ZUID November 2012

Page 1

NS-topman

“Stop concurrentie op Limburgse spoor”

Nelly Verbugt

“Ik ben iemand van de inhoud”

Peter Jenniskens

Onze man bij de NASA

onafhankelijk opinieblad

jaargang 3 · Nr 14 · zuidmagazine.nl · € 4,95

Hoofdredacteur Huub Paulissen: “De krant wordt een nicheproduct”


- advertentie -

Crisis of groei ?

beuken’essers groeide in 2011 en groeit in 2012 ook weer. Dankzij de crisis komt het nu echt aan op creativiteit. Klinkende namen uit het Limburgse bedrijfsleven weten ons steeds beter te vinden. Ze vergelijken en concluderen dat ze bij beuken’essers beter uit zijn. Minder kosten tegen een betere service, of het nu gaat om risicobeheer, verzekeringen, hypotheken & pensioenen. Bel ons voor een kennismaking: 043 350 9780. Mr. Noud Beckers & Roger Rutten

met hypotheken ‘De huizenmarkt zit muurvast’. ‘Hypotheken worden nauwelijks nog verstrekt’. Dat zijn slogans die elke dag terugkomen in de media en die het effect hebben dat iedereen het ook gelooft. Bij beuken’essers wordt daar heel anders over gedacht. Dit is een bedrijf dat al honderd jaar bestaat. Begonnen in verzekeringen, uitgegroeid tot een full service financieel advieskantoor. beuken’essers heeft alle kennis op het gebied van risicobeheer, pensioenen, verzekeringen én woonhuishypotheken. Zeker ook in deze tijd weet beuken’essers wel hypotheken te regelen voor mensen die bezig zijn met een woonhuis. Via dezelfde hypotheekverstrekkers die nu vaak nee moeten verkopen. Hoe komt dat? „Doordat we op een heel andere, vaak creatievere manier naar het hele proces kijken, krijgen we ook in deze tijd nog veel hypotheken rond.” Directeur Roger Rutten, als kunstschilder gewend om creativiteit te gebruiken, geeft de route aan. „De financiële instellingen zoals banken kijken vooral een-op-een naar een bepaald dossier. Terwijl wij naar de hele route in de markt kijken. Vaak kan iemand geen nieuw huis kopen, omdat z’n eigen huis nog niet verkocht is. Dan zie je bijvoorbeeld een keten van drie huizen in drie prijsklassen. Bij verkoopproblemen of in het geval van een relatief klein financieel probleem bij één van deze verkopende partijen kan deze hele keten in de problemen komen. Wij als adviesbureau gaan in zo’n situatie alle drie de huizen bekijken. Dan komt het er op aan… het standaard denkpatroon kan nu worden doorbroken en deze creativiteit is nu echt nodig… maar los van de noodzaak… het is zo verschrikkelijk leuk om dan een doorbraak te bereiken. Soms is er ineens dat inzicht, soms kan de een de ander een beetje helpen en soms is een ogenschijnlijk klein stapje net genoeg om het hele proces aan het rollen te brengen, zodat iedereen de drempel bij de bank haalt en zijn zo gewenste transitie kan maken.” beuken’essers werkt 100 % transparant. Kijkt samen met de huizenbezitter en/of de koper naar de reële marktwaarde van een pand. En vandaar uit worden duidelijke keuzes gemaakt. „Wij geven van tevoren exact aan hoe wij erin zitten. Wij werken niet met allerlei commissies, maken geen persoonlijke deals met banken. In feite kleden wij allerlei regelingen en constructies helemaal uit tot op de kale kostprijs en vervolgens geven wij helder aan: voor ons werk geldt dit tarief, gewoon gebaseerd op het aantal uren. Meer niet, geen vervelende verrassingen achteraf.” Het blijkt te werken. In de tijd dat er nauwelijks beweging in de markt is, blijft beuken’essers ook nu zorgen dat er hypotheken rondkomen. Door creatief na te denken en te handelen.

Europalaan 26 | 6199 AB Maastricht-Airport | info@beuken-essers.nl | www.beuken-essers.nl


inhoud nov/dec 2012

8

54

24

40 Economie Niemand hoeft aan de kant de staan. De Sittardse wethouder Berry van Rijswijk bedacht het 600-banenplan én met succes. “Iedereen die kan werken, gaat ook werken.” 46 Onderwijs Venlo ontwikkelt zich meer en meer tot onderwijsstad. De kunst is het om de studenten na hun studie in Venlo te houden.

8 Media De Limburgse kranten hebben het zwaar. “Als we niet innoveren, zijn we er over een poosje niet meer,” zegt hoofdredacteur Huub Paulissen. 14 Cultuur Cultuurinstellingen in Limburg moeten bedrijfsmatiger gaan werken. Twee voorbeelden uit Heerlen en Venlo over die cultuuromslag. 20 Ondernemen Lucas Vos (23) is student én succesvol ondernemer. Over kansen en uitdagingen, de horeca en een barbecuerestaurant op niveau.

50 Gezondheid Zorgverzekeraar CZ ziet grote veranderingen binnen de zorg. CZ-regiomanager Wiro Gruisen: “De rol van de huisarts wordt nieuw leven ingeblazen. Hij wordt meer verantwoordelijk dan ooit. Meer behandelingen zelf doen in plaats van doorverwijzen naar een specialist.” 54 IBA Parkstad Parkstad maakt zich op voor een verdere verbouwing van de regio. De regio wil dat doen met een Internationale Bau Ausstellung. Een IBA als wapen tegen de krimp.

84

60 Vervoer De minister wil nog meer concurrentie op het Limburgse spoornet. “Niet doen,” zegt NS-topman Jeroen Alting von Geuseau. “De reiziger wordt de dupe van deze liberalisering.” 63 Passie Het gebeurt allang niet meer alleen op het veld bij Roda JC. De club uit Kerkrade verbindt buiten het veld ondernemers met elkaar. Netwerken Nieuwe Stijl.

60

84

24 NASA-man De loopbaan van Peter Jenniskens uit Horst gaat als een komeet. Bij NASA is hij dé expert op het gebied van meteoren en kometen. 37 Economie Nelly Verbugt over het MKB in Limburg. “De rek bij kleine bedrijven is eruit.”

nov/dec '12

37 3


- advertentie -

”Elke adverteerder zou deze advertentie moeten lezen.”

HOI dankt Jules & Jeremy voor het ontwerpen van de stoel en Studio 320PK voor hun welwillende medewerking.

Harry Dekker, Media Director Unilever Benelux

Harry Dekker van Unilever wil graag weten of hij het juiste bedrag betaalt voor z’n advertenties. Dekker let daarbij o.a. op het HOI-keurmerk. Als titels dat keurmerk hebben, betekent dit dat de oplagecijfers gecontroleerd zijn en dat advertentietarieven daarop zijn gebaseerd. Als bladen dat certificaat niet hebben doet Dekker geen zaken met ze. PS Deze titel heeft het HOI-keurmerk.

HOI. De Harde Cijfers. www.hoi-online.nl


hoofdredactioneel commentaar

VOOR BESLISSEND LIMBURG

Opgericht in 2010 door Peter Eberson en Maurice Ubags Uitgever Zuid Media Groep BV Tongersestraat 20 6211 LN Maastricht Postbus 4211 6202 WB Maastricht

Het SPAR-effect

Tel. 043 3212144 mail@zuidmagazine.nl Hoofdredacteur/directeur Peter Eberson | 06 55 93 29 18 peter.eberson@zuidmagazine.nl Redactie Govert Derix, Peter Eberson, Mariëlle Heijltjes, Wim Ortjens, Pedro Rademacher, Paul Rinkens, Marco Soeters, Kim Maes, Loek Kusiak, Bart Ebisch, George Vogelaar, Hans van Vinkeveen Fotografie Jean-Pierre Geusens, Koen den Os, Frits Widdershoven, Ermindo Armino Cover Koen den Os Sales Van Lijf Business Support Vormgeving Stefan Roex Grafisch Design Oplage 10.000 exemplaren. ZUID wordt vijf keer per jaar gratis aan alle decisionmakers in Limburg verstuurd. Het volgende nummer verschijnt in februari. Auteursrechten Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van Zuid Media Groep gepubliceerd, openbaar gemaakt of verveelvoudigd worden

nov/dec '12

“D

oor Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig” Als je de zin zo leest, denk je het zal wel. Maar als je weet dat de zin afgekort SPAR luidt, klinkt het al bekender in de oren. De oer-Hollandse supermarktketen, in 1932 opgericht, telt in Nederland nog ruim 300 winkels. Vaak kleine, zelfstandige ondernemers die onder de vlag van SPAR een buurtwinkel runnen. Door samen te werken en gezamenlijk in te kopen kunnen deze kleine ondernemers toch een boterham verdienen en opboksen tegen de Jumbo’s en Albert Heijns van deze wereld. Elkaar helpen, samenwerken. In Ierland heeft de SPAR – met ruim 400 winkels - een nieuw motto: ‘Yes to Irish’. De winkels hebben besloten dat ze zo veel mogelijk met lokale producten werken en lokale leveranciers inschakelen. Je zult er dus geen Hollandse tomaten meer aantreffen, maar Ierse groente. In alle winkels hangen de posters met het nieuwe motto inmiddels. De beslissing is goed voor Ierse banen, Ierse producten en lokale Ierse leveranciers. Het Ierse lokale antwoord op de crisis die het land hard treft.

Ierland kan als voorbeeld dienen voor Limburg. Waarom een exotisch biertje kopen dat over de hele wereld wordt gesleept om hier in het supermarktschap te belanden, terwijl er fantastische Limburgse bieren gemaakt worden? Waarom wijn uit de nieuwe werelden als je weet dat we in beide Limburgen 33 wijnboeren hebben die met hun wijnen internationale prijzen winnen? Het milieu zal ons dankbaar zijn, de lokale producenten ook! Zo bekeken is de crisis zo slecht nog niet als we door de crisis meer en meer het besef krijgen dat we slechts rentmeester zijn van de aarde en we ervan doordrongen zijn dat het anders moet. Goed rentmeesterschap is een plicht. We mogen best wat trotser zijn op onze Limburgse producten. Een stroopfabrikant in Schinnen maakt langs de autoweg reclame met de slogan: ‘De lekkere stroop uit Limburg’ Als hij daar nou eens om te beginnen ‘de lekkerste stroop van Limburg’ van maakt. ‘Yes to Limburg’ .

Peter Eberson Hoofdredacteur 5


- advertentie -

Gerard Joling:

Beroemd in Nederland, gepatenteerd in Europa Gerard Joling: beroemd in Nederland en nu is er ook nog een stukje van hem Europees gepatenteerd... zijn nieuwe haren! Europees patent made in Maastricht Van de zomer was Gerard Joling in Maastricht voor zijn derde HaarStamcel TransplantatieŽ (HST). Door die behandelingen beschikt hij nu over een volle haardos. En in precies dezelfde periode werd aan Hair Science Institute het Europees patent voor HST verleend. Hair Science Institute kwam enkele jaren geleden met de behandeling van Gerard Joling plots in de schijnwerpers te staan. Sindsdien verdringen BN’ers zich om hun uitgedunde haardos nieuw leven in te laten blazen: kijk op www.hasci.com voor meer informatie.

Wereldtechniek HST verovert zoetjesaan de hele wereld. De nieuwe kliniek in Jakarta is daar een voorbeeld van, maar ook de in Maastricht geplande Hair Science Academy. Hier worden straks artsen en assistenten opgeleid in de HST-techniek. Na certificering zijn arts en team gerechtigd om die techniek uit te voeren, waar ook ter wereld. Inderdaad: HST uit Maastricht groeit als kool. Niet alleen fysiek maar ook geografisch! Bel voor meer informatie 043-6018101 of ga naar

www.hasci.com

Wethouder van Caldenborghlaan 45 / 6226 BS Maastricht T 043 601 81 01 / info@hasci.com


column - advertentie -

De cyclus

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND

pedro rademacher

ADVIES Als het eenmaal november is gaat het snel met het oude jaar. Tot en met oktober kun je nog hopen op gouden dagen, met nog dat laatste restje zomer in langgerekte stralen. Maar november spreekt een hele andere taal. De temperatuur duikt diep naar beneden, de natuur dooft indrukwekkend uit en daar zijn ze weer: die donkere dagen. Die dagen van hooguit wat melkachtig schemerlicht, gevangen tussen lange nachten en lange avonden. Menigeen wordt er een beetje somber van. Het lijkt alsof het leven ons gaat verlaten. Hoe donkerder de dagen, hoe donkerder de gedachten. Die dingen horen bij elkaar, als twee handschoenen en twee sokken. In de loop van een leven heb ik mij steeds meer met dat najaar verzoend. Het hoort erbij. Na maanden van groei en bloei, na maanden van oogst en overvloed komt alles tot stilstand en rust. Van het ene uiterste naar het andere. Dat is de cyclus, waaraan we zijn overgeleverd. Je verzet je bakens, want ook november heeft zijn charmes. De gloed van een hete kachel, het eeuwenoude licht van een kaars, dat warme vest, die dikke sokken, de satijnen stilte in de straat, stevige najaarskost op het menu, de geur van mandarijnen en speculaas, een partje nostalgie in een flardje accordeon, de poes die spint van tevredenheid. En ook in die donkere dagen kijken we naar het kunstlicht van het nieuws, vooral om te ontdekken dat er zoveel verwarring is. Gaat het wel goed met dat verenigde Europa? Blijven we nu ook solidair, nu het minder gaat? Komt het nog wel goed met die economie, en zo niet: wat dan? Menigeen wordt ook daar een beetje somber van.

nov/dec '12

COMPLETE INRICHTING

VL OE RB E DE KKING

RAAMDECORATIE

WOONACCESSOIRES RESTAURATIE

Die somberheid begrijp ik. Er gaat zo weinig uit van de Europese leiders: geen visie, geen trots, geen beleid, geen identiteit, geen eenheid, geen creativiteit, geen lef. Europa zit maar te tellen, te boekhouden en te rekenen, zo lijkt het, terwijl de tijd statig voort schrijdt. Europa zou zichtbare en voelbare maatregelen moeten treffen om lijdende lidstaten vooruit te helpen. Zoals streven naar een Europees zorgstelsel. Streven naar een continent van vrede en duurzame vooruitgang. Streven naar een degelijk fundament voor een nieuwe economie, waarin we hele andere keuzes maken dan voorheen. Streven naar een toekomst waarin we op elkaar kunnen bouwen, in plaats van dat we elkaar wantrouwen. Als ik Europa was, mijn handen zouden jeuken. En aan het einde van het dagelijkse nieuws, vol somberheid en verwarring, zetten we het kunstlicht van de televisie uit en laven ons aan de donkerte van die oude cyclus. Nog maar iets meer dan een maand en we vieren het eeuwenoude feest van de zonnewende, dat we tegenwoordig Kerstmis noemen. Het feest is er niet minder om. Nog even, dan begint weer dat nieuwe jaar. Koud en donker, evengoed. Maar al in die prille januaridagen begint het licht schoorvoetend weer te lengen. En net zo stil als dat ze zijn gekomen, maken de donkere dagen uiteindelijk weer plaats voor licht en leven. Want de oude cyclus geeft nooit op. Een wonder.

VERLICHTING

EXCELLENTE SERVICE

Aan de Fremme 30/32 6269 BE Margraten T 043 - 321 53 31 www.vanlijfinterieurs.com 7


8

nov/dec '12


interview

De baas van de Limburgse journalistiek “Als we niet innoveren, geen nieuwe producten ontwikkelen, dan zijn we er over een poosje niet meer.” door George Vogelaar  beeld koen den os

H

oofdredacteur Huub Paulissen (Heerlen, 1959) is heel stellig: “Als we niet innoveren, geen nieuwe producten ontwikkelen, dan zijn we er over een poosje niet meer.” Dit besef is volgens hem doorgedrongen bij alle onderdelen van de Media Groep Limburg (MGL), de uitgever van Dagblad De Limburger en het Limburgs Dagblad. Paulissen werd in 2006 hoofdredacteur van beide kranten waar 117 voltijdse banen zijn voor journalisten. Hij begon bij het Limburgs Dagblad en maakte later de overstap naar de sportredactie van De Limburger. Van verslaggever werd hij chef en uiteindelijk de opvolger van Bart Brouwers die naar Spits vertrok. Onder leiding van Paulissen krompen de kranten van groot formaat naar het handzame tabloid, een formaat dat vrijwel alle kranten in Nederland, behalve de wakkerste, hanteren. Paulissen maakt het niet uit hoe en waarop het nieuws wordt aangeboden. “De markt, de lezer bepaalt hoe hij het nieuws wil krijgen. Heeft hij voorkeur voor klein of digitaal, dan krijgt hij de krant klein of digitaal.” De papieren uitgave wordt op termijn, voorspelt hij, een ‘nicheproduct’ voor een groep oudere lezers die zweren bij een papieren versie. “Ikzelf ben

nov/dec '12

opgegroeid met een papieren krant. Ik kan niet zonder, maar mijn kinderen? Ik weet het niet. Die kijken thuis de krant wel door, maar halen hun nieuws toch echt via andere media.” De toekomst van papieren kranten is ongewis en uitgevers beseffen dat zij moeten investeren in de ontwikkeling van digitale kranten willen ze ook jongere lezers trekken. Bij de Limburgse kranten kost een abonnement op de digitale krant ongeveer de helft van de papieren uitgave. MGL heeft op beide digitale kranten nu 3500 abonnees en daar komen maandelijks honderdvijftig nieuwe bij. Lokaal zijn er al diverse gratis digitale kranten. Concurrenten van de betaalde digitale krant? Paulissen: “Ik denk dat er niet voor iedereen een plekje is op de digitale markt. Misschien groeit een van die gratis jongens uit tot een concurrent, maar ik ben er van overtuigd dat wij uiteindelijk aan het langste eind trekken. Wij zijn degene met de meeste ervaring en expertise in het werven, selecteren en duiden van het regionale nieuws. Daar zijn we goed in, daartoe zijn we op aarde. Ik ben ervan overtuigd dat we deze slag gaan winnen.” Hij houdt een warm pleidooi om MGL in de komende jaren te ontwikkelen tot een multimediaal bedrijf: leverancier van kranten, krantachtige 9


producten, tijdschriften en allerhande digitale uitgaven. Ook het maken van radio en televisie sluit hij niet uit. Exclusief nieuws De lezers van de krant, weet Paulissen, hebben in deze chaotische wereld behoefte aan duiding. “En wij bieden ze dat.” Een regionale krant moet er voor zorgen dat hij de lezers informeert op een integere, betrokken en onafhankelijke wijze. “Wij zijn de enigen in de provincie die echt bezig zijn met journalistiek. Wij doen onderzoek, hebben daar de capaciteit en de mensen voor. En dat levert vrijwel altijd exclusief nieuws op.” Een stevige uitspraak, maar wie de krant analyseert en vergelijkt met het aanbod van de andere media kan slechts concluderen dat de kranten in de breedte en diepte het nieuwsmedium zijn van Limburg. Blijft de krant een papieren dagblad dat zes keer per week wordt bezorgd? Daarover heeft Paulissen allerlei ideeën ontwikkeld. Hij kan zich voorstellen dat er ook andere uitgeefmodellen ontstaan. Als voorbeeld noemt hij een variant om op elke dag een digitale krant uit te brengen die de hele dag door wordt geactualiseerd en daarnaast slechts vier keer per week wordt uitgegeven. Een gedachte die op zijn minst baanbrekend is. De kosten in de krantenwereld zitten in het personeel, drukkosten inclusief papier en de distributie. Een digitale krant heeft een redactie nodig en is verhoudingsgewijs lage distributiekosten kwijt aan een server. Papier, druk en krantenbezorging, zo’n veertig procent van de kosten, worden uitgespaard bij een digitale krant. Paulissen: “In de uitgeverswereld gaan stemmen op om dit model op te dringen aan je lezers. Uit kostenbesparing. Daar geloof ik niet in.” Lezer bepaalt Volgens hem bepaalt de consument, de lezer zelf wanneer hij over wil stappen op een digitale krant. Als dat moment daar is wil Paulissen met zijn redactie klaar staan om die digitale krant te leveren. Nu wordt de papieren krant een op een overgezet naar digitaal, wordt er niets aan toegevoegd. Als het aan de hoofdredacteur ligt gaat dat veranderen. Digitaal biedt meer mogelijkheden om meer op de lezer toegesneden uitgaven te maken. Deelabonnementen zijn bij de papieren krant niet mogelijk. Wie niet 10

is geïnteresseerd in sport krijgt dat toch dagelijks aangeboden. Bij een digitale uitgave kun je individualiseren, kan de lezer precies aangeven wat hij wil ontvangen en waarvoor hij wil betalen. Paulissen: “Wat de lezer ook digitaal wil afnemen, het regionale nieuws zit er bij. Daar betaalt men voor. Binnen- en buitenlands nieuws kan men er goedkoop bij krijgen, want dat kopen wij ook in bij anderen. Maar zonder dat regionale nieuws kan niet.“ Hij voorziet nog andere vormen van uitgeven. “Ik denk dat wij het niveau van de papieren krant nog verder omhoog moeten brengen. Het kleinere, minder belangrijkere lokale nieuws valt er dan uit. Dat zouden we op kunnen vangen door er bijvoorbeeld een wekelijkse uitgave mee te vullen. Op papier of digitaal. Of we bieden het bijvoorbeeld aan via een nieuwsbrief bij de digitale abonnees.” Al dit soort initi-

atieven moeten door de redactie worden ontwikkeld, vindt hij. Zeggenschap De kern van het uitgeversbedrijf wordt gevormd door de redactie. Die moet in de figuur van de hoofdredacteur meer zeggenschap krijgen over de ontwikkeling van nieuwe uitgaven, zowel op papier als digitaal, in plaats van de commerciële afdelingen, poneert Paulissen. Ook omdat het geld volgens de hoofdredacteur bij MGL tegenwoordig vooral wordt verdiend met de verkoop van abonnementen. De inhoud van de kranten levert dus geld op. De advertenties steeds minder. Dat was in de vorige eeuw anders, toen dreven de kranten voornamelijk op de advertentie-inkomsten. Ze moeten het nu hebben van het geld van de trouwe lezers, die het abonnementsgeld van tevoren betalen.

“Mensen kiezen liever voor een glas bier dan voor de krant” nov/dec '12


Huub Paulissen: “De beste krant van Nederland? Die maken wij.”

Dagblad De Limburger en het Limburgs Dagblad hebben er samen honderdzestigduizend van. Commerciële bijlagen Paulissen ergert zich aan sommige commerciële bijlagen die nu bij de kranten worden verspreid en totaal afwijken van de vorm van de kranten en kwalitatief te kort komen. “Die uitgaven hebben onze tone of voice niet.” De lezers denken volgens hem dat die uitgaven onderdeel zijn van de krant. “Als de lezers dat zo zien en ervaren hebben wij de plicht om die commerciële uitgaven onder verantwoordelijkheid van de redactie te brengen en ze een inhoud en vorm te geven die aan onze normen voldoet.” Overigens hoeven ze niet door de redactie zelf te worden gemaakt, meent hij, maar wel onder zijn verantwoordelijkheid. Bovenal moeten ze aan de kwalitatieve eisen voldoen die hij ook aan de krant stelt. “Ik weet niet of ik het voor elkaar krijg om dat soort extra uitgaven te gaan maken bij de papieren krant, gezien de kosten die daaraan zijn verbonden, maar digitaal gaat het zeker gebeuren.” Paulissen: “Ik vind dat wij als redactie zeggenschap moeten hebben over dit soort uitgaven.” Een beetje kenner van de redactionele organisatie weet dat dit nov/dec '12

zeer gevoelig ligt bij dagbladjournalisten die al snel hun neus ophalen voor dit soort commercieel getint werk. “Aan mij de eer om de redactie te overtuigen dat dit de weg is die wij toch moeten gaan.” Ondanks het in de ‘buitenwereld’ levende idee dat krantenredacties worden bevolkt door progressieve figuren, is daar niet echt sprake van. Krantenredacties zijn vaak heel behoudzuchtig en krantenbedrijven ook, weet Paulissen. Daarom gaan deze ontwikkelingen ook zo moeizaam, vertelt hij. Als voorbeeld noemt hij het blad “Woon”, een tijdschrift over wonen dat bij de krant verschijnt en waaraan redacteuren van de dagbladredactie meewerken. “De advertentieafdeling was ervan overtuigd dat zij geen advertentie meer konden verkopen als wij, de redactie, dat soort bijlagen produceren en volschrijven. Van die opvatting zijn ze inmiddels teruggekomen en ja en wordt er goed op verkocht. Vooral omdat het blad ook kwaliteit uitstraalt.” Glas bier De huidige lezersgroep is volgens Paulissen zeer tevreden over de krant. Dat blijkt volgens hem uit een halfjaarlijks onderzoek dat wordt gehouden. “We krijgen van de lezers bijna een 8.” Er

is een verschil in waardering tussen de lezers van het Limburgs Dablad en Dagblad de Limburger. De LD-lezer waardeert de krant met een 7,9. Die van DDL met een 7,8. De editie Maastricht blijkt het slechtst te scoren van alle edities. “Denk dat dit het aard van het beestje is. De Maastrichtenaar is in zijn algemeenheid wat kritischer dan de rest.” Toch is deze kritische houding volgens Paulissen geen reden voor opzegging. De meeste opzeggers zijn juist te vinden onder degenen die het meest tevreden zijn: de lezers van de Oostelijke Mijnstreek. Vermoedelijk hangt het aantal opzeggers daar sterk samen met de financiële situatie van de bewoners. De meeste opzeggers nemen ook geen andere krant. Die zijn voor krantenmakers verloren. “Als ze een abonnement nemen op een andere krant dan kan ik ze wel terugwinnen. Maar deze mensen zijn we definitief kwijt. Ze nemen ook geen abonnement op de digitale uitgave. Het geld is blijkbaar te hard nodig.” Een krantenabonnement wordt in financieel moeilijke tijden vaak gezien als een luxe en is dan een van de eerste dingen die de deur uitgaat, weten ze bij MGL. Paulissen: “Ik kan wel roepen dat een krant minder per dag kost dan een glas bier. Maar de mensen kiezen dan toch liever voor dat glas bier....” Thema’s Een paar jaar geleden, toen het land en Limburg op zijn kop stond vanwege de overwinning van de PVV bij de verkiezingen, besloot de krant het sluimerende ongenoegen onder de Limburgse bevolking te onderzoeken. Twee verslaggevers togen aan het werk om inzicht te geven in het onbehagen. Via een thematische aanpak werd een maatschappelijk verschijnsel tot op het bot gefileerd. Het werk resulteerde in een lange serie diepgravende artikelen. Volgens Paulissen het gevolg van de keuze die de redactie een aantal jaren eerder onder zijn leiding maakte toen werd overgegaan op tabloidformaat. “Wat klein kan worden opgeschreven, moet klein. Wat ruimte eist, moet ruimte krijgen.” Elke dag hebben de vier katernen waaruit de krant is opgebouwd op de tweede en derde pagina een groot artikel, het onderwerp van de dag. De productie daarvan was niet eenvoudig. De redactie moest leren op die manier te denken en te handelen. “In het begin 11


zwalkten die onderwerpen. Was het de ene dag dit, de andere dag weer dat. Nu we besloten hebben ons te richten op een paar maatschappelijke thema’s die er toe doen, werkt die aanpak veel beter en zijn de artikelen veel inhoudelijker en diepgravender van aard.” De klacht was voorheen dat het onderwerp van de dag weliswaar mooi was opgeschreven, soms op het literaire af, maar weinig inhoudelijk. “Sinds de serie over het onbehagen weet de redactie wat we als hoofdredactie graag zien. Stevige, doortimmerde artikelen waar de lezers iets aan hebben.” De thema’s waar de redactie met meer dan gemiddelde aandacht naar kijkt zijn gezondheidszorg, onderwijs, economie en werk. Paulissen geeft toe dat de gekozen formule ook wel iets geforceerds heeft. Het dwingt de redactie iets te leveren terwijl niet elk onderwerp geschikt is voor een artikel over twee pagina’s. “Soms sla je dan met zo’n artikel wel eens de plank mis. Helaas constateer je dat dan vaak pas achteraf.” Soms ziet hij artikelen waarvan hij denkt: dit is teveel op de man gespeeld en waar niet de zaak leidend is. “Dat gebeurt terwijl we toch veel tijd besteden aan de vraag hoe pakken we dit aan en laten we iedereen aan het woord die er toe doet om een evenwichtig artikel te schrijven?” Paulissen kiest er daarom liever voor een reportage een dag op te houden, zodat alles goed in elkaar zit en verantwoord is, dan te publiceren en een

gatenkaas te presenteren aan de lezers. “Dat werkt op termijn tegen ons. Als je een goede krant wil maken kun je je dit soort fouten niet al te vaak permitteren.” De beste Wat is naar zijn idee een goede krant? Of scherper gesteld: Wat is de beste krant van Nederland? Paulissen zonder dralen, “Die maken wij. Dat durf ik met droge ogen te beweren ja. Ik vind dat we in ons genre de beste zijn, de meest complete en meest verdiepende van allemaal.” Hij vindt dat elke krant wel een paar goede dingen heeft, maar er is geen krant die hij zou willen nadoen, niet inhoudelijk en niet qua vorm. “Buiten mijn eigen krant is er geen een waarvan ik zeg: dat is mijn krant.” De Limburgse kranten

steken met onderzoeksjournalistiek hun nek uit, beweert de hoofdredacteur. “Daar zijn we in het verleden om verketterd, toch zit in de redactie absoluut de ‘drive’ om op die manier door te gaan. Om de krant naar landelijk niveau te tillen. We gaan geen onderwerp uit de weg. Ook populistische onderwerpen pakken we op een intelligente wijze aan.” Over tijd Paulissen voorspelt wat de laatste vraag is. Bij zijn aantreden in 2006 kondigde hij aan maximaal vijf jaar hoofdredacteur te willen zijn. Dus? Met een lach: “Ik zit nu in mijn zevende jaar, ...ik ben dus al lang over tijd.”

