk en privé Vijf vragen aan Wijnand van Damme, directeur private banking Wat is Private Banking? Private Banking is een containerbegrip. Generaliserend zou je kunnen zeggen dat het een vorm van maatwerk en dienstverlening is van een bank voor haar particuliere klanten. De invulling van die dienstverlening is per bank verschillend en is grotendeels het gevolg van de verschillende vermogensgrenzen van waaraf private banking wordt aangeboden. In Nederland hebben ongeveer 155 duizend huishoudens een vermogen van 1,0 miljoen Euro. Als je dit aantal corrigeert voor de overwaarde in onroerend goed, resteren er circa 65 duizend huishoudens. Deze laatste groep beschikt over een “vrij belegbaar” vermogen van 1,0 miljoen Euro. Stel dat twee verschillende banken 0,5% marge zouden maken op hun spaargeld. Met een ondergrens van 100 duizend Euro wordt dan 500 Euro verdiend, bij de Private Bank vanaf 1,0 miljoen Euro wordt 5.000 Euro verdiend. Bij de bank waar meer wordt verdiend, zal de Private Banking organisatie in staat zijn om de klant een breder dienstenpallet aan te bieden, en meer aandacht te geven. Dit leidt niet tot een kwalificatie dat de één beter is dan de ander; het is meer dat een klant bij de ene Private Bank meer kan verwachten dan bij de ander. Waar zijn de uitdagingen voor ABN AMRO MeesPierson? ABN AMRO Private Banking en MeesPierson (voormalige Private Bank van Fortis) zijn sinds 1 juli 2010 formeel samengegaan onder de naam ABN AMRO MeesPierson (hierna AAMP). Beide banken zaten al zeer sterk vertegenwoordigd in het eerder genoemde klantensegment van 1,0 miljoen Euro en zijn door de fusie veruit de grootste Private Bank in Nederland. “Groot” wordt niet altijd geassocieerd met maatwerk. Het is logisch te veronderstellen dat daar waar markten zich concentreren er weer ruimte komt voor creatieve nieuwe initiatieven, in dit geval kleinere Private Banks. Aan ons de uitdaging om onze marktpositie minimaal te behouden en wel door veel aandacht te geven aan een kwalitatieve goede dienstverlening. Hoe gaan jullie dat doen? Dat gaan we op meerdere manieren realiseren. We beschikken over kwalitatief goed geschoolde mensen, maar door alle perikelen bij Fortis en ABN AMRO van de laatste jaren, zijn opleidingen vaak naar de achtergrond gedrukt geweest. Daarin zal nu weer prominenter geïnvesteerd worden. We zien ook dat Private Banking klanten steeds internationaler zaken doen, reizen, wonen en trouwen. Door intensiever samen te werken met onze buitenlandse kantoren, kunnen we onze klanten regelmatig positief verrassen. AAMP is met 4.400 mensen actief in 13 landen. Tot slot zullen we binnen onze bank veel nauwer samenwerken tussen de diverse bedrijfsonderdelen, zodat we bij onze klanten de “trusted advisor” worden.
Lou Dolmans
Harm Loopstra
Linda Ruiters
De estafette-column van ABN AMRO is dit keer van de hand van Wijnand van Damme. Volgende maand geeft hij het stokje door aan een van zijn collega’s Lou Dolmans (directeur particulieren), Harm Loopstra (directeur bedrijven marktgebied Maastricht) en Linda Ruiters (directeur bedrijven Parkstad)
Hoe word je “trusted advisor”? Ongeveer tweederde van onze klanten is ondernemer, of is dat geweest. Door samen te werken met de zakelijke bankiers binnen ons bedrijf, kunnen wij sommige diensten vanuit private banking al eerder aanbieden aan ondernemers. Het is belangrijk die ondernemer zo vroeg mogelijk te begeleiden. Beschouw het als een voorsorteren voor de toekomst. Vanuit die gedachte is het O&O concept onstaan. Dit is een afkorting voor Ondernemer en Onderneming. Samenwerking van onze diverse bedrijfsonderdelen maakt een optimale klantrouting mogelijk waardoor de klant de meest geschikte dienstverlening op maat krijgt. Wij groeien met de ondernemer en zijn onderneming mee. In elke levensfase kijken wij waar zijn belang het meeste mee is gediend. Waar zit jouw persoonlijke uitdaging? Ik vind het leuk om vanuit mijn functie als directeur Limburg de samenwerking te stimuleren en door zelf het voorbeeld te geven te ervaren hoe leuk het elke keer weer is, als je cliënten écht kunt helpen bij de financiële afwegingen die ze van tijd tot tijd moeten maken.
“Wij groeien met de ondernemer en zijn onderneming mee”
— ADVERTORIAL —
Fred Lee
Sevagram
Van goede naar betere zorg Wie in Florida een bekeuring krijgt, moet niet vreemd opkijken als de politie een paar dagen later een formulier toestuurt met vragen over de tevredenheid van de manier van bekeuring uitdelen en over de beleefdheid en correctheid van de agent. Onder invloed van Disney gaat zelfs de politie in Orlando tot het uiterste in service. Het is een van de voorbeelden in het boek ‘Als Disney de baas was van uw ziekenhuis’ van de Amerikaan Free Lee. In dat boek betoogt Lee over dienstverlening en hoe deze excellent te organiseren. De Amerikaan was onlangs op uitnodiging van zorgorganisatie Sevagram in Heerlen om zijn visie over klantgerichtheid te delen met bijna vierhonderd professionals uit de profit- en non-profitsector.
Lee stelt dat het klantgericht werken vanuit de Disney-gedachte makkelijk omgezet kan worden naar ook zorgorganisaties, zoals Sevagram. Interessante koppelingen bracht Lee naar voren, bijvoorbeeld de stelling over de ontwikkeling van dienstverlening. Voor Disney is dat: Walt Disney World is geen dienstverlening, het is een ervaring. En waarom zou dat niet gelden voor een ziekenhuis en een zorgorganisatie; opname is tenslotte voor iedereen een ervaring! Fred Lee legt de link tussen beide type organisaties. Hoe kun je namelijk het ervaringsaspect binnen een zorgorganisatie verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld alleen al over klanttevredenheid. Een zorgorganisatie meet klanttevredenheid, Disney meet klantenloyaliteit. De filosofie van Disney is dat klanttevredenheid ontstaat na een ervaring
met een product of dienst. Maar dat alleen is voor Disney-medewerkers niet voldoende. Zij stellen dat loyaliteit ontstaat door de ervaring die mensen opdoen. De link naar de zorg- en dienstverlenende sector wordt nu gelegd, omdat contact met een zorgorganisatie ook ervaringen met persoonlijke zorg en aandacht oplevert. Steerneman: “Ook bij Seavgram zijn cliënten ziek of lijden pijn, en dat vereist - naast het bieden van service – excellente zorg zodat cliënten een optimale positieve ervaring ondergaan Zo is vriendelijkheid en aandacht onvoldoende, er moet sprake zijn van compassie. Het streven moet niet gericht zijn op goede zorg en dienstverlening, maar zoals gezegd op excellente zorg. Lee’s aanpak leert ons dat goed gastheerschap niet zomaar een slim trucje is, maar
— ADVERTORIAL —
Sevagram hield op 24 maart een symposium voor 360 professionals uit de profit- en non-profitsector over de transitie van goede naar betere en onderscheidende zorg. Fred Lee, voormalig vice-president van het Florida Hospital (en ook werkzaam geweest bij Disney University), deelde vol passie zijn visie op klantgerichtheid met de aanwezigen.
Fred Lee is een icoon als het op klantgerichtheid aankomt en Sevagram is de eerste zorgorganisatie in Nederland die Lee contracteerde. Pim Steerneman, bestuursvoorzitter van Sevagram: “Fred Lee heeft met zijn gedachtegoed al veel zorg- en maatschappelijke organisaties geïnsprireerd en geholpen bij hun verandertrajecten. Zijn kennis vanuit
een excellente organisatie (Disney) heeft veel organisaties geholpen de vertaalslag te maken naar de sterk veranderende (zorg) omgeving in Nederland. Sevagram omarmt het gedachtegoed van Lee als inspiratiebron en is onlangs een implementatietraject van het Planetreeconcept gestart.”.
een natuurlijke basishouding, waardoor we ons bijna organisch veel meer betrokken voelen bij de kern van ons werk. Daar hebben onze zorgcentra alleen maar voordeel van. Tevreden cliënten hangt naast de kwaliteit van de medische zorg af van de manier waarop de zorg wordt aangeboden. Gastvrijheid en oprechte aandacht zijn daarbij kernbegrippen. De visie van Lee sluit naadloos aan bij Planetree dat een drieluik betreft: betere zorg, helende omgeving en gezonde organisatie. Sevagram is een meerjarentraject gestart met als doel Planetree integraal te implementeren zodat alle 2400 medewerkers en 1000 vrijwilligers mensgerichte zorg bieden waaraan cliënten en hun familie grote behoefte hebben en waardoor ze tevreden zijn. Betere zorg heeft niet alleen betrekking op
bejegening, maar ook op gezond eten en drinken. Zo stelt Sevagram sfeer en ambiance bij de maaltijden centraal. Samen eten aan een gezellig sfeervol gedekte tafel bevordert automatisch de eetlust en is goed voor de sociale contacten. Hierbij is een spreiding van de maaltijden en de momenten van thee- of koffiedrinken heel belangrijk, evenals de aanwezigheid van voldoende ondersteuning hierbij. Sevagram erkent verder de meerwaarde van bewegen voor haar cliënten en wil hen daarom letterlijk “aan het bewegen” krijgen. Bewegen heeft een positieve invloed op het lichamelijk, geestelijk en sociaal functioneren en draagt bij aan een verhoogde zelfredzaamheid. Bovendien is het leuk om samen te bewegen en op die manier aandacht schenken aan elkaar.
Bij een helende omgeving denk je aan innovatieve en menswaardige technologie én aan architectuur. In dit kader is Sevagram voornemens een nieuw revalidatiecentrum te bouwen in Planetreestijl. Tot slot wat het het laatste deel van het drieluik aangaat, een gezonde organisatie, heeft het vooral betrekking op de basis: en gezonde bedrijfsvoering met gezonde financiële resultaten. Als de eerste twee speerpunten van het drieluik (betere zorg en een helende omgeving) gerealiseerd worden en de basis gezond is, zijn zowel cliënten als medewerkers en vrijwilligers tevreden en is Sevagram hard op weg een sprong te maken van goed naar beter”.
— a d ve r to r i a l —
Een duizendpoot op evenementengebied De evenementenmarkt in Limburg maakt moeilijke tijden door. Toch zijn er twee bedrijven die tegen de stroom in opmerkelijk aan de weg timmeren: Entertrain en All In Echt in het Midden-Limburgse Echt.
De twee bedrijven zijn eigendom van de jonge ondernemer Igor Stel uit Holtum. De bedrijven zijn ook ondergebracht in één pand, dat bij veel mensen nog bekend staat als het Jos Verstappen Kartcenter. De kartbaan is er nog steeds, maar vormt niet meer de hoofdmoot van de activiteiten. Het duurt even voordat Igor Stel zich laat zien. Als een spin in een web runt hij zijn bedrijven. Een bespreking over een feest, een leverancier te woord staan, het personeel instrueren en tussendoor ook nog zijn horecamanager complimenteren. Youp Kilkens is door naar de volgende ronde van het bekende tv-programma topchef, dus dat mag niet onvermeld blijven. Veelzijdig mag je Igor Stel gerust noemen. Net zo gemakkelijk duikt hij in de rol van clown, muzikant of percussie-instructeur.
Igor Stel
De ondernemer barst van energie én van ideeën. Het lijkt wel of er elke week iets nieuws bij komt in het gebouw en dat is geen vreemde gedachte. “Consumenten willen steeds weer verrast worden, willen steeds weer iets anders. Daarom moet je vernieuwen,” legt Igor Stel uit. “Ik ben voortdurend bezig met het ontwikkelen van nieuwe dingen. Zo heb ik onlangs uit de failliete boedel van het Land van Ooit een gigantische opblaasbare draak gekocht. Deze staat nu in de grote hal en vormt het decor voor lasergamen. Geen enkel ander bedrijf biedt dit. Of neem het paintballterrein achter het All In Echt-gebouw. Je waant je in een film van Indiana Jones,” zegt Igor. Igor Stel profileert zijn ene bedrijf als Limburgs meest complete evenementenlocatie. Tot ruim 1500 mensen kunnen tegelijkertijd in het gebouw feest vieren of sportief bezig zijn. Supermoderne bowlingbalen, een grote kartbaan, lasergame en verschillende feestzalen maken dat mogelijk. Het tekent de ondernemer die ooit begon met het verhuren van attracties als springkussens en popcornmachines. Sterker nog; dat doet Igor Stel nog steeds, alleen is het bedrijf Entertrain de afgelopen jaren ook enorm gegroeid. Alles wat nodig is voor een geslaagd feest kan Stel leveren. “Dat is het grote verschil met andere bedrijven. We hebben werkelijk alles zelf in huis. Van de decoratie, tot geluid, van springkussen tot sta-tafels en van catering tot ballonnen. Je vindt hier alles onder één dak.” •
column 23
april 2011
column
Big Brother
W
ie kent het nog. Een oud televisieprogramma. Een aantal mannen en vrouwen werd samen in één huis gezet en werden 24 uur per dag geobserveerd door camera’s. Later werd hier nog een variant op gemaakt in een rondreizende bus. In deze bijdrage ga ik het hebben over 24 uur observeren. Een paar dagen geleden las ik een opmerkelijk bericht. Er komt een wijziging in de wet waarbij de AFM (Autoriteit Financiële Markten) en DNB niet meer aansprakelijk is voor haar optreden tenzij sprake is van opzet of grove schuld. De AFM houdt toezicht op de financiële marketen en dienstverlening. Ook accountants hebben met de AFM te maken. Voor het uitvoeren van wettelijke controles is een vergunning nodig die wordt afgegeven door de AFM. De wetgever stelt nu voor dat de wet moet worden gewijzigd in dier voege dat de AFM niet meer aansprakelijk gesteld kan worden als zij optreedt in de uitoefening van haar wettelijke functie. De reden voor deze wijziging is de aansprakelijkstelling waarmee de AFM werd geconfronteerd in het kader van de verkoop van ABN AMRO. Een van de aandeelhouders dreigde de AFM voor 10 miljard aansprakelijk te stellen. Daar kregen ze het in Den Haag benauwd van. Maar om de aansprakelijkstelling bij wet buiten werking te stellen gaat wel erg ver. Dit levert een vrijbriefje op voor de AFM om vrij te handelen. Dit doet mij denken aan een geval waarmee een cliënt geconfronteerd werd in de jaren ’90. Het betreft een cliënt werkzaam in de vleesverwerking. Een mooi bedrijf dat werk bood (en nog steeds biedt)aan ca 30 mensen. Uit het niets stonden plotseling diverse overheidsinstanties op de stoep, Fiod, Economische Controle Dienst, Keuringsdienst van waren. Er werd gesjoemeld met vlees. Helemaal niets van waar, volstrekt ten onrechte. Dat bleek ook achteraf. Met verkeerde informatie werd een inval gedaan. Mijn cliënt wordt afgeschilderd als een fraudeur en daar krijgt de markt lucht van. Omzetten vallen volledig weg en het bedrijf stevent regelrecht af op een faillissement. Net niet in dit geval. Het bedrijf krabbelt er bovenop en start een procedure voor schadevergoeding. Eerst haar gelijk halen bij de civiele rechter. Vervolgens schadevergoeding eisen.” Schadevergoeding bij rechtmatig overheidsoptreden” is de aanklacht. De overheid treedt rechtmatig op, zij moet wantoestanden immers bestrijden. Echter nu heeft zij foutieve informatie en brengt aantoonbaar schade toe aan dit bedrijf. Helaas, na meer dan 10 jaar procederen is de rechter ook niet toeschietelijk. Nu overweegt men zelfs om deze aansprakelijkheid bij wet uit te sluiten. Dat big brother gevoel bekruipt mij steeds meer. De overheid weet meer van ons dan wij soms bevroeden. De aangifte wordt ‘bij wijze van service’ door de belastingdienst alvast voor u ingevuld. De gemeente weegt het afval en brengt de kilo’s in rekening. U wordt gefotografeerd als u naar de Gamma, Efteling, Toverland of Ikea gaat. Sterker nog, een aantal jaren geleden was zelfs sprake van het uitrusten van auto’s met een barcode op
Peter Paul Verreussel Baat Accountants en Fiscalisten p.verreussel@baat.nl
het dak zodat deze geregistreerd werd als u onder een brug of viaduct reed. De overheid wist dan precies waar u reed en kon deze registratie langs uw kilometeradministratie leggen van de zakelijke auto. Dit is er nooit doorheen gekomen, maar we zitten er wel dicht tegen aan. Alle snelheidsboetes zijn ter beschikking van de belastingdienst. De registratie van de kilometers met de Nationale Auto Pas zijn beschikbaar en bij grote publiekstrekkers wordt gefotografeerd of iemand daar toevallig met de auto van zaak naar toe rijdt. Kortom we worden allemaal gevolgd en niets onttrekt zich aan het zicht van onze overheid. Wat te denken van de kilometerheffing. Elke kilometer wordt dan geregistreerd en de overheid weet precies waar u zicht bevindt. Gelukkig hebben we nog een rechter die ook de burger wel in het gelijk stelt. Zo hebben we kortgeleden een procedure gezien over het privé gebruik van de auto. Een berijder stelde dat hij in de lunch thuis ging eten en beschouwde deze kilometers als woon werkverkeer. Het woon werkverkeer zijn zakelijke kilometers voor de auto van de zaak. De belastingdienst was het hier niet mee eens. De belastingrechter stelde de belastingplichtige in het gelijk. Het is dus toegestaan om in de lunchpauze op en neer naar huis te rijden en deze kilometers als zakelijk aan te merken. De laatste jaren hebben we de regeling van de grijze kentekens (de busjes en serviceauto’s van de monteurs) diverse malen zien wijzigen tot een gedrocht van een regeling. Recent heeft de staatssecretaris aangekondigd deze auto’s buiten beschouwing te gaan laten voor de bijtelling. Eindelijk, een wijs besluit, tenminste als het er doorheen komt.
“Gelukkig hebben we nog een rechter die ook de burger wel in het gelijk stelt.”
24 interview
april 2011
Hoogopgeleide vluchtelingen willen graag aan de bak Het I-woord valt steeds vaker. Binnen enkele jaren heeft Limburg behoefte aan immigranten om onze economie draaiend te houden. Organisaties en bedrijven zullen moeite moeten doen het juiste personeel aan te trekken. Ondertussen is er een groep politieke vluchtelingen, vaak hoogopgeleid, die hier – vanwege allerlei wetten en regels – vaak ver onder hun niveau werken. Fahima Zeman uit Afghanistan is een van hen. Een verhaal zoals er velen te schrijven zijn. Door Mariëlle Hartmann foto’s jean-pierre geusens
F
ahima Zeman is een 44-jarige Afghaanse, een trotse vrouw met principes en idealen, echtgenote van Enyat en moeder van twee zonen, de 24-jarige Aziz en 19-jarige Edris. Ze is niet gesluierd, uit niets blijkt haar Islamitische achtergrond. Haar godsdienst speelt geen rol meer in haar leven omdat deze “alleen maar voor ellende heeft gezorgd”. Een kleine twintig jaar geleden was ze werkzaam bij de universiteit waar ze haar studies Journalistiek en Pedagogiek afrondde. Nu staat Fahima me te woord in het Maastrichtse bejaardentehuis waar ze al ruim twaalf jaar werkt. Begonnen als hulp in de keuken is ze middels een intern opleidingsplan opgeklommen tot voedingsassistent. Haar levensverhaal is een relaas van pijn, afscheid en onderdrukking. Van dankbaarheid, vertrouwen, familiegevoel en overlevingsdrang. Maar ook van verloren kansen. Het verhaal begint met het gedwongen vertrek uit haar door burgeroorlogen geteisterd moederland. Haar echtgenoot, op dat moment politiek actief als medewerker van het parlement, wordt door een jeugdvriend gewaarschuwd. Deze Soennitische moslim is op de hoogte van het feit dat Fahima en Enyat gezien worden als vijanden van het regime en ieder moment door de Taliban kunnen worden opgepakt. Het gezin vlucht halsoverkop van Kabul naar het noordelijk gelegen Kunduz, waar ze onderduiken.
Fahima krijgt geen kans meer afscheid te nemen van haar familie, zeven broers en zussen en haar geliefde ouders. Haar moeder overlijdt een jaar nadien, de begrafenis kan ze niet bijwonen. Haar zonen zullen hun grootouders nooit kennen. Het verblijf in Kunduz is kort, al binnen enkele maanden worden ze ontdekt. Wat dan volgt is een wekenlange tocht te voet, per boot, trein en uiteindelijk per vliegtuig om Afghanistan te kunnen verlaten. Fahima vertelt emotioneel dat er al na korte tijd geen eten meer is. Haar zoontje krijgt alleen water. Het geld is op, de mensensmokkelaar die de vlucht gearrangeerd heeft, handelt niet uit menslievendheid. Maar liefst 7.000 dollar dient het gezin te overhandigen. Een astronomisch bedrag: het maandloon van Fahima’s echtgenoot bedroeg 20 dollar. Na aankomst in Nederland verblijven ze enkele maanden in asielzoekerscentra in Rijsbergen en Spaubeek. Na tien maanden worden ze erkend als politiek vluchteling en krijgen ze een verblijfsvergunning en een flat in Maastricht. Ze kunnen hun geluk niet op, ze zien weer een toekomst gloren. Want Fahima en Enyat willen niets liever dan hun financiële situatie verbeteren en economisch zelfstandig zijn. Fahima solliciteert naar een functie als kleuterleidster. Het getuigschrift van haar studie Pedagogiek kan ze echter niet overleggen, het is verloren gegaan tijdens hun tumultueuze
april 2011
interview 25 vluchtpoging. Bovendien spreekt ze wel Nederlands, maar is ze niet het Maastrichtse dialect meester. En dat blijkt ook een vereiste te zijn. Ze wordt afgewezen voor een functie die in haar moederland ver onder haar niveau zou liggen. Maar Fahima heeft zich inmiddels neergelegd bij de situatie, ze is dankbaar dat ze in Nederland woont en veiligheid is haar meer waard dan het aanzien van een betrekking. Maar dat ze af en toe nog huilt over verloren gegane ambities en misgelopen kansen, geeft ze ook ruiterlijk toe. Haar man, afgestudeerd hydrotechnisch ingenieur, werkt al jaren als beveiligingsbeambte en conciërge. Ook zijn studie wordt niet erkend. Fahima’s hele familie is overigens hooggeschoold. Zelfs de dochters. Ze waren uitzonderingen in Afghanistan, de enige meisjes op hun school. Maar Fahima’s moeder, die analfabete was, eiste dat haar dochters een goede opleiding genoten en de kansen kregen die haar niet gegund waren. En ook Fahima’s twee zussen die ook Afghanistan moesten ontvluchten, en momenteel woonachtig zijn in Geldrop en Eindhoven, sluiten succesvol een universitaire studie af. Haar jongste zus werkt in Brabant als administratief medewerkster. De oudste, die ooit een positie als hoogleraar aan de Universiteit van Kabul bekleedde, kan in Nederland geen werk vinden. Haar echtgenoot, KNO-arts in Afghanistan, verdient in Nederland zijn brood als verpleegkundige. Als Fahima na enkele jaren verblijf in Maastricht haar angst overwint en haar vader in Afghanistan bezoekt, worden haar vader en broers enkele dagen na haar vertrek opgepakt en gruwelijk mishandeld. Haar bezoekje is namelijk niet onopgemerkt gebleven, ondanks haar grote voorzichtigheid. Ze is door haar broer van het vliegveld opgehaald, heeft zich verstopt in zijn auto en is pas uitgestapt in de afgesloten garage van haar ouderlijk huis. Maar dan is het leed al geschied. Opgemerkt en verraden door de buren. Haar gepijnigde gezichtsuitdrukking toont in welke mate het haar nog steeds aangrijpt als ze zegt: “In Afghanistan is niemand te vertrouwen. Iedereen is je vijand.” Haar vader koestert geen wrok. En blijft haar voorhouden dat ‘er altijd mensen zijn die het moeilijker hebben’. Hij heeft gelijk zegt ze, “maar mijn herinneringen wegen zwaar. Herinneringen aan bombardementen, executies en moorden, aan onwettige landonteigeningen, frauduleuze verkiezingen en corrupte politici. Herinneringen die zeker nu, na de recente beelden van de opstand in Libië en de duizenden vluchtelingen die vanuit Libië
26 interview
april 2011
“Ik vraag me af, wat heb ik jullie misdaan? Ik heb me altijd gedragen zoals het hoort”
vluchtelingenkampen in Turkije proberen te bereiken, zich weer pijnlijk opdringen.” Mede ter ere van haar overleden moeders idealen is Fahima medeoprichtster van Stichting Ariana, een instelling die zich de educatie en maatschappelijke en economische emancipatie van meisjesstudenten in Afghanistan ten doel heeft gesteld zodat zij als gelijkwaardige staatsburgers een bijdrage kunnen leveren aan de wederopbouw van hun land. Want het doet haar pijn om lijdzaam te moeten toezien hoe jonge vrouwen bewust verstoken blijven van onderwijs. “Jonge vrouwen in mijn moederland hebben geen recht van spreken. Ze worden dom gehouden omdat alleen kennis macht is. Het internettijdperk is volledig aan hen voorbij gegaan. Arme families kunnen niet al hun kinderen naar school sturen en jongens worden veel belangrijker geacht dan meisjes. Alleen voor de jongens zijn er financiële middelen.” Enkele jaren geleden heeft ze het aangedurfd nogmaals terug te keren naar haar thuis. Mede in de hoop nog een fractie van haar voormalig leven terug te kunnen vinden, maar helaas zonder resultaat. Oude klasgenoten en vriendinnen zijn gevlucht of vermoord, vroegere woonhuizen zijn ruines, scholen hebben granaatinslagen niet over-
leefd. “Nog lang heb ik gehoopt definitief naar mijn geboorteland terug te kunnen keren, maar de maatschappij is er sinds mijn jeugdjaren zo sterk veranderd. Er heerst een grimmige sfeer, mensen verraden elkaar, vrouwen dienen altijd bedekt te zijn. Dit is niet het Afghanistan dat ik gekend heb en lief had. In 1919 was Koningin Soraya Khan een westers uitziende vrouw, niet gesluierd, niet onderworpen aan haar echtgenoot. Bijna honderd jaar later zijn de Afghanen teruggeworpen in de Middeleeuwen.” Over de opkomst van de PVV in Limburg, die de grootste partij geworden is met 20,6 procent van de stemmen bij de recente Provinciale Statenverkiezingen: “Vlak na de verkiezingen gaven enkele van de oude bewoners van mijn bejaardentehuis aan dat ze PVV gestemd hadden. Niet om mij hiermee voor het hoofd te stoten want de meesten zijn zich totaal niet van mijn islamitische achtergrond bewust. Ze zien vooral degene die het hardste schreeuwt en zich het meest profileert. Hebben het over ‘die Limburgse jongen’ als Geert Wilders ter sprake komt. Ik heb begrip voor hun keuze, maar dat maakt het niet minder pijnlijk. Ik vraag me af, wat heb ik jullie misdaan? Ik heb me altijd gedragen zoals het hoort. Ik heb mijn eigen normen en waarden opzij gezet om hier vredig naast jullie te kunnen
leven. Deze anti-allochtonen behandeling hebben mijn gezin en ik niet verdiend. Probeer het eenkennig denken te overstijgen en de barrières tussen ons te beslechten.” Fahima: “Nederland heeft veel voor ons gedaan en betekend. We willen heel graag iets terug doen, maar daar moeten we dan wel de gelegenheid voor krijgen.” Ze hoopt dat haar kinderen die mogelijkheid wel krijgen. Haar oudste zoon Azis is student filosofie in Amsterdam, haar jongste zoon Edris is voornemens geschiedenis te studeren. Maar ook haar kinderen, die foutloos Nederlands spreken en optimaal ingeburgerd zijn, worden gezien als migranten. Fahima neemt het vooral de media kwalijk dat er zoveel negativiteit heerst omtrent immigratie en dan vooral rondom Islamitische allochtonen die als terroristen en extremisten worden geportretteerd. En dat terwijl Afghaanse vluchtelingen vrijwel altijd politieke vluchtelingen zijn. Mensen die zich in hun eigen land uitgesproken hebben tegen het fundamentalistisch regime en als klokkenluiders en landverraders worden opgejaagd omdat ze niet geloven in de extremistische manier van leven. “Veroordeel niet alle allochtonen op grond van een paar rotte appels. Wij hebben er alles aan gedaan om ingeburgerd te raken. Wij horen hier’.
