ZUID Maart 2014

Page 1

Geerd Simonis

De man achter ©-mill

Bas Schoonderwoerd

Cock Aquarius

Theaterdirecteur

Vrouw aan de top

SPEC

ILA

ONAFHANKELIJK OPINIEBLAD

JAARGANG 5 • NR 21

Thema ad Parkst rg Limbu

De mens achter Riet de Wit

MAART/APRIL 2014

• ZUIDMAGAZINE.NL


wiertz.com

Kennis maken met ons enthousiaste team?

Sterk in werk


INHOUD MAART/APRIL 2014

26

THEMA PARKSTAD LIMBURG 9 Riet de Wit stapt uit het licht van de schijnwerpers

45

16 Parkstad Limburg Theater Heerlen is parel aan Limburg cultuurkroon

30

34 Geerd Simonis: ‘In Parkstad mag je fouten maken’ 46 Natuurbegraafplaats in Parkstad opent in het najaar

EN OOK 24 Essay Govert Derix 27 Boekrecensie 30 Cock Aquarius, vrouw aan de top

53

42 Arm en participerend, wat nu? 50 Onderwijs en bedrijfsleven moeten het zelf doen.

16 34

COLUMNS

54 Tweede Kiwanis En Route

7 Pedro Rademacher

57 Special The Happy User

21 Jean-Paul Toonen

64 Hub Steinbusch, speurder en bedrijvendokter in één

26 Fons Mulders 39 Mark van de Laar

68 Netwerken

45 Harm Wiertz 49 Gerrie Coerts

27

53 Wim Weijnen 56 Marco Soeters 66 Thea Coolen en Margo de Kock 67 Pim Steerneman

MRT/APR ‘14

3


– A DV E R T E N T I E –

VERUIT MARKTLEIDER IN MKB-NIEUWS ÉN DE MEESTE LEZERS WijLimburg is marktleider in Limburg met bedrijfsnieuws. Onze lezers zijn ondernemers. En natuurlijk staffunctionarissen in bedrijven, van de personeelschef tot de inkoper, van de financieel specialisten tot technici. Ook hebben we veel juristen, accountants en bankiers als abonnee en lezer. WijLimburg telt maandelijks meer dan 200.000 bezoeken aan de site en 80.000 tot 90.000 unieke bezoekers. WijLimburg is een interessant communicatiemedium voor B2B maar door onze scherp gedefinieerde doelgroep - veelal in de midden en hoogste inkomensklasses - ook interessant voor de bovenkant van de B2C. Denk aan kleding, golfattributen, restaurants, auto’s, elektronica(gadgets), badkamers, en meer. Adverteren op WijLimburg biedt U allerlei mogelijkheden tegen aantrekkelijke prijzen, ex. btw, zonder opmaakkosten en dergelijke. Overigens, we maken een kant-en-klare advertentie vanaf € 75,-. Mail ons: verkoop@wijlimburg.nl of bel onze commerciële man: Ruud Ruijl, 06-24675764


EDITORIAL

VOOR BESLISSEND LIMBURG

Uitgever ZUID MAGAZINE Wim Duisenbergplantsoen 31 6221 SE Maastricht Tel. 043 2010643

Laboratorium Parkstad

info@zuidmagazine.com Hoofdredacteur/directeur Johan Derrez | 06 53832849 johanderrez@zuidmagazine.com Eindredactie Marco Soeters Redactie Gerrie Coerts, Govert Derix, Johan Derrez, Loek Kusiak,

P

arkstad staat vol van de contrasten en uitersten. Zoals we weten staat de regio al heel wat jaren onder druk. De sterke vergrijzing en ontgroening, het gemiddeld laag opleidingsniveau, het zit allemaal niet mee.

Angèl Nijskens, Pedro Rademacher, Ton Reijnaerts, Gwen Teo, Jean-Paul Toonen, Wim Weijnen Fotografie Rein Bollen, Jean-Pierre Geusens, Alf Mertens Cover Jean-Pierre Geusens Vormgeving Claudia Ritzen Advertentie-acquisitie Randal Essers | 06 50298807 Oplage 10.000 exemplaren. ZUID wordt zes keer per jaar gratis aan alle decisionmakers in

En toch gebeurt het juist in Parkstad: het grootste indoor wintersportresort van Europa, de grootste woonboulevard van Europa en een dierentuin die de ene na de andere award in de wacht sleept. In Parkstad vindt elke vier jaar het belangrijkste internationale festival voor de blaasmuziek plaats, maar ook het langstlopende jaarlijks terugkerende popfestival ter wereld. Limburg telt slechts één plek waar Ajax, PSV, ­Feyenoord en andere profclubs voetballen (laten we hopen dat daar geen verandering in komt). Juist ja, in Parkstad. Zo kan ik nog even doorgaan.

Wat is nou de succesfactor van Parkstad? Zit het bij de mensen? Ik denk het wel. Komt het dan door hun mentaliteit of juist hun creativiteit? Parkstad mag als het leukste laboratorium van West-Europa worden gezien, waar collectiviteit en de connectiviteit heel sterk is, dat zegt de Heerlense ondernemer Geerd Simonis erover. Parkstad kent vele kleinere innovatieve bedrijven, waar creatieve ondernemers aan unieke juweeltjes werken. Vaak in alle bescheidenheid. Dus Parkstad, toon de rest van ­Limburg ook eens uw kleine parels en pronk ermee! Maak in deze ZUID verder ook kennis met een aantal nieuwe columnisten, waaronder LWV-directeur Wim Weijnen. Johan Derrez Hoofdredacteur

Limburg verstuurd. Het volgende nummer verschijnt in mei 2014. Auteursrechten Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van ZUID MAGAZINE gepubliceerd, openbaar gemaakt of verveelvoudigd worden.

MRT/APR ‘14

5


– A DV E R T E N T I E –

Zorgcentra

Verzorgd Wonen

Thuiszorg

GEFELICITEERD!

O

Z

Sevagram is trots, omdat zij als eerste zorgorganisatie in Limburg dit felbegeerde label voor drie locaties bezit. Dit label is een internationale erkenning voor uitstekende mensgerichte zorg. Het is onze eerste stap op weg naar de labeling van alle 20 Sevagramlocaties en onze thuiszorgorganisatie in 2017.

RG

G

De zorgcentra De Hollehof en Piushof (Heerlen) én Valkenheim (Valkenburg) hebben op 15 januari 2014 het Planetree-label behaald en dit op 13 maart 2014 in ontvangst mogen nemen tijdens het Planeree-congres in Nieuwegein.

MET BEZI

I EL

Trudie Severens en Pim Steerneman, Raad van Bestuur

WW W.SE VA G R A M.NL 0900 777 4 777

N


COLUMN

Profvoetbalarme provincie

PEDRO RADEMACHER

H

et zou zo maar kunnen: Roda JC degradeert uit de ­Eredivisie. Tegelijkertijd slagen de overige Limburgse clubs er niet in om te promoveren naar de ­Eredivisie. Dan gaan we voor het eerst sinds de oprichting van de Eredivisie in 1956 een nieuw voetbalseizoen tegemoet zonder Limburgse clubs. Dat is op zich geen ramp. Het wordt desalniettemin gewoon weer zomer, de zon komt op, de zon gaat onder. En na de zomer gaat er gewoon weer een nieuw voetbalseizoen van start met achttien clubs, met op zondagavond vanaf 19.00 uur de gebruikelijke samenvattingen bij Studio Sport. ­Business as usual. Natuurlijk, verliezen hoort net zo bij sport als gelijkspelen en winnen. En verlies hoor je uiterst sportief te dragen. Wie niet verliezen kan, heeft in de sport helemaal niets te zoeken. Maar een beetje wennen wordt het wel. ­Zonder clubs in de E ­ redivisie wordt Limburg ineens net zo’n ­profvoetbalarme provincie als Zeeland of Drenthe. Dat is even slikken. En als dat een gevolg zou zijn van een beresterke competitie, waarin de concurrentie moordend is, dan was het nog wat makkelijker te dragen. Maar laten we heel eerlijk zijn: de ­Nederlandse competitie stelt ­internationaal gezien bitter weinig voor. En wat zegt dat dan over het ­niveau van de Limburgse profclubs? Dat geeft te denken. Stel dat Roda JC degradeert, hoe gaat de club daar dan volgend seizoen mee om? De moderne voetbalcultuur een beetje kennende gaat die club met

MRT/APR ‘14

“­Voetballers moet je ­opleiden”

alle beperkte middelen alles op alles zetten om zo snel mogelijk weer terug in de Eredivisie te komen. Want daar is nog een beetje geld te verdienen. En dus komt er wellicht weer een nieuwe trainer, ze trekken weer een blik spotgoedkope Afrikanen open en halen wat nog net betaalbare B-sterren uit Oost-Europa. Soms werkt dat, maar heel vaak werkt dat ook niet. Kijk maar naar het zieltogende bestaan van Fortuna Sittard, VVV en MVV. Die willen niets liever dan terugkeren in de Eredivisie. Maar tussen willen en kunnen gaapt een grote leegte. Mogelijk gaat Roda JC net zo’n zieltogend bestaan tegemoet. FC Emmen uit, altijd lastig. Als alle Limburgse profclubs straks maar lang genoeg aanmodderen in de middenmoot van de ‘Jupiler League’ (ik krijg die naam maar met moeite over mijn lippen…), dan gaat er misschien op termijn eindelijk iets veranderen. Als het grote geld om snelle successen te kopen ontbreekt, zal er domweg uit een ander vaatje getapt moeten worden. Voetballers worden niet geboren in een wieg. Voetballers moet je opleiden. Techniek kun je van jongs af aan leren, tactiek kun je van jongs af aan instuderen. En als je in die jeugdopleiding maar lang genoeg alle ziel en zaligheid legt, dan werpt dat vroeg of laat zijn vruchten af. Dat klinkt simpel en voor de hand liggend. Maar juist het gebrek aan goede jeugdopleidingen heeft het Nederlandse en dus ook het ­Limburgse voetbal gedevalueerd. Wie geen jeugd heeft, heeft ook geen toekomst. En zonder eigen jeugd ­bouwen clubs op los zand, dat ze elke zomer opnieuw bij elkaar moeten ­kopen, in de ijdele hoop op snel succes. Maar op los zand kun je alleen luchtkastelen bouwen.

7


Riet en Jan de Wit


THEMA PARKSTAD

Riet de Wit stapt uit het licht van de schijnwerpers “Mensen kunnen altijd een beroep op mij blijven doen” DOOR TON REIJNAERTS BEELD JEAN PIERRE GEUSENS

M

et jongens van Jan de Witt worden flinke mensen bedoeld; mensen op wie je kunt bouwen en die de handen uit de mouwen steken. Dat geldt ook voor Jan en Riet de Wit. De bevlogen volksvertegenwoordigers maakten de Socialistische Partij in Heerlen groot. Zesendertig jaar lang voerde een De Wit in Heerlen de SP aan. Daar is nu een einde aan ­gekomen. Het echtpaar gaat het privéleven wat meer omarmen. Een mooi moment voor een diepte-interview met Riet de Wit-Romans, boegbeeld van de SP Heerlen, maar óók de stad Heerlen.

In een wereld die steeds sneller verandert en waarin iedereen wanhopig probeert om mee te doen vallen authentieke personen op. Ze zeggen wat ze denken zonder rekening te houden met wat wenselijk is. Niet om te shockeren, maar gewoon omdat ze dat vinden. Riet de Wit (65) zorgt al ruim veertig jaar voor ‘reuring’. Als volksvertegenwoordiger en sinds 2002 ook als wethouder. MRT/APR ‘14

Een goede politica, en die schuren. Je mag best kritiek op Riet de Wit hebben – was soms ook nodig – als je maar niet vergeet om haar ook te koesteren en te eren. Want de vrouw die weet dat je geen toekomst hebt zonder verleden heeft de stad die diep in haar hart zit, ontegenzeggelijk vooruit geholpen.

“Bij ons thuis ­stonden ook ­altijd de collectebussen voor de missie”

‘Rietje’ Romans, telg uit een zevenkoppig gezin (“Ik heb vier jongere broers”) werd 10 mei 1948 in Treebeek geboren. Vader Guillaume (roepnaam “Giel’) werkte als beambte bij de staatsmijn Emma. Haar ouders stammen beide uit een grote Limburgse boerenfamilie. Als telg van een familie van boeren en middenstanders groeide ‘Rietje’ op in de katholieke zuil. Vader Giel was lid van de KVP. Haar broers waren misdienaar en thuis lagen de priesterboekjes op tafel. “Mijn vader was een gelovige man, maar wél van de stroming die solidariteit belangrijk vond. Solidariteit, niet opscheppen en je goed gedragen tegen andere mensen. Bij ons thuis stonden ook altijd de collectebussen voor de missie.”

Wat was de ‘trigger om politiek actief te worden? “Eind jaren zestig volgde ik de sociale academie in Sittard. Daar ben ik mij gaan interesseren voor de internationale politiek. Het was de tijd van de oorlog in Vietnam, de generaalsregimes in Chili en Griekenland, de studenten­ opstanden, de generatieconflicten, het afwerpen van de burgerlijkheid. Tijdens mijn derde jaar ging ik stage­­lopen in een oude textielbuurt in ­Tilburg. Die wijk lag helemaal op z’n gat. De werkeloosheid was heel erg hoog, het onderhoud van de gemeentelijke woningen, was heel erg slecht. Dat was voor mij hét moment!” 9


Wie was eerder politiek actief? Jan of jij? “We zijn eigenlijk samen in de poli­ tiek gegaan. Ik ging in het dorp ­Zevenbergen stage jeugd- en jongerenwerk doen. Jan, die net was afgestudeerd, was daar al jaren vrijwilliger. We hebben samen de vredesweek in oktober georganiseerd. Daarna zijn we ons gaan bezinnen. Wat vinden we van politiek? Wat willen we daar eigenlijk mee? We waren bewust bezig met de buitenwereld, zoals dat heet.” Gedeelde idealen en ook liefde op het eerst gezicht “Nou, we kregen wel discussie met elkaar, maar we waren niet echt elkaar types, zou je kunnen zeggen. Althans op het eerst gezicht, als je naar het uiterlijk keek. Ik was meer hippieachtig, Jan een keurige man in driedelig pak.” Glimlachend: “Dat is toch al snel goed gekomen, na een aantal maanden.” En ook zo gebleven Trots: “Onze kinderen, Joris (39), Emmie (36) en Mieke (31), maar óók hun partners zijn allemaal bioloog en wetenschapper. ‘Een nest van biologen, hoe komen we daar aan’, zeggen Jan en ik wel eens gekscherend.” Jan is zoals jij opgegroeid in de katholieke zuil. Zijn vader was hoofd der lagere school in ­Zevenbergen, directeur van de handelsavondschool, voorzitter van de culturele vereniging en ­dirigent van het Gregoriaanse koor in het dorp. Hoe beland je dan bij de SP? “We zijn eerst lid geworden van de studentenbond, één van de voorlopers van de SP. We waren geïnteresseerd in de economische analyse van Karl Marx. Hoe zit het kapitalisme in elkaar, wat betekent dat voor een door winst gedreven maatschappij. Maar ook de strijd van de arbeidsklasse, waarin we allebei ­totaal niet waren opgegroeid interesseerde ons heel erg. We lazen thuis boeken over onderzoeken in de Tweede Kamer over de textielindustrie, de porselein­industrie, de Sphinx, de mijnen. In 1972 werd de SP opgericht en vlak daarna zijn we lid geworden. We woonden toen al in Heerlen. Jan had een baan verworven bij 10

­ ormingsinstituut Inpoet in H v ­ eerlen en ik bij ­buurthuis St. Mathias in ­Maastricht. Vanuit onze flat op de Vossenkuil in Heerlen zijn we allerlei activiteiten gaan organiseren in de stad, met name in de oude ­mijnwerkersbuurten.” Mijnbuurten en oud-mijnwerkers vormen de bakermat van de SP in Heerlen, wat staat je uit die ­periode op het netvlies gebrand? “Onze allereerste acties waren in ­Beersdal, de Husken en De Rennemig. Het was de periode na de mijnsluiting, je zag de ellende in de mijnwerkers­ gezinnen. De mijnwerkershuizen waren nog eigendom van de OGON. Wij hielden acties tegen de huurverhogingen, het slechte onderhoud, het niet vergoeden van mijnschade. In de eerste actiecomités’s zaten vooral vrouwen. Mannen hadden nog steeds die ­hiërarchische band met de mijn, leek het wél. Hun vrouwen zaten met de ­ellende thuis. Die wilden wel in opstand komen. In de Rennemig waren de oude mijnwerkerswoningen helemaal verzakt. We hadden van alles gedaan: handtekeningacties brieven gestuurd, naar de OGON toe gegaan, maar die bewoog niet. Toen zei een vrouw: ‘Hebben we nu alles gedaan wat we kunnen doen?’ Toen zei Jan, die weer terug in de advocatuur was gegaan: ‘Het enige dat we nog kunnen proberen is om gelijk te krijgen bij de rechter.’ Jan heeft toen een hele procedure gevoerd voor die vrouw. Ze was ook de enige die durfde.” Wat was de uitkomst? “Op een bepaald moment zei de rechter: ‘Als het echt zo erg is als u schetst mevrouw dan wil ik wel komen kijken.’ “Ik weet zelfs nog de naam van die kantonrechter en ik ben slecht in namen, Van Meer heette die. Het huis blonk als een spiegel, zoals dat gebruikelijk was in die tijd. De bewoonster liet ons in het hele huis de scheuren zien. Toen we aansluitend aan de huiskamertafel zaten zei de vrouw: ‘Het zijn niet alleen scheuren, maar het hele huis is scheef getrokken. Ik zal het u laten zien. Ze pakte een glas water en zette het voor de rechter op tafel. Aan het water kon je zien hoe scheef het huis stond. ‘Oh’, zei de kanton­rechter: ‘Is dit vanzelf gebeurd?’

Jan en Riet, gedeelde idealen

‘Ja’, zei de vrouw. ‘Nou als het vanzelf scheef is getrokken, zal het waarschijnlijk ook weer vanzelf weer recht trekken’, zei de rechter.” Verontwaardigd: “Dat is hoe er toen gedacht werd, het illustreert ook de enorme standverschillen in die tijd.” Mouwen opstropen en er tegenaan. Knokken tegen standverschillen, tussen onderscheid in geloof en cultuur. Tegen MRT/APR ‘14


calvinistische zuinigheid, zuur en rancune. Opkomen voor gemeenschap en solidariteit. De SP in Heerlen groeit als kool. Jan de Wit wordt in 1995 lijsttrekker van de SP voor de Eerste Kamer, Riet werd zijn opvolger. De partij rukt verder op. En dan transformeert de SP van pure actiepartij in een bestuurderspartij, die de actie niet schuwt. ‘Rode Riet’ wordt een pragmatische bestuurder, volgens criticasters zelfs een liberaal met regenteske trekken. “Nee, dat zie ik zelf helemaal niet zo! Dat heeft veel meer te maken met wat je moet doen op een bepaald moment. Heerlen is uitgeroepen tot de sociaalste stad van Nederland. Daar ben MRT/APR ‘14

“Mensen zijn vaak bereid ­zover te gaan dat de stad er schade door leidt” ik heel trots op. Dat is uit het beleidsterrein van Peter van Zutphen, mijn ­SP-collega-wethouder Sociale ­Zaken, en mij (Arbeidsmarktbeleid red.) samen. Dus ik denk niet dat de SP of ik veranderd zijn. Maar een stad moet

ook vooruit kunnen. Daar kun je misschien wat minder je SP-hart in kwijt. Maar je kunt er ook niet voor weglopen, als SP-wethouder. Het orgaan van de gemeente is ook de raad en niet het college alleen. Als de meerderheid van de raad een democratisch besluit neemt moet je óf uitvoeren óf opstappen. Dat is de enige keuze die je hebt.” Als wethouder sta je heel erg in de belangstelling, mensen kijken anders naar je, lezen je gedrag, denken van alles op je te kunnen projecteren. Heeft dat iets met jou gedaan? Heeft je dat veranderd als mens? 11