100% SERVICE 100% SERVICE 0%BIJTELLING BIJTELLING 0% - advertentie -

Bij Kessels Automobielen hebben we één gezamenlijke passie: AUTO’S. Maar daarin hebben we toch onze Bij Kessels Automobielen hebben we één gezamenlijke passie: AUTO’S. Maar daarin hebben we toch onze voorliefdes: BMW, MINI en Land Rover. Komen ze bij één ons ingezamenlijke onderhoud, dan gaan we ermee om alsof het Bij Kessels Automobielen hebben we passie: AUTO’S. Maar daarin hebben we toch onze voorliefdes: BMW, MINI enmetLand Rover. Komen ze nieuwe, bij onsdaninklopt onderhoud, dan gaan we ermee om alsof het onze eigen auto was. Gaan we samen onze klant op zoek naar een ons hart sneller voorliefdes: BMW, MINIbenzine en Land Rover. Komen ze bij ons in onderhoud, dan gaan we ermee om alsof het mee. Somseigen denkenauto we datwas. bij onsGaan doorsamen de aderenmet stroomt. onze we onze klant op zoek naar een nieuwe, dan klopt ons hart sneller

onze eigen auto was. Gaan we samen met onze klant op zoek naar een nieuwe, dan klopt ons hart sneller mee. Soms denken we dat bij ons benzine door de aderen stroomt. mee. Soms denken we dat bij ons benzine door de aderen stroomt.

Kessels Automobielen|Duitse Poort 15 Maastricht|043 - 350 33 00 | www.kessels-automobielen.nl Open van maandag t/m zaterdag

Kessels Automobielen|Duitse Poort 15 Maastricht|043 - 350 33 00 | www.kessels-automobielen.nl Kessels Automobielen|Duitse Poort 15 Maastricht|043 - 350 33 00 | www.kessels-automobielen.nl Open van maandag t/m zaterdag Open van maandag t/m zaterdag

12

nov/dec '12


- advertentie -

Maastricht University School of Business and Economics Meer dan gewoon onderwijs De professional die zich verder wil ontwikkelen hoeft in Limburg niet ver te zoeken. De School of Business and Economics is al 10 jaar een waardevolle leerpartner voor vele professionals van binnen en buiten de regio. In toenemende mate creëert zij echter ook waarde voor diverse bedrijven en instellingen op het gebied van het leiden van veranderingen, innovatie en strategieontwikkeling. Als een spin in het web in een moderne netwerk- en leeromgeving. Zo omschrijft Maurice Olivers de tak Executive Education van de School of Business and Economics (SBE), die tien jaar geleden werd opgezet. Maastrichtenaar Olivers geeft als director Executive Education and Business Development leiding aan deze tak van sport die via een portfolio van open, maatwerk en masterprogramma’s bij uitstek bedrijven en instellingen productief verbindt met de expertise binnen SBE, de universiteit en haar kennisnetwerk. “Op die manier vergroten we onze relevantie als business school voor de samenleving . We koppelen niet alleen ons onderzoek aan actuele vraagstukken van organisaties, maar zetten natuurlijk ook onze expertise en netwerk in op het gebied van leren en ontwikkelen. SBE is destijds ingestapt in een zeer competitieve markt met marktpartijen als rsm, nijenrode, tiasnimbas, maar ook met consultancy - en trainingsbureaus. “Toch is het ons gelukt om voet aan de grond te krijgen”, vertelt Maurice Olivers. “Er is een interessante klantenportfolio opgebouwd met diverse type organisaties waaronder scholen, zorginstellingen en bedrijven. Vele professionals uit de regio hebben inmiddels geprofiteerd van de kwaliteit van ons Management Essentials programma en van de MBA programma’s die SBE aanbiedt. Daarmee wordt een substantiële bijdrage geleverd aan het profiel van onze school en aan de verworven accreditaties

Maastricht University School of Business and Economics behoort tot een selecte groep van 50 instellingen wereldwijd met drie internationale accreditaties: AACSB, EQUIS en AMBA. “En die kwaliteit ligt hier voor organisaties in de regio gewoon om de hoek”, stelt Olivers Een van de cases waar SBE trots op is, is de International Business Strategy Course voor Vodafone. “Vodafone was een van onze eerste klanten, probleemgestuurd onderwijs was voor hen de trigger”, vertelt Olivers. “ Binnenkort start alweer de 10e editie van dit programma waaraan toptalenten deelnemen uit Nederland, Duitsland en enkele andere Europese landen. Het is voor mij een bewijs dat we goed in staat zijn te luisteren naar de behoefte van de klant en een leeromgeving neer te zetten die waarde creëert. In dit geval waarde voor professionals die door de dynamiek in telecom markt sneller dan vele andere organisaties te maken krijgen met nieuwe (strategische) vraagstukken,” aldus Olivers. “Wij kijken telkens opnieuw naar wat er nodig is, passen design en het team van docenten en coaches aan, zoeken bijvoorbeeld aansluiting bij nieuwe generaties die wij ook in huis hebben of naar nieuwe methoden of omgevingen die leren weer effectiever maken. Het is voor ons elke editie weer een spannende en uitdagende onderneming”. Hij ziet ook een duidelijke trend. “De omgeving wordt dynamischer en competitiever. Organisaties moeten zich blijven onderscheiden en zichzelf vaker opnieuw zien uit te vinden. Het beschikken over professionals met de juiste competenties, management- en leiderschapsvaardigheden is daarom steeds belangrijker. Leren en veranderen in organisaties is niet alleen een verantwoordelijkheid van het collectief, maar dient ook samen te worden beleefd niet alleen in horizontale lagen, maar vooral verticaal te worden verbonden (top down én bottom up). Daar waar dit het geval is, vind je

Vrijblijvend kennismaken? Kom 30 november naar de kennisproeverij! Samen talenten ontwikkelen, voor het individu, het collectief en de samenleving, dat is onze missie. www.maastrichtuniversity4professionals.nl zet de mogelijkheden voor u

Maurice Olivers

ook de grootste impact op gewenste cultuurveranderingen, innovatie of leiderschapsontwikkeling”, geeft Maurice Olivers aan. “Natuurlijk raakt het economisch tij ook onze business. Bedrijven en instellingen willen zich graag door ontwikkelen, maar willen ook meer voor minder. Het zal ook ons model doen veranderen. Flexibiliteit en directe impact van programma’s op ontwikkeling van managers en organisaties dat is wat meer en meer van ons wordt gevraagd. Het zorgt ervoor dat leren nog meer dan nu vooral op de werkplek zal gebeuren. Nu ontwikkelen wij al concepten waarin virtueel, ervaringsgericht en klassikaal leren wordt gecombineerd en ondersteund door bijvoorbeeld executive coaching op de werkplek. Het zijn concepten die over het algemeen geen vaste routines voor ons zijn. Wij kijken vooral samen met onze klanten naar wat er nodig is voor een liefst duurzaam leerresultaat. Dat is meer dan gewoon onderwijs. Wij vertrouwen erop dat wij er telkens in slagen waarde te creëren en professionals en organisaties kunnen helpen. Dit vooral mede dankzij onze achterban, lees SBE, universiteit en haar netwerk”.

op een rij; van maatwerktrajecten, coaching en korte cursussen tot Executive MBA en Executive masters. Eerst even proeven? Dat kan! U bent van harte welkom op 30 november tijdens de vierde editie van onze gratis Kennisproeverij. Aanmelden kan via www.kennisproeverij.nl


Cultuur

Cultuuromslag bij cultuurinstellingen Vrijwillig of niet, steeds meer culturele instellingen kiezen voor het ondernemersmodel. Zo ook twee bekende Limburgse instellingen: Theater De Maaspoort in Venlo en het multidisciplinaire instituut Schunck in Heerlen. door Hans van Vinkeveen

D

e tijden veranderen, een beroemde singer-songwriter zong het al. Het gaat zeker ook op voor de culturele sector. Er was een harde hand voor nodig, een zuinige hand vooral. Maar de boodschap is duidelijk overgekomen: subsidiekranen staan niet alleen maar opengedraaid. Kunstenaars en culturele instellingen zullen veel meer de eigen broek moeten gaan ophouden. Een inmiddels veel beproefd recept hiertoe is via het stimuleren van cultureel ondernemerschap. Over een paar jaar moet de kunstsector grotendeels op eigen benen staan. Deze deels afgedwongen omschakeling van de kunstwereld kan Leon Thommassen wel billijken. Hij is algemeen directeur van Theater De Maaspoort in Venlo, de grootste podi-

umkunstvoorziening in Noord-Limburg. ‘Ik ben realist. Als de hele samenleving terug moet, dan moet ook ik daarin mee. Maar je moet wel altijd helder in beeld brengen wat je in staat bent te doen. Niet zeggen: Doe maar drie opera’s minder, dan bespaar ik vijftigduizend euro. Dat is voor mij geen bezuinigen. Nee, je begint met te zien of de bedrijfsvoering efficiënter en effectiever valt te organiseren en hoe je ervoor kunt zorgen dat je meer eigen inkomsten genereert.’ Zakelijke houding Thommassen is eigenlijk altijd al voorstander van een zakelijke aanpak geweest. Dat valt enigszins te verwachten met zijn bedrijfseconomische achtergrond. ‘Ik kwam hier elf jaar geleden als financieel manager in een heel ambte-

“Je kunt niet in één week tijd een ambtenaar veranderen in een topondernemer” 14

lijke organisatie. Er zat veel lucht in: te veel personeel, veel gemakzucht ook.’ Het eerste wat hij deed, was een informatie- en cijferstroom creëren waarop je vervolgens bedrijfsmatig kunt sturen. Meten is immers weten. ‘Eigenlijk ben ik constant met de vraag bezig: wat kan efficiënter en hoe kan de gasttevredenheid omhooggebracht worden? Inmiddels ligt De Maaspoort op de route richting een volwaardig cultuurbedrijf ongeveer halverwege, schat hij. In zijn zakelijke houding staat Thommassen niet alleen. De nieuwe lichting leidinggevenden in de kunstsector wordt niet zenuwachtig van een businessplan meer of minder. Maar dat maakt hen nog niet tot kille saneerders die rücksichtslos in het vlees van de organisatie snijden, wil hij graag kwijt. ‘Ik heb persoonlijk veel met cultuur en cultuur, dat is ons dna. We zullen zolang mogelijk kunst met een grote K blijven aanbieden: opera’s, balletten, de moeilijkere toneelstukken. Alleen als er echt geen andere uitweg is, streep ik onrendabele culturele producten weg.’ Bezuinigen doe je kortom op een verantwoorde manier. nov/dec '12


alleen meer dynamiek en speelruimte moeten krijgen om zich vrijer en slagvaardiger te kunnen bewegen.’ Via het cultureel ondernemerschap wordt de instelling meer geprikkeld oog te hebben voor maatschappij en markt, zo is de gedachte. Een ander voordeel is dat een zelfstandige cultuurinstelling eerder in aanmerking komt voor bepaalde subsidiefondsen. Veel subsidiënten geven bij een gemeentelijk bedrijf niet thuis. En ook het bedrijfsleven sponsort in de regel geen gemeenteafdeling. Daarnaast matcht het ambtelijke cao niet met de bij Schunck heersende werkcultuur, waar men gewend is zeven dagen in de week 24 uur per etmaal in touw te zijn. Geelen: ‘Je zit eigenlijk in een verkeerde jas een bedrijf te runnen.’

Een les die zich overigens ook de overheid ter harte zou moeten nemen, is zijn kritiek. ‘Minder afhankelijk zijn van de overheid is een mooie uitdaging, maar je moet het niet te snel willen. Je kunt niet in één week tijd een ambtenaar veranderen in een topondernemer.’ Innovatief cultuurbedrijf Honderd kilometer zuidelijker maakt een andere culturele instelling een nog ingrijpendere transformatie door. Schunck, voorheen Het Glaspaleis in Heerlen, is het paradepaardje onder de Zuidlimburgse culturele instellingen en hét symbool van de opbloei en een herwonnen zelfvertrouwen van de regio. Intussen is Schunck nog gewoon wat het altijd was: een gemeentelijke afdeling waar ambtenaren dagelijks hun ding doen. Maar daar komt dus radicaal verandering in. De ambtelijke instelling wordt de komende twee jaar op de schop genomen en omgeturnd in een zelfstandig cultuurbedrijf. Een operatie die extra ingewikkeld is doordat Schunck inmiddels uitgedijd is tot een ‘multidisciplinaire’ organisatie. Het is nov/dec '12

een ‘verzamelplaats’ van zulke uiteenlopende instellingen als een bibliotheek, architectuurcentrum, muziekschool, een museum en horecaruimte. Toch is het vaste voornemen dat in 2014 ‘als geheel’ de stap wordt gemaakt naar verzelfstandiging. ‘We veranderen van een ambtelijke afdeling met een voordeurdelersmodel naar één cultuurbedrijf,’ legt Fred Geelen de verzelfstandiging uit. Hij is directeur Communityfuncties en sinds 2003 werkzaam bij Schunck. Er was een aantal dwingende redenen om Schunck te gaan verzelfstandigen, somt Geelen op. ‘Schunck functioneert in de praktijk al als een cultuurbedrijf. Het zou

Fred Geelen: “We zijn een maatschappelijk bedrijf dat we zo goed mogelijk willen runnen.”

Ontdekkingsreis ‘Je zou de komende veranderingen bij Schunck een proces van ‘de-institutionalisering’ kunnen noemen,’ legt Geelen uit. ‘We breken oude instituten af en brengen de inhoud ervan over naar een nieuwe organisatie. Het is een innoverend proces dat voor mij persoonlijk voelt als een ontdekkingsreis.’ Wat hier precies uit voortkomt, weet Geelen eerlijk gezegd op dit moment niet. Daarvoor is het nog te vroeg. ‘We zijn de verzelfstandiging aan het oefenen, maar het is een oefening onder moeilijke omstandigheden. We staan met de uit de grond getrokken piketpalen in ons handen om ze straks op het juiste moment en op de juiste plaats in de grond te slaan.’ Het betekent in de praktijk dat er niet meer gewerkt wordt via afdelingsplannen maar prestatiecontracten met daarin allerlei spelregels voor aspecten als inkoop en aanbesteding. Geelen: ‘Die verantwoordingsstruktuur wringt weleens. De vrijheid om zelf te ondernemen is nog niet echt substantieel en ligt voornamelijk op het personele vlak.’ Als dit maar goed afloopt: ambtenaren die de eigen afdeling gaan ombouwen tot een cultuurbedrijf, een innovatief cultuurbedrijf nog wel. Is er voor een dergelijke complexe operatie wel de benodigde knowhow aanwezig? Geelen denkt van wel en ontkent dat de verzelfstandiging van Schunck een ongewis en hachelijk avontuur is. ‘Wij zijn net als ons broertje Historisch Goud intern al verzelfstandigd en onderscheiden ons door een hands on werkcultuur. Veel van de huidige medewerkers komen vanuit 15


Leon Thommassen: “Het was toch

ten zoals businessclubs, bedrijfsfeesten, congressen. We benaderen de zakelijke markt heel actief.’

een beetje easy going. Wat vandaag niet kan, komt morgen wel.”

een eigen bedrijf of uit ondernemersgezinnen. Ze zijn gewend klantgericht en commercieel te werken.’ Verder zal een Raad van Toezicht als buffer fungeren tussen subsidiegever en Schunck. Dat zijn mensen uit het bedrijfsleven die hun kennis en netwerk meenemen.’ Nieuwe business De omschakeling naar een ondernemersmodel vereist andere methoden om te komen tot een gezonde bedrijfsvoering op gebieden als financiering, personeel, marketing. Dit gebeurt veelal langs twee wegen: een strengere kostenbeheersing en de vergroting van de eigen inkomsten. Theater De Maaspoort steunt op een jaarlijkse subsidie van de gemeente van 2,2 miljoen euro. Daarop wordt de komende vier jaar elk jaar een ton gekort. Thommassen heeft grote moeite dit via bezuinigingen op te vangen. ‘Je hebt al zo vaak aan financiële knopjes gedraaid dat de beïnvloedbare kosten niet lager kunnen. Kostenbesparing zoeken we nu meer in de samenwerking met andere 16

partijen, met name in het delen van backoffice taken. En er wordt verder een stevigere broek aangetrokken bij de onderhandelingen met impresario’s en producenten.’ Thommassen breekt zijn hoofd het meest over het vinden van nieuwe business in de theatermarkt. Hij prijst zich gelukkig met een multifunctioneel gebouw, waardoor hij zich een stuk kansrijker op de zakelijke markt acht dan een traditioneel theater. En het moet gezegd, De Maaspoort is een schitterend vormgegeven gebouw. Voor de inrichting is de Maas als metafoor gebruikt, lezen we in de reclamefolder. De banken zijn vormgegeven als aangemeerde scheepjes die verplaatsbaar zijn. In de foyers liggen zwerfkeien en de vloer is als een houten aanlegsteiger aan de kade omgeven door stromend water. Volgend jaar is de nieuwbouw van een extra theaterzaal klaar. De horeca is uitbesteed aan topbrasserie Pollux en er is een VIP-foyer gekomen. ‘Een dergelijk complex leent zich nog beter voor zakelijke evenemen-

Maatschappelijk bedrijf Bij Schunck is men lang zo ver nog niet. De organisatie steunt op een structurele subsidie van de gemeente Heerlen van jaarlijks 12 miljoen euro. Een stevig bedrag in de ogen van velen, waardoor Geelen zich herhaaldelijk en ook nu weer gedwongen voelt te verantwoorden. ‘Het is zo’n hoog bedrag door de optelsom van de drie voormalige instituten, het gebouw en een berg overhead van de ondersteunende gemeentelijke afdelingen. Maar er staan op onze begroting zoveel bedragen die geen echt geld zijn. We werken met bescheiden budgetten.’ Voorlopig wordt aan de gemeentelijke subsidie niet getornd. Daarnaast wordt er in dit stadium vooral ‘nagedacht’ over de mogelijkheid van eigen inkomsten. ‘Het inzicht in marketing is groeiende, de volgende stap is er actiever op te sturen. Dat moeten we nog ontdekken. Ik acht de kansen groot doordat Schunck een multidisclipinaire instelling is. Er komen heel verschillende soorten bezoekers over de vloer, van 0 tot 100 jaar. Dat is erg aantrekkelijk voor bedrijven.’ Geelen wil wel een veel voorkomend misverstand over de verzelfstandiging van culturele instellingen uit de weg ruimen. Dit betekent niet dat een organisatie toewerkt naar het stempel ‘100% subsidievrij’. Daarvoor verschilt een cultuurbedrijf te veel van een doorsnee commercieel bedrijf. Geelen: ‘Het gaat er niet om dat je volledig onafhankelijk bent van subsidiëring. Dat kan ook helemaal niet. We zijn een maatschappelijk bedrijf dat we zo goed mogelijk willen runnen en dat voor tachtig procent gefinancierd blijft.’ Het zakelijke doel van Schunck is de verhoging van het ratio eigen inkomsten. Dat is een vastbepaald percentage eigen verdiensten van het totale subsidiebedrag. Van het behalen hiervan hangt vervolgens de toekenning van de overheidssubsidies af. Bij Schunck gebeurt dit volgens een model dat is uitgesplitst per bedrijfsonderdeel. Geelen: ‘Landelijk gezien doen we het met deze prestatie-instelling goed.’ Mentaliteitsverandering Voor het zittende personeel van het nieuwe cultuurbedrijf komt de verzakeling neer op een heuse mentaliteitsvernov/dec '12


andering. De cultuuromslag is bij De Maaspoort vastgelegd in het beleidsplan. Het streven is het cultureel ondernemen in alle lagen van de organisatie in te voeren. Thommassen: ‘Het was toch een beetje easy going. Wat vandaag niet kan, komt morgen wel. Nu moeten medewerkers aan het eind van de dag kunnen aangeven wat zij verdiend hebben voor de tent.’ Hij illustreert dit aan de hand van de veranderde rol van bijvoorbeeld de receptionist. ‘Dat wordt een heel belangrijke functie, want je ziet iedereen binnenkomen, waarop je vervolgens kunt inspelen. Zo doen ze dat bij een tankstation ook. Ga in gesprek met de bezoekers en vraag naar hun interesses: we hebben ook dit of dat in de aanbieding. Je bent meer een verkoper. Als je de hele dag gaat zitten wachten, dan weet je dat je niks zit te verdienen.’ Het valt hem op dat er veel meer scherpte in de organisatie is gekomen, deze als geheel wordt geactiveerd. Maar ook van het management wordt een andere mentaliteit verwacht. De leiding van De Maaspoort heeft de opdracht slagvaardiger en marktgerichter te werk te gaan. ‘Het nieuwe managementteam bestaat uit drie mensen die

enthousiast worden van een beleidsplan. We kijken verder dan alleen het runnen van de tent. Je bent meer bezig met strategie voor de langere termijn en hoe je de organisatie daarin meeneemt. Je legt het personeel uit wat je wilt bereiken en wie wat gaat uitvoeren? Het gaat er vooral om te zorgen dat ze het ondernemen in hun dna krijgen en doorkrijgen dat ondernemen echt iets anders is dan ambtenaar spelen.’ Zwarte cijfers De route richting cultuurbedrijf ligt bezaaid met obstakels. Het grootste gevaar komt van buiten de eigen organisatie: de economische tegenwind. Volgens Thommassen zijn bezuinigingen op cultuur bijna altijd verkeerd getimed. ‘Je moet op cultuur besparen in tijden van voorspoed. We hebben nu te maken met bedrijven die geen zwarte cijfers kunnen schrijven. Dan is sponsoring uit den boze.’ Bovendien is er veel concurrentie doordat culturele instellingen zich allemaal op de markt van sponsoren en vrijgevige particulieren storten. ‘Er is bijvoorbeeld een leuk project als de Floriade dat veel geld uit de markt trekt. Of voetbalclub VVV die een nieuw sta-

dion bouwt waar veel geld naar toegaat. Iedereen klopt bij de bedrijven aan.’ Geelen ziet ook positieve kanten aan de huidige economische malaise. ‘Met de druk op de middelen is de interesse voor cultuurbedrijven toegenomen. Waaraan ik me vasthoud, is dat cultuur een vele malen goedkopere wijze van levensgeluk aanbiedt dan zorg, welzijn of criminaliteitsbestrijding. Het inzicht in de waarde en mogelijkheden van cultuur is momenteel groeiende.’ Desondanks zijn de doelstellingen van beide instellingen voor de komende vier jaar rooskleurig. De Maaspoort heeft het ambitieuze voornemen de eigen inkomsten te verhogen met 40 procent. In 2016 moeten de kosten van de voorstellingen worden gedekt door de inkomsten uit kaartverkoop. Bij Schunck zit men op het moment van deze tussenrapportage nog in de planningfase. ‘We zijn in control. We geven uit wat we mogen uitgeven en doen ons best om kwaliteit te laten zien. Dat hebben we redelijk in de vingers. We zijn er vandaag niet klaar voor, we zijn er in 2015 klaar voor.’

- advertentie -

Snelle incasso’s op advocaatnivo

Specialisten in ondernemingsrecht, financieel-economische problemen en bouw Tempsplein 29 | 6411 ET Heerlen | T: (045) 571 30 00 | F: (045) 571 66 66 | E: info@luckers.nl De Geusseltweg 33C | 6225 XS Maastricht | T: (043) 362 52 52 | F: (043) 363 72 73 | E: info@advocasso.nl 0032507.pdf 1

nov/dec '12

23-11-2009 13:56:06

17


- advertentie -

Bekijk de MacBook Pro met Retina-display bij ivizi. De nieuwe definitie van de notebook.

De volledig vernieuwde MacBook Pro is voorzien van een indrukwekkend Retina-display met meer dan vijf miljoen pixels, supersnelle flasharchitectuur, en de nieuwste quad-core Intel-processors. Alles in een ongelooflijk dun en licht ontwerp.

Maastricht: Wycker Brugstraat 30, Kemenadeplein 33 18

Heerlen: Saroleastraat 45b • Venlo: Vleesstraat 75 www.ivizi.nl • info@ivizi.nl • 043 352 0 352

nov/dec '12


column

O

p zaterdag probeer ik mijn boodschappen te doen bij de kleinere speciaalzaak: bakker, slager, groenteboer. Op doordeweekse dagen kan dat niet omdat de bakker, slager en groenteboer pas open gaan als ik op mijn werk ben, en de rolluiken weer luid naar beneden laten ratelen, als ik uit mijn werk kom. Aangezien slechts 7% van de bevolking werkloos is, laat de kleinere speciaalzaak hier een gigantische markt liggen. In elk Europees land gaat de bakker open vóór het ontbijt. In Nederland erna. In veel landen blijft de slager open tot etenstijd (19 à 20 uur). In Nederland is hij dan allang dicht. Daardoor staat het bestaansrecht van deze beroepsgroep - geef ons heden ons dagelijks brood - op losse schroeven. En wij, de bereidwillige consumenten, worden ondertussen door de middenstand, tegen onze zin, veroordeeld tot de anonieme grootsuper. Het lot van de kleine winkelier is overigens geheel zelfverkozen, want winkels mogen, ook in Nederland, elke dag van 6 tot 22 uur open zijn. De enige winkelier in mijn buurt die daar gebruik van maakt is de Marokkaan.

“Wat is dat toch, in onze cultuur, die ingebakken weerzin tegen werken?”

Wat is dat toch, in onze cultuur, die ingebakken weerzin tegen werken? Luiheid is het allerminst – mijn bakker, slager, groenteboer; zij werken zich allemaal het schompes. Maar het lijkt wel: met tegenzin. Want anders houd je fluitend je winkel open zodat ook werkende mensen ernaar toe kunnen. Discussies gaan in Nederland over: moeten we op zondag open? Moeten we werken tot ons 67-ste? Hebben we dan geen recht op vrijetijd? En niet over: mag ik op zondag open? Mag ik alsjeblieft doorwerken, want ik vind het zo leuk? Ik snap dat wel. Misschien is werken ook helemaal niet leuk, in dit land waar je je kinderen nauwelijks meer naar een betaalbare crèche kunt brengen. Waardoor de slager niet alleen de stress van presteren voelt, maar ook van het combineren van werk en privé-leven. En dus niet anders kan dan om 18 uur sluiten. Waar de werkdruk zo hoog is, dat stoppen voor je er dood bij neervalt, inderdaad een voorrecht blijft. Wij hebben werken en leven op een heel ongezonde manier uit elkaar gedreven. Een carrière is een survival of the fittest: met concurrerende collega’s, met wachtlijsten in de kinderopvang, met wurghypotheken, met files en tijdsdruk. Daar moet een land zich zorgen over maken, zeker in een vergrijzende samenleving waar jong talent steeds zeldzamer wordt. Hoe krijg ik de immateriële randvoorwaarden zo dienend aan het arbeidsproces dat mensen met plezier en gemak werken en leven combineren? Waarom überhaupt om 18 uur de winkel dicht? Waar is dat goed voor, stoppen op je 67ste? Als het tempo en de omstandigheden dat toelaten, wil niemand achter de geraniums. Een samenleving kan dat tempo dicteren en die omstandigheden creëren. En moet haast wel; gezien het enorme tekort aan arbeid dat op ons af dendert.

