ZUID September 2011

Page 1

vOOR bESLISSENd LIMbuRg

S E P T E M B E R 2 0 1 1 | J A A R G A N G 2 | N U M M E R 9 | W W W. Z U I D M A G A Z I N E . N L

FRANS TIMMERMANS DE BIJNA-GOUVERNEUR OVER ZIJN PERSOONLIJKE ZOEKTOCHT

EXCLUSIEF VOORPUBLICATIE ‘IN GODS NAAM’ HET BOEK OVER DE AFFAIRE HAFFMANS

TRANSPORT

BESTUUR

MERCKELBACH

NeMeN De pOLeN De

LUCHtFIetseRIj BIj

OVeR BReIVIk, De LeUGeN

sNeLWeG OVeR?

De pROVINCIe

eN sWAAB


Verantwoord beleggen Verantwoord beleggen Verantwoord beleggen

Beleggen is bij de Rabobank geen doel op zich, maar een middel om uw doelen te bereiken. Op een manier die bij u past. Beleggen betekent bij ons verantwoord beleggen, in meerdere opzichten. Het is transparant met veel aandacht voor een goede en evenwichtig opgebouwde portefeuille. Maar ook Beleggen is bijinde Rabobank geen zin. doelOp op deze zich, maar middel uwverantwoorde doelen te bereiken. Op een verantwoord maatschappelijke wijze een bouwt u opom een wijze aan uw manier die Dat bij uis past. betekent bij ons verantwoord beleggen, in meerdere opzichten. Het is vermogen. onze Beleggen visie op beleggen. Beleggen is bij de Rabobank geen doel zich, maar een middelopgebouwde om uw doelen te bereiken.Maar Op een transparant met veel aandacht voor eenopgoede en evenwichtig portefeuille. ook manier die bijinu maatschappelijke past. Beleggen betekent ons verantwoord meerdere opzichten. Hetuw is verantwoord zin. Opbijdeze wijze bouwt beleggen, u op een inverantwoorde wijze aan transparant metis onze veel aandacht voor een goede en evenwichtig opgebouwde portefeuille. Maar ook vermogen. Dat visie op beleggen. verantwoord in maatschappelijke zin. Op deze wijze bouwt u op een verantwoorde wijze aan uw vermogen. Dat is onze visie op beleggen.

Het verhaal kennen achter uw vermogen. Dat is het idee. Het verhaal kennenRabobank. achterEen uwbank met ideeën. vermogen. Dat is het idee. Het verhaal kennen achter uw Rabobank. vermogen. Dat is het idee. Een bank met ideeën. Namens de gezamenlijke Rabobanken in Zuid-Limburg: Rabobank Centraal Zuid-Limburg, Rabobank Maastricht e.o., Rabobank Parkstad Limburg en Rabobank Westelijke Mijnstreek. Rabobank. Een bank met ideeën.

www.rabobank.nl/privatebanking Namens de gezamenlijke Rabobanken in Zuid-Limburg: Rabobank Centraal Zuid-Limburg, Rabobank Maastricht e.o., Rabobank Parkstad Limburg en Rabobank Westelijke Mijnstreek. Namens de gezamenlijke Rabobanken in Zuid-Limburg: Rabobank Centraal Zuid-Limburg, Rabobank Maastricht e.o., www.rabobank.nl/privatebanking Rabobank Parkstad Limburg en Rabobank Westelijke Mijnstreek.

www.rabobank.nl/privatebanking


inhoudsopgave | 03

58

inhoud 13

08 | Analyse

36 | Dossier Wonen

Wat is er nog over van DSM in Limburg?

Hoe Limburg moet omgaan met zijn onroerende toekomst

13 | Onder de pannen

48 | 9 vragen aan…

Zo zit volkshuisvestingswethouder Jos van Rey er zelf bij

Klaartje Peters: “Het is vooral plannenmakerij en luchtfietserij bij de provincie”

17 | Interview Hoogleraar rechtspsychologie en auteur Harald Merckelbach: “Straffen helpt”

50 | Achtergrond

22 | Economie

58 | Exclusief

Schotse rok en Venloos vernuft

Hét boek over de affaire Haffmans

24 | Portret

61 | Zorg

De zoektocht van Frans Timmermans

Hoogleraar Hans Maarse: “Zorg kun je niet overlaten aan partijen die money-driven zijn”

29 | Column

36

50

Social Media-kansen te over... nog wel

Transportproblemen nog lang niet voorbij

66 | Essay De zin van het nadenken

Pagina 20: “Politici kunnen geen echte professor worden, hooguit pretprofessoren”



hoofdredactioneel commentaar | 05 ZUID Opgericht in 2010 door Peter Eberson en Maurice Ubags Uitgever Zuid Media Groep bv Stationsplein 8K 6221 BT Maastricht Postbus 4211 6202 WB Maastricht Tel. 043 7999055 mail@zuidmagazine.nl Hoofdredacteur/directeur Peter Eberson | 06 55 93 29 18 peter.eberson@zuidmagazine.nl Adjunct-hoofdredacteur Gwen Teo | 06 10 36 47 71 gwen.teo@zuidmagazine.nl Redactie Peet Adams, Sander Bisscheroux, Gerrie Coerts, Govert Derix, Peter Eberson, Mariëlle Heijltjes, Rob Hermans, Loek Kusiak, Ruud Linssen, Wim Ortjens, Guus Queisen, Pedro Rademacher, Paul Rinkens, Marco Soeters, Gwen Teo, Jean-Paul Toonen Fotografie Ermindo Armino, Jean-Pierre Geusens, Arnaud Nilwik, Jeanine Opreij, Koen den Os, Frits Widdershoven, Peter Wouters Sales Esther Verhoeff, Sales & Office Support Vormgeving Amigo Creative Concepts, Maastricht Stefan Roex Grafisch Design Art-director Claudia Ritzen Druk Schrijen Lippertz Voerendaal Oplage 10.000 exemplaren. ZUID wordt vijf keer per jaar gratis aan alle decisionmakers in Limburg verstuurd. Het volgende nummer verschijnt op 18 november Auteursrechten Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van Zuid Media Groep gepubliceerd, openbaar gemaakt of verveelvoudigd worden www.zuidmagazine.nl

VerbInDen Limburg. Het is geografisch een beetje merkwaardige provincie. Een langgerekt gebied dat in het noorden aantikt tegen Nijmegen, op de grens van midden en zuid het smalste stukje Nederland is, om vervolgens in een soort aanhangsel te eindigen, ingeklemd tussen Duitsland en België. In dit historisch zo gevormde stukje Nederland wonen bijna een miljoen mensen en die noemen we dan Limburgers, omdat ze door het gebied met elkaar zijn verbonden. Waarom liggen Roermond en Venlo plotseling zo centraal? Het komt door de nieuwe verbindingsweg A73. De steden zijn nu makkelijk bereikbaar. Precies wat voor een regio zo belangrijk is: goede verbindingen. Het resultaat manifesteert zich overduidelijk in Roermond, de stad waar bouwkranen het silhouet bepalen. De stad die eveneens floreert dankzij de snelle verbinding met Duitsland. Miljoenen Duitsers die in no time het immer uitdijende Outlet Center kunnen bereiken om daar hun geld uit te geven. Zuid-Limburg is een ander verhaal. Het gebied meet amper twintig bij twintig kilometer en zou optimaal moeten profiteren van internationale verbindingen, met steden als Aken en Luik naast de deur. De uitvalsbasis voor vele tienduizenden jongeren tijdens hun studie. Het kapitaal van de toekomst. Maar aan verbondenheid ontbreekt het. Omdat ze wel dichtbij zijn, maar tegelijkertijd onbereikbaar door het gebrek aan goed openbaar vervoer over de grenzen. Het pleidooi van Wim Ortjens, directeur van de Stichting Regiobranding (‘laat rijden dat treintje’) onderschrijf ik van harte. Elke economische en culturele ontwikkeling begint met verbindingen. Maar er moet werk van worden gemaakt. En werken, dat zit bij Noord-Limburgers toch net iets meer in de genen. “Daar pakken ze een schop en beginnen de grond te bewerken. In het zuiden lullen ze tegen de grond in de hoop dat er iets uitkomt”, is een gevleugelde uitspraak van hotelier Benoit Wesly. Zie het bloeiende resultaat bij de Floriade in Venlo. Met hard werken in een economisch moeilijke tijd ontstaat daar iets moois. Bij Venlo ligt inmiddels een volwaardig vliegveld, dat heel handig van pas komt tijdens het wereldevenement. ZUID bestaat een jaar. Gestart in Zuid-Limburg, nu ook in het midden en noorden van de provincie. Vaals en Venlo mogen dan wel ver uit elkaar liggen, we zijn uiteindelijk allemaal Limburgers. Verbonden met elkaar. Laten we daarvan profiteren. Samen zijn we sterker.

Peter Eberson


iPad 2

Een nieuwe manier van werken

iPad 2 biedt met zijn volledig nieuwe dunne en lichte ontwerp, krachtige dual-core Apple A5-chip en grote Multi-Touch-display een nieuwe manier van werken. Met iPad 2 kun je heel eenvoudig met anderen samenwerken, presentaties geven, documenten bewerken en toegang krijgen tot bedrijfsgegevens. En doordat de batterij tot tien uur meegaat en je beschikt over Wi-Fi- en 3G-netwerkvoorzieningen, kun je altijd en overal met iPad 2 aan het werk. Ga naar ivizi voor meer informatie over het zakelijk gebruik van iPad 2.

ivizi - vertrouwd met Apple Maastricht, Heerlen, Venlo www.ivizi.nl 088 9000 700


Pedro Rademacher

VreeMD

fenomeen Inmiddels ben je daaraan gewend geraakt, maar het blijft een vreemd fenomeen. Deze zomer waren we weer in het diepe zuiden van Spanje. Door omstandigheden waren we daar al een poos niet meer geweest. En omdat we er al een tijd niet meer waren geweest vroegen we ons af hoe het nu zou voelen. Zou het anders zijn dan anders? Binnen twee dagen waren we helemaal gewend aan de Spaanse hitte, de walmende Spaanse keuken, de zinderende horizon, het blikkerende licht, het zingen der cicaden, het bonte van bijeneters. Na drie dagen voelde het alsof we al drie maanden in Spanje waren. Een vreemd fenomeen. We woonden in een huisje bovenop een stoffige berg, met uitzicht op zo’n typisch Andalusisch stadje, zwartgeblakerd door een meedogenloze zon. We hadden televisie, noch radio, lazen geen kranten, belden niet naar huis, we waren niet eens nieuwsgierig naar het nieuws of naar onze o zo creatieve ‘vrienden’ op Facebook. Noem het: vakantie. We hulden ons in iets meer dan niets en gaven ons over aan een zwoele, zomerse loomheid. Uren aan de rand van een zwembadje, met de melkchocoladebruine voetjes in het koele bergwater. Het voelde zoals Van Morrison het ooit treffend omschreef als ‘de jeugd van duizend zomers’. Die diep verankerde zomer van je jeugd toen je vliegerde van de morgen tot de avond en er nog geen enkel besef was van tijd, vergankelijkheid en de voorbijgaande aard der dingen. Je was nog veel te jong om te weten dat je gelukkig was. Soms moesten we heel even van de berg af. Boodschappen doen

column

in de stad, afspreken met vrienden, dagje naar het strand, bezoekje aan de nog onbekende stad achter de bergen. Eenmaal van de berg af waren we terug in die actualiteit van de voorbijgaande aard der dingen. En ja, ook Spanjaarden klagen dat het leven zo duur is geworden, dat die goede oude tijd voorbij is en dat het blijkbaar en zichtbaar enorm veel moeite kost om de continuïteit van de oude samenleving te continueren. Niets nieuws onder de zon.

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND ADVIES

COMPLETE INRICHTING

VLOERBED EKKING

RAAMDECORATIE

WOONACCESSOIRES RESTAURATIE

VERLICHTING

EXCELLENTE SERVICE

Als we dan tegen zonsondergang weer de berg opreden was het alsof we vanzelf weer werden teruggezogen naar een vacuüm in de tijd. En dat was misschien nog wel het mooiste moment van de dag: als de zon onder ging en de berg zich hulde in een mantel van sterren. Dan gingen we buiten zitten, op zo’n klassiek Spaans, houten stoeltje met rieten zitting. De warmte van de dag gloeide nog na in de avondlucht. Luisterend naar dat oorverdovende koor van ontelbare krekels en cicaden, zingend in een eeuwig hier en nu van een onvergankelijk zijn. Dan konden we uren zitten, als in een diepe trance, zonder veel te zeggen, zonder veel te denken, zonder al te veel zorgen, genietend van de kolossale intimiteit van onze stille berg. Even waren we voor altijd terug in die nooit eindigende jeugd van duizend zomers. Het voelde als een aangename droom waar maar geen einde aan leek te komen. Inmiddels zijn we alweer een paar dagen thuis. Maar het lijkt net alsof Spanje alweer maanden geleden is. Een vreemd fenomeen. Je glijdt als vanzelf weer in de routine van alledag. ’s Avonds springt de verwarming spontaan aan, terwijl de media weer moord en brand schreeuwen, verzot als ze zijn op andermans ellende en rampspoed. De vochtigheidsgraad doet denken aan die van Kuala Lumpur en zo’n twee keer per etmaal trekken er moessonachtige stortbuien voorbij in een atmosfeer die niet eens op zomer lijkt. Nog heel even en alles voelt weer als alledaags. Nog even en je hoort ook hier weer de mensen klagen dat alles zo duur wordt, dat de goede oude tijd voorbij is en dat het blijkbaar en zichtbaar enorm veel moeite kost om de continuïteit van de oude samenleving te continueren. Kortom: niets nieuws onder de moesson.

Aan de Fremme 30/32 6269 BE Margraten T 043 - 321 53 31 www.vanlijfinterieurs.com


2010 was een uitzonderlijk goed jaar voor Feike Sijbesma. Met een voldaan gevoel moet de DSM-topman vlak voor het kerstreces de deur van zijn riante kantoor op de achtste verdieping van het hoofdkantoor in Heerlen hebben dichtgeslagen. Met de verkoop van de kunstmest-, melamine- en elastomeren-activiteiten had het wereldwijd opererende chemieconcern de laatste banden met de ‘ouderwetse’, want 20e eeuwse bulkchemie definitief doorgesneden. Feike Sijbesma had zijn lot als DSM-topman verbonden aan het succesvol voltooien van de drastische koerswijziging, die in 2000 was ingezet en in 2010 succesvol werd voltooid. De vijfjaren-strategie ‘Vision 2010 Building on Strengths’ was een eclatant succes geworden. De aandeelhouders konden ook tevreden zijn: het DSMaandeel bleef alsmaar stijgen en de oorlogskas voor toekomstige overnames was goed gevuld. In tien jaar tijd was DSM getransformeerd van een chemiebedrijf, dat tachtig procent van zijn omzet uit de bulkchemie haalde, in een ‘lean and mean profit machine’, met een sterke focus op grondstoffen voor medicijnen, voedingsmiddelen en high performance kunststoffen. Life Sciences is nu het toverwoord, bulkchemie is plots vies.

Uitverkoop bij DSM Limburg door Peter eberson en Gwen Teo foto’s DSm

Voor DSM is Limburg geen belangrijke speler meer. Fabrieken worden verkocht, het aantal werknemers bij de Limburgse divisie daalt jaar na jaar. China, India, Brazilië en Rusland. Daar wil DSM het geld gaan verdienen. Het aandeel in de omzet van die landen is nu al 32% en over vier jaar moet 70% van de omzet van DSM uit snelgroeiende economieën komen. Wat blijft er nog over van DSM in Limburg? DSm-topman feike Sijbesma

Voor Sijbesma persoonlijk was 2010 ook een jaar van cashen. Uit het jaarlijkse onderzoek van De Volkskrant naar de topsalarissen in het Nederlandse bedrijfsleven prijkt de DSM-topman op een eervolle zesde plaats. Hij kon in dat jaar 3.839.347 euro op zijn bankrekening bijschrijven. Weliswaar een miljoentje minder dan Hans Wijers van dat andere Nederlandse chemiebedrijf, AkzoNobel, maar een kniesoor die daar op let. Eerlijksheidshalve dient hierbij aangetekend te worden dat het grootste deel van Sijbesma’s inkomen bestond uit winst uit opties en een bonuspremie. Het verzilveren van de aandelenopties leverde de DSMtopman zo’n slordige 2,5 miljoen euro op, de bonus en het basissalaris een kleine 1,3 miljoen euro. Reden genoeg dus om rond de jaarwisseling het glas champagne te heffen in huize Sijbesma.


analyse | 09

Tot zover het positieve nieuws over DSM. Het oude DSM is dood, leve het nieuwe DSM. Maar zoals bij elk verhaal, heeft deze medaille ook een keerzijde. Van de circa 55 chemiefabrieken op de Chemelot-lokatie in Geleen waren er eind 2010 nog slechts acht in handen van DSM: 2 ACN-fabrieken (grondstof voor de textielvezel acryl), 2 UHMWPE-fabrieken (grondstof voor de supersterke vezel Dyneema), 2 Stanyl-fabrieken (zeer hittebestendige, high performance kunststof) en 2 Caprolactam-fabrieken (grondstof voor nylon). De overige 47 fabrieken zijn nu grotendeels in buitenlandse handen. De grote spelers op de Chemelot site hebben inmiddels exotische namen gekregen: SABIC en OCI. De petrochemie werd al in 2002 verkocht aan het Saudi-Arabische bedrijf SABIC (Saudi Arabic Basic Industries Corporation) voor de lieve som van 2,3 miljard euro. De kunstmest- en melaminefabrieken verwisselden in het voorjaar van 2010 van eigenaar en zijn nu eigendom van het Egyptische conglomeraat OCI (Orascom Construction Industries).

Limburgse chemiereus Er is dus bitter weinig overgebleven van de ‘Limburgse chemiereus’, zoals DSM decennialang tot afgrijzen van de Raad van Bestuur werd genoemd in de regionale en landelijke media. De reus is verschrompeld tot een dwerg in Geleen. De ooit zo trotse wortels van DSM in Limburg zijn haast helemaal uitgeroeid en zullen – naar het zich nu laat aanzien – ook nooit meer aangroeien. Voor groei zoekt DSM nu zijn heil in de zogeheten BRIClanden: Brazilië, Rusland, India en China, waar al een groot R&D-lab is geopend. Het aandeel in de omzet van deze snelgroeiende economieën is gestegen van 22% in 2005, naar 32% vorig jaar. Over vier jaar moet 70% van de omzet van DSM uit snelgroeiende economieën komen. De omzet uit China bedraagt nu 1,5 miljard dollar. Dat bedrag moet in 2015 verdubbeld zijn. De landen waar DSM het geld wil verdienen, zijn lagelonenlanden vergeleken met de forse salarissen die de overgebleven DSM-werknemers in Nederland verdienen. Honderd jaar

van noeste arbeid, eerst in de mijnen, later in de bulkchemie, kunnen op de mesthoop van de geschiedenis. Wat zal de volgende stap van de daadkrachtige Raad van Bestuur van DSM zijn? Volgens aanhoudende geruchten zal de verplaatsing van het DSM-hoofdkantoor van Heerlen naar Amsterdam de volgende, logische stap zijn, in navolging van Philips en Vodafone, die enkele jaren geleden al hun hoofdkantoor in de hoofdstad vestigden. Daarmee slaat DSM twee vliegen in een klap: het bedrijf komt in het centrum van de financiële wereld te

De ooit zo trotse wortels van DSM in Limburg zijn verdwenen

zitten en jonge, hooggeschoolde medewerkers zijn er makkelijker te vinden dan in het ‘vergrijsde’ Limburg. En het is natuurlijk veel prestigieuzer om buitenlandse zakelijke relaties te ontvangen in het bruisende Amsterdam dan in het slaperige provinciestadje Heerlen. Overigens is de verhuizing van hoofdkantoren al in volle gang. Vanwege de focus op landen als China en Rusland moet de organisatie worden aangepast. De leden van de Raad van Bestuur krijgen dubbele standplaatsen in Azië en de Verenigde Staten. Het hoofdkantoor van de businessgroepen DSM Fibre Intermediates, DSM Engineering Plastics en DSM Anti-Infectives gaat naar Azië. Het hoofdkantoor van DSM Biomedical komt in de VS. De activiteiten op het gebied van biobrandstoffen gaan eveneens naar de Verenigde Staten. Er komen daar en in China nieuwe Innovation Centers. Bestaande Innovation Centers in Japan en de Verenigde Staten worden uitgebreid en ook het management in die regio’s wordt versterkt. De rol van president wordt ingevoerd in China, India, Japan, Latijns-Amerika, Rusland en de

Verenigde Staten. Hoort u nog ergens het woord Limburg vallen? Er wordt zelfs al hardop gefluisterd dat DSM op termijn zijn volledige hoofdkantoor wel eens zou kunnen verplaatsen vanuit Heerlen naar het buitenland om fiscale redenen. In dat verband wordt steeds vaker Zwitserland genoemd, waar het hoofdkantoor van DSM Resins reeds is gevestigd en de vitamine-divisie van DSM zetelt. Voor een beursgenoteerde onderneming als DSM heeft dat nauwelijks gevolgen. Als een AEX-onderneming besluit zich statutair te vestigen in het buitenland heeft dit geen gevolgen voor de AEX-notering, maar wel voor de jaarvergadering. Deze moet immers plaatsvinden in het land waar de onderneming statutair is gevestigd. Geen onlogische gedachtengang dus, ware het niet dat DSM de bij het eeuwfeest in 2002 verkregen prestigieuze eretitel ‘koninklijke’ dan moet inleveren. Daarom wordt er voorlopig alleen nog maar binnenskamers gedacht aan een verhuizing naar het buitenland. Die gedachte hardop uitspreken is duidelijk nog een brug te ver, met de afbouw van de Zuid-Limburgse activiteiten nog vers in het geheugen.

Ontmanteling Met het vertrek van het DSM-hoofdkantoor uit Heerlen zou de ontmanteling van DSM in Limburg compleet zijn. Want winstmaximalisatie en aandeelhouderswaarde tellen alleen nog voor de DSM-top in – nu nog – Heerlen. Maar ook wanneer het hoofdkantoor in Heerlen gevestigd zou blijven, is de voormalige Limburgse chemiereus inmiddels ineengeschrompeld. In de regio Westelijke Mijnstreek, waar in het midden van de vorige eeuw tijdens de hoogtijdagen van de steenkolenindustrie zo’n 50.000 mijnwerkers hun dagelijkse boterham verdienden bij ‘good old’ Dutch State Mines, zijn nu nog 4.000 DSM-medewerkers werkzaam (zie ook tabel pagina 10). Als de drijvende kracht achter de Limburgse economie heeft DSM definitief afgedaan, de Limburgse activiteiten kunnen hooguit nog als marginaal worden bestempeld. Echt verwonderlijk is dat


10 | analyse

met twee partners (Provincie Limburg en Universiteit Maastricht) 80 miljoen euro uitgetrokken voor de ontwikkeling van de onderzoekscampus, die moet uitgroeien tot de Limburgse evenknie van de Philips-campus in Eindhoven, maar dan op het gebied van ‘materials’ en ‘life science products.’ Het lijkt echter niet meer dan een doekje voor het bloeden en kan de negatieve gevolgen van een terugtrekkend DSM in Limburg nauwelijks verhullen. natuurlijk niet, als je de samenstelling van DSM’s managing board bestudeert. Vier van de leden van de Raad van Bestuur hebben geen enkele band met Zuid-Limburg. Sterker nog, twee van hen komen uit het buitenland. De financiële topman Rolf-Dieter Schwalb is afkomstig uit Duitsland, mede-bestuurslid Stephan Tanda uit buurland Oostenrijk. Kille rekenaars en saneerders met geen enkel gevoel voor de Limburgse wortels van DSM. Feike Sijbesma, wiens naam een Friese achtergond verraadt, is afkomstig van het voormalige Gist-Brocades in Delft, dat DSM in 1998 inlijfde. Het was de eerste grote overname in de fijnchemie, naar later zou blijken het eerste vege voorteken voor de toekomst van de Zuid-Limburgse bulkchemie. De laatste topman met een warm kloppend hart voor de Chemelot-site was vice-voorzitter Jan Zuidam, die eind 2009 met prepensioen ging. Zijn plaats in de Raad van Bestuur werd niet opgevuld.

Verlicht despoot Feike Sijbesma stootte enkele jaren geleden Peter Elverding van de troon. De bekroning voor een steile carrière van een man, die geen tegenspraak duldt, zelfs niet van zijn ‘peers’ in de Raad van Bestuur. Een verlicht despoot, zo wordt de stijl van leidinggeven van Sijbesma wel eens omschreven. Nou zijn topmannen van multinationals vaak ongeduldige types. Megalomane trekjes zijn hen ook niet vreemd. Feike Sijbesma vormt geen uitzondering op die regel. Tijdens de regelmatige topontmoetingen, waar de DSM-top wordt bijgepraat over de stand van zaken binnen het bedrijf,

wordt het DSM-management geacht op te staan en te applaudisseren, als Sijbesma de vergaderzaal binnenkomt. En o wee, als je niet meeklapt... Een vorm van persoonsverheerlijking, die ondenkbaar was onder zijn voorgangers. Maar wel een typisch voorbeeld van de Amerikaanse bedrijfscultuur die DSM nu zo graag wil uitstralen: keihard en zakelijk. Ook worden er in de DSM-boardroom regelmatig pittige discussies gevoerd over de hoogte van de verkoopwaarde van sommige bedrijfsonderdelen. Daarbij heeft het er alle schijn van dat Feike Sijbesma steevast zijn hand overvraagt en dan ook regelmatig de deksel op de neus krijgt. Zo houden DSM-watchers vol dat de kunstmesten melamine-activiteiten min of meer verkwanseld zijn aan het Egyptische OCI voor 310 miljoen euro, terwijl de jaaromzet 489 miljoen euro bedraagt. De jaaromzet geldt in financiële kringen als een belangrijke parameter om de waarde van een bedrijf te bepalen. Deze transactie leverde DSM dan ook een boekverlies op.

Lichtpuntje Is er dan geen enkel lichtpuntje aan de horizon te zien? De ontwikkelingen op de Chemelot Campus in Geleen stemmen in dit verband gelukkig nog enigszins hoopvol. DSM heeft samen

Maar hoe zit het dan met de buitenlandse bedrijven, die de voormalige DSM-kroonjuwelen in Geleen hebben overgenomen? Wat maakt het nou uit of er DSM, SABIC of OCI boven het loonstrookje staat, zult u zeggen, zolang er aan het eind van de maand maar keurig het salaris op de bankrekening wordt bijgeschreven? Een tamelijk kortzichtige visie, want op de lange termijn zijn de werkgelegenheidsperspectieven niet gunstig. Een mooi voorbeeld hoe de SaudiArabische eigenaren van SABIC in dit verband denken, is de ‘soap’ rondom het mislukken van het prestigieuze investeringsproject Europe 1. Jarenlang was in Geleen een ambitieus projectteam onder die codenaam bezig met de voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe naftakraker.

Mega-investering Met die mega-investering en de bouw van enkele volgfabrieken was een bedrag gemoeid van rond de twee miljard euro. Niet alleen zouden duizenden bouwvakkers jarenlang werk hebben om de nieuwe chemische fabrieken te bouwen, ook zouden de nieuwe fabrieken werkgelegenheid voor enkele honderden mensen in Limburg opleveren. De bestuurders van de gemeente Sittard-Geleen en de provincie Limburg liepen de deur plat van het hoofdkantoor van SABIC in

LOCATIE

WERKNEMERS 2010

WERKNEMERS 2009

DSM wereLDwIjD DSM neDerLanD DSM LIMbUrg

21.911 6.602 4.011

22.738 7.136 4.458


analyse | 11

Riyad om de Saudi-Arabische eigenaren maar gunstig te stemmen. Laurens Jan Brinkhorst, toenmalig minister van Economische Zaken, reisde zelfs af naar Riyad om de grote vis binnen te halen. Onderdeel van de deal was wel dat SABIC onder gunstige voorwaarden het nieuwe Europese hoofdkantoor in Sittard mocht bouwen. Kort nadat SABIC alle mogelijke subsidies hiervoor had binnengehaald, blies het SaudiArabisch bedrijf de mega-investering in Geleen af. Geen nieuwe naftakraker in Geleen, maar in plaats daarvan kochten de Arabieren de kant en klare petrochemische locatie van Huntsman in het noorden van Engeland op. Het nieuwe SABIC-hoofdkantoor staat inmiddels wel in alle pracht en praal te stralen aan de rand van Sittard. Het geeft aan wat afspraken in de keiharde miljardenbusiness van de internationale chemie waard zijn. Een ding is zeker: vrienden hebben de Saudi-Arabische eigenaren van SABIC daarmee bij Nederlandse bestuurders in ieder geval niet gemaakt. Make no mistake: de nieuwe eigenaren van de voormalige Limburgse bulkchemie-activiteiten zijn keiharde zakenlui. Onder het vriendelijke uiterlijk en de charmante oosterse gebruiken gaan koele rekenaars schuil, die het belang van het moederbedrijf altijd laten prevaleren boven dat van de dochteronderneming in Geleen. Zo verdwijnen de winsten, die SABIC en OCI in Limburg maken, linea recta naar Riyad, respectievelijk Caïro. In de DSM-tijd werden de winsten grotendeels geherinvesteerd in Geleen. Ook de grote investeringsbeslissingen, die mede de toekomst van Chemelot bepalen, worden in Riyad en Caïro genomen.

Gateway to Europe Het is ook een publiek geheim dat SABIC en OCI hun Limburgse activiteiten als springplank zien voor hun eigen producten uit het Midden-Oosten, de zogeheten ‘Gateway to Europe’. De fabrieken in Geleen verschaffen de nieuwe eigenaren de ideale voe-

Managing Board v.l.n.r: Stefan Doboczky, Stephan B. Tanda, feike Sijbesma, nico Gerardu, Rolf-Dieter Schwalb

De nieuwe eigenaren van de voormalige Limburgse bulkchemie-activiteiten zijn keiharde zakenlui

dingsbodem om hun positie in Europa verder uit te bouwen. Van OCI bijvoorbeeld is bekend dat het een grote kunstmestfabriek in Tunesië bouwt en dat het die relatief goedkope kunstmest wil exporteren naar Europa. SABIC exporteert overigens al jarenlang basisproducten uit Saudi-Arabië naar Europa. Chemie is in de 21e eeuw een globaal schaakspel geworden, waar grote spelers als SABIC en OCI met hun pionnen over het schaakbord schuiven zoals het hun het beste uitkomt.

Je kunt van die Arabieren trouwens zeggen wat je wilt, maar handige zakenlui zijn het wel. Niet voor niets worden ze wel eens de Amerikanen van het Midden-Oosten genoemd. Aan de olie bijvoorbeeld verdienen ze twee keer. Een keer als ze het in de Arabische woestijn omhoog pompen en voor goud geld verkopen aan het rijke Westen. En nog een tweede keer als uit nafta (een bijproduct van olie, red.) in Geleen uiteindelijk bulkkunststoffen worden gemaakt. Kassa!

SINdS 2007 vERKOChT: • Stamicarbon (naar Italiaans Maire Tecnimont) • DSM Energy (TAQA Abu Dhabi National Energy Company PJSC • DSM’s belang in Noordgastransport • Citric Acid Europe (Adcuram Duitsland) • Thermoplastic Elastomers (Sarlink) (Teknor Apex Company) • DSM Special Products (Emerald Performance Materials) • DSM Agro/Melamine (Orascom Construction Industries) • DSM overeenkomst verkoop Keltan (Lanxess)


12 | commercieel nieuws

GRENZELOOS ONDERNEMEN

Het boek is te bestellen via armand@armandvliegen.nl | € 24,50

Deze maand verscheen het boek GO (Grenzeloos Ondernemen, een must) van ondernemer Armand Vliegen. Hij was bijna twintig jaar eigenaar van GrenslandMedia, een bedrijf dat Belgische klanten hielp de Nederlandse markt te veroveren. Eerder schreef Vliegen al een boek over ‘Grenzeloze reclame maken’. Voor zijn nieuwste boek put hij vooral uit de praktijk. Meer dan 100 ondernemersavonturen uit meer dan 50 verschillende branches worden op een heldere manier beschreven. Vliegen geeft nuttige tips voor ondernemers, die over de grens willen ondernemen. Hij onderscheidt daarbij acht grenzeloze ondernemerstypes, elk met hun eigen kwaliteiten. Vliegen laat zien hoe essentieel goede voorbereiding is om over de grens aan de slag te gaan. Eigenlijk luidt de conclusie van Armand Vliegen dat een houding van even zaken erbij doen over de grens, niet tot succes leidt. Goede voorbereiding is noodzakelijk.

HOPOOGST BINNEN De lokale bierbrouwerij Gulpener maakt van het hopoogsten traditioneel een groot feest. Elk jaar in september krijgen de mede-eigenaren van de ecologische hoptuin de mogelijkheid om hun eigen hop te oogsten. Die wordt vervolgens gebruikt voor de productie van het bier van Gulpener. De Zuid-Limburgse brouwer gebruikt voor het brouwproces uitsluitend milieuvriendelijk geteelde producten afkomstig van boeren uit de regio. Meer info op www.gulpener.nl

EERSTE DORSOO-ZAAK IN NEDERLAND OPEN Het Belgische bedrijf Dorsoo heeft zijn eerste beddenzaak geopend in Nederland. Midden in het historische centrum van Maastricht, Achter het Vleeshuis 11, is Dorsoo Maastricht gevestigd. Maastrichtenaar Maurice Schoenmaeckers, opgegroeid in de reisbranche, haalde het Vlaamse Dorsoo-slaapsysteem naar Nederland. “Mijn vader runde een aantal reisbureaus en daar werkte ik ook. Mijn taken waren vooral uitvoerend, ik bezocht nieuwe reisbestemmingen en sliep in tal van hotels. Met wisselend succes. In deze branche leerde ik de waarde van een goed bed kennen. Vaak beknibbelen hotels op de kwaliteit van bedden.” Dorsoo ontwikkelde een slaapsysteem, gebaseerd op het principe van de communicerende vaten. Een Dorsoo bed bestaat uit 26 hydraulische pompjes, de intelli-jets, waarop latten en een matras rusten. Meer info: 043 30 300 50 www.dorsoo.nl

KOFFIE VOOR KANKER Wist u dat de ziekte kanker de laatste jaren steeds beter te behandelen is? Desondanks krijgen jaarlijks 73.000 mensen te horen dat zij kanker hebben en dat aantal zal de komende jaren stijgen. Om geld in te zamelen voor extra onderzoek start het Kankeronderzoekfonds Limburg een speciale actie, “Koffie voor Kanker”. Doe ook mee met de actie “Koffie voor Kanker” www.koffievoorkanker.nl. Het kankeronderzoekfonds Limburg roept de lezers van Zuid op om de momenten van samen koffie drinken te benutten voor het goede doel: meer onderzoek naar kanker te realiseren in Limburg.

– ADVERTENTIE –


onder de pannen | 13

beeld flyingeye.nl

ZWEMMEN | Jos trekt zijn baantjes waarschijnlijk binnen, de buren poedelen vrolijk buiten.

vEILIghEId | Camera’s houden de omgeving van het huis in de gaten.

WEThOudER IN EEN vOLKSbuuRT Dit is het huis van een eenvoudige slagerszoon uit Roermond. Van Jos van Rey om precies te zijn. De loco-burgemeester van Roermond en Eerste Kamerlid voor de VVD liet op een mooie plek in Herten deze riante villa bouwen. Ok, hij moest daarvoor ook even langs de bank voor een hypotheekje. Excuseer, twee keer zelfs, want in totaal leende Jos ruim 2,3 miljoen euro. Volgens gegevens uit het kadaster verleende de SNS Bank in november 2003 een eerste hypotheek van 1.850.000 euro. De rente die de politicus betaalt is 3% over deze hypotheeksom. Een half jaar later voegde Van Rey daar volgens het kadaster nog een hypotheek aan toe van een half miljoen euro. Ditmaal tegen 3,2% rente. Voor alle duidelijkheid, de hard werkende, inmiddels 66-jarige Jos betaalt dit allemaal niet uit de vergoeding als wethouder van een klein provinciestadje of uit de onkostenvergoeding om een dag per week in Den Haag te zijn. Nee, Jos verdiende zijn kapitaal met verzekeringen in zijn eigen verzekeringskantoor dat hij voor - dat mogen we aannemen - een goed bedrag heeft verkocht.

jos van rey


– ADVERTORIAL –

ECR Domaine Cauberg Zorgeloos wonen in een prachtige omgeving Wie de Cauberg in Valkenburg oprijdt vanuit het stadje ziet links het mooi gerestaureerde klooster liggen, dat tegenwoordig onder de naam ECR Domaine Cauberg door het leven gaat. Met 31 exclusieve appartementen en acht luxe zorghotelstudio’s, voor mensen die zorgeloos willen wonen en genieten. De bewoners van ECR Domaine Cauberg leiden hun leven op de manier zoals zij zelf graag willen, maar in de wetenschap dat er 24 uur per dag professionele zorg in huis is. ECR Domaine Cauberg heeft een uitstekend restaurant en kookt met verse ingrediënten naar de wensen van de bewoners. Maar natuurlijk hebben ook alle appartementen een eigen luxe keuken. ECR Domaine Cauberg breidt haar activiteiten in de regio langzaam uit. Zo biedt de organisatie inmiddels ook thuiszorg aan in de regio. “We hebben de mensen in dienst en de mogelijkheden om onze zorg elders te verlenen,” verklaart directrice

Maria Scholts, de reden om met thuiszorg te starten. Maar dat is niet het enige. Inmiddels schakelen hotels in de regio de medewerkers van Domaine Cauberg in. Maria Scholts: “Valkenburg heeft heel veel vaste gasten, die al jaren naar hetzelfde hotel komen. Als mensen ouder worden of speciale zorg nodig hebben kunnen veel hotels die zorg niet bieden, omdat ze geen zorghotel zijn. Op dat moment kunnen wij de helpende hand bieden door die zorg in de hotels te verlenen. Dat betekent dat mensen gewoon vakantie kunnen vieren in hun vertrouwde hotel.”

De zorgorganisatie RAZ exploiteert zeven woonzorgvoorzieningen in Nederland en dit jaar komen er weer twee bij. RAZ biedt ook het Geniet-, Gemaks- en Gebruikerslidmaatschap (GGG). Leden krijgen korting op de diensten en service van de RAZ en op vakantiereizen. Lezers van ZUID kunnen een gratis proeflidmaatschap 2011 aanvragen en direct profiteren van alle voordelen. Meer informatie via het Centraal Bureau T (088) 328 03 28 of op de website www.raz.nl.