— a d ve r te n t i e —
045shoppenNL
Creative concept by Mackintosh | www.m-netwerk.nl
ns.nl emontskeuke
Onze partners:
vintage
TE HUUR: WINKELRUIMTE
Nog even en het Stationskwartier in Sittard bruist. Niet alleen door de vele passanten, bewoners en winkelend publiek, maar ook door studenten. Woonpunt is bezig met de herontwikkeling van het Stationskwartier. Voor ondernemers liggen hier unieke kansen. Wij realiseren 79 studio’s en 1200 m2 aan nieuwe winkelruimtes in moderne stadspanden, vlakbij het station met voldoende parkeergelegenheid. Oplevering van de nieuwbouw is eind dit jaar begin volgend jaar. De nieuwe entree van Sittard… verdient uw onderneming!
Interesse in winkelruimte? Neem dan dan contact contact op op met met makelaar vastgoedspecialist Royworks (046) 423 39 61 ROYWORKS (046) 423 39 61 Kijk voor meer informatie over www.royworks.nl
het project en de studio’s op
Kijk voor meer informatio over www.woonpunt.nl het project en de studio’s op www.woonpunt.nl
28 cultuur
Herberg De Troost: “te leuk om te laten” “Natuurlijk: met Rowwen Hèze hebben we het druk genoeg. Voor het werk hoeven we dit niet te doen. Maar Herberg De Troost geeft ons iets extra’s. Jack Poels en ik zijn echte Bourgondiërs: we houden van lekker eten, lekker drinken, gezelligheid, mensen om ons heen en goede muziek. Herberg De Troost voelt voor ons als een groot warm bad. Dat is veel te leuk om te laten. Daar offeren we graag onze vakantiedagen aan op.” Door Pedro Rademacher foto Jean-Pierre Geusens
D
at zegt Tren van Enckevort (41), accordeonist van Rowwen Hèze en toetsenist van gelegenheidsformatie Herberg De Troost. Het verhaal van Herberg De Troost begint ergens in 2009. “Jack Poels had nog heel veel teksten liggen. Columns uit de krant, wat gedichten. Teksten die schreeuwden om muziek. Maar door ons drukke werk kwamen we daar toen niet aan toe. Toen stelde iemand voor om die teksten eens aan de Sittardse zanger Skinnie te geven. Skinnie ging ermee aan de slag en op een zeer hete zomerdag kwam hij bij ons langs om te laten horen wat hij ervan gemaakt had. Onze monden vielen open van verbazing”, zegt Van Enckevort. “Bij Rowwen Hèze bouwen we de liedjes volgens een bijna vaste structuur op. Jack en ik kennen elkaar door en door, we weten wat Rowwen Hèze nodig heeft en wat het publiek wil. Maar Skinnie’s benadering van de teksten van Jack was zo anders, vanuit een totaal andere invalshoek. Dat voelde voor ons als een avontuur, een verrijking. Zo kan het dus ook!” Poels en Van Enckevort formeerden de gelegenheidsformatie Herberg De Troost
met Mo’Jones op bas en zang, Skinnie op gitaar en zang, Sjoerd Rutten op drums, Jack Poels op gitaar en zang en Tren van Enckevort op toetsen en zang. In het najaar van 2009 verscheen hun album ‘Langs de weg’. In het vroege voorjaar van maart 2010 gaf Herberg De Troost acht uitverkochte concerten in een oude varkensstal in Broekhuizenvorst, die voor de gelegenheid sfeervol werd omgedoopt tot ‘Herberg de Troost’. Herberg De Troost is meer dan alleen muziek. Het is een concept van mensen warm en gastvrij onthalen in een herbergachtige setting, bij de geur van versgesneden brood en zacht pruttelende soep, bij de gloed van een warme open haard. “Een herberg is per definitie laagdrempelig. Daar kan iedereen terecht: van de geslaagde
zakenman tot de kleine klutjesboer. Die acht concerten in Broekhuizenvorst voelden voor ons als thuiskomen, het voelde absoluut niet als werken. Na ons laatste concert hadden we allemaal een brok in de keel. Was het nu al afgelopen?” Na afloop werden Poels en Van Enckevort overspoeld met positieve reacties. “Zoveel dat we meteen wisten: dit moet een vervolg krijgen.” Dat vervolg staat gepland op 7 tot en met 10 april aanstaande, als Herberg De Troost de deuren opent in de eeuwenoude Biezenhof, op de rand van Sweikhuizen en Geleen. Drie van de vier concerten zijn inmiddels uitverkocht. “Nog meer dan in Broekhuizenvorst wordt het dit keer een komen en gaan van dichters, zangers, zangeressen en muzikanten die hun beste werk
Tren van Enckevort en Jack Poels brengen het wapen van Herberg De Troost aan in de Biezenhof, op de rand van Sweikhuizen en Geleen.
presenteren. We krijgen hele verrassende gasten. Ik ga nog niet verklappen wie.” Bezoekers kunnen vooraf een speciale Herberg De Troost-maaltijd genieten, en worden tijdens het concert onthaald op lokale lekkernijen. “Hoe meer de wereld globaliseert, hoe meer wij geneigd zijn om het heel dicht bij ons zelf te zoeken. Vandaar ook onze keuze voor lokale producten van het Limburgse land.” Net als in Broekhuizenvorst spelen Emil Szarkowicz en Bart Storken de rol van herbergier, die de mensen verwelkomen en opwarmen voor het concert. “Wij hebben er ontzettend veel zin in”, zegt Van Enckevort. “Wij begrijpen ook wel dat het voor menigeen een moeilijke tijd is. Juist daarom willen we mensen gastvrij
onthalen, zodat ze een paar uur alles even kunnen vergeten, om lekker onbezorgd te kunnen genieten van het goede leven zelf.” Ook Skinnie heeft er veel zin in: “Herberg De Troost is leuk, ongedwongen, zonder grote ego’s, gezellig, plezier maken en voor mij een fantastische gelegenheid om mijn muziek aan een groter publiek te presenteren. Wat mij betreft zou het concept van Herberg De Troost zo op een landelijke tournee kunnen gaan: Limburgse muzikanten met een bijbehorende catering van Limburgs eten en drinken. Als dat geen Limburg-promotie is, dan weet ik het niet meer.” Ook Mo’Jones staat te popelen. “Het is een heerlijk vooruitzicht om weer voor een uitverkochte herberg te mogen spelen.
Broekhuizenvorst was al een geweldige ervaring, vooral de respectvolle manier waarop het publiek luisterde naar de liedjes. Ik heb het gevoel dat het in Sweikhuizen alleen nog maar beter gaat worden.” Herberg De Troost zal hoe dan ook doorgaan, voorspelt Van Enckevort. “Er zal zeker weer een nieuwe cd komen. Misschien in dezelfde samenstelling als nu, misschien ook niet. Bovendien zijn er ver gevorderde plannen om in pretpark Toverland in Sevenum een echte Herberg De Troost te gaan openen. Die herberg gaat als het ware ons concept overnemen en een podium bieden aan jong, aanstormend talent. Daar gaan wij zeker aan bijdragen.” www.herbergdetroost.nl
Waarom 40 bedrijven hun denkwerk naar Chemelot hebben verplaatst…
Chemelot is een uniek knooppunt in een wereldwijd netwerk van hightech bedrijven en kennisinstellingen. ‘Material sciences’ en ‘life sciences’ komen hier letterlijk bij elkaar. Dit leidt tot unieke innovaties, die door de synergie binnen de Chemelot-community nog eens worden versneld. Daarom vestigen steeds meer vooraanstaande bedrijven zich op Chemelot, om extra vaart te zetten achter hun product-, proces- en marktontwikkeling. Wat resulteert in uitstekende concurrentieposities, individueel en als cluster. Ook u bent welkom op Chemelot. Bel (046) 476 6336 of kijk op www.chemelot.nl
column 31
april 2011
column
Brief aan de redactie Beste Marcia. In de NRC van zaterdag 26 februari j.l. (“In dat vat vol rancune valt niets te beleven”) schrijf je dat nergens in Nederland een regio zo snel ontgroent, vergrijst en leegloopt dan Zuid-Limburg. Mag ik je er op wijzen dat de groep 20-25-jarigen de afgelopen 5 jaar is gegroeid van 35.000 naar 39.000 personen? En dat Zuid-Limburg daarmee veertiende staat van de veertig Nederlandse regio’s? En dat ook jouw zin “hier gaan meer mensen weg dan erbij komen” niet klopt? Zoals je zelf op www.cbs.nl kunt zien is het precies andersom: er is een vestigingsoverschot. Met vriendelijke groet, Wim Ortjens Beste Peter. In Dagblad de Pers van 11 maart j.l. (“Schaamrood versus Apetrots”) verklaar je het succes van de PVV in Zuid-Limburg door de “economische malaise en de massale leegloop”. Mag ik je erop wijzen dat Zuid-Limburg de snelst dalende werkloosheid van Nederland heeft? En een vestigingsoverschot? Zie de mail aan Marcia die ik je meestuur. En, o ja, we staan op nummer 11 van de 40 Nederlandse regio’s qua bruto regionaal product, dus die malaise valt ook wel mee. Met vriendelijke groet, Wim Ortjens Beste Mark. In RTL Nieuws van 30 november j.l. (“Limburg wordt enorm pretpark”) stel je dat “mensen wegtrekken omdat er niets te beleven valt”, en er een “gigantische werkloosheid” heerst “van maar liefst 22.000 personen.” Mag ik je er op wijzen dat de werkloosheid 6,9% bedraagt? Ook het wegtrekken van mensen valt wel mee: ze trekken niet weg. Zie ook de mails aan Marcia en Peter die ik je meestuur. Met vriendelijke groet, Wim Ortjens. Beste Remco. In Dagblad De Pers van 14 maart j.l. (‘Aantrekkelijk Amsterdam – de leegloop van het platteland’) heb je het over de groei van de “grote stad” (Amsterdam, Utrecht, Rotterdam) ten koste van het “platteland” (jawel: Zuid-Limburg). Mag ik je erop wijzen dat wij de 9de dichtstbevolkte regio van Nederland zijn, boven Utrecht en Rijnmond? Ter info stuur ik je ook nog even de mails aan Marcia, Peter en Mark mee. Met vriendelijke groet, Wim Ortjens Beste Kees. In Vrij Nederland van 5 maart j.l. (‘De Grote Volksverhuizing’) heb je het over “de trek van het platteland naar de stad” – waarbij je heel Zuid-Limburg voor het gemak onder ‘platteland’ schaart. Mag ik je er op wijzen dat steden in Zuid-Limburg, zoals Maastricht en Heerlen groeien? En dat er in 2010 29.000 mensen naar Zuid-Limburg zijn verhuisd, tegen 28.000 vertrekkers? En dat door het groeiende vestigingsoverschot met een gelijkblijvend sterfte-overschot de bevolkingskrimp al jaren ieder jaar halveert en nog maar 0,08% bedraagt? Voor de cijfertjes stuur ik je de mails aan Marcia, Peter, Mark en Remco mee. Met vriendelijke groet, Wim Ortjens
Wim Ortjens
Beste Johan. In de serie in De Limburger (‘Het Onbehagen’) vallen vaak de woorden ‘jongeren trekken weg’, ‘de regio loopt leeg’, ‘armoede en werkloosheid’. Zelfs een waarschuwing is ons deel: “Gebeurt er niets, dan schaft Limburg zichzelf af.” Dat de werkelijkheid gelukkig veel positiever is, kun je lezen in de mails aan je collega’s Marcia, Peter, Mark, Remco en Kees. Ik stuur ze je mee. Misschien is ook ‘armoede’ een wat zwaar begrip voor een gemiddeld rijke regio in een van de rijkste landen op aarde. Zou het kunnen dat het Onbehagen (deels) voortkomt uit het apocalyptische beeld dat door de media wordt geschetst? Ben benieuwd naar jouw visie! Groet, Wim. Beste Marcia. Vergeef me dat ik nog een keer bij je terugkom. Het was wat veel ellende (“verlepte supermarkten, bloedende harten, openluchtbejaardentehuis”) in één keer. In je artikel beschrijf je de brain-drain: “Wie jong is of wat wil of kan, maakt zich uit de voeten.” Ik stuur je het NICIS-rapport mee, waaruit blijkt dat er geen brain-drain is, maar brain-gain. Misschien dat je wat veel hebt laten meeslepen door de beeldvorming in de media, kan gebeuren. Of door je persoonlijke ervaring. Je schrijft immers: “Zelf was ik 16 toen Amsterdam als bestemming op mijn radar kwam.” Mag ik je trouwens vragen wat er onderweg is fout gegaan, aangezien je tot je 26ste in Maastricht hebt gestudeerd en nu in een Noord-Hollands dorpje woont? Met blijvend vriendelijke groet, Wim Ortjens
“Zou het kunnen dat het Onbehagen (deels) voortkomt uit het apocalyptische beeld dat door de media wordt geschetst?”
32 onderwijs
april 2011
Om in het buitenland te beginnen. Wat is er mis met het Belgische onderwijs?
“Wat er mis is zie je als de kinderen van het onderwijs in België terug komen naar ons. Het onderwijs sluit niet aan bij onze vervolgopleidingen. De kinderen worden bijzonder kort gehouden in het Belgische onderwijs. Ouders denken dat dat goed is, dat ze discipline bijgebracht krijgen. Maar wat je ziet is dat die kinderen dan niet leren om te gaan met de vrijheid als ze die plotseling krijgen. Kinderen moeten zich kunnen uiten: waar het om gaat is dat ze leren wat structuur en verantwoordelijkheid is. Dat kun je ze alleen leren als je ze ook los durft te laten. En natuurlijk: ook bij ons verwachten we respectvol gedrag. Ik ben zelf niet voor je-en en jij-en in de klas. Maar in België gaat het afdwingen van discipline te ver. Als je drie kruisjes achter je naam hebt, voor zaken als te laat komen, je misdragen of wat anders, kun je letterlijk vertrekken. Dan sta je op straat.” En dan?
Jacky Lamoré
Passie voor onderwijs Jacky Lamoré laat graag het tekenfilmpje op Youtube zien. RSA Animate - Changing Education Paradigms heet het filmpje. In tien minuten een ontnuchterende analyse van wat er allemaal mis is in het westerse onderwijs. Lamoré is een vrouw met een missie voor het onderwijs in Maastricht en omgeving. Interview over de waarde van het VMBO, doorlopende leerlijnen, het schetsen van beroepsperspectieven, het onderwijs-antwoord op krimp, het herstellen van de centrale rol van leerkrachten en waarom het onverstandig is je kinderen naar een Belgische school te sturen. Door maurice ubags foto’s frits widdershoven
“Dan hebben ze een probleem. Kijk, wij werken met doorlopende leerlijnen. Als je doorstroomt van de ene opleiding naar de andere, dan kan dat probleemloos. Bij ons vallen kinderen niet tussen wal en schip. Kinderen tussen 12 en 18 jaar oud kunnen bij ons blijvend terecht om uiteindelijk goed voorbereid verder te gaan studeren of de arbeidsmarkt op te gaan. We hebben een heel uitgekiend patroon van profielen van elke school: van onze VMBO’s tot het Gymnasium. In elke school leggen we andere accenten: op techniek, op taal, op ondernemen, noem maar op. En hoewel dat niet bij het grote publiek bekend is, doen we dat voortreffelijk. Kijk naar de onderzoeken van Trouw, van Elsevier, van de inspectie en kijk naar onze eigen kwaliteitskaarten. We leveren hier heel goed onderwijs, al willen wij als centrale directie de lat altijd weer hoger leggen. We gaan niet voor een 6-jes cultuur.” Dan zijn we snel klaar.
“Nee, nee. We hebben nog heel veel te doen. Kijk naar het VMBO, het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs. Dat is veel te lang gezien als een vergaarbak. Volkomen ten onrechte. Het VMBO is een gerichte keuze en een goede keuze. Het imago is nog niet wat het moet zijn en daar is het onderwijs voor een deel zelf schuld aan. Het andere deel ligt bij de maatschappij. Wat we moeten doen is het beroepsperspectief schetsen voor leerlingen en dat ook uitdragen. We moeten de succesverhalen laten zien. Jongeren die begonnen zijn en nu met
onderwijs 33
april 2011
liefde een prachtig vak uitoefenen. Dat zijn de mensen die we net zo hard nodig hebben als de witte boorden. Lang is gedacht dat een havist of een gymnasiast beter zou zijn. Volstrekte flauwekul. Waar het om gaat is dat we uit elke leerling het beste halen. En ik voorspel je: leerlingen aan het VMBO die straks een vak kunnen uitoefenen, hebben letterlijk goud in hun handen. Over een paar jaar wordt om ze gevochten door de werkgevers. De waardering door de samenleving voor werken in een overall of werken met je handen is volkomen ten onrechte lange tijd onder de maat geweest. Ik denk dat dat te maken heeft met vroeger, toen werklui soms nog werden uitgebuit. Ouders probeerden dat voor hun kinderen te voorkomen. Daar zit wellicht de kern van de slechte naam van het VMBO.” Hoe leg je dat de ouders en de kinderen zelf uit?
“Dat kan alleen maar door ze heel gericht de beroepsperspectieven te laten zien. Wat doet iemand in een laboratorium, wat betekent het om monteur in de fijnmechanica te zijn of om in de geriatrie te werken? Hoe kun je je eigen onderneming opzetten als je een vak beheerst? Dat moeten we laten zien. We hebben genoeg van die succesverhalen te melden, alleen hebben we dat nog nooit goed gedaan. Dat is onze fout. Het VMBO is de opstap voor een successtory als goede voorbereiding op het MBO en als goede voorbereiding op het bedrijfsleven. De kok, die zijn eigen restaurant begint. De automonteur aan wie door alle bedrijven
wordt getrokken en die van zijn baas de ene na de andere cursus mag doen om hem te binden aan het bedrijf. Wel mooi bij ons begonnen. We hebben er heel nadrukkelijk voor gekozen om de leerlingen een algemene basis te geven, het bedrijfsleven moet het laatste stukje training on the job zelf verzorgen. Dat uitgangspunt leidt tot het afleveren van de beste leerlingen. Die hebben zo de beste kansen om zich aan te passen aan de arbeidsvraag in de markt. We kijken daarbij ook heel gericht wat iemand nodig heeft. We willen leerlingen niet opzadelen met onnodige ballast. Maar wel een klein stukje Frans en Duits waarmee ze zich kunnen redden, zodat ze veel meer kansen hebben in de Euregio. Wat is er mooier dan een hovenier die in Visé bij een leermeester stage gaat lopen en daar later in vaste dienst terecht kan? Die zich met een paar woordjes Frans kan redden.” Ouders verzuchten vaak dat de oude ambachtsschool terug moet komen.
“Waar de ambachtsschool heel goed in was, was het opleiden van grote groepen jongens voor hele gerichte beroepen. Vroeger werkte dat perfect. Dat sloot toen aan bij de vraag. Je leverde hele klassen metselaars af en op de bouwplaats leerden ze nog de fijne kneepjes. Nu is de tijd anders en zijn de leerlingen anders. De wereld en ook wat gevraagd wordt van werknemers verandert steeds sneller. Als je een bredere basis hebt, heb je veel meer kansen. Nu is het nog steeds zo dat de bedrijven het allerlaatste stukje moeten opleiden. Dat doen ze ook. Graag,
lvo De stichting LVO (Limburgs Voortgezet Onderwijs) telt 17 scholen, bijna 30.000 leerlingen en ruim 2600 fte’s aan arbeidsplaatsen. Het LVO in Maastricht telt bijna 6700 leerlingen. Het gaat in Maastricht om de scholen Porta Mosana College, Sint-Maartenscollege, Bonnefanten College, de Praktijkschool Terra Nigra en het OPDC het Orthopedagogisch Didactisch Centrum.
zeker als de basiskennis goed is. En voor de leerlingen geldt dat nu bijvoorbeeld de concentratie heel anders is dan in de jaren50. Leerlingen hebben nu smart-phones en laptops: die zoeken nu heel anders naar informatie en naar oplossingen dan vroeger. Daar moet je in je onderwijs natuurlijk rekening mee houden. Van de andere kant is de roep om op te leiden tot vaklui een geschenk: het geeft aan dat de waardering voor vakmensen weer toeneemt in de maatschappij. Daardoor zal ook de waarde van het VMBO veel zichtbaarder worden. En een discussie over een betere beroepsvoorbereiding hoort daarbij.” Alleen jammer dat het aantal leerlingen nu stevig gaat krimpen.
“Ik denk in kansen als het over krimp gaat. Je krijgt voor elke leerling minder ook gemiddeld 6500 euro minder inkomsten. Daar staat tegenover dat je minder
fabiënne denker Fabiënne Denker is 17, vierde- en dus laatstejaars op het VMBO aan het Bonnefanten College in Maastricht. Ze volgt de theoretische leerweg Zorg en Welzijn. Weet precies wat ze wil: verloskundige worden. Ze weet ook precies hoe lang dat nog gaat duren: tot haar 26e moet ze blijven leren. Na het Bonnefanten College gaat ze naar het ROC Leeuwenborgh, waar ze school en werken in de verpleging gaat combineren. Als ze daarmee klaar is, wacht haar de specialisatie tot verloskundige op HBO-niveau. Fabiënne ziet het helemaal voor zich. Aansporing om haar best te doen is volstrekt overbodig. Ze haalt fantastische cijfers. Haar logboek van het Bonnefanten College is perfect verzorgd en straalt vooral uit dat ze precies weet wat ze wil. Fabiënne: “Op het Bonnefanten College wordt je echt geweldig geholpen bij het
maken van je beroepskeuze. Je doet een beroepentest en er wordt gekeken naar de Sector- en Beroepscompetenties. Je loopt diverse stages om te kijken wat elke functie inhoudt. Ik heb stage gelopen bij het ziekenvervoer in het AZM. Ideaal: ik heb het hele ziekenhuis van gezien!” Ik heb ook stage gelopen bij Maasveld, een organisatie voor verstandelijk gehandicapten. We zijn ook al gaan kijken bij het Leeuwenborgh, hoe daar onze vervolgopleiding in elkaar zit. Hartstikke belangrijk bij het Bonnefanten College is het team docenten. Dat moet gezegd worden: daar kun je heel makkelijk mee praten, ook over de oriëntatie op je loopbaan en wat je dan te wachten staat. Ik heb daar echt mee geboft. Ik kijk met heel veel plezier terug op deze school. Het is meteen een goede eerste stap geweest op weg naar mijn droombaan: verloskundige.”
34 onderwijs
april 2011
guido weerts van afwasser tot patissier Welk beroep past bij? Wanneer voel je je happy? Guido Weerts uit Eijsden ontdekte het op het Sint-Maartenscollege in Maastricht. Hij volgde daar het VMBO consumptief breed kader. “Ik ben begonnen als afwasser in restaurant Du Transvaal. De chef-kok vond dat ik talent had om de afwaskeuken te verruilen voor de echte keuken. Zo is het begonnen.” Op school merkte Guido dat hij de goede studierichting heeft gekozen. Stages bij onder meer een restaurant in Sint-Geertruid pakten goed uit. “Het VMBO is een goede opleiding geweest, zo heb ik in de praktijk gemerkt en ook toen ik aan het Arcus in Heerlen verder ben gaan leren om leidinggevende in een keuken te kunnen worden. Want toen ik met nog twee anderen in Heerlen begon, merkten we dat we qua vaardigheden, bijvoorbeeld snijtechnieken, al veel verder waren dan klasgenoten die van andere opleidingen instroomden.” De jonge Eijsdenaar is zeer te spreken
gebouwen en minder docenten en personeel nodig hebt. Ik verwacht dus dat het aanbod van onderwijs iets meer zal concentreren. Maar dat is alleen de operationele oplossing. Waar het om gaat bij krimp is dat we de bruggen weten te slaan met het bedrijfsleven en ook met de overheid. De overheid moet zorgen voor adequate huisvesting. Het bedrijfsleven moet nog veel nadrukkelijker dan nu gebeurt betrokken worden bij het onderwijs. Het is in beider belang dat we het maximale uit de kinderen halen en daar samen aan werken. Al is het maar door echt werk te maken van bijvoorbeeld praktijkstages. Samen moeten we de kinderen laten zien waar ze allemaal terecht
over de docenten. “Bij het zoeken naar stageplaatsen helpen ze fantastisch. Ze kennen de branche, de mensen en de bedrijven. Zo kunnen ze je een goed advies geven over een stageplaats die bij je past. Dat is belangrijk: in de praktijk leer je natuurlijk het meeste.” Guido werkt nu, als hij niet leert, bij restaurant Vanille, in zijn woonplaats Eijsden. Peter van Rooij zwaait de scepter in de keu-
kunnen, welke beroepen er allemaal zijn. Als kinderen eenmaal in de gaten hebben waar ze terecht willen komen, motiveert dat enorm. Ik verwacht dat de krimp bedrijfsleven en onderwijs dichter bij elkaar brengt.” Zijn de leerkrachten net zo enthousiast?