“Ik voel me nog steeds het beste als ik handtekeningen tegen de ­bezuinigingen in de thuiszorg ophaal in de stad. Omdat ik denk dat het ­ontzettend belangrijk is voor onze stad en voor iedereen die daar op ­aangewezen is.” De omgangsvormen in de raad zijn sterk veranderd “Het lijkt wel alsof het geheugen van de raad, ook over haar eigen besluiten, in het digitale tijdperk erg achteruit gaat. Dat vind ik erg. In een stad als Heerlen moet je met elkaar één lijn kiezen en daaraan vasthouden.” Moeilijk met zoveel partijen “Ja, temeer het vaak one issue partijen zijn, die niet altijd een samenhangende visie hebben op de ontwikkelingen en de mensen in de stad. Mensen zijn vaak bereid zover te gaan dat de stad er schade door leidt. Een project als het mijnwater dat een wereldnaam heeft als het gaat om duurzame energie wordt hier in de eigen stad dan in een slecht daglicht gezet.” Als je in de achteruitkijkspiegel kijkt, wat zie je dan? “Dat we enorme vooruitgang hebben geboekt. In 2002 werd ik met ­doodsangst in het hart wethouder verslavingszorg. De situatie in de stad was vreselijk. De neergang heel erg groot. Mensen trokken massaal weg uit het centrum vanwege de drugproblematiek. Wat je in het centrum zag, zag je ook in sommige wijken, mensen leefden daar als dieren. Als een stad zijn problemen niet aankan, wil niemand erin investeren. Dat is veranderd, er wordt weer geïnvesteerd in Heerlen, er zijn weer beleggers die actief willen worden in het centrum. En als je kijkt naar ons arbeidsmarktbeleid zijn wij top in het land. De werkgelegenheid in Heerlen is van 2005 tot 2013 alleen maar gegroeid. Als je Heerlen

vergelijkt met steden van dezelfde omvang, 80.000-100.000 inwoners, dan scoren wij heel hoog gemiddeld. Dan hebben wij afgezet tegen onze beroepsbevolking relatief veel arbeidsplaatsen. Het probleem is dat zeventig procent van de mensen in de bijstand en meer dan vijftig procent van de mensen in de werkeloosheid niet zomaar aan het werk kunnen. Die missen een nood­zakelijke startkwalificatie. Daar investeren we dus in. En onze aanpak als het gaat om kwetsbare jongeren is één van de beste in heel Nederland. We hebben een groot en baanbrekend werkgelegenheidsproject in de stad, met 480 arbeidsplaatsen. Maatschappelijk zinvol werk en een opstap naar écht werk.” Het is dus een groot misverstand dat Heerlen economisch zwak is? “De economie is nog niet sterk genoeg, maar we zijn op de goede weg. Je kunt het zelfs aflezen aan de cijfers: ‘Teruggang onder de crisis in 2013.’ In ­Limburg 2,3 procent. In Parkstad 3 procent en in Heerlen 1 procent. Dat Heerlen in de jaren negentig twee grote bedrijventerreinen heeft ontwikkeld, Avantis en Trilandis, waar nog veel leegstand is, geeft ten onrechte een beeld dat het slecht gaat met de ­werkgelegenheid.” In 1994 stemde je als raadslid ­tegen Avantis, nu ben je als ­wethouder mededirecteur “Ik geloofde niet in de onderbouwing Europese hoofdkantoren van hightech bedrijven, Heerlen had daarmee geen enkele aansluiting. Om de impasse te doorbreken hebben we het veel te ingewikkelde bestemmingsplan aangepast en de samenwerking met Aken versterkt. Dat betekent dat mijn Akense college en ik nu beide directeur van Avantis zijn. Volgens Nederlandse ­opvattingen kan dat niet. Maar het helpt wél!” Het heeft ertoe geleid dat twee eerste bedrijven zich afgelopen

“Heerlen is uitgeroepen tot de sociaalste stad van Nederland. Daar ben ik heel trots op” 12

jaar hebben gevestigd. En een derde volgt binnenkort.” Hoe moeten we het Maankwartier zien? Volgens critici een mega­ lomaan geldverslindend project. “Wat wij willen is de Heerlenaar de trots teruggeven op z’n stad. Het centrumplan eind jaren tachtig haalde de laatste sfeer uit de stad. Wij waren als SP vreselijk tegen de sloop van de DSM-boerderij, de oude NOR en het oude arbeidsbureau, omdat het de identiteit uit de stad sloopte. Het Maankwartier moet identiteit terugbrengen in ons centrum. Onze roots zichtbaar maken ook. In het Maankwartier zitten de bouwstijlen van de mijngebouwen. Dat is de witte berg tegenover ons verleden van zwarte bergen. Er is een wat vreemd beeld ontstaan dat het Maankwartier een groot winkelcentrum wordt. De vulling is grotendeels wonen en een klein deel kantoren en winkels. En ook het beeld dat Heerlen al haar geld in het Maankwartier stopt, klopt simpelweg niet. We investeren 12 miljoen euro in het Maankwartier. Die zijn al in 2005 vastgelegd. De raad heeft daar toen unaniem mee ingestemd. En voor de rest is dat een totale private ontwikkeling, aangevuld met Rijks- en Europese subsidies. Zoals ook De Schinkel een totaal private ­ontwikkeling is. Het grote geld in Heerlen gaat naar de basisscholen, naar wijken als Meezenbroek en ­Hoensbroek. Omdat daar dringend wat moet gebeuren.” Je hebt topbedrijven en universiteiten weten te bewegen om te investeren in een lectoraat in Heerlen “Topmensen van APG en CBS gaven aan dat het moeilijk was hoger personeel aan te trekken in Heerlen, mede vanwege het slechte imago van de stad. Ik las vervolgens dat ze investeerden in een lectoraat in Maastricht. Dat is het begin van het denken geweest. Hoe breng je bedrijven die in dezelfde sector werkzaam zijn nu bij elkaar en hoe maak je dat dit naar een hoger plan voor de stad komt. Ik ben met hen gaan praten en heb aangegeven: ‘Je zegt dat het aan het imago van de stad ligt, maar waarom investeer je dan niet hier waar je bedrijvigheid zit in een MRT/APR ‘14


lectoraat?’ APG, CBS, UM en OU investeren er nu in, binnen een jaar worden er hier in Heerlen colleges gegeven. En er komen meerdere lectoraten. Er is een samenwerkingsverband ontstaan tussen zestien bedrijven, universiteiten en de overheid, en ook een bedrijf van buiten de regio, PinkRoccade heeft zich erbij aangesloten. Smart services (financiële en administratieve dienstverlening), duurzame energieprojecten, zorg en detailhandel geven Heerlen na de monocultuur weer toekomst.” Hoe gaat Heerlen in de toekomst verder zonder Riet de Wit? “De stad maakt haar eigen toekomst en is niet van mij afhankelijk. Je moet ook gewoon een verjonging k ­ rijgen in het

college. De besluiten gaan vaak over de toekomst. Het grootste gevaar is dat er alleen maar gepensioneerden in de politiek gaan, dat moet je niet willen. Het moet gewoon een goede mix van jong en oud zijn. Het is wel heel belangrijk in een stad in Heerlen om goed te blijven sturen en niet van de hak op de tak te springen.” Je hebt zóveel energie in Heerlen gestoken, laat je dit helemaal los nu? “In de politiek verbind je je voor vier jaar. Tussentijds afhaken vind ik niet netjes. En in mei word ik 66 jaar. Het vooruit helpen van een stad - met zoveel problemen tegelijk - is geen gemakkelijke klus, kost enorm veel energie. Ik wil even afstand nemen. Wat

meer tijd besteden aan onze ­kinderen en onze kleindochters van vijf en twee jaar. En aan mijn moeder van 91 jaar. Ik voel me altijd schuldig ­omdat ik te weinig tijd voor haar heb. En ook wat meer op vakantie. Met de tent rondtrekken en kamperen in de Franse Alpen, de Dolomieten, de Pyreneeën. Gewoon iets meer vrijheid en een rustiger leven. Daarna worden Jan en ik weer gewoon actief voor de SP, zoals we dat vroeger ook waren. De buurten in. De spreekuren. Mensen kunnen altijd een beroep op mij doen. Met een slik: “Mijn hart ligt bij de SP en de mensen van Heerlen, daar heb ik het voor gedaan! En niet voor iets anders.”

Opleiding: Sociale academie, sociaal cultureel werk. Sinds de oprichting van de SP H ­ eerlen in 1972 bestuurslid van de afdeling Heerlen. Vanaf 1974 raadslid in Heerlen. Sinds 2002 (met korte onderbreking) wethouder verslavingszorg, jeugd, milieu en wonen en sinds 2010 ­economie, onderwijs en werk, centrum Heerlen, centrum Passart en centrum Hoensbroek. Kreeg tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 ruim 8000 voorkeurstemmen. Riet en Jan de Wit hebben drie kinderen Joris (39), Emmie (36), Mieke (31) en twee ­kleindochters. Alle kinderen, alsook hun partners, zijn bioloog én wetenschapper. Joris de Wit en zijn gezin werken en wonen in Leuven. Dochter Emmie en haar man, beide viroloog, in Hamilton, Montana (VS). Dochter Mieke en haar man in het Zwitserse Lausanne.

MRT/APR ‘14

13


Mariken Koppen:

“Ik zocht een duizendpoot …. en Equipe vond hem”

A

ls u een snoepje in uw mond stopt is de kans groot dat de gelatine in het suikergoed afkomstig is van Rousselot uit het Brabantse Son en Breugel, de grootste producent van gelatines ter wereld. ­Rousselot maakt, net als Sonac (eiwitten, vetten en mineralen) en Ecoson (tweede generatie biobrandstoffen) onderdeel uit van Darling Ingredients International. Manager PR & C ­ ommunication Mariken Koppen liep zo’n half jaar geleden tegen een tijdelijke capaciteitsvraag aan en schakelde Equipe in. Een senior graag Mariken Koppen: “De medewerkers van de diverse onderdelen van ons bedrijf staan vaak op internationale beurzen. De PR & Communicatie ­afdeling regelt daar veel voor. Op enig moment moesten we binnen drie maanden zes beurzen organiseren plus twee ­persevenementen. Daarvoor was niet voldoende capaciteit in huis. Ik heb vervolgens contact opgenomen met Bas Thissen van Equipe en bij hem de vraag neergelegd of hij een geschikte interim manager kon leveren die ons uit de brand kon helpen.” Bas Thissen, partner bij Equipe vervolgt: “Mariken gaf aan dat ze voor drie maanden ondersteuning nodig had. Ze was op zoek naar een senior op HBO-plus niveau die niet alleen binnen een week moest snappen wat er in deze, nogal complexe, business speelde, maar die ook inzetbaar was op zowel marketing, PR als op evenementen. We zijn vervolgens met een aantal mensen van Equipe samen gaan zitten. Eerst hebben we een selectie gemaakt van de bij ons

14

bekende kandidaten op basis van harde competenties. Daarna hebben we gekeken welke personen ook de juiste zachte competenties in huis hadden. Met een aantal kandidaten zijn we in gesprek gegaan. Mariken heeft uiteindelijk vier cv’s van ons ontvangen.” “Daarvan heb ik twee kandidaten gesproken en gekozen voor Kim Gelissen,” zegt Mariken. “Ze is allround. Ze heeft zowel kennis van ­communicatie, marketing als van branding. Een ander sterk punt is dat ze ervaring heeft opgedaan bij zowel grote multinationals als bij het MKB. Kim bleek een duizendpoot te zijn.”

Kim Gelissen, Bas Thissen en Mariken Koppen

Draaiboek voor beurzen Kim Gelissen: “Mijn opdracht was om enerzijds deze beurzen te organiseren en anderzijds ervoor te zorgen dat ze ook strategische verkoopMRT/APR ‘14


voordelen eruit gingen halen. Ik ben daarom in gesprek gegaan met de salesmanagers. Samen hebben ze zoal gekeken naar welke producten op welke manier gepresenteerd moesten worden. Tegelijkertijd heb ik een compleet draaiboek gemaakt voor de toekomstige beurzen. Dat lag er namelijk nog niet.”

Waarom hebben jullie voor Equipe gekozen? Mariken: “Daar kan ik een duidelijk antwoord op geven. Ik moest snel schakelen en heb daarom gekeken binnen mijn eigen netwerk. Equipe kende ik al vanuit mijn vorige baan bij DSM. Ik heb goede ervaringen met dit bureau en ik wist dat zij de kwaliteit konden leveren die ik nodig had. Ze kijken tijdens de selectie

ook heel goed naar de soft skills die bij een kandidaat horen, en naar de cultuur van het bedrijf. Want al heeft een interim manager nog zo’n perfect profiel op basis van harde competenties, als deze niet uit de verf komen omdat hij of zij zich niet thuis voelt in de cultuur, schiet je er niks me op.” Bas: “Het beoordelen van dit soort zaken komt uitvoerig aan bod binnen de omgevingsanalyse. Die stellen we sowieso bij elke opdracht op.”

Maastricht 043 - 3299955 Eindhoven 040 - 2963688 Venlo 077 - 3030010

Meer dan tevreden Kim: “Het was een fantastische opdracht waar ik die drie maanden met veel plezier aan heb gewerkt.” “Ik wil nog graag zeggen dat ze de verwachting heeft overtroffen,” vertelt Mariken tot slot.

info@equipe-bv.nl www.equipe-bv.nl

– A DV E R T E N T I E –

ONZE WIJN IS MEER WAARD DAN U DENKT! Als wijnhandel versturen we jaarlijks heel wat cadeaupakketten wijn; relatiegeschenken, kerstcadeaus en individuele geschenken. Thiessen Wijnkoopers geeft vanaf nu een jaar lang van elke fles wijn die als cadeau wordt verkocht een kwartje aan Ronald McDonald Huis Maastricht. Mooi toch? WAT U KUNT DOEN? Heel simpel: geef zo veel mogelijk wijnen van Thiessen Wijnkoopers cadeau en steun daarmee Ronald McDonald Huis Maastricht. Maak uw medewerkers, zakenrelaties, vrienden, familie en zo veel mogelijk andere mensen blij met onze heerlijke wijnen en geef zo een cadeau met dubbele waarde. Dat smaakt nóg beter! THIESSEN WIJNKOOPERS Grote Gracht 18, Maastricht t 043-3251355 wijnhandel@thiessen.nl www.thiessen.nl WINKEL OPEN Ma 13.00 – 18.00 Di-Za 10.00-18.00 Zo 13.00-17.00


THEMA PARKSTAD

Parkstad Limburg

Theater Heerlen is parel aan Limburg cultuurkroon Voor Bas Schoonderwoerd is elke voorstelling een erezaak DOOR TON REIJNAERTS BEELD JEAN PIERRE GEUSENS

D

e Parkstad Limburg ­Theaters (PLT) in Heerlen en Kerkrade lokten in 2013 meer bezoekers dan ooit. 209.000 mensen bezochten vorig jaar een voorstelling, een stijging van 11 procent in vergelijking met 2012. Ondanks succes en groeipotentieel (“Als PLT zitten we nog steeds niet op het niveau dat past bij de vijfde stad van Nederland.”), gaat theaterdirecteur Bas Schoonderwoerd onverminderd óók voor een betere samenwerking in Limburg. Het was een heuse noviteit. In Heerlen werd in de rijke mijntijd de eerste ronde theaterzaal van Nederland gebouwd. De in 1961 geopende stadsschouwburg werd daarbij ook nog eens voorzien van het grootste podium van het land.

“Parkstad is uit z’n dal aan het komen” 16

Op de belangrijke nationale theaterplek etaleerden het Nationaal Ballet, de Nederlandse Operastichting en tal van topartiesten als Wim Sonneveld, wekenlang hun kunsten. Ook grote gezelschappen en orkesten waren kind aan huis en gebruikten de Heerlense schouwburg vaak als proeftuin voor premières. Het rijke theaterleven en de geschiedenis herleven sinds Theater Heerlen is gerevitaliseerd tot een ‘cultureel snoepje’. Zinnig en zindelijk. De sfeer, intimiteit en techniek is een voortdurende sensatie van de overtreffende trap voor artiesten én publiek. De grote zaal behoort anno heden weer tot de belangrijkste podia van Nederland. Met Carré ­Amsterdam, Luxor Rotterdam, Chassé Breda, Orpheus Apeldoorn en ­MartiniPlaza Groningen behoort Parkstad Limburg Theater Heerlen dan ook tot de zes grootste, vrij te produceren, zalen in Nederland. Het aantal stoelen (1057) in de grote (RABO) zaal van het PLT Heerlen, het grote podium gecombineerd met alle technische faciliteiten maken de grote




zaal voor producenten van alle vormen van podiumkunst bijzonder interessant. Zeker in combinatie met de geweldige ambiance en akoestiek. Het verklaart ook grotendeels waarom Heerlen het enige theater in Limburg is waar Joop van den Ende-producties te zien zijn. “Met minder stoelen kom je bij dergelijke dure producties anders nooit uit de kosten”, weet ­Schoonderwoerd. ­“Theater Heerlen doet overigens al zaken met Van den Ende vanaf het moment dat die zijn eerste grote musical produceerde. We zijn ook belangrijk geweest bij zijn doorbraak op Broadway, met de musical Cyrano, gebaseerd op de Franse legende Cyrano de Bergerac.” Niet alleen Van den Ende, maar heel veel producenten en theaterorganisaties en mensen hebben Theater Heerlen inmiddels omarmd, erkend als een heel goede zaal. Het zorgt voor een veelkleurig pallet van TOPKlassiek tot ­Schrittmacher Festival en van Joop van den Ende-producties tot live hiphop van The Opposites, die kort na hun optreden in Heerlen in Groningen de prestigieuze Popprijs wonnen. Dat The Opposites eerst in Heerlen op het ­podium stonden, zegt veel over de nationale status van Theater Heerlen alsook de innovatieve programmering.

Bas Schoonderwoerd

“De groei die Parkstad nu ­vertoont, is eigenlijk het ­inhalen van een achterstand die ze in het verleden heeft opgelopen”

Bas Schoonderwoerd, de theater­ directeur, die van elke voorstelling een erezaak maakt, vervult daarbij zelf een hoofdrol. Hij kan als weinig andere ­sensibiliseren, dynamiseren, en realiseren. De theaterdirecteur is ook een man om in te lijsten. No nonsense, beschaafd, bescheiden, zonder daarmee ook maar een grammetje aan uitstraling te verliezen. Zelfvertrouwen, optimisme en overtuiging, geloof in eigen kunnen, hij straalt het in hoge mate uit. Kan niet, kent Bas Schoonderwoerd dan ook niet. Hij stamt dan ook uit ­Haastrecht, een 4000 zielen tellend gehucht. Bij tegenwind komen daar de sterken naar voren. Zo bracht het polderdorp schaatskampioenen als Hein Vergeer en Leo Visser voort. Ook Schoonderwoerd heeft dat doorzettingsvermogen.

maken en nieuwe dingen bedenken. Die ontwikkelen ook werk. De man of vrouw die achter de lopende band staat, is ook heel erg belangrijk voor de economie, maar die ontwikkelt geen nieuw werk. Je moet dus vooral zorgen dat je mensen die nieuwe t­ oegevoegde waardes leveren aan je stad bindt. Richard Florida (The Rise of the Creative Class red.) heeft er uitgebreid onderzoek naar gedaan, dat je dan meer kans hebt om een vruchtbare, duurzame economie te creëren. Daarbij zijn die creatieve ­mensen doorgaans ook de kunst- en cultuurliefhebbers.”

Zoals ook het geloof dat een creatieve industrie wordt gevoed door podiumkunsten. “De kwaliteit van leven is in hoge mate bepalend voor de creatieve industrie, voor de mensen die business

In Parkstad en de Parkstad Limburg Theaters vond de grondlegger van de culturele lentegedachte een innovatief chassis. “Het actieve culturele leven in Parkstad is groter dan in welke

MRT/APR ‘14

stad dan ook in Limburg. Simpelweg omdat het met 250.000 inwoners ook de grootste stad is. Daarbij is Parkstad uit z’n dal aan het komen. De groei die Parkstad nu vertoont, is eigenlijk het inhalen van een achterstand die ze in het verleden heeft opgelopen”, zegt Bas ­Schoonderwoerd. De theaterdirecteur, die met zijn krachtige en moderne visie is uitgegroeid tot een ambassadeur van de Parkstadregio, zet ondanks de recordcijfers van Parkstad Limburg Theaters en groeipotentieel onverminderd ook in op samenwerking. Als stad en regio willen we doorgaan op onze culturele lentegedachte. Met Tripool ­(Sittard-Geleen, Maastricht en Parkstad) willen we een gooi doen naar: Limburgs Culturele hoofdstad van de 21ste eeuw. Verkla19


Parkstad Limburg Theater

“Mensen hoppen niet zozeer van het ene naar het andere theater” rend: “Wij hebben een aantal jaren geleden na onderzoek vastgesteld dat de theaters onderling niet elkaars concurrent zijn. Dat zit overigens heel raar in het hoofd van mensen. Ik heb dat tot voor kort ook zelf niet helemaal van me af kunnen schudden. Mensen hoppen niet zozeer van het ene naar het andere theater. Mensen hoppen veel meer tussen ‘ik ga wél, of ik ga niet naar het theater’. Dus het is voor theaters veel interessanter om te zorgen voor een gezamenlijk aanbod dat zodanig verleidelijk is dat mensen van de bank thuis vandaan komen. Er is altijd wat in die Tripool te vinden wat bij jou past.” De Tripool-hoofdrolspelers moeten dus gezamenlijk energie steken in het kunsten cultuurklimaat. Bas Schoonderwoerd kan dat niet voortvarend genoeg gaan. “We proberen ons programma van 2015 nu af te stemmen met dat van Sittard-Geleen en Maastricht, maar dat 20

gaat heel langzaam. Vooral Maastricht is zich nog heel erg aan het heroriënteren.” Dan: “Ik blijf ervan overtuigd dat de toekomst over de grens ligt. Maar zolang we elkaar als Parkstad, M ­ aastricht en Sittard-Geleen hier in Limburg, gechargeerd gesteld, nog de tent uitvechten, heeft het m.i. ook weinig nut om nadrukkelijker in te zetten op samenwerking buiten de provincie. Een uitzondering maakt de directeur voor de samenwerking tussen Heerlen en Aachen. “Daar is iets fantastisch gegroeid. Vooral ook dankzij de ‘klik’ tussen, Rick Takvorian V ­ eranstaltungsleiter bij het Kulturbetrieb van de stad Aachen,

en mij. Het Schrittmachterfestival loopt bijvoorbeeld voortreffelijk. 26 uitverkochte voorstellingen aan twee kanten van de grens. Als je de regio’s Aken en Parkstad samenklapt heb je dan ook een potentieel van 500.000 dansliefhebbers. Wij doorboren de grens ook voor wat betreft klassiek. Het aantal bezoekers vanuit de regio Aken voor de TOPKlassiek-serie is daarvoor stevig aan het toenemen. Hetzelfde geldt voor het aantal buitenlandse bezoekers dat voor onze internationaal georiënteerde popprogrammering komt.”