Marjon LaMbriks geeft benefietconcert De zorgorganisatie Residentiële en Ambulante Zorg (RAZ), de initiatiefnemer van ECR Domaine Cauberg, ondersteunt het Care4Kids Event Heino. Speciaal voor dit doel zal de Valkenburgse sopraan Marjon Lambriks op 9 oktober in Valkenburg een groot benefietconcert geven. Voor de Valkenburgse een heuse primeur, want ze zingt uitsluitend Marialiederen. Bekende werken van Schubert en Gounod en het Ave Maria uit de opera van Otello di Verdi worden gezongen. Het kinderkoor van de Plenkertschool uit Valkenburg zingt ook enkele liederen samen met Marjon Lambriks. Pianist Max Smeets verzorgt de begeleiding. Het concert op 9 oktober is in het Holland Casino Valkenburg en begint om 15.00 uur. Meer informatie en kaartverkoop via: T (088) 328 03 28


Wim Ortjens

column | 15

De discussie over poppodia in Zuid-Limburg wordt terecht gevoerd op het niveau van een middelgrote Europese stad van ruim 600.000 inwoners. Waarom zou je in ‘Zuidstad-West’ (Maastricht) een poppodium van 1500 plaatsen bouwen terwijl je er in ‘Zuidstad-Oost’ (Parkstad) twee hebt liggen? Het antwoord van de onderzoekers: het grootste deel van het publiek, de studenten, woont in ‘West’. Natuurlijk is een popzaal nog geen poppodium. Daar is meer voor nodig dan vier muren en een dak. Het succes van Booch! viel deze zomer samen met de opening van BelugaBeachClub. Duizenden Zuid-Limburgers bewezen die ene zinderende nacht dat een uitgaansconcept verbonden met een kwaliteitspodium, succes kan hebben. Maar ook het denken daarover doe je op Zuid-Limburgse schaal. Waarbij de overheid niet op de stoel van de ondernemer moet gaan zitten door te dicteren waar het ding moet komen, maar kan faciliteren door te zorgen voor perfecte verbindingen waardoor die grote Euregionale afzetmarkt van bijna 4 miljoen consumenten ook echt één markt wordt. Waarin iets te kiezen valt.

MoZeS

In De treIn Tja, dat klinkt als de berg naar Mozes brengen. Tamelijk omslachtig, en duur. Waarom zetten we Mozes niet gewoon op de trein? In Parijs, Berlijn, Londen of zelfs Amsterdam draaien we er onze hand niet voor om, om 30 minuten in de tram of metro te zitten om naar een concert, restaurant of museum te gaan. Waarom doen we in Zuid-Limburg dan zo moeilijk? Omdat de discussies wel, maar de verbindingen nog niet op stadsniveau zijn. Er is veel verbeterd de afgelopen jaren. Sinds het Veoliatreintje Maastricht en Heerlen ieder kwartier verbindt, is het aantal reizigers geëxplodeerd. Hulde. En nu doorpakken: het treintje moet nóg iets vaker rijden, en vooral ook: langer. Want een popconcert in de Rodahal, dat kan nog wel eens een latertje worden. Bovendien is het een bekend gegeven dat bij tienminutenfrequenties mensen massaal de overstap maken naar het openbaar vervoer. Natuurlijk, dat kost geld. Stedelijk openbaar vervoer is per definitie niet kostendekkend te exploiteren, net zomin als andere nutsvoorzieningen zoals riool of waterleiding. Een groot geluk voor Zuid-Limburg is dat er nauwelijks geld naar nieuwe infrastructuur hoeft. Er liggen genoeg rails, zeker nu de Avantislijn er komt. Op de langere termijn levert hoogfrequent stedelijk openbaar vervoer overigens wél geld op. Want als iedere ZuidLimburger binnen 30 minuten op elke andere plek kan zijn, kun je stedelijk gaan plannen. Dan kun je de vraag gaan beantwoorden hoeveel zwembaden we in Zuid-Limburg nodig hebben. En hoeveel popzalen voor 1500 bezoekers.

Brainport 2020 en Culturele Hoofdstad 2018 zijn terechte ambities, maar ze eisen wel een behoorlijke schaal. Onderlinge verbindingen zijn daarin cruciaal, maar ook de internationale verbindingen van Zuid-Limburg met de rest van Europa. Luik en Aken zijn zo vriendelijk om ons gratis en voor niks snelle internationale connecties te leveren. Zij investeren voortvarend in het Europese Hogesnelheidsnet en wij hoeven alleen nog maar ons wagonnetje aan te haken. Dus, provincie, gemeenten: laat rijden dat treintje. Van Roermond naar Luik, van Roermond naar Aken, van Luik naar Aken via Maastricht-Heerlen-Kerkrade (de huidige Heuvellandlijn en de nieuwe Avantislijn) en met een zuidelijke variant over de nog altijd bestaande Miljoenenlijn. Lichte, snelle treintjes die iedere tien minuten rijden en stoppen op iedere halte. Dat doen trams en metro’s ook. Belangrijke woonkernen als Eijsden en Gulpen krijgen weer een treinstop en ook het immer verstopte Heuvelland profiteert volop. Voor de woonkernen in het gebied die niet aan rails liggen, spreken we af dat ze minstens iedere 30 minuten met een busverbinding worden aangesloten op de trein. Want alle Zuid-Limburgers moeten kunnen meedoen. (En behoed ons voor de sympathieke neiging om gratis OV te beloven, steek je geld liever in beter OV) Elke economische en culturele ontwikkeling begint met verbindingen. En niet andersom. Voordat je de gouden kranen op de wastafel schroeft, moet je eerst de leidingen aanleggen. Dat is minder zichtbaar en daardoor is het vaak lastig uit te leggen waarom je er zoveel geld aan uitgeeft. Een mooie klus voor de Zuid-Limburgse samenwerking die deze zomer in een ongekend goede verstandhouding en met veel élan en oprechte wil van start is gegaan.

Wim Ortjens is directeur Stichting Regiobranding Zuid-Limburg


Het betere vastgoedaanbod

Dilsen-Stokkem - prijs op aanvraag

Maaseik - € 548.000,- k.k.

Lanaken - € 548.000,- k.k.

Genk - € 895.000,- k.k.

Lanaken - € 579.000,- k.k.

Maasmechelen - € 699.000,- k.k.

Koning Albertlaan 97-99 | B-3620 Lanaken | T +32(0)89 73 01 01 | www.christoffels.be


interview | 17

De drijfveer van de wetenschapper Harald Merckelbach (Houthem, 1959) is, zo zegt hij zelf, zijn ongebreidelde nieuwsgierigheid. Als jongen las hij veel. Zijn vader, die ook veel las, stimuleerde die honger naar kennis van zijn zoon door middel van een open rekening bij een boekhandel in Maastricht. De jonge Merckelbach kon er aanschaffen wat hij wilde. Zijn vader is onlangs overleden. Harald Merckelbach herleest nu de laatste twee boeken die zijn vader las. Zo verdiept hij zich in de onderwerpen waar zijn vader aan het einde van zijn leven mee bezig was. Merckelbach: ‘Heel interessant vind ik het boek over meestervervalser Han van Meegeren. Hij vervalste schilderijen van Vermeer. Het fascinerende is dat die Van Meegeren technisch gezien een vrij slechte vervalser was. Het succes van zijn vervalsingen was niet de kwaliteit ervan, maar het verhaal dat hij eromheen vertelde. Daar was hij goed in. Zo fantaseerde hij bijvoorbeeld een heel verhaal over de oorsprong van een nooit eerder vertoond schilderij en de familie die gedwongen was het te verkopen. Dat is de kern: een goede leugen is altijd gebaseerd op een goed verhaal.’

hoe de leugen werkt Over zijn boek De Leugenmachine, het cultuurkatholicisme en het primaat van de wetenschap De Maastrichtse hoogleraar rechtspsychologie Harald Merckelbach treedt op als getuigendeskundige in rechtszaken en is lid van de onderzoekscommissie die misbruikschandalen in de katholieke kerk onder de loep neemt. Onlangs verscheen zijn boek De Leugenmachine en sinds deze maand is hij columnist van NRC Handelsblad.

door Sander Bisscheroux foto frits Widdershoven

Het boek dat je vader las over de meestervervalser sluit goed aan bij je vakgebied. Het verhaal zou zo terecht kunnen in je nieuwe boek ‘De Leugenmachine. Over fantasten, patiënten en echte boeven’. Daarin voert u waargebeurde verhalen op over leugenaars en fantasten. Wat is de belangrijkste boodschap die u wilt overbrengen? ‘Dat mensen in staat zijn om elkaar leugens te vertellen en dat sommigen daar zeer virtuoos in zijn en daarmee experts – psychologen, rechters, artsen – moeiteloos om de tuin kunnen leiden.’ Misdaadverslaggever Peter R. de Vries prees De Leugenmachine de hemel in en noemde het een ‘must en een lust’. Toch zullen de verkoopcijfers van dit toegankelijke boek, hoewel het nu een tweede druk beleeft, ver achterblijven bij die van ‘Wij zijn ons brein’ van hoogleraar neurobiologie Dick


18 | interview

Swaab. Die simplistische titel alleen al: beschouwt u dat als wetenschap? ‘Ik ga niet zeggen dat Dick Swaab onwetenschappelijk is. Hij heeft zijn sporen verdiend in de wetenschap. Maar hij vliegt in zijn boek vaak uit de bocht. Dat zie je wel meer bij doctoren in witte jassen die de gepensioneerde leeftijd bereiken: ze denken dat ze alles kunnen roepen. Swaab mist het subtiele getwijfel. Zijn gemakzuchtige redeneringen irriteren mij. Je kunt wel roepen dat de mens een machine is, zoals veel verlichtingsfilosofen lang voor hem deden. Dat is niet zo nieuw. Maar je loopt tegen een aantal majeure problemen aan. De belangrijkste, en daar verwijst de titel van mijn boek naar, is de praktijk van het vertellen van leugens door mensen. Liegen is een heel menselijke activiteit. Uit onderzoek blijkt dat we dat allemaal regelmatig doen. We kunnen dan wel een machine zijn, zoals Swaab beweert, maar dan wel een machine die in staat is leugens te vertellen. En juist dat ondergraaft de idee dat een mens een willoos apparaat is. Een leugen veronderstelt namelijk controle, een ‘ik’, motivatie, bewustzijn, een plan. De leugen wordt ingegeven door een weloverwogen kosten-batenanalyse. Het zal best zo zijn dat het ‘ik’ een materieel substraat heeft, zoals Swaab beweert, maar dat hoeft geen consequenties te hebben voor de verantwoordelijkheid die iemand draagt voor zijn daden. Swaab ontkent de vrije wil. Dat naïeve idee heeft ingrijpende gevolgen voor ons rechtssysteem. Als je niet uit vrije wil handelt, in hoeverre kun je dan nog contracten afsluiten, naar de stembus gaan of iemand zijn misdaden aanrekenen? Dat is de nou juist de basis van ons rechtsysteem: we gaan uit van een ‘ik’ die verantwoordelijk is voor zijn daden. We kunnen daar toch niet aan morrelen op grond van een professor die op een regenachtige woensdagmiddag dit soort filosofische kwesties effe oplost.’ Maar in uw boek spreekt ook u niet van een vrije wil. U heeft het over ‘vrijwilligheid’. Waarom doet u dat? ‘Als psycholoog weet ik niet zo goed

foto Jascha Hoste

wat ik aanmoet met dat begrip “vrije wil”. Ik spreek liever van vrijwilligheid, omdat dat gedragsopties impliceert waaruit een individu kan kiezen. Je bent altijd gebonden aan plaats en tijd, dus helemaal vrij zijn we nooit. Maar er zijn wel degelijk gedragsopties. Een leugenaar kiest er bewust voor leugens te vertellen.’

Maar heeft Swaab niet toch een punt als hij zegt dat straffen niet helpt bij het voorkomen van misdaden? ‘Dat is onzin. Dat is een uitspraak die bewijst dat Swaab niet weet waar hij het over heeft. Straffen helpt. Dat laten de Verenigde Staten zien. In staten waar forse straffen gelden voor misdaden zijn de criminaliteitscijfers een stuk lager. Straffen werkt heel goed. Niemand die daar iets feitelijks tegenin kan brengen.’ Maar ten gevolge van uw boek ontlopen een heleboel criminelen wellicht een TBS-straf. in De Leugenmachine veegt u namelijk de vloer aan met de psychiaters van het Pieter Baan Centrum. U vindt ze niet capabel. Verdachten weigeren de laatste tijd steeds vaker een opname in dat centrum. Daardoor kan de rechter ze geen TBS opleggen. Voelt u zich daar niet verantwoordelijk voor? ‘Nee. Als wetenschapper moet je dat hardop kunnen roepen. Het lijkt me

bovendien heel gezond dat verdachten een twijfelachtige houding aannemen ten opzichte van het Pieter Baan Centrum. Ze sluiten je daar zes weken op en observeren je nauwgezet. Als je nog niet abnormaal bent, zou je het daar worden, lijkt me. Ook gaan ze een verre neef en een ex-collega interviewen die dan terugkijken op je leven en dan - met de kennis van nu - zullen zeggen dat je altijd al een vreemde gast bent geweest. Mijn boek is niet alleen gericht tegen het Pieter Baan Centrum, maar tegen hulpverleners in het algemeen die de rechtbank binnenstappen als expert. Dat is voor mij helder: een forensisch expert moet vooral geen hulpverlener zijn. Het taxeren van verdachten is geen bijbaan. Liegen en simuleren komt in de rechtszaal veel voor en kan daar grote gevolgen hebben. Je moet het ontmaskeren van simulanten niet aan therapeuten overlaten, omdat zij er niet in getraind zijn.’

U treedt vaak op in rechtszaken als getuigendeskundige. Hoe moet dat dan, leugenaars ontmaskeren? ‘Daar is veel wetenschappelijke literatuur over verschenen. Leugenaars vermijden bijvoorbeeld woorden als ik, wij, mijn – omdat ze zich van hun leugen distantiëren. En ze vertellen hun verhaal vaak vanuit maar één perspectief. Als je ze vervolgens vraagt om de gebeurtenissen van achter naar voren te vertellen, vinden ze dat heel


interview | 19

moeilijk, omdat ze zich daar niet op hadden voorbereid. De crux is dat het vertellen van een leugen heel veel moeite kost. Het doet een flink beroep op je mentale apparaat. Je moet als forensisch expert de mentale belasting voor de verdachte opvoeren, de ware leugenaar zakt dan door de knieën. Maar het allerbelangrijkste is toch dat de expert zich realiseert dat ook hij in valkuil kan trappen.’

Therapeuten zijn daar niet geschikt voor? ‘Dokters en psychologen hebben juist geleerd om patiënten heel serieus te nemen. Als je die houding meeneemt naar de forensische context, kan dat heel verkeerd uitpakken. Verdachten kunnen onterecht strafvermindering krijgen ten gevolge van een gesimuleerde psychische stoornis. Het werk van forensische experts moet gedaan worden door wetenschappers die de vakliteratuur kennen en bijhouden. Neem babymoord: de betrokken forensisch expert moet weten wat over dat type delict geschreven is in wetenschappelijke artikelen. Omdat kindermoord maar weinig voorkomt, kan een hulpverlener daar niet veel vergelijkingsmateriaal over hebben. Zo’n onderwerp is echt iets voor wetenschappers. Er zit bovendien een soort weeffout in ons strafrecht: we bepalen eerst of een verdachte gestoord is, pas daarna kijken we naar de feiten van het delict en de bewijsmiddelen. Dat zou andersom moeten zijn. De huidige volgorde leidt tot beïnvloeding. Daardoor ontstaat sneller de situatie dat mensen die geen misdaad begaan hebben achter de tralies terecht komen – of andersom: verdachten die het wel gedaan hebben krijgen onterecht geen of minder straf.’ Gaat zoiets ook gebeuren in de strafzaak tegen die meneer Breivik die in Noorwegen een bloedbad aanrichtte? U verzette zich onlangs in NRC Handelsblad tegen het plakken van het etiket ‘waanzinnig’ op zijn hoofd. ‘Zijn advocaat, daarin gesteund door sommige psychiaters, noemt hem nu waanzinnig. Maar als je in staat bent om een dergelijke misdaad voor te be-

reiden, ben je niet knetter psychotisch. Bovendien: de overgrote meerderheid van de psychiatrische mensen doet geen vlieg kwaad. Integendeel, ze worden meer dan gemiddeld de dupe van een misdaad. Het is belangrijk om dat te benadrukken.Ik sluit niet uit dat die Breivik een normale, intelligente man is die overtuigd is geraakt van extreme denkbeelden. In eerste instantie zeggen bekenden van Breivik in interviews dat hij eigenlijk altijd al een vreemde man geweest is. Maar hoe langer die interviews met bekenden van hem zijn, hoe meer het beeld naar voren komt dat het eigenlijk een heel normale man was.’

“Als je nog niet abnormaal bent, zou je het daar worden, lijkt mij”

Wat bedoelt u daarmee? ‘Het punt is, dat we vaak geneigd zijn voor grote misdaden grote verklaringen te zoeken. Maar die zijn er niet altijd. Zo bleek volgens de Joodse filosofe Hannah Arendt uit het proces tegen de SS’er Eichmann nou juist dat Eichmann eigenlijk een heel normale man was. Arendt noemde dat de banaliteit van het kwaad.’ Maar hoe verklaart u de misdaden van Breivik dan? ‘Voor het verklaren van dit soort misdaden moet je niet te rade gaan bij de psychiatrie, maar bij de sociale psychologie. In Europa gebruiken opinieleiders steeds vaker de retoriek van wijtegen-zij. Er was een tijd dat politici de mensen probeerden te verbinden. Nu lijkt het meer in de mode om groepen tegen elkaar op te zetten. Dat is de intellectuele omgeving van Breivik.’ U doelt op Wilders? ‘Zijn getier en geraaskal over kopvoddentaks, haatpaleizen en islamtsunami voedt de psychologie van wij-en-zij. Punt is daarbij dat Wilders een parlementariër is: vanwege die positie heeft

hij gezag en statuur.

Had Wilders dan onlangs in de rechtszaak tegen hem niet vrij gesproken moeten worden? ‘In zekere zin is het jammer dat het Noorse drama ná Wilders’ vrijspraak kwam. Niet dat ik zo graag een veroordeling had gezien, maar het had de discussie wel rijker gemaakt.’ Enerzijds zegt u: straffen helpt en mensen horen die straffen niet onterecht te ontlopen. Anderzijds vindt u dat mensen bij elkaar gebracht moeten worden, geen wij tegen zij, maar praten en kopjes thee drinken met elkaar. is die dubbele houding niet heel erg katholiek? ‘Maar wacht even: dat straffen gaat over mensen die een delict hebben gepleegd en de kopjes thee gaan over mensen die met elkaar een samenleving moeten vormen. Is deze nuance katholiek? Zo wil ik er niet tegenaan kijken.’ Maar u noemt zichzelf toch katholiek, nietwaar? ‘Ik zou mezelf een cultuurkatholiek willen noemen. Het is mijn familieachtergrond en het zou gek zijn als ik me er niets van aantrek.’ Enerzijds bent u de vermaarde wetenschapper, zelfs lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen; anderzijds steekt u niet onder stoelen of banken dat u veel eerbied heeft voor de katholieke traditie. Hoe kan dat samengaan? ‘Dat katholiek-zijn beïnvloedt mijn wetenschappelijke visie niet. De wetenschap dicteert. Ik ben in de eerste plaats wetenschapper, dat gaat altijd voor. Als de wetenschap ons leert dat voorbehoedsmiddelen helpen om de Aids-epidemie in Afrika in te dammen, dan zou de kerk zich daar niet tegen mogen verzetten. Net zoals de kerk moet inzien dat homoseksualiteit geen stoornis is, maar even gezond als heteroseksualiteit. Wetenschap moet geen enkel ontzag hebben voor het geloof, maar het geloof wel voor de wetenschap. De wetenschap dicteert


20 | interview

de contouren waarbinnen de religie zich redelijkerwijze kan ophouden. Dat geldt trouwens ook voor de politiek.’

Wat vindt u als hoogleraar, dan van de ontwikkeling dat oud-politici steeds vaker buitengewoon hoogleraar worden? ‘Voor zowel de ex-politicus als de exvliegveldbaas geldt: nee, zij kunnen geen echte professor worden, hoogstens pret-professoren, waarmee de universiteiten wat kunnen koketteren. En een professor zou op zijn of haar beurt geen lid van een politieke partij moeten willen zijn. Professoren moeten lastpakken en querulanten zijn en dat verdraagt zich slecht met het volgzame lidmaatschap van een politieke partij. Wel zouden politici vaker de wetenschap moeten volgen. Als uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat op onze snelwegen een maximumsnelheid van 130 in plaats van 120 kilometer per uur leidt tot meer verkeersdoden, dan is het onbestaanbaar dat politici zulke statistiek naast zich neerleggen.’ Dus als de wetenschap vaststelt dat kosjer of halal slachten nodeloos pijnlijk is voor een dier… ‘Dan is het uiteindelijk aan de politiek om daar goed nota van te nemen en vervolgens te beslissen. Ik zou willen dat de wetenschap meer leidend is in politiek en religie. Ik denk dat de wetenschap goed is voor de samenleving.

Religie daarentegen bestaat uit wat de filosoof Bertrand Russell “overbodige ideeën” noemt. Het geloof in een God is overbodig.’

Wat bedoelt u daarmee? ‘Sommige ideeën en uitgangspunten heb je nodig om je staande te houden in het leven: dat er zoiets bestaat als zwaartekracht of dat andere mensen een mentaal apparaat hebben, waarmee ze beslissingen nemen, pijn kunnen voelen enzovoorts. Andere ideeën hebben noch een functie, noch enige empirische kredietwaardigheid. Dat er een spook zit in jouw schuur, maar ook dat er een almachtige God zou zijn – beide reken ik tot dat soort ideeën. Het zijn overbodige ideeën.’ U zei zojuist: ‘Het geloof in een God is overbodig’. Was religie overbodig toen uw vader stierf? U vertelde me voor we begonnen met dit interview over de katholieke begrafenis die hij gekregen heeft. Op zulke moeilijke momenten in je leven kun je toch niet genoeg hebben aan de wetenschap alleen? ‘Nee, misschien niet. De rituelen van de kerk zijn esthetisch en troostrijk. Ze dwingen je om stil te staan, ze geven zielenrust in metaforische zin. Mensen hebben recht op de troost die religie kan geven, tenzij de wetenschap iets anders dicteert.’

– ADVERTENTIE –

Maar religie is toch meer dan franje? ik bedoel: wetenschap alleen kan het leven toch geen zin geven? ‘De wetenschap gaat niet over de zin van het leven: ze gaat over steekhoudende ideeën, bruikbare ideeën, overbodige ideeën en nonsens ideeën. Als je zo nodig op zoek bent naar de zin van het leven, is het wel goed om je licht op te steken bij de wetenschap.’ Misschien dat de religie u niet drijft in uw dagelijkse doen en laten. Maar er moet toch iets anders zijn dat zin geeft? Mag ik een poging wagen? U stamt uit een voornaam geslacht van juristen, bestuurders en vrederechters. Allemaal katholieken die goed wilden doen in de wereld. Wordt u in uw leven niet gedreven vanuit eenzelfde idee? Noblesse oblige? ‘Ben je nu niet te veel naar een verhaal aan het zoeken? Waarom moet er altijd meer zijn? Is het niet genoeg dat ik mijn werk gewoon graag doe, louter uit nieuwsgierigheid? Kijk, mijn boek gaat nu juist over hoe weinig zulke Freudiaanse psychodynamica zegt over waarom mensen doen wat ze doen.’



.nl

22 | economie

Succesverhaal Weir minerals:

Schotse rok en Venloos vernuft Pompenmaker Weir Minerals in Venlo herbergt een kleine technische universiteit in het bedrijf. Tientallen ingenieurs proberen steeds opnieuw de grenzen te verleggen. En met resultaat. Weir boekt wereldsuccessen. Grote internationale mijnbouwbedrijven plaatsen orders van tientallen miljoenen euro’s voor reusachtige pompen. door Gerrie Coerts foto’s Weir

Met vrachtauto’s rijden door het prachtige maar ook zeer onherbergzame Andes-gebergte in Peru is op veel plaatsen schier onmogelijk. Omdat er in de buurt koperconcentraat wordt gewonnen die voor verdere verwerking naar elders moet is het Venlose Weir gevraagd om supersterke pompen te leveren waardoor vervoer over de weg – met heel veel omrijden – niet nodig is. Weir zorgt zo voor kostenverlaging van de klant. Het voordeel van pompen in plaats van vervoer per as (auto of trein) is niet alleen dat het kostenbesparend is, maar

1 keer per jaar trekt directeur Cees Zaalberg zijn Schotse rok aan

ook minder vervuilend voor het milieu en sneller. Door ertsen te vermalen en aan te lengen met water, ontstaat slurry die verpompt kan worden. Daarbij zijn nog wel voorbehandelingen nodig. De brokken erts zijn te groot. Daarom zijn er veelal twee vermalingen nodig. Van heel groot naar groot en van groot naar klein. Met de huidige stand van techniek kunnen brokjes van 1 centimeter worden verpompt. De Willy Wortels van Weir (de afdeling research telt zo’n 50 mensen, onder wie promovendi en ‘andere hele slimme jongens’, aldus directeur Cees Zaalberg) willen dat vergroten om zo één vermaling uit

te sparen. Daarvoor zijn nog sterkere pompen nodig. Weir werkt bij dat onderzoek nauw samen met onder meer technische instituten en universiteiten in Aken, Eindhoven, Delft en Londen. Sterkere pompen zijn ook vaak groter. Een pomp met de afmetingen van een vrachtwagencontainer of een schoollokaal is geen uitzondering meer. Het bedrijf sleutelt in nauw overleg met de klanten aan de pompen. Het liefst zo vroeg mogelijk. Overigens gaat dat in de praktijk vaak met ingenieursbureaus die door bijvoorbeeld mijnbouwbedrijven worden ingeschakeld.

Hij had jachtvlieger willen worden, directeur Cees Zaalberg (56) van Weir. Maar de geboren Leidenaar was niet goed genoeg volgens de keurmeesters. Toen die jongensdroom in duigen viel ging hij niet studeren – wat goed zou passen na zijn gymnasiumopleiding - maar werken. Als pijpfitter en lasser. Onder meer bij wat nu Stork is. Mede door zijn bazen aangespoord ging hij toch weer naar school. De HTS en een MBA. Hij werkte daarna onder meer bij energiebedrijf BP en een kleine pompenmaker. Hij zette bedrijfsonderdelen die niet goed liepen weer op het goede spoor. Dat bleef niet onopgemerkt. Hij werd gespot door een investeringsmaatschappij en ging aan de slag als bedrijvendokter. Hij solliciteerde zelf bij Weir in Venlo. Daar hadden ze wel oren naar de man die zowel bedrijven kon herstructureren als ervaring had met pompen. Sinds 2005 is hij algemeen directeur. Omdat Weir wereldwijd aanwezig is, ziet hij veel vliegtuigen van binnen. En heel veel landen. Elk werelddeel komt eens per jaar aan de beurt. In zijn vrije tijd ziet hij niet achter de knuppel van een klein vliegtuig maar graag achter een boek. Zaalberg woont in Steyl. En dan toch nog even, hoe zit het met de Schotse rok die zo bij de cultuur van de Schotse moeder hoort? Daadwerkelijk trekt Zaalberg het kledingstuk aan. Eenmaal per jaar tijdens de bijeenkomst op het Schotse hoofdkantoor.


economie | 23

Het huidige Weir Minerals is 95 jaar geleden ontstaan door een initiatief van de familie Holthuis, de broers Rudolf en Joost. Ze kopen Johan Hillens IJzergieterij en Machinefabriek in Blerick. In het begin maken ze vooral gietwerk voor een Gronings bedrijf. Omdat ze daarmee niet genoeg kunnen verdienen, beginnen ze ook pompen te maken. Die dragen de naam van de oprichters, GEHO (gebroeders Holthuis). Het huidige Weir verkoopt nog steeds pompen onder die naam. Meerdere generaties Holthuis vergroten het bedrijf dat de ijzergieterij sluit en zich concentreert op pompen. Het familiebedrijf weet goed de tijdsgeest aan te voelen. Wanneer het verpompen van rioolwater een grote vlucht gaat nemen, mede door de enorme nieuwbouw in de opbouwjaren van Nederland, weet Holthuis daar goed op in te spelen met speciale pompen. Vanaf 1974 ontstaan – na veel research – de eerste membraampompen waarmee Weir nu wereldmarktleider is. Oorspronkelijk voor industrie- en rioolslib en tegenwoordig vooral voor het vervoer van ertsen. In 1991 wordt het familiebedrijf overgenomen door Amerikanen, Baker Hughes. Die Amerikaanse periode duurt maar drie jaar wanneer in 1994 Weir Group de complete pompendivisie van Hughes overneemt.

Groei Weir groeit constant. Zaalberg: ‘De afgelopen vijf jaar zijn we verdubbeld in omzet’. De verkopen komen in 2011 uit op zo’n € 150 mln. Ter vergelijking, in 1978 lag de omzet nog op € 6 mln. Alleen de winst van het bedrijf over 2010 was al vier maal zo hoog als die omzet 33 jaar geleden. Ook het personeelsbestand blijft groeien. In 1978 telde de onderneming, toen nog het familiebedrijf van Holthuis, 82 medewerkers. Nu zijn er ruim 400, in volledige banen 376. En dat aantal stijgt door. Door autonome groei, maar ook doordat de Venlose vestiging een nauwer samenwerking heeft met het Duitse KHD in Keulen. Het gaat de productie van machines om ertsen te vermalen. Het is de bedoeling dat dit onderdeel naar Venlo komt. Vacatures Weir heeft tientallen vacatures. Vooral voor technische functies. Zaalberg verwacht dat het bedrijf aan het eind van het jaar op ruim 425 arbeidsplaatsen zit. Nog steeds weet de onderneming de openstaande functies goed in te vullen. Grofweg uit het gebied Nijmegen-Eindhoven-Roermond. Volgens Zaalberg komen techneuten en anderen graag bij Weir werken omdat er veel technische uitdaging is. Verder

zijn de lonen volgens hem heel goed. Ook het feit dat de onderneming elk jaar flinke winsten maakt is een pré, de onderneming valt niet zomaar om. Mensen uit de Randstad proberen te trekken via banenbeurzen en zo doet Weir niet. ‘Als je vertelt wat je doet zijn ze zeer geïnteresseerd. Totdat je zegt waar wij zitten...’.

China Succes doet veelal nieuwe concurrenten ontstaan. Dat is ook bij Weir zo. Met name Chinese bedrijven proberen een stukje van de taart mee te eten. En soms lukt dat. Ook weer niet zo verwonderlijk. De delfstoffen- en investeringenhonger van China, inmiddels de tweede economie ter wereld, kan niet in eigen land meer gestild worden. Chinezen kopen veel mijnen op. ‘En in het kielzog proberen andere Chinese bedrijven dan ook orders binnen te halen’, zegt Zaalberg. Mede daarom is Weir in China een eigen productiebedrijf gestart. Om de Chinezen het op hun eigen thuismarkt moeilijk te maken. Maar ook om ‘te proeven’ hoe het is om in China te produceren. Het gaat met name om de kleinere pompen. Naast pompen voor het vervoer van ertsen maakt Weir pompen voor de vergassing van kolen. Dat gebeurt

onder zeer hoge druk. Vanwege de vele kolenmijnen in India en China verwacht Zaalberg in die landen veel van dergelijke pompen te kunnen afzetten. ‘Het is een enorm opkomende markt’. De eerste order voor India is net getekend. Ook heeft Weir pompen bedacht en gebouwd die water uit zeer diepe mijnen kunnen halen. Daardoor kunnen er meer delfstoffen naar boven gehaald worden.

Schotse moeder Weir Minerals in Venlo is een onderdeel van het beursgenoteerde Weir in Glasgow. Bij de multinational werken wereldwijd 13.000 mensen. Overigens is de grote Weir net als de vestiging in Venlo de afgelopen jaren sterk gegroeid. Mede door grote investeringen in research. Enkele andere onderdelen van Weir zitten ook in pompen, maar hele andere dan in Venlo worden gemaakt. Beste van twee werelden Het Venlose bedrijf is volgens Zaalberg succesvol omdat het nog de genen heeft van de familie-onderneming. Daar horen trouw (“we kennen lange dienstverbanden”) en saamhorigheid bij. Slagkracht heeft het van de multinational gekregen. ‘Het beste van twee werelden’, aldus Zaalberg.


24 | portret

alles moet veranderen Frans Timmermans was bijna gouverneur van Limburg. Over dat en veel meer toont hij zich openhartig in een interview met Zuid. Portret van een sociaal-democraat in een chaotische tijd. door Ruud Linssen foto’s Koen den os

Vandaag debatteert de Haagse politiek over nieuwe steun aan Griekenland. We lopen pal langs de Tweede Kamer – in de coulissen van de Nederlandse democratie. Namens de PvdA staat Ronald Plasterk achter het spreekgestoelte; premier Mark Rutte luistert belangstellend. Over zijn hoofd glimlacht Kamervoorzitter Gerdi Verbeet in onze richting. Frans Timmermans naast me verklaart: ‘Ze lacht omdat iedereen het idioot vindt dat ik nu niet het woord voer namens de PvdA. Maar dat is een van onze tradities: je voert niet het woord over een onderwerp waar je regeringsverantwoordelijkheid voor hebt gedragen.’ We hebben twee uur met elkaar gesproken in het restaurant voor de leden van de Tweede Kamer. Enkele weken eerder in zijn geboortestad Maastricht zaten we nog eens twee uur aan tafel in café De Poshoorn. Daartussen was hij bijna gouverneur van Limburg, totdat de PVV de spaak in de wielen stak. Over dat en veel meer toont hij zich openhartig in beide gesprekken. Het resultaat is een portret van een Europeaan en een Limburger. Maar bovenal van een sociaal-democraat, in een tijd die de sociaal-democratie op z’n zachtst gezegd niet gunstig is gestemd. Aan het eind van het gesprek in dat ledenrestaurant, vlak voordat hij moet

stemmen over Europa, vertelt hij: ‘In Heerlen, een paar jaar geleden, liep ik met mijn zoontje over straat. Hij was toen vier. Een voorbijganger begon me opeens verschrikkelijk uit te schelden. Mijn zoontje is daarna heel lang bang geweest dat het opnieuw zou gebeuren. Hij wilde maar weten: maar pappa wat heb je dan gedaan, dat die meneer zo boos op je is. Als je kind ’s nachts wakker ligt, dan weet je dat dit vak zijn tol eist. Dan begin je twijfelen; waar doe ik het nog voor.’ Niet weinig mails aan het adres van Timmermans zijn van een ongekend harde toon; Nazi is titulatuur die wildvreemden hem opspelden. Op straat klinken woorden als zakkenvuller. ‘Dan stop ik en vraag: waarom. Meestal komt er niks. Het is een intimiderende tijd; de scheldkanonnades, de bedreigingen. Af en toe is er een compleet gebrek aan sociale hygiëne in dit land. Maar mensen die mij haatmails sturen, krijgen antwoord. Ruim de helft schrikt: sorry, sorry, het was niet zo bedoeld. De anderen gaan door. Het is soms bijna komisch. Iemand scheldt me uit voor kampbeul en ik mail terug: ik vind u een buitengewoon onbeschoft iemand. Dan krijg je een mail: hoe durft u mij zo aan te spreken. Ik blijf antwoorden, het kost me gigantisch veel tijd, daar is thuis niet altijd begrip voor.’


portret | 25

Het is een chaotische tijd. En dat geldt ook voor hem persoonlijk. Hij is zoekende. De sollicitatie voor het gouverneurschap was daar een uiting van. Hij zegt daarover: ‘Ik wil me altijd inzetten waar ik maatschappelijk het meeste rendement zie van mijn inspanningen. En ik heb op een gegeven moment de afweging gemaakt: is dat hier in de fractie of in Limburg waar die kans zich aandiende. Waarom Limburg? Op 4 mei was ik bij een voorstelling in Carré, die ging over vooroordelen. Over luie negers en liegende katholieken. Toen kwam het onderwerp op Wilders, er werd gezegd: die is natuurlijk heel populair in Limburg maar dat was de NSB ook. Ze bestrijden dus eerst het vooroordeel, met als conclusie een enorm vooroordeel over Limburg. Toen dacht ik: misschien kan ik laten zien dat Limburg zoveel meer is. Dat werd voor mij de trigger, dat ik daar misschien iets aan kan bijdragen.’ Het is wel de provincie die uw tegenstanders aan de nationale macht heeft geholpen. ‘Mijn verklaring voor het grote aantal PVV-stemmers, zeker in de mijnstreek, is een hunkering naar gemeenschapszin. Ze zijn niet alleen boos. Het is ook een verlangen naar iets dat er niet is.’ Dat is juist een van de punten waarop de PvdA volgens hem de mist is ingegaan. ‘In dat prachtige streven naar meer individuele vrijheid en meer rijkdom, zijn we de noodzaak van gemeenschapsgevoel uit het oog verloren. Als iedereen zelf maar alle vrijheid krijgt, zo hebben we gedacht, dan komt het vanzelf goed met de gemeenschap. Dat is een liberale gedachte die zich in de sociaal-democratie heeft genesteld.’ Het persoonlijke zoeken gaat dieper, en het houdt al langer aan. Het gaat tot in het hart van zijn PvdA, zijn positie in de Tweede Kamerfractie. Hij schreef vorig jaar het boek, Glück Auf, waarin hij pleit voor een Nederland dat meer ramen openzet en zich sterk maakt voor een toekomst in Europa.