“De leerkrachten zijn het werkkapitaal van onze organisatie. Wij willen hun rol graag versterken: zij moeten als professional de ruimte hebben om hun vak uit te oefenen. De leerkracht zal altijd blijven, kun je ook niet vervangen door een computer. Als organisatie willen we ze nog meer stimuleren door ze bijvoorbeeld te laten studeren. Aan de andere kant vind ik ook dat docenten veel — a d ve r te n t i e —
ken. “Guido is een talent in de keuken. Heeft een echt horecahart. Hij staat zijn mannetje en je doet nooit vergeefs een beroep op hem. Eén ding weet ik zeker: Guido komt er absoluut.” Guido zelf heeft nog een andere ambitie: hij wil zich uiteindelijk specialiseren in de patisserie. “Dat is het mooiste vak dat er is.”
trotser mogen zijn op hun vak, want dat is het! Het is een moeilijk vak. Docenten moeten dat ook uitdragen en ook nu al hun leerlingen interesseren voor het onderwijs zelf. Het onderwijs biedt ook baanzekerheid. Nu hoor ik van docenten de verhalen dat hun buurman, die toch ook echt een goede baan had bij een groot bedrijf, van het ene op het andere moment is ontslagen omdat er geen werk meer is. Die baanzekerheid is prima, maar het verplicht je wel je zelf te blijven ontwikkelen en ook het beste uit jezelf te halen. Met uiteindelijk één doel: zorgen dat onze kinderen een goede toekomst krijgen. Elke drop-out is er een te veel. Niks mooier dan werken in het onderwijs!”
column 35
april 2011
column
Schoonmoeders en belastingontvangers: je krijgt ze er ongevraagd bij Waar schoonmoeders continu mikpunt zijn voor talloze grappen en grollen, blijven belastingontvangers ver uit beeld, totdat het er echt op aankomt. Maar wie van die twee is nu echt het ergst? Wel nu, wat schoonmoeders betreft heb ik erg veel geluk: ik heb de allerliefste schoonmoeder van de hele wereld! Zijn belastingontvangers dus de echte plaag voor bedrijven? Nee, zeker niet. Evenmin als particulieren kiest een ondernemer er voor om belasting te moeten afdragen. Degenen die dat komen ophalen genieten daarom ook niet direct de meeste sympathie, ook al weten we allemaal diep in ons hart dat het wel nodig is. Als de nood in financiële zin hoog is in een bedrijf, verliest men dat echter snel uit het oog. De strijd kan dan behoorlijk hard worden en de fiscus beschikt nu eenmaal over forse wapens. Toch begrijpen ontvangers in de regel heel goed, dat ze hun macht niet tot elke prijs moeten proberen uit te oefenen en meestal hebben zij een heel praktische instelling. Ze willen nog wel eens principieel zijn als het gaat om omzetbelasting, dit met als motto dat men die belasting nu eenmaal als ondernemer van zijn afnemers heeft ontvangen door het boven op de prijs te zetten. Dat argument klopt als een bus, maar valt allereerst te relativeren bij verkoop aan particulieren, want die zien BTW gewoon als een deel van de (kost-)prijs. In business-to-business gevallen is het voorts ook nog maar de vraag wanneer de afnemer betaalt en moet je de BTW voorfinancieren bij trage betalers en bij wanbetalers moet je heel lang wachten voor je de BTW mag terug vragen. Even principieel ligt de loonbelasting: voor ontvangers is dat een bedrag dat je hebt ingehouden op je werknemers en dat dus niet in eigen beurs mag verdwijnen. Als men echter geen winst maakt, is dat “eigen beurs” ook behoorlijk relatief. Als faillissementscurator werk ik veel samen met ontvangers. Dat is zelden onaangenaam en het zijn goede professionals. Als ik bezig ben met een bedrijfssanering of een reddingsoperatie, dan zijn het zowel geduchte tegenstanders, als wel onmisbare schakels. Met hen kan vaak op heel reële wijze naar probleemsituaties gekeken worden, ook al hebben ze sterke machtsmiddelen en zijn hun vorderingen preferent. Helaas weet je vooraf soms niet welke ontvanger je in een saneringsoperatie krijgt, zodat het veiligheidshalve wel mijn tactiek is om eerst tot een regeling te komen met de gewone schuldeisers. Zoals altijd is een sanering een gevecht tussen de verschillende schuldeisers om zoveel mogelijk te krijgen van een koek die per definitie in probleemgevallen niet groot genoeg is. Daarin doen belastingontvangers gewoon hun werk. Het gebeurt echter zelden dat niet redelijk met hen gepraat kan worden. Als men krap zit valt er meestal ook heel goed met hen te praten over een betalingsregeling en -als het echt niet
Charles Lückers Lückers BedrijfsAdvocaten / Advocasso Heerlen en Maastricht
anders kan- zelfs over een gedeeltelijke kwijtschelding. Terecht zijn zij daar terughoudend in, want zoiets werkt wel concurrentieverstorend t.o.v. de ondernemers die wel vol betalen. Heel terecht zijn ontvangers echter wel allergisch voor mensen die proberen om hen te belazeren en ook voor belastingplichtigen die pas veel te laat melding maken van hun problemen. Ik beveel dan ook met klem aan om in een zo vroeg mogelijk stadium met de belastingdienst te gaan praten als er liquiditeitsproblemen zijn. Weliswaar heeft de belastingdienst vergaande machtsmiddelen, maar men gaat daar meestal redelijk mee om. Bij hen loop je ook niet het risico -zoals wanneer men financiële problemen aan zijn bankier meldt- dat een krediet wordt ingetrokken en men van de regen in de drup raakt. Bij vooral de ouderwetse slag ontvangers zit veel kennis en ervaring. De kwaliteit van het werk zal helaas afnemen door van hoger hand opgelegde reorganisaties. Vroeger zaten ontvangers heel specifiek op bepaalde branches en kenden daarin de zwakkere broeders en degenen die niet te vertrouwen waren. Ze wisten wanneer ze tijdig moesten ingrijpen. Inmiddels is echter die strikte scheiding tussen belastingheffers (de inspecteurs) en de ontvangers wat vervaagd en de branche-indeling is al grotendeels verlaten. Dat gaat de Nederlandse Staat nog aardig wat geld kosten, maar dat valt helaas aan Den Haag niet uit te leggen. Ook hier worden dus weer vakmensen “opgeofferd voor het systeem” en weer geldt: jammer!
“Heel terecht zijn ontvangers echter wel allergisch voor mensen die proberen om hen te belazeren”
36 logistiek
april 2011
Paul Cornelissen (L) en Jurgen Gobyn
Railport Lanaken: logistiek knooppunt van spoor, water en weg De spoorlijn Lanaken-Maastricht ‘Lijn 20’ was lange tijd niet meer in bedrijf. In 1990 reed de laatste goederentrein over het traject. Vanaf 1997 is er hard gewerkt om de spoorlijn nieuw leven in te blazen. Het Nederlandse en Belgische gedeelte van de spoorlijn is nu gereed, zodat de spoorlijn eindelijk in gebruik kan genomen worden. De exploitatiemaatschappij ‘Railport Lanaken’ kan nu aan de slag om transport op deze spoorlijn te realiseren en klanten te zoeken waarvoor de combinatie van spoor-, water- en wegtransport van toegevoegde waarde is. Lanaken wordt via de lijn Lanaken-Maastricht verbonden met het Europese spoornetwerk en vormt daarmee een belangrijk achterland voor de havens Antwerpen en Rotterdam. Op volle capaciteit zal de Railport Lanaken jaarlijks zo’n 30.000 vrachtwagens van de weg halen wat een jaarlijkse vermindering van 6.000 ton Co2-uitstoot oplevert. De nieuwe spoorlijn tussen Lanaken en Maastricht ontsluit de industrieterreinen Europark in Lanaken en Lanakenerveld in Maastricht en verbindt hen met de rest van Europa. Om overslag van goederen mogelijk te maken is de Albertterminal van 21.500 m² aangelegd met een rangeerbundel van 4 sporen en een overslagstation. De Albertterminal wordt een heuse
draaischijf voor het vervoer van en naar Europa. Met een kade voor stukgoederen, een voor containertransport en beschikbare gronden voor de overslag van bulkgoederen zijn alle faciliteiten aanwezig voor een snelle en efficiënte verwerking van goederen naar de drie transportpijlers: weg, water en spoor. “Lanaken heeft de beschikking over 20 ha industriegronden die in hoofdzaak bestemd zijn voor de vestiging van spoor- en watergebonden bedrijven”, legt burgemeester Guido Willen van Lanaken uit. “Nieuwe bedrijven moeten dus optimaal gebruik kunnen maken van spoor- en waterinfrastructuur. Lanaken is niet alleen een belangrijke tewerkstellingskern in het zuidelijk Maasland, met productiebedrijven zoals SAPPI, Celanese, Hercorub en Silmaco, maar het bedrijventerrein wordt, na de ingebruikname van het spoor, ook één van de interessantste bedrijventerreinen van Vlaanderen.
Railport Lanaken
De exploitatie van de terminal wordt door AGB Lanaken na Europese aanbesteding voor 15 jaar toevertrouwd aan een speciaal voor dit doel opgerichte firma ‘Railport Lanaken’. Het Belgische Gobo Transport & Logistics uit Lanaken en het Nederlandse CTS, Container Terminal Stein, zijn de aandeelhouders van deze nieuwe exploitatiemaatschappij. Jurgen Gobyn van Gobo en Paul Cornelissen van CTS voeren de directie over Railport Lanaken. De exploitatie behelst zowel het operationele als commerciële gebruik van de railterminal. De firma Gobo is sedert 1963 een gevestigde waarde in Lanaken. Sinds de aanvang is dit familiebedrijf, waar de derde generatie inmiddels aan het roer staat, één van de trekkers van dit dossier. Gobo investeerde zelf in één van de overslagstations, dat grenst aan haar huidige opslagplaatsen. CTS werd in 2004 opgericht en baat in het Nederlandse Stein een vergelijkbare
logistiek 37
april 2011
terminal uit. Eén van de aandeelhouders van CTS is ‘Wessem Port Service’, die In Lanaken vlak bij de nieuwe terminal een laad- en loskade langs het Albertkanaal heeft. “Door het samengaan van deze bedrijven in Railport Lanaken kan er trimodaal gewerkt worden”, stelt Jurgen Gobyn. “Het intermodaal vervoer wint aan belang ten opzichte van het klassieke wegtransport. Voor- en natransport over de weg, gekoppeld aan een hoofdvervoer per spoor. Dit leidt tot minder verzadiging van de (snel)wegen en zorgt voor een veiliger, kostenefficiënt, betrouwbaar, snel en milieuvriendelijk spoorvervoer. Daarbij komt dat de jaarlijkse stijging van het intermodaal vervoer nu reeds leidt tot een tekort aan terminalcapaciteit. Lanaken beantwoordt met deze terminal aan een behoefte op de transportmarkt.” Paul Cornelissen vult aan: “Wij geloven sterk in de locatie Lanaken. Lanaken heeft een zeer gunstige geografische ligging: grenzend aan Nederland en gelegen in het oostelijk deel van de provincie Belgisch Limburg welke als een logistieke gateway in België gezien wordt. De regio Lanaken-Maastricht is een belangrijke vertrek- en aan-
komstregio voor vracht en vervult tevens een belangrijke transitfunctie. Naast de goede snelwegverbindingen - E313, E314, E25 - en binnenvaartverbindingen zoals het Albertkanaal en de Zuid-Willemsvaart, die Lanaken o.a. met Maastricht verbindt, wordt met de reactivering van het spoor de trimodaliteit in Lanaken terug hersteld. Daarmee wordt Lanaken een trimodale ‘hub’ van Europees belang.” Albertterminal
“De terminal is een ‘open access’ spoorterminal. Met andere woorden: alle mogelijke spooroperatoren hebben toegang tot de terminal. Geen exclusiviteit en gelijke behandeling van alle operatoren. Railport Lanaken staat in voor de commerciële en operationele exploitatie van de terminal”, vertelt Jurgen Gobyn. “Het is de bedoeling dat er op de spoorterminal alle maten containers, wissellaadbakken, volledige opleggers en bulkgoederen geladen en gelost kunnen worden. Laden en lossen van treinen zal gebeuren door middel van gespecialiseerd equipement zoals reachstacker, heftruck, wiellader aangepast aan de aard van de lading.
Duurzaam
Gobyn: “Wij stellen vast dat de klanten om duurzame transportoplossingen vragen. Oplossingen waarbij de klanten-verladers erin slagen intermodaal spoorvervoer te integreren in hun logistieke keten. Wij als Railport Lanaken staan klaar om de klanten te helpen de ‘modal shift’ van weg naar spoor te realiseren en duurzame ‘supply chain concepten’ op te bouwen. Op volle capaciteit zal Railport Lanaken jaarlijks zo’n 30.000 vrachtwagens van de weg halen. Wij hebben de ambitie om deze doelstelling binnen 3 jaar te realiseren, wat dan een positieve bijdrage aan het milieu oplevert door de jaarlijkse vermindering van 6.000 ton Co2-uitstoot. Met Railport Lanaken wordt een verdere stap gezet in de realisatie van het doorbraakscenario in het kader van de uitbouw van de Logistieke Poort Limburg. Wij zullen ons blijvend inzetten voor de ontwikkeling van innovatieve vervoersconcepten. Hiermee zit het railgoederenvervoer via Lanaken – Maastricht op het juiste spoor naar de toekomst,” aldus een gedreven Jurgen Gobyn.
220311 Paasadvertentie Beaumont_Opmaak 1 29-03-11 08:55 Pagina 1
— a d ve r te n t i es —
Met mijn SAAB naar Landgraaf? Ja, u leest het goed. U kunt met uw Saab naar Saab Service Ben Goossens in Landgraaf. Dat kon al meer dan tien jaar maar automobielbedrijf Ben Goossens is met zijn team uitgegroeid van Saabspecialist tot officieel Saab Service Ben Goossens.
Paasbrunch Paaszondag 24 april tussen 11.30 uur en 16.00 uur
Laat u verrassen door talloze fijne gerechtjes in buffetstijl, warm & koud, zoet & hartig. De Paashaas hopt vrolijk rond tijdens de brunch en zoekt graag met de kindjes naar de verstopte eitjes.
€ 42,50 P.P. € 22,50 KINDEREN 4 T/M 11 JAAR
Voor u betekent dit, dat Ben Goossens en zijn door Saab onderrichte monteurs uw auto onderhouden en repareren zoals u dat van Saab mag verwachten. Dit gebeurt volgens de laatste technische know-how, de meest up-to-date informatie, volledig onder garantie en met gebruikmaking van originele onderdelen. U verwacht niet anders, daarom rijdt u Saab.
In de avond serveren wij ons Menu Beaumont. Voor reserveringen belt u met 043 325 44 33, mail naar info@beaumont.nl of loop bij ons binnen.
Kent u ons nog niet? Maak nu een afspraak voor een vrijblijvende controle of kom gewoon eens kennismaken! De koffie wordt vers voor u gezet!
Where you are part of the family. BEAUMONT
Saab Service Ben Goossens
Restaurant
WYCKER BRUGSTRAAT 2 MAASTRICHT WWW.BEAUMONT.NL
Saab Service Ben Goossens
Koeweg 12 | 6372 AM Landgraaf | T +31 (0)45 533 10 18 M +31 (0)6 533 255 77 | I www.ben-goossens.nl
10 0823 BENG adv Niveau 147x228.indd 1
06-09-10 20:57
Auping
2e PA AS DAG G EO PE N D Venlo van 11.00 -17.00 uur alle andere filialen van 12.00 -17.00 uur
Artemide
HOLLANDSCHE MEESTERS
Artifort Bontempi Bert Plantagie Brand van Egmond De Sede Flos Fritz Hansen
PALLONE Fauteuil in uni, 2 of 3 kleuren Senso leder, NU VOOR 1.495,Pallone Limited edition Senso VOOR 1.295,LEOLUX
FSM Gelderland Gispen Gealux Hülsta Jensen Jori Karat Kreamat Label Leolux Machalke
LABEL HIDDE Designklassieker, fauteuil in indian buffel naturel of yak leder met bijpassende hocker.
MDF Italia Molteni & C Pullman Presotto Rolf Benz Swissflex Tables4you
LEOLUX ANTONIA ROYALE Deze grande dame bestaat in haar grondvorm al sinds de jaren vijftig en nog steeds vormt ze een solide basis van de Leolux collectie. Nu scherp geprijsd! Bijvoorbeeld: 2,5 zits in promostof VAN
3.865,- VOOR 3.195,3-zits met armelement in Senso leder VAN 4.580,- VOOR 4.395,www.berden.nl
berden stijl van leven Wonen: Woonboulevard Trefcenter Venlo | Industriestraat 23 Sittard | Promenade 12 Heerlen Slapen: Willem II Singel 25 Roermond | Industriestraat 4a Sittard | Laurentiusplein 3 Blerick | Promenade 12 Heerlen
Tempur Touché Van Gaasbeek en Van Tiel Walter Knoll
Advocaat Iddo Bakker Ruil de angst in voor zelfvertrouwen! “Een interessante column van Wim Ortjens in de maarteditie van Zuid! Natuurlijk gaat het goed met Zuid-Limburg, zoals hij schrijft, en kan het nog veel beter. Angst is inderdaad een slechte raadgever. Grote ontwikkelingen als de Brainportagenda 2020 verdienen volop aandacht in de media. Maar de particulier kijkt in het hier en nu nog met zorg naar de eigen agenda en portemonnee. Discussiëren over de toekomst moet, maar hoe helpen we de Limburger de winter door op weg naar de “Limburgse Lente”? Iddo Bakker, advocaat-ondernemer te Maastricht, weet eenvoudig een eerste voorbeeld te noemen. “Er wordt veel gezegd en geschreven over de Limburgse vastgoedmarkt. Angst - waar Wim Ortjens zo de nadruk op legt - lijkt de markt in de weg te zitten. Mensen kopen uit angst voor dubbele lasten pas een nieuw huis zodra de eigen woning verkocht is. Tegelijk is er nog steeds een grote vraag naar betaalbare huurwoningen”. De wetgever heeft vorig jaar als crisismaatregel namelijk de mogelijkheden voor verhuur op grond van de Leegstandswet verruimd. Daardoor kan de leegstaande woning onder soepeler voorwaarden verhuurd worden zonder dat de huurder vergaande huurbescherming geniet. De verhuurder kan daardoor bij verkoop eenvoudig van de huurder af. Normaal staat de regel ‘koop breekt geen huur’ daaraan in de weg. Door de huurinkomsten staat de leegstaande woning
niet langer alleen maar geld te kosten. “Bijna niemand kent deze mogelijkheid, en zo blijft veel angst voor dubbele lasten ten onrechte bestaan”. Bakker heeft meer voorbeelden paraat: “Als familierechtadvocaat spreek ik veel mensen die de crisis rechtstreeks voelen, en daardoor de alimentatie niet meer kunnen betalen óf juist een hogere bijdrage nodig hebben. Wijziging van het te betalen bedrag ligt voor de hand wanneer het inkomen van een exechtgenoot sterk gedaald is, bijvoorbeeld omdat hij/zij in de WW terechtgekomen is of bonussen moet missen. In het wettelijke systeem dient een alimentatieplichtige met zijn inkomen immers eerst belasting te betalen en in het eigen levensonderhoud te voorzien. Als er vervolgens nog wat overblijft, moet een deel daarvan voor alimentatie worden gebruikt. Afhankelijk van de specifieke situatie – ongeveer de helft van Nederlanders komt in aanmerking voor een nog steeds aanzienlijke overheidssubsidie in de kosten van rechtsbijstand – is het voeren van een procedure voor een particulier een investering te noemen. Maar als de onderhoudsbijdrage nog jarenlang moet worden betaald, is er tijd om de investering terug te verdienen. Voor ondernemers is volgens Iddo Bakker regel 1: zorg dat openstaande facturen snel geïnd worden. “Gebrek aan geld in kas is natuurlijk dodelijk voor een onderneming.
Het is daarom extra verbazingwekkend hoe slordig sommige ondernemers met hun debiteuren omgaan. “Zorg dat ze op tijd betalen, zou ik tegen ze zeggen, want daar heb je als ondernemer recht op. Toon zelfvertrouwen en hou op met werken voor een klant wanneer er een betalingsachterstand is ontstaan, want anders hangt u waarschijnlijk dubbel in de prijzen. Schakel zo nodig de bijstand in van een advocaat, die voor incasso’s een speciaal tarief hanteert. Doet u dat niet, dan komt uw factuur bij de wanbetaler op de stapel te liggen met andere facturen die nog wel kunnen wachten tot betere tijden. En die tijden komen voor de wanbetaler maar al te vaak niet”. Bakker besluit: “Nogmaals, ook ik zie de Limburgse lente verschijnen, mits de angst wordt ingeruild voor zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen helpt heel Limburg vooruit, zoals zelfvertrouwen de particulier of ondernemer - bijvoorbeeld het innen van facturen - helpt. Maar mocht het nodig zijn om een procedure te voeren, is het prettig te weten dat in de rechtspraak het recht op een vrije keuze van rechtshulpverlener is erkend. Dat betekent dat u, als u tegen de kosten van rechtsbijstand bent verzekerd, niet meer hoeft te accepteren dat u een volslagen onbekende jurist van het hoofdkantoor van de verzekeraar krijgt toegewezen. U kunt dus ook aan uw eigen - Limburgse! - advocaat vragen of hij u bijstaat”.
Advocatenkantoor Mr. I. Bakker Telefoon Website
043-3213881 www.advocatenkantoormribakker.nl
Directeur Jo Verstappen (l) en Patrick Keulen
Als eerste in Limburg IS0 20.000 certificaat
Open Line koploper op ict-gebied Betrouwbaar. Dat woord schrijft het ict-bedrijf Open Line op Maastricht Aachen Airport met hoofdletters. Elk bedrijf ter wereld moet kunnen vertrouwen op zijn computersysteem. Anno 2011 verwachten we allemaal dat 24 uur per dag, zeven dagen per week en 365 dagen per jaar ict-systemen functioneren. Voor een MKB bedrijf met honderd computers, maar ook voor een onderneming met drieduizend werkplekken, met medewerkers over de hele wereld die overal en altijd toegang willen hebben tot het bedrijfssysteem. Open Line zorgt daarvoor. Het in 2002 opgerichte Open Line geldt als innovatieve partner. Het bedrijf loopt telkens voorop bij nieuwe ontwikkelingen en zorgt ervoor dat klanten tevreden zijn en blijven. Jaarlijks investeert het bedrijf veel in innovatie en service. Het bedrijf ondersteunt klanten in het technisch domein van ict. Dat gebeurt vanuit drie disciplines; projecten, consultancy en managed services. Bijna tachtig medewerkers van Open Line werken daaraan.
Oscar op ict-gebied Als eerste bedrijf in Limburg heeft Open Line het ISO 20.000 certificaat voor servicemanagement behaald. Velen zegt dat waarschijnlijk niet veel, maar in de ict-branche geldt dit als de Oscar op ict-gebied. Directeur Jo Verstappen legt uit: “Dit kwaliteitskeurmerk krijg je alleen door iedere dag keihard te werken aan innovatie, service en kwaliteit. Met dit certificaat zetten we een strategisch stap naar onze toekomst, want over niet al te lange tijd wordt dit ISO 20.000 certificaat verplicht. Nu al zijn er bedrijven, met name overheidsinstellingen en zorginstellingen die alleen nog maar zaken doen met ict-bedrijven die dit certificaat hebben. Het geeft aan dat je alleen op deze manier straks nog kunt werken bij deze ondernemingen en instellingen.” Hoewel het certificaat nu nog niet verplicht is, koos Open Line er voor veel tijd en energie te besteden om dit felbegeerde keurmerk te behalen. Patrick Keulen, manager managed services, legt uit: “We willen als Open Line steeds voorop lopen. De concurrentie steeds een stap voor zijn. Bijna twee jaar geleden is besloten om het ISO 20.000 certificaat te halen. Dat betekent dat de hele organisatie van receptioniste tot directeur ermee te maken krijgt. Alleen door alle medewerkers mee te krijgen kun je dit resultaat halen.” Afspraken Wat betekent het ISO 20.000 certificaat nu in de praktijk? Patrick Keulen: “Klanten kunnen er nog meer van op aan dat Open Line gedane afspraken nakomt. Zeg wat je doet, doe wat je zegt, bewijs en verbeter het. Dat lijkt allemaal heel normaal, maar is nog verre van gangbaar bij de meeste Nederlandse en buitenlandse bedrijven,” zegt Keulen. De manager managed services verduidelijkt. “Wat we nu doen is alles vastleggen volgens vaste regels en protocollen. In het verleden meldde een bedrijf een probleem, wij verhielpen dat probleem en dat was het. Pas bij het volgende probleem kwamen we bij wijze van
spreken weer in actie. Nu wordt alles nauwkeuriger geregistreerd en houden we alles bij. Dat betekent dat we beter inzicht hebben in de problemen en dat we aan de hand van de gegevens kunnen voorkomen dat problemen opnieuw ontstaan. Dat is een omgekeerde manier van werken, veel pro-actiever. Je wacht dus niet tot een bedrijf een probleem meldt, maar signaleert en voorspelt zaken eerder. Om op deze manier te kunnen werken is de hele organisatie exact in kaart gebracht en knelpunten zijn opgelost. Voor het bedrijf betekent dit ook dat je ISO-mensen en externe auditors laat meekijken met het bedrijfsproces. Deze mensen konden op elk moment de afspraken controleren en ijken.” Dat Open Line het kwaliteitskeurmerk heeft is voor veel klanten belangrijk. Directeur Jo Verstappen: “Klanten weten dat we de zaken op orde hebben. Het ISO 20.000 certificaat geeft vastgestelde normen weer. Het betekent dat een klant precies weet hoe wij werken en daarmee nemen we hen werk uit handen omdat ze dat niet extra hoeven te controleren. Als ze met ons zaken doen weten ze wat ze kunnen verwachten.” Patrick Keulen vult aan: “De ict-branche is nog een jonge bedrijfstak. Open Line is een van de langst bestaande bedrijven en toch zijn we pas in 2002 begonnen. Omdat het een jonge branche is, is ook niet veel geregeld over kwaliteit. Daarom is dit keurmerk zo belangrijk.” Jo Verstappen: “Om dat laatste inzichtelijk te maken. Als je een advocaat nodig hebt, dan weet je dat je een advocaat krijgt. En als je een accountant inschakelt dan weet je dat je met een accountant van doen hebt. Voor de ict is dat niet zo duidelijk. Iedereen mag zich icter noemen. Bij Open Line werken we voortdurend aan de opleiding van onze medewerkers. We hebben dan ook de best opgeleide ictmedewerkers. Alleen door op deze manier te werken kunnen wij de beste kwaliteit bieden voor onze klanten. Alleen zo zijn en blijven we een betrouwbare en innovatieve partner.”