Parkstad Limburg Theater Kerkrade gaat het komende anderhalf jaar dicht i.v.m. een grootschalige verbouwing. De grote voorstellingen van de middenzaal in Kerkrade schuiven goeddeels naar de grote Rabozaal in Theater Heerlen, de iets kleinere naar de Limburg zaal en de ­Rodahal Kerkrade. De kleinere voorstellingen naar het Cultuurhuis Heerlen. De verdeling is afhankelijk van de benodigde stoelruimte en de technische eisen die de voorstelling vraagt. “Het succes van een theaterprogrammering valt of staat bij continuïteit en vertrouwen”, verklaart Schoonderwoerd. “Het publiek moet erop kunnen vertrouwen dat de voorstelling voldoet aan de beschreven kwaliteit. De artiest moet erop kunnen vertrouwen dat in het juiste ‘environment’ wordt gespeeld. Het uitzetten van programmatradities is echter ontzettend funest voor de continuïteit.” MRT/APR ‘14


COLUMN

Stop met solliciteren en ga aan het werk

H JEAN-PAUL TOONEN

et lijkt voor werklozen een ondoenlijke opgave, een baan vinden in deze verwarrende tijd. Als ons beeld van ‘werk’ niet verandert, wordt het inderdaad voor de meesten een kansloze ratrace. Dus dat kan natuurlijk slimmer.

Stel je eens voor, je bent werkgever en runt een bedrijf dat in deze tijd scherp moet blijven. Want wat vandaag de hype is, moet morgen weer beter. Welk personeel zou je dan zoeken? Dan ga je voor medewerkers die altijd als eerste in de gaten hebben wat de markt verwacht. Mensen die plezier hebben in dagelijkse succesjes, die hun collega’s met een knipoog tippen hoe ze dingen slimmer kunnen doen. Die niet zeuren over problemen, maar ze oplossen. Mini-ondernemers met teamgeest die hun werkomgeving zien als een familiebedrijf. Maar blijkbaar is het gros van de werklozen helemaal niet op zoek naar zo’n ‘familie’. De meesten zijn op zoek naar ‘een baan’. De veilige haven die het de werkgever onmogelijk maakt ooit nog de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Zodat ze nooit meer in dat vacuüm van nietsdoen belanden. En omdat het die angst is, die hen drijft is het zo druk in de kaartenbak van het arbeidsbureau. Persoonlijk ondernemerschap wordt in Nederland maar weinig aangemoedigd. Ook in het onderwijs leert niemand je hoe je jouw talent kunt vermarkten. De geroemde Nederlandse ondernemersgeest is in enkele generaties compleet verwaait. We verdoen nu onze tijd met het schrijven van brieven die op torenhoge stapels belanden. In die moordende arena strijden de mensen voor de schijnzekerheid van een vaste baan. Maar in deze tijd is er nog maar één zekerheid: je eigen daadkracht. Wie deze mindshift omarmt, kan waarschijnlijk vlot aan passend werk komen. In plaats van het jagen op een baan, jaag je namelijk beter op andermans problemen die jij kunt oplossen. Er liggen overal kansen om je talenten in te zetten. De werkloze die energiek en onbaatzuchtig dingen aanpakt, wordt het snelst gesignaleerd. Organiseer je – vrijwillig – een halve marathon? Doe je zonder kosten de administratie van de harmonie? Zet je de senioren een dagje op de boot? Ben je de spil achter een buurtfeest? Dan wordt je talent opgemerkt. En dat terwijl je netwerk gestaag groeit. Zo doe je meteen wat je goed kunt en graag doet. Ja, zonder inkomsten. Want geef toe, brieven schrijven en sollicitatiegesprekken voeren zijn natuurlijk ook onbetaald. Het nieuwe werken is dus heel simpel: gewoon beginnen met het vak waarin je schittert. Het werkt op alle niveaus. Als je pittige bestuurstaken tot een goed einde brengt, hebben andere bestuurders dat snel in de gaten. Help je liever

MRT/APR ‘14

“In deze tijd is er nog maar één ­zekerheid: je eigen daadkracht”

vlot tappen met carnaval dan zijn er duizenden mensen die dat zien. Al die dagelijkse succesjes deel je met zoveel mogelijk mensen. Op je sociale platforms, je kennissen en buren, je familie en oud-collega’s. Zodat iedereen ziet dat jij elke dag positieve dynamiek uitstraalt. En bergen werk verzet. En zeg er regelmatig bij met wie je het liefst zou samenwerken. Zulke passies blijven nooit onopgemerkt. Er komt veel tijd vrij als je die niet meer verkwanselt in die rij sollicitanten, met 100 verliezers en maar één enkele winnaar. Je kunt je toch veel beter láten uitnodigen? Als werkgevers hebben gezien dat je goed functioneert, scheppen zij een vacature voor je. Dan komen er geen sollicitaties, want zij willen die stapels brieven natuurlijk ook liever niet. Ze willen jou graag in hun team. Er schuilt zo’n ondernemend karakter in ons allemaal, dat heeft de evolutie goed geregeld. Al waren we dat de afgelopen eeuw in Nederland een beetje kwijt. Als het je lukt die energie van talent en daadkracht aan te boren, kun je morgen beginnen.

21


Business E ­ xperience 2014

MARK ROMERA Y GERRITSEN

V

oor het derde jaar op rij organiseert MECC Maastricht samen met de Limburgse Werkgevers ­Vereniging (LWV) Business Experience. Hét platvorm voor ­Limburgse ondernemers, beleidsmakers en kennisinstituten. Vier vragen aan Mark Romera y ­Gerritsen, de ­verantwoordelijke Product ­Manager bij MECC ­Maastricht. Hij is inmiddels met zijn team druk in de weer met de voorbereidingen.

Hoe kijk je terug op de afgelopen editie? “We mogen spreken van een ­succesvol evenement. Maar liefst 800 bezoekers mochten we ­verwelkomen. Ook als je kijkt naar de stijging van het aandeel beslissers mogen we tevreden zijn; ruim 80 procent, zo’n 10 procent meer dan het jaar daarvoor. Wat is het thema voor dit jaar? “Dat is ‘groei’. We gaan diepgang creëren door mensen te verbinden en te inspireren met succesverhalen. Dat gaan we doen door bijvoorbeeld ondernemers, managers en professionals te laten vertellen hoe zij tot succes gekomen zijn; hoe ze gegroeid zijn op persoonlijk vlak, of op het gebied van marketing en sales, finance of 22

i­nternationalisering. Zo krijg je als bezoeker een tastbaar beeld en ga je naar huis met kennis en bagage om zelf mee aan de slag te gaan. Daarnaast houden we een aantal workshops waarbij je in klein gezelschap gaat samenzitten om te kijken hoe je bijvoorbeeld beter kunt gaan samenwerken. Uiteraard is er dit jaar ook weer een ­beursgedeelte.”

Peter van Uhm

Waarom hebben jullie gekozen voor een extra dag? “We plakken er inderdaad een dag aan vast. Op 17 november, de dag voor het congres en het beursgedeelte, houden we een avondopenstelling voor de beurs. Dat is voor het eerst. Hierdoor bieden we meer waarde voor de exposanten.” Zijn er al sprekers geboekt? “Ja. Ik mag met veel genoegen de eerste keynote speaker bekendmaken. Dat is Peter van Uhm, generaal buiten dienst. Onder de titel: ‘Zonder moreel kompas geen structurele groei’ zal hij de bezoeker aanzetten

tot nadenken over vragen als: Hoe krijg je de mensen mee? Delegeer je verantwoordelijkheid? Controleer je vertrouwen?”

MECC Maastricht start in mei 2014 met trainingen Om bedrijven handvatten te bieden in deze turbulente ­tijden ­organiseert MECC Maastricht in samenwerking met Tradec ­e-Commerce Consultancy trainingen op het gebied van marketing & sales. De trainingen: 1) E-Commerce Trends, Ontwikkelingen & Strategie

3) Online Marketing Tools, conversie gericht

2) E-Commerce Training (dagtraining)

4) Verleiden op internet. (Usability & Persuasion)

De trainingen vinden plaats in MECC Maastricht. Uitgebreide ­informatie via www.businessexperience.nu

MRT/APR ‘14


– A DV E R T E N T I E ’ S –

Elsresidentie Sittard is stijlvol wonen met alle zorg

In Sittard, op een fraaie locatie tussen het stadspark en binnenstad, In Sittard, op een fraaieHet locatie stadspark binnenstad, staat de Elsresidentie. gaat tussen hierbij om zestienen nieuwe appartewordt de bouw van de Elsresidentie afgerond. Zestien nieuwe menten in een kleinschalige woonomgeving voor mensen met de appartementen in een kleinschalige woonomgeving voor ziekte van alzheimer, en andere vormen van dementie, die in het dementerende ouderen. Het project is een samenwerking tussen dagelijkse leven zorg, structuur en begeleiding nodig hebben. woningcorporatie Woonpunt en de Zorg Groep Beek. Hannelore Hamers-Roesink van de Zorg Groep Beek is de initiatiefnemer van de Elsresidentie. “Onze thuiszorg-organisatie krijgt steeds vaker te maken met dementerende cliënten. Veel mensen verzorgen hun dementerende partner het liefst zo lang mogelijk in een huiselijke omgeving. Pas als het echt niet meer kan, wordt gekozen voor een verpleeghuis. In ons zorgsysteem betekent dat grootschalige verpleeghuizen en soms ook nog met meerdere mensen die op een kamer verblijven. Uit deze ervaringen is bij Zorg Groep Beek het idee ontstaan voor een kleinschalige woonomgeving,” legt Hannelore uit. Elk appartement heeft een woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer. De bewoners bepalen zelf de inrichting. Zij huren het appartement in de Elsresidentie, en de 24-uurs zorg wordt geboden door Zorg Groep Beek. Elke bewoner bepaalt individueel van welke zorg en diensten hij of zij gebruik maakt.

Heeft u belangstelling voor de Elsresidentie neem dan contact op met Hannelore Hamers van Zorg Groep Beek. Telefoon 046 - 46 000 40 . Of kijk op de website: www.elsresidentie.nl

Zorg Groep Beek is een kleinschalige thuiszorgorganisatie. Deze organisatie heeft onlangs nog een to 10 vermelding gekregen in het weekblad Elsevier: "Beste thuiszorgorganisatie van Nederland".

®


ESSAY

De universiteit als held

W

ie vanaf grote afstand naar het verschijnsel universiteit kijkt, zou vermoeden dat kennis, liefde voor die kennis en plezier met die kennis, elkaar daar in een opwaartse spiraal naar boven stuwen. Kennis, liefde en plezier als drie-eenheid van de universitaire geest. Maar als we ‘Het academisch manifest’ moeten geloven dat onlangs als een knuppel in het universitaire hoenderhok werd gegooid, is die verwachting niet alleen naïef, maar zelfs het tegendeel van de praktijk. Perverse prikkels De auteurs Willem Halffman en Hans Radder – beide wetenschappers van respectievelijk de Radboud ­Universiteit Nijmegen en de Vrije Universiteit Amsterdam – stellen dat de universiteit bezet is. Niet, zoals ten tijde van het Maagdenhuis, door studenten die meer zeggenschap eisen. Maar door de ‘veelkoppige wolf van het management’ die vooral hoge productiecijfers eist, lees: publicaties, quotations, studenten, gepromoveerden en andere meetbare eenheden die bepalend zijn voor het geld dat naar de universiteiten stroomt. Eerste impressie na lezing van het manifest dat eind vorig jaar gepubliceerd werd in het filosofische tijdschrift Krisis: de universiteit hangt aan elkaar van perverse prikkels die weinig te maken hebben met liefde voor de wetenschap en alles met ego’s, naijver, angstcultuur en een dreigend hellend vlak van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Open access voor iedereen Let wel: ik heb geen vergelijkend onderzoek gedaan en kan onvoldoende

24

beoordelen in hoeverre de noodklok die de auteurs luiden terecht is. Is de universiteit inderdaad verworden tot een Tayloriaanse prestatiefabriek? Halffman en Radder leveren een nauwgezette kritische analyse van wat er allemaal mis zou zijn, en van de wegen om zaken aan te pakken of aan de kaak te stellen, van juridische acties tot collectieve werkweigering tot massale demonstratie. De auteurs breken een lans voor een publieke universiteit en komen met

“Het ervaren van liefde en vreugde waren een kenmerk van ware kennis” inspirerende aanbevelingen, waaronder gratis leren, onderwijsverplichting voor de hele academische staf, afschaffing van universitaire marketing en reclame, een pleidooi voor maatschappelijke inspraak in plaats van commerciële controle, en een versterking van de publieke toegankelijkheid van de universiteit: open access voor in beginsel iedereen. Met name dit laatste brengt mij tot de vraag of de zogenaamde bezetting door het management is te pareren door een bezetting of herintroductie van wat ik de Geest van de Universiteit noem. En zo ja, wat zou die geest dan kunnen of moeten zijn?

Wat is wetenschap? Over de vraag ‘wat is wetenschap?’ zijn boekenkasten vol geschreven. De vraag naar de aard van wetenschap is zelfs een tak van wetenschap met diverse zijtakken. Er is niet één opvatting van wat correcte wetenschap zou zijn; wetenschap hangt aan elkaar van visies en interpretaties van meer of minder productieve methoden van wetenschap bedrijven. Punt is dat er van oudsher een verbond bestaat tussen de financiering van wetenschap en haar praktische toepasbaarheid. Dat was al zo bij de eerste academie, die van Plato in Athene, waar je je kon bekwamen in redekunst en discussietechniek. Je zou kunnen denken dat wetenschap als een industrie die zich voor het karretje van andere industrieën laat spannen, een recent verschijnsel is. Maar van oudsher waren wetenschap en macht twee handen op één buik: van de betekenis van de klassieke mechanica voor het berekenen van kogelbanen tot aan de verovering van de wereld middels stoommachines tot aan de atoombommen aan het einde van de laatste wereldoorlog: kennisvergaring hing altijd direct of indirect samen met andere belangen. Alles in één samenhang Het wordt bedenkelijk als wetenschappelijke vooruitgang eenzijdig wordt gekoppeld aan belangen uit bedrijfsleven of politiek. Wetenschap (en uiteindelijk ook de samenleving) heeft óók belang bij rust, bij een houding die niet is voorgeprogrammeerd door de dwang tot resultaat, bij enclaves van ogenschijnlijk lanterfanten en pielen. Nieuwe dingen ontdekken kan vaak niet zonder je af te zonderen van de wereld van geld en andere belangen. ‘Universiteit’ betekent zoveel als alles in één samenhang brengen. Maar dat lukt alleen vanuit een relatieve nederigheid en ontvankelijkheid. Wie met een filosofische blik van afstand de hedendaagse universiteit onder de loep neemt, zou tot de con­clusie kunnen komen dat met de lawines van nieuwe kennis de eigenlijke vragen steeds meer ondersneeuwen. We hebben Higgs ontdekt, het menselijk genoom ontrafeld en menselijke MRT/APR ‘14


emoties teruggebracht tot chemische verhoudingen. Maar de vragen naar het hoe en waarom van methode en instituut dreigen te verdwalen aan een periferie waarvoor we steeds minder bereid zijn de portemonnee te trekken. Terwijl de universiteit toch de held zou kunnen zijn van het maatschappelijk debat over de richting en inrichting van de samenleving. Waar willen wij met al die kennis naar toe? Waarom financiëren we dit wel en dat niet? In welke wereld willen wij leven? Wat voor soort universiteit hoort daar bij? Bestaat er zoiets als een Universitaire Geest? Zo nee: moeten we die in het ­leven roepen? Zo ja: waar is hij te vinden en wat kunnen we doen om hem aan een stem te helpen? Over kennis, liefde en fun Mijn intuïtie zegt me dat die geest inderdaad bestaat. Die intuïtie heeft tenminste twee aspecten. Het eerste is dat er lange tijd óók een verbond bestond tussen kennis, liefde en plezier. Bij de academie van Plato had kennis vergaren ook te maken met een verlangen naar waarheid. Het ervaren van liefde MRT/APR ‘14

en vreugde waren zelfs een kenmerk van ware kennis. Dat is voor ons nog maar moeilijk voorstelbaar. Natuurlijk: we hebben het over iemands passie voor zijn vak. Maar de universiteit lijkt niet op de eerste plaats een biotoop om die passie te koesteren of te cultiveren. Ergens op de weg naar de huidige universiteit lijken wetenschap, liefde en plezier uit elkaar gegroeid. Wie nu over wetenschap praat, praat vooral over resultaten, publicaties en subsidies. Van wal steken met een betoog over passie, verlangen en waarheid is vragen om een brevet van scientistisch onvermogen.

­ anifest’ zou zich moeten voeden m met de wetenschap, de liefde en de fun van en voor de heldhaftige rol van kennis en kunde in onze samenleving. We steken de loftrompet op over de ­kennissamenleving. Maar zwijgen veelal over de ingrediënten en het belang van een kenniscultuur. Of dieper nog: over het verlangen naar waarheid waar onze tijd steeds minder werkende woorden voor heeft. Wat mij betreft moet de universiteit de held zijn die kennis, verlangen en ­plezier visionair in beeld brengt, verbindt en ­verankert. Hora est! Als participeren ergens ­gewenst is, dan hier!

Hora est! Toch denk ik dat de drie-eenheid van kennis, liefde en vreugde eigen is aan een nastrevenswaardige universitaire geest. Daarmee kom ik op het tweede aspect, de overtuiging dat de universiteit een held moet zijn. Niet toevallig is de naam van de eerste academie ontleend aan het feit dat daar ‘toevallig’ een standbeeld van de Griekse held Akademos stond. Een publieke universiteit à la ‘Het academisch

Govert Derix is filosoof, adviseur en de schrijver van ‘Sterrenmoord’. Zijn nieuwe roman verschijnt op 21 maart 2014. 25


COLUMN

Alle homo’s welkom

FONS MULDERS

H

et stond op een blog te lezen. Alle homofielen en lesbiennes of transseksuelen waren welkom in het huis van ondernemer Frederick Aars. Ieder weekend waren zij welkom en zouden zij een warm onthaal krijgen. Frederick wist van niets. Hij kreeg een tip over het bericht van een g ­ eïnteresseerde blogbezoeker. De schrik zat er goed in. Hij had de beelden van Project X Haren nog op het netvlies. (Voor uw herinnering: in februari 2012 zorgde een onschuldige uitnodiging op Facebook voor een verjaardagsfeestje ervoor dat tienduizenden jongeren zich volstrekt ongecontroleerd verzamelden in het kleine dorpje Haren. Het feestje eindigde in plunderingen en massaal geweld. Met veel schade en grote maatschappelijke verontrusting als gevolg.) Wat te doen? Frederick belde meteen de politie. De telefoniste liet weten dat hij aangifte kon komen doen. Verder kon zij hem ook niet helpen. Dit voorval is waar gebeurd. Alleen de naam is verzonnen. Gelukkig hebben wij dit bericht uit het blog tijdig kunnen laten verwijderen. Het geeft echter wel aan hoe kwetsbaar een ondernemer kan zijn op het internet. De duivelse kracht van internet wordt onderschat, tot het te laat is. Het is van belang om te weten wat er over uw bedrijf op het internet wordt gezegd. Ogen en oren zijn nodig in een digitale wereld, meer dan ooit. Veel ondernemers wanen zich veilig en kunnen zich niet voorstellen dat hun imago onnodig zal worden geschaad. De harde werkelijkheid spreekt hen tegen. Steeds meer bedrijven worden zonder waarschuwing op het internet

26

beschadigd. Het zorgvuldig, vaak met veel kosten opgebouwde imago, wordt in zeer korte tijd beschadigd. De dader kan iedereen zijn: een boze buurman, een teleurgestelde klant of een slimme concurrent. De acteurs zijn meestal anoniem. De schade die wordt aangericht is aanzienlijk en vaak onherstelbaar. Het is dus van belang dat dit soort berichten zo snel mogelijk van het internet verdwijnen. Hoe dat nu aan te pakken? Politie en justitie treden niet adequaat op. Dat is weliswaar triest, maar het baat niet om bij de pakken te gaan neerzitten. Er moet actie ondernomen worden en snel. Een gerechtelijk verbod, eventueel met een stevige dwangsom, biedt vaak een oplossing. Ons recht kent aan eenieder de vrijheid toe om zijn mening te mogen uiten. Dit recht staat haaks op het belang dat de ondernemer heeft bij het ongedaan maken van onaangename uitingen op het internet. In de rechtspraak wordt dan ook een afweging van beide belangen gemaakt waarbij vooral wordt gekeken naar factoren als: de feiten waarop een bericht is gebaseerd, de negatieve gevolgen van dat bericht, of het algemeen belang met het bericht gediend wordt en de manier waarop het bericht geschreven is.

“De duivelse kracht van internet wordt onderschat, tot het te laat is.”