Wim Ortjens

Werken is leven

- advertentie -

nov/dec '12

19


ondernemen

Student èn succesvol ondernemer door PEDRO RADEMACHER  beeld FRITS WIDDERSHOVEN

M

enigeen droomt ervan: een eigen bedrijf beginnen. Dat begint meestal eerst met een gedegen (vak)opleiding, daarna veel ervaring opdoen in loondienst om dan, precies op het juiste moment, de sprong te wagen naar het eigen bedrijf. Maar dat hoeft per definitie niet altijd zo te gaan. Sommigen beginnen hun eigen bedrijf, terwijl ze nog volop studeren. Zoals Lucas Vos (23) uit Maastricht. Vos groeide op in het Noord-Brabantse Ravenstein. “Mijn vader was pluimveehouder, moeder werkte als cateringmanager voor restaurantketen Van der Valk, voordat ze mijn vader leerde kennen. Het ondernemersbloed zit wel in onze familie.” Als tiener zat hij op het VWO, thuis kookte hij

graag en veel. “Ik vertelde mijn ouders dat ik graag iets in de horeca wilde gaan doen. Mijn vader stuurde mij toen naar een lokaal restaurant, en zei: ‘begin daar maar eens met afwassen in de keuken’.” De toen 15-jarige Vos stapte restaurant ’t Veerhuis in Ravenstein binnen en vroeg de eigenaar of hij werk voor hem had. “Ik begon met afwassen, één dag in het weekend. Maar als snel zag de eigenaar dat ik meer in mijn mars had, en dus mocht ik meewerken in de bediening. Ik voelde me daar meteen op mijn plek.” Tijdens zijn examenjaar werd Vos plotseling voor maanden geveld door de ziekte van Pfeiffer. Noodgedwongen moest hij zijn eindexamenjaar nog een keer overdoen. “Daardoor

“Ondanks de crisis zag ik mijn omzet jaarlijks groeien” 20

hield ik veel tijd over en werkte ik een half jaar fulltime bij restaurant ’t Veerhuis, 7 dagen in de week. Daar heb ik veel geleerd, vooral op het vlak van organisatie in de horeca.” Tijdens zijn ziekte had hij thuis alle tijd om te fantaseren. Hij dacht na over het opzetten van zijn eigen cateringbedrijf. “Ik begon dingen op te schrijven, lijnen uit te zetten: wat heb ik nodig, hoe ga ik dat organiseren en hoe kan ik er iets aan verdienen? Gedrevenheid en ondernemersgeest zit wel in ons familiebloed. Ik denk dat ik mijn familie wilde laten zien dat ik dat ook kan.” Zijn eerste opdrachten kwamen vooral uit eigen vriendenkring. “Een vriend van de hockeyclub gaf een feestje en vroeg of ik wat drank en eten kon regelen. Toen ben ik naar de groothandel Sligro gereden en regelde een hapje en een tapje. Zo klein is het begonnen.” In 2009 ging hij studeren aan de Hotelschool

Lucas Vos (23) op de Hotelschool Maastricht, student èn succesvol ondernemer.

Maastricht. “Studeren gaat mij heel makkelijk af. Dus ik hou veel tijd over. Bovendien heb ik al de nodige praktijkervaring.” Door de week woont en studeert hij in Maastricht, in zijn vrije tijd werkt hij mee in de bediening van restaurants “O” en Rozemarijn in Maastricht. In het weekend gaat hij terug naar Ravenstein om zijn gestaag groeiende cateringbedrijf te runnen. “Gaandeweg denk je na over mogelijkheden om het concept van je bedrijf te verfijnen. Je zoekt naar een rode draad: wat willen mensen, en waar ben ik heel goed in?” Bij de berekening van zijn omzet bleek dat 80% van zijn inkomsten kwam uit barbecues. “Dat zette me aan het denken.” “Er zijn heel veel nov/dec '12


cateraars in Nederland. Maar slechts heel weinig cateraars zijn gespecialiseerd in het barbecueën. Voor veel mensen is de barbecue gevoelsmatig toch een beetje seizoensgebonden aan de zomermaanden. Maar ik kan het hele jaar barbecueën. Bovendien is barbecueën toch veel arbeidsintensiever dan gewone catering. Je moet er voortdurend bijblijven en veel gevoel voor hebben. Dat schrikt veel cateraars af.” Sinds 2011 presenteert hij zijn bedrijf als ‘Lucas Vos barbecue concepts’. Hij regelt all-in barbecuepartijen tot maximaal 300 personen, vooral in Limburg en NoordBrabant. Vlees komt van zijn vaste, betrouwbare slager Lebouille in Born. Zijn medewerkers zijn nov/dec '12

vrienden, die als vaste uitzendkrachten per uur betaald worden. De oprichting van zijn bedrijf in 2008 viel samen met het uitbreken van de financiële crisis. “Ondanks die crisis zag ik mijn omzet tegen de tendens van de tijd jaarlijks groeien.” Nu, in 2012, zit hij op een gemiddelde jaaromzet van 50 mille. “Niet slecht, als je bedenkt dat ik 15 tot 20 uur per week bezig ben met school, en 15 tot 20 uur per week bezig ben met mijn bedrijf.” Crisis of geen crisis, mensen moeten toch eten en drinken, zegt Vos. “Je merkt wel dat mensen nu minder poespas willen: ze willen kwalitatief goed eten en drinken voor een redelijke prijs.” Medio 2014 verwacht

hij af te studeren aan de Hotelschool Maastricht. Dan breekt voor hem een spannende tijd aan. “Als ik mijn diploma heb, ga ik met een goede bank praten. Ik wil heel graag een barbecuerestaurant op niveau openen in Maastricht, of nog liever Den Bosch. Een restaurant met een mooie kaart en goede ambiance, met zo’n 40 tot 50 medewerkers. Vanuit dat restaurant wil ik dan tevens barbecues cateren door heel Nederland.” Van huis uit weet hij dat een eigen bedrijf enorm veel tijd en inzet vergt. “Werkweken van 70 tot 80 uur zijn heel normaal. Maar ik hou van mijn werk. Werken in de horeca heeft toch altijd iets feestelijks. En daar kan ik van genieten.” Zijn

“Ik wil heel graag een barbecuerestaurant op niveau openen in Maastricht”

ouders zijn inmiddels trots op hem. “Dat laten ze niet zo snel rechtstreeks aan mij weten. Maar ik hoor het van anderen.” Studeren en tegelijkertijd je eigen bedrijf succesvol runnen. Het kan, maar het heeft ook een prijs: vrije tijd is schaars. Dit jaar heeft Vos noodgedwongen afscheid moeten nemen van zijn hockeyploeg: helaas geen tijd meer om te trainen of te spelen. “Horeca is nu eenmaal heel hard werken. Gelukkig heb ik weinig slaap nodig per nacht. Maar het belangrijkste is: als je iets doet wat je leuk vindt, voelt het niet als werken.” 21


- advertentie -

Wie maakt het verschil?

Executive Search

De professional met de juiste kwaliteiten. Maar waaraan herken je het talent waardoor een organisatie excelleert en de professional kan schitteren? Wie goed kijkt, ontdekt het verschil. Wie het verschil ziet, vindt het talent zoals Ram贸n Zinken (staand in het midden), Manager Planning & Control bij VieCuri Medisch Centrum. EQUIPE traceert, enthousiasmeert en selecteert op een persoonlijke manier de allerbeste professionals die het onderscheid bepalen tussen goed en uitstekend. Neem vrijblijvend contact op met een van onze kantoren.

Werving en Selectie

Bemiddeling RvC/RvT

Interim Management

Detachering

Consultancy

Equipe BV Maastricht 043 3299955 - Eindhoven 040 2963688 - Venlo 077 3030010 info@equipe-bv.nl - www.equipe-bv.nl

22

nov/dec '12


column

HT

Peter Paul Verreussel

K

un je dat eten zult u zich afvragen? Of heeft u al eens eerder gehoord van deze twee letters. In ons vak lijkt het al bijna een toverwoord. HaTé, Horizontaal Toezicht. Horizontaal Toezicht is de relatief nieuwe term voor de toekomstige samenwerking met de belastingdienst. De belastingdienst sluit een convenant af met de belastingplichtige. In hoofdlijnen komt het er op neer dat de belastingdienst eerst een inventarisatie uitvoert bij de belastingplichtige om te beoordelen of de kwaliteit van de processen voldoende is. Deze moeten van zodanig niveau zijn dat er voldoende waarborgen zijn dat de belasting netjes en volledig wordt afgedragen. Het gaat om kwaliteit van processen maar ook om de integriteit van de personen die ermee werken. Onze organisatie heeft het convenant Horizontaal Toezicht getekend. Dat betekent dat wij het stempel “OK” hebben gekregen. Onze aangiften worden snel afgehandeld, vragen worden direct beantwoord en we hebben een eigen aanspreekpunt. Dat is nog eens service. Weten we eindelijk bij wie we al onze vragen kwijt kunnen en worden we snel geholpen. Wie wil dit niet in de huidige tijd. Maar ook wordt van ons verwacht dat zodra iets twijfelachtig is of op het randje dat we vooraf overleg zoeken met de belastingdienst. We verstoppen niets in de aangifte maar overleggen vooraf over de fiscale duiding en afhandeling. Niets nieuws zult u denken. Wie meedoet aan HT krijgt geen controle meer. Dus geen uitgebreide, tijdrovende en kostbare boekenonderzoeken en correcties meer. Er wordt immers niets meer geprobeerd en als er mogelijk fiscaal discutabele aspecten zijn, wordt dit eerst voorgelegd. De belastingdienst wordt onze beste vriend die we te allen tijde weten te vinden. Of dat zo is? Inmiddels hebben we de eerste ervaringen. Ook in de diverse dagbladen zijn inmiddels de nodige kritieken geuit. Men verwacht dat er minder revenuen zullen zijn voor de schatkist omdat niet meer wordt gecontroleerd. Een andere vraag is of de belastingdienst wel bestand is tegen deze nieuwe vorm van werken. Waar oorspronkelijk toch een wantrouwende houding was

“De belastingdienst wordt onze beste vriend, die we te allen tijde weten te vinden” nov/dec '12

“vertrouwen is goed maar controleren is beter”, moet de knop om. De aangifte bevat geen fiscale opzetjes meer want dat is vooraf voorgelegd zal het credo worden. HT gaat nog een stapje verder. Grote organisaties sluiten hun eigen convenant met de belastingdienst. Deze organisaties hebben een omvang die een goede administratieve organisatie vraagt en een kennisniveau dat voldoende waarborgen biedt. Maar hoe zit het met de kleintjes? Het MKB dat voor het grootste deel van de belastinginkomsten zorgt. Publiek geheim dat de bijdrage van de grote multinationals aan onze schatkist maar beperkt is. Die kleintjes kunnen meeliften op het convenant dat de accountant heeft afgesloten. Praktisch werkt dit als volgt. Wij melden, uiteraard na overleg, cliënten aan die mee gaan doen aan HT. Deze aanmelding geschiedt pas nadat wij ons er van hebben vergewist dat deze cliënten ook kwalificeren. Kortom er vindt een selectie aan de poort plaats. Klinkt logisch tot nu toe. Dan komen de vragen. Wat gebeurt er met die cliënten die niet mee doen of niet mee willen doen. Krijgen die een strik rond hun dossier en zullen die strakker gevolgd gaan worden? De accountant wordt een onbezoldigd belastingambtenaar. De accountant gaat immers nog strenger controleren wat wel en niet in de aangifte mag. Ik wil hier niet mee aangeven dat we dingen doen die niet mogen maar bij twijfel zullen we nu in overleg treden. Voorheen was het standpunt dat bij twijfel de aangifte ingevuld werd en dat vooraf de argumenten verzameld werden waarom een bepaald standpunt wel mogelijk was of zou moeten zijn (pleitbaar standpunt). Nu betekent dit dus dat we gaan overleggen. Maar is deze vorm van overleg niet een openlijke bekenning van twijfel waardoor je met een achterstand aan het gesprek begint? Op dit moment kan ik nog niet alle vragen beantwoorden. Eén ding is zeker, op korte termijn zullen wij klanten gaan aanmelden die meeliften op ons convenant. Of HT een lange toekomst heeft? De toekomst zal het uitwijzen. Het vergt in ieder geval een verandering van aanpak voor twee partijen. Verandering van spijs doet eten. Peter Paul Verreussel Baat accountants & adviseurs p.verreussel@baat.nl 23


reportage

Waren de goden meteorieten? Peter Jenniskens uit Horst-Meterik geldt internationaal als autoriteit op het gebied van meteoren en kometen. Hij heeft diverse belangrijke ontdekkingen op zijn naam staan en leidde baanbrekende missies. Een ‘NASALimburger’ over sterrenkunde tussen leven en dood. Door Govert Derix   beeld Nasa

E

en jongensdroom. Zo is het leven van de LimburgsAmerikaanse sterrenkundige Peter Jenniskens (geboren 1962 in HorstMeterik) het beste samen te vatten. Het idee om een artikel over hem te schrijven ontstond afgelopen zomer in Brazilië. Op een afgelegen plantage keek ik er om vier uur ‘s ochtends naar een prachtige samenstand van de maan en de planeten Venus en Jupiter. Ineens schoot een vallende ster langs het firmament. Een paar tellen later nog een. Op tijd van een half uur zag ik vijftig lichtsporen waarvan het gas soms seconden nagloeide. Ik besefte dat dit de zogenaamde Perseïden moesten zijn, een meteorenzwerm die elk jaar in augustus zijn opwachting maakt. En ik wist zeker 24

dat mijn jeugdvriend Peter Jenniskens – internationale autoriteit op het gebied van meteoren en kometen – ergens op de wereld diezelfde Perseïden in de gaten hield. Peter Jenniskens: “Jouw verhaal deed mij denken aan wereldreiziger en natuuronderzoeker Alexander von Humboldt, die in 1799 om drie uur ‘s ochtends een zogenaamde Leonidenstorm waarnam vanuit Cumana in Venezuela. Von Humboldt hoorde toen van een sterrenregen zo’n dertig jaar eerder. Samen met mijn collega Jeremie Vaubaillon wist ik die datum precies te bepalen op 9 November 1771, toen de aarde het stof doorkruiste dat door komeet 55P/Tempel Tuttle in 1600 was uitgestoten. Een historische beschrijving werd daar-

mee onderdeel van de sterrenkunde. Ik voelde me toen een beetje als museumcurator George Smith, toen hij in 1872 voor het eerst oude spijkerschrifttabletten van 2750 jaar voor Christus vertaalde en in het epos Gilgamesh prompt het verhaal van de zondvloed zag verteld.” De ontdekking van de moederkomeet van de Leonidenmeteoren is een van de vele verhalen in het vuistdikke boek Meteor Showers and their Parent Comets dat Jenniskens in 2008 pu-

bliceerde bij Cambridge University Press en dat internationaal wordt gezien als hét standaardwerk op het gebied van meteoren en kometen. Behalve smeuïge anekdotes over de jacht op meteoren, het opsporen van moederkometen en de succesvolle voorspelling van meteorenstormen, bevat het boek gedetailleerde lijsten van de verschijning van meteorenzwermen in de komende vijftig jaar.

Dr. Peter Jenniskens uit HorstMeterik tijdens een van zijn missies.

Boschveldcollege Na het Boschveldcollege

“Het zou me niet verbazen als we er de komende jaren nog honderden op het spoor komen.” nov/dec '12


in Venray studeerde Jenniskens sterrenkunde in Leiden en promoveerde op zogenaamde Diffuse Interstellar Bands, zeg maar onderzoek naar de samenstelling van de materie die zich tussen de sterren bevindt. De toon van een komeetachtige carrière was daarmee gezet. Hij slaagde erin dit thema op de voorgrond van de sterrenkunde te krijgen. In 1995 werd hieraan naar aanleiding van zijn proefschrift in Colorado het eerste wetenschappelijke symposium gewijd. Het tweede symposium zal volgend jaar mei in Haarlem plaatsvinden. Na zijn afstuderen deed hij in de Verenigde Staten onderzoek naar waterijs in de ruimte tussen planeten. Het resultaat hiervan haalde de cover van Science. nov/dec '12

Jenniskens: “Met name door de manier waarop waterijs in de ruimte vastvriest op stofdeeltjes en hoe dat water zich bij hogere temperatuur als vloeibaar gas gedraagt, wist ik het gedrag van kometen nader te verklaren. Kometen ontstaan vroeg in de geboorte van ons zonnestelsel wanneer ruimtestof zich verzamelt. Sommige kometen groeien later uit tot planeten.” Een en ander leidde ertoe dat Jenniskens sinds halverwege de jaren negentig werkt voor het NASA/Ames Research Center en het Carl Sagan Center van het SETI Instituut (Search for Extra Terrestrial Intelligence), beide in de Amerikaanse staat Californië. In de wei Al vanaf zijn jeugd was

Jenniskens gefascineerd door meteoren en meteorieten en was hij lid van de Dutch Meteor Society. ’s Nachts lag hij urenlang in de wei op een stretcher om de banen van meteoren op een sterrenkaart in te tekenen. Als je voldoende van die sporen hebt verzameld, kun je de zogenaamde radiant bepalen, het punt waaruit ze allen lijken te verschijnen en dat niet zelden samenvalt met de baan van een verdwenen (want verdampte) of nog altijd bestaande komeet. Aan die radiant ontlenen de meteorenzwermen doorgaans hun naam. De Leoniden bijvoorbeeld vertrekken uit het sterrenbeeld Leo (Leeuw), de Perseïden uit Perseus. In zijn meest recente project grijpt Jenniskens terug op de jaren in de wei. Op drie plaatsen in

Californië – onder meer bij het beroemde Lick Observatory – heeft hij daarvoor beveiligingscameras opgesteld, gericht op de hemel. Jenniskens: “Met driehoeksmeeting bepalen we de radiant van elke waargenomen meteoor en brengen zo de meteoorzwermen in kaart. Voor het eerst sinds de ontdekking van het bestaan van meteorenzwermen rond 1833 zien we ze nu daadwerkelijk in beeld komen. Ik was vooral verrast dat de eerste week van afgelopen december blijkbaar een heel drukke week is, met tenminste veertien zwermen die op het zelfde moment actief waren. Van elke vastgestelde zwerm hopen we nu de moederkomeet of planetoïde te bepalen. Vele daarvan zijn pas recent ontdekt tijdens het zoeken naar planetoïden die op aarde kunnen inslaan.” In 2003 boekte hij op dit vlak zijn eerste succes toen hij het moederlichaam wist te bepalen van de meest actieve zwerm van dat jaar, de Quadrantiden. Die komeet bleek niet verdampt, maar een restant bestond nog, genaamd ‘2003 EH’, dat er nu uitziet als een planetoïde. “Als gevolg van die ontdekking ging toen zo’n beetje de hele meteorenwereld op zoek naar de moederlichamen van meteorenzwermen,” vertelt Jenniskens. Leven en dood Meteoren zijn de lichtsporen die je ziet als een stukje ruimtemateriaal (variërend in grote van een zandkorrel tot een metersgroot rotsbrok) de dampkring binnenkomt en gloeiend heet wordt. 25


de dampkring binnen komen, zoals ESA’s eerste Automated Transfer Vehicle in 2008 boven de Stille Oceaan, en de terugkeer van de Japanse Hayabusa-satelliet in 2010 boven Australië. Bij deze missies ging het vooral om onderzoek naar de ontwikkeling van goede hitteschilden. Over het algemeen levert dergelijk onderzoek belangrijke informatie op voor de ruimtevaart. Denk bijvoorbeeld ook aan André Kuipers die tijdens zijn verblijf in het internationale ruimtestation ISS moest schuilen voor ruimtepuin. Materiaal dat op aarde belandt noemen we een meteoriet. De bekendste is het rotsblok van naar schatting tien kilometer dat miljoenen jaren geleden insloeg bij Mexico en leidde tot het einde van de dinosauriërs. Met dit voorbeeld is meteen duidelijk dat de sterrenkunde die Jenniskens bedrijft raakt aan leven én dood. Enerzijds doet hij onderzoek naar manieren waarop interstellair en interplanetair organisch materiaal op aarde terecht kan zijn gekomen en de vonk kan hebben geleverd waaruit leven ontstond. Anderzijds kan de inslag van een rotsblok een ramp zijn die het einde betekent van alle mensen op aarde. In januari haalde Peter nog het nieuws omdat zijn videocamera’s een nieuwe zwerm hadden ontdekt die inderdaad wees op het bestaan van zo’n bedreigende komeet. Jenniskens: “Het zou me niet verbazen als we er de komende jaren nog 26

honderden op het spoor komen.”

Perseïden

Leonid MAC Sinds zijn dagen bij de Dutch Meteor Society betrekt Peter steeds anderen bij zijn waarnemingen. Hij gaf bijvoorbeeld leiding aan een reeks spectaculaire NASA-missies om meteoorzwermen en kunstmatige vuurbollen vanuit vliegtuigen waar te nemen. Tot de verbeelding spreken de 1998-2002 Leonid MACmissies waarbij twee vliegtuigen van de US Airforce met aan boord tientallen wetenschappers en instrumenten (MAC staat voor Multi Instrument Aircraft Campaign) boven Japan en Israël de meteorenstorm van de Leoniden volgden. “Het was een hele opluchting dat er boven

de meteo-

Impressie van de Perseïden, renregen met radiant in het sterrenbeeld Perseus.

de wolken ook inderdaad een spectaculaire storm verscheen,” aldus Jenniskens. “Toentertijd stonden de voorspellingen nog in de kinderschoenen. Een paar jaar later, in 2007, deden we een soortgelijke missie met twee GulfstreamV-zakenvliegtuigen. Tijdens die vlucht boven Californië zagen we prachtig bevestigd hoe de aarde een nauwe stroom van stof doorkruiste dat kwam van een mogelijk gevaarlijke komeet – precies zoals ik had voorspeld met mijn collega Vaubaillon.” Nog sensationeler werd het toen een team onder leiding van Jenniskens op dezelfde manier ging waarnemen hoe kunstmatige (door mensen gemaakte) objecten van buiten de aarde

“De sterrenkunde die Jenniskens bedrijft raakt aan leven én dood”

Soedan De publicitaire klap op de vuurpijl kwam voor Jenniskens in oktober 2008. Diverse astronomen namen met hun telescopen een rotsblok van vier meter waar dat niet veel later in de atmosfeer explodeerde. De inslag was boven de woestijn in Soedan, maar zo hoog in de atmosfeer dat niemand verwachtte dat iets overleefd had. Jenniskens nam contact op met collega’s ter plekke en onderwierp het betreffende gebied met honderdzestig studenten van de Universiteit van Khartoum aan een zorgvuldige inspectie. De actie werd live gevolgd door Aljazeera. In totaal werden meer dan zeshonderd stukjes ruimtesteen gevonden. Het was de eerste keer in de geschiedenis dat een rotsblok werd gespot en de overblijfselen op aarde werden teruggevonden. En ook de eerste keer dat die overblijfselen uit een aantal verschillende zeldzame meteorieten bestonden. CNN en nov/dec '12


- advertentie -

meer dan driehonderd andere media all over the world brachten het nieuws prime time. Jenniskens organiseerde een internationale groep van onderzoekers die de meteorieten onderzochten. Goldrush Op dit moment doet hij onderzoek naar een rotsblok van drie meter

Jennekins gaf leiding aan een reeks NASA-missies om meteoorzwermen en kunstmatige vuurbollen vanuit vliegtuigen waar te nemen.

dat in april van dit jaar met een geweldige knal in de atmosfeer boven Californië insloeg en waarvan restanten werden gevonden rondom Sutter’s Mill, de plek waar in 1848 de goldrush begon. Ook hiervoor bracht hij een groot aantal collega’s bij elkaar. Jenniskens: “De meteorieten waren van het type dat ooit het organisch materiaal voor de oorsprong van leven op aarde aanleverde. Binnenkort verwachten we hierover een artikel in Science te publiceren met niet minder dan zeventig co-auteurs.” Jenniskens werk leidde ertoe dat sterrenkundigen tegenwoordig een veel completer en genuanceerder beeld hebben van de wereld van

meteoren, kometen en planetoïden. En daarmee ook van het ontstaan van het zonnestelsel. “Van 2008 TC3, het rotsblok dat boven Soedan explodeerde, leerden we bijvoorbeeld dat het hier gaat om een bepaalde klasse objecten uit de zogenaamde asteroïdengordel tussen de planeten Mars en Jupiter dat een aantal verschillende typen meteorieten kan aanleveren. Planetoïden waren voor sommigen lang tijd saaie rotsblokken, maar zijn nu interessante werelden geworden,” aldus de astronoom. Niet toevallig is er intussen een kleine planeet naar Jenniskens genoemd, een eer die bijvoorbeeld ook Chriet Titulaer te beurt viel. Rond

Kerstmis staat planetoïde ‘42981 Jenniskens’ in de melkweg vlakbij de ster Betelgeuze in het sterrenbeeld Orion (Jager) dat dan ’s avonds hoog aan de hemel staat. Helaas is het object zelf alleen met een sterke telescoop te zien. Jenniskens: “Ik zou die planetoïde graag eens bezoeken om uit te zoeken wat voor soort meteorieten hij kan aanleveren. Een mooie bestemming om samen met vrienden naar toe te gaan.”

- advertentie -

nov/dec '12

27


- advertentie -

COLUMN: piM steerNeMaN

Uit de kunst Kunstbeoefening is een bron van expressie en zingeving voor alle leeftijdscategorieĂŤn en dus ook voor ouderen en heeft een positieve impact op meerdere levensterreinen, zoals gezondheid en sociale contacten. Ondanks de gunstige effecten van kunstbeoefening neemt de actieve kunstbeoefening op latere leeftijd af. Gemiddeld de helft van alle Nederlanders is actief met (amateur)kunst bezig. Onder 65-plussers is dat percentage nog maar een derde. Zorgcentra hebben kunstbeoefening door en voor ouderen niet vanzelfsprekend in hun reguliere pakket van diensten. Kunst is heel breed en kan heel toegankelijk zijn. Tegelijkertijd kan kunst mensen ook echt raken, denk aan een mooi muziekstuk. Kunst draagt in algemene zin bij aan het welbevinden en de kwaliteit van leven van mensen. Kunst en Cultuur verbindt mensen, zo ook in de ouderenzorg. Tijdens kunst en cultuur activiteiten zie je een verbinding ontstaan tussen de bewoner, familie, medewerker en vrijwilliger. Maar ook

met de buurt waarin het zorgcentrum ligt. Samen aan een project werken of samen genieten van muziek. Tijdens de activiteiten ontstaat een proces dat net zo belangrijk is als het einddoel. De verhalen en met name de belevingen die tijdens de activiteit verteld worden aan elkaar, de aandacht die de bewoner krijgt, of samen met een familielid die dementerend is aan een werkstuk werken, geeft voldoening. Het zijn deze kleine dingen die het leven aangenaam kunnen maken en de kwaliteit van het leven verbeteren. Recent is in Heerlen een nieuw zorgcentrum geopend en tijdens de openingsceremonie werd een beschilderde kunstkoe onthuld. Bijzonder waren de kunstenaars: jong en oud. Jongeren uit het plaatselijke speciaal onderwijs die samen met kwetsbare ouderen uit het betreffende zorgcentrum onder begeleiding van een professionele kunstenares samen aan de kunstkoe gewerkt hebben. Tijdens de wekelijkse kunstworkshops zag je de jongeren en ouderen steeds meer naar

elkaar toe groeien. De ouderen vertelden verhalen over hoe het vroeger was en informeerden bij de jongeren hoe de jeugd tegenwoordig met bepaalde zaken omgaat. Wederzijds respect groeide gedurende dit project. Hetzelfde zorgcentrum heeft een heuse galerie waar externe kunstenaars hun kunst kunnen exposeren. Dit leidt tot beweging: mensen uit de buurt die in het zorgcentrum naar kunst komen kijken en er dan achter komen dat je er ook een kopje koffie kunt drinken. Zelfs lunchen in het moderne restaurant! Kunst en cultuur spelen dus vaak een belangrijke rol in een mensenleven en dit moet niet stoppen als je in een zorgcentrum of aanleunwoning gaat wonen. Kunst bekijken, kunst maken, een muziekvoorstelling bijwonen, een museumbezoek of ‘gewoon’ samen naar een (oude of nieuwe) film kijken: allemaal activiteiten die het leven verrijken en dus een toegevoegde waarde hebben op het gebied van zingeving: kunst en cultuur met bezieling dus! Het blijkt overigens dat senioren niet in de eerste plaats voor kunstactiviteiten kiezen uit behoefte aan sociale contacten of vanuit verveling, maar vanwege een intrinsieke behoefte. Zij kiezen daar bewust voor, bijvoorbeeld omdat zij een oude passie nieuw leven willen inblazen, of omdat zij een sluimerende motivatie hebben. Dat wil echter niet zeggen dat senioren als vanzelf creatieve activiteiten oppakken: stimulatie is wel gewenst. Maar dan moet wel aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn, zoals een prikkelende omgeving waarbij de activiteiten aangepast zijn aan de (latente)vraag. Dan is het uit de kunst en dit betekent niet meer en niet minder dan uitvoerende en uitstekende kunst. En dit is inclusief de kunst van het ouder worden!

Dr Pim Steerneman MBA Bestuursvoorzitter Sevagram


ondernemen

Net begonnen en 42 miljoen euro omzet

Het gaat goed met groeidiamant Polyscope Polymers. Uitstekend zelfs.