Open Line Het bedrijf Open Line, gevestigd op Maastricht Aachen Airport startte op 1 juli 2002 en heeft vanaf de oprichting de focus op ict-infrastructuren. Bij het bedrijf werken bijna tachtig mensen en wordt samengewerkt met vooraanstaande organisaties in de ictbranche. De visie van Open Line sluit nauw aan bij de ontwikkelingen in de maatschappij. Open Line springt in op de globalisering van de economie met ict-infrastructuren waarmee klanten altijd en overal onafhankelijk van tijd of plaats kunnen werken. Het bedrijf is partner van leveranciers als EMC, Microsoft, Cisco, Citrix, VMware, Google en Appsense. Open Line beschikt over eigen datacenters voor de back-up van documenten, databases en email. De Open Line datacenters zijn wat betreft stroomvoorziening, koeling en infrastructuur voorzien van de modernste technieken. Australielaan 70 6199 AA Maastricht Aachen Airport 043 850 7500 www.openline.nl
42 golfspecial
april 2011
GOLF
SP
Limburg golfprovincie Als je naar het aantal golfbanen in Limburg kijkt, kan de indruk niet anders zijn dat golf een populaire sport is. Wie in Limburg een golfbaan zoekt, hoeft nooit ver te rijden. Door Peter Eberson foto jean-pierre geusens
Neem Zuid-Limburg, met banen in Wittem, Cadier en Keer, Maastricht, Bunde, Brunssum, Voerendaal en Susteren en plannen voor een golfbaan bij Rolduc in Kerkrade. Om het in perspectief te plaatsen; Zuid Limburg meet twintig bij twintig kilometer! In het midden en noorden van de provincie is de keuze nog groter. Golf Land van Thorn in Hunsel, Golfclub Roobeek in Arcen, Slottermolen in Grubbenvorst, De Peelse Golf in Evertsoord, Kapèlkeshof in Grashoek, Burggolf Herkenbosch, Crossmoor in Weert, Bleijenbeek in Afferden, Golfclub Geijsteren en de Golfhorst in Horst. En dan is er nog de besloten businessgolfclub Eyckenduyn in Helden en er bestaan nog steeds plannen voor nieuwe golfbanen. Bent u er nog?
Wat golfbanen betreft is er in Limburg sprake van een luxe-situatie. Vergeet daarbij niet dat het directe grensgebied ook nog een aantal, bij Limburgers populaire golfbanen telt, zoals Henri Chapelle, Houthalen, Genk en Aken. Deze regio heeft daarmee waarschijnlijk de hoogste holedichtheid per vierkante kilometer van het land. Betekent dit ook dat er veel golfers zijn in deze provincie? Dat valt wel mee, vergeleken met de rest van Nederland. Waar in de rest van het land de ‘golfdichtheid’ 2,4% van de bevolking is, blijft Limburg steken bij 1,1 %. In Dagblad De Limburger gaf Maurice Hermans, voorzitter van de nieuwe stichting Limburg Golfland, de terughoudendheid van de Limburger, als verklaring.
E CIAL
Limburgers beschouwen de sport toch nog vaak als elitair. Ten onrechte volgens Hermans. In de Limburgse golfwereld is het besef doorgedrongen dat samenwerking noodzakelijk is. In de stichting Limburg Golfland, werken twaalf Limburgse golfbanen samen om de sport meer op de kaart te zetten. De ambities zijn hoog. Er is een plan om een jonge talentvolle Limburgse golfer op de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro te krijgen, waar golf vanaf dat jaar weer een Olympische sport is. De samenwerking van twaalf golfbanen is een begin, want niet alle golfbanen zijn bij het initiatief betrokken al verwacht Hermans dat de rest snel zal volgen. De Stichting Limburg Golfland richt zich vooral op de groeiende groep zogeheten ‘vrije golfers’. Dat zijn golfers die niet zijn aangesloten bij een club, maar met hun golfvaardigheids bewijs (gvb) overal spelen en een greenfee betalen. Deze groep vrije golfers groeit nog elk jaar. Bijna de helft van de 350.000 golfers in Nederland behoort tot de categorie vrije golfers. Limburg Golfland wil in deze provincie deze groep bereiken. Voor een jaarlijkse contributie van 25 euro krijgen de leden korting op de greenfee bij deelnemende golfbanen. De Nederlandse Golf Federatie is trots dat golf inmiddels de derde sport van het land is en grijpt elke gelegenheid aan om dat naar buiten te brengen. Des te opmer-
golfspecial 43
april 2011
kelijker is het dat de de derde sport van het land (na voetbal en tennis) toch weinig echte toppers voortbrengt. Misschien komt het omdat het aantal geregistreerde golfers van 350.000 nog niet wil zeggen dat deze mensen elke week op de golfbaan staan. Naar schatting zijn er zo’n 100.000 actieve golfers. Vergelijk het met hockey of voetbal. Daar wordt twee keer per week getraind en in het weekend een wedstrijd gespeeld. De meeste Limburgse golfers zullen die frequentie niet halen. Een rapport over de ontwikkeling van de golfsport tot 2015 onderbouwt dit fenomeen. Het verschil tussen de klassieke en vrije golfer is dat de laatste nauwelijks speelt Komt een clubgolfer gemiddeld tot 36 rondes, een vrije golfer blijft steken op gemiddeld vier. De conclusie van het rapport is dat de golfbranche nog een groot deel van het marktpotentieel laat liggen. De branche moet inspringen op de verschillende types golfers en meer differentatie aanbrengen in het aanbod van banen en lidmaatschappen. De meeste Limburgse golfbanen zijn daar volop mee bezig. Het besef om samen te werken groeit, getuige de oprichting van de stichting Limburg Golfland. De golfbanen zouden Limburg bij uitstek kunnen profileren als golfbestemming. In het Heuvelland liggen schitterende golfbanen, zoals de hoogst gelegen golfbaan van het land. Midden-Limburg is aantrekkelijk vanwege bosbanen als Burggolf Herkenbosch. Noord-Limburg heeft de charme van veel verschillende golfbanen dicht bij elkaar. Om Limburg als golfbestemming te promoten is een samenwerking met de toeristische sector noodzakelijk. Wat is er voor een weekendtoerist mooier dan de ene dag op de golfbaan in Margraten te spelen en de andere dag in Maastricht, Genk of Henri Chapelle?
golfbanen in limburg Wittem De Zuid Limburgse Golf- en Countryclub www.zlgolf.nl Voerendaal Golf & Country Club Hoenshuis www.gcchoenshuis.nl Maastricht Golfclub Maastricht Maastricht International Golf www.migolf.nl Cadier en Keer Golfbaan Het Rijk van Margraten www.golfenophetrijk.nl Brunssum Golfclub Brunssumerheide www.golfbrunsummerheide.nl Bunde Golfclub Meerssen www.golfclubmeerssen.nl Susteren Golfbaan Echt-Susteren www.golfclubecht-susteren.nl Hunsel Golf Land van Thorn www.landvanthorn.nl Weert Golf & Countryclub Crossmoor www.crossmoor.nl
— a d ve r te n t i es —
Doelgericht en doordacht design
Stefan Roex Grafisch Design
www.stefanroex.nl
Herkenbosch Golf & Country Club Herkenbosch www.gccherkenbosch.nl Helden Golfclub Eyckenduyn www.eyckenduyn.nl Arcen Golfclub Roobeek www.golfclubroobeek.nl Grubbenvorst Golfclub Slottermolen Grashoek Wijn & Golfdomein Kapèlkeshof www.kapelkeshof.nl Evertsoord De Peelse Golf www.depeelsegolf.nl Horst Golfcomplex De Golfhorst BV www.degolfhorst.nl Geijsteren Golf & Country Club Geijsteren www.golfclubgeijsteren.nl Afferden Golfbaan Landgoed Bleijenbeek www.golfenopeenlandgoed.nl
GOLF
SP
E CIAL
Ralph Laberger en Guus Loo
golfspecial 45
april 2011
Henri Chapelle als verlengde van je huiskamer Guus Loo, 70. Een van de meest nuchtere ondernemers, zeker in golfland. “Wat is een golfbaan? Dat is een wei, meer niet. De beleving, daar gaat het om.” Henri Chapelle – 45 holes – is onder leiding van directeur Ralph Laberger uitgegroeid tot de baan met internationale allure, waar Duits, Frans, Nederlands en dialect de voertalen zijn. Door Maurice Ubags foto’s jean-pierre Geusens
L
oo is gearriveerd maar kan het niet laten: zijn hele leven heeft hij in heel Europa golfbanen aangelegd, ontwikkeld en ook verkocht. In totaal was hij actief bij zo’n honderd golfbanen betrokken. Onlangs verkocht hij zijn aandelen in de schitterende gelegen golfbanen van Henri Chapelle, in de voerstreek net over de grens. Een 22 jaar jong golfcomplex dat hij samen met Cees Jongmans en Dré Gijzen opzette. Loo kan zeggen wat-ie denkt. Is kritisch: wat hij zegt levert stof tot nadenken op. Genoeg voor een fantastisch economiecollege. “Marketing als functie is bullshit.” Volgens Loo worden in de golfwereld veel schijnargumenten gebruikt. “Dat de golfsport gezond is, want je loopt de hele dag buiten. Wel tien kilometer. Dat is toch flauwekul? Natuurlijk loop je buiten, maar dat is het argument niet. Dan kun je net zo goed tien kilometer wandelen in de natuur. Kost niks.” Waar het volgens Loo om gaat is dat mensen “erbij” willen horen, een “beleving” willen meemaken. “Je verkoopt geen golf of golfspullen, je verkoopt een sociaal gebeuren. Een wijze van leven. Dat is de basisfilosofie. Product-denkers vergeten dat veel te vaak. Die verwarren een behoefte vaak met het begrip markt. Behoeften hebben we allemaal velen, maar het is de vraag of daar ook markt voor is: of mensen bereid zijn ervoor te betalen. Als een product niet loopt, wordt er meer ‘marketing’ op gezet.
Dan krijg je een mooiere folder, maar dat lost het onderliggende probleem niet op.” Voor Loo is de golfbaan en veel meer nog het clubhuis om veel redenen de ideale plek voor zakenmensen. “Kijk, als je een zakenrelatie wil laten zien dat je hem of haar waardeert, kun je duur gaan uit eten. Hoe duurder, hoe beter? Hmm. Misschien denkt degene die je hebt uitgenodigd wel dat je te veel aan hem of haar verdient. En dan nog: zit je in een duur restaurant waar je een menu-kaart in handen gedrukt krijgt. Fout! Waarom vraagt de gastheer niet gewoon wat je wil. Weg kaart. Misschien houdt je zakenrelatie wel van een speciale Franse wijn. Dan bouw je toch rond die wijn een leuke middag of avond met wat hapjes. Wat is er nou leuk aan om in een heel formele sfeer heel chique te eten?” Volgens Loo zou je idealiter zakenrelaties met wie je al lang op goede voet staat - “dat worden vaak min of meer vrienden” – thuis uitnodigen. “Dan laat je zien dat je iemand waardeert om wie hij is. Dat het je niet in de eerste plaats gaat om geld verdienen maar om samen te ondernemen. Maar dat is nu ook weer een net een stap te ver voor velen: dat komt wel heel erg direct in de privé-sfeer.” De golfondernemer ziet het clubhuis van de golfbaan als de ideale oplossing. “Het is ook jouw clubhuis. Je bent immers lid. Het is als het ware het verlengde van je woonkamer. Je nodigt je gasten zo toch op een heel
warme en persoonlijke manier uit. Je laat wat van jezelf zien. En net als je thuis niet elke dag een vijfgangen-menu kookt, zet je dat hier je gasten ook niet elke dag voor. Je geeft ze een goed verzorgde hap. Biefstuk met frites. Een goed glas wijn. Ongedwongen. Natuurlijk zorgt de gastheer van het clubhuis voor een perfecte bediening. En natuurlijk kun je naar buiten om een balletje te slaan. Maar waar het in de kern om gaat is dat je in een clubhuis thuis bent. Je kent alle leden en weet wat ze doen. Als je met een gast binnenkomt die toevallig van klassieke auto’s houdt, en je ziet een mede-lid waarvan je weet dat hij ook in die branche zit, dan kun je ze ook makkelijk even aan elkaar voorstellen. Zo help je elkaar in de zakelijke wereld op een natuurlijke manier.” Loo: “Golf is een beleving. Daar gaat het om. Het gaat er ook niet om dàt je golft, maar veel meer wààr je golft. Kijk naar Henri Chapelle. Dat is bewust een iets duurdere baan. Elke golfbaan en elk clubhuis heeft zijn eigen sfeer. Dat is ook goed. Je moet nooit iedereen willen bereiken als ondernemer. Je kunt niet met één product verschillende doelgroepen bedienen. Je moet juist keuzes maken. Dan is er ook voor iedereen plek. Dan weet de buitenwereld ook wat je kunt verwachten. Het aardige van Henri Chapelle is dat het een internationale uitstraling heeft. Voor Nederlanders is het bij wijze van spreken een baan met al een buitenlands gevoel. Het mooie is dat de leden
46 golfspecial
april 2011
directeur ralph laberger: gastheer van de euregio Ralph Laberger, nu 45, werkt al weer elf jaar bij Henri Chapelle. Onderaan begonnen, de laatste twee jaar is hij als directeur eindverantwoordelijk. Laberger komt uit Eupen, waar hij in het eerste elftal van de plaatselijke voetbalclub speelde, die nu furore maakt in de Belgische competitie. Zijn leven staat in het teken van sport. “Ik ben altijd verbonden geweest met sport, vanuit een commerciële en strategische invalshoek.” Laberger stapte elf jaar geleden na een paar uurtjes golfen – “Ik was binnen twee uur verslingerd geraakt aan het spel” – bij de oprichters van Henri Chapelle binnen met de vraag of ze een baan voor hem hadden. Hij trof het: de drie oprichters waren juist op zoek naar een voorkomend type dat ze konden opleiden om op termijn de verantwoording over te nemen. “Ik moest wel helemaal bij het begin beginnen. Met het opnemen van de telefoon. Zodat ik zou ervaren wat onze gasten precies verwachten.” Laberger doorliep alle functies bij Henri Chapelle. “We willen met zijn allen het hoogste niveau bereiken. Gasten moeten zich thuis voelen, ze moeten graag terug willen komen. Alles waar onze gast mee te maken krijgt, moet top zijn. Het personeel moet oprecht gastvrij zijn. Het personeel moet kunnen overbrengen dat de gasten gewaardeerd worden. Gasten spreken dat idealiter
uit Zuid-Limburg, uit de regio Aken en uit België komen. Zaken doen over de grenzen begint hier! Hier spreekt de directeur en de bediening vloeiend drie talen.” Loo vat zijn filosofie simpel samen. “Het gaat om de drie R-en. Die van Reputatie, Relatie en Ruil, in die volgorde. Voor de eerste twee R-en biedt het clubhuis en de golf de ideale voorzet. De derde R van ruil moet je uiteindelijk zelf inkoppen.” Loo is een ondernemer van de praktijk. Self made-man. Maar ook gestudeerd: hij is ingenieur, volgde later een economische opleiding in Hasselt en haalde zijn MBA (Master of Business Administration). “Ik heb me altijd veel verdiept in strategische beleidsvorming. En waar dat uiteindelijk om draait? Je probeert de klant te helpen. Maar in veel organisaties is de klant toch te veel uit het beeld verdwenen. Als ik het zou moeten tekenen is de klant een punt, het middelpunt. Om die punt heen trek je een band die het bedrijf voorstelt in al zijn geledingen. Al naar gelang de behoefte van de klant schuift een ander deel van het
rond. Het personeel moet trots zijn juist bij Henri Chapelle te werken. Hetzelfde geldt voor de keuken: het eten moet uitstekend zijn, ook als het een eenvoudig ontbijt of lunch betreft. De green, de golfkarretjes: alles moet puik in orde zijn. We investeren jaarlijks vele tonnen om Henri Chapelle in de beste staat te houden.” De service betrof enkele jaren geleden ook het aanbieden van talencursussen. Laberger: “We hebben veel Duitstalige en veel Franstalige gasten en een minderheid uit Nederland. De taalcursussen die we hier hebben gegeven zaten binnen no time vol. We hebben de gasten geholpen onderling goed te kunnen
communiceren als ze samen een rondje doen of gewoon in het clubhuis zijn. Wat we hebben gezien is fantastisch: de mensen doen moeite om elkaar te begrijpen: ze verdiepen zich in elkaars taal en cultuur. De mensen uit de regio Aken leren het ‘savoir vivre’-gevoel van de Belgen en de Zuid-Limburgers te waarderen. Bij ons komt de hele Euregio bij elkaar. Laatst hadden we een Duits clublid die gasten mee had genomen. Die begroette ons personeel – dat alle talen spreekt - heel bewust in het Frans, om te laten zien hoe het er bij ons aan toe gaat. Zo trots is hij daarop. Dat is werkelijk fantastisch!”
bedrijf naar voren. Je kunt je contacten met de klanten niet overlaten aan een afdeling marketing: dat is echt bullshit. Klanten hebben bijvoorbeeld soms behoefte aan overleg met een technische afdeling van je bedrijf, om maar wat te noemen. Marketing is geen afdeling, maar een houding. Elke medewerker hoort te weten waar het bedrijf voor staat en hoort daarom te weten welke keuzes hij of zij moet maken. De top van een organisatie moet de filosofie elke dag opnieuw uitdragen.” Hoe je golfbanen profijtelijk maakt, dat is volgens Loo ook niet al te moeilijk. “Als je als golfbaan meerdere banen van 18 en van 9 holes hebt, kun je veel flexibeler zijn in het ontvangen van leden en bedrijven die bijvoorbeeld een keer een golfclinic organiseren. Als je maar één baan hebt, moet je altijd kiezen wie je toelaat. Een bedrijf dat de baan voor een clinic wil hebben, je clubleden of greenfee-spelers. Dat leidt vaak tot het verkopen van ‘nee’ of als je wel alle doelgroepen wil bedienen dan leidt dat tot teleurstellingen. Als je meerdere banen
hebt, kun je veel flexibeler zijn en wel alle drie die groepen ontvangen. Daar komt bij dat je vaste kosten per 9 of 18 holes sterk afnemen als je meerdere banen hebt: je hoeft niet voor elke 18 holes een aparte grasmaaier te kopen. Als je zo redeneert, is dat voor iedereen die bij zo’n baan betrokken is, of dat nu de ondernemer is of de leden, een ideale situatie. Als lid kun je immers altijd terecht. Bedrijven kunnen altijd terecht en krijgen het gevoel dat ze een ‘eigen’ baan hebben voor een dag. Ze kunnen hun relaties verwennen en via golf de filosofie van hun bedrijf overbrengen. Als eigenaar van een golfcomplex heb je altijd ruimte voor iedereen: je hoeft geen ‘nee’ te verkopen. Dat zakelijke deel moet je kunnen koppelen aan het sociale deel van de golfbaan: pas dan heb je een bestaansreden. Chanel nr.5 is in de kern een gewone chemische formule. Maar als je een vrouw wil verwennen en je geeft haar Chanel nr.5, dan vertel je natuurlijk een heel ander verhaal.”
— a d ve r to r i a l —
De voordelen van een bedrijfslidmaatschap op een rijtje
De zakelijke mogelijkheden van Golfbaan Het Rijk van Margraten
• •
Zakelijk golfen kan in vele opzichten een waardevolle bijdrage leveren aan uw zakelijk succes. De perfecte balans tussen ontspanning en inspanning creëert uitgebreide mogelijkheden op het gebied van netwerken en sportiviteit. Bedrijfsgolfdagen in de vorm van een toernooi of clinic zijn een ideale manier om relaties aan te gaan en te onderhouden. Dankzij de schitterende ligging en het complete aanbod is Golfbaan Het Rijk van Margraten de ideale locatie voor een succesvolle bedrijfsgolfdag. Met een bedrijfslidmaatschap kunt u het hele jaar door genieten van het beste dat zakelijk golf te bieden heeft! Als bedrijfslid van Golfbaan Het Rijk van Margraten profiteert u van ruime speel- en lesmogelijkheden op de mooiste golfbaan van Limburg. U ontvangt een korting op greenfee en bedrijfsgolfdagen en u kunt gebruik maken van onze restaurant- en vergadermogelijkheden. Verder heeft u de mogelijkheid om relaties mee te nemen of nieuwe contacten te leggen tijdens de vele businessclubactiviteiten.
Golfbaan Het Rijk van Margraten •
Voor de zakelijke golfer die niet van stilzitten houdt, beschikt Het Rijk van Margaten over een eigen businessclub. Een gouden club van actieve bedrijfsleden die business graag met pleasure combineren. Deelname aan de businessclub biedt u de mogelijkheid om op informele en ontspannen wijze een zakelijk netwerk op te bouwen, uit te breiden en te onderhouden. De businessclub van Het Rijk van Margraten organiseert minimaal vier keer jaar een 18-holes wedstrijd met introducé, minimaal vier keer per jaar een 9-holes wedstrijd en twee evenementen. Deze activiteiten staan naast de gezellige borrels garant voor kwalitatieve contactmomenten met ondernemers uit de regio. Road to Dubai Als trotse hoofdsponsor van Tourprofessional Robert-Jan Derksen biedt Het Rijk Golfbanen alleen bedrijfsleden de exclusieve mogelijkheid om deel te nemen aan het unieke Road to Dubai-evenement Tijdens de grote finale wordt beslist wie er in februari 2012 met Robert-Jan meereist naarde Omega Dubai Desert Classic.
Bemelerweg 99
•
6267 AL Cadier en Keer
•
• • • • •
• • • • •
onbeperkt speelrecht op de thuisbaan 14 greenfeefreekaarten voor uw gasten iedere volgende gastspeler introduceren tegen een gereduceerd tarief automatisch lid van de businessclub gratis deelname aan businessclubactiviteiten 5 keer per jaar gratis gebruik van een vergaderruimte vermelding van bedrijfsnaam op de videowall van het clubhuis en op het bord van de parkeerplaats vermelding van bedrijfsnaam op de website met doorlink korting op greenfee bij organisatie van een bedrijfsgolfdag of golfclinic inloop-lesmogelijkheden exclusief voor bedrijfsleden lidmaatschap van de bij de golfbaan aangesloten vereniging naam van de speelgerechtigde persoon mag jaarlijks door het bedrijf gewijzigd worden
T. 043 356 99 99
•
www.golfenophetrijk.nl
48 golfspecial
april 2011
“Elitair kun je de golfsport niet noemen” GOLF
SP
Sjors Lemmens en Luchie Deuring
‘Bij golf speel je tegen jezelf’ Bij golfbaan het Rijk van Margraten maken steeds meer mensen, jong en oud kennis met de golfsport. Golfprofessionals Sjors Lemmens en Luchie Deuring over de populariteit van de golfsport. “Iedereen kan golfen.” Door peter eberson foto’s jean-pierre geusens
Er bestaan nogal wat vooroordelen over de golfsport. Elitair, duur en vooral een sport waarin je als gepensioneerd ondernemer met een rode broek en groene trui over de baan loopt. En dan niet te vergeten het vooroordeel dat het niet een echte sport is. De twee pro’s kunnen er wel om lachen. “Die vooroordelen bestaan zeker, maar zijn niet meer van deze tijd,” zegt Sjors. “Elitair kun je de golfsport niet noemen. De drem-
pel om te gaan golfen is laag. Wij bieden bijvoorbeeld een gratis kennismakingsles. Bevalt dat dan kun je voor 99 euro in vijf lessen kennismaken met de golfsport. Je hoeft niet eens je eigen materiaal te hebben. Dat verzorgen wij.” Luchie vult aan: “De golfsport is erg toegankelijk en bovendien voor jong en oud. Het is bij uitstek een sociale sport. Een sport die je met het hele gezin kunt
E CIAL
beoefenen, omdat leeftijd of lengte, man of vrouw niet van wezenlijke invloed is op het spelniveau.” De twee heren nemen meteen ook maar het vooroordeel weg dat je nauwelijks actief bezig bent. Sjors: “De baan in Margraten heeft een lengte van 5700 meter. Als je achttien holes loopt ben je minimaal vier tot zes uur onderweg. Dat is heus wel een actieve bezigheid.” Bij het Rijk van Margraten merken ze dat steeds meer jongeren de golfsport beoefenen. Luchie: “Het beeld dat alleen gepensioneerden de golfsport beoefenen is achterhaald. In Margraten zit de grootste groep golfers in de leeftijdscategorie van 30-60 jaar.” Volgens Luchie kan iedereen leren golfen, maar hoe jonger je begint hoe sneller je de sport onder de knie hebt. Voor veel nieuwe golfers is het halen van het golfvaardigheidsbewijs (gvb) het doel. Het gvb is het diploma waarmee je laat zien dat je de golfregels onder de knie hebt en een balletje kunt slaan. Het geeft je ook het recht om op de banen te spelen. De twee Margratense golfpro’s benadrukken echter dat het halen van het gvb een tussenstap is en niet het einddoel. “Natuurlijk, we kunnen mensen in acht of tien lessen klaar stomen voor het gvb, maar je moet je daarna blijven ontwikkelen. Wist je dat een golfer als Tiger Woods nog steeds lessen neemt om zijn spel nog verder te verbeteren?,” zegt Sjors. Volgens de pro’s is de golfsport wel verslavend. Sjors: “Je speelt voortdurend tegen jezelf. Slechts tien procent van de ballen die je slaat zijn echt tot volle tevredenheid. Dat geldt voor elke golfer. Als tien procent van de slagen perfect is, dan wil je dat percentage steeds verbeteren. Hoe ver je daarin gaat verschilt per golfer. Een grote groep is tevreden als ze een leuk partijtje golf kunnen spelen. Maar omdat de sport verslavend werkt zie je dat veel golfers fanatiek aan hun handicap werken.
golfspecial 49
april 2011
Die zie je ook drie, vier keer per week hier. Het niveau verbeteren gaat stap voor stap. Vergelijk het met de sportschool. Als je daar binnen stapt en je zegt dat je 150 kilogram wilt tillen, dan zal de trainer eerst zeggen te beginnen met vijf kilo. De week erna misschien tien kilo. Zo bouw je het op en zo is het ook met golfen.” Luchie en Sjors zijn uiteraard zelf ook fanatieke golfers, maar krijgen vooral
voldoening als ze zien dat hun cursisten goede vooruitgang boeken. Luchie: “Ook in de golfsport geldt dat de een meer talent heeft dan de ander. We zien gelukkig veel talent. We zien ook dat anderen er langer over doen om het spel te leren, maar uiteindelijk kan iedereen het leren.” Luchie is behalve golfprofessional ook verantwoordelijk voor de golfshop bij het Rijk van Margraten. Meteen het laatste — a d ve r te n t i es —
Ik pak je hand. Kom mee... Facet’n biedt u de helpende hand bij het oplossen van al uw communicatievraagstukken. Dit doen we al ruim 13 jaar met visie en gevoel voor kwaliteit. Vanuit eigen huis, op locatie en op detacheringsbasis. Oprecht en met hart voor de zaak. Met als resultaat: organisaties die schitteren!