26 | portret

Het huidige verhaal van de PvdA en het verhaal in uw boek: ik zie een isolement van uw opvattingen. ‘Ja dat klopt. Voor mijn boek heb ik een artikel in NRC Handelsblad gepubliceerd, een toekomstvisie van vijftien punten. Dat heeft toen enorm tot de verdenking geleid dat ik bezig was de positie van fractievoorzitter Mariët Hamer in te nemen. Zij reageerde heel fel. Maar het was bedoeld om discussie los te trekken over de koers van de PvdA. Daarna heb ik gedacht: nou dan schrijf ik een boek. Maar daarmee is het ook niet gelukt. Ik zoek nog steeds naar een manier om een discussie over koers en zelfvertrouwen van de PvdA los te krijgen. Ik doe dat elke week. In de fractie, ik probeer daar Job Cohen mee te voeden. Maar ik moet zo eerlijk zijn dat ik wat ik beoogde, vooralsnog niet is gelukt.’ Op het Europese platform kon u mensen naar uw hand zetten, maar in uw eigen fractie, met uw huisgenoten, lukt het niet. Hoe is dat mogelijk? ‘Ja… fascinerende vraag blijft dat ook. Voor een deel lukt dat. Ik kan mijn rol spelen in de fractie, ik voel me er plezierig. Maar ik moet u gelijk geven, ik merk dat ik mijn energie daarin onvoldoende kwijt kan. En dat ik ook onvoldoende resultaat boek.’ Vreemd. Als uw partij nu een sterke koers te pakken had, dan kon ik me nog voorstellen dat ze zeiden: sodemieter op met je verhaal. ‘Dat zou ik nog liever hebben: dat ze zeggen, sodemieter op met je verhaal. Liever dan dat ze het voor kennisgeving aannemen. En dat laatste is gebeurd; dat vind ik dodelijk. Overigens niet alleen door de partij, ook in de samenleving. Misschien hebben boeken geen impact meer. Grote kreten hebben impact. Maar ik laat me niet dwingen tot ongenuanceerde stellingnames; ik geloof in de schoonheid van compromissen.’ Frans Timmermans is een eigenheimer, van het trouwe soort weliswaar, maar een eigenheimer. ‘Ik opereer helemaal autonoom in de fractie. Ik ben nog nooit met een andere politicus een symbiotische relatie aangegaan. Dan hoef ik met mijn eigen opvattingen geen compromissen te sluiten. Maar

dat leidt tot wantrouwen, want ik ben niet te sturen. Voor mijn carrière is dat natuurlijk niet goed. Ik kan slecht voor mezelf zorgen.’ Waarom is de autonomie zo belangrijk voor u? ‘Ik kom op voor wie ik ben. Ik ben loyaal naar de organisatie maar ik ben nog loyaler naar mijn eigen opvattingen. Iemand als Max van der Stoel (voormalig minister Buitenlandse Zaken en leermeester Timmermans, RL.) vond dat fantastisch. Ik ben glashard en eerlijk; als het niet goed is, zeg ik dat in de fractie. Ik ben vijftig, dat verander ik niet meer. Als je je niet verzoent met wie je bent, dan word je een heel ongelukkig mens.’

“Mensen die mij haatmails sturen krijgen altijd antwoord”

Het gouverneurschap van de horizon verdwenen. Wat nu? Om die vraag te beantwoorden moeten we eerst terug in het verleden. Begin jaren negentig maakt hij de overstap van D66 naar de PvdA. Bij de eerste partij had hij zich aangesloten, uit een grondige afkeer van het idealisme van Nieuw Links binnen de PvdA. Maar in die tijd is Wim Kok aan de top van de PvdA verschenen, en met hem een neorealisme. Frans Timmermans voelt zich aangesproken. De band zal zich verdiepen als hij als diplomaat in Moskou werkt, en de Nederlandse fractieleiders op bezoek komen. De jonge Timmermans is gastheer. Een nacht lang spreekt hij met die andere Limburger en sociaal-democraat, Thijs Wöltgens. ‘Hij was een echte Rijnlandse sociaaldemocraat. Ik was erg onder de indruk van hem. Wat me aansprak, was zijn totale committering aan de redelijkheid. Hij had hele sterke opvattingen, maar hij was altijd te vinden voor een verhaal van enerzijds-anderzijds.’ In 1998 maakt Timmermans vanuit de diplomatie de overstap naar de landelijke politiek, de Tweede Kamer.

Macht heeft de potentie je karakter te vervormen. Waarom voelt u zich aangetrokken? ‘Toen ik studeerde was ik gefascineerd door diplomatie. Als je mij vraagt: wat is je werk, dan is diplomatie mijn vak. Ik heb het enorme voorrecht gehad om ruim drie jaar te werken voor Max van der Stoel (in de jaren negentig Hoge Commissaris voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa). Als zijn persoonlijk secretaris heb ik gezien dat als je in de diplomatie echt iets wil bereiken, je de politiek nodig hebt. De politiek geeft uiteindelijk richting die bepalend is voor een land. Met Max heb ik het er vaak over gehad, of ik die stap zou zetten. Hij was daar heel dubbel in. Aan de ene kant zei hij: je hoort er thuis, je kan iets bijdragen; aan de andere kant loop je het risico dat je niet meer aan het werk toekomt; dat het alleen nog maar gedoe is. Mijn vriend, Maarten van Traa (toenmalig Tweede Kamerlid PvdA, RL.), zag ik daar voortdurend mee worstelen. Met het gedoe. Aan de ene kant had hij moeite met de bijverschijnselen, de ruzies, de opportunistische afwegingen. Maar ik zag ook dat het hem niet losliet, dat hij invloed kon uitoefenen op hoe het land zich ontwikkelde. Dat is me altijd heel goed bijgebleven. Toen Maarten verongelukte was het duidelijk voor mij: het werk moet doorgaan.’ En vervolgens is gedoe precies wat hem is overkomen. Ook misschien omdat het eenvoudig vat op hem krijgt. Hij mag pleiten voor logica en nuance, uit overtuiging, als een kind van de verlichting, maar daaronder vind je een emotioneel mens. ‘Wat ik moet leren, en dat zal mijn hele leven wel zo blijven, is om me heel veel dingen niet persoonlijk aan te trekken. Om spanningen, ruzies, onbegrijpelijke beslissingen, gefnuikte verwachtingen, om dat buiten mezelf te plaatsen. Dat helpt enorm. Maar eerlijk gezegd, het raakt me nog altijd. ‘Ik heb momenten dat ik denk, wat doe ik hier in hemelsnaam nog. Dan vind ik het niet zo leuk meer. Een voorbeeld? Jarenlang had ik een heel moeilijke verstandhouding met Bert Koenders (PvdA- minister van ont-


portret | 27

“Ik laat me niet dwingen tot ongenuanceerde stellingnames”

wikkelingssamenwerking in het vorige kabinet, RL). We hadden beiden niet door hoezeer de anderen daarvan genoten: lekker gedoe, dan hebben wij het tenminste niet. Daar heb ik echt wel onder geleden. Ik wist niet of ik iets kon zeggen omdat Bert dan misschien boos werd, of dat ik iets gezegd had en dat anderen het gingen uitspelen. Het heeft ons jaren gekost daar een zakelijke verstandhouding in te vinden; toen die er eenmaal was, ging het met ons alle twee beter.’ De toestanden zonder inhoud worden in evenwicht gehouden met de echte resultaten, want daar is Timmermans mettertijd wel degelijk aan toegekomen. Bovenal in Europa, daar lag zijn finest hour als staatsecretaris voor Europese zaken. In een zaal met internationale regeringsleiders bleek hij een wapen, alleen al omdat hij vijf talen vloeiend beheerst. Over het politieke handwerk, als de Europese top bij elkaar aan tafel zit, vertelt hij: ‘Op een gegeven moment weet je wie heel lang aan het woord is, je weet wie heel stil is. En je weet ook ongeveer hoe een dynamiek zich ontwikkelt: een vergadering gaat naar een punt toe of gaat juist niet naar een punt toe. Komen we hier vandaag niet uit? Dat voel je meestal vrij snel; dan moet je alle zeilen bijzetten om het be-

sluit naar jouw kant te krijgen. Als het verkeerd gaat, moet je het hele proces frustreren zodat je op een andere dag kunt terugkomen. ‘Je bent het effectiefst als onderhandelaar als je zacht bent op de vorm en hard op de inhoud; Nederlanders hebben de neiging het precies andersom te doen. Dat is de meest desastreuze positie die je kunt hebben. Heel hoog van de toren blazen maar het uiteindelijk niet voor elkaar krijgen. Op een of andere rare manier vinden wij gelijk hebben veel belangrijker dan gelijk krijgen. Ik merk te vaak dat de sfeer is: nou, we hebben ze het eens goed verteld daar in Europa. En wat heb je dan bereikt? ‘Mijn voordeel ten opzichte van veel collega’s was dat ik in mijn hele leven zo’n beetje door Europa gezworven heb. Daardoor kan ik me makkelijker verplaatsen in de cultuur van andere landen. Internationaal, en zeker in Europa, wordt het steeds belangrijker dat we veel meer van de ander weten. Maar we leven in een tijd dat we heel graag uitdragen wie we zijn; minder oor hebben voor wat de ander beweegt. Dan kun je geen goede diplomaat zijn.’ ‘Uiteindelijk denk ik dat in die internationale omgeving mijn relatieve toegevoegde waarde het grootst is. Daar kan ik toevallig dingen die anderen niet kunnen. Zeg ik dan maar met eni-

ge arrogantie. Maar tegelijkertijd is er niet veel behoefte aan. En nog minder waardering voor. C’est la vie.‘ Die vlekkeloze beheersing van zoveel talen staat niet op zichzelf. Zijn studies heeft hij in een recordtempo afgerond in een tijd dat de eeuwige student nog in aanzien stond. Als Timmermans het leven van een gesneuvelde, geallieerde soldaat uitpluist, gaat de zoektocht door net zolang totdat de kleinste biografische details boven water zijn (zie Timmermans’ 5mei-toespraak dit jaar). De indruk die u wekt, is dat u een voorbeeldig leven wilt leiden. Na de schaterlach herneemt hij zichzelf: ‘Ik heb geen erg gelukkige jeugd gehad, en dan druk ik me mild uit. Van de week was ik in Rome. Daar is heel veel gebeurd in mijn jeugd. Mijn ouders zijn daar gescheiden. Ons gezin had het daar heel moeilijk. Ik ontvluchtte dat door veel op straat te zijn. En ja, dat waren hele ruige tijden, er was heel veel criminaliteit. Je ontwikkelde een goede radar om geweld te ontduiken. En om je te verdedigen als het nodig is. Ik ben daar misbruikt door een priester; ik heb dat al eens verteld in de media. Als je dat allemaal hebt meegemaakt, dan heb je misschien een enorme behoefte


28 | portret

om iets in te halen. Maar ik heb geen voorbeeldig leven. Ik heb een lelijke echtscheiding achter de rug, waarin ik zelf ook grote fouten heb gemaakt. Het is allemaal op z’n pootjes terecht gekomen; mijn ex en ik zijn beiden weer gelukkig getrouwd. Maar ik heb in mijn leven bepaalde dingen gedaan, ten opzichte van mensen, waar ik niet trots op ben. Maar dat harde werken zit heel sterk in mij.’

weer in verbinding brengen met haar eigen internationalistische traditie. Van verbondenheid over de grenzen heen, van de wetenschap dat als het de buren slecht gaat, het ons vroeg of laat ook zal raken. Een heel oud principe; dat is een beetje zoek, dus je zal het weer moeten vinden. De vragen zijn hetzelfde als altijd, alleen de tijd is veranderd en dus zijn de antwoorden anders.’

De bron daarvoor ligt in uw jeugd? ‘Ja ik denk het wel. Het is ook wel de moraliteit van de arbeidersklasse waaruit ik voortkom. Er moet brood op de plank komen. En die mijnwerkers konden hard werken: niet lui zijn want dat is zonde van de tijd. Maar ook de ambitie om iets te kunnen doen met je talent. Om iets te kunnen betekenen. Ik heb die enorme ambitie en die wordt door anderen vaak uitgelegd als persoonlijke ambitie. Maar ik wil inhoudelijk veel bereiken.’

In zijn boek, Glück Auf, stelt hij dat Nederland niet in zijn schulp mag kruipen achter zijn eigen grenzen. Dan gaan op een zeker moment de gebeurtenissen van buitenaf je lot bepalen. Zie de stormachtige opkomst van China en andere landen. Hij haalt een ander boek aan om zijn punt kracht bij te zetten: De tijgerkat, over de 19e eeuwse revolutie in Italië. Daarin staat: “Als je wilt dat alles hetzelfde blijft, dan zal alles moeten veranderen.” Timmermans: ‘Dat is een briljante gedachte. Het dominante gevoel in de Nederlandse samenleving is: we willen behouden wat we hebben. Men denkt dat te kunnen bereiken door alle verandering buiten de deur te houden. De grote politieke uitdaging van deze tijd is om mensen te overtuigen dat je moet veranderen als je wilt behouden wat je hebt. En dan heb ik het niet over de mensen die weinig hebben te duchten van verandering, zoals mijn studenten (Timmermans is hoogleraar in Utrecht, RL). Die zijn zeker van een baan straks. Je moet de anderen overtuigen; de buschauffeurs, de apothekers-assistenten; de bouwvakkers. Die zien maar een ding: ze laten mij in de steek. Zij moeten gaan voelen dat hun toekomst er helemaal niet zo beroerd uit ziet.’

Het blijkt uit het klasje diplomaten dat hij heeft opgericht, via Facebook. Tien twintigers denken na over buitenlandkwesties, onder leiding van Timmermans. De inzet is serieus. ‘Ik heb gezegd: dit zijn de thema’s waarover ik wil spreken in het najaar tijdens de begrotingsbehandeling. Verras me, geef jullie ideeën. Wat zij bedenken, neem ik over; zolang het is binnen de kaders van mijn principes en het PvdA-partijprogramma. Zo laat ik aan jongeren zien wat zij nu al kunnen bereiken in de politiek. Het initiatief is meer dan een instrumentje; het is het gezicht van een nieuwe generatie.’ Na de carrièrewending die uiteindelijk toch geen wending bleek, gaat hij door met waar hij was gebleven: de partij op koers krijgen. Op zoek naar een bijdrage die het verschil zal maken, omdat het hem ondanks alles niet loslaat, zoals het zijn vriend Maarten van Traa indertijd bleef achtervolgen. Des te meer omdat het de tijd is van grote gebeurtenissen in de wereld. Het broeit, op veel plaatsen, in Nederland en daarbuiten, en het lijkt met elkaar samen te hangen. Wat moet het antwoord in essentie zijn? Volgens Timmermans: ‘Ik wil proberen mijn partij

De PvdA-afdeling van Kerkrade kan een goede inspiratiebron zijn, stelt Timmermans. ‘Daar heb je mensen als Rene Zeulman die zelf in de WSW zit, een heel moeilijk leven heeft, met weinig inkomen, maar wel PvdAraadslid is. En daar eergevoel uit haalt; en tegelijk een deel van de kiezers vertegenwoordigt die niet snel in de gemeenteraad komt. Dat verdient echt navolging elders. Zie ook Ralph Krehwinkel, die nu burgemeester van Beek

is; hij had een methode gevonden om op een hele normale manier te communiceren. Wat betekent het nou voor mevrouw Hoepertz, vroeg hij steeds. En die vrouw bestond ook echt. Dat is heel knap gedaan.’ Het wereldbeeld van Timmermans is gefundeerd in het leven van een mijnwerker. Praktisch alles hangt met hem samen: zijn opa van moederskant die tientallen jaren lang in de schachten afdaalde. Hij is een van de redenen waarom Frans Timmermans in Heerlen woont, zodat hij via de grond onder zijn voeten met hem verbonden blijft. Dat is ook waarom hij zo hard werkt, om de kansen die zijn opa nooit heeft gehad dubbel te verzilveren. ‘Ik ben het aan hem en aan alle mensen verplicht om bij mezelf er uit te halen wat er in zit. Ik ben er nog lang niet. Ik heb sterk het gevoel dat ik er nog lang niet klaar mee ben.’ Vanwege zijn opa, kort daarvoor overleden, keerde hij twee decennia geleden terug in de schoot van de PvdA en werd er actief, hij was sinds 1946 partijlid geweest. Het leven van Frans Timmermans heeft veel zijden, vanzelfsprekend, maar het is niet in de laatste plaats een eerbetoon. Aan een mijnwerker. ‘Mijn opa vond niks mooier dan dat ik het universitaire diploma behaalde. Hij vond het prachtig dat ik moeilijke boeken las; hij begreep ze niet maar hij kocht ze wel voor mij. Het feit dat een blue collar kid een white collar kid kan worden, was voor hem een prestatie. Nu zijn we in een situatie beland waar white collar kid betekent dat je een blue collar kid niet begrijpt. Dat vind ik heel erg moeilijk. Ik weet zeker dat mijn opa dat niet zou begrijpen, dat ik bekritiseerd word omdat ik intellectueel ben. Het raakt nu mensen zoals ik, maar uiteindelijk doen we ons allemaal daarmee tekort: want je wilt toch dat mensen het beste uit zichzelf te halen. De hele gedachte van emancipatie is daarop gebaseerd. De schoonheid van het groeien als mens moet weer centraal komen te staan.’


column | 29

Jean-Paul Toonen

Gulpener Bierbrouwerij al jaren succesvol bezig. Voor de beeldvorming van dit merk zeer relevant. Maar of de brouwerij door het web ook extra hectoliters verkoopt, is niet te becijferen.

eSkIMoteren op het web Het bedrijfsleven wil komend jaar fors investeren in Social Media. Al weten maar weinig managers hoe je dát zinvol aanpakt. Voor Limburg schuilt hierin een kans om een voorsprong te behalen, maar hoe? Stel er komt een Eskimo logeren, die nooit eerder een stad heeft gezien. Na een poos zal hij vragen waarom we ontelbare kilometers asfalt over ons landschap hebben uitgerold, waarvan niets te oogsten valt. Een simpele vraag met een complex antwoord. Zo is het ook met Social Media, het meest associatieve begrip van deze tijd. Het is groots en groeiende maar wat kunnen we ermee? Social Media is een weefsel van verbindingen, platforms en koppelingen tussen mensen op het web. Net als een wegennet. Elk bedrijf heeft een website online, als een lokaal eindstation waar websurfers zelden arriveren. Want die zijn voortijdig uitgestapt en lummelen gezellig in de kantine van Facebook of het grandcafé van LinkedIn. Populair zijn ook de coffeebar van Twitter en de YouTube-bioscoop. Nederland is een van de meest actieve landen in Social Media en het bedrijfsleven wil haar investeringen hierin opschroeven, zo onderzocht managementconsultant Booz&Co in Amsterdam. Limburg volgt die trend. In de streek waar men van nature graag de kat uit de boom kijkt, denkt men het eerst aan een eigen Facebook-pagina of LinkedIn-profiel. Maar het effect daarvan is erg beperkt. In termen van Eskimo’s: “Jullie lopen dus over die wegen met een spandoek waar je naam op staat?” Daar komt het inderdaad op neer. Sommige bedrijven halen er een SEOspecialist bij, die hun website doet opvallen bij Google. In Eskimo-taal: “Dus sommige spandoeken mogen ook door drukke straten lopen?” Terwijl Limburgse ondernemers zich afvragen hoe ze die zegetocht moeten aanvangen, is

Het medium is ‘sociaal’ en dus niet zomaar geschikt voor de handel. Want elke deelnemer in dit sociale domein heeft je intenties onmiddellijk door. Je zult je snel voelen als een Pakistaan met een bos rozen in een druk café. Waar zijn die gebruikers van de sociale media dan wél op uit? Vooral op verstrooiing, gratis kennis en inspiratie: de zogenaamde “content”. Uitgerekend ondernemers kunnen interessante content bieden en daarmee nieuwe contacten leggen. Bijvoorbeeld meubelaars die amusant bloggen over design worden gevonden door nieuwe besteders. Een architect plaatst zijn “Visie op Onderwijs” op Slideshare, waar schoolbestuurders slimmer van worden. Een notaris kan een ‘Vastgoed App’ weggeven. Er liggen kansen voor het oprapen. Wie reizen verkoopt kan virale aanbiedingen doen op Facebook. Ben je loopbaanbegeleider, geef dan elke dag een sollicitatietip. Wie werkt met zoekmachines weet dat er vele gaten bestaan. De Floriade heeft maar drie alinea’s op Wikipedia. En Buitenring Parkstad helemaal niets. Er zijn veel Limburgse topkoks, maar hun recepten staan nergens bijeen. Welke sportschool begint een blog “Slim Voetballen”? Waarom staan er zo weinig QR-codes in tijdschriften als dit? Het meest onderschat bij ondernemers is YouTube, gestegen tot de nummer twee onder de zoekmachines. Tik daar maar eens je eigen product in de zoekbalk en zie wat jouw argeloze prospect dan vindt: zelden een passend antwoord op zijn vraag. Wie in die behoefte kan voorzien, trekt voor lange tijd een markt naar zich toe. Zo kan een film “Werken in de Chemie” relevant worden voor Chemelot. Hoe persoonlijker, hoe beter: wie het lef heeft individueel en geëngageerd te vertellen over het eigen vak, manoeuvreert zichzelf in een voorkeurspositie. Er is nog veel ruimte voor content in Nederland. Maar over een jaar of vier zijn alle niches wellicht gevuld en is de ranking in de zoeksystemen min of meer bepaald. “Jullie hebben heel wat asfalt” zegt de Eskimo… “en wij nog veel meer ijs. Maar alleen een wak op een goede plek, vissend met het juiste aas, leidt tot vangst.” En zo is het met Social Media precies hetzelfde. Limburg moet slim en veelvuldig op het web. Echter, wie op zoek is naar de ‘Limburgse manager’ kan voorlopig maar beter in opinieblad Zuid blijven adverteren.

Jean-Paul Toonen, communicatiespecialist http://twitter.com/#!/jeanpaultoonen


– ADVERTORIAL –

“Wij verbinden persoonlijk talent met de ontwikkelingsmogelijkheden van uw organisatie”

www.schalkenenpartners.nl tel: 043-3500593

Schalken & Partners Van Heylerhofflaan 15 6211 KA Maastricht 043 350 05 93 www.schalkenenpartners.nl

Schalken & Partners Maastricht verbindt ziel en zakelijkheid In een statig pand in Maastricht is Schalken & Partners gevestigd. De allure van het eeuwenoude pand past perfect bij de kwaliteit van dienstverlening van Schalken & Partners. Schalken & Partners is er voor loopbaanbegeleiding, management en executive coaching en outplacement.

gericht op begeleiding en individuele coaching van managementtalent.

Directeur/coach Hans Schalken: “In ieders carrière komt beslist een mo-

te kunnen “sparren” en coachen.

ment dat je het gevoel hebt aan iets nieuws toe te zijn. Maar waarop richt je je dan en hoe in zo’n situatie te handelen? In die gevallen is het goed om eens met een onafhankelijke en daartoe specifiek opgeleide coach te praten. In onze aanpak richten wij ons op de ontwikkeling van de mens in relatie tot zijn werk. In de kern houden wij mensen een spiegel voor. We leren iemand positief te staan ten opzichte van zichzelf door zijn vermogens en talenten in kaart te brengen en deze direct te mobiliseren. De uitkomst van onze sessies is voor cliënten vaak verrassend en biedt meteen ontwikkelingsperspectief. Zij ontwikkelen immers een sterk zelfbewustzijn, een positief zelfbeeld en daarmee een goed gevoel van eigenwaarde. Op basis van ons advies zijn zij in staat hun loopbaan of hun functie een andere wending/inhoud te geven, hetgeen tevens hun kansen in de huidige arbeidsmarkt aanmerkelijk verbetert. “ Hans Schalken studeerde o.m. bedrijfs- en veranderkunde en werkte jarenlang in directiefuncties in de gezondheidszorg en bij de overheid. Was onder meer directeur van de Reumakliniek in Rotterdam en vervulde verscheidene interim-functies. Het is op basis van die ervaring, maar in het bijzonder diens uitgesproken belangstelling voor en actieve betrokkenheid bij het fenomeen “mens” in voor hen steeds complexer wordende arbeidsomstandigheden, dat Hans Schalken heeft doen besluiten zich in zijn eigen carrière voor mens en organisatie te gaan inzetten. Het werkterrein van het bedrijf richt zich dan ook op loopbaanbegeleiding algemeen, coaching van management en executives en outplacement. Dat doet Schalken & Partners in het bijzonder in de hogere echelons van organisaties bij overheid, zorg, onderwijs en bedrijfsleven, maar is daarnaast ook

Hans Schalken schetst een aantal voorbeelden waarbij zijn adviespraktijk van dienst kan zijn “Stel, het botert niet tussen de bestuurder(s) en de leden van de raad van toezicht van een grote organisatie of er is binnen teams sprake van verstoorde verhoudingen. Andere denkbare situaties zijn: de (top)manager die moeite ondervindt om zich te handhaven en de organisatie die aan de vooravond staat van grote veranderingen. Op dat moment is het goed om een onafhankelijke derde in de te schakelen die over een ruime bestuurlijke ervaring beschikt en het vermogen heeft in een dergelijke omgeving, waar sprake is van enige complexiteit, objectief Betrokkenheid, betrouwbaarheid en effectiviteit vormen de begrippen die aan de basis liggen van de aanpak door Schalken & Partners. In de praktijk is de netwerkfunctie enorm belangrijk. Door de jarenlange werkervaring in verscheidene sectoren beschikt Schalken & Partners over een actueel en breed netwerk. Hans Schalken: “Dat netwerk zetten we ook in als onderdeel van de begeleiding, bijvoorbeeld als er sprake is van outplacement . Zo brengen we cliënten in contact met personen die (eind)verantwoordelijke posities bekleden in dat netwerk en die bereid zijn om hun visie op strategie, beleid en cultuuraspecten in hun werkomgeving met cliënten te delen, Tijdens die ontmoetingen wordt tevens bewust een “oefensituatie” voor cliënten gecreëerd om zich in een voor hen nieuwe werkomgeving te profileren.” Het bedrijf beschikt over het keurmerk Blik op Werk, specifiek voor overheidsdiensten, maar is ook TÜV gecertificeerd.


opinie | 31

Chinezen in Limburg: het Gele Gevaar of een Kans? Veel Limburgers zijn ermee opgegroeid: eens per week ga je bami halen bij de Chinees en friet halen bij de friture. Feit is dat tegenwoordig ook bijna elke friture door Chinezen wordt uitgebaat. In Maastricht struikel je tegenwoordig over de Chinese studenten terwijl deze er pakweg vijf jaar geleden nog nauwelijks waren. Steeds meer Chinese bedrijven vestigen zich in de Benelux en Duitsland. Grote en bekende Europese en Nederlandse merken en bedrijven worden door Chinezen overgenomen. Denk alleen maar aan Volvo en Kruidvat. Het Chinese sportmerk Li Ning opende enkele jaren geleden een (inmiddels overigens alweer gesloten) winkel in Maastricht. De Chinese elektronica- en computergiganten Haier en Lenovo, waarvan velen niet eens weten dat dit Chinese bedrijven zijn, brengen hun producten ook in steeds meer Limburgse winkels aan de man. NRC Handelsblad voorspelde onlangs dat in 2020 tussen de 5 en 8% van de Nederlandse bevolking in een Chinese auto zal rijden. De directe en indirecte invloed van China op Nederland en Limburg groeit, of we dat nu willen of niet. Moeten we deze Chinese invloed zien als het

“Gele Gevaar’’ dat nu ook z’n intrede heeft gedaan in onze Limburgse straten? Is het vooral een bedreiging of vormt het juist een kans? De Chinese aanwezigheid in veel delen van de wereld is van alle tijden, maar de laatste jaren manifesteert China zich steeds nadrukkelijker in grote delen van de wereld. Ondanks het feit dat men vaak de voordelen en kansen hiervan ervaart leidt het er ook toe dat in delen van de wereld de angst voor het Gele Gevaar – weer – toeneemt. Het “Gele Gevaar’’ is een term die stamt uit de late 19e eeuw, in een periode dat er een sterk toegenomen migratie van Chinese arbeiders naar een groot aantal Westerse landen op gang kwam. Een term die in de loop van de geschiedenis, en nog steeds, regelmatig gebruikt werd en wordt. In de zeventiende en achttiende eeuw, toen veel Europese landen de handelsmogelijkheden langs de Pacific verkenden grote stukken land en complete volkeren onder hun bestuur brachten, ontdekten we dat iemand ons al voor was geweest. Vrijwel overal in dat uitgestrekte gebied waren Chinezen en overal voeren Chinese handelsjonken.

Eigenlijk beheersten de Chinezen de handels-stromen in heel Oost-Azië tot diep in het Aziatische continent. De industriële productie en export van China was veel groter dan die van de rest van de wereld en veel gebruiksvoorwerpen waren Chinees… een beetje net als nu. In de geschiedenis hebben Europeanen maar kort, een paar honderd jaar, wat overwicht gekregen, maar nu kabbelt de geschiedenis weer op z’n oude ritme verder. Of zoals de Singaporees Kishore Mahbubani het in 2008 omschreef in zijn boek The New Asian Hemisphere: the irresistible shift of global power to the east: “The past two centuries of Western domination of world history are the exception, not the rule, during two thousand years of global history.” De overweldigende Chinese bevolkingsaantallen en aanwezigheid heeft al diverse malen in de geschiedenis geleid tot een angst voor het “Gele Gevaar’’, zowel in het buitenland alsook bij ons. In de Verenigde Staten zijn al sinds de 19e eeuw grote groepen Chinese migranten aanwezig. De Chinese aanwezigheid werd door veel Amerikanen niet onverdeeld positief ontvangen. Ze werden omschreven als “ridiculous clad, supersitious ridden, dishonest, crafty cruel and marginal men’’. De laatste decennia verschijnen tal van Amerikaanse publicaties met titels als “The Chinese Threat’’, doet men in het Congres aan “Chinabashing’’ en in 2006 duidde het Pentagon China aan als het land dat meest waarschijnlijk de VS in zijn positie als enige supermacht zou uitdagen. Het Russische Verre Oosten is de enige overgebleven grens tussen China en Rusland sinds de implosie van de Sovjet Unie. Migratie tussen de oude buren is altijd al een heikel punt geweest. Het valt te verwachten dat de Sinofobie in de komende jaren met name in het Russische Verre Oosten verder zal toenemen omdat daar de Chinese aanwezigheid het sterkst voelbaar is. In Afrika neemt de Chinese aanwezigheid hand over hand toe. China’s economie draait op volle toeren en de honger naar natuurlijke rijkdommen is


32 | opinie

groot. China ziet in Afrika de perfecte hapklare brok om deze economische honger te stillen. Meer en meer Chinese bedrijven vestigen zich in Afrika. Het handelscijfer steeg van 10 miljard dollar in 2000 tot 100 miljard dollar in 2010! De Chinezen zien hun betrokkenheid en investering in Afrika als een strikt zakelijke aangelegenheid en bemoeien zich, in tegenstelling tot Westerse landen, niet met de interne Afrikaanse politieke aangelegenheden. Afrika staat enerzijds positief tegenover die investeringen. Veel Afrikanen zien China als een aantrekkelijk alternatief voor Europa en de VS. China wordt in Afrika gezien als een belangrijk tegenwicht voor het vaak bemoeizuchtige Westen en als mogelijke bron van ontwikkeling. Anderzijds is er een duidelijk en groeiend anti-Chinees gevoel bij de Afrikaanse bevolking. China zou niet of nauwelijks begaan zijn met het lot van de bevolking. Veiligheidsmaatregelen in fabrieken staan niet op de prioriteitenlijst van Chinese mana-

gers. Overal in Afrika verschijnen publicaties waarbij gewezen wordt op het groeiende Gele Gevaar. Ook Nederland kent al een lange geschiedenis van Chinese aanwezigheid en ook hier werd en wordt met gemengde gevoelens op gereageerd. Sommigen zagen en zien het als gevaar en een bedreiging, anderen als een grote kans. Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw verschenen er voor het eerst met enige regelmaat Chinezen in Nederland. Het waren zakenlieden, reizigers en studenten. Ze verbleven hier slechts tijdelijk en hun aantal was maar klein. Rond het begin van de twintigste eeuw vestigden de eerste Chinezen zich voor langere tijd in ons land. In 1911 werden ze met honderden tegelijk door de stoombootmaatschappijen naar de havens van Amsterdam en Rotterdam gehaald om als stoker de plaats van stakende Nederlandse zeelieden in te nemen. Hierna steeg hun aantal gestaag,

behalve zeelieden ook marskramers die door de Nederlanders “Pindamannen’’ werden genoemd. Ondanks het feit dat de Nederlandse overheid voor de Tweede Wereldoorlog een actieve uitzettingspolitiek voerde, lieten de Chinezen zich niet zo makkelijk wegjagen. In 1938 vonden de leden van de Eerste Kamer het tijd om hun verontrusting uit te spreken over “het voortgezet verblijf der Pindachinezen’’. De grote groei van het aantal Chinezen na de Tweede Wereldoorlog was vooral te danken aan het succes van de Chinese restaurants vanaf 1960. Gedurende de jaren ‘80 keerde het economische tij: de markt voor het Chinese eten raakte verzadigd en kon de almaar groeiende toestroom van restaurants niet meer aan. Vooral in het laatste decennium groeit de Chinese aanwezigheid en invloed ook in Nederland en Limburg sterk. Er is sprake van een groeiend aantal Chinese investeringen en een forse

– ADVERTENTIE –

Alexander Keehnen van TopCopy te Heerlen doet graag zaken met RICOH Document Center Limburg... ... omdat hij vaak adhoc opdrachten krijgt die hij dank zij de weergaloze service en vooral de adequate technische ondersteuning tot een goed einde weet te brengen. Daarnaast is Ricoh Document Center Limburg ook een zakenpartner waar hij van op aan kan.

Pancratiusstraat 39 6411 KC HEERLEN Tel: 045 - 571 88 11 PAwww.topcopy.nl NPA C RN ATCIRUAT S SI TURSASAT T R A3AT 9 6411 6 4K1C1 KHCE E RHLEEENR L E N T 0 4T5 0- 4557 -1 58781 1818 1 1 F 0 4F5 0- 4557 -4 51734 3163 3 6 E t o pE ctooppyc@ o p yl a@npelta. nnle t . n l I w wI w. wtwo w. p ctooppy. c onpl y. n l

Alexander Keehnen van TopCopy en John van Lieshout van Ricoh Document Center Limburg

RICOH DOCUMENT CENTER LIMBURG Business Park Stein 108, 6181 MA Elsloo Tel: +31 46 763 0404 rdc-limburg@ricoh.nl www.ricoh-documentcenter.nl

39


opinie | 33

toename van het aantal bedrijven dat zich hier vestigt. Chinese overnames en nieuwe vestigingen van horecazaken en winkels zijn al lang geen uitzondering meer. Een fors groeiend aantal Chinese artikelen ligt ook in Limburgse winkelschappen. Het aantal Chinese studenten hier groeit. De Chinese overheid ontplooit plannen om binnen 15 jaar een hogesnelheidstrein te laten lopen tussen Beijing en Amsterdam. Limburgse overheden en andere instanties als LIOF, verantwoordelijk voor de promotie van onze regio blijven nog steeds opvallend stil en passief als het gaat om China. Onder de noemer “De Chinese Draak en de Limburgse Struisvogel’’ heb ik dit voorjaar in diverse Limburgse media het feit onder de aandacht gebracht dat tegenover een zeer wakkere Chinese draak een slapende Limburgse struisvogel lijkt te staan. De redenen hiervoor blijven onduidelijk. Vorig jaar is de oproep gedaan aan de Limburgse struisvogel

Boulevard by Harold & Régis

om wakker te worden, het hoofd uit het zand te halen en in beweging te komen. Limburgse overheden en organisaties als LIOF zouden een krachtige en eenduidige visie en een concreet actieplan moeten opstellen over hoe kan worden ingespeeld op de kansen die de Chinese draak biedt. Concrete doelen zouden moeten worden benoemd, krachten moeten worden gebundeld en de handen dienen uit de mouwen te worden gestoken. Nadat deze hartenkreet werd geuit, leek de Limburgse struisvogel héél even wakker te worden en in actie te komen. Sommige instanties en personen verantwoordelijk voor de internationale promotie van Limburg kwamen in beweging en lieten van zich horen. Feit is in ieder geval dat steeds meer Limburgse bestuurders (van gemeenten, provincie en universiteit) deze maanden naar China afreizen. Hopelijk is dit het begin van een proces dat leidt tot gerichte, gecoördineerde en gezamenlijke actie vanuit Limburg die leidt tot het

verzilveren van de kansen die China biedt. Veel Limburgse bedrijven, organisaties en individuele burgers hebben dit al gedaan. Zij hebben zich in de afgelopen jaren al nadrukkelijk gericht op de kansen en mogelijkheden die een toenemende Chinese aanwezigheid en invloed biedt. En vaak met groot succes! Daarnaast oriënteert een steeds groter aantal bedrijven en organisaties zich op de mogelijkheden en kansen die China biedt. Enkele maanden geleden kwamen nogal wat Limburgse bedrijven af op een catalogi-show van Chinese bedrijven die door de Kamer van Koophandel in Roermond werd georganiseerd. Diverse Limburgse handelsdelegaties reizen naar China om nieuwe mogelijkheden aan te boren. Het Gele Gevaar wordt door velen, ook in Limburg, in toenemende mate gezien als een Kans ! Drs. Rob Hermans is directeur-eigenaar van Roha Ventures bv en Chitracon bv

– ADVERTENTIE –

Grand Café | Espressobar | Loungebar | Catering

Stationsstraat 2 6221 BP Maastricht Tel. (043) - 352 16 70 info@boulevard-maastricht.nl www.boulevard-maastricht.nl Op slechts 1 minuut loopafstand van het centraal station!

Ontbijt, lunch, koffie, borrels, high tea, feesten en partijen!

Boulevard smaakt & raakt!


– ADVERT

Bij Rabobank Private Banking gaat het om het verhaal achter het vermogen

Banking bij Rabobank Centraal ZuidLimburg. “En dat is nou precies wat we willen.” Roger Holtus, binnen Rabobank Parkstad Limburg verantwoordelijk voor Private Banking, drukt het nog sterker uit: “We kunnen niet anders. Zo werken wij bij de Rabobank. Het zit in onze genen.”

Het heeft alles te maken met de coöperatieve achtergrond van de banken. De Rabobank kent geen aandeelhouders die dividend uitgekeerd krijgen. Geen bonussen voor bankiers. Bij de Rabobank draait het om de klant. Bij Private Banking gaat het om de relatie met de klant. “Wij zijn niet transactiegedreven, we vinden het vertrouwen en een langdurige, persoonlijke relatie met onze klant veel belangrijker”, zegt Joost Frantzen. Uiteindelijk bepaalt de klant hoeveel risico hij wilt nemen, maar de Rabobank zal zeker niet altijd met de klant mee gaan. “Als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is dat vaak ook zo. Dat moet je als Private Banker ook durven zeggen, ook al is de visie van de klant anders”, zegt Roger Holtus.

Is het toeval dat steeds meer vermogende mensen kiezen voor de Rabobank? In turbulente economische tijden is dat misschien niet eens zo vreemd. Juist in grillige tijden kiezen mensen voor zekerheid en vertrouwen. Dat vinden ze bij de Rabobank.