Polyscope

door marco soeters  beeld jean-pierre geusens

actief is in een

kan ongebreideld groeien, omdat het nichemarkt

D

e op Chemelot gevestigde producent van hoogwaardige kunststoffen en kunststofverbeteraars geldt als één van Limburgs innovatiefste en snelst groeiende ondernemingen. Tussen 2008 en 2011 zag Polyscope zijn omzet groeien van 3,5 naar maar liefst 42 miljoen. En dat terwijl het bedrijf de opstartfase nog maar net voorbij is. Polyscope werd in 2006 opgericht door een groep private investeerders uit de kunststofwereld, met de hulp van Industriebank LIOF en het investeringsfonds Limburg Ventures, die daarmee een aandeel in het bedrijf verwierven. nov/dec '12

Polyscope is in Europa de enige producent van het copolymeer SMA (styreenmaleïnezuuranhydride) en is zelfs wereldwijd marktleider op het gebied van SMA-technologie. Onder de merknaam XIRAN biedt Polyscope een groot assortiment kunststoffen op basis van SMA aan. De kunststof, die een brede waaier van toepassingen kent, wordt onder meer gebruikt in het interieur van auto’s, zoals het dashboard. Autofabrikanten als Ford, Audi, Chrysler, Bentley en Porsche waarderen de kunststof vooral om zijn hittebestendigheid en vormvastheid. Papier, glaswol, gipsplaten en lcd-scher-

men zijn enkele andere toepassingen van SMA. Omdat Polyscope actief is in een internationale nichemarkt en daardoor niet zo conjunctuurgevoelig is, kan het bedrijf haast ongebreideld groeien. “Het is op de eerste plaats zaak te investeren in sales and business development”, vertelt algemeen directeur Patrick Muezers, die bijna van meet af aan betrokken is bij Polyscope. “We zijn in relatief korte tijd wereldwijd van dertig naar vijftig medewerkers gegroeid. Die ontwikkeling creëerde een nieuwe positie bij de divisie Engineering Plastics, namelijk die van Global Director Sales and Business Development”, gaat hij verder. “Een functie met een zwaar takenpakket en een boel verantwoordelijkheid”, verduidelijkt hij. De functie werd na een zoektocht van een halfjaar uiteindelijk ingevuld door een kandidaat die werd voorgedragen door Limbourg & Partners. “Limbourg is voor ons op zoek gegaan naar kandidaten die voldeden aan de harde functie-eisen, maar die ook pasten binnen onze bedrijfscultuur en binnen het managementteam”, legt Patrick uit. “Een kandidaat moet eerst binnen het bedrijf passen, pas daarna kijken we naar de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden die bij de functie horen”, verduidelijkt hij. Is het zoeken naar zo’n kandidaat als zoeken naar een speld in een hooiberg? “Kijk, je hebt het hier meestal niet over kandidaten die hun cv op een landelijke vacaturesite plaatsen. Het vinden 29


van iemand die zelf niet actief op zoek is, is een stuk lastiger dan het vinden van iemand die wel zelf op zoek is. Vaak moet je zo iemand ook nog losweken bij zijn huidige organisatie”, legt Patrick uit. Hoe veel gegadigden waren er nu uiteindelijk voor de functie? “Limbourg draagt meestal een vijftal kandidaten aan die door een strenge voorselectie zijn gekomen, maar dat aantal is slechts een richtlijn. Het kunnen de ene keer drie, de andere keer zeven kandidaten zijn.” Waarom Limbourg? “Succesvol”, laat Patrick een stilte vallen. “Omdat ze succesvol zijn. Dat betekent dat ze goed zijn in wat ze doen en over het beste netwerk beschikken. Wat ik ook belangrijk vind is nazorg, of een

Onder de naam XIRAN biedt Polyscope een groot assortiment kunststoffen aan

bureau nog oog heeft voor een kandidaat na plaatsing. Dat heeft Limbourg. Ze nodigen ons uit het traject te evalueren en hebben nog regelmatig contact met de kandidaat. Ik krijg zelfs steevast een invitatie voor een diner om een succesvolle bemiddeling te beklinken. Hoewel

ik door tijdgebrek lang niet altijd op die uitnodiging in kan gaan, kan ik zulk soort zaken wel enorm waarderen. Het is gewoon een fijne partij om mee samen te werken ”, sluit Patrick af, die overigens nog op zoek is naar een Manager Sales and Business Development.

- advertentie -

Opening Oranjehof Het nieuwste paradepaardje van Sevagram staat in de Heerlense wijk Heerlerbaan. Daar staat een modern zorgcentrum middenin de wijk. Onder grote belangstelling werd Oranjehof op donderdag 10 oktober geopend door burgemeester Paul Depla van Heerlen en Sevagram-bestuurder Pim Steerneman. Tijdens het onthullen van de naamplaat op de gevel van het zorgcentrum kregen zij hulp van … Maxima. Helaas, niet de echte, maar een look-a-like. Burgemeester Paul Depla van Heerlen roemde Oranjehof als schoolvoorbeeld van moderne ouderenzorg. “Vroeger werden ouderencentra vaak een beetje weggemoffeld aan de rand van de stad. Dat is niet meer van deze tijd. Het is niet alleen een ontmoetingspunt voor senioren in de buurt, maar ook voor alle buurtbewoners. Het uitgekiende Gasterie-concept (het voor iedereen toegankelijke restaurant, gasteriesevagram.nl) draagt positief bij aan het bevorderen van de leefbaarheid in de wijk.”

30

Optimale zorg Pim Steerneman ging tijdens zijn speech ook in op de uitgangspunten van moderne ouderenzorg: “Oranjehof is het twintigste zorgcentrum van Sevagram. Daar mogen wij met z’n allen best trots op zijn. Middenin een buurt, waar nog geen zorgcentrum stond, staat nu een ultramodern en innovatief complex met een aantal aanleunwoningen. Wij willen de mensen hier excellente zorg en verpleging bieden in een veilige en warme leefomgeving.”

nov/dec '12


Wealth Management” uit alsof het de namen van zijn wereld die voor mij volledig nieuw was. Hij spreekt De wijsheid zoals deze in dede inleiding beschrijven markt als zijn financiële dataleverancier heeft zich en transparante informatie klant en aan zichkeer weettoe te kinderen en legt mij vervolgens tot drie de woorden Banking, Private Banking en is zat niet al “Retail geprogrammeerd op mijn harde schijf. daarbij gespeciliseerd in het op maat distribueren binden. “Klantgerichtheid” wordt straks zò 2012. heel rustig uit wat het uit allemaal inhoudt. Wealth Management” alsof het deTechnology namen van zijn John Vice Executive Director van fiWeber, nanciële diensten, zowel nationaal als kinderen zijn en legt mijliet vervolgens tot keer toe dedrie ipad van Solutions bij vwd group mij even kijken in een internationaal. Het actuele klantenbestand De “vwd wijsheid zoalsisdeze in de inleiding De group” al meer dan 15 jaar beschrijven actiefbestaat op de heel rustig uit wat het allemaal inhoudt. wereld diealvoor mij volledigparticuliere, nieuw was.harde Hij spreekt uit financiële instellingen, brokers, is zat niet geprogrammeerd op mijn schijf. markt als fi nanciële dataleverancier en heeft zich de woorden “Retail Banking, Private Banking en televisiezenders, kranten en tijdschriften. De vwd John Weber, Vice Executive Director Technology daarbij gespeciliseerd in het op15 maat distribueren De “vwd group” is al meer dan jaar actief op de Wealth Management” uit alsof het de kijken nameninvan group levert alleen filiet nanciële informatie maar Solutions bij niet vwd group mijnationaal even eenzijn van financiële diensten, zowel als zich markt als fi nanciële dataleverancier en heeft kinderen enmij legtvolledig mij vervolgens tot drie keer toe biedt technologie in de vorm van financiële wereld diezijn voor nieuw was. Hij bestaat spreekt internationaal. Hetaan actuele daarbij gespeciliseerd in hetklantenbestand op maat distribueren heel rustig uit wat het allemaal inhoudt. software. De klant kan echter ook kiezen voor een de “Retail Banking, Private Banking en uit woorden fifinanciële particuliere, van nanciëleinstellingen, diensten, zowel nationaalbrokers, als maatwerktraject. John uit heeft genoeg Wealth Management” alsof het dewerkervaring namen van televisiezenders, kranten en tijdschriften. De vwdzijn internationaal. Het klantenbestand bestaat De “vwd group” islegt alactuele meer dan 15 jaar actief op de in de fi nanciële branche, hij denkt actief mee kinderen zijn en mij vervolgens tot drie keer group levert niet alleen financiële informatie maartoe uit financiële instellingen, particuliere, brokers, markt als fi nanciële dataleverancier en heeft zich met de klant en “bouwt” voor hen een digitale heel rustig uit wataan hetin allemaal inhoudt. biedt technologie de van financiële televisiezenders, kranten envorm tijdschriften. De vwd daarbij gespeciliseerd in het op maat distribueren innovatieve fi nanciële oplossing. De Ipad is tijdens software. De klant kan echter ook kiezen voor een group levert niet alleen fizowel nanciële informatie maar van financiële diensten, nationaal als op klantenbezoeken een zeer effi cië nt hulpmiddel, De “vwd group” is al meer dan 15 jaar actief de maatwerktraject. John heeft genoeg werkervaring biedt technologie aan in de klantenbestand vorm van financiële internationaal. Het actuele bestaat middels de voor de klant ontwikkelde App heeft markt financiële dataleverancier en heeft zichdeze in de fials nanciële branche, hij denkt actief mee software. De klant kan echter ook kiezen voor een uit fi nanciële instellingen, particuliere, brokers, zicht op de productdetails en de voortgang van daarbij gespeciliseerd in het ophen maat distribueren met de klant en “bouwt” voor een digitale zijn maatwerktraject. John heeft genoeg werkervaring televisiezenders, kranten en tijdschriften. De vwd eigen beleggingsportefeuille. van financiële diensten, zowel nationaal innovatieve financiële oplossing. Deactief Ipadals is tijdens in de fi nanciële branche, hij denkt mee group levert niet alleen financiële informatie maar internationaal. Het actuele klantenbestand bestaat klantenbezoeken een zeervoor effi cië nteen hulpmiddel, met de klant en “bouwt” hen digitale biedt technologie aan in de vorm van fi nanciële Ik begin nu wel lol in deze materie te krijgen en wil uit financiële particuliere, brokers, Door Katrien vaninstellingen, Rooy middels de voor de klant ontwikkelde App heeft De wijsheid zoals dezedeze in de inleiding innovatieve fiklant nanciële oplossing. De Ipad is tijdens software. De kan echter ook kiezen voor een de visuele vormgeving graag zelf aanschouwen. Met televisiezenders, kranten en tijdschriften. De vwd beschrijven is zat niet al geprogramzicht op de productdetails en de voortgang van zijn klantenbezoeken een zeer effi ciënt hulpmiddel, maatwerktraject. John genoeg werkervaring de meest belangrijke beleggingskoersen in cijfers maar een subtiele opheeft zijn Ipad showt John group levert “touch” niet alleen fi nanciële informatie maar John Weber, meerd op mijn hardemij schijf. eigen beleggingsportefeuille. middels de voor de klant ontwikkelde App heeft deze in de fi nanciële branche, hij denkt actief mee ook vormgegeven in een mooie grafi eken. Natuurlijk Vice Executive Director Technology biedt technologie aan in de vorm van financiële zicht optal devan productdetails endie de voortgang van zijn met de klant en “bouwt” voor hen een digitale biedt deze vormgeving andere opties allemaal Solutions bijkrijgen vwd group liet software. Dewel klant kan echter ook kiezen voor een Ik begin nu lol in deze materie te en wilmij even eigen beleggingsportefeuille. innovatieve financiële oplossing. De Ipad is tijdens samen met de at klant zijnisbedacht. Dat de vwdkijken group het crisis hoef ik niemand in een wereld die voor mij volmaatwerktraject. John heeft genoeg werkervaring de visuele vormgeving graag zelf aanschouwen. Met ledig nieuw was.mee Hij spreekt de woorden meer te vertellen, dat branche, dit voor klantenbezoeken een zeerhij effi cië ntactief hulpmiddel, klantvriendelijk is de was mij door John duidelijk gemaakt in financiële denkt een subtiele “touch” op zijnmaterie Ipad showt John mij Ik begin nuvoor wel lol in deze te krijgen enBanking wil “Retail Banking, Private steeds meerhet mensen vreselijke middels de de klant ontwikkelde App heeft deze en toch ervaarde ik tijdens uitwerken van deze column met de klant en “bouwt” voor hen een digitale de visuele vormgeving graag zelf aanschouwen. Met Wealth Management” uit alsof het de heeft ook niet. Aan mogelijke zicht op de productdetails en de voortgang van zijn dat eengevolgen Nederlands beschrijving op de website van de vwd innovatieve financiële oplossing. De Ipad is tijdens namen van zijn kinderen zijn en legt mij oorzaken, risicovolle hypotheekvereen subtiele “touch” op zijn Ipad showt John mij eigen beleggingsportefeuille. group over dezeklantenbezoeken materie helemaaleen nietzeer overbodig bleek. effi ciënt hulpmiddel, strekkingen in de USA, invoering van de vervolgens tot drie keer toe heel rustig middelsgade voorvingers de klant ontwikkelde App heeft deze euro en vergrijzing ik mijn uit wat het allemaal inhoudt. Ik begin nu wel in deze en materie te krijgen enzijn wil Dat John een professional isproductdetails maglol duidelijk zijn. De door zicht op de de voortgang van niet branden. De “vwd group” is al meer dan 15 jaar de visuele vormgeving zelf op aanschouwen. Met hem gebruikte App’s hebben ook een figraag nancieel eigen beleggingsportefeuille. Dit wordt de pcc ofwel “de positieve actieftintje. de markt als financiële datalesubtiele op zijn Ipad showt John mij Gelukkig laat deeen AppIk Filpbaord hem zien datverancier er vreemde en heeft zich daarbij gespecicrisis column”. kon het “touch” in eerste dingen instantie gebeuren in deze wereld en dat de positieve liseerd inte hetkrijgen op maaten distribueren van niet maar deze Ik geloven begin nu wel lolcrisis in deze materie wil zaken die de ook crisis met zich meebrengt nog niet financiële diensten, zowel nationaal als brengt positieve dingen met zich graag de visuele vormgeving zelfoveral aanschouwen. Met Het actuele mee. Er wordt eens kritisch ge-opwaarschijnlijk zijn doorgedrongen. Maar wees gerust, eenweer subtiele “touch” zijn internationaal. Ipad showt John mij klantenbekeken naar de efficiëntie stand bestaatinuit financiële instellingen, ligt er nog een pakketje vanvan de bepaalde maya-kalender ergens werkprocessen, de invloed van de ver- draaien particulieren, een la en zullen we met z’n allen verder in dezebrokers, televisiezenders, zekeraarswereld en farmaceutische bedrijven kranten en tijdschriften. De vwd group vraaggerichte waar de klant nog steeds koning is.

John’s iPad:

iPad 3, 32GB, 3G + WiFi

sing. De Ipad is tijdens klantenbezoeken een App top 5: zeer efficiënt hulpmiddel, voor de klant John’siWork: iPad:middels Pages,deKeynote en Numbers iPad 3, 32GB,ontwikkelde 3G + WiFiApp heeft 1. iWork deze zicht op de productJohn’s iPad:details takenplanner Pages, Omnifocus: en de voortgang App top 5: iPad 3,en32GB,van 3Gzijn + WiFi Keynote eigen beleggingsNumbers iWork: portefeuille. Pages, LinkedIn: op deKeynote hoogte en vanNumbers zakelijke relat App top 5: Ik begin nu wel lol in materie te krijgen en Omnifocus: takenplanner John’siWork: iPad:deze Flipboard: social magazine Pages, Keynote en Numbers wil de visuele vormgeving iPad 3, 32GB, 3G + WiFi 2. Omnifocus graag zelf aanschouwen. LinkedIn: de hoogte vandelen zakelijke relat takenplanner DropBox: snel bestanden Omnifocus: Metop eentakenplanner subtiele “touch” App top 5: John’s iPad:op zijn Ipad showt John de belang-en iPad 3, iWork: 32GB,mij 3G +meest WiFi Flipboard: social magazine Pages, Keynote LinkedIn: op de hoogte vanNumbers zakelijke relat rijke beleggingskoer3. LinkedIn sen in cijfers maar ook5: App top DropBox: snel bestanden delen Omnifocus: takenplanner Flipboard: social magazine op de hoogte vormgegeven in mooie iWork:grafieken. Pages, Keynote van zakelijke Natuurlijken Numbers relaties LinkedIn: biedtop deze vormgeving debestanden hoogte vandelen zakelijke relat DropBox: snel tal van takenplanner andere opties die Omnifocus: allemaal samen met de Flipboard: social magazine klant zijn bedacht. Dat LinkedIn: op de hoogte van zakelijke relat 4. Flipboard de vwd group klantvrienDropBox: snel bestanden social delijk is was mij door delen magazine Flipboard: social magazine John duidelijk gemaakt toch ervaarde ik tijdens het uitwerken van dezedelen DropBox: snel bestanden column dat een Neder5. DropBox landse beschrijving op snel bestande website van de vwd den delen group over deze materie helemaal niet overbodig bleek. levert niet alleen financiële informatie Dat John een professional is mag duidelijk zijn. maar biedt technologie aan in de vorm De door hem gebruikte van financiële software. De klant kan Apps hebben ook een echter ook kiezen voor een maatwerkfinancieel tintje. Geluktraject. John heeft genoeg werkervaring kig laat de App Flipboard in de financiële branche, hij denkt actief hem zien dat er vreemde mee met de klant en “bouwt” voor hen dingen gebeuren in deze een digitale innovatieve financiële oploswereld en dat de positieve zaken die de crisis met zich meebrengt nog niet overal zijn dooriPad 3, 32GB, gedrongen. Maar wees 3G + WiFi gerust, waarschijnlijk ligt er nog een pakketje van de maya-kalender ergens in een la en zullen we met z’n allen verder draaien in deze vraaggerichte wereld waar de klant nog steeds koning is. App top 5

De iPad van... John Weber

D

en klantvriendelijkheid wordt een factor waarin bedrijven zich kunnen onderscheiden. Dat begint natuurlijk met een vriendelijke telefoniste maar is ook van toepassing op de adviseur die met eerlijke en transparante informatie de klant aan zich weet te binden. “Klantgerichtheid” wordt straks zò 2012.

John’s iPad

nov/dec '12

John’s iPad:

iPad 3, 32GB, 3G + WiFi

31


Ease Travel Clinic: voor een onbezorgde vakantie

Global Exploration verkent goed gevaccineerd de wereld Tanzania, Indonesië, China en sinds kort ook Thailand en Cambodja.

Mervyn Smeets

Parttime sportdocent Mervyn Smeets kent het belang van reisvaccinaties als geen ander. De door hem opgerichte stichting Global Exploration stuurt jaarlijks honderden Limburgse middelbare scholieren op een ‘life changing’ reis naar een ontwikkelingsland, om daar gedurende drie weken kennis te maken met de lokale cultuur. Voordat ze op reis te gaan, moeten de scholieren natuurlijk wel gevaccineerd worden tegen exotische ziekten als difterie en malaria.

plaatselijke bevolking een schooltje gebouwd. Ook werd er een project opgezet waarbij het afval dat klimmers achterlaten op hun expeditie werd opgeruimd.

Hoewel de reis van drie weken samenvalt met de zomervakantie, is er geen sprake van een zon-, zee- en strandvakantie. Integendeel. Tijdens de trip maken scholieren kennis met de plaatselijke cultuur en leefgewoonten, leggen ze contact met leeftijdgenoten en werken ze met hen samen aan kleinschalige lokale projecten, zoals het verven van een schoolgebouw. Het doel is niet alleen bewustwording te creëren bij de scholieren, maar ook de plaatselijke bevolking aanzetten zelf actie te ondernemen. Het project houdt niet op na drie weken; eenmaal terug in Nederland deelt elke leerling zijn ervaringen met 150 anderen, om zo draagvlak te creëren voor de stichting en haar activiteiten. Behalve met inheemse culturen worden de scholieren ook blootgesteld aan inheemse ziekten. Om de risico’s daarop tot een absoluut minimum te beperken, klopt Global Exploration al jarenlang voor al zijn reisvaccinaties aan bij Ease Travel Clinic & Health Support. Ease bepaalt op basis van onder meer de bestemming en reisduur de vaccinatiebehoefte. Twee Ease-medewerkers bezoeken vervolgens de school om de leerlingen collectief in te enten. In het buitenland kan de reisbegeleiding 24/7 telefonisch medisch advies inwinnen bij een aan Ease verbonden arts in Nederland. Overigens reist met elk reisgezelschap standaard één arts mee, die in het bezit is van een goed geoutilleerde Ease travel kit, met daarin EHBOspullen en medicatie. Dankzij de uitstekende vaccinering en begeleiding liep nog geen enkele van de inmiddels duizenden scholieren die op reis gingen een ernstige aandoening of ziekte op. Het enige waarmee de scholieren huiswaarts keren, is een onvergetelijke ervaring en inspirerend verhaal.

Vakantie boeken is Ease bezoeken Op zijn wereldwijde klimexpedities deed het vader-zoonduo Jos en Mervyn Smeets regelmatig gebieden aan waar kinderen geen toegang hadden tot (goed) onderwijs. Een doorn in het oog van vader en zoon, die beiden een achtergrond hebben in het (sport)onderwijs. Ervaringen als deze inspireerden de twee tot het opzetten van tal van lokale projecten tijdens hun verre reizen. Zo werd in 1998 tijdens een expeditie naar Pakistan met de hulp van de

www.ease-travelclinic.nl 0900 - 850 44 66 32

Jos kwam als sportdocent aan het Sintermeertencollege (Heerlen) in 2006 in aanraking met Xplore, een door het ministerie van Buitenlandse Zaken gesubsidieerd project dat middelbare scholieren de kans bood een educatieve reis te maken naar een ver land en vreemde cultuur. Na een succesvol eerste project werd in 2007 een stichting in het leven geroepen: Global Exploration.

Global Exploration was ondanks het feit dat het zichzelf moest bedruipen een onmiddellijk succes. Scholieren zamelden binnen de kortste keren zelf de benodigde 1.750 euro sponsorgeld per persoon in, nodig om de projecten en de reis te bekostigen. Als resultaat hiervan deden aan de eerste reis onder de vlag van Global Exploration niet minder dan driehonderd deelnemers mee. Inmiddels werkt de onafhankelijke stichting samen met maar liefst vijftien Limburgse middelbare scholen en worden er reizen georganiseerd naar Peru, India, Nepal,

azM P. Debyelaan 25, Maastricht GGD Geleenbeeklaan 2, Geleen GGD Het Overloon 2, Heerlen

go-ease.nl

0900 - 8504466 Ease is powered by:

nov/dec '12


column

A

dvocaten blijven voor velen fascinerende figuren. Over het werken en leven van advocaten verschijnen met grote regelmaat films, televisieseries en boeken; de misstappen van glamourzoekers als de Moszkowiczen worden in de pers breed uitgemeten. Een beetje mythische, nooit geheel grijpbare, heel eigenzinnige figuren zijn het, in het schemergebied tussen goed en kwaad. Glitter en roem vallen hen ten deel. Een juist beeld? Hooguit deels! Alleen het begin van een advocatencarrière al: door de huidige studiewetgeving zijn ze nauwelijks 23 jaar oud als ze vol ambitie een normaal advocatenkantoor binnenstappen met een brede particuliere praktijk. Aldaar direct voor de leeuwen gegooid wordend met problemen in levens die hun heel wat volwassenere klanten zelf niet op de rit hebben. De emoties van echtscheidingen, ontspoorde levens, criminaliteit, ontslag, ongevallen enz.: daar sta je dan, nog maar nauwelijks de pubertijd ontgroeid. Onder hoge tijds- en omzetdruk, in een sterk competitieve situatie, moeten ze eerst zelf nog veel leren van het leven en van het recht. Wellicht goed om in herinnering te houden als men weer zo’n jonge volledig overstresste advocaat wat wild om zich heen ziet slaan, soms meer kwaad dan goed doende: het business- en ontwikkelingsmodel van de beginnend advocaat is gewoon niet goed! Steevast komen de elementen terug van te hoge werkdruk en te hoge verwachtingen in relatie tot hun leeftijd aan de start van de carrière. Je hebt ook jonge advocaten die direct op een groter kantoor terechtkomen en in hun eerste jaren een meer beschermd bestaan hebben in de schaduw van een gespecialiseerd advocaat, voor wie zij allerlei uitzoekwerk en rotklusjes moeten doen. Zij zouden wat lekkerder in hun vel moeten zitten, ware het niet dat juist op die kantoren de onderlinge competitie en omzetdruk nog veel hoger ligt. Daarbij dienen zij zich te richten op het rolpatroon van hun ervaren patroon. Ervaring is echter nog wat anders dan invoelend vermogen en didactische gaven, niet bepaald de kwaliteiten waar een advocaat op geselecteerd wordt. Menige jonge advocaat ervaart die fase ronduit als een hel. Men gaat dóór, omdat de omgeving dat nu eenmaal van hen eist en vaak het eigen

“Advocaten zijn per definitie echte individualisten” nov/dec '12

zelfbeeld zo zeer geprojecteerd is op het slagen in de advocatuur, dat men welhaast willoos doorgaat. Het zal duidelijk zijn dat menigeen zich in die fase niet echt al te harmonieus tot een goed en evenwichtig mens ontwikkelt. Door hun eigenzinnigheid zijn ze ook vaak moeilijk om (mee) samen te werken. Een advocaat echter die niet eigenzinnig is (sommigen noemen het: eigenwijs), kan echter nooit een goede advocaat zijn. Dat alles komt ook terug in hun privéleven en huwelijksgeluk. Onderzoek, geruime tijd geleden op een groot Amsterdams kantoor, toonde aan dat bijna elke advocaat aan de top inmiddels een echtscheiding achter de rug had. Velen van die (op dat nivo bijna alleen) mannen, waren vervolgens met de eigen secretaresse hertrouwd; dat was de enige vrouw die men in het leven nog geregeld tegenkwam. Ook wanneer men eenmaal partner is op een groter kantoor, blijft de onderlinge competitie en de druk om maar zoveel mogelijk omzet te maken gigantisch en moet hij tot ongeveer zijn zestigste als een idioot doorbuffelen. Daarna wordt hij door de jongere garde gedwongen te vertrekken, zoals men zelf overigens ook eerder de oudere voorgangers eruit had gewerkt. Het zwarte gat dat zich dan openbaart, zonder hobby’s, zonder sociale vangnetten, maar met de maandelijkse alimentatieplicht als enig terugdenken aan het eerder gelukkige leven, compenseert het inmiddels vergaarde vermogen voor de meesten toch niet of nauwelijks. Het aantal maatschappelijke en persoonlijke ontsporingen en zelfs zelfmoorden ligt er dan ook hoger dan in de meeste andere beroepsgroepen. Wij kunnen daar in Limburg helaas over meepraten. Geldt het voorgaande voor alle advocaten? Nee, advocaten zijn zo eigenzinnig, dat geen twee levens van hen exact hetzelfde verlopen. Het zijn per definitie echte individualisten: menigeen onder hen weet zelfs onder de hoogste druk zich harmonieus te ontwikkelen en slaagt er in een letterlijk en figuurlijk rijk leven op te bouwen. Er zijn er ook genoeg die tijdig uit die ratrace stappen of juist hard genoeg op de rem weten te trappen, met wat minder glitter, maar vaak ook met deels andere idealen en interesses. Ondergetekende is inmiddels meer dan 30 jaar advocaat en in de tweede helft 50 aanbeland. Vaak genoeg heb ik moeten horen wel heel eigenzinnig en nonconformistisch te zijn en -als ik naar alle spanningsmomenten in mijn carrière kijk- dan klopt dat en had ik het me heel wat makkelijker kunnen maken; zeker in een ander vak. En toch: in een volgend leven word ik weer advocaat. Sterker nog: ik hoop me nog zeker 10 tot 15 jaar verder in dit vak te ontwikkelen; ik heb gelukkig (nog) niemand die mij er vroegtijdig uit wil gooien en ik vind het prachtig! Waar krijg je dan nog die kansen?!

mr Charles Lückers

Een advocatenleven

33


Maak kennis met het Corporate Banking team van Rabobank Westelijke Mijnstreek

De ‘big’ six: samen meer dan zes

Grootzakelijke klanten komen bij Rabobank Westelijke Mijnstreek een kernteam van zes gespecialiseerde adviseurs tegen: de ‘big’ six. Zes professionals binnen het Corporate Banking team.

D

it kernteam helpt grote (inter)nationale bedrijven met de meest complexe financiële vraagstukken. Hiervoor kunnen ze, naast hun kennis en expertise, een beroep doen op de knowhow van eigen collega’s en het wereldwijde Rabobank-netwerk.