Fons Mulders fons@mulders-advocaten.nl

MRT/APR ‘14


BOEKRECENSIE

Jos Burgers is auteur van bestsellers als ‘Klanten zijn eigenlijk nét mensen!’, ‘Hondenbrokken, No Budget Marketing’, ‘Geef nooit korting!’ en ‘Gek op gaten’. Met meer dan 150 ­presentaties per jaar is hij een veelgevraagd spreker over onderwerpen als strategie, marketing en ­klantgerichtheid.

De Wet van Snuf

Wat je geeft, krijg je terug NEDERLANDSTALIG | GEBONDEN, 160 BLZ

Over het boek Iedereen weet hoe het principe van wederkerigheid werkt: wat u geeft, krijgt u terug. Een ­krachtig principe, dat vrijwel altijd en overal opgaat. Het helpt ons om onze omgeving op een positieve manier te beïnvloeden. Zodat we succesvoller zijn, thuis en op het werk. Toch zijn er maar weinig mensen die de kunst van het geven echt beheersen. Dit boek brengt daar verandering in. MRT/APR ‘14

In ‘De Wet van Snuf’ beschrijft bestsellerauteur Jos Burgers op een prikkelende manier waarom goede relaties beginnen met geven. Aan de hand van herkenbare praktijkvoorbeelden belicht hij de 26 belangrijkste manieren van geven. Hij laat bovendien zien welke voorwaarden en risico’s eraan zijn verbonden, en wat het uiteindelijk oplevert. Wie snel meer succes wil boeken, privé of zakelijk, begint dus met ‘De Wet van Snuf’.

De recensie De boeken van Jos Burgers worden niet door iedereen hoog gewaardeerd. ‘Naïef van toon’, ‘irritant’, ‘stupide’, ‘infantiel’, ‘vol open deuren en tegelwijsheden’, ‘niets nieuws’, zomaar wat woorden uit eerdere recensies. Terecht of niet? Dat ligt er al helemaal aan wat je verwacht van een managementboek. Jos schrijft in ieder geval, op een vlotte luchtige manier met humor en ­praktijkvoorbeelden, over zaken die niet nieuw zijn. ‘De Wet van Snuf’ gaat over weder­ kerigheid. Robert Cialdini schreef er al jaren geleden over in zijn boek ‘Influence: The Psychology of Persuasion’. Jos Burgers brengt het nu dichterbij, op een manier zoals we dat van hem gewend zijn. En daar is niks mis mee, want dat is juist de kracht van hem. Je moet Jos zien als een als een bruggenbouwer tussen wat complexere materie en de dagelijkse toepassing daarvan. Zo doet hij dat ook tijdens zijn presentaties. En blijkbaar is hij daar heel succesvol in; hij verkoopt heel veel boeken en is een van de meest gevraagde spreker van het land. Lees ‘De Wet van Snuf’ op een regenachtige zondagmiddag op de bank en pik er iets uit waarmee je maandag aan de slag gaat.

Johan Derrez

27


Smeets Mercedes-Benz:

gouden medaille voor klanttevredenheid

M

ercedes-Benz Smeets, met vestigingen in ­Eindhoven, Venlo, ­Ittervoort, Heerlen en Maastricht is wederom onderscheiden met een gouden medaille voor de zeer klantvriendelijke manier van werken. Directeur Math Smeets kreeg de onderscheiding en de bijbehorende Klant Nr 1.-medaille ­uitgereikt in Stuttgart, de thuis­ basis van ­Mercedes-Benz.

In het kader van Klant Nr. 1 streeft de Nederlandse Mercedes-Benz ­organisatie - met succes - naar de meest tevreden klanten van ­Nederland. Klanten kunnen zich over hun eigen dealerbedrijf uitspreken via enquêtes waarbij alle aspecten van klanttevredenheid aan de orde komen: van showroom tot en met werkplaats. Dit heeft bij ­Mercedes-Benz top­prioriteit omdat het een belangrijke factor is voor de loyaliteit op lange termijn. Bovendien zijn tevreden klanten belangrijke ambassadeurs voor het merk. Wederom bleek dat de ­complete Nederlandse ­Mercedes-Benz organisatie op een zeer hoog niveau acteert.

Klanttevredenheid Klanttevredenheid is hét startpunt voor klantloyaliteit. Daarom voert Mercedes-Benz al meer dan 20 jaar onderzoeken uit om de mate van tevredenheid van zijn klanten te meten. Dit gebeurt door middel van digitale vragenlijsten die klanten kunnen invullen op een moment dat het hen uitkomt. Zij kunnen zich via antwoorden op concrete 28

­ ragen uitspreken over de mate van v de kwaliteit van dienstverlening in zowel showroom als werkplaats. Ook kunnen ze aangeven waar ruimte voor verbetering ligt. Dit maakt het voor de M ­ ercedes-Benz organisatie mogelijk om gericht aan verdere optimalisering van de dienstverlening te werken.

Complete dienstverlening: de klant altijd op Nr. 1 In 2007 heeft Mercedes-Benz Klant Nr. 1 geïntroduceerd. De essentie ervan is dat klanttevredenheid een structureel onderdeel is van álle ­processen binnen een dealer­bedrijf: van eerste contact, proefrit en offerte tot en met de aflevering en (afspraken voor) ­onderhoud en ­reparatie. Iedereen bij M ­ ercedes-Benz is doordrongen van het belang van een klantgerichte instelling. Medewerkers worden daar dan ook intensief op getraind. Het resultaat is dat elke (potentiële) Mercedes-Benz klant bij elke dealer optimale zorg en aandacht krijgt – in showroom en werkplaats. Ofwel: klanten kunnen ervan uit gaan dat elk bezoek aan een Mercedes-Benz dealer gelijk staat aan een optimale dienstverlening en dat ze dus altijd de aandacht krijgen die ze verdienen. Zo geeft M ­ ercedes-Benz zijn klanten het - terechte - gevoel dat ze speciaal zijn én worden ­gewaardeerd. Klant Nr. 1 maakt ook d ­ uidelijk welke ­Mercedes-Benz ­dealers ­(personenwagens en ­bedrijfswagens) het best scoren op het gebied van ­klanttevredenheid.

Smeets Mercedes-Benz: gouden ­medaille voor topscores Bij de uitreiking van de Klant Nr. 1 Awards bleek dat de ­complete Mercedes-Benz organisatie op hoog niveau acteert als het gaat om het de kwaliteit van de dienstverlening. ­Mercedes-Benz dealer Smeets sprong er weer uit met zeer hoge waarderingscijfers van klanten. Daarvoor kreeg directeur Math Smeets, net als voorgaande jaren, de gouden Klant Nr. 1 medaille overhandigd. Smeets over de prestigieuze onderscheiding: “Bij de uitreiking van de Klant Nr. 1 awards blijkt al jaren achtereen dat we op het allerhoogste niveau spelen als het gaat om klanttevredenheid, aldus algemeen directeur Math Smeets. Zorg voor de klant is bij Smeets een tweede natuur, we hoeven ons er niet voor in bochten te wringen. Onze klanten wéten dat ze op ons kunnen rekenen en deze prijs bewijst dat wederom. Wat de gouden medaille extra glans geeft, is het feit dat we nu ook actief zijn in Venlo en Eindhoven én dat we MRT/APR ‘14


Math Smeets (midden) krijgt de Klant Nr. 1– trofee ­overhandigd door Marcus ­Breitschwerdt (geheel links) en Hans-Bahne Hansen (geheel rechts).

dit jaar ons 85-jarige bestaan vieren. Ook dat motiveert om vol door te gaan – op de meest klantvriendelijke manier!”

Altijd en overal: zorg en aandacht Dit jaar werden de Mercedes-Benz Klant Nr. 1 Awards voor de z ­ evende keer uitgereikt. Dat gebeurde in Stuttgart, de thuisbasis van het merk. Hans-Bahne Hansen, CEO van ­Mercedes-Benz ­Nederland reikte samen met Marcus ­Breitschwerdt (Head of Europe Region ­Mercedes-Benz Cars) de prijzen uit. Hansen prees de resultaten van de Nederlandse dealers en zei daarover het volgende: “Zorg en aandacht voor de klant is bij Mercedes-Benz overal. Dat begint al bij het eerste contact, of dat nu telefonisch of via internet is. In de vestigingen ervaar je de toegewijde instelling van de medewerkers zowel in de showroom als in de werkplaats. Wij noemen dat: complete dienstverlening – het unieke Mercedes-Benz gevoel is overal. Het is goed om te zien dat onze MRT/APR ‘14

­ ealers dit jaar wederom buiten­ d gewoon goed gescoord hebben. Uit onze onderzoeken komt naar voren dat onze klanten zeer tevreden zijn – zo tevreden zelfs dat ze de producten én diensten van Mercedes-Benz zonder meer aanbevelen aan a ­ nderen. Daar mogen we als complete Mercedes-Benz organisatie trots op zijn!”

Over Smeets Mercedes-Benz Smeets Mercedes-Benz is met 8 vestigingen in ­Limburg (­ Heerlen ­Personen- en bedrijfswagens, ­Heerlen Truck Center, Heerlen Schadebedrijf, Maastricht, ­Ittervoort, Venlo Personenwagens, Venlo Bedrijfswagens) en Oost-Brabant (Eindhoven) actief in de automotive branche. Als officiële dealer van ­Mercedes-Benz bestel- en vracht­wagens, Fuso, Schmitz Cargobull opleggers, bestaat Smeets ­Mercedes-Benz inmiddels 85 jaar. Dat zijn drie generaties met ruim 150 ervaren medewerkers met klanttevredenheid hoog in het vaandel. Het

vertrouwen van de klant in combinatie met top producten en de inzet van onze medewerkers is de basis van ons familiebedrijf. Daar zijn wij bijzonder trots op! De jaaromzet bedroeg in 2013 55 miljoen euro.

www.smeets-mb.nl 29


SERIE: VROUWEN AAN DE TOP

Cock Aquarius, bestuursvoorzitter Zorg aan Zet

‘Leiderschap is ook jezelf zijn’ DOOR LOEK KUSIAK BEELD JEAN PIERRE GEUSENS

O

oit begon ze als ­personeelsdirecteur bij de post in Limburg. En alweer een aantal jaren is Cock ­Aquarius voorzitter van het bestuur van Zorg aan Zet, de werkgevers- en arbeidsmarktorganisatie voor de zorg in Limburg. Leidinggeven en besturen is voor haar een tweede natuur. In een loopbaan van ruim 35 jaar vervulde ze, en nog steeds, vele ­leidinggevende en adviserende functies in de profit en non-profit sector. Haar motto voor leiderschap: ruimte bieden voor capaciteiten en talentontwikkeling van medewerkers en het stimuleren van diversiteit. Want een divers samengesteld topteam laat een bedrijf beter presteren.

Die ambitie om organisaties te leiden: had u dat al vroeg? “Het voortouw nemen in dingen deed ik als kind al. Tijdens mijn studie psychologie leidde ik in de studenten­ vereniging veel commissies. Zeer leerzaam. De eerste echte leidinggevende functie kreeg ik in 1986 bij het PTT-district Limburg, als hoofd p­­ersoneelsdienst en lid van districts­ directie. Landelijk was ik bij de post ook de eerste vrouwelijke bestuurder. Ik had de leiding over 60 mensen. Vooral people management. Als psycholoog met een therapeutische achtergrond had ik geleerd mensen te observeren in de wijze waarop ze elkaar beïnvloeden en wat ik daaraan kon verbeteren. Pikant was overigens 30

dat de ondernemingsraad, het was midden jaren tachtig, een vrouwelijke leidinggevende eerst niet zag zitten. De houding was: ­‘Emancipatie is in de mode, maar in Limburg nu nog even niet.’ Pas op het moment ik met de OR in Limburgs dialect ging praten, nam het vertrouwen toe. Toen ik twee jaar later directeur werd van het ­PTT-distributiecentrum in Sittard, met 800 medewerkers met wie ik de omslag moest maken van staatsbedrijf naar privaat bedrijf, behoorde ik opeens tot de notabelen van de stad. Grappig hoe dingen lopen.” Waarin schuilt uw kracht als ­l­eider? “In het naar boven halen van de eigenheid van mensen. Wie is iemand? Wat is zijn of haar intrinsieke drive? Mensen helpen bij het ontdekken van hun specifieke talenten en ze de ruimte geven waarbinnen ze zich kunnen ontwikkelen, vind ik heel belangrijk. Bij leiderschap hoort ook dat je je ­voortdurend aanpast aan de eisen die de werkomgeving stelt en jezelf de vraag stelt welke toegevoegde ­waarde jouw zorgorganisatie aan cliënten levert. Dat leidt ook tot meer tevreden cliënten. Verder wil ik graag gevoed worden met meningen, maar ik word niet de optelsom van al die meningen. Ik vaar mijn eigen kompas. ­Leiderschap is ook jezelf zijn. De drang om verantwoordelijkheid te ­dragen, om betrokken te zijn en niet weg te lopen voor moeilijke dingen, kan bij mij soms ook net iets te groot zijn.”

Cock Aquarius

In welke zin? “Ik heb af en toe de neiging om bij conflicten middenin het vuur te gaan staan. Niet altijd handig. Het is dan beter af te wachten totdat de ander met een oplossing komt in plaats van op zijn stoel te zitten.” Elke eindverantwoordelijke kent ook ­momenten van onzekerheid. Vraag u anderen om advies? “Twijfelaar als ik van nature ben, ben ik niet iemand die vindt dat haar opinie per definitie de juiste is. Ik hecht, ook in momenten van eigen onzekerheid, veel waarde MRT/APR ‘14


aan meningen van anderen waar ik me aan kan spiegelen. Ik neem daar ook de tijd voor. Daarvoor kan ik uitstekend terecht bij mijn partner, maar ook bij een intervisiegroep van vrouwelijke collega’s die ik ken uit mijn studietijd. Het kan nooit kwaad om een coach te hebben met wie je over je functioneren en je twijfels kunt reflecteren. Jonge leiders kunnen met een coach hun zelfvertrouwen vergroten.” Heeft u een vast recept voor het vinden van draagvlak voor besluitvorming? “Je kunt niet alles weten in een organisatie. Dat is het lot van iedere bestuurder. Toch probeer ik altijd goed geïnformeerd te blijven over wat belangrijk is. Bij ‘Zorg aan Zet’ verkeer ik in de gelukkige omstandigheid dat directeur Joep Mooren en zijn bureau veel voorbereidend werk doen. Tijdens MRT/APR ‘14

“Ik heb af en toe de neiging om bij ­conflicten middenin het vuur te gaan staan”

het periodiek overleg met de directeur hoor ik wat er gaat spelen. Samen kijk je vooruit en ontstaat er visie, strategische richting. Meestal wordt het onderwerp tevoren gesondeerd naar andere bestuursleden. Je proeft andere meningen, probeert support te vinden voor een besluit of een koers die we willen inslaan. Vergaderingen zijn meestal alleen nodig om het besluit formeel af te hameren.” “Nieuw voor de zorgsector is wel dat bestuurders sinds de invoering van marktwerking strategischer en toekomstgerichter moeten opereren. Vroeger paste de overheid de financiële tekorten altijd bij. Je kon niet failliet gaan. Nu kan de minister met een pennestreek je budget korten. Omgaan met die verzakelijking en tegelijk dienend leiderschap bieden dat medewerkers blijvend motiveert, gaat niet iedere bestuurder even makkelijk af.” 31


Zorg aan Zet Roermond

Cock Aquarius (1951, Oisterwijk) studeerde klinische psychologie en was onder meer directielid van het PTT-district Limburg. Ook gaf ze bij Vodafone leiding aan de opzet van callcenters. Aquarius was directievoorzitter van ontwikkelingsorganisatie Cordaid-Memisa en van 2000 tot 2010 voorzitter van de raad van bestuur van gehandicaptenzorg Daelzicht (1700 medewerkers, 75 miljoen euro omzet) in Heel. Sinds 2005 is zij b ­ estuursvoorzitter van Zorg aan Zet. Verder is zij onder meer toezichthouder bij drie zorgorganisaties in Limburg en Brabant, bestuurslid van het Limburg Festival en interim-directeur van dak­ lozenopvang Moveoo in Roermond. Cock Aquarius heeft twee zoons en is samenwonend in Haelen. Haar hobby’s zijn tuinieren, fietsen in verre landen, zingeving & ethiek. 32

MRT/APR ‘14


U leidt bij ‘Zorg aan Zet’ een bestuur waar ziekenhuis- en instellingsbestuurders deel van uitmaken. Allemaal leiders, allemaal ego’s. Is dat niet lastig werken? “Bestuurders in het algemeen hebben de drang zich te positioneren. Soms zijn ze ook erg eigenwijs en kunnen de neiging hebben in de afweging van gemeenschappelijke besluiten het belang van de eigen club voorop te stellen. Natuurlijk kan het irritant zijn als je te maken hebt met ‘dikke ikken’. Maar het is niet mijn missie ze daarin te veranderen. De bestuurders met wie ik werk worden aangesteld en in hun functioneren beoordeeld door hun eigen raad van toezicht. Mijn insteek als bestuursvoorzitter is wel altijd: ‘Hoe eensgezinder we samenwerken, des te beter ons product.’ Wanneer ik bij een bestuurder weerstand voel, kies ik voor een gesprek in kleiner verband. Kopjes koffie met elkaar drinken, bilateraal, je even afzonderen. Dat helpt enorm in het uitvinden van de drijfveren van de ander.’ Wat is de houdbaarheidsdatum van een leider? “Ergens tussen de vijf en tien jaar. Op het moment dat je je moet oppeppen om nog inspirerend te zijn, ben je in feite uitgekeken op de organisatie. Als de spanning weg is, moet je plaatsmaken.” In de boardrooms, op de leidinggevende posten van bedrijven en instellingen, zijn vrouwen sterk ondervertegenwoordigd. Gelooft u in quota? Bent u voor positieve discriminatie? ”In de top van organisaties moet je mannelijk en vrouwelijk leiderschap samenbrengen. Maar ik geloof niet zo in quota. Daarin schuilt ook het risico dat vrouwen denken dat ze een belangrijke functie wel op een presenteerblaadje krijgen aangereikt. Ik zie echter ook dat vrouwen zichzelf op voorhand weinig kans geven op een leidinggevende post. Wat dat betreft mogen vrouwen zelfverzekerder worden. Voor groei moet je wel een stap durven zetten en drive tonen. Wel kun je als organisatie bij vacatures vrouwen extra enthousiasmeren om te solliciteren. Maar uiteindelijk moeten wel geschiktheid en kwaliteiten doorslaggevend zijn. En ja, dan kan het dus ook een man worden.” In welk opzicht onderscheiden vrouwelijke leiders zich van mannen? ‘Ik denk dat vrouwen meer de verbinding opzoeken in wat medewerkers gezamenlijk doen en het belang van het team voorop stellen. Medewerkers functioneren beter in een cultuur waarin vertrouwen heerst en waarin mensen autonomie hebben in de uitvoering van hun werk. Maar of vrouwelijke leiders patent hebben op zo’n ­organisatiecultuur? Dat ga ik niet beweren. Ook in de zorg kom ik mannen tegen die empathische leiders zijn. Mijn stelregel is dat je, ongeacht of je als vrouw of man aan de top staat, een scherp oog moet hebben voor de diversiteit aan meningen, eigenschappen en talenten van medewerkers. Al die kleuren kunnen heel complementair werken. Zo’n organisatie heeft veel potentie en presteert beter.” MRT/APR ‘14

Zorg aan Zet, gevestigd in Roermond, is de arbeidsmarkt­organisatie voor ziekenhuizen-, zorg- en welzijnsinstellingen in Limburg. Met 11 medewerkers en een budget van 1 miljoen ondersteunt Zorg aan Zet de 70 aangesloten organisaties bij het strategisch werven, opleiden en behouden (‘duurzame inzetbaarheid’) van zorgpersoneel. Best practices van Zorg aan Zet zijn te vinden op cases.zorgaanzet.org.

– A DV E R T E N T I E –

r!“ e n t r a P ss e n si u B R H w “... u 33


THEMA PARKSTAD

Geerd Simonis, eigenaar van C’magne:

‘In Parkstad mag je fouten maken’ DOOR JOHAN DERREZ BEELD JEAN PIERRE GEUSENS

P

arkstad is het leukste laboratorium van West-Europa, met als kloppend hart de kleinschalige nieuwe bedrijven uit de regio, beweert Geerd Simonis. De vastgoed-ondernemer is vooral bekend van het vijftien hectare groot voormalig Philips-complex in Heerlen dat hij in 2007 kocht, maar, in tegenstelling tot wat veel mensen dachten, niet afbrak. Hij gaf de bestaande oude gebouwen een nieuwe bestemming onder de naam ©-mill, geheel naar zijn eigen visie op de nieuwe ­economie. Je hebt een uitgesproken visie op de nieuwe economie en dan met name gericht op vastgoed. Hoe is die ontstaan? “In het verleden werd de vastgoedontwikkeling met name van bovenaf door de overheid bepaald. Dat heb ik jaren vanuit diverse functies van dichtbij meegemaakt. Maar, ik zag dat de behoefte van de gebruiker veranderde. Mensen vragen nu niet meer om gebouwen. Mensen vragen om een plek waar ze kunnen werken, waar ze een kopje koffie kunnen drinken, waar ze mensen kunnen ontmoeten, ga zo maar door. Dus de waarde van een gebouw heeft dezelfde waarde als het 34

kopje koffie en de receptioniste. Vanuit die optiek ben ik met de ontwikkeling van dit voormalig Philips-terrein aan de slag gegaan. Toen ik het in 2007 kocht, samen met mijn toenmalige zakenpartner Rudy Stroink, wilde ik het gebouw niet slopen, maar nieuw leven geven. Vanuit de regio. Dus niet, zoals ik voorheen had gedaan, op zoek gaan naar internationale bedrijven om die met een pot subsidie erbij hier te laten vestigen, om ze vervolgens na het verstrijken van de subsidietermijn weer te zien vertrekken. Want dat is niet duurzaam. Dat is niet geworteld en draagt dus niet bij aan de economische ontwikkeling van een regio.”