De vier Rabobanken in Zuid-Limburg verstaan als geen ander de kunst van zorgvuldig omgaan met het vermogen van klanten. De vier managers Private Banking van de Zuid-Limburgse Rabobanken in gesprek over vermogen, vermogensbeheer en waarom het belangrijk is het verhaal achter het vermogen te kennen. John van Nieuwenhoven (Rabobank Westelijke Mijnstreek), Roger Holtus (Rabobank Parkstad Limburg), Joost Frantzen (Rabobank Maastricht e.o.) en Frank Leistra (Rabobank Centraal Zuid-Limburg) staan met een team van ruim vijftig accountmanagers en specialisten klaar om het vermogen van hun klanten te beheren. “Persoonlijke aandacht, waarbij gekeken wordt naar de doelen en ambities, vormt het uitgangspunt”, legt John van Nieuwenhoven, manager Private Banking bij Rabobank Westelijke Mijnstreek, uit. “Het vermogen is één, het verhaal erachter is twee. Bij elk vermogen hoort namelijk een verhaal. Waar het vandaan komt, hoe het is opgebouwd, hoe hard ervoor is gewerkt en welk doel de klant met het vermogen heeft. Dat doel kan bijvoorbeeld pensioen, een woning of studerende kinderen zijn. Wij proberen de ambities en doelen van de klant in beeld te krijgen en daar stemmen we het beheer van zijn vermogen op af”, zegt Van Nieuwenhoven. “Met beide benen op de grond.” Zo karakteriseert zijn collega, Joost Frantzen, manager Private Banking bij Rabobank Maastricht e.o., Private Banking bij de Rabobank. “Gewoon jezelf blijven. Dat typeert onze klanten en dat verlangen ze ook van ons. Het is ook een vaak gehoorde opmerking van onze klanten.” “Jullie zijn zo gewoon”, klinkt het regelmatig zegt Frank Leistra, manager Private

De crisis is ook aan de klanten van Rabobank Private Banking niet ongemerkt voorbij gegaan, maar dan komt vertrouwen weer om de hoek kijken. John van Nieuwenhoven: “Ook onze klanten hebben de afgelopen tijd, na de dalende beurskoersen, natuurlijk zorgen gekend. We wachten echter niet tot klanten contact met ons opnemen. We benaderen hen proactief en leggen uit hoe de situatie is. Dat waarderen ze. Aan het dalen van de koersen kunnen we niet veel veranderen, maar we kunnen klanten wel geruststellen. Want ook het verhaal achter het vermogen is gebaseerd op een lange termijnvisie.” De ambities van de Private Bankers van de Rabobank zijn groot. “De Rabobank is niet meteen de eerste bank waar aan gedacht wordt door vermogende mensen”, zegt Frank Leistra. “Toch is de Rabobank een sterke partij als het gaat om vermogensbeheer en vooral in deze turbulente tijden zien we in de afgelopen twee, drie jaar dat steeds meer mensen onze bank weten te vinden. Mensen willen toch zekerheid en vertrouwen. De Rabobank biedt dat vertrouwen.” Joost Frantzen: “Het gaat niet alleen om het realiseren van financiële doelstellingen. Rabobank Private Banking heeft aandacht voor alle aspecten rond het vermogen. Een verantwoord beleggingsbeleid is vanzelfsprekend een kerntaak. Maar ook bedrijfsoverdracht, de zorg voor de nalatenschap en de maatschappelijke belangstelling. Alles krijgt een passende plek in een duidelijke


TORIAL –

Van links naar rechts: Frank Leistra, John van Nieuwenhoven, Roger Holtus en Joost Frantzen

samenhang. Met het perspectief om een langd rige relatie op te bouwen met klanten en hun vermogen verder te brengen.” De Rabobanken hebben een schat aan ervaring, kennis en deskundigheid in huis. En wat wel zo prettig is, is dat medewerkers van de Rabobank erg gehecht zijn aan hun werkgever. Dat maakt dat veel klanten jarenlang met dezelfde accountmanager spreken. Iemand die het verhaal achter de klant kent en goed op de hoogte is van de ambities. Dat vormt de basis voor de dienstverlening van Private Banking. Die relatie wordt nog eens onderstreept door de vele bijeenkomsten, kennissessies of netwerkborrels die de bank organiseert. Frank Leistra: “Het succes van Rabobank Private Banking is mede te danken aan het feit dat mensen zien dat de bank ook iets terugdoet voor de samenleving. De bank investeert in het verenigingsleven, in topsport. Veel ondernemers zijn maatschappelijk betrokken. Zij vertrouwen niet alleen hun geld toe aan de Rabobank, ze zien ook dat de Rabobank in hun directe omgeving iets terugdoet. Weer dat persoonlijke, die warme band met de maatschappij. Een imago dat de Rabobank koestert en uitbouwt.” Relatiebeheer bij de Rabobank is ook regelmatig in gesprek gaan met de klanten. Roger Holtus: “We monitoren wat er gebeurt en nodigen de klant regelmatig uit voor een gesprek. Daar bespreken we de gang van zaken en kijken of de dienstverlening aangepast moet worden. De wereld is veranderlijk, de beurs beweeglijk en de gezinssituatie verandert ook. Daarom is het goed regelmatig met elkaar van gedachten te wisselen.” De dienstverlening wordt door alle managers omschreven als laagdrempelig. “Niet alleen omdat mensen met een vermogen vanaf € 80.000 kunnen rekenen op de professionele ondersteuning

“Het vermogen is één, het verhaal erachter is twee.”

van Private Banking”, legt Frank Leistra uit. “Maar zeer zeker ook onze nuchtere cultuur spreekt veel mensen aan. Het feit dat de Rabobank de crisis goed heeft doorstaan en een AAA-rating heeft, is voor veel mensen een reden om te kiezen voor onze bank.” Wie over Private Banking wil praten is welkom voor een gesprek. We nodigen u van harte uit uw verhaal met ons te delen. Uw verhaal is ons vertrekpunt. Bij ons krijgen uw ambities de aandacht die ze verdienen. Daarmee maken we Private Banking ook echt private. Dat is ons idee. www.rabobank.nl/privatebanking


36 | dossier wonen

Wake up call voor

onroerend Limburg

Limburg heeft ander vastgoed nodig. De demografische veranderingen – als gevolg van krimp, vergrijzing en verrijking – schreeuwen daar namelijk om, zegt hoogleraar vastgoedfinanciering en vastgoedbeleggingen Piet Eichholtz. Daartoe moeten lokale overheden veel meer samenwerken om ‘bouwen voor de leegstand’ te voorkomen. Maar ook: in de aanval gaan, want ‘slopen is verdedigen’. “Demografische ontwikkelingen zijn zo voorspelbaar, het is geen rocket science. Het ons allemaal laten overkomen alsof het onverwacht is, zou dan ook een domme fout zijn.” door Gwen Teo foto Jean-Pierre Geusens

De cijfers liegen er nu eenmaal niet om. De onroerendgoedmarkt kreunt al een hele tijd. In Limburg ook: het aantal geregistreerde verkochte woningen bedroeg in juli 2010 730. Twaalf maanden later waren het er 104 minder, registreerde het Kadaster. Met name hoekwoningen waren weinig in trek. Winkelgebieden worstelen met lege panden. Bedroeg de procentuele leegstand naar meters in 2006 nog 7 procent in Limburg, op 1 juli van dit jaar was dat percentage al opgelopen tot 9,6 procent, aldus Locatus, informatieleverancier van winkelvastgoed. Wat omgerekend 46 procent hoger is dan het landelijk gemiddelde. De demografische toekomst voor kantoren? Op Europees niveau neemt de behoefte aan kantoorpanden alleen maar af. Want terwijl in Azië en Noord-Amerika tussen 2010 en 2050 groei op het programma staat, geldt precies het tegenovergestelde voor de Europese kantorenmarkt, voorspellen de Verenigde Naties. Op provinciaal Limburgs niveau meldt DTZ Zadelhoff 6,8 procent leegstand in 2007, tegenover 8,2 procent medio 2011. De gemiddelde huurprijs per vierkante meter per jaar nam daarentegen niet af, die liep juist op. Wie met deze cijfers in het achterhoofd nadenkt over de demografische ontwikkelingen in Limburg komt waarschijnlijk snel tot de conclusie dat gericht,

overkoepelend beleid noodzakelijk is. Bovengemeentelijke en bovenregionale afstemming. Anders gaat het uiteindelijk mis. Een voorbeeld: extra woningvoorraad kweken in gemeente X zonder daarbij passende bevolkingsgroei betekent sloop in omliggende plaatsen. Aldus hoogleraar vastgoedfinanciering en vastgoedbeleggingen Piet Eichholtz (48) van de Universiteit Maastricht. Hij waarschuwt zodoende voor ‘ambitieuze wethouders en burgemeesters’, die alleen binnen de eigen gemeentegrenzen en in (relatief) korte termijnen redeneren. “Lokale overheden moeten meer samenwerken op het gebied van ruimtelijke ordening om goed te kunnen anticiperen op de veranderingen. De handen structureel ineenslaan met buurgemeenten. Met zijn allen naden-

ken: wat is in deze regio aan onroerend goed nodig? Niet zomaar veel bouwen, want dan bouw je voor leegstand. Dat geldt zowel voor de woning- als de kantorenmarkt.” Een aanpak op meerdere sporen tegelijk is noodzakelijk. Gemeenten moeten elkaar niet beconcurreren bij het binnenhalen van prestigieuze bedrijven door zonder overleg bouw van nieuwe kantoren toe te staan. De gemeente die het bedrijf ‘verliest’, zit namelijk niet alleen daar mee in de maag, maar ook met een leegstaand gebouw dat als gevolg van een dalende beroepsbevolking en het nieuwe werken niet meer wordt gevuld. Voorts moeten woningcorporaties met slecht bezit daarop worden aangesproken. Er moet wor-

MARKTINfO KANTORENMARKT LIMbuRg Regio Limburg: Maastricht (incl. Airport), Heerlen, Roermond en Venlo (x 1.000 m2 v.v.o)

2007

2008

2009

2010

medio 2011

Aanbod

107.000

128.000

130.000

137.000

135.000

Leegstand (%)

6,8%

7,9%

8,2%

8,4%

8,2%

Leegstand (m²)

97.376

114.076

120.701

125.496

122.344

Gemiddelde huurprijs

€121

€121

€126

€125

€141

(per m²/ jaar, excl. evt. incentives) Bron: DTZ Zadelhoff


dossier wonen | 37

Piet eichholtz

den gesloopt - en wellicht sneller en meer dan gepland. Financieel is dat een lastige kwestie. Slopen is duur. Zodoende pleit Eichholtz voor onder meer sloopcompensatiefondsen om die kosten te kunnen dragen. Dat is overigens niet iets wat alleen Zuid-Limburg aangaat, maar ook het midden van de provincie. Want in tegenstelling tot Noord-Limburg - waar, zoals het er nu uitziet, het aantal huishoudens de komende dertig jaar redelijk stabiel blijft - slaat de krimp volgens de prognoses juist dáár de komende tijd hard toe. Zo hard, dat Zuid- en Midden-Limburg over pakweg dertig jaar mogelijk bijna op hetzelfde ‘krimppunt’ uitkomen. Hoewel die vooruitzichten in de loop der tijd nog kunnen veranderen, doet Midden-Limburg er verstandig aan goed te analyseren wat in Parkstad is gebeurd, benadrukt de hoogleraar. Om dezelfde problemen te voorkomen. Of om in elk geval de gevolgen daarvan te vermijden. Beseffen Limburgse beleidsmakers voldoende wat er voor de deur staat? “Het merendeel wel. Ze weten dat een plan van aanpak op grotere schaal nodig is. Maar

het blijft te vaak bij ‘ermee bezig zijn’ en ‘er nog eens over praten’.” Als daar geen verandering in komt, dan voorziet hij dat het zuiden van het land weleens in een flinke neerwaartse spiraal kan belanden. In het ergste geval met alsmaar dalende woningprijzen en als uiteindelijk resultaat verpauperde gebieden waar niemand meer wil wonen. Die hetzelfde trieste lot zijn beschoren als bepaalde steden in Wallonië. Hoopgevender is de manier waarop de Westelijke Mijnstreek de zaken aanpakt. Daar wordt Eichholtz ‘vrolijk van’. De totale woningvoorraad hoeft in de Westelijke Mijnstreek niet meer te groeien. Zodoende is het uitgangspunt nu dat de woningmarkt aldaar moet transformeren ‘van meer naar beter’ en geldt sindsdien het principe ‘één goede woning erbij, één slechte eraf ’. Horst aan de Maas, de Limburgse winnaar in Elseviers ‘Beste gemeenten 2011’-lijst (nummer 135 op de complete nationale ranglijst, in totaal 418 gemeenten, red.), probeert de kop

ook uit het zand te houden. Geconfronteerd met lastige prognoses over een toename van de woningvoorraadbehoefte tot 2030, daarna – volgens voorspellingen – gevolgd door een afname daarvan, kijkt de gemeente enerzijds naar een concept dat ‘tijdelijke woonunits’ behelst. Die, indien inderdaad nodig, eenvoudig zijn weg te halen over twintig, dertig jaar. Anderzijds staan fondsvorming om sloop en transformatie te kunnen betalen en verdienmodellen om ‘straks de woningvoorraad te transformeren dan wel te verdunnen’ op de agenda, zegt verantwoordelijk wethouder Leon Litjens (CDA). Dat betekent overigens niet dat in Horst aan de Maas niet meer wordt gebouwd. Wel dat ‘toekomstproof ’ de leidraad is. Ook zit de gemeente om tafel met woningcorporaties om prestatieafspraken te maken over sociale huurwoningen die niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. “We zijn ermee bezig. Corporaties hebben het momenteel financieel niet gemakkelijk. Ze kunnen weinig woningen verkopen en moeten geld afdragen door regels vanuit Den Haag. Dat


38 | dossier wonen

Woongebied De Risselt in Horst aan de maas foto gemeente Horst aan de maas

belemmert het functioneren.” (Meer Horst aan de Maas op pagina 44.) Slopen is verdedigen, aanvallen moet je daarnaast ook, stelt Eichholtz. De tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting van 6 naar 2 procent valt daar, in lange termijn-denken, niet onder. “De verlaging wordt straks ongetwijfeld doorberekend in de woningprijzen, waarna die weer even hoog als voorheen zullen zijn.” Dus slechts effect van korte duur. Om een positieve impuls voor langere tijd te bewerkstelligen, kan de regio zich het beste richten op hetgeen ze heeft en waaraan het andere regio’s ontbreekt: studenten. Duizenden studenten, die jaarlijks aan een studie beginnen aan de Universiteit Maastricht, Hogeschool Zuyd en, last but not least, RWTH Aachen. En zich in dat kader in de regio vestigen. In het studiejaar 2010-2011 telden de opleidingen om precies te zijn gezamenlijk 62.147 studenten. “In plaats van campagne te voeren om gezinnen vanuit de Randstad naar Limburg te trekken, moet alle intel-

lectuele denkkracht daarop focussen. Het moet aantrekkelijk worden voor een deel van die studenten, die toch al hier zijn, om zich na hun studie definitief in dit gebied te vestigen. Het is namelijk aanmerkelijk makkelijker om mensen ergens te laten blijven, dan ze het halve land door te laten verhuizen. Bovendien houden de regiobrandingargumenten geen stand: Limburg ligt realistisch gezien toch echt wel ver weg van de Randstad.” Overigens hebben rust- en ruimtezoekers voldoende keus uit andere steden, denk aan Middel-

burg, die veel dichter tegen de Randstad aanschurken. Dus wijzig de koers nu het nog kan, luidt het advies. “Van de gouverneur tot gedeputeerden, de colleges van B&W, gemeenteambtenaren en onderzoeksbureaus, bij iedereen zou de enorme economische potentie van de studentenpopulatie hoog op de agenda moeten staan. Maar in werkelijkheid is niemand daar structureel mee bezig. Niemand.” Human capital is voorts van wezenlijk belang. Hoger opgeleiden, mensen

vERgRIJZINg IS gOEd Overigens hebben de demografische ontwikkelingen ook een positieve kant. Het klinkt velen wellicht nieuw in de oren, maar vergrijzing geeft geen neerwaartse druk op de woningmarkt. Integendeel zelfs, blijkt uit onderzoek. Voordat mensen pakweg een jaar of tachtig zijn, neemt die vraag eerder toe dan af. Naar een grotere woning, van goede kwaliteit. Piet Eichholtz: “Het is een mythe dat oudere mensen kleiner willen wonen en een zorgflat nodig hebben. Dat is gemiddeld pas heel laat in het leven aan de orde.” De woningmarkt moet meegaan met de tijd. “Enerzijds vindt de benodigde kwaliteitsslag vanzelf plaats: klussende huiseigenaren investeren fors in hun eigendom. Anderzijds moeten woningcorporaties daarvoor aan de bak. Slopen, betere woningen bouwen.”


dossier wonen | 39

met hoge(re) inkomens en het liefst een goede gezondheid. Dan neemt de woningvraag toe. “Human capital heeft koopkracht. Geld dat wordt besteed in winkels, kaarten voor LSO-concerten koopt. Ik durf te beweren dat André Rieu zonder de vestiging van de universiteit in Maastricht nooit zo beroemd was geworden. Dan had hij in het zuiden namelijk geen publiek gehad en was hij nooit doorgebroken.” Wat willen die potentiële nieuwe Limburgers? De arbeidsmarkt hier heeft niet de meest geweldige reputatie en het grote aantal betaalbare woningen per vierkante kilometer is dus vooralsnog een onvoldoende overtuigend argument gebleken. Volgens Eichholtz luidt het antwoord: investeer in dingen die jongeren interesseren. En wees daarbij vooral creatief. Ontplooi nieuwe activiteiten. Wellicht wat ver over de grens, maar in Austin, Texas (V.S. red.) is men daar goed in geslaagd: “Dankzij onder

meer investeringen in de popcultuur.” De Culturele Hoofdstad-ambities bieden mogelijkerwijs een aanknopingspunt. Dynamiek sowieso. Maar is het de juiste? Wel als de plannen worden afgestemd op de doelgroep. Oftewel: niet overwegend ‘kunst voor 50-plussers, klassieke concerten en Shakespeare in Limburgs dialect’. “Die cultuur zorgt niet voor de dynamiek die we hier nodig hebben. Als ik naar het bestuur kijk, dat toch voornamelijk uit ouwe lullen zoals ik bestaat, dan rijst de vraag of VIA2018 succesvol kan worden gekoppeld aan de aanpak van deze problematiek. Zelf woon ik inmiddels tweeëntwintig jaar met veel plezier in deze regio. Maar er stijgt hier toch een lichtburgerlijke geur op, die voor jongeren niet aantrekkelijk is.”

moeite met dergelijke beslissingen uit angst voor negatieve beeldvorming. Ik zeg: demografische veranderingen vinden geleidelijk plaats. De markt hoeft niet mórgen geherstructureerd te zijn, je kunt het prima plannen. Maar je moet het wél doen. Dat houdt in: aanvallen, én verdedigen waar het nodig is. Gericht slopen om verdere kapitaalvernietiging te voorkomen. Niet gaan roepen: dat willen we niet, want dan komt onze gemeente negatief in de krant. Dat is struisvogelpolitiek. Met die houding kom je er niet en kun je straks alleen kiezen voor reactief beleid. Demografische veranderingen zijn zo voorspelbaar, het is geen rocket science. Dus tel je zegeningen en ga aan de slag.”

Krimp, sloop, ontgroening, het zijn beslist heikele onderwerpen voor veel gemeentebesturen. “Die hebben grote

– ADVERTENTIE –

Een professioneel team vertrouwd met uw regio!

www.battacs.nl


Henk Stevens foto WoonGoed2-Duizend


dossier wonen | 41

Henk Stevens vertrekt na 30 jaar bij Beeselse corporatie WoonGoed2-Duizend

‘ja, ik ben eigenzinnig’ Hij is een buitenbeentje in corporatieland. Wars van uiterlijk vertoon, soms tegendraads, maar wel succesvol. Het tekent directeur Henk Stevens (64) van de Beeselse corporatie WoonGoed 2-Duizend dat bij zijn afscheid geen plaats is ingeruimd voor bobo’s. Op landgoed Groenewoud treden Rowwen Hèze en onder meer Thei en Marij op voor de 5000 huurders. Alleen de huurders zijn uitgenodigd. ,,Die hebben altijd centraal gestaan. Ook nu ik vertrek”. door Peet Adams

Zomaar een paar wapenfeiten van Henk Stevens, die in drie decennia is uitgegroeid tot de belichaming van WoonGoed2-Duizend. De kleine Limburgse corporatie heeft rond 1990 landelijk de discussie aangezwengeld over de verkoop van sociale huurwoningen. ,,Ik moest op verzoek van staatssecretaris Heerma opdraven in het Kurhaus, waar de top van het ministerie van Volkshuisvesting klaar zat. Ik wist ze te overtuigen dat je met de opbrengst van de verkoop van huurwoningen weer mooie dingen kunt doen voor de zittende huurders en hun omgeving. Daarmee hebben we in Nederland voor een doorbraak gezorgd,” lacht Stevens. WoonGoed2-Duizend heeft allerlei slimme constructies bedacht om koopwoningen toch bereikbaar te maken voor mensen een kleine beurs. Huurkoop en gunstige erfpachtconstructies zijn daar maar enkele voorbeelden van. De Beeselse corporatie is financier en eigenaar van studentenflats in Delft en Den Haag. Een uiterst lucratieve investering gezien het grote tekort aan studentenhuisvesting. De woningstichting heeft het initiatief genomen voor de ronduit baanbrekende wijk Bosdael in Reuver waar jong, oud en zorgbehoevenden samen met elkaar leven in moderne en duurzame woningen, boordevol domotica om ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Bosdael is zowel provinciaal als landelijk een voorbeeldwijk van zorg om de hoek en in de wijk. Stevens erkent: ,,Dit is de kroon op mijn werk. En ik kan het nu wel verklappen: we zijn ooit met de bouw van Bosdael gestart, zonder dat we de beschikking

binnen hadden. Het duurde ons allemaal te lang”. WoonGoed2-Duizend toont een meer dan doorsnee maatschappelijke betrokkenheid. De corporatie heeft zelf de kern van Beesel opgeknapt en gezorgd voor voorzieningen als een bibliotheek en een postkantoortje. Een museum en een VVVwinkel liggen in het verschiet. Die aanpak illustreert de corporatie ook in Echt-Susteren en dat leidt bij de bevolking vaker tot opmerkingen dat de corporatie meer klaarspeelt dan de lokale overheid. Stevens: ,,Wij opereren met een ondernemersvisie. De overheid heeft die visie niet. Onze drive is maatschappelijke doelstellingen te realiseren door sociaal ondernemerschap. Ons motto is simpel: we zijn er voor de mensen”. In Koningsbosch is de corporatie overigens volop in de weer met de herbestemming van het kloostercomplex. Een initiatief dat cruciaal is voor de toekomstige leefbaarheid in dat dorp. WoonGoed2-Duizend krijgt uitzonderlijk hoge waardering van de experts in corporatieland. Het zogenaamde visitatieonderzoek, dat elke woningstichting periodiek moet laten verrichten, leverde recent een kleine acht op. Conclusie van de visitatiecommissie: zelden een corporatie beoordeeld met zo’n tomeloze daadkracht. Natuurlijk is er ook kritiek. De samenwerking met de gemeenten zou beter kunnen. Zowel in Beesel als in EchtSusteren morren bestuurders dat de corporatie te zeer haar eigen weg gaat. ,,Ja, we zijn eigenzinnig. We zetten stappen vooruit en verkondigen dat we een bepaalde koers uit willen. En dat

valt niet altijd goed”, knikt Stevens. En de corporatie is voor de buitenwereld te onzichtbaar en te bescheiden. Veel successen zijn onopgemerkt gebleven voor het grote publiek. Stevens nuchter: ,,Wat heeft het voor zin om jezelf op de borst te kloppen?” De corporatiedirecteur is de fase voorbij van het geloof in een maakbare samenleving. Met een overheid die van de wieg tot het graf zorgt. De bevolking is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor zaken als onderwijs, gezondheid en ook de huisvesting, zo oordeelt Stevens nu. ,,Mensen met een te hoog inkomen, horen niet in een sociale huurwoning. Aan de andere kant: als mensen een eigen woning niet kunnen betalen, moeten we voor ze opkomen. Dat is gewoon een kwestie van beschaving”. Henk Stevens zegt met een goed gevoel afscheid te nemen van zijn corporatie. ,,De organisatie staat op sterke benen, we zijn financieel gezond, ook voor de lange termijn en we hebben een mentaliteit van niet te veel praten, maar vooral doen”. Hij wilde trouwens eigenlijk geen afscheidsfeest. ,,Maar als het dan toch moet, maak er dan een feest van voor de huurders, heb ik voorgesteld. En dat is geaccepteerd”. En hoe ziet het leven eruit na WoonGoed2-Duizend? Stevens: ,,Ik verdwijn heus niet helemaal van het toneel. Ik ben gefascineerd door de mogelijkheden om echt vernieuwend te bouwen. De ontwikkeling van starterswoningen bijvoorbeeld die zo goedkoop zijn, dat ze voor iedereen te bereiken zijn”.


Damiaanberg staat voor exclusief wonen op een toplocatie. Midden in het groene hart van Damiaanberg wordt een markant woongebouw gerealiseerd met 8 stijlvolle appartementen en 3 luxe penthouses. Uitkijkend richting het Geuldal bieden deze appartementen luxe, ruimte en comfort; • • • • •

luxe Siematic keuken en fraai Villeroy & Boch sanitair riante leefruimtes, 2 cq. 3 slaapkamers en 1 cq. 2 luxe badkamers duurzame toepassingen middels vloerverwarming 1 of 2 fraaie balkons cq. terrassen diverse indelingsvarianten mogelijk

Kortom: een prachtig uitzicht op wonen in luxe! Oppervlakte van 158 m2 tot 192 m2 Verkoopprijzen vanaf: € 419.000,- v.o.n.

Uw bestaande woning, onze zorg... Bij de verkoop van de 11 luxe appartementen hebben wij het genoegen om u een speciale regeling aan te bieden. Een appartement kopen zonder zorgen over twee woningen of dubbele woonlasten, kan dat? In Damiaanberg kan dat! Koop nu een luxe appartement en wij ondersteunen u bij de verkoop van uw huidige woning; uw bestaande woning, onze zorg…. Wij bieden u het onderstaande kostenloze pakket: • professionele ondersteuning bij de verkoop van uw woning • courtagevergoeding voor de verkoop van uw woning • het adverteren van uw woning • gratis verkoopstyling van uw woning • mogelijkheid tot ontbinding van de aankoop van het appartement Damiaanberg bij niet succesvolle verkoop van uw woning Kortom, informeer bij de makelaar naar deze en overige zeer aantrekkelijke verkoopvoorwaarden!

ontwikkeling

verkoop en informatie

t. 043 361 62 63


dossier wonen | 43

Leegstand behoort tot de minste van nederland Roermond bouwt ook door aan positie als kantorenstad door Peet Adams foto Peter Wouters

Roermond mag dan stormachtig gegroeid zijn als retailstad; parallel aan dat succes blijft de belangstelling voor kantoren ook op peil. Dit in tegenstelling tot de landelijke tendens, waarbij al geroepen wordt dat het kabinet een kantorenbouwstop moet afkondigen. The sky is the limit. De mogelijkheden zijn onbeperkt. Als je er maar in gelooft. De skyline van Roermond bewijst het. Bij de westelijke entree van de stad is het de Natalini-toren die het zelfbewustzijn en het economisch succes van de stad uitstraalt. Het nieuwe kantoor van de Rabobank RoermondEcht illustreert aan de zuidkant van de stad dat Roermond ook the place to be is om te investeren in kantoorruimte. En langs dat nieuwe slagschip van de Rabobank verrijzen alweer de contouren van een nieuw bedrijfsverzamelgebouw: Roerpoort. Maar ook in het oostelijk deel van het centrum, het Stationsgebied, domineren bouwkranen de horizon. Dat project moet de omgeving van het spoor ook een stadse allure geven door een combinatie van nieuwe kantoren en woonruimte. Er is nog een belangrijke reden waarom bedrijven de komende jaren wel

eens voorrang aan Roermond zouden kunnen geven voor een nieuwe kantoorvestiging boven Maastricht: de werkzaamheden aan de A2-tunnel die de bereikbaarheid van de provinciehoofdstad hoe dan ook onder druk zetten. En dan met name de bereikbaarheid van het kantorencentrum Randwijck in Maastricht. Landelijk zit de kantorenmarkt in een megadip. Ruim zeven miljoen vierkante meter kantoorruimte is in de aanbieding. Dat is 14,4 procent van het totale aanbod. Roermond behoort met Heerlen en Maastricht in Nederland tot de gemeenten met de minste leegstand: zo’n acht procent van het aanbod kantoren ligt leeg. De uitgangspositie van Roermond is daarbij nog een stuk gunstiger, omdat het aanbod kantoorruimte veel beperkter is dan in Zuid-Limburg. In de hele provincie is zo’n 360.000 vierkante meter kantoorruimte in de aanbieding. Daarvan ligt 247.000 vierkante meter in Zuid-Limburg, 53.000 vierkante meter in Noord-Limburg en 61.500 in Midden-Limburg. Dat aanbod is vorig jaar zowel procentueel als absoluut het meest gedaald in de regio Roermond: met bijna 13.600 vierkante meter

om precies te zijn. Directeur Tilman Schreurs van de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg BV geeft drie redenen aan waarom Roermond zich ook op de kantorenmarkt redelijk tot goed weet te handhaven: ,,Met de komst van de A73-Zuid is de ontsluiting van Roermond geoptimaliseerd. De stad heeft daarmee een centrale ligging gekregen en dat is een van de belangrijkste voorwaarden voor nieuwe bedrijfsvestigingen”. De uitstraling van Roermond als succesvolle retailstad is een andere reden waarom er volgens hem animo blijft bij ondernemers om domicilie te kiezen in de Bisschopsstad. ,,Het bedrijfsleven vestigt zich nu eenmaal graag in regio’s waar het economisch voor de wind gaat”. Tilman Schreurs wijst ook nadrukkelijk op het economische klimaat in de stad, dat gestalte wordt gegeven door een gemeentebestuur dat ondernemers de ruimte biedt, faciliteert en de helpende hand biedt bij vestiging in Roermond. ,,Daarmee zorgt Roermond echt voor het onderscheid, zo hoor je steeds vaker in ondernemerskringen”, aldus Tilman Schreurs. Toch is er ook voor Roermond geen reden om nu ongebreideld kantoren te gaan bouwen. Vraaggestuurde en op maat gesneden bouw van kantoren is het parool voor de komende jaren. Het zogenaamde nieuwe werken betekent dat kantoren in de toekomst minder werkruimte, maar meer ontmoetingsplek zijn. Er is dus minder ruimte nodig. En het is onvermijdelijk dat ook in Roermond, net als in de rest van Limburg, verouderde en daarmee onverkoopbare kantoorpanden, worden gesloopt. Uit allerlei onderzoeken blijkt trouwens dat de ligging langs een autoweg niet meer de enige doorslaggevende reden vormt in de keuze voor een nieuw kantoor. Het draait bij die keuze veel meer om de juiste mix van wonen, werken en winkelen. Op die terreinen heeft Roermond natuurlijk ijzersterke troeven in handen. Niet alleen met de historische binnenstad, het alsmaar uitdijende, designer outlet center, maar ook met de landelijke uitstraling van een wijk als Oolderveste en de culturele uitstraling, waarvoor het ECI-complex op termijn gaat zorgen.


44 | dossier wonen

horst aan de Maas: lefgozertje op de Limburgse woningmarkt door Peet Adams

De meeste Limburgse gemeenten wachten af en hopen op betere tijden voor de stagnerende woningmarkt. Er is een uitzondering: Horst aan de Maas. Onder leiding van wethouder Leon Litjens (CDA) trekt die gemeente zelf alle registers open om de huizenmarkt weer vlot te trekken. Horst aan de Maas biedt zelfs de garantie dat de gemeente de huidige woning van huizenkopers overneemt. Die garantie is nog maar een onderdeel van een uitgebreid pakket zekerheden waarmee kopers in de watten worden gelegd. Leon Litjens is helder: natuurlijk loopt de gemeente risico door maximaal 2,5 miljoen te reserveren om voor huizenkopers de nachtmerrie weg te nemen dat ze na aankoop van een woning blijven zitten met hun eigen huis. En als het Rijk banken opkoopt om mega economische en maatschappelijke problemen te voorkomen, vindt Litjens het alleszins te rechtvaardigen dat de gemeente woningkopers extra zekerheid biedt. “Ook in Horst aan de Maas spreek je over maatschappelijke en economische malaise als die woningmarkt blijft stagneren. Jongeren hebben geen kans op een huis, de werkgelegenheid brokkelt af en mooie bouwprojecten komen niet meer van de grond. Trouwens wat is het alternatief ? Niets doen? Beweging op de huizenmarkt levert allerlei aanvullende economische impulsen op. Voor de bouwwereld, maar ook voor de meubelzaken, de schilder en het tuindersbedrijf. En woningverkopen betekent ook minder renteverlies voor de gemeente. De grondeigendommen liggen nu maar braak. Het mes snijdt dus aan twee kanten”. Het bouwprogramma van Horst aan de Maas is ambitieus. Er liggen plannen voor zo’n 1200 nieuwbouwwoningen die in 2020 moeten zijn gerealiseerd. De komende twee jaar is er al ruim-

te voor 400 woningen. Litjens en de rest van het college van B en W leggen zich niet neer bij doemscenario’s over krimp. Het economisch perspectief van Greenport, de aanwas van arbeidsmigranten en de opvang van de eigen woningbehoefte betekenen volgens hen beslist niet dat er gebouwd wordt voor leegstand. Het grootste bouwplan is De Afhang dat voorziet in 550 woningen in alle prijsklassen aan de westrand van Horst. De gemeente verkoopt daar kavels voor vrije sector woningen. Het is leuk meegenomen dat het kabinet Rutte de overdrachtsbelasting heeft teruggebracht van zes naar twee procent. Dat zet geen zoden aan de dijk in de nieuwbouwsector, maar is wel voordelig voor de doorstroming, omdat verkopers van bestaande woningen wel profiteren. Met name voor kopers in De Afhang geldt de garantieregeling, dat de gemeente in eerste instantie maximaal tien bestaande woningen met een marktwaarde van 250.000 euro opkoopt, als de verkopers maximaal 18 maanden na ondertekening van de akte hun huis niet kwijtgeraakt zijn op de vrije markt. Wethouder Litjens oordeelde maanden geleden al dat alleen met een innovatieve aanpak voor een doorbraak op de woningmarkt zou kunnen worden gezorgd. Hij kwam in contact met Woonketting. Een bedrijf van twee jonge financieel deskundigen uit Echt en Neer, die met een volledig nieuw concept op de markt kwamen, waarbij kopers en verkopers nadrukkelijk met elkaar in contact worden gebracht. Die kopers en vrijkopers vormen schakels en leggen allemaal een solidariteitsbijdrage in van vijf procent in de aan- en verkoopprijs. De laatste woning in de schakel kan daardoor veel goedkoper op de markt worden gebracht, waardoor de overige huizen in de schakel

Leon Litjens

ook meteen verkocht zijn. Voorbeeld: Gezin A uit Venray heeft zijn huis te koop staan voor vier ton. Stel B uit Venlo heeft belangstelling maar moet zijn woning van drie ton nog kwijt zien te raken. Daarvoor is interesse van familie C uit Roermond, die al een jaar lang een huis van twee ton te koop heeft. De drie schakels leggen samen de bijdrage van vijf procent bij elkaar. Dat is 45.000 euro. Familie C kan de Roermondse woning nu aanbieden voor 155.000 euro. Dat is binnen enkele weken verkocht. Dat betekent dat de woningen van A en B nu ook verkocht zijn. Litjens: ,,Als gemeente voeren we de regie. Woonketting voert uit. Met een heel persoonlijke benadering van eventuele aspirant-kopers. De gemeenteraad is in juni akkoord gegaan met onze aanpak. Ik verwacht eind van dit jaar, begin 2012 de resultaten van onze actie. Bij ons pakket horen ook nog renteloze startersleningen en speciale projectfinanciering van de bank”. De woningmarkt in Horst aan de Maas is voornamelijk lokaal getint. 95 procent van de woningtransacties zijn inwoners die van het ene naar het andere koophuis gaan. ,,Het is maatwerk dus. Maar zo’n maatwerk zou ook prima passen om bijvoorbeeld weer een stroomversnelling te krijgen in de verkoop van Ruimte voor Ruimte-kavels door de provincie. In deze economisch mindere tijden moet je naar kansen blijven zoeken. Er zijn nog altijd tienduizenden mensen op zoek naar een woning. Voor die categorie nemen wij graag het risico weg om daarmee het economische klimaat in de gemeente te verbeteren”.