Corporate Banking is de tak van Rabobank Westelijke Mijnstreek die zich richt op de grootzakelijke klanten: bedrijven met een omzet van meer dan tien miljoen euro per jaar en/of met een complexe bedrijfsstructuur. Klanten die van een bank verwachten dat deze proactief met hen meedenkt en op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen in hun branche. Corporate Banking is, hoewel het zich richt op grote ondernemingen, niet enkel een kwestie van schaalgrootte. Corporate Banking draait vooral om persoonlijk contact en korte lijnen. En daar komen de ‘big’ six om de hoek kijken. We stellen aan u voor: Wilbert Reijnen, Peter Frissen, Oscar Schoenmakers, Elvira von Lümich, Michèl Moonen en Jeroen Remmen: zij vormen het Corporate Banking team van Rabobank Westelijke Mijnstreek. Zes leden, elk met een eigen specialisme, samengebracht in een op elkaar ingespeeld en ijzersterk team.

Wilbert Reijnen: “Verder kijken dan standaardoplossingen.” Wij hebben een sterke relatie met onze klanten. Uniek bij Rabobank is, dat wij het primaire aanspreekpunt zijn, ook internationaal. Of de klant nu wil importeren, exporteren, investeren of internationale geldstromen wil managen, waar ook ter wereld. Door het grote internationale netwerk biedt Rabobank op alle continenten een breed internationaal aanbod, ook in opkomende markten. Grootzakelijke klanten kloppen vaak bij ons aan met unieke vraagstukken die vragen om een unieke benadering. Dan word je als bank gedwongen verder te kijken dan de standaardoplossingen. Vernieuwende oplossingen bedenken: daar draait het om bij Corporate Banking. Dat is alleen mogelijk als je het vraagstuk van je klant en niet je eigen dienstenpakket centraal stelt. Goed, dat vraagt enige creativiteit, maar dat mag je als grote klant dan ook van je bank verwachten. Als die bank Rabobank heet tenminste.

Peter Frissen: “Kansen en bedreigingen haarscherp in kaart brengen.” Een frisse kijk op zaken is inderdaad wat onze klanten van ons mogen verwachten, zoals mijn collega Wilbert al zei. Maar onze klanten verwachten meer. Een gedegen branchekennis bijvoorbeeld. Wij volgen voor onze klanten de ontwikkelingen die hun branche beïnvloeden op de voet. Zo weten we hoe een bedrijf presteert in vergelijking met zijn voornaamste concurrenten. Op die manier kunnen we ook de kansen en bedreigingen in de markt haarscherp in beeld brengen. Immers, je moet een kans of bedreiging eerst zien voordat je ze kunt benutten of uit de weg kunt gaan. Binnen het team ben ik met name bezig met het leggen van nieuwe relaties, ik merk dat onze branchekennis echt van toegevoegde waarde is. De advisering aan onze klanten vindt plaats vanuit specialistische teams, waardoor we ons kennis en expertise kunnen afstemmen op de wensen en de behoeftes van onze relaties. Als team zijn we in staat uw vraagstuk vanuit een nieuwe invalshoek te benaderen. Frisse ideeën zijn dan min of meer het logische gevolg. 34

nov/dec '12


Oscar Schoenmakers: “De toch al hoge verwachtingen van onze klanten overtreffen.” Waar Corporate Banking om draait? Het creëren van meerwaarde. De toch al hoge verwachtingen van onze klanten overtreffen. Een gespecialiseerd dienstenpakket en specifieke branchekennis zijn belangrijke voorwaarden, zoals Peter hiervoor al terecht stelt. Maar ook het vermogen je in te leven in je klant en nét dat stapje extra te zetten. Ons team werkt als een geoliede machine, dat klantvragen niet alleen concreet, maar ook snel kan beantwoorden. De ‘big’ six bestaat uit spelers die individueel bepaalde kennis en expertise hebben, maar die samen maar één doel voor ogen hebben: een tevreden klant. De ontwikkelingen in de markt volgen elkaar in sneltreinvaart op. Het succes van een bedrijf valt of staat steeds meer met diens vermogen in te spelen op die veranderde marktomstandigheden. Een bank moet al even snel kunnen schakelen. Liefst nog sneller.

Elvira von Lümich: “Barrières slechten.” Internationaal zakendoen draait om het slechten van barrières. Rabobank Westelijke Mijnstreek, als lid van de wereldwijde Rabobank Groep, beschikt over de mensen, middelen en knowhow om bedrijven met internationale ambities te adviseren over het managen van hun internationale geldstromen, het afdekken van rente- en valutarisico’s et cetera. De persoonlijke aandacht en korte lijnen van een lokale bank en de armslag van een wereldwijd opererende organisatie: dat zijn de unieke voordelen waar een klant van Rabobank Westelijke Mijnstreek van profiteert. ‘Act local, think global’, zeg maar.

Michèl Moonen: “Speurhond met neus voor goede ideeën.” Innovatief vermogen. Dát verschaft een bedrijf zijn concurrentievoordeel. En innovatieve bedrijven gaan op zoek naar een vernieuwende bank met frisse ideeën, zoals Rabobank. Speciaal voor veelbelovende innovatieve ondernemers is er Teckle, onze speurhond met een neus voor goede ideeën. Teckle helpt kansrijke starters en groeiers bij het transformeren van briljante ideeën naar nieuwe producten of diensten. Die hulp kan naargelang de behoefte van de ondernemer bestaan uit het beschikbaar stellen van ons netwerk, geld of goede raad. Samen nieuwe uitdagingen aangaan en risico’s durven nemen. Dat is het idee.

Jeroen Remmen: “Wat houdt u ’s nachts wakker?” Eigenaars van grote ondernemingen zijn bijna 24/7 met hun bedrijf bezig. Van hun bank verwachten ze, terecht, net zo’n wakkere houding. Het team van Corporate Banking bestaat uit uitgeslapen specialisten die op de hoogte zijn van de ontwikkelingen in de diverse branches. Waarschijnlijk nog beter dan de ondernemer zelf. Een prettig idee, niet? Ondernemers kloppen immers niet bij hun bank aan voor bevestiging van wat ze al weten. De zes leden van de ‘big’ six staan klaar voor de grootzakelijke ondernemers in de Westelijke Mijnstreek, een team dat niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk voor ‘Coöperatie’ staat: door samen te werken kunnen wij onze dienstverlening afstemmen op de wensen en behoeften van onze klant.

Meer weten? Uw branche kennen wij al. Wie wij (nog) niet kennen, bent u. Maar daar kan snel verandering in komen. Ons team is namelijk razend benieuwd wat u beweegt, wat u wilt bereiken en wat uw strategie daarvoor is. Dan delen mijn collega’s en ik onze opvattingen daarover met u. Wij wachten op uw telefoontje. Bel voor een afspraak met één van de ‘big’ six naar: 046 - 442 9 410. Voor meer informatie over Corporate Banking en de ‘big’ six: www.letstalkbusiness.nu. nov/dec '12

35


36

nov/dec '12


interview

Nelly Verbugt

“De rek is eruit bij de ondernemer” door kim maes  beeld jean-pierre geusens

L

ange tijd stond ze bekend als ‘die charmante Limburgse’ van de Tweede Kamer. Een liberaal in hart en nieren, maar vooral ook een vrouw die haar mannetje staat. Want haar charme heeft er nooit toe geleid dat ze een blad voor de mond nam. Nelly Verbugt houdt er nu eenmaal niet van de zaken mooier te maken. Eerlijkheid is leidend. Ze zegt onomwonden wat ze vindt en doet wat ze belooft. Dat deed ze jarenlang vanaf het Haagse pluche en dat doet ze tegenwoordig vanuit haar ‘gloednieuwe’ kantoor in de Roermondse vestiging van MKB-Limburg. Het zijn ook deze eigenschappen die bepalend waren voor de kansen die ze greep en de talloze functies die ze bekleedde. Haar Curriculum Vitae is lang, heel lang én divers, al blijkt de samenhang groot. Verbugts loopbaan lijkt bijna spontaan te zijn ontstaan vanuit een aaneenschakeling van gebeurtenissen en het zetten van daaropvolgende logische vervolgstappen. Toch is niets minder waar, want hoewel er veel raakvlakken zijn, heeft ze altijd heel expliciet haar eigen keuzes gemaakt en is ze haar eigen weg gevolgd. Een van die expliciete keuzes behelsde haar beslissing om de politiek in te gaan. “Ik ben mijn carrière in 1982 gestart als medewerker bij de grensregio Rijn-Maas-Noord, de huidige Euregio Rijn-Maas-Noord,” steekt Verbugt enthousiast van wal. “Hier deed ik onderzoek naar de grensoverschrijdende economische ontwikkeling. Het opzetten van een grensoverschrijdend structuurprogramma was toen in Europa uniek. Er was in die tijd nog maar weinig bekend over wat aan weerszijden nov/dec '12

van de grens gebeurde. In deze jaren werd er voor het eerst geïnvesteerd in samenwerking. Een mooie uitdaging om mee aan de slag te gaan.” “Door dit werk kwam ik met heel veel mensen in aanraking, legde ontzettend veel contacten en bouwde een breed politiek netwerk op. Op een gegeven moment werd ik door een wethouder, waar ik op dat moment een pleidooi ‘tegen’ voerde, gevraagd of ik geen interesse had in een positie binnen het CDA,” lacht Verbugt. ”Ik heb mijn liberale insteek kenbaar gemaakt en bedenktijd gevraagd. Intussen kreeg de VVD hier echter lucht van en was de keuze snel gemaakt.” Het legde de basis voor haar politieke loopbaan die twintig jaar zou duren. De eerste tien jaar combineerde Verbugt haar politieke activiteiten met haar baan als staffunctionaris en later als plaatsvervangend hoofd afdeling Economische Zaken bij de gemeente Venlo. Wederom stond hier die buitenlandse samenwerking centraal. “Het doel was de stad meer bekendheid te geven, vooral bij economisch relevante omgevingen om zo buitenlandse investeerders aan te trekken en Venlo internationaal te profileren als centraal punt in Europa. Het resulteerde in het ontstaan van veel nieuwe bedrijventerreinen en de komst van talloze nieuwe buitenlandse organisaties die in Venlo een nieuwe logistieke vestigingsplaats vonden.” De tweede helft van haar politieke carrière bracht Verbugt door op het Haagse pluche. Als woordvoerster Volkshuisvesting, Infrastructuur en Ruimtelijke Ordening zat ze namens de VVD tien jaar in de Tweede Kamer. Hoewel ze er goed wist te aarden, heeft

ze haar liefde voor Limburg nooit onder stoelen of banken gestoken. “Ik was verantwoordelijk voor onderwerpen die deze provincie veelal raakten en kon daardoor veel voor Limburg betekenen. Dat heb ik ook nooit nagelaten,” vertelt Verbugt bewogen. “Hier liggen mijn wortels, hier woont een groot deel van mijn familie waardoor je voeling blijft houden. Zo bleef Limburg een linking pin, het ‘lijntje’ is nooit verdwenen. Daarbij is mijn affiniteit met de politiek ook in Limburg gelegd. Ik kom uit een politiekgeoriënteerd ondernemersgezin. Er was altijd wel een familielid dat politiek actief was en ook thuis was de politiek een geliefd gespreksonderwerp. Politieke discussieprogramma’s werden op de voet gevolgd. Het is me wat dat betreft dus met de paplepel ingegoten.” Niemand kon toen echter bevroeden dat deze voorliefde haar uiteindelijk naar Den Haag zou leiden en haar in zou wijden in het ‘nomadenbestaan’. Want gedurende haar Kamerlidmaatschap vormde een kamer in het Haagse Novotel tien jaar lang drie dagen per week haar tweede woning. De maandag en vrijdag werden steevast ingeroosterd voor werkbezoeken en reisde de Limburgse kris kras door het land. Haar plicht, zo vond ze, want als woordvoerster Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur wilde ze wel met eigen ogen zien, waar ze in Den Haag over moest beslissen. Dat zo’n levensstijl nogal wat vergt en een sterke wissel trekt op het privéleven, nam ze lange tijd op de koop toe. “Lid zijn van de Tweede Kamer is geen reguliere job, het is een levensstijl. Het slokt je totaal op zowel zakelijk als privé. Het is een leven uit de koffer, altijd weg, altijd aan het werk. Je wordt als het ware geleefd.” Ook in het weekeinde thuis in het Limburgse Helden ging het werk door. Al maakte ze daarbij wel heel bewust tijd vrij voor de verzorging van haar chronisch zieke vader. “Vanwege mijn drukke baan, kon ik er gewoonweg niet altijd zijn. Mijn moeder heeft verreweg het grootste gedeelte van de zorg op zich genomen, maar wat ik kon, heb ik gedaan. Dat is een verantwoordelijkheid die je moet nemen. Ik ben liberaal in hart en nieren, heb de liberale opvattingen over eigen verantwoordelijkheid altijd ‘gepredikt’, maar praktiseer ze ook. Ik heb dit nooit als een belasting gezien, maar als een waardevolle investering waar je iets geweldigs voor terug krijgt.” 37


“Als gevolg van een beroerte raakte mijn vader, die sinds ik mij kan herinneren chronisch ziek was, meervoudig gehandicapt. Al snel was duidelijk dat hij niet meer zou herstellen. Zelf zag hij het niet meer zitten, maar ik kon geen afscheid van hem nemen. Zolang er nog zicht is op een menswaardig bestaan, moet je ervoor gaan en alles doen om er het beste van te maken. Uiteindelijk heeft hij hierdoor nog zestien jaar een menswaardig leven kunnen leiden en hebben we samen nog heel veel mooie momenten mogen delen. Zo’n ingrijpende gebeurtenis vormt je wel. Je kijkt anders tegen zaken aan. Zo stond ik bijvoorbeeld heel anders in het euthanasiedebat. Theorie en praktijk komen dan heel dicht bij elkaar. Ik heb altijd gepleit voor het nemen van een eigen verantwoordelijkheid, maar ook daadwerkelijk laten zien dat ik die zelf niet uit de weg ga.” Bij haar beslissing om Den Haag na tien jaar te verlaten speelde de zorg voor haar ouders zeker een rol. Al was het ook de behoefte naar een betere balans van werk en privé en de kentering in de politiek die haar hiertoe aanzette. “Ik ben altijd iemand geweest van de inhoud,” erkent Verbugt. “Ik houd van eerlijkheid en oprechtheid, wil de zaken niet mooier voorspiegelen dan ze zijn. Dat strookte op een gegeven moment niet meer met de heersende mentaliteit in de Kamer. Een jongere garde diende zich aan waardoor alles veel dynamischer werd. De drang om te scoren werd gemeengoed. Dat leverde taferelen op, waar ik me absoluut niet in kon vinden. Toen ik mijn entree maakte in de Tweede Kamer, werd je in debatten uitvoerig aan de tand gevoeld betreffende je kennis over de politiek, de geschiedenis en de wetgeving. Om aan die vraag naar kennis te voldoen, moest je heel veel 38

investeren. Nu zag ik een garde binnenkomen die aan de hand van televisieprogrammering besloot wat gezegd werd. Dat gebeurde heel openlijk overigens. Er zaten mensen met de tv-gids opengeslagen op schoot. Dat ging mij een brug te ver. Iets verkondigen om in the picture te komen, dat is geen politiek bedrijven, dat is een show hosten. Er waren dan ook geregeld mensen die afweken van het fractiestandpunt om maar met hun hoofd op tv te komen. Ik ben zelf ook wel eens door een producent van een tv-programma benaderd met de mededeling dat als ik mijn standpunt inzake een bepaald onderwerp zou wijzigen, ik welkom was in hun programma. Ik heb vriendelijk bedankt. De tweede kamer veranderde van een politieke arena in een ver-van-mijn-bed-show.” Verbugt hekelt ook het gemak waarmee van onderwerp gewisseld werd. “Het emancipatievraagstuk waar zelfs op de dag van vandaag nog heel veel winst valt te behalen, werd plotsklaps van tafel geveegd,” vervolgt ze. “Van de gelijkwaardige behandeling van mannen en vrouwen gingen we plotsklaps naar boerka’s en eerwraak. Zo ontaardde een discussie over de positie van de Nederlandse vrouw in de 21ste eeuw, in een discussie over de Middeleeuwen. Ik vond dat onbegrijpelijk. Natuurlijk zijn al die veranderingen het gevolg van een veranderende wereld met nieuwe media, nieuwe verwachtingen en nieuwe strategieën. De tijd staat niet stil, dat vraagt ook om veranderingen. Feit was echter dat ik mij hierin niet langer thuis voelde. Ook de verharding stuitte mij tegen de borst. Ik ben met

een bepaald politiek beeld opgegroeid, heb een sterke hang naar normen en waarden. Vroeger was er veel respect voor de voorzitter en sprak je collega’s in het debat aan met “geachte afgevaardigde”. Dat zorgde voor afstand en bood ruimte voor meer diepgang, maakte het minder persoonlijk. Nu roepen ze tegen de voorzitter “Doe normaal man” en tegen een afgevaardigde “Ach meid, je flipt door!” Natuurlijk is dat een gevolg van het veranderende tijdsbeeld, ook de samenleving is verruwd. Maar nieuwe ontwikkelingen zijn niet altijd beter. De dingen die je vroeger leerde, hadden een bepaalde functie, daar was over nagedacht. Nu zie je dat er heel veel zaken zijn met een beperkte houdbaarheidsdatum. Dat vind ik best moeilijk. Die omschakeling kan ik niet maken en dat wil ik ook helemaal niet.” Haar afscheid van Den Haag bracht haar niet alleen terug naar Helden, maar leidde uiteindelijk ook tot de verwezenlijking van een lang gekoesterde ambitie: het ondernemerschap. “Ik weet nog goed dat ik toen ik bij de Grensregio Rijn-Maas-Noord werkte eens tegen de directeur van de Kamer van Koophandel zei: “Eigenlijk wil ik best als zelfstandige beginnen.” Dat is er toen niet van gekomen, maar nu achtte ik de tijd rijp.” Verbugt ging als adviseur op het gebied van ruimtelijke ordening, stedelijk management en public affairs aan de slag. Een kolfje naar de hand van de Limburgse planologe, die meteen bewees over uitstekende ondernemerskwaliteiten te beschikken. “Een goede beslissing,” beaamt ze terugkijkend. “Wederom een dynamische en leerzame tijd waarin ik heel veel gedaan heb en mooie projecten onder mijn hoede kreeg.” Frappant is dat juist haar grote affiniteit met het ondernemerschap er uiteindelijk toe leidde dat ze terugkeerde in loondienst. Sinds 2009 zwaait Verbugt de scepter over MKB-Limburg. Zelf vindt ze die overstap niet opzienbarend. “Je werkt samen met ondernemers in een dynamische omgeving waarbij van je verwacht wordt dat je ondernemend optreedt. Daarbij kruisen nu een hoop zaken mijn pad, die ik voorheen ook tegen kwam, alleen zit ik nu aan de andere kant van de tafel.”

“Ik richt me vooral op het nu.” nov/dec '12


Speerpunten in haar beleid vormen de lastenverlichting, het verbeteren van het ondernemersklimaat en het optimaliseren van de bedrijfsomgeving. Specifieke aandacht is er momenteel voor de eenzijdige lastenverhoging van de lokale ondernemer. “We zijn in augustus al gestart met lobbyen aangezien de gemeenten toen al begonnen met de begroting voor volgend jaar. Als de gemeenten opnieuw gekort worden, is de verleiding om lokaal meer te gaan heffen groot. Dat kan de kleine lokale ondernemer die het moet verdienen in zijn directe omgeving echt niet langer trekken. De rek is eruit. In het begin van het jaar, vlak voor de zomer en in september was er een flinke faillissementshoos. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. We moeten dus richting gemeenten een heel duidelijk signaal afgeven dat het midden- en kleinbedrijf niet in staat is om de lokale rekeningen te betalen. Er moet een andere weg ingeslagen worden.” MKB-Limburg is met de verhuizing van het servicekantoor van Venlo naar het Onderdernemersplein in Roermond en de daarmee gepaard gaande

reorganisatie zelf ook een nieuwe weg ingeslagen. Door samen te gaan ‘hokken’ met hun partners van Ondernemend Limburg, LWV, LLTB en de KvK hopen ze de krachten nog meer te bundelen en de ondernemer nog beter van dienst te zijn. “Inmiddels werken we nu een paar maanden volgens het nieuwe concept en dat bevalt uitstekend. Daarbij is de nieuwe huisvesting prachtig. Het is een historisch pand dat beschikt over alle denkbare moderne faciliteiten. Maar daarvan afgezien was dit gewoon een logische vervolgstap om nog beter te kunnen opereren. En een verandering die tot vooruitgang leidt, moet je niet uit de weg gaan.” Die vooruitgang heeft Verbugt ook inmiddels privé gevonden. Hoewel ‘de charmante Limburgse’ naast haar ‘reguliere’ baan nog tal van nevenfuncties bekleedt, geeft ze aan de balans te hebben gevonden. “Ik heb meer tijd voor sociale contacten en voor de verzorging van mijn moeder. Ik heb werk altijd heel belangrijk gevonden en hecht ontzettend aan mijn financiële onafhankelijkheid, maar er is meer in het leven dan werken alleen.”

Hoe dat leven er precies uit gaat zien, is ook voor Verbugt een vraag. “Want je weet nooit wat de toekomst brengt,” weet ze inmiddels als geen ander. “Ik richt me vooral op het nu. Op de zaken die nu spelen, die hebben mijn onverdeelde aandacht. Als ik iets doe, doe ik het goed.” Of MKB-Limburg volgend jaar wel weer landelijke aansluiting zoekt, laat ze nog in het midden. “MKB-Limburg is een organisatie waar bedrijven rechtstreeks bij aangesloten zijn, terwijl MKB-Nederland een koepelorganisatie is voor brancheverenigingen. Aangezien veel van onze leden ook lid waren van een branchevereniging betaalden velen in principe dubbelop en kregen ook wij op onze beurt een te hoge afdracht voorgeschoteld. We hopen nu samen een oplossing hiervoor te vinden. MKB-Nederland heeft meer regionale vertakkingen, maar MKB-Limburg blijkt uniek in zijn soort. Typerend overigens, want hier doen we alles altijd net iets anders dan in de rest van Nederland,” lacht ze vergenoegd. En dat blijkt Nellie Verbugt op het lijf geschreven.

- advertentie -

Heerlen Bedrijvige stad in het hart van de Euregio

Wie een plek zoekt voor zijn onderneming, zoekt een thuis voor zijn bedrijf. Wie succes nastreeft, zoekt een prettige leefomgeving voor zijn personeel. Wie een toplocatie zoekt voor zijn bedrijf komt terecht in Heerlen!

- advertentie -

Gemeente Heerlen

nov/dec '12

Heerlen is een bruisende stad midden in het groen. Een stad die nieuwkomers hartelijk in haar samenleving opneemt. Wij nodigen u uit om kennis te maken met deze stad, een jonge levendige stad waar veel mogelijk is. neem daarom een kijkje op www.zakelijk.heerlen.nl om zelf te ontdekken wat Heerlen u te bieden heeft!.

telefoon: 045-560 48 88 email: bcp@heerlen.nl www.zakelijk.heerlen.nl

39


ondernemen

Sittard-Geleen werkt voor iedereen:

Het 600 banen plan door peter eberson  beeld jean-pierre geusens

Achterover leunen of mensen aan een baan helpen? Voor wethouder Berry van Rijswijk (GroenLinks) van SittardGeleen geen enkele twijfel. Mensen aan een baan helpen! Sittard-Geleen is augustus 2011 gestart met het 600 banen plan. Een project dat is ingezet om mensen die moeilijk aan een baan kunnen komen te helpen. Het ambitieuze aantal van 600 is gebaseerd op een kwart van het totale uitkeringsbestand in Sitatrd-Geleen. Het project is succesvol. De tussenbalans laat zien dat het mogelijk is om mensen aan de slag te krijgen. Het project is zelfs zo succesvol dat andere gemeenten nieuwsgierig komen kijken hoe Sittard-Geleen dat voor elkaar krijgt. “Iedereen die kan werken gaat werken,” zegt Berry van Rijswijk. “Dat is het uitgangspunt. Het kan niet zo zijn dat we werknemers uit het buitenland moeten halen terwijl de kaartenbakken hier vol zitten. Dat kan er bij mij niet in. We hebben een project opgezet om samen met het bedrijfsleven 600 banen in te vul40

Wethouder Berry van Rijswijk: “Het banenproject kost 1,2 miljoen, maar levert 1,7 miljoen op.”

len, waarbij werkgevers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen en de gemeente financieel bijdraagt. Een ambitieus plan, maar volgens mij noodzakelijk. Uit het hele bestand van mensen die om een of andere reden thuis zitten is een selectie gemaakt voor het 600-banenplan. Zo zijn we aan 600 personen in de gemeente Sittard-Geleen gekomen. Met al deze mensen zijn gesprekken gevoerd en is een individueel plan voor

bemiddeling gemaakt. Er is gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid van de participatiebaan. Dat betekent werken met behoud van uitkering. En een aanvullende premie voor de deelnemer. De werkgever betaalt een deel, de zogeheten loonwaarde. Groot voordeel voor de werkgever is dat hij een contract heeft met de gemeente zodat er geen extra administratieve rompslomp bijkomt. Bovendien loopt de werkgever geen

“Het kan niet zo zijn dat we werknemers uit het buitenland moeten halen terwijl de kaartenbakken hier vol zitten”

risico,” zegt Van Rijswijk. “Het mes snijdt aan drie kanten.” De resultaten zijn bemoedigend. Berry van Rijswijk: “Op 1 augustus waren 209 deelnemers aan het werk via het 600-banenplan. Op tal van plekken zijn deze mensen aan de slag gegaan. Zo zijn er 33 aan de slag gegaan als klassenassistenten in het onderwijs en 39 terecht gekomen bij het Werkbedrijf. Ook worden er onderhandelingen gevoerd met PostNL dat een groot sorteerbedrijf heeft gebouwd op Holtum Noord. Volgens de wethouder was de animo bij bedrijven om mee te doen groot. “Van de 420 werkgevers die zijn bezocht, toonden 310 interesse. Dat leverde meteen al 120 vacatures op.” De wethouder noemt het project bijzonder omdat tegenover de kosten van 1,2 miljoen euro een opbrengst staat van 1,7 miljoen euro. De opbrengsten bestaan vooral uit besparingen door het stopzetten van uitkeringen en inkomsten uit loonwaarde betaald door werkgevers. “Er zijn door dit project aantoonbaar 66 uitkeringen gestopt (bijvoorbeeld door het verkrijgen van een arbeidscontract) Hiermee is in 2012 bijna een miljoen aan uitkeringsgelden bespaard. Daarnaast ontvangen we dit jaar van de werkgevers zo een zeven ton aan loonwaarde. Totale opbrengsten zijn dit jaar ca 1,7 miljoen.” nov/dec '12


column

Waarom? Why? Pourqoui?

K

inderen tussen 7 en 12 jaar vragen 66 keer per dag “Waarom?” Als het kind met pensioen gaat, nog maar 6 keer per dag. Buiten het feit dat we blijkbaar als volwassenen afleren dit woord te gebruiken, blijken we ook minder bezig te zijn met het ”omdat”. Meer en meer betrappen we ons erop, dat het concept van de maakbare industrie, ons heeft gevormd tot “verpakkers” die eerst beginnen met het Wat om daarna heel snel over te schakelen naar het Hoe. Dat is hartstikke makkelijk, tastbaar en concreet, want dat is te meten en meten is, U voelt hem al, weten! Vooral handig wanneer we snel moeten scoren. Waarom gaat volgens het woordenboek over “om welke reden, met welk doel?” Waarom gaat over het diepste binnenste en dat is voor velen van ons vaak erg lastig. Er zijn maar heel weinig mensen en bedrijven die duidelijk kunnen verwoorden waarom ze doen wat ze doen. Het antwoord “om geld te verdienen” gaat niet over het waarom, dat gaat over het resultaat. Waarom gaat over het doel, het motief, het waarin je gelooft. Waarom bestaat jouw bedrijf? Waarom kom je elke ochtend je bed uit? Martin Luther King begon elke zin met “I believe that…” En hij had een droom, niemand heeft hem horen zeggen ‘ I have a Strategy”. Zijn denken, communiceren en handelen ging letterlijk van binnen naar buiten. Vaak proberen mensen en bedrijven ons te verleiden met “Wat” ze doen, maar wij acteren altijd vanwege het “Waarom” ze het doen. Achteraf gezien blijven de verhalen rondom het product, de ervaring etc, die blijven ons bij. Met name

de helden van vandaag worden aanbeden, gevolgd vanwege hun “Waarom”. Wat zij gemeen hebben, is dat ze een duidelijk beeld hebben van hun “Waarom”, maken zich daar nooit zorgen om, omdat ze zo zijn. Zij vinden niet van zichzelf dat ze net zo zijn als alle anderen en ze hoeven niemand van hun waarde te overtuigen. Ze hebben geen ingewikkelde systemen met nog ingewikkeldere uitleg. Ze zijn anders en dat is de reden waarom mensen hun volgen en in hun geloven. Ze beginnen met het “Waarom” in alles wat ze zeggen en doen. Natuurlijk, je eigen “Waarom” kennen is niet de enige manier om succesvol te zijn, maar het is wel de enige manier om je succes in stand te houden. Als je “Waarom” vaag of ongeloofwaardig wordt, dan wordt het veel moeilijker om de loyaliteit van mensen en je eigen inspiratie in stand te houden. Juist nu, in deze fase van transformatie, is het belangrijker dan ooit om onszelf de vraag te stellen “Waarom…heb ik doping geslikt?, waarom… heb ik de vragen doorgespeeld?, waarom… heb ik een maand geleden de mensen verteld dat zij hun baan zullen behouden, en vertel ik vandaag 10000 mensen dat ze per 2014 zonder werk komen te zitten? En dan zul je moeten concluderen dat mensen er nog niet zoveel moeite mee hebben “Wat” je gedaan hebt, maar “Waarom” je het gedaan hebt, want dat kwam toch van binnen uit. Waarom bent u eigenlijk deze column gaan lezen?