En dat heeft Parkstad nodig? “Daar ligt de kracht voor Limburg, en met name hier in Parkstad. Toen ik het kocht zaten er alleen zes oud-Philips bedrijven. Inmiddels bestaat ©-mill

uit 90 bedrijven. In totaal werken hier meer dan 900 mensen. Die groei hebben we dus gemaakt in de tijd dat veel mensen aan het klagen waren, wat we dan de crisis noemen. Klaarblijkelijk hebben we dus met ©-mill een concept, en product ontwikkeld dat crisis­ bestendig is. Ik durf zelfs te beweren dat ik gebruik heb gemaakt van de crisis. Want in de laatste pak ‘m beet zeven, acht jaar zijn er twee dingen bij elkaar gekomen: Allereerst de crisis. Daar heeft de krant vol van gestaan. En op de tweede plaats, wat veel mensen niet gezien hebben, is dat de wereld veranderd is. Er heeft een reset plaatsgevonden van het economisch, maatschappelijk en politieke systeem. Internet is inmiddels heel pregnant aanwezig. En demografische en maatschappelijke ontwikkelingen hebben een sprong gemaakt. Jongere mensen hebben minder met eigendom. Beschikbaarheid is voor hen b ­ elangrijker. Er

“Er heeft een reset plaatsgevonden van het economisch, maatschappelijk en politieke systeem” MRT/APR ‘14


Geerd Simonis


Re-use Materials


vindt nog steeds een kentering plaats, zeker in de consumentenwereld, van eigendom naar beschikbaarheid. Kijk maar naar telefoons en auto’s. In de vastgoed­wereld gaat het om hetzelfde; het gaat om de beschikbaarheid van een werkplek met bijbehorende diensten, zoals warmte, koelte, water, koffie, vergaderfaciliteiten, een receptioniste en meer. Zo maken wij nu ook de omslag van een traditioneel huurcontract naar een service level agreement. Dit is de nieuwe wereld. Hiermee moeten we het gaan doen. Denk dus niet dat als de crisis voorbij is dat alles weer als vanouds is.” Zitten er inspirerende ­voorbeelden tussen op ©-mill? “Zeker. Kijk naar Lieke Gulikers. Ze begon in 2008 hier als startende ondernemer en ontwikkelde hier haar bedrijf LaLiek door en door. Ze ontwerpt tassen en verkoopt deze inmiddels door heel Europa, en ondermeer via de bekende internetwinkel Zalando. Een parel van een bedrijf. Maar ook Re-use Materials is zo’n voorbeeld. Een kleine club die gezien heeft dat we hier in Parkstad een sloopopgave hebben van met name woningbouw. Er moeten namelijk rond de twaalfduizend woningen worden gesloopt, maar ook zesduizend nieuwe woningen gebouwd worden. De mensen van ­Re-use Materials halen materialen uit de sloopwoningen die nog bruikbaar zijn voor de nieuwbouw. Denk ­bijvoorbeeld aan een dak dat vijf jaar geleden door een woningvereniging vervangen werd.” Wat is de kracht van Parkstad? “De collectiviteit en de ­connectiviteit is heel sterk in Parkstad. Buiten ©-mill heb je meer voorbeelden waar dit gebeurt, zoals het Betahuis in de binnenstad van Heerlen, het T ­ echnohouse en ook Carbon6 zou dat kunnen worden. Ik reis nogal veel door Europa en durf oprecht uit te spreken dat Parkstad als het leukste laboratorium van ­West-Europa gezien mag worden. Parkstad is niet alleen een gebied waar je nieuwe dingen kunt uitproberen, maar waar je ook fouten mag maken. Soms gebeuren hier succesvolle dingen. Maar soms ook niet en dan gaat het leven gewoon verder. Dat heb ik zelf zo ervaren toen ik jaren geleden MRT/APR ‘14

Lieke Gulikers van LaLiek

een bazaar heb ontwikkeld. Dat was geen succes.” Heeft Parkstad ook een bijdrage op provinciaal niveau? “Als je dat dan afzet tegen de a­ ndere steden in Zuid-Limburg, en dan kijk ik even naar Maastricht en ­Sittard-Geleen, dan zie je duidelijke profielen ontstaan in de zin van hoe we elkaar aanvullen. Ik praat bewust niet over beconcurreren, maar hoe we samen het product Zuid-Limburg vormen. Dan kun je Parkstad zien als de broedplaats, M ­ aastricht vanuit de stad zelf en de internationale bekendheid en ­Sittard-Geleen als de wat ruwere werkstad met daarbij natuurlijk ­Chemelot. Samen met het Heuvelland kunnen we Zuid-Limburg schitterend mooi positioneren op internationaal vlak. Daarbij zie je op communicatief gebied Wim Ortjens van Regiobranding Zuid-Limburg hele goede dingen doen. Maar natuurlijk het LED, L ­ imburg Economic Development, is een mooi

“Parkstad mag als het leukste ­laboratorium van ­West-Europa worden gezien”

37


voorbeeld van samenwerking. Ik weet ook dat op onderwijsgebied en op bestuurlijk niveau veel met elkaar wordt gesproken over intergemeentelijke samenwerking. Maar vergeet tot slot niet: de internationale lijn naar Aken en naar Genk is ook heel belangrijk voor Zuid-Limburg.” Een succesvolle ondernemer heeft altijd ambities. Welke heb jij? “©-mill is mijn paradepaardje. We hebben dat met mijn bedrijf C’magne in de afgelopen zes jaar ontwikkeld tot wat het nu is. De bezettingsgraad is iets meer dan 90 procent en die zal dit jaar nog iets stijgen. Maar ondertussen wil ik wel verder. Als ondernemer ben ik niet ongeduldig, maar wel ongedurig. Daarom exploiteren we nu ook een aantal ondernemershuizen, zoals het ondernemershuis in Sittard in de Poststraat en straks het gemeentehuis in Weert. En we verzorgen ook het

parkmanagement van 36 bedrijventerreinen in Parkstad. Ik beperk me overigens alleen maar tot bestaand vastgoed en bestaande stedelijke ­gebieden. Er staat momenteel maar liefst 7,9 miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg in Nederland. Dit getal heb ik van de makelaars vernomen. Ik durf te beweren, zonder dat ik het kan onderbouwen, dat dit getal hoger is, want er is ook veel verborgen leegstand. En dan hebben we het nog niet over de vele leegstand van winkelruimten,

scholen, kloosters en kerken. Dus er is genoeg om te exploiteren zonder dat er nieuwbouw nodig is. Zo werk ik de laatste tijd ook voor woningcorporaties en gemeenten die bijvoorbeeld een oud-schoolgebouw in bezit hebben en niet weten wat ze ermee kunnen doen. Dan krijg ik de vraag hoe ik dat zou aanpakken. Dat rollen we verder uit in de hele provincie. Door al dit soort ­activiteiten zit mijn bedrijf C’magne in de lift en daar ben ik uiteraard trots op.”

Geerd Simonis (1966) woont met zijn vrouw Wilma en drie zoons in Heerlen. Hij behaalde onder meer een master in real estate aan de universiteit van Amsterdam. Voordat hij met C’magne startte was Geerd onder andere directeur bij Stienstra Commercieel Vastgoed, bij 3W Vastgoed en TCN Charlemagne. Naast zijn werk is Geerd o.a. voorzitter van Ondernemend Parkstad Limburg en de Parkstad Economy Award en is hij lid van Lions Parkstad. In zijn vrije tijd wandelt hij graag (met Wilma en vrienden), speelt hij waterpolo en staat hij graag op de golfbaan. 38

MRT/APR ‘14


COLUMN

Het functioneren van de medisch specialist: over bomen en regie

MARK VAN DE LAAR

I

n ons vak gaat het nog al eens over het functioneren van mensen, vooral als het niet goed gaat. Een medewerker over wie de werkgever niet tevreden is en van wie men daarom afscheid wil nemen. Eén van onze standaardvragen is dan of er een ‘dossier’ is? Zijn er stukken waaruit blijkt dat de medewerker onder de maat presteert? Is er een kans gegeven voor verbetering en is dit besproken met de medewerker? Hoewel niet makkelijk, is het noodzakelijk een dergelijk gesprek te voeren en daarvan een verslag te maken. Dit zijn bij uitstek taken van de werkgever. Druk van buiten vergroot het belang van goede dossiervorming. Dat geldt zeker in de zorg. Er hoeft maar gewezen te worden op enkele schrijnende rechtszaken die recent de pers hebben gehaald. Bijvoorbeeld de falende neuroloog, die van de rechter te horen kreeg dat hij nooit meer zijn beroep mag uit­ oefenen. Hoe kan, in het belang van de patiëntenveiligheid, voorkomen worden dat een specialist niet goed functioneert? Daarvoor bestaan diverse instrumenten, zoals zelfregulering door de Orde van Medisch Specialisten. Deze regulering is recent aangescherpt: zie het visiedocument ‘Optimaal MRT/APR ‘14

functioneren van medisch specialisten’ (12 december 2013), met als ondertitel ‘Een boom die valt, maakt meer lawaai dan een bos dat groeit’. De Orde beveelt aan dat specialisten elkaar vaker moeten aanspreken. De maatschap is medeverantwoordelijk voor het functioneren van haar leden. Aangeraden wordt om jaarlijks een ‘APK’ uit te voeren. Verder zal de Raad van Bestuur een ‘vinger aan de pols’ moeten houden en een open cultuur moeten stimuleren. Maar is het genoeg? Los van de Orde, laat ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) van zich horen. In juli 2013 zijn de kwaliteitsindicatoren ziekenhuizen

“Wie zorgt ­ervoor dat de bomen niet ­omvallen?” 2014 vastgesteld, op basis waarvan de kwaliteit van zorg wordt bepaald. IGZ hecht daarbij veel waarde aan het jaargesprek en aan collegiale toetsing. Het ziekenhuis zal verder een regeling ‘mogelijk disfunctioneren medisch specialisten’ moeten hebben. Ook via deze weg dus een aanscherping van de taken van de Raad van Bestuur. Bovendien kan het openbaar ministerie bijzondere belangstelling tonen, want medisch falen kan ook strafrechtelijke gevolgen hebben, zoals de zaak van de falende neuroloog laat zien. Verder willen ook tuchtcolleges, patiëntenverenigingen en ­cliëntenraden, en niet in de laatste

plaats de patiënt zelf, goede zorg. Ook zij houden dus scherp in de gaten wat er gebeurt in het ziekenhuis, evenals de pers. Zo zijn er velen betrokken bij het functioneren van de medische specialist. Maar wie ziet door de bomen het bos nog? Wie zorgt ervoor dat de bomen niet omvallen? Wie heeft de regie? Als er sprake is van een arts in dienstverband, zoals in een academisch ziekenhuis en soms ook in een perifeer ziekenhuis, is het helder: de Raad van Bestuur heeft een werkgeversverantwoordelijkheid tegenover deze specialisten. Van deze werkgever mag verwacht worden dat deze doet aan dossiervorming en dat erop wordt toegezien dat de medewerkers goed functioneren, niet alleen inhoudelijk, maar ook wat betreft samenwerking en communicatie. En dat er actie wordt ondernomen als het functioneren niet goed is. Tuchtrechtelijk ook relevant, zeker voor de bestuurder die zelf ook arts is: in de zaak van de falende neuroloog kreeg een bestuurder een berisping, omdat deze de IGZ niet goed had ingelicht. De rol van de Raad van Bestuur is blijkbaar meer dan ‘een vinger aan de pols houden’. Een goede ontwikkeling? Er valt zeker wat voor te zeggen: de Raad van Bestuur zit dicht bij het vuur en heeft toch al rekening te houden met diverse belanghebbenden. De rol van regisseur, ook ten aanzien van de artsen die in een maatschap werkzaam zijn, past daarom prima. Als het maar bijdraagt aan verantwoorde zorg, want dat willen we allemaal.

Mark van de Laar Capra Maastricht 39


Offices For You:

Een vernieuwend kantoorconcept op ­vijfsterrenniveau designed by Taminiau Offices For You biedt een vernieuwend kantoorconcept; een stijlvolle, inspirerende omgeving - designed by ­Taminiau - met een totaalconcept aan faciliteiten en services, waarmee ondernemers de ideale werkplek kunnen inrichten. Variërend van een enkele flexplek in een levendige zakelijke omgeving tot een volledig gefaciliteerd eigen kantoor. Werk en privé lopen steeds vaker in elkaar over. Offices For You speelt in op deze o ­ ntwikkeling door een warme thuisbasis aan te bieden, die voor ondernemers als ‘eigen’ voelt en waar ze geïnspireerd raken, makkelijk kunnen werken en anderen kunnen ontmoeten. Het vernieuwende kantoorconcept biedt ondernemers op 4 karakteristieke locaties door het land de mogelijkheid om op een vijfsterrenniveau de business tot bloei te laten komen. Bij Offices For You is een ondernemer geen huurder, maar lid van de business club.

De visie op werk is het afgelopen decennium enorm veranderd. Zeker ondernemers werken niet meer per definitie van 9 tot 5, maar delen werk- en privétijd zo efficiënt en effectief mogelijk in. Wat ze nodig hebben moet voorhanden zijn, maar nu ze de vrijheid hebben om te gaan en staan waar ze willen, houden ze niet van een keurslijf. Het moet passen en ruimte bieden om te excelleren. Vijf jaar geleden - in 2009 - startte Thijs Taminiau, in een statige villa in Hilversum, de eerste vestiging van Offices For You; het ‘all-in-one’ ­kantoorconcept dat voldoet aan deze wensen. Nadien zijn de vestigingen Breda, Utrecht en Maastricht ­geopend. Allen op A1-locaties en variërend van modern tot ­monumentaal.

Klanten over Offices For You Maastricht Van Brussel: “Offices For You biedt ons een ondersteunende dienstverlening aan waardoor wij als organisatie meteen kunnen focussen op onze core business. Uiteindelijk wil iedere ondernemer gewoon doen waar hij goed in is.” Valkenburgh Advocaten: “Ons kantoor in Maastricht is centraal gelegen, nabij alle uitvalswegen, met voldoende parkeergelegenheid. Ook de uitstraling van het kantoor past bij ons.” Serpenti Schildersbedrijf: “Tijdens onze speurtocht naar een nieuwe locatie werden we al bij de binnenkomst positief verrast. Een professionele zakelijke uitstraling met het gevoel van ‘thuiskomen’. We waren ­meteen verkocht.”

40

MRT/APR ‘14


Designed by Taminiau Thijs Taminiau, mede-oprichter van Offices For You, groeide op in een creatieve ondernemersfamilie. Zijn oma en tante handelden in antiek, zijn vader exploiteerde diverse bedrijfspanden en zijn broer is de wereldberoemde modeontwerper Jan Taminiau. Offices For You heeft zodoende veel aandacht besteed aan het interieur en design van de kantoorgebouwen. De stijl wordt omschreven als warm, professioneel en inspirerend. Thijs: “Ik kom uit een familie die houdt van ‘mooie dingen’. Ik hou ervan om mensen zich thuis te laten voelen, een mooie omgeving te ­creëren en verbindingen te l­­eggen. Offices For You is een concept ­waarbij persoonlijke ­benadering en beleving net zo centraal staan als secretariële service en ­kantoorfaciliteiten.”

naar een Small of XXL kantoorruimte. Een vast en vertrouwd team zorgt dagelijks voor het uit handen nemen van alle rompslomp op het gebied van office management. Daarnaast kan er gebruik gemaakt worden van aanvullende diensten, zoals telefoonservice. Alle kantoren worden naar wens ingericht en zijn voorzien van WIFI en glasvezelinternet. De ondernemer heeft 24/7 toegang tot de ruimte, inclusief koffie, thee, schoonmaak en meer. Oftewel ‘plug in and work’. Met het lidmaatschap krijgt de ondernemer bovendien toegang tot de Social Space van alle Offices For You vestigingen; 300 m2 aan algemene ruimte om te flexwerken, medeondernemers te ontmoeten en inspiratie op te doen.

www.officesforyou.com

Efficiënte Club Een ondernemer huurt de ruimte die hij nodig heeft, passend bij de fase waarin het bedrijf op dat moment verkeert. Tijdens de looptijd kan er te allen tijde opgeschaald worden MRT/APR ‘14

41


MAATSCHAPPIJ

Arm en participerend, wat nu? DOOR GWEN TEO

N

u participatie het nieuwe kernwoord is en wordt ingezet in de strijd tegen de armoede, luidt de vraag: wat schieten arme Limburgers hiermee op?

“Ik voel me niet arm, maar ik ben het wel.” Ralph Janssen (61), voormalig hotelier uit Maastricht, hield een aardig bedrag over aan de verkoop van zijn horecabedrijf, nu veertien jaar geleden. Een mooi huis dat eigenlijk te duur was, werd indertijd toch door de bank gefinancierd: hij had immers kapitaal. Negen jaar later was de pret voorbij, de lasten van de woning drukten te zwaar op de schouders. Het huis moest in de verkoop. Janssen en zijn vrouw hebben een nieuw onderkomen, waar een deel van zijn kapitaal in vastzit. “De bank heeft het hypotheekbedrag namelijk bepaald aan de hand van mijn inkomen vanaf mijn 65e, dus we moesten ­bijleggen.” Het echtpaar leeft van één AOW-uitkering en een partnertoeslag, omgerekend zo’n 1.280 euro per maand. Aangezien de vaste lasten 1.200 euro bedragen, teert Janssen nu ook op zijn appeltje voor de dorst. Van die 40.000 euro spaargeld wordt maandelijks 400 euro uitgekeerd om het inkomen aan te vullen. Ralph Janssen heeft na de verkoop van zijn bedrijf als zzp’er nog geld verdiend. Deze inkomsten worden sinds zijn vrouw 65 is geworden, zes jaar geleden, in mindering gebracht 42

op de partnertoeslag. Hij behoort nu tot de categorie zogeheten ­‘nuggers’: ­niet-uitkeringsgerechtigden. Geen werk en geen recht op bijstand. Nuggers moeten eerst hun eigen huis opeten of teren op het inkomen van de partner. Ralph Janssen: “Nuggers staan volledig in de kou.” Hij heeft ­honderden keren gesolliciteerd, meestal krijgt hij geen reactie. “Er zijn geen banen voor 55-plussers zoals ik. Ik erger me aan de industrie die is ontstaan tussen werkgevers en werkzoekenden, aan die bureaus. Laat mij die premie meenemen naar een potentiële werkgever, dan nemen mijn kansen op een contract toe.”

“Ik voel me niet arm, maar ik ben het wel” Ralph Janssen valt buiten de politieke radar, evenals veel andere nuggers. Exacte cijfers kunnen het Centraal ­Bureau voor de Statistiek (CBS) en UWV niet verstrekken, maar het betreft een ‘schokkend groot aantal Limburgers’, zoals emeritus hoog­ leraar macro-economie Joan Muysken ­(Universiteit Maastricht) benadrukte tijdens een bijeenkomst over armoede in onze provincie.