Meer weten? Kijk op www.facetn.nl Nieuwsbrieven, brochures, communicatieplannen, detacheringen, congressen, ad hoc advies, personeelsbladen, schrijftrainingen, inspraakbijeenkomsten, webteksten, persprotocollen, jaarverslagen, presentaties
communicatie met schitterend effect
vooroordeel: de kleding op de golfbaan. En ja…daar bestaat zoiets als etiquette. “Een jeans is niet echt geschikt voor de golfbaan. We sturen de mensen niet weg, maar passend is het niet,” zegt Luchie. Vrouwen die kleding dragen met een diep decolleté… liever niet op de golfbaan. En golfschoenen zijn er niet voor niets. “Het heeft niet alleen te maken met etiquette. Golf is een buitensport en vrij intensief. Als het warm is moet je dus goed ventilerende kleding hebben. De golfkleding is daar speciaal voor ontwikkeld. Maar vergelijk het met alle andere sporten. Als je hockey speelt of voetbal draag je ook passende kleding. Zo is het met de golfsport ook.” De pro benadrukt dat net als in alle andere sporten je het zo duur kunt maken als je wilt. “Als je begint met golfen hoef je echt geen dure set te kopen. Een paar mooie gymschoenen is in het begin geen probleem. Je merkt dat zodra mensen doorgaan met de sport, ze interesse krijgen in betere of mooiere spullen. Bij onze golfshop bieden we een redelijk assortiment, maar omdat we samenwerken met onze andere golfbanen kunnen we eigenlijk alles snel leveren. Dat is de service die wij bieden,” aldus Luchie.
MAAK HET VERSCHIL, kom naar ons ! GO ol siness L fF & B u US INESS Golf Henri Henri-CHapelle staatvoor: voor : Chapelle staat 45 holes - 3 banen - 2x18 + 1x9 • 45 holes – 3 banen 2×18 +zonder 1×9 reservering Dus spelen (ook 9–holes) • Dus spelen (ook 9 holes) zonder reservering Geen opgelegde flight indeling • Geen opgelegde flight indeling
Uw bedrijfsfilosofie is ook de onze • Uw is ook de onze Uwbedrijfsfilosofie imago wordt versterkt • Uw imago wordt versterkt Regionale firma’s in een internationale ambiente • Regionale firma’s in een internationale ambiance Business doe je ook op de golf baan, • Business doe je ook op de golfbaan, ons personeel helpt u daarbij ons personeel helpt u daarbij
Kom en en overtuig overtuiguzelf! uzelf ! Maak een afspraak voor een bezoek UMaak ontvangt een op geschneden een afspraak voormaat een bezoek. voorstel dat past bij uw firma U ontvangt een op maat gesneden voorstel dat past bij uw bedrijf Wij danken u voor de aandacht en voor uw eventuele Wij danken u voor deeen aandacht voor eventuele komst en komst en bieden gratisenles ofuw een gratis greenfee aan ofeen eengratis uur gratis lesgratis ! greenfee aan! bieden les of een
Play whenever you want 45 Holes - 3 Courses
Course Viviers
Course Charlemagne
Course Chapelle
Tel +32 (0) 87 88 19 91 | info@golfhenrichapelle.be | Rue du Vivier, 3 B-4841 Henri-Chapelle Meer informatie op www.golfhenrichapelle.be
— ADVERTORIAL —
is van het IAB (Instituut van Accountants en belastingconsulenten). Bovendien staan zij hun cliënteel ook bij inzake specifieke topics binnen het ondernemingsgebeuren. Dit kantoor geeft advies en begeleiding bij de overname of overgave van de onderneming, maar eveneens verzorgen zij de analyse en begeleiding bij een financiële of juridische herstructurering van het bedrijf. Ook de opvolging naar de volgende generatie wordt mee begeleidt door kantoor Nulens. Steeds wordt in elke stap van de advisering de nodige aandacht geschonken aan alle fiscale aspecten van de operatie.
Belgisch accountantskantoor ten dienste van de Nederlandse ondernemer Een onderneming wordt in de loop van haar bestaan constant geconfronteerd met het nemen van beslissingen die cruciaal zijn voor haar toekomst. Al deze beslissingen hebben een impact op het resultaat van de onderneming, en daarom is het heel belangrijk dat de ondernemer kan terugvallen op een adviseur die meedenkt, meerekent en adviseert. Paul Nulens van het gelijknamige accountantskantoor Nulens in Lanaken is ervan overtuigd dat het samenspel van een goede vertrouwensrelatie, gekoppeld aan een professionele aanpak de sleutels zijn tot een succesvolle en vruchtbare samenwerking met haar cliënteel. Het accountantskantoor Nulens uit Lanaken verzorgt al 40 jaar, thans inmiddels in tweede generatie, de totale service op vlak van accountancy en belastingadvies ten behoeve van ondernemingen. Daarvoor staat dagelijks een team van 10 gespecialiseerde en hoog opgeleide medewerkers klaar om de klanten te begeleiden en te adviseren. Zij werken exclusief voor kleine en middelgrote ondernemingen in de regio Maasland, het oosten van Belgisch Limburg. Echter, het laatste decennium hebben meer en meer
Nederlandse ondernemingen, die economische activiteiten ontplooien in België, de weg naar dit kantoor gevonden. Als basis is er een zeer goede samenwerking met enkele gerenommeerde Nederlandse accountantskantoren, doch de uitstekende contacten met notarissen en juristen aan de beide kanten van de landsgrens dragen eveneens bij tot deze grensoverschrijdende advisering. Compleet aanbod Het accountantskantoor Nulens wil in iedere fase van de bedrijfscyclus de vertrouwenspersoon zijn voor de onderneming : Bij de opstart van een onderneming wordt met de cliënt de voor- en nadelen van de diverse juridische structuren besproken, en aansluitend verzorgt het kantoor alle wettelijke formaliteiten inzake ondernemingsnummer, BTW-nummer en sociale aangelegenheden. De stiptheid en kwaliteit van het werk staan altijd op de eerste plaats. Zo is het belangrijk dat gedurende de looptijd van de onderneming periodiek de boekhouding correct is bijgewerkt en de btwaangiften stipt ingediend worden. Op basis van procedures en check-lists wordt de balans en resultaat van de onderneming opgesteld. De resultaten worden steeds mee besproken door de vennoot Paul Nulens, die als accountant-belastingconsulent lid
Tussentijdse rapportering Voor sommige ondernemingen, in een zeer sterk wisselende markt, is het zeer belangrijk om over heel recente beleidsinformatie te kunnen beschikken. Maandelijks of trimestrieel worden cijfers in een boordtabel gegoten, zodanig dat op basis van vergelijking met vooraf opgestelde budgetten, men de evolutie van de onderneming heel kort kan opvolgen. Deze methode van rapportering passen zij bij diverse klanten toe, en het enthousiasme hierover bij de klanten is groot. De cijfers geven vaak aanleiding tot een gesprek, en motiveren de ondernemer om actie te ondernemen. Bij slechte cijfers kan men onmiddellijk bijsturen, en bij goede of uitstekende resultaten kan men steeds tijdig anticiperen, opdat men binnen het wettelijke kader zo weinig mogelijk belastingen dient te betalen. Het accountantskantoor Nulens is gelegen in hartje Lanaken in de Stationsstraat, en is zodoende zeer centraal gelegen voor zowel de Belgische als de Nederlandse ondernemers. De vennoot, Paul Nulens, tesamen met zijn medewerkers, dragen stiptheid, correctheid en een perfecte vertrouwensrelatie met de klant hoog in het vaandel om op deze manier samen met de klant te kunnen bouwen aan een succesvolle toekomst
KANTOOR NULENS NV Accountants en Belastingconsulenten
Stationsstraat 55 3620 Lanaken Tel.nr : (0032) 89 71 91 10 E-mail : info.tax@nulens.be Website : www.nulens.be
52 essay
april 2011
Limburg terug aan de Limburgers! In mijn poging het fenomeen PVV te doorgronden blijft één frase maar door mijn hoofd zingen. Namelijk die one-liner waarmee Geert Wilders victorie kraaide bij het bekend worden van de overwinning tijdens de verkiezingen voor Provinciale Staten op 2 maart jongstleden. ‘Wij zullen Limburg weer teruggeven aan de Limburgers!’ verkondigde hij als een zelfverzekerde Messias die proeft dat ieder woord uit zijn mond wordt geslikt als zoete koek. Door Govert Derix foto Koen van os
M
aar hoe zoet is zijn boodschap? En: wat moeten we ons voorstellen bij een provincie die weer is teruggegeven aan de ogenschijnlijk rechtmatige eigenaren? Ging het slechts om een staaltje overwinningsretoriek? Of sluimert hier een diepe – of hoge – waarheid? Een analyse. Iets aan iemand teruggeven suggereert dat er iets verloren is gegaan of geraakt of is ontvreemd. De veronderstelling lijkt dat niet-Limburgers (politici, bestuurders, buitenlanders) Limburg van de Limburgers hebben afgepakt of dat de Limburgers (wie dat ook mogen zijn) het gevoel hebben dat hun provincie niet meer van hen is. De verzwegen premisse lijkt dat Limburg per definitie van de Limburgers is of moet zijn. Zonder er al te veel analyse op los te laten is snel duidelijk dat hier een zogenaamde Is-Ought-redenering speelt: alsof je uit het feit dat iets zo-of-zo IS zomaar logisch mag afleiden dat het dus ook zo MOET zijn. Dat wil zeggen: érgens wordt de sprong gemaakt van de beleving dat Limburg van de Limburgers ís, naar de claim dat Limburg (weer) van de Limburgers móét zíjn. De redenering gaat dan als volgt: majorpremisse: Limburg is van de Limburgers minorpremisse: Limburg is van de Limburgers afgepakt conclusie: Limburg moet weer van de Limburgers zijn
Tegen deze achtergrond is de grote vraag of Limburg het wel waard is om van de Limburgers te zijn en of, andersom, de Limburgers het wel waard zijn om toe te behoren aan dat listige lapje grond tussen Mook en Eijsden. Cru gezegd komen we hiermee al snel uit bij een soort Blut-und-Bodentheorie, een manier van denken gebaseerd op een verstrengeling van de waarop die identiteit zich ontplooit. Limburg als noodzakelijke levensruimte van de Limburgers. Als het Duitse ‘Lebensraum’ door het nationaalsocialisme niet zo was bezoedeld, zou je nog kunnen denken dat er geen vuiltje aan de lucht is. Het lijkt er echter op dat er een compleet rookgordijn aan vuiltjes in de lucht is. Naar men zegt bedient politiek zich noodgedwongen van one-liners die bij nadere analyse vaak toch niet zeggen wat ze zouden willen of moeten zeggen. Vraag niet wat Limburg voor jou kan betekenen, maar vraag wat jij voor Limburg kunt betekenen! Van deze zin zou je makkelijk kunnen verdedigen dat hij juist een oproep is om Limburg te verdelen onder zoveel mogelijk niet-Limburgers. Het is deze dagen vaker geroepen: Limburg heeft op 2 maart (en vorig jaar juni) gekozen voor iets waar het zelf geen belang bij heeft. De handen aan het bed, de handen in de fabriek, de handen van onze veiligheid en reinheid op straat én de specialistenhanden van onze toekomstige hartoperatie... naar het zich laat aanzien zullen het steeds meer niet-Limburgse handen moeten zijn. Zo bezien heeft Limburg gestemd tégen een multiculturaliteit waar
het zelf in toenemende mate behoefte aan heeft. Tenzij we de komende weken en maanden zonder voorbehoedmiddelen de sterren van de hemel copuleren. Maar dan nog zal de babyboom te laat komen om de demografische krimp een halt toe te roepen. Échte visionaire politici zouden juist hebben geroepen dat het meer dan ooit zaak is Limburg aan de ánderen te geven: aan de toekomstige bewoner van Parkstad, aan de Pakistaanse dokter in het ziekenhuis, aan de Chinese procestechnoloog, aan de Turkse machinebankwerker. De beste manier om Limburg te behouden voor de Limburgers is door het zo goed mogelijk te delen met toekomstige niet-Limburgse Limburgers. Terwijl ik dit schrijf denk ik aan de tvbeelden van een bijeenkomst van nieuwlanders die door een carnavalsvereniging ergens in een zaaltje werden getrakteerd op een cursus inburgering die zo mat was dat je blij mag zijn als men daarna überhaupt nog hier blijft. De blikken van de inburgeraars en de carnavalsvierders gingen zó straal aan elkaar voorbij dat het te bezopen was voor woorden. Onbedoeld lieten de beelden zien dat inburgering in de geest van een ‘we lossen het samen op’ van twee kanten moet komen. Juist ook vanuit de overtuiging dat partijen (groepen, identiteiten, nationaliteiten) van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen verrijken. Moeder Aarde heeft er nooit om gevraagd dat een listig lapje tussen Mook en Eijsden een tijdlang werd bewoond door mensen die zich Limburgers noemen. Net zo min als grondgebieden in Marokko of India het zagen aankomen dat hun gebrui-
essay 53
april 2011
“Conclusie: Limburg moet weer van de Limburgers zijn”
kers op zekere dag moesten vertrekken om elders hun heil te zoeken. Daarom draait de daadwerkelijk cruciale vraag om onze grondhouding. Is die er een van vijftien miljoen mensen op dat kleine stukje aarde of die een of twee miljoen Limburgers in die provincie met die gekke naam (even los van de vraag of we een onderscheid maken tussen Belgisch en Nederlands Limburg en even los van het feit dat ‘limbo’ natuurlijk niets te maken heeft met de Italiaanse betekenis van ‘voorgeborchte van de hel’, hoezeer 2 juni ook op het tegendeel zou kunnen wijzen)? Of durven we het aan om te denken in termen van zeven miljard mensen op die ongelofelijk kwetsbare blauwe planeet? Dit laatste bedoel ik zonder zweem van zweverigheid. Ook in het licht van de megaontwikkelingen in de Arabische wereld kunnen we ons steeds minder de luxe van geografische navelstaarderij veroorloven. Er is moed voor nodig om vanuit een helikopterview te kijken naar de globale ontwikkelingen en van daaruit de waarachtige kansen voor de regio en de bewoners te zien en te pakken. Laten we Limburg delen met de wereld: de partij die dat in het vaandel durft te dragen, heeft in mijn analyse de beste kaarten voor een kansrijke toekomst. Het alternatief is dat we de Limburgers opzadelen met een failliete inboedel die straks prompt wordt doorverkocht aan de hoogstbiedende Chinees of Indiër. Met als neveneffect een nieuwe emigratiegolf, zoals nu in Ierland. Een nieuwe lading bronsgroen eikenhout richting Canada of
Nieuw-Zeeland – een beetje demagogisch politicus kan zelfs dat rijmen met de kreet dat Limburg is terug te bezorgen aan de Limburgers. Mij doet het denken aan die missionarissen in Zuid-Amerika die steevast als het Wilhelmus op de Wereldomroep klonk met betraande ogen in de houding sprongen. Zuivere en eerlijke Blut-undBoden is meer een kwestie van het hart dan van de bodem. Gelukkig hebben zulke zeldzaam-zuivere sentimenten bitter weinig te maken met de zure werkelijkheid waaraan Wilders en consorten hun schijnbaar zoete overwinning ontlenen. Back to the onderwerp. Wie zegt dat Limburg niet meer van de Limburgers is, zegt daarmee ook dat die Limburgers dat zomaar hebben laten gebeuren. Natuurlijk verwacht ik van PVV’ers niet dat ze de hand in eigen boezem steken (dat nobele vermogen is immers ook bij veel niet-PVV’ers allang in vergetelheid geraakt). Toch is er iets voor te zeggen dat juist zijzelf schuldig zijn aan waar ze zich tegen afzetten. Juist de toekomstige PVV’er had onvoldoende moed, creativiteit en misschien ook onvoldoende competentie om zich te buigen over de betekenis en kansen van een met anderen gedeeld Limburg. Uit het onvermogen handen en voeten te geven aan zo’n met de wereld gedeeld Limburg, werd het gedrocht van een verdeeld Limburg geboren waarin partijen en bevolkingsgroepen in een patstelling tegenover elkaar dreigen te staan. In onze door kortetermijnbelangen geregeerde tijd is er vrijwel geen partij die boven de partijen durft uit te steken en een richting durft te wijzen naar een toekomst die recht
doet aan wat er echt op het spel staat. Het echte Limburg dat is terug te geven bestaat slechts in de hoofden van enkele mensen. Niet als een statisch onveranderlijk ideaalbeeld. Maar als een dynamische uitdaging waarvoor we meer dan ooit ook niet-Limburgers moeten zien te winnen. Door een hoofddoekjesverbod in het provinciehuis en een aanpak van de zogenaamde islamisering spannen we het paard achter de wagen. Meer dan ooit staat Limburg voor de uitdaging om zijn reputatie van bakermat van het Rijnlands model niet uit te wissen door dat model ook hier te laten stranden of zelfs te begraven. Tolerantie, continuïteit, langetermijndenken, rentmeesterschap, solidariteit, vertrouwen en al die andere kwaliteiten die blijkbaar niet mochten voorkomen dat Limburg van ons werd afgepakt... juist deze kwaliteiten moeten we aan onszelf teruggeven. Als er één betekenis is van Wilders’ frase die het verdient om breed te worden uitgemeten, dan is het deze. Vol verbazing zag de wereld hoe uitgerekend Limburg het Rijnlands model ten grave droeg. Maar het was slechts schijn! Een toneelstuk om de rest van de wereld te laten zien dat in het donkerste donker op het laatste moment toch nog een licht kan schijnen. Welk licht dat zal zijn en hoe het ervoor zal zorgen dat onze terechte schaamte in het oog van de wereld opnieuw zal veranderen in gepaste trots: de komende maanden en jaren zullen het leren.
Govert Derix is filosoof, adviseur en schrijver van de (anti)roman ‘De wereldomwandelaar’.
Opportunities
Avantis Your link to the labour market Recruiting staff in both the Netherlands and Germany is not a problem. That’s the experience of a technology company specialising in solar power. Avantis’s border location gives your company access to the labour markets of both countries. The individual employee’s contract depends on the country where he or she lives, thus removing any barrier to working “abroad”. Each employee works in their own country on the border between the Netherlands and Germany. Your link to advanced technology “There is no region as successful as this one. There’s been a smooth transfer of technology from research to business here.” These were the comments of the economics minister of North-Rhine Westphalia, Christa Thoben, concerning the number of participants in the “Objective 2 Programme”, set up to encourage cooperation between research and business. The programme is funded by the German federal state of North Rhine-Westphalia and the European Union.
AVANTIS YOUR LINK TO THE SUN
Your link to a sustainable future Constructing an energy-saving neighbourhood and producing solar cells are just two examples of how Avantis European Science & Business Park is preparing for a sustainable future. Sustainability is becoming ever more important. Make your contribution to building a sustainable society by locating your company at Avantis European Science & Business Park.
Avantis GOB NV Snellius 8 6422 RM Heerlen Tel +31 (0) 45 56 88 110 Tel +49 (0) 241 93 600 Fax +31 (0) 45 54 45 583 info@avantis.org Duits adres Avantis GOB NV Snellius 11 D - 52072 Aachen Duitsland
Avantis: the best of both worlds in the Netherlands and Germany. This cross-border science & business park offers unparalleled opportunities. The proof of the pudding is the eating, something that Solland Solar Energy is taking full advantage of by basing its operations on the Dutch-German border. Would you like to know what advantages Avantis can offer you? Visit www.avantis.org
Column 55
april 2011
column
Geluk Ik hou van reizen. Van de hoopvolle verwachting en kleine ergernissen op vliegvelden en stations tot het wat verdwaasd rondlopen in een vreemde stad genietend van de onbekende mengeling van nieuwe beelden, geuren en geluiden. De afgelopen drie weken had ik het geluk op een drietal continenten te mogen werken. In het Australische Melbourne, het Chinese Hong Kong en het Franse Rouen en Parijs gaf ik workshops, participeerde ik in een symposium, bezocht ik organisaties en woonde ik vergaderingen bij. Zo op het eerste gezicht bevond ik me op totaal verschillende plekken: een andere architectuur en infrastructuur, andere aantallen inwoners en een andere intensiteit van bedrijvigheid. Maar ondanks de grote verschillen in leefgewoonten en omgangsvormen vond ik de overeenkomsten nog het meest fascinerend. Zittend op een bankje aan het water - aanwezig in alle bezochte steden- zag ik terugkerende taferelen: ouders die spelen met hun kinderen, mensen die gezamenlijk boodschappen doen, mensen die discussiëren, lachen of samen wat eten en drinken. Een universeel streven naar een gelukkig bestaan dat gestoeld lijkt op menselijke waarden die niet fundamenteel verschillen. Of leidt het mijmeren in die zachte voor-/najaarszon tot een te eenvoudige conclusie en wordt het geluk ingegeven door de hoge mate van welvaart die toch elk van de door mij bezochte plekken kenmerkt? De mate van geluk en welbevinden als graadmeter voor economie en sociale vooruitgang. Een intrigerende gedachte die al gedurende enige tijd aan nader onderzoek wordt onderworpen (*). Zo voelen mensen in Nederland zich het meest gelukkig vergeleken met mensen in de andere landen die ik bezocht. Zo blijken er significante relaties te bestaan tussen opleiding, inkomen, werk en geluk. Net als tussen geluk en de mate van gepercipieerde gelijkheid tussen mensen, mate van democratie, werkloosheid en vertrouwen in het publiek bestel. Interessant is echter ook dat geluk en inkomen niet gelijk op blijven gaan: in veel ontwikkelde landen neemt het geluksniveau al jaren niet meer toe ondanks een blijvende stijging van het inkomen. Ook binnen organisaties is de relatie tussen geluk en organisatieresultaat vaak onderzocht. Resultaten wijzen erop dat, over het algemeen, gelukkige medewerkers ook productieve medewerkers zijn die zich minder vaak ziek voelen en meer bereid zijn om anderen te helpen (**). De aanbevelingen voor leiders in organisaties zijn eveneens duidelijk (***): creëer een gezonde, respectvolle en ondersteunende organisatiecultuur met competente leiders op alle niveaus die medewerkers eerlijk behandelen, ze inzetten op plekken waar ze ook goed tot hun recht komen en waarderen voor hun inzet en prestatie. Maar als iedereen dit nu weet, waarom bouwen we samen dan structuren die de implementatie hiervan moeilijk maken? De meeste organisaties zijn vormgegeven met als doel het boeken van vooruitgang en niet het faciliteren van
Prof. dr. Mariëlle G. Heijltjes Mariëlle Heijltjes is hoogleraar Managerial Behavior en directeur Postgraduate Education bij Maastricht University School of Business and Economics.
geluk. Vooruitgang betekent het overbruggen van een zelfopgelegde afstand tussen het punt waar we zijn en waar we zouden willen zijn en binnen organisaties worden deze punten meestal uitgedrukt in termen van omzet, winst, positie, macht en roem. Dat streven wordt niet automatisch begrensd getuige de stress gerelateerde aandoeningen binnen en van organisaties. Er lijkt dus een interessante paradox ten grondslag te liggen aan ons denken over succes en geluk. Een paradox die door Manfred Kets de Vries(****) mooi wordt verwoord: “De innerlijke rusteloosheid en ontevredenheid waarmee de jacht op uiterlijk succes gepaard gaat, hebben heel wat mensen tot de ondergang gebracht. De paradox wil dat geluk berust op tevreden zijn met wat we hebben en met wat we niet hebben. De gelukkigste mensen zijn vaak diegenen die geen dingen willen die ze niet kunnen krijgen, die genoegen scheppen in hun huidige situatie”. Geluk wordt daarmee een duidelijke afweging tussen uiterlijk versus innerlijk succes. Op een bankje in de voorjaarszon aan onze eigen Maas realiseer ik me dat voor mij respect voor de menselijke maat een essentieel onderdeel is in die afweging. Het vermogen het goede te zien in de intentie van collega’s, het niet najagen van succes om het succes of groei om de groei zonder daarbij de effecten op de betrokkenen en de (natuurlijke) omgeving mee te nemen in de afweging. Als we Marcus Aurelius mogen geloven dan hangt het geluk in je leven af van de kwaliteit van je gedachten. Bewustwording van wat gelukkig maakt is dan een belangrijke eerste stap. Op basis daarvan actie nemen een cruciale tweede. Wat gaat u morgen anders doen?
(*) Blanchflower, D.G. & Oswald, A.J. (2011), International Happiness: a new view on the measure of performance, Academy of Management Perspectives, 25.1, 6-22. (**) Judge, T.A., Kammeyer-Mueller, J.D. (2011), Happiness as a societal value, Academy of Management Perspectives, 25.1, 30-41. (***) Fisher, C.D. (2010), Happiness at work, International Journal of Management Reviews, 12, 117-140. (****) Kets de Vries, M.F.R.(2008), Seks & Geld, Geluk & Dood: mijmeringen uit het ondergrondse, Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam, p.206.
56 medisch
april 2011
Jaarlijks krijgen in Nederland meer dan 2800 mensen kanker in het hoofd-halsgebied. Dit betreft in de meeste gevallen de mondholte, het strottenhoofd of de keelholte. Het is duidelijk dat kanker in het hoofd-halsgebied een bedreiging is voor het leven van de patiënt. Maar ook als de kanker genezen wordt zijn de gevolgen van behandeling vaak bijzonder ernstig, waarbij de functies spreken, ademen en slikken in de meeste gevallen zijn aangetast. Ook zijn littekens van operaties en huidveranderingen na bestraling altijd zichtbaar. De gevolgen voor de kwaliteit van leven voor de patiënt zijn daardoor bijzonder groot. Daarom is de behandeling van hoofd-halskanker niet alleen gericht op een optimale kans op genezing maar ook op een maximaal behoud van levenskwaliteit. En hierbij geldt: hoe vroeger de kanker wordt ontdekt, hoe geringer de gevolgen van behandeling. Nog idealer is het opsporen en behandelen van voorstadia van kanker, zodat er geen kanker kan ontstaan: preventie dus in plaats van therapie. Hierop focust het onderzoek van de onderzoeksgroep van de afdelingen Keel-, Neus-, Oorheelkunde, Moleculaire Celbiologie en Pathologie in het Maastricht UMC. De nadruk ligt hierbij op het genereren van kennis in het laboratorium en het meteen doorvertalen van deze kennis naar de patiëntenzorg.