Paul Rinkens, ondernemer

“Geld verdienen gaat niet om het waarom, dat gaat over het resultaat”

- advertentie -

Als ondernemer of manager staat u vaak onder hoge druk. Om goed te kunnen functioneren, is het belangrijk dat u fit bent én blijft. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met uw gezondheid? Wilt u hier meer over weten bezoek dan even

Een ‘perfecte afslag’ begint bij de Dr. Keulen Kliniek nov/dec '12

onze website: www.keulenkliniek.nl

41


column

Geven Beste ZUID-lezer, Als u dit leest is het bijna december. De periode die in de goede doelenwereld bekend staat als de “Season of Giving”. We noemen het niet voor niets zo: december is de maand waarin bij charitatieve organisaties de meeste donaties binnenkomen, vooral van particulieren. Misschien komt dat wel omdat het de periode is waarin de avonden korter en de nachten langer worden. Waarin we de gordijnen dicht trekken, de kaarsen aansteken en ons terugtrekken in de veilige cocon van ons gezin. En waarin we ons meer dan ooit realiseren dat dat eigenlijk helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Dat er mensen zijn die het minder goed getrof42

fen hebben dan wij. Die deze dagen op een heel andere manier, op een totaal andere plek, in een compleet andere situatie doorbrengen. Dat maakt ons nederiger, dankbaarder, en ja, ook vrijgeviger dan anders. De Ronald McDonald Kindervallei in Valkenburg en het Ronald McDonald Huis in Maastricht bieden als enige twee Ronald McDonald Huizen in Limburg met hart en ziel een “Tijdelijk Thuis” aan ouders van ernstig zieke kinderen en kinderen met een beperking. De bijzondere gezinnen die bij ons logeren, komen uit de hele provincie Limburg. Onze Huizen ontvangen geen subsidie van

??? ???

overheidswege en omdat we van onze gasten slechts een kleine eigen bijdrage vragen, zijn we voor ons voortbestaan afhankelijk van de gulle gaven van particulieren en van de maatschappelijk betrokken bijdrage van ondernemers. Terug naar die “ Season of Giving.” Dat “geven”, dat gaat veel verder dan alleen financieel. Geven kun je op veel verschillende manieren. Zo draaien onze Huizen bijvoorbeeld grotendeels op de onbaatzuchtige inzet van meer dan 150 vrijwilligers! Hoewel, onbaatzuchtig.... Eigenlijk is dat niet helemaal waar. Al onze vrijwilligers komen namelijk niet alleen iets brengen, maar zeker ook iets halen. En zo moet het

ook zijn! Want wat een Huis als het onze je teruggeeft is een goed gevoel, dankbaarheid, inspiratie, ontroering, waardering. En dat is precies wat we ook onze sponsors, particulier en zakelijk, kunnen teruggeven. Want of je onze Huizen nu steunt met een gift, een product, een dienst of een helpende hand, je krijgt er iets onbetaalbaars voor terug. ZUID magazine geeft ons ook iets. Een stukje onbeschreven blad, een podium, een plek om onze ervaringen door te geven. Vanaf nu zullen we in elke editie op deze pagina onze bijzondere verhalen met jullie, ondernemend Limburg, delen. Dat doen we niet zomaar. Dat doen we vooral omdat we jullie willen inspireren, enthousiasmeren, uitnodigen om te “geven”. We hebben jullie nodig. Met jullie hulp kunnen wij namelijk blijven doen waar we goed in zijn. En blijven we bieden wat heel hard nodig is en blijft: een veilige haven, een warme deken, een tijdelijk thuis aan nog meer Limburgse gezinnen die het minder goed getroffen hebben dan wij. “Als je iets wilt hebben, moet je het eerst geven”. (Lao Tse). Liefs, Margo de Kock Thea Coolen

nov/dec '12


- advertentie -

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND ADVIES

COMPLETE INRICHTING

VL OE RB E DE KKING

WOONACCESSOIRES

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND ADVIES

RESTAURATIE

COMPLETE INRICHTING

VLOER BE D E KKING

VERLICHTING

EXCELLENTE SERVICE

RAAMDECORATIE

WOONACCESSOIRES RESTAURATIE

RAAMDECORATIE

VERLICHTING

EXCELLENTE SERVICE

Life is good bij Van Lijf Een familiebedrijf pur sang. Opgericht in 1953 in Maastricht door Math van Lijf. Uitgegroeid tot een van de meest gerenommeerde kwaliteitsmeubelzaken van Limburg. Meegegaan met de tijd, maar met traditionele waardes als service, kwaliteit en klantgerichtheid als vanzelfsprekendheid. De broers Jean en Math van Lijf en Maths zoon Luc zijn de gezichten achter de 850 vierkante meter grote interieurzaak aan de Fremme in Margraten. Voor Math was het in 1960 vanzelfsprekend dat hij in de voetsporen van zijn vader zou treden, in 1976 gevolgd door zijn broer Jean. Bijna een halve eeuw werden vanuit het pand op de hoek Markt-Hoenderstraat de meubelen van Van Lijf verkocht om zeven jaar geleden te verhuizen naar een beter bereikbaar en praktischer pand in Margraten. “Het werd voor onze

meubelzaak erg lastig om in de steeds drukkere binnenstad van Maastricht te blijven. Laden, lossen het werd een groot probleem,” zo verklaart Math de stap om te verhuizen van Maastricht naar Margraten. Een stap waar de familie lang over nadacht, maar die uiteindelijk wel een goede stap bleek te zijn. In Margraten komt de uitgebreide collectie, exclusieve meubelen volledig tot zijn recht. Het is een met zorg samengestelde collectie eigentijdse meubelen. Klassiek, maar ook modern. Persoonlijk geselecteerd door de familie. Zij bezoeken de grote meubelbeurzen in Parijs, Milaan en Keulen om inspiratie op te doen, op de hoogte te blijven van trends en om meubels in te kopen. “We willen elk meubelstuk dat in onze showroom komt gezien en gevoeld hebben. Alleen dan weten we dat we voor onze klanten kwaliteit in huis hebben. Op de beurzen bekijken we de meubelen

aandachtig en pas als we overtuigd zijn van de kwaliteit wordt er ingekocht,” zegt Luc. Het streven naar kwaliteit en perfectie zorgt voor een indrukwekkende klantenkring in heel Nederland. Mensen die vaak al tientallen jaren klant zijn bij Van Lijf. Persoonlijke aandacht en vertrouwen spelen een belangrijke rol. “We kennen al onze klanten persoonlijk,” zegt Jean van Lijf. “Als een klant belt, krijgt die altijd iemand van onze familie aan de telefoon. Dat zorgt voor een nauwe relatie met de klant.” Of het nu om een bank of stoel gaat, de complete inrichting van een woning inclusief gordijnen en vloerbedekking, bij Van Lijf Interieurs blijft alles in één (familie)hand. Bezoek de showroom op het bedrijvenerrein Aan de Fremme in Margraten. Parkeren kan gratis voor de deur.

Aan de Fremme 30/32 6269 BE Margraten T 043 - 321 53 31 www.vanlijfinterieurs.com nov/dec '12

43


essay

Theorieterrorisme door govert derix  beeld koen den os

M

ijn eerste werkgroep filosofie was tijdens mijn eerste studiejaar in Rotterdam in de vroege herfst van 1987. Onze Duitse professor had zijn kamer in het souterrain van het Woudesteingebouw van de Erasmus Universiteit, pal tegenover het stadion van Excelsior. Het was een nogal donkere kamer. Met vier studenten bogen we ons onder zijn leiding over boeken van de Duitse superdenker Jürgen Habermas. Teksten waar zonder de nodige voorkennis van Marx en Freud moeilijk een touw aan was vast te knopen. Eén specifieke titel maakte toen vooral indruk op mij: Legitimationsprobleme im Spätkapitalismus. In goed Nederlands: Legitimatieproblemen in het laatkapitalisme. Wat die problemen exact waren: daarvoor zou ik nog eens in het boek moeten duiken. Maar saillant is wel dat die titel ook in 2012 nog altijd actueel lijkt. We leven nog steeds in een fase van het laatkapitalisme. En als er één prachtige kreet is om de problemen van de wereld van nu samen te vatten, dan is het wel de legitimatie of rechtvaardiging van de sociaal-economische en ecologische ontwikkelingen zoals die zich nu voordoen. Denk aan de enorme concentratie van kapitaal bij een handjevol speculerende superrijken met als gevolg dat de reële economie stagneert. Of aan de nooit eerder vertoonde manier waarop de huidige generatie de toekomst van kinderen en kleinkinderen aan het opeten is. En aan het vermoeden dat we (sorry, ik kom niet om de pluralis heen) in een wereld verzeild zijn geraakt waarin je dit soort dingen niet kunt roepen zonder dat het ook door sommige intellectuelen als een belediging wordt opgevat. Een belediging van het feit dat het ons nog nooit zo goed is gegaan, dat

44

de volksgezondheid nog nooit zo gezond is geweest, dat we al meer dan zestig jaar geen oorlog hebben gehad en dat het water in onze rivieren al sinds mensenheugenis niet zo schoon was. Iemand die bij onze ‘brave new world’ een kanttekening waagt te plaatsen wordt bijna automatisch weggezet als ondankbaar of wereldvreemd. Emoties Het spannendste van mijn sessies als achttienjarige in die donkere kamer was niet Habermas’ analyse dat er iets grondig mis was met het zogenaamde onderscheid tussen wetenschap en belangen (intussen wordt wetenschap veelal gezien als een bedrijf dat zich net als andere bedrijven op de markt moet bewijzen). Het spannendste was ook niet dat Habermas riep dat we terecht waren gekomen in één grote wereldgeschiedenis waarvan alle nationale en lokale geschiedenissen deel uitmaakten, of ze dat nu leuk vonden of niet (intussen is het begrip globalisering ingeburgerd). Het spannendste was dat onze Duitse prof met regelmaat ontmoetingen had met terroristen in een Duitse gevangenis. De details ben ik kwijt. De namen weet ik niet meer. Maar het beeld dat hij in een soort Stammheim gesprekken voerde met leden van de Rote Armee Fraction, riep emoties op die ik maar moeilijk een plek kon geven. Complottheorieën Ik ging in die tijd vaak koffie drinken in Museum Boijmans Van Beuningen. Het museum was toen nog gratis toegankelijk, zodat het moeten kopen van een kaartje geen reden was om een expositie niet te zien. Aldus zag ik allerlei tentoonstellingen waar ik, als ik er voor had moeten betalen, misschien niet naar

toe zou zijn gegaan. Als ik in latere jaren terugkwam in Rotterdam, bleef het een gewoonte om even bij Boijmans binnen te wippen. Aldus liep ik er in het najaar van 1989 aan tegen een reeks bewerkte zwartwitfoto’s met de titel ’18 oktober 1977’. De serie toonde een jeugdportret van Ulrike Meinhof, politiefoto’s, een platenspeler, vage scènes van wat volgens de toelichting een arrestatie was, en een begrafenis waar ogenschijnlijk duizenden sympathisanten waren toegestroomd. Ik slikte. Met deze wereld had mijn professor indertijd contacten. 18 oktober 1977 was een datum die diep in het collectieve geheugen van Duitsland stond gegrift. Namelijk de dag waarop men in de Stammheim-gevangenis de dode lichamen van Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Karl Raspe in hun cel had gevonden. Zelfmoord? Volgens de officiële verklaring wel. Maar over de ware toedracht gonst sindsdien een geruchtencircuit dat hooguit is te vergelijken met de complottheorieën met betrekking tot 9/11. Wereldvreemd Volgens de heersende opvatting waren de leden van de RAF ondankbare en wereldvreemde individuen die door een gevaarlijke cocktail van linkse ideologie en persoonlijke frustratie radicaliseerden en uiteindelijk naar de wapens grepen. De titel van een boekje dat in die tijd in intellectuele kringen circuleerde, sprak boekdelen: Über den bewaffneten Kampf in Westeuropa. Het is makkelijk op internet te vinden. Wat anno 2012 opvalt is de sekteachtige, humorloze, ronkende stijl, de vele citaten van Mao en Lenin, het naïeve vertrouwen dat men de volksmassa’s in beweging zou kunnen brengen, en het gemak waarmee wordt gesproken over het gebruik van geweld en terreur. Eerlijk gezegd is het mij nog steeds niet duidelijk wat de RAF met haar ‘gewapende strijd’ in het moderne westen probeerde te bereiken. En eerlijk gezegd sluit ik mij steeds meer aan bij de heersende opinie dat ze slachtoffer waren van dat gevaarlijke mengsel. Alleen met de kwalificaties ‘ondankbaar’ en ‘wereldvreemd’ heb ik wat moeite. De filosoof Foucault beweerde dat je de waarheid van onze samenleving kunt vinden in de gekkenhuizen, in de gevangenissen, en in de zogenaamde seksuele bevrijding die volgens hem ook was te begrijpen als een subtiele ondernov/dec '12


drukking van de massa’s. Ik vermoed dat mijn hoogleraar bij zijn bezoeken aan de gevangenis werd geïnspireerd door de overtuiging dat hij iets van de terroristen kon leren. Namelijk ook een waarheid van onze tijd. Een tijd die volgens diverse denkers nog alles in zich heeft om de rampspoed van de Tweede Wereldoorlog te herhalen. Of erger. Maar terwijl ik dit schrijf speur ik al de ijzige tegenwind van mensen die ‘ondankbaar!’ en ‘wereldvreemd!’ roepen. En ook het feit dat de RAF slachtoffers maakte in Limburg – in 1978 kwamen bij een vuurgevecht in Kerkrade twee douaniers om het leven – maakt de zaak ultragevoelig. Maar toch even. Het eigenaardige van onze tijd is dat we amper nog een geloofwaardig droombeeld van een ideale toekomst hebben. Wie zich op universele waarden beroept wordt al snel herinnerd aan de manieren waarop communisme en fascisme volledig uit de bocht vlogen. De Val van de Muur leidde tot dusver niet tot een evenwichtige democratisering, maar lijken eerder wind in de zeilen van een hyperkapitalisme dat zich van legitimatieproblemen niets aantrekt: alles mag, zolang het maar winst oplevert. Het is in elk geval te hopen dat de Europese Unie met een politiek van kleine maar vastberaden stappen een stabiel en daadwerkelijk democratisch Europa dichterbij weet te brengen. Maar wie beseft dat sociale onnov/dec '12

rust ook in landen als China, India, Indonesië en Brazilië niet ver om de hoek ligt, houdt bij de gedachte aan die ene grote wereldgeschiedenis à la Habermas zijn hart vast. Die ene wereldgeschiedenis lijkt steeds meer op een spannende film met als grote vraag of de narrow escape nog net op tijd zal leiden tot een happy end. Anders gezegd: zal Europa sterk genoeg zijn tegen de tijd dat ook in de BRIC-landen de legitimatieproblemen de spuigaten uitlopen? Theorieterrorisme Juist tegen zulke achtergronden is er behoefte aan denkers die de samenhang van onze tijd proberen te doorgronden en pijnlijke en zelfs apocalyptische toekomstbeelden voor het voetlicht durven te brengen. Ook en juist als ze daarmee de beschuldiging over zich afroepen welwillende en goedbedoelende burgers te beledigen. Maar dan: door de wereld aan een kritische analyse te onderwerpen, nemen ze uiteraard ook zichzelf onder vuur. De denker moet in de eerste plaats beducht zijn voor de eigen valkuilen en denkluiheden. Beledig de wereld, begin ben jezelf! Alleen door het ergste durven te zien en uit te spreken is het te voorkomen. Juist het feit dat we in onze samenleving dat ergste kúnnen zien en mógen benoemen, geeft hoop. Juist het feit dat er een plek is voor ‘wereldvreemde’ visies kan de opening zijn voor een

nieuw realisme. Wellicht dat daardoor de gewapende vormen van terrorisme althans in onze contreien tot een minimum beperkt blijven. Namelijk omdat de vrije westerse samenleving zichzelf óók durft te begrijpen als een vrijhaven voor zogenaamd theorieterrorisme: intellectuele stresstests die proberen een bres te slaan in de ingesleten opvattingen en die zelfs de moed (en misschien ook wel de plicht) hebben zich af te vragen wat de terroristen van toen en nu bezielde en bezielt. Naar verluidt waren de briljantste antichristkenners van oudsher te vinden binnen de muren van het Vaticaan. En wellicht werken de fanatiekste jihadexperts in het Pentagon. Een bevriend ondernemer vertelde me ooit dat een beetje ondernemer een kamer vol concurrentproducten heeft: om van te leren en zich door te laten uitdagen. Aldus mag een beetje zichzelf respecterende samenleving beschikken over een donkere kamer waarin denkers, bijvoorbeeld onder leiding van een Duitse prof, in theorie zagen aan de poten van het respect van die samenleving. Een maatschappij is zo sterk als de theorieterroristen die ze durft te omarmen. Want als deze positief-kritische terreur niet meer mag, is er pas echt iets mis. Govert Derix is filosoof, schrijver en adviseur. 45


onderwijs

Venlo, studentenstad in wording Venlo wil graag een studentenstad zijn. Maar dat is nog niet alles. De student moet na zijn studie ook liefst in Venlo komen wonen en werken. door bart ebisch

D

e HAS Den Bosch start september volgend jaar met twee opleidingen in Venlo. De universiteit Maastricht verzorgt twee masteropleidingen in Venlo. De Universiteit Twente werkt in Venlo aan een cradle to cradle leerstoel. Océ en de Universiteit Maastricht zijn gestart met de leerstoel voor ontwikkelingen bij de Venlose onderneming. Cradle to cradle wordt bovendien een vak op alle middelbare scholen in Venlo. Een projectteam, bestaande uit Technasium/Den Hulster, Gilde Opleidingen sector Techniek, Citaverde College, Fontys Venlo, Has, C2C expolab en de gemeente werkt de plannen uit. Zie hier Venlo, studentenstad in wording. Het roer is om aan de oever van de Maas in Noord-Limburg. De stad huisvest ruim 25 jaar een economische hogeschool, maar van enige expansiedrift was lange tijd weinig te merken. Het onderwijs bleef altijd op de achtergrond, als het ging om de economische ontwikkeling van Venlo. Kieskeurig Sinds kort is echter een stevige bries 46

voelbaar in onderwijsland, als onderdeel van de nieuwe identiteit voor NoordLimburg. Paard en wagen en keuterboeren van weleer vormden de voorbode van logistieke hotspot Venlo en bijbehorend agro-businesscomplex met innovatieve bedrijven anno 2012. De firma’s hebben hoog opgeleid personeel nodig. En de stad nieuwe mensen, in de strijd tegen vergrijzing en ontgroening en om het welvaartsniveau op peil te houden. Vandaar dat de gemeente alle zeilen bijzet om de onderwijsmissie te laten slagen en doet dat samen met de provincie en onderwijsinstellingen. Venlo harkt niet alle opleidingen binnen die het op zijn weg tegen komt, maar toont zich kieskeurig. Fontys wil niet concurreren met de hogescholen in de omtrek. Nee, de hogeschool kiest voor het onderwijs dat past bij het Venlo-profiel, verklaarde oud-directeur Jo Grouls een tijdje terug in Dagblad de Limburger. De focus ligt op agrobusiness, in combinatie met logistiek en duurzaamheid. Daarmee onderscheidt Venlo zich nadrukkelijk van de grote onderwijssteden in de buurt, Nijmegen en Maastricht.

Neem de samenwerking van Fontys met de HAS Den Bosch. Er is al een naam bedacht: Greenport Campus. MBO-instellingen schuiven aan en zo ook de universiteit in Wageningen. Voor ondernemers gaat de campus dienen als vraagbaak. De provincie Limburg gelooft in de eigen smoel van Venlo, getuige een subsidie van liefst tien miljoen euro, bedoeld om nieuwe projecten mee te financieren. Het vliegwiel is in beweging gezet. Zo levert de samenwerking met de Universiteit Maastricht wellicht een vervolg op. Vorig studiejaar telde Venlo zestig studenten van de UM. Dat zijn er dit jaar een kleine honderd. Op dit moment verzorgt de UM de master-opleidingen Global Supply Chain Management and Change en Health Food Innovation Management. Bij voldoende interesse wordt het aanbod uitgebreid. “Venlo moet een kennishotspot worden”, zegt wethouder Stephan Satijn (VVD, Hoger Onderwijs). “Daar hoort één voorwaarde bij. Bedrijfsleven, onderwijs en overheid moeten de handen in elkaar slaan. Dat zie ik gelukkig gebeuren. Anders zou het niet lukken.” Radar Satijn beschouwt het onderwijs als een groot radar in het sociaaleconomisch netwerk dat Noord-Limburg heet. “Venlo wil een centrumstad zijn voor de regio. Het versterken van de kennisinfrastructuur draagt hieraan bij.” Meer kennis in de regio is bovendien dringend gewenst, benadrukt de wethouder. Noord-Limburg telt gemiddeld veel laagopgeleide inwoners, vergeleken met de vijftig grootste gemeenten in Nederland. Investeren in hoger onderwijs haalt het kennisniveau omhoog. Daar hebben de bedrijven in de regio profijt van. En hoeft de regio niet bang te zijn dat bedrijven uitwijken naar ‘slimmere’ regio’s. Satijn: “Personeel kan door blijven leren door de aanwezigheid van goede opleidingen. Juist door deze continue ontwikkeling kan de economie ook innovatief blijven. Bedrijven kunnen door de aanwezigheid van opleidingsinstituten ook veel beter samenwerken en gebruik maken van door deze instituten ontwikkelde kennis, waardoor productinnovatie tot stand kan worden gebracht.”

nov/dec '12


Programmamanager Paul Stevens: “Nederlandse bedrijven missen omzet in Duitsland.”

Levendigheid De toename van het aantal studenten – afgelopen schooljaar waren het er 3418 - komt bovendien de levendigheid van Venlo ten goede. Vandaar dat de woningcoöperaties werk maken van studentenhuisvesting in het centrum. Ook aan vermaak wordt gewerkt, al wil eredivisieclub VVV daar niet echt aan meewerken. Afgelopen najaar werd Studentensociëteit The Hub geopend. Studenten kunnen gebruik maken van de Studentenvoordeelpas en er is een studentenroeivereniging in oprichting. “Vermaak gaat over veel meer zaken dan voetbal. Ik noem bioscoop, poppodium, theater, musea, goede uitgaansmogelijkheden en funshopping”, aldus de wethouder. De gemeente Venlo en de provincie Limburg hebben een groter doel voor ogen met de stad aantrekkelijker maken voor studenten. “We willen de studenten aan de stad binden, door het binnenhalen van nieuwe opleidingen die aansluiten bij de wensen van het bedrijfsleven. Op die manier vergroot je de kans dat ze na hun studie blijven hangen en we de vergrijzing kunnen tackelen en de ontgroening kunnen ombuigen.” nov/dec '12

Taak Hier ligt ook een taak voor Fontys International Business School, weet de nieuwe directeur, Thomas Merz. Een tijdje terug kreeg hij enkele Haagse onderwijsambtenaren op bezoek. Het ministerie had berekend dat er veel minder Nederlanders studeren in het buitenland dan buitenlanders in Nederland. Per saldo een verschil van 19.000. De scheefgroei kost de Nederlandse staat miljoenen euro’s. Vooral Duitse jongeren weten de weg naar Nederlandse hogescholen en universiteiten massaal te vinden. Fontys mag zich daarbij koploper noemen. Driekwart van alle studenten van de opleidingen economie is Duitser. Vijftien procent is Nederlander en de rest komt uit andere Europese landen en nog verder weg. Het succes houdt aan, daar verandert de nieuwe Hochschule Kleve

vlak over de grens niets aan. Twee jaar geleden begonnen met 135 leerlingen. Dat zijn er nu vijftienhonderd en in 2014, zo luidt de prognose, circa vijfduizend, verdeeld over Kleve (3500) en de nevenvestiging Kamp-Lintfort (1500). Kleve is een succes, maar de Duitse studenten blijven even goed massaal naar Venlo komen. Dat verbaast de Duitser Merz, enigszins, omdat hoger onderwijs in zijn land sinds dit schooljaar gratis is. Van de andere kant kent de directeur de kracht van Fontys. De opleidingen zijn kleinschalig van opzet. Klassen zijn niet groter dan dertig studenten. En elke student heeft een studieloopbaanbegeleider. De opleidingen zijn bovendien aangepast aan de internationale markten, mede dankzij de contacten die de school onderhoudt met bedrijven in binnen- en buitenland. “Onze verschillende opleidingen gooien hoge ogen in de onafhankelijke studiegidsen. Ook bieden we studies aan die elders niet op het rooster staan”, zegt Merz. “De aantrekkingskracht bij Duitse studenten danken we ook aan de praktijkgerichte opleidingen economie, gekoppeld aan gedegen kennisontwikkeling van de Engelse taal.” Laat onverlet dat de Haagse ambtenaren naar het zuiden afreisden met een minder vrolijke boodschap. De vrees voor bezuinigingen zette de schoolleiding aan het denken. “Door de economische crisis is de politieke discussie over de buitenlandse studenten onder het vergrootglas gelegd. Dat was even schrikken”, vertelt de directeur. “Fontys Venlo is een belangrijke schakel tussen Nederland en Duitsland. Alleen kiezen Duitse studenten niet voor een stageplek en dus ook niet voor een baan in Nederland. Dat wil Den Haag graag anders zien. Met die boodschap zijn we aan het werk gegaan.” Euregionale klas Studenten van de economische studies kunnen vanaf volgend schooljaar kiezen uit een internationale of euregionale klas. Dat laatste is nieuw. “In de

“Duitse studenten kiezen niet voor een baan in Venlo” 47


internationale klas worden alle lessen gegeven in het Engels en worden alle stageperiodes gevolgd in het buitenland en dan wereldwijd. In de euregionale klas ligt het accent op de grensregio. In de Nederlandstalige euregionale variant ligt de focus op Duitsland en dit komt tot uitdrukking via inhoud, cultuur en natuurlijk taal. Wij onderhouden nauwe contacten met het Duitse bedrijfsleven – onder andere BMW, Hugo Boss, Adidas - en verschillende hogescholen. Deze samenwerking biedt onze studenten volop mogelijkheden om een deel van de studie in Duitsland te volgen.” Paul Stevens, programmanager bij Fontys, vult aan: “Uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse economie personeel mist met kennis van de Duitse taal en de Duitse markt. Hierdoor lopen bedrijven jaarlijks acht miljard euro mis.” Merz: “Duitse studenten die kiezen voor de euregionale klas kiezen automatisch voor een stageplek in de regio Venlo. Het MKB is er maar wat blij mee. Die doen vooral zaken met de Oosterburen. Als een Duitse student ze op weg kan

Directeur Thomas Merz: “Fontys Venlo is een belangrijke schakel tussen Nederland en Duitsland.”

helpen, bijvoorbeeld met een marktonderzoek, dan is dat mooi meegenomen. We zijn inmiddels een pilot gestart. Op dit moment zijn circa 25 Duitse studenten aan de slag in Nederland.” Andersom gebeurt hetzelfde. Bij wijze van proef vertoeven momenteel acht Nederlandse studenten van Fontys tijdelijk aan de Fachhochschule in

Brandenburg. Na de kerstvakantie volgt een snuffelstage bij bedrijven in de buurt van Berlijn. “Dat staat mooi op het cv”, zegt Stevens. “Kennis van de Duitse taal, in Duitsland gestudeerd en ter plekke ervaring opgedaan in het bedrijfsleven. Bedrijven in Venlo zullen er maar wat blij mee zijn.”

- advertentie -

Elsresidentie Sittard is stijlvol wonen met alle zorg

In Sittard, op een fraaie locatie tussen stadspark en binnenstad, is de bouw gestart van de Elsresidentie. Zestien nieuwe appartementen in een kleinschalige woonomgeving voor dementerende ouderen. Het project is een samenwerking tussen woningcorporatie Woonpunt en de Zorg Groep Beek. Hannelore Hamers-Roesink van de Zorg Groep Beek is de initiatiefnemer van de Elsresidentie. “Onze thuiszorg-organisatie krijgt steeds vaker te maken met dementerende cliënten. Veel mensen verzorgen hun dementerende partner het liefst zo lang mogelijk in een huiselijke omgeving. Pas als het echt niet meer kan, wordt gekozen voor een verpleeghuis. In ons zorgsysteem betekent dat grootschalige verpleeghuizen en soms ook nog met meerdere mensen die op een kamer verblijven. Uit deze ervaringen is bij Zorg Groep Beek het idee ontstaan voor een kleinschalige woonomgeving,” legt Hannelore uit. Elk appartement heeft een woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer. De bewoners bepalen zelf de inrichting. Zij huren het appartement in de Elsresidentie, en de 24-uurs zorg wordt geboden door Zorg Groep Beek. Elke bewoner bepaalt individueel van welke zorg en diensten hij of zij gebruik maakt.