Wijzende vinger In Limburg leefden in 2012 zo’n 87.000 mensen minstens één jaar in armoede volgens de lage-inkomensgrens van het CBS - 9.000 méér dan het jaar ervoor. 23.000 Limburgers worstelden zelfs al vier jaar of langer in armoede. Hans-Martin Don, directeur Leger Des Heils Limburg en Noord-Brabant, voorziet toenemende problemen als de politiek de ingezette koers blijft varen. “Sommige mensen blijven altijd afhankelijk van hulp. We moeten ruimhartig zijn voor hen. De participatiemaatschappij is een term die instrumenteel-technisch wordt ingezet om méér met minder geld te doen. En hoezo: meer participeren? Heel veel mensen participeren volop. In mantelzorg, in vrijwilligers- en buurtwerk, in verenigingen.” Bovendien, zegt Don, heerst de wijzende vinger: de schuld wordt bij de burger gelegd, bij de arme. Onterecht. “Neem de groeiende groep nieuwe armen; hoger opgeleiden die hun baan zijn kwijtgeraakt, ondernemers die het niet redden. Voorlopig krijgen ze hulp van hun vangnet: partner, familie. Zelfredzaamheid is een groot goed, anderzijds zijn de nieuwe armen daardoor geen punt van aandacht voor de politiek. Pas als het straks duizenden gezinnen betreft, verandert dat. Maar dan is het te laat.” Het systeem is te star, stelt Don, flexibilisering is noodzakelijk. “Wie werkt als een paard, maar desondanks van veel minder moet rondkomen doordat de MRT/APR ‘14


Frank de Klaver


“Initiatieven zonder uitzicht op ­inkomensverbetering zetten weinig zoden aan de dijk” huidige baan minder oplevert dan de vorige, ziet geen licht aan het eind van de tunnel.” Ook schulden die jarenlang in de nek blijven hijgen, zoals bepaalde belastingschulden, vormen een extra zware last. “We hebben de banken geholpen, laten we nu de mensen helpen. Ervoor zorgen dat ze na drie jaar schuldsanering daadwerkelijk schuldenvrij zijn.” Weinig inkomensverbetering En de Limburger zelf? Die moet de kansen léren zien, vindt Don. “Als mensen klagen over toerfietsers of oldtimers in het Heuvelland, denk ik: tja, het is wel handel, nietwaar? Benut dergelijke economische groeimogelijkheden vooral, denk positief.” De overheid heeft arbeidsparticipatie hoog op de agenda staan in de strijd tegen armoede. Zodoende moeten, in het kader van de Participatiewet, veel Limburgse bijstandontvangers, Wajongers en Wsw’ers straks aan de slag bij reguliere werkgevers. Doelen zijn genoemd. Gemeenten en het UWV zijn verantwoordelijk voor het overleg met de werkgevers. “Het ontbreekt hen echter vooralsnog aan ideeën over hoe dat werk nou moet worden gecreëerd”, meent Frank de Klaver van stichting De Pijler, de koepel van ­belangen­organisaties van uitkeringsgerechtigden en Limburgers met lage inkomens. De Klaver ziet nog meer obstakels. “Werkgevers hebben al moeite genoeg het hoofd boven water te houden ­zonder extra druk.” Daarnaast is het nog maar de vraag in hoeverre hier succes valt te boeken met een strijdplan gericht op meer arbeidsparticipatie. De Klaver is pessimistisch over de kans op inkomensverbetering voor veel Limburgers, zelfs als het lukt om de gewenste banen te creëren. In de logistiek en de agro44

sector, belangrijke werkverschaffers in Noord-Limburg, betreft het vooral laagbetaalde banen. Hetzelfde geldt voor ­administratieve en zorgfuncties, die in het zuiden dominant aanwezig zijn. “Initiatieven zonder uitzicht op ­inkomensverbetering zetten weinig zoden aan de dijk.” Armoedetaboes Armoede veroorzaakt vaak veel stress, en stress ondermijnt de gezondheid van mensen, signaleert Klasien Horstman, hoogleraar filosofie van de publieke gezondheidszorg (Universiteit Maastricht). “Bovendien weten we dat láger opgeleide mensen korter leven, in minder goede gezondheid verkeren en eerder in armoede vervallen.” Armoede bij kinderen vermindert de kansen op een welvarende economische toekomst. Eén van de redenen waarom Horstman investeren in onderwijs van groot belang acht. “Maar ons onderwijssysteem baart me zorgen. Veel waarde wordt gehecht aan cognitieve prestaties, terwijl andere, meer praktische vaardigheden worden ondergewaardeerd. Ons systeem heeft veel weg van een meetfabriek, terwijl het beter een ontwikkel-werkplaats kan zijn’. Het Maastrichtse sociale media project ‘Bianca in de buurt’, waarbij Horstman vanuit de universiteit is betrokken, is volgens de hoogleraar een interessant voorbeeld van hoe via sociale media

het welzijn in achterstandswijken kan worden verbeterd. Om taboes te doorbreken, bijvoorbeeld omtrent schuldenproblematiek en zorgen over opvoeding, zijn echte verhalen verfilmd, teneinde de discussie over zulke onderwerpen aan te zwengelen. Horstman: “Mensen in achterstandswijken zijn vaak overbelast, worstelen met onmacht, depressies en angst. Ze vinden de weg niet naar het RIAGG en de kloof tussen hoogopgeleide hulpverleners en deze bewoners is groot. ‘Bianca’ is een middel om gesprekken onderling op gang te brengen, ervaringen te delen, nieuwe perspectieven te ontwikkelen en beeldvorming bij te stellen. Zo kun je een nieuw soort publiek domein genereren.” De serie heeft in de rest van het land de aandacht getrokken. Financiering voor een vervolg wordt gezocht. Angst regeert in tijden van verandering, stelt Horstman. “Forse bezuinigingen in onder meer de zorg versterken dat. Mensen vrezen dat hun kinderen, hun buren, hen niet willen helpen. Daarover moet je het met elkaar hebben: wat mogen we van elkaar ­verwachten?” Ondertussen ‘participeert’ Ralph Janssen voortdurend. Zo zit hij volop in het vrijwilligerswerk. Van hem mag Limburg meer lef tonen bij het ontplooien van initiatieven. “De provincie richt zich te veel op kapitaalkrachtige bedrijven. Waarom niet inzetten op buurtbeheerbedrijven? Als daarin meer wordt geïnvesteerd, zul je zien dat bewoners ondernemend worden. Dan zetten ze een was- en strijkdienst op, een vervoersdienst. Dat draagt ook bij aan de armoedebestrijding.” De naam Ralph Janssen is om privacyredenen gefingeerd.

Meer voedselpakketten Voedselbank Limburg-Noord verstrekte afgelopen jaar 8640 voedselpakketten, zo’n 640 meer dan in 2012. In Midden-Limburg steeg het aantal uitgegeven pakketten van 6042 in 2012 tot ruim 7000 in 2013. Voedselbank Limburg-Zuid verstrekte zowel in 2012 als in 2013 maar liefst 25.000 voedselpakketten. De vraag oversteeg vorig jaar echter het aanbod fors: ruim 250 gezinnen stonden op de wachtlijst voor een voedselpakket in het zuiden, maar konden niet worden geholpen wegens een tekort aan voedingsmiddelen. Bron: voedselbanken Limburg

MRT/APR ‘14


COLUMN

D

e economie is in het vierde kwartaal van ‘t afgelopen jaar gegroeid met 0.7% en dat is fors. Toen ik die berichtgeving onlangs hoorde moest ik denken aan wat ik vorig jaar ­september met u deelde op deze plek. Ik schreef toen dat er een einde zou komen aan de recessie. De uitzendbranche merkt het immers direct wanneer de economie opveert. Bedrijven hebben dan weer mensen nodig. En die nemen ze af bij u ­ itzendorganisaties. Sinds mei 2013 signaleren wij een forse toename van het aantal openstaande vacatures en het aantal werkende uitzendkrachten. Binnen vrijwel alle branches en beroeps­ groepen, en in heel Limburg dus van Mook tot Eijsden.

Ik keek dan ook een beetje op van de reactie van een gerespecteerde Limburgse krant op de mooie economische groei van afgelopen jaar. De economische groei zou tot nu toe nog niet leiden tot meer werkgelegenheid zo meende de krant. Dus er zou volgens diezelfde krant alle reden zijn tot voorzichtigheid. Als bewijs voerde men CBS-cijfers op waaruit zou blijken dat er in december 2013 honderdduizend minder Nederlanders een baan hadden dan in december 2012. Een typisch geval van een foutieve conclusie als u het mij vraagt: de economische groei zou niet zorgen voor meer werkgelegenheid omdat het CBS signaleert dat er ­honderdduizend minder Nederlanders aan de slag zijn dan een jaar eerder. Er is wel degelijk sprake van een forse groei van werkgelegenheid en dus een toename van het aantal werkende krachten! En ik kan het weten, want wij zien dagelijks welke vacatures binnenkomen en hoeveel mensen aan de slag gaan. Ik zal u uitleggen hoe de vork in de steel zit. Er zijn twee belangrijke elementen die een rol spelen bij de gemaakte denkfout. Op de eerste plaats hebben we te maken met een verschuiving van vaste banen naar flexibele banen. Die tendens is al heel lang aan de gang. Vaste banen dalen in aantal, daarvoor in de plaats komen flexibele banen en die groeien in aantal. Flexibele banen, zeg maar uitzendwerk (maar er hoort ook bij werk als ZZP’er of via een payroll-organisatie), zijn bijna niet te registreren. Het CBS kent de omvang eenvoudig niet, men wil daar de vingers niet aan branden. Immers wie vandaag start met een flexibele baan kan deze volgende maand alweer kwijt raken. Dat is de kern van die flexibiliteit, maar voor instanties als het CBS veel te lastig en dus tellen ze alleen maar de vaste banen. Die echter steeds meer verdwijnen. Niet omdat het nog steeds slecht zou gaan met de economie, maar vanwege de tendens dat we flexibiliseren. MRT/APR ‘14

Werk, werk en nog eens werk

HARM WIERTZ

Limburgs Lef

Op de tweede plaats telt het CBS het aantal landgenoten met een vaste baan en dat aantal neemt af. We moeten echter niet vergeten dat er steeds meer arbeidsmigranten aan de slag gaan in ons land. Die vullen werkzaamheden in welke wij zelf niet kunnen of niet willen ­uitvoeren. Per saldo werken er bijvoorbeeld ­iedere dag zo’n driehonderdvijftigduizend Poolse arbeidsmigranten bij Nederlandse ­bedrijven. En dat aantal groeit iedere maand. Ik weet het zeker: de werkgelegenheid is in de tweede helft van afgelopen jaar fors gegroeid. En die groei zet dit jaar door. De afgelopen maanden doen Limburgse bedrijven massaal een beroep op onze dienstverlening. Er is werk, werk en nog eens werk. Flexibel werk weliswaar, uitzendwerk, maar ook die vorm van werk is echt werk. De stijgende lijn zit er volop in. Werkgevers hebben er weer vertrouwen in. Je ziet tijdens bedrijfsbezoeken en netwerkbijeenkomsten weer blije gezichten. Dit wordt een mooi jaar!

Harm Wiertz Wiertz Personeelsdiensten h.wiertz@wiertz.com 45


Eygelshoven


THEMA PARKSTAD

Zuid-Limburg krijgt natuurkerkhof

Natuurbegraafplaats in Parkstad opent in het najaar DOOR TON REIJNAERTS BEELD JEAN PIERRE GEUSENS

B

egraven in de natuur neemt een grote vlucht. Na NoordLimburg (Weverslo, gemeente Venray) en Midden-Limburg (Sint Odiliënberg) krijgt ook Zuid-Limburg haar eerste natuurbegraafplaats. In de Parkstad, meer specifiek Eygelshoven, krijgen 3000 mensen vanaf eind 2014 een laatste plek in de natuur.

“Steeds meer mensen willen begraven worden in het bos of in het open weiland”

Geen marmeren engel die waakt over het graf, hooguit een zwerfkei of een stuk natuurhout dat de plek markeert waar de overledene ligt. Om het graf heen weinig meer dan ruisende bomen, groene velden, her en der een bankje en stilte. De natuurbegraafplaats is een plek waar een hoofdrol voor de natuur is weggelegd. De graven midden in de natuur zijn populair, blijkt uit navraag bij natuurbegraafplaatsen in ons land. Belangstellenden voor een plek op een natuurbegraafplaats staan overal in Nederland dan ook met honderden in de rij.

­ eelgemeente Eygelshoven, legt uit d waarom “Er zitten veel voordelen aan begraven in de natuur,” zegt Van der Laan. “Je hebt hier bijvoorbeeld eeuwig grafrecht. Bijkomende kosten zijn er niet. En aan onderhoud hoef je niks te doen, de natuur neemt dat over. Daardoor hoef je de nabestaanden niet te belasten. En je ligt op een heel mooie plek in het bos of de bosweide. Een plek die je zelf mag uitzoeken. Mensen vinden het vaak ook een mooie gedachte om bij te dragen aan natuurbeheer.”

Steeds meer mensen willen begraven worden in het bos of in het open weiland. Dat gaat zelfs in tegen de trend dat een meerderheid van de overledenen zich tegenwoordig laat cremeren. Albert van der Laan, die de exploitatie op poten zet op de nieuwe natuurbegraafplaats in de Kerkraadse

Bos als begraafplaats in trek De natuurbegraafplaats is een relatief nieuw fenomeen; de meerderheid van de Nederlanders kiest sinds 2003 voor een crematie en dat aantal blijft groeien. Vorig jaar werd bijna zestig procent van de overledenen gecremeerd. Naar verwachting stijgt dat de komende

MRT/APR ‘14

tien jaar naar zeventig procent. Ook het aantal natuurbegraafplaatsen stijgt. Het natuurkerkhof in Parkstad wordt de zevende natuurbegraafplaats in ­Nederland. “Ook op een natuurkerkhof zijn er geen kosten voor grafonderhoud. En je hoeft ook geen duur ­monument aan te schaffen. Het grote verschil is dat je hier een plek hebt om naar terug te keren”, zegt Michel Schols, directeur van Zuid-Limburgs nieuwe 5,5 hectare grote natuurbegraafplaats in aanleg. Glimlachend: “En je hoeft ook nooit bang te zijn dat je de plek van je dierbare in dit immense natuurterrein niet terugvindt. De hele natuurbegraafplaats hier is namelijk uitgerust met een GPS-systeem.” Maastrichtenaar Michel Schols is met Landgravenaar Wim Vossenberg grootaandeelhouder in de BV, die 47


eigenaar is van de groeve. De groeve Herman werd eerder overgenomen van Laura BV, onderdeel van Sogem S.A. te ­Brussel. Directeur Schols en Vossenberg zijn ook de initiatiefnemers van het natuurkerkhof in ­Eygelshoven. Wim Vossenberg is in feite een belangrijke schakel in het proces van verleden naar heden en toekomst. Bij de Sanering Mijnterreinen Oostelijke Mijnstreek (SMO) in het kader van de operatie van zwart naar groen saneerde Wim Vossenberg als directeur van een bedrijf gespecialiseerd in grondverzet en transport, in het verre verleden namelijk ook de locatie van de nieuwe natuurbegraafplaats, de voormalige bruinkoolgroeve Herman. De groeve Herman, die alleen in de jaren na de eerste en tweede wereldoorlog vanwege de verhoogde vraag naar bruinkool en potovens verwarmende briketten rendeerde, is in de loop der jaren voorzien van een dertig meter dikke deklaag. Deze laag wordt binnenkort aangevuld met een extra grondlaag schone grond van circa twee meter. Aansluitend gaat in het voorjaar de aanplant van het natuurbos van start. Het natuurbos wordt voorzien van vrij toegankelijke wandelpaden. “De provincie Limburg en de gemeente Kerkrade planden hier in de groeve

aanvankelijk woningbouw en wegen. Maar dat plan werd achterhaald door de economische crisis. Daarop besloot de provincie het 5,5 hectare grote terrein terug te geven aan de natuur,” vertelt Wim Vossenberg. ‘Ondernemen met natuur’ Schols en Vossenberg anticipeerden op de actualiteit met een project dat je een uitstekend voorbeeld van ‘ondernemen met natuur’ mag noemen. “Natuurbegraafplaatsen in Nederland richten zich doorgaans vooral op het begraven worden in de natuur. In Engeland gaat men verder,” weet Schols. “Daar worden de graven met de tijd één met de natuur. Daar stelt men ook strengere eisen aan wat de grond in mag en wat op het graf mag. Eigenlijk beter dus. Zo willen we het hier ook gaan inrichten. In een linnen doek of kartonnen doos begraven met enkel een nieuw geplant boompje of zwerfkei als monument. ‘Tussen de bomen en de vogeltjes, in de vrije natuur, lijkt me mooi!’ Al willen we de mensen die zich hier vanaf april kunnen laten registeren als belangstellende of zelfs al een plek kunnen reserveren ook een stem geven in de verdere ontwikkeling.”

Albert van der Laan

Michel Schols


COLUMN

Het functioneren van de medisch specialist: over bomen en regie

MARK VAN DE LAAR

I

n ons vak gaat het nog al eens over het functioneren van mensen, vooral als het niet goed gaat. Een medewerker over wie de werkgever niet tevreden is en van wie men daarom afscheid wil nemen. Eén van onze standaardvragen is dan of er een ‘dossier’ is? Zijn er stukken waaruit blijkt dat de medewerker onder de maat presteert? Is er een kans gegeven voor verbetering en is dit besproken met de medewerker? Hoewel niet makkelijk, is het noodzakelijk een dergelijk gesprek te voeren en daarvan een verslag te maken. Dit zijn bij uitstek taken van de werkgever. Druk van buiten vergroot het belang van goede dossiervorming. Dat geldt zeker in de zorg. Er hoeft maar gewezen te worden op enkele schrijnende rechtszaken die recent de pers hebben gehaald. Bijvoorbeeld de falende neuroloog, die van de rechter te horen kreeg dat hij nooit meer zijn beroep mag uit­ oefenen. Hoe kan, in het belang van de patiëntenveiligheid, voorkomen worden dat een specialist niet goed functioneert? Daarvoor bestaan diverse instrumenten, zoals zelfregulering door de Orde van Medisch Specialisten. Deze regulering is recent aangescherpt: zie het visiedocument ‘Optimaal

functioneren van medisch specialisten’ (12 december 2013), met als ondertitel ‘Een boom die valt, maakt meer lawaai dan een bos dat groeit’. De Orde beveelt aan dat specialisten elkaar vaker moeten aanspreken. De maatschap is medeverantwoordelijk voor het functioneren van haar leden. Aangeraden wordt om jaarlijks een ‘APK’ uit te voeren. Verder zal de Raad van Bestuur een ‘vinger aan de pols’ moeten houden en een open cultuur moeten stimuleren. Maar is het genoeg? Los van de Orde, laat ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) van zich horen. In juli 2013 zijn de kwaliteitsindicatoren ziekenhuizen

“Wie zorgt ­ervoor dat de bomen niet ­omvallen?” 2014 vastgesteld, op basis waarvan de kwaliteit van zorg wordt bepaald. IGZ hecht daarbij veel waarde aan het jaargesprek en aan collegiale toetsing. Het ziekenhuis zal verder een regeling ‘mogelijk disfunctioneren medisch specialisten’ moeten hebben. Ook via deze weg dus een aanscherping van de taken van de Raad van Bestuur. Bovendien kan het openbaar ministerie bijzondere belangstelling tonen, want medisch falen kan ook strafrechtelijke gevolgen hebben, zoals de zaak van de falende neuroloog laat zien. Verder willen ook tuchtcolleges, patiëntenverenigingen en ­cliëntenraden, en niet in de laatste

plaats de patiënt zelf, goede zorg. Ook zij houden dus scherp in de gaten wat er gebeurt in het ziekenhuis, evenals de pers. Zo zijn er velen betrokken bij het functioneren van de medische specialist. Maar wie ziet door de bomen het bos nog? Wie zorgt ervoor dat de bomen niet omvallen? Wie heeft de regie? Als er sprake is van een arts in dienstverband, zoals in een academisch ziekenhuis en soms ook in een perifeer ziekenhuis, is het helder: de Raad van Bestuur heeft een werkgeversverantwoordelijkheid tegenover deze specialisten. Van deze werkgever mag verwacht worden dat deze doet aan dossiervorming en dat erop wordt toegezien dat de medewerkers goed functioneren, niet alleen inhoudelijk, maar ook wat betreft samenwerking en communicatie. En dat er actie wordt ondernomen als het functioneren niet goed is. Tuchtrechtelijk ook relevant, zeker voor de bestuurder die zelf ook arts is: in de zaak van de falende neuroloog kreeg een bestuurder een berisping, omdat deze de IGZ niet goed had ingelicht. De rol van de Raad van Bestuur is blijkbaar meer dan ‘een vinger aan de pols houden’. Een goede ontwikkeling? Er valt zeker wat voor te zeggen: de Raad van Bestuur zit dicht bij het vuur en heeft toch al rekening te houden met diverse belanghebbenden. De rol van regisseur, ook ten aanzien van de artsen die in een maatschap werkzaam zijn, past daarom prima. Als het maar bijdraagt aan verantwoorde zorg, want dat willen we allemaal.

Mark van de Laar Capra Maastricht


ONDERWIJS

In gesprek met Tweede Kamerlid Karin Straus en Gedeputeerde Bert Kersten

‘Onderwijs en bedrijfsleven moeten het zelf doen.’ DOOR ANGÈL NIJSKENS BEELD ALF MERTENS

H

oe zorgen we voor een betere afstemming van het onderwijs op de regionale arbeidsmarkt? Een vraag die zowel VVD Tweede Kamerlid en woordvoerder onderwijs Karin Straus als Gedeputeerde voor Arbeidsmarkt en Onderwijs Bert Kersten bezighoudt. Een goede samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid op lokaal en regionaal niveau is volgens beiden de belangrijkste sleutel. Maar krijg die neuzen maar eens allemaal dezelfde kant op. “De overheid heeft daarbij slechts een bescheiden rol,” aldus Straus. “De politiek moet vooral het gesprek op gang brengen of vlot trekken als dat nodig is. Onderwijs en het bedrijfsleven moeten het vooral zelf doen.”