Ernst-Jan Speel (links) en Bernd Kremer
Grotere overlevingskans bij hoofd-halskanker Bij de meeste vormen van kanker worden de overlevingskansen steeds beter. Bij kanker in het hoofdhalsgebied geldt dat helaas nog niet. De 5-jaarsoverleving bij deze vorm van kanker is de laatste twintig jaar ongeveer 50% gebleven. Dat komt ondermeer doordat hoofdhalskanker vaak laat ontdekt wordt. Gelukkig is er uitzicht op vooruitgang, want in het Maastricht Universitair Medisch Centrum werken artsen en onderzoekers aan verbetering van vroege diagnostiek. Door B. Kremer en E-J.M. Speel
foto jean-pierre geusens
Een voordeel van het hoofd-halsgebied is dat het relatief makkelijk onderzocht kan worden. De mondholte is door de tandarts of de huisarts goed te bekijken, en de KNO-arts kan met spiegeltjes of optieken de keelholte en het strottenhoofd onderzoeken. Als er stukjes weefsel uit het slijmvlies (biopten) genomen moeten worden kan dat direct onder plaatselijke verdoving of middels een kijkoperatie onder narcose. Toch is het voorkómen van hoofd-halskanker moeilijk. Een voorstadium van kanker kan er namelijk jaren zitten zonder dat de patiënt klachten heeft. In de inkepingen van de amandelen bijvoorbeeld kan een virus zitten dat daar cellen infecteert maar pas na lange tijd een tumor veroorzaakt. Een ander voorbeeld zijn klachten zoals heesheid, die kunnen worden veroorzaakt door een afwijking op de stembanden die door de dokter wordt ontdekt. Zo’n afwijking is meestal goedaardig maar blijkt soms een voorstadium van kanker te zijn. En dat onderscheid is met de huidige diagnostische middelen lastig te voorspellen. De specialist moet dan beslissen om de afwijking te verwijderen dan wel te laten zitten. In het ene
medisch 57
april 2011
geval accepteer je de gevolgen van de operatie, in het andere het risico op het ontstaan van kanker. Daarom wordt vaak eerst een biopt afgenomen en getest op de aanwezigheid van (voorstadia van) kankercellen. In deze fase, dat betekent dus bij een vroege diagnose, is nog veel mogelijk om de patiënt te genezen. In Maastricht vindt onderzoek plaats naar mogelijkheden om de vroege diagnose van hoofd-halskanker te verbeteren. Vergelijking van normaal slijmvlies met afwijkend slijmvlies en hoofd-halskanker heeft uitgewezen, dat afwijkend slijmvlies veranderingen in het erfelijk materiaal (DNA) kan bevatten, die de latere ontwikkeling tot kanker voorspellen. Op basis van deze resultaten is een DNA-test ontwikkeld om in biopten afwijkend slijmvlies met een verhoogd risico op kanker te herkennen. In deze test worden de chromosomen 1 en 7 onderzocht. In normale cellen zijn beide chromosomen 2 keer aanwezig terwijl dit in afwijkende cellen vaker is. In een klinisch onderzoek is deze test gebruikt bij een groep patiënten met slijmvliesafwijkingen van het strottenhoofd en van de keelholte. Hierbij werd weefsel dat eerder bij de patiënten was weggenomen onder-
“Nu het onderzoek heeft uitgewezen dat de DNA-test werkt, willen de onderzoekers hem bij een grotere groep patiënten gaan toepassen”
zocht nadat het verdere beloop bekend was. Uit dit onderzoek werd duidelijk dat deze DNA-test effectief lijkt te zijn in het voorspellen of een afwijking zich tot een kwaadaardige tumor gaat ontwikkelen. De Maastrichtse onderzoekers hebben dus een belangrijk instrument in handen om de huidige diagnostiek te verbeteren. Hierdoor kunnen de behandelende artsen nu betere keuzes gaan maken. Ook bij de behandeling van tumoren die al kwaadaardig zijn geworden kan het onderzoek helpen. Tot nu toe wordt bij grotere tumoren ook een halve cen-
timeter extra weefsel rondom de tumor weggesneden. Idealiter ziet de patholoog, die na de operatie het weefsel bekijkt, geen kanker meer, maar zelfs in tumorvrij weefsel blijkt de DNA-test in 50% van de gevallen nog DNA veranderingen in cellen te detecteren, wat op achterblijvende ”kwaadaardige cellen” kan duiden of een in potentie gevaarlijke slijmvliesafwijking. Met de nieuwe DNA-test kan direct na de operatie worden gezien of er nog cellen zijn achtergebleven die later weer in kanker kunnen veranderen. Dat helpt de juiste beslissing te nemen: meer weefsel weghalen, wel of niet bestralen. Voor een patiënt met hoofd-halskanker kan dat het verschil betekenen tussen wel of niet opnieuw kanker te ontwikkelen. Nu het onderzoek heeft uitgewezen dat de DNA-test werkt, willen de onderzoekers hem bij een grotere groep patiënten gaan toepassen om de juiste behandeling te bepalen en vervolgens het verloop van de ziekte te volgen. Alleen op die manier kan bewezen worden, dat de test inderdaad leidt tot betere behandeling en minder sterfte. www.kankerikhelp.nl
— a d ve r te n t i e —
Vergaderen in stijl Het Tulip Innn Heerlen City Cente beschikt over een aantal prachtige vergaderaccommodaties, ideaal voor een vergadering, seminar, beurs, workshop of bedrijfsevent. Gezelschappen van 8 Amrâth Grand Hotel Heerlen Groene Boord 23, 6411 GE Heerlen T: +31 – (0)45 – 571 38 46 F: +31 – (0)45 – 574 10 99
tot 250 personen kunnen hier terecht. Ruimte, rust en comfort staan in de zalen centraal. Dankzij de hoge plafonds en de authentieke inrichting heerst overal een inspirerende sfeer. De grote Clauszaal is meer dan indrukwekkend.
Daarnaast is er nog de spiegelzaal waar eveneens grote gezelschappen kunnen vergaderen. Vanzelfsprekend zijn alle technische faciliteiten aanwezig en zorgt het personeel ervoor dat het deelnemers aan niets ontbreekt.
Tulip Inn Heerlen City Centre Wilhelminaplein 17, 6411 KW Heerlen T: +31 – (0)45 – 574 13 55 F: +31 – (0)45 – 574 10 99
— a d ve r to r i a l —
Een spiegel waar je niet om heen kunt De aantrekkingskracht van een spiegel is magisch. Iedereen die langs een spiegel loopt kijkt er even naar. De een wat langer dan de ander, maar langs een spiegel lopen zonder er een blik op te werpen is bijna onmogelijk. Al is het maar omdat je toch even kunt kijken of je haar goed zit. Van dat gegeven maakt het bedrijf Admirror van Remy Bordewin, Rob Vermeulen en Pascal Saccol dankbaar gebruik. Zij gebruiken hightech spiegels als advertentiemiddel, maar dan op een bijzondere manier. De spiegels van Admirror lijken op een gewone spiegel. Tot je er even voor blijft staan. Dan zie je plotseling reclame oplichten in de spiegel. Niet op een vaste plek, maar steeds wisselend. Niet één boodschap, maar meerdere. Op de een of andere manier blijf je kijken waar de reclameboodschap opduikt en hoe het werkt. “Dat is precies wat we willen bereiken met dit product,” zegt Remy Bordewin, een van de initiatiefnemers. Hij is ervan overtuigd dat Admirror het communicatiemiddel is van de toekomst. “Spiegels hangen overal, maar vooral in horecagelegenheden, kapsalons, winkels, wachtruimtes, theaters, bioscopen. Ook op elke toilet in deze zaken hangen een of meerdere spiegels. Iedereen die er komt ziet de spiegel en dus ook onze reclameboodschap,” legt Remy uit. Volgens Bordewin biedt Admirror de mogelijkheid om heel precies de juiste doelgroep te benaderen. “Dat is voor adverteerders heel erg belangrijk. Als zij jongeren willen bereiken kunnen ze adverteren op spiegels in cafés of discotheken waar jongeren komen. Ze weten dan voor honderd procent zeker dat ze hun product laten zien aan hun doelgroep. Een bedrijf dat zich richt op de zakenman kan kiezen voor locaties als golfbanen, congrescentra of restaurants.” Admirror is een half jaar geleden begonnen en de eerste maanden is er hard gewerkt aan het zoeken naar geschikte locaties. De spiegels van Admirror hangen nu op tientallen plekken in Limburg, maar uiteindelijk wil het bedrijf een landelijk netwerk hebben. “Dan is het ook voor grote adverteerders interessant om Admirror in te zetten. Ze bereiken dan consumenten in het hele land.” Bij Admirror staat flexibiliteit voorop. Een campagne voor een week of voor een maand? Op een, tien of vijftig plekken? Lokaal of regionaal of zelfs tijdelijk tijdens een evenement? “Eigenlijk is alles mogelijk,” zegt Remy. “De klant bepaalt. Zo kan de spiegel ook voor acties ingezet worden. De nieuwste spiegels zijn zelfs op afstand te bedienen zodat met een druk op de knop de boodschap aangepast kan worden.” Bedrijven die interesse hebben kunnen met Admirror contact opnemen. De spiegel wordt in bruikleen gegeven en compleet gemonteerd. Sterker nog, het bedrijf waar de spiegel komt te hangen ontvangt een vergoeding die aanmerkelijk hoger is dan het stroomverbruik van de spiegel. Op deze manier is het voor bedrijven wel heel erg interessant om een Admirror op te hangen. Remy Bordewin helpt u graag verder.
Remy Bordewin
Admirror De Valkenberg 6 6301 PM Valkenburg a/d Geul 043 4581340 www.admirror.nl
europa 59
april 2011
Maastricht Region werkt samen met regio’s vanuit Europese vestiging
Zuid-Limburg nu met eigen kantoor in Brussel gevestigd
Europa ligt nog dichter bij Zuid-Limburg door de opening van een kantoor in hartje Brussel. De steden Maastricht, Heerlen en Sittard zijn voortaan permanent vertegenwoordigd in de Europese hoofdstad. Onder grote belangstelling werd in februari het nieuwe kantoor aan de Palmerstonlaan geopend. Het gezamenlijke kantoor ligt op een steenworp afstand van het Europese parlement. Door peter eberson foto louis haagman
Het gezamenlijk kantoor is een goede manier om de kansen voor de regio ZuidLimburg te verzilveren. Vanuit Zuid-Limburg hebben drie medewerkers European & Public Affairs een plek in het kantoor. Ton Wanders en Henrik Fokke namens de gemeente Maastricht en Bertine Jongerius vanuit Parkstad. Zij zullen afwisselend in Zuid-Limburg en Brussel werken. Verplicht
De Maastrichtse Europa-ambtenaar Ton Wanders benadrukt het belang van een eigen kantoor in Brussel. “Als Europese stad zijn we bijna verplicht om in Brussel aanwezig te zijn. Het is belangrijk voor de Zuid-Limburgse economie. Belangrijk voor de lobby om van Maastricht Europese Culturele Hoofdstad te maken, belangrijk voor fondsenwerving en voor de campussen. Aanwezig zijn hier levert uiteindelijk geld op,” aldus Wanders. De regio was al enige tijd bescheiden aanwezig in Brussel, maar met de opening van het nieuwe kantoor met vaste werkplekken kan nog beter voor de regio gewerkt worden Zuid-Limburg deelt het kantoor met verschillende Europese regio’s. Voor Nederland zijn dat verder de regio’s Twente en ArnhemNijmegen. Samenwerken in Europa ligt voor de hand. Twente Region, Arnhem-Nijmegen Region en Maastricht Region zijn drie regio’s die aan de Duitse grens liggen. Het zijn ook regio’s op het gebied van kennis en innovatie. In Limburg gaat het om de kenniscampussen in Heerlen (Avantis), Maastricht (Health Care) en Sittard-Geleen (Chemelot). Soortgelijke campussen zijn er ook elders, zoals het nieuwe Nanolab van Mesa+/Universiteit Twente en Health Valley in Nijmegen. Omdat de regio’s veel
Wethouder Jacques Costongs (L), Europa-ambtenaar Ton Wanders bij de officiële opening van het kantoor in Brussel
gemeen hebben, ligt samenwerking in Europa voor de hand. In Brussel bestaat nu de mogelijkheid om kennis en netwerken te delen. Kansen verzilveren
Een stelling die door Luc Soete, hoogleraar internationale Economische Betrekkingen wordt bevestigd. Soete was een van de sprekers op het symposium over innovatie in de regio dat voorafgaand aan de opening werd gehouden. De Heerlense wethouder Riet de Wit zei op het symposium dat de verschillende regio’s in het nieuwe kantoor een gezamenlijke grensligging delen. “We grenzen allemaal aan Duitsland, maar het is niet zo makkelijk de kansen te verzilveren. Als je kijkt naar Heerlen, dat grenst
aan Aken. Die stad groeit en wij krimpen, dus zouden we daar naar moeten kijken. Maar dan moeten wel zaken worden aangepast, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt.” De wethouder verrichtte namens Maastricht Region de officiele opening van het kantoor in Brussel. Jean Dols, bestuursadviseur van de gemeente Sittard-Geleen, zegt dat in Sittard-Geleen de Chemelot-campus ligt, een van de zes campussen van nationaal en internationaal belang in Nederland. “Onze gemeente zet vol in op uitbouw van deze campus en samen met private partners en de steden Heerlen en Maastricht is de relatie met Europa van belang en daarom ook een kantoor in Brussel.”
winnaar zoover award 2010
Zuid-Limburgse gastvrijheid in het hart van Frankrijk Zes jaar geleden openden Jef en Anneke Nelissen uit Cadier en Keer domaine La Reveille, in het hart van de Auvergne in Frankijk. La Reveille, de droom van twee francofielen, uw vakantiedroom. Jef en Anneke verwennen u met hun invulling van de ‘Chambres en tables d’hôtes’-gedachte. Domein La Reveille is de ideale uitvalsbasis om lekker en ontspannen te genieten van al het goeds en moois in de Auvergne. Anneke, altijd werkzaam geweest in een keuken, zorgt op een voortreffelijke manier voor de inwendige mens. Het domein zelf
biedt in alles kwaliteit: of het nu gaat om de bedden, de kamers, het sanitair, de fraaie tuin of het zwembad. Geen enkele moeite is te veel om het de gasten naar de zin te maken. U voelt zich hier direct welkom, op een heel plezierige en ongedwongen manier. Dit is eigenlijk zoals u altijd al vakantie wilde vieren. Wie er al geweest is, verbaast zich dan ook niet dat Jef en Anneke winnaar zijn geworden van de Zoover Award 2010. Een publieksprijs die meer dan terecht is.
Proef Frankrijk, beleef de Auvergne vanuit Domaine La Reveille. Kijk voor meer informatie op www.la-reveille.com Mail naar jef.nelissen@orange.fr of bel: 00316-12291216 of 0033-473950994 Van harte aanbevolen door zuid!
column 61
april 2011
column
Wereldverbeteraars Elke zondagochtend treffen we elkaar om een uurtje het asfalt te geselen tussen Maastricht en Lanaken. Vier voetballers van weleer, strijdend toen voor MKC, Rapid en RKVVL, nu vaders met ietwat grijze slapen, een six roll, nog steeds met dezelfde vrouw, maar ook met dezelfde sterke verhalen als toen. Na 75 minuten elkaar weer te hebben getest op het Limburgse valsplat, wordt de wereld geanalyseerd onder het genot van meerdere koppen koffie en een paar flinke glazen Spa. Zo ook vanochtend, waarbij het onderwerp verandermanagement aan de orde is gekomen. Hierbij het relaas van vier wereldverbeteraars op een zondagmorgen. Er is binnen veel organisaties een groot onbenut potentieel dat structureel niet wordt benut. Tegelijkertijd denken we altijd dat mensen van buiten de eigen organisatie de oplossing zullen brengen, onder het motto vreemde ogen dwingen. We zoeken het te vaak te ver buiten de deur. Met jezelf word je het vaak nog wel eens. Het met z’n tweeën ergens over eens worden, is al een stuk lastiger. En als er veel partijen in het spel zijn, meerdere stakeholders, stokken processen al snel. We vinden het lastig om ons te verdiepen in anderen. Toch is juist dat de sleutel tot samen verbeterstappen zetten. Het draait om het samen ontwikkelen van stakeholders perspectief. Daarmee krijg je grip op samenhang. Hoe kan het dat er zelfs in een van de rijkste en meest welvarende landen ter wereld nog steeds zoveel mis is. Neem de zorg als voorbeeld. In een recent gehouden onderzoek onder medewerkers bij een grote zorginstelling luidde de vraag: “Zou u uw moeder of vader in deze verpleegkliniek onder brengen?” 80% van de ondervraagden was niet van plan dit te doen! Zorg, onderwijs, mobiliteit, ruimtelijke ordening, krimpregio’s, veiligheid, alle verbeteringen lijken dood te bloeden in gestolde belangen. We zijn steeds minder bereid om naar drijfveren van anderen te kijken en te luisteren, ons te verdiepen in andere partijen. Het is niet eens zo heel lastig een ander te gunnen wat je jezelf gunt, maar het blijkt keer en keer enorm lastig om iemand anders iets te gunnen wat die ander wil. Vraag aan een ander wat de pijn is, hoe groot is die pijn, welke oplossing vindt de ander het beste, en wat kunnen wij hem of haar bieden? Elke organisatie of onderneming heeft een klant. We slagen er niet in om samen iets te doen waar we samen allemaal beter van worden omdat we allemaal vanuit onze gangbare rollen onze eigen belangen dienen. Met slim combineren en gunnen komen we veel verder. De oplossing ligt in sensitiviteit en passie. De maakbaarheid van de mens is groot. Het oplossen van problemen heeft te maken met realisme, met verzoenen en acteren als katalysator waardoor mensen zelf betrokken worden en zich betrokken voelen. Eerst geven dan nemen zonder onder de indruk
Paul Rinkens
te raken van protocol of status. Uiteraard passeert op zo’n zondagmorgen ook MVV de revue. MVV maakt een behoorlijke verandering door. De waarde van sport is meer dan competitie. Sport is voornamelijk opvoeding. Sport is ook sociale integratie, het brengt minderheidsgroepen in de gemeenschap binnen die gemeenschap. En sport is gezondheid en een geweldig instrument om de jeugd weer te motiveren en het beste in de kinderen boven te brengen. In veel gezinnen is er tegenwoordig sprake van tweeverdieners, veel families zien de sportvereniging als de oplossing van de vrije tijd. Het is een tendens om te zeggen: dat moeten ze maar bij de sportvereniging oplossen. De rol van de ouders overnemen kan nooit de bedoeling zijn, maar samen waarde creëren waar iedereen beter van wordt, dat is de toekomst van MVV. Bij de laatste kop koffie, sluiten we deze zondagochten met een analyse van Facebook en Twitter. Een moderne manier van het intieme kapitaal de wereld ingooien in de hoop dat iemand daarop reageert of over nadenkt. Een geweldige ontwikkeling waar mensen zich kunnen uiten, lekker vanuit de anonieme stoel. Sociale media bieden mensen de mogelijkheid om te lekken. Anoniem omdat je alleen bent, anoniem omdat het publiek anoniem is. Je hebt misschien wel een paar honderd volgers, maar jij voelt die aanwezigheid niet. Vooral voor mensen die zich moeilijk uiten en of communiceren. Gevaar is dat er zoveel “waste” de ether ingestuurd worden, dat mensen niet meer serieus genomen worden.
“De oplossing ligt in sensitiviteit en passie. De maakbaarheid van de mens is groot”
62 erfgoed
april 2011
Eer of euro’s: Pietersberg als werelderfgoed Een verlate nieuwjaarswens leek het wel, dat kleine bericht begin dit jaar: de Pietersberg moet op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO komen. Een wens van onder meer het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, plus het Instituut Europa Subterranea (IES) oftewel Ondergronds Europa. Dat heeft een duidelijk Limburgs tintje. Oprichters waren Maastrichtenaar John van Schaik en Jacquo Silvertand uit Valkenburg. Door Wim Kuipers foto Wim Kuipers
Voor de duidelijkheid even een grove definitie van werelderfgoed: alles van waarde wat de voorvaderen nagelaten hebben. Op de wereldlijst komen uitsluitend unieke erfgoederen, die onvervangbaar zijn en gezien kunnen worden als eigendom van de hele wereld. In de praktijk gaat het veelal om indrukwekkende bouwwerken; die kunnen van culturele aard zijn (kerken, kastelen, bijzondere huizen, zoals het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht), industriële monumenten (molens, fabrieken) of verdedigingswerken. Daarnaast is er een afdeling voor bijzondere landschappen en andere natuurmonumenten. En om helemaal volledig te zijn: de UNESCO erkent ook immateriële monumenten, zoals gebruiken. Het OLS (Oud Limburgs Schuttersfeest) zou die erkenning kunnen krijgen.
Uithoek
De Pietersberg heeft genoeg kenmerken om erkend te worden, zegt Jacko Silvertant. Sterker nog: hij is er rotsvast van overtuigd dat als er één Nederlands erfgoed is dat die erkenning verdient, dat dat zijn berg is. Maar ja - verzucht hij: we liggen in een uithoek, ver van Den Haag, “ver weg van waar de beslissingen genomen worden. Ik roep wel eens: als de berg in Zoetermeer lag, was het geen enkel punt.” Klein bewijsje. Trek een diagonaal door Nederland, van pakweg Bergen op Zoom naar Delfzijl, en zie: de negen Nederlandse werelderfgoederen liggen allemaal westelijk van die lijn. Hetzelfde geldt voor de kandidaten tien en elf, de Hollandse Waterlinie en de Van Nellefabriek in Rotterdam. De Pietersberg moet die nog voor laten
gaan, als de aanvraag al in behandeling genomen wordt. Komt bij dat de UNESCO inmiddels strenger selecteert, want het aantal werelderfgoederen is bijna bij de duizend. Er is ook een stroming die meer niet-westerse monumenten wil. Een verder minnetje misschien: de berg ligt ook in de Belgische deelstaat Wallonië (hoofdstad Namen), en in het Gewest Vlaanderen, met (ook) Brussel als hoofdstad. Silvertant heeft zo zijn twijfels daarover. “Als twee landen gezamenlijk die voordracht doen, kan dat gunstiger zijn.” Zover is het echter nog lang niet. Eerst moet het vaderland overtuigd worden van de noodzaak. Vervolgens België, en daarna dient de UNESCO overtuigd te worden, onder meer met een uitgekiend plan om het gebied en de kostbaarheden te beschermen.
erfgoed 63
april 2011
Centrum
Hoewel de Pietersberg een uniek natuurgebied is, met voor Nederland zeldzame planten en dieren (vleermuizen, de oehoe, orchideeën), is die weelde niet uniek genoeg voor de erfgoedlijst. Bij de Pietersberg gaat het om cultuurhistorische waarden. Die zijn zo duidelijk, dat er eigenlijk geen twijfel is voor de kandidatuur, zegt Silvertant nogmaals. Hij wijst vooral op de unieke ligging: in het centrum van Europa, op de grens van de Romaanse en Germaanse cultuur. In het gebied rond de Pietersberg is geschiedenis geschreven; een van de voorwaarden voor opname trouwens: een erfgoed moet informatief zijn voor de geschiedenis van de aarde. Een kleine opsomming van wat de Pietersberg nog meer te bieden heeft. Tweeduizend jaar geleden lag er een Romeins legerkamp, bij de huidige Hoeve Caestert; die naam komt van castrum oftewel versterking. Daarvoor was er hoogstwaarschijnlijk al een Keltische nederzetting. De Romeinen haalden mergel uit de berg. Silvertant benadrukt verder dat “in dit gebied” Europa ontstaan is. Althans: hier is vergaderd over de verdeling van het immense rijk van Karel de Grote. Zo ontstond het Middenrijk, later Lotharingen geheten. Dat is historie – vergane glorie desnoods. Maar er is nog enorm veel te zien en te beleven vooral. Sinds de veertiende eeuw zijn er gangen in de berg ontstaan, door de mergelwinning. Bij elkaar enkele honderden kilometers. In die gangen zijn woorden gekerfd, tekeningen gemaakt: middeleeuwse graffiti. Er staan de handtekeningen van beroemde bezoekers als Alva, de Hertog van Parma, tsaar Peter de Grote en natuurlijk Napoleon Bonaparte. Als dat niet bij de geschiedenis van de mensheid hoort ... Monster
Eind achttiende eeuw was de berg helemaal wereldnieuws. Blokbrekers ontdekten de kop van een enorm dier waarvan nog nooit iemand gehoord had. Hoe kwam dat daar? We weten nu dat het een zwemmende dinosaurus was, Mosasaurus gedoopt. Kleinigheid nog: in de Tweede Wereldoorlog was de berg een bomvrije schuilplaats voor dik vierhonderd beroemde schilderijen, waaronder de Nachtwacht. De Pietersberg heeft ook een krijgsverleden. Het bleek een prima plaats om het Bolwerk der Nederlanden, Maastricht, te belegeren. Fort Sint-Pieter getuigt daarvan. En dan is er nog, aan de Waalse kant,
schokland Het voormalige eiland Schokland is helemaal vier kilometer lang, een dikke honderd meter breed, en je moet goed opletten om de oorspronkelijke vorm nog te zien, want op plaatsen is het hoogteverschil met het ingepolderde land nog geen halve meter. Schokland was eeuwenlang een veenbult in de Zuiderzee. Er woonden 600 mensen, veelal vissers. Na een grote overstroming gelastte koning Willem III in 1859 de ontruiming van het eiland. Wat moest er gebeuren? Aan de golven prijsgeven? Er werd anders beslist: Schokland zou blijven, en er werden een paar ambtenaren
Fort Eben Emael. Onneembaar zou dat zijn. De geschiedenis is bekend: 10 mei 1940 schoten de Duitsers vanaf de grens bij Vaals zweefvliegtuigen af naar het fort, die achter de linies landden. Tegenstand vergeefs. En is die kunstmatige berg, d’n Observant, ook niet het bewonderen waard? Nee? Het enige terrassenkasteel van Nederland dan, Château Neercanne, met een eigen wijngaard? Een vraag die nog niet gesteld is maar dat zal ongetwijfeld gebeuren als de plannen vorderen: wat levert het allemaal op? Is dat gedoe misschien weer een linkse hobby, die ten koste gaat van de oma van Henk? Stel je voor: er worden wel wat plantjes op de Pietersberg gered en zij ligt te verpieteren in een verouderd verzorgingstehuis. “Een erkenning door Unesco betekent nog niet dat er subsidiepotten opengaan”, zegt Silvertand. “Het is vooral een waardering, een keurmerk dat duidelijk maakt dat de Sint-Pietersberg zo belangrijk is voor de menselijke geschiedenis, dat die beheerd en beschermd moet worden.” Tegen te veel toeristen misschien – maar dat is van heel veel later zorg. Stelling en belangstelling
Levert een erkenning als werelderfgoed wel wat op? Zeker: eer en waardering, zo valt bij de Stichting Stelling van Amsterdam te horen, sinds 1996 werelderfgoed. Een 140 kilometer brede verdedigingsgordel rond Amsterdam; versterkingen, forten, kazernes, bunkers, magazijnen, grachten en andere waterwerken. Relatief jong nog: de nieuwste van de 42 forten zijn nog geen eeuw oud, en de stelling heeft nooit zijn
gestationeerd. Tachtig jaar later viel de zee rond Schokland droog. Dat was midden in de Tweede Wereldoorlog. De mensen hadden wel iets anders aan hun hoofd dan verleden en erfgoed, een woord dat wel bestond, maar nog niet de betekenis had van monument. De twee vuurtorentjes, dijken en zeeweringen werden gesloopt, tienduizenden palen verkocht. Er werd zelfs gedacht het hele eiland maar te egaliseren: makkelijk voor de boeren die naar het nieuwe land waren gekomen. Dat is niet gebeurd, en nu trekt het werelderfgoed jaarlijks meer dan 30.000 bezoekers. Het kan verkeren.
waarde hoeven bewijzen. Heeft dus geen geschiedenis. Desondanks zijn er elk jaar zo’n 20.000 belangstellenden. “Maar die mensen komen er echt niet vanwege dat werelderfgoed”, zegt Jaap van der Veen, hoofd Archeologie en Monumenten van de Stichting Cultureel Erfgoed Noord-Holland. “Nee: wij moeten er hard aan trekken om genoeg belangstelling te krijgen. Dat is ook de wens van de provincie: zoveel mogelijk mensen kennis laten maken met de Stelling.” Het allereerste Nederlandse werelderfgoed, het voormalige eiland Schokland in de Noordoostpolder, heeft wél wat van de uitverkiezing gemerkt. Dat is echter weinig verwonderlijk, aangezien er eerst bijna niets te zien was. Anders gezegd: er zijn bezienswaardigheden gemaakt. Grotmuseum
Ook op, in en rond de Pietersberg zijn er genoeg mogelijkheden voor bezienswaardigheden. Er is ooit een idee geopperd voor een ondergronds museum (in een van de grotten dus) dat de geschiedenis van Zuid-Limburg in beeld brengt. Maar zo’n museum in Gulpen, in de piramide, is totaal mislukt. Er zijn bovendien al twee musea: een in Lanaye en eentje boven op de berg. De geschiedenis van de mergelwinning en de cementindustrie zou in een van de gebouwen van de Enci ingericht kunnen worden. Een erkenning zou daarvoor de stimulans kunnen zijn. Want die Enci, een particuliere partij, kan ook een handicap zijn voor erkenning. Als het om één enkel gebouw gaat, dat is heel wat makkelijker...