Mensen die belangstelling hebben voor de Elsresidentie kunnen contact opnemen met Hannelore Hamers van Zorg Groep Beek. 046 46 000 40. Of kijk op de website: www.elsresidentie.nl 48

Zorg Groep Beek is een kleinschalige thuiszorgorganisatie. Het bedrijf is onlangs door het weekblad Elsevier uitgeroepen tot beste thuiszorgorganisatie van Zuid Limburg en Westelijke Mijnstreek.

nov/dec '12


column

In contact “Zoals je wens is, zal je wil zijn. Zoals je wil is, zullen je daden zijn. Zoals je daden zijn, zal je lot zijn”

Prof. dr. Mariëlle G. Heijltjes

M

et verbazing luister ik naar de al 20 minuten durende monoloog van een Russische leider. Hij gaat zo op in zijn verhaal dat hij het publiek compleet vergeten lijkt te zijn. Na hem volgt een Braziliaanse en een Chinese leider en precies hetzelfde gebeurt. Het publiek trekt gedurende deze toespraken haar eigen plan en is verdiept in ander werk op hun Blackberry of iPad. Natuurlijk zijn het sprekers die allemaal een belangrijke functie bekleden en die in hun culturele context gewend zijn aan hiërarchisch eenrichtingsverkeer, en natuurlijk wordt hun importantie onderstreept door de uitnodiging tot spreken tijdens deze business school conferentie in Shanghai, maar toch vind ik het fascinerend om te zien hoe geïsoleerd ze daar staan en hoe ze dat gebrek aan contact nog niet eens lijken op te merken. Het maakt hun optreden ook vrij doelloos want wanneer ze niet proberen het publiek een boodschap mee te geven, waarom staan ze er dan? Alleen om hun eigen gewichtigheid te onderstrepen? Tijdens hun presentaties blijkt heel duidelijk dat contact maken vraagt dat je je bewust wordt van de ander persoon. Dat je een bepaalde interesse en nieuwsgierigheid hebt in wat de ander beweegt en een bepaalde openheid om nieuwe inzichten en ervaringen te ontvangen. Het vraagt een open mind: het vermogen om echt te luisteren en je oordeel over iets of iemand

- advertentie -

even uit te stellen zodat de boodschap van de ander je ook echt kan bereiken. In de context van een organisatie levert dat een interessante vraag op want hoe blijf je in contact wanneer je een leidersrol vervult? De Amerikaanse wetenschapper Chris Argyris introduceerde heel lang geleden al het belang van een balans tussen ‘advocacy’ ( je eigen standpunt naar voren brengen) en ‘inquiry’ (proberen de ander te begrijpen terwijl je je eigen oordeel parkeert). Een balans die noodzakelijk is om binnen organisaties gezamenlijk duurzame vooruitgang te boeken. Vaak zijn leiders echter beter getraind in ‘advocacy’ dan in ‘inquiry’ en raken ze bij het te vaak benadrukken van hun eigen standpunt de betrokkenheid van de ander kwijt. ‘Inquiry’ is echter meer dan informeren naar hoe de ander over iets denkt. Het vraagt dat je een open houding aanneemt en dus bewust een keuze maakt om met de ander in contact te komen. Dat betekent dat je open vragen stelt die de ander uitnodigen om zijn standpunt te delen (en dus geen waarom vragen die vaak al een impliciet verwijt bevatten of suggestieve gesloten vragen die het gewenste antwoord al bevatten), dat je luistert naar het antwoord zonder er een oordeel over te vellen en bereid bent je eigen standpunt eventueel bij te stellen. Dat is zeker niet gemakkelijk, maar wel noodzakelijk om gebruik te kunnen maken van alle aanwezige kennis en competenties van medewerkers. Het valt of staat dus met hoe je zelf als leider in de wereld wilt staan of zoals oude Indiase tekst (uit de Brihadaranyaka Upanishad) het verwoordt: Je bent wat je diepe bezielende wens is. Zoals je wens is, zal je wil zijn. Zoals je wil is, zullen je daden zijn. Zoals je daden zijn, zal je lot zijn. Aan u de vraag: welk lot is dat van u?

Prof. dr. Mariëlle G. Heijltjes Mariëlle Heijltjes is hoogleraar Managerial Behavior en directeur Postgraduate Education bij Maastricht University School of Business and Economics.

nov/dec '12

49


Zorg

Huisarts moet dure ziekenhuiszorg afremmen Regioregie in Zuid-Limburg voor samenwerking zorgverleners door Loek Kusiak  beeld jean-pierre geusens

R

egioregie in de zorg, ofwel door meer samenwerking betere zorg leveren en tegen minder kosten. Huisartsen, Atrium MC, ziektekostenverzekeraar CZ en patiëntenplatform Huis voor de Zorg gaan in Parkstad en de Westelijke Mijnstreek ijveren voor een sterke rol van de huisarts. Die moet minder dure medicijnen voorschrijven en minder doorverwijzen naar de specialist. Door kostenbewustzijn en besparingen hoeft de premie ook niet omhoog, verwacht CZ-regiomanager Wiro Gruisen. ‘Voor een eenvoudige aandoening is er de huisarts, niet de medisch specialist. Toch komt specialistische zorg zonder voorafgaand verwijsbriefje van de huisarts nog vaak voor. Dat kan tot onnodige hoge zorgkosten leiden, want ziekenhuizen zijn duurder dan de huisarts en worden betaald voor productie. En voor het honorarium van de specialist maakt het niet uit of hij zorg van goede of slechte kwaliteit levert. Gerichtheid op productie en omzet in plaats van uitkomsten voor de patiënt veroorzaakt ook overbodige operaties, met onnodige risico’s op gezondheidscomplicaties. Als deze zorgconsumptie zo doorzet, gaat over 25 jaar de helft van het inkomen van een modaal gezin op aan zorgpremies,’ zegt Wiro Gruisen, bij zorgverzekeraar CZ in Sittard-Geleen manager 50

Regioregie voor Limburg en Zuid-Oost Brabant. Een toekomstscenario van onbetaalbare premies, hoge eigen betalingen en verschraling van de zorg is alleen afwendbaar bij nauwe samenwerking in een regio tussen huisartsen (eerstelijnszorg), ziekenhuizen (tweedelijnszorg) en zorgverzekeraar, met in tweede instantie ook thuiszorg, ggz, werkgevers en gemeenten. Een eerste stap hiertoe is voor de zomer op initiatief van CZ gezet in de regio Parkstad. Het Atrium MC in Heerlen, de huisartsenorganisatie HOZL en CZ hebben het samenwerkingsverband ‘Mijn Zorg’ opgericht om een betere kwaliteit van zorg en betaalbare zorg te realiseren. In de Westelijke Mijnstreek heeft CZ recent met Orbis, huisartsen en zorggroep Meditta eveneens een intentieverklaring voor regioregio ondertekend. ‘Maar in Parkstad,’ zgt Gruisen, ‘zijn we al wat verder. Het Atrium MC kiest uit maatschappelijk belang bewust voor een strategie van minder groei. Dit markeert een landelijke voortrekkersrol. Het

samenwerkingverband moet meer regie mogelijk maken op de gehele zorgketen voor patiënten met, bijvoorbeeld, diabetes, of de longziekte COPD, die in delen van Zuid-Limburg 60 procent meer voorkomt dan in de rest van het land. Denk ook aan hart- en vaatziekten en andere chronische ziekten waar meerdere zorgbehandelaars bij betrokken zijn, maar daardoor ook niet zelden dingen dubbel doen, maar ook vergeten. Gevolg is onderlinge verschillen in de begeleiding van een patiënt en de kwaliteit en kosten van de geleverde zorg.’ Proefregio’s Het rijk anticipeert op de kostenproblematiek in de zorg met marktwerking. Zorgaanbieders moeten zich profileren op basis van prijs/ kwaliteit, behandelmethoden, toegankelijkheid, keuzevrijheid voor de patiënt. De schotten in de financiering van de zorg zijn wel nog een probleem. Verschillende zorgaanbieders worden uit aparte potten betaald. ‘Deze versnippering leidt nergens toe, alleen maar tot verspilling,’ signaleert Wiro Gruisen. ‘Het geld moeten we herverdelen op basis van de zorgbehoefte, zorg waar mensen echt niet buiten kunnen. In Parkstad en ook de Westelijke Mijnstreek, waar we met regioregie aan de slag gaan, heeft CZ veel verzekerden. Ook de regio’s Eindhoven en ZeeuwsVlaanderen zijn proefgebieden voor regioregie. CZ wil als een niet op winst gerichte verzekeraar zijn leden letterlijk verzekeren van kwalitatief goede zorg, ook over twintig jaar. In een krimpregio als Parkstad, met vergrijzing, toenemende druk op het budget voor ouderenzorg en personeelskrapte in de zorg, komen gezondheidsproblemen eerder en nadrukkelijker op ons bordje. De regioregie is één van de manieren waarmee we echt een verschil in zorg voor onze verzekerden kunnen maken.’ Gruisen geeft een voorbeeld. ‘CZ heeft in Kerkrade, als eerste gemeente in Nederland, geld gestopt in een cursus valpreventie voor ouderen. Wettelijk

“CZ heeft in Kerkrade, als eerste gemeente in Nederland, geld gestopt in een cursus valpreventie voor ouderen” nov/dec '12


ketenzorg willen bereiken. De rol van de huisarts als poortwachter willen we nieuw leven inblazen. Hij wordt méér verantwoordelijk voor zijn populatie dan hij ooit geweest is. Behandeling van niet-complexe gezondheidsproblemen gaat de huisarts zelf voor zijn rekening nemen in plaats van een verwijsbriefje af te geven. Huisartsen gaan meer werk maken van een individueel behandelplan. Ideaal is als de huisarts zijn patiënt zelf zo lang mogelijk blijft volgen, in het zicht houdt, en hem ook stimuleert tot zelfmanagement en zelfdiagnose aangaande zijn ziekte of beperking. Geen fabrieksaanpak, maar maatwerk. Een bezoek aan het ziekenhuis of een andere zorgaanbieder zal niet altijd nodig zijn, wat kosteneffectiever is.’ De medisch specialisten in de regio die nu eenvoudige behandelingen uitvoeren, maar daar flinke tarieven voor in rekening brengen, gaan zich concentreren op complexe aandoeningen, op medische zaken waar ze goed in zijn. CZ sluit alleen nog een contract met een ziekenhuis af als de zorg voldoet aan een aantal, meetbare kwaliteitscriteria. Toen CZ in 2010 een lijst openbaarde met ziekenhuizen die onder de maat bleven bij borstkankeroperaties en derhalve ook geen contract meer kregen, gaf dat een schok. Hoe durft een verzekeraar een medisch oordeel over ons werk te vellen, was de gebelgde reactie van betrokken ziekenhuizen en medici. Vrij snel volgden echter andere verzekeraars, die voor een aantal operaties de lat hoger legden. Het is immers ook hun wettelijke taak de best mogelijke zorg in te kopen. Ziekenhuizen accepteren inmiddels de strengere regierol van de verzekeraars, maar hebben ook geen andere keus willen ze geen contractering verliezen.

zijn we niet verplicht iets aan valpreventie te doen. Maar als er minder ouderen vallen, hebben we daar wel baat bij. Vallen met letsel betekent dat mensen een tijd lang, of misschien wel voor altijd bewegingsvrijheid verliezen en maatschappelijk niet meer participeren, dus vereenzamen. Vandaar dat Kerkrade en CZ dit project gezamennov/dec '12

Wiro Gruisen: “De huisarts gaat meer behandelingen voor zijn rekening nemen.”

lijk financieren. Valpreventie voorkomt natuurlijk ook dure zorg voor ziekenhuisopname en fysiotherapie achteraf.’ Poortwachter Huisartsen hebben zich sinds de invoering van weekend- en avonddiensten verenigd in zorggroepen. In Zuid-Oost Limburg is dit de huisartsenorganisatie HOZL. Gruisen: ‘Een zorggroep kun je zien als de hoofdaannemer, met wie CZ afspraken maakt over wat huisartsen met elkaar in de regio aan medische kwaliteit en betere afstemming in de

Eerstelijns Plus Gruisen: ‘Als huisartsen in Parkstad vinden dat ze een patiënt moeten doorverwijzen, kunnen ze mede terugvallen op kwaliteitslijstjes van CZ. De patiënt wordt op rationele basis geadviseerd welk ziekenhuis of welke specialist het meest ervaren is in de behandeling van aandoening X of Y.’ Onderzocht wordt of de oprichting van een zogeheten Eerstelijns Plus Centrum (EPC), in Kerkrade en waar huisartsen de regie voeren, mogelijk is. In een EPC kunnen patiënten consulten en behandelingen uit de tweede 51


lijn ondergaan, werken huisartsen en specialisten uit ziekenhuizen samen bij kleine chirurgische ingrepen en adviseren specialisten, zoals geriaters ook over ouderdomsproblematiek in de buurt. Van huisartsen wordt in het project ‘Mijn Zorg’ ook verwacht dat zij medicijnen voorschrijven volgens de richtlijnen van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Dat gebeurt nu vaak niet, constateert CZ. Zuid-Limburgse huisartsen storen zich minder aan de richtlijnen dan artsen elders in het land. Gruisen: ‘Artsen wijken teveel af van de eerste keus bij wat ze voorschrijven aan maagzuurremers, cholesterolverlagers, bloedverdunners, enzovoort. In de praktijk krijgt de patiënt dure merkgeneesmiddelen, terwijl goedkope maar merkloze varianten van deze medicijnen iemand ook beter maken. De dupe is de zorgconsument, die via de premie de dure medicijnen betaalt.’ Virtueel kasboek CZ houdt het geld dat in ‘Mijn Zorg’ wordt uitgegeven en bespaard bij in een virtueel kasboek. Bij de start van het project worden de totale zorgkosten, of-

“Geen fabrieksaanpak, maar maatwerk”

wel alle kosten van de basisverzekering, van de populatie uit de regio gedefinieerd. Als de totale zorgkosten dalen, ofwel: minder snel stijgen dan zonder regioregie, dan is sprake van besparingen, ook wel ‘shared shavings’ genoemd. Gruisen: ‘Wanneer je een autonome stijging van de zorgkosten vier procent kunt reduceren naar twee procent, praat je over vele miljoenen. En belangrijk: we herverdelen deze besparingen ook weer.’ In die zin zijn ‘shared savings’ een prikkel voor preventie, kwaliteit en doelmatigheid. ‘Eenderde deel van deze besparingen kan worden geïnvesteerd in nieuwe gezondheidsprojecten, eenderde deel kan worden uitgekeerd aan de zorgverleners als prestatiebeloning en eenderde deel kan naar de verzekerden in

de vorm van een premieverlaging. Met regioregie hebben we een interessant groeimodel voor de populatiegebonden financiering van de zorg.’ Het oplossen van vraagstukken rond afstemming en verantwoordelijkheid tussen de diverse onderdelen in de keten is niet eenvoudig. Van zowel zorgaanbieders als zorgconsumenten wordt nogal wat ‘gedragsverandering’ gevraagd, zegt Gruisen. ‘Maar dat is tegelijk uitdagend. Als regioregie aantoonbaar resultaat oplevert, kunnen we het model uitbreiden met voorzieningen die vergoed worden uit de bijzondere ziektekosten, de AWBZ dus, en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). En we kunnen er werkgevers bij betrekken. Zij hebben ook belang bij werknemers die weinig verzuimen.’

- advertentie -

Sevagram zoekt zorgtoppers Sevagra is voor haar 20 verpleeg- en verzorgingscentra Sevagram en voor haar thuiszorganisatie op zoek naar enthousiaste medewerkers. Nieuwe collega’s, die samen met de huidige medew collega’ collega’s er garant voor staan om in Heerlen/Parkstad en in het H Heuvelland excellente zorg aan te bieden. Wij zoek zoeken kandidaten voor de functies:

Verzorgenden IG, (HBO) Verpleegkundigen of BOL BOL/BBL-leerlingen die op korte termijn afstuderen. Ben je flexibel, enthousiast, betrokken en is zorg verlenen jouw passie? Ben je daarnaast vo voor minimaal 4 uur per week en maximaal 36 uur per week beschikbaar? Ga dan n naar onze website: sevagram.nl/vacatures, vul het contactformulier inclusief je motivati motivatie en cv. Aanvullende informatie over de verschillende functies is verkrijgbaar bij Tiny SSchmidt (045) 560 28 04 of Claudia Hiert (045) 560 28 23 van de afdeling P&O. LET OP!! Sevagram verloot onder alle medewerkers die in de periode 1 oktober t/m 31 december 2012 hun contract tekenen maar liefst vijf iPads.

52

nov/dec '12


– ADVERTORIAL –

“Wij verbinden persoonlijk talent met de ontwikkelingsmogelijkheden van uw organisatie”

www.schalkenenpartners.nl tel: 043-3500593

Schalken & Partners 6211 KA Maastricht 043 350 05 93 www.schalkenenpartners.nl

Schalken & Partners Maastricht Opent loopbaanperspectief In een statig pand in Maastricht is Schalken & Partners gevestigd. De allure van het eeuwenoude pand past perfect bij de kwaliteit van dienstverlening van Schalken & Partners. Schalken & Partners is er voor loopbaanbegeleiding, management en executive coaching en outplacement.

gericht op begeleiding en individuele coaching van managementtalent.

Directeur/coach Hans Schalken: “In ieders carrière komt beslist een mo-

te kunnen “sparren” en coachen.

ment dat je het gevoel hebt aan iets nieuws toe te zijn. Maar waarop richt

Hans Schalken schetst een aantal voorbeelden waarbij zijn adviespraktijk van dienst kan zijn “Stel, het botert niet tussen de bestuurder(s) en de leden van de raad van toezicht van een grote organisatie of er is binnen teams sprake van verstoorde verhoudingen. Andere denkbare situaties zijn: de (top)manager die moeite ondervindt om zich te handhaven en de organisatie die aan de vooravond staat van grote veranderingen. Op dat moment is het goed om een onafhankelijke derde in de te schakelen die over een ruime bestuurlijke ervaring beschikt en het vermogen heeft in een dergelijke omgeving, waar sprake is van enige complexiteit, objectief

je je dan en hoe in zo’n situatie te handelen? In die gevallen is het goed

Betrokkenheid, betrouwbaarheid en effectiviteit vormen de begrippen

praten. In onze aanpak richten wij ons op de ontwikkeling van de mens

praktijk is de netwerkfunctie enorm belangrijk. Door de jarenlange werk-

in relatie tot zijn werk. In de kern houden wij mensen een spiegel voor. We leren iemand positief te staan ten opzichte van zichzelf door zijn vermogens en talenten in kaart te brengen en deze direct te mobiliseren. De uitkomst van onze sessies is voor cliënten vaak verrassend en biedt meteen ontwikkelingsperspectief. Zij ontwikkelen immers een sterk zelfbewustzijn, een positief zelfbeeld en daarmee een goed gevoel van eigenwaarde. Op basis van ons advies zijn zij in staat hun loopbaan of hun functie een andere wending/inhoud te geven, hetgeen tevens hun

die aan de basis liggen van de aanpak door Schalken & Partners. In de ervaring in verscheidene sectoren beschikt Schalken & Partners over een actueel en breed netwerk. Hans Schalken: “Dat netwerk zetten we ook in als onderdeel van de begeleiding, bijvoorbeeld als er sprake is van outplacement . Zo brengen we cliënten in contact met personen die (eind)verantwoordelijke posities bekleden in dat netwerk

kansen in de huidige arbeidsmarkt aanmerkelijk verbetert. “

en die bereid zijn om hun visie

renlang in directiefuncties in de gezondheidszorg en bij de overheid. Was

aspecten in hun werkomgeving

onder meer directeur van de Reumakliniek in Rotterdam en vervulde verscheidene interim-functies. Het is op basis van die ervaring, maar in het bijzonder diens uitgesproken belangstelling voor en actieve betrokkenheid bij het fenomeen “mens” in voor hen steeds complexer wordende arbeidsomstandigheden, dat Hans Schalken heeft doen besluiten zich in zijn eigen carrière voor mens en organisatie te gaan inzetten. Het werkterrein van het bedrijf richt zich dan ook op loopbaanbegeleiding algemeen, coaching van management en executives en outplacement. Dat doet Schalken & Partners in het bijzonder in de hogere echelons van organisaties bij overheid, zorg, onderwijs en bedrijfsleven, maar is daarnaast ook

op strategie, beleid en cultuurmet cliënten te delen, Tijdens die ontmoetingen wordt tevens bewust een “oefensituatie” voor cliënten gecreëerd om zich in een voor hen nieuwe werkomgeHet bedrijf beschikt over het voor overheidsdiensten, maar is


parkstad

De verbouwing van Parkstad De culturele lente die Parkstad Limburg beleeft, moet uitgroeien tot een economische zomer. De regio zet in op een IBA om dit te realiseren. Qua impact te vergelijken met de Venlose Floriade of met Via 2018. door peter eberson  beeld jean-pierre geusens

I

BA Parkstad is het label waaronder de transformatie een boost moet krijgen. Een beproefd 100 jaar oud Duits concept dat voor de metamorfose van Parkstad Limburg moet zorgen. Tussen nu en 2020 staat het te gebeuren. Aan uitdagingen geen gebrek in het oude mijnbouwgebied. De bevolkingsdaling en vergrijzing nopen tot herstructurering van de regio en tegelijkertijd moet de economische structuur versterkt worden. Parkstad loopt voorop wat betreft de aanpak van deze problemen. In die regio’s in Nederland waar de vergrijzing en krimp het eerst en hardst toeslaan, ontstaan de eerste ervaringen. Om de ingezette transformatie verder aan te jagen zetten provincie en gemeenten in op een Internationale Bau Ausstellung (IBA). Hoewel de naam anders doet vermoeden is IBA geen tentoonstelling, geen eenmalig evenement zoals de Floriade met een begin en een einddatum. IBA Parkstad is een strategie die over een periode van acht tot tien jaar een regio of stad van binnenuit versterkt. Inwoners, ondernemers, bestuurders en organisaties en instellingen werken bij IBA Parkstad samen aan spraakmakende projecten die 54

zorgen voor een aantrekkelijke stadsregio. Mét een datum -2020 als presentatiejaar- maar nadrukkelijk niet met een einddatum. Parkstad is onlosmakelijk verbonden met het industriële verleden. Het landschap van Parkstad is voor een deel het landschap van de mijnindustrie, die zich hier van circa 1900 tot 1975 afspeelde. Niet alleen wat de fysieke infrastructuur betreft, ook de ondernemerszin en de pragmatische instelling van veel Parkstedelingen zijn hierop terug te voeren. De groeiende waardering voor de krachtige regio die Parkstad lange tijd was, komt mede voort uit het besef dat het mijnverleden een onmisbare inspiratiebron is voor toekomstige ontwikkelingen, waaronder IBA ParkStad. “Als we een IBA willen dan krij-

“Geen feestje van de overheid”

gen we die.” Het zijn woorden van de Heerlense burgemeester Paul Depla. Hij sprak ze uit op een informatiebijeenkomst begin oktober in het Parkstad Theater. 150 raads- en statenleden werden daar geïnformeerd over wat IBA Parkstad betekent. Eén ding werd duidelijk. Er is binnen bestuurlijk Parkstad groot enthousiasme voor de kansen die een IBA biedt voor de regio. Met de intentie-overeenkomst zetten tien overheden een belangrijke stap richting IBA. Met de toezegging om zich in te spannen een overheidsinvestering van zo’n 45 miljoen op te brengen. Medio 2013 zullen de raden van de Parkstadgemeenten en Provinciale Staten een besluit nemen over een samenwerkingsovereenkomst. Dan is duidelijk wat van overheidszijde onder meer de financiële inbreng in een IBA is. Een belangrijke stap. Maar tegelijk is het nadrukkelijk de bedoeling dat IBA Parkstad niet een ‘feestje van de overheid’ wordt. Bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties én bewoners zijn minstens zo belangrijke dragers van de IBA. De voorzitter van Stadsregio Parkstad, Gerrit van Vegchel omschreef het zo: “IBA zorgt voor verbindend nov/dec '12


nov/dec '12

55


ondernemerschap in de regio. Ondernemers, maatschappelijke organisaties en bewoners krijgen daarom een centrale plek in een IBA en ook in de IBA-organisatie.” Betrokkenheid en beleving bij 250.000 Parkstedelingen moet zorgen voor ‘begeisterung’, voor een vertrouwen in een betere toekomst voor de regio. Een regio met straks een heldere gebiedsstructuur, Niet met de rug tegen elkaar maar gezamenlijk zorgen voor die aantrekkelijke regio. Na een besluit medio 2013, is de volgende stap het samenstellen van een team dat IBA Parkstad gaat runnen, een publieke startmanifestatie en een oproep om projecten aan te melden. Inspirerende voorbeelden van andere IBA’s in vergelijkbare regio’s werken aanstekelijk op de politici. Maar ook voorbeelden uit Parkstad laten nu al zien wat mogelijk is. Zo heeft Maarten Stadhouders het bedrijf Re-Use Parkstad opgericht. Recycling is een belangrijk thema tijdens de duurzame transformatie van Parkstad. Een concreet doel

IBA Parkstad-thema’s IBA ParkStad werkt met drie centrale thema’s. Alle IBAprojecten laten zien hoe deze thema’s een nieuwe basis vormen voor Parkstad. Flexibele Stad Tijdens het hele transformatieproces zal Parkstad zich flexibel en veerkrachtig op moeten stellen. Hoe creëer je een nieuwe ruimtelijke orde waar herbestemming een structureel karakter heeft? Juist nu, in de economische crisis, zijn kleinschalige projecten kansrijk binnen de stedelijke ontwikkeling. Daarom richt de IBA zich op plekken en gebouwen die vrijkomen of leegstaan bij de ombouw van Parkstad. Het gaat hierbij ook om loze gebiedsdelen of liefdeloze locaties die niet bijdragen aan de openbare ruimte. De IBA vindt ze, stelt ze open en geeft ze een nieuwe betekenis. Daarnaast is de herstructurering van de woningvoorraad en het voorzieningenniveau nu vooral een kwantitatief vraagstuk. De IBA zorgt voor een kwalitatieve aanpassing. Die geldt ook voor de zorg, het onderwijs en de vrijetijdsmarkt. EnergieStad Parkstad is al heel lang een energielandschap. Het oude rijk van de watermolens veranderde in een streek van steenkolenwinning. Nu zijn mijnwater- en zonne-energie kenmerkend voor Parkstad. In de IBA Werkplaats wordt van Parkstad een bron van energie gemaakt voor zichzelf en zijn omgeving. Dit gebeurt op diverse niveaus. Van zonnecellen of turbines op daken tot complete biomassabeekdalen, stuwmeren, windpar56

ken en algenkwekerijen. Ook het opdiepen van materialen en het opwerken van grondstoffen dagen uit tot nadenken over hergebruik en hernieuwbare energie. Geologie, seismologie, boringen en dateringen horen bij het vroegere Limburgse mijnlandschap. RecycleStad Duurzaam wonen en leven betekent zo veel mogelijk kringlopen maken. De ombouw van Parkstad levert veel sloopmateriaal op. Veel hiervan is opnieuw bruikbaar. Recycling is daarom een belangrijk thema voor Parkstad. Er wordt met andere ogen gekeken naar vrijkomende plekken en leegstaande gebouwen. Zo worden materialen uit sloop en afvalstoffen permanent slim hergebruikt. Ook de juiste verbouwingsmaterialen, -methodieken en -gereedschappen komen aan bod. Daartoe is de IBA Werkplaats een plek om uitvindingen te doen en testen door te voeren. Daarnaast heeft Parkstad meer beken, hoogteverschillen en park dan elke andere stad in Nederland. Op het gebied van klimaatverandering is dit meer dan een pre. Het vele groen zorgt voor een natuurlijke airconditioning en biedt bergruimte voor water. Bovendien is een park in de stad een mogelijke bron voor het vraagstuk van de voedselvoorziening. Het einddoel: dat Parkstad in 2030 voor een langere periode toekomstbestendig is gemaakt voor de komende generaties. Als tussendoel: Parkstad binnen tien jaar veranderen in de meest duurzame, grensoverschrijdende regio van Europa.