Wat doet de Provincie Limburg? aan meningen van anderen waar ik me Bert Kersten: ,,Er zijn nog veel versnipperde projecten. Als partijen de krachten bundelen leidt dit tot een beter resultaat. Kinderen moeten zien wat een vak inhoudt. Dan kunnen ze ook een weloverwogen keuze maken. Daarvoor is interactie met bedrijfsleven en onderwijs nodig. Ik doe daarom een appèl op alle partijen om over hun schaduw heen te stappen en het nu ook echt actie te ondernemen. Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt maar die zijn in het belang van de toekomst van de kinderen.” 50

Karin Straus: ,,Tijdens mijn werk­ bezoeken hoor ik dat het voor het bedrijfs­leven lastig is om bij de scholen met de juiste persoon in contact te komen. Wat mij betreft mag de ouderwetse stagecoördinator daarom weer terugkomen. Iemand die namens de school goede contacten onderhoudt met het regionale bedrijfsleven en die voor bedrijven een eerste aanspreekpunt is. Er zijn bij het bedrijfsleven zelf ook veel goede initiatieven die echter helaas vaak versnipperd zijn. Zo zie ik dat grotere werkgevers acties ondernemen om kinderen voor hun vak te interesseren. Het is echter veel krachtiger als hierin door bedrijven veel meer samen wordt opgetrokken. Een mooi voorbeeld daarvan is de ­Onderwijs-Bedrijfsleven-database die onlangs door de Limburgse Werkgeversvereniging (LWV) gelanceerd is. Het bedrijfsleven kan daar melden wat zij voor het onderwijs zouden willen betekenen. Het onderwijs krijgt vervolgens toegang tot deze database. Inmiddels hebben zich al zo’n zestig ondernemers ingeschreven. Nu is het van belang dat scholen ook van het bestaan van die database weten en er actief gebruik van gaan maken.” Welke initiatieven zijn er al ­genomen? Bert Kersten: ,,De praktijk is dat veel scholen te maken hebben met teruglopende leerlingenaantallen. Ons streven is om de basisopleiding zo veel moge-

Bert Kersten en Karin Straus

lijk in de buurt te houden. Maar dure vervolgopleidingen kunnen niet meer overal in stand worden ­gehouden. Dit heeft tot gevolg dat kinderen verder zullen moeten reizen voor hun vervolgopleiding. Daarbij vinden wij het belangrijk er goed vervoer is voor de kinderen. Zo werd de reiskostenregeling voor Limburgse MBO-leerlingen onlangs verlengd. Daarnaast zijn we bezig met de uitwerking van de Human Capital Agenda’s. Daarin staan voorstellen van de topsectoren om het onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Maar ook de uitwerking van het Techniekpact en de doorlopende leerlijnen behoren tot deze initiatieven.” Wat betreft wetgeving vanuit Den Haag op dit gebied? Karin Straus: ,,In Den Haag ligt een wetsvoorstel macrodoelmatigheid MBO. Dit wetsvoorstel probeert de afstemming tussen het opleidingsaanbod en de vraag van de regionale arbeidsmarkt ook daadwerkelijk te realiseren. In de Kamer pleit ik ervoor om gebruik MRT/APR ‘14


België en Duitsland heel anders en zijn er aanvullende verzekeringen nodig als een leerling over de grens stage gaat lopen. Dat soort dingen leg ik voor in Den Haag.” Welke andere verbeterpunten zijn er? Karin Straus: ,,De aansluiting van het VMBO op MBO is een verbeterpunt, met name de doorlopende leerroute VMBO-MBO, de VM2 route. Tijdens mijn werkbezoeken hoor ik dat deze leerroute succesvol is. Maar ik hoor ook geluiden dat er zeker nog verbeteringen nodig zijn. Er is een voorbeeld in Limburg waarbij VMBO en MBO bij elkaar in één gebouw zitten maar de deur ertussen zit wel op slot.“

te maken van regionale best practices die er al zijn. Nederland kent zo’n 35 verschillende arbeidsmarktregio’s. Ik zie dat de manier waarop dit in de praktijk wordt opgepakt heel verschillend is wat ook recht doet aan de diversiteit van deze regio’s. Ik nodig de provincie uit om in de uitwerking van dit wetsvoorstel mee te denken. We hebben namelijk niets aan een model dat gebaseerd is op voorbeelden uit de Randstad en waarmee andere regio’s zoals Limburg niet uit de voeten kunnen.”

we ze laten weten welke kansen de regio hen kan bieden.”

Wat doet het onderwijs zelf al? Bert Kersten: ,,Het Limburgse basisonderwijs is actief aan de slag met buurtaalonderwijs. Daarmee maken kinderen in de grensstreek op jonge leeftijd spelenderwijs kennis met de Duitse of Franse taal. Dit wordt gestimuleerd vanuit de provincie omdat we het belangrijk vinden om kinderen ervan bewust te maken welke mogelijkheden er over de grens zijn. Als we willen dat kinderen ook na hun toekomstige studie in de buurt blijven wonen moeten

Karin Straus: ,,Ik zie telkens weer dat het verschil wordt gemaakt door de mensen in de praktijk. Zo was ik onlangs in de regio Parkstad waar zowel in het basis- als voortgezet onderwijs inderdaad mooie voorbeelden zijn van buurtaalonderwijs. Daar wordt bijvoorbeeld ook actief samengewerkt met de Technische Universiteit in Aken. Om deze initiatieven kracht bij te zetten moeten er wel nog wat belemmeringen worden weggenomen. Zo is de accreditatie van leerkrachten in Nederland,

MRT/APR ‘14

“Kinderen ­moeten zien wat een vak ­inhoudt”

Bert Kersten: ,,Als kinderen kiezen voor een vak moet dat, net zoals in Duitsland, weer gewaardeerd worden. Als kinderen daar talent voor hebben moeten ze daar ook trots op kunnen zijn en zich gewaardeerd voelen. Onderwijs en bedrijfsleven hebben hierbij een gemeenschappelijk doel, vakmanschap moet weer gewaardeerd worden. Daarbij zijn niet alleen knappe koppen nodig maar ook gouden handjes. Helaas is dit nog geen vanzelfsprekendheid. Momenteel is er weinig maatschappelijke waardering voor vakmanschap.” Hoe brengen we de waardering voor het vakmanschap weer terug? Karin Straus: ,,Studenten moeten allereerst weten waar ze voor kiezen. Daarom is er nu via www.beroepeninbeeld. nl een studiebijsluiter beschikbaar om het toekomstperspectief van een studie beter te kunnen inschatten. Daarop kun je kijken hoe groot de kans op werk en op stage is per beroep in een bepaalde regio. Natuurlijk is het wel van belang dat deze informatie bij de studenten terecht komt. Niet alle scholen nemen deze gegevens op in hun eigen studie-informatie. Bert Kersten: ,,Ik ken een horlogemaker in Maastricht, dat is een vakman pur sang! Die parels zijn nu niet genoeg zichtbaar. Ik weet zeker dat als een 51


schoolklas bij hem op bezoek gaat er zeker een aantal kinderen wordt aangestoken door zijn enthousiasme voor het vak.” Karin Straus: ,,Staatsecretaris Dekker stuurde onlangs een brief over toptalenten. Hierin gaf hij aan dat hij het beste uit alle kinderen wil halen. Daarmee bedoelt hij niet alleen de bollebozen maar ook de gouden handjes. Dus zijn niet alleen cognitieve capaciteiten, maar ook bijvoorbeeld creatieve vaardigheden van belang. Wanneer een kind uitblinkt in creativiteit of praktische vaardigheden hebben scholen nu geen instrumenten om dat te beoordelen. Er is geen waarderingsschaal voor een uitvinder of timmerman in de dop. Deze zou er wat mij betreft wel moeten komen. Dat zou kunnen door bij de centrale eindtoets in het basisonderwijs niet alleen cognitieve capaciteiten, maar ook creativiteit en praktische vaardigheden te toetsen. Het voortgezet onderwijs kan daarop inspelen door toppertjes bijvoorbeeld de mogelijkheid te geven om sneller door het beroepsonderwijs te lopen. Het bedrijfsleven kan hen ook uitdagende stages bieden. Of concrete opdrachten waarbij ze samenwerken met leerlingen van bijvoorbeeld Technasia. Zo zien ze ook dat ze elkaar nodig hebben. Het een is zeker niet minder waard dan het ander.” Bert Kersten: ,,Dat klopt, dat zag ik ook op het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in de Verenigde Staten. Het is prachtig om te zien hoe creatieve en slimme mensen daar samenwerken. Maar in Limburg gebeurt dat ook. Kasteel Schaesberg in Landgraaf wordt bijvoorbeeld gerestaureerd met behulp studenten van Hogeschool Zuyd en leerlingen van Praktijkopleiding Parkstad Limburg. Zo maak je het vak interessant! “

het onderwijs op de arbeidsmarkt te verbeteren. Voorbeelden van afspraken zijn: meer aandacht voor techniek op alle basisscholen in 2020 en een investeringsfonds om techniek in het onderwijs te stimuleren.” Bert Kersten: ,,Een maand na de lancering van het Techniekpact hebben we een werkconferentie georganiseerd voor Limburgse onderwijsinstellingen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven met als titel ‘Focus op technisch talent in Limburg’. Daar is afgesproken dat er in twee regio’s, Zuid-Limburg en Noord- en Midden-Limburg, een “doeraad” komt om activiteiten op dit terrein op elkaar af te stemmen en te versnellen. Voor beide regio’s zijn boegbeelden benoemd. Zij vormen het gezicht van de doeraden. Voor Noord- en Midden-Limburg is dit Leo Scholl, voorzitter van het College van Bestuur van Gilde opleidingen. Voor Zuid-Limburg is Ger Wagemans, voormalig directeur Chemelot, aangewezen. Zij zijn het Techniekplan samen met mensen uit het onderwijsveld

en het bedrijfsleven en de overheden momenteel aan het uitwerken in concrete plannen. Voor het eind van 2013 moeten er concrete voorstellen op tafel liggen. Wat zou het bedrijfsleven nog extra zou kunnen doen? Karin Straus: ,,Er zijn steeds meer mogelijkheden voor bedrijven om iets te betekenen voor scholen. Maar het begint natuurlijk allereerst met het aanbieden van goede stages. Daar krijgt een bedrijf ook veel voor terug; jonge mensen met frisse ideeën en kennis van nu. Daarnaast is het aannemen van een stagiair de beste wervingsmethode die er is. Door de stage kan een organisatie ontdekken in hoeverre de stagiair bij het bedrijf past en kun je je kosten van het werven van personeel uitsparen. Daarnaast kunnen bedrijven zich actief op scholen presenteren tijdens open dagen en gastlessen of een bedrijfs­bezoek verzorgen. De wettelijke mogelijkheden hiervoor zijn geregeld. Het is nu echt een kwestie van samen doen.”

– A DV E R T E N T I E –

Welke maatregelen worden er ­genomen om het tekort aan technici terug te dringen? Karin Straus: ,,Het afgelopen voorjaar werd het Techniekpact gesloten door onderwijsinstellingen, werkgevers, werknemers, topsectoren, het kabinet en regionale overheden. Hierin staan allerlei afspraken om het aantal technici te vergroten en de aansluiting van 52

MRT/APR ‘14


COLUMN

DE KOERS VAN COERTS

Jean als redder van Limburg (de werkverschaffing moet terug)

GERRIE COERTS HOOFDREDACTEUR WIJLIMBURG.NL

D

Het is hoog tijd voor drastische maatregelen om Limburg robuuster te maken voor de toekomst. Om te beginnen met de Limburgers. Werk voor velen is daarbij cruciaal. Alleen blijkt dat steeds lastiger. Tenminste voor bepaalde groepen, met name aan de onderkant van de samenleving. De mensen met een lage opleiding staan massaal aan de kant. Volgens menigeen zal de Big Data-revolutie ook veel banen in het middensegment wegnemen. Met name kantoorbanen. Overheden proberen van alles, maar tot dusver is er vooral aandacht voor de bovenkant van de markt. Het stimuleren van werk voor de hoogst opgeleiden op campussen van bijvoorbeeld Chemelot. Dat is echter veel te weinig. De overheid moet echt drastische maatregelen uit de kast halen om de strijd met de rest van de wereld aan te kunnen.

World heeft gebouwd. Zijn bedrijf trekt elk jaar honderdduizenden toeristen. Jean Gelissen gaat nog verder. Hij wil nóg groter bouwen met zijn plan voor Nature Wonder World in Brunssum. Dat moet een levend attractiepark met jaarlijks miljoenen bezoekers uit de hele wereld worden. Gelissen heeft het tij tegen. De economische crisis maakt geldschieters huiverig. Met name de provinciale overheid zou Gelissen veel meer moeten ondersteunen en er een moderne variant van de werkverschaffing van maken. Kijk naar de Staatsbossen in Drenthe. Ooit gestart - alweer 100 jaar geleden - om straatarme Nederlanders uit de armoede te trekken. En tegenwoordig een magneet voor toeristen, wie heeft niet de Drentse Rijwielvierdaagse gereden door en nabij de Drentse bossen? Nature Wonder World kan de moderne versie van de werkverschaffing worden.

“­Gelissen heeft heel veel ­slimmeriken ­nodig, en ­handjes”

Want Gelissen heeft heel veel slimmeriken nodig, en handjes. Vele duizenden mensen. Van ingenieurs tot economen. Van juristen (‘hoe krijg ik het klaar dat dit niet concurrentievervalsend is voor anderen’) tot kraanmachinisten en vrachtwagenchauffeurs. En heel veel bouwers. Handjes uit de mouwen!

Limburg heeft daarbij het goud voor het oprapen. Dankzij ondernemers die verder kijken dan vandaag en morgen. Ik noem Koos Hendriks die op de voormalige mijnberg de toeristentrekker SnowMRT/APR ‘14

53


GOEDE DOEL

22 juni 2014 in Roermond:

Tweede Kiwanis En Route

N

a de succesvolle eerste editie van Kiwanis En Route (KER), ­oldtimer r­ ally, in 2013, organiseert de ­Kiwanis Club Roermond op 22 juni 2014 de tweede editie Kiwanis En Route (met o.a. hulp van Oldtimer en Classic-Car Club Heel). De start en finish is dit jaar ‘Kasteel Daelenbroeck’ te Herkenbosch. Zowel de ‘ochtendrit’ als de ‘middagrit’ voeren langs de mooiste plekken van Midden-Limburg. Een onderdeel van de rally is ook weer een routequiz met voor de winnaars leuke prijzen. Tussen de ochtend- en middagrit ontvangt u een lunch op een sfeervolle locatie ergens in Midden-Limburg. De dag wordt wederom afgesloten met een barbecue bij Kasteel Daelenbroeck. Onze KER-website is ­geactualiseerd (www.kiwanisenroute.nl). Neem eens een kijkje op de website en maak gebruik van de inschrijfmogelijkheid. Uw bijdrage gaat in 2014 naar de onderstaande goede doelen: • Gilde Opleidingen Go For Lombok: Hulp door en voor jongeren aan visueel gehandicapte kinderen in Lombok.

• Koraalgroep Limburg: Jongeren met een licht verstandelijke beperking, met daarnaast leer- en gedragsproblemen, worden begeleid met sporten om hen ­zodoende te resocialiseren. • Stop Tetanus: Een wereldwijd Kiwanis-project. Kiwanis zet zich samen met Unicef in voor het vaccineren van kinderen tegen tetanus. Namens de (kern)organisatie van Kiwanis En Route: Pierre Swerts, Pieter Dorssers, Maurice Sonntag, Wim den Uyl, Hans Huyskens en Kiwanis-president Jan Pirovano.

Kiwanis is een internationale organisatie van serviceclubs. Een serviceclub is een club van mensen die door het opzetten en uitvoeren van activiteiten geld bijeenbrengen (fundraising) en dat bijeengebrachte geld uitgeven aan goede doelen (fundspending). De Kiwanis richten zich voornamelijk op goede doelen voor kinderen. De wereldwijde leus is dan ook “Serving the children of the world“. Kiwanisclub Roermond is op 25 maart 1982 opgericht en telt 21 leden.

54

MRT/APR ‘14


MRT/APR ‘14

55


COLUMN

Het nut van managementtaal

M MARCO SOETERS

anagers halen geen doelen, ze halen targets. En je geeft iemand geen terugkoppeling, maar feedback. Als managers het eens willen worden over iets, kaarten ze het onderwerp af. Wat is het nut eigenlijk van dit managementjargon, met zijn Angelsaksische invloeden en wollige taalgebruik?

“Waarom ­managers zoveel woorden uit het Engels lenen?”

Taal is een culturele aangelegenheid. Bepaalde beroepsgroepen vormen een subcultuur, met culturele en taalkundige afwijkingen ten opzichte van de hoofdcultuur. Leden van een subcultuur kleden zich vaak anders, luisteren naar andere muziek, hebben andere opvattingen en hun eigen taaltje. Zo ook managers. Een hoofdcultuur neemt mondjesmaat bepaalde zaken over van een subcultuur. Kleding, opvattingen, woorden. Zo zijn ‘we’ bijvoorbeeld voor wat betreft het woord commitment schatplichtig aan de manager. Niet één Nederlands woord betekent exact hetzelfde, ook toewijding niet. De Engelse (en ook de Duitse) taal hebben véél meer woorden dan het Nederlands. Als we letterlijk om woorden verlegen zitten, lenen we een woord. Soms geven we het niet meer terug, zoals het geval is met überhaupt en sowieso. Waarom managers zoveel woorden uit het Engels lenen? Omdat de positie manager is overgewaaid uit de VS en omdat managers vanwege hun positie binnen organisaties klaarblijkelijk behoefte aan nuance en gelaagd taalgebruik hebben. Nuances die in de gewone wereld overbodig zijn. Als u nu bang bent dat de samenleving wordt overspoeld met woorden uit het managementjargon, kan ik u geruststellen. Als de manager zijn stropdas afdoet, blijkt hij thuis ook alledaags Nederlands te kunnen spreken, net als de huisarts zijn patiënt vertelt dat deze een griepje heeft, terwijl hij het met een collega over influenza heeft. Dat is het mooie van de taal van een subcultuur: de taal wordt alleen maar met vakgenoten gebezigd.

56

MRT/APR ‘14



ORGANISATIE

SPREKERS Evert Bopp – Disaster Tech Lab Crowdsourcing als onderdeel van rampenbestrijding

Miriam Moonen – DSM Het nieuwe werken bij DSM ­Business Services

Ferry van der Geld – Enterprise Services Procesmanagement en certificatie

Marcel Huijten – Open Line Happy users, door always-on ­datacenters

De organisatie van The Happy User in handen van Emile Stam (l) van ­Salves en Jo Verstappen (r) van Open Line. Emile Stam: “Een kleine vijf jaar geleden ontstond al pratende met Jo Verstappen het idee om een groot Limburgs ICT-event op te zetten. Samen met Ideebv (Nick Hegt, Maryse Visser) hebben we dit idee uitgewerkt en omgezet naar de eerste editie van Hét Limburgs ICT-event: ‘Leven op de Cloud’”. Het idee sloeg goed aan, want op 27 maart 2012 mochten we ruim 275 deelnemers verwelkomen in Rolduc te Kerkrade. Een voor Limburg ongekende prestatie! Dit heeft geresulteerd een jaarlijks herhalend event met telkens een eigen thema en een hoge opkomst. 25 maart 2014 organiseren we de ­vierde editie. Dit jaar met als thema ‘The ­Happy User’, waarbij we de eindgebruiker ­centraal zetten.”

58

Dis Valcq – Valid Een happy user zorgt voor het ­behalen van uw ­bedrijfsdoelstellingen

Ivo Goergen – Kreuze Telecom The missing Lync

MRT/APR ‘14


Roy Peters – Citrix Managing the creative user

Hans Timmerman – EMC Customer Intimacy

Paul Turlings – Conclusion First time right, at low cost and right away please!

Jeroen Wijnen – Advantive Self-service Power BI: Sturen en praten op basisfeiten in plaats van onderbuikgevoel.

Rob Creemers – Technotrends Technologie als Zegen en Zorg

Roland Kieboom en Marc Teunissen – Salves Het testen van de beleving

Ronald den Braven – Trend Micro

Marco Gianotten – Giarte

Frans Wittenberg – Cisco Hoe onze wereld aan het ­veranderen is …

Peter Vink – TU Delft De comfortabele omgeving, die tot betere prestaties leidt

Laurens Faessen – MeanderGroep Zuid-Limburg Het nieuwe zorgen, nieuwe werken en nieuwe leren

MRT/APR ‘14

59


PROGRAMMA

12.00 - 13.00

Ontvangst en lunch

13.00 - 13.10

STERRENHEMEL / PLENAIR

Opening door de dagvoorzitter Marco Gianotten - Giarte

13.10 - 14.00

STERRENHEMEL / PLENAIR

Keynotespreker Peter Vink - TU Delft De comfortabele omgeving, die tot betere prestaties leidt

STERRENZAAL / TRACK 1

GRANDE SUISSE / TRACK 2

PEGASUS / TRACK 3

POMPHUISJE / TRACK 4

14.10 - 14.40

Dis Valcq Valid Een happy user zorgt voor het behalen van uw bedrijfsdoelstellingen

Ferry van der Geld Enterprise Services Procesmanagement en certificatie

Evert Bopp Disaster Tech Lab Crowdsourcing als onderdeel van rampenbestrijding

Frans Wittenberg Cisco Hoe onze wereld aan het veranderen is….

14.50 - 15.20

Marcel Huijten Open Line Happy users, door always-on datacenters

Naam spreker volgt Hogeschool Zuyd Onderwerp van deze presentatie volgt nog!

Ivo Goergen Kreuze Telecom The missing Lync

Petter Sveum Symantec Get the cloud you want from the infrastructure you have!

15.20 - 15.50

Pauze

15.50 - 16.20

STERRENHEMEL / PLENAIR

Keynotespreker Laurens Faessen - MeanderGroep Het nieuwe zorgen, nieuwe werken en nieuwe leren

STERRENZAAL / TRACK 1

GRANDE SUISSE / TRACK 2

PEGASUS / TRACK 3

POMPHUISJE / TRACK 4

16.30 - 17.00

Jeroen Wijnen Advantive Self-service Power BI: Sturen en praten op basis feiten in plaats van onderbuik gevoel.

Miriam Moonen DSM Het nieuwe werken bij DSM

Paul Turlings Conclusion First time right, at low cost and right away please!