Paul Rinkens

anDerS Denken, anDerS Doen Een toelichting als u niets met voetbal heeft en MVV Maastricht in het bijzonder. Een jaar geleden was MVV Maastricht bijna failliet en werd de club door de KNVB ingedeeld in categorie 1: ‘onder curatele’. Inmiddels heeft de KNVB besloten MVV Maastricht te honoreren met een indeling waarvan maar 6 clubs in het betaald voetbal deel uitmaken, categorie 3. Geen bezittingen, geen schulden, vat op financiën en organisatie en een hoog gehalte aan discipline en realiteitszin, zo zou je dit kunnen omschrijven. Een geweldige stap in de richting van een droom waaraan nog voor 70% gewerkt moet worden. Een compliment voor iede reen met een rood-wit hart: supporters, medewerkers, vrijwilligers, mannen van het veldonderhoud, Leger des Heils, bedrijfsleven, bestuurders, ambtenaren, politie, justitie, pers, trainers, spelers, medische staf, begeleiders en natuurlijk: Frenkie & Perry! Een droom ontstaan uit een Sense of Urgency: de wil om te overleven en meer dan dat, de wil om in de toekomst leading Professioneel Sport Instituut te zijn in de regio, waarbij voetbal een van de sporten zal zijn. Deze droom heet OmniClub. Het heeft alles te maken met organisatiecultuur. Er is een andere manier van denken en werken ontstaan, nodig om nieuwe doelen te bereiken. Het woord ‘cultuurverandering’ -verandering van de houding die mensen gedurende hun carrière hebben ontwikkeld - is gevallen. Dat houdt onder meer in dat nieuw gedrag moet worden geïntroduceerd en dat gewerkt moet worden aan achterliggende overtuigingen en waarden. Iets wat alleen mogelijk is als de veranderaar aansluiting zoekt bij hetgeen mensen in en rond de organisatie drijft: hun waarden dus. Niet zozeer een wereldbeeld met daaraan gekoppelde overtuigingen, maar meer een mentale en emotionele staat waarin mensen verkeren.

column | 45

Het gaat hierbij minder om de manier van denken, meer om gevoel en emotie gekoppeld aan drijfveren. We onderscheiden de volgende gevoelskenmerken: - overleving - geborgenheid, veiligheid, binding in de groep, trots, vertrouwen - macht, actief, daadkrachtig, gerespecteerd worden - orde, zelfverzekerdheid, alles onder controle, plicht, loyaliteit - succes, status, winnaarsgevoel, adrenaline - samen, verbindingen met anderen, gevoel van (on)recht, zorgzaamheid - synergie, behoefte aan overzicht, liefde voor complexiteit en leren - holisme, gevoel voor verbindingen met hemel en aarde, spiritualiteit MVV Maastricht heeft vanuit deze subwaarden drie kernwaarden gekozen: Passie, Transparantie, Fatsoen. Er zijn zo veel mensen die iets willen doen om de wereld te verbeteren, gedreven door twee drijfveren: externe en intrinsieke. De eersten zoeken de beloning buiten de activiteit (zoals salaris). In het laatste geval is de activiteit zelf de beloning, bijvoorbeeld de voldoening bij het oplossen van een moeilijk probleem. Bij MVV Maastricht hebben we in eerste aanleg mensen bij elkaar gebracht met dergelijke motivaties. Ze worden gekenmerkt door twee elementen: autonomie (drang om te bepalen wat we doen en hoe we het doen) en competentie (drang om uit te blinken). De kunst is om hier een balans in te vinden. Sociale motivaties dienen daarnaast twee andere doelen: het verlangen naar verbondenheid en de behoefte om te delen. Beide leveren een bijdrage aan nieuwe cultuurvorming, waardoor het vermogen om samen te functioneren sterker wordt. De behoefte om te delen zorgt ervoor dat we kunnen voortbouwen op kennis van anderen. Een stap vooruit in de toekomst waarin niemand gelijk heeft. Afsluitend met een artikel van reclametopman Paul Arden: Je gelijk is gebaseerd op kennis en ervaring en is vaak objectief te bewijzen. Kennis komt uit het verleden en is daarom veilig. Maar kennis is ook achterhaald. Het is het tegenovergestelde van originaliteit. Ervaring bestaat uit oplossingen voor vroegere problemen. De vroegere problemen zijn niet dezelfde als die van nu, dus moeten de oude oplossingen een beetje aan de nieuwe problemen aangepast worden (en passen dan waarschijnlijk slecht). En als je ervaring hebt, zul je die waarschijnlijk wel gebruiken. Dat is lui! Ervaring is het tegenovergestelde van creativiteit. Als je kunt bewijzen dat je gelijk hebt, zit je muurvast. Je kunt niet meer meegaan met de tijd of met andere mensen. Gelijk hebben is ook saai zijn. Je sluit je geest af. Dus: het is fout om gelijk te hebben, want wie gelijk heeft, zit vast in het verleden, is star van geest, saai en zelfvoldaan. MVV Maastricht heeft nog een lange weg te gaan. Nao Veure Die Roeje!

Paul Rinkens is ondernemer en voorzitter van MVV Maastricht


– ADVERT

...het nieuwe uitgaan

Op een steenworp afstand van Maastricht, in Lanaken, ligt Sophia’s. Een trendy club en lounge die bij binnenkomst doet denken aan hippe uitgaanslocaties in Dubai, Ibiza of Marbella. Eigenaar Khalid Seghrouchni nam vier jaar geleden de club over die toen nog de naam El Tigra droeg. Hij moderniseerde de club, richtte op de eerste verdieping een luxe loungeruimte in en veranderde de naam in Sophia’s. Inmiddels is Sophia’s dé hotspot van Belgisch en Nederlands Limburg waar twintigers, dertigers en veertigers uitgaan.

Khalid is de bedenker van een aantal vooruitstrevende concepten in het uitgaansleven. Veel mensen kennen hem als organisator van Club Roiall, de zondagavond clubfeesten die een aantal jaren geleden in Fort Sint Pieter in Maastricht plaatsvonden. Hij heeft met dit concept een grote stempel gezet op ‘zondagclubben’ in beide Limburgse provincies. Veel clubs en organisatoren hebben zijn ideeën overgenomen en borduren daar nog steeds op voort. Daar is hij trots op. Ook met Sophia’s heeft Khalid iets baanbrekends voor ogen: een concept dat Limburg mist, maar al lang klaar voor is.

www.sophias.be | www.facebook.com/sophias.limburg Tournebride 49 • 3620 Lanaken • België Geopend: do: 19.00 - 1:00 u | vr: 19:00 - 5:00 u | za: 22:00 - 5:00 u | zo: 19:00 - 1:00 u


TORIAL –

Heb je passie voor fashion, muziek, clubben en loungen? Ben je liever trendsetter dan trendvolger? Wil je heerlijk loungen of eens lekker losgaan op de dansvloer? Ervaar dan het nieuwe uitgaan bij Sophia’s, dé hotspot van Belgisch en Nederlands Limburg met lounge en club onder één dak!

Loungen Op de eerste verdieping is het loungegedeelte, stijlvol en luxe ingericht. De muren zijn met fraai marmer bekleed. Hier kun je samen met je partner, vrienden of vriendinnen relaxen in een van de comfortabele lounge-seats. Even weg uit de hectiek van alledag, wegdromen op loungy muziek en genieten van hippe drankjes. Veel gasten gaan eerst een paar uurtjes loungen en daarna naar beneden om te dansen in de club. Club Lekker losgaan op de dansvloer kun je in de club. Hier draaien alleen de allerbeste DJ’s hele toegankelijke muziek, variërend van disco classics tot lekkere funky en latin house. Ook staan er regelmatig bekende artiesten op het podium. De lichtshow is fascinerend. Vrouwvriendelijk deurbeleid Als vrouw moet je je bij Sophia’s 100 procent op je gemak voelen. Daarom is er een strikt deurbeleid: no-men-without-woman. Veiligheid staat voorop, zo geldt een zero tolerance beleid voor drugs.

Unieke event locatie Sophia’s is ook een zeer geschikte locatie voor een bedrijfsfeest, borrel, product-

Sophia’s... het nieuwe uitgaan

presentatie, show of verjaardagsfeest. Laat een onvergetelijk indruk achter en trakteer je gasten op Sophia’s.


48 | 9 vragen aan...

foto Koen den os

kLAARtje peteRs Klaartje Peters (42) kreeg in 2007 met haar boek ‘Het opgeblazen bestuur’ over provinciebesturen veel aandacht in de landelijke pers. Naar aanleiding van de allesbehalve malse kritiek van de Zuidelijke Rekenkamer op de jaarstukken van het vorige college van Gedeputeerde Staten (GS) - gering informatiegehalte, slechts drie van de 56 doelstellingen gerealiseerd et cetera - vragen we de onderzoeker, gepromoveerd bestuurskundige en lid van de Rekenkamer Maastricht, is er iets veranderd? in uw boek ‘Het opgebla1. zen bestuur’ kwam u tot de conclusie dat Nederlandse provinciebesturen vaak hun eigen bestaansrecht proberen te rechtvaardigen door zich belangrijk te maken en dat er geregeld sprake was van onnodig en onzinnig beleid. Bent u sindsdien nog vaak op de koffie gevraagd in het Gouvernement?

Jazeker. Ik heb er lezingen gegeven en discussie gevoerd met ambtenaren naar aanleiding van het boek.

Als we de kritiek van de 2. Zuidelijke Rekenkamer lezen, vragen wij ons af: wat doen ze daar in hemelsnaam in het provinciehuis?

Ik proef vooral de frustratie van de Rekenkamer over het feit dat ze geen grip krijgt op wat er precies is gedaan in die vier jaar tijd - iets wat je bij overheden geregeld ziet. Als GS na vier jaar van jaarverslagen en rapportages niet duidelijk kunnen maken wat er is gepresteerd, dan is dat pijnlijk.

De vorige GS hebben bo3. vendien hier en daar een ‘risico voor de financiële posi-

tie van de provincie’ bewerkstelligd, aldus het rapport. En dan de vooruitbetaalde bedragen waarvoor de prestatie nog niet was geleverd, in 2010 circa 64 miljoen euro, daar schrik je toch even van hè, als Limburger.

Het betreft hier twee verschillende dingen. Het ‘risico’ betreft vooral het niet weten hoe de zaken er precies voor staan. De vooruitbetaalde bedragen, daar kun je tegenover stellen dat een veel groter bedrag – bijna het

drievoudige - niet is uitgegeven, en dus bespaard. Juist die 172 miljoen niet bestede euro’s vind ik zorgwekkender. Je zou denken dat een provincie goed inventariseert wat ze wil bereiken en welke middelen daaraan worden besteed.

Het betrokken college van 4. GS verdedigde zich, natuurlijk. Wees onder meer op de context waarin de jaarstukken moesten worden geplaatst en op gemaakte ‘verbeterslagen’. Als voorbeeld genoemd de verbeterslag ‘invoering van de 3-W vragen’: Wat willen we bereiken / Wat gaan we daarvoor doen / Wat mag het kosten? Hadden die vragen niet altijd al vanzelfsprekend moeten zijn? De 3-W vragen zijn al jarenlang bepalend in gemeente- en provincieland bij het opstellen van de begroting. Als ze inderdaad pas recentelijk bij de provincie Limburg zijn ingevoerd, dan is dat wel érg laat. Anderzijds, ze lijken bedrieglijk eenvoudig, maar ze daadwerkelijk goed beantwoorden, is ontzettend moeilijk.

De rol in het Olympisch 5. Plan 2028, (top)sportzone, Paardensportplan, pfoe,

we worden al moe van het lézen over alle sportieve aspiraties. En geslaagd op alle gebieden waren GS zeker niet onomstotelijk. Een kwestie van te veel hooi, te weinig resultaat? Mensen moeten meer bewegen, dus sporten bevorderen, is goed. Maar als je dieper in de materie duikt, blijken het veelal mooie, holle woorden te zijn. Tot nu toe is er alleen nog maar een

“Je moet blijven hopen”


9 vragen aan... | 49

overeenkomst getekend voor die topsportzone. Het probleem is dat dergelijke ambities met veel bombarie worden gepresenteerd, terwijl het resultaat straks alleen maar kan teleurstellen. Al was het maar omdat bij aanvang niet duidelijk was wat de provincie precies wilde bereiken.

Het rapport is kritisch 6. over indicator-aantallen die afwijken, vage omschrijvingen, toelichtingen die geen antwoord geven op de realisatie van de doelstellingen. Snapte u de uitleg van GS wel?

Ik snap het uitstekend, ze zeggen: we zijn ermee bezig, wacht maar rustig af. Inhoudelijk wordt niet ingegaan op de kritiek van de Rekenkamer, die dat nog heel netjes ‘jammer’ noemt. Wijzen op alles waarmee je nog bezig bent, daar ging het hier niet om. Het ging om de verantwoording achteraf, laten zien wat je hebt bereikt.

al te nadrukkelijke 7. ‘Een verwijzing naar het pro-

vinciaal onvermogen om beleidsdoelstellingen te realiseren, ontneemt het zicht op het effect van de inzet van provinciale middelen’ (nawoord Rekenkamer, in reactie op de reactie van verantwoordelijke GS, red.). Zijn ‘provinciaal onvermogen’ misschien de kernwoorden? Provinciebesturen wijzen er voortdurend op dat ze andere partijen, waarop ze geen invloed hebben, nodig hebben bij het realiseren van hun doelen. De Rekenkamer zegt terecht: jullie stellen zélf de doelen, maken geld daarvoor beschikbaar, dan kun je niet wegkomen met ergens ‘geen invloed’ op hebben. Maar de doelstelling ‘we gaan partijen bij elkaar brengen om een overeenkomst te tekenen’ klinkt natuurlijk veel minder dan te stellen dat je ‘Limburg op Olympisch niveau’ gaat brengen.

is er überhaupt iets ten goe8. de veranderd in het functioneren van deze bestuurslaag

Eén ding is beslist ten goede veranderd. Het besef bij provincies dat ze behalve uiteenlopende ambities kerntaken hebben, die ze moeten realiseren en waaraan ze prioriteit dienen te geven. Maar de bijbehorende werkcultuur sluit daar nog altijd niet bij aan. Het is nog steeds voornamelijk plannenmakerij en luchtfietsen. Daarin is ook de provincie Limburg zeker kwetsbaar.

9.

We zijn er lichtelijk moedeloos van geworden. Hoe nu verder? Gelukkig ga ik daar niet over. Bovendien ben ik een pessimist, geloof niet in grote en snelle vooruitgang. Maar de Rekenkamer moet blijven hameren op eerder genoemde zaken en hopelijk blijven leden van Provinciale Staten kritisch ernaar kijken. De nieuwe GS stralen uit dat ze het anders willen aanpakken. Over een paar jaar moet opnieuw de vraag worden gesteld: wat is daarvan terechtgekomen? Je moet blijven hopen.

ten opzichte van 2007? – ADVERTENTIE –

Een gezond idee van het Maastricht UMC+

Zorg en wetenschap nog beter bundelen. Al 25 jaar werken het academisch ziekenhuis Maastricht en Maastricht University samen aan zorg op academisch niveau in Limburg. Die relatie tussen ziekenhuis en universiteit is steeds intensiever geworden en gebundeld onder de naam Maastricht Universitair Medisch Centrum +. Een samenwerking die zorg, onderwijs, opleiding en onderzoek optimaal combineert om mensen gezond te maken én te houden. Daarvoor staat de ‘+’ in onze naam. Want plus is meer: meer gezonde ideeën.

Ontdek de gedachte achter onze gezonde ideeën op MUMC.nl


50 | achtergrond

De strijd in transportland Omvallende bedrijven, oneerlijke concurrentie uit Oost-Europa, ondernemers die de wet ontduiken. Het imago van de transportwereld wordt er niet beter op. Voor de buitenwereld zijn de problemen gemakkelijk weer te vergeten. Voor de betrokkenen ligt dat heel anders.

een willekeurige parkeerplaats langs de A2: vrachtwagens uit alle hoeken van europa

door Gwen Teo

De problemen Het economisch herstel wordt vertraagd doordat transportondernemers vaak te laat hun geld krijgen van opdrachtgevers. Daarnaast hebben ondernemers steeds meer moeite met het afsluiten van leningen bij banken (bron: Transport en Logistiek Nederland, augustus 2011). De marges in de transport zijn doorgaans klein. Zelfs op provinciaal niveau zit daar nog verschil in. Zo is het aanbod in en rondom Venlo weliswaar groter, doordat dat gebied als een logistiek verlengstuk van de Rotterdamse haven fungeert, maar het betreft veel overslag. Méér bedrijven die aan een vracht geld moeten verdienen, dus kleinere winstmarges. In Zuid- en MiddenLimburg zitten meer transporteurs met vaste (internationale) klanten. Grote opdrachtgevers spelen ook een rol van betekenis in winstenland. Die hebben veel macht. Multinationals maken slim gebruik van de harde concurrentie door het allergoedkoopste bedrijf de opdracht te geven. Zonder zich daarbij af te vragen hoe datzelfde bedrijf dan nog kan voldoen aan alle wetten en regeltjes. Niks illegaals, maar het werkt het zoeken naar mazen in de wet in de hand. Anderzijds geldt dat transportbedrijven daar zelf in meegaan. Er zijn ondernemers die de winsten op proberen te krikken door de wet op uiteenlopende manieren te omzeilen. De Milsbeekse transportbaas Nico Mooij

werd onlangs door de kantonrechter op de vingers getikt vanwege zijn ‘Poolse uitzendconstructie’: via zijn eigen uitzendbureau in het voormalige Oostblokland werden vrachtwagenchauffeurs uit dat land structureel ingezet voor de Nederlandse transporttak. Ze werden betaald volgens Poolse arbeidsvoorwaarden, maar de

rechter oordeelde dat dat niet mag. Hardnekkige geruchten over in OostEuropa opgerichte postbusfirma’s die ertoe dienen chauffeurs uit die landen goedkoop in te kunnen zetten voor bedrijven elders, blijven opduiken. De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) is, evenals andere diensten, hiermee bekend, maar omdat er in dit kader

TRANSpORTbEdRIJvEN OMZETONTWIKKELINg

Beroepsgoederenvervoer (basisjaar 2005) 15 11 8 4 0 -4 -8 -11 -15 %

2006

2007

2008

2009

2010

2010 2011 (q1)

Toelichting omzet: de opbrengst uit verkoop van goederen en diensten aan derden, exclusief BTW. De omzet omvat zowel transportactiviteiten (hoofdactiviteit) als nevenactiviteiten. De omzetontwikkeling is de verandering in procenten ten opzichte van dezelfde maand van het jaar ervoor en is berekend aan de hand van niet afgeronde indexcijfers. Cijfers 2010 en Q1 2011 voorlopig. Bron: CBS


achtergrond | 51

‘verkennende onderzoeken’ lopen in samenwerking met verschillende partijen vindt de IVW ‘het nog te vroeg om hierover uitspraken te doen’. Vakbond FNV Bondgenoten, betrokken bij de zaak tegen onder meer Mooij, haalt regelmatig het nieuws met verhalen over misstanden in de branche. Er wordt actie gevoerd tegen uitbuiting van chauffeurs uit voormalige Oostbloklanden. Tegen constructies waarbij laatstgenoemden per vliegtuig of bus worden opgehaald om de plek van Nederlandse, duurdere, chauffeurs in te nemen. Ontevreden is de bond ook over het gebrek aan controle op cabotage-overtredingen in Nederland, waarbij buitenlandse transporteurs meer dan het aantal toegestane ritten in een land rijden (zie ook kader ‘Boetes en overtredingen’), waardoor de oneerlijke concurrentie in de hand wordt gewerkt. Te midden van al deze problemen lukt het lang niet alle transportbedrijven om het hoofd boven water te houden. Faillissementen, waar geregeld hele familiedrama’s achter schuilgaan, lijken eerder regel dan uitzondering te worden en worden in toenemende mate geweten aan de concurrentievervalsing. En alsof dit alles nog niet genoeg is, worstelt transporterend Nederland bovendien met de vraag hoe het verwachte tekort van pakweg 50.000 chauffeurs in de toekomst moet worden opgevangen.

De chauffeur Vroeger was alles beter. Dat lijkt de onderliggende boodschap uit de wereld van het beroepsgoederenvervoer tegenwoordig wel zo ongeveer te zijn voor de leek. Ton (58, ‘geen achternaam’) uit Hoensbroek snapt het wel. Toen hij zo’n veertig jaar geleden begon, was vrachtwagenchauffeur weliswaar een beroep voor ‘mensen die niet veel anders konden’, maar de vrijheid was aantrekkelijk. “En je kon nog behoorlijk wat uren maken, hè? Tegenwoordig is dat allemaal aan banden gelegd. Ja, chauffeurs worden beter beschermd. Maar financieel… Het is dat alle beetjes bij elkaar – wachtgeld, overuren, verteergeld, dat laatste is gemiddeld 43 euro per dag als je een week van huis bent – nog een redelijk bedrag opleveren. Anders zou ik het niet meer doen.” Bedragen waarvoor buitenlandse chauffeurs veelal wel (willen) werken. De verschillen in levensstandaard tussen EU-landen hebben ertoe geleid dat vooral voor Oost-Europeanen meer te verdienen valt in het buitenland dan thuis. Ton weet dat Poolse, Tsjechische en andere allochtone chauffeurs bij bepaalde Nederlandse bedrijven weliswaar conform de Nederlandse cao worden betaald, maar in een lagere loonschaal zijn ingedeeld dan hun Nederlandse collega’s. Hoewel daar onder chauffeurs flink over wordt ge-

mord, (‘werk dat op die manier wordt ingepikt’), stelt hij dat het de buitenlanders vaak eigenlijk niet kwalijk kan worden genomen. “Ze horen hetzelfde betaald te krijgen. Maar ze weten meestal niet beter en moeten tenslotte ook geld voor hun gezin verdienen. Zulke zaken moeten van bovenaf veel harder worden aangepakt.” Een willekeurig vergelijk. Op basis van de cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg zoals deze vanaf 1 juli 2011 van kracht is, bedraagt het verschil maandelijks 74 euro bruto (basisloon) tussen schaal C0 en D0. Tussen schaal C5 en D5 zit 137,01 euro bruto (basisloon). Dat is exclusief overuren, toeslagen en vergoedingen. Ton valt in salarisschaal D, ‘buitenlandse chauffeurs met vergelijkbare ervaring zitten dan vaak ergens in C’. En er gebeurt nog meer. Beknibbelen op de kosten door bijvoorbeeld niet alle wachturen uit te betalen. “Dan zegt zo’n baas aan de sollicitatietafel al: we betalen maar de helft uit. Als mensen daarmee instemmen, scheelt dat behoorlijk in de centen.” Afspraken die volgens FNV Bondgenoten soms zelfs contractueel worden vastgelegd. “Door grote firma’s, die nota bene de cao hebben ondertekend.” Onderweg komt de Hoensbroekenaar veel chauffeurs uit voormalige Oostbloklanden tegen. Dat ze vaak dronken zijn en in het holst van de nacht diesel uit andere vrachtwagens stelen, zoals de geruchtenmachine wil doen geloven, het komt wel degelijk voor, maar het betreft een minderheid. “Dat zijn vooral degenen die via internet losse vrachten oppikken. Die rijden voor een habbekrats rond. Pikken een vracht op in Amsterdam en wachten dan uren op een volgende lading.” Nederlandse transportbedrijven die massaal ten onder gaan aan die concurrentie? Daar gelooft hij niet in. “De wachttijd tussen de vrachten weegt niet op tegen de kosten van de chauffeur. Voor grote bedrijven is dat niet rendabel.”


52 | achtergrond

foto Langen

De ondernemer De familie Langen, eigenaar van het in 1947 opgerichte Internationaal Transportbedrijf A.L. Langen (hoofdkantoor in Elsloo, gespecialiseerd in bulktransport en warehousing, red.), een van de grootste transportbedrijven in onze provincie, kent het klappen van de Poolse zweep als geen ander. Het bedrijf, sinds eind jaren ’80 actief in dat land, nam namelijk al in 1992 de eerste Pool in dienst. De reden: Nederlandse chauffeurs waren huiverig om in dat deel van het toen nog primitieve voormalige Oostblok te rijden. Indertijd sterk op Oost-Europese trajecten, toen de prijzen van bij chemiebedrijven gewilde grondstoffen daar aanmerkelijk lager lagen, kwamen er gaandeweg steeds meer Polen in dienst. En de firma opende er in dezelfde beginjaren ook een vestiging. “Vandaag de dag staan er nog steeds 96 Poolse chauffeurs op de Nederlandse loonlijst plus een stuk of dertig monteurs en heftruckmachinisten. In tegenstelling tot veel andere PoolsNederlandse bedrijven, volgen wij de Nederlandse cao. Ze krijgen hetzelfde betaald als de Nederlanders. Door de toenemende buitenlandse concurrentie - en vervalsing - is het welhaast onmogelijk geworden om op deze manier de concurrentie het hoofd te bieden”, aldus de familie Langen. Kwaliteitsver-

schil tussen hen en Nederlandse werknemers ziet de familie Langen niet. “De meeste Polen bij ons werken hard en zijn heel handig. Enkele rotte appels heb je altijd overal, dat heeft niets met nationaliteit te maken.” In de loop der jaren zijn de grondstoffenprijzen in Polen gestabiliseerd en is zodoende het Langen-transport in die regio evenredig afgenomen. Gevolg: de buitenlandse werknemers kosten het bedrijf nu per saldo meer dan hun Nederlandse collega’s. “Onze Poolse medewerkers gaan om de vier weken naar huis. Voorheen was die repatriëring ook financieel aantrekkelijk voor ons, omdat ze vrachten mee heen- en terugnamen. Nu ligt dat heel

anders.” Ondanks het gereis tussen hun thuisland en Nederland willen de Poolse werknemers zich niet definitief in Nederland vestigen, zegt Ewa Spoelstra, verantwoordelijk voor het Oost-Europese transport en het Poolse personeelsbeleid bij Langen. Zij, zelf van Poolse afkomst, trad 1992 in dienst bij het bedrijf. “Polen zijn enorm aan hun familie gehecht, hun roots. Zodoende zullen ze altijd blijven teruggaan. Als ze hier zijn, verblijven ze – uitgezonderd de chauffeurs – in een boerderij die de familie Langen heeft gekocht en voor hen heeft verbouwd.” Hoewel er dus al ruim 120 Polen op de loonlijst staan, blijft Spoelstra naar eigen zeggen telefoontjes ontvangen van

pOOLSE SubSIdIES vOOR buITENLANdSE bEdRIJvEN Niet alleen de loonkosten zijn er aanmerkelijk lager, bepaalde Poolse gemeenten ‘belonen’ buitenlandse bedrijven die daar een vestiging openen bovendien door middel van subsidiëring. Het economisch belang van nieuwe werkgelegenheid is groot. Slechts een relatief klein deel van de Nederlandse transportbedrijven kan daadwerkelijk een vestiging in het buitenland openen, laat Transport en Logistiek Nederland-woordvoerder Floris Liebrand weten, aangezien het aantal werknemers daarbij een rol speelt. Echter, hierbij ontloopt de praktijk meermaals de theorie: “De eisen in Polen zijn exact gelijk aan die in de rest van de EU-lidstaten, dus in theorie zouden er geen verschillen mogen zijn. In de praktijk zijn er door administratieve rompslomp en cultuur- en mentaliteitsverschillen behoorlijk wat hobbels te nemen. Zo moet het vakdiploma, een van de drie EU-eisen om een bedrijf te mogen starten, officieel onderling worden erkend in de EU-lidstaten. Maar de praktijk leert dat dit niet of nauwelijks gebeurt.”


achtergrond | 53

Oost-Europese landgenoten die graag voor Langen Transport willen werken. “Dagelijks word ik wel een of twee keer gebeld. Dan zijn ze één van de chauffeurs tegengekomen en willen ze weten of we misschien nog een baan voor ze hebben.” Familie Langen: “Toen het transport richting Polen afnam, hebben we vaak te horen gekregen dat we al die mensen hadden moeten ontslaan. Maar je hebt als ondernemer ook een sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat bedrijven uitwijken naar buitenlands personeel ligt voor de hand. Door de strengere wet- en regelgeving is het aantal overuren dat een chauffeur kan maken tegenwoordig beperkt. Het gemiddelde salaris is geen dikbelegde boterham meer voor iemand die in Nederland een gezin met twee kinderen moet onderhouden. En vrachtwagenchauffeurs heb je als transportbedrijf toch nodig.” Nu draait Langen Transport al heel wat jaren mee. Door de afgelopen tien jaar versneld over te schakelen op logistiek heeft het bedrijf zich staande weten te houden tijdens de crisis, aldus de leiding. “Dankzij eerder gedane forse investeringen, in opslagloodsen in onder meer Born en Spanje, specialisatie en door voortdurend kritisch op de kosten te letten, redden we het. De kosten zijn de afgelopen decennia veel harder gestegen dan je in tariefsverhogingen kunt doorberekenen aan klanten. Medewerkers hebben we desondanks in deze crisistijd nog niet hoeven ontslaan, wel hebben we ze verlof laten opnemen. Wat het er – zeker in zware tijden – niet gemakkelijker op maakt, is dat Nederlandse ondernemers weinig bewegingsvrijheid hebben, bijvoorbeeld waar het op het ontslaan van personeel aankomt. Slechte werknemers? Daar ben je in dit land zo ongeveer mee getrouwd tot je 65e. Iemand ontslaan is hier ontzettend gecompliceerd en duur. Werknemers worden daarentegen enorm beschermd. Neem vervangend werk bij ziekte, wat moeten we een vrachtwagenchauffeur laten doen? Administratie soms? Het gevolg is dat je wel drie keer nadenkt voordat je extra mankracht aanneemt. Een goede balans houden, is lastig.

bOETES EN OvERTREdINgEN Vakbond FNV Bondgenoten krijgt regelmatig klachten over buitenlandse chauffeurs die in Nederland niet worden beboet onder het mom van ‘ze hebben niks, dus laat ze maar gaan’. Daar waar het cabotage-overtredingen betreft (het vervoeren van goederen in een land door een bedrijf uit een ander land, red.), heeft de bond fikse kritiek op de Nederlandse overheid. Cabotage voorkomt het onnodig leeg rijden van vrachtwagens, is zodoende beter voor het milieu, en zorgt voor efficiënter internationaal vervoer, meldt de website van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Sinds mei 2010 geldt op Europees niveau dat een buitenlands bedrijf maximaal drie vervoersopdrachten in zeven dagen mag accepteren in het land waar de oorspronkelijke lading is gelost. “Overtreding daarvan is in Nederland echter niet eens strafbaar gesteld,”zegt Edwin Atema van FNV Bondgenoten. “In andere landen, zoals Engeland en Frankrijk, is dat wel degelijk het geval.” De bond stelt - en onderschrijft dat ook - dat terwijl veiligheid in het beroepsgoederenvervoer in Nederland de hoogste prioriteit heeft, ‘op cabotage-overtredingen daarentegen geheel niet wordt gecontroleerd’. “De overheid doet op dat gebied helemaal niets. Terwijl er een heel duidelijk verband bestaat tussen cabotage-overtredingen en de veiligheid die in het gedrang komt.” Over de - ook op de weg - veel beklaagde meten-mettwee-maten-houding van onder meer Frankrijk, kan de vakbond niets zeggen. “We kennen de verhalen, maar die kunnen tot op heden niet worden onderbouwd met bewijzen.”

Je wilt zo min mogelijk risico lopen, maar als de markt aantrekt, zit je zo aan je plafond qua capaciteit. In andere landen hebben ondernemers veel meer mogelijkheden om van slecht functionerende medewerkers af te komen.” Wil de transportsector in de toekomst overleven, dan moeten zaken rap op Europees niveau beter worden geregeld, pleit de Limburgse transportfamilie. “De verschillen tussen landen zijn nu veel te groot. Zo zijn de boetes voor overtredingen onevenredig hoog. In Frankrijk en Spanje worden Nederlandse transportbedrijven als een soort melkkoe gezien. In het laatste land hebben we voor een overtreding, een menselijke vergissing, eens 6602 euro boete moeten betalen. Terwijl de nationale transporteurs voor precies dezelfde fout niet worden

aangehouden of aanzienlijk minder betalen.” De familie vindt dat brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN) binnen de landsgrenzen de handen maar eens uit de mouwen moet steken, want ‘ook in Nederland zijn de boetes enorm hoog’. “Transporteurs zijn geen drugsdealers. Die buitenproportionele boetebedragen maken echter dat je je bijna wel zo voelt. Vergelijk ze maar met andere branches, daarmee moeten ze gelijk worden gesteld. Nederland moet kijken naar de praktijk, in plaats van op basis van theorie wet- en regelgeving te ontwikkelen. Als er iets verandert, is dat in onze branche veelal ten nadele van de ondernemer. Dat maakt het onaantrekkelijk voor jongere generaties om een transportonderneming te beginnen.”

INTERNATIONAAL TRANSpORT A.L. LANgEN bv hoofdkantoor | Elsloo, Limburg Vestigingen in | Frankrijk, Polen en Spanje omzet 2010 | 45 miljoen euro aantal werknemers | 400 aantal vrachtwagens | 250 De familie Langen tijdens een feest foto Langen

Bron: Langen


www.flexprof.nl

Detacherings- en projectbureau Flexprof richt pijlen op nichemarkten Opgericht in 2008, heeft het jonge detacheringsbureau Flexprof door slim ondernemen de recessie weten te trotseren. Hoe? Allereerst door handig in te spelen op de behoeften van het bedrijfsleven, dat in crisistijden flink beknibbelde op personeelskosten. Maar ook door in eigen vlees te snijden en de overhead laag te houden. Die nuchtere visie kenmerkt Flexprof, dat inzag dat het juist in bange tijden meerwaarde voor zijn opdrachtgevers moest creëren. korte historie Gabriel Geuskens (34) en Ralph van Zanten (37) hadden een beter tijdstip voor de start van hun onderneming kunnen kiezen. Aan de vooravond van de financiële crisis smeedden de twee hun plannen voor een eigen detacherings- en projectenbureau, dat zich zou gaan focussen op middelhoog en hoger opgeleid technisch personeel. Gepokt en gemazeld in de detacheringsbranche, werkten beiden jarenlang voor een groot landelijk werving- en selectiebureau. Geuskens en Van Zanten, die in hun carrière al verschillende management- en consultancyposities hadden bekleed, besloten de organisatie te verlaten en Flexprof op te richten, een verkorting van ‘flexibele professionals’. markten en focus Van begin af aan heeft Flexprof zich geconcentreerd op technisch personeel voor de sectoren bouw, werktuigbouwkunde, civiele techniek en elektrotechniek. Recentelijk is daar ICT bijgekomen. Het geografisch werkgebied van Flexprof valt ruwweg samen met de Euregio Maas-Rijn, een gebied waarin de industrie- en technologiesector sterk zijn vertegenwoordigd, en met een grote behoefte aan onder meer constructeurs, engineers, IT’ers, projectmanagers, tekenaars en werkvoorbereiders.

expertise Flexprof heeft adequaat en slim ingespeeld op de marktvraag naar lead auditoren. Die vraag hangt samen met een relatief nieuwe beheersmethode voor infrastructurele werken, de zogenoemde systeemgerichte contractbeheersing (SCB). De overheid besteedt de realisatie van wegen en bruggen uit aan marktpartijen. De opdrachtnemer werd tot voor kort op de vingers gekeken door een aantal toezichthouders. Sinds 2009 wordt de kwaliteit echter door een lead auditor getoetst op basis van het kwaliteitssysteem ISO 9001. Hierop nam Flexprof een team lead auditoren in dienst die voor overheden en in opdracht van de overheid werkende ingenieursbureaus en aannemers in- en externe audits uitvoeren bij infrastructurele werken. toekomst De toekomst ziet er rooskleurig uit voor Flexprof. Actief in een zeer conjunctuurgevoelige branche, is het detacheringsbureau de eerste die profiteert van de opverende economie. Het afgelopen jaar zag men het aantal vacatures in maar liefst drie sectoren toenemen. Zo is er in de elektrotechniek zelfs sprake van krapte. De bouw blijft nog wat achter, maar verwacht wordt dat binnen nu en twee jaar ook dat segment zich zal herstellen. Die stijging in de vacatureaantallen noopte Flexprof ertoe de eigen organisatie uit te breiden en drie jaar na oprichting bestaat Flexprof behalve uit Geuskens en Van Zanten uit nog eens twee consultants, aangetrokken om ruimte te bieden aan de groei. Geuskens en Van Zanten sluiten toekomstige personele uitbreidingen niet uit.


Mariëlle Heijltjes

een frISSe najaarSwInD We rijden al een aantal uren en het plastic dat ter bescherming over de autostoelen is getrokken plakt aan mijn rug, armen en benen. Het is heet en stoffig en ik had nooit gedacht dat de 160 km tussen Villa Maria, een klein dorpje in Oeganda, en de hoofdstad Kampala zo veel tijd zou kosten. We gaan op bezoek bij Sister Gertrude, headmistress van een basisschool die met hulp van de Limburgse stichting Kiwanuka (*) voor ongeveer 500 meisjes onderwijs verzorgt. De ontvangst is overweldigend wanneer 400 meisjes zingen, dansen en zwaaien alleen ter ere van onze komst. Het is hartverwarmend en ontroerend om te zien dat al het geringe dat ze hebben uit de kast is gehaald om ons bezoek tot een gedenkwaardig iets te maken. Met trots presenteren ze het resultaat van de investeringen die ze met hulp van Kiwanuka hebben gedaan en het is bijna onvoorstelbaar om te zien hoe groot de impact is van een in onze ogen relatief geringe bijdrage. Terwijl we kennismaken met het leven in Oeganda biedt deze confrontatie met een andere cultuur ook een geheel ander perspectief op ons eigen handelen. Wanneer we uitgelachen worden door leerkrachten omdat we thuis ons vlees en onze groente in een supermarkt kopen in plaats van op de daar gebruikelijke lokale markten, staan we toch net even wat langer stil bij het productieproces in onze voedselketen; wanneer zij zonder problemen een langdurige stroomstoring ondergaan plaatst dat toch vraagtekens bij onze enorme afhankelijkheid van elektriciteit; en wanneer we onze lege (plastic) verpakkingen vlak voor ons vertrek terug naar Nederland willen weggooien wordt het pijnlijk duidelijk dat afval – zo zonder onze westerse vuilnisophaaldienst – natuurlijk niet zomaar van deze aardbodem verdwijnt.

column | 55

Het zijn vraagstukken waarmee eigenlijk ieder mens bij de dagelijkse keuzes rekening zou moeten houden. Ze zouden zeker op het netvlies moeten staan van diegenen die leiderschapsposities bekleden binnen organisaties. Peter Senge beschrijft in zijn boek ‘De Noodzakelijke Revolutie’ heel duidelijk hoe het onmogelijk is om een lineair systeem van produceren en consumeren – waarbij grondstof de basis vormt voor het product dat door de consument wordt gekocht, gebruikt en vervolgens weggegooid waarna diezelfde consument weer nieuwe producten koopt die gemaakt zijn van weer nieuwe grondstoffen et cetera- oneindig te handhaven op een planeet waar de voorraad grondstoffen eindig is. Dat betekent dat er naar innovatieve oplossingen moet worden gezocht zodat niet alleen wij aan onze productie en consumptiebehoeften kunnen blijven voldoen, maar dat dat ook voor ontwikkelingslanden en toekomstige generaties mogelijk blijft. En daar ligt natuurlijk bij uitstek een uitdaging voor leiders. Een uitdaging die immens is door de complexiteit van het probleem. Zo complex dat veel leiders het onderwerp nauwelijks op de organisatieagenda plaatsen omdat ze noch de voordelen van innoveren, noch de risico’s van niets doen goed kunnen schatten. Want wanneer je op een creatieve en innovatieve manier de eisen van het heden wilt combineren met die van een duurzame toekomst vraagt dat van de leider dat hij vanuit meerdere perspectieven deze vraag kan belichten (**). Bijvoorbeeld dat niet alleen het maximaliseren van waarde voor de huidige stakeholders centraal wordt gesteld, maar ook de vraag hoe eveneens andere groepen mensen kunnen worden bereikt die tot op heden weinig kans hadden hun levensstandaard te verbeteren. Of dat niet alleen de technologische innovatie en strategische herpositionering van belang zijn, maar ook de vraag wordt gesteld hoe deze innovatie kan bijdragen aan het oplossen van de maatschappelijke en milieuvraagstukken in de wereld. Gelukkig is de (na)zomer traditioneel een tijd voor reflectie waarbij rust, zon en een zomerbriesje op het terras het denken veraangenamen en wellicht wat vergemakkelijken En zou het niet mooi zijn wanneer u en ik in onze rol als leider ervoor zouden kunnen zorgen dat deze zomerse vlagen van reflectie, dit najaar worden omgezet in een innovatieve frisse najaarswind die door de Limburgse bestuurskamers waait en het denken vanuit het bovenstaande geschetste perspectief aanwakkert? Daar profiteert niet alleen Limburg van maar wellicht ook nog ooit de meisjes van de school in Villa Maria, Oeganda. (*) www.kiwanuka.nl (**) Hart, S (2010), Capitalism at the Crossroads, 3rd edition, Pearson Prentice Hall. Prof. dr. Mariëlle G. Heijltjes Mariëlle Heijltjes is hoogleraar Managerial Behavior en directeur Postgraduate Education bij Maastricht University School of Business and Economics.