64 BOEK
april 2011
Tip voor carrièrevrouwen:
Besteed de huishoud-bv uit! Diversiteit in de boardroom, vrouwelijke koplopers in Limburg. Zo heet het boek van Chantal van Esch en Léon Evers dat onlangs werd gepresenteerd. Twintig topvrouwen vertellen openhartig over hun weg naar de top. Door Maurice Ubags ILLUSTRATIE TOON HEZEMANS
D
e oudere generaties onder ons weten het nog: een vrouw die in de jaren-50 in het huwelijk trad, gaf de werkgever daarmee een wettelijke ontslaggrond. In zo’n tijdgeest ben je je baan niet zeker, laat staan dat je de top haalt. Tijden zijn veranderd, maar wat altijd gebleven is: de old boys networks. Ons kent ons aan de top. En wie niet tot die gevestigde inner circles behoort, die wordt ook niet makkelijk toegelaten tot de boardrooms. Wie regelmatig op netwerkbijeenkomsten is, ziet vooral grijze pakken. Nauwelijks mantelpakjes. Je kunt het heden niet begrijpen als je de geschiedenis niet kent. Wat duizenden jaren in de genen zit, zou ook nu nog mee kunnen spelen: mannen zijn jagers en vrouwen zijn verzamelaars. Jagers kiezen bewust voor het nemen van risico, verzamelaars proberen juist te behouden wat ze hebben. Zo lijkt de weg naar de top vanuit biologische oerinstincten al lastiger voor vrouwen: wie hogerop wil komen, moet zich laten gelden, moet steeds streven naar een volgende baan of taak op een hoger niveau. Moet kortom risico’s nemen. Vrouwen-verzamelaars zouden juist niet geneigd zijn steeds nieuwe onzekerheden aan te gaan. Dat verschil – als dat er daadwerkelijk is - tussen mannen en vrouwen zou kunnen verklaren waarom (en dat is onderzocht) beursgenoteerde organisaties die vrouwen in het bestuur hebben een beter rendement op het eigen vermogen halen. Voorzichtigheid lijkt te lonen. De auteurs constateren het met een lichte frustratie: zelfs zo’n hard financieel gegeven blijkt geen trigger voor organisaties
meer vrouwen naar de top te brengen. Vrouwen hebben het ook in een ander opzicht, genetisch bepaald, niet makkelijk om echt carrière te maken. Het zijn nu eenmaal de vrouwen die kinderen krijgen. En dat zou nog een overkomelijke drempel zijn, ware het niet dat sociaal en maatschappelijk nog steeds de norm is dat vrouwen ook voor de kinderen en het gezin zorgen. Nogal wat vrouwen, zo staat in het boek, krijgen een schuldgevoel, of dat wordt ze aangepraat, als ze kiezen voor lange werkweken om de vaart in de eigen carrière te houden. Vrouwen die naar de top willen, hebben letterlijk een dubbele agenda. Die van thuis en die van het werk. Een slimme meid kiest niet alleen de goede studie, maar ook een vent die bereid is zijn deel van het huishouden en zijn deel van de zorg voor de kinderen op zich te nemen, zo blijkt. Het moeten runnen van de huishoud-bv is wellicht de grootste hindernis op weg naar de top van de apenrots. Besteed de huishoud-bv uit! Enkele vrouwen zeggen het met zoveel woorden in het boek. Mirjam Depondt, hoogste baas bij Woonpunt: “Regel het thuisfront en kies bewust. Mijn man en ik hebben bewust geïnvesteerd in een voltijd-oppas die jarenlang heeft bijgedragen aan en stabiele gezinssituatie. Het heeft wel een rib uit ons lijf gekost, maar het is de beste investering in mijzelf geweest. Zonder goede oppas thuis zou ik niet kunnen bereiken wat ik bereikt heb en daar ben ik haar nog altijd dankbaar voor.” Diverse dames erkennen dat ze financieel ook de mogelijkheden hebben gehad om veel ‘huiswerk’ uit te besteden.
Gidsland Nederland lijkt in dit opzicht nog fors achter te lopen op bijvoorbeeld Scandinavische landen waar de heersende gedachte is dat kinderen tekort wordt gedaan als ze niet naar de kinderopvang worden gestuurd. In Nederland is beschikbaarheid nog steeds een belangrijk selectiecriterium op weg naar de top. Nog niets is gezegd waarom vrouwen de top wel kunnen halen. Wie de twintig interviews in het boek leest, ziet in elk geval enkele rode draden en draadjes. Een rode draad is in elk geval intelligentie. Brains, een hoog IQ. De vrouwen die de top halen zijn merendeels superslim. Waar nog eens bijkomt dat ze meestal ook van huis uit – vaak door moeder - van jongs af aan gestimuleerd zijn het beste uit zichzelf te halen. Angelique Paulissen (geboren in Kerkrade) van de financiële dienstverleners New Mont bv en van Montesquieu Finance bv is zo’n vrouw die intelligentie koppelt
BOEK 65
april 2011
aan ambitie. Ze slaagt voor alle selecties om straaljagerpiloot te worden, maar ziet af van een carrière bij de luchtmacht. Ze gaat naar Aken waar ze eerst scheikunde en later natuurkunde studeert. Ze switcht naar economie in Maastricht, waar ze in 3,5 jaar cum laude afstudeert. Ze verveelt zich snel en is daarom steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen. Het is – ook zonder piloot te worden – voor haar het recept om op eenzame hoogte te komen. Ze kan alles zeggen: “Er is veel arrogantie bij grote ondernemingen. Een arrogantie die niet strookt met de logheid en het gebrek aan ondernemerschap. Managers doen zich wel voor als ondernemer, maar zijn dat absoluut niet. Ze dragen geen risico voor de onderneming, maar willen wel met alle egards behandeld worden.” In 2009 is Angelique winnaar van de FD Gouden Gazellen Award, een award voor de snelst groeiende bedrijven van Nederland.
Wat ook een forse steen bijdraagt aan de klim naar de top is ouderwetse inzet. Als de huishoud-bv eenmaal uitbesteed is, gewoon keihard werken. Lange dagen maken. En belangrijk: doet zich dan eenmaal een kans voor, durf die dan ook te grijpen. De auteurs en ook enkele koplopers zeggen het diverse malen: mannen stellen zich veel zelfverzekerder op als het gaat over de vraag of ze aan de functie-eisen voldoen en een nieuwe baan aankunnen. Zo’n zelfverzekerde opstelling komt veel krachtiger over dan de vrouw die laat zien dat ze twijfelt of haar capaciteiten wel matchen met de vraag, ook al is dat ruimschoots het geval. Enkele topvrouwen in het boek geven aan dat ze min of meer ‘ontdekt’ zijn door een leidinggevende of een bestuurder. Dat iemand in hun geloofd heeft en een kans gegeven heeft. Niet alle mannen blijken haantjes. Een deel van de geportretteerde vrouwen heeft de top bereikt als dochter van een
ondernemer. Ze hebben de zaak overgenomen en zijn uiteindelijk zelf verantwoordelijk geworden. Dat klinkt makkelijk, maar is het niet. Het zoeken van een eigen weg, een eigen aanpak, leidt vaak tot hevige discussies met pa. Niettemin zie je ook hier dat vrouwen erin slagen hun stempel te drukken op de toekomst van het bedrijf en van soms oude familiebedrijven weer een swingende tent te maken. De twintig koplopers hebben allemaal nog een gemene deler: ze zeggen dat ze zichzelf gebleven zijn. Autenthiek blijven. Niet het manwijf worden, geen macho-gedrag. Jenny Buijks van de raad van bestuur van Daelzicht: “Blijf altijd jezelf. Dan kun je het volhouden. Speel geen toneel, want dan zak je gegarandeerd door het ijs.” Opmerkelijk is overigens dat in het hele boek niet één syllabe voorkomt over de vraag of vrouwen, als ze hun vrouwelijke charmes inzetten, een streepje voor hebben op mannen die ze achter zich moeten laten op weg naar de top. Maar misschien is dat wel een mannen-gedachte. Nog steeds zijn vrouwen sterk ondervertegenwoordigd in de boardrooms. De auteurs signaleren twee trends die vrouwen wellicht in de kaart spelen. Krimp. Een tekort aan hoogopgeleide arbeidskrachten zou ruimte kunnen scheppen voor het ontdekken en waarderen van vrouwelijk talent. Twee: mannen die nu in de boardrooms zitten hebben inmiddels allemaal dochters die gestudeerd hebben. Dochters die thuis aangeven dat de weg naar de top voor mannen geplaveid lijkt en voor vrouwen bezaaid lijkt te liggen met mijnen. Die mannen in de top kunnen niet direct hun eigen dochter op weg helpen, maar wel de dochter van hun collega-bestuurder waarmee ze in de Rotary zitten. De vrouwen, en dat bleek ook tijdens de boekpresentatie in Kasteel Limbricht, zijn het erover eens dat het geen zin heeft om een voorkeursbeleid voor vrouwen te voeren en dat te koppelen aan quota. De meeste koplopers geven aan zo’n beleid zelfs een belediging te vinden: je moet gekozen worden om je kwaliteiten en niet om je vrouwzijn. Waarna juist die vrouwen er zelf op wijzen dat niet zozeer de diversiteit tussen de seksen, de gender-diversiteit, belangrijk is, maar veel meer de diversiteit in zijn algemeen. Diversiteit naar leeftijd, naar etnische afkomst, naar cultuur, naar levensbeschouwing, naar sociaal-economische kenmerken, naar opleiding, ervaring en ja ook naar mannen en vrouwen. Die diversiteit is nodig in boardrooms om bedrijven te laten excelleren.
Kerkrade, Hertenweide 9
Internetnummer 38070
Deze moderne villa is gelegen aan de rand van het centrum van muziekstad Kerkrade en in de directe omgeving van het stadspark. Kerkrade kent een centrale ligging ten opzichte van en een goede verbinding met steden als Heerlen, Aken en Maastricht. De vrijstaande villa kent een uitstekend afwerkingniveau, is gesitueerd op een perceel van 1107 m² en heeft een volume van 1500 m³. Er is parkeergelegenheid voor maar liefst 12 auto’s. De woning beschikt in het souterrain onder meer over een wellness-/fitnessruimte. De totale oppervlakte van woon- en zitkamer en keuken bedraagt ca. 85 m². De drie ruime slaapkamers en twee goed geoutilleerde badkamers bevinden zich op diverse niveaus.
Prijs € 675.000,- k.k.
Kruisstraat 56 • 6411 BW Heerlen Tel: 045 - 571 22 55 • info@bonnema.nl • www.bonnema.nl
column 67
april 2011
column
Carnaval
C
arnaval, voor velen Het Feest der Feesten. Drie dagen met permissie alles doen wat God verboden heeft. Inmiddels alweer enkele weken achter de rug en u ziet, ik heb er ook kort van genoten. Heel kort, want een uurtje of drie eenvoudig vermaak betekent voor mij niets inplannen de dagen voorafgaand en afgepeigerd zijn de week erna. En ik ben eerlijk gezegd niet zo’n fanatiekeling, maar ik had er absoluut de vermoeidheid voor over. Carnaval 2011 moest gevierd worden. Als je al een heel jaar in een sociaal isolement zit en Carnaval 2010 alleen maar beleefd hebt aan hand van de poeha van een eenzame trompettist die ’s nachts ladderzat zijn weg naar huis tracht te vinden, dan word je vanzelf enthousiast over de drie dagen probleemloze, onverantwoorde gekte. En in kostuum de straat op heeft ook zo z’n charmes. Ik kan me even iemand anders voelen, word niet herkend, hoef geen verhalen te vertellen, ben geen patiënt. Want hoewel ik me nooit slachtoffer heb gevoeld, word ik toch af en toe als slachtoffer bejegend. En medelijden is voor mij moeilijker te verdragen dan desinteresse of onbegrip. Mijn vriendin Anjes, rechts op de foto, heeft zich daar overigens nooit schuldig aan gemaakt. Da’s meer het ‘niet aanstellen, morgen is weer een nieuwe dag’ type. Perfect om Carnaval mee te vieren. Maar dit verkleedpartijtje voelt voor mij ook absurd en onwerkelijk. Vorig jaar kreeg ik in februari de diagnose en zat ik de gehele Carnavalsweek lamgeslagen op de bank. Nu sta ik voor een grote passpiegel blauwe glittertjes onhandig op mijn geschminkte gezicht te plakken. Afgelopen december verbleef ik nog ruim twee weken in het AZM omdat een hardnekkige infectie met antibioticainfusen niet te stoppen bleek en ik mijn vijfde operatie van 2010 moest ondergaan. Achteraf vernomen dat vooral deze periode desastreuze gevolgen had kunnen hebben, omdat mijn lichaam te zwak was voor het gevecht. Twee maanden later sta ik in een overvolle Carnavalswinkel te shoppen voor een wit met blauwe polyester pruik en opzichtige glitterbril. Meedoen aan het feestgedruis betekent overigens niet dat de paniek geweken is. Ook al is de behandeling grotendeels achter de rug en ben ik niet meer in direct levensgevaar. Want ieder stekend pijntje of naar mijn idee vreemd uitziend pukkeltje kan zomaar weer het begin van een nieuwe lijdensweg betekenen. Maar er speelt ook schrik om na een jaar dat in het teken heeft gestaan van overleven weer aan het gewone leven deel te nemen. Het is –hoe gek dat ook klinkt – ook beangstigend om ineens weer een toekomst te hebben. Na de verpletterende diagnose was ik ervan overtuigd dat mijn tijd gekomen was. De afgelopen maanden heb ik niet alleen keihard gevochten tegen dit naderende onheil, maar ook mijn testament opgesteld. Gecheckt of de overwaarde op mijn woning voldoende is om de studies van mijn drie knullen te kunnen financieren. Mijn kle-
Mariëlle Hartmann beschrijft in Zuid haar strijd tegen kanker
ding onder mijn vriendinnen verdeeld (voor haar is mijn mooie blauwe trui want toen had ik nog maatje 38, mijn iets forsere vriendin krijgt mijn leren jasje want dat is gekocht in wat ik eufemistisch noem mijn ‘teveel vocht vasthouden’ periode). Muziek uitgezocht die men tijdens mijn uitvaart ten gehore moet brengen. Bruce Springsteen ‘s Streets of Philadelphia en With or Without You van U2, omdat beide nummers me nog altijd kippenvel bezorgen en ik verwacht dat dat ook geldt voor iedereen die zich de moeite heeft getroost om mij uitgeleide te doen. Ik heb voor iedere operatie luchtig en vrolijk mijn kinderen gedag gezegd (“dag schat, ik zie je morgen”) en in gedachten voorgoed afscheid genomen van hun lieve lach en prachtige blauwe ogen. En plotseling zijn de behandelingen afgelopen en moet ik weer nadenken over morgen en volgende week en –heel gedurfd – volgend jaar. Opeens is het schilderen van dat afgebladderde kozijn weer nodig, kan ik zomaar een leuke outfit kopen zonder dat het voelt als geld weggooien, moet ik ineens weer sparen voor zaken die ik dacht nooit meer nodig te hebben. Het hele afgelopen jaar schiet door me heen als ik mijn weg probeer te vinden in de uitzinnige menigte, voortschuifelend in het ritme dat door de honderden feestvierders voor en achter mij wordt aangegeven, en plotseling word ik overspoeld door een golf van grote dankbaarheid en het diepe besef dat ik nog leef. Weliswaar uitgeput en flink gehavend, maar ik mag dit nog meemaken. In de woorden van mam ‘dat nump diech geine mie oaf’. Carnaval; onbeperkt pimpelen, wild dansen, luid zingen en voor sommigen een schaamteloze seksuele uitspatting. Maar vooral een uitbundig, oorverdovend eerbetoon aan het leven. We zijn er nog.
“Maar dit verkleedpartijtje voelt voor mij ook absurd en onwerkelijk”
68 paarden
april 2011
Paard verjaagt koe uit Limburgs landschap De economische crisis ten spijt bepalen luxe paarden in toenemende mate het beeld van het Limburgse landschap. De Limburgse paardenhouderij is in economisch en maatschappelijk opzicht een steeds belangrijkere factor. Dit onderstreept naast de LLTB ook de provincie Limburg. Door Guus Queisen foto’s jean-pierre geusens
J
aarlijks wordt in Maastricht Jumping Indoor Maastricht (JIM) gehouden. Een zeer succesvol evenement dat niet meer is weg te denken van zowel de Limburgse evenementen- als de internationale paardenkalender. Dit in tegenstelling tot de draf- en renbaan in Landgraaf en het paardenonderzoekstation in Brunssum die beide eind zeventiger begin tachtiger jaren van de vorige eeuw met veel trommelgeroffel naar Zuid-Limburg werden gehaald. Na een jarenlang zieltogend bestaan en het erin pompen van vele miljoenen werd uit beide projecten de stekker getrokken. Dit vormde het einde van de ambitieuze paardensportambities van onze provincie. Achteraf blijkt dit niet het definitieve einde. Tijdens JIM presenteerde het provinciebestuur het Limburgs Paardensportplan. Ultieme doel van de uitvoering hiervan is
het naar onze provincie halen van de hippische onderdelen van de Olympische Spelen 2028, waarvoor Nederland kandideert. Het blijft gissen naar het aantal paarden dat in Limburgse weilanden graast. In tegenstelling tot landbouwhuisdieren als koeien en schapen geldt voor paarden in Nederland vreemd genoeg geen registratieverplichting. Alleen agrariërs zijn verplicht hun paarden te melden. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2009 op 239 (20 procent) van de Zuid-Limburgse agrarische bedrijven in totaal 2.991 paarden of pony’s lopen. Dit is een stijging van 43% ten opzichte van het jaar 2001 toen 2.087 paarden op 231 boerderijen vertoefden. De grootste kans om een boerderij met paarden aan te treffen heeft u in de gemeente Onderbanken. Daar lopen op 33% van de boerenbedrijven een of meerdere paarden, gevolgd door Heerlen
dure hobby Mensen met paarden hebben de hemel op aarde, maar komen zij te sterven dan valt er niets meer te erven. Met andere woorden: paarden is een heerlijke, maar erg dure sport. Voor het houden van een paard moet je maandelijks rekenen op circa 250 euro stallingskosten, 35 euro bekappen door de hoefsmid, 40 euro voer en 50 euro overige uitgaven zoals inenten, zadels, dekens et cetera. In totaal dus circa 375 euro, zo’n 4.500 euro per jaar. Afhankelijk van het gebruik komen daarbovenop nog kosten voor paardrijlessen, trailer, trekhaak (zwaardere) auto en onvoorziene uitgaven
voor de dierenarts. Langdurige droogte in het voorjaar en het begin van de zomer en de enorme hoeveelheden regen in augustus en september in Europa zorgen voor schaarste. Paardenhouders krijgen prijsstijgingen van circa 50 procent ten opzichte van 2009 voor hun kiezen. Betaalden ze afgelopen jaar rond deze tijd circa 80 euro voor 1.000 kilo hooi. Momenteel ligt dit bedrag met 100 tot 120 euro een stuk hoger. Voor een ton stro betaalde de paardenhouder in 2010 circa 50 euro, momenteel ligt de marktprijs op circa 75 euro.
met 32% en Kerkrade 28%. De provincie Limburg schat dat in de hele provincie tussen de 20.000 en 40.000 paarden en pony’s rondlopen. Volgens de Nederlandse Ruitersportcentra (FNRS) komt in Zuid-Limburg vooral de recreatieve paardensport voor. De professionele paardensport (opfok, handel) bevindt zich vooral ten westen van de Maas in Noord- en Midden- Limburg. Limburg moet uitgroeien tot dé hippische provincie van Nederland. Om dit te bereiken hebben de KNHS, LLTB en de provincie Limburg gezamenlijk de ambitie uitgesproken de Limburgse paardensportsector te versterken. Ultieme doel: het naar Limburg halen van hippische onderdelen indien Nederland de Olympische Spelen van 2028 krijgt toegewezen. De eerste aanzet vormt het ‘Limburgs Paardensportplan’. Een plan waarin alles is gericht om Limburg klaar te stomen voor 2028. De paardenbusiness is van steeds groter belang voor Limburg. Tientallen maneges, paardsportverenigingen, fokkerijen, paardenpensions, fouragehandelaren, instructeurs, dierenartsen, groothandelsbedrijven, tussenhandelaren verdienen er hun boterham aan. Jaarlijks vinden ruim 200 paardenevenementen in Limburg plaats. Daarnaast wordt Zuid-Limburg omgeven door internationale wedstrijden: CHIO Aken en World Breeding Jumping Championschip for Young Horses in Lanaken. Op basis van een in 2009 door Wageningen Universiteit (WUR) gehouden onderzoek schat de provincie Limburg dat jaarlijks in de paardenbranche voor Limburg en Zuidoost Brabant een bedrag tussen de 157 en 185 miljoen euro omgaat.