nov/dec '12


150 raads- en statenleden toonden zich enthousiast over de IBA-plannen

Gedeputeerde Van der Broeck Patrick van der Broeck, gedeputeerde van de provincie Limburg: “De Internationale Bau Ausstellung wordt de nieuwe Floriade van het zuiden van de provincie. Het is een prachtig project. Ik ben zelf geboren in Kerkrade en hoewel ik inmiddels in het noorden van de provincie woon denk ik dat het gebied Parkstad gemaakt is voor een IBA. Als je kijkt naar de stedelijke ontwikkeling en de kansen en mogelijkheden is dit bij uitstek de gelegenheid voor een doorontwikkeling van het gebied. Na de mijnsluitingen zijn er al flinke slagen gemaakt, we kunnen nu het gebied verder ontwikkelen. Ik maak de vergelijking met de Floriade omdat die een enorme impuls creëerde voor Noord Limburg. Het zorgde voor versnelde aanleg van de autoweg met Duitsland, de Innovatoren werd gebouwd. Ook bij de Floriade waren er veel sceptici, maar die hebben

daarbij is het hergebruik van minimaal 50% van de sloopmaterialen bij nieuwbouwprojecten, renovaties en nieuwe openbare ruimten in de bebouwde omgeving. Re-Use Parkstad wil sloopopdrachten binnen Parkstad verbinden met nieuwe bouwopgaven en daarmee de geschiedenis van de regio opnieuw gebruiken en naar de toekomst brengen. Kortom, Re-Use the future. Dit betekent met minder middelen meer bereiken. En niet alleen vooruitkijken, maar ook bedenken wat je achterlaat. Sloop- of verbouwopgaven moeten binnen een regionale ketengedachte worden gezien als nieuwe bronnen voor materialen. Het einddoel: geen afval tijdens de ombouw van Parkstad “Via de database van Re Use Materials kunnen we in kaart brengen welke materialen aanwezig zijn in de gebouwde omgeving, voordat die wordt gesloopt. Dit aanbod koppelen we aan tijd en vraag. Wanneer en waar zijn materialen nodig?’’ aldus eigenaar Maarten Stadhouders. Wat is een IBA? IBA is de afkorting van Internationale Bau Ausstellung, ofwel een internationale bouwtentoonstelling. Het fenomeen bestaat al honderd jaar en is begonnov/dec '12

ongelijk gekregen. Met de Floriade is de regio Venlo op de kaart gezet. Een IBA is anders, maar van net zo veel betekenis of misschien nog wel meer. Het is geen eenmalig evenement, maar een proces dat dóórloopt en dat maakt het interessant. We hebben de IBA in Hamburg bezocht en dan zie je hoe oude gebouwen een nieuwe functie krijgen. Dat kan in Parkstad ook. Bewoners, politici en ondernemers samen. Laat vooral de mensen zelf met initiatieven komen. Dat is al voor een deel gebeurd. Particulieren begonnen een skibaan in Landgraaf. Gaia Zoo Kerkrade kwam er en Mondo Verde. Het is hard nodig om in Parkstad een initiatief als een IBA mogelijk te maken. De werkgelegenheid staat onder druk, kijk naar de ontslagen bij APG. Gelukkig komen er nieuwe banen. Het plan van Toverland-eigenaar Jean Gelissen om in Brunssum Nature Wonder World te bouwen is natuurlijk fantastisch. Dat zorgt straks voor bezoekers uit heel Europa. Voor mij is IBA Parkstad geslaagd als we over 15 jaar terugkijken en zien dat er een toeristisch-recreatieve regio is ontstaan waar het goed wonen, werken en recreëren is.

nen als een tentoonstelling voor het moderne bouwen in Duitsland. Inmiddels is het veel meer dan dat. De IBA is uitgegroeid tot een creatieve aanpak met een bewezen economische impuls voor gebieden die in verandering zijn. In een periode van acht tot tien jaar stuwt een IBA economisch zwakke steden of regio’s voort, van binnenuit, met nieuwe ideeën en projecten. Een IBA brengt bestaande en nieuwe projecten vanuit een gebiedseigen thema op een hoger plan: fysiek, economisch, sociaal en cultureel. Centraal staat ‘open innovatie’: uiteenlopende gebiedspartners bundelen gezamenlijk hun kennis en kunde. Een IBA kan ook de transformatie van Parkstad een krachtige impuls geven. Wat levert IBA Parkstad op? Een IBA biedt door de fysiek-ruimtelijke investeringen en betrokkenheid van velen een impuls aan de vernieuwde economie en het ondernemerschap in Parkstad. • Spraakmakende projecten die de ruimtelijke kwaliteit van Parkstad verhogen. En die een impuls geven aan de economie en aan een innovatieve manier van werken. • Kennis en nieuwe contacten doordat IBA Parkstad deel uitmaakt van

het internationale IBA-netwerk. • De schijnwerpers op de regio en een vernieuwd imago: Parkstad dat uitgroeit tot een (inter)nationaal voorbeeld van een succesvol transformatiegebied. • Bedrijvigheid die partijen in en buiten de regio aantrekt. Nieuwe verbindingen en creatieve initiatieven geven de regionale economie een behoorlijke zet in de rug. Wat betekent IBA Parkstad voor inwoners? • Een mooiere stad, sterkere economie en innovatieve vondsten waar alle inwoners van profiteren. • De kans actief betrokken te zijn bij de transformatie van de stad. Door mee te denken en aan de slag te gaan voor een beter woon-, werk en leefklimaat. Zonder de actieve betrokkenheid en creatieve inbreng van inwoners is een succesvolle IBA Parkstad onmogelijk.

“Laat vooral de mensen zelf met initiatieven komen” 57


Twee buitenlandse IBA’s In Duitsland bestaat het fenomeen Internationale Bau Ausstellung al meer dan honderd jaar. Tussen de IBA’s onderling zijn grote verschillen. In voorbereiding naar IBA Parkstad is naar internationale voorbeelden gekeken in Duitsland en Frankrijk. Twee buitenlandse IBA’s onder de loep: 1. IBA Sachsen Anhalt De IBA in Sachsen Anhalt, waarbij de bevolkingskrimp aanleiding was om de bakens voor stedelijke en regionale ontwikkeling te verzetten. Hoe stond het gebied erbij? • De Wende – oost en west – nieuwe toekomst nodig, oude economie verdwenen • Veel mensen weggetrokken • Plattenbau, armoede Wat heeft IBA gedaan?

• Stevig begin met de ombouw van het gebied • Enorme scala aan binnenstedelijke projecten • Heruitvinden van de regio. - toekomst Less is Future Wat is de betekenis voor de regio? • Less is Future - opnieuw uitdenken van de toekomst • Realistisch beeld van de toekomst • Perspectief - nieuwe investeringen 2. IBA ll de Nantes De vernieuwing in Nantes, aan de mond van de Loire in Frankrijk, waar de regionale vernieuwing op een IBA-achtige manier is gerealiseerd.

• Was toe aan een nieuwe impuls, op zoek naar een nieuwe toekomst Wat heeft IBA gedaan? • Zichtbare vernieuwing geconcentreerd op de ll de Nantes • Cultuur, werkgelegenheid, nieuwe industrie • Maar ook: trams, regionale projecten • Nieuw vertrouwen in de toekomst Wat is de betekenis voor de toekomst? • Zekere branie - cultuur met lef • Veel meer bezoekers, toeristen • European Green Capital 2013 als volgende stap • Metropoolvorming

Hoe stond het gebied erbij? • Sluiting scheepvaartindustrie, sterke reputatie, maar door de tand des tijds aangetast

Geerd Simonis “Er bestaat niet zoiets als Heerlense economie”

E

en van de mensen die geldt als kwartiermaker voor IBA-Parkstad is ondernemer Geerd Simonis. Hij gelooft sterk in herbestemmen van gebouwen en veranderde het voormalige Philipssterrein in Heerlen in het winstgevende C-Mill, waar startende bedrijven voor een creatieve, culturele boost zorgen. C-Mill werd vorig jaar uitgeroepen tot beste bedrijventerrein van Nederland. In Sittard wacht een soortgelijke uitdaging op Simonis. “Wanneer IBA Parkstad geslaagd is? Daar hoef ik niet lang over na te denken. Als mijn oudste zoon in 2020 zegt dat hij in Parkstad wil blijven wonen en werken. Dan is naar mijn mening IBA Parkstad geslaagd. Het betekent dat hij in deze omgeving alles vindt wat hij nodig heeft. Vrienden, werk en een mooie woonomgeving. Het zou voor mij een groot 58

compliment zijn en betekenen dat we het goed hebben gedaan. We moeten het voor de jeugd doen. De oudere generatie heeft werk en een woning en zal hier blijven, het gaat erom om de jeugd hier te houden, “ zegt de ondernemer. “De IBA is een denkrichting, het vormt de basis hoe we verder willen met dit gebied. Het is een bijzonder gebied omdat de gemeenten letterlijk met de rug tegen elkaar liggen. Er is sprake van een groot stedelijk gebied in feite met 230.000 inwoners. Als ondernemer word ik blij van het initiatief. Ik hoop dat IBA meer economische ontwikkelingen kan brengen. Dat het een instrument is om dat te bereiken. Heerlen staat op de kaart als cultureel bruisend, we moeten nu zorgen dat we van die culturele lente een economische zomer maken. Kijk naar deze regio. Er

bestaat in mijn ogen niet zoiets als Heerlense economie of Langraafse economie. Mensen wonen hier en werken daar. Hier vanuit Heerlen zie je Snowworld in Landgraaf. Ik wil maar zeggen het is één economisch gebied. Belangrijk is dat we ondernemers goed kunnen uitleggen dat ook zij IBA maken. Het heeft geen zin om een ondernemer rendementen voor te spiegelen die niet waar te maken zijn. Het gaat erom dat ondernemers gezamenlijk IBA Parkstad mee ondersteunen. Dat is goed voor de economie, dat is goed voor de werkgelegenheid. Vooral de jeugd erbij betrekken. We praten tenslotte over hun stad. Laat hen een rol spelen. In welke stad willen ze over tien, vijftien jaar wonen. Hoe moet die eruit zien? De stad is niet maakbaar, wel aanpasbaar. Daarom is 2020 geen einddoel dat we alleen afsluiten met een groot feestjaar. Liever 100 kleine projecten dan een paar grote. Natuurlijk zullen er landmarks verschijnen en wordt er gebouwd, maar dat mag niet het uitgangspunt zijn. De menselijke component. Daar gaat het om.” nov/dec '12


zorg

Stijlvol wonen met alle zorg in de Elsresidentie door peter eberson  beeld jean-pierre geusens

I

n Sittard wordt momenteel druk gebouwd aan de Elsresidentie. Over een paar maanden gaan de deuren open van dit modern appartementencomplex dat speciaal bedoeld is voor dementerende cliënten. Zij kunnen straks zelfstandig wonen in een luxe omgeving met bovendien de zekerheid dat er 24-uurs zorg beschikbaar is. De bouw is een initiatief van de Zorg Groep Beek die met deze zorgappartementen en verzorgd wonen voorop loopt in Nederland. Op slechts weinig plekken in het land kunnen demennov/dec '12

“De Elsresidentie is dichtbij het stadspark en de binnenstad”

terende ouderen kleinschalig, zelfstandig, en verzorgd blijven wonen. Dit kan zelfs met partner op deze locatie. Hannelore HamersRoesink van Zorg Groep Beek is al jaren eigenaar van een thuiszorg-organisatie en vanuit die kennis is ze samen met haar man Michael gestart met de ontwikkeling van de Elsresidentie. Het project is een samenwerking tussen Zorg Groep Beek en woningcorporatie Woonpunt. “In totaal komen er 16 appartementen in de Elsresidentie. Bewoners betalen huur voor het

Michael en Hannelore Hamers bij de nieuwbouw in Sittard

appartement en kunnen daarnaast de benodigde zorg inkopen. In het appartementencomplex staat 24 uur professionele zorg ter beschikking, maar hoeveel gebruik mensen hiervan maken bepalen ze zelf,” zegt Hannelore. “Bewoners kunnen zelfstandig wonen in ruime appartementen met een eigen slaapkamer, keuken en sanitair. De bewoners bepalen ook zelf de inrichting. De ligging van Elsresidentie is fantastisch. Bijna aan het stadspark en toch heel dicht bij de binnenstad. Op de begane grond is de centrale ruimte die als huiselijke woonkamer is ingericht. Daar worden gezamenlijke activiteiten gedaan of gezamenlijk gegeten of met familie koffie gedronken.” 59


interview

De strijd om het Limburgse spoor De minister wil meer concurrentie op het Limburgse spoor. Liberalisering van het traject Maastricht-Roermond en van het stuk tussen Heerlen en Sittard. Een slecht idee vindt NS regiodirecteur Jeroen Alting von Geusau. “De reiziger wordt de dupe.” door peter eberson  beeld jean-pierre geusens

O

oit reden er op de Nederlandse spoorlijnen alleen treinen van de Nederlandse Spoorwegen, maar liberalisering is ook bij het spoor doorgedrongen. In Zuid-Limburg rijden intercity’s en stoptreinen van de Nederlandse Spoorwegen en enkele stoptreinen van Veolia. De gedachte van de Minister is dat concurrentie op het spoor in de toekomst goed is voor de reiziger. NS-regiodirecteur Jeroen Alting von Geusau is daar niet van overtuigd: “Laat ik voorop stellen; we zijn een uitgesproken voorstander van concurrentie om het spoor, maar we zijn tegen concurrentie op het spoor. Het is prima om te concurreren op verschillende trajecten, maar concurrentie op hetzelfde traject werkt niet. Je maakt het voor de reiziger extra ingewikkeld. Moet ik een kaartje kopen voor de intercity van NS of voor de stoptrein van Veolia? Wat doet hij als hij de intercity mist? Twee conces60

siehouders op een traject is vragen om problemen. Bij NS is de standaard dat een intercity altijd voorrang krijgt op een stoptrein. We laten dus nooit een intercity met 1000 reizigers wachten omdat een stoptrein met twintig man voor moet. Dan wacht de stoptrein. Anders is dat als je twee aanbieders hebt. De twee vervoersbedrijven op hetzelfde traject worden uiteindelijk afgerekend op hun punctualiteit. Rijden alle treinen op tijd. Ze zullen dus altijd hun eigen treinen voor willen laten gaan. We hebben al meegemaakt dat een stoptrein van een concurrent leeg wegreed en 1.000 mensen in onze intercity hun aansluiting misten,” zegt de NS-baas.

“Het grootste deel van de stoptreinen is niet winstgevend”

NS heeft in Nederland de concessie voor het hoofdrailnet waar de intercity’s en stoptreinen tussen Heerlen en Roermond en tussen Maastricht en Roermond onder vallen. Veolia verzorgt het stoptreinvervoer tussen Maastricht en Heerlen en de Maaslijn van Roermond naar Venlo-Nijmegen. In 2016 loopt de regionale concessie van Veolia in Limburg af. De NS beraadt zich nog of ze straks meebieden op deze Limburgse vervoersconcessie. Een vanzelfsprekendheid is het zeker niet. Alting von Geusau: “De minister wil nu ook op andere trajecten concurrentie toestaan. Er is echter een onderzoek gedaan dat laat zien dat het verder ‘afknippen’ van lijnen ook in Limburg geen geld zal opleveren. Als je kijkt naar het spoornet is het grootste deel van de stoptreinen niet winstgevend. Er stappen te weinig mensen in. De intercity’s zijn daarentegen wel winstgevend. De NS financiert het verlies van de stoptreinen uit de winst van de intercity’s. Wat nov/dec '12


NS-stopt niet bij nieuw station

I

overblijft, het rendement, gaat naar de aandeelhouder. Waarom doen we dat? Omdat we een integraal product willen voor de reiziger. De stoptrein is een belangrijke ‘feeder’ voor de intercity. Hoe completer ons product, hoe sneller een klant voor de trein kiest. Mensen kiezen voor de intercity vanwege het gemak en de directe aansluitingen. Eén overstap vinden de meeste reizigers al vervelend. Als je het onderzoek leest, dan zie je dat als je lijnen gaat liberaliseren en je dus meer concurrentie krijgt de spoortrajecten niet winstgevend zullen zijn. Niet in 2015 en ook niet in de jaren daarna. Wij vinden het een slechte zaak, maar de politiek beslist. Er lopen politiek gezien twee trajecten. De provincie Limburg moet dit willen en financieel dekken. Er gaat nu al jaarlijks 50 miljoen subsidie in Limburg naar het regionale openbaar vervoer. De NS stelt zich op het standpunt dat wij het verlies niet gaan betalen. Verder moet de Tweede Kamer nov/dec '12

nog een eindbesluit nemen. Er ligt nu een voorstel van de minister tot verdere liberalisering van het spoor in Limburg. We zeggen, minister en provincie denk heel goed na voordat je dit doet. Het liberaliseren is een gedachte die sterk leeft bij een bepaalde politieke richting. De realiteit heeft het idee dat het goed is voor de concurrentie en dus voor de klant wel ingehaald. Bovendien zijn al die concurrenten op het spoor deels, of helemaal in handen van staatsbedrijven in het buitenland. Arriva is van Deutsche Bahn, Veolia en Connexxion deels van de Franse staat. Als je concurrentie op deze manier toestaat heb je het dus over het financieren van buitenlandse staatsbedrijven. Een beetje concurrentie is goed om de markt scherp te houden, maar een volledige liberalisering, dat moeten we niet willen en ik denk dat de meerderheid in politiek Den Haag daar inmiddels ook achter is.” Waar de NS inmiddels wel vaart achter zet in Limburg zijn de internationale

Jeroen Alting von Geuseau: “Met de huidige concurrentie financier je buitenlandse staatsbedrijven.”

n Maastricht wordt gebouwd aan een nieuw station: Maastricht Noord. Dit wordt naast het centraal station en Maastricht Randwyck het derde station in Maastricht. Een nieuw station betekent overigens niet automatisch dat NStreinen er stoppen. Er komt voorlopig alleen een perron aan de Veolia-kant. Dat heeft ermee te maken dat Veolia op het traject MaastrichtHeerlen concessiehouder is. Het station ligt net voor de splitsing in het hoofdnet. Eén spoorlijn gaat naar Heerlen, de andere lijn naar Roermond. Veolia moet volgens die concessie stoppen op het nieuwe station omdat het station in de lijn Maastricht-Heerlen valt. NS heeft die verplichting niet. In de toekomst is het mogelijk dat de NS besluit om wel te stoppen in Maastricht. Dat heeft te maken met de nieuwe concessie en het aantal reizigers dat gebruik gaat maken van het station. Een beslissing daarover neemt de NS later. 61


Jeroen Alting von Geusau

J

“Door

treinverbindingen. Zo komt de intercity tussen Heerlen en Aken steeds dichterbij. “Aan de Duitse kant is het spoor nog niet electrisch. We hebben nog steeds dieselmaterieel dat we kunnen inzetten. Ik verwacht dat ergens in 2014 de nieuwe intercity-verbinding een feit is. Ook tussen Venlo en Düsseldorf willen we graag een intercity laten rijden, maar het probleem daar is dat we praten over een enkel spoor. Daar moet dus eerst het spoor verbreed worden. Het lijkt op papier eenvoudig, maar vaak maakt de techniek het moeilijk. We kunnen bijvoorbeeld niet naar België rijden met Nederlands materieel omdat onze treinen een ander voltage hebben. Belgische treinen rijden tussen Eijsden en Maastricht door een stroomsluis waar het voltage van 3000 naar 1500 wordt teruggezet. We kunnen dat andersom niet met onze treinen. Bovendien werkt het

“De MaastrichtBrussel Express was vooral een politieke wens.” 62

veiligheidssysteem van de Belgen niet bij onze treinen. Dat maakt het allemaal ingewikkeld en duur om in het buitenland te rijden.” Aan de ene kant werkt de NS aan meer grensoverschrijdende treinen, aan de andere kant is de Maastricht-Brussel Express – tien keer per dag een snelle verbinding tussen Maastricht en Brussel – inmiddels weer ter ziele. Jeroen Alting von Geusau: “De Maastricht-Brussel Express was een bestuurlijke wens destijds om ermee te beginnen. De trein was niet winstgevend, maar had wel een redelijke bezetting. Om een lijn rendabel te krijgen is zeker vijf jaar nodig. De vele vertragingen maakten dat de treinverbinding ter ziele is. De trein moest bij Luik een spoor kruisen met de hogesnelheidstrein Thalys. Die kreeg altijd voorrang, waardoor de Express vaak te laat was.” Los van nieuwe initiatieven over de grens gaat volgens Jeroen Alting von Geusau het spoorverkeer in Limburg er op vooruit. “In de nieuwe dienstregeling rijden straks vier intercity’s per uur vanuit de Randstad naar Limburg. Dat zijn er op dit moment twee. En alle oude, karakteristieke gele treinstellen uit de jaren zestig van de vorige eeuw worden vervangen door moderne sprinters. We doen er alles aan om het voor de Limburgse reiziger aantrekkelijk te maken de trein te nemen.”

technische oorzaken is het lastig om over de grens te rijden”

eroen Alting von Geusau is regiodirecteur Zuid van de Nederlandse Spoorwegen. Het spoorverkeer in Limburg, Brabant en Zeeland valt onder zijn verantwoordelijkheid. Als directeur is hij het aanspreekpunt voor de provinciale politiek. Alting von Geusau beslist bijvoorbeeld of er extra treinen naar Limburg rijden en over de bouw van nieuwe stations. Jeroen Alting von Geusau woont in Brabant, maar heeft een sterke verbondenheid met Limburg. Het was in 1874 zijn voorvader jonkheer mr. C.P.G. von Geusau die in Eijsden de Koninklijke Oude Harmonie oprichtte. Jeroen Alting von Geusau is zelf sinds de jaren negentig actief binnen het CDA. Hij deed zelfs een gooi naar het voorzitterschap van de partij, maar haalde niet genoeg stemmen. De politieke inbreng komt van zijn moeders kant wier meisjesnaam Houben is. Houben is een geslacht dat vele CDA-notabelen heeft voortgebracht onder wie een gouverneur van Limburg, een commissaris van de koningin in Brabant en een burgemeester van Maastricht. Zelf heeft Jeroen Alting von Geusau een lange carrière in het bedrijfsleven. Hij werkte onder meer bij Philips en Corus voordat hij regiodirecteur werd bij de Nederlandse Spoorwegen. nov/dec '12


sport

Netwerken Nieuwe stijl met Limburgse passie door peter eberson  beeld roda jc

V

oetbal is meer dan het spel met de bal. Voetbal is voor ondernemers ook een manier om andere ondernemers te ontmoeten om zaken te doen. Dat kan op een ontspannen manier rondom een wedstrijd, maar dat kan ook via het Netwerken Nieuwe stijl van Roda JC in Kerkrade. Tijdens een grote kick off in september heeft Roda JC voor haar leden van de businessclub een interessant jaarprogramma gepresenteerd. Edwin Sturtz, verantwoordelijk bij Roda JC Kerkrade voor commerciële zaken en Loekie Vandenbergh van zakelijke marketing bij de club, denken dat ze daarmee tegemoet komen aan de wensen van hun businesspartners. “We kiezen voor drie pijlers,” zegt Loekie. “Vermaken, Verbinden en Verbreden om de relatie met de sponsoren te intensiveren. Zo zijn er per jaar nov/dec '12

12 netwerkactiviteiten die onder deze noemer worden gehouden.” Edwin Sturtz vult aan: “We noemen dit Netwerken Nieuwe Stijl. “In december is Vermaken het thema. Dan worden de businesspartners uitgenodigd voor een Night at the Casino in Valkenburg. In januari is Verbreden het thema. Dan verzorgt Rabobank Parkstad Limburg de avond onder de titel ‘Van begin tot goud.’” Volgens Loekie Vandenbergh zorgen de bijeenkomsten voor interactie tussen ondernemers. “Het rendement is hoger als je één op één met elkaar in contact komt. Vaak is het zo dat de ondernemers elkaar dan ook sneller opzoeken bij een wedstrijd, omdat men elkaar al kent.” Roda JC wil met het Netwerken Nieuwe Stijl laten zien dat de club toegevoegde waarde biedt voor haar partners.

Roda JC Kerkrade wil Vermaken, Verbinden, Verbreden

Zo worden de netwerkbijeenkomsten als het kan bij partners gehouden. De bijeenkomst in het casino is daar een voorbeeld van, maar ook de speed date sessies bij Mercedes Benz, bedrijfsbezoeken en een presentatie van de Rabobank. Voor Roda JC is deze opzet een mooie start van het nieuwe zakelijk seizoen. Edwin Sturtz: “Ondernemers kunnen dagelijks wel naar een netwerkbijeenkomst, maar we willen bij Roda JC ervoor zorgen dat bedrijven elkaar echt leren kennen en rendement halen uit de bijeenkomst. Daar schort het nogal eens aan bij de vele bijeenkomsten die overal worden gehouden. Uit de reacties en opkomst blijkt dat we daar goed in slagen.” 63


society

ZUID Borrel Parkstad De eerste ZUID-borrel in de regio Parkstad is een feit. Na de edities in de Westelijke Mijnstreek en Maastricht is er nu ook vier keer per jaar de ZUID Borrel Parkstad. De borrel wordt gehouden in het hoofdkantoor van Flexpoint in het Parkstad Limburg Stadion. De bijna honderd genodigden werden op op de eerste editie op humoristische wijze op de hoogte gebracht over schenken en erven. De lezing werd verzorgd door prof. mr. M.van Mourik, auteur van vijftien boeken en jarenlang columnist van De Telegraaf. foto’s CHRISTIAN PETERMANN

64

nov/dec '12


De partners van de

zijn:

ZUID BORREL WESTELIJKE MIJNSTREEK

COMMERCIテ記E ADVOCATEN VOOR SUCCESVOLLE ONDERNEMERS

T

046 4363388 | www .cvradvocaten.nl

marketing & communicatie

ZUID BORREL MAASTRICHT

marketing & communicatie

Bouwspecialiteiten B.V.

ZUID BORREL PARKSTAD

marketing & communicatie

De Zuid Borrel is een initiatief van: nov/dec '12

marketing & communicatie

65


kort economisch nieuws

Baat Accountants en Adviseurs opent nieuw kantoor in België

People & Business

De Limburgse accountantsgroep BAAT, met vestigingen in Venlo, Roermond, Sittard, Heerlen en Maastricht gaat in België verder uitbreiden. Het bedrijf had al een vestiging in Maasmechelen, maar door de gestage groei werd dat kantoor te klein. Sinds 16 november heeft BAAT een nieuw kantoor geopend aan de Rijksweg in Maasmechelen.

Approba organiseert een nieuw netwerkevenement. Onder de naam People & Business wordt het netwerkevenement op 25 januari bij Beachclub Degreez in Panheel gehouden. Met het evenement wil Approba bestaande klanten, relaties en prospects uit het HR vak bij elkaar brengen. Spreker die dag is Paul Rinkens, voorzitter van MVV en creatief en in-

novatief ondernemer. Hij is onder meer grondlegger van het hotelconcept Q-bic. Meer informatie over People & Business via www.approba.com/ people-business-event

Tien jaar Ivengi In de mooie omgeving van Chateau Bethlehem in Maastricht vierde Ivengi haar 10-jarig bestaan. Het bedrijf is al een decennium actief in de werld van internet en software. Inmiddels werken er 21 professionals bij het bedrijf van Guido Wintjens en Ivo Maas. Sinds januari van dit jaar heeft het bedrijf ook een tweede vestiging in Venlo.

Guido Wintjens en Ivo Maas

Guido Wintjens en Ivo Maas

Hans Soekhoe en Jinet Lee van b-media Groep Bv Brian van Lent (De Webanalist) en Leonce D’ Elfant (Ivengi)

66

nov/dec '12


- advertentie -

Reputatie moet je verdienen… Daar moet je wel wat voor doen. Aan een reputatie moet je bouwen.

Sinds haar oprichting investeert Limbourg & Partners in haar re-

Vraag het maar aan de eigenaren van het wereldberoemde cham-

putatie als dé specialist in executive search, interim management

pagnemerk Moët & Chandon. Sinds 1743 bouwt dit merk aan zijn

en detachering in de Euregio. Wat dat betreft hebben ze inmiddels

nagenoeg smetteloze imago.

een naam hoog te houden. Integriteit, passie voor het vak en een grenzeloze interesse in mensen zijn de kernwaarden die ze hierbij

Respect voor traditie, lagering op de edelste houtsoorten en de beste

hanteren.

vinificatiemethodes zorgen ervoor dat dit champagnemerk zijn eigen ‘persoonlijkheid’ heeft. De champagne van Moët & Chandon

‘A match made by Limbourg’ staat garant voor succes! Kijk maar

is niet voor niets favoriet bij de echte connaisseurs.

naar de talrijke bedrijven en instellingen die inmiddels; topmanagers, aanstormend talent of interim specialisten via Limbourg &

Limbourg & Partners bestaat ‘sedert’ 1993. Nog niet lang genoeg

Partners aangetrokken hebben.

om net zo stevig in de samenleving verankerd te zijn als voornoemd champagnemerk. Maar toch…

L E A D I N G

E X E C U T I V E S

Y O U N G

E X E C U T I V E S

www.limbourg.eu

P R O J E C T

P R O F E S S I O N A L S


Paul Borm, medisch technoloog

“Hier doen we research die echt baanbrekend is.�


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.