– ADVERTORIAL –

EQUIPE professionals only

‘Niet iemand zoeken voor een functie, maar voor een loopbaan’

Een zwart wit foto van vier jongemannen. De

waren, maar weinig bureaus met de roots in

tekst erboven: ‘Wie maakt het verschil?’ Op

deze omgeving.”

Directeur Luc Theunissen van Equipe

het eerste gezicht gewoon een oude foto. Pas bij nadere bestudering blijkt dat één van

Theunissen besloot Equipe op te richten en

de vier jongemannen het verschil maakt. We

het anders aan te pakken. “En dat betekent

zien een nog piepjonge John F. Kennedy.

een andere visie op bemiddelen. Als je voor

Waarom hij uitgroeide tot de machtigste man

een organisatie iemand zoekt moet je het

van de wereld en zijn drie vrienden niet?

bedrijf goed doorgronden. En dat geldt niet alleen voor posities op directieniveau, raad

Luc Theunissen vindt het wel van toepassing

van toezicht of raad van commissarissen. We

op zijn bedrijf Equipe. “Het verschil maken.

brengen heel gedegen verschillende aspecten

Daar gaat het om.” De historische foto is

in kaart Wat is de toekomstvisie van de orga-

onderdeel van een nieuw marketingcampagne

nisatie, wat zijn recente ontwikkelingen, wat

van Equipe, Professionals Only. Grondlegger

zijn kansen en bedreigingen, met welke facet-

legt de directeur uit. “In het derde kwartaal

en eigenaar van het bedrijf is Luc Theunissen.

ten krijgt de gezochte manager te maken, etc.

2010 zagen we de vraag vanuit het bedrijfs-

Equipe is actief vanuit locaties in Maastricht,

Als we dat in beeld hebben, kunnen we dat

leven duidelijk aan trekken met name op het

Venlo, en Eindhoven en is daarmee met 8

vertalen naar een goed profiel en bepalen of

gebied van technische sales en life sciences.

vaste consultants een middelgrote speler in

we de geschikte kandidaat kunnen leveren.

de markt.

Andersom, als we met de opdrachtgever tot

Hoe dan ook In Zuid Limburg krijgen we ook

een akkoord komen vullen we de vacature

te maken met krapte door ontgroening en het

ook in.”

uitstromen van de ‘Baby Boomers’. In plaats

Theunissen werkt al meer dan 20 jaar in de ‘bemiddelingsbranche’, zoals dat in het jargon

van mensen uit de Randstad hier naar toe

heet. Een tak van sport waarin hij terecht

Equipe is zowel actief voor opdrachtgevers in

proberen te lokken, moeten we proberen de

kwam na gestart te zijn als HR adviseur en

het publieke domein (met name bij zorginstel-

jonge afgestudeerden hier te houden na hun

een uitstapje in de mediawereld. Bij het be-

lingen, onderwijs, gemeenten, corporaties en

studie. Die jongeren moeten de kans krijgen

drijf Staff Planning werkte hij in verschillende

provincies) en het bedrijfsleven (industrie,

om met – als het ware – 1 contract bij verschil-

managementfuncties. “In 2001 was voor mij

dienstverlening en handel). “In ons werk ma-

lende bedrijven hier ervaring op te doen. Als

de lol eraf en besloot ik Equipe te starten.

ken we onderscheid tussen het invullen van

ze eenmaal vijf jaar hier zijn, dan hebben ze

Wat ik in die tijd zag was dat bedrijven vaak

vaste functies en het aanvaarden van interim

een sociaal leven opgebouwd en gaan ze niet

allerlei HR gerelateerde vragen hadden vanaf

opdrachten . Aanvankelijk waren we alleen

meer zo snel weg,” is mijn overtuiging.

ziekteverzuim tot en met het opzetten van

gericht op Senior posities. Sinds kort kijken

professioneel HR beleid. Wat me ook opviel

we ook gericht naar zogeheten Young Profes-

“Om het voor jonge mensen aantrekkelijk te

was dat er heel veel landelijke en internatio-

sionals. Jonge hbo-ers of academici met mini-

maken zouden bedrijven minder traditioneel

nale intermediairs in Zuid Nederland actief

maal drie jaar ervaring. Daarbij ligt de focus

moeten denken over werk en hun medewer-

op organisaties waar de ontwikkeling van

kers. Bedrijven kijken nu soms nog star naar

mensen een strategisch doel is. Onze visie en

functie-eisen. Maar het gaat niet om wat

advies is om niet alleen mensen aan te nemen

iemand kan, maar wat zijn competenties zijn.

voor een functie, maar voor een loopbaan.”

Wat kan hij in potentie en op welke wijze is iemand in staat zich permanent te ontwik-

Het werkgebied richting opdrachtgevers

kelen?”

bestrijkt inmiddels heel Limburg en een deel van Brabant en Gelderland. In de toekomst

Tot slot benadrukt Luc Theunissen nog eens

sluit Theunissen uitbreiding in Duitsland en

waarom zijn bedrijf onderscheidend is. Ooit

Vlaanderen niet uit. De economische crisis

begon hij met Equipe om een kwaliteitsbedrijf

heeft Equipe redelijk goed doorstaan, omdat

op te zetten met roots in Limburg. Die roots

veel opdrachtgevers onder de overheid vallen.

zijn er nog steeds en het bedrijf hecht nog

“In 2009 kwam 85% van onze omzet uit de

altijd aan kwaliteit en persoonlijk contact.

publieke sector. Daardoor waren we minder

Een manier van werken die opdrachtgevers

kwetsbaar voor de economische neergang,”

in toenemende mate weten te waarderen.


– ADVERTORIAL –

H

et is één van de grootste investeringen in een mensenleven. Een nieuw huis bouwen, of een grootscheepse verbouwing. Het is ook een stap die niet vaak gezet wordt en dan is het des te opmerkelijker dat veel mensen denken zelf wel een huis te kunnen bouwen of die handige oom in te schakelen voor de verbouwing. Vaak gaat het goed, maar het kan beter, vindt Erwin Daemen, die met zijn bedrijf Daemen Bouwmanagement (aspirant) bouwers van a tot z begeleid. En, om het grootste misverstand meteen uit de wereld te helpen, dat maakt de bouw niet duurder. Erwin Daemen bespaart – door zijn grote ervaring en aanpak – uiteindelijk zelfs geld op de bouw. Daemen legt uit hoe het zit: “In de praktijk zie je dat mensen die een nieuw huis gaan bouwen of gaan verbouwen zelf offertes opvragen bij aannemers. Na drie of vier offertes kiezen ze vaak voor de goedkoopste aanbieding. Uiteindelijk is het maar de vraag of die goedkoopste uiteindelijk wel de beste is. Om offertes van aannemers goed te kunnen vergelijken, moet je kennis van de markt hebben. Als de aanleg van electra is opgenomen wat betekent dat dan? Een standaard stopcontact op een standaardplek? Als je daar vervolgens van wilt afwijken gaat het pas echt geld kosten,” zegt Erwin.

Als bouwbegeleider behoedt hij mensen voor onverwachte uitgaven. Wie Erwin Daemen in een vroeg stadium inschakelt, weet precies wat de bouw gaat kosten. Geen onverwachte tegenvallers door onduidelijke offertes. Bovendien is Daemen tijdens de bouw het aanspreekpunt voor iedereen, zodat de opdrachtgever gerust kan zijn dat alles volgens de gemaakte afspraken verloopt. De dienstverlening van Daemen is zeer

Voor meer informatie over de Bouwscan. Neem contact op of kijk op de website. Doet u dat in de maand september contact dan is de bouwscan gratis. Vraag de voucher aan.

Erwin Daemen, Hennie en Tanya Frissen

divers. “Ik kan voor de mensen de offertes aanvragen, maar ik kan ook voor mensen als ze of als mensen al offertes hebben aangevraagd een scan maken van deze offertes. Zo kan ik meteen zien of de goedkoopste offerte ook de naam eer aan doet en of er zaken zijn weggelaten die achteraf wel betaald moeten worden. Ik kan dan direct kijken of er mogelijkheden zijn om het project beter aan te pakken en/of geld te besparen. Hiervoor heb ik de Bouwscan in het leven geroepen. Het voortraject is het belangrijkste, daar wordt de basis gelegd voor een succesvolle (ver)bouw. Dit traject wordt helaas veel te vaak veel te gemakkelijk doorlopen. Daarna zal de verdere begeleiding van het bouwtraject door Daemen Bouwmanagement gecoördineerd worden. Erwin Daemen heeft zelf een bouwkundige achtergrond, werkte bij een aannemer en heeft jarenlang bij een bouwbegeleidingsbureau gewerkt waar hij zes jaar diverse soorten van projecten deed. In 2009 werd hij zelfstandig en richtte Daemen Bouwmanagement op. Hij is inmiddels in een groot deel van Limburg aktief. Toch is het nog niet gebruikelijk om een bouwmanager in te schakelen. Onbekend maakt onbemind. Erwin Daemen herkent dat. “Mensen hebben het idee dat een extra persoon inschakelen

Daemen Bouwmanagement T 046 – 436 09 60

bij de bouw per definitie meer geld kost of dat ze dat niet nodig hebben. De praktijk wijst uit dat dat niet zo is, maar het vergt een omschakeling. Mensen moeten de stap durven te zetten.

“Erwin is onze redding geweest” Hennie en Tanya Frissen, eigenaren van restaurant/eetcafe Cèramique in de Rechtstraat Maastricht zijn bezig met een grondige renovatie van hun bekende horecazaak. Hennie schakelde in een vroeg stadium Erwin Daemen in om hem te begeleiden bij de bouw. Dat bleek een goede zet. “Om eerlijk te zijn; het inschakelen van Erwin is onze redding geweest. Je kunt je niet voorstellen wat komt kijken bij de renovatie van een rijksmonument in de Maastrichtse binnenstad. Aan dit pand is bijna 400 jaar niks gebeurd.” Het echtpaar Frissen ging niet zo maar aan de slag. Hennie: “Hier zijn vijf jaar voorbereiding aan vooraf gegaan. Het inschakelen van een bouwbegeleider heeft ons veel ellende bespaard. Er moet tegelijkertijd over zo veel dingen worden nagedacht en beslist, dat kun je niet als je geen verstand van zaken hebt. De toegevoegde waarde van Erwin Daemen is duidelijk. Zonder hem zouden we waarschijnlijk de geplande opening in oktober niet gehaald hebben.”

E info@damenbouwmanagement.nl W www.daemenbouwmanagement.nl


58 | exclusief

Exclusieve voorpublicatie van het boek ‘In Gods naam’

het ontaarde leven van pastoor-deken haffmans ‘In Gods naam’ luidt de titel van het boek over de Gulpense deken Joep Haffmans dat binnenkort verschijnt bij de Amsterdamse uitgeverij Carrera. De journalisten Henk Langenberg en Maarten van Laarhoven reconstrueren de affaire Haffmans tot in detail. Een boek over de amoureuze escapades van Haffmans, zijn dubbelleven en de uiteindelijke ontmaskering. De totstandkoming van het boek ging niet zonder slag of stoot. Auteur Maarten van Laarhoven raakte er zelfs zijn baan als journalist bij Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad door kwijt. Exclusief in Zuid een voorpublicatie uit het boek: De brieven van pastoor Hover. Maastricht, vrijdag 6 op zaterdag 7 maart 1998

Het is bijna halfeen in de nacht als de vijftigjarige pastoor Gerard Hover van de Sint-Matthiasparochie – in het centrum van Maastricht – na een etentje ergens in de stad het licht in de werkkamer van zijn pastorie aanknipt. Een dik halfuur geleden heeft hij afscheid genomen van zijn gezelschap: twee vriendinnen en collega-pastoor Bronneberg. Hover heeft een leuke

De auteurs maarten van Laarhoven en Henk Langenberg foto Jean-Pierre Geusens

avond gehad. Het eten was lekker, de wijn was goed en er is behoorlijk gelachen. Als hij eenmaal op dreef is, is het feest. Toch zou een avond met Elvira, de vriendin van zijn vriend pastoor-deken Haffmans uit Gulpen, honderd keer leuker zijn geweest. Het hele diner, van de eerste amuses tot aan de friandises bij de koffie, heeft de vraag hem door het hoofd gespookt. De Maastrichtse pastoor snapt er niets van. Waarom, in hemelsnaam, blijft Elvira bij die idioot? Waarom kiest ze niet voor hém? Hij heeft haar toch verteld hoe hij erover denkt? Elvira maakt dan wel omtrekkende bewegingen, maar alles zegt hem dat ze in werkelijkheid helemaal verkikkerd op hem is. Hij heeft zich al lang en breed neergelegd bij het gegeven dat hij en Elvira nooit als een gewoon liefhebbend stel door het leven kunnen gaan. Maar met die Haffmans kan ze dat toch ook niet? Ze is inmiddels alweer zo’n drie jaar samen met die schijnheilige, die zich in zijn dekenaat door alles en iedereen plechtstatig ‘meneer de deken’ laat noemen, maar ondertussen alles doet wat God verboden heeft. Dat vrouwen als Elvira – ze is de zoveelste in een hele reeks – steeds weer voor Haffmans vallen, komt niet alleen door het vertrouwen dat hij uitstraalt en de charmes die hij ontegenzeggelijk heeft. Maar ook omdat hij centen genoeg heeft om het op alle fronten breed te laten hangen.

Elvira. De vrouw die zijn hart veroverd heeft, die op een zeker moment zelf op hem is afgestapt en hem zo ongeveer gesmeekt heeft om zijn vriendschap. De vrouw die een fantastische invloed op hem had en hem aansprak op zijn ongezonde gewoontes: ‘rook toch niet zoveel’, ‘drink niet zoveel’. Hand in hand door Maastricht wandelen kunnen ze wel vergeten. Hij trekt de gordijnen dicht, steekt een sigaar op en schenkt een borrel in. Jammer, het is niet anders, denkt hij. Van de andere kant: maar goed ook. Want stel dat het uitkomt, stel dat de parochianen iets gaan merken. Hun pastoor een verhouding met een vrouw? Dan zou de wereld te klein zijn. Eén ding staat als een paal boven water. Als de dingen blijven zoals ze de afgelopen maanden zijn gegaan, gaat hij er zelf op den duur aan onderdoor. Want het is steeds hetzelfde liedje: Elvira komt, geilt hem op en gaat weer terug naar huis. Om stoom af te blazen met die gek van een Haffmans. O, wat zou hij haar op dit moment graag willen aanraken, strelen, zoenen. Hover voelt zich in de steek gelaten. Niet alleen door Elvira, maar ook door Haffmans. Tientallen jaren waren ze met elkaar bevriend. De welbespraakte, intellectuele moraaltheoloog Hover versus de charmante, niet al te schrandere Haffmans. Ze deelden letterlijk alles met elkaar.


exclusief | 59

een jonge speler van Roda JC Kerkrade in actie

VVV-Venlo aan de bal

foto Roda JC Kerkrade – Henk Korzelius Burgemeester Vossen van Gulpen schudt de hand van deken Haffmans

foto VVV-Venlo

foto frits Widdershoven

Naar geld werd niet gekeken. Vakanties, etentjes, exquise wijnen, dure maatpakken, sigaren; alles was altijd ruimschoots voorhanden. En wat nog mooier was: de deken van Gulpen stond altijd klaar om te betalen. Helaas voor Hover is de vriendschap afgelopen. Vanaf het moment dat Elvira in beeld kwam, werd het steeds minder. En nu is het helemaal voorbij. Weg extraatjes, weg reisjes naar het buitenland en weg dure kostuums op kosten van die rijke stinkerd. Ook op de toelage van 5000 gulden die hij jaarlijks kreeg, voor het invullen van Haffmans’ belastingaangifte, hoeft hij niet meer te rekenen. Elvira is vanaf nu zijn officieuze boekhouder. Ze typt zelfs zijn preken uit. Plotseling denkt hij aan het briefje dat hij haar onlangs stuurde. Omdat ik niet meer durf te bellen, dit briefje. Ook al ga je met J. verder, je moet je zien te bevrijden van deze knellende en verstikkende banden. Dit kan zo niet, het is ziekelijk. Je zit in een val, je wordt gekocht en gechanteerd. Verdomme, dat kan allemaal toch niet zomaar. Hij zal haar nog een keer laten weten hoe hij erover denkt. Een brief waarin hij al zijn voorzichtigheid laat varen. Een brief die gerust

gelezen mag worden door Haffmans. Die klootzak met zijn middelmatige komkommer. Laat hem maar eens tegen het plafond vliegen. Dan weet hij ook hoe dat voelt.

Deze voorpublicatie vormt de proloog van ‘In Gods naam’. De affaire Joep Haffmans. Het ontaarde leven van een pastoor-deken door Henk Langenberg en maarten van Laarhoven.

Hij gaat er eens goed voor zitten, achter zijn houten bureau. Hij kijkt recht in het gezicht van John F. Kennedy. Niet ver van de beeltenis van de door hem zo bewonderde eerste katholieke president van de Verenigde Staten prijkt een andere foto, waarop twee Gelderse zusjes te zien zijn. Met de oudste van de twee had Haffmans in de jaren tachtig een relatie. Op diezelfde foto, die gemaakt is tijdens een intiem etentje, staat nog iemand anders, aartsbisschop Simonis; de steun en toeverlaat van de Roermondse bisschop Gijsen. De zeer eerwaarde dienaar Gods neemt nog eens een flinke trek van zijn sigaar en draait een vel papier in zijn oude Remington. De typemachine waarop hij al sinds jaar en dag zijn omstreden preken componeert en waarop hij vroeger, toen er nog geen vuiltje aan de lucht was, ook die van zijn collega Haffmans redigeerde. Als een bezetene begint hij te tikken, waarbij hij zijn fantasie de vrije loop laat.

ISbn: 978 90 488 0929 5 omvang: 288 pagina’s (inclusief twee fotokaternen met exclusieve foto’s) Uitvoering: paperback prijs: 17,95 euro


Snelle incasso’s op advocaatnivo

Specialisten in ondernemingsrecht, financieel-economische problemen en bouw Tempsplein 29 | 6411 ET Heerlen | T: (045) 571 30 00 | F: (045) 571 66 66 | E: info@luckers.nl De Geusseltweg 33C | 6225 XS Maastricht | T: (043) 362 52 52 | F: (043) 363 72 73 | E: info@advocasso.nl 0032507.pdf 1

23-11-2009 13:56:06

Heerlen Bedrijvige stad in het hart van de Euregio

Gemeente Heerlen

Wie een plek zoekt voor zijn onderneming, zoekt een thuis voor zijn bedrijf. Wie succes nastreeft, zoekt een prettige leefomgeving voor zijn personeel. Wie een toplocatie zoekt voor zijn bedrijf komt terecht in Heerlen! Heerlen is een bruisende stad midden in het groen. Een stad die nieuwkomers hartelijk in haar samenleving opneemt. Wij nodigen u uit om kennis te maken met deze stad, een jonge levendige stad waar veel mogelijk is. Neem daarom een kijkje op www.zakelijk.heerlen.nl om zelf te ontdekken wat Heerlen u te bieden heeft!.

telefoon: 045-560 48 88 email: bcp@heerlen.nl www.zakelijk.heerlen.nl


interview | 61

Maastrichtse hoogleraar Hans Maarse:

‘een echt open zorgmarkt is een utopie’ De zorgsector is log, traditioneel en bureaucratisch. Marktwerking moet een impuls geven aan ondernemerschap, keuzevrijheid voor de patiënt, kostenbeheersing. Toch is een volledig open zorgmarkt een utopie en ook ongewenst. ‘Er zal een fundamentele spanning blijven tussen de vrijheid van de markt en de behoefte aan overheidsregulering,’ stelt Hans Maarse, hoogleraar Beleidswetenschap in de zorg aan de Universiteit Maastricht in zijn nieuwe boek ‘Markthervorming in de zorg’.

door Loek Kusiak foto’s frits Widdershoven

We moeten maar niet denken dat de zorg ooit een gewone markt wordt. De overheid zal zich ermee blijven bemoeien, zegt de Maastrichtse hoogleraar en bestuurskundige Hans Maarse van de faculteit Health, Medicine and Life Sciences. Voor sommige delen van de zorg is méér marktwerking zeker mogelijk, en uit oogpunt van kostenbeheersing zelfs wenselijk. Maar niet voor de complexe zorg, waar veel ouderen, dementerenden en mensen met een handicap van afhankelijk zijn. Daarin het zorgaanbod vergelijken en keuzes maken is voor patiënten door hun beperkingen erg lastig. ‘Op het gebied van de chronische zorg,’ zegt Hans Maarse, ‘heeft de overheid een maatschappelijke verantwoordelijkheid. We moeten aanvaarden dat marktwerking in de zorg hoogstens een mengvorm zal zijn. Een goede bestuurder in de zorg is zowel hoeder van het publieke belang als marktkoopman. Een milde marktwerking vind ik wel verstandig,’ geeft Hans Maarse als persoonlijk oordeel, hoewel zijn boek Markthervorming in de zorg vooral een zo objectief mogelijke analyse wil zijn. Die analyse gaat over de wisselwerking tussen marktwerking en principes als keuzevrijheid voor de patiënt, solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg. De zorgkosten stijgen jaarlijks sneller dan de economische groei, de vergrijzing staat voor de deur en er dreigen personeelstekorten. Voor de burgers begon in 2006 de marktwerking met de invoering van de verplichte basisverzekering voor iedereen, gevolgd door een raamwerk aan wettelijke spelregels die zorgaanbieders moeten prikkelen tot meer concurrentie en doelmatigheid, lagere kosten en een betere kwaliteit van zorg. Tevens moeten verzekerden en patiënten meer vrijheid krijgen in de keuze van behandelmogelijkheden, artsen, ziekenhuizen en andere instellingen. ‘Tegelijkertijd,’ legt Maarse uit, ‘wil de overheid voorkomen dat publieke belangen in ons zorgstelsel als solidariteit, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg worden aangetast. Zo mogen ziektekostenverzekeraars door middel van risicoselectie geen cliënten weigeren. Het resultaat van dit beleid, overi-


62 | interview

Hans maarse

gens nog geregeld onderwerp van politieke meningsverschillen in ‘Den Haag’, heet gereguleerde marktwerking.’

‘Dichtgeschroeid’ Hoewel ziekenhuizen inmiddels financieel beter presteren, is de marktwerking tot nu toe bescheiden gebleven, constateert Hans Maarse. ‘Daarbij zie ik ook een zekere inconsequentie, want grote delen van de zorg zijn nog steeds min of meer met regels dichtgeschroeid. De minister bepaalt hoeveel geld er in de zorg omgaat.’ De totale jaarlijkse uitgaven aan ziekenhuizen bedragen 18 miljard euro. Als zorgaanbieders dat volume overschrijden, krijgen ze twee jaar na dato kortingen opgelegd. Maarse: ‘Deze budgetregulering vanuit de overheid beperkt de bewegingsruimte in de markt. Daardoor zijn er nog weinig prikkels om echt marktgericht werken. Ik voorzie een blijvende spanning tussen het streven naar vrijheid en ondernemerschap van zorgaanbieders enerzijds en de behoefte aan beheersing door overheid anderzijds. Tussen vraag en aanbod blijft een onnatuurlijk samenspel bestaan.’ Wel mogen de ziekenhuizen vanaf 2012 met zorgverzekeraars onderhandelen over de prijs en kwaliteit van 70 procent (nu: 35 procent) van een segment aan medische behandelingen. Ziekenhuizen moeten hiervan

ook een prijslijst publiceren. Maarse: ‘Daarmee is maximale marktwerking bereikt, want voor de rest blijven de ziekenhuizen afhankelijk van een vast budget uit ‘Den Haag’. Zullen door markthervorming de kosten voor de zorg echt verminderen? ‘Ik ben daar somber over. De dynamiek van de markt is immers gericht op groei en de zorg is een wereld van zeer vele behoeften. Hier en daar zal er inderdaad sprake zijn van prijsverlagingen. Maar het totale effect is dat de marktwerking zorgt voor een extra stijging aan wat we in dit land met z’n allen uitgeven aan medicijnen, rolstoelen, enzovoort. Deze dynamiek is extreem lastig te beteugelen. Neem nu een commerciële partij die graag prostaattesten wil verkopen. Zo’n bedrijf heeft er geen enkel belang bij om een limiet te stellen aan de verkoop van de hoeveelheid product. Hoe je de extra uitgavenstijging dan wel kunt beteugelen? Je kunt denken aan verhoging van het verplichte eigen risico, of verkleining van het verzekerde pakket. Maar dat zijn schijnoplossingen, want het totale uitgavenniveau blijft hetzelfde. Verder weten we van deze maatregelen dat ze politiek zeer gevoelig liggen.’

Premiestijging De zorg is de enige sector waarvan het kabinet de collectieve uitgaven wil la-

ten toenemen. Maarse: ‘Derhalve is er geen ontkomen aan dat burgers in de toekomst voor zorg extra in de buidel moeten tasten. Een premiestijging van enkele tientjes is geen prettige boodschap, hoewel Nederlanders al relatief weinig out of the pocket zelf aan de zorg meebetalen. In België ligt dat rond de 23 procent, bij ons 10 procent. De politiek moet nog bepalen of de eigen bijdrage met enkele tientjes omhoog kan, maar we zien nu al dat mensen meer moeten betalen voor fysiotherapie en dat een eigen bijdrage op komst is voor zwaardere geestelijke gezondheidszorg. En ook in de ouderenzorg zal meer uit de eigen portemonnee, uit de private lijn moeten komen. In Duitsland ligt het aandeel dat burgers aan ouderenzorg bijdragen al flink hoger dan bij ons. En voor wie het te duur is, moet de familie bijspringen. Dat zijn systemen waar Nederland nog niet zo mee vertrouwd is, maar het zal er toch van komen. Niet uitgesloten is dat de een zich meer zal kunnen permitteren dan de ander. Anders gezegd: door de marktwerking komt ook de solidariteit steeds meer onder druk. Het principe van een voor iedereen toegankelijke zorg zal geleidelijk verschuiven naar gelijke toegang tot de basiszorg. Alles daarboven lijkt zogezegd luxe, al zal het veelal noodzakelijke luxe zijn.’

Kwaliteitsnormen Zorgverzekeraar CZ, met traditioneel veel cliënten in het zuiden van het land, gooide in 2010 de knuppel in het hoenderhok door een aantal ziekenhuizen vanwege onvoldoende medische ervaring niet meer te contracteren voor bepaalde behandelingen, zoals borstkanker. Maarse: ‘Dat gaf een hoop heisa, want specialisten waren totaal niet gewend dat verzekeraars opeens op het gebied van kwaliteit in de drivers seat gingen zitten. CZ contracteerde een ziekenhuis niet niet meer omdat de prijs te hoog was, maar omdat de prijs niet voldeed aan hun maatstaven.’ Al snel volgden andere verzekeraars met strengere kwaliteitseisen. De Nederlandse Vereniging van Heelkunde, die op wetenschappelijk terrein de specialisten vertegenwoordigt, is mede daardoor versneld gedwongen om kwaliteitsnormen op te stellen. ‘Dat


interview | 63

zou je,’ vindt Maarse, ‘een winstpunt van marktwerking kunnen noemen.’ Een ander winstpunt is volgens Maarse dat wachtlijsten in ziekenhuizen goeddeels zijn verdwenen, de productiviteit is gestegen en ziekenhuizen nu het debat moeten aangaan rond spreiding en concentratie van ziekenhuisfuncties. Van ziekenhuizen wordt verwacht alleen nog operaties voor aandoeningen uit te voeren waarvan vaststaat dat ze daar goed in zijn. ‘En goed ben je, als je iets vaak doet. Wat je zelf te weinig doet, moet je aan een ander ziekenhuis overlaten. In het verlengde daarvan is het wel interessant dat de Provinciale Raad voor Volksgezondheid in Limburg in een rapport een toekomst van zorgnetwerken schetst. Dan heb je het over een goed georganiseerd systeem van voorzieningen in een regio dat afgestemd is op de vraag vanuit de bevolking, ook wel de zorglogica geheten. Die logica moet naar mijn idee aansluiten op de logica van de markt. De vraag is dan: hoe gaat het dan verder met de marktwerking? Gaan we daar dan toch niet een beetje afscheid van nemen? Dat kan een spannende vraag worden.’

Rivaliteit Atrium in Heerlen en Orbis in Sittard gingen twee jaar geleden, mede onder druk van CZ, praten over samenwerking. Deze zomer is besloten tot een fusie, die de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) overigens nog moet goedkeuren. ‘Zo’n fusie,’ zegt Maarse, ‘is een concentratie van zorg, waardoor de zorg mogelijk ook kwalitatief zal verbeteren. Minder complicaties na operaties betekent minder zorgkosten. Daar staat tegenover dat een stukje rivaliteit in de regio, waarvan we dachten dat het de kosten zou verlagen, verdwijnt. Dus krijg je toch weer matige regionale spelers waar de verzekeraars niet omheen kunnen. Dat heeft weer een prijsopdrijvend effect.Wat je echter wil is dat ziekenhuis X, dat weet dat ook ziekenhuis Y gecontracteerd kan worden, wat kosten en kwaliteit betreft bij de les wordt gehouden. Dat is een mooi mechanisme, maar die rivaliteit bestaat nog niet echt in Zuid-Limburg. En ondanks alle retoriek van zorgbestuurders en politici over samenwerking, blijft het in de praktijk toch een

ingewikkeld onderwerp. Geen ziekenhuis dat echt staat te popelen om een afdeling te sluiten, terwijl ook patiënten die gewend zijn aan een bepaald ziekenhuis niet snel naar een andere plaats zullen uitwijken.’ In een zorgmarkt die vraaggestuurd moet functioneren, moet de zorgconsument, zoals de overheid hem noemt, ook wat te kiezen hebben. Dat kan hij alleen maar op basis van heldere en eerlijke informatie over rechten en de kwaliteit van de zorg. Daar ziet Maarse niet alleen een ‘groot terrein braak liggen’, maar ook een beeldvorming over de zorgconsument die veel weg heeft van een karikatuur.

“Het aantal mensen dat een overbodig medische behandeling ondergaat zal toenemen”

‘Grote delen van de zorg zijn nu eenmaal niet tot marktgoed te reduceren en veel burgers zullen zich ook niet als zorgconsument willen of kunnen opstellen. Ik vraag me dus af in hoeverre echt een vrije, weloverwogen keuze mogelijk is. Natuurlijk: je kunt afgaan op lijstjes op internet, zoals kiesbeter. nl om te zien hoe verschillende verpleeghuizen in de regio scoren. Dan krijg je twee lijstjes waar patiënten iets gevraagd wordt en zie je verschillende uitkomsten. Dan heeft Sevagram meer bolletjes dan een andere organisatie, maar het hang er maar vanaf wat je in zo’n tehuis belangrijk vindt. Zo’n lijstje kan een hulpmiddel zijn, maar ook verwarrend of gemanipuleerd zijn. Net als de vakantiefolder waar een mooi appartement op staat. Maar als je er eenmaal zelf bent, blijkt de achterkant uitzicht te bieden op een hoog gebouw.’ De patiënt als ‘zorgconsument’ voor te stellen, kan er volgens Maarse ook toe kan leiden dat zijn voorkeuren door ‘uitgekiende marketing’ worden geëxploiteerd. ‘Onderdeel van de dynamiek van de markt is immers dat nieuwe behoeften worden gecreëerd, zodat de vraag naar zorg toeneemt. Marktwerking draagt

ook het risico van toenemende medicalisering in zich, want medicalisering vergroot de vraag naar zorg. Vragen als ‘wat is een te hoog cholesterolniveau’ of ‘wat is een te hoge bloeddruk’ zijn ook vragen met grote gevolgen voor de groeipotentie van zorgaanbieders en farmaceuten. Het aantal mensen dat uit preventief oogpunt een overbodig medische behandeling ondergaat zal toenemen.’

Thuiszorg Rivaliteit, in de de zin van marktwerking, ziet Maarse wel in de thuiszorg. ‘Daar offreren aanbieders, ook in Zuid-Limburg, onder de kostprijs. Ze halen de krenten uit de pap. Efficiencyverbetering leidt er tot salarisverlaging en overheveling van personeel. Dat roept weer vragen op over de continuïteit van het voorzieningenniveau van de zorg in een regio. Dat kun je niet louter overlaten aan partijen die money-driven zijn. Dit stelt grenzen aan de markt, waardoor overheidsbemoeienis geboden blijft.’ In een vergrijzende provincie als Limburg zal de zorg voor ouderen een groot beslag op de kosten leggen en voor personele problemen zorgen, voorspelt Maarse, een opvatting die velen delen. ‘We hebben het dan niet alleen over ouderen, maar over de zorg voor een toenemend aantal mensen met COPD, diabetes, hartfalen. We hebben in Limburg veel Zorggroepen, maar de externe prikkel om het anders te doen dan de buurman ontbreekt nog. Een zekere rivaliteit door middel van marktwerking zou niet slecht zijn in de zorg voor deze chronisch zieken. Limburg zou daar een voorhoederol in kunnen spelen door de zorg anders te organiseren. Dan kan door versneld in te zetten op het gebruik van nieuwe technologie die chronisch zieken meer zelfstandigheid geeft. Dan praat je over nieuwe verhoudingen tussen ziekenhuis, huisarts en thuiszorg. Daarbij kunnen we ook proberen om landsgrenzen te doorbreken en de zorg meer euregionaal te organiseren. De samenwerking tussen het Klinikum van Aken en het azM in Maastricht is daar een begin van. Dat uitbreiden, naar meer uitwisseling van kennis en best practices tussen zorginstellingen, zou pas écht een innovatie zijn.’


Postbus 1992, 1992,6201 6201 tel. 043 350 35040 40 fax 043 350 35043 438 e-mail bedrijfscon bedrijfscon

– ADVERTORIAL –

Maastricht wil banden met Oost-Europa versterken

In Maastricht zijn tientallen Europese instituten gevestigd. Wat nog ontbreekt is een Oost-Europa Instituut, een plek waar ondernemers en overheid kennis kunnen delen en van elkaars netwerk gebruik kunnen maken. Als het aan burgemeester Onno Hoes ligt, komt een OostEuropa Instituut er. Het is al een lang gekoesterde wens van de stad en de burgemeester onderstreepte het belang daarvan nog eens tijdens een bijeenkomst van het Netwerk Oost-Europa, in aanwezigheid van Nederlandse consuls die Oost-Europese landen vertegenwoordigen. Op die bijeenkomst in het stadhuis waren verder meer dan veertig Limburgse ondernemers aanwezig die actief zijn in het oosten van Europa. De bijeenkomst van het Netwerk Oost Europa werd voor de derde keer gehouden. Het is een initiatief van de gemeente Maastricht en de Kamer van Koophandel in Limburg. “De Oost-Europese markt moeten we niet langer zien als een opportunity, maar als een absolute must om intensief en concreet mee samen te werken. Het doel is nu om Oost-Europese investeerders en bedrijven voor de Maastrichtregio te interesseren. Hierin wordt samengewerkt met de Kamer van Koophandel, kennisinstellingen, overheden en het bedrijfsleven samengebracht binnen het Netwerk Oost-Europa. De consuls van onder meer Roemenië, Polen, Rusland, Litouwen en Slowakije wezen op de mogelijkheden om zaken te doen in de landen die zij vertegenwoordigen. Vooral

Ton Wanders, hoofd International and Public Affairs van de gemeente wijst op de doelstellingen van het Netwerk Oost-Europa: “We verbinden Limburgse bedrijven en instellingen die actief zijn in Oost-Europa, wisselen kennis uit en delen problemen maar vooral ook successen. Verder verbinden we bestaande netwerken aan elkaar om zo nieuwe business te genereren. Het netwerk probeert tot slot nieuwe Oost-Europese bedrijven en instellingen naar de regio Maastricht te halen.”

Polen, Roemenië en Rusland zijn booming. Nederland is na Duitsland zelfs de grootste investeerder in Polen. Tijdens de bijeenkomst in het stadhuis werd eehandzaam boekje Why? Thats Why Maastricht, gepresenteerd. De ondertitel ‘Maastricht, a City to Work, Learn, Live and Love geeft in een paar woorden weer wat de kracht van Maastricht is. Het boekje wordt gebruikt ter promotie van de stad.


column | 65

Charles Lückers

faILLISSeMentSCUratoren,

geen aLLeManSVrIenDen Na het vorig jaar over bankiers, advocaten, schoonmoeders en belastingontvangers gehad te hebben, nu een bloedgroep die ook niet altijd met gejuich begroet wordt: de curator in een faillissement. Als curator veeg je de overgebleven kruimels bij elkaar om er weer zo goed als mogelijk een koek van te bakken. De geur van bederf en de zure vruchten van mislukt ondernemerschap kleven daar echter altijd aan. Het is een zure koek en per definitie is die niet groot genoeg om ieder zijn deel te geven, anders was er geen faillissement. Je onderzoekt of er geen al te grote stukken in de zakken van de ondernemer zijn blijven zitten of dat bepaalde schuldeisers zich wat al te gulzig hebben bediend vlak voor faillissement en kijkt of voorraden en andere krenten in de pap nog een toefje slagroom op de taart kunnen vormen. De eerste handelingen die je als curator meestal moet verrichten, is het ontslaan van de werknemers en vervolgens de crediteuren mededelen dat zij hoogstwaarschijnlijk naar hun centen kunnen fluiten. Daarbij moet je een wet gaan toepassen die behoorlijk hard geformuleerd is en nauwelijks ruimte biedt voor redelijkheid en billijkheid. De faillissementswet is ook een hele oude wet en zelfs al van vóór 1900. Echt adequaat is die wet niet in alle gevallen, maar we moeten er wel mee werken als curatoren. Zoals gezegd: de koek is zelden tot nooit groot genoeg om iedereen tevreden te stellen en degene die de boodschap moet brengen is de kwaaie pier. Daarbij hebben curatoren ook nog het probleem dat zij voor hun eigen inkomen moeten zorgen: zit er onvoldoende geld in het faillissement, dan krijgen zij niet of niet volledig betaald.