70 paarden
april 2011
Marlou Hartmann
limburgse paardenbranche merkt weinig van economische crisis Wij merken heel weinig van de economische crisis. Berichten in de landelijke media over een toename van de paardenslacht kunnen wij niet bevestigen. Integendeel, ondanks een uitbreiding van de capaciteit worden de wachtlijsten voor zowel de paardenstal-
ling als de paardrijlessen eerder langer dan korter. Een paardenliefhebber ontzegt liever zichzelf bepaalde zaken, dan het paard van de hand te doen”, denkt Marlou Hartmann uit Maastricht van Ruitersportcentrum ‘t Vroendael. Enkele jaren geleden maakten de koeien op het bedrijf van Willy (50) en Marlou (49) Hartmann letterlijk plaats voor de paarden. Een beslissing waar Willy en Marlou nog
beide volledig achter staan. Marlou: „De paardenhouderij levert ons meer rendement op dan de gangbare landbouwactiviteiten zoals melkvee en akkerbouw. Ja, we hebben op het juiste moment deze switch gemaakt.” In 1987 verhuisde de familie Hartmann met hun ouderlijk melkveebedrijf uit Eijsden naar de Bronckweg in ‘t Vroendael, aan de zuidkant van Maastricht. Marlou groeide op tussen de paarden en het was dan ook niet verwonderlijk dat, toen de kinderen oud genoeg waren, de eerste pony op de koeienboerderij zijn intrede deed. Als snel volgden er meer, ook door toedoen van vriendjes en vriendinnetjes die steeds vaker langs kwamen om te leren paardrijden. De groei zat er in. Om daar op in te spelen werden de eerste faciliteiten, zoals een buitenbak en een kantine gebouwd. Ook kwam er vraag naar pensionstalling en ook hier werden de faciliteiten op aangepast. Bijna tien jaar combineerden Willy en Marlou de koeien met de paarden. Het aantal lopende zwart-witte melkfabrieken nam wel af ten faveure van de edele viervoeters. In 2007 verliet de laatst koe het erf. De gelden die vrijkwamen uit de verkoop van de koeien en de bijbehorende melkproductierechten investeerde het echtpaar in paardenfaciliteiten. Inmiddels is het voormalig
— a d ve r te n t i e —
Heerlen Bedrijvige stad in het hart van de Euregio
Gemeente Heerlen
Wie een plek zoekt voor zijn onderneming, zoekt een thuis voor zijn bedrijf. Wie succes nastreeft, zoekt een prettige leefomgeving voor zijn personeel. Wie een toplocatie zoekt voor zijn bedrijf komt terecht in Heerlen! Heerlen is een bruisende stad midden in het groen. Een stad die nieuwkomers hartelijk in haar samenleving opneemt. Wij nodigen u uit om kennis te maken met deze stad, een jonge levendige stad waar veel mogelijk is. neem daarom een kijkje op www.zakelijk.heerlen.nl om zelf te ontdekken wat Heerlen u te bieden heeft!.
telefoon: 045-560 48 88 email: bcp@heerlen.nl www.zakelijk.heerlen.nl
paarden 71
april 2011
“Een paardenliefhebber ontzegt liever zichzelf bepaalde zaken, dan het paard van de hand te doen”
melkveebedrijf uitgegroeid tot een grote professionele manege. Het bedrijf beschikt over 80 paardenboxen, waarvan 50 voor pensionpaarden en 30 voor eigen paarden. De eigenaren van de pensionpaarden komen vooral uit Maastricht en directe omgeving. Iedere pensionpaardeigenaar beschikt over een afsluitbare zadelkast. Een noodzaak, het dievengilde heeft de paardenbranche inmiddels ook als lucratief doel ontdekt. Ze hebben het vooral gemunt op rijzadels. De LLTB liet vorig jaar een waarschuwing uitgaan over de toename van zadeldiefstallen. Willy en Marlou hebben het professioneel opgepakt leert een rondgang op het bedrijf. Zo beschikken de paarden van ’t Vroendael over een zeer ruime uitloopmogelijkheid van maar liefst 120.000 vierkante meter grasland rondom het bedrijf. Dit is opgedeeld in meerdere weilanden en afgezet met hout en schrikband. Verder is geïnvesteerd in een gloednieuwe binnenbak van 20 bij 60 meter en buiten ligt een gedraineerde springbak van 20 bij 40 meter met daarnaast een buitenbak van 20 bij 60 meter. Een stapmolen en longeercirkel met een doorsnede van 18 meter complementeren het geheel. Vanuit de kantine heeft de paardenliefhebber een mooi uitzicht op de binnen- en buitenbak. Voor de rijlessen beschikt Marlou over een team van vier gediplomeerde instructeurs, die zelf ook actief zijn in de dressuur, western, of springsport. Zelf verzorgt Marlou met haar oudste dochter Diana, die afgelopen jaar op de Nederlandse Kampioenschappen Outdoor in Ermelo een gouden medaille wist te veroveren, ook rijlessen. De leerlingen zijn afkomstig uit het hele Heuvelland. „De lessen behelzen niet alleen het leren paardrijden”, onderstreept Marlou. „Ons streven is om leerlingen op een bewuste en diervriendelijke manier met paarden om te leren gaan, in de verzorging en tijdens het rijden.” Aan het eind omschrijft Marlou de switch van koeien naar paarden als volgt: “Het is hard werken, dat is niet erg, zeker niet als je van je hobby je beroep kunt maken. Ook moet je er tegen kunnen dat er de hele dag mensen op je erf kunnen vertoeven, maar dit ervaren wij niet als belastend. We krijgen er veel voor terug.”
handel dood Afgelopen tijd berichtten Nederlandse paardenmedia over de crisis die ook in de landelijke paardenwereld zou zijn toegeslagen. Via verkoopwebsites worden vele duizenden paarden en pony’s te koop aangeboden, terwijl de vraag naar deze dieren is ingestort. De handel in duurdere/ betere paarden verloopt nog goed, evenals heel goedkope. Maar de middenmoot, die eigenlijk net niet goed genoeg is, is moeilijk aan de man te brengen. Eigenaren die per se van hun edele viervoeter afwillen wenden zich uiteindelijk tot een van de weinige paardenslachterijen die Nederland nog rijk is. Zij constateren sinds afgelopen jaar een duidelijke toename in het aanbod van paarden en pony’s voor de
slacht. Vooral paarden uit de middencategorie zijn moeilijk te verkopen. Tot welke excessen de economische crisis kan leiden in de paardenhouderij zien we in de Verenigde Staten. De VS kampt al jaren met een paardenoverschot, door een verbod paarden te slachten. De situatie loopt nu gruwelijk uit de hand door de combinatie van economische crisis en het paardenslachtverbod. Veel eigenaren hebben het geld niet meer om voor hun paarden te zorgen en verkopen lukt ook niet. Noodgedwongen worden ongewenste paarden aan een hek gebonden, illegaal afgemaakt of verwaarloosd. De VS heeft zoveel van dit soort paarden dat er zelfs een term voor is: ‘unwanted horses’, ongewenste paarden.
Jos Janssen
Paarden in villawijk Kollenberg
Ook Jos Janssen, die in Sittard letterlijk aan de voet van villawijk de Kollenberg, met zijn echtgenote Marianne, al tientallen jaren een pensionstalling voor paarden en een akkerbouwbedrijf bestiert, zegt weinig te merken van de economische crisis op zijn paardenpensionbedrijf. Volgens Janssen heeft de crisis geen negatieve uitwerking op de paarden van zijn cliënten. „De paardenboxen zijn allemaal bezet. Soms haakt er een af, maar daar is snel weer een nieuw paard voor in de plaats”, aldus Jos Janssen. De meeste pensionpaardenhouders wonen op de aanpalende Kollenberg. Jos en Marianne zouden graag inspelen op de toenemende populariteit van de paarden. Omgeven door woningen zit het bedrijf echter letterlijk klem in de Kollenberg. „Hier kunnen we niet uitbreiden. We hebben een pension-
stalling zonder weilanden bij de stallen. We moeten met de paarden eerst door de woonwijk lopen om de weilanden te bereiken. Zo ook de ruiters die met hun paarden in het buitengebied willen gaan rijden. Dat is geen ideale situatie. We willen deze problemen oplossen en gelijktijdig inspelen op de toenemende vraag naar ruimte voor het houden van paarden. Daartoe zijn we al circa tien jaar met de gemeente SittardGeleen in gesprek over een verplaatsing van ons bedrijf naar een ruimere locatie. Een geschikte plek hebben we voorhanden: de voormalige steenfabriek aan de Lahrstraat in Sittard. Deze plek zou voor iedereen: ruiters, paarden, omwonenden, gemeente en ons een prima optie zijn. Jammer genoeg wil de gemeente tot nu toe niet meewerken aan deze bedrijfsverplaatsing”, verzucht Jos Janssen.
Bunde, Prins Bernhardlaan 7
Internetnummer 39087
Deze vrijstaande villa is gelegen in Bunde, een plaats met basisscholen, alle winkelvoorzieningen en een gunstige ligging ten opzichte van de belangrijke uitvalswegen. De villa is gesitueerd in de kleinschalige en exclusieve villawijk “Dennenberg”. Zowel de woonstand als de ligging aan de helling van het “Bunderbos”, rondom het voormalige klooster “Overbunde” en in de directe nabijheid van een golfbaan, tennisvelden en hockeyvelden is uitstekend. De ruime en luxe afgewerkte villa ligt op een perceel van 610 m² en heeft een volume van 880 m³. De woning is onder architectuur met zeer moderne en duurzame materialen gebouwd, is geheel onderkelderd en onder meer voorzien van een royale inpandige garage en een riante hobbyruimte. De oppervlakte van woonkamer en keuken bedraagt 66 m². Er bevinden zich één slaapkamer en badkamer op de parterre. Drie overige slaapkamers en een tweede, eveneens luxueuze badkamer completeren de eerste verdieping.
Prijs € 649.000,- k.k. Jonkheer Ruysstraat 95 • 6221 VS Maastricht Tel: 043 - 361 62 63 • info@bonnema.nl • www.bonnema.nl
recensie 73
april 2011
Hotel du Lac Afspraken afgezegd en van voeding en nachtrust verstoken gebleven. De vierde thriller van Michael Berg zou eenzelfde waarschuwingsetiket opgeplakt moeten krijgen als een pakje shag: “Opgepast, kan schadelijke gevolgen voor uw gezondheid hebben”. Want vanaf de eerste bladzijde ben je onherroepelijk verloren en bestaat er niets anders meer totdat je weet hoe, wie, waarom en waarvoor. Door MariËlle Hartmann
Ik voel hoe mijn ogen over de regels vliegen, hongerend naar meer, meer, meer. Met ongelofelijk veel vaart en spanning geschreven, zorgt dit boek tot de laatste bladzijde voor een beklemmende opwinding die verslavend werkt. Hotel du Lac begint onschuldig genoeg met de 50ste verjaardag van Maarten Walda die besluit deze feestelijke gebeurtenis te vieren in een vakantiehuis in Frankrijk, vlakbij Hôtel du Lac, met zijn als sinds jaren bevriende kompanen Hugo en Stefan en hun echtgenotes. In de roerige zeventiger jaren bewonen de drie een tijdlang een groot pand op Bickerseiland in Amsterdam. De uit Roermond afkomstige Maarten Walda, bescheiden en rustig, de gewiekste Hugo – rechtenstudent, kraker en handelaar – en de flamboyante, bisexuele Stefan, die ook rechten studeert maar een carrière als zanger van Franse chansons prefereert. Na jaren scheiden zich hun wegen en houden ze nog sporadisch contact. Totdat Maartens vrouw bij een raadselachtig auto-ongeluk om het leven komt, dan staan Hugo en Stefan klaar om hun oude vriend bij te staan. Zes jaar na haar dood komt Maarten tijdens zijn verjaardag met een verrassing op de proppen. Hij heeft een nieuwe vriendin: 25 jaar jonger en oogverblindend mooi. Let the games begin. De dialogen zijn bij vlagen scherp en bijtend. Sfeer, omgeving en personages worden levensecht geschetst en zijn voor iedereen herkenbaar. “Zijn vader. Bouke, een rijzige, weinig spraakzame Fries. Op zijn zestiende was hij in Limburg terechtgekomen om er
nooit meer weg te gaan. Een leven lang sloven voor dezelfde baas. Een fabriekje aan de Spoorlaan waar racefietsen werden gemaakt. Zijn moeder. Maria (met de klemtoon op de eerste lettergreep), het type trotse huisvrouw, altijd boenen, altijd poetsen, in voortdurende competitie met andere vrouwen uit de buurt. Maarten zag de wijk voor zich. Het Veld. Voortuintjes met stoeptegels, een paar vierkante meter met gras of struikjes, de voordeuren met gemetseld boogje, de achtertuintjes met duiventillen. Zijn moeder was er geboren en getogen, verknocht aan de buren, familie om de hoek. Zijn vader was “import” maar van de goede soort. Enig minpuntje was dat hij geen Remunjs sprak, maar daar stond tegenover dat hij het dialect begreep, of deed alsof.” Enkel minpuntje dat ik kan bedenken, is dat het verhaal verteld wordt door middel van flashbacks. Werkt prima voor de onvoorspelbaarheid van het verhaal maar betekent dat je steeds weer moet ‘omschakelen’. De zeer veelzijdige Michael Berg, pseudoniem van Michel van Bergen Henegouwen, heeft voor dit boek uitbundig
uit eigen verleden en heden geput. De 54-jarige schrijver werd geboren in Heerlen, studeerde Nederlands in Amsterdam, was repetitor/leerling aan de Kleinkunstacademie en trad een paar jaar op als zanger/muzikant. Begin jaren tachtig maakte hij televisieprogramma’s voor de RVU om daarna bij de radio aan de slag te gaan als presentator, interviewer en documentairemaker. Bij de regionale omroep L1 vervulde hij lange tijd de functie van programmaleider radio. In zijn schamele vrije tijd componeerde hij nog terloops een kindermusical, schreef radiocolumns, cabaretteksten, een radiosoap en hoorspelen. Sinds 2004 woont Michael in Frankrijk met zijn vrouw, hond Momo en poezen Luna, Spook en Ali. Na de thrillers Twee Zomers, Blind Vertrouwen en Een echte vrouw is dit zijn eerste boek dat niet journaliste Chantal Zwart in de hoofdrol heeft. Een gok die heel goed heeft uitgepakt. Ongelofelijk dat ik Michael Berg’s eerdere boeken tot nog toe over het hoofd heb gezien. Maar des te meer leesvoer om me op te verheugen. Wel alleen maar aan beginnen als ik die dag toch geen andere plannen heb.
— a d ve r te n t i e —
28 mei 2011
Dag van de Verandering De culturele tijdgeest onder de loep Met o.a. Joke J. Hermsen en Frans Timmermans www.hklimburg.nl/literatuur
74 boek
april 2011
Wandelend Limburg ontdekken De laatste jaren is het wandelen een populaire bezigheid geworden. Op de eerste plaats omdat we op deze manier op een niet overdreven manier bewegen. Zodat we aan het eind van de dag zonder pijn aan allerlei ongekende spieren naar bed kunnen. Maar ook omdat dat zo goed te combineren valt met een Bourgondische manier van leven. Je kunt zo immers het aangename met het nuttige verenigen als je na een tocht van een paar uur lekker kunt neerploffen op een terras om de inwendige mens te versterken. Kroegjesroutes
Het begrip Bourgondisch wandelen kwam in zwang door de Vijlense Yvonne Cox, schrijfster van enkele wandelgidsen en mede-eigenaresse van een fiets- en wandelcafé. “De behoefte aan wandelroutes was groot. Dat hoorde ik niet alleen van mijn eigen klanten, maar ook van een aantal collega’s uit de buurt. We bundelden
onze krachten in de Vijlenerberg kroegjesroutes en na een jaar noeste arbeid, met steun van enkele fanatieke wandelaars en natuurkenners uit de buurt, kwamen we met een wandelgids, die de naam van onze vereniging kreeg.” De belangstelling hiervoor was drie jaar geleden groot. Druk na druk verscheen en ook in 2011 is er weer een nieuwe druk uitgekomen. De Vijlenerberg Kroegjesroutes zijn een waar begrip geworden. Combinatie
Deze wandelgids werd de basis voor een hele reeks wandelgidsen van Uitgeverij TIC uit Maastricht. Jo Knubben, die ook
meewerkte aan de eerste gids, werd hofleverancier en ambassadeur van de wandelgidsen van Uitgeverij TIC. “Ik wandel al mijn hele leven lang graag. Samen met mijn vrouw vind ik veel ontspanning in een forse trip door de natuur. Niet alleen in Limburg. Ik maak ook graag wandelingen in Duitsland en Oostenrijk. Die zijn qua moeilijkheidsgraad wat hoger, maar er is ook meer inspanning. Juist die combinatie van goed bewegen en lekker ontspannen is bij het Bourgondisch wandelen belangrijk. En nu ik gepensioneerd ben, is er ook meer tijd om aan de wandel te gaan. Geweldig.”
boek 75
april 2011
Pelgrims
Limburg is al behoorlijk beschreven in wandelgidsen. Mensen die wandelingen uitzetten moeten dan ook een zeer goede kennis van de streek hebben en van de niet zo gangbare wegen om nog met originele ideeën te komen en verrassende vergezichten te kunnen bezorgen. De Stichting Pelgrimswegen en Voetpaden kwam met een geheel eigen kijk op wandelen, namelijk verdieping. Natuur is niet alleen ter ontspanning, maar kan wel degelijk bijdragen aan een zingeving. “Onze streek is van oudsher katholiek gelovig en er zijn veel plaatsen waar heiligen op de een of andere wijze worden vereerd. Het zij met een kapel of een kerk, het zij met een bedevaart erheen. Onze stichting organiseert al jaren wandeltochten naar die plaatsen en we hadden ook al gidsjes uitgegeven in eigen beheer. Maar pas door in de TIC-reeks te verschijnen konden we ons publiek vergroten. Na het succes van Pelgrimswandelingen in Limburg komen we met een nieuwe wandelgids in mei 2011. Bidden bij de buren. Daarin staan 10 bedevaartswandelingen beschreven naar plaatsen net over de grens: Banneux, Kevelaer en zo.”
van Uitgeverij TIC. Hij schreef met het nu onlangs verschenen Gulpener Heuvellandroutes al zijn derde wandelgids. “Eerst kwam er Wandelend genieten in Valkenburg aan de Geul, mijn geboorteplaats. Daar moest ik over schrijven, ook al omdat het zoveel toeristen trekt die graag ook de omgeving verkennen. Daarna volgde de Gulpener caféroutes en nu het derde. Inderdaad ben ik heel intensief met het wandelen bezig. Niet alleen omdat wij het zelf leuk vinden, maar ook omdat we merken dat de mensen de boekjes zo leuk vinden. Overal komen we enthousiaste wandelaars tegen met een exemplaar in de hand. En ze reageren altijd zo leuk. En de combinatie met Gulpener ligt erg voor de hand. De brouwerij doet er van alles aan om duurzaamheid te promoten. Ze planten bossen om de CO2 uitstoot te compenseren, ze verbouwen de hop en de gerst in de eigen streek en werken aan alles mee als het erom gaat niet alleen nu, maar ook in de toekomst een vaste waarde voor mens en natuur te kunnen zijn. En de betrokken café’s zetten de deuren wagenwijd open voor wandelaars. Dat is lang niet overal zo.” Link
Thema’s
Deze combinatie van iets leuks met iets nuttigs resulteerde ook in een aantal mooie thema-wandelgidsen. Zo is er Op zoek naar Das, Maretak en Vliegenorchis, een wandelgids door de natuur van Olaf op den Kamp, die je als het ware aan de hand neemt door de natuur en je laat ontdekken waar welke unieke planten staan. Want Limburg telt nogal wat unieke flora en fauna. Maar ook de wandelgids In de voetsporen van de Bokkenrijders en Kasteelwandelingen in Zuid-Limburg combineren het mooie wandelen en het opdoen van nieuwe historische kennis. Cultuur
Een geval apart is de wandelgids van Colla Bemelmans en Jo Wierts, een wandelduo dat het voornamelijk in Nuth en omstreken zoekt. “We hadden daarbij de combinatie van cultuur en natuur in gedachten. Want Nuth is, zonder dat de meeste mensen dat weten, de gehuchtenrijkste gemeente van Nederland. En menig gehucht staat op de monumentenlijst. Het fraaiste van dit alles is dat er zoveel cultuur is op te doen: spreuken, gedichten, schrijvers die er woonden, tradities die er in stand worden gehouden. Fantastisch toch.” Duurzaamheid
Jo Knubben is de veelschrijver in de reeks
Uitgeverij TIC geeft boeken uit die een link met Limburg hebben. Dat zijn romans, gedichtenbundels, kunstboeken, geschiedenisboeken, kinderboeken, prentenboeken en vooral ook kookboeken. Met name de boeken van het kookduo Wil en Netty Engels-Geurts spannen daarbij de kroon. Limburg op z’n lekkerst en Vlaai en ander Limburgs gebak zijn eversellers en als het duo langs de Limburgse boekhandels trekt om demonstraties te geven dan is er altijd veel belangstelling. Daarnaast verzorgt Uitgeverij TIC de boeken van de Stichting LiLiLi, die boeken in het Limburgs maakt. “Toen Yvonne Cox met het idee voor haar wandelgids kwam, zijn we heel wat van die routes gaan lopen,” zegt Luiz Oliveira van Uitgeverij TIC. “We kwamen vaak in een geheel onbekend maar o zo mooi landschap terecht en voordat we het wisten hadden we alle wandelingen gelopen. Natuurlijk kun je elke wandeling herhalen, maar het blijft leuk als je toch weer even iets anders te zien krijgt en wat andere informatie over de dingen die tegenkomt.” En dus begon Uitgeverij aan de reeks, waarin zelfs wandelgidsen over de Voerstreek, de streek rondom het Drielandenpunt en Maastricht en omgeving verschenen. “De wandelgidsen zijn een essentieel onderdeel van de uitgeverij geworden. Natuurlijk geven we graag filo-
sofische en historische boeken uit, romans en biografieën, maar de wandelgidsen en de kookboeken zijn er niet alleen voor de lezers, maar vooral ook voor de gebruikers, die er heel concrete informatie uit halen.” Tot nu toe is er sprake van een concentratie aan wandelingen in Zuid-Limburg, maar daar komt verandering in. “Yvonne Cox is bezig met een gids over MiddenLimburg. Want ook daar is het heel mooi wandelen en zeker niet minder Bourgondisch. En we houden ons nadrukkelijk aanbevolen voor makers van wandelgidsen uit andere delen van de provincie.” Op 25 maart is het nieuwe boekje Gulpener Heuvellandroutes gepresenteerd aan een trotse Jo Knubben tijdens een zeer gezellige bijeenkomst in het Bierhuys in Gulpen. “Zo leveren we onze bijdrage aan een gezonde én nuttig bestede vrije tijd, zodat we met recht kunnen blijven spreken van Bourgondisch wandelen,” meent Jo Knubben. Titel: Gulpener Heuvellandroutes Ondertitel: 14 Bourgondische rondwandelingen door Zuid-Limburg & de Voerstreek Auteur: Jo Knubben ISBN: 978-90-78407-78-2 Prijs: 10,90 Verkrijgbaar in alle boekhandels, VVV, ANWB
Mini-Tefaf voor Sociëté St. Gerlach Op de dag dat in Maastricht kunstliefhebbers uit de hele wereld de pre-opening van de Tefaf bijwoonden, konden de leden van de Euregionale netwerkorganisatie Sociëté St. Gerlach genieten van een mini-Tefaf in het Belgische Maaseik. De collectie in het John Selbach-museum, mag gerust een mini-Tefaf genoemd worden. Het museum herbergt meer dan 700 schilderijen uit de 16e, 17e, 18e en 19e eeuw. De bijna 90-jarige Selbach gaf de leden van de netwerkclub persoonlijk uitleg over zijn enorme collectie die hij gedurende zijn leven heeft verzameld. Samen met de collectie antieke poppen van zijn partner Corinne beslaat de collectie drie etages van het voormalige Ursulinenklooster in Maaseik. De eerste verdieping bevat werken uit de zestiende tot achttiende eeuw terwijl de tweede volledig is bestemd voor de negentiende eeuw. Deze laatste periode is het best vertegenwoordigd. De nadruk ligt op de Lage Landen: Nederland en België. De kern van de schilderijencollectie wordt gevormd door vertegenwoordigers van de negentiende-eeuwse academiën uit Amsterdam, Den Haag en Antwerpen. Onder meer schilderijen van de leerlingen
van Andreas Schelfhout, werk van Jozef Israels, Cornelis Springer, Mesdag en uit het atelier van Frans Hals hangen in de enorme ruimtes van het oud klooster. De tweede kerncollectie die de volledige derde verdieping van het gebouw in beslag neemt, is het poppen- en speelgoedmuseum van gastvrouw Corinne. Het bevat ruim vierhonderd antieke poppen waarvan de vroegste dateren uit de late achttiende eeuw en de meest recente uit begin twintigste eeuw. Alle bekende fabrikanten uit de negentiende-eeuwse Duitse en Franse taalgebieden zijn vertegenwoordigd met namen als Jumeau, Bru, Gaultier, Armand Marseille, Kestner en Simon & Halbig. De enorme kunstcollectie van John Selbach is inmiddels ondergebracht in een stichting die door de stad Maaseik wordt beheerd. Afgesproken is dat de collectie in Maaseik blijft en nooit verkocht zal worden. De gemeente heeft die toezegging gedaan. Maaseik is vooral blij met de nieuwe bestemming van het Ursulinenklooster en de fraaie collecties schilderijen en poppen.
John Selbach vertelt de leden van Societe St. Gerlach over zijn kunstcollectie.
Wat is de Stichting Sociëté St. Gerlach? Sociëté St. Gerlach is een exclusief en persoonsgebonden Euregionaal business-to-business platform dat er naar streeft om de uitwisseling van kennis, kunde en kontakten te bevorderen. Lidmaatschap van de Sociëté is voorbehouden aan directies en management van organisaties in de Euregio Maas-Rijn. Motto van de Sociëté St. Gerlach is: ‘congredere cum congruentibus’ - ‘ontmoet bewust of onbewust de juiste mensen’. De Sociëté St. Gerlach biedt haar leden jaarlijks een achttal kwalitatief hoogwaardige relatie & marketing events aan binnen de Euregio met de focus op: business, politiek, sport en cultuur. De basis van iedere activiteit wordt gevormd door een ontmoeting op niveau waarbij ook de culinaire aspecten niet worden vergeten!. Château St. Gerlach te Valkenburg aan de Geul is de thuisbasis van de Sociëté. Alle activiteiten starten en eindigen hier. Maar doel van de Sociëté is vooral om de Euregio Maas-Rijn te zien, te voelen en te proeven! Daarom vinden de Euregio Business Meetings bij voorkeur plaats op nader te bepalen locaties binnen de Euregio.
societyâ&#x20AC;&#x201A; 77
april 2011
ZUID borrel In het Elsmuseum in Beek werd vorige week de eerste ZUID-borrel gehouden. Vier keer per jaar ontmoeten ondernemers uit Limburg elkaar tijdens deze bijeenkomst. 24 bedrijven uit de regio zijn partner van de ZUID-borrel. De netwerkbijeenkomst is een initiatief van Creditz Marketing en Communicatie in samenwerking met opinieblad ZUID. Gastspreker tijdens de eerste editie was Pinkpopbaas Jan Smeets. Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s Jean-Pierre Geussens
Harry Hertog en Helga Loop
Stan Keulers en Maurice Ubags
Johan Derrez, Danny Kessels, Roger Raven en Peter Eberson
Ralph Hendriks en Roy Eggen Josette de Koning, Jos Mostard en Angela Kurvers
Partners van de
ww w.mhroadstyling.nl
78â&#x20AC;&#x201A; society
april 2011
Janice Gehlen, Monique Spee en Nancy Pustjens
Jan Smeets
Escada en Hans Kerckhoffs
Kevin Hendriks en Nicole van Wijk
Margo Frissen, Cyrille Mertens en Ralf Maassen
Nicole Dols, Â Michael Hamers en Renate van de Vleut
Guido Wintjens, Nicole Willems en Laszlo Graven
Partners van de
marketing & communicatie
logo ivengi
gebruiken indien pay-off niet leesbaar is
Een ‘naam’ krijg je niet zomaar… Je moet er wel wat voor doen. Aan een ‘naam’ moet je bouwen.
Sinds haar oprichting investeert Limbourg & Partners in haar re-
Vraag het maar aan de befaamde pianobouwer Steinway & Sons.
putatie als dé specialist in executive search, interim management
Sinds 1873 bouwt dit merk aan zijn nagenoeg smetteloze imago.
en detachering in de Euregio. Wat dat betreft hebben ze inmiddels een naam hoog te houden. Integriteit, passie voor het vak en een
Ambachtelijk vakwerk, het gebruik van de edelste houtsoorten en
grenzeloze interesse in mensen zijn de kernwaarden die ze hierbij
de beste aflakmethoden zorgen ervoor dat elke piano zijn eigen
hanteren.
‘persoonlijkheid’ krijgt. Een vleugel van Steinway & Sons is niet voor niets het favoriete instrument van de wereldtop in concert-
‘A match made by Limbourg’ staat garant voor kwaliteit! Kijk maar
pianisten.
naar de talrijke bedrijven en instellingen die inmiddels; topmanagers, aanstormend talent of interim specialisten via Limbourg &
Limbourg & Partners bestaat ‘sedert’ 1993. Nog niet lang genoeg om
Partners aangetrokken hebben.
net zo stevig in de samenleving verankerd te zijn als voornoemde pianobouwer. Maar toch…
L E A D I N G
E X E C U T I V E S
•
Y O U N G
E X E C U T I V E S
www.limbourg.eu
•
P R O J E C T
P R O F E S S I O N A L S
Sander van der Sluis, creatief ondernemer
“Ideeën worden hier als vanzelf geboren.”