Ronald den Braven Trend Micro Targeted attacks en het security landschap

17.10 - 17.40

Roland Kieboom en Marc Teunissen Salves Het testen van de beleving

Bas Römkens Veiligheidsregio Limburg-Noord Onderwerp van deze presentatie volgt nog!

Hans Timmerman EMC Customer Intimacy

Roy Peters Citrix Managing the creative user

17.40 - 18.10

Pauze

18.10 - 19.00

STERRENHEMEL / PLENAIR

Keynotespreker Rob Creemers - Technotrends Technologie als Zegen en Zorg

19.00 - 19.10

STERRENHEMEL / PLENAIR

Sluiting door de dagvoorzitter Marco Gianotten - Giarte

19.10 - 21.30

60

Diner

MRT/APR ‘14


SPONSORS

MRT/APR ‘14

61


THE HAPPY USER

De zorgmedewerker ontzorgd DOOR JOHAN DERREZ BEELD JEAN PIERRE GEUSENS

H

oe kun je de zorgmede­ werker maximaal ontzorgen als het over de I, de C en de T gaat? Dat is een belangrijk ­vraagstuk binnen MeanderGroep, met name voor Laurens Faessen, Manager I­ nformatisering en Automatisering bij deze zorgorganisatie én spreker op de 4de editie van The Happy User, hét ­Limburgs ICT-event. “De afhankelijkheid van ICT binnen de zorg wordt steeds groter,” beweert Faessen.

Efficiënter en effectiever Laurens Faessen: “Als je kijkt naar de toekomst van de zorg, dan zie je drie ontwikkelingen. Eén: Door de steeds ouder wordende populatie komen er meer mensen die zorg nodig hebben. Twee: We zullen het met minder zorgmedewerkers moeten doen en tot slot: als gevolg van de wet- en regelgeving, zullen meer mensen thuis zorg ontvangen. Het moet dus allemaal efficiënter en effectiever.” 400 iPads “Binnen MeanderGroep is er daarom de laatste tijd veel geïnvesteerd in de administratieve en ondersteunende processen. Nu zijn we op een punt gekomen dat we ook in het zorgproces steeds meer technische voorzieningen gaan treffen om dat makkelijker te maken voor de medewerker. Inmiddels zijn er zo’n 400 iPads in omloop bij de mobiele medewerkers. Op deze tablets staan een aantal apps. Via een portal krijgt de medewerker ingang tot alles wat hij nodig heeft. Of dat

62

Laurens Faessen

MRT/APR ‘14


Open Line is al jaren partner van MeanderGroep voor het beheren en ontwikkelen van hun ICT-infrastructuur

nou gaat over de klant, de m ­ edewerker zelf, de administratieve processen, alles is beschikbaar. Het gebruik levert niet alleen productiviteit op, maar ook zicht en inzicht voor de medewerker en de klant over gegevens, protocollen, administratieve zaken enzovoort. De afhankelijkheid van ICT binnen de zorg wordt steeds groter,” aldus Laurens.

Extramuralisering “Ook als je kijkt naar extramuralisering, het thuis verzorgen, verplegen en begeleiden, dan zie je dat het sociale netwerk een grotere rol inneemt. Vergeet de mantelzorg hierbij niet. Ze willen weten hoe het gaat en wat er speelt met vader, moeder, opa, oma of de kinderen. Sowieso zie je dat de man-

telzorgers, vaak de kinderen, al ­bekend zijn met de digitale snelweg. Dus die vragen meer en meer of het ook ‘per ­internet’ kan. Voor MeanderGroep is nu de volgende stap om een open structuur te creëren waarbij datgene dat de mensen thuis al hebben kan worden ingezet,” zegt Laurens Faessen tot slot.

– A DV E R T E N T I E –

onderscheidend in automatisering

Word een ‘happy user’ Laat uw puzzelstukjes in elkaar vallen!

Bij Insign.it vindt u de juiste specialisten!

Insign.it bv Noorderpoort 69 5916 PJ Venlo Tel +31 (0)77-4720015 Fax +31 (0)77-4720016 sales@insign.it Gold Partner

MRT/APR ‘14

www.insign.it

63


PORTRET

Hub Steinbusch

Speurder en ­bedrijvendokter in één DOOR TON REIJNAERTS BEELD REIN BOLLEN

H

ub Steinbusch is een ­baken van hoop en rust. De ideale troubleshooter voor iedere ondernemer in het midden- en kleinbedrijf die opgelicht is of wordt óf om andere reden in de knel is komen te zitten. De inwoner van Beek wordt door bedrijven én (ambtelijke) organisaties aangetrokken om problemen die anderen niet kunnen oplossen, te onderzoeken en op te lossen.

Sherlock Holmes, Inspector Morse, Tommy Lee Jones. Intellect en daadkracht, sensatie en legendevorming. Spannende verhalen en pikante onthullingen over goed en kwaad. Ook over de belevenissen van Hub Steinbusch als privé-detective, gespecialiseerd in financiële fraude en faillissementsfraude, zou je een spannend boek kunnen schrijven. Sterker nog: als politieagenten was overkomen wat Steinbusch allemaal is overkomen, hadden ze mogelijk een dubbel paspoort aangevraagd. En liep menig agent nu rond als genaturaliseerde Belg, Duitser of Italiaan. Van fysieke bedreigingen tot anonieme bedreigingen op het thuisadres, Hub Steinbusch heeft het allemaal meegemaakt. Zo kreeg de inwoner van Beek foto’s thuisgestuurd, waarop hij ontspannen een sigaartje rookte in de privé-sfeer. De begeleidende tekst bij de foto’s loog er niet om: ‘als je ooit nog eens in de omgeving van … komt, smaakt de sigaar je in de toekomst niet meer.’ “Bedreigingen zijn inherent aan het vak. Werk of privé maakt daarbij 64

geen verschil”, reageert Steinbusch opvallend nuchter. De Limburger kan ook maar weinig begrip opbrengen voor agenten die zich recent in een landelijke krant beklaagden over bedreigingen in de privé-sfeer. “Als je daarmee niet kunt omgaan, moet je stoppen en een andere baan zoeken. Daar ben ik keihard in! Je moet je vooraf ook realiseren waaraan je begint!” Hub Steinbusch

“Als iemand een papagaai zoekt moet hij nooit Hub Steinbusch bellen” De woorden typeren Hub Steinbusch. Rechtvaardig tot op het bot. Ongevoelig voor mondaine winden als ­pornopoezen, statusnijd en eurokits. Kortom geen man die alleen vooruitkomt met de galm van een fanfare. ‘Gewoon doen’ is zijn credo. De blik van de nestor staat met een vrolijke glimlach vooruit, maar verraadt ook de zekerheid van winnen. Tegenstanders zien en voelen vaak dat er niets te halen valt, staan quasi al met 1-0 achter. De charismatische Steinbusch is dan ook een geduchte tegenstander. En man met een missie ook. De klant uit

uit de ‘shit’ helpen, zoals hij het formuleert en tegelijkertijd hem of haar leren om dezelfde problemen in te toekomst te voorkomen. (‘Daarom werk ik ook altijd in teamverband’). In dat opzicht is hij vanwege zijn strategische en creatieve adviezen een veel gevraagde mentor van humane delicatesse en liefdevolle geknechtheid. Maar als het om het eindresultaat gaat, is Steinbusch een vlammend wezen. Onverschrokken, vasthoudend als een pitbull. “Als ik met een zaak begin, zit ik vaak in een diepe, donkere, bouwput. Het stinkt, ik zie niks, maar één ding weet ik zeker: ik moet naar de 20ste etage in het volle zonlicht en de regie krijgen”, zegt hij. Voor oplichters en andere kwaadwillende is het dan vaak helaas driewerf helaas. Hub Steinbusch is namelijk gepokt en gemazeld in financiële fraude en faillissementsfraude. Nationaal én internationaal, tot in China toe. MRT/APR ‘14


Opzien baarde de vastberaden speurder met een onderzoek in Londen. “Daar hebben we blootgelegd dat een in-house advocaat van de Rabobank de regels van de advocatuur overtrad, door voor een Engelse bank op te treden.” In het Canadese Toronto rechercheerde de Limburger met succes voor een klant die voor zeven miljoen gulden in het schip was gegaan bij een deal met ‘vervuilde’ aandelen en ­gemstones (smaragd en robijn). Hub Steinbusch is kortom een ‘probleemoplosser op niveau’. Door zijn brede rugzak ziet hij ook snel integraal de verbanden. Daarbij kent Steinbusch als weinig anderen de onzichtbare stippellijnen tussen privaat en publiekrecht. De inwoner van Beek heeft dan ook een opmerkelijk netwerk in de private en publieke sector. Politie, Functioneel Parket, Belastingdienst, advocaten, alsook menige griffie bij de Rechtbank van Koophandel in België, de duizendpoot heeft overal MRT/APR ‘14

zijn voelsprieten.“De publieke wereld heeft g ­ eheimhoudingsplicht, maar er is contact”, wil hij er enkel over kwijt. Met Hub Steinbusch haal je dus een aparte vent in huis. Een gepokt en gemazelde professional met wie je ­bovendien ook nog eens kunt lachen (‘dat staat voorop’). De ervarings­ deskundige legt zich de laatste jaren vooral toe op familiezaken, bedrijfszaken en strafzaken. “Als mensen

problemen hebben is het belangrijk dat ze daadwerkelijk geholpen worden. Dát begint met een objectief advies. En dat geef ik! Ik zal klanten nooit naar de mond praten. Sterker nog: ik heb nooit gedaan wat de klant wilde, als het niet in zijn of haar belang was. Dus als iemand een papagaai zoekt, moet hij nooit Hub Steinbusch bellen.”

BUITENGEWONE SCORES Hub Steinbusch volgde in september 2009 de Mini Masterclass ­‘Veranderingsmanagement voor het MKB’. Bij de bijbehorende ­psychologische test ‘Emotionele Intelligentie & Leiderschap’ scoorde hij 146 op 150 mogelijke punten. In augustus 2010 scoorde hij met 46 op 50 punten opnieuw fantastisch tijdens de Big Five-test, de meest onderzochte en wereldwijd meest gebruikte persoonlijkheidstest. Steinbusch, die vanuit Beek het goedlopende bedrijf SAR (­ Steinbusch Advies & Reveil) runt, kreeg o.a. een 9 voor ‘Leiding geven aan ­topmanagers’ en een 10 voor ‘Leiding geven aan werknemers’. 65


COLUMN

De klok rond

H

et is 20.30 uur bij de Ronald ­McDonald Kindervallei. Een ­vrijwilliger loopt een laatste ronde, alle ramen en deuren zijn dicht, branduitgangen vrij en management en vrijwilligers zijn naar huis. Weer een waardevolle dag afgesloten. Waarom dan toch dat licht onbehaaglijke gevoel bij vertrek? Het zijn ‘onze’ vakantievierende gezinnen, waarvan het kind een lichamelijke of meervoudige beperking heeft, die dan alleen achterblijven in het gebouw. Dat kan ook wel, er is zelden een calamiteit, maar toch. Naast veiligheid is er ook de gastvrijheid waar de Kindervallei veel waarde aan hecht. Die ene vraag van een gast over een hulpmiddel, het willen lenen van een rolstoelfiets, schoon wasgoed vanwege een ongelukje of een luisterend oor… niemand voor een luchtig praatje en dat voelt als organisatie niet helemaal goed. Hoe mooi is het, als er bij de Kindervallei de klok rond een gastvrouw of -heer in huis is die tevens de rol van bedrijfshulpverlener vervult. Een betaalde avond- of nachtdienst is voor een goede doelenorganisatie geen optie… Vrijwilligers vragen om bij de Kindervallei te overnachten? Lastig…. 66

24 uur. De student is in deze rol ‘het visitekaartje’ van zowel de HMSM als de ­Kindervallei. Wat deze samenwerking vooral tot een ­win-win situatie maakt, is het gegeven dat de betreffende studenten al in een vroeg stadium van hun opleiding en van hun carrière kennismaken met het fenomeen maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dus niet een beschouwende benadering van het thema vanuit de boeken, maar veel meer een praktijkgerichte ­ervaring die men aan den lijve mag ondervinden. Ik prijs me erg gelukkig met deze samenwerking. Voor de student een leerzame en zinvolle plek om studiepunten te behalen en voor onze gasten een dag en nacht aanspreekpunt. Weer een Kindervallei droom (bijna) ­gerealiseerd! Dé oplossing voor deze 24-uurs service is gevonden in een unieke samenwerking met de Hotel Management School Maastricht (HMSM). Gastvrijheid staat hoog in het vaandel bij beide organisaties en op dit punt vinden we elkaar. Onder leiding van Hub Engelen ­(medewerker) van de Hotel Management School Maastricht, en Niels Dauven (student) is een prachtig project tot stand gekomen, waarbij studenten een invulling geven aan de 24-uurs bezetting van de Kindervallei, als zijnde een BHV opgeleide gastheer of -vrouw. De studenten van de HMSM kunnen meewerken aan projecten die een toegevoegde waarde hebben voor zowel de opleiding als voor (non-profit) organisaties in de regio. Oftewel meewerken bij bedrijven die actief zijn op het gebied van gastvrijheid. De studenten dienen in het kader van hun opleiding BHV-diensten te draaien en krijgen hiervoor extra ­studiepunten. Voorheen was dit alleen mogelijk bij de Campus van de HMSM, maar nu eveneens bij de Ronald McDonald Kindervallei. Deze diensten in de vorm van de 24-uurs bezetting worden op weekdagen uitgevoerd van 20.00 tot 8.00 uur en in het weekend gedurende

Bijna.. omdat we nog een aanvulling voor deze groep zoeken voor de schoolvakantieweken en…in Ronald McDonald Huis Maastricht willen we diezelfde droom realiseren! Want ook daar is het nodig om die broodnodige gastvrijheid “de klok rond” te kunnen bieden aan ouders van ernstig zieke kinderen. Bent (of kent) U die “droompartner” die op zoek is naar een handson invulling van uw MVO gedachte? Dan bent u in onze ­Ronald McDonald Huizen van harte welkom!

Thea Coolen Ronald McDonald Kindervallei t.coolen@kindervallei.nl Margo de Kock Ronald McDonald Huis Maastricht maastricht@ronaldmcdonaldhuis.nl

MRT/APR ‘14


COLUMN

Eigen regie

PIM STEERNEMAN

W

e leven in een wereld waarin verandering een constante factor is. Overheden, organisaties en mensen bewegen dan vaak uit onvrede mee met de situatie waarin ze zich bevinden. De ene crisis is nog niet opgelost of er komt weer een nieuwe. En ondertussen worden mensen heen en weer geslingerd tussen de eisen van de veranderende omgeving en hun eigen wensen. Vaak verliezen mensen en organisaties grip en dus ook regie. Dit leidt tot frustraties en het gevoel dat je overal achteraan loopt. Zelf keuzes maken en zelf regie pakken, zodat je zelf mede bepaalt waar je naar toe wilt is een oplossingsrichting. Eigen regie is een moderne visie op participatie van burgers en de rol die de zorg kan spelen. Op de juiste manier toegepast leidt eigen regie tot meer kwaliteit van leven, betere zorg, betere participatie van burgers, verhoogde arbeidsproductiviteit en zelfs kostenreductie. Zelfregie: je kunt er niet MRT/APR ‘14

meer omheen. Burgers en overheden benadrukken voortdurend het belang van zelfregie. Maatschappelijke en economische ontwikkelingen leiden ertoe dat mensen meer zelf willen beslissen en zichzelf meer moeten kunnen redden. De idee is dat mensen die te maken hebben met problemen van welke aard dan ook, deze vaak zelf geheel of gedeeltelijk kunnen oplossen zonder dat ze daarvoor bij allerlei hulpinstanties hoeven aan te kloppen. Dat is niet alleen goedkoper voor de samenleving, maar leidt ook tot een verbetering van het sociaal welzijn van mensen met problemen zo blijkt uit onderzoek. Er blijkt namelijk veel meer mogelijk als mensen van hun

“Er blijkt ­namelijk veel meer ­mogelijk als mensen van hun eigen kracht uitgaan” eigen kracht uitgaan. Dit stimuleert ook de zelfredzaamheid van mensen. Daarnaast durven mensen – indien nodig- vanuit hun eigen kracht beter aan anderen hulp te vragen. Eigen regie is in de zorg een ingeburgerd begrip. De centrale gedachte is dat door eigen regie mensen de baas kunnen blijven over hun eigen bestaan. Bij eigen regie bepaalt de zorgvrager hoe, wie, wanneer, waar en welk soort zorg levert. Versterking van eigen regie begint bij de omvorming van de zorg van aanbod-

gestuurd naar vraaggestuurd en dus echt klantgericht. Eigen regie voeren gaat over zelfsturing geven aan je leven binnen je sociale omgeving. Mensen zijn voortdurend bezig om zichzelf tot hun omgeving te verhouden. We zoeken een evenwicht tussen aanpassen aan die omgeving en proberen om die omgeving aan ons aan te passen. Ieder mens voert in meerdere of mindere mate regie over zijn leven. Maar als je (vroeg of laat) in je leven getroffen wordt door een chronische ziekte of handicap wordt het belang van het voeren van regie een stuk groter en duidelijker. De tijden veranderen: ook in (zorg) organisaties zullen werknemers meer in staat moeten zijn zelf de regie te nemen over hun werk. Populair is het in organisaties ontwikkelen van een ja-cultuur, een constructieve en op verandering gerichte manier van bedrijfsvoeren, waarmee ruimte gegeven wordt aan verbeteringen die bijdragen aan een goede leefwereld. Dat betekent dat ideeën of wensen voor vernieuwing van cliënten, familie, medewerkers en vrijwilligers het uitgangspunt zijn. Dit stimuleert alle betrokkenen om mee te denken en daadwerkelijk deel te nemen aan organisatievernieuwingen. En dat is de essentie van eigen regie: het besef dat jij zelf degene bent die het verschil maakt!

67


NETWERKEN

SEVAGRAM BENEFIET WALKING DINNER Tijdens het Sevagram Benefiet Walking Dinner in december 2013 in Auberge de Rousch in Heerlen, zijn drie bijzondere kunstwerken geveild. De opbrengst kwam ten goede aan het Kankeronderzoekfonds Limburg en Sevagram Verwenzorg. Pinkpopbaas Jan Smeets was de hoogste bieder op de Pinklady, die door de Maastrichtse gerechtdeurwaarder Ramona Batta en veiling-assistant Frits Spits (bekend van tv en radio) werd afgehamerd op 7.500 euro. FOTO’S JEAN PIERRE GEUSENS

68

MRT/APR ‘14


NETWERKEN

RABO TOP CLUB NIEUWJAARSBIJEENKOMST Eind januari hield Rabobank Maastricht en Omstreken haar jaarlijkse nieuwjaarsbijeenkomst in het Theater aan het Vrijthof. Zo’n 700 ondernemers bezochten dit netwerkevenement waar Jort Kelder in zijn bekende laconieke stijl sprak over snelle jongens en hun successen die niet zelden worden opgevolgd door totale ineenstorting.

FOTO’S JEAN PIERRE GEUSENS

MRT/APR ‘14

69


NETWERKEN

ZUID BORREL Tijdens de ZUID Borrel, editie Maastricht, betrad spreker Ludo Daems het podium. ‘Wie zijn passie vindt en gaat delen met vrienden, familie en collega’s, stuurt een positieve energie uit naar zijn omgeving en biedt ook anderen kansen,’ was zijn boodschap.Bijna honderd beslissers uit de Limburgse zakenwereld waren te gast bij de ZUID Borrel, die plaatsvond bij Thiessen Wijnkoopers in Maastricht FOTO’S JEAN PIERRE GEUSENS

70

MRT/APR ‘14


De partners van de

zijn:

ZUID BORREL WESTELIJKE MIJNSTREEK

marketing & communicatie

ZUID BORREL MAASTRICHT

marketing & communicatie

ZUID BORREL PARKSTAD

marketing & communicatie

De Zuid Borrel is een initiatief van:

marketing & communicatie


Smeets Autogroep. Dé officiële Mercedes-Benz personen-, bestel- en vrachtwagen dealer in uw regio. Smeets Autogroep bestaat dit jaar 85 jaar! Een mijlpaal die we natuurlijk niet zomaar aan ons voorbij laten gaan. Daarom hebben wij speciaal voor u spectaculaire superdeals samengesteld. Dit is hét moment om te schakelen. Kijk op www.smeets-autogroep.nl voor alle superdeals. U bent van harte welkom! Gecombineerd verbruik: 4,0 - 6,6 l/100 km, 25,0 - 15,2 km/l. CO2-uitstoot: 103 - 154 g/km.

Smeets Mercedes-Benz Heerlen Handelsstraat 2, tel. 045 - 560 99 00 Smeets Mercedes-Benz Maastricht Akersteenweg 10, tel. 043 - 350 99 00 Smeets Mercedes-Benz Ittervoort Australiëstraat 4, tel. 0475 - 39 99 00 Smeets Mercedes-Benz Venlo De Sondert 2, tel. 077 - 207 99 10 Smeets Mercedes-Benz Eindhoven Steenoven 17, tel. 040 - 249 89 00 Smeets Mercedes-Benz Venlo Tasmanweg 6, tel. 077 - 207 99 00 Schadeherstel Handelsstraat 4, Heerlen, tel. 045 - 560 99 39

Uw officiële dealer: www.smeets-autogroep.nl info@smeets-autogroep.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.