De veelgehoorde kreet is dan ook dat curatoren alleen met hun eigen beurs bezig zijn en er voor zichzelf zoveel mogelijk proberen uit te slepen. Zolang dit land er niet voor kiest om de curatoren uit algemene middelen een honorering voor hun werkzaamheden te garanderen, zit er inderdaad altijd een stuk eigen belang voor de curator in zijn werk. Overigens verschilt dat niet zo veel van andere ondernemers: men moet zijn inkomen halen uit zijn eigen werk. Wie daarbij te veel naar zichzelf toe schraapt, krijgt de deksel op zijn neus: die klant komt zeker niet terug. In de relatie tot curatoren is de rechtbank die “klant”. In elk faillissement wijst de rechtbank een rechter aan als RC, welke toezicht houdt op de curatoren. In de rechtbank Maastricht wordt deze bijgestaan door een griffier met meer dan 25 jaar ervaring en die heeft het echt wel door wanneer een curator meer kosten maakt dan baten genereert. Wordt dat geconstateerd, dan worden de toegewezen faillissementen al snel geringer van omvang en tot slot droogt die inkomstenbron helemaal op: hetzelfde dus als een bedrijf dat zijn prijs-kwaliteitverhouding niet goed bewaakt. De curator heeft meestal de nodige juridische knopen te ontwarren of grofweg door te hakken, maar moet ook de nodige bedrijfseconomische beslissingen nemen. De tijdsdruk is daarbij enorm en hij moet werkelijk van alle markten thuis zijn: een curator wordt de ene keer benoemd tot curator van een transportbedrijf en de volgende keer in een restaurant en ga zo maar door! Meestal moet hij het bedrijf zo snel mogelijk liquideren, danwel in afgeslankte vorm een doorstart mogelijk maken, maar soms moet het ook langere tijd in leven gehouden worden. Alsdan worden al snel externe deskundigen zoals accountants en/of bedrijfskundigen erbij betrokken; een goed curator kent zijn grenzen! Soms is er echter geen geld voor die externen en dient de curator zich als een moderne Baron von Münchhausen aan de eigen haren uit het moeras te trekken en met hem het gefailleerde bedrijf. Dat dat niet iedereen gegeven is, behoeft weinig verder betoog: je hebt dus inderdaad goede en slechte curatoren, de een juridisch sterker en de ander bedrijfseconomisch slagvaardiger en de een laat meer over na betaling van zijn eigen kosten dan de ander. Vrienden maak je met dit soort werk dus zelden, maar geheel nutteloos noemt men je toch zelden. Je bent de vuilnisman van het bedrijfsleven, maar daarmee ook de basis voor een stuk recycling.

Charles Lückers Lückers Bedrijfsadvocaten / Advocasso Heerlen & Maastricht


66 | essay

waarom ik zulke moeilijke stukken schrijf In de allereerste Zuid, verschenen in september 2010 en verspreid in de zuidelijke helft van de provincie, bepleitte Zuids huisfilosoof Govert Derix het ontstaan van een Limburgse cultuur van essayistiek. Een jaar later doet hij een nieuwe poging – nu gericht op een pan-Limburgs publiek. door Govert Derix

Het genre van het essay (zeg maar het opstel of het betoog) hangt van oudsher samen met het geloof in een betere toekomst. Alleen al daarom geeft het te denken dat Limburg niet kan bogen op een essayistische traditie. De afwezigheid daarvan hoeft niet samen te vallen met de afwezigheid van een rooskleurig morgen en overmorgen. Bovendien zijn er tal van andere wegen die daar naartoe leiden, zoals politiek, bestuur, economie, spiritualiteit en mengvormen hiervan. De essayistiek is echter bij uitstek het vehikel om woorden te geven aan zo’n gewenste toekomst – vooral als andere disciplines met de mond vol tanden staan. In de essaybundel De publieke zaak uit 2009 bepleitte onder meer Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, al dat Nederland (en dus ook Limburg) behoefte heeft aan een nieuw perspectiefrijk verhaal. Daarna echter werd het opvallend stil in zijn betoog: geen onheilspellendere stilte dan een essayistische stilte. Ook toen ik hem onlangs op de man af vroeg wát dat nieuwe verhaal zou kunnen zijn, gaf hij niet echt thuis. Veel verder dan een opnieuw doordenken van de verzorgingsstaat, kwam hij niet. Eenzelfde hulpeloosheid zie je aan andere fronten. Of de kleur nu sociaaldemocratisch, christendemocratisch of liberaal is, uit geen enkele hoek klinkt een verhaal dat je weer op het puntje van je stoel brengt. Naar mijn mening is dit de vreemdste samenhang van onze tijd. We wéten dat we zo’n ver-

haal nodig hebben. Maar tegelijk vinden we niet de inspiratie, de inhoud, de guts en de essayistische bevlogenheid om het te vinden en te vertellen. Zolang we gebukt gaan onder die narratieve impotentie, zullen ook economie, ecologie, politiek en al die andere sporen naar onze toekomst, niet de vleugels krijgen die nodig zijn om boven onszelf uit te stijgen. Essayistiek is de kunst om zo’n zelfoverstijging wel voor elkaar te krijgen. De naam ‘essay’ verscheen in de zestiende eeuw op het toneel door het werk van de Franse denker Michel Montaigne die in zijn geschriften allerlei invalshoeken uitprobeerde (= essayer). De essayist is een onderzoeker, een uitprobeerder die er niet voor schuwt zichzelf op het spel te zetten en te bekennen dat ook hijzelf in veel opzichten onwetend is – beseffende dat een bekentenis van onwetendheid de weg kan openen naar kennis waarmee we verder komen (denk aan de wetende onwetendheid van Socrates). Het drama van onze tijd is dat we alles weten (of denken te weten) en dat daardoor een ambacht als de essayistiek dood dreigt te slaan: het gebrek aan behoefte aan essays als nagel aan de doodskist van onze tijd. Het meest boeiende én bedenkelijke van deze jaren is kortom dat de essayistiek zichzelf opnieuw moet uitvinden. Of zich daar waar ze misschien nooit heeft bestaan (zoals in Limburg) de heerlijke arrogantie en vrijpostigheid moet aanme-

ten waarmee ze uit een as kan herrijzen die ze eerst zelf moet rondstrooien Een ander symptoom van onze ontwetendheid is het gemak waarmee in onze contreien achter anti-bewegingen wordt aangelopen. Geen schrijnender bewijs van onwetendheid dan het jazeggen tegen de anti-islamist, de antisemiet, de anti-Pool, de anti-intellectueel. Onze nog niet geboren essayistiek staat daarmee voor twee uitdagingen. De eerste is laten zien dat het ressentiment van onze tijd is te ontmaskeren als een naastenliefde die niet de moed heeft zichzelf in het gezicht te kijken (wie het fraaie boek Nietzsches Tranen van Irvin Yalom heeft gelezen [over de filosoof Nietzsche die aan het eind van zijn leven tot een fictieve inkeer komt], zou kunnen speculeren over een vergelijkbaar boek onder de titel Wilders’ Tranen). De tweede is de omvorming van dit inzicht in een perspectiefrijk verhaal waarin sociaaldemocratie, christendemocratie en misschien ook het liberalisme elkaar de hand reiken op een manier die op het populisme het effect heeft van knoflook op een vampier. Aangemoedigd door de titel dreig ik door te draven met mijn essayeren. Met enige regelmaat ontvang ik berichten van lezers die zich beklagen over het feit dat men mijn stukken niet kan lezen zonder er bij na te denken. Of dat een compliment of kritiek is, laat ik in het midden (los van het feit dat ‘kritiek’ in de filosofie zoveel kan


essay | 67

betekenen als ‘onderzoek’, want dan wel weer goed past in de essayistische ambitie, namelijk het aanzetten van mensen tot (zelf)onderzoek). Veelzeggend is het wel dat er blijkbaar een grote behoefte bestaat aan hapklaar leeswerk waarbij de grijze massa ongemoeid kan blijven. Zou het kunnen dat ook hier een oorzaak ligt voor het motivatielek en de wegsijpelende levenslust in het westelijk halfrond? Ooit woonde ik een congres bij over het filosofisch enfant terrible Peter Sloterdijk. Twee dagen bogen wij ons over zijn hermetische teksten, waaronder het essay ‘Regels voor het mensenpark’ dat toen net tot een rel had geleid. Nooit zal ik vergeten hoe filosoof Henk Oosterling in het slotdebat de conclusie samenvatte. ‘Hij denkt na!’ riep Oosterling over Sloterdijk. Het klonk als een geweldige troost. Blijkbaar was er in ons pessimistisch tijdsgewricht nog iemand die het kon opbrengen om na te denken over wat er écht aan de hand was. Milieurampen, politiek onvermogen en Europees om-de-hete-brij-heen-gedraai mogen nooit het zicht versperren op de fundamentele denkluiheid van de mens die voortdurend op de loer ligt om ons met banaliteiten en perverse koppelingen een loer te draaien. De mens zelf is de grootste vijand van de mens. Hoe daar positieve draai aan te geven, ook dat is een taak van de essayistiek.

Kan dat ook in simpele bewoordingen? Ja en nee. Ja, omdat heldere taal vaak een kenmerk is van goed denkwerk (‘Clear thinking becomes clear writing’, zoals tekstgoeroe William Zinsser al beweerde in zijn onsterfelijke On Writing Well). Nee, omdat een heldere boodschap de indruk kan wekken dat men er zelf niet meer over hoeft na te denken (een beetje zoals de rekenmachine korte metten maakte met het hoofdrekenen). Daarom moet de essayist de lezer met onverwachte wendingen verleiden om zelf te denken. Leve de moeilijkheid! Leve het woord dat niet meteen duidelijk is, maar dat wel de weg wijst naar het eigen hoofd. Leve essayisten die het paard zodanig naar het water brengen dat het uit eigen levendige beweging met volle teugen drinkt. Laten intellectuelen en zieners ons voortoveren hoe de desinteresse en het ressentiment zijn om te vormen in passie, levensvreugde en naastenliefde. Juist in een tijd waarin virtueel via computerspellen dagelijks meer mensen over de kling worden gejaagd dan er aardbewoners zijn, is het zaak een nieuwe medelevendheid in het leven te roepen. De essayistiek gaat hierin gebukt onder dezelfde impotentie als politiek en bestuur. Maar juist de kunst van het proberende opstel hoeft zich daar niet voor te schamen. Juist zij moet haar onwetendheid en onmachtigheid omsmeden in een

macht die van alle tijden is. Namelijk die van het woord. Laat ook Limburg de crisis omhelzen als een welkome kans die ons, net op tijd, doet terugkeren op hebzuchtige schreden. Tientallen jaren lang dachten we alles te hebben. Nu de bomen niet meer in de hemel groeien, staan we voor de uitdaging de hemel weer daar te zoeken waar hij altijd al was: in het intermenselijke en het interculturele. Dát is de voedingsbodem die essayisten en alle andere mensen met een fatsoenlijk stel hersenen moeten cultiveren. Wat mij betreft is het een voorrecht om te leven in een tijd die in het teken staat van zoveel fundamentele veranderingen. Vele wegen leiden naar de toekomst. In die wegzoekerij heeft de essayistiek de onwetendheid en de instrumentele ondeugendheid aan haar zijde. Essayisten van Limburg: te paard! En maak het ons moeilijk. Hondsmoeilijk.

Govert Derix is filosoof, schrijver en adviseur. Samen met gouverneur Léon Frissen publiceerde hij op 12 september het boek ‘In den beginne. Over de toekomst van beschaving’, waaraan werd meegewerkt door onder anderen Job Cohen, Steve Stevaert, Paul Schnabel, Peter Elverding en Ton en Ronald Goedmakers.


– ADVERTORIAL –

Ease Travel Clinic is er ook voor bedrijven

R

eizen over de hele wereld is tegenwoordig heel normaal. Goedkope vliegtickets, een groeiend aantal luchtvaartmaatschappijen en bestemmingen maken de wereld steeds kleiner. Ook in het bedrijfsleven is internationaal zakendoen, zelfs voor kleinere bedrijven, aan de orde van de dag. Werknemers van bedrijven reizen vaker naar bestemmingen zoals het Verre Oosten of OostEuropa. Wat veel bedrijven zich niet realiseren is dat de werkgever volgens de arbo-wet verplicht is om maatregelen te treffen voor een goede gezondheid van werknemers. Dat heeft niet alleen te maken met de inrichting van de werkplek of het werken met gevaarlijke stoffen, maar ook met het preventief inenten tegen ziektes als personeel op zakenreis gaat. John Jongen is directeur van Ease Travel Clinic, met vestigingen in Maastricht, Heerlen en Geleen. “Ease is er niet alleen voor het vaccineren van vakantiegangers , hoewel we daar het meest bekend door zijn. Een steeds belangrijkere markt zijn de bedrijfsvaccinaties. Dan gaat het om het vaccineren van werknemers die naar het buitenland gaan, maar denk ook aan het vaccineren van risiciogroepen. Mensen die in hun werk het risico lopen besmet te raken met bijv. Hepatitus B. door vuile injectienaalden. Politiemensen, brandweerlieden en mensen in de zorg lopen een groter risico. Het is belangrijk dat ze beschermd worden,” zegt Jongen. Niet elk bedrijf is ermee bezig, maar toch zou het goed zijn als bedrijven zich bewuster zouden zijn van mogelijke risico’s. John Jongen kan voorbeelden genoeg opnoemen. “Wat dacht je van een bedrijf in Limburg dat de standbouw

John Jongen: “Ease is er niet alleen voor het vaccineren van vakantiegangers” verzorgt bij beurzen. Dat doen ze steeds vaker in het buitenland. Turkije of Egypte. Je bent er in een paar uur, maar het zijn toch risicolanden. Vooral kleine bedrijven hebben dat vaak niet in de gaten. Toch is het belangrijk je personeel te vaccineren bij (verre) reizen. De werkgever blijft echter verantwoordelijk.” Ease Travel Clinic startte in 2006 met een vaccinatiekliniek in Maastricht, ondergebracht in het Academisch Ziekenhuis. Inmiddels heeft het bedrijf vestigingen in Heerlen en Geleen en wordt in heel Limburg gevaccineerd. John Jongen: “Ease Travel Clinic onderscheidt zich door vraaggericht te werken en niet aanbodgericht. De wensen van het bedrijf, daar kijken we naar. Als er veel mensen gevaccineerd moeten worden doen we dat ter plekke op het bedrijf. Scheelt tijd en geld voor het bedrijf. Daarnaast wordt de hele administratieve afhandeling door Ease verzorgd. Dat is vooral voor grote bedrijven handig. Ease heeft een compleet overzicht welke werknemers, wanneer en hoe zijn gevaccineerd. We nemen een hoop werk uit handen en dat is voor bedrijven aantrekkelijk. De gegevens blijven overigens eigendom van het bedrijf. Wij beheren ze alleen, maar als het bedrijf er om vraagt wordt de administratie kosteloos overgedragen. Bij Ease werken we open en transparant tegen lage kosten,” zo legt de directeur uit.

Ease Travel Clinic Maastricht azM - P. Debyelaan 25 Heerlen GGD - Het Overloon 2 Geleen GGD - Geleenbeeklaan 2 Centrale telefoonnummer: 0900 - 850 44 66 (22 ct per gesprek)

www.ease-travelclinic.nl


opinie | 69

over de kansen van deze tijd voor de overheid

breng de sociale media naar de wijken door Ruud Linssen

Je merkt het, de temperatuur rond de sociale media koelt af. En dat is goed. Vanuit de luchtkastelen dalen we af naar de vraag wat Twitter ons nu oplevert. In het echte leven, hier op aarde. Tegelijk moet vastgesteld worden dat we nog maar aan het begin zijn van de veranderingen. Opmerkelijk genoeg liggen de mooiste kansen misschien wel in handen van de overheid. Laten we het uitleggen. Wanneer ben je succesvol op de sociale media? Met veel volgers die bereid zijn je boodschap te ontvangen. Maar het echte succes komt pas met de volgende fase. Het gesprek. Je volgers gaan boodschappen terugsturen. Dat is een totaal nieuwe communicatie; heel langzaam maar onmiskenbaar zie je het op gang komen. Het gesprek: je hebt geen glazen bol nodig om te zien dat het communicatie van de toekomst zal zijn. En die is superieur aan het massale eenrichtingsverkeer waar we mee zijn opgegroeid via televisie, kranten en reclamebillboards. Je krijgt namelijk veel meer informatie van je doelgroep, en misschien zelfs extra loyaliteit. Er is een reële kans dat de doelgroep voor je gaat werken: omdat deze zich betrokken voelt bij de zaak waarvoor je staat. Maar eenvoudig is het niet om deze fase te bereiken. Talloze hulpmiddelen en strategieën helpen om de conversatie te stimuleren, maar alles staat of valt met de inhoud. Neem een tussenhandelaar van schroeven en nagels; die heeft een fors probleem op de sociale media. Met alle hashtags van de wereld kan hij niet verhullen dat hij weinig interessante gespreksstof heeft. Met enige overdrijving kun je zelfs stellen dat alle bedrijven op de sociale media beginnen vanuit een achterstand. Ze doen

het namelijk uit eigenbelang, terwijl de sociale media juist gaan over iets wat van ons allemaal is. Het gaat er om wat we met elkaar delen. Wat interessant of leuk is. Voor mij en voor mijn volgers of vrienden of relaties. Daarvoor kan een bedrijf bijvoorbeeld humor inzetten. Een gespierde man op een YouTube-filmpje laten zeggen: ‘Uw man zal er nooit zo uitzien als ik maar hij kan wel zo ruiken.’ De handelaar in schroeven en nagels kan een fakir inhuren die op zijn koopwaar gaat zitten. De overheid hoeft dergelijke fratsen niet uit te halen. Dat is het grote verschil. Want gemeenten, woningcorporaties, politie en anderen beschikken over karrenvrachten boeiende inhoud; waar mensen zich automatisch betrokken bij voelen. Verhalen die gaan over iets wat van ons allemaal is: de samenleving, en dan allereerst de eigen wijk. Iedereen wil immers weten over de ruimtelijke vernieuwingen in zijn directe omgeving. En smacht naar informatie als juist daar het aantal inbraken toeneemt. Of alleen al over de prullenbakken die alsmaar vol zijn. En bovenal: heel veel burgers willen een band met de mensen die professioneel bij deze zaken betrokken zijn. Om er met hen over te praten. Om misschien wel te helpen. Daarmee opent zich een totaal nieuw perspectief. Marc Bartels, een Venlose social media-ondernemer, zegt over wat hij doet: ‘We gaan de wereld veranderen.’ Ja, dat is de inzet, om minder gaat het niet. Wat mij betreft heeft de overheid de beste kaarten in handen. Om met sociale media de meest significante successen te boeken. Laat het vuurtje beginnen in de buurten,

die van mij en vele anderen. Waar de gemeenschap is versplinterd tot anonieme eenlingen; en dus kwetsbaar en machteloos. De politie zet steeds vaker Google Maps in om mensen te informeren over criminaliteit. Je hebt digitale kaartjes van wijken waar het aantal inbraken een fabelachtige dichtheid heeft, bijna van huis tot huis. Zo’n wijk zou zeer onveilig zijn, maar dan omgekeerd voor de inbrekers, als mensen beseffen wat ze gezamenlijk kunnen bereiken. Als ze een gemeenschap vormen, anders dan vroeger, als een modern collectief. Via talloze sociale mediakanalen verbonden met elkaar en met de overheidsprofessionals die het waarmaken in de wijken en aangesproken kunnen worden als ze het niet doen. Zijn er nadelen? Ongetwijfeld. Zijn er valkuilen? Jazeker. Er zijn ook oplossingen, en anders kunnen ze bedacht worden. De kans van deze tijd is om de samenleving te veranderen, stap voor stap. Vanuit de straten waar we wonen. Het gaat niet alleen om de sociale media. Het is groter, je voelt het in de lucht. Zoals zo vaak als er iets op til is, komen ontwikkelingen samen. Wat scoort in deze tijd het allerbeste op de virtuele pleinen van Facebook en andere media? Optimisme. Bliss Media organiseert samen met Zuid een serie exclusieve conferenties in Limburg over de nieuwe burgerparticipatie via sociale media. Voor gemeenten, politie, woningcorporaties en andere (semi)overheid. Informatie opvragen: mail@blissisyours.nl linkedin: blissisyours Ruud Linssen is oprichter van Bliss Media


70 | economie

Verwarring in logoland Heeft u dat ook weleens: dat u na het zien van een voorbij flitsend logo niet meer weet waar dat nou ook alweer bij hoort? Wellicht komt het door de vele kleuren, die de laatste jaren bij veel organisaties opeens zo populair lijken te zijn. Of heeft het de reclame- en ontwerpbureaus misschien af en toe aan inspiratie ontbroken? We zetten er een paar voor u op een rij:

Voor SNS Bank ontwikkelt VBAT in 2002 een nieuwe huisstijl en daarbij behorend logo. Tinten blauw, geel, roze, rood en lila - in een caleidoscopische vorm, waarover op internet is te lezen dat het gaat om ‘een symbool van een bank die constant in ontwikkeling is’.

Een passerende bedrijfswagen van Smeets Groep en een bord langs de A2 van Huybregts Relou doen ons denken aan het logo van de bekende bank. In het relatiemagazine van VB Groep (de overkoepelende vlag waaronder beide opereren, red.) van december 2008 meldt directievoorzitter Johan Boldrik daarover dat de ‘vertrouwde diamant van de Van Boldrik Groep’ kleur heeft gekregen, waarbij de verschillende tinten de ‘veelzijdigheid van het netwerk’ benadrukken. FrieslandCampina schijnt een kleurrijk logo eveneens aan te spreken. In januari 2009, als de fusie tussen Campina en FrieslandFoods is beklonken, presenteert de zuivelonderneming trots het nieuwe beeldmerk. Dat weerspiegelt de ‘fascinatie’ van FrieslandCampina ‘voor melk’ en is opgebouwd uit de kleuren ‘hemelsblauw’, ‘magisch magenta’, ‘passierood’, ‘levendig oranje’, ‘saamhorig groen’ en ‘grasgroen’. Waarover ongetwijfeld uitgebreid is nagedacht door ontwerpbureau Design Bridge. Volgens FrieslandCampina staan de kleuren onder andere voor zuivel, stabiliteit, fascinatie, jeugd, passie, energie, duurzaamheid en gezondheid, zo meldt de website. Het Brabants Dagblad ziet iets heel anders: overeenkomsten met het logo van Pinnacle en een reclamecampagne voor Apple iMac. Diezelfde maand verandert ook de Limburgse zorgorganisatie Stichting Pepijn en Paulus van naam: Stichting Pergamijn is een feit. Evenals een nieuwe huisstijl, pay-off (‘kleurt je leven’) en een nieuw logo, bedacht door Advance Communications in Geleen. Kleurtinten blauw, geel, rood, groen, paars en roze zijn erin verwerkt. Verreweg het goedkoopste ontwerp is hoogstwaarschijnlijk dat van openbare basisschool Aan de Meule in Sittard. Een creatieve medewerker heeft – samen met een kennis - in 2008 een nieuw gezicht gegeven aan het oude logo. Gratis. Sinds 2009 is het kleurrijke logo, gekoppeld aan een nieuwe huisstijl, overal te zien. Onder meer groen, blauw, geel, rood, paars en roze komen erin terug, kleuren die in het schoolgebouw eveneens zijn doorgevoerd. De logo’s van FrieslandCampina, Stichting Pergamijn en Aan de Meule doen een herkenningsbelletje rinkelen. Als de nieuwe wereldwijde re-brandingcampagne van DSM wordt gelanceerd. Het ‘nieuwe’ merk staat symbool voor de transitie van het ‘oude’ DSM, chemiereus, naar het ‘nieuwe’ DSM, dat zich richt op Life Sciences en Materials Sciences. Daartoe maakt ook het alom bekende blauwe logo van het bedrijf plaats voor nieuw, waarin tinten blauw, groen, oranje en, u raadt het vast al, paars zijn te herkennen. Op de website van het in Londen gevestigde Coley Porter Bell, dat zijn ‘we make brands beautiful’-creativiteit ook voor Nescafé, Tetra Pak en de wereldberoemde Nederlandse dj Ferry Corsten heeft ingezet, staat dat de nieuwe DSM-merkidentiteit onder meer een reflectie is van de ‘overall positioning’ van het bedrijf. Navraag bij DSM leert dat aan dit alles een ‘uitgebreid traject’ is voorafgegaan, waarbij met meerdere partijen, zoals Interbrand - specialist in merkonderzoek en positionering - en Coley Porter Bell, is samengewerkt.


– ADVERTORIAL –

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND ADVIES

COMPLETE INRICHTING

VLO ERBEDEKKING

WOONACCESSOIRES

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND ADVIES

RESTAURATIE

COMPLETE INRICHTING

VLOE RBE D E K K I N G

VERLICHTING

EXCELLENTE SERVICE

RAAMDECORATIE

WOONACCESSOIRES RESTAURATIE

RAAMDECORATIE

VERLICHTING

EXCELLENTE SERVICE

Life is good bij Van Lijf Een familiebedrijf pur sang. Opgericht in 1953 in Maastricht door Math van Lijf. Uitgegroeid tot een van de meest gerenommeerde kwaliteitsmeubelzaken van Limburg. Meegegaan met de tijd, maar met traditionele waardes als service, kwaliteit en klantgerichtheid als vanzelfsprekendheid. De broers Jean en Math van Lijf, Maths echtgenote Anneke en hun zoon Luc zijn de gezichten achter de 850 vierkante meter grote interieurzaak aan de Fremme in Margraten. Voor Math was het in 1960 vanzelfsprekend dat hij in de voetsporen van zijn vader zou treden, in 1976 gevolgd door zijn broer Jean. Bijna een halve eeuw werden vanuit het pand op de hoek Markt-Hoenderstraat de meubelen van Van Lijf verkocht om vijf jaar geleden te verhuizen naar

een beter bereikbaar en praktischer pand in Margraten. “Het werd voor onze meubelzaak erg lastig om in de steeds drukkere binnenstad van Maastricht te blijven. Laden, lossen het werd een groot probleem,” zo verklaart Math de stap om te verhuizen van Maastricht naar Margraten. Een stap waar de familie lang over nadacht, maar die uiteindelijk wel een goede stap bleek te zijn. In Margraten komt de uitgebreide collectie, exclusieve meubelen volledig tot zijn recht. Het is een met zorg samengestelde collectie eigentijdse meubelen. Klassiek, maar ook modern. Persoonlijk geselecteerd door de familie. Zij bezoeken de grote meubelbeurzen in Parijs, Milaan en Keulen om inspiratie op te doen, op de hoogte te blijven van trends en om meubels in te kopen. Luc van Lijf: “We willen elk meubelstuk dat in onze show-

room komt gezien en gevoeld hebben. Alleen dan weten we dat we voor onze klanten kwaliteit in huis hebben. Op de beurzen bekijken we de meubelen aandachtig en pas als we overtuigd zijn van de kwaliteit wordt er ingekocht”. Het streven naar kwaliteit en perfectie zorgt voor een indrukwekkende klantenkring in heel Nederland. Mensen die vaak al tientallen jaren klant zijn bij Van Lijf. Persoonlijke aandacht en vertrouwen spelen een belangrijke rol. Of het nu om een bank of stoel gaat, de complete inrichting van een woning inclusief gordijnen en vloerbedekking, bij Van Lijf Interieurs blijft alles in één (familie)hand. Bezoek de showroom op het bedrijvenerrein Aan de Fremme in Margraten. Parkeren kan gratis voor de deur.

Aan de Fremme 30/32 6269 BE Margraten T 043 - 321 53 31 www.vanlijfinterieurs.com


– ADVERT

Thiessen ers locatie Wijnkoop n e t n e m ne als eve

Rob

: n n a m Hart

ijn z n e t s ‘Uw ga mijn gasten!’

jaar! genen. Al meer dan 250 ‘Gastvrijheid zit in onze lkom in uw gasten van harte we en u wij en het om ar Da astricht, in het centrum van Ma u’ ea at ch s ad ‘st e iek sten ons un zowel zakelijke bijeenkom r voo es mt rui e oll erv sfe met uiterst als privéfeesten. bottelarij, beschikken wij over een Naast onze wijnkelders plaats en nen karakteristieke bin een stadswijngaard, een e van ons proeflokalen. Elke ruimt diverse vergaderruimtes en ieders eigen ambiance en zal tot zijn t ëer cre u’ ea at ch ds ‘sta verbeelding spreken. walking l divers. Zo verzorgen wij De mogelijkheden zijn hee nplaats. lders of in onze b i n n e ke de in s, ner din g tin sit en op maat. nd culinair niveau. Geheel aa gst hoo op tot dig vou Van een

presentatie t voor een vergadering, een U kunt bij ons ook terech dan niet in m- of verjaardagsfeest. Al ileu jub een ld bee oor bijv of wijnkelders, en een rondgang door de ij er oev pr een t me ie at combin uw wens. dswijngaard. Geheel naar of wellicht door onze sta st of privéfeest n uw zakelijke bijeenkom va wij n ke ma sen ies Th Bij , voor u en uw gasten. een onvergetelijke ervaring voor in.’ Daar sta ik persoonlijk

nn Rob Hartma iessen.nl

ht | T +31 (0)43 325 13 55 | www.th Grote Gracht 18 | 6211 SW Maastric


TORIAL –


Ben jij al dichtbij?

maastricht.dichtbij.nl


– ADVERTORIAL –

Luxe appartementen en 24-uurs voorzieningen

Parc Imstenrade residentieel wonen Een bijzondere naam krijg je niet zomaar Wonen in Vitalis Parc Imstenrade is leven in stijl in een van de pareltjes van Parkstad. De rijke architectuur van de Vroedvrouwenschool met haar authentieke materialen is verantwoord gecombineerd met hedendaagse bouwkunde, waardoor een brede variëteit aan woningen verwezenlijkt is. U woont in een parkachtige omgeving en toch op een steenworp afstand van stedelijke voorzieningen.

EXTRAMURALE ZORG

Beleef het en laat u verrassen Het unieke concept zorgt voor veiligheid en gemak, met gastvrijheid hoog in het vaandel. U kunt vertrouwen op 24-uurs zorgverlening op elk gewenst niveau, kunt een beroep doen op een breed pallet aan dienstverlening en gebruik maken van diverse in huis gevestigde ondernemers. Wonen in Parc Imstenrade is comfortabel genieten op basis van kennis en zekerheid met als extra een aansprekend Kunst- en Cultuurprogramma.

Adresgegevens www.parcimstenrade.nl Parc Imstenrade 66 6418 PP Heerlen Tel: 045 4004600

Leon Savelkoul, directeur

Open dagen Wij ontvangen u graag op Zondag 18 september 2011 van 11.00-16.00 uur Zondag 20 november 2011 van 11.00-16.00 uur Of maak vrijblijvend een afspraak.


– ADVERTORIAL –

Strategisch opleiden met oog voor het individu

W

e leven en werken in een wereld die

Medewerkers willen verant-

voortdurend in ontwikkeling is. Tech-

woordelijkheid, niet alleen voor

nologische ontwikkelingen volgen

resultaten, maar ook voor hun

elkaar in hoog tempo op en ook de manier

eigen ontwikkeling.

waarop mensen met elkaar omgaan, communiceren en samenwerken verandert voortdu-

Balans

rend. “Als uw mensen uw kapitaal zijn is het

Volgens Pustjens is het dus

dan ook belangrijk voortdurend te investeren

belangrijk dat er ook bij strate-

in uw mensen en de in ontwikkeling van hun

gisch opleiden voldoende ruimte

competenties, want competente mensen

blijft voor de medewerkers

maken het verschil. Dat zegt Rob Pustjens,

om hun eigen leerwensen in te

directeur van Competenter.

brengen. “Er moet een goede

Rob Pustjens, Directeur Competenter

balans zijn tussen de aansluiting Strategisch opleiden

bij de doelen van de organisatie

Maximaal resultaat

“Traditioneel was opleiden gericht op de invulling

en de ambities van de medewerkers.

Om maximaal resultaat te behalen staan doen,

van individuele leerwensen van medewerkers. Me-

Om die balans te bereiken stemmen wij onze

dewerkers en leidinggevenden maakten afspraken

trainingen af op zowel de behoeften van de organi-

in het functioneringsgesprek over de te volgen op-

satie als op de wensen van de individuele medewer-

leidingen en trainingen. De relatie tussen opleiding

kers. Daarvoor voeren we eerst een intakegesprek

10% van wat we lezen

en de strategie en visie van de organisatie was

met het management. Hierbij gaan we ondermeer

20% van wat we horen

veelal beperkt, evenals het rendement van de oplei-

in op de aanleiding voor de training en de doelen

30% van wat we zien

ding voor de organisatie. Om als organisatie meer

die de organisatie wil bereiken. Vervolgens gaan

50% van wat we zien en horen

rendement uit opleidingen te halen wordt opleiden

we in gesprek met de medewerkers over hun

70% van waar we over gediscussieerd hebben

tegenwoordig strategisch benaderd. De compe-

ervaringen, wensen en verwachtingen ten aanzien

80% van wat we persoonlijk ervaren hebben

tenties die de medewerkers moeten ontwikkelen

van de training.

zijn een afgeleide van de kerncompetenties, de

De input van de medewerkers vormt mede de

ervaren en delen in de trainingen centraal, want mensen leren …

95% van wat we uitleggen aan anderen (Bron: David Sousa, “How the brain learns”)

strategie en de doelstellingen van de organisatie.

basis voor de invulling van de training op detail-

Dat lijkt logisch, want zo worden juist die compe-

niveau. Zo ontwikkelen we trainingen die in balans

Rob Pustjens: “Om het resultaat te borgen sluiten

tenties ontwikkeld waar de organisatie behoefte

zijn. Dit komt de motivatie van de medewerkers

we onze trainingen af met een Management Imple-

aan heeft,” aldus Pustjens.

en het resultaat van de training ten goede. Want

mentatie Advies. Hierbij geven we aanbevelingen

medewerkers willen wel veranderen, maar niet

om het geleerde in de praktijk te borgen. Deze

veranderd worden.”

aanbevelingen kunnen betrekking hebben op de

Valkuil De valkuil van strategisch opleiden is echter dat

Competenter bestudeert praktijkcases zoals

verdere ontwikkeling van vaardigheden, maar ook

er soms onvoldoende ruimte is voor de persoon-

gesprekssituaties of projectplannen en bekijkt of

op aspecten als de structuur of de cultuur van de

lijke leerwensen van medewerkers. Ruimte die

de organisatorische randvoorwaarden zijn ingevuld

organisatie, op processen of op de ontwikkeling

medewerkers juist nodig hebben om hun talenten

om van de training een succes te maken. Het heeft

van instrumenten zoals handboeken, formats of

optimaal te kunnen ontwikkelen en hun ambities

immers weinig nut om de medewerkers te leren

protocollen.”

te bereiken. Ook is een gebrek aan ruimte voor

projecten te leiden als de definitie van een project

persoonlijke ontwikkeling funest voor de betrok-

niet helder is of ze als projectleider te weinig

Leren bij Competenter is doen, ervaren en

kenheid van medewerkers en voor hun motivatie.

bevoegdheden krijgen.

delen!

Nobelweg 17 6101 XB Echt

T. 0475 470 390 www.competenter.nl


column | 77

PETER PAUL VERREUSSEL

een inkomen nodig van ca â‚Ź 55.000. Dat inkomensgat is te groot en verklaart naar mijn mening voor een deel de grote stagnatie. Deze normen zijn opgetrokken door allerlei (internationale) wet- en regelgeving. Daarnaast kon tot 1 augustus jl. een financiering volledig aflossingsvrij als alle getallen klopten. Sedert 1 augustus is dat niet meer altijd mogelijk. Juist daar wringt de schoen voor de kleinere inkomens. Voor de starters is het dus vrijwel onmogelijk om in te stappen in de woningmarkt.

De SpreekwoorDeLIjke DrUppeL Is het de druppel die de emmer doet overlopen of een druppel op een gloeiende plaat? Het kabinet heeft op 1 juli wijselijk besloten om de overdrachtsbelasting met terugwerkende kracht vanaf 15 juni te verlagen naar 2%. De belangrijkste reden is de woningmarkt uit het slop te trekken. De verlaging geldt alleen voor woningen. Nu begint de discussie met de vraag waarom terugwerkende kracht naar 15 juni? Deze datum is volstrekt willekeurig gekozen. De eerste procedures worden al gevoerd. Het is immers wel heel zuur dat iemand die op 14 juni bij de notaris zat, niet in aanmerking komt voor de verlaging. Onbegrijpelijk dat dit soort maatregelen met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd. Ook midden in het jaar een dergelijke wijziging doorvoeren komt niet veel voor. Men wilde echter niet eerst aankondigen en dan 1 januari 2012 invoeren. Iedereen zou dan wachten met transporteren van het nieuw gekocht pand. Dat werkt heel frustrerend voor de woningmarkt. Of de maatregel effect heeft zullen we pas over een paar maanden weten. Het Kadaster registreert alle huizen die getransporteerd worden. Tussen het sluiten van de koopovereenkomst en overdragen van de woning zit vaak een aantal maanden. Uiteindelijk is het slechts 4% en dat is vaak niet het grootste probleem. Het kan wel de overeenstemming tussen partijen vergemakkelijken als ze net nog een klein stukje van elkaar afzitten in de onderhandeling. Naar mijn mening zit het probleem op een ander vlak. Het verkrijgen van een financiering is simpelweg veel lastiger geworden. Waar je tot een tijd geleden ongeveer 5 keer het jaarinkomen gefinancierd kreeg, is dat op dit moment nog maar 3,5 keer. Dus een woning van een kleine â‚Ź 200.000 kreeg men gefinancierd met een inkomen van ca. â‚Ź 40.000. Nu heeft men voor de koop van een dergelijke woning

De oplossing zou naar mijn mening veel meer gevonden moeten worden in een combinatie. Afschaffen van de overdrachtsbelasting en verstrekken van koopsubsidie voor de mensen die kampen met het net niet rond krijgen van de financiering door de inkomenseis. Wellicht weer terug naar het systeem van de premiewoningen. De financiering kan plaatsvinden door de miljarden die nu weer van de banken terugvloeien naar de schatkist. De banken verstrekken de financiering en krijgen van de overheid het geld van de subsidie. De kopers betalen deze subsidie op het moment dat hun inkomen toereikend is of bij verkoop van de woning weer terug. Het volledig afschaffen van de overdrachtsbelasting zou ik toejuichen. Als maatregel om de woningmarkt uit het slop te trekken, maar ook in combinatie met de mobiliteit van werknemers. De hoge kosten die gepaard gaan met het kopen van een woning leiden er in veel gevallen toe dat werknemers niet verhuizen. De reiskosten (die veelal door de werkgever vergoed worden) wegen niet op tegen de kosten, waarvan een groot deel wordt gevormd door de overdrachtsbelasting, van een verhuizing. Ook hier zou een vergoeding van overheidswege op haar plaats zijn om juist mensen te motiveren dicht bij hun werk te gaan wonen. Grote infrastructurele projecten kunnen afgeblazen worden want de files nemen af. De werknemer woont dicht bij zijn werk en kan bij wijze van spreken met de fiets. De werkgever heeft de mogelijkheid een belastingvrije vergoeding te verstrekken voor een verhuizing. De kosten moeten dan worden gedragen door de werkgever. Naar mijn mening zullen de kosten die de overheid maakt om mensen een premie te geven voor een verhuizing op lange termijn alleen maar voordelen opleveren. Minder files, minder kilometers en dus minder vervuiling. Kortom, er zijn nog heel veel mogelijkheden om de woningmarkt uit het slop te trekken. Echter, er moet wel buiten het vierkant getreden worden. Voor de rest is het een kwestie van rekenen. Wat mij betreft is de verlaging van de overdrachtsbelasting dan ook een druppel op een gloeiende plaat.

Peter Paul Verreussel Baat accountants & fiscalisten p.verreussel@baat.nl


– ADVERTORIAL –

De iPad van... Door Katrien van Rooy ¯

Hoe “werelds” vind jij jezelf ? Ben je op de hoogte van het laatste nieuws? Ben je geïnteresseerd in de mening van anderen, maar ook in kunst en cultuur? Ben je actief in het sociale leven en met de “social media”? En niet onbelangrijk, ga je mee met de laatste ontwikkelingen? Ik dacht bovenstaande vragen wel met JA te kunnen beantwoorden. Toch werd ik er in mijn gesprek met Guido Mulder van Mulderadviesgroep bewust van gemaakt dat ik zeker op dit laatste punt nog veel kan leren. Bij het bestuderen van de website van dit vooruitstrevend bedrijf was mij het icoon “TeamViewer” al opgevallen. Het zei mij in eerste instantie niets. Met “TeamViewer” kun je desgewenst computers van anderen overnemen. Dat kan natuurlijk gewoon via de “thuis/werkcomputer” maar Guido gebruikt de daarvoor bestemde App op zijn iPad. In gedachte visualiseer ik een situatie. Ik gefrustreerd zittend met een financieel dilemma achter mijn computer, Guido in de file voor de Geusselt. Hij neemt via TeamViewer mijn computer over op zijn iPad, ik krijg mijn advies. Dag frustratie, hallo efficiënt werken.

maar ook naar andere belangrijke bezienswaardigheden die de stad rijk is. Zou deze man met zijn werk getrouwd zijn? Nee, Guido heeft met zijn echtgenote een wolk van een dochter die beiden ook goed raad weten met de iPad. Mocht je Guido ooit tegen komen....je kunt met hem ook over de actualiteit of voetbal praten. Het begint bijna saai te worden maar ook hiervan heeft hij de benodigde Apps geïnstalleerd. Het is duidelijk dat Guido Mulder met zijn Mulderadviesgroep vooruitstrevend is en hard aan de digitale weg timmert. Hoewel nu alleen de twee partners van het bedrijf in het bezit zijn van een iPad geeft Guido te kennen dit in de toekomst graag anders te zien. Op weg naar huis reflecteer ik mijn gesprek met Guido. De uit mijn duim gezogen definitie van “werelds zijn” klopt wel, het predikaat gaat alleen niet naar mij maar naar Guido Mulder. Hij voldoet echt aan alle eisen...

v

Ik begrijp van Guido dat hij met regelmaat op de weg is en in de file staat. Even snel een mail sturen, maar ook een idee of gemaakte afspraken “mindmappen” via de App Mindmeister naar een klant of collega of gewoon voor zichzelf. Op deze manier heeft de iPad zich bijna onmisbaar gemaakt binnen de zakenbranche. Ik ben in een hele andere wereld terecht gekomen en spreek met een vriendelijke ambitieuze man die zijn passie bij geld, BTW en handelsbanken heeft liggen. Van dit laatste heeft hij ook de benodigde Apps voor de iPad gedownload. Hoe breng je je bedrijf tegenwoordig makkelijk onder de aandacht? Juist via de social media. Voor Guido geen Facebook. Hij houdt werk en privé goed gescheiden. Wel LinkedIn en Twitter. Vooral met dit laatste is hij erg fanatiek, ook via de iPad. Guido ontdekte vrij recent de App Money Bird. Hij houdt deze ontdekking niet voor zichzelf maar deelt het met zijn volgers op Twitter. Met Money Bird kun je je facturatie en verdere financiële administratie overzichtelijk houden. Geen klappers meer met BTW bonnen.... Ideaal voor de kleinere ondernemer. De Mulderadviesgroep is sinds vorig jaar ook volledig gedigitaliseerd. Bijna geen klappers meer... Via het “Dropbox” account, dat ook als App voor de iPad beschikbaar is, kan iedereen binnen het bedrijf waar ter wereld ook belangrijke documenten openen. Ben je al eens in een grote stad opzoek geweest naar een pinautomaat? Ik wel! Je kunt het zo gek niet bedenken maar er bestaan App’s zoals ATM Hunter of Around Me die je waar ook ter wereld de weg wijzen naar “the money”

Guido’s iPad:

iPad 1, 32GB, 3G + WiFi

App top 5: DropBox: Snel en eenvoudig bestanden delen. TeamViewer: Op afstand computers beheren. MindMeister: Mindmaps maken en delen.

MoneyBird: Online facturen & offertes maken. AroundMe: Snel informatie over je omgeving.


veiligheid | 79

foto politie Limburg-Zuid

gemeenten zeggen ‘nee’ tegen burgernet Vier Limburgse gemeenten zien af van deelname aan Burgernet, het alarmeringssysteem waarbij burgers, gemeenten en politie de handen ineenslaan: Gulpen-Wittem, Kerkrade, Simpelveld en Vaals. “Het enige wat gemeenten doen, is betalen.” door Gwen Teo

De gemeenten hebben zich verdiept in Burgernet en zijn tot de conclusie gekomen dat het een ‘opsporingsmiddel is, waarvoor de verantwoordelijkheid primair bij de politie ligt’, aldus burgemeester Reg van Loo (Vaals). “Dat geldt ook voor de bijbehorende financiële consequenties. Het enige wat aangesloten gemeenten doen, is betalen. Bovendien heb ik begrepen dat de effecten van Burgernet tot op heden gering zijn.” Van Loo laat weten dat de gemeenten zich kritisch hebben afgevraagd wat Burgernet méér is dan een opsporingsnetwerk voor de politie en in hoeverre dat vervolgens een zaak van gemeenten is. Geen dus, menen Gulpen-Wittem, Kerkrade, Simpelveld en Vaals. Afzien van deelname door gemeenten heeft gevolgen voor Burgernet, dat een zo groot mogelijk landelijk dekkend netwerk moet worden. “Meldkamers, die regionaal werken, moeten bij een

actie dan eerst goed gaan nadenken waar wel en waar geen berichten naartoe moeten worden gestuurd”, reageert een woordvoerder van het landelijk programmabureau. 130 andere Nederlandse gemeenten hebben zich inmiddels wel aangesloten (telling 1 juli 2011, red.), waaronder vijftien in de veiligheidsregio Limburg-Noord. In Limburg-Zuid vindt uitrolling nu plaats. Burgernetacties worden door de regionale meldkamers opgestart bij meldingen van onder meer inbraak, diefstal, geweldpleging en vermissing van personen, mits een duidelijk signalement beschikbaar is. Inwoners en medewerkers van bedrijven die zich hebben opgegeven in de gemeenten ontvangen een ingesproken bericht of sms, zodat ze kunnen uitkijken naar gezochte personen of voertuigen. Aan de hand van reacties kan de politie indien nodig het zoekgebied vergroten of verplaatsen. Na een pilot

in 2009, waarbij tien procent van de acties leidde tot ‘harde resultaten’ (verdachte aangehouden, vermiste persoon teruggevonden et cetera) en in 41% van de gevallen ‘relevante informatie’ opleverde, kreeg Burgernet groen licht van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Gedurende de eerste twee jaar waarin het netwerk wordt opgezet, 2010 en 2011, ontvangen deelnemende gemeenten een stimuleringsbijdrage vanuit het ministerie. De kosten voor onder meer de wervingscampagne en communicatie richting deelnemers komen voor eigen rekening. Van Loo: “Als we hadden geconcludeerd dat Burgernet bijvoorbeeld zou kunnen dienen als informatienetwerk bij grootschalige evenementen, en had kunnen bijdragen aan de verkeersveiligheid, dan hadden de zaken anders gelegen.” De veiligheidsregio heeft een brief van de gemeenten ontvangen waarin het besluit wordt toegelicht.


Méér dan voetbal! Roda JC Kerkrade wil voetbalbeleving bieden aan een breed publiek. Op basis van een gezonde bedrijfsvoering en met veel gevoel voor de maatschappij. Bovenal willen we een positieve betrokkenheid creëren van bevolking, bedrijfsleven en overheid bij Roda JC Kerkrade. Op deze manier willen we een centrale rol spelen in de samenleving in Limburg. Graag geven we u een beeld van ons beleid en de organisatie, onze historie en roots, onze ambitie en doelstelling én de zakelijke mogelijkheden bij de sportief meest succesvolle club van Limburg. Wilt u meer informatie over de mogelijkheden bij Roda JC Kerkrade? Stuur een e-mail naar business@rodajc.nl of neem telefonisch contact op via 045-6317000. We staan u graag te woord!

Roda J.C. Ring 1 6466 NH Kerkrade www.rodajc.nl


– ADVERTORIAL –

Bart Christoffels en Nadine Christoffels

Vastgoedspecialist Christoffels

is dé makelaar die de markt in de regio Lanaken het beste kent. De Belgische grensplaats Lanaken is nog steeds de meest

land weer makkelijker een financiering verstrekt, volgen

geliefde woonplaats voor Nederbelgen. Meer dan een kwart van de inwoners in Lanaken heeft de Nederlandse

de anderen snel en wordt België opeens weer interessanter. Voor mensen die geen huis te verkopen hebben

nationaliteit. Veel van die emigranten kochten hun huis via makelaar Christoffels aan de Koning Albertlaan. Christoffels is al bijna zestig jaar een naam die staat

in Nederland of hun huis verkocht hebben (“ja er worden ook gewoon huizen verkocht”), is een huis over de grens interessant. “De prijzen zijn hier veel sterker gedaald dan

voor vakmanschap en vertrouwen zowel op het gebied van onroerend goed als verzekeringen. Opgericht in 1954 door Jean Christoffels zwaait inmiddels de tweede generatie de scepter bij Christoffels. Bart en zijn zus Nadine vormen de directie, waarbij Bart de makelaardij

in Nederland.”

voor zijn rekening neemt en Nadine de verzekeringstak van het bedrijf.

persoonlijke aandacht,” legt Bart uit. “We richten ons voornamelijk op het duurdere segment. Daar is persoonlijk contact erg belangrijk. Ik ben de enige

Voor Nederlanders is België nog steeds een aantrekkelijke plek om te wonen. Meer huis voor je geld. Dat is al

makelaar binnen ons kantoor, dus klanten hebben altijd met mij te maken. Daarnaast zijn er zes gekwalificeerde

zo sinds de jaren zeventig toen de eerste Nederlanders zich massaal over de grens gingen vestigen. “Dat waren destijds nog de zeer vermogende Nederlanders die hier de gelegenheid hadden om kavels van meer dan 5.000 vierkante meter te kopen,” legt Bart Christoffels uit. “Natuurlijk het fiscale aspect speelde toen ook een rol, maar mensen kochten hier vooral veel ruimte voor min-

medewerkers werkzaam bij Christoffels. Dat team zorgt ervoor dat klanten tevreden zijn. De jarenlange ervaring en persoonlijke aandacht zijn ongetwijfeld de sterke punten van Christoffels. “We hebben alle disciplines in huis. Niet alleen op het gebied van aan- en verkopen van woningen, maar ook met verzekeringen. Dat is voor Nederlanders goed om te weten, omdat er verschillen

der geld dan in Nederland. In de jaren negentig trokken nog meer Nederlanders de grens over. Vooral net over de grens bij Maastricht, naar Lanaken. “Dit waren tweeverdieners die naar hier kwamen vanwege de lage prijzen, de ruimte, maar ook het goede onderwijs, medische verzieningen, kinderopvang en goedkopere auto’s. Het is ook een groep die goed ingeburgerd is en waarschijnlijk ook hun tweede huis in België kopen.

zijn tussen de Nederlandse en Belgische manier van verzekeren. We adviseren de klant op een juiste manier.”

Dat de tijden zijn veranderd kan Bart Christoffels niet ontkennen. “De huizenprijzen in België zijn met bijna dertig procent gedaald als gevolg van de economische crisis.” Dat zou voor veel Nederlanders wellicht een extra argument zijn de grens over te trekken, ware het niet dat Nederlandse banken moeilijker financieren. “Voor de crisis konden Nederlanders een hoge hypotheek krijgen. Ons klantenbestand bestond voor 80% uit Nederlanders, nu is dat nog 5%,” illustreert Bart. Door de tientallen jaren ervaring weet Bart echter ook dat de situatie in korte tijd kan omslaan. Als een bank in Neder-

Vastgoedspecialist Christoffels is dé makelaar die de markt in de regio Lanaken het beste kent. “Dat komt door onze ervaring sinds 1954, maar vooral door onze

Adresgegevens Koning Albertlaan 97 - 99 3620 Lanaken België Tel +32 89 73 01 01 Fax +32 89 73 05 19


– ADVERTORIAL –

An evening with friends voor het goede doel Het is een van de bekendste evenementen van Maastricht; Bassinario. In één adem genoemd met evenementen als het Preuvenemint of Oktobergala. Een evenement op een bijzondere locatie; de binnenhaven ’t Bassin. Als de zon schijnt, waan je je in Zuid-Frankrijk met de terrassen en de luxe zeil- en motorjachten die in de haven liggen te dobberen. Het is precies dat decor, dat Bassinario net dat extra cachet geeft en het is misschien ook daarom wel dat het evenement bijna ieder jaar volledig is uitverkocht. Leuk voor de bezoekers natuurlijk, maar nog beter voor de goede doelen. Dit jaar werd Bassinario voor de negende keer georganiseerd door de leden van de Ronde Tafel 179 Maastricht Charlemagne, een Euregionale serviceclub. De leden Simon Brouwer en Philp van Oss zijn nauw bij de organisatie van Bassinario betrokken. Simon: “We staan zelf soms versteld van de populariteit. Dit jaar waren wederom alle 900 kaarten verkocht. De bezoekers kunnen genieten van muziek, eten en drinken. Het grootste deel van de kaartverkoop gaat naar goede doelen. Philp van Oss vult aan: we zoeken steeds een hoofddoel met een binding met Maastricht. Dit jaar is het geld naar het Toon Hermans Huis Maastricht gegaan. Ook het knuffelberenproject van het Academisch Ziekenhuis en de Stichting Maastricht-Nihou ontvingen geld.

Simon: “Het mooi is dat de Ronde Tafel 179 Maastricht Charlemagne ontzettend veel geld kan doneren aan het goede doel. We doen het allemaal vrijwillig, er zit geen betaalde organisatie achter en dan is het een fijn gevoel jaarlijks een grote cheque uit te kunnen reiken. De leden van de Ronde Tafel kijken al uit naar 2012, een jubileumjaar met de tiende editie van Bassinario. Een mooi moment om terug te kijken op tien jaar ‘An evening with friends ‘zoals het motto luidt. “Als je de afgelopen negen jaar neemt is ontzettend veel geld naar goede doelen gegaan. Gemiddeld tussen de 20.000 en 25.000 euro per jaar. Ik denk dat als we de balans opmaken we meer dan 300.000 euro hebben opgehaald voor de goede doelen.” Volgens Philp van Oss is het Bassinario niet meer weg te denken. “We hebben altijd weer nieuwe mensen vanuit de Ronde Tafel die mee organiseren. Dat komt omdat je maar tot je veertigste lid mag blijven van de club, dat is internationaal zo geregeld. Telkens gaan er dus leden weg, en komen er nieuwe bij. Die nemen het stokje van Bassinario weer over, zodat we dit hopelijk nog lang kunnen blijven organiseren.” MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

Meer informatie: www.bassinario.nl

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSI NE SS CL U B MUSEUM AAN HET VRIJTHOF B U SI NE SS CL U B

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSIN ESS CL U B

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF B U SI NE SS CL U B


geschiedenis | 83

.nl

auto-onderdelen uit de mijn? De bonte geschiedenis van Laura (van kolen naar solexmotors, kranen en rubbers) Tegenwoordig is Laura in Maastricht, Beverwijk en Eygelshoven een metaalbedrijf met 140 werknemers dat halffabrikaten van staal maakt voor onder meer DAF-vrachtauto’s en kranen van Liebherr. Honderdtien jaar geleden was het een heel ander bedrijf. Een mijn. Toen die dichtging ontstonden nieuwe bedrijven. door Gerrie Coerts

Naast halffabrikaten van staal is Laura Metaal actief in staalhandel en ontwikkelt, produceert en vermarkt het bedrijf innovatieve producten voor wegen voor zowel permanente als tijdelijke plaatsing. En Laura is ook de maker van de verbeterde schietboom met kogelvanger voor de schutterij St. Sebastianus in Herkenbosch. Limburg kende 150 jaar geleden een soort goudkoorts. In plaats van naar metaal ging de zoektocht naar steenkool. Nota bene een Duitse molenaar, Anton Wackers, startte een proefboring. De mijn was geboren. Vernoemd naar de vrouw van Wackers, Laura. En net als de eerste mijnbouwpionier kwam ook de geldschieter van de mijn uit het buitenland, de Société Générale de Belgique. Overigens waren de meeste andere mijnen ook tot begin 1900 buitenlands privébezit. Dat baarde uiteindelijk zorgen tot in het Nederlands parlement, dat bang werd dat de cruciale grondstoffen bij een conflict wel eens in de verkeerde handen kon komen. Vandaar dat De Staatsmijnen zijn opgericht. In de bloeitijd van de mijnen, grofweg van 1900 tot 1960, ontstaan diverse toeleveranciers en dienstverleners. Zoals glazenwasser Hago van Ton Goedmakers sr. (nu ondergebracht in Vebego), maar ook IJzerwerk Hollander. Het wordt in 1937 in Kerkrade opgericht door Erich Hollander. Hollander koopt schroot van mijnbouwbedrijven en levert dat aan de staalfabrieken van de Hoogovens in IJmuiden. Hollander levert ook allerlei producten voor mijnen.

Mijnsluiting De Nederlandse mijnen krijgen het moeilijk vanaf eind jaren vijftig, begin jaren zestig. Ze kunnen de concurrentieslag met hun vaak veel grotere buitenlandse concurrenten – die ook nog eens goedkopere arbeidskrachten hebben – niet aan. De vondst van gas in Slochteren en steeds meer olie in het Midden-Oosten en elders geeft de mijn het nekschot. Alternatieven Zowel de eigenaren van de mijn Laura als Hollander moeten op zoek naar alternatieven. Ze slaan de handen daarvoor ineen. In 1968 wordt Hollander gekocht door wat dan officieel Laura & Vereeniging heet, samen met de Hoogovens. De bedrijfsnaam van de nieuwe onderneming wordt Laura Metaal. Er wordt slim ingespeeld op nieuwe tendensen zoals de aanleg van autowegen waar vangrails nodig zijn die Laura gaat maken. Later komen er zeecontainers en stalen constructiewanden bij. Laura Metaal start in Spekholzerheide maar vertrekt na druk van omwonenden naar een groter terrein in Eygelshoven. In 1987 wordt een vestiging in de Maastrichtse Beatrixhaven geopend. Eén van de eigenaren is nog steeds de Hoogovens. Al heeft die onderneming inmiddels een Indiase eigenaar, Tata Steel. Enkele Roermondse bedrijven maken ook deel uit van Laura Metaal, zoals Staalcenter Roermond. Deze activiteiten zijn in 2003 naar Eygelshoven verhuisd. De overbodige

mijnwerkers van Laura gaan niet allemaal naar het nieuwe metaalbedrijf. Een deel komt, ook met hulp van de Stichting Werkvoorziening Particuliere Mijnen, in een motorenbedrijf terecht: Laura Motoren. Onder de naam Anker-Laura worden er motoren gemaakt voor onder meer motorfietsen, onder meer aan Batavus geleverd in de jaren zeventig (eerst ook een motorenfabriek), Solexen voor onder meer Gazelle. In de Kampioen van februari 1968 staat dat de productie in dat jaar op 150.000 stuks zou uitkomen. Op internet wemelt het van informatie over Anker Laura, blijkbaar zijn de onderdelen en handboeken veelgevraagd. Volgens internetbronnen is de fabriek in 1981 naar Korea vertrokken.

Plautomotive Een ander bedrijf dat direct is voortgekomen uit de mijn is Pionier Laura. Het is een rubber verwerkend bedrijf dat al snel onder de nieuwe naam PL Automotive afdichtingen maakt voor autofabrikanten. De nieuwste naam is Simrax. Het bedrijf is onderdeel van het Japanse Eagle Industry. De afgelopen jaren zijn er banen geschrapt. Er werken nu enkele tientallen mensen. Volantis Het huidige adviseurs- en ingenieursbureau Volantis met onder meer vestingen in Venlo en Maastricht komt deels ook uit de koker van Laura. Maar dan van Laura Metaal. Dat via Tema Ingenieurs in Maastricht.

Bronnen: Diverse jaarrekeningen Laura Metaal, Website Laurametaal.nl, Website Laura.domanialemijn.nl, Afstudeerrapport R. J. A. Esselink over PL automotive, De Kampioen, februari 1968, Wikipedia.nl, Diverse boeken over de mijnbouw in Limburg, Informatie van directeur Friso de Vries van Laura Metaal.


– ADVERT

Jan Jonkers, coördineert voor Woonpunt de short stay faciliteiten

Tijdelijke huisvesting als motor van de economie In Limburg is sprake van een toenemende vraag naar tijdelijke huisvesting. Internationale bedrijven als DSM zijn voortdurend op zoek naar woonruimte voor medewerkers uit het buitenland die voor een korte of iets langere tijd in Limburg werken. DSM zoekt die woonruimte niet zelf, maar is in zee gegaan met de woningcorporatie Woonpunt. In Sittard en Maastricht verhuurt woonpunt tijdelijke woonruimte. In Sittard zelfs volledig aan DSM.

Jan Jonkers, coördineert voor Woonpunt de short stay faciliteiten bij Woonpunt inmiddels omgedoopt tot customized housing. De term zegt het al. De bewoner treft een volledig ingerichte studio aan, compleet met internetverbinding, wc, douche en keuken. Bestek, een dekbed, magnetron, en een wc-rol op het toilet. Het hoort tot de standaarduitrusting. De roots van Jan Jonkers liggen in de hostelwereld. Hij werkte tot voor kort voor AMVJ, een organisatie die al sinds 1958 in Geleen een hostel beheerde met 52 eenvoudige kamers. “In de

loop der jaren is de vraag veranderd. Gemeenschappelijke douches en toilietten zijn niet meer van deze tijd. Opknappen van het hostel werd te duur en dus besloot Woonpunt aan de Tudderenderweg een compleet nieuw complex te bouwen met 75 studio’s,” zegt Jonkers. Lang zoeken naar huurders hoefde Jan Jonkers niet. Hij kwam in contact met DSM dat altijd op zoek is naar woonruimte voor buitenlandse werknemers die voor stage of een project tijdelijk in Nederland werken. “DSM huurt 40

studio’s en Woonpunt zorgt voor het beheer en exploitatie. De bewoners die voor DSM werken hoeven geen huur te betalen, ze betalen alleen servicekosten en een waarborgsom. Nieuwe bewoners hebben een aanspreekpunt en dat is Jan Jonkers, die ook een kantoortje heeft in het appartementencomplex. “Als je vanuit het buitenland hier naar toe komt, moet je bij wijze van spreken je koffer uitpakken en kunnen wonen. Je moet je niet druk maken over een prullenbak of een kop en schotel. Wij nemen dat uit handen,” legt Jan Jonkers uit.


TORIAL –

“De koffer uitpakken en meteen kunnen wonen”

Door de short stay faciliteiten is DSM een aantrekkelijke werkgever voor stagiairs. Het bedrijf kent twee groepen stagiairs; de academische en stagiairs op mbo- en hbo-niveau. Beide groepen bestaan op jaarbasis uit zo’n zeventig studenten die voor korte of langere tijd voor DSM werken. Suzanne Smeets, hr- en managementassistent bij DSM Innovative Synthesis legt uit waarom het chemiebedrijf voor deze oplossing heeft gekozen. “Bij DSM komen elk jaar buitenlandse stagiaires werken. Deze mensen zijn hier meestal voor een periode van vier tot zes maanden, soms een jaar. Als werkgever zorgt DSM voor de huisvesting van deze personeelsleden. In het verleden betekende dat in de praktijk dat wij zochten naar hotels en pensions om mensen onder te brengen, maar dat is geen ideale oplossing,” legt Suzanne uit. “DSM kwam in contact met Woonpunt en zo is besloten om de huisvesting van tijdelijke werknemers volledig in handen te geven van de short-stay-afdeling van Woonpunt. Wij zijn verzekerd dat de mensen onderdak hebben en alle praktische zaken worden door Woonpunt, in de persoon van Jan Jonkers geregeld.” Volgens de woordvoerster is de oplossing in meerdere opzichten voor DSM ideaal. “Jonkers heeft ook kunnen regelen dat de DSM-bus die personeel naar het bedrijf brengt voor de deur

stopt van het appartementencomplex in Sittard. De bewoners zelf vinden de studio’s meer dan perfect. Ze vormen een hechte groep, omdat ze allemaal vanuit het buitenland naar DSM komen en gezamenlijk in een gebouw wonen.” De aanpak van DSM is als je het vergelijkt met concurrerende bedrijven uniek te noemen. Het bedrijf sluit niet uit in de toekomst nog meer short stay-plekken nodig te hebben. Wat Jan Jonkers betreft is dat geen probleem. “Na het succes van Sittard, zijn ook studio’s gebouwd in het pand van de voormalige SNS-bank aan de Markt in Maastricht. Compleet ingerichte studio’s op een zeer mooie locatie. Zowel in Sittard als in Maastricht staan nieuwe

projecten op stapel.” Jonkers probeert intussen ook andere bedrijven warm te maken voor customized housing. “Door te netwerken probeer ik ons product onder de aandacht te brengen. Ik denk dat de markt nog groeit. Neem bijvoorbeeld straks de bouw van de A2-tunnel in Maastricht. Een enorm project dat jaren duurt en waar vele duizenden mensen uit binnen- en buitenland zullen werken. Ik kan me voorstellen dat voor een deel van deze mensen tijdelijke woonruimte nodig is. Want een hotel is leuk voor een paar dagen of weken, maar niet voor een half jaar. Dan biedt customized housing van Woonpunt uitkomst,” zegt Jonkers.


R O N D E TA F E L 1 7 4 M A A S T R I C H T

GEBE - Montagebau

GmbH

PRESENTEERT DE VIJFTIENDE EDITIE


– ADVERTORIAL –

abn amro estafette column

Tijden zijn veranderd en de bank dus ook Lou Dolmans ABN AMRO District Directeur Particulieren Maastricht & Heuvelland “Ik krijg steeds vaker de vraag of ABN AMRO nog wel bereikbaar is voor mensen die niet zo thuis zijn in de computerwereld. Die vraag krijg ik ook van mensen die geen smartphone hebben en daardoor hun bankzaken niet via een mobieltje kunnen regelen. Mijn antwoord: natuurlijk is een bank bereikbaar voor mensen die graag hun bankzaken op een kantoor willen regelen! Maar als je het mij vraagt, gaan de ontwikkelingen op het gebied van internet- en mobiel bankieren razendsnel. Kijk naar internetbankieren; dat is nog maar tien jaar oud. En toch zien we het gebruik al afnemen en verplaatsen naar mobiel bankieren op de smartphone. Sowieso is de manier waarop consumenten naar banken kijken de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Deels komt dit door woelige tijden en de gevolgen hiervan voor het imago van de banksector. Daarnaast zijn op drie belangrijke gebieden de verwachtingen van klanten ten opzichte van een bank veranderd. Ze gaan voor eenvoud, ze willen 24 uur per dag hun bankzaken regelen. En vinden het prettig om meer inzicht te krijgen in hun financiële huishouding.” Eenvoud “Klanten willen gemak in dienstverlening, willen simpele en duidelijke producten en heldere communicatie. Aan ons de taak om dat te bieden. Laat ik het dus meteen maar concreet maken. Eenvoud betekent bijvoorbeeld dat je het de klant makkelijk maakt om zijn pincode aan te passen. Vroeger moesten klanten dat op een bankkantoor regelen. Nu kan dat gewoon bij elke ABN AMRO pinautomaat. Bovendien heeft de bank afgelopen twee jaar op meerdere fronten gewerkt aan de vereenvoudiging van producten, diensten en communicatie. Wie klant wil worden, hoeft niet meer naar een bankkantoor, maar kan online een rekening openen. Een hypotheek aanvragen kan nu makkelijker en sneller. Het aantal spaarvormen is teruggebracht van twintig naar drie. En de brochures en voorwaarden zijn begrijpelijker geschreven.” 24 uur per dag “Om in te spelen op de trend om 24/7 bereikbaar te zijn, is ABN AMRO met de Mobiel Bankieren app gekomen. Een groot succes, want hij wordt inmiddels veelvuldig gedownload / gebruikt. Mobiel Bankieren van ABN AMRO is een app waarmee een klant zijn saldo en bij- en afschrijvingen bekijkt en geld overmaakt. Ook handig is de persoonlijke noot: aan rekeningen kunnen eenvoudig foto’s en namen worden toegevoegd. Klanten die hier nog niet mee bekend zijn, informeren we graag over de mogelijkheden en voordelen. Vragen stellen kan ook via Twitter, ook een nieuwe ontwikkeling! Onze telefonische helpdesk was als 24/7 bereikbaar, maar nu wordt er ook dag en nacht gereageerd op Tweets.” Financiële huishouding “Ook budgetteren en het bijhouden van de financiële huishouding is populair. 60% van onze klanten houdt een huishoudboekje bij. We denken dat onze digitale variant,

Linda Ruiters

Wijnand van Damme

Harm Loopstra

De estafette-column van ABN AMRO is dit keer van de hand van Lou Dolmans. Eerder schreven op deze plek zijn collega’s Wijnand van Damme (directeur private banking), Harm Loopstra (directeur bedrijven, marktgebied Maastricht) en Linda Ruiters, (directeur bedrijven Parkstad) een column. waarin automatisch alle gegevens worden gezet, goed aansluit op onze dienstverlening. Als je weet dat er vier Zuid-Limburgse gemeentes in de top 10 van plaatsen met langdurig lage inkomens staat, is dat geen overbodige luxe. Met het Financieel Dagboek van ABN AMRO worden voor de klant dagelijks alle inkomsten en uitgaven automatisch in een digitaal overzicht, gecategoriseerd volgens de richtlijnen van het Nibud. En dat allemaal in de beveiligde omgeving van internetbankieren.” Generation Next “Uit bovenstaande wordt denk ik wel duidelijk dat ABN AMRO volop in beweging is en rekening houdt met de wensen van al onze klanten. Echter kijken we ook vooruit met het oog gericht op de toekomst. Duurzaamheid is daarbij een belangrijk thema voor de bank. De duurzaamheidsstrategie van ABN AMRO is samengevat in de woorden ‘Generation Next’. De bank wil een bijdrage leveren aan het lange termijn succes van de huidige maar ook van toekomstige generaties. Bankieren anno nu is meer dan financieel rendement realiseren. ABN AMRO gaat uit van de invloed die zij kan hebben op de markt en focust hierbij op initiatieven die het verschil kunnen maken, zoals vrijwilligerswerk en financiële educatie speciaal gericht op jongeren. Op basis van dit nieuwe beleid heeft ABN AMRO de ambitie om in 2012 weer toonaangevend te worden op het gebied van duurzaamheid. Kortom: tijden zijn veranderd en de bank dus ook!”

“De bank wil een bijdrage leveren aan het lange termijn succes van de huidige maar ook van toekomstige generaties”


www.koffievoorkanker.nl of www.kankerikhelp.nl

Op donderdag 3 november a.s. zal er een live televisie uitzending zijn bij TVL, volledig in het teken van “Koffie voor Kanker”. Tijdens deze uitzending zal bekend worden gemaakt hoeveel de actie “Koffie voor Kanker” tot op dat moment heeft opgeleverd. Dagelijks drinkt u ongetwijfeld enkele koppen koffie, thee of iets anders. Het kankeronderzoekfonds Limburg roept de lezers van ZUID op om dit moment te benutten voor het goede doel: DOE MEE MET DE ACTIE “Koffie voor Kanker”. We hopen alle lezers van ZUID als deelnemers aan dit programma te mogen begroeten.

Koffie voor kanker wordt mede mogelijk gemaakt door:

Bouillonstraat 6 | 6211 LH Maastricht | T 06 21596269 | I www.werens.nl

Uw partner voor alle recruitmentvraagstukken Ewout Eenhoorn

Roel van de Ven

06-50646966

06 15007775

ewouteenhoorn@fitzrecruitment.nl

roelvandeven@fitzrecruitment.nl

belastingadvies Belastingadvies- en administratiekantoor

jaarrekeningen loonadministratie juridisch advies

Uw persoonlijk adviseur! Bouillonstraat 6 6211 LH Maastricht T 043-3510220 M 06-29028225 I www.gomolka.nl E info@gomolka.nl Lid van het Register Belastingadviseurs (Federatie Belastingadviseur)

www.flores-fd.nl


– ADVERTORIAL –

Sociëté St. Gerlach:

“Ontmoet bewust of onbewust de juiste mensen” Sociëté St. Gerlach is een exclusief en persoonsgebonden Euregionaal business-to-business platform dat er naar streeft om de uitwisseling van kennis, kunde en kontakten te bevorderen. Lidmaatschap van de Sociëté is voorbehouden aan directies en management van organisaties in de Euregio Maas-Rijn. Motto van de Sociëté St. Gerlach is: ‘congredere cum congruentibus’ ‘ontmoet bewust of onbewust de juiste mensen’.

basis van iedere activiteit wordt gevormd door een ontmoeting op niveau waarbij ook de culinaire aspecten niet worden vergeten!. Château St. Gerlach te Valkenburg aan de Geul is de thuisbasis van de Sociëté. Alle activiteiten starten en eindigen hier. Maar doel van de Sociëté is vooral om de Euregio Maas-Rijn te zien,

In juni gaven de leden van Sociëté St. Gerlach acte de presence tijdens de drukbezochte Euregionale Schuttersbedrijvendag in Puth, gemeente Schinnen. Een bijeenkomst met vele gasten uit het internationale bedrijfsleven.

De komende maanden staan nog drie Euregioe Business Meetings op stapel. In september staat succesvol ondernemen centraal, in oktober het nieuwe werken en communiceren en in november ‘Talk im Schloss’, in Lager Huis-opstelling van gedachten wisselen over actuele onderwerpen!

De Sociëté St. Gerlach biedt haar leden jaarlijks een achttal kwalitatief hoogwaardige relatie & marketing events aan binnen de Euregio met de focus op: business, politiek, sport en cultuur. De

Wil je ook kennis maken met de Sociëté St. Gerlach, stuur dan een mail naar info@soc-gerlach.com of kijk op www.soc-gerlach.com


90 | society

foto’s Jean-Pierre Geusens

PREUVENEMINT 2011 Hoewel de weergoden de zon niet voortdurend lieten stralen, was het 30e Preuvenemint in Maastricht toch een groot succes. Honderden Limburgers, en vele anderen, stroomden eind augustus toe om te genieten van uiteenlopende hapjes en drankjes. Guido’s Orchestra zorgde voor de muzikale omlijsting van het evenement op het Vrijthof. De opbrengst van dit jubileumjaar wordt zoals gebruikelijk door het organiserende Struyskommitee aan een goed doel geschonken, dit keer ging het bedrag naar spelmaterialen voor Maastrichtse basisscholen en scholen in het speciaal onderwijs.

jacquemain Sondeijker van Valkenburgh Advocaten

t van Maastrich burgemeester t es fe t ende he onno hoes op

Door het wisse lvallige weer lieten de bez oekers zich ni et tegenhouden

joyce boumans, noël hermsen van Sessibon Bookings en jerome Stravers (The Villa Group) en elnaz Shadman Sirat

operazangeres Marjon Lambriks en haar man Leon Lommaert

Denis Linnartz kantoordirecteur Maastricht van Van Lanschot Bankiers

ht-directeur VVV Maastric Marcel knols

guido Dieteren trad op met zijn Guido’s Orchestra


Reputatie moet je verdienen… Daar moet je wel wat voor doen. Aan een reputatie moet je bouwen.

Sinds haar oprichting investeert Limbourg & Partners in haar re-

Vraag het maar aan de eigenaren van het wereldberoemde cham-

putatie als dé specialist in executive search, interim management

pagnemerk Moët & Chandon. Sinds 1743 bouwt dit merk aan zijn

en detachering in de Euregio. Wat dat betreft hebben ze inmiddels

nagenoeg smetteloze imago.

een naam hoog te houden. Integriteit, passie voor het vak en een grenzeloze interesse in mensen zijn de kernwaarden die ze hierbij

Respect voor traditie, lagering op de edelste houtsoorten en de beste

hanteren.

vinificatiemethodes zorgen ervoor dat dit champagnemerk zijn eigen ‘persoonlijkheid’ heeft. De champagne van Moët & Chandon

‘A match made by Limbourg’ staat garant voor succes! Kijk maar

is niet voor niets favoriet bij de echte connaisseurs.

naar de talrijke bedrijven en instellingen die inmiddels; topmanagers, aanstormend talent of interim specialisten via Limbourg &

Limbourg & Partners bestaat ‘sedert’ 1993. Nog niet lang genoeg

Partners aangetrokken hebben.

om net zo stevig in de samenleving verankerd te zijn als voornoemd champagnemerk. Maar toch…

L E A D I N G

E X E C U T I V E S

Y O U N G

E X E C U T I V E S

www.limbourg.eu

P R O J E C T

P R O F E S S I O N A L S


Theo Ploeg, popjournalist

“Amsterdam is geweldig, maar af. Hier gebeurt het